Nieuwe regelgeving basisonderwijs schooljaar 2014 - Sint

Nieuwe regelgeving basisonderwijs schooljaar 2014-2015
Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
Lokale participatieregeling in basis- en secundair onderwijs
TOAH, POAH en vrijstelling van leerplicht in basisonderwijs
Schoolveranderen in de loop van het schooljaar
Overdracht van leerlingengegevens bij schoolverandering
Informatie bij eerste inschrijving en schoolreglement
Zittenblijven in het basisonderwijs
Schorsen en uitsluiten van leerlingen
Preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen in lager onderwijs
Splitsing van leergebied wereldoriëntatie vanaf schooljaar 2015-2016
Onderwijs en initiatie in vreemde talen in gewoon basisonderwijs
Engagementsverklaring in het basisonderwijs
Screening niveau onderwijstaal, taaltraject en taalbad in gewoon lager onderwijs
Toelatingsvoorwaarden leerlingen in gewoon basisonderwijs
Omzendbrief betreffende de proef van de kennis van het Nederlands
Uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs
Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs
Afwezigheden van leerlingen in het basisonderwijs
Kostenbeheersing in het basisonderwijs
blz. 2
blz. 5
blz. 6
blz. 6
blz. 7
blz. 7
blz. 8
blz. 8
blz. 11
blz. 11
blz. 11
blz. 12
blz. 13
blz. 15
blz. 15
blz. 18
blz. 23
blz. 24
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
1
Lokale participatieregeling in het basis- en secundair onderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13494
Algemene principes : Het is een opdracht voor alle schoolactoren te streven naar een weerspiegeling
van de schoolpopulatie in de samenstelling van de participatieorganen.  Schoolbestuur, de
directie en alle leden van de participatie organen hebben een inspanningsverplichting, om
maatschappelijk kwetsbare groepen beter te betrekken bij het schoolbeleid.
Samenstelling van de PEDAGOGISCHE RAAD en OUDERRAAD
Deze raden kunnen vanaf de eerstvolgende wedersamenstelling via hun huishoudelijk reglement zelf
bepalen hoe ze worden samengesteld.
De zetelende pedagogische raad
 bepaalt via het huishoudelijk reglement de manier waarop de raad voor de volgende
mandaatperiode zal worden samengesteld.
 staat in voor de organisatie van die samenstelling.
o Alle personeelsleden worden op de hoogte gebracht over en betrokken bij de
samenstelling van de pedagogische raad en kunnen zich kandidaat stellen.
o Als de zetelende pedagogische raad nalaat om dit te bepalen of als er geen zetelende
pedagogische raad is  dient het schoolbestuur samen met de schoolraad de
samenstelling van de pedagogische raad via verkiezingen te organiseren.
Elke personeelslid kan zich verkiesbaar stellen en is stemgerechtigd..
De zetelende ouderraad
 bepaalt via het huishoudelijk reglement de manier waarop de raad voor de volgende
mandaatperiode zal worden samengesteld.
 staat in voor de organisatie van die samenstelling.
o Alle ouders worden op de hoogte gebracht over en betrokken bij de samenstelling
van de ouderraad en kunnen zich kandidaat stellen.
o Als de zetelende ouderraad nalaat om dit te bepalen of als er geen zetelende
ouderraad is, staat het schoolbestuur, samen met de schoolraad, in voor de
samenstelling van de ouderraad via verkiezingen.
Elke ouder kan zich in dat geval verkiesbaar stellen en is stemgerechtigd.
adviesbevoegdheid
De pedagogische raad, ouder- en leerlingenraad kunnen op vraag van de schoolraad of op eigen
initiatief advies uitbrengen aan de schoolraad over alle aangelegenheden waarover de schoolraad
overlegbevoegdheid heeft;
Het schoolbestuur geeft de desbetreffende raad na ontvangst van dit advies een gemotiveerd
antwoord binnen 30 kalenderdagen.
Elk advies van de pedagogische raad, ouder- of leerlingenraad wordt ter informatie bezorgd aan de
overige deelraden en de schoolraad.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
2
werking
De pedagogische raad en ouderraad bepalen hun werking in een huishoudelijk reglement, dat zij
zelf opstellen. Het dient minimaal volgende elementen te bevatten:









de manier van samenstelling;
het aantal mandaten;
de manier waarop nieuwe leden tijdens de mandaatperiode kunnen toetreden tot de raad en
de redenen en de manier waarop mandaten vervroegd beëindigd kunnen worden;
de manier waarop de raad zijn afvaardiging voor de schoolraad bepaalt;
de manier waarop ervaringsdeskundigen en experten bij de werkzaamheden van de raad
kunnen worden betrokken;
de manier waarop de raad wordt samengeroepen en de vergaderfrequentie;
de manier van besluitvorming;
de manier waarop de raad zijn communicatie- en informatieplicht zal realiseren;
de vakantieperiodes die de termijn schorsen waarbinnen het schoolbestuur het advies van
de raad moet beantwoorden (30 kalenderdagen).
Schoolraad
Het schoolbestuur woont als volwaardig lid de vergaderingen van de schoolraad bij en treedt in
overleg over alle geplande beslissingen die voor overleg aan de schoolraad worden voorgelegd. Zij
kunnen zich hiervoor laten afvaardigen of de directeur daartoe te mandateren.  Indien de
schoolraad op eigen initiatief een advies wil opstellen, kunnen zij aangeven dat zij dit liever doet
zonder de aanwezigheid van het schoolbestuur, zijn afgevaardigde of de directeur.
Vertegenwoordigers van personeel en ouders
1. De geledingen in de schoolraad kunnen worden samengesteld uit afgevaardigden die zijn
aangeduid door en uit deze raden.
2. Bovenstaande is geen verplichting. De deelraden kunnen ervoor kiezen om de samenstelling van
de schoolraad via verkiezingen te organiseren. Het schoolbestuur of zijn gemandateerde bepaalt de
uitwerking van de verkiezingsprocedure.
De SCHOOLRAAD heeft communicatie- en informatieplicht over zijn werking. De schoolraad moet
personeelsleden, leerlingen en ouders regelmatig informeren over zijn activiteiten, zijn standpunten
en de manier waarop hij zijn bevoegdheden uitoefent.
Recht op informatie
Communicatie- en informatieplicht van de schoolraad
De schoolraad moet personeelsleden, leerlingen en ouders regelmatig informeren over zijn
activiteiten, zijn standpunten en de manier waarop hij zijn bevoegdheden uitoefent. De manier
waarop de schoolraad deze communicatie- en informatieplicht zal realiseren, moet worden
opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Adviesbevoegdheid op eigen initiatief  De schoolraad kan aan het schoolbestuur op eigen
initiatief een schriftelijk advies uitbrengen over alle aangelegenheden waarover de schoolraad
overlegbevoegdheid heeft.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
3
Het schoolbestuur geeft na ontvangst van dit advies binnen 30 kalenderdagen een gemotiveerd
antwoord aan de schoolraad. (verplicht advies = afgeschaft!)
Overlegbevoegdheid  Het schoolbestuur informeert de schoolraad tijdig over de geplande
beslissingen die voor overleg aan de schoolraad zullen worden voorgelegd. Een schoolraad kan ook
afzien van zijn recht op overleg.
Het overleg mondt uit in een verslag waarin alle standpunten worden opgenomen. Het
schoolbestuur of zijn gemandateerde neemt een gemotiveerde eindbeslissing na het overleg (of na
de onderhandeling) en brengt de schoolraad op de hoogte van deze beslissing. Als er na het overleg
in de schoolraad nog een syndicaal overleg plaats vindt, zal de beslissing en de terugkoppeling ervan
aan de schoolraad pas kunnen gebeuren na afronding van dat syndicaal overleg.
De overlegbevoegdheid is van toepassing op materies met een reële impact op het dagdagelijkse
leven in de school.
Het schoolbestuur of zijn gemandateerde legt elk onderwerp van beslissing voor overleg aan de
schoolraad voor als het betrekking heeft op:











de bepaling van het profiel van de directeur;
het studieaanbod;
het aangaan van samenwerkingsverbanden met andere schoolbesturen en met externe
instanties;
de opstapplaatsen en de busbegeleiding in het kader van het vervoer dat het schoolbestuur
aanbiedt;
de vaststelling van het nascholingsbeleid;
het beleid met betrekking tot experimenten en projecten;
het opstellen of wijzigen van het schoolreglement, het schoolwerkplan in het basisonderwijs
en het beleidsplan of het beleidscontract dat de samenwerking tussen de school en het CLB
regelt;
de infrastructuurwerken waarvan de kosten op 75.000 euro of meer worden geraamd
(goedkopere ramingen of werken met een dringend karakter als gevolg van niet te voorziene
gebeurtenissen moeten m.a.w. niet verplicht worden overlegd met de schoolraad);
de vaststelling van de criteria voor de aanwending van lestijden, uren en punten;
het welzijns-, veiligheids- en gezondheidsbeleid van de school t.a.v. de leerlingen, met
inbegrip van het in eigen beheer of door derden verstrekken van gezonde en evenwichtige
schoolmaaltijden; de bevoegdheid van de schoolraad op het vlak van het welzijns- en
veiligheidsbeleid raakt niet aan de bevoegdheid van het comité voor welzijn op het werk,
maar moet eerder gezien worden als complementair;
het beleid met be trekking tot interne kwaliteitszorg, met inbegrip van de bespreking van de
resultaten van de schooldoorlichting.
De schoolraad bepaalt zelf zijn werking in een huishoudelijk reglement, dat minimaal volgende
elementen moet bevatten:



het aantal mandaten per geleding;
de manier waarop nieuwe leden tijdens de mandaatperiode kunnen toetreden tot de
schoolraad en de redenen en de manier waarop mandaten vervroegd beëindigd
kunnen worden;
de manier waarop ervaringsdeskundigen en experten bij de werkzaamheden van de
schoolraad kunnen worden betrokken;
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
4







de manier waarop de schoolraad wordt bijeen geroepen en de vergaderfrequentie;
het tijdstip en de manier waarop de agenda en de bijhorende documenten worden
bezorgd aan de leden van de schoolraad en aan de pedagogische raad, de leerlingenen de ouderraad;
de taken van de voorzitter;
de manier van besluitvorming, in het bijzonder de aanwezigheidsquota en de
stemverhoudingen;
de manier waarop de schoolraad zijn communicatie- en informatieplicht zal
realiseren;
de modaliteiten over het afzien van het recht op overleg;
de vakantieperiodes die de termijn schorsen waarbinnen het schoolbestuur een
advies op eigen initiatief van de schoolraad moet beantwoorden (30 kalenderdagen)
en waarbinnen het overleg binnen de schoolraad moet plaatsvinden (21
kalenderdagen).
Dit huishoudelijk reglement wordt opgesteld in consensus.
Relaties tussen de schoolraad, het schoolbestuur en de directie
De procedureregels voor het uitoefenen van de participatierechten moeten in het huishoudelijk
reglement worden geregeld. (geen verplichting meer om in een aparte overeenkomst vast te leggen!)
Geschillenregeling
De bemiddelingscommissie en bijhorende procedure wordt opgeheven.
De geschillenregeling via de Commissie Zorgvuldig Bestuur blijft behouden.
Het medezeggenschapscollege (versoepeling)
Scholen binnen dezelfde scholengemeenschap kunnen kiezen om inspraak te organiseren via de
individuele schoolraden of via een apart medezeggenschapscollege als minstens één schoolraad
daarom vraagt en deze vraag motiveert. In dat geval moeten alle schoolraden van de scholen
behorend tot diezelfde scholengemeenschap vertegenwoordigd worden in dit
medezeggenschapscollege.
Tijdelijk Onderwijs aan huis (TOAH), Permanent Onderwijs aan Huis (POAH) en vrijstelling van
leerplicht in het basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=9293
Vanaf het kalenderjaar 2014 is er een nieuw formulier voor de terugvordering van de reiskosten
voor onderwijs aan huis in gebruik. (formulier: bijlage 3 bij de omzendbrief)
Permanent Onderwijs aan Huis
Elk kind, vanaf vijf jaar, dat voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor het buitengewoon onderwijs
en een gunstig advies van de Onderwijsinspectie verkrijgt voor één of meerdere schooljaren, kan
aanspraak maken op Permanent Onderwijs aan Huis. De voorwaarden, de rol van de school, de
procedure voor de aanvraag, inzake recht op permanent onderwijs zijn gewijzigd en terug te
vinden op: (wijzigingen in groen)
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=9293
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
5
Schoolveranderen in de loop van het schooljaar
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13022
Sinds het schooljaar 2013-2014 is de nieuwe inschrijving rechtsgeldig de dag van deze mededeling.
Voorbeeld: Op de briefomslag van de aangetekende zending staat als poststempel 30/01/2015.
 De inschrijving in de nieuwe school is rechtsgeldig vanaf 30/01/2015. De oude school schrijft
de leerling uit op 29/01/2015. De leerling telt nog mee in de oude school op 29/01/2015 en
telt in de nieuwe school vanaf 30/01/2015.
Veranderingen van schoolonderwijs naar huisonderwijs en vice versa
Ouders die opteren voor huisonderwijs moeten uiterlijk op de derde schooldag van het schooljaar
een verklaring van huisonderwijs met bijhorende informatie over het huisonderwijs indienen bij het
Agentschap voor Onderwijsdiensten.
Alleen in uitzonderlijke gevallen mag er daarna nog een omschakeling van schoolonderwijs naar
huisonderwijs zijn.
Van huisonderwijs naar schoolonderwijs omschakelen kan altijd.
Om deze situaties te kunnen opvolgen én om de leerplicht van de betrokken kinderen te garanderen,
vraagt het Agentschap voor Onderwijsdiensten dat scholen de omschakeling van schoolonderwijs
naar huisonderwijs en vice versa melden.
Overdracht van leerlingengegevens bij schoolverandering
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14693
Vanaf 01/09/2014 moeten scholen bij een schoolverandering gegevens m.b.t. een leerling
doorgeven. (Om het mogelijk te maken dat een school een nieuwe leerling snel, efficiënt en gericht
kan begeleiden)
Ook overdracht bij de schoolverandering van basis- naar secundair onderwijs.
 De school bepaalt zelf welke gegevens doorgegeven worden. Doch rekening houdend met:
De overdracht gebeurt (enkel) voor die gegevens die betrekking hebben op de onderwijsloopbaan van
de leerling. Geen gegevens die betrekking hebben op schending van leefregels, dit omdat de leerling
in de nieuwe school op dit punt een nieuwe kans moet kunnen krijgen.
Ouders kunnen zich tegen de overdracht verzetten tenzij het gaat om gegevens waarvan de
regelgeving stelt dat ze moeten overgedragen worden (bijv. de B-codes bij problematische
afwezigheden).
Best: Opname modaliteiten waaronder ouders zich kunnen verzetten opnemen in het
schoolreglement.
U kiest als school zelf of u de gegevens op papier of elektronisch overdraagt.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
6
Informatie bij eerste inschrijving en schoolreglement
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13199
Toevoegingen en wijzigingen aan de bepalingen m.b.t. het schoolreglement:
Vet/cursief = nieuw



