nr. 34 - september 2014 Manager meets melkveehouder Edwin Sengers en Arjan Voermans enthousiast over de Waarde van de Keten Halfjaarcijfers 2014 Cees ’t Hart: ‘Eerste zes maanden waren lastig’ Tien vragen over de onaangekondigde beoordelingen 2 colofon melk is het tweemaandelijkse ledenmagazine van Royal FrieslandCampina. Dit magazine verschijnt in het Nederlands en Duits. column melk nummer 34 september 2014 Omgaan met onzekerheden UITGEVER Koninklijke FrieslandCampina N.V. HOOFDREDACTIE Jitske Jonkman [email protected] REDACTIEADRES Redactie melk Cooperative Affairs Postbus 2049 3800 CA Amersfoort Administratie: telefoonteam, t +31 (0)33 713 3000 BOERENREDACTIE Irma Bennink (Groenlo); Astrid Geboers-Rops (Liessel); David Flosbach (Wipperfürth); Aad Kester (Langbroek); Gerald van Middelaar (Bunschoten); Erik Tijhaar (Ellecom); Ellen van de Ven-Scheepens (Vlagtwedde); Tobias Wellie (FröndenbergWarmen) AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Johan Boonen, Alice Booy, Helma de Waardt en Wiltrud Wolters FOTOGRAFEN Van Assendelft fotografie, Marten Aukes, Rob ter Bekke, Albert Brunsting, Jan Buwalda, Ronald van den Heerik Fotografie, William Hoogteyling, Frans Kanters, Engel Lameijer, Wick Natzijl, Marten Sandburg, Studio Dyk, Shutterstock, Theo Tangelder, Niklas Thiemann, Kurt Vansteelant en Emile Wagenaar ILLUSTRATIES René van Asselt OPMAAK WAT ontwerpers, De Bilt DRUK Bek, Veghel Overname artikelen met bronvermelding is toegestaan. Omslag: William Hoogteyling anneer je de krant openslaat of het nieuws op tv volgt, zie je dat er in een jaar tijd veel veranderd is in de wereld. We lezen over de grote politieke onrust in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en over de onzekerheid na de uitbraak van het dodelijke Ebola-virus in Afrika. En wie had een jaar geleden gedacht dat een burgeroorlog in de Oekraïne deze zomer zo dichtbij zou komen? En dat het conflict zou resulteren in economische sancties tegen Rusland en een boycot van onze zuivelproducten door Rusland? Al deze ontwikkelingen hebben directe en indirecte invloed op FrieslandCampina, zowel op de onderneming als op ons leden-melkveehouders. W Marktomstandigheden, economische ontwikkelingen, politieke onrust en calamiteiten kunnen de bedrijfsvoering en het resultaat beïnvloeden. Ondernemers zien wat wordt gevraagd in de markt en de maatschappij en spelen zo goed mogelijk in op ontwikkelingen en kansen. Maar ondernemen betekent ook omgaan met risico’s en onzekerheden. Binnen FrieslandCampina doen we dat door systematisch de risico’s voor de onderneming in beeld te brengen. Dat moet ook, want een groot deel van de omzet en de resultaten wordt behaald in opkomende (zuivel)markten, verspreid over de wereld. Op calamiteiten die door externe invloeden worden veroorzaakt, hebben we geen invloed. Maar we kunnen wel voorzorgsmaatregelen nemen om de risico’s en de impact ervan zo klein mogelijk te maken. Dit doen we als FrieslandCampina dan ook: door het spreiden van activiteiten in verschillende markten met verschillende producten, door calamiteiten- en crisisplannen steeds te verbeteren, door kennis te versterken en door snel te reageren. Ook wij als melkveehouders willen onze bedrijven zo goed mogelijk onder controle hebben en inspelen op kansen die zich voordoen. We bereiden ons allemaal voor op het verdwijnen van de melkquota. We houden meer jongvee aan en velen van ons vergroten de melkproductie nu al. Hoe kunnen wij op onze bedrijven met risico’s en onzekerheden omgaan? Heeft ieder van ons al maatregelen genomen op het gebied van fosfaat? Gezien de snelle groei die we met elkaar doormaken, is dit wel een kritisch punt aan het worden. Als het ons als sector niet lukt om een aantal belangrijke zaken tijdig te regelen (waaronder mestverwerking, fosfaatefficiëntie en grondgebondenheid) dan zullen de dierrechten zeker weer op tafel komen. En wat te denken van de volatiliteit van de melkprijzen op de wereldmarkt? Zijn wij als melkveehouders goed voorbereid op eventuele forse schommelingen van de melkprijs? Alles bij elkaar zijn er best veel risico’s en onzekerheden waar ook wij als ondernemers mee te maken hebben. Iedereen die een plan klaar heeft liggen én over voldoende buffers beschikt om tegenvallers op te vangen, is in ieder geval goed voorbereid op onverwachte gebeurtenissen. Piet Boer is voorzitter van het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina. Hij heeft in Biddinghuizen (Flevoland) een melkveebedrijf. inhoudsopgave 5 melk nummer 34 september 2014 3 CVD Het vernieuwde Foqus planet stond op de agenda tijdens de centrale vergadering van districtsraden (CVD) van 27 augustus 10 Rusland De boycot van onder meer Europese zuivelproducten door Rusland zal de marktperspectieven voor zuivel op lange termijn niet aantasten, aldus Piet Boer en Cees ’t Hart 14 Nieuws uit onderneming Met deze keer: de Milk eXperience, minder ongevallen bij FrieslandCampina en een nieuwe yoghurt voor Vietnam 24 Halfjaarcijfers FrieslandCampina De onderneming FrieslandCampina heeft een lastig eerste half jaar achter de rug. “We ondervinden voor het eerst sinds de fusie serieuze tegenwind”, vertelt Cees ’t Hart Onaangekondigde beoordelingen Ze vinden plaats sinds juli: onaangekondigde beoordelingen van melkveebedrijven. Melk geeft op de tien meest gestelde vragen een antwoord 30 18 Robot en weiden De familie Schmaeing combineert weidegang met een melkrobot. De ervaringen zijn prima rubrieken 4 Chloroform Energiezuinig Melkveehouder Bert ten Hoorn Boer werd beboet voor overschrijding van de norm voor chloroform in melkvet. Hij gebruikt sindsdien chloorvrije middelen Op 23 mei opende melkveehouder Jan Pieter van Tilburg zijn energiezuinige melkveebedrijf. Inmiddels kan hij de eerste cijfers overleggen Ondertussen in… Een overzicht van nieuwsgebeurtenissen in juli en augustus 16 Mijn markt Met een analyse van de actuele zuivelmarkt door Adriaan Krijger 21 Een land in cijfers Melk schetst in iedere editie de belangrijkste kenmerken van een specifiek land. Deze keer: China 32 Uit... Deze keer: Jan Roelofs, melkveehouder in Groesbeek 22 26 Waarde van de keten Duurzaam melktransport Elkaars wereld leren kennen: dat is de kern van het programma ‘De Waarde van de Keten’ van FrieslandCampina. Edwin Sengers en Arjan Voermans zijn enthousiast Melkauto’s worden lichter, schakelen over op schonere brandstoffen en wekken in sommige gevallen zelf energie op. Een impressie rond duurzaam melktransport 4 ondertussen in melk nummer 34 september 2014 o kto b e r n ove m b e r d e ce m b e r j a n u a r i fe b r u a r i m a a r t a p r i l m e i j u n i j u l i a u g u stu s se pte m b e r In het kaaspakhuis lag circa 1,1 miljoen kilo kaas en in het pekellokaal nog eens 500.000 kilo Op 29 juli brak een heftige brand uit in het kaaspakhuis van de fabriek van FrieslandCampina in het Friese Gerkesklooster. Vijf dagen lang waren brandweerkorpsen uit de regio bezig om de brand te blussen. Gelukkig is geen enkele medewerker bij de brand gewond geraakt, maar de schade is aanzienlijk. “De aanblik van het afgebrande pakhuis is verschrikkelijk. Er is veel schade maar we zijn volop bezig met het herstel”, vertelt plantmanager Derrien Jansen. Brand in kaasbedrijf in Gerkesklooster edio augustus gonst het op het fabrieksterrein van de activiteiten. Grote machines slopen het afgebrande kaaspakhuis. Verwrongen staal, resten van wanden en verbrande kazen worden gesorteerd en in grote containers afgevoerd. Overal in de gebouwen wordt schoongemaakt door professionele bedrijven, ondersteund door M eigen medewerkers van FrieslandCampina. Op het terrein staat een grote tent die dienst doet als kantine en vergaderplek. Vanuit twee tijdelijke kantoorcabines krijgen medewerkers werkinstructies en worden veiligheidsregels uitgelegd. Geen haarnetjes maar bouwhelmen. Gekleurde hesjes onderscheiden medewerkers, coördinatoren, tijdelijke arbeidskrachten Eigenlijk met pensioen Operator Riemer de Vries: “Het is onvoorstelbaar zoals iedereen het hier heeft opgepakt. Ik werk al bijna 40 jaar in dit bedrijf, bijna 35 jaar in het kaaspakhuis. Het is dan heel triest om te zien hoe snel zo’n mooi gebouw afbrandt. Alle collega’s waren gelukkig op tijd weg. Nu werk ik overdag in de catering: ik zorg ervoor dat de mensen eten en drinken krijgen. Eigenlijk zou ik al met pensioen gaan, maar door de brand blijf ik wat langer werken.” Foto’s: Marten Aukes en bezoekers. Alles is er op gericht zo snel mogelijk de kaasproductie en de productie van Valess te hervatten. Meehelpen “Het is fantastisch om te zien hoe iedereen meehelpt”, vertelt Derrien Jansen. “Medewerkers die eerder terug zijn gekomen van vakantie, iedereen zet de schouders er onder. Gelukkig is er niemand gewond geraakt. We zijn ook in deze periode erg alert op veiligheidsvoorschriften. Ook nu geldt: veiligheid gaat voor alles.” Inmiddels is het duidelijk dat de oorzaak van de brand niet achterhaald kan worden. In het kaaspakhuis lag circa 1,1 miljoen kilo kaas en in het pekellokaal nog eens 500.000 kilo. In de voorraadtanks was 1,6 miljoen kilo melk aanwezig. Inmiddels ontvangt Gerkesklooster weer boerderijmelk. De productie van Valess is hervat en er wordt ook weer melkpoeder geproduceerd. De poedertorens waren niet door de brand aangetast maar moesten wel helemaal worden gereinigd. De kaasmakerij is inmiddels voorzien van een nieuw plafond en de sloopwerkzaamheden van het afgebrande kaaspakhuis zijn ook afgerond. 