sociaal-plan-endenburg

Sociaal Plan
1 april 2014 - 1 april 2015
15 april 2014
INHOUDSOPGAVE
1. Algemeen
1.1. Begripsbepalingen
1.2. Werkingssfeer
1.3. Looptijd
1.4. Overleg
2. Procedure
2.1. Vaststelling en mededeling van boventalligheid
2.2. Procedure beëindiging arbeidsovereenkomst
2.3. Opzegtermijn
2.4. Vrijstelling van werk
3. Regelingen
3.1. Financiële vergoeding
3.2. Begeleiding naar een nieuwe baan
3.3. Juridische bijstand
3.4. Plaatsmakersregeling
4. Overige regelingen
4.1. Concurrentiebeding
4.2. Studiekosten
4.3. Referenties en getuigschrift
4.4. Eindafrekening
4.5. Fiscale afwikkeling
4.6. Begeleidingscommissie
4.7. Hardheidsclausule
Pagina 2 van 12
Ondergetekenden:
Endenburg Elektrotechniek B.V. gevestigd te Rotterdam aan de Prins Pieter Christiaanstraat 50, te
dezer zake vertegenwoordigd door de heer J. Knoester
en
FNV Bondgenoten, te dezer zake vertegenwoordigd door haar bestuurder de heer M. Sekercan en
CNV Vakmensen, te dezer zake vertegenwoordigd door haar bestuurder de heer P. Vlaming, verder
te noemen “vakorganisaties”.
In aanmerking nemende dat:




De aanleiding voor het opstellen van dit Sociaal Plan het structureel teruglopen van de
productie en prijsdruk bij Endenburg Elektrotechniek is ten gevolge van de economische
recessie;
Als gevolg hiervan een reorganisatie binnen Endenburg Elektrotechniek waarbij
arbeidsplaatsen komen te vervallen onvermijdelijk is. Hierover is advies gevraagd en
gekregen van de BedrijfsKring (BK) die als ondernemingsraad functioneert
Het wenselijk is voorzieningen te treffen om te komen tot sociaal aanvaardbare oplossingen
voor de personele gevolgen die de reorganisatie met zich mee brengt;
De thans geldende cao voor het Technisch Installatiebedrijf van toepassing is (hierna:
“CAO”).
Komen als volgt een Sociaal Plan overeen:
Pagina 3 van 12
1.
Algemeen
1.1
Begripsbepalingen
Werkgever
:
Reorganisatie :
Boventallige
:
Loon
:
Ontslagdatum :
Peildatum
Plaatsmaker
:
:
Leeftijd
:
1.2
Endenburg Elektrotechniek B.V.;
Wijzigingen in de organisatie van de werkgever die leiden tot verval van
arbeidsplaatsen;
Werknemer met een dienstverband voor onbepaalde tijd, als bedoeld in artikel
7:610 BW, van wie de arbeidsplaats op grond van de reorganisatie, als bedoeld
in artikel 2.1 van dit sociaal plan komt te vervallen en aan wie geen passende
functie kan worden aangeboden;
Het voor de werknemer geldende bruto maandloon, vermeerderd met vaste
beloningscomponenten en inclusief vakantietoeslag;
De datum waarop de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk wordt beëindigd na
afloop van de opzegtermijn;
1 april 2014;
Een werknemer die niet voorkomt op de ontslaglijst maakt plaats voor een
andere werknemer die wel op de ontslaglijst staat conform het
afspiegelingsbeginsel;
Leeftijd van de werknemer – niet afgerond – op de datum van ondertekening
van het sociaal plan.
Werkingssfeer
Dit Sociaal Plan is van toepassing op alle werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd
die boventallig worden verklaard in de reorganisatie zoals verwoord in de adviesaanvraag aan de BK
van 30 december 2013. Dit Sociaal Plan is niet van toepassing op werknemers die om andere
redenen dan deze reorganisatie hun baan verliezen, zoals bijvoorbeeld disfunctioneren of einde van
het dienstverband door verloop van een tijdelijk contract.
1.3
Looptijd
Het Sociaal Plan geldt van 1 april 2014 tot 1 april 2015 en geldt voor de reorganisatie zoals verwoord
in de adviesaanvraag aan de BK van 30 december 2013. Uiterlijk 1 februari 2015 nemen de
vakbonden contact op over eventuele verlenging van de looptijd van het Sociaal Plan.
