1 klachtenregeling jan arentsz 2014/2015

klachtenregeling jan arentsz
2014/2015
Hoe nauwkeurig we ons werk ook willen doen, het is mensenwerk.
Fouten en verschil van mening zijn mogelijk. Daarom zijn er klachtenregelingen.
Overzicht klachten/klachtenregelingen
aard van de klachten
meldpunt
afhandeling
Seksuele intimidatie, ongewenste intimiteiten, agressie, geweld,
discriminatie
Vertrouwenspersonen:
vestiging Alkmaar
mw. C. van Eijck en mw. Y. Siegel
tel. (072) 518 76 76
of:
CSG Jan Arentsz
t.a.v. mw. C. van Eijck of mw. Y. Siegel
Mandenmakerstraat 11
1825 BB Alkmaar
vestiging Langedijk
CSG Jan Arentsz
t.a.v. dhr. C. Bood
Bosgroet 14
1722 KA Zuid-Scharwoude
vestiging Alkmaar (havo/vwo)
CSG Jan Arentsz
t.a.v. dhr. H. den Uil
Mandenmakerstraat 11
1825 BB Alkmaar
vestiging Alkmaar (vmbo)
CSG Jan Arentsz
t.a.v. dhr. J.W. Heemstra
Mandenmakerstraat 11
1825 BB Alkmaar
vestiging Langedijk
CSG Jan Arentsz
t.a.v. dhr. C. Bood
Bosgroet 14
1722 KA Zuid-Scharwoude
1. Voorzitter College van Bestuur;
2. Klacht betreffende Voorzitter
CvB: naar Raad van Toezicht.
3. Vertrouwenspersoon integriteit.
Adres: zie onder de tabel
Zie onder Klachtenregeling
Officiële klachten door Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs
Het vermoeden van een misstand binnen CSG Jan Arentsz
(klokkenluiderregeling)
Over de school, de voorzitter van
het College van Bestuur, de directie en de docenten
Volgens de regeling van het
schoolexamen en het examenreglement
Volgens de “Regeling inzake
het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen
CSG Jan Arentsz (klokkenluiderregeling)”.
Volgens de Klachtenregeling
* algemeen
klachenregeling
toetsbeleid
Schoolexamen en centraal examen Vmbo, Havo, Atheneum en
Gymnasium
1
Adres meldpunt klokkenluiderregeling:
1. CSG Jan Arentsz; Mandenmakerstraat 11, 1825 BB Alkmaar; t.a.v. de Voorzitter van het College van Bestuur
2. CSG Jan Arentsz; Mandenmakerstraat 11, 1825 BB Alkmaar; t.a.v. de secretaris van de Raad
van Toezicht
3. CSG Jan Arentsz; Mandenmakerstraat 11, 1825 BB Alkmaar; t.a.v. de vertrouwenspersoon
integriteit
De “Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen CSG Jan
Arentsz (klokkenluiderregeling)” en de “Klachtenregeling” staan op de website van de school.
De regeling voor het schoolexamen en het centraal examen wordt aan de examenkanditaten
uitgereikt en staat ook op de website van de school.
Klachtenregeling
Jan Arentsz werkt samen met de stichting SOVON in het Van der Meij College (VMC). Voor de
sector Zorg en Welzijn van het VMC is Jan Arentsz verantwoordelijk. Deze sector is een nevenvestiging van Jan Arentsz. Leerlingen en personeelsleden van deze sector vallen onder het bevoegd gezag van Jan Arentsz. De verantwoordelijkheid voor de andere sectoren berust bij
SOVON. Klachten met betrekking tot de sector Zorg en Welzijn worden op grond van de samenwerkingsovereenkomst met SOVON behandeld door de directeur van het VMC volgens de
klachtenregeling van het VMC. Indien het een klacht tegen de directeur van het VMC betreft en
de klacht in dit geval afkomstig is van een leerling, ouder of personeelslid van de sector Zorg en
Welzijn, zal de klacht worden behandeld door het College van Bestuur van de CSG Jan Arentsz.
1.1. KLACHT: Een zaak of gebeurtenis betreffende gedragingen of beslissingen of het nalaten
daarvan van de voorzitter van het CvB, de directie of de overige personeelsleden van de school,
die in het kader van de klachtenregeling schriftelijk wordt ingediend.