5 melk nummer 34 september 2014 o kto b e r n ove m b e r d e ce m b e r j a n u a r i fe b r u a r i m a a r t a p r i l m e i j u n i j u l i a u g u stu s se pte m b e r Samen met de leden en de districtsraadsleden ontwikkelt FrieslandCampina een vernieuwd Foqus planet; één programma voor alle ledenmelkveehouders in Nederland, België en Duitsland. Tijdens de centrale vergadering van districtsraden (CVD) van 27 augustus in Papendal hebben de districtsraadsleden zich uitgebreid laten informeren over het voorstel voor het programma. In de ledenbijeenkomsten komend najaar wordt het voorstel aan de leden gepresenteerd. CVD laat zich informeren over vernieuwd Foqus planet De CVD stond uitgebreid stil bij het vernieuwde Foqus planet. “Als coöperatie zit het streven naar continuïteit in ons bloed. Door de beste melk te produceren, zorgen we gezamenlijk voor continuïteit en rendement in een wereld die steeds verandert”, aldus Thom Albers, director cooperative affairs. “Dat doen we niet alleen door kwaliteit te leveren en transparant te zijn, maar ook door voortdurend het vakmanschap te verbeteren.” Daarbij zijn een gezond rendement, waardering en beloning van resultaat belangrijk. De markt bedienen Behoud van weidegang is niet alleen belangrijk voor de maatschappelijke acceptatie van de groeiende melkveehouderij in Nederland, maar ook voor het onderscheidend imago van FrieslandCampina wereldwijd. “Weidegang is nauw verbonden met het imago van het Nederlandse zuivelimago, waarmee FrieslandCampina zich kan onderscheiden in de wereldmarkt”, licht Albers toe. Steeds vaker willen grote, internationale afnemers alleen nog maar samenwerken met een beperkt aantal leveranciers, dat kan aantonen dat er wordt gepresteerd op het gebied van kwaliteit, duurzaamheid en weidegang. Door samen te werken met FrieslandCampina, kunnen deze afnemers hun eigen duurzaamheidsambities waarmaken. Inmiddels is meer dan een half miljard van de omzet van FrieslandCampina te danken aan duurzaamheid. “Wanneer we als collectief stappen maken op het gebied van duurzaamheid en het behoud van weidegang, kunnen we de markt blijven bedienen en de sectordoelen die voor 2020 zijn gesteld, realiseren”, aldus Albers. Districtsraadslid Renate Fürtjes over de vernieuwing van Foqus planet: “Ik heb meer dan veertig jaar het mooiste beroep ter wereld. Op ons bedrijf in Kerken, Duitsland, produceren we Landliebe-melk en daar ben ik trots op. Als collectief van boeren kunnen we samen met FrieslandCampina zuivelproducten over de hele wereld verkopen. Hoewel ik zelf verantwoordelijk ben voor de vooruitgang en het rendement op mijn bedrijf, kunnen we samen nog beter worden. Daarom vind ik het goed dat we werken met Foqus planet, een programma voor alle ledenmelkveehouders. We maken transparant hoe onze melk wordt geproduceerd en hoe we met onze dieren, de natuur en onze omgeving omgaan. Daarmee onderscheiden we ons in de markt en behouden we maatschappelijke acceptatie van de sector. Doordat we Foqus planet verder ontwikkelen, zorgen we ervoor dat we nu en in de toekomst onze producten kunnen blijven afzetten in de wereld.” Basiseisen, duurzame ontwikkeling en weidegang Het vernieuwde programma zal bestaan uit drie delen: 1. Basiseisen: eisen voor melkkwaliteit, diergezondheid en voerkwaliteit 2. Duurzame ontwikkeling: ondersteunt melkveehouders bij de stapsgewijze verbetering om sectordoelen die zijn gesteld voor 2020 te realiseren 3. Weidegang: gericht op behoud van weidegang en sluit aan bij de visie van sectororganisaties (LTO en NZO) Volgens bestuurslid Simon Ruiter is de manier waarop melkveehouders worden gestimuleerd om duurzaamheidsresultaten te boeken op hun bedrijf, de grootste aanpassing binnen het systeem “We gaan niet meer de inspanningen belonen, maar de resultaten die worden behaald. Dat geldt dan met name voor resultaat op de duurzaamheidsthema’s.” 6 onderneming melk nummer 34 september 2014 Een half jaar met twee gezichten De onderneming FrieslandCampina heeft een lastig eerste half jaar achter de rug. “We ondervinden voor het eerst sinds de fusie serieuze tegenwind”, vertelt Chief Executive Officer (CEO) Cees ’t Hart. “Maar daar moeten we niet van ontdaan raken.” Zuivelproducten duurder Wat betekenen dalende valutakoersen en stijgende zuivelprijzen voor de producten van FrieslandCampina? In Indonesië is de prijs van producten van FrieslandCampina in lokale valuta flink gestegen: • Een blikje van 375 gram gezoete, • • gecondenseerde melk van Frisian Flag ging van 9.900 Indonesische rupiah naar 13.500 rupiah: een prijsverhoging van 38 procent; Een pakje langhoudbare zuiveldrank voor kinderen van 2.200 rupiah naar 2.800 rupiah: 29 procent duurder; Een verpakking van 400 gram Growing Up Milk van 31.800 naar 42.000 rupiah: 30 procent duurder. en winstdaling van 36,6 procent naar 104 miljoen euro. Krimpende markten in met name Indonesië en Vietnam. En lagere prijzen voor kaas en melkpoeder. Cees ’t Hart heeft weleens beter halfjaarberichten over de onderneming FrieslandCampina de wereld ingestuurd. Maar de CEO van FrieslandCampina blijft kalm. “We hebben een periode van vijf jaar achter de rug waarbij we voortdurend betere resultaten konden presenteren. Aan zo’n reeks komt een keer een einde.” Bovendien: het eerste half jaar van 2014 herbergt ook goed nieuws. Zo realiseerde FrieslandCampina een autonome omzetgroei van vijf procent en zette de groei in China (inclusief HongKong) door. “En we blijven groeien met Friso.” Het eerste half jaar van 2014 heeft twee gezichten, analyseert ‘t Hart: voor de onderneming geen gemakkelijk periode, tegelijkertijd zagen leden-melkveehouders de melkprijs verder stijgen. Mede dankzij een stijging van de garantieprijs van 37,03 naar 42,07 euro. E Waarom is de winst lager? “Dat is voor een belangrijk deel het gevolg van negatieve valuta-effecten. Zo is de waarde van de rupiah in Indonesië het afgelopen jaar fors gedaald terwijl de euro, waar FrieslandCampina mee rekent, duur is gebleven. De winstdaling van 60 miljoen euro is uiteindelijk voor 44 miljoen euro toe te schrijven aan valuta-effecten. De valutakoersen spelen ons tweemaal op een negatieve manier parten. Ten eerste is import van Europa naar bijvoorbeeld Indonesië relatief duur, waardoor we lokale prijzen moeten verhogen. De winst die we vervolgens boeken, realiseren we in rupiah’s. Daarna moet je die winst weer omzetten naar euro’s. En dan incasseer je weer een verlies. Dat pakt dus tweemaal nadelig uit.” Is alles toe te schrijven aan valuta-effecten? “Nee, ook de mondiale zuivelprijzen zijn van invloed. Die prijs wordt bepaald door de wetten van vraag en aanbod. In het eerste half jaar van 2014 bleef de vraag naar zuivel wereldwijd hoog. En dus ook de prijs voor melk. Een hogere prijs voor onze melk moeten wij in de onderneming doorvertalen naar een hogere prijs voor onze producten. Een hogere consumentenprijs leidt in een aantal markten tot een vermindering van de vraag: sommige Aziatische en Afrikaanse consumenten kopen simpelweg minder of helemaal geen zuivel meer. En in Europa is al langer geen sprake meer van groei. Daar hebben we minder zuiveldranken en merkkaas verkocht. Momenteel loopt in Europa onze operatie Reshape: dat moet zorgen voor betere marges. Ik verwacht dat we in de tweede helft van 2014 de vruchten kunnen plukken van Reshape.” Cheese, Butter & Milkpowder zag de prijzen voor kaas, boter en mager melkpoeder dalen, terwijl de garantieprijs op niveau bleef. Hoe verklaart u dat? “De garantieprijs wordt voor vijftig procent bepaald door de kaasprijs. De vertraging tussen die beide prijzen bedraagt echter twee tot drie maanden. Dat verklaart de relatief hoge garantieprijs in de eerste zes maanden ten opzichte van de kaasprijs.” 7 melk nummer 34 september 2014 Cees ’t Hart, Chief Executive Officer FrieslandCampina Foto’s: Marten Aukes De goede perspectieven op lange termijn veranderen niet Ook Ingrediënts had het lastig. “Dat heeft verschillende oorzaken waarvan ik er twee wil uitlichten. Een belangrijke capaciteitsuitbreiding is later gerealiseerd dan gepland. Daardoor kon Ingrediënts niet optimaal inspelen op marktontwikkelingen. En klanten hebben, gedwongen door omstandigheden, minder bij ons besteld. Ook dat heeft het resultaat gedrukt.” Zijn de halfjaarcijfers reden voor aanpassing van route2020? “Beslist niet. Natuurlijk, we ervaren nu tegenwind. Maar als je vanuit Rotterdam naar Australië zeilt, ga je bij slecht weer onderweg ook niet het reisdoel wijzigen. Zo is het ook met route2020: de doelstellingen van onze strategie blijven rechtovereind staan. Dat wil zeggen: groeien in kindervoeding en zuiveldranken in Azië en Afrika en groeien in merkkaas. De perspectieven op lange termijn zijn ook niet veranderd. Er zal het komende decennium mondiaal meer zuivel worden geconsumeerd. De behoefte aan kindervoeding zal groeien. En het tekort aan eiwit zal toenemen.” Op 29 juli brak brand uit in het kaasen melkpoederproductielocatie in Gerkesklooster. Het kaaspakhuis is volledig afgebrand. “Een bijzonder emotionele gebeurtenis, zeker voor de werknemers van Gerkesklooster. Over de uiteindelijke schade valt nog weinig te zeggen, maar natuurlijk zijn wij verzekerd. Inmiddels wordt er alles aan gedaan om de kaas- en melkpoederproductie zo snel mogelijk te kunnen hervatten. Ik ben onder de indruk van de manier waarop dat gebeurt. De solidariteit binnen FrieslandCampina is groot en ook de omgeving van Gerkesklooster is bijzonder betrokken. Dat zegt heel veel over het draagvlak voor die locatie in de regio.” Lees verder op pagina 8 8 melk nummer 34 september 2014 onderneming Kerncijfers in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 2014 eerste halfjaar 2013 eerste halfjaar Mutatie in % jaar 5.713 173 104 5.524 275 164 3,5 -37,1 -36,6 11.418 313 1 157 1 3,0 5,0 Resultaten Netto-omzet Bedrijfsresultaat Winst Bedrijfsresultaat als percentage van netto-omzet 2013 2,7 Waardecreatie voor leden-melkveehouders in euro’s per 100 kilogram melk (excl. btw, bij 3,47% eiwit, 4,41% vet en 4,51% lactose) Garantieprijs Pro forma prestatietoeslag 3 Weidegangvergoeding 4 Bijzondere melkstromen 5 Pro forma contante prijs 3 Pro forma reservering ledenobligaties 3 Pro forma melkprijs 3 Rente op ledenobligaties Pro forma algemene reserve 3 Pro forma prestatieprijs 3 42,07 2 1,10 0,30 0,09 43,56 0,63 44,19 0,39 1,00 45,58 Interim uitkering 75% van de pro forma prestatietoeslag 0,825 Melkaanvoer van leden (in miljoenen kg) 4.819 37,03 1,81 0,32 0,10 39,26 1,24 40,50 0,35 2,27 43,12 13,6 -39,1 11,0 -49,2 9,1 11,4 -55,9 5,7 39,45 1,81 0,31 0,10 41,67 1,23 42,90 0,37 0,45 43,72 4.641 3,8 9.261 1. Over 2013 was het bedrijfsresultaat voor goodwill impairment 513 miljoen euro, winst zonder goodwill impairment was 327 miljoen euro. 4. Melkveehouders die weidegang toepassen ontvangen een weidemelkpremie van 0,50 euro per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,30 euro per 100 kilo melk. 2. Betreft saldo garantieprijs van 42,00 euro en een verrekening van 0,065 euro per 100 kilo voor een te lage inschatting over het eerste halfjaar 2014. 