1.4
Overleg
Indien wijziging in wetten of regels daartoe aanleiding geeft zullen partijen in overleg treden over
een eventuele aanpassing van dit Sociaal Plan.
Pagina 4 van 12
2.
Procedure
2.1
Vaststelling en mededeling van boventalligheid
De werknemer van wie de arbeidsplaats komt te vervallen wordt boventallig verklaard. Vaststelling
van boventalligheid vindt plaats volgens de criteria van het Ontslagbesluit. Hierbij geldt het
afspiegelingsbeginsel.
2.2
Procedure beëindiging arbeidsovereenkomst
De procedure met betrekking tot het beëindigen van het dienstverband voor onbepaalde tijd vangt
aan nadat een het Sociaal Plan tot stand is gekomen.
Bij zijn keus voor beëindiging van het dienstverband is de werkgever uitgegaan van het
afspiegelingsbeginsel, op basis waarvan bij het UWV WERKbedrijf danwel de kantonrechter een
ontslagaanvraag zal worden ingediend.
De betreffende boventallige werknemers worden in een persoonlijk gesprek met de manager (of
diens plaatsvervanger) medegedeeld dat hun arbeidsplaats komt te vervallen. De werkgever zal deze
mededeling schriftelijk aan de werknemer bevestigen. Bij de ontslagaanzegging wordt een exemplaar
van het Sociaal Plan overhandigd.
Elke boventallige medewerker zal de mogelijkheid worden geboden om in onderling overleg met de
werkgever de arbeidsovereenkomst te laten beëindigen en de afspraken vast te leggen in een
vaststellingsovereenkomst. In deze vaststellingsovereenkomst worden alle afspraken (rechten en
plichten) tussen de werkgever en werknemer vastgelegd.
Indien werkgever en werknemer besluiten om de afspraken vast te leggen in een
vaststellingsovereenkomst is een ontslagaanvraag bij het UWV WERKbedrijf danwel de
kantonrechter niet meer nodig.
Werknemer wordt in de gelegenheid gesteld om de vaststellingsovereenkomst voor te leggen aan
een jurist of ergens anders te rade te gaan. Werkgever zal op generlei wijze druk uitoefenen op
werknemer om deze vaststellingsovereenkomst te tekenen. Het is aan werknemer om te beslissen
om door middel van de vaststellingsovereenkomst de arbeidsovereenkomst te beëindigen, of een
procedure via het UWV Werkbedrijf danwel de kantonrechter te volgen.
Indien de werkgever en werknemer besluiten om de arbeidsovereenkomst te beëindigen met
wederzijds goedvinden door middel van een vaststellingsovereenkomst, ontvangt de werknemer
aanvullend 0,5 bruto maandsalaris gelijktijdig met de ontslagvergoeding zoals beschreven in artikel
3.1. Tevens kan de werknemer bij beëindiging met wederzijds goedvinden gebruik maken van
vrijstelling van werkzaamheden gedurende maximaal de laatste maand van het dienstverband bij
werkgever. Deze procedure om te komen tot een vaststellingsovereenkomst dient binnen 2 weken
na de aanzegging te zijn afgerond. Na dit tijdstip vervalt de aanspraak op deze aanvullende uitkering
van bruto 0,5 maandsalaris alsook de mogelijkheid om gebruik te maken van voornoemde vrijstelling
van werkzaamheden.
Pagina 5 van 12
Indien werkgever en werknemer niet komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door
middel van een vaststellingsovereenkomst zal de werkgever ontbinding vragen bij de kantonrechter
of na ontvangst van een ontslagvergunning van het UWV WERKbedrijf de arbeidsovereenkomst
opzeggen.
2.3
Opzegtermijn
Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst zijn de opzegtermijnen zoals bedoeld in de CAO van
toepassing. Voor werknemers die een dienstverband hebben van korter dan vijf jaar geldt een
opzegtermijn van één maand; voor werknemers die een dienstverband hebben van langer dan vijf
jaar, maar korter dan tien jaar, geldt een opzegtermijn van twee maanden; voor werknemers die een
dienstverband hebben van langer dan tien jaar, maar korter dan vijftien jaar, geldt een opzegtermijn
van drie maanden; voor werknemers die een dienstverband hebben van langer dan vijftien jaar geldt
een opzegtermijn van vier maanden. Bij de ontslagprocedure via het UWV WERKbedrijf wordt de
opzegtermijn met één maand bekort mits er een opzegtermijn van minimaal één maand overblijft.
