Editie april 2014 - LBC-NVK

100% GAZET
NONPROFIT
PROFESSOR
PAUL VERHAEGHE
“WINST MAG
NIET DE
MOTIVATIE
ZIJN OM
VOOR MENSEN
TE ZORGEN”
100%
NONPROFIT
4 PROFESSOR PAUL VERHAEGHE WIL
GEEN COMMERCE IN DE ZORG
6 DIRECTEUR GEERT POLFLIET WIL
GEEN COMMERCE IN DE ZORG
2
8 WERKNEMERS WOUTER BERNAERTS
EN MATTHIEU ROELANDS WILLEN
GEEN COMMERCE IN DE ZORG
10
VERMAATSCHAPPELIJKING
VAN DE ZORG
12
MINI-ZORG. WIE WORDT DAAR NU
BETER VAN?
13
WIN “DE LAATKOMER” VAN DIMITRI
VERHULST
14
RECEPT
15
16
FACEBOOKMAN
Scampi met venkel en prei
in een sausje met vanille en saffraan
ADRESSEN
Edito
Zondag 25 mei 2014 is niet meer zo ver weg. Jij en ik, en alle andere
mensen die hun stem uitbrengen bepalen zo welke politiek verkozenen de
komende jaren de touwtjes in handen zullen hebben. En ja, dus ook welke
kant het op zal gaan met zorg, welzijn en cultuur. En ja, dus ook voor alle
werknemers die elke dag met hart en ziel instaan voor zorg, welzijn en cultuur. Het raakt zelfs alle mensen die je kent, letterlijk van op hun geboortedag tot in de herfst van hun leven.
Wij voelen gelukkig niet de minste behoefte om aan politieke beloftes te
moeten doen. Voor ons tellen maar drie dingen: wat er in werkelijkheid
gebeurt, wat er niet gebeurt, of wat er moet gebeuren. Onze spandoek
“Wie neemt het op voor zorg en welzijn?” is een veel gebruikte actie-spandoek, en zeker niet zomaar een slogan. Het is een statement. Het betekent
dat de LBC-NVK non-profit de politiek verantwoordelijken, wie dat ook
zullen zijn, elke dag nauwlettend in de gaten zal houden. Zien wat ze ervan
zullen maken. We zullen overleggen en onderhandelen waar het kan en met
actie bijsturen als het moet. Het betekent, in al zijn concrete vormen en
in alle sectoren van de non-profit, stevig opkomen voor de basis van een
samenleving waarin solidaire en kwaliteitsvolle zorg en welzijn voor iedereen voorop staan.
Zal de overheid de deur verder open zetten, of ze zelfs galant -en gênant
voor hun eigen falen- open houden, om commerciële bedrijven de komende
jaren vrij spel te geven in zorg en welzijn? Zal dat beter zijn voor wie zorg
en welzijn nodig heeft? Of wie wordt er dan wel beter van die cocktailshake van zorg en winst?
Daarover laten we in dit themanummer van de non-profit gazet niet alleen
werknemers en een bekende professor aan het woord, maar geven we ook
ruimte aan een directeur van een rusthuis. “Commerce in de non-profit”, of
“Van solidariteit word je beter”? Voor ons staat solidaire zorg niet te koop!
Mark Selleslach
Nationaal secretaris LBC-NVK non-profit
NON-PROFIT GAZET ++ LENTE 2014
DE NON-PROFIT GAZET VERSCHIJNT DRIE KEER PER JAAR EN IS
EEN UITGAVE VAN DE LBC-NVK NON-PROFIT, DE VAKBOND VAN DE
WERKNEMERS IN ALLE SECTOREN VAN ZORG, WELZIJN EN CULTUUR.
[email protected]
HOOFDREDACTEUR: MARC WOUTERS
WERKTEN AAN DIT NUMMER MEE: GEERT DE WORTELAER, HANNE
RIJKERS, MAARTEN BRYS, MARC WOUTERS, MARK SELLESLACH, MARTIN STANDAERT EN PETER DARIN
V.U. MARK SELLESLACH SUDERMANSTRAAT 5, 2000 ANTWERPEN
3
100%
NONPROFIT
DE PROFESSOR WIL Waarschijnlijk (her)kent u deze psychoanalyticus en hoogleraar psychodiagnostiek
aan de universiteit van Gent niet. Toch is de kans bijzonder groot dat u zijn laatste
boek in de supermarkt bij de bestsellers hebt zien staan. In “Identiteit” fileert Paul
Verhaeghe onze samenleving die mensen opdeelt in winnaars en losers. De neoliberale maatschappij met zijn klemtoon op het individu, op materieel succes en op een
dodelijke competitiviteit, maakt de mensen ziek. Hoezo, professor, het probleem
ligt dan helemaal niet bij ons?