5. Bijzondere melkstromen betreft het totaalbedrag van uitkeringen per 100 kilo melk van Landliebe melk van 1,00 euro per 100 kilo melk. Voor biologische melk bedraagt de garantieprijs 50,26 euro per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,09 euro per 100 kilo melk. 3. De definitieve cijfers worden bepaald op basis van de winstcijfers over het gehele jaar. Consumer Products Europe, Middle East & Africa 2014 eerste halfjaar Netto-omzet derden 2013 6 eerste halfjaar 2013 6 Mutatie in % jaar 1.990 2.002 -0,6 4.010 Interne leveringen 191 129 48,1 246 Bedrijfsresultaat 95 129 -26,4 20 4,8 6,4 Bedrijfsresultaat als percentage van de netto-omzet derden Netto-omzet stabiel op 1.990 miljoen • euro; prijsverhogingen compenseren dalende volumes in Nederland, • Herstructureringen Duitsland en Hongarije dragen bij aan kostenverlaging • Marktaandelen onder druk in Nederland, België en Nigeria 0,5 Landliebe, Optimel, • Marktaandelen Fruttis, NoyNoy, Rainbow en Napolact groeien bedrijfsresultaat daalde met • Het 26,4 procent naar 95 miljoen euro, voornamelijk door achterblijvende resultaten in Nigeria en het Midden-Oosten Mondiaal zijn het bijzonder instabiele tijden: onrust in de Oekraïne, een uitbraak van ebola in Afrika en in het MiddenOosten laait de strijd op. Maakt u zich zorgen? “Natuurlijk, deze ontwikkelingen hebben invloed op de markt. Ook voor onze melkveehouders breken onzekere tijden aan. Gelukkig is FrieslandCampina een robuuste onderneming. We verdienen onze boterham op veel verschillende plekken in de wereld: onder meer in Europa. Nigeria, Indonesië en China. We wedden niet op één paard. En je moet ontwikkelingen in perspectief zien. In Azië groeiden we jarenlang met tien procent per jaar. Nu zit die markt even in een dip, maar dat is nog geen reden tot grote zorg. Die groei komt wel weer terug.” Gaan de valutakoersen ook de resultaten over de tweede helft van 2014 negatief beïnvloeden? “Dat hangt er van af. Wanneer koersen zich stabiliseren, zullen de valuta-effecten over de tweede helft van 2014 meevallen en hebben we de grootste klap in de eerste zes maanden al verwerkt.” Cees ’t Hart: “Ook voor melkveehouders breken onzekere tijden aan.” 9 melk nummer 34 september 2014 In 2020 wil FrieslandCampina de meest professionele, succesvolle en aantrekkelijke zuivelonderneming ter wereld zijn. Voor melkveehouders én werknemers. Ligt FrieslandCampina op koers? “We zijn op goede weg. De prestatietoeslag en uitgifte ledenobligatie-vrij is de afgelopen vijf jaar gestegen van 0,80 euro naar ruim drie euro per 100 kilo melk. De omzet steeg van acht miljard naar 11,5 miljard. Aanvankelijk hadden we moeite om nieuw talent aan te trekken, inmiddels staan we in de top tien van meest aantrekkelijke werkgevers van Nederland. Maar we zijn er nog niet. Ons marktaandeel moet verder omhoog, we moeten beter inspelen op kansen in de markt: met name op het feit dat onze consumenten ouder worden. En we moeten nog wendbaarder worden: onder meer ‘the route to market’ moet sneller. We willen producten sneller op de markt brengen. En we zullen nog meer stappen moeten zetten op het gebied van veiligheid. Zie route2020 als een voetbalwedstrijd. De eerste helft is voorbij, maar van rust zal geen sprake zijn. We beginnen zonder adempauze aan de tweede helft.” Voor het eerst een interimuitkering Het is een nieuwe afspraak tussen coöperatie en onderneming voor de komende drie jaar: voor het eerst ontvangen leden-melkveehouders een interimuitkering. De onderneming zal in september 75 procent van de pro-forma prestatietoeslag uitkeren aan haar leden-melkveehouders. Die uitkering bedraagt over de eerste helft van 2014 0,825 euro per honderd kilo melk. Voor een bedrijf met een jaarleverantie van 750.000 kilo melk (en een vlak aanleverpatroon) betekent dit een bedrag van 375.000 x 0,825 eurocent = 3.093,75 euro. Met deze uitkering komt de onderneming tegemoet aan de wens van de leden om eerder te delen in de winst die de onderneming boekt en zo de liquiditeit van leden-melkveebedrijven verder te verbeteren. Consumer Products Asia 2014 eerste halfjaar Netto-omzet derden Interne leveringen Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat als percentage van de netto-omzet derden 2013 6 eerste halfjaar 1.149 10 169 1.160 6 196 14,7 16,9 De netto-omzet met 1.149 miljoen euro • op bijna hetzelfde niveau als eerste helft 2013 groei Friso kindervoeding in bijna • Verdere alle landen Volumedruk zuiveldranken in aantal • landen door hoge prijzen 2013 6 Mutatie in % jaar -0,9 66,7 -13,8 2.338 19 385 16,5 • In aantal markten druk op marktaandeel Bedrijfsresultaat met 13,8 procent • gedaald naar 169 miljoen euro; voor 48 miljoen euro negatief beïnvloed door valuta-effecten, dit is deels gecompenseerd door groei in China en door prijsverhogingen Cheese, Butter & Milkpowder 2013 6 eerste halfjaar Mutatie in % jaar 1.489 367 -26 1.293 234 26 15,2 56,8 -200,0 2.831 531 81 -1,7 2,0 2014 eerste halfjaar Netto-omzet derden Interne leveringen Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat als percentage van de netto-omzet derden 2013 6 2,9 Netto-omzet stijgt met 15,2 procent naar • 1.489 miljoen euro Bedrijfsresultaat daalt naar -26 miljoen • euro voor commodities • Opbrengstprijzen onvoldoende om hogere garantieprijs in uitbreiding boter• Investeringen productiecapaciteit bij FrieslandCampina te compenseren in Lochem Ingredients 2014 eerste halfjaar Netto-omzet derden Interne leveringen Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat als percentage van de netto-omzet derden 2013 6 eerste halfjaar 850 254 87 905 217 127 10,2 14,0 Netto-omzet daalt met 6,1 procent naar • 850 miljoen euro Minder vraag naar zuivelingrediënten en • door hoger aanbod opbrengstprijzen onder druk 6. De vergelijkende cijfers in de segmentatie per business group wijken af van het Halfjaarbericht 2013 en het Jaarbericht 2013 omdat er interne verschuivingen hebben plaatsgevonden van activiteiten en de bepaling 2013 6 Mutatie in % jaar -6,1 17,1 -31,5 1.801 468 241 13,4 Bedrijfsresultaat daalt naar 87 miljoen • euro door marktdynamiek en hoge garantieprijs Investeringen in capaciteitsuitbreiding • ingrediënten van de interne verrekenprijs met betrekking tot melkcomponenten is aangepast. 10 onderneming melk nummer 34 september 2014 De zuivelnoteringen dalen hard na de Russische handelsboycot, veel melkveehouders maken zich zorgen over de melkprijs. Piet Boer en Cees ’t Hart bewaren de rust. “Wij zijn wereldwijd actief, met een groot aantal verschillende producten. Dat betekent ook dat onze risico’s breed gespreid zijn.” Boycot Rusland tast marktperspectieven op lange termijn niet aan at zuivelprijzen hevig schommelen, is voor ons geen verrassing. Die grotere volatiliteit hebben we enkele jaren geleden al voorspeld. Maar deze Russische boycot heeft niemand voorzien.” Cees ’t Hart, Chief Executive Officer (CEO) van FrieslandCampina, analyseert in zijn werkkamer op het centrale kantoor van de onderneming in Amersfoort de actuele ontwikkelingen op de zuivelmarkt. Hij doet dat samen met Piet Boer, voorzitter van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina. Voor het eerst zijn de gevolgen van de Russische boycot van zuivelproducten uit onder meer de Europese Unie terug te zien in de garantieprijs van FrieslandCampina: die daalde in september met 1,75 euro naar 38,00 euro. Boer: “Er breken nu onzekere tijden aan voor de sector. Natuurlijk zou het goed zijn wanneer de betrekkingen met Rusland zich weer snel zouden normaliseren. Tegelijkertijd blijven de mondiale perspectieven voor zuivel op lange termijn goed. Daar verandert deze Russische boycot niets aan.” ‘t Hart: “De wereldbevolking groeit, de middenklasse in met name Azië neemt in omvang toe en daar stijgt ook het gemiddelde inkomen stijgt. Dat zal de mondiale zuivelconsumptie alleen maar verder vergroten.” “D Cees ‘t Hart: Risico’s lopen is inherent aan ondernemerschap 2,5 miljard liter melk Boer en ’t Hart schetsen in een notendop de impact van de Russische boycot voor de Europese zuivel in het algemeen en voor FrieslandCampina in het bijzonder. In boerderijmelk uitgedrukt boycot Rusland nu 2,5 miljard kilo melk. Melk waar plots een andere bestemming voor gevonden moet worden. Kaas is daarbij veruit de belangrijkste productcategorie. FrieslandCampina exporteerde vorig jaar voor 190 miljoen euro aan zuivelproducten naar Rusland. Dat is ongeveer 1,6 procent van de totale omzet (ruim 11,4 miljard euro) die FrieslandCampina in 2013 realiseerde. ’t Hart: “Gelukkig heeft FrieslandCampina de risico’s goed gespreid. Natuurlijk, Rusland is voor ons een belangrijke markt. Maar we doen zaken in meer dan 100 landen in de wereld.” Boer: “Die 2,5 miljard kilo melk is vanzelfsprekend een enorme hoeveelheid melk. Tegelijkertijd: met die omvang groeit de wereldzuivelconsumptie ongeveer ieder jaar. Er is dus slechts tijdelijk sprake van een overschot aan zuivel op de wereldmarkt.” Zijn de dalingen op de huidige zuivelnoteringen volledig toe te schrijven aan de Russische boycot? ’t Hart: “Nee, er zijn meer factoren van invloed. De markt was al op zoek naar een nieuw evenwicht. Het mondiale aanbod van melk stijgt, onder meer door de productiegroei in Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland. En China vraagt dit jaar minder zuivel dan verwacht. In dat licht kwam de Russische boycot wel op een heel ongelukkig moment. Het is ook bijzonder lastig te voorspellen wanneer de markt een nieuw evenwicht gevonden heeft.” FrieslandCampina produceert in Stupino (niet ver van Moskou) onder meer yoghurt en yoghurtdranken voor de lokale Russische markt. Wordt die vestiging nog geraakt door de boycot? ’t Hart: “Nee, Stupino verwerkt Russische melk en valt daarmee buiten de boycot. De vestiging 11 melk nummer 34 september 2014 Onze vestiging in Stupino draait goed, mede omdat de import van concurrenten is weggevallen draait overigens goed, mede omdat de import van concurrenten is weggevallen.” Rusland heeft al laten weten dat ze kaas voortaan wel in Nieuw-Zeeland kopen. ’t Hart: “Zo eenvoudig is dat niet. Nieuw-Zeeland produceert nauwelijks kaas. Die kaas die Rusland importeerde uit met name Nederland, Denemarken, Polen en de Baltische staten is niet zo maar te vervangen. Daarom zie je nu tekorten ontstaan in Russische supermarkten. Maar landen als NieuwZeeland en Brazilië zullen wel meer zuivel gaan leveren aan Rusland. Daardoor zullen er elders in de wereld wellicht gaten vallen en dat biedt weer nieuwe mogelijkheden voor FrieslandCampina.” Piet Boer: Zie de huidige prijsbewegingen als een voorbode van wat komen gaat Ondertussen werkt FrieslandCampina hard om de gevolgen van de Russische boycot te beperken. ’t Hart: “Mede dankzij route2020 zijn we ten opzichte van enkele jaren geleden flexibeler geworden in de verwaarding van melk. We kunnen onze melk anders bestemmen. De productie van kaas voor de Russische markt is stilgelegd en we maken nu meer gecondenseerde melk en melkpoeder. Tegelijkertijd speuren we naar nieuwe afzetmogelijkheden op bestaande markten en boren we nieuwe markten aan. Dat deden we al, maar nu met extra energie. Ik ben echt onder indruk van het elan waarmee dat gebeurt binnen de onderneming. Van hoog tot laag doet iedereen zijn uiterste best.” Nog niet zolang geleden heeft FrieslandCampina aanpassingen doorgevoerd in fabrieken, op verzoek van Russische afnemers. Ook rond de productie van melk op melkveebedrijven hadden de Russen specifieke wensen. Nu boycotten ze onze zuivelproducten. Is dat niet extra wrang? Boer: “Nee, want de Russen hadden op een aantal punten gewoon gelijk met hun kritiek. De aanpassingen die we hebben doorgevoerd, hadden we op termijn sowieso moeten doen. Overigens, niet alleen Russen stellen hoge eisen, hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld China of grote afnemers zoals Unilever. Op alle fronten gaat de lat omhoog.” De Nederlandse groente- en fruitsector roept Nederlanders inmiddels op om meer peren en tomaten van Nederlandse bodem te eten. Zo’n oproep doet de zuivel niet? Boer: “Ik kan niet oordelen