De wijze waarop de schoolraad en ouderraad worden samengesteld
Het recht op inzage door de ouders en hun recht op toelichting bij de gegevens die de
school m.b.t. de leerling verzamelt, alsook het recht op een kopie van deze gegevens
informatie over extra- muros -activiteiten
Lager onderwijs













het reglement inzake tucht en schending van de leefregels van de leerlingen met inbegrip
van een preventieve schorsing, een tijdelijke uitsluiting of een definitieve uitsluiting, met
inbegrip van de beroepsprocedure tegen tijdelijke en definitieve uitsluiting
De procedure volgens dewelke het schoolbestuur getuigschriften basisonderwijs toekent,
met inbegrip van de (nieuwe) beroepsprocedure
Bepalingen in verband met onderwijs aan huis
Richtlijnen in verband met afwezigheden en te laat komen
Afspraken in verband met het huiswerk, agenda's en rapporten.
Afspraken over 'de geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig zijn van de
Vlaamse Gemeenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen'
De bijdragen die aan de ouders kunnen gevraagd worden en de afwijkingen die daarop
kunnen gegeven worden
De wijze waarop de leerlingenraad wordt samengesteld
De wijze waarop de schoolraad en ouderraad worden samengesteld
Engagementsverklaring
De afspraken in verband met het rookverbod
het recht op inzage door de ouders en hun recht op toelichting bij de gegevens die de scho
ol m.b.t. de leerling verzamelt, alsook het recht op een kopie van deze gegevens
informatie over extra- muros -activiteiten
Bij wijzigingen aan het schoolreglement en het pedagogisch project moet de school de ouders
hierover informeren (schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting indien de ouders dit
wensen) en opnieuw laten tekenen voor akkoord.
Zittenblijven in het basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14690
Zittenblijven moet aanzien worden als uitzondering op het principe van het ononderbroken
leerproces.
Bij een beslissing tot zittenblijven moet een school volgende elementen respecteren
 voorafgaand aan de beslissing tot zittenblijven overlegt de school met het CLB;
 de beslissing wordt ten aanzien van de ouders schriftelijk gemotiveerd en mondeling aan de
ouders toegelicht;
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
7

de school geeft aan welke bijzondere aandachtspunten er voor het volgende schooljaar zijn.
Mededeling beslissing omtrent de toelating tot gewoon lager onderwijs:
- inschrijving vóór 1 september => uiterlijk 10de schooldag september
- Inschrijving vanaf 1 september => binnen 10 schooldagen
- In afwachting van mededeling => inschrijving onder opschortende voorwaarde
- Termijn overschreden = toelating tot lager onderwijs!
- Schriftelijke motivatie aan ouders indien geen toelating!
Schorsen en uitsluiten van leerlingen
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=9314
Deze omzendbrief vervalt . Vanaf het schooljaar 2014-2015 zijn de nieuwe bepalingen zoals
opgenomen in de omzendbrief BaO/2014/04, Preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve
uitsluiting van leerlingen in het lager onderwijs vanaf 1 september 2014’ van toepassing.
Preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen in het lager onderwijs vanaf 1
september 2014
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14691
De nieuwe maatregelen kunnen toegepast worden op leerplichtige leerlingen in het lager onderwijs.
Niet voor kleuters, tenzij: Vijfjarigen die vervroegd ingestapt zijn in het lager onderwijs, zijn
leerplichtig en vallen dus wel onder deze regelgeving.
De directeur (of zijn afgevaardigde) kan de beslissing nemen dat een leerling preventief geschorst of
(tijdelijk of definitief) uitgesloten wordt.
De school voorziet voor opvang. Enkel als de school aan de ouders schriftelijk motiveert waarom dit
niet haalbaar is, moet de school niet voor opvang zorgen.
Preventieve schorsing
Preventieve schorsing = een bewarende maatregel (dus geen tuchtsanctie) die gehanteerd kan
worden om de leefregels te handhaven en om te kunnen nagaan of een tuchtsanctie aangewezen is.
 Het gaat om een uitzonderlijke maatregel.
 leerling mag de lessen of activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen.
 maximaal vijf opeenvolgende schooldagen, éénmalige verlening met maximaal vijf opeenvolgende
schooldagen door de directeur of zijn afgevaardigde als door externe factoren het tuchtonderzoek
niet binnen die eerste periode kon worden afgerond. De verlenging moet ook gemotiveerd worden
aan de ouders.
 kan onmiddellijk ingaan na de beslissing. De school verwittigt de ouders.
 geen beroep mogelijk
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
8
Tijdelijke uitsluiting
Een tijdelijke uitsluiting = een tuchtsanctie.
 Het gaat om een uitzonderlijke maatregel.
leerling de lessen of activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen.
 minimaal één schooldag en maximaal vijftien opeenvolgende schooldagen. Een tijdelijke
uitsluiting kan niet verlengd worden. Wel kan (enkel) bij een nieuw feit een nieuwe tijdelijke
uitsluiting opgelegd worden.
 kan pas uitgevoerd worden na het doorlopen van een procedure die de rechten van verdediging
waarborgt en waarin de volgende principes gehanteerd worden:

voorafgaand moet het advies van de klassenraad ingewonnen zijn;
 de intentie tot de tijdelijke uitsluiting moet schriftelijk aan de ouders meegedeeld worden;
 de ouders en de leerling hebben inzage in het tuchtdossier van de leerling (met inbegrip van
het advies van de klassenraad). Ze worden ook gehoord en kunnen zich hierbij laten bijstaan
door een vertrouwenspersoon;
 de tijdelijke uitsluiting moet in verhouding zijn met de ernst van de feiten;
 de beslissing om tijdelijk uit te sluiten wordt schriftelijk gemotiveerd en meegedeeld aan de
ouders. De school verwijst hierbij ook naar de mogelijkheid tot het instellen van het beroep
en neemt ook de bepalingen uit het schoolreglement op die op dit beroep betrekking hebben
op (zie punt 4.4 en 6).
 Elke school moet in het schoolreglement voorzien in een beroepsmogelijkheid waarbij ook de
termijnen voor het beroep vermeld worden. Deze termijnen dienen redelijk en haalbaar te zijn.
Definitieve uitsluiting
Een definitieve uitsluiting = een tuchtsanctie.
 Het gaat om een uitzonderlijke maatregel.
 De leerling wordt uit de school uitgeschreven op het ogenblik dat de leerling in een andere school
is ingeschreven.
 In afwachting van de inschrijving in een andere school mag de leerling de lessen of activiteiten van
zijn leerlingengroep niet volgen.
 Kan pas uitgevoerd worden na het doorlopen van een procedure die de rechten van verdediging
waarborgt en waarin dezelfde principes gehanteerd worden als deze vermeld bij tijdelijke uitsluiting.
Bijkomend moet de klassenraad (voorafgaand advies) uitgebreid worden met een vertegenwoordiger
van het CLB (adviserende stem.)
 De beroepsmogelijkheid tegen definitieve uitsluiting moet vastgelegd worden in het
schoolreglement. Ook de (redelijke en haalbare) termijnen moeten in het schoolreglement
vastgelegd worden.
 De ouders stellen het beroep in bij het schoolbestuur. Ze dateren en ondertekenen het beroep en
vermelden ten minste het voorwerp van het beroep, met beschrijving van de feiten en met een
motivering van de bezwaren die ze inroepen. Ze kunnen overtuigingsstukken bijvoegen. Het beroep
wordt behandeld door een beroepscommissie.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
9
 Het schoolbestuur richt de beroepscommissie op en bepaalt de samenstelling. Mits volgende
bepalingen:

er moeten zowel interne leden als externe leden in de beroepscommissie zetelen.
o
Interne leden zijn leden intern aan het schoolbestuur of aan de school waar de
beslissing tot uitsluiting is genomen. De directeur of zijn afgevaardigde die de
beslissing hebben genomen kunnen niet in de beroepscommissie zetelen.
o Externe leden zijn personen extern aan het schoolbestuur en aan de school die de
beslissing genomen heeft.
o Wie vanuit zijn hoedanigheid zowel als intern als extern lid beschouwd kan worden,
wordt geacht een intern lid te zijn.
Leden van de ouderraad of – met uitzondering van het personeel – leden van de
schoolraad van de betrokken school worden geacht een extern lid te zijn (tenzij ze
behoren tot de categorie die zowel als intern als extern lid beschouwd kunnen
worden, dan worden ze geacht een intern lid te zijn.
 Het schoolbestuur duidt de voorzitter aan onder de externe leden.
 De samenstelling van een beroepscommissie kan per te behandelen dossier verschillen. Binnen
de behandeling van één dossier kan de samenstelling niet wijzigen.
 De werking van de beroepscommissie, ook de stemprocedure, wordt bepaald door het
schoolbestuur. Mits volgende bepalingen:
 Leden van de beroepscommissie zijn aan discretieplicht onderworpen.
 Ze zijn allen stemgerechtigd. Bij stemming moet het aantal stemgerechtigde interne leden en
het aantal stemgerechtigde externe leden gelijk zijn. Bij staking van stemmen is de stem van
de voorzitter doorslaggevend.
 Bij de behandeling van een dossier hoort de beroepscommissie in elk geval de ouders in
kwestie.
 De beroepscommissie kan ook één of meer leden van de klassenraad horen.
 De beroepscommissie beslist verder autonoom over de stappen die worden gezet om tot een
gefundeerde beslissing te komen.
 Ze oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de regelgeving en
met het schoolreglement.
De werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van
individuele personeelsleden van het onderwijs.
 De definitieve uitsluiting loopt gedurende de periode dat de beroepscommissie de zaak
onderzoekt.
 De beroepscommissie kan het beroep afwijzen op grond van onontvankelijkheid onder de
volgende voorwaarden:
 de termijn voor indiening van het beroep is overschreden. Deze termijn is
opgenomen in het schoolreglement;
 het beroep voldoet niet aan de vormvereisten, eveneens opgenomen in het
schoolreglement.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
10
 Indien het beroep ontvankelijk is, kan de beroepscommissie beslissen dat de definitieve uitsluiting
bevestigd wordt, of dat ze vernietigd wordt. Dan vervalt de definitieve uitsluiting.
 Het schoolbestuur is verplicht de beslissing van de beroepscommissie te aanvaarden.
 De beslissing wordt aan de ouders gemotiveerd en schriftelijk meegedeeld binnen de termijn die
bepaald is in het schoolreglement.
Opname in het schoolreglement!
De ouders en de leerling hebben inzage in het tuchtdossier van de leerling (met inbegrip van het
advies van de klassenraad).
Splitsing van het leergebied wereldoriëntatie vanaf het schooljaar 2015-2016
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14692
Vanaf het schooljaar 2015-2016 wordt het leergebied wereldoriëntatie opgesplitst in twee
leergebieden, namelijk ‘wetenschappen en techniek’ en ‘mens en maatschappij’
Onderwijs en initiatie in vreemde talen in het gewoon basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13480
Onderwijs Frans
Frans blijft verplicht in het vijfde en zesde jaar gewoon lager onderwijs. Frans kan vanaf 1 september
2014 aangeboden worden vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de
leerlingen de onderwijstaal (Nederlands) voldoende beheersen.
De school schat in of het om een leerlingenpopulatie gaat die vervroegd met Frans kan beginnen of
juist gebaat is met meer Nederlands.
 mogelijkheid om vier jaar aan de (ongewijzigde) eindtermen Frans te werken in plaats van twee
jaar.
Vreemdetaleninitiatie
Vanaf 1 september 2014 kan vreemdetaleninitiatie in het gewoon basisonderwijs niet meer in alle
talen, maar in het Frans, Engels en Duits (Frans en Duits als andere landstalen in België en Engels als
belangrijke wereldtaal).
Als een school kiest voor vreemdetaleninitiatie , dan moet steeds eerst taalinitiatie in het Frans
aangeboden worden.
Het aanbod wordt bepaald door het SB met toepassing van de regelgeving inzake participatie.
De onderwijsinspectie waakt over een kwaliteitsvolle invulling van de taalinitiatie.
Engagementsverklaring in het basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14084
Uitbreiding van het positief engagement van de ouders ten aanzien van de onderwijstaal: ouders
moeten positief staan ten aanzien van extra initiatieven en maatregelen die de school neemt om de
taalachterstand van de leerlingen weg te werken.  Dit in relatie met wijzigingen mbt taalscreening ,
het taaltraject en het taalbad vanaf 1/9/2014
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
11
 de engagementsverklaring mag niet tot gevolg hebben dat het leerrecht van jongeren wordt
geschaad omdat hun ouders hetgeen met de school is afgesproken niet nakomen. Het niet naleven
van de engagementsverklaring door de ouders, kan geen aanleiding zijn tot het schorsen of tijdelijk
of definitief uitsluiten, van leerlingen.
Screening niveau onderwijstaal, taaltraject en taalbad in het gewoon lager onderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14689
Vanaf 1 september 2014 moeten scholen voor elke leerling die voor het eerst in het Nederlandstalig
gewoon lager onderwijs instroomt, een verplichte screening van het niveau van de onderwijstaal
uitvoeren. Deze screening brengt de beginsituatie van de leerling in kaart en wordt gevolgd door een
aan de leerling aangepast taaltraject.
Voor leerlingen die de onderwijstaal onvoldoende beheersen om de lessen te kunnen volgen, is een
taalbad van maximaal een jaar mogelijk.
Doel: Maximaal inzetten op de kennis van deze onderwijstaal is en blijft een belangrijke opdracht van
elke school in het kader van het verhogen van de kansen van alle leerlingen.
Screening niveau onderwijstaal en daaropvolgend taaltraject
Deze screening niveau onderwijstaal beoogt na te gaan wat het niveau van de leerling inzake de
onderwijstaal is. (beginsituatieanalyse)
 voor elke leerling die voor het eerst in het Nederlandstalig gewoon lager onderwijs
instroomt.
Vb. overstap van het (gewoon- of buitengewoon) KS naar het gewoon LS
Vb. leerlingen die op latere leeftijd in het gewoon lager onderwijs instromen
Taalscreening nà de instroom van de leerling in het gewoon lager onderwijs.  NIET voorafgaand
aan de inschrijving in de lagere school.
Het resultaat