4
Vandaag lijkt iedereen te vinden dat
gezond of ziek zijn een zaak is van het
individu. Het is de verantwoordelijkheid
van het individu. Die aanname is ondertussen uitgegroeid tot een politieke
overtuiging. Als ziekte een zaak van het
individu is, dan gaat alle aandacht naar
de behandeling van dat individu en zijn
of haar aandeel in de ziekte. De volgende
stap is dat er met een beschuldigend
vingertje gewezen wordt: iemand wordt
dan ziek omdat hij of zij een verkeerde
levensstijl heeft of zich te weinig inzet
of geen karakter heeft. Op die manier
worden zieken een last waarvan onze
maatschappij (lees: onze economie) dan
het slachtoffer dreigt te worden. Het leggen van de oorzaken van ziekte bij het
individu alleen is helemaal fout. Mensen
zijn natuurlijk nooit alleen maar slachtoffer maar problemen zijn minstens voor
een stuk een effect van de omgeving.
Kan u daar een voorbeeld van geven?
Stress is één van de grote ziektes van
onze tijd. Heel veel mensen hebben
er last van. Werknemers die te lang
last hebben van stress gaan er op een
PAUL
bepaald moment mentaal onderdoor
en moeten aankloppen bij een psycholoog. Een groot deel van de psychologische modellen gaat ervan uit dat niet
stress het probleem is maar de manier
waarop individuen ermee omgaan. Het
probleem ligt dan bij de werknemers.
Zij zijn niet weerbaar genoeg. Voor mij
is stress de beroepsziekte van deze tijd.
De hoofdoorzaak ervan is de manier
waarop in onze maatschappij de arbeid
georganiseerd wordt. Je kan proberen
stress op een individueel niveau aan te
pakken, maar daar los je niks mee op. Je
moet het probleem collectief aanpakken,
anders kan je bezig blijven.
Hoe ziet u dat concreet?
Werknemers moeten meer tijd krijgen.
Heel het idee van steeds meer op steeds
minder tijd is gewoon fout. Daarnaast
tonen verschillende studies aan dat
de stress binnen een werksituatie niet
zozeer te maken heeft met het werk op
zich maar wel met de manier waarop het
georganiseerd wordt. Laat werknemers
mee beslissen over de invulling van hun
taken en werkuren en je ziet veel minder
VERHAEGHE
GEEN COMMERCE IN DE ZORG
Wie vandaag de
juiste diploma’s
heeft en heel
veel geld verdient heeft het
gemaakt. Alle
anderen zijn
losers. Het neoliberalisme maakt
mensen dan ook
letterlijk ziek.
In zijn boek analyseert professor
Verhaeghe de gevolgen van 30 jaar
neoliberalisme op de werknemers en
de mensen van vandaag.
ziekteverzuim. Een tijdje geleden zag ik
een documentaire over het tekort aan
verpleegkundigen. Men toonde ziekenhuizen die een chronisch tekort aan
verpleegkundigen hebben en als oplossing verpleegkundigen importeren uit
Oostbloklanden. Men liet ook een ziekenhuis zien waar geen tekort aan verpleegkundigen was. Het grote verschil was dat
in dat laatste ziekenhuis de werknemers
veel meer zeggenschap hadden. Die
verpleegkundigen hadden veel minder
last van stress. Dat is een belangrijke
vaststelling. De hele arbeidsorganisatie
wordt nu vaak top-down geregeld en dat
is niet goed.
Hoe zou u de zorg organiseren?
We moeten durven nadenken over een
arbeidsorganisatie waarbij je werknemers
veel meer verantwoordelijkheid geeft. De
druk om altijd meer te presteren in minder tijd moet verminderen en we moeten
de nadruk leggen op kwaliteit. Kwaliteit
in de zorg is ook iets wat niet herleid
moet worden tot een aantal meetbare
criteria. Kwaliteit in de zorg is per definitie vaak niet meetbaar. In Nederland gaat
men nochtans heel ver in dat meetbaar
maken van kwaliteit in de zorg. Alles
wordt er uitgedrukt in zorgminuten en
alles moet gemeten worden. Die obsessieve aandacht voor cijfers is typisch
voor het neoliberalisme en is een goede
manier om echte kwaliteit in de zorg om
zeep te helpen.
