Schoolgids 2014-2015

Schoolgids 2014-2015
1
SCHOOLGIDS 2014-2015 INHOUD
VOORWOORD DIRECTIE
1
EVEN VOORSTELLEN
1.a
1.b
1.c
1.d
De school, zijn architect en zijn omgeving
De school in de wijk
Voorzieningen
Het schoolteam
2
WAT VOOR SCHOOL ZIJN WE?
2.a
2.b
2.c
2.d
2.e
2.f
2.g
2.h
2.i
2.j
2.k
2.l
Waar staan we voor?
Daltononderwijs op de Lorentzschool
Onze visie op onderwijs
Meer dan leren
Veiligheid
Huiswerk
Het rapport en het rapportgesprek
Onderwijs aan jonge kinderen
Naar het voortgezet onderwijs
Onderwijskundige rapporten
Inschrijven en toelatingseisen
Informatieochtenden
3.
DE OPBRENGSTEN VAN ONS ONDERWIJS
3.a
3.b
Uitstroom naar voortgezet onderwijs
Gemiddelde Cito-eindscores
4
OPENBAAR BASISONDERWIJS IN HILVERSUM
4.a
4.b
4.c
Stip Hilversum
Visie op kwaliteitszorg binnen Stip
De wet op Primair Onderwijs
5.
BEGELEIDING VAN LEERLINGEN
5.a
5.b
5.c
5.d
5.e
5.f
5.g
5.h
Leerlingvolgsysteem
Handelingsgericht werken (HGW) & 1-zorg route
Extra zorg & aandacht
Passend onderwijs
Onderwijs aan leerlingen met bijzondere kenmerken
Onderwijs aan langdurig zieke leerlingen
Doubleren of versnellen
Vroeg en Voorschoolse Educatie (VVE)
2
6
DE SCHOOL EN OUDERS
6.a
6.b
6.c
6.d
6.e
6f
6.g
Communicatie met en inbreng van ouders
Medezeggenschapsraad
De ouderraad/oudervereniging
Het schoolfonds/de ouderbijdrage
Sponsoring
Klachtenregeling
Schorsing van leerlingen
7
PRAKTISCHE ZAKEN
7.a
7.b
7.c
7.d
7.e
7.f
7.g
7.h
7.i
7.i
7.k
Schooltijden
Afwezigheid en/of ziekmelding
Collectieve ongevallenverzekering
Schoolmelk en pauzehapje
Verjaardag
Op de fiets naar school
Oud papier
Huisdieren in de school
Voor- en naschoolse opvang
Vakantierooster, extra vrije en studiedagen
Belangrijke adressen & telefoonnummers
8
ANDERE (SCHOOL)ZAKEN
8.a
8.b
8.c
8.d
8.e
8.f
8.g
8.h
8.i
8.j
8.k
GGD, Gooi en Vechtstreek en Jeugdgezondheidszorg
Schoolmaatschappelijk werk – Versa
Regionaal Bureau Leerlingenzaken
Onderwijs Advies Team
Landelijk informatiecentrum 5010 voor ouders
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Vervanging van leerkrachten bij afwezigheid
Stage- en opleidingsplaatsen
Nascholing
Formatie
Reglementen, procedures en protocollen
3
EEN WOORD VOORAF
Deze schoolgids is bestemd voor de ouders en verzorgers van de leerlingen van de
Lorentzschool. De leerkrachten, ouders en het bestuur zijn samen verantwoordelijk voor de
inhoud van de gids.
In deze gids geven we antwoord op de meeste vragen die bij ouders leven. We informeren u
over onze visie op onderwijs, wat Daltononderwijs inhoudt, het vakantierooster, de
ouderbijdrage, het schoolkamp en het continurooster. Maar deze gids is meer dan een
spoorboekje waarmee u wegwijs wordt op de Lorentzschool. Het geeft u zicht op de
organisatie en de werkwijze van de school. Echter, hoe uitgebreid de schoolgids ook is, in de
loop van het jaar kunnen er vragen bij u opkomen waarop u de antwoorden niet in deze gids
zult vinden. Daarvoor hebben we een informatieboekje gemaakt dat aan het begin van elk
nieuw schooljaar met de kinderen wordt meegegeven, maar u kunt ook altijd met uw vragen
bij de leerkrachten en de directie terecht. Tijdens de inloopmomenten kunt u op beide
locaties de directie en leerkrachten aanspreken om een vraag te stellen of een afspraak te
maken.
We willen allemaal het beste onderwijs voor uw kind. Daar werken we samen hard aan, het
team, de directie en u als ouder.
Jeroen Jansen
Directeur
Janie Mooi
Locatiedirecteur
4
1.
1.a
EVEN VOORSTELLEN
DE SCHOOL, ZIJN ARCHITECT EN ZIJN OMGEVING
In Hilversum-Oost, voor inwoners van Hilversum bekend als ´over ´t spoor´, staat:
DE LORENTZSCHOOL
Een markant schoolgebouw uit 1930 van stadsarchitect Willem Marinus Dudok (1899-1974).
Dudok is internationaal bekend om de vele gebouwen die hij in Nederland en vooral in
Hilversum heeft gebouwd. Zijn bekendste is zonder twijfel het raadhuis van Hilversum.
Dudok werkte vanuit geometrische vlakken en lijnen en verwerkte daarbinnen specifieke
details. Het gebruik van kleur is opvallend. De renovatie in 1993 heeft vrijwel alle
oorspronkelijke kleuren en details weer terug gebracht.
Vanaf 1930 neemt de school, samen met de gelijktijdig ontworpen en aangelegde
Lorentzvijver, een prominente plaats in binnen de door Dudok ontworpen wijk.
Het gebouw, van oorsprong twee scholen op elkaar met elk een eigen ingang en een eigen
schoolplein, staat op een zogeheten strateneiland, gevormd door vier straten.
Het had in de meer dan 80 jaren van zijn bestaan vele namen. Na diverse fusies en
saneringen ontstond in 1987 één school:
DE LORENTZSCHOOL
Genoemd naar Hendrik Antoon Lorentz (1853-1928), een theoretisch natuurkundige die
in 1903 voor z´n baanbrekende werk de Nobelprijs voor de natuurkunde kreeg.
De eerste decennia was de school omgeven door groen en bloemen (met daarbij geringe
speelmogelijkheden voor kinderen) en maakte zij een vrolijke indruk. Het verval van de
school en de schoolomgeving in de jaren zestig en zeventig liet diepe sporen na. Alle
betrokkenen waren dan ook enthousiast over de grote renovatie die in 1993 een prachtig
schoolgebouw opleverde, waarin het goed toeven is en waar alle voorwaarden voor het
realiseren van een bedrijvige school aanwezig zijn.
Sinds een aantal jaren vinden steeds meer ouders hun weg naar de Lorentzschool.
Onze school kent een zeer gevarieerde leerlingpopulatie en is evenwichtig opgebouwd uit
een doorsnee van de wijk waarin de school staat, zowel op het gebied van sociale en
culturele achtergrond, als op het gebied van opleiding en beroepsgroepen.
School en buurt zijn in toenemende mate bij elkaar betrokken en dragen beiden bij aan een
plezierig leefbare omgeving.
5
1.b
DE SCHOOL IN DE WIJK
De Lorentzschool heeft 2 locaties: een hoofdlocatie en een dependance (Villa Lorentz).
Hoofdlocatie:
Lorentzweg 135
1223 HN Hilversum
Tel: 035-6855823
Villa Lorentz:
Anton Philipsweg 9
1223 KZ Hilversum
Tel: 035-6426020
[email protected]
www.obslorentzschool.nl
twitter: @lorentzschool
Facebook:Lorentzschool Hilversum
6
1.c
VOORZIENINGEN
Onze schoollocaties beschikken over de volgende faciliteiten

Op Villa Lorentz zijn de groepen 1/2 gehuisvest. We maken hier gebruik van 7
lokalen. Naast de leslokalen is er een speelzaal, een ruime buitenspeelplaats, een
aparte IB/onderzoeksruimte en een kantoor voor directie en IB. Tevens zijn een
peuterspeelzaal (Steintje-Bink) en de naschoolse opvang voor de leerlingen van de
Lorentzschool (Einstein- Bink) in dit pand gehuisvest.

Op de hoofdlocatie zijn de groepen 3 t/m 8 gehuisvest. We maken gebruik van 12
leslokalen en één lokaal voor ondersteuning aan de groepen 3 en 4. Dit gebouw is
beperkt toegankelijk voor minder validen: er is een aangepast toilet en bij de
verschillende opstapjes zijn hellingbanen.

Er is een speelterrein voor jongere kinderen. Op dit plein spelen de kinderen uit de
groepen 3,4. Hier worden bij mooi weer ook de sportlessen gegeven.

Er is een speelterrein voor oudere kinderen. Op dit plein, dat speciaal is ingericht voor
oudere kinderen, spelen de kinderen uit de groepen 5 tot en met 8.

Er is een schooltuin waar kinderen kunnen planten, zaaien, oogsten, de tuin
onderhouden en onderzoekjes doen. In elk seizoen is er iets te beleven.

We hebben een dierenverblijf met kippen. De kippen worden verzorgd door de
kinderen. Hiervoor is een takenrooster gemaakt waarbij kinderen van verschillende
leeftijden samenwerken.

Een sportzaal, qua formaat aan de kleine kant maar groot genoeg voor sportlessen in
de basisschool en goed geoutilleerd. Deze ruimte wordt ook gebruikt voor vieringen
en voorstellingen.

Een expositieruimte met altijd verrassende werken, meestal van kinderen, soms van
volwassenen.

Een kookruimte in de personeelsruimte waar gekookt, gebakken en gegeten kan
worden (liefst met producten uit eigen tuin).

Een bibliotheek waar kinderen boeken kunnen lenen of rustig een boek kunnen lezen.

In de gangen voor de lokalen zijn werkplekken waar kinderen samen of alleen kunnen
werken. De werkplekken worden per leerjaar gescheiden door kasten.

Boven de bibliotheek is een vide. Hier zijn extra werkplekken voor de kinderen. Op
deze werkplekken zijn aansluitpunten voor een laptop of werkstation.

Een ruimte voor de administratief medewerker en de leerkracht van de
rugzakkinderen.

Een ruimte voor de interne begeleiders van de school. In deze ruimte bevindt zich de
orthotheek (verzameling naslagwerken over het onderwijsleerproces). Indien nodig,
wordt deze ruimte gebruikt voor onderzoeken van individuele leerlingen.

Op beide locaties zijn informatieborden. Hier vinden de ouders informatie van MR en
OR, maar ook berichten over sport, culturele activiteiten en mededelingen van team
en directie.

Op beide locaties hangt in de hal een beeldkrant waarop dagelijks de laatste
informatie te lezen is. Binnen de school maken we gebruik van een draadloos
netwerk.
7
1.d
Directeur
HET SCHOOLTEAM
Jeroen Jansen
Locatiedirecteur Villa Lorentz
Janie Mooi
Groepsleerkracht
De school heeft 23 groepsleerkrachten. Iedere groep heeft maximaal
twee leerkrachten die de hele week voor de klas staan. Daarnaast
zullen ze ook van anderen les krijgen, bijvoorbeeld van
vakleerkrachten of deskundigen van buiten de school die een project
begeleiden. Het komt ook voor dat andere leerkrachten voor de klas
staan bij afwezigheid van de vaste leerkracht(en). Tot slot is het
mogelijk dat in meerdere groepen (lio)stagiaires lesgevende of
ondersteunende taken uitvoeren.
Interne begeleider (IB)
Noor Stoelinga en Marlot Roosendaal zijn verantwoordelijk voor de
zorgstructuur binnen de school. Zij adviseren en begeleiden
groepsleerkrachten als kinderen extra aandacht en hulp nodig
hebben. Noor richt zich op de groepen 4 t/m 8. Marlot richt zich op de
groepen 1,2 en 3.
Begeleiding Rugzakkinderen
Marlot Roosendaal begeleidt binnen onze school de kinderen die een
“Rugzak” hebben en geeft woordenschatondersteuning op de
hoofdlocatie. Verder onderhoudt ze, evenals de intern begeleiders, de
contacten met externe deskundigen.
Onderwijsassistent
Josje Lozowski en Marjo Versluis werken een aantal dagen per week
als onderwijsassistenten. Marjo richt zich voornamelijk op
leesbegeleiding in de groepen 4. Josje begeleidt de VVE-kinderen
(Voor en Vroegschoolse Educatie) in de groepen 1/2.
Administratie
Inger van der Graaf beheert op maandag, dinsdag en donderdag de
administratie. Inger verzorgt de leerlingadministratie en is
aanspreekpunt voor ouders en bezoekers.
Conciërge
Hans Klein heeft als conciërge uiteenlopende taken in school. Hij
draagt zorg voor het onderhoud van beide gebouwen. Ook verzorgt
hij de tuinen en de directe omgeving van de locaties. Hans werkt 50%
voor de Lorentzschool en 50% als bovenschools conciërge.
Interne Contactpersoon
Serena van Drongelen en Prudence Casander zijn de interne
contactpersonen. Zij zijn op de hoogte van de te volgen procedure bij
het indienen van klachten.
Vertrouwenspersoon
Serena van Drongelen en Prudence Casander zijn de
vertrouwenspersonen voor kinderen binnen de school.
8
Bouwcoördinator
De school is opgedeeld in drie clusters: de onderbouw (groepen 1/2 ),
de middenbouw(groepen 3 t/m 5) en de bovenbouw(groepen 6 t/m 8).
Elke ‘bouw’ heeft zijn eigen coördinator. Dit jaar zijn dat Inge
Petersen en Ineke Lam voor de onderbouw, Manon van den Berg
voor de middenbouw en Koen van Praag voor de bovenbouw.
ICT-coördinator
Ramon Pie, Debby van den Brink en Kirsten Broekhuizen dragen de
verantwoordelijkheid voor alle ICT-zaken. Zij beheren het netwerk en
zorgen samen met de directie voor de uitvoering en bijstelling van het
meerjaren ICT-beleidsplan.
Daltoncoördinator
Jildou Scheffer is samen met de Daltonwerkgroep verantwoordelijk
voor de borging en ontwikkeling van onze Daltonidentiteit.
Rekencoördinator
Serena van Drongelen is rekencoördinator. Ze is aanspreekpunt voor
teamleden met vragen over rekenonderwijs en rekendidactiek.
Daarnaast adviseert ze directie en IB bij het maken van beleid.
Taalcoördinator
De taalcoördinator is aanspreekpunt voor teamleden met vragen over
taalonderwijs en taaldidactiek. Daarnaast adviseert hij/zij directie en
Ib bij het maken van beleid. In verband met het vertrek van de huidige
taalcoördinator gaat een collega deze taak overnemen.
Vakleerkracht gym
Debbie Bakker geeft op dinsdag, donderdag en vrijdag aan de
groepen 3 t/m 8 een gymles. Voor de leerkrachten die zelf geen
gymlessen mogen geven, verzorgt zij ook de tweede gymles. Debbie
is ook de sportcoördinator.
Invalkracht
Er zijn invalkrachten voor compensatiedagen, ziekte en verloven van
leerkrachten. De compensatiedagen worden intern geregeld. Bij
ziekte en verlof gaat de vervanging via Stip.
9
2.
WAT VOOR SCHOOL ZIJN WE?
2.a
WAAR STAAN WE VOOR?
De Lorentzschool staat voor:

Een plaats waar aan ieder kind goed onderwijs wordt geboden.