kan het recht van de leerling op gewoon lager onderwijs nooit beïnvloeden.
kan nooit een reden zijn voor doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs.
De taalscreening moet gebeuren met een betrouwbaar en valide screeningsinstrument. Als school
kiest u zelf dit instrument. Eventueel ondersteuning via ‘toolkit’ die u een overzicht biedt van
bestaande en betrouwbare valide instrumenten en ingaat op de nieuwe decretale verplichting.
http://www.ond.vlaanderen.be/toetsenvoorscholen/toolkit_breed_evalueren_bao
De taalscreening is decretaal verplicht, ouders kunnen deze niet weigeren.
De taalscreening is een beginsituatieanalyse die moet aangeven of er nood is aan maatregelen m.b.t.
de onderwijstaal. De school moet voorzien in een taaltraject dat aansluit bij de beginsituatie en de
specifieke noden van de betrokken leerling inzake de onderwijstaal. Het behoort tot de vrijheid van
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
12
elke school om dit taaltraject in te vullen en te kiezen voor de meest geschikte maatregelen voor de
leerlingen.
Bij resultaat: onvoldoende beheersen om de lessen te kunnen volgen  kunnen scholen een
taalbad organiseren als onderdeel van dit taaltraject.
Taalbad
 = voltijdse en intensieve onderwijsactiviteiten die tot doel hebben de leerling door
onderdompeling in de onderwijstaal deze onderwijstaal te laten verwerven, dit in functie van
een snelle integratie in de reguliere onderwijsactiviteiten
 = één manier om het taaltraject vorm te geven..
 = voor alle leerlingen die bij de eerste instroom in het gewoon lager onderwijs de
onderwijstaal onvoldoende beheersen om de lessen te kunnen volgen.
 = voor kinderen die echt Nederlandsonkundig zijn.
 Een school is nooit verplicht om een leerling een taalbad te laten volgen.
 De school beslist welke leerlingen het taalbad moeten volgen. Ouders kunnen een taalbad,
wanneer de school hiervoor kiest, niet weigeren.
 Wordt individueel of gezamenlijk georganiseerd door SB.
 Bij gezamenlijke organisatie (moet behandeld zijn in bevoegde onderhandelingscomité- =
wederzijdse samenwerking tussen de school van inschrijving en de school die het taalbad van
de leerling verstrekt noodzakelijk. 3.5.
 = maximaal een jaar. Wanneer de leerling het taalbad volgt in een andere school, dan wordt
de leerkracht die het onderwijs in het taalbad verstrekt, betrokken bij de beslissing over de
duur van het taalbad. Na het taalbad keert de leerling terug naar de school van inschrijving
waar hij/zij voortaan verder de reguliere onderwijsactiviteiten volgt en verder de nodige
taalondersteuning krijgt.
 moet dus zo kort mogelijk gehouden worden.
 geen bijkomende lestijden.
 Het inrichten van een taalbad geen herstructurering.
 De leerlingen die een taalbad volgen, tellen (alleen) mee voor financiering of subsidiëring in
de school waar ze zijn ingeschreven op de teldag.
Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13126
De klassenraad van de school voor lager onderwijs beslist



over de toelating tot het gewoon lager onderwijs van de vijfjarigen,
over de toelating van de zesjarigen die het jaar ervoor onvoldoende aanwezig waren in
het Nederlandstalig erkend kleuteronderwijs.
De taalproef vervalt
Een leerling die 6 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar, kan nog een schooljaar
kleuteronderwijs volgen. Deze afwijking blijft beperkt tot één jaar.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
13
 Het verlengd verblijf kan het gevolg zijn van een beslissing van de klassenraad lager
onderwijs om het zesjarig kind, dat geen 220 halve dagen aanwezigheid kleuteronderwijs
heeft, niet toe te laten tot het gewoon lager onderwijs.
 ouders kunnen beslissen om het kind nog een jaar langer kleuteronderwijs te laten volgen.
(ouders krijgen hierover advies door de klassenraad als CLB)
Nieuwe toelatingsvoorwaarden
Definitie klassenraad: het team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur of zijn
afgevaardigde samen de verantwoordelijkheid draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het
onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling.
Toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs voor zesjarigen (= al wie zes jaar werd vóór 1
januari van het lopende schooljaar)
Zesjarigen die
 voorgaande schooljaar ingeschreven in een erkende Nederlandstalige school voor
kleuteronderwijs
 ten minste 220 halve dagen aanwezigwaren
 recht op toelating tot het gewoon lager onderwijs. De ouders van deze leerlingen beslissen
zelf of de leerling op zes jaar in het gewoon lager onderwijs instapt.
Zesjarigen die
 voorgaande schooljaar ingeschreven in een erkende Nederlandstalige school voor
kleuteronderwijs
 geen 220 halve dagen aanwezigheid in een erkende Nederlandstalige school voor
kleuteronderwijs hebben
 de klassenraad van het lager onderwijs beslist over de toelating.
Wijze van beslissing bepaalt de school zelf (bijv. contactname met de kleuterschool, advies van
het CLB, een oriënterend gesprek met de leerling/ouders, testen, …).
De school deelt de beslissing omtrent de toelating tot het gewoon lager onderwijs mee
o uiterlijk de tiende schooldag van september, voor leerlingen ingeschreven vóór 1
september.
o uiterlijk tien schooldagen na de inschrijving voor leerlingen ingeschreven vanaf 1
september.
o In afwachting  inschrijving onder opschortende voorwaarde. Bij verstrijken van
deze termijnen is de leerling ingeschreven.
 Bij negatieve beslissing tot toelating  schriftelijk, gemotiveerde mededeling aan de ouders!
Toelatingsvoorwaarde gewoon lager onderwijs voor vijfjarigen (= al wie vijf jaar werd vóór 1 januari
van het lopende schooljaar)
 de klassenraad beslist
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
14
 Het beslissingsrecht van de ouders vervalt, ook voor leerlingen die voldoende aanwezig
waren in het kleuteronderwijs.
 De klassenraad wint voorafgaand advies in van het CLB.
Toelatingsvoorwaarde gewoon lager onderwijs voor zevenjarigen en ouder (= al wie zeven jaar
werd vóór 1 januari van het lopende schooljaar)
 Op basis van hun leeftijd hebben zij recht op toelating tot het gewoon lager onderwijs. De
vereiste van voldoende aanwezigheid in het Nederlandstalig erkend kleuteronderwijs of
toelating door de klassenraad is op hen niet van toepassing.
Omzendbrief betreffende de proef van de kennis van het Nederlands, nodig om het gewoon lager
onderwijs aan te vatten
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14196
Deze omzendbrief vervalt; de taalproef is afgeschaft
Het uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=9287
Schoolbesturen kunnen het getuigschrift basisonderwijs uitreiken aan regelmatige leerlingen uit
het gewoon lager onderwijs.
 De uitreiking gebeurt op voordracht en na beslissing van de klassenraad.
 De beslissing wordt genomen bij meerderheid van stemmen, bij staking van stemming beslist
de voorzitter van de klassenraad.
 De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate de doelen
die in het leerplan opgenomen zijn, heeft bereikt om een getuigschrift basisonderwijs te
bekomen.
 De klassenraad bekijkt het totaalbeeld van het kind,
 Vanaf 1 september 2015 wordt deze norm voor het toekennen van het getuigschrift
basisonderwijs (‘in voldoende mate de doelen uit het leerplan bereikt hebben’) aangepast
 De beraadslaging van de klassenraad wordt schriftelijk vastgelegd. Elk lid van de klassenraad
is tot geheimhouding verplicht. De notulen van de beraadslaging van de klassenraad worden
opgenomen in een speciaal register en worden gedurende 15 jaar op school bewaard, waar
ze door de onderwijsinspectie kunnen geraadpleegd worden.
 Vanaf 1 september 2014 moet de beslissing omtrent het toekennen van het getuigschrift
basisonderwijs uiterlijk op 30 juni aan de ouders meegedeeld worden. Vanaf deze datum
heeft een leerling die het getuigschrift niet krijgt ook recht op (naast het hierboven vermelde
attest) een schriftelijke motivering met inbegrip van bijzondere aandachtspunten voor de
verdere schoolloopbaan.
 Tegen het niet verkrijgen van het getuigschrift basisonderwijs kan door de ouders beroep
aangetekend worden
 het getuigschrift basisonderwijs KAN NIET ingehouden worden omwille van onbetaalde
schoolfacturen
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
15
Het buitengewoon basisonderwijs
De procedure in het buitengewoon basisonderwijs loopt gelijk aan die voor het gewoon
basisonderwijs, alleen dient voorafgaand bij de onderwijsinspectie een gelijkwaardigheid van de
leerdoelen uit het handelingsplan met die van het gewoon lager onderwijs aangevraagd worden.
 Bij overlijden kan de klassenraad alsnog beslissen om het getuigschrift basisonderwijs
postuum aan deze leerling toe te kennen.
 Bij verlies kan de school een attest uitreiken ter vervanging van het verloren getuigschrift.
Het attest vermeldt de datum van de uitreiking van het getuigschrift.
 Bij wettelijke geldende naamswijziging kan bij de school die het getuigschrift heeft uitgereikt
of bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten een nieuw getuigschrift met de nieuwe naam
aangevraagd worden. (het oorspronkelijke dient ingeleverd te worden en de naamswijziging
moet gestaafd worden met nodige officiële documenten)
Overleg en beroepsmogelijkheid bij het niet verkrijgen van het getuigschrift
Elke ouder die niet akkoord gaat met het niet verkrijgen van het getuigschrift basisonderwijs, kan
beroep indienen.
STAP 1: Ouders kunnen een overleg vragen met de directeur (of zijn afgevaardigde). De
bedoeling van dit overleg is om alsnog tot een overeenkomst te komen zonder formele
beroepsprocedure.
De termijn waarbinnen dit overleg moet plaatsvinden, is vastgelegd in het schoolreglement.
De school kan dit overleg niet weigeren en er moet een schriftelijke verslag van gemaakt
worden.
STAP 2. Na dit overleg kan de directeur (of zijn afgevaardigde) beslissen om de klassenraad
opnieuw te laten samenkomen. De klassenraad kan dan het getuigschrift alsnog toekennen
of bij de oorspronkelijke beslissing blijven.
De beslissing van de directeur (of zijn afgevaardigde) om de klassenraad niet samen te laten
komen of, in geval de klassenraad wel samenkomt, de beslissing van de opnieuw
samengekomen klassenraad, moet door de ouders schriftelijk in ontvangst genomen
worden op een datum die voorzien is in het schoolreglement.
STAP 3 Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing, dan wijst de school de
ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie. Als het
getuigschrift wel toegekend wordt, dan zullen de ouders genoegdoening hebben en zal de
procedure hier stoppen.
Ouders stellen het beroep in bij het schoolbestuur. Ze dateren en ondertekenen het en vermelden
ten minste het voorwerp, met beschrijving van de feiten en met een motivering van de bezwaren die
ze inroepen. Ze kunnen overtuigingsstukken bijvoegen.
Het schoolbestuur richt de beroepscommissie op en bepaalt ook de samenstelling. Het schoolbestuur
moet zich daarbij wel aan een aantal bepalingen houden:

Interne leden zijn leden van de klassenraad die beslist hebben het getuigschrift
basisonderwijs niet toe te kennen..
De directeur of zijn afgevaardigde
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
16

Een lid van het schoolbestuur
Externe leden zijn personen die niet behoren tot het betrokken schoolbestuur en ook niet
behoren tot de school.
Leden van de ouderraad
Leden van de schoolraad
Het schoolbestuur duidt de voorzitter aan onder de externe leden.
De samenstelling van een beroepscommissie kan per te behandelen dossier verschillen. Binnen de
behandeling van één dossier kan de samenstelling niet wijzigen.
De werking van de beroepscommissie, ook de stemprocedure, wordt bepaald door het
schoolbestuur.
 Leden zijn aan discretieplicht onderworpen.
 Leden zijn allen stemgerechtigd. Bij stemming moet het aantal stemgerechtigde interne
leden en het aantal stemgerechtigde externe leden gelijk zijn. Bij staking van stemmen is de
stem van de voorzitter doorslaggevend.
 Bij de behandeling van een dossier hoort de beroepscommissie de ouders.
 De beroepscommissie kan ook één of meer leden van de klassenraad horen.
 De beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een
gefundeerde beslissing te komen.
 Ze oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de regelgeving en
met het schoolreglement.
 De werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van
individuele personeelsleden van het onderwijs.
De beroepscommissie kan het beroep afwijzen op grond van onontvankelijkheid onder de volgende
voorwaarden:


Het beroep werd niet ingediend binnen de termijn, opgenomen in het schoolreglement;
Het beroep voldoet niet aan de vormvereisten, opgenomen in het schoolreglement.
Deze afwijzing van het beroep moet gemotiveerd worden.
Indien het beroep ontvankelijk is,


beroepscommissie kan tot de beslissing komen dat het getuigschrift basisonderwijs toch
uitgereikt wordt
of kan de eerste beslissing bevestigen.
Het schoolbestuur is verplicht de beslissing van de beroepscommissie te aanvaarden.
De ouders worden uiterlijk op 15 september die volgt op het niet uitreiken van het getuigschrift
basisonderwijs schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de beroepscommissie.
WIJZIGINGEN VANAF 1 september 2015
Om meer uniformiteit te bereiken inzake de toekenning van het getuigschrift basisonderwijs, wordt
dit getuigschrift vanaf 1/9/2015 gekoppeld aan die leerplandoelen die beogen de eindtermen te
bereiken.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
17
De autonomie van de klassenraad blijft om te oordelen of het kind in voldoende mate de
leerplandoelen die het bereiken van de eindtermen beogen behaald heeft. De klassenraad bekijkt
daarbij het totaalbeeld van het kind.
De koppeling tussen het getuigschrift en die doelen uit het leerplan die het bereiken van de
eindtermen beogen, impliceert zeker niet dat scholen geen andere doelen meer mogen aanbieden
bovenop (verdiepend) of naast (verbredend) de eindtermen. Het staat scholen ook vrij om in hun
evaluatiedocumenten aan te geven wat de leerling bovenop het getuigschrift basisonderwijs reeds
bereikt heeft.  Dit kan niet op het getuigschrift basisonderwijs aangebracht worden aangezien
hiervoor niet afgeweken kan worden van de voorziene modellen.
De huidige modellen zullen tegen het schooljaar 2015-2016 aangepast worden om te voldoen aan de
nieuwe regelgeving .
Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14368
De nieuwe regelgeving treedt in werking op 1 september 2014 en geldt dus voor elke inschrijving
voor schooljaar 2015-2016 e.v. (inclusief de in te dienen aanmeldingsdossiers voor 2015-2016).
Voor de inschrijvingen voor schooljaar 2014-2015 worden volgende handvatten meegegeven:
1. voor elke inschrijving die in de loop van schooljaar 2014-2015 (=vanaf 1/9/2014) wordt
gerealiseerd wordt de nieuwe regelgeving toegepast;
2. eventuele lijsten van niet-gerealiseerde inschrijvingen voor schooljaar 2014-2015 (=inschrijvingen
vóór 1/9/2014) blijven geldig tot 7 oktober 2014 of (voor het jongste geboortejaar in het
kleuteronderwijs) tot 1 september 2015. Voor de inschrijving of vervanging van de leerlingen in deze
periode geldt de vóór 1/9/2014 geldende regelgeving.
Verworven inschrijving in geval van herstructurering of fusie
Een inschrijving geldt voor de volledige schoolloopbaan, ook wanneer de school gevat wordt door
een fusie of herstructurering. Leerlingen behouden hun verworven recht als zittende leerling in de
nieuwe school, betrokken bij de fusie of herstructurering. Indien dit niet mogelijk is, nemen de
leerlingen het verworven recht mee naar een andere school van het schoolbestuur, gelegen op
billijke afstand.
Het verworven recht geldt ook voor de niet-gerealiseerde inschrijvingen. De vrijgekomen plaats
bepaalt welk inschrijvingsregister van niet-gerealiseerde inschrijvingen in het overgangsjaar
gehanteerd moet worden.
Voorbeeld: School A en school B fuseren tot school C. In het overgangsjaar blijven de weigeringslijsten
van school A en school B geldig. Indien een leerling uit voormalige school A vertrekt en vervangen
wordt, geldt de lijst van de niet-gerealiseerde inschrijvingen van school A. Bij vertrek van een leerling
uit voormalige school B geldt die van school B. Vanaf het volgende schooljaar geldt slechts één
weigeringslijst: die van school C.
Wanneer de enige school van een schoolbestuur sluit en deze sluiting niet kadert in een
herstructurering, is er geen andere school van het schoolbestuur die het verworven recht kan
garanderen. Mits het respecteren van een aantal voorwaarden kunnen deze leerlingen ingeschreven
worden in overcapaciteit in andere scholen.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
18
In beide gevallen informeert het schoolbestuur de betrokken ouders.
Verworven inschrijving in scholen gelegen op een campus
Scholen worden beschouwd als scholen gelegen op een campus, wanneer één of meerdere
vestigingsplaatsen gelegen zijn binnen eenzelfde of aaneensluitende kadastrale percelen, of
gescheiden zijn door hetzij maximaal twee kadastrale percelen, hetzij door een weg.
Scholen van eenzelfde schoolbestuur gelegen op een campus kunnen kiezen voor automatische
doorstroom tussen kleuter- en lager of basisonderwijs (=verticale doorstroom) of tussen
verschillende kleuterscholen of lagere scholen (=horizontale doorstroom).