Finaal blijft het toch zo, dat bijvoorbeeld de poetsvrouw in het ziekenhuis
aan het opgelegde aantal gepoetste
kamers moet geraken?
Voor mij speelt daar de vraag waar het
meeste belang aan gehecht wordt. Krijgt
een poetsvrouw ook de kans om een
sociale functie te vervullen? Door alles
te gaan meten en door de werkdruk zo
hoog te leggen verdwijnt die mogelijkheid. Die poetsvrouw zal heus niet in elke
kamer babbelen, laat ze daar zelf over
beslissen. Laat ze haar job zo veel mogelijk zelf invullen. Ideaal geldt dat voor
zoveel mogelijk deelnemende partijen,
ook de werkgevers en zorgbehoevenden. Laat iedereen een stukje zeggenschap hebben over zijn eigen aandeel.
De beste organisatievorm om samen te
ondernemen in zorg en welzijn zal altijd
een coöperatieve zijn, het ‘samen’ maken
van meer welzijn. Een coöperatie zal
zich altijd daarop richten en niet op het
maken van altijd maar meer winst voor
de aandeelhouders.
Wat vindt u van commerce in de zorg?
Ik ben daar vrij radicaal in. Zorg, welzijn,
cultuur en onderwijs zijn geen sectoren
die aan de commerce overgelaten mogen
worden. Het maken van winst voor aandeelhouders mag niet de motivatie zijn
om voor mensen te zorgen. Die sectoren
zijn een verantwoordelijkheid van de
gemeenschap en moeten ook door de
gemeenschap gedragen worden. Als we
in die sectoren de commerce toelaten,
gaan we naar een Amerikaans model
waar alles gericht is op het maken van
zoveel mogelijk winst. Dat leidt tot een
opsplitsing in goede en kwalitatieve zorg
voor mensen die veel geld hebben. Mensen die dat geld niet hebben vallen uit de
boot. Dat is niet de maatschappij waarin
ik wil leven.
5
100%
NONPROFIT
6
DE DIRECTEUR WIL GEERT POLFLIET
Van opleiding is hij diëtist maar vandaag is hij vooral een trotse
grootvader én directeur van rusthuizengroep vzw Placidus in het
Gentse. In de Panorama-uitzending over de wantoestanden in
commerciële rusthuizen van vorig jaar nam hij geen blad voor de
mond.
Goed ondernemen in de zorg, hoe
moet dat volgens u?
Het gaat er vooral over een goede drive
te hebben, ondernemend en waardengedreven te zijn. Welke diploma’s plak je
daar op? Die vormen bij ons niet de basis.
Dat zijn onze streefdoelen, empathie en
natuurlijk de kwaliteit van onze organisatie. Wij willen vandaag de beste zijn maar
morgen ook nog. En dat kan je bereiken
door je vooral in te leven in wat mensen
verlangen. Wat leeft er? Wat maakt mensen gelukkig? Je moet als het ware overal
‘je oren en ogen gebruiken’. Vragenlijsten
heb je daar niet voor nodig hoor, om te
zien of mensen gelukkig zijn.
Wat maakt uw bewoners gelukkig?
Door omringd te worden met gelukkige
mensen. Daarom is onze slogan ook
‘Met gelukkige mensen, mensen gelukkig maken’ en dat trachten wij te realiseren met ons 37R-verhaal (lees: trendsetter). Dat staat voor drie waarden en
zeven uitdagingen om onze doelstellingen te realiseren. Onze drie waarden
zijn liefde, verantwoordelijkheid en creativiteit. Wat het zo aantrekkelijk maakt
om volgens die drie waarden te werken,
is dat het een verlengde is van de thuissituatie, ‘waar streven we naar?’ Naar
liefde. Wij stellen nogal gemakkelijk de
vraag: ‘hoe zou je het thuis oplossen?’
GEEN COMMERCE IN DE ZORG
Hoe zou jij de zorg organiseren?
Bejaardenzorg kan volgens mij veel
goedkoper. We kunnen veel meer
mensen bereiken met hetzelfde budget.