1.2. KLAGER: Ouder(s), voogd(en) en verzorger(s) van leerlingen, leerlingen die de leeftijd van
13 jaar hebben bereikt of personeelsleden die een klacht indienen.
1.3. AANGEKLAAGDE: De voorzitter van het CvB, de directie, de overige personeelsleden van
de school.
1.4. KLACHTENCOMMISSIE: De commissie ingesteld door de voorzitter van het CvB, die een
ingediende klacht onderzoekt, rapporteert en er advies over uitbrengt aan de voorzitter van het
CvB. Bij langdurige afwezigheid van de voorzitter van het CvB wordt door de RvT een vervanger
aangewezen.
1.5. DE RAAD VAN TOEZICHT: de Raad van Toezicht van de Stichting Christelijk Voortgezet
Onderwijs Alkmaar en omstreken.
1.6. DE VOORZITTER VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR/DE ALGEMEEN
DIRECTEUR: het bevoegd gezag van de school. Overal waar in deze regeling de voorzitter van
het CvB staat, dient gelezen te worden: de voorzitter van het CvB of zijn vervanger.
1.7. VESTIGINGSDIRECTEUR: de directeur van de vestiging havo/vwo klas 1 t/m 3, of de directeur van de vestiging bovenbouw havo/vwo of de directeur van de vestiging Mandenmakerstraat vmbo of de directeur van de vestiging Langedijk.
1.8. DIRECTIE: de vestigingsdirecteuren tezamen met de adjunct-vestigingsdirecteuren.
klachenregeling
Artikel 1. Begripsbepalingen
2
Artikel 2. Klachtmelding
2.1.a. Indien een ouder, voogd of verzorger van een leerling*of een leerling een klacht heeft,
wordt deze klacht schriftelijk ingediend bij de vestigingsdirecteur.
De vestigingsdirecteur stelt de voorzitter van het CvB binnen 24 uur (op werkdagen) in kennis
van de ontvangst van de klacht. De vestigingsdirecteur onderzoekt de klacht en probeert binnen een periode van vijf schooldagen een oplossing voor het gerezen probleem te vinden. Als
de vestigingsdirecteur de klacht niet kan oplossen, wordt de klacht ter afhandeling doorverwezen naar de voorzitter van het CvB.
2.1.b. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, behoudens het gestelde in het reglement voor het schoolexamen ten aanzien van klachten over
het schoolexamen.
2.1.c. Als een klacht gericht is tegen een lid van de directie, wordt de klacht behandeld door de
voorzitter van het CvB. Een klacht gericht tegen de voorzitter van het CvB moet worden ingediend bij de secretaris van de RvT en wordt door de klachtencommissie via de Besturenraad afgehandeld.
2.2.a. Als een personeelslid een klacht heeft, wordt deze klacht ingediend bij de voorzitter van
het CvB die deze klacht eerst voorlegt aan de vestigingsdirecteur die het onderwerp van de
klacht in zijn taakopdracht heeft. Als de vestigingsdirecteur binnen een periode van vijf schooldagen de klacht niet kan oplossen, dan wordt de klacht ter afhandeling terugverwezen naar de
voorzitter van het CvB.
2.2.b. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, behoudens het gestelde in het reglement voor het schoolexamen ten aanzien van klachten over
het schoolexamen.
2.2.c. Als een klacht gericht is tegen een lid van de directie, wordt de klacht behandeld door de
voorzitter van het CvB. Een klacht gericht tegen de voorzitter van het CvB moet worden ingediend bij de secretaris van de RvT en wordt door de klachtencommissie via de Besturenraad afgehandeld.
2.3. De voorzitter van het CvB onderzoekt de klacht en probeert binnen een periode van zeven
schooldagen een oplossing voor het gerezen probleem te vinden, behoudens het gestelde in de
laatste volzin van artikel 2.1.c. en artikel 2.2.c.
2.4. Indien de voorzitter van het CvB meer tijd nodig heeft dan zeven schooldagen om het probleem op te lossen, doet de voorzitter van het CvB de klager schriftelijk daarvan mededeling en
wordt de periode met nogmaals zeven schooldagen verlengd.