Een plaats waar de lessen en de leerstof (voor zo ver mogelijk) worden aangepast
aan elk kind.

Een plaats waar permanent hoge eisen gesteld worden aan de bekwaamheid van
leerkrachten.

Een veilige plaats waar kinderen, met respect voor verschillen, worden gestimuleerd
om samen te leven en samen te werken.

Een plaats waar naar kinderen wordt geluisterd en met kinderen wordt gesproken.

Een plaats waar constant aan kwaliteit wordt gewerkt.
2.b
DALTONONDERWIJS OP DE LORENTZSCHOOL
Dalton is een manier van omgaan met elkaar. Een Daltonschool schept ruimte en geeft
kinderen de gelegenheid om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak.
De drie Daltonwaarden vormen het uitgangspunt van de Dalton-aanpak:

verantwoordelijkheid

zelfstandigheid

samenwerken
Reflectie, borging en doelmatigheid zijn toegevoegd aan de drie al bestaande waarden. Zij
ondersteunen de bovenstaande kernwaarden en zijn medebepalend voor de organisatie en
uitvoering van ons onderwijs.
De taak is het middel om die drie principes te verwezenlijken. Zowel een kind als een
leerkracht moet met plezier naar school gaan. Het leven in de school sluit aan bij het leven
buiten de school, al verschillen ze van elkaar in verwachting en beleving.
Dalton is een hulpmiddel om het proces van omgaan met elkaar voortdurend gaande te
houden. De toepassing van de Dalton-principes verandert met het leven van de mensen die
het beleven. Daarom is het passend bij de Lorentzschool dat we een vierde principe aan
Dalton hebben toegevoegd: de beleving! Het motto van de school is niet voor niets: Meer
dan leren.
10
2.c
ONZE VISIE OP ONDERWIJS
Het vertrekpunt van onze visie is de denkbeeldige schooltas met kennis en vaardigheden die
een leerling meeneemt als hij onze school aan het einde van groep 8 verlaat. Wij schetsen
hieronder hoe deze rugzak in acht jaar gevuld wordt. Via uitspraken van kinderen kijken we
terug naar hun jaren op de Lorentzschool. Op deze manier geven we u een kijkje in onze
keuken.
Dit verhaal is gebaseerd op de drie kernwaarden: zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en
samenwerking. Hier hebben wij zelf de pijler beleving aan toegevoegd. Dit zijn de
fundamenten voor ons dagelijks werken. Bij alles wat we doen, zullen we daarop terugvallen:
onze visie op onderwijs.
Zelfstandigheid
Als een kind na de Lorentzschool zijn weg vervolgt, is zelfstandigheid als basis meegegeven.
Voor de verdere schoolloopbaan bezit een kind de vaardigheid om te plannen, de houding
om taakgericht te zijn en het vertrouwen op eigen kunnen: “Ik kan zelf problemen oplossen;
ik kan kiezen wat ik verder ga doen en wat ik nog wil leren; ik heb geleerd die keuzes te
maken.”
Het is een manier van positief eigenwijs zijn. Kinderen kunnen uitleggen waarom ze
bepaalde keuzes maken. Vanuit reflectie komen kinderen tot een eerlijk beeld van zichzelf.
Op het gebied van kennis verwerven houden wij de einddoelen en leerlijnen vast en geven
we kinderen daarbinnen bewust de ruimte om zelf te kiezen, zelf te plannen hoe ze leren. Ze
ontdekken zo hun eigen invloed op het leren.
Wij houden hierbij rekening met verschillen tussen kinderen: hoe zelfstandig is een kind,
welke leerstof kan een kind aan, hoeveel uitleg heeft een kind nodig?
Welk werk een kind later ook gaat doen, het weet: alles wat binnen mijn mogelijkheden ligt,
kan ik leren en wie weet…….wel meer!
Fien uit groep 2: “Juf, eigenlijk klopt dit niet. Bij de tekening gaan we met 1 beginnen,
maar het begint bij 0, eigenlijk kun je nog verder terug: -1, -2, want dat zag ik op de
thermometer.”
Fatima: “Meester, ik vind de breukensommen zo moeilijk. Heb je nog een extra
oefenboekje voor me?”
Verantwoordelijkheid
Verantwoordelijkheid kennen we op veel niveaus. Het schetst een eindpunt dat we graag bij
kinderen, bij ieder mens zien: Je neemt je verantwoordelijkheid.
In de school bouwen we dat stap voor stap op. Van een kind dat de school verlaat,
verwachten we al veel op dat gebied. Verantwoordelijkheid nemen is zichtbaar bij de kleuter
die materialen op de goede manier opbergt. Het rondt af met de schoolverlater die
verantwoordelijkheid heeft leren nemen voor zijn eigen leren. Daaraan werken we elke dag
weer.
“Ik heb geleerd de dieren te verzorgen die in onze schooltuin wonen. Ik kan twee kinderen
helpen om weer met elkaar in gesprek te komen, want dat heb ik geleerd en gedaan.”
Zo wordt “geven en nemen” een positieve houding. Wij geven kinderen daadwerkelijk
verantwoordelijkheid die bij hun leeftijd past en kinderen leren zo om die
verantwoordelijkheid te nemen. Een kind zal dat benoemen als: “Ik mag….”; “Ik kies….”; “Ik
wil….”; “Ik kan….”; “Ik moet...”; “Ik durf...”; “Ik vind...”; “Ik zorg….”
Op deze manier een kind de wereld verder in laten wandelen, zien we als onze
verantwoordelijkheid.
11
“Wij willen die tuinklus wel doen,” zeggen twee jongens, “dan plannen we dat in het
werkuur, want de instructie willen we niet missen.”
Vere: “Jullie moeten even allemaal uit de zandbak! Karel en Koen staan daar en
willen een verre sprong maken.”
Samenwerken
Voor ons is samenwerken onmisbaar bij het werken met kinderen, het werken met elkaar en
in de relatie met ouders. Op veel fronten is dat zichtbaar in de school.
Een kind dat terugkijkt op het werken en spelen met anderen weet dat je een ander altijd met
respect benadert en dat je eigen manier van vragen stellen of reageren van groot belang is.
Een kind dat omkijkt naar de jaren Lorentz kan zeggen: “Ik kan op een goede manier hulp
vragen en hulp geven; ik kan luisteren, zodat ik een ander goed begrijp en ik heb geleerd
vragen te stellen om de ander nog beter te begrijpen. Kortom: Ik weet hoe ik met anderen
goed kan samenwerken.”
Wat we kinderen leren, brengen we in samenwerking met ouders en elkaar zelf ook in
praktijk. Dat betekent dat iedere ouder welkom is met vragen en wensen, en zich gehoord en
gezien zal voelen. Wederzijds respect en een houding van luisteren, vragen en oplossen
staan daarbij voorop. Dat betekent dat we samen werken aan een mooie Daltonschool.
Vier kinderen maken samen een poster. Lize zegt: “Kijk, dit plekje laten we leeg, want
Dylan is ziek, maar dan kan hij later zijn tekening maken, want hij hoort bij ons
groepje.”
Een kind uit groep 8 tegen een kleuter: “Ik til je op, dan pak jij de sleutel van het
tuinhok. Even later: “Als je nu je handen in elkaar vouwt, dan doe ik het kippenvoer
erin… Nee, helemaal dicht…, anders valt het erdoorheen.”
Beleving
Beleving kenmerkt de sfeer die bij activiteiten in de school zichtbaar is. Het is de houding
waarmee kinderen en leerkrachten de dag vullen: samen plezier beleven aan de dingen die
we doen. Of dat nu instrueren, toneelspelen, een taak maken, verzorgen of naar elkaar
luisteren is………beleving kleurt alles. We zijn ons dit bewust en daarom krijgt het ook een
prominente plaats in onze school.
Kinderen hebben geleerd dat je leert door nieuwsgierig en onderzoekend te zijn; plezier
maakt werken op school prettig. “Ik snap wat anderen fijn vinden en van mij weten ze dat
ook; daar hebben we het samen vaak over gehad en ik heb het begrepen en we hebben het
samen zo beleefd.”
Terugkijkend zal een kind weten dat het op onze school geleerd en geleefd heeft. Beide
zaken zijn in harmonie aan bod gekomen.
Jesse vindt drie aardappels in de grond: “Zelfs als je niet naar iets op zoek bent, kun
je zomaar iets vinden.”
Mick uit groep 3, nadat de juf achter het bord met de handpoppen poppenkast
gespeeld heeft: “Juf…, het was zo spannend…, jammer dat je er niet bij was…!”
12
2.d
MEER DAN LEREN
Onder het logo van onze school staat onze missie vermeld:
Meer dan leren…
Maar hoe komen we van leren naar meer dan leren?
Leren
We vinden de cognitieve, creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling onze kerntaak. Om
dit mogelijk te maken moet voldaan worden aan de drie basisbehoeften: relatie, competentie
en autonomie.

De relatie is goed als leerlingen zich geaccepteerd voelen, veilig voelen, weten dat ze
erbij horen en welkom zijn.

Leerlingen voelen zich competent als ze taken kunnen volbrengen en ervaren dat ze
steeds meer aankunnen.

Leerlingen voelen zich autonoom als ze weten dat ze zelf invloed hebben op de
manier waarop ze taken uitvoeren en de wijze waarop ze leren.
Deze basisbehoeften sluiten naadloos aan bij de kernwaarden van het daltononderwijs
Meer leren
Van goed kun je beter maken. Dat geldt voor de professionele ontwikkeling van leerkrachten
en voor de ontwikkeling bij onze leerlingen. We leggen de lat hoog. Dat doen we door
leerlingen intensief te volgen en voortdurend te kijken wat een individuele leerling, een
groepje leerlingen of een klas nodig heeft om verder te komen. We stellen doelen vast en
evalueren of deze doelen gehaald zijn. We zijn er van overtuigd dat de inspanningen van de
leerkrachten het verschil kunnen maken.
Meer dan leren
Dit betekent voor ons dat we kinderen meer willen meegeven dan de schoolvakken op het
rooster. We geven ze meer mee in de overtuiging dat bijzondere ervaringen het onderwijs
verrijken. Deze ervaringen kleuren een schooljaar en uiteindelijk de gehele
basisschoolperiode. Het zijn deze ervaringen waar je later met een glimlach op terugkijkt.
Daarom gaan we jaarlijks vanaf groep 3 op schoolkamp, organiseren we een sponsorloop,
hebben we een projectweek, doen we mee aan de gedichtenwedstijd, staat er keuzewerk op
de planner, is er jaarlijks een muziekavond, hebben we een schooltuin, is er een jaarlijks
dodgebaltoernooi voor de bovenbouw, is er jaarlijks een zomerfeest en starten we elk
nieuwe schooljaar met een openingsthema.
We leggen een relatie tussen “meer dan leren” en onze daltonidentiteit door middel van een
eigen kernwaarde. Voor ons is dat “beleving”. Meer dan leren doe je niet, dat beleef je.
13
2.e
VEILIGHEID
Een veilige omgeving is noodzakelijke voorwaarde om te kunnen leren.
We maken gebruik van de methode “Vreedzame School” om de kinderen te leren wat het is
om samen te leven en te werken. Deze methode wordt in alle groepen gebruikt en
behandeld jaarlijks een zestal thema’s die te maken hebben met omgaan met verschillen,
ruzies en conflicten (oplossen), pesten en plagen, samen regels en afspraken maken, naar
elkaar luisteren, burgerschap en democratie. De Vreedzame School is een methode die op
de lijst staat van methodes die effectief zijn bij het voorkomen van pestgedrag. De methode
Taakspel zetten we in alle groepen in om een positieve werkhouding en groepsvorming te
bevorderen.
Naast deze methodes heeft de school een pestprotocol waarin duidelijk de stappen worden
omschreven die we nemen als in een groep pestgedrag voorkomt. Bij het oplossen van
pestgedrag is de inbreng en betrokkenheid van ouders van groot belang.
2.f
HUISWERK
De Lorentzschool hanteert voor het leren maken van huiswerk in de groepen 6, 7 en 8 een
speciale aanpak met een agenda en met specifieke en gevarieerde opdrachten. In groep 6
en 7 wordt gewerkt met een huiswerkafsprakenplanner (HAP). In groep 8 krijgen de kinderen
van school een agenda ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs.
Ouders worden jaarlijks via de ouder-informatie-avond geïnformeerd en betrokken bij de
manier waarop we de kinderen willen leren omgaan met hun tijd, met hun opdrachten, met
hun inzet en met hun productie. Ook de ouders waarvan de kinderen later in het jaar voor het
eerst naar school gaan krijgen een uitnodiging voor deze avond
Incidenteel krijgen ook jongere kinderen een opdracht mee naar huis. Deze is echter niet
structureel van aard en ook niet volledig uitgeschreven in een huiswerkagenda. In de
groepen 3 t/m 5 krijgen kinderen die extra ondersteuning hebben bij lezen, rekenen en
spelling huiswerk. Hierover worden afspraken met de ouders gemaakt. Voor het slagen van
de ondersteuning is betrokkenheid en een goede samenwerking tussen school en ouders
van groot belang.
14
2.g
HET RAPPORT EN HET RAPPORTGESPREK
Binnen de Lorentzschool wordt de ontwikkeling van een kind nauwlettend gevolgd.
We toetsen de vorderingen volgens de voor de hele school geldende toetskalender en
bespreken met elkaar en met de ouders de resultaten. In groep 7 wordt de entreetoets van
Cito afgenomen. In groep 8 de Cito-eindtoets. Van beide toetsen ontvangen de ouders de
resultaten. Daarnaast verzamelen we observatiegegevens rondom het gedrag, de
werkhouding en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook deze gegevens worden periodiek
met ouders besproken.
De Lorentzschool kent drie typen rapportages:

rapportage inzake leer- en gedragsontwikkeling

(incidentele) rapportage ten behoeve van externe hulpverlening

een onderwijskundig rapport ten behoeve van een ontvangende school bij
verhuizing/verplaatsing of bij de overgang naar het Voortgezet Onderwijs
Alle rapportages vallen onder de bepalingen in de Wet op de Privacy en worden door ons
niet zonder schriftelijke toestemming van ouders aan derden overgedragen of aan derden ter
inzage gegeven.
Op de Lorentzschool krijgen kinderen een rapport vanaf groep 2. We maken drie keer per
jaar een rapport over de vorderingen van de kinderen. Dit rapport krijgen de kinderen mee
naar huis, zodat ze het samen met hun ouders rustig kunnen bekijken. Na elke toetsronde
van het leerlingvolgsysteem wordt een uitdraai van de Cito-uitslagen bij het rapport gevoegd.
Drie maal per jaar, steeds na ongeveer 13 schoolweken, worden de ouders uitgenodigd voor
een rapportbespreking met de leerkracht(en). De eerste twee besprekingen zijn verplicht en
duren ongeveer 1 kwartier, het derde gesprek duurt 10 minuten. Dit gaat hoofdzakelijk over
de resultaten van de laatst gemaakte Citotoetsen. Indien de tijd te kort blijkt te zijn, kan een
afspraak gemaakt worden voor een vervolggesprek.
We geven er de voorkeur aan dat beide ouders aanwezig zijn tijdens de gesprekken. Mocht
één van de ouders verhinderd zijn, dan vertrouwen we er op dat de ouders met elkaar de
informatie en eventuele gemaakte afspraken doorspreken. Van gescheiden ouders
verwachten we dat zij samen naar het rapportgesprek komen. Als dat niet mogelijk is dienen
ook zij de informatie aan elkaar door te geven.
We voeren alleen in uitzonderlijke gevallen aparte gesprekken met beide ouders. Voor deze
uitzonderingen worden afspraken gemaakt tussen de leerkracht, directie en IB.
Voor groep 7 staat de 3e gespreksronde in het teken van de voorlopige adviesgesprekken.
Deze gesprekken zijn verplicht en duren 15 minuten. De kinderen zijn tijdens dit gesprek
aanwezig.
Voor groep 8 gelden afwijkende gesprekstijden. Dit houdt verband met het moment van
toetsen en met de keuze van de school voor Voortgezet Onderwijs.
Ouders worden via de nieuwsbrief op de hoogte gehouden van de data van de
rapportuitdelingen en de rapportbesprekingen.
15
2.h
ONDERWIJS AAN JONGE KINDEREN
Schooljaar 2014-2015 zal de kleuterbouw gaan werken met de methode Kleuterplein. Het is
belangrijk om voor zeven kleutergroepen te werken vanuit een aantal vaste routines.
Kleuterplein is een methode waarin alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. We hoeven
dus niet meer gebruik te maken van verschillende methodes. Daarnaast heeft Kleuterplein
een digitaal volgsysteem wat de verouderde GOVK, waar we nu mee werken, kan
vervangen.
We blijven werken vanuit thema’s en wisselende hoeken. Dit is iets wat bij onze identiteit
hoort, net als spel. In Kleuterplein zijn 16 thema’s die in twee jaar uitgewerkt kunnen worden.
De thema’s komen dus in een cyclus van twee jaar terug.
Komend schooljaar zullen de onderbouwcollega’s scholing krijgen in het werken met deze
methode en het volgsysteem inpassen binnen onze onderwijsvisie.
2.i
NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan het eind van de basisschool komt voor elk kind het belangrijke moment van de keuze
voor een school voor voortgezet onderwijs. In groep 8 informeren we ouders aan het begin
van het schooljaar over de te volgen route. Deze ouders ontvangen de Gooise Gids voor
Voortgezet Onderwijs. Hierin staat informatie over alle mogelijkheden, die in ´t Gooi geboden
worden. Bovendien krijgen de ouders een informatieboekje waarin alle belangrijke
momenten van het laatste schooljaar vermeld staan.
In oktober organiseren de leerkrachten van groep 8 een informatiebijeenkomst voor alle
ouders over de route naar het vervolgonderwijs. In november wordt tijdens een gesprek door
de groepsleerkracht het definitieve schooladvies gegeven. Voor het gesprek worden
leerlingen en ouders uitgenodigd. Tussen november en januari worden met de klas
bezoeken gebracht aan een aantal scholen voor Voortgezet Onderwijs.
Ouders melden, met gebruikmaking van het aanmeldingsformulier uit de Gooise Gids, hun
kind aan bij een school voor Voortgezet Onderwijs.
De Cito-toets uitslag wordt door de school, samen met een inlichtingenformulier, verzonden
naar de school voor Voortgezet Onderwijs waarvoor het kind is aangemeld. Zij berichten
daarna ouders en basisschool over aanname of afwijzing.
Met ingang van het schooljaar 2013-2014 zijn gegevens uit het LVS van de laatste drie
schooljaren en het advies van de school bepalend voor plaatsing op een school voor
voortgezet onderwijs. De Cito-eindtoets wordt nog wel afgenomen. De uitslag wordt echter
alleen als ondersteuning van het schooladvies gebruikt en is tevens een eindrapportage van
de school.
16
2.j
ONDERWIJSKUNDIGE RAPPORTEN
In vier situaties verstrekt de Lorentzschool een onderwijskundig rapport. Dit is een verslag
voor de ontvangende school, waarin de leerkracht de vorderingen en eventuele
onderwijsbehoeften van de leerling omschrijft.

bij verhuizing of verplaatsing naar een andere school

bij aanvraag voor plaatsing in een speciale school voor basisonderwijs

bij aanvraag van een leerlinggebonden financiering (‘rugzak’)

bij de overgang naar het Voortgezet Onderwijs
2.k
INSCHRIJVEN EN TOELATINGSEISEN
U kunt uw kind al voor de Lorentzschool inschrijven vanaf de geboorte.
Om een kind op de inschrijflijst te plaatsen heeft de school informatie over de ouders en het
kind nodig. Hiervoor dient u enkele zaken in te leveren

Inschrijfformulier

Kindgegevens van belastingdienst (BSN)
Het inschrijfformulier dient volledig ingevuld te zijn en vervolgens ondertekend te worden.
Formulieren die niet volledig zijn ingevuld kunnen niet worden toegevoegd aan ons bestand.
Het formulier staat als printversie op de website van de school, maar kan ook afgehaald
worden bij de administratie.
Van elk kind dat bij ons wordt ingeschreven moeten wij een kopie hebben van de officiële
brief van de belastingdienst waarop het burgerservicenummer (BSN) van uw kind staat. Als u
deze brief niet heeft, is een kopie van het paspoort van uw kind ook toegestaan.
Het formulier en het kopie kunt u langsbrengen of u stuurt ze in een envelop op. Mocht u
verder nog vragen hebben dan kunt u een mondelinge toelichting van de directie krijgen.
Voor ouders die hun kind op de Lorentzschool hebben ingeschreven, zijn gedurende het
schooljaar op beide locaties regelmatig informatieochtenden.
Inschrijvingsbeleid
Nieuwe leerlingen kunnen gedurende het hele jaar aangemeld worden. Ouders die een
school zoeken voor hun kind nemen contact op met de school en maken een afspraak om
deel te nemen aan één van de informatieochtenden. Tijdens die bijeenkomst worden de
ouders geïnformeerd over het Daltononderwijs, worden ze door een leerling uit groep 8
rondgeleid en wordt de procedure rond plaatsing uitgelegd. Tijdens een (mogelijke) tweede
bijeenkomst op Villa Lorentz krijgen de ouders informatie over ons kleuteronderwijs en
bezoekt u kort één van de kleutergroepen.

Kinderen die geplaatst zijn, mogen op afspraak met de leerkracht van de groep, één
dagdeel komen om te wennen in de week vóór de 4e verjaardag van het kind.
17

Kinderen die geplaatst worden in een groep met een duo mogen twee keer wennen,
zodat ze beide leerkrachten hebben gezien voor ze starten.

Kinderen die ouder zijn dan 4 jaar mogen maximaal één dag komen om kennis te
maken met de nieuwe groep en de nieuwe leerkracht.
Aanmelding
Kinderen mogen vanaf de geboorte ingeschreven worden. Dit geldt ook voor broertjes en
zusjes van kinderen die reeds op de Lorentzschool zitten. Broertjes en zusjes van kinderen
die al op één van de locaties geplaatst zijn, krijgen altijd een plek. Zij worden automatisch
geplaatst op de locatie van de het oudste kind.
Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij school. Op het inschrijfformulier kunt u aangeven
voor welke locatie (hoofdlocatie of Anna’s Hoeve) uw kind wordt aangemeld. De locatie
Anna’s Hoeve wordt in het schooljaar 2016-2017 geopend. Als u kiest voor de Anna’s
Hoeve zal uw kind in groep 3 op Villa Lorentz blijven tot de nieuwe school geopend wordt.
Uw kind blijft dan tot maximaal groep 4 op Villa Lorentz.
Toelating/plaatsing:
Om te worden toegelaten moet de school een volledig ingevuld inschrijfformulier ontvangen.
U kunt dit formulier direct na de geboorte van uw kind bij ons inleveren.

Binnen twee weken na inlevering krijgt u via de mail bericht of uw kind geplaatst is.

U heeft vervolgens twee weken de tijd om deze plek de accepteren.

Als u binnen deze termijn niet reageert, of te kennen geeft geen gebruik te maken
van de aangeboden plaats, wordt de plek aan een leerling op de wachtlijst
aangeboden.

Als op één van de locaties geen plek meer is, kunt u aangeven of u gebruik wilt
maken van een plek op de andere locatie. U kunt dan tevens aangeven of op de
wachtlijst wilt voor de locatie van uw eerste keuze.

Kinderen die op de Lorentzschool geplaatst zijn, krijgen voorrang op de wachtlijst
boven kinderen die geen gebruik maken van een plek op één van de locaties.
Vanaf het moment dat uw kind geplaatst is, ontvangt u maandelijks digitaal de
informatiebrieven en nieuwsbrieven. Uiterlijk zes weken voor de 4e verjaardag van uw kind
verstuurt de leerkracht van de groep waar uw kind geplaatst wordt een uitnodiging om te
komen wennen.
Indien er meer aanmeldingen dan plaatsen zijn, treedt de voorrangsregeling in werking:
1. Broertjes en zusjes van kinderen op school krijgen voorrang en worden altijd
geplaatst op de locatie van de oudere broer of zus.
2. Indien er een plek vrijkomt voor een leerling van de wachtlijst wordt gekeken naar de
datum en duur van inschrijving. De kinderen die het langst staan ingeschreven,
krijgen als eerste een plek toegewezen.
De leerlingen worden geplaatst op basis van de volgorde in de voorrangsregeling. Er kunnen
geen leerlingen toegelaten worden indien klassen vol zijn.
Aannamebeleid en groepsgrootte
Het aannamebeleid en de groepsgrootte worden in samenspraak met de
medezeggenschapsraad vastgesteld. Het maximum aantal leerlingen stellen wij voor alle
groepen op 30 leerlingen. De directeur heeft echter beleidsruimte om het aantal leerlingen
18
per groep te vergroten of te verkleinen als dit om onderwijskundige, organisatorische of
pedagogische redenen nodig is.
In het aanname- en plaatsingsbeleid van leerlingen houdt de directie rekening met de fysieke
ruimte op school, het maximum aantal leerlingen per groep, de maximale belastbaarheid van
een groep (bv. een groep waarin veel leerlingen extra zorg vragen) en het aantal
leerkrachten dat beschikbaar is. In bijzondere gevallen kan de directie besluiten af te wijken
van de hierboven genoemde aantallen.
Wanneer ouders interesse tonen voor de school terwijl het maximum aantal leerlingen voor
de desbetreffende groep is bereikt, kunnen zij de leerling op een wachtlijst laten plaatsen,
Indien er een plaats in de desbetreffende groep vrijkomt, door bv verhuizing, neemt de
school contact op met de ouders. Ouders worden gevraagd om binnen twee weken
schriftelijk te melden of ze gebruik willen maken van de aangeboden plaats.
Plaatsing op de wachtlijst biedt dus geen garantie voor een plek op de Lorentzschool.
2.l
INFORMATIEOCHTENDEN
Gedurende het schooljaar zijn er informatieochtenden voor ouders die hun kind op de
Lorentzschool hebben ingeschreven of van plan zijn om in te schrijven. Deze bijeenkomsten
zijn alleen voor ouders. Tussen 09.00 en 10.00 uur krijgen de deelnemende ouders een
rondleiding door de school en informatie over het Daltononderwijs.
De bijeenkomst start in de personeelskamer met een kopje koffie of thee. De directeur vertelt
kort wat de Dalton pijlers zijn en hoe deze zijn terug te vinden in het onderwijs en de
activiteiten op de Lorentzschool. Vervolgens geven de leerlingen van groep 8 een
rondleiding. In een half uur tijd laten zij de school zien en vertellen wat het betekent om
leerling op een Daltonschool te zijn. De bijeenkomst wordt afgesloten in de
personeelskamer. Er is dan tijd voor een vragenrondje. Dit kunnen vragen zijn naar
aanleiding van de rondleiding, maar het is ook mogelijk dieper in te gaan op het onderwijs op
onze school.
Omdat de kleutergroepen in Villa Lorentz zitten, kunt u zich naast de algemene
informatieochtend ook aanmelden voor een bezoekje aan Villa Lorentz, zoals we onze
dependance noemen. Van de locatiedirecteur Janie Mooi krijgt u een korte rondleiding door
het gebouw, zodat u weet waar uw zoon of dochter zal starten met de basisschoolperiode.
De data voor de bijeenkomsten in het schooljaar 2013-2014 zijn als volgt:
Informatieochtend hoofdlocatie (tijdstip: 09.00-10.00 uur):

Dinsdag 16 september 2014

Dinsdag 28 oktober 2014

Dinsdag 2 december 2014

Dinsdag 6 januari 2015

Dinsdag 10 maart 2015

Dinsdag 7 april 2015

Dinsdag 19 mei 2015
19
Bezoek aan Villa Lorentz (tijdstip: 9.00-9.30 uur):