over de situatie waarin de Nederlandse tuinbouw verkeert, maar voor zuivel heeft zo’n oproep weinig nut. Nederlanders gaan na een oproep echt niet plots meer kaas eten of meer melk drinken. Waar we wél op aandringen is het verder slechten van handelsbarrières. De Amerikaanse markt bijvoorbeeld is behoorlijk afgeschermd. Maar dat regel je natuurlijk niet binnen enkele maanden, dat vergt vaak jaren van overleg.” Wanneer zal de rust terugkeren? ’t Hart: “Nooit. FrieslandCampina is actief in meer dan honderd landen en met zo’n werkterrein is er altijd wel ergens sprake van onrust. Op economisch of politiek gebied of op het gebied van volksgezondheid. En natuurlijk heeft het ene incident een grotere invloed op de melkprijzen dan het andere. Maar FrieslandCampina zal in zekere mate altijd risico’s lopen. Dat is inherent aan het ondernemerschap en het gaat uiteindelijk om het goed beheersen van die risico’s.” Hoe ziet u de toekomst van onderneming en coöperatie? ’t Hart: “De zuivelmarkt wordt volatieler: daar goed mee weten om te gaan, hoort bij het ondernemerschap. En de markt wordt steeds competitiever, concurrenten zitten niet stil. FrieslandCampina zit in de kopgroep en we willen onze positie de komende jaren verder versterken. Dat zal veel energie kosten, maar we zijn ook tot veel in staat. Binnen de onderneming is de spirit daarvoor absoluut aanwezig.” Boer: “Zie de huidige prijsbewegingen als een voorbode van wat komen gaat. Wij melkveehouders zullen rekening moeten houden met melkprijzen die sterker gaan schommelen. Dat stelt nieuwe eisen aan onder meer financiële buffers van melkveebedrijven. Tegelijkertijd worden eisen vanuit markt en maatschappij aan melkveebedrijven strenger. Ik ervaar dat niet als bedreigend, juist als een uitdaging. Want het perspectief van de zuivelsector ziet er erg goed uit.” 12 coöperatie melk nummer 34 september 2014 Melkveehouder Bert ten Hoorn Boer werd beboet voor overschrijding van de norm voor chloroform in melkvet. Sindsdien maakt hij zijn tank schoon met chloorvrije reinigingsmiddelen. “In mijn ogen de enige manier om boetes voor dit onderdeel uit te sluiten.” Ten Hoorn Boer kiest voor chloorvrije reiniging van tank n september 2013 ontving Bert ten Hoorn Boer, melkveehouder in Nijeveen (Drenthe), een onaangenaam bericht van FrieslandCampina. Er was een te hoog gehalte aan chloroform aangetroffen in een leverantie boerderijmelk aan FrieslandCampina. “Het monster bevatte 0,41 milligram chloroform per kilo vet”, vertelt de melkveehouder. “De norm ligt op 0,20 milligram.” Een norm waar Ten Hoorn Boer normaal ver onder bleef. “De waarde op mijn bedrijf was altijd ongeveer 0,07 milligram per kilo melkvet.” I Nestelen in melkvet Chloroform ontstaat wanneer chloorhoudende reinigingsmiddelen en melk samenkomen. Traditioneel bevatten veel reinigingsmiddelen in de melkveehouderij chloor. Doorgaans geeft dat geen problemen: Wat mij overkomen is, kan ook andere melkveehouders overkomen grondig naspoelen met schoon water, goed draineren en enige tijd ontluchten voorkomt dat er resten van chloorhoudende middelen achterblijven in tank (en melkinstallaties). Wanneer er toch chloor achterblijft, lost dat op in melk en nestelt zich het in melkvet in de vorm van chloroform. Overschrijdingen worden sinds 2010 beboet (zie ook kader). Een melkmaal Nader onderzoek bij Ten Hoorn Boer maakte duidelijk dat het betrokken melkmonster was genomen van een leverantie die bestond uit één melkmaal. Normaal wordt een tank na zes melkmalen geleegd (en bemonsterd), maar soms past FrieslandCampina ophaalschema’s aan op basis van nieuwe planningen van fabrieken. De ontdekking dat het om een monster van één melkmaal ging, was voor Ten Hoorn Boer aanleiding om naar de Commissie van Bezwaar (zie ook kader) van FrieslandCampina te stappen. “Ik ben er van overtuigd dat ik de norm niet had overschreden wanneer de analyse was gedaan op basis van zes melkmalen. Immers, chloroform ontstaat na het eerste melkmaal: daarna wordt er geen chloroform meer gevormd en zakt het gehalte in de tank alleen maar.” Bert ten Hoorn Boer werd beboet vanwege een te hoog gehalte aan chlorofom in een leverantie boerderijmelk. Foto: Albert Brunsting Ten Hoorn Boer stapte ook uit principe naar de Commissie van Bezwaar. “De boete bedroeg in mijn geval een paar honderd euro. Ook werd ik teruggezet in prestatieklasse: van ‘Goed’ naar ‘Voldoende’. Niet leuk, maar ik lig er ook niet wakker van. Ik was het gewoon fundamenteel niet eens met de gang van zaken.” De commissie stelde de melkveehouder echter in het ongelijk: iedere leverantie van boerderijmelk aan FrieslandCampina moet in orde zijn, ongeacht het aantal melkmalen. Samenloop van omstandigheden Melkveebedrijven worden tweemaal per jaar gecontroleerd op chloroform. Ten Hoorn Boer: “Achteraf gezien had ik te maken met een toevallige samenloop van omstandigheden. De controle viel samen met een aanpassing van het rittenschema.” Een scenario dat zich in de toekomst 13 melk nummer 34 september 2014 opnieuw kan voltrekken: niet alleen bij Ten Hoorn Boer maar ook bij andere leden-melkveebedrijven. En daarom wil de melkveehouder aandacht voor de zaak, onder meer via dit artikel in melk. “Wat mij overkomen is, kan ook andere melkveehouders overkomen.” Ten Hoorn Boer accepteert het oordeel van de Commissie van Bezwaar maar laat de kwestie niet helemaal rusten. “Momenteel vindt de driejaarlijkse evaluatie van Foqus planet plaats. Leden zijn nauw betrokken bij dat proces. Ik ga me inzetten om de regels rond onderzoek naar chloroform aan te passen. In mijn ogen moet een chloroformmonster namelijk altijd genomen worden op basis van zes melkmalen.” Chloorvrije middelen zijn wel wat duurder in gebruik: in mijn geval 50 euro per jaar Binnen de huidige regels ziet Ten Hoorn Boer maar één manier om een boete voor overschrijding van de norm te voorkomen: de tank reinigen met chloorvrije reinigingsmiddelen. “En dat doe ik nu ook. Ik ben na dit incident meteen overgestapt op chloorvrije reinigingmiddelen. Sindsdien zijn de chloroformuitslagen op mijn bedrijf nog verder in waarde gedaald.” Overigens blijft Ten Hoorn Boer voor de reiniging van zijn melkinstallatie gebruik maken van chloorhoudende middelen. Chloroform onderzoek Sinds 2006 onderzoeken Nederlandse zuivelondernemingen het chloroformgehalte van boerderijmelk. Aanleiding was het feit dat Duitse afnemers van boter sporen van chloroform aantroffen in het melkvet. Aanvankelijk waren de uitslagen van melkveebedrijven informatief van karakter, sinds 2010 leiden overschrijdingen van de norm bij FrieslandCampina ook daadwerkelijk tot kortingen op het melkgeld (van 0,45 euro per honderd kilo melk). Melkveebedrijven worden tweemaal per jaar gecontroleerd op chloroform. Wat duurder Chloorvrije middelen zijn wel wat duurder in gebruik, vertelt Ten Hoorn Boer. “Op jaarbasis ben ik nu vijftig euro meer kwijt.” De veehouder melkt ongeveer vijftig koeien. De overstap op chloorvrije middelen heeft geen gevolgen gehad voor andere kwaliteitscriteria, zoals kiemgetal. “Ook van aanslag in de tank, een andere klacht die je wel eens hoort rond chloorvrije middelen, is geen sprake. Ik ben heel tevreden over de alternatieve reinigingsmiddelen.” Commissie van Bezwaar Wanneer een veehouder van FrieslandCampina het niet eens is met een besluit van FrieslandCampina op het gebied van het Praktijkreglement (bijvoorbeeld melkkwaliteit, bedrijfsbeoordeling of wijziging van de prestatieklasse), dan kan hij tegen dat besluit bezwaar indienen. FrieslandCampina handelt zo’n bezwaar in eerste instantie zelf af. Mocht de veehouder het niet eens zijn met de uitkomst, dan kan hij zijn zaak voorleggen aan de Commissie van Bezwaar (CvB). De commissie bestaat uit een externe (onafhankelijke) voorzitter, twee veehouders van FrieslandCampina en twee externe deskundigen. De commissie neemt het betreffende dossier over van FrieslandCampina en de veehouder kan zijn bezwaar mondeling komen toelichten in een zogeheten hoorzitting. Na de hoorzitting (waarbij minimaal altijd de voorzitter, één veehouder en één externe deskundige aanwezig zijn) komt de commissie tot een advies. De kosten voor het voorleggen van een zaak aan de CvB bedragen in eerste instantie 250 euro. Wordt de veehouder in het gelijk gesteld, dan worden deze kosten terugbetaald. 14 onderneming In productie, commercie, logistiek of laboratoria, overal heeft FrieslandCampina de komende jaren goede nieuwe medewerkers nodig. Om de uitstroom van ouderen op te vangen en de verwachte groei mee vorm te geven. Met de Milk eXperience wisten de Noord-Nederlandse FrieslandCampina-locaties meer dan 300 bezoekers (scholieren, studenten en hun ouders) op een bijzondere manier te interesseren. melk nummer 34 september 2014 Milk eXperience Supergeïnteresseerde scholieren en zaterdag in mei. Over het bedrijfsterrein van FrieslandCampina in Leeuwarden zie je groepjes jongens en meisjes in groene bezoekersjassen van de ene naar de andere plek gaan. Ze bekijken de fabriek en de expositie over 100 jaar condensproductie. Ze zijn druk in gesprek met medewerkers uit de business groups CPMEA, Ingredients en Cheese, Butter and Milkpowder over mogelijkheden in hun toekomst bij E FrieslandCampina. En ze worden voorgelicht over studies door onderwijsinstellingen: MBO, HBO en universiteit. Resultaat? “Uit de eerste reacties blijkt een heel groot enthousiasme voor werken bij FrieslandCampina”, zegt HR-manager Anouk Schoemaker. Zij bedacht het plan om scholieren al vroeg warm te maken voor werken in de zuivel door ze op hun vrije zaterdag in het bedrijf uit te nodigen. “Wanneer je als HR-manager op hun school komt, kun je veel vertellen en laten zien. Maar ze ontdekken een zuivelfabriek echt goed als ze er middenin staan”, zegt ze. Dat blijkt ook uit de reacties. “Wat een prachtig bedrijf”, zegt de één. “Die mensen hier lijken wel piloten, zoveel techniek besturen ze”, ziet een ander. Breed FrieslandCampina ontving tussen negen uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds in totaal 303 mensen. Ze werden begroet door 90 medewerkers van FrieslandCampina. Schoemaker: “Die vonden het allemaal geweldig om hun werk en hun bedrijf te laten zien. Liefhebbers voor de volgende editie staan al in de rij.” FrieslandCampina blijft in contact met de bezoekers. “Om te beginnen krijgen ze een evaluatie- en enquêteformulier met vragen over de opleiding die ze hebben gekozen, hun interesses en hun plannen. En we mailen ze over concrete - bij hun opleiding passende - stageplekken.” De Milk eXperience smaakt naar meer. In Leeuwarden is al besloten tot een vervolg. Als andere locaties meedoen, moet een volgende eXperience liefst in één of meer andere provincies worden georganiseerd, want 75 procent van de bezoekers kwam nu uit de regio Friesland. Het ideaal? Schoemaker: “Elk jaar rond Wereldmelkdag alle FrieslandCampina bedrijven open