Heel wat verpleegkundigen bij ons doen
taken die een huismoeder ook zou kunnen doen. Men zegt ‘professionele zorg
moet professioneel gedaan zijn’. Welk
diploma moet je dan hebben? Voor
bepaalde zaken zijn verpleegkundigen
bij ons zelfs niet opgeleid. Nu beginnen ze bijvoorbeeld over empathie te
praten in de scholen, maar veel van onze
mensen kennen dat niet eens. Waar ik
wil toe komen is dat het rendement van
onze instellingen heel sterk afhankelijk
is van de mix van de profielen, namelijk
zware en lichtere zorgprofielen. Er zijn
veel mensen met een licht zorgprofiel
die ook heel veel zorg nodig hebben en
thuis niet kunnen functioneren. Omdat
rusthuizen veel minder geld krijgen om
die lichtere profielen op te vangen, worden die mensen geweigerd. Wij nemen
die mensen nog op. Maar die rusthuizen
met enkel zwaar zorgbehoevenden. Dat
zijn dan de goudhaantjes hé.
Dus de norm moet veranderen?
Ja die kan compleet anders ingevuld
worden. Je kan bijvoorbeeld kansengroepen bij ons inzetten in het systeem
van levenslang opleiden. Het enige wat
je moet hebben zijn een paar goede
creatieve mensen en geen bureaucraten.
Het grote probleem is dat men wil meten
met zaken die objectiveerbaar zijn. We
krijgen kwaliteitsindicatoren opgelegd
die voor de bewoners niks betekenen.
Wie komt er nu naar een rusthuis met
de vraag ‘hoe zit het met de valpreventie?’ Dat is geen kwaliteitsperceptie voor
onze bewoners hé. Dat is gewoon meters
inbouwen om meters te hebben. Ik zeg
het: bejaardenzorg kan veel efficiënter.
ben in onze organisatie. Wij zijn kunnen
beginnen in de ruïnes van congregaties
en moesten de gronden niet aankopen.
Commerciële bedrijven moeten starten
vanaf nul. Ze trekken middelen aan om
dat te kunnen doen en moeten daar
een serieus rendement op betalen. Dat
rendement wordt dan geëist door de
aandeelhouders. Sommige van die commerciële rusthuizen, en dat is het meest
verontrustende, zijn nu volop bezig met
op de financiële markt te komen om aan
exploitatie te doen. Daar moeten ze ook
geld voor hebben. Als je dat alles uit je
exploitatie moet halen plus nog eens
reserves opbouwen, dan kom je in zeer
gevaarlijke en labiele situaties terecht.
Ze gaan het geld halen bij de bewoners
en de medewerkers of aan kwaliteit
inboeten.
Dat klinkt niet zo positief...
Ik vermoed dat het een beetje is zoals
met een slingerbeweging. Toen ik 25 jaar
geleden begonnen ben, was er ook een
zeer sterke commercialisering die dan na
een tijdje stil viel. Er gingen serviceresidenties komen en dat werd hét nieuwe
rusthuis en dé nieuwe standaard. Onze
rusthuizen zouden volledig verdwijnen.
Welgeteld tien jaar later heb ik een serviceresidentie uit het faillissement overgenomen. Ik verwacht dat traject terug.
We leven in een neoliberaal economisch
kapitalistisch systeem dat gebaseerd
is op een groei-economie, vrij vertaald:
rampeconomie. Je kan niet groeien tot
in de wolken, er ontstaan economische
drama’s en dat heeft dan weer sociale
drama’s tot gevolg.
Is er plaats voor commercialisering
in de zorg?
Wij hebben altijd rendementen gehaald
die vergelijkbaar zijn met de commerciële sector. Het verschil is dat wij die
rendementen altijd geïnvesteerd heb-
Herbekijk de uitzending van
Panorama over de (gevolgen van de)
commercialisering in de rusthuizen.
7
100%
WERKNEMERS WILLEN
NONPROFIT
Logopedist Wouter Bernaerts en verpleger Matthieu Roelands
weten als geen ander via welke listige wegen de commerce
in de zorg probeert binnen te sluipen. In respectievelijk de
Antwerpse ziekenhuizen ZNA Sint-Elisabeth en GZA SintAugustinus werden ze er mee geconfronteerd. Hun verhaal
toont aan dat de vakbond en de werknemers de commerce
met succes uit de zorg kunnen houden.
8
Wat was er in jullie ziekenhuizen
precies aan de hand?
prestigieus project “roomservice” op
te starten.
Wouter: Bij ons was het eigenlijk
een combinatie van twee zaken.