Dinsdag 30 september 2014

Dinsdag 4 november 2014

Dinsdag 9 december 2014

Dinsdag 13 januari 2015

Dinsdag 17 maart 2015

Dinsdag 14 april 2015

Dinsdag 26 mei 2015
Aanmelding is mogelijk tot uiterlijk één week voor de informatieochtend.
Aanmelden voor de informatieochtend:
[email protected]
In de mail dient de volgende informatie vermeld te worden:

de namen van de deelnemende personen;

de naam van het ingeschreven kind;

de datum van de informatieochtend waarvoor wordt aangemeld;

uw telefoonnummer.
20
3.
3.a
DE OPBRENGSTEN VAN ONS ONDERWIJS
UITSTROOM NAAR VOORTGEZET ONDERWIJS
Hieronder staat aangegeven naar welke vorm van vervolgonderwijs de leerlingen van groep
8 de afgelopen jaren zijn gegaan.
Praktijk
Schooljaar
2011-2012
Schooljaar
2012-2013
Schooljaar
2013-2014
3,4%
VMBO
VMBOT
VMBO-T/
HAVO
HAVO
10,3%
17,2%
13,8%
17,2%
25%
31%
15%
17%
HAVO/
VWO
20,7%
19%
16%
VWO
GYM
6,9%
10,3%
25%
7%
21%
17%
7%
Het is niet mogelijk een gecombineerd schooladvies te geven (bijvoorbeeld havo/vwo).
3.b
GEMIDDELDE CITO-EINDSCORES
Hieronder staat aangegeven wat de gemiddelde eindcitoscore is van de afgelopen 3 jaren.
Inspectie van onderwijs richt zich op de eindscore waarin de PrO-leerlingen
(praktijkonderwijs) niet meegenomen worden in de berekening. Op het moment dat deze
eindcitoscore boven de gestelde inspectienorm ligt, kleurt de tabel groen. Is de eindscore
onder de inspectienorm, dan kleurt de tabel rood.
Schooljaar
Feb 2012
Feb 2013
Feb 2014
Gemiddelde eindscore
zonder PrO-leerlingen
(praktijkonderwijs)
535,0
535,0
538,0
21
Gemiddelde eindscore met
PrO-leerlingen
(praktijkonderwijs)
533,6
4.
OPENBAAR BASISONDERWIJS IN HILVERSUM
4.a
STIP HILVERSUM
De Lorentzschool maakt deel uit van Stip Openbaar Basisonderwijs Hilversum die het
beheer voert over tien openbare basisscholen. Stip bepaalt onder meer de kaders
waarbinnen de schooldirectie kan handelen en stelt regels op die daarbij gehanteerd moeten
worden.
Met ingang van 1 augustus 2010 is er binnen Stip sprake van een scheiding tussen de
functies van bestuur en intern toezicht, het zogenaamde ‘Raad van Toezicht model‘. De rol
en verantwoordelijkheden van het bevoegd gezag zijn daarmee overgebracht naar een
directeur-bestuurder. Het bestuur is vanaf die datum een raad van toezicht en oefent intern
toezicht uit op de directeur-bestuurder.
Beide organen hebben elk een specifieke rol. De directeur-bestuurder is vanuit de rol van
bevoegd gezag eindverantwoordelijk en aansprakelijk voor het besturen van de scholen. De
leden van de raad van toezicht zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor de wijze waarop
zij het toezicht op de directeur-bestuurder uitoefenen.
Samenstelling Raad van Toezicht:

Dhr. J.C. (Jan) van Westering (voorzitter)

Mevr. M.L.J. (Lous) van Haarst (vice-voorzitter)

Dhr. R (Rob) van Breemen

Dhr. H. (Bert) Sonneveld

Mevr. G. (Grietje) de Vries
Stip heeft een bestuursvorm als ‘stichting openbaar basisonderwijs’. Dit betekent dat de
stichting naast de toezichthoudende rol van de raad van toezicht ook de gemeenteraad
gedeeltelijk als toezichthouder heeft. De rollen van beide toezichthouders zijn vastgelegd in
de statuten van de rechtspersoon.
De directeur-bestuurder wordt met betrekking tot de (strategische) beleidsontwikkeling
ondersteund door het bovenschools management. Het bovenschools management wordt
gevormd door:

Dhr. G (Geert) Looyschelder, directeur-bestuurder Stip

Mevr. C. (Caroline) van Veen, hoofd kwaliteitszorg en onderwijs

(vacature) hoofd financiën en huisvesting

Dhr. E.G. (Eric) Borst, hoofd personeelszaken
22
Verder wordt de bovenschoolse staf gevormd door:

mevr. H. (Hiske) Degen, beleidsondersteuner onderwijs en kwaliteit / secretariaat

mevr. B (Barbera) Cantor, beleidsondersteuner personeel / secretariaat

mevr. S.W.M. (Sylvia) Brakkee, secretariaat

mevr. C. (Conny) Bezuur, secretariaat
Bezoekadres:
Laapersveld 59
1213 VB Hilversum
(Gebouw Laapersstaete, ingang B, 3e verdieping)
Tel. (035) 622 13 70
Fax (035) 623 10 21
Postadres:
Postbus 1402
3800 BK Amersfoort
De hiërarchische structuur van de organisatie in het raad van toezichtmodel schematisch
weergegeven:
Raad van Toezicht
Directeurbestuurder
Bovenschools management
 Hoofd kwaliteitzorg & onderwijs
 Hoofd personeelszaken
 Hoofd financiën & huisvesting
GMR
Secretariaat
(locatie)directeur
MR
School
23
4.b
VISIE OP KWALITEITSZORG BINNEN STIP
Wat is kwaliteitszorg?
Onder kwaliteit wordt verstaan dat scholen erin slagen hun beoogde kwaliteit naar
tevredenheid van zichzelf, het team, de leerlingen, de ouders, het bovenschools
management en de overheid te bereiken. Deze doelen worden deels bepaald door de school
zelf en deels door de overheid. Binnen de rechten en plichten in de Nederlandse
onderwijswetgeving bepaalt de school in samenspraak met het bovenschools management
zelf welke kwaliteit zij wil leveren.
Om de beoogde kwaliteit te kunnen bereiken, is het van belang dat deze geformuleerd wordt
in te bereiken doelen. Deze doelen moeten helder zijn en aanvaard worden.
Onder kwaliteitszorg wordt verstaan de zorg voor het realiseren en behouden van deze
kwaliteit. In eerste instantie zijn scholen zelf verantwoordelijk voor deze kwaliteitszorg. Dit
betekent dat scholen zorgen voor samenhangend beleid, concrete doelen, goed
management om de nodige acties en controles uit te voeren.
Hoe wordt vorm en inhoud gegeven aan kwaliteitszorg?
Kwaliteit mag geen toeval zijn. Daarom is systematisch werken aan de kwaliteit van de
school noodzakelijk. Systematisch werken met betrekking tot kwaliteitszorg vraagt van
scholen dat zij werken conform de PDCA-cirkel (W.E. Deming).
PDCA-cirkel
Van de scholen binnen de Stichting Openbaar Basisonderwijs Hilversum wordt verwacht dat
zij deze PDCA-cyclus toepassen op die kwaliteitsaspecten die door de inspectie in haar
toezicht worden beoordeeld. Deze kwaliteitsaspecten komen in een cyclus van vier
schooljaren aan bod. Dit gebeurt door middel van het “Werken Met Kwaliteitskaarten Primair
Onderwijs” (WMKPO) van Cees Bos.
Voor de Lorentzschool betekent dit meten, evalueren en borgen van alle processen
waarmee wij invulling geven aan de kwaliteitszorg.
24
4.c
DE WET OP PRIMAIR ONDERWIJS
Sinds 1998 valt zowel het basisonderwijs als het speciaal onderwijs onder de Wet op Primair
Onderwijs (WPO). Sindsdien zijn reguliere basisscholen en speciale basisscholen meer gaan
samenwerken en maken gebruik van elkaars ervaring en expertise. De Wet op Primair
onderwijs zegt onder andere (artikel 8):
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken
ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de
ontwikkeling van de leerlingen.
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat:

de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de
school kunnen doorlopen;

de leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien
verstande dat de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs
en in de laatste 4 schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de
leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het schooljaar 4
dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het
schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs;

de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld.
25
5.
BEGELEIDING VAN LEERLINGEN
5.a
LEERLINGVOLGSYSTEEM
De Lorentzschool is georganiseerd volgens het principe van de leerstofjaarklassen, dat wil
zeggen dat kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd zoveel mogelijk bij elkaar worden
geplaatst. De leeftijdverschillen binnen een groep zijn doorgaans niet groter dan twee jaar.
Om de ontwikkeling van de kinderen zo goed mogelijk te kunnen volgen, maken we gebruik
van een leerlingvolgsysteem. Hiervoor nemen we onder andere gedurende het schooljaar op
vaste momenten genormeerde toetsen af. Hierdoor krijgen we informatie over de
vorderingen van individuele leerlingen, maar ook over het niveau van een groep of zelfs de
hele school.
Naast de cognitieve ontwikkeling volgen we ook de sociaal/emotionele ontwikkeling. Hiervoor
scoort de leerkracht twee maal per jaar een vragenlijst. Vanaf groep 6 doen de kinderen dat
ook zelf.
De start in groep 1
Ongeveer zes weken voordat het kind voor het eerst naar school gaat, melden we de ouders
door middel van een kaartje in welke groep het kind is geplaatst. Verder nodigen we ze uit
om een afspraak met de leerkracht te maken met betrekking tot wendagen. De mogelijkheid
bestaat om 1 keer te komen wennen. Dit kan een ochtend of een middag zijn.
Wij gaan er vanuit dat het kind, eenmaal op school, hele dagen aanwezig is.
Als blijkt dat dit te veel inspanning vergt, is overleg over een andere indeling mogelijk. Als het
kind ongeveer 8 weken op school zit, volgt een afspraak voor een gesprek met de ouders.
Hiervoor is een uitgebreide vragenlijst ontwikkeld.
Het volgsysteem dat we voor de kleuters gebruiken, maakt onderdeel uit van de methode
Kleuterplein.
De overgang van groep 2 naar groep 3
Aan het eind van groep 2 stellen we ons de vraag of de doorgaande ontwikkeling van het
kind gebaat is bij plaatsing in groep 3.
Soms zijn kinderen in groep 2 nog zo gericht op spelen dat de overgang naar groep 3 te
abrupt is en geen doorgaande lijn in de ontwikkeling wordt verwacht. Soms is er sprake van
een specifiek ontwikkelingsprobleem of een ontwikkelingsstoornis. De overgangsbeslissing
van groep 2 naar 3 wordt zeer weloverwogen genomen. Indien we twijfelen aan de
wenselijkheid van de overgang naar groep 3 delen we deze twijfels uiterlijk in februari aan de
ouders mee.
In sommige gevallen is het ook mogelijk een leerling versneld door te laten gaan naar groep
3. Ook dit gebeurt in overleg met de ouders en IB
In een gesprek met de ouders over de zorgen m.b.t. de ontwikkeling van het kind geven we
aan wat we op school gaan doen om de ontwikkeling verder te stimuleren en wat ouders
thuis kunnen doen om daarbij aan te sluiten. Tevens geven we aan wanneer we de
definitieve beslissing gaan nemen over het vervolg van de schoolloopbaan van hun kind. Bij
jonge kinderen doen we dat zo laat mogelijk om de kans op een goede beslissing te
vergroten.
26
De beslissing over het schoolloopbaanvervolg doen we op basis van een weging op een
aantal ontwikkelingsaspecten. De beslissing wordt genomen door de leerkracht en de intern
begeleider. Deze beslissing is bindend voor de ouders.
De procedure rond de overgang van een kind naar een volgende groep is vastgelegd in het
‘overgangsprotocol’ van de school.
5.b
HANDELINGS GERICHT WERKEN (HGW) EN 1-ZORG ROUTE
Op onze school geven we passend onderwijs: onderwijs dat is afgestemd op de
mogelijkheden en talenten (de onderwijsbehoeften) van de leerlingen. In beginsel laten we
ieder kind toe, maar soms is het voor het kind beter als het elders geplaatst wordt. Om een
dergelijke beslissing te nemen, hebben we in samenwerking met het Seminarium voor
Orthopedagogiek een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit profiel beschrijft welke
ondersteuning we wel en welke ondersteuning we niet kunnen bieden en welke leerlingen
met een specifieke hulpvraag door ons opgevangen kunnen worden. Passend onderwijs
krijgt (ook) gestalte in de klas. Onze leerkrachten stemmen hun handelen af op de
onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Ze werken handelingsgericht.
Omdat wij als organisatie zo veel mogelijk rekening willen houden met niveauverschillen
binnen een groep, zijn we gestart met het werken middels de 1-zorg route. Dit is een
werkwijze om op groepsniveau om te gaan met niveauverschillen. Hiermee ontstaan drie
niveaugroepen:
1. een groep die het basisaanbod (jaargroepleerstof) aangeboden krijgt
2. een groep die meer herhaling krijgt
3. een groep die verrijkingsmateriaal krijgt aangeboden
Op basis van toetsgegevens en observaties in de groep worden deze groepen samengesteld
door de leerkracht. De intern begeleider observeert 3x per jaar de 1-zorg route in de groep.
Na de observatie vindt tussen de leerkracht en de intern begeleider een evaluatiegesprek
plaats. In dit gesprek staat de uitvoering van de 1-zorg route door de leerkracht en de
vorderingen van de leerlingen centraal. Ik het kader van de zorg voeren Ib en de
leerkrachten ook groeps-, en leerlingbesprekingen.
In schooljaar 2010-2011 zijn we gestart met het invoeren van de 1-zorgroute. De volgende
vakken zijn vanaf dat moment stapsgewijs ingevoerd: spelling, technisch lezen, rekenen.
Begrijpend lezen wordt in 2014-2015 ingevoerd.
De intern begeleiders (IB-er)
In onze school werken twee intern begeleiders die zorgen voor:

passende observatie- en toetsinstrumenten,

eenduidig gebruik van deze instrumenten door het gehele team,

bespreking van periodieke observatiegegevens en toetsresultaten met de
leerkrachten,

assistentie bij het opstellen van hulpprogramma’s,

de bewaking van de doorgaande lijn bij zorgleerlingen,

organiseren en leiden van leerling besprekingen,
27

overleggen met de directie over kwaliteitszorg,

informeren van het schoolteam over aspecten van zorgverbreding,

procesbegeleiding rondom onderzoeken,

het onderhouden van contacten met externe hulpverleners,

het analyseren van de opbrengsten.