2.4
Vrijstelling van werk
De boventallige werknemer kan in voorkomende gevallen worden vrijgesteld van werkzaamheden
met behoud van de voor hem geldende arbeidsvoorwaarden, met uitzondering van de emolumenten
die verband houden met de uitoefening van de functie, zoals een reiskostenvergoeding en
onkostenvergoeding. Op eerste verzoek van de werkgever dienen de door werkgever ter beschikking
gestelde bedrijfsmiddelen bij vrijstelling van werk per direct te worden ingeleverd. Indien er een
lease-auto ter beschikking is gesteld waarvoor een bijtelling geldt voor de werknemer, kan de
werknemer de lease-auto tot de einddatum van de arbeidsovereenkomst blijven gebruiken en dient
hij deze op de laatste werkdag bij werkgever in goede staat in te leveren, inclusief alle bijbehorende
zaken. Indien een werknemer interesse heeft om de lease auto te kopen, zal Endenburg daarin een
bemiddelende rol spelen.
In een aantal gevallen zal de werknemer worden gevraagd lopende werkzaamheden af te ronden. De
boventallige werknemer die niet vrijgesteld is van werk zal tijdens de periode voorafgaand aan de
ontslagdatum - na toestemming van de werkgever - betaald verlof krijgen voor sollicitaties. De
omvang van dit verlof zal in onderling overleg in redelijkheid worden vastgesteld. Eventuele
reiskosten zullen (binnen Nederland) op basis van 2e klasse openbaar vervoer door de werkgever
worden vergoed indien hierin niet door derden wordt voorzien.
3.
Regelingen
3.1
Financiële vergoeding
Bij einde dienstverband heeft de boventallige werknemer die niet herplaatsbaar is ingevolge dit
Sociaal Plan recht op een financiële vergoeding. De hoogte van deze financiële vergoeding is
gebaseerd op de kantonrechtersformule, zoals vastgelegd in de Aanbevelingen van de Kring van
Kantonrechters, waarbij de correctiefactor C = 0,5 wordt gehanteerd.
Pagina 6 van 12
De vergoeding is gelijk aan A x B x C.
A
B
C
Staat voor de diensttijd die de werknemer aaneengesloten in dienst is geweest (incl.
de jaren bij de rechtsvoorgangers en een eventuele uitzendperiode) bij het einde van
het dienstverband; daarbij tellen de dienstjaren, afgerond op hele jaren, tot het
bereiken van:
 De leeftijd van 35 jaar voor 0,5 dienstjaren;
 Tussen de leeftijd vanaf 35 tot 45 jaar voor 1 dienstjaren;
 Tussen de leeftijd vanaf 45 tot 55 jaar voor 1,5 dienstjaren;
 Vanaf het bereiken van de leeftijd van 55 jaar voor 2 dienstjaren.
Staat voor beloning, zijnde het bruto maandsalaris vermeerderd met de vaste
beloningscomponenten en de vakantietoeslag.
Staat voor de correctiefactor en deze is 0,3
Werkgever is bereid voormelde vergoeding op de door werknemer aan te geven wijze uit te betalen,
mits dat niet kostenverhogend uitvalt en fiscaal toelaatbaar is. Dit op vertoon van een voor
werkgever ontlastende verklaring van de Belastingdienst.
3.2
Begeleiding naar een nieuwe baan (begeleidingstraject)
Boventallige werknemers en werknemers wiens contract voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt
binnen zes maanden vanaf de peildatum wegens reorganisatie, hebben recht op begeleiding bij het
vinden van een nieuwe baan. Deze begeleiding strekt zich uit tot maximaal zes maanden vanaf het
moment dat de betreffende werknemer wordt geïnformeerd omtrent de boventalligheid danwel het
einde van rechtswege van het contract voor bepaalde tijd. De werkgever verplicht zich in te spannen
om voornoemde werknemer elders aan een nieuwe arbeidsplaats te helpen (outplacement).
De begeleiding kan de volgende elementen behelzen:
 Inzet van het eigen netwerk van werkgever;
 Outplacement en scholing.
Inzet van het eigen netwerk werkgever
De directie en HR zullen actief contacten leggen met collega bedrijven, waaronder de DGC collega’s,
om na te vragen of zij vacatures hebben. Vacatures worden op regelmatige basis onder de aandacht
gebracht van de werknemers. De werkgever zal geen persoonlijke gegevens van werknemers
doorgeven aan potentiële nieuwe werkgevers, zonder hierover vooraf toestemming te hebben van
de betrokken werknemer.