Verticale doorstroom: van kleuter naar lager
Een schoolbestuur met scholen, gelegen op een campus, kan ervoor opteren om bij de overgang van
een leerling van een autonome kleuterschool naar een lagere of basisschool de inschrijvingen te
laten doorlopen.




een schoolbestuur dat van deze mogelijkheid gebruik maakt, neemt dit op in zijn
schoolreglement.
in geval van een klacht zal het schoolbestuur ook aan de CLR het bewijs moeten leveren dat
de betreffende school of minstens één vestigingsplaats van de school, gelegen is op een
campus.
de automatische doorstroom van kleuter naar lager geldt dan voor alle kleuters van de
betreffende school – ook van de vestigingsplaatsen die niet op de campus gelegen zijn.
Horizontale doorstroom: tussen kleuterscholen of tussen lagere scholen
Schoolbesturen met verschillende kleuterscholen of vestigingsplaatsen of verschillende lagere
scholen of vestigingsplaatsen, gelegen op een campus kunnen ervoor opteren om bij de overgang
van een leerling van de ene kleuter- naar de andere kleuterschool of vestigingsplaats, of van de ene
lagere naar de andere lagere school of vestigingsplaats de inschrijving te laten doorlopen.



een schoolbestuur dat van deze mogelijkheid gebruik maakt, neemt dit op in zijn
schoolreglement.
in geval van een klacht zal het schoolbestuur ook aan de CLR het bewijs moeten leveren dat
de betreffende school of minstens één vestigingsplaats van de school gelegen is op een
campus.
deze doorstroom geldt enkel voor de vestigingsplaatsen die op de campus gelegen zijn, en
dus niet voor leerlingen uit de andere vestigingsplaatsen van de betrokken scholen.
Schoolbesturen die gebruik maken van horizontale doorstroom, hanteren voor de betrokken scholen
of vestigingsplaatsen die op dezelfde campus gelegen zijn en als één geheel worden beschouwd (en
voor elk niveau waarop capaciteit bepaald wordt), één capaciteit en één inschrijvingsregister. Het
principe van de gegarandeerde schoolloopbaan geldt dan op het niveau van de campus.
Capaciteit anderstalige nieuwkomers
Een schoolbestuur mag een capaciteit bepalen voor anderstalige nieuwkomers. Een school met
verschillende vestigingsplaatsen doet dit op niveau van elke vestigingsplaats.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
19
Deze capaciteit mag nooit minder zijn dan:
-
vier leerlingen voor scholen of vestigingsplaatsen met een capaciteit van maximum
100 leerlingen,
acht leerlingen voor scholen of vestigingsplaatsen met een capaciteit van 101 of
meer leerlingen.
Vrije plaatsen
Een vrije plaats is een plaats die vrijgegeven wordt voor inschrijving.
Aantal vrije plaatsen= capaciteit – verwachte aantal zittende leerlingen op basis van de
gegarandeerde schoolloopbaan – aantal in voorgaande voorrangsperiodes ingeschreven leerlingen
Voorbeeld: Een basisschool heeft een capaciteit van 50 bepaald voor het eerste leerjaar. Er zijn al 43
kinderen die doorstromen vanuit het kleuteronderwijs (zittende leerlingen). Eén leerling zal het eerste
leerjaar zeker opnieuw doen, voor een tweede leerling verwacht men mogelijk hetzelfde. Voor de
start van de inschrijvingen is het aantal vrije plaatsen dus zes of vijf – het is aan de school om een
inschatting te maken van de situatie. Indien de school zes vrije plaatsen communiceert, en deze
worden tijdens de inschrijvingsperiode allemaal ingevuld, betekent een tweede zittenblijver dat er 51
leerlingen zullen zijn in het eerste leerjaar. Indien de school vijf vrije plaatsen doorgeeft en er blijkt
slechts één leerling het jaar over te doen, zijn er slechts 49 leerlingen ingeschreven. Indien er
geweigerde leerlingen zijn, moet de school dan één leerling opvissen van de lijst van nietgerealiseerde inschrijvingen, of alsnog een 50e leerling inschrijven indien die zich aandient.
Wanneer vrije plaatsen meedelen?
Vrije plaatsen worden aan alle belanghebbenden gecommuniceerd, minstens op volgende
momenten:
1. Vóór de start van de inschrijvingsprocedure (dus voor de voorrangsperiode voor kinderen van
dezelfde leefentiteit);
2. indien van toepassing:
Voor scholen, gelegen in het werkingsgebied van een LOP en aanmeldende scholen: vóór de start van
de voorrangsperiode voor indicator- en niet-indicatorleerlingen (na verwerking van de inschrijvingen
van de voorrangsgroep ‘kinderen van dezelfde leefentiteit’ en ‘kinderen van personeel’;
3. Vóór de start van de vrije inschrijvingsperiode (na verwerking van de inschrijvingen in de
voorrangsperiode voor niet-indicator- en indicatorleerlingen).
Voorrang voor indicator- en niet-indicatorleerlingen
Deze voorrangsgroep is verplicht voor alle scholen van het gewoon basisonderwijs binnen het
werkingsgebied van een LOP en voor alle scholen die aanmelden.
Deze verplichting geldt enkel voor de ‘instroomjaren’: de twee jongste geboortejaren voor het
kleuteronderwijs, en – ook voor basisscholen - het eerste leerjaar van het lager onderwijs. De
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
20
voorrangsregeling voor indicator- en niet-indicatorleerlingen mag ook in de overige leerjaren worden
toegepast maar is daar geen verplichting.
Een school die de voorrangsregeling voor indicator- en niet-indicatorleerlingen enkel toepast voor de
instroomjaren, mag in diezelfde periode ook leerlingen inschrijven voor de andere geboortejaren
en/of leerjaren (ook al wordt de voorrangsregeling daar niet toegepast). Indien de school dit niet
doet (en inschrijvingen voor de andere geboortejaren pas in de vrije inschrijvingsperiode starten)
communiceert ze dit naar alle belanghebbenden.
Een LOP mag hierover afspraken maken.
Indicatoren
De indicatoren ‘ ‘thuislozen’ en ‘trekkende bevolking’ worden in het inschrijvingsdecreet geschrapt.
Beide indicatoren blijven wel behouden voor de berekening van omkadering en werkingsmiddelen.
Een indicatorleerling is een leerling die aan minstens één van de volgende indicatoren voldoet:

de moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijs of van een
studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs
of van een daarmee gelijkwaardig studiebewijs.