voorstellen die leiden tot verbetering van de zorg binnen de school,

Multi Disciplinair Overleg (MDO),

gesprekken met ouders
Deze intern begeleiders voeren zeer regelmatig overleg met intern begeleiders van andere
scholen (IB-netwerk) en met medewerkers uit de speciale basisscholen. Ze nemen jaarlijks
deel aan de studiedagen die door Stip voor de interne begeleiders worden georganiseerd.
5.c
EXTRA ZORG & AANDACHT
Het komt voor dat leerlingen gedurende langere of kortere periode extra hulp en/of aandacht
nodig hebben. Omdat het van belang is dat dit gestructureerd en weloverwogen gebeurt,
doorlopen we een aantal stappen om tot de juiste aanpak te komen.
stap 1
Als een leerling opvallend scoort bij een periodieke peiling of bij aspecten van gedrag, dan
wordt het onderwijs voor deze leerling bijgesteld op initiatief van de leerkracht en na overleg
met de ouders.
stap 2
Als een leerkracht onzeker is over de goede aanpak of als geen leer- of gedragsverbetering
plaatsvindt, dan wordt de leerling aangemeld bij de IB-ers.
Samen bepalen ze of:

een probleemverkennend gesprek voldoende is

ouders om medewerking/hulp moeten worden gevraagd

nadere toetsing gewenst is

een handelingsplan gemaakt moet worden

de leerling wordt aangemeld voor een leerlingbespreking met IB
28
stap 3
Indien de acties uit stap 2 niet voldoende resultaat hebben opgeleverd, wordt:

een gesprek gearrangeerd met de ouders

de leerling (met toestemming van de ouders) aangemeld voor extern onderzoek en
advies

worden vervolgens de aanbevelingen van dat onderzoek binnen de school uitgevoerd

wordt bepaald of de aanbevelingen haalbaar zijn om binnen de school te realiseren

indien nodig wordt het Zorg Advies Team (ZAT) geïnformeerd en eventueel om
advies gevraagd.
stap 4
Indien individuele zorgbegeleiding, zoals genoemd onder de stappen 1 tot en met 3, binnen
afgesproken termijnen niet leidt tot voldoende verbetering, wordt met de ouders het
vervolgtraject bepaald
Multidisciplinair Overleg (MDO)
Wanneer er ondanks een handelingsplan/ 1 zorgroute te weinig vooruitgang wordt geboekt,
of het probleem gecompliceerder is, kan er in overleg met IB besloten worden externe
deskundigheid aan te vragen bij het samenwerkingsverband. Dit gaat via het MDO waar wij
als school aan deelnemen. Dit is gebaseerd op een nieuwe manier van werken richting
passend onderwijs. De aanvraag wordt gezamenlijk door leerkracht, ouders en IB ingevuld.
Daarna volgt er een intakegesprek waarbij één of meer deskundigen aansluiten. Hierbij
worden ook andere hulpverleningsinstanties, die bij een gezin betrokken zijn, uitgenodigd.
Tijdens dit gesprek wordt een plan van aanpak geschreven. Het is mogelijk dat observaties
gaan plaatsvinden en onderzoek wordt gedaan door een deskundige. Mocht uit dit
onderzoek blijken dat een leerling heel specifieke onderwijsbehoeften heeft (waar de school
niet aan kan voldoen) kan in overleg met ouders besloten worden een aanvraag te doen bij
de ‘Permanente Commissie Leerlingenzorg’ (PCL) voor de overstap naar SBO/SO (zie 3g).
5.d
PASSEND ONDERWIJS
Vanaf 1 augustus 2014 is er een nieuwe wet voor passend onderwijs. Deze verplicht
besturen een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig
hebben. Tot 1 augustus 2014 bestond er in het reguliere onderwijs nog een extra bekostiging
voor zorgleerlingen vanuit de zogenaamde leerlinggebonden financiering (LGF). In het
nieuwe stelsel zijn deze budgetten niet meer op dezelfde manier beschikbaar. De financiële
middelen die na de afschaffing van de leerlinggebonden budgetten vrijkomen, worden door
de overheid aan ons samenwerkingsverband Unita (SWV Unita) toegekend. SWV Unita is
het nieuwe samenwerkingsverband passend onderwijs voor primair onderwijs in de regio
Gooi en Vechtstreek. Alle scholen binnen deze regio, waaronder ook onze Stip-scholen,
vallen vanaf 1 augustus 2014 onder dit samenwerkingsverband. Indien er een
ondersteuningsvraag is voor een leerling welke niet binnen de basisondersteuning valt, kan
een multidisciplinair overleg (MDO) worden gepland. Aan dit overleg nemen naast de
ouders, de leerkracht en de interne begeleider ook deskundigen deel. In het MDO zal
worden besproken welke ondersteuning (onderwijsjeugdarrangement (OJA)) de leerling
en/of leerkracht nodig heeft. Ook in de thuissituatie kan, indien gewenst, ondersteuning
geboden worden. Daarnaast kan in het MDO een toelaatbaarheidsverklaring voor het SBO of
SO worden afgegeven.
29
Basisondersteuning
Basisondersteuning is de door het samenwerkingsverband afgesproken onderwijszorg die
een school aan alle leerlingen moet kunnen bieden. De basisondersteuning wordt vastgelegd
in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. (Extra informatie is te vinden op
de website van Unita: www.swvunita.nl )
De basisondersteuning is niet landelijk vastgesteld; samenwerkingsverbanden bepalen zelf
het niveau van basisondersteuning die de scholen binnen het samenwerkingsverband
bieden. De basisondersteuning kan dus verschillen per regio. De kwaliteit van de
basisondersteuning moet voldoen aan door de onderwijsinspectie vastgestelde normen. De
basisondersteuning laat zien wat de mogelijkheden van de school zijn om ondersteuning in
te zetten.
Schoolondersteuningsprofiel
In het schoolondersteuningsprofiel legt de school tenminste eenmaal per 4 jaar vast welke
ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben.
Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgesteld door leraren, schoolleiding en bestuur. In
het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities
de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke
expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van)
leraren. Leraren en ouders hebben adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel via de
medezeggenschapsraad van de school. De school zorgt dat voor iedereen (ouders,
leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden van de school zijn voor
extra ondersteuning.
Het samenwerkingsverband legt alle profielen bij elkaar om te beoordelen of het daarmee
een dekkend aanbod kan realiseren. Het doel is dat alle leerlingen een passende plek
krijgen.
5.e ONDERWIJS AAN LEERLINGEN MET BIJZONDERE KENMERKEN
Ouders van kinderen met een beperking kunnen sinds 1 augustus 2003 hun kind aanmelden
bij een school voor regulier onderwijs. Er wordt op dat moment in overleg met ouders
bekeken of er een indicatie is, moet worden aangevraagd of niet nodig is. Als er een indicatie
aangevraagd moet worden, doet de school in samenwerking met de ouders de aanvraag. De
aanvraag wordt door het Regionale Expertise Centrum (REC). Zij geven de indicatie af
waarmee de school extra financiering ontvangt; ook wel ‘het rugzakje’ genoemd. In dit
rugzakje zitten faciliteiten waarmee het onderwijsaanbod zoveel als mogelijk aangepast kan
worden aan de behoefte van de leerling. Bij aanmelding wordt onderzocht of de leerkrachten
in staat zijn de zorg en begeleiding te bieden die de leerling nodig heeft.
We hanteren hierbij de volgende procedure:
1. Voor de leerling met bijzondere kenmerken moet een positieve beschikking van een
commissie overhandigd worden:
a. indicatiestelling (rugzak)
b. positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)
van WSNS;
c. of een leerling wordt teruggeplaatst van een speciale school volgens de
geldende procedure bij terugplaatsing.
30
2. De school onderzoekt of een passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd.
Hierbij wordt tevens onderzocht of een Regionaal Expertise Centrum en/of
samenwerkingsverband ondersteuning kan bieden.
Aandachtspunten bij de toelatingsprocedure is hoeveel extra zorg de leerlingen vraagt met
betrekking tot de volgende aspecten:

Pedagogisch klimaat: geborgenheid, veiligheid, bevorderen van zelfstandigheid /
verantwoordelijkheid, pedagogisch differentiëren, acceptatie

Didactisch klimaat: leerstofaanbod, adaptief onderwijs, leerdoelen, werkwijzen,
organisatie

Leerlingenzorg: leerlingvolgsysteem, potentieel aan middelen, inzet van middelen

Professionalisering: aantal leerkrachten (en onderwijsondersteuners) dat ingezet kan
worden, kennis- en vaardigheidsniveau, nascholingsplanning, interne communicatie,
externe communicatie

Ondersteuning: contact met schoolbegeleidingsdienst, samenwerkingsverband,
ambulant begeleiders van het Regionaal Expertise Centrum, andere scholen

Contacten met ouders: communicatieniveau met ouder(s) / verzorger(s), ouderraad,
Medezeggenschapsraad

Gebouwtechnische- en materiële omstandigheden: drempels, vloeroppervlakte
lokalen, enz.
Toelating of afwijzing
Voor ons staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het
ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen centraal. In overleg met de ouders kan
vervolgens tot (eventueel tijdelijke) plaatsing overgegaan worden. Indien plaatsing niet
mogelijk is zal duidelijk aangegeven worden op welke gronden de leerling met bijzondere
kenmerken niet geplaatst kan worden.
Mogelijke redenen voor afwijzing tot toelating:

Verstoring van rust en veiligheid. Bij ernstige gedragsproblematiek is het niet altijd
mogelijk om binnen de reguliere setting een zodanige mate van structuur te
realiseren dat van een adequate leeromgeving sprake is. In veel gevallen zullen de
gedragsproblemen ook de aanleiding van de aanmelding voor indicatiestelling zijn.

Te intensieve mate van verzorging en/of behandeling vereist; waardoor noch de zorg
en behandeling noch het onderwijs voldoende tot zijn recht kan komen.

Verstoring van het leerproces voor andere kinderen, wanneer de aandacht van de
leerkracht voor de rugzakleerling, ten aanzien van de aandacht voor de rest van de
leerlingen niet in redelijke verhouding staat.