In 2008 probeerde de directie het
onderhoudspersoneel in een aparte
vzw onder te brengen. Daardoor
zouden die werknemers niet meer
onder het paritair comité van de
ziekenhuizen vallen maar onder
een ander paritair comité met veel
slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden. Een duidelijk geval van sociale
dumping dus.
Beide pogingen zijn op een ongelofelijke sisser afgelopen. Vooral het
Sodexo-verhaal was een voorbeeld
van hoe het in de zorg vooral niet
moet. Het was kwalitatief en financieel een fiasco. Wij voelen er in het
ziekenhuis nog altijd de gevolgen
van. Heel de sector heeft daaruit
kunnen leren.
Een tijdje later maakte de directie
een overeenkomst met Sodexo, een
multinational die in België vooral
gekend is als uitgever van maaltijdcheques maar in het buitenland
onder andere privégevangenissen
beheert.
De bedoeling daarvan was om een
Mathieu: In de rusthuizen van GZA
werkten iets meer dan 18 fulltime
equivalenten in de technische dienst.
Bij de fusie van de woonzorgcentra
vond de directie dat ze de technische dienst moest reorganiseren.
Om aan kostenbeheersing te doen
moest alle technische werk met zes
werknemers gedaan worden.
Grotere projecten werden sowieso
uitbesteed, maar nu wil de directie
ook de storingsdienst uitbesteden.
En onlangs kregen we te horen dat
ze binnenkort met onze keukens
hetzelfde van plan is. De directie wil
een grote centrale keuken bouwen.
Daar maakt men het eten voor alle
instellingen van GZA, maar wel met
goedkoper personeel. Dat moeten
we zeer goed in de gaten houden,
want dat kan absoluut niet.
Wat hebben jullie daar concreet
tegen gedaan?
Matthieu Roelands
Wouter: Tegenover Synartis hebben
N GEEN COMMERCE IN DE ZORG
tegen commercialisering organiseren?
Wouter Bernaerts
wij de hele sector gemobiliseerd. We
hebben een cao afgedwongen om
de werkzekerheid van ons personeel
in de sector te verzekeren. Bij het
project “roomservice” was dat veel
moeilijker omdat het een aanbod
was aan de patiënt, maar er werd
ook een deel van ons personeel
uitbesteed. Het was een bedreiging
van de kwaliteit van onze dienstverlening. We hebben toen zelf het
personeel en de patiënten bevraagd.
De conclusie was dat het totaal niet
haalbaar, te duur, niet kwaliteitsgericht en niet patiëntvriendelijk was.
Mathieu: We zijn niet op straat
gekomen, maar hebben wel diverse
onderhandelingssessies met de
directie gehad. Er is wel wat actie
gevoerd door publiciteit te maken,
maar dan vooral bij de betrokken mensen zelf. Het proces is nog
lopende maar op dit moment is het
onderhandelingsresultaat al wel
goed. We hebben ervoor kunnen
zorgen dat de mensen van de technische dienst voorlopig toch al zeker
zijn dat ze hun job kunnen houden.
Hoe moet de vakbond zich
Wouter: Je moet bijzonder alert
zijn, niet alleen naar de zorg toe
maar ook naar de ondersteunende
diensten want die worden anders
gefinancierd. Ten tweede is het
belangrijk om een goed contact te
houden met het management. Je
moet op de hoogte blijven. Dat was
bij ons toen zeker niet het geval.
Het derde punt is dat het belangrijk is om duidelijk te zeggen wat je
aanvaardbaar vind en wat niet. Wij
hebben dat ook in een cao gestoken
tot 2014. Als we met uitbesteding te
maken krijgen kunnen we ons baseren op de uitgangspunten van die
cao. Als laatste is het belangrijk om
je als sector te organiseren. Als er
een duidelijk geval is van dreigende
commercialisering, dan sta je als
instelling alleen veel sterker met de
steun van collega’s uit andere instellingen van de sector. We moeten ons
goed organiseren en dat kan via een
sterke vakbond. Solidariteit is enorm
belangrijk.
Mathieu: Het allerbelangrijkste is
om via onze vertegenwoordigingen
op alle vlakken de vinger aan de
pols te houden en zoveel mogelijk
een invloed proberen te hebben op
de loop der dingen. We kunnen er
niet tegen zijn dat een vzw op een
rendabele manier werkt, want je kan
niet met verlies draaien. Maar de
middelen die er zijn moeten op een
ethische manier besteed worden
en daar heeft de vakbond een heel
belangrijke stem in. Het rendement
van een gezonde organisatie moet
opnieuw transparant geïnvesteerd
worden in de organisatie zelf.