Outplacement en scholing
Professionele begeleiding zal worden verzorgd door een door de werkgever geselecteerd
gespecialiseerd bedrijf. Dit bedrijf helpt de (boventallige) werknemer met solliciteren, doet testen en
zoekt mee naar een geschikte baan. Onder begeleiding naar een nieuwe baan wordt ook verstaan
training en of opleiding ten behoeve van (om)scholing.
Voor outplacement stelt de werkgevereen voorziening beschikbaar van totaal € 10.000,- inclusief
BTW voor alle betrokken werknemers tezamen.
Pagina 7 van 12
Voor een opleiding die specifiek gericht is op het vergroten van de kans op het vinden van een
nieuwe baan wordt per boventallige werknemer een individueel scholingsbudget van maximaal
EUR 1.000 inclusief btw beschikbaar gesteld.
Indien een (boventallige) werknemer aanspraak wil maken op een deel van deze gezamenlijke
voorziening voor outplacement en/of op het individuele scholingsbudget dient hij, binnen twee
weken nadat hij boventallig is verklaard danwel is geïnformeerd omtrent het einde van rechtswege
van het contract voor bepaalde tijd, een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de werkgever.
Ten minste één van de onderstaande criteria van begeleiding naar een nieuwe baan moet in de
aanvraag zijn opgenomen om voor toekenning van een deel van de voorziening voor outplacement
en/of het individuele scholingsbudget in aanmerking te komen:
 Acceptatie en motivatie;
 Sollicitatie en presentatie;
 Opstellen loopbaan profiel of een arbeidsmarkt actieplan;
 Opleiding of training welke redelijkerwijs leidt tot het vergroten van de kans op de
arbeidsmarkt.
Uiterlijk drie weken na voornoemde schriftelijke aanvraag geeft de werkgever uitsluitsel over de
toekenning en de hoogte van het budget voor outplacement en/of het individuele scholingsbudget.
Het betreft een voorziening; indien de (boventallige) werknemer geen gebruik maakt van een deel
van de voorziening voor outplacement en/of het individuele scholingsbudget, zal het budget niet
uitbetaald worden.
De facturen inzake outplacement en/of scholing worden door Endenburg rechtstreeks aan het
outplacement/opleidingsinstituut voldaan.
3.3
Juridische bijstand
Werkgever draagt de werkelijke kosten voor de gemachtigde voor juridische ondersteuning van de
boventallige werknemer tot een maximum van € 500,- inclusief kantoorkosten en exclusief BTW en
uitsluitend voor zover kosten worden gemaakt. Deze kosten dienen rechtstreeks en gespecificeerd bij
de werkgever in rekening te worden gebracht.
3.4
Plaatsmakersregeling
Een ‘plaatsmaker’ is een werknemer die aangeeft zijn arbeidsovereenkomst te willen beëindigen
waardoor een inmiddels aangezegde werknemer kan blijven. Deze regeling gaat in nadat formeel
bekend is gemaakt in welke groep wederzijds uitwisselbare functies arbeidsplaatsen komen te
vervallen. De plaatsmaker die binnen twee weken schriftelijk bij de werkgever aangeeft gebruik te
willen maken van de plaatsmakersregeling, komt in aanmerking voor een eenmalige vergoeding.
De hoogte van deze vergoeding is gebaseerd op 50% van de vergoeding zoals gedefinieerd onder
artikel 3.1 hierboven (‘Financiële vergoeding’), met een maximumbedrag ter grootte van het totaal
van de vergoeding zoals die uitgekeerd zou zijn aan de boventallige werknemer waarvoor de
Pagina 8 van 12
plaatsmaker plaatsmaakt (zie artikel 3.1 hierboven). Voor een plaatsmaker gelden de aanvullende
regelingen zoals beschreven in dit Sociaal Plan niet.
Voor de plaatsmakersregeling gelden de volgende voorwaarden:
 Een werknemer kan zich alleen aanbieden als door zijn vertrek het aantal gedwongen
ontslagen in die groep wederzijds uitwisselbare functies met één vermindert;
 Een werknemer zal niet als plaatsmaker kunnen vertrekken als hij of zij voor de organisatie
essentiële vaardigheden, kennis en/of ervaring bezit;
 De werknemer die in eerste instantie als boventallig is aangewezen dient in te stemmen met
een eventuele plaatsmaker. Indien deze werknemer niet instemt blijft hij boventallig zoals
bedoeld in dit Sociaal Plan.