voor geïnteresseerde scholieren.” Een zuivelfabriek ontdek je pas wanneer je er middenin staat onderneming melk nummer 34 september 2014 FrieslandCampina investeert in veiligheid Een veilige werkomgeving voor medewerkers: FrieslandCampina besteedt er de laatste jaren extra veel aandacht aan. De zogeheten Lost Time Accidents (LTA) rate (het aantal ongevallen met verzuim tot gevolg, per 200.000 gewerkte uren) daalde tijdens de eerste zes maanden van 2014 van 0,6 naar 0,4. Dat lukt vooral door de inzet van medewerkers zelf. rieslandCampina Sleidinge (België) telt 365 dagen zonder ongeval met verzuim. Het aantal ongevallen is in enkele jaren spectaculair gedaald. Plantmanager Bart van Helleputte: “Er is vooral ingezet op bewustwording bij onze medewerkers. Het werken met persoonlijke beschermingsmiddelen en het invoeren van procedures leiden er toe dat de veiligheid enorm is toegenomen. Er is ook veel aandacht besteed aan het opruimen van de werkplekken om val- en struikelincidenten te voorkomen. Onze fabriek is relatief oud, we kunnen een aantal technische voorzieningen treffen – en dat doen we ook – maar het komt ook op het gedrag van medewerkers aan. Dat het zo goed gaat met het terugdringen van het aantal LTA’s is dan ook in de eerste plaats aan hen te danken.” F In het productiebedrijf van Domo van FrieslandCampina Workum laat de teller intussen 968 LTA-vrije dagen zien. “Een heel mooi resultaat, maar het gaat niet vanzelf”, vertelt plantmanager Fabian Compagner van FrieslandCampina Workum (onderdeel van Domo en de business group Ingredients). “Als we terugblikken op hoe we zijn begonnen en waar we nu staan is er in de laatste paar jaar veel gebeurd. In 2012 zijn we begonnen met audits. Dat leidde al tot veel aanpassingen. Vervolgens hebben we procedures ingevoerd. En we hebben ook observatierondes geïntroduceerd. Er zijn veel verbeterpunten aangedragen doordat collega’s uit andere afdelingen, met een frisse blik naar de veiligheidssituatie hebben gekeken. We hebben de frequentie en kwaliteit van de trainingen verbeterd en we hebben geleerd om elkaar aan te spreken op onveilig gedrag. Het zijn veranderingen die je ondergaat, en die met zich meebrengen dat we anders gaan denken over ons dagelijkse werk. Veiligheid staat bovenaan en vraagt een andere benadering. En mocht er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch iets gebeuren, dan kunnen we rekenen op de bedrijfshulpverlening. Aan vrijwilligers geen gebrek, de inzet van de mensen is hoog.” In een andere vestiging van Domo – FrieslandCampina Dronrijp – presteren de collega’s het om sinds 6 juni al vier jaar lang geen ongevallen met verzuim te hebben. Henk de Vries, productiemanager in Dronrijp: “We zijn een kleine organisatie met 26 medewerkers. Dat helpt: we hebben een cultuur waarin het normaal is om elkaar aan te spreken en voor elkaar te zorgen. Als je ziet dat er een gevaarlijke situatie op kan treden, grijp je meteen in. Natuurlijk volgen wij het veiligheidsbeleid van FrieslandCampina en gebruiken procedures. Maar de persoonlijke betrokkenheid van de medewerkers is onze belangrijkste succesfactor. In een klein bedrijf lijkt het misschien gemakkelijker, maar wij hebben twee jaar geleden een complete verbouwing van onze fabriek gehad en ook in die tijd, waarin we gedurende 5 weken elke dag 80 tot 100 tijdelijke krachten in huis hadden, is er geen enkel ongeval geweest. In die periode hebben onze medewerkers zich voor 100 procent ingezet om de veiligheid tijdens de verbouwing te garanderen. Daar kan ik alleen maar trots op zijn.” 15 Vanaf mei 2014 is yoghurt van FrieslandCampina Dutch Lady in de koelvakken van Vietnamese supermarkten te vinden. Aan deze introductie ging een twee jaar durend project vooraf. FrieslandCampina bracht kennis uit verschillende disciplines wereldwijd samen. De nieuwe, volledig geautomatiseerde en state-of-the-art productielocatie die hiervoor is ontwikkeld in Bing Duong (Vietnam), draait ondertussen op volle toeren. Yoghurt van Dutch Lady in Vietnam FrieslandCampina produceerde in het verleden al yoghurt in Vietnam onder het merk Dutch Lady. De comeback van de yoghurt is gepaard gegaan met grote innovaties: zo wordt bij de productie gebruik gemaakt van de modernste pasteurisatietechnologieën. Er was sprake van een brede samenwerking tussen FrieslandCampina-locaties in Vietnam, Duitsland, Nederland, Rusland en Griekenland. De productielocatie in Heilbronn in Duitsland is bijvoorbeeld gebruikt als pilot plant voor de yoghurt. En in samenwerking met collega’s van het Innovation Centre in Wageningen kwam de verpakking en de communicatiestrategie voor het nieuwe product tot stand. De samenwerking maakt het mogelijk om al het goede van yoghurt optimaal te communiceren richting de consument. De introductie van de yoghurt op de Vietnamese markt is een zeer belangrijke eerste stap van de verdere groei van Dutch Lady in yoghurtproducten. De yoghurt vindt gretig aftrek: inmiddels zijn er al miljoenen potjes yoghurt geconsumeerd. 16 mijn markt Lagere groei melkproductie Tot 2023 zal de mondiale melkproductie met 1,87 procent per jaar groeien. Dat voorspellen FAO en OESO. Een toename van 1,87 procent per jaar betekent dat de groei iets afvlakt: de afgelopen tien jaar groeide de mondiale productie namelijk met 2,18 procent per jaar. In het gebied van de OESO (VS, Canada, West-Europa, Australië en Nieuw-Zeeland) zal de productie het komende decennium met 0,79 procent per jaar stijgen. In de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) wordt een groei verwacht van 2,89 procent per jaar. Grootste groeiers zijn India en Bangladesh: India zal op termijn Europa zelfs voorbijstreven als grootste melkproducent ter wereld. De vraag naar melk zal de komende tien jaar ook groeien, het sterkst in de categorie verse zuivel (+ 1,33 procent per jaar), gevolgd door vol melkpoeder (1,2 procent), boter ( 1,1 procent), mager melkpoeder (0,85 procent) en kaas (0,61 procent). melk nummer 34 september 2014 Boter 2012 4,7 2013 201 4 prijs in euro per kg 4,1 3,5 2,9 2,3 januari december Bron: PZ Bron: FAO en OESO Vol melkpoeder 4,3 prijs in euro per kg Meer vaarzen in België 3,7 Belgische melkveehouders houden meer vaarzen aan, blijkt uit cijfers van het Belgisch statistisch bureau ADS. Het aantal fokvaarzen nam toe met 60.000 tot 242.000, een toename van ruim 32 procent. Daarmee anticiperen Belgische melkveehouders op het verdwijnen van de Europese melkquotering in 2015. Het aantal Belgische melkkoeien nam in een jaar tijd toe met 2,5 procent tot bijna 500.000. 3,1 2,5 1,9 januari december Bron: ADS Bron: PZ Discounters groeien in UK Ook in Groot-Brittannië zijn discounters in opmars. In augustus bedroeg het marktaandeel van Aldi 4,8 procent en van Lidl 3,6 procent. Daarmee groeiden deze discounters met respectievelijk 29,5 en 18,3 procent, over een periode van drie maanden. Meer dan de helft van de Britse huishoudens bezocht de afgelopen drie maanden Aldi of Lidl. Marktleider Tesco moest juist terrein prijsgeven: Tesco heeft nu nog 28,8 procent van de markt in handen, een daling van vier procent. Bron: Kantar Worldpanel. Mager melkpoeder 3,5 prijs in euro per kg 3,1 2,7 2,3 1,9 januari Meer poeder uit Duitsland De Duitse zuivelindustrie heeft in het eerste halfjaar van 2014 minder kaas, maar meer melkpoeder geëxporteerd. Dat meldt de Duitse exportunie voor zuivelproducten. In de eerste helft van dit jaar verkocht Duitsland 13 procent minder kaas aan Rusland ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Deze afname is een gevolg langslepende problemen met Rusland (veel Duitse kaasbedrijven zijn niet ‘Ruslandwaardig’) en staat los van de recente Russische importstop. De Duitse poederexport daarentegen steeg tot 178.000 ton (twintig procent meer). Grootste klant was China, dat 40 procent méér Duits melkpoeder kocht. Bron: Export-Union für Milchprodukte Bron: PZ december melk nummer 34 september 2014 Weipoeder 1,1 prijs in euro per kg 1,0 0,9 0,8 0,7 januari december Bron: PZ Goudse kaas Duitse notering 4,0 prijs in euro per kg 3,6 3,2 2,8 2,4 januari december 17 Fellere concurrentie De noteringen voor zuivel gaan hard onderuit en bewegen zich, met uitzondering van boter, allemaal weer tot op het niveau van het vorige dieptepunt (april-mei 2012). Maar dat wil niet zeggen dat de bodem nu al bereikt is. Het wegvallen van de vraag uit Rusland komt op een heel ongelukkig moment. De Chinese vraag blijft uit en groeit het aanbod van melk nog steeds. Al die factoren zorgen er voor dat het exportoverschot blijft toenemen, met navenante gevolgen voor de mondiale prijsontwikkeling. Aan deze situatie lijkt, met alle onrust in de wereld, voorlopig geen einde te komen. Het leidt tot onzekerheid bij marktpartijen en het sentiment gaat een grotere rol spelen. Men wordt voorzichtiger en dekt zich alleen in voor de korte termijn. Zolang de melkaanvoer niet in verhouding is met de vraag zullen de prijzen verder blijven dalen (gegeven de verwachtingen wat betreft vraag naar zuivel). Daardoor is er nu sprake van een gevecht op de wereldmarkt tussen de belangrijkste aanbieders in het slijten van zuivelproducten. Let hierbij vooral op de Amerikanen. Die hebben in ruim tien jaar tijd hun aandeel op de wereldmarkt weten te vergroten: van vijf procent in het jaar 2000 tot vijftien procent in 2013. In alle belangrijke productcategorieën wisten de Amerikanen te groeien. Zo passeerden de VS het afgelopen jaar de EU als grootse exporteur van mager melkpoeder. Ook verdrongen zij Nieuw-Zeeland van de tweede positie op de wereldkaasmarkt (al bevinden ze zich nog steeds ver achter de EU). En het einde is, gegeven de ambitie en de mogelijkheden van de VS, nog lang niet in zicht. Zolang de vraag blijft toenemen, doet concurrentie geen pijn: dan is er voor iedereen plaats. Maar zodra de vraag even stagneert (zoals nu het geval is), wint de meest efficiënte aanbieder die tegen de scherpste prijzen kan verkopen. En de Amerikanen gooien daar inmiddels hoge ogen, zoals uit de cijfers blijkt. De verwachting is dat het seizoen in Nieuw-Zeeland ook sterk opent. Als dat bewaarheid wordt, zit er voor dit jaar geen prijsherstel meer in. Dan is er pas in de loop van 2015 weer ruimte voor herstel van prijzen, als er een correctie op melkaanvoer heeft plaatsgevonden. Adriaan Krijger Marktanalist Productschap Zuivel, Zoetermeer 18 coöperatie Van Tilburg wil een energieneutraal melkveebedrijf De opening van zijn energiezuinige melkveebedrijf vond plaats op 23 mei. Nu, enkele maanden later, kan melkveehouder Jan Pieter van Tilburg, de eerste harde cijfers laten zien: het elektriciteitsverbruik is inmiddels met meer dan de helft gedaald. O p de keukentafel van melkveehouder Jan Pieter van Tilburg, melkveehouder in Hellum (Groningen), liggen twee grafieken. Ze geven tot in detail het elektriciteitsverbruik van enkele dagen in augustus weer: de eerste