2.5.a. Als de voorzitter van het CvB de klacht niet kan oplossen, of als naar de mening van de
klager de klacht niet voldoende is afgehandeld, wordt de klacht voorgelegd aan de klachtencommissie.
2.5.b. De voorzitter van het CvB heeft het recht een ingediende klacht direct voor te leggen aan
de klachtencommissie.
2.6. In bijzondere gevallen kan een ouder, voogd of verzorger van een leerling de klacht voorleggen aan één van de vertrouwensdocenten. De vertrouwensdocent legt de klacht voor aan de
betreffende vestigingsdirecteur, de voorzitter van het CvB of de klachtencommissie.
2.7. Bij de klachtencommissie worden klachten schriftelijk, en ondertekend door de klager, ingediend onder vermelding van:
 Datum, tijd, plaats van de gebeurtenis waar over geklaagd wordt
 Naam van de aangeklaagde
 Naam van de klager
 Een omschrijving van de klacht
Als een klachtmelding niet geheel aan de gestelde eisen voldoet, stelt de klachtencommissie de
klager in de gelegenheid de klachtmelding binnen 7 schooldagen alsnog in orde te brengen.
3
Indien hieraan niet voldaan wordt, kan de klacht door de commissie niet ontvankelijk worden
verklaard.
2.8. Klachten moeten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 10 schooldagen nadat de klager door
de voorzitter van het CvB is geïnformeerd over de interne afhandeling van de klacht (zie artikel
2.5.a.), naar de klachtencommissie gestuurd worden.
Klachten die 11 dagen of later naar de klachtencommissie gestuurd worden, worden niet in behandeling genomen.
2.9. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen.
2.10. Een klacht voor de klachtencommissie wordt ingediend bij de voorzitter van het CvB.
3.1. De voorzitter van het CvB benoemt de klachtencommissie.
3.2. De klachtencommissie bestaat uit vijf leden. Twee leden worden benoemd op voordracht
van de oudergeleding uit de Medezeggenschapsraad en twee leden worden benoemd op voordracht van de personeelsraad. Het vijfde lid, de voorzitter van de klachtencommissie, wordt
aangezocht door de voorzitter van het CvB en mag geen deel uitmaken van de RvT en niet
werkzaam zijn voor of bij de school. De klachtencommissie kiest uit haar midden een secretaris.
3.3. Zowel voor de benoemden door de oudergeleding als voor de benoemden door de personeelsraad worden vervangers benoemd. Tijdens de procedure van het afhandelen van een
klacht kan een lid van de klachtencommissie zich niet laten vervangen.
3.4. Indien door omstandigheden de voorzitter van de klachtencommissie vervangen moet
worden, zoekt de voorzitter van het CvB zo snel mogelijk een vervangend voorzitter. Tijdens de
procedure van het afhandelen van een klacht kan de voorzitter, behoudens een overmachtsituatie, niet vervangen worden.
3.5. Als tegen een lid van de klachtencommissie een klacht wordt ingediend, neemt voor het
afhandelen van de klacht een vervanger de plaats in van de aangeklaagde.
3.6. Leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een periode van drie jaar. Ieder
jaar treedt een evenredig deel van het aantal leden (inclusief de vervangers) af volgens een door
de klachtencommissie op te stellen rooster. De voorzitter en de leden (en hun vervangers) van
de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. De ontstane vacature wordt zo snel
mogelijk ingevuld. Een tussentijds in een vacature benoemd lid neemt, voor wat het rooster
betreft, de plaats in van zijn voorganger.
3.7. Een aftredend lid van de klachtencommissie is éénmaal voor een periode van drie jaar herbenoembaar. De voorzitter van de klachtencommissie kan twee keer een periode van drie jaar
herbenoemd worden. Na overleg met de Medezeggenschapsraad kan de voorzitter van het CvB
besluiten de periode van herbenoeming van de voorzitter voor een derde periode uit te breiden.
3.8. De leden van de klachtencommissie kunnen onkosten die gemaakt worden ten behoeve
van het werk in de klachtencommissie, declareren bij de voorzitter van het CvB.
3.9. De klachtencommissie kan voor administratieve ondersteuning een beroep doen op de
administratie van de vestiging Mandenmakerstraat.