Er zijn grenzen aan de zorg die binnen de context van een school redelijkerwijs kan
worden geboden. Bij verschil van mening over toelating kunnen de ouders of kan de
school een beroep doen op de landelijke adviescommissie voor toelating. Als ouders
bezwaar maken tegen de beslissing van het Bevoegd Gezag om hun kind niet toe te
laten, is het advies van deze commissie verplicht.
31
5.f
ONDERWIJS AAN LANGDURIG ZIEKE LEERLINGEN
De school van een zieke leerling is verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs en
moet zelf contact met de leerling houden. Dat is geregeld in de ‘Wet Ondersteuning aan
Zieke Leerlingen.’ (01-08-1999).
Bij de onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen kan de school gebruik maken van de
deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor alle zieke
leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst (CED-groep), die
vallen onder het landelijk netwerk ziek zijn en onderwijs (Ziezon). De consulenten kunnen de
school helpen bij het opstellen en uitvoeren van een handelingsplan voor de zieke leerling.
Voorts geven de consulenten informatie over de mogelijke gevolgen van de ziekte, medicatie
of behandeling op leren en gedrag. Ten slotte kan de consulent in beperkte mate het
onderwijs aan de zieke leerling verzorgen.
De school is in het bezit van een protocol ‘langdurige zieke leerlingen’.
5.g
DOUBLEREN OF VERSNELLEN
Het is mogelijk dat het ontwikkelingsproces van een leerling dwingt tot het maken van een
beslissing wat betreft doubleren of versnellen. Er zijn dan drie opties:
1. De leerling doet het leerjaar over (doubleren)
2. De leerling blijft in zijn eigen groep en krijgt een aangepast onderwijsprogramma (met
hierbij soms een eigen leerlijn voor één of meer vakgebieden)
3. De leerling gaat eerder naar de volgende groep (versnellen).
Doubleren
Wij streven ernaar het aantal zittenblijvers, optie 1, te beperken. Het is niet mogelijk dat een
leerling meer dan één keer een jaar vertraagt. In elk geval verlaten de leerlingen de school
aan het einde van het schooljaar waarin zij maximaal de leeftijd van 13 jaar hebben bereikt.
Als een leerling blijft zitten, krijgt deze leerling in veel gevallen een begeleidingsplan. Hierin
staat hoe het onderwijsaanbod aansluit op het niveau van de leerling en welke doelen
behaald moeten worden in dat jaar. Deze afspraken worden in overleg met de ouders
vastgelegd.
Het besluit tot zittenblijven wordt genomen na onderzoek op (genormeerde) toets- en
observatieresultaten, onderwijsbehoefte van de leerling, sociaal emotionele ontwikkeling en
schoolfactoren. Bij het overgaan tot dit besluit zijn de leerkracht(en), de intern begeleider, de
ouders en de directie betrokken. Gestreefd wordt naar instemming van de ouders, maar de
uiteindelijke beslissing tot zittenblijven wordt genomen door de directie na overleg met de IBer en de leerkracht.
Eigen leerlijn
Als blijkt dat een leerling eind groep 5 een gemiddelde achterstand van minimaal 10
onderwijsmaanden op één of meerder gebieden heeft en niet meer mee kan draaien in de 1
zorgroute van de groep kan in overleg met school en de ouders besloten worden deze
32
leerling over te zetten naar een eigen leerlijn. De leerling krijgt dan een eigen leerlijn in
combinatie met een ontwikkelperspectief. Het ontwikkelingsperspectief is een plan waarin de
school aangeeft wat het leerstofaanbod van de leerling zal zijn en wat het verwachte
uitstroomniveau van de leerling zal zijn. Het uitstroomniveau zal bepaald worden op basis
van een intelligentieonderzoek en/of de gegevens uit het LOVS. Aan de hand van dit
uitstroomniveau zullen concrete tussendoelen worden opgesteld om aan te werken in de
groep. De voortgang wordt ten minste drie keer per jaar met de leerling, ouders, leerkrachten
en intern begeleider geëvalueerd.
Versnellen of vervroegde doorstroming
Leerlingen die behoefte hebben aan een meer dan gemiddeld leerstofaanbod of waar een
vermoeden is van onderpresteren worden opgenomen in het Digitaal Handelingprotocol
Hoogbegaafdheid (DHH). Dit protocol doorloopt verschillende stappen waarbij in kaart wordt
gebracht of er sprake is van een bepaalde mate van begaafdheid, wat specifieke
kindkenmerken zijn (te denken aan onderpresteren, of leer- en werkstrategieën voldoende
worden toegepast, faalangst) en welke specifieke onderwijsbehoefte deze leerling heeft.
Deze specifieke onderwijsbehoeftes, kindkenmerken en de vervolgstappen worden
geregistreerd in een uitgebreid verslag naar aanleiding van de DHH afname en de
gesprekken met ouders die hierover plaatsvinden. Vaak volgt hier een specifiek
begeleidingsplan uit. Hierbij kan besloten worden een leerling te gaan laten werken in de
eerste of tweede leerlijn van DHH. Deze leerlingen gaan werken met andere materialen en
opdrachten (Levelwerk) en compacte taken in hun gewone werk om ruimte te creëren voor
hun andere werk. Het gebeurt sporadisch dat ondanks de aanpassingen in het
onderwijsaanbod een leerling in aanmerking komt voor versnellen (een jaar overslaan) of
vervroegd doorstromen.
Het nemen van deze beslissing gebeurt volgens versnellen of vervroegd doorstromen
procedure (uit het DHH). Van belang hierbij blijft het ontwikkelperspectief voor de leerling. Bij
versnellen of doorstromen is het uitgangspunt dat school en ouders overtuigd zijn dat
versnellen de beste keus is voor de optimale ontwikkeling van de leerling.
In de DHH-procedure zijn de leerkracht(en), eventueel de toekomstige leerkracht, de intern
begeleider, de ouders en directie betrokken. Het besluit wordt altijd gebaseerd op de criteria
die gelden bij versnellen of doorstromen. Gestreefd wordt naar instemming van de ouders,
maar de school heeft de beslissende stem. De school is van mening dat de beslissing om te
versnellen gedurende de basisschoolperiode slechts èèn keer genomen kan worden.
5.h
VROEG EN VOORSCHOOLSE EDUCATIE (VVE)
Op de Lorentzschool werken wij met kinderen met VVE-indicatie en kinderen met VVE-inzet.
(VVE is Vroeg Voorschoolse Educatie.) De kinderen met VVE-inzet hebben geen indicatie
maar wel het woordenschataanbod nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen.
Kinderen die de school binnenkomen met een VVE-indicatie (P of Q) krijgen aanbod buiten
de groep. Kinderen die geen VVE-indicatie hebben maar wel gericht VVE-aanbod nodig
hebben krijgen eveneens aanbod buiten de groep, mits er voldoende plek is.
Binnen de school werken we op dit moment nog vanuit OGO. Aansluitend zijn er voor taal de
werkmap ´fonemisch bewustzijn´ en voor rekenen de methodiek ´met sprongen vooruit´
ingezet.
De VVE- leerkracht zet daarbij de methodiek van ‘met woorden in de weer’ in bij de VVE
kinderen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de functiewoorden uit de BAK lijst
(Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters).
33
De groepsleerkracht zorgt voor een goede pedagogische basis door de kinderen vanuit hun
onderwijsbehoefte aan te spreken. Iedere dag start de dag met een inloop met ouders met
daarbij aansluitend een ochtendkring voor de hele groep.
De inrichting van het lokaal is betekenisvol vanuit het thema. Binnen het thema kijkt de
leerkracht naar de betekenisvolle situaties voor kinderen en speelt hier met het aanbod in de
klas op in.
34
6.
DE SCHOOL EN OUDERS
6.a
COMMUNICATIE MET EN INBRENG VAN OUDERS
Op een school draait het natuurlijk om de kinderen, maar een school kan niet zonder ouders.
Ouders weten heel veel van hun eigen kinderen en kunnen daarom helpen bij een goede
omgang met de kinderen. Daarnaast is ook de hulp van ouders bij activiteiten op en rond
school onontbeerlijk.
We proberen zo helder en direct mogelijk met ouders te communiceren. In de school gelden
voor hen bijna dezelfde regels als voor kinderen, maar hierbij geldt dat “kinderen voorrang
hebben“.
Communicatie en participatie binnen de Lorentzschool
1. Als ouders hun kind aanmelden kunnen ze deelnemen aan een informatieochtend.
De bijeenkomst start met toelichting op het Daltononderwijs. Vervolgens krijgen de
ouders een rondleiding van leerling uit groep 8. De bijeenkomst wordt afgesloten met
een vragenronde.
2. Ieder jaar verschijnen de schoolgids en het informatieboekje met daarin de
belangrijkste informatie. De gids is bedoeld als naslagwerk en wordt eenmalig
uitgereikt als een kind voor het eerst op school komt. De bijgewerkte gids wordt
jaarlijks op de website geplaatst. Het informatieboekje wordt jaarlijks geactualiseerd
en bevat allerhande praktische informatie voor de ouders.
3. Vanaf groep 2 krijgen de kinderen rapporten. Naar aanleiding van het rapport is het
mogelijk met de leerkracht te praten.
4. Er kan een afspraak worden gemaakt voor een gesprek met de leerkrachten.
5. Er kan een afspraak worden gemaakt voor een gesprek met de intern begeleiders of
de directie.
6. Drie keer per jaar zijn er open daltondagen waarbij het voor ouders mogelijk is in de
klas van hun kind te kijken.
7. In de hal van de school, naast de hoofdingang, hangt een bibliotheekkast. Deze kast
is speciaal voor ouders ingericht met naslagwerken en adressen van instellingen op
het gebied van onderwijs en opvoeding. Ook vindt u hier folders, de schoolgids, het
schoolplan en verslagen van werkgroepen, de ouderraad en de
medezeggenschapsraad. De folders mag u meenemen. De overige informatie kan
door ouders worden ingezien, maar moet daarna weer worden teruggezet.
8. Bij de ingang van beide locaties hangt een publicatiebord.
9. Ouders nemen deel in werkgroepen en commissies op school.
10. Er zal met enige regelmaat een beroep op ouders worden gedaan voor het verrichten
van hand- en spandiensten.
11. Ouders zitten in de ouderraad (zie 6.c).
12. Ouders maken deel uit van de medezeggenschapsraad (MR) (zie 6.b).
13. Iedere laatste vrijdag van de maand verschijnt er een digitale nieuwsbrief. Deze brief
geeft onder ander informatie over belangrijke data, schooluitstapjes, aankondigingen
en uitnodigingen, activiteiten van de medezeggenschapsraad en ouderraad,
35
oproepen voor hulp en nieuws uit de groepen en werkgroepen. De nieuwsbrief is
vooral voor de ouders. De leerkrachten versturen de brief per mail en deze wordt
vervolgens op de website geplaatst.
14. Iedere klas heeft een of meer klassenouders. Zij helpen vaak bij activiteiten en zijn
voor de leerkracht het aanspreekpunt bij het mobiliseren van hulp van ouders.
15. We gebruiken email om ouders te informeren, maar niet om met elkaar in discussie te
gaan
16. Nieuwsbrief en informatiebrief.
17. De school heeft een twitteraccount (@lorentzschool) en gebruikt Facebook
(Lorentzschool Hilversum).
Enkele gedragsregels voor ouders
1. Op Villa Lorentz gaat de deur om 08.00 uur open. De ouders mogen de kinderen
dagelijks naar de klas brengen, maar moeten de klas om 08.15 uur verlaten hebben.
Om 08.15 uur gaat er een bel om ouders aan deze momenten te herinneren.
2. Op de hoofdlocatie gaat de deur om 08.15 uur open. De lessen starten om 08.30 uur.
De ouders mogen op maandag en woensdag mee de klas in tot de lessen starten.
Voor de groepen 3 en 4 gaat dit na de herfstvakantie in. Op de hoofdlocatie gaat om
08.30 uur een bel ten teken dat de lessen beginnen.
3. Kinderen hebben voorrang, ouders kunnen niet op de stoelen van kinderen gaan
zitten.
4. Als ouders een gesprek over hun kind willen kunnen ze het beste een afspraak met
de leerkracht maken.
5. Als de deur dicht is mogen ouders de klas niet meer in.
6. Kinderen mogen aan het eind van de ochtend of middag niet uit de klas worden
opgehaald. De jongste kinderen worden door de leerkracht naar buiten begeleid, de
oudere kinderen gaan zelf.
7. Vanzelfsprekend wordt gedrag dat we van kinderen niet accepteren zoals schelden,
pesten, fysiek geweld, intimidatie etc. ook bij ouders niet geaccepteerd.
De school heeft een veiligheidsplan waarin alle aspecten met betrekking tot veiligheid zijn
vastgelegd.
Uitnodigingen voor vieringen en presentaties
In de Lorentzschool zijn veel vieringen en presentaties.

De opening van het schooljaar wordt altijd op een bijzondere manier vorm gegeven.

Kinderen en leerkrachten maken tentoonstellingen, theatervoorstellingen en muzieken dansuitvoeringen.

Er zijn klassenvieringen.

Rond Sinterklaas en Kerstmis zijn bijzondere vieringen.
Ouders worden regelmatig via de nieuwsbrief of via de groepsleerkracht uitgenodigd om te
komen kijken en mee te genieten. Daarbij kan het in de school, waar de ruimte beperkt is,
erg druk worden. Omdat baby’s en peuters soms zonder dat ze het zelf weten een storende
factor zijn, mogen zij bij vieringen niet aanwezig zijn.
36
Ouders mogen een broertje/zusje die op Villa Lorentz of op de hoofdlocatie op school zitten
meenemen naar de maandviering. Dit dient altijd kenbaar te worden gemaakt aan de
groepsleerkracht.
6.b
MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
Taken en rol van de MR/GMR
De wijze waarop de medezeggenschap binnen het onderwijs dient te worden vormgegeven
is wettelijk vastgelegd in de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). In deze wetgeving is
vastgelegd op welke wijze personeelsleden en ouders in staat worden gesteld hun
medezeggenschap uit te oefenen op belangrijke beslissingen voor de school of de gehele
stichting.
Op iedere school is er een Medezeggenschapsraad (MR) die bestaat uit een gelijke
vertegenwoordiging van ouders en personeelsleden. In het Medezeggenschapsreglement
van de school is vastgelegd waar ouders en/of personeelsleden informatie over dienen te
ontvangen, advies over kunnen uitbrengen of instemming op kunnen verlenen.
De (locatie-)directeur voert periodiek overleg met de MR.
Stichtingsbreed is er naast de MR ook een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
(GMR). De GMR heeft ongeveer dezelfde bevoegdheden als de MR maar dan voor zaken
die alle -of in ieder geval een merendeel van- de scholen binnen de stichting aangaan. De
bevoegdheden van de GMR zijn vastgelegd in het Gemeenschappelijk
Medezeggenschapsreglement. Het bovenschools management voert periodiek overleg met
de GMR.
De MR van de Lorentzschool
De Lorentzschool heeft een medezeggenschapsraad( MR ), die uit tien leden bestaat, vijf
ouders en vijf leden van het schoolteam.
De directie van de school is geen lid van de MR. De MR overlegt met de directie over alles
wat met het beleid op school te maken heeft. Veel besluiten kunnen pas genomen worden
als de MR eerst om advies is gevraagd en op een aantal punten is zelfs instemming van de
MR vereist.
Een MR-lid wordt voor minimaal vier jaar gekozen. Daarna is het mogelijk herkozen te
worden. Als een MR-lid besluit terug te treden worden er verkiezingen uitgeschreven. Taken
en bevoegdheden zijn in de Wet op de Medezeggenschapsraad vastgelegd. Dit reglement
kunt u net als andere MR-stukken vinden in de ouderbibliotheek in de hal. De vergaderingen
van de MR zijn openbaar. Ouders en teamleden die belangstelling hebben zijn van harte
welkom. In de nieuwsbrief worden de vergaderingen aangekondigd en wordt in het kort
verslag gedaan van de besprekingen.
Correspondentie, bestemd voor de medezeggenschapsraad, kunt u richten aan:
Medezeggenschapsraad Lorentzschool secretariaat
Lorentzweg 135
1223 HN Hilversum
email: [email protected]
37
De MR bestaat op dit moment uit de volgende leden:
MR lid
Erik van Raam
Vincent Zonneveld
Marco Langerak
Richard Dusink
(vacature)
Noor Stoelinga
Koen van Praag
Sylvia van Slooten
Prudence Casander
(secretaris)
(vacature)
6.c
E-mail adres
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
DE OUDERRAAD / OUDERVERENIGING
Op de Lorentzschool zijn alle ouders van kinderen die als leerling van de school staan
ingeschreven lid van de oudervereniging. Het bestuur van deze vereniging wordt ook wel de
ouderraad genoemd. Het doel van de oudervereniging is onder andere:

Bij de ouders van de leerlingen de belangstelling voor en de betrokkenheid bij de
school te bevorderen.

Een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school.

Gevraagd of ongevraagd de medezeggenschapsraad van advies te dienen.

Het organiseren van activiteiten voor de ouders en / of leerlingen.
De vereniging is vooral opgericht om de ouderraadsleden en de penningmeester van de
ouderraad een rechtspositie te geven.
Al het geld dat ten behoeve van de leerlingen van de Lorentzschool besteed kan worden
(onder andere de ouderbijdrage) staat nu op een aparte rekening onder de naam van de
vereniging. Jaarlijks worden de kasboeken gecontroleerd door een kascommissie en leggen
de penningmeesters verantwoording af.
Ook het bestuur van de oudervereniging legt op de jaarvergadering voor alle leden
verantwoording af over haar doen en laten van het afgelopen jaar. De statuten van de
ouderverenging liggen ter inzage in de ouderbibliotheek. De vergaderingen zijn openbaar en
worden aangekondigd via de nieuwsbrief en het mededelingenbord in de hal.
Correspondentie, bestemd voor de ouderraad, kunt u richtten aan:
De ouderraad van de Lorentzschool
Lorentzweg 135
1223 HN Hilversum
Email: [email protected]
38
6.d
HET SCHOOLFONDS EN DE OUDERBIJDRAGE
Jaarlijks ontvangt u een rekening voor de vrijwillige ouderbijdrage van de ouderraad.
Deze bijdrage wordt ontvangen en beheerd door de ouderraad. In dit bedrag is alles
inbegrepen. U krijgt geen tussentijdse verzoeken om speciale bijdragen.
Het bedrag is uit drie delen opgebouwd
1. De verplichte kosten van het schoolkamp en/of het schoolreisje. Dit bedrag is per
groep verschillend. De kosten van het uitstapje in groep 1 en 2 zijn lager dan de
schoolkampen met 1 of 2 overnachtingen in de hogere groepen. Jaarlijks worden
deze kosten bepaald.
2. Een spaarbedrag voor het schoolverlaterskamp van groep 8 van € 12,00
3. De vrijwillige ouderbijdrage, deze is bestemd voor allerlei activiteiten, zoals:
a. festiviteiten rond Sinterklaas, Kerst en Pasen
b. deelname aan bijzondere projecten
c. de kosten van de nieuwsbrief en de schoolgids
d. bekostiging van het schoolrapport
e. een collectieve leerlingenverzekering tegen ongevallen
f. een bijdrage van de ouders in de aankleding van de school
g. schooltuin
Deze bijdrage bedroeg het afgelopen schooljaar € 33,00
Elk jaar maakt de ouderraad, in overleg met de school, een begroting. Deze begroting wordt
besproken en ter goedkeuring voorgelegd aan de ouders op de jaarvergadering in het
najaar. Tijdens deze vergadering wordt ook een eventuele wijziging van de ouderbijdrage
geaccordeerd. Het verslag en de begroting zijn enkele weken voor de jaarvergadering in te
zien.
1. Er is geen korting in geval van meerdere kinderen uit een gezin.
2. Jaarlijks organiseert de school, samen met de ouders, schoolkampdagen en voor de
leerlingen uit groep 8 een schoolverlaterskamp
3. Per jaar wordt er € 12,00 gespaard voor het schoolkamp. Aan het begin van het
schooljaar van groep 8 wordt bekeken wat de kosten zullen zijn van het schoolkamp
van groep 8. Afhankelijk van het in de eerdere schooljaren gespaarde bedrag wordt
de resterende bijdrage per leerling bepaald
4. Aan ouders kan gevraagd worden of zij willen helpen bij vervoer dat nodig is bij
diverse activiteiten. Voor vervoer buiten Hilversum worden de gereden kilometers
vergoed.
5. Leerlingen die niet mee kunnen met de schoolkampdagen en/of het
schoolverlaterskamp zullen tijdens die dagen op school worden opgevangen.
6. De ouderbijdrage wordt aan u gevraagd op basis van vrijwilligheid. Met deze bijdrage
kan de school extra spullen aanschaffen of leuke activiteiten organiseren waar anders
geen geld voor is.
7. De penningmeester houdt alle bedragen per kind afzonderlijk bij.
39
8. Wie tussentijds de Lorentzschool verlaat zal het al gespaarde geld terugbetaald
krijgen.
Na de jaarvergadering van de ouderraad ontvangt u de rekening van de ouderraad.
Schoolfonds Lorentzschool Hilversum
Rekeningnummer 46.24.70.482
Penningmeester ouderraad: Nienke Greven
6.e
SPONSORING
De overheid stelt scholen financieel in staat te voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Er
zijn echter activiteiten en voorzieningen voor de leerlingen, waarvoor de rijksvergoeding niet
voldoende is. Ook met andere inkomsten, zoals de ouderbijdrage, kunnen deze kosten niet
worden gedekt. Het vinden van sponsors kan dan een uitkomst zijn. Het bestuur, de
ouderraad en de medezeggenschapsraad hebben daarvoor een aantal uitgangspunten
geformuleerd. De belangrijkste daarvan zijn dat sponsoring:
1. verenigbaar moet zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling
van de school
2. geen schade mag berokkenen aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van
leerlingen
3. geen invloed mag hebben op de positie van de school, of op de inhoud, kwaliteit en
continuïteit van het onderwijs.
Een beslissing over sponsoring zal door het bestuur en schoolleiding worden getoetst aan de
hiervoor genoemde uitgangspunten. Ouders die bezwaar hebben tegen een besluit over
sponsoring kunnen bij de schoolleiding een klacht indienen.
6.f
KLACHTENREGELING
Overal waar wordt gewerkt, worden fouten gemaakt of kunnen misverstanden ontstaan. Dat
is bij ons niet anders. De school is altijd bereid om met ouders en kinderen over
onduidelijkheden en klachten te praten. Geprobeerd wordt om samen tot een oplossing te
komen.
De Lorentzschool hanteert hiervoor de klachtenprocedure van de Stip. De werkwijze voor het
bespreken van klachten is als volgt:

Wanneer de klacht of het misverstand betrekking heeft op een leerling of de gang van
zaken in de groep, is het verstandig dit met de betreffende leerkracht te bespreken.
Als het noodzakelijk of wenselijk is kunnen derden, zoals interne begeleider, directeur
bij dit gesprek aanwezig zijn.
40

Als het om schoolaangelegenheden gaat, ligt het voor de hand om contact op te
nemen met de schoolleiding.