9
100%
VERMAATSCHAPPELIJKING NONPROFIT
Vermaatschappelijking van de zorg is hot. Politiekers hebben er de
mond van vol. Maar wat bedoelen ze eigenlijk. En vooral, worden
wij daar met zijn allen beter van?
10
Wij zijn allemaal sociale en zorgzame wezens. Zorg dragen voor
kinderen, ouderen, broers of zussen en kennissen, vrienden of buren
zit ingebakken in onze natuur. Het
is ook niet meer dan normaal dat
mensen met beperkingen, chronisch zieken of kwetsbare ouderen
een zinvolle plek kunnen en mogen
innemen in onze samenleving. Dat
ze daarbij waarschijnlijk hier en daar
wat ondersteuning nodig hebben
spreekt voor zich.
Zo kunnen grootouders bijspringen
in de opvang van de kleinkinderen.
Of later kunnen kinderen een deel
van de zorg voor hun ouders op
zich nemen. Op het eerste zicht is
het hele idee van vermaatschappelijking van de zorg zo vanzelfsprekend dat je je kan afvragen of
het wel zo nieuw is. Vermaatschappelijking van de zorg als reminder in
deze dolgedraaide maatschappij dat
we ook wel eens wat meer of beter
voor elkaar kunnen zorgen, daar is
dan ook niets mis mee.
Maar dat is niet wat de politiekers
bedoelen. Zij gaan ervan uit dat de
staat veel te veel zorgvragen op
zich heeft genomen. Zorg wordt in
hun visie best verleend in de vertrouwde omgeving door mantelzorgers, dat zijn mensen die het dichtst
staan bij wie zorg nodig heeft.
Met wat slechte wil zou je die visie
kunnen zien als een enorme besparingsoperatie waarbij de overheid
één van haar kerntaken (het verlenen van zorg aan diegenen die die
zorg nodig hebben) afschuift op u
en ik. Maar wacht eens even, betalen
wij niet juist belastingen zodat de
overheid een solidair systeem van
zorg en welzijn kan uitbouwen waar
iedereen beter van wordt?
VAN DE ZORG
Voldoende gekwalificeerde zorg
zal altijd absoluut nodig blijven. De
vergrijzing en de stijging van de
zorgnoden en de toename van de
zorgzwaarte zorgen ervoor dat er
de komende jaren trouwens nog
serieus bijkomend in geïnvesteerd
zal moeten worden. Want, hoe je
het ook draait of keert, niet alle zorg
kan verleend worden door de omgeving, hoe goed die omgeving dat
ook bedoelt. De stijging van zware
zorgnoden kan nooit door mantelzorg opgevangen worden.
Dat aandeel aan zorg dat niet door
mantelzorg kan opgevangen worden, wordt voortdurend onderschat.
Bovendien hebben mantelzorgers in
een aantal gevallen zelf ook gekwalificeerde ondersteuning nodig. Als
dat allemaal niet gebeurt dan betekent vermaatschappelijking van de
zorg niets meer of minder dan “doe
alles zelf” of “trek uw plan”? Iedereen die denkt dat vermaatschappelijking van de zorg een besparing
oplevert is blind voor de realiteit
of, wat nog veel erger is, verbergt
bewust een belangrijk deel van het
verhaal.
Trouwens, bent u in staat om zorg te
kunnen geven? De grote meerderheid van de Vlamingen moet elke
dag hard werken om ervoor te zorgen dat op het einde van de maand
alle rekeningen betaald zijn. Onze
dagelijkse ratrace zorgt ervoor dat
werkgerelateerde stress één van de
ziektes van onze tijd is. Geen ideale
situatie om er nog de zorg voor je
ouders bij te nemen of even boodschappen te gaan doen voor de
slecht te been zijnde buurvrouw.
Er zitten wel meer gaten in het politieke verhaal over vermaatschappelijking. Alle politiekers willen dat
u en ik langer aan het werk blijven.
Hoe rijm je dat met grootouders
die zorg voor hun kleinkinderen op
moeten nemen? Of hoe rijm je dat
met de grote jeugdwerkloosheid
tout court?