3.10. De klachtencommissie fungeert tevens als geschillencommissie zoals bedoeld in artikel 13
van het leerlingenstatuut.
Artikel 4 Procedure
4.1. Als de voorzitter van het CvB een klacht voor de klachtencommissie ontvangt, noteert hij
de datum van ontvangst op de klacht en stuurt hij een kopie van de klacht naar de leden van de
klachtencommissie. Tevens wordt de klacht naar de aangeklaagde gestuurd. De klager ontvangt mededeling van ontvangst van de klacht.
4.2. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk tien schooldagen na ontvangst van de klacht roept de
voorzitter van de klachtencommissie de commissie bijeen ter bespreking en afhandeling van de
klachenregeling
Artikel 3 Klachtencommissie
4
klacht. Voor het houden van een zitting is vereist dat tenminste drie leden van de klachtencommissie aanwezig zijn. Naast de aanwezigheid van de voorzitter is de aanwezigheid vereist
van een lid namens de oudergeleding van de MR en een lid namens de personeelsraad.
4.3. De klager en degene over wie is geklaagd krijgen de gelegenheid hun zienswijze mondeling
of schriftelijk toe te lichten. Bij een mondelinge toelichting worden klager en aangeklaagde buiten elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij de klachtencommissie anders bepaalt. Klager en aangeklaagde kunnen zich bij de behandeling van de klacht laten bijstaan door een vertrouwenspersoon of advocaat. Van de gesprekken met klager en aangeklaagde wordt een verslag gemaakt. Het verslag is een zakelijke weergave van wat over en weer is gezegd. Het verslag wordt
ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie en tevens door de klager en
aangeklaagde. Als klager of aangeklaagde het verslag weigert te ondertekenen, wordt dit in
een bijdrage bij het verslag vermeld. Deze bijlage wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van de commissie.
4.4. De klachtencommissie vormt zich een oordeel over de gegrondheid van de klacht en is bevoegd daartoe alle gewenste inlichtingen in te winnen. Het oordeel van de klachtencommissie
wordt binnen een periode van 20 schooldagen na ontvangst van de klacht, al dan niet vergezeld
van aanbevelingen, schriftelijk medegedeeld aan de klager, de aangeklaagde en de voorzitter
van het CvB.
4.5. Indien de klager tijdens de procedure bij de klachtencommissie de klacht intrekt, deelt de
klachtencommissie dit aan de aangeklaagde en het bestuur mee.
4.6. Als de klachtencommissie niet in staat is binnen een periode van 20 schooldagen de klachten af te handelen, wordt de periode met 10 schooldagen verlengd.
De commissie doet hiervan schriftelijk mededeling aan de klager, aangeklaagde en de voorzitter van het CvB.
4.7. De voorzitter van het CvB deelt de klager en de klachtencommissie binnen vier werkweken
na ontvangst van het oordeel over de klacht van de klachtencommissie schriftelijk mee of hij
het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of naar aanleiding hiervan maatregelen
getroffen zullen worden en zo ja welke.
4.8. Als de voorzitter van het CvB niet binnen een periode van vier weken op het oordeel van de
klachtencommissie kan reageren, deelt de voorzitter van het CvB dit met redenen omkleed
mee aan klager en klachtencommissie en vermeldt erbij wanneer de voorzitter van het CvB zijn
standpunt bekend zal maken.
5.1. Degene die betrokken is bij de melding en afhandeling van een klacht en daarbij de beschikking krijgt over gegevens, waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijze
moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk
voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
5.2. Gegevens die betrekking hebben op een klacht worden bewaard op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor de leden van de klachtencommissie en de voorzitter van het CvB. Echter indien een klacht de voorzitter van het CvB betreft, worden de gegevens bewaard op een
door de RvT vast te stellen plaats.
5.3. Deze klachtenregeling heeft een geldigheidsduur van twee jaar nadat de regeling in een
vergadering van de RvT is vastgesteld. Na twee jaar moet deze of een gewijzigde regeling opnieuw worden vastgesteld voor een nader af te spreken periode.
5.4. In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist de voorzitter van het CvB.
5.5. Deze regeling is laatstelijk bijgesteld per december 2011.
klachenregeling
Artikel 5 Slotbepalingen
5