Als dit gesprek geen resultaat oplevert, kan een gesprek met het bestuur
plaatsvinden.

Leidt ook het gesprek met het bestuur niet tot een oplossing, dan kunt u contact
opnemen met de interne contactpersoon.
Binnen Stip is een klachtenregeling van toepassing. De laatste versie is, na instemming van
de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, vastgesteld op 11 maart 2011.
Binnen de klachtenregeling is vastgelegd waar leerlingen, ouders en personeelsleden terecht
kunnen met eventuele klachten. Zo is er binnen de klachtenregeling vastgelegd dat iedere
school beschikt over een ‘contactpersoon klachtenregeling’ die informatie kan verstrekken en
kan doorverwijzen naar ‘externe vertrouwenspersoon’. De externe vertrouwenspersoon gaat
na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De externe vertrouwenspersoon
begeleidt de klager desgewenst bij een eventuele verdere procedure voor het indienen van
een klacht en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie.
Stip is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. De klachtencommissie
onderzoekt de klacht en geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bestuur over
(on)gegrondheid van de klacht, de te nemen maatregelen en/of overige door het bestuur te
nemen besluiten.
Lorentzschool
Lorentzschool
Stip Openbaar
Basisonderwijs
Hilversum
Inspectie van het
onderwijs
Contactpersoon
klachtenregeling
Serena van Drongelen
Prudence Casander
[email protected]
[email protected]
Vertrouwenspersoon
Serena van Drongelen
Prudence Casander
[email protected]
[email protected]
Vertrouwenspersoon
Mw. H. (Heleen) de Jong
Vertrouwensinspecteur
Mw. J. (Joke) Schuur
41
Heleen de Jong advies
Kleverparkweg 92
2023 CJ Haarlem
Tel. 06 – 25 02 45 55
[email protected]
Inspectie van het onderwijs
Postbus 2730
3500 GS Utrecht
Tel. 0900-111 31 11
Klachtencommissie
Landelijke
Klachtencommissie
Onderwijs
6.g
Landelijke Klachtencommissie
Onderwijs
Postbus 85191
3508 AD Utrecht
Telefoon (030) 280 95 90
[email protected]
www.onderwijsgeschillen.nl
SCHORSING VAN LEERLINGEN
In het managementstatuut van Stip staat beschreven dat (locatie) directeuren gemandateerd
zijn een besluit te nemen over toelating en schorsing van leerlingen.
Verwijderen van leerlingen is een besluit dat alleen door de directeur/bestuurder kan worden
genomen.
42
7.
PRAKTISCHE ZAKEN
7.a
SCHOOLTIJDEN
Alle kinderen van de Lorentzschool hebben hetzelfde aantal lesuren. Omdat we een
continurooster hebben, zien de schooltijden er als volgt uit
Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag hebben alle groepen les van ‘s ochtends
8.30 uur tot ’s middags 14.30 uur (Villa Lorentz: 08.15 tot 14.15 uur).
Op woensdag hebben alle groepen les van 8.30 uur tot 11.30 uur (Villa Lorentz: 08.15 tot
11.15 uur).
De lunchpauze duurt in onze school 30 minuten. In die tijd eten de kinderen 15 minuten een
boterham en gaan daarna 15 minuten naar buiten.
Het kan voorkomen dat kinderen klassendienst hebben, dat ze even wat werk moeten
afmaken, of dat een leerkracht het nodig vindt een kind even na te houden voor een gesprek.
De klassendienst is voor de gehele week bekend. U weet dan dat uw kind wat later
thuiskomt. Als in een incidenteel geval een kind langer op school blijft, mag het van ons naar
huis bellen, zodat ouders weten waar hun kind is.
7.b
AFWEZIGHEID EN/OF ZIEKMELDING
Het komt regelmatig voor dat een ouder ons belt, omdat een kind niet op de afgesproken tijd
thuis is gekomen en dat is ook logisch, want u wilt weten waar uw kind is. Hetzelfde geldt
voor ons. Wij willen ook weten waar uw kind is. Als een kind zonder melding afwezig is, dan
maken we ons zorgen, dan bellen we op, dan doen we navraag. Laat de school niet in
onzekerheid en bespaar ons allerlei zoekwerk door ons tijdig te informeren.
Wanneer uw kind ziek is of om andere reden niet op school kan komen, willen we dat graag
even weten. Bel, liefst tussen 8.00 en 8.15 uur, naar school.
Hoofdlocatie:
Villa Lorentz:
7.c
(035) 685 58 23
(035) 642 60 20
COLLECTIEVE ONGEVALLENVERZEKERING
Onze school heeft voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten.
Deze verzekering wordt betaald uit de jaarlijkse ouderbijdrage en geeft dekking bij
ongevallen onderweg van en naar school en bij excursies en schoolkampen. Het is geen
WA-verzekering en de verzekering keert alleen uit indien uw eigen verzekering geen dekking
biedt.
43
In het kastje in de hal van de school vindt u de complete polis met een overzicht van alle
voorwaarden en verzekerde bedragen
7.d
SCHOOLMELK EN PAUZEHAPJE
Onze school kent een schoolmelkvoorziening voor tijdens de pauzes, via een externe
organisatie.
De schoolmelk wordt verzorgd door Campina. Campina biedt twee schoolmelkproducten
aan, te weten: halfvolle melk en Optimel Drink Framboos. Verder is het mogelijk uw kind op
te geven voor “schoolfruit”.
U kunt uw kind aanmelden via een speciaal aanmeldingsformulier. Dit formulier is op school
verkrijgbaar. U krijgt na aanmelding van de Campina een rekening thuis gestuurd. U betaalt
vooraf. De kosten bedragen ongeveer 36 eurocent per dag. Nadat u heeft betaald, wordt uw
kind op de drinklijst gezet. De rest gaat vanzelf. U kunt op het formulier aangeven of uw kind
tijdens de ochtendpauze (om) en/of de lunchpauze (lm) de melk gaat drinken.
U kunt de aanmelding ook zelf via de website www.schoolmelk.nl regelen. Hiervoor heeft u
per locatie een inlogcode nodig. Voor de hoofdlocatie is dit: 80006217 voor Villa Lorentz is
dit: 80006216.
De school ontvangt dan de bevestiging van uw aanmelding.
We hebben een aantal afspraken gemaakt rond het eten en drinken op school. In het kort
komt het er op neer, dat snoep, alle chocolade, chips en koolzuurhoudende dranken niet zijn
toegestaan. Met broodbeleg willen we ons niet bemoeien. Bij de leerkracht kunt u een
overzicht krijgen waarop alle afspraken netjes op een rijtje zijn gezet. U leest in deze brief
ook hoe we in geval van vergissingen handelen.
7.e
VERJAARDAG
Veel kinderen verheugen zich op de viering van hun verjaardag op school. Ze worden graag
toegezongen, in het zonnetje gezet en willen graag trakteren. We doen dat op de volgende
manier
1. in de groep wordt de jarige in het zonnetje gezet en toegezongen
2. de jarige krijgt van de school een mini-poster met felicitatie
3. alleen in de eigen groep mag, in overleg, getrakteerd worden
Bij een goede opvoeding tot gezond gedrag hoort ook de poging om snoepen te beperken.
Geef bij voorkeur bij verjaardagen iets eenvoudigs, fruit of iets hartigs, als traktatie (ook aan
de leerkracht).
Het gebeurt soms dat een ouder een andere keuze maakt. We verbieden kinderen niet hun
traktatie uit te delen.
Als u niet wil dat de verjaardag van uw kind op school gevierd wordt, meld dit dan bij de
leerkracht. Die zal met uw wensen rekening houden.
44
7.f
OP DE FIETS NAAR SCHOOL
Veel kinderen komen op de fiets naar school. Dat mag, maar de ruimte om fietsen neer te
zetten is beperkt. Als het enigszins mogelijk is hebben we dan ook liever dat kinderen lopend
naar school komen. Als kinderen toch op de fiets komen gelden de volgende regels:

Kinderen uit de groepen 8 plaatsen hun fietsen in de rekken in de tuin.

De kinderen uit groepen 5, 6 en 7 gebruiken de rekken die tegen de korte gang zijn
geplaatst.

De rekken bij de gymzaal zijn voor de overige groepen.

De fietsen moeten naast elkaar geplaatst worden in de rekken of op de standaard.

Zet altijd de fiets op slot.

De parkeerruimte in de tuin begint na de keiendrempel.
7.g
OUD PAPIER
In het tuinhok staan drie papiercontainers. We verzamelen het oud papier graag, want het
komt terecht in de recycling en het levert de school geld op.
In de groepen en in de schooltuin verzamelen we organisch afval. Dat storten we op de
composthopen in de tuin. De compost wordt vervolgens gebruikt in de tuin. Bij deze
activiteiten worden de kinderen dagelijks betrokken. De bewustwording van een schoon
milieu is een actueel onderwerp in de school. Vandaar dat we onze eigen schoolomgeving
schoonhouden, de schoolpleinen, de schooltuinen en als er teveel zwerfvuil ligt ook de
stoepen rondom de school.
7.h
HUISDIEREN IN DE SCHOOL
Veel kinderen hebben last van allergieën. Daarom hebben wij als regel op school gesteld dat
dieren in het gebouw niet welkom zijn. Het gaat hierbij niet alleen om huisdieren die
gedurende de lessen worden meegebracht; wij vragen u vriendelijk om ook bij het brengen
en halen van uw kind uw huisdier buiten de school te laten.
7.i
VOOR- EN NASCHOOLSE OPVANG
Een groot aantal leerlingen maakt gebruik van de naschoolse opvang. Omdat de
scholen/besturen sinds 1 augustus 2007 verantwoordelijk zijn voor de organisatie van deze
opvang, is na overleg tussen ons bestuur en Bink besloten om samen arrangementen aan te
bieden bij de verschillende vestigingen van Bink Kinderopvang. De Lorentzschool heeft in de
hoofdlocatie geen ruimtes beschikbaar waar kinderen na school opgevangen kunnen
45
worden.
Sinds de ingebruikname van de nieuwe locatie aan de Anton Philipsweg kunnen alle
kinderen van de Lorentzschool gebruik maken van de NSO voorziening die in dit pand
gevestigd is.
7.j
VAKANTIEROOSTER, EXTRA VRIJ EN STUDIEDAGEN
Herfstvakantie
* Extra vrije dagen
Kerstvakantie
Voorjaarsvakantie
Paasvakantie
Meivakantie
Hemelvaart
Pinksteren
Zomervakantie
za 11 okt
ma 20 okt
za 22 dec
za 21 feb
vr 03 apr
za 25 apr
do 14 mei
ma 25 mei
za 04 juli
tot en met
tot en met
tot en met
tot en met
tot en met
tot en met
tot en met
zo 19 okt. 2014
zo 26 okt 2014
zo 04 jan. 2015
zo 01 mrt 2015
ma 06 apr. 2015
zo 10 mei 2015
zo 17 mei 2015
tot en met
zo 16 aug 2015
Let op:

De herfstvakantie duurt in het schooljaar 2014-2015 twee weken

De Kerstvakantie start op vrijdagmiddag om 12 uur (Villa 11.45 uur)