grafiek schetst de situatie op het bedrijf van Van Tilburg, de tweede grafiek de gang van zaken op een vergelijkbaar (traditioneel) melkveebedrijf in de regio. Op het moment dat de koeien worden gemolken, consumeert het traditionele melkveebedrijf veel elektriciteit, wat zich op het papier vertaalt in hoge pieken in stroomafname. De grafiek van Van Tilburg ziet er een stuk rustiger uit: het verbruik ligt lager en de uitschieters naar boven zijn veel minder hoog. Rob Jacobs, die Van Tilburg adviseerde bij de bouw van zijn nieuwe stal, is razend enthousiast over de data. “Van Tilburg verbruikt niet alleen veel minder elektriciteit, het verbruik is ook veel gelijkmatiger over de dag verdeeld is. Daardoor kan Van Tilburg met een veel minder zware aansluiting toe en is hij minder geld kwijt aan vastrecht.” Bovendien: te hoge pieken zijn bijzonder schadelijk voor elektrische apparatuur. “Ze tasten de levensduur van apparaten aan. Harde schijven en printplaten begeven het eerder, lampen gaan sneller stuk. Dit vlakker verbruik gaat Van Tilburg op de lange termijn veel geld besparen.” Energiescan Van Tilburg ging met zijn nieuwe stal niet over een nacht ijs: hij liep al enige tijd rond met uitbreidingsplannen. “Het denkproces begon twee jaar geleden”, vertelt de melkveehouder. In die periode bracht Van Tilburg voor het eerst het energieverbruik van zijn melkveebedrijf in kaart, met behulp van de online energiescan van FrieslandCampina. “Die scan maakte duidelijk dat er op mijn bedrijf nog veel te besparen viel.” Van Tilburg maakte via een studiegroep kennis met Rob Jacobs, energieadviseur bij L’orèl Consultancy. ”Uiteindelijk is de stal in nauw overleg met Rob ontworpen.” Van Tilburg heeft aan de ene kant zijn stal zo ingericht dat het energieverbruik laag is, bijvoorbeeld door energiezuinige verlichting te gebruiken. Aan de andere kant benut hij de warmte (lees: energie) van de melk van zijn koeien optimaal. Die energie gebruikt hij weer voor het koelen van melk, de reiniging van zijn melkinstallatie en het verwarmen van zijn woonhuis. Een (gesloten) circuit van ijswater en warmtepompen zorgt voor de herbenutting van energie. 19 melk nummer 34 september 2014 oiler Boiler B oning woning w 56°C 52°C elk (37°C) Melk M e warming Verwarming Ver woning woning latenPlatenP koeler koeler ater water arm w Warm W oudebufffer Koudebuffer K 4,6°C 51°C 69°C 67°C 1,4°C Melk Melk (7°C) armteWarmteW omp pomp p elktank Melktank M poelboiler SSpoelboiler emperatuur midden ttemperatuur De investeringen zijn binnen zeven jaar terugverdiend de buffertank. Op een later tijdstip koelt de warmtepomp dit water weer terug naar 2ºC. Met de warmte die hierbij vrijkomt, wordt water verhit. Dit water wordt voor verschillende doeleinden gebruikt: het reinigen van melktank en –installatie en de verwarming van het woonhuis van Van Tilburg. De installatie voorziet zelfs de douche van Van Tilburg van warm water. “Er is genoeg capaciteit om bedrijf én woning van warmte te voorzien. Ook ’s winters”, vertelt Van Tilburg. Bijzonder is dat ook de melk in de tank van Van Tilburg gekoeld wordt met ijswater. “Daardoor kunnen we de beschik- Buffertank In zijn nieuwe ligboxenstal staat het feitelijke hart van het systeem: een buffertank van 4.000 liter, gevuld met ijswater. Dit ijswater stroomt tijdens het melken door een platenkoeler. Daardoor koelt de melk af van pakweg 32ºC naar ongeveer 7ºC, waarna de melk naar de koeltank gaat. Het opgewarmde ijswater gaat terug naar Lager verbruik, minder pieken ampère 80 Traditioneel melkveebedrijf 60 40 40 20 20 0 uur 48 uur ampère Melkveebedrijf Van Tilburg 60 0 Spoelboiler Spoelboiler temperatuur hoge hoge temperatuur Warmte uit melk optimaal benut Melk (4°C) 80 Booster Booster 0 0 uur 48 uur Het verbruik van elektriciteit op een traditioneel melkveebedrijf (links) en het melkveebedrijf van Van Tilburg (rechts). Van Tilburg consumeert minder energie, het verbruik is gelijkmatiger verdeeld en de pieken zijn minder hoog. Van Tilburg bespaart meer dan 50 procent energie, hij melkt momenteel zo’n 110 koeien. Dankzij de nieuwe stal kan hij doorgroeien naar 145 dieren. Hij realiseerde in mei een nieuwe, energiezuinige stal, waarbij de warmte uit de melk optimaal wordt benut dankzij het Eco 200 systeem (zie bovenstaande illustratie). bare warmte nóg beter benutten.” In Nederland wordt boerderijmelk doorgaans gekoeld op basis van freon. “In het buitenland is koelen met ijswater echter niet ongebruikelijk.” Energieneutraal Van Tilburg mikt uiteindelijk op een stroomverbruik van 20 tot 25 kilowattuur per 1.000 kilogram melk: 50 tot 70 procent minder in vergelijking met een regulier melkveebedrijf. Jacobs verwacht dat de energierekening van Van Tilburg uiteindelijk daalt van 14.000 euro nu naar 5.000 a 6.000 euro straks. "De investeringen zijn binnen zeven tot acht jaar terugverdiend. Wanneer Van Tilburg de fiscale voordelen optimaal weet te benutten, dan wordt die terugverdientijd aanzienlijk korter." Op termijn wil Van Tilburg investeren in zonnepanelen en zelfvoorzienend worden wat betreft elektriciteit “Maar dan moet eerst helemaal duidelijk zijn hoeveel elektriciteit dit bedrijf verbruikt. Daar pas ik het aantal zonnepanelen op aan. Ik streef uiteindelijk naar een energieneutraal melkveebedrijf.” Lees verder op pagina 20 20 coöperatie melk nummer 34 september 2014 Acht maatregelen die energie besparen Melkveehouder Jan Pieter van Tilburg heeft tal van maatregelen genomen om energie te besparen en warmte terug te winnen. Op deze pagina de acht meest in het oogspringende zaken. Buffervat Het buffervat van 4.000 liter: gevuld met ijswater. Dit vat vormt het hart van energiezuinige melkveebedrijf van Van Tilburg. Voorraadvat Het voorraadvat van de melkinstallatie is extra groot (400 liter). “Niet standaard leverbaar en dus moest het speciaal gemaakt worden.” Dankzij het extra grote voorraadvat kan Van Tilburg de platenkoeler optimaal benutten: de melk stroomt met lage snelheid door de koeler waardoor er maximale koeling plaats kan vinden. Schakelaar in melkput Verlichting In de stal (en melkstal) hangt energiezuinige tl-verlichting (T5, kleurcode 865). “Led heeft een energiezuinige reputatie maar deze verlichting kan absoluut wedijveren met led. En tl geeft een mooi, egaal lichtbeeld.” Energie besparen is soms heel eenvoudig. Van Tilburg kan vanuit de melkput de vacuümpomp aan- en uitzetten. “Pas nadat ik de eerste koeien heb voorbehandeld, zet ik de pomp aan. Dat scheelt uiteindelijk tientallen draaiuren per jaar.” Verbruik per apparaat Platenkoeler De platenkoeler koelt de melk meteen terug naar 7ºC. Daarna belandt de melk in de tank. Van Tilburg registreert van een aantal apparaten online het stroomverbruik (onder meer vacuümpomp en warmtepomp). Een plotse verandering in stroomverbruik kan bijvoorbeeld duiden op slijtage of een foutieve afstelling. De melkveehouder kan op basis van deze informatie veel sneller ingrijpen. Warmtepomp De warmtepomp verlaagt de temperatuur van het ijswater uit de platenkoeler weer naar 2ºC. De warmte die daarbij vrijkomt wordt gebruikt voor het verwarmen van water. Het ene voorraadvat bevat warm water van 55ºC (voorspoelen, verwarming kantoor). Het andere vat bevat water van 70ºC (voor hoofdreiniging). Dit water kan desnoods nog verder verwarmd worden. Bij het woonhuis van Van Tilburg staat een vergelijkbare installatie die de woning van warmte voorziet. Melktank De melk in de tank wordt gekoeld met ijswater: in Nederland uitzonderlijk, in bijvoorbeeld Denemarken vrij gebruikelijk. De (tweedehands) tank is dan ook afkomstig uit Denemarken. 21 melk nummer 34 september 2014 China in cijfers Shanghai Aantal inwoners: 1.350 miljoen Bevolkingsgroei: 0,44 procent per jaar China is het op drie na grootste land ter wereld. Landoppervlak 9.569.901 vierkante kilometer 7,7 FrieslandCampina in China: FrieslandCampina is al ruim 70 jaar actief in China en heeft kantoren in Beijing, Shanghai & Hong Kong. FrieslandCampina verkoopt in China consumentenproducten met als bekendste merken Friso (premium merk baby- en kindervoeding) en Black & White (gecondenseerde melk). Naast consumentenproducten is FrieslandCampina actief op de markt voor zuivelingrediënten Binnenlandse melkproductie: 30 miljard kilo (ter vergelijking: Nederland 11,9 miljard kilo melk) % 5.500 kilo melk (ter vergelijking: Nederland 8.063 kilo melk) Omvang nationale economie: 12.380 miljard Amerikaanse dollar, Ter vergelijking: Nederland 709,5 miljard dollar en Duitsland 3.123 miljard dollar 600 Zuivelconsumptie per inwoner per jaar: 28 kilo Zuivel wordt vooral genuttigd in de vorm van melkpoeder maar ook als verse melk en yoghurt (ter vergelijking: zuivelconsumptie Nederland 250 kilo per inwoner per jaar) Melkproductie per koe per jaar: Aantal werknemers FrieslandCampina in China China is de tweede economie ter wereld Economische groei in 2013: FrieslandCampina is wereldwijd actief in een groot aantal landen. Melk schetst in iedere editie de belangrijkste kenmerken van een specifiek land. Deze keer: China Andere zuivelondernemingen in China: Onder meer Yili, Mengniu, Wahaha, Nestlé en Mead Johnson. FrieslandCampina is in baby en kindervoeding één van de snelst groeiende premium merken in China Totale melkconsumptie in China: 43 miljard liter FrieslandCampina helpt China om de zuivel productiviteit, veiligheid en kwaliteit te verbeteren in de gehele zuivelketen door het delen van Nederlandse expertise in het Sino-Dutch Dairy Development Centre 22 coöperatie melk nummer 34 september 2014 Melkveehouder Edwin Sengers (links) in gesprek met Arjan Voermans, projectleider bij FrieslandCampina. Foto’s: William Hoogteyling De Waarde van de Keten: managers en melkveehouders leren elkaars wereld kennen Elkaars wereld leren kennen en leren begrijpen: dat is de kern van het programma ‘De Waarde van de Keten’ van FrieslandCampina. Edwin Sengers (melkveehouder in Wijchen), en Arjan Voermans (projectleider bij Cheese, Butter & Milkpowder) zijn enthousiast. et is woensdagochtend 13 augustus. Een aantal koeien op het bedrijf van melkveehouder Edwin Sengers wordt gecontroleerd op drachtigheid. De dierenarts doet geroutineerd zijn werk terwijl Sengers de bevindingen (‘zes weken drachtig’, ‘deze wordt volgende week tochtig’, ‘ik voel een cyste’) keurig op een papiertje noteert. Arjan Voermans slaat het tafereel vanaf de voergang met enige bewondering gade. “Nooit geweten dat iedere koe gecontroleerd wordt op drachtigheid”, vertelt hij. Voermans loopt vandaag een dagje stage op het bedrijf van Sengers in Wijchen (Gelderland). In het dagelijks leven is hij projectleider bij Cheese, Butter & Milkpowder. De ochtend begon met het verzorgen van de kalveren, vervolgens heeft Voermans het melkvee gevoerd en nu is dus de dierenarts H op bezoek. Voermans en Sengers nemen beide deel aan ‘De Waarde van de Keten’ van FrieslandCampina. Zeven