het gezin ontving in het schooljaar, voorafgaand aan het schooljaar waarop de inschrijving
van de leerling betrekking heeft, of in het daaraan voorafgaande schooljaar, minstens één
schooltoelage (=voor het leerplichtonderwijs) van de Vlaamse Gemeenschap
Lijst van niet-gerealiseerde inschrijvingen
Vanaf de inschrijvingen voor schooljaar 2015-2016 geldt de volgorde van de niet-gerealiseerde
inschrijvingen voor de kleuters van het jongste geboortejaar tot en met 30 juni van het schooljaar
waarop de inschrijving betrekking heeft.
Vanaf 1 juli van dat schooljaar geldt de weigeringslijst voor hetzelfde geboortejaar, maar dan voor
het volgende schooljaar.
Voor de andere geboorte- en leerjaren wordt de volgorde van de lijst van niet-gerealiseerde
inschrijvingen gerespecteerd tot de vijfde schooldag van oktober.
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon basisonderwijs
Op 1 januari 2015 wordt het nieuwe decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften van kracht. Op dat moment wordt de draagkrachtafweging voor de
inschrijvingen voor schooljaar 2015-2016 vervangen door een nieuwe regeling waarbij het begrip
‘redelijkheid van aanpassingen’ centraal staat. Hierover zal in het najaar van 2014 gecommuniceerd
worden.
De afweging rond de redelijkheid van de aanpassing geldt vanaf 1 januari 2015, maar enkel voor de
inschrijvingen voor schooljaar 2015-2016.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
21
overzicht van de geldende regelgeving voor inschrijvingen in het gewoon basisonderwijs van
leerlingen met inschrijvingsverslag buitengewoon onderwijs
Inschrijving voor
Datum van de inschrijving Geldende regelgeving
Schooljaar 2014-2015 -
Draagkrachtafweging
Schooljaar 2015-2016 T.e.m. 31 december 2014 Draagkrachtafweging
Schooljaar 2015-2016 Vanaf 1 januari 2015
Redelijkheid van de aanpassingen
Schooljaar 2015-2016 Schooljaar 2015-2016
Redelijkheid van de aanpassingen
Capaciteit
Het schoolbestuur moet een leerling weigeren wanneer de inschrijving met het oog op het volgend
schooljaar zou betekenen dat de school de capaciteit zou overschrijden. Dit betekent dat het
schoolbestuur rekening moet houden met de capaciteit van het volgend schooljaar ook al zijn er nog
vrije plaatsen in het lopend schooljaar.
Voorbeeld: Een school heeft voor elk leerjaar een capaciteit van 25 bepaald. In het vierde leerjaar zijn
momenteel 23 leerlingen. Er zijn echter al twee leerlingen ingeschreven voor het vijfde leerjaar voor
volgend schooljaar, dus is de capaciteit voor het vijfde leerjaar voor volgend schooljaar al bereikt.
Leerlingen die zich nog willen inschrijven voor het vierde leerjaar moeten dan ook geweigerd worden,
op basis van capaciteit. Als nog twee leerlingen inschrijven in het vierde leerjaar zou dit immers
betekenen dat er – wanneer alle leerlingen van het vierde leerjaar doorstromen - volgend schooljaar
27 leerlingen zijn in het vijfde leerjaar.
Inschrijven tijdens een aanmeldingsprocedure
Voorafgaand aan én tijdens een aanmeldingsprocedure kunnen geen inschrijvingen gebeuren voor
het volgende schooljaar.
Inschrijvingen voor het huidige schooljaar kunnen wel tijdens een aanmeldingsprocedure; zij het
enkel onder volgende voorwaarden:


het gaat om leerlingen die behoren tot overcapaciteitsgroepen of
in geval van een inschrijving van een leerling die niet behoort tot een overcapaciteitsgroep, is
aan volgende voorwaarden voldaan:
-
op het moment van de vraag tot inschrijving is er nog een vrije plaats voor het
lopende schooljaar, én
de inschrijving wordt gemeld aan het LOP of (buiten LOP-gebied) aan de
schoolbesturen van scholen van dezelfde gemeente, én
alle leerlingen die tijdens de aanmeldingsperiode gunstig gerangschikt worden,
moeten ook effectief worden ingeschreven.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
22
Nieuwe, extra overcapaciteitsgroep
•leerlingen van een school die sluit, op voorwaarde dat:
a. het gaat om de enige school van het schoolbestuur, en;
b. de school gelegen is in een gemeente waar alle scholen aanmelden (en waar dus sprake is van
capaciteitsdruk), en;
c. de sluiting niet kadert in een herstructurering, en;
d. alle leerlingen van de betrokken school een plaats in andere scholen aangeboden wordt.
De toewijzing van gunstig gerangschikte leerlingen (CAR)
Indien een leerling die zich na een centrale aanmeldingsprocedure (CAR) heeft ingeschreven, alsnog
wordt ingeschreven in een school van hogere keuze, mag de school van lagere keuze de inschrijving
beëindigen.
De hogere plaats van de school in de voorkeurslijst van de ouders is een duidelijke indicatie van het
feit dat de ouder de nieuwe inschrijving verkiest boven de eerder gerealiseerde inschrijving.
Toetsing voorstel van aanmeldingsprocedure door de CLR
Men legt het aanmeldingsdossier ter toetsing voor aan de CLR (commissie leerlingenrechten),
uiterlijk op 15 september van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de
inschrijvingen gelden.
Schoolbesturen die de inschrijvingen voor schooljaar 2015-2016 voor type 9 willen laten voorafgaan
door een aanmeldingsprocedure kunnen - voor dit overgangsjaar - een aanmeldingsdossier indienen
tot uiterlijk 16 februari 2015.
De CLR toetst het voorstel van aanmeldingsprocedure aan de bepalingen inzake het recht op
inschrijving en de aanmeldingsprocedures en aan de uitgangspunten van het inschrijvingsrecht.
Zij neemt over het voorstel van aanmeldingsprocedure een besluit, uiterlijk twee maanden na de
indiening van het aanmeldingsdossier. Indien het einde van deze periode van twee maanden tussen
15 juli en 15 augustus valt, beslist de CLR ten laatste in de week volgend op 16 augustus.
Afwezigheden van leerlingen in het basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13281
In bepaalde passages geherformuleerd om de duidelijkheid te verhogen.
Goed om weten: Bij ernstig misbruik i.v.m. leerplichtontduiking of spijbelen kan parketcriminoloog
van arrondissement ouders vervolgen voor de politierechtbank of maatregelen voor de jongere
vorderen via de jeugdrechtbank.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
23
Kostenbeheersing in het basisonderwijs
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13875
De toepassing van de indexformule heeft geen gevolgen voor de bedragen van de scherpe
maximumfactuur voor het schooljaar 2014-2015. Bedragen blijven identiek.
Geïndexeerd bedrag schooljaar 2014 – 2015
Kleuter
2 + 3 jarigen
25 euro
4 jarigen
35 euro
5-jarigen en leerplichtige kleuters
40 euro
Lager
Per leerjaar
70 euro.
GEINDEXEERDE BEDRAG VOOR DE MINDER SCHERPE MAXIMUMFACTUUR VOOR HET SCHOOLJAAR
2014 – 2015: 410 euro.
Het niet meegeven van evaluatiedocumenten (zoals het rapport) omdat facturen nog niet betaald
zijn is niet toegestaan. Scholen moeten zich voor het innen van achterstallige facturen op andere
middelen beroepen.
STEUNPUNT BASISONDERWIJS NIEUWE REGELGEVING 1/09/14
24