Al lang voor vermaatschappelijking
van de zorg een modewoord werd
zorgde de LBC-NVK er in de sector
van zorg, welzijn en cultuur voor dat
werknemers die dat wilden tijdelijk
zorg voor ouders of kinderen op
konden nemen. Daarvoor bouwden
we het stelsel van tijdkrediet uit.
Om ervoor te zorgen dat werknemers in de zorg en welzijn hun job
langer zouden volhouden zorgde
de LBC-NVK ervoor dat zij recht
kregen op extra verlofdagen. Met
enorm succes trouwens. Willen politiekers dat u en ik de ruimte hebben om wat meer zorg te kunnen
verlenen dan zullen ze die stelsels
nog veel meer moeten uitbreiden en
veralgemenen.
11
De grote afwezige in het politieke verhaal over vermaatschappelijking van de zorg is de
(M/V) die vandaag al elke dag
opnieuw het beste van zichzelf
geeft in de sector van zorg,
welzijn en cultuur. Werken in de
zorg is vaak meer dan zomaar
een job en verdient dan ook
gerust heel wat maatschappelijke waardering en goede loonen arbeidsomstandigheden.
Gewoonste zaak van de wereld
voor de man in de straat, afwezig in de hoofden van de politiekers. Daar is alleen plaats voor
ondernemers en zorgbedrijven.
Dat in België meer dan 1 op de
10 werknemers werkt in de sector van zorg, welzijn en cultuur
is een detail dat hen blijkbaar
ontgaat.
Mini-zorg
wie wordt daar nu beter van?
10
De mini-mode is helemaal terug. Mini-jobs, mini-koopkracht,
mini-overleg, mini-overheid, mini-zorg. Alleen voor flexibiliteit,
bonussen, afscheidspremies en toplonen mag het nog maxi zijn.
www.miniisback.be
VAN EIT
ARIT
SOLID
JE
WORDER
E
B T
‘De
laatkomer’
van Dimitri
Verhulst
Om zich alsnog te kunnen verzoenen
met zijn leven, verlaat Désiré Cordier het
pad zoals dat richting graf voor hem was
uitgestippeld. Hij neemt wraak op zijn
matte, liefdeloze burgermansbestaan door
te doen alsof hij dementeert. Zijn gevoel
van eigenwaarde, dat door zijn huwelijk
was aangetast, wint hij terug als hij op een
heuglijke dag, gezond en wel, in een tehuis
voor seniele bejaarden wordt geplaatst.
Hij belazert de kluit op virtuoze wijze door
zich voor te doen als demente en incontinente grijsaard die op zijn einde afstevent. De rol van zijn leven, en die wordt
nóg veelbelovender als er opeens een
demente jeugdliefde in het tehuis opduikt.
Win het boek!
Hier op de redactie zijn wij in elk geval helemaal weg van het laatste boek van
Dimitri Verhulst. Dat het onderwerp past in het kader van deze gazet is dan ook
nog eens mooi meegenomen. Naar eigen zeggen schreef Verhulst het boek na een
reeks bezoeken aan bejaardentehuizen. Daar zag hij dat het personeel onderbetaald en onderbemand is. Van de uitgeverij kregen wij 5 exemplaren en jij kan daar
eentje van winnen!
Om het boek van Dimitri Verhulst te winnen mail je
als de vliegende bliksem jouw antwoord op onderstaande vraag naar [email protected].
“Hoeveel blote billen tel je op de cover van Verhulst
zijn bekende boek ‘De helaasheid der dingen’? “
13
Scampi met venkel en prei in een
sausje met vanille en saffraan
14
Ik weet niet wat Belgen hebben met scampi’s. Blijkbaar
worden ze in dit landje nogal gesmaakt. De oudere
bereidingen van scampi worden op wittewoede.be
nog vaak gelezen. Reden te meer om er nog eentje te
publiceren. Misschien een wat ongewone combinatie,
maar zeer lekker en bovendien snel klaar.
Bereiding
Voor 6 personen
1 venkelknol
1 stoofprei
Boter
peper en zout
1 vanillestokje
Pel de scampi’s en verwijder het darmkanaal. Snij ze
langs de dikke kopzijde in tot de helft. Besprenkel met
30 scampi’s
wat citroensap en zet even weg.
300
ml room
Was de venkel en de prei en snij de groenten fijn.