managers en zeven melkveehouders van FrieslandCampina doorlopen hiermee een programma dat bestaat uit plenaire bijeenkomsten (drie in totaal), individuele gesprekken en werkbezoeken. Doel: elkaars wereld leren kennen, zodat onderneming en coöperatie nader tot elkaar komen. Immers, onderneming en coöperatie zullen samen de juiste beslissingen moeten nemen voor de toekomstige koers. En dat lukt beter wanneer managers en veehouders elkaar beter begrijpen. Het is de tweede keer dat FrieslandCampina dit programma organiseert. Werkbezoeken Voor Sengers en Voermans startte ‘De Waarde van de Keten’ op 6 mei met een bijeenkomst 23 melk nummer 34 september 2014 rond de thema’s ‘Persoonlijke waarden’ en ‘Leiderschap’. De plenaire bijeenkomst van dinsdag 24 juni stond in het teken van duurzaamheid. Onder meer Cees ’t Hart deed die dag uit de doeken wat de aspiraties van FrieslandCampina op het gebied van duurzaamheid zijn. In juli en augustus volgden de werkbezoeken: medio juli toog Sengers, samen met Voermans, naar de kaasfabriek van FrieslandCampina in Steenderen. En in augustus was Voermans te gast bij Sengers. De melkveehouder kijkt met veel voldoening terug op zijn bezoek aan Steenderen. “Je doet op zo’n dag heel veel indrukken op. Het begon met een bijeenkomst van het managementteam over de uitbreidingsplannen van Steenderen. Vervolgens hebben we een rondje gemaakt door de fabriek, deelgenomen aan een kaasproeverij en zijn de actuele ontwikkelingen op de kaasmarkt nog ter sprake gekomen. Kijk, ik ben ook districtsraadslid bij FrieslandCampina en daarmee goed op de hoogte van de ontwikkelingen binnen onderneming. Maar zo’n dag zorgt altijd weer voor nieuwe inzichten.” Voermans op zijn beurt was blij met de inbreng van Sengers die dag. “In het overleg over de uitbreidingsplannen deed Sengers meteen een paar heel praktische suggesties, onder meer op het gebied van duurzaamheid. Suggesties die straks wel eens heel bruikbaar kunnen zijn.” In Steenderen wordt met bijzonder veel toewijding kaas gemaakt, zag Sengers. “FrieslandCampina realiseert al een aantal jaren een mooie prestatietoeslag. Maar dat is geen vanzelfsprekendheid, daar moet iedere dag keihard voor gewerkt worden. En dat gebeurt dus ook in Steenderen.” Niet eerste keer Ook de andere programmaonderdelen van ‘De Waarde van de Keten’ maakten indruk op Sengers. “Je leert veel verschillende mensen binnen de organisatie kennen. Dat leidt weer tot interessante gesprekken. Zo vinden melkveehouders het heel belangrijk dat FrieslandCampina een coöperatie is, maar ook binnen de onderneming wordt daar grote waarde aan gehecht. Zelfs in Afrika en Azië wordt met trots verteld dat FrieslandCampina een onderneming is in handen van melkveehouders. Dat heeft me in positieve zin verrast.” Terug naar het werkbezoek van Voermans aan Sengers: voor Voermans was het niet de eerste kennismaking met een boerderij. “Ik kom regelmatig bij melkveehouders over de vloer, maar zo’n hele dag meelopen blijft zeer leerzaam.” De slagvaardigheid van Sengers heeft Voermans geïmponeerd. “Sengers werkt aan een tweede pijler onder zijn bedrijf: recreatie. Dat vraagt om grote investeringen en die heeft hij ook in betrekkelijk korte tijd gedaan. Daar kunnen wij bij FrieslandCampina best nog iets van leren. Hier vergen investeringen vaak betrekkelijk veel overleg. Aan de ene kant heel logisch, maar het gaat soms ten koste van onze slagkracht.” En de investeringshorizon van Sengers is relatief ver, analyseert Voermans. “Voor een melkveehouder is een terugverdientijd van tien jaar of meer niet ongebruikelijk. In de onderneming FrieslandCampina is dat een stuk korter. Maar ook wij moeten investeringen niet schuwen die op korte termijn wellicht niet terug te verdienen zijn, maar op lange termijn wel in het belang zijn voor de continuïteit van de onderneming.” Meer bagage ‘De Waarde van de Keten’ is op dinsdag 2 september afgesloten met een bijeenkomst rond het thema ‘De kracht van de keten’. Wat Sengers en Voermans betreft gaat FrieslandCampina door met het programma. Sengers: “Ik ben als districtsraadslid een schakel tussen onderneming en melkveehouders. Dat leidt soms tot heftige discussies. ‘De Waarde van de Keten’ heeft mijn inzicht in onderneming en coöperatie verder vergroot. En die bagage kan ik heel goed gebruiken in mijn rol. Ik kijk echt met een goed gevoel terug op het programma.” Voermans: “De onderneming FrieslandCampina heeft grote ambities op het gebied van duurzaamheid, maar zonder melkveehouders zullen we die ambities niet kunnen realiseren. ‘De Waarde van de Keten’ heeft mij nog eens duidelijk gemaakt dat onderneming en coöperatie niet zonder elkaar kunnen. Dat besef was er natuurlijk al, maar is verder versterkt.” Edwin Sengers: Dit programma heeft mijn inzicht in onderneming en coöperatie verder vergroot. Die bagage kan ik heel goed gebruiken Arjan Voermans: Onderneming en coöperatie kunnen niet zonder elkaar 24 coöperatie melk nummer 34 september 2014 Ze worden sinds juli gedaan: onaangekondigde beoordelingen van melkveebedrijven. Deze editie van melk geeft op de tien meest gestelde vragen een antwoord. 10 vragen over onaangekondigde beoordelingen 1 In het verleden werd een beoordeling door Qlip ruim vantevoren aangekondigd. Sinds juli vinden er ook onaangekondigde beoordelingen van melkveebedrijven plaats. Waarom eigenlijk? Afnemers van zuivelproducten verlangen steeds meer transparantie rond het productieproces van zuivel (van gras tot glas). Meer transparantie betekent meer openheid over de dagelijkse gang van zaken op melkveebedrijven en in zuivelfabrieken. De kwaliteit van een product moet iedere dag in orde zijn. Bij die wensen passen, naast de al bestaande beoordelingen, ook onaangekondigde beoordelingen. Onaangekondigde beoordelingen zullen het vertrouwen in de kwaliteit van zuivelproducten van FrieslandCampina verder vergroten. 2 Heeft ieder melkveebedrijf een even grote kans op een onaangekondigde beoordeling? Nee, tot 1 januari 2015 zullen onaangekondigde beoordelingen alleen plaatsvinden op zogeheten aandachtsbedrijven. Dat zijn bedrijven met problemen op het gebied van melkkwaliteit of bedrijven die hun administratie niet op orde hebben (bijvoorbeeld op het gebied van diergezondheid). Deze bedrijven worden één dag van tevoren op de hoogte gebracht van de komst van een medewerker van Qlip. Ook een zogeheten ‘visuele waarneming’ kan aanleiding zijn voor een onaangekondigde beoordeling. Er moet dan sprake zijn van bijvoorbeeld dierverwaarlozing of een ernstig vervuild erf (gezien door de buitendienstmedewerker van FrieslandCampina, al of niet getipt door bijvoorbeeld erfbetreders zoals dierenarts of melkautochauffeur). Is er sprake van zo’n visuele waarneming, dan vindt de beoordeling plaats zonder een telefoontje vooraf. 3 Wordt het aantal onaangekondigde beoordelingen in de toekomst verder uitgebreid? Ja, per 1 januari 2015 kunnen alle melkveebedrijven te maken krijgen met een onaangekondigde beoordeling: ongeveer vijf procent van de reguliere beoordelingen in het kader van Foqus planet zal onaangekondigd gebeuren. Deze melkveebedrijven worden willekeurig uitgekozen. De rest van de beoordelingen zal, net als nu, van te voren worden aangekondigd. Gemiddeld zal ieder melkveebedrijf eens in de twee jaar beoordeeld worden. 4 Stel: Qlip belt, maar het bezoek op de volgende dag past niet in de agenda. Wat dan? In principe gelden de bestaande regels (en is uitstel doorgaans niet mogelijk), maar voor uitzonderlijke situaties zal altijd een oplossing worden gevonden. 25 melk nummer 34 september 2014 5 Worden tijdens een onaangekondigde beoordeling andere zaken tegen het licht gehouden dan tijdens een aangekondigde beoordeling? Nee, inhoudelijk is er geen verschil: de beoordelingen zijn identiek aan elkaar. Wel zal voor een onaangekondigde beoordeling iets meer tijd genomen worden omdat de melkveehouder minder gelegenheid heeft gekregen om zich voor te bereiden op het bezoek. 6 Stel, Qlip constateert tijdens de beoordeling onregelmatigheden. Moeten die dan meteen rechtgezet worden? Dat hangt af van de ernst van de tekortkomingen. Grote afwijkingen, met een potentieel risico voor de voedselveiligheid en dierenwelzijn, moeten binnen vier weken opgelost zijn. Lukt dat niet, dan volgt melkweigering. Bij ontoelaatbare afwijkingen (lees: een acuut risico voor de voedselveiligheid of dierenwelzijn) volgt direct melkweigering. Alleen wanneer uit herbeoordeling blijkt dat de afwijkingen zijn opgeheven, wordt melkinname hervat. 7 Is FrieslandCampina het enige zuivelbedrijf in Nederland dat start met onaangekondigde beoordelingen? Nee, Nederlandse zuivelbedrijven trekken hier gezamenlijk op. Dus ook melkveehouders die leveren aan bijvoorbeeld Cono of DOC krijgen te maken met onaangekondigde beoordelingen. 8 Krijgen Duitse en Belgische leden ook te maken met onaangekondigde beoordelingen? Ja, in Duitsland en België bestaat weliswaar geen sectorbrede aanpak zoals in Nederland, maar FrieslandCampina kiest voor gelijke benadering van haar leden. En dat wil dus zeggen dat ook Duitse en Belgische melkveebedrijven van FrieslandCampina vanaf 2015 te maken krijgen met onaangekondigde beoordelingen. 9 Is Nederland het eerste land waar melkveebedrijven te maken krijgen met onaangekondigde beoordelingen? Nee, Nieuw-Zeeland kent al geruime tijd een vergelijkbaar systeem. Daar worden alle melkveebedrijven ieder jaar beoordeeld. In tenminste vijf procent van de gevallen gebeurt dat onaangekondigd. Dat wil zeggen: het bezoek wordt minder dan zes uur vantevoren aangekondigd. Zelfs wanneer de veehouder niet aanwezig is, gaat de beoordeling door. En ook tijdens het melken kunnen bedrijven in Nieuw-Zeeland beoordeeld worden. 10 Sinds juli vinden de eerste onaangekondigde beoordelingen plaats. Wat zijn de ervaringen tot nu toe? Die zijn positief. Het maken van een afspraak voor de volgende dag vormt doorgaans geen probleem. De beoordelingen vergen gemiddeld minder dan twee uur en de samenwerking tussen melkveehouders en Qlip verloopt in verreweg de meeste gevallen goed. De kwaliteit van een product moet iedere dag in orde zijn 26 coöperatie melk nummer 34 september 2014 Sinds mei rijdend in Noord-Brabant: een melkauto, waarvan het dak is voorzien van zonnepanelen 27 melk nummer 34 september 2014 Ook transport van boerderijmelk steeds duurzamer Het transport van boerderijmelk verandert in hoog tempo. Melkauto’s worden lichter, schakelen over op schonere brandstoffen en wekken in sommige gevallen zelf energie op. “Wij zullen de komende jaren méér melk transporteren”, vertelt Jacob van der Meer. “Maar dat mag niet leiden tot een hogere uitstoot van CO2.” e Nederlandse zuivel is op het gebied van duurzaamheid bijzonder ambitieus. De sector zal tot het jaar 2020 naar verwachting met zo’n twintig procent groeien, maar die groei mag in geen geval leiden tot een toename van uitstoot van broeikasgassen (CO2, methaan en lachgas), in vergelijking met 2010. Een en ander is afgesproken in het convenant ‘Schoon en Zuinig’ tussen overheid, zuivelondernemingen en melkveehouders. De uitstoot van broeikasgassen kan worden aangepakt door energie te besparen, door fossiele brandstoffen te vervangen door duurzame bronnen van energie (wind, zon, biomassa), door zelf duurzame energie op te wekken (zonnepanelen, windmolens, biogas) en door grondstoffen (kunstmest, krachtvoer) efficiënter in te zetten. Alle schakels in de zuivelketen zullen maatregelen moeten nemen om de doelstellingen uit het convenant te halen: van melkveebedrijven tot en met zuivelfabrieken. En dus luidt ook bij Milk Logistics (afdeling melktransport van FrieslandCampina) de doelstelling: tot aan 2020 mag de uitstoot van broeikasgassen niet stijgen. “Ondanks een groei van het aanbod van boerderijmelk met twintig procent”, D vertelt Jacob van der Meer. Hij is bij Milk Logisitics verantwoordelijk voor het duurzaamheidsprogramma. Zonder extra maatregelen zou door het toenemende transport van boerderijmelk de uitstoot van CO2 met 10 miljoen kilo stijgen. “Iedere liter diesel zorgt voor 2,63 kilo aan CO2-emissie”, rekent Van der Meer voor. Milk Logistics wil de komende jaren ‘klimaatneutraal groeien’ door (1) minder kilometers te maken (door ritten beter te plannen en door over te schakelen op melkauto’s met een groter laadvermogen), (2) door melk sneller en minder milieubelastend over te pompen van de melkkoeltank naar de melkauto (met behulp van dikkere, kortere slangen en door in toenemende mate gebruik te maken elektrische pompen in plaats van hydraulische pompen), (3) het verder opleiden en trainen van chauffeurs in ‘het nieuwe rijden’ (zuinig rijden bespaart 15 tot 20 procent brandstof) en (4) door steeds meer gebruik te maken van duurzame energiebronnen (diesel vervangen door gas, waterstof of elektriciteit). Volgens Van der Meer zijn deze stappen niet alleen goed voor het milieu, ze leiden doorgaans ook tot lagere kosten. Lees verder op pagina 28 Een tanklokaal dat aansluit op ambities Milk Logistics De ambitie van de zuivelsector om de uitstoot van CO2 verder terug te dringen, leidt niet alleen tot aanpassingen op het gebied van melktransport. Ook melkveehouders zullen bij renovatie of nieuwbouw van hun tanklokaal rekening moeten houden met veranderende inzichten op het gebied van duurzaamheid (en veiligheid). Uitgangpunt: de chauffeur moet op ieder moment de melk kunnen laden. Dat is een voorwaarde voor een efficiënt melktransport. Ook moet het tanklokaal vanaf de openbare weg bereikbaar zijn. Vijf andere belangrijke punten zijn: • Tankuitloop minimaal DN 80. DN 100 zou • • • • met oog op toekomstige ontwikkelingen wenselijk zijn. Immers, hoe groter de uitloop, hoe sneller het laden verloopt; Tanklokaal is bij voorkeur voorzien van een elektrische aansluiting (380 V, vierpolig) waarop de chauffeur de melkpomp kan laten draaien; Tankcapaciteit moet minimaal 72 uur bedragen bij een traditionele melkstal (= zes melkmalen) en 80 uur bij een melkrobot; Tank staat onder afschot (een centimeter per meter); Mangat moet via vaste trap bereikbaar zijn. Trap is robuust en veilig voor chauffeur (bij voorkeur ronde staanders en leuningen). 28 melk nummer 34 september 2014 coöperatie De nieuwe melkauto’s The standard In 2012 werden de eerste stappen van Milk Logistics zichtbaar voor de melkveehouder: FrieslandCampina lanceerde een nieuwe standaard voor melkauto’s. Een auto met een laadvermogen van 36.000 liter boerderijmelk, een 2.750 kilo lichter, 40 centimeter korter gewicht van 15.000 kilogram en 13,1 meter lang. Ten opzichte van zijn voorganger groeide het laadvermogen met 2.000 liter boerderijmelk, daalde het gewicht met 2.750 kilo en kromp de auto 40 centimeter. De gewichtsafname is onder meer bereikt door de roestvrijstalen isolatieplaten te vervangen door polyester en aluminium. ‘The standard’ leidt volgens Jacob van der Meer tot een brandstofbesparing van negen procent. Opvallend detail: het mangat bevindt zich niet langer aan de bovenzijde van de melkauto, maar laag aan de voorkant. “En dus zie je ook geen trappen of bordes meer aan de auto. Uit oogpunt van veiligheid een enorme sprong vooruit. Bij FrieslandCampina staat een veilige werkomgeving hoog in het vaandel.” The shorty Dit jaar beproeft FrieslandCampina ‘The shorty’, letterlijk vertaald: Het kleintje. ‘Slechts’ 11,3 meter lang, een laadvermogen van 36.200 liter boerderijmelk en een gewicht van 14.500 kilo. Speciaal ontwikkeld voor smalle wegen en moeilijk bereikbare melkveebedrijven. Deze melkauto rijdt momenteel rond in Friesland (in de zuidoosthoek). “The Shorty is bovendien voordelig op een veerpont”, vertelt Jacob van der Meer. “Daar betalen vrachtauto’s namelijk per strekkende meter.” Speciaal voor moeilijk bereikbare melkveebedrijven The solar Sinds mei rijdt in het werkgebied van FrieslandCampina ‘The solar’: een melkauto die aan de bovenzijde voorzien is van tien zonnepanelen. Deze panelen kunnen jaarlijks 1.500 kilowattuur aan stroom opwekken. Deze duurzame energie wordt opgeslagen in accu’s die vervolgens de pompinstallatie laten draaien. Jacob van der Meer: “Veel pompinstallaties werken nu nog op de dieselmotor van de melkauto. Een methode die het milieu relatief zwaar belast. Een elektrische pomp, aangedreven op zonneenergie, stoot geen broeikasgassen uit.” De panelen wekken jaarlijks 1.500 kilowattuur aan stroom op The alternative Namens FrieslandCampina halen dit jaar zes auto’s boerderijmelk op die rijden op bifuel: deze zogeheten ‘alternatives’ kunnen zowel op diesel als op LNG (vloeibaar aardgas) rijden. De uitstoot van CO2 bij LNG is een stuk lager in vergelijking met diesel. Bovendien kan LNG worden verrijkt met biogas (uit bijvoorbeeld rundermest), zodat melkveebedrijven in de toekomst de brandstof voor deze auto’s kunnen gaan leveren. Wel zijn de auto’s duurder in aanschaf. Momenteel rijden deze melkauto’s voor zestig procent op LNG (en nog voor veertig procent op diesel), en dat leidt tot een CO2 reductie van 14 procent. melk nummer 34 september 2014 29 Sneller en schoner pompen Veel milieuwinst is nog te behalen in het overpompen van boerderijmelk van koeltank naar melkauto: Jacob van der Meer denkt dat alleen op dit onderdeel de uitstoot van CO2 met maximaal 1,2 miljoen kilo per jaar kan dalen. Julian van der Mierden investeert in zonnepanelen Voor melkveehouders van FrieslandCampina in Midden- en Oost-Brabant is het al een vertrouwd gezicht: een melkauto uitgerust met zonnepanelen. “Sinds mei halen we met deze auto melk op”, vertelt Julian Van der Mierden. Hij is eigenaar van Van der Mierden Transport uit Middelbeers (Noord-Brabant). Het bedrijf beschikt in totaal over vijf melkauto’s. De energie die de zonnepanelen opwekken, wordt opgeslagen in accu’s die vervolgens de melkpomp aandrijven. “Die pomp hoeft dus niet meer te draaien op diesel.” Daarnaast zijn twee auto’s van Van der Mierden voorzien van remgenerators: die zorgen er voor dat de energie die vrijkomt tijdens het remmen, wordt opgeslagen. “Ook die opgeslagen energie wordt benut voor het aandrijven van de melkpomp.” De nieuwe, duurzame technieken werken nog niet vlekkeloos. “Maar dat hoort een beetje bij innovatie. Op lange termijn worden dit soort technieken gemeengoed, daarvan ben ik overtuigd.” In het algemeen geldt hier het principe: hoe korter en dikker de slang, hoe sneller en energiezuiniger dit proces verloopt. Of, in CO2 uitgedrukt: 300 liter boerderijmelk per minuut sneller pompen, levert een CO2 reductie op van 21 procent tijdens het pompen. Nieuwe koeltanks moeten afgeleverd worden met een uitloop van DN 80 (omgerekend drieduims), in de dagelijkse praktijk variëren de uitlopen nog van DN 40 tot DN 80. De slang van een melkauto moet nu, overeenkomstig de reglementen, acht meter lang zijn. “Nog korter en dikker, bijvoorbeeld DN 100 en twee meter lang, zou uit oogpunt van efficiency en milieu ideaal zijn maar is voorlopig niet realistisch.” Hetzelfde geldt voor de aandrijving van de pomp: elektrisch aangedreven pompen belasten het milieu veel minder dan pompen op basis van diesel. In grote delen van het werkgebied van FrieslandCampina zijn tanklokalen al voorzien van een elektrische aansluiting (380 V, vierpolig) waarop chauffeurs de melkpomp laten draaien. 30 coöperatie melk nummer 34 september 2014 Robot & weiden: ook in Duitsland een goede combinatie De datum staat in het geheugen gegrift van Alexander Schmaeing: 10 juli 2012. Op die dag werd de eerste koe van melkveebedrijf Schmaeing door een robot gemolken. Een stap waarover Josef (52), Ingrid (49) en Alexander (23) lang hebben nagedacht. Ze onderhandelden met drie robotfabrikanten en daarbij stond op voorhand één ding vast: de komst van de robot mocht niet leiden tot het permanent opstallen van de koeien. e zijn er van overtuigd dat weidegang goed is voor het welzijn van de dieren“, motiveert Ingrid. Volgens Alexander is weidegang aantoonbaar beter voor de klauwgezondheid. “Mortellaro bijvoorbeeld kun je veel beter onder controle houden, wanneer de koeien regelmatig in de wei lopen. Op een gegeven moment loopt de besmettingsdruk in de stal te hoog op. Die verlaag je door koeien naar buiten te doen.” En ook niet onbelangrijk: burgers waarderen het beeld grazende koeien. Josef: “Hier in de buurt is een café met terras. Bezoekers maken soms nog een ommetje en zien dan onze koeien grazen. Dat is toch een mooi visitekaartje.” Belangrijk op het bedrijf van Schmaeing is de installatie van een zogeheten ‘weidepoort’. Deze poort ‘beslist’ of een koe naar buiten mag of dat de koe eerst nog even langs de robot moet. Schmaeing heeft nu twee jaar ervaring met het systeem. “Het functioneert voortreffelijk. Zeker op mooie dagen is de stal overdag bijna leeg: alle koeien lopen dan buiten”, vertelt Alexander. Tegen 20.00 uur haalt Schmaeing de laatste koeien op. Ze blijven dan op stal tot de “W Van links naar rechts: Josef, Ingrid en Alexander Schmaeing. Ze zetten af en toe de staldeuren open voor schoolklassen of groepen burgers. De robot kan steevast rekenen op verbaasde blikken. "De techniek van een robot is natuurlijk heel geavanceerd. Veel mensen verwachten dat niet op een boerderij. Ook het feit dat een robot goed is voor het welzijn van de dieren, valt in de goede aarde bij de bezoekers." Foto’s: Theo Tangelder volgende ochtend: vanaf 6.00 uur stuurt de poort de koeien weer richting weide. De keuze voor weidegang heeft overigens óók bedrijfseconomische redenen: Schmaeing produceert melk voor Landliebe, het premium zuivelmerk van FrieslandCampina in Duitsland. “Een van de harde voorwaarden van Landliebe is dat koeien weidegang krijgen.” Voor de productie van Landliebe ontvangt Schmaeing een premie van 1,0 eurocent per liter, naast de reguliere weidepremie van FrieslandCampina van 0,