4.
Overige regelingen
4.1
Concurrentiebeding
Indien de werknemer een concurrentiebeding in hun arbeidsovereenkomst hebben staan, komt die
met dit Sociaal Plan te vervallen.
4.2
Studiekosten
De werknemer die uit dienst treedt wordt ontheven van het terugbetalen van eventuele
studiekosten die voortvloeien uit een studiekostenregeling.
4.3
Referenties en getuigschrift
Desgevraagd zal werkgever (positieve) referenties verstrekken over het functioneren van de
boventallige werknemer. De boventallige werknemer ontvangt een (positief) luidend getuigschrift
van werkgever.
4.4
Eindafrekening
Bij uitdiensttreding zal er een eindafrekening opgesteld worden gebaseerd op de geldende
regelingen uit dit Sociaal Plan. Daarnaast bestaat de eindafrekening uit eventueel resterend
vakantiegeld en eventueel resterende verlofdagen. De uitbetaling hiervan vindt plaats in de maand
volgend op ontslagdatum. Indien niet alle gereedschappen, een eventuele laptop en/of telefoon
en/of overige materialen in goede staat zijn ingeleverd, dan wel dat de gereedschapset nog niet is
afbetaald, dan zal dit in mindering worden gebracht op de eindafrekening. Dit geldt tevens voor
eventueel openstaande boetes.
Pagina 9 van 12
4.5
Fiscale afwikkeling
Alle in dit Sociaal Plan genoemde uitkeringen zijn - tenzij uitdrukkelijk anders vermeld - bruto
vergoedingen. Werkgever zal de wettelijke verplichte inhoudingen plegen. Vergoedingen worden
slechts onbelast uitgekeerd voor zover de fiscale of sociale wetgeving zich hier niet tegen verzet.
Pagina 10 van 12
4.6
Begeleidingscommissie
Er wordt een begeleidingscommissie ingesteld met betrekking tot de uitvoering van dit Sociaal Plan.
Als de betrokken werknemer van mening is dat via de gebruikelijke hiërarchische weg niet of
onvoldoende aan zijn bezwaar tegemoet gekomen wordt, kan hij bezwaar aantekenen bij de
begeleidingscommissie.
De begeleidingscommissie zal met name adviseren met betrekking tot de afhandeling van individuele
klachten en bezwaren. Zij zal toezien op het correct toepassen van de procedures met betrekking tot
dit Sociaal Plan en zij zal, gevraagd of ongevraagd, de directie adviseren over alle facetten inzake de
toepassing en uitvoering van dit Sociaal Plan. De begeleidingscommissie kan de werkgever tevens
aanbevelingen doen met betrekking tot mogelijke verlenging van het begeleidingstraject, de
toekenning van het individuele scholingsbudget en de incidentele toepassing van de
hardheidsclausule.
De begeleidingscommissie brengt advies uit aan de directie, waarna door de directie een beslissing
zal worden genomen. Indien de begeleidingscommissie eensluidend tot een oordeel is gekomen, dan
zal de directie zich bij dit oordeel aansluiten. Adviezen respectievelijk beslissingen zullen binnen twee
weken schriftelijk aan betrokkenen worden medegedeeld. Werknemer behoudt van zelfsprekend het
recht om middels een gerechtelijke procedure het besluit juridisch aan te vechten.
De begeleidingscommissie bestaat uit drie leden:
 Namens de vakorganisaties
: nader aan te wijzen
 Namens de werkgever
: de heer E. Schreurs
 Onafhankelijk
: gezamenlijk aan te wijzen door beide partijen
De leden van de begeleidingscommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle particuliere en
zakelijke gegevens die hen bij het uitoefenen van hun taak ter kennis komen.
Pagina 11 van 12
4.7
Hardheidsclausule
Als toepassing van het Sociaal Plan in een individueel geval zou leiden tot een onbillijke situatie, kan
werkgever van dit Sociaal Plan afwijken ten gunste van de boventallige werknemer. In die gevallen
waarin het Sociaal Plan niet voorziet beslist de werkgever.
Aldus overeengekomen en door partijen getekend, d.d. 24 april 2014, te Rotterdam.
Endenburg Elektrotechniek B.V.
________________________
J. Knoester
FNV Bondgenoten
________________________
M. Sekercan
CNV Vakmensen
________________________
P. Vlaming
Pagina 12 van 12