De Paasvakantie is de combinatie van Goede Vrijdag en tweede Paasdag
Studiedagen
Op studiedagen buigt het team zich over inhoudelijke schoolzaken, die direct en indirect van
belang zijn voor het onderwijs. Voor de ouders betekent dit dat de kinderen uit de
desbetreffende groepen op deze dagen vrij zijn.
Studiedag gehele school:

wo 3 september 2014

wo 14 januari 2015

wo 11 maart 2015
Omdat we het komende schooljaar geen “inhaaluren” meer hebben, gelden de studiedagen
voor alle groepen.
7.k
BELANGRIJKE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS
Dagelijks bestuur Stip Hilversum
Bezoekadres:
Laapersveld 59
1213 VB Hilversum
Postadres:
Postbus 1402
3800 BK Amersfoort
Tel.: (035) 622 13 70
Fax: (035) 623 10 21
E-mail: [email protected]
46
Onderwijsinspectie
Vragen over onderwijs:
Postadres:
Tel.: 0800 - 8051 (gratis)
Postbus 431
2100 AK Heemstede
Tel.: 023 548 3489
E-mail: [email protected]
Website: www.onderwijsinspectie.nl
Vertrouwensinspecteur voor klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel
misbruik, psychisch of fysiek geweld
Meldpunt vertrouwensinspecteurs Te.l: 0900 - 111 3 111
Vertrouwenspersoon klachtenregeling
secretaris klachtencommissie:
Mw. H. de Jong
Kleverparkweg 92
2023 CJ Haarlem
Tel.: 06 - 250 24 555
E-mail: [email protected]
Website: www.heleendejongadvies.nl
Aandachtfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling
Marga Hilhorst:
Tel.: (035) 685 17 76
Quini Blessing:
Tel.: (035) 621 61 42
CID-groep
contactpersoon:
Schoolarts
Dhr. Martin Vredeveld
Tolakkerweg 153
3738 JL Maartensdijk
Tel.: 0346 219 777
Mw. Mensinga
GGD, afd. jeugdgezondheidszorg
Tel.: (035) 692 63 00
Schoolmaatschappelijk werk Versa
Mw. M. Poort
Kleine Drift 35/a
1221 JX Hilversum
Tel.: (035) 683 01 54
Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek
Bezoekadres:
Burgemeester de Bordesstraat 80
1404 GZ Hilversum
Postadres:
Postbus 222
1400 AE Bussum
Tel.: (035) 692 66 20
Fax: (035) 692 66 29
E-mail: [email protected]
Website: www.rblgooi.nl
Maatschappelijk Werkster
Margot Poort
Te bereiken via GGD
Tel.: (035) 692 62 22
47
Bink Einstein (NSO)
Vestigingshoofd:
Bink Steintje (peuterspeelzaal)
Eline Teterissa
Anton Philipsweg 9
1223 KZ Hilversum
Tel.: (035) 642 60 56
Anton Philipsweg 9
1223 KZ Hilversum
Tel.: (035) 642 60 58
48
8.
ANDERE (SCHOOL)ZAKEN
8.a GGD GOOI EN VECHTSTREEK EN JEUGDGEZONDHEIDSZORG
JEUGDGEZONDHEIDSZORG GGD GOOI & VECHTSTREEK
Kinderen in de leeftijd van 0-19 jaar worden door de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
van GGD Gooi & Vechtstreek verschillende keren uitgenodigd voor een
gezondheidsonderzoek. Voor welke onderzoeken worden kinderen in de basisschoolleeftijd
uitgenodigd? En met welke vragen kunnen kinderen en ouders terecht bij de JGZ? Meer
informatie hierover biedt onderstaande tekst.
Groep 2
Alle kinderen uit groep 2 worden uitgenodigd voor een onderzoek door de jeugdarts. Er
wordt uitgebreid gekeken naar de groei, ontwikkeling en de gezondheid. De arts let o.a. op
de ogen, de oren, lengte en gewicht, de spraak/taalontwikkeling, de voeding, het bewegen
(grove en fijne motoriek) en het gedrag van het kind. In de uitnodiging wordt vermeld waar dit
onderzoek plaats vindt: op school of op een GGD-locatie.
Groep 7
Alle leerlingen uit groep 7 worden op school gezien door de doktersassistente. Zij weegt en
meet het kind. Ook onderzoekt zij de ogen en oren als er twijfels zijn over het zien of horen.
Naar aanleiding van dit onderzoek wordt gekeken of een kind extra aandacht van de JGZ
nodig heeft. Een afspraak bij de arts of verpleegkundige is mogelijk het gevolg.
Dit onderzoek vindt plaats zonder de ouder.
Oproep voor vaccinaties
In het kalenderjaar dat kinderen 9 jaar worden, ontvangen zij een oproep voor twee
vaccinaties; één tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP) en één tegen Bof, Mazelen en
Rodehond (BMR).
Daarnaast ontvangen meisjes, in het kalenderjaar dat zij 12 jaar worden, oproepen voor de
inenting tegen baarmoederhalskanker (HPV). Deze inenting bestaat uit drie prikken.
Wanneer een kind onvolledig is ingeënt, kunnen ouders voor de ontbrekende inentingen bij
de GGD terecht.
Vragen over de ontwikkeling
Als er vragen zijn over de lichamelijke, geestelijke of sociale ontwikkeling, kunnen kinderen
en ouders contact opnemen met de JGZ. Bijvoorbeeld bij vragen over taal/spraak, voeding,
leefgewoonten, moeilijk gedrag, pesten, veiligheid, sport en beweging, seksualiteit,
zindelijkheid, etc. In de meeste gevallen kan de arts of verpleegkundige hierbij voorlichting of
advies geven. In sommige gevallen verwijzen zij door.
Opvoedondersteuning
Ook voor vragen over de opvoeding kunnen ouders terecht bij de JGZ. De verpleegkundigen
en artsen kunnen tips en hulp bieden om het opvoeden makkelijker te maken. Zij doen dat
49
volgens de methode Triple P (Positief Opvoeden). Daarnaast biedt de GGD de oudercursus
Opvoeden & Zo (3-11 jaar) en ‘Beter omgaan met pubers’ (12-18 jaar) aan.
Extra onderzoek
Naar aanleiding van vragen en/of problemen kan er een extra onderzoek worden
afgesproken. Dit kan op verzoek van het kind, de ouder of bijvoorbeeld een leerkracht.
Kinderen die niet in groep 2 of 7 zitten, kunnen dus ook in aanmerking komen voor een
onderzoek bij de verpleegkundige of arts.
Medewerkers JGZ
De namen van de arts, verpleegkundige en doktersassistente die aan de school verbonden
zijn worden aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt.
Bereikbaarheid
De afdeling JGZ van GGD Gooi & Vechtstreek is op werkdagen tussen 08.30 en 17.00 uur
bereikbaar via een centraal nummer:
(035) 692 63 50.
Ook kan gebruik worden gemaakt van e-mail:
[email protected] (voor algemene vragen)
[email protected] (voor vragen over afspraken)
Meer informatie over de JGZ is ook te vinden op de website van GGD Gooi & Vechtstreek:
www.ggdgooi.nl.
8.b
SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK - VERSA
Het opvoeden van een kind is leuk, maar kan soms ook lastig zijn. Als het lastig wordt,
vraagt dat meestal geduld van ouders en de leerkracht. Ook een kind heeft een eigen
karakter en temperament. Meestal is de lastige periode van een kind maar tijdelijk en gaat
het met goede regels en grenzen stellen al snel beter. Ook vinden kinderen het leuk om
complimenten en positieve aandacht te krijgen.
Maar als het opvoeden lastig blijft, als het kind ongelukkig is of minder vrolijk, kunnen ouders
in een vicieuze cirkel komen van machteloosheid en onbegrip. De ouder wordt misschien wat
bozer en ongeduldig, het kind nog lastiger, vervelend en ruziezoekerig of het sluit zich af. Eet
problemen, concentratieproblemen, leerproblemen, slaapproblemen, veel huilen en agressief
gedrag zijn allerlei manieren van het kind om aan te geven, dat er iets niet in orde is.
Wanneer een kind een probleem heeft waar het met behulp van ouders, leerkracht en
ondersteunende anderen niet uitkomt, dan kan op dat moment het schoolmaatschappelijk
werk steun bieden. Zij kan helpen te begrijpen wat er precies aan de hand is en hoe ouder,
leerkracht en kind weer tot een prettige en leefbare situatie kunnen komen.
Schoolmaatschappelijk werk kan begeleiding geven door middel van: luisteren, informatie en
advies, concrete dienstverlening, observeren of doorverwijzen. Voordat de school het
schoolmaatschappelijk werk inschakelt, worden de ouders door de directie ingelicht.
Contactpersoon bij Maatschappelijk werk VERSA is Margot Poort
50
8.c
REGIONAAL BUREAU LEERLINGENZAKEN
Het Regionaal Bureau Leerlingenzaken Gooi en Vechtstreek (RBL) houdt toezicht op de
naleving van de leerplichtwet van 9 gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek en de
gemeente Eemnes.
De kerntaak van het RBL is het voorkomen en bestrijden van verzuim en voortijdig
schoolverlaten. Het RBL houdt hierover contact met:

De leerleerlingen (VO)

Hun ouders of verzorgers

De scholen en instellingen

De hulpverlenersinstanties
Tevens voert het RBL controles uit:

Of iedere leerplichtige op een school is ingeschreven

Op schoolverzuim

Of scholen hun wettelijke verplichtingen bij verzuim nakomen
Als een leerling (bij herhaling) zonder toestemming wegblijft van school, stelt de
leerplichtambtenaar een onderzoek in. In het uiterste geval maakt de leerplichtambtenaar
een proces-verbaal op.
De leerplichtambtenaar die aan onze school verbonden is: Hetty Kulik
8.d
ONDERWIJS ADVIES TEAM (OAT)
Meerdere keren per jaar hebben directie en de intern begeleiders een overleg met alle
externe partijen:
RBL, schoolmaatschappelijk werk (Versa) , de schoolarts en jeugdgezondheidszorg (GGD).
In dit overleg worden op verzoek van de school leerlingen besproken die extra hulp en/of
ondersteuning nodig hebben. De genoemde instanties geven de school advies zodat de zorg
vanuit de school, maar ook vanuit de instanties (als zij hierbij betrokken zijn) optimaal en
volledig geboden kan worden.
Ouders geven vooraf toestemming om hun kind of het gezin te bespreken in het OAToverleg.
51
8.e
LANDELIJK INFORMATIECENTRUM 5010 VOOR OUDERS
Ouders met vragen over het onderwijs in het algemeen of ouders die met een onafhankelijk
persoon willen spreken over onderwijs en opvoeding kunnen terecht bij het Landelijk
infocentrum voor ouders.
Het informatiepunt 5010 is te bereiken op de volgende manieren:
Telefoon: 0800-5010 toets 4 (op schooldagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur)
Website: www.50tien.nl (op deze site vinden ouders veel vragen en antwoorden en kunnen
vragen gesteld worden die per e-mail worden beantwoord).
8.f
MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING
Binnen Stip Openbaar Onderwijs Hilversum wordt gewerkt met het protocol “meldcode
huiselijk geweld en kindermishandeling”. Dit protocol is op school aanwezig.
De aandachtfunctionarissen namens Stip zijn: Marga Hilhorst en Quini Blessing
8.g
VERVANGING VAN LEERKRACHT BIJ AFWEZIGHEID
Vervanging van afwezige leerkrachten is in principe goed geregeld.
- Een aantal leerkrachten heeft recht op compensatiedagen. Zij worden volgens een vast
rooster vervangen door een andere groepsleerkracht.
- Als een vaste leerkracht ziek is of verlof heeft kunnen we een beroep doen op een
vervangingspool van de gezamenlijke openbare scholen in Hilversum.
In theorie is het dus goed geregeld, maar in de praktijk komen we toch nog wel eens in de
problemen. Het kan daarom voorkomen dat klassen worden opgedeeld. In het uiterste geval
kan worden besloten om geen les te geven en worden kinderen naar huis gestuurd. Ouders
worden daarover van te voren geïnformeerd. Voor kinderen die niet thuis terecht kunnen
wordt op school opvang geregeld. Het kan gebeuren dat de kinderen taken mee naar huis
krijgen.
8.h
STAGE- EN OPLEIDINGSPLAATSEN
De Lorentzschool wil als lerende organisatie studenten optimaal de gelegenheid geven om
zich te ontwikkelen. Afgelopen schooljaar (2013-2014) heeft de Lorentzschool het keurmerk
‘Opleidingsschool HU’ ontvangen.
Voor de begeleiding van de studenten is een jaarplanning gemaakt. De studenten en
begeleiders ontvangen deze planning bij aanvang van de stage. De studenten hebben
voorafgaand aan hun stageperiode op de Lorentzschool een gesprek met de schoolopleider,
ook ontvangen zij een brief waarin regels en routines uitgelegd worden.
52
De praktijkopleiders (leerkrachten die een student begeleiden) ontvangen van de
schoolopleider de competenties die horen bij het leerjaar waarin de student zit. Komend
schooljaar (2014-2015) gaan we praktijkopleiders trainen om de studenten zo optimaal
mogelijk te kunnen begeleiden.
8.i
NASCHOLING
De samenleving verandert voortdurend en de school natuurlijk ook. Van leerkrachten wordt
verwacht dat ze met hun tijd meegaan en de manier waarop ze lesgeven en kinderen
begeleiden aanpassen aan nieuwe inzichten. Voor het team van de Lorentzschool maken we
daarom jaarlijks een scholingsplan. Daarin staat voor de medewerkers aangegeven welke
scholing ze willen of moeten volgen. De nadruk ligt daarbij op de verdere ontwikkeling van
het Daltononderwijs en op het geven van individuele aandacht aan kinderen.
8.j
Groep
1/2A
1/2B
1/2C
1/2D
1/2E
1/2F
1/2G
3A
3B
4A
4B
5A
5B
6A
6B
7A
7B
8A
8B
FORMATIE 2014-2015
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Maaike
Teni
Ineke
Inge
Ingrid
Kirsten
Anja
Susanne
Ivonne
Sylvia
Debbie
Petra
Prudence
Serena
Koen
Debby
Jildou
Ramon
Maartje
Maaike
Teni
Ineke
Inge
Ingrid
Kirsten
Janie
Susanne
Ria
Sylvia
Manon
Petra
Prudence
Serena
Koen
Debby
Jildou
Ramon
Maartje
Marianne
Ine
Ineke
Inge
Ingrid
Jantine
Anja
Esther
Ria
Sylvia
Manon
Petra
Prudence
Serena
Koen
Debby
Jildou/Debbie
Ramon/Debbie
Maartje
Marianne
Ine
Ineke
Inge
Ingrid
Kirsten
Anja
Esther
Ria
Sylvia
Manon
Sita
Prudence
Serena
Koen
Debby
Jildou
Ramon
Maartje
Marianne
Ine
Ineke
Inge
Ingrid
Kirsten
Anja
Esther
Ria
Sylvia
Manon
Sita
Prudence
Serena
Koen
Debby
Jildou
Ramon
Maartje
53
8.k
REGLEMENTEN, PROCEDURES EN PROTOCOLLEN
De schoolgids is geschreven door het team van de Lorentzschool. De MR moet positief
instemmen met de inhoud, alvorens de schoolgids aan ouders wordt uitgereikt.
De schoolgids is mede gebaseerd op de volgende reglementen, procedures, beleidsstukken
en documenten:

Protocol persoonsregistratie

Schoolreglement *

Leerlingenstatuut

Managementstatuut

Wet op Privacy

Verlofregeling *

Gedragsprotocol (Stip)

Meerjaren ICT-plan (in ontwikkeling)

Protocol Social Media (Stip)

Katern zorg en begeleiding (2012-2016)

Veiligheidsplan

Plan van aanpak veiligheid en leefbaarheid

Klachtenregeling

Pestprotocol *

Protocol toezicht op jonge kinderen

Protocol handelen bij vermissing van een kind

Protocol Langdurig zieke leerlingen

Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen (Stip)

Bovenschools meerjarenbeleidsplan Stip (2011-2015)

Het Digitaal Hoogbegaafdheids Protocol

Schoolplan 2012-2016 *

VVE-beleid

Protocol overgang naar groep 1-2-3
Deze reglementen, procedures liggen ter inzage op school of zijn te vinden op de website (*).
54
55