1
tot
2
doosjes
saffraan
Schraap het merg uit het vanillestokje en voeg dat toe
aan de room.
gehakte peterselie
Wok de scampi op een zeer hoog vuur in wat boter en
sap van 1 citroen
kruid met peper en zout. Zet de scampi opzij en dek af
met wat folie.
stukjes kerstomaat
Wok de venkelstukjes in wat boter tot ze knapperig zijn,
hou ze warm en leg ze apart.
Wok de prei kort en overgiet met de room. Leg het vanillestokje erbij en laat
gedurende enkele minuten licht opkoken. Roer het saffraanpoeder erdoor. Kruid
met peper en zout en voeg het overgebleven citroensap toe.
Voeg de scampi erbij tot ze terug voldoende opgewarmd zijn. Verwijder het
vanillestokje.
Leg een bedje van venkel op een warm bord. Daarop schep je 5 scampi per persoon
en overgiet met wat saus. Werk af met de fijngehakte peterselie en wat stukjes
kerstomaat.
Dien op met wat Frans brood. Met rijst en wat meer scampi’s wordt het een
volwaardig hoofdgerecht. Smakelijk.
En, facebookman,
CHECK OUT
Nele Van den Broeck maakte een protestsong tegen commercialisering in de zorg.
Als vooral de winst telt in de zorg, wordt
dan de goedkoopste remedie de beste?
Kiest je dokter dan voor amputatie bij een
teenbreuk? Neles song is grappig én pijnlijk. En verdient vooral veel hogere kijkcijfers. Google ‘youtube zorg nele’.
VOLG ONS
welk stukje wereldwijd web ga je
deze keer met ons delen?
+ wittewoede.be
+ onthaalouders.be
+ lbc-nvk.be
+ twitter.com/#!/wittewoede
+ www.facebook.com/wittewoede.be
+ www.facebook.com/lbcnvkactueel
+ www.youtube.com/wittewoede
+ www.flickr.com/photos/wittewoede
Een andere ‘must visit’ is onze nieuwe
facebookgroep ‘Je werkt in de zorg als…’
Je zag ze allicht ook al, de nostalgische
facebookgroepen waar bewoners van een
bepaalde gemeente of dorp herinneringen
ophalen aan vervlogen tijden. Er doken al
snel varianten op, voor werknemers van
een bepaald bedrijf of een bepaalde sector.
De groep voor wie werkt in zorg en welzijn vind je op https://www.facebook.com/
groups/jewerktindezorgals/
100%
NONPROFIT
wittewoede.be
alle nieuws uit de non-profit door de lbc-nvk
15
Je werkt
in de zorg,
welzijn of
c u l t u u r?
De
LBC-NVK
i s jo u w
vakbond.
WORD LID.
acv-csc.be
lbc-nvk.aalst@ , F 03 220 88 01
T 053 73 45 20
[email protected]
lbc-nvk.antwerp, F 03 220 88 02
T 03 222 70 00
@acv-csc.be
lbc-nvk.brugge, F 03 220 88 04
T 050 44 41 66
@acv-csc.be
lbc-nvk.brussel , F 03 220 88 05
T 02 557 86 40
csc.be
[email protected] F 03 220 88 19
T 03 765 23 71,
acv-csc.be
lbc-nvk.gent@
, F 03 220 88 08
00
43
5
26
09
T
-csc.be
acv
e@
all
k.h
lbc-nv
, F 03 220 88 06
T 02 557 86 70
@acv-csc.be
lbc-nvk.hasseltF 03 220 88 09
T 011 29 09 61,
acv-csc.be
lbc-nvk.ieper@ , F 03 220 88 10
T 059 34 26 40
@acv-csc.be
lbc-nvk.kortrijk F 03 220 88 12
T 056 23 55 61,
@acv-csc.be
lbc-nvk.leuven, F 03 220 88 13
T 016 21 94 30
[email protected]
lbc-nvk.meche, F 03 220 88 14
T 015 71 85 00
[email protected]
lbc-nvk.oosten , F 03 220 88 15
T 059 55 25 54
.be
aarde@acv-csc
lbc-nvk.ouden , F 03 220 88 03
T 053 73 45 25
@acv-csc.be
lbc-nvk.roeselare
, F 03 220 88 17
T 051 26 55 44
e
[email protected]
lbc-nvk.sint-ni , F 03 220 88 18
70
23
5
76
03
T
[email protected]
lbc-nvk.turnho, F 03 220 88 20
T 014 44 61 55
[email protected]
lbc-nvk.vilvoo , F 03 220 88 07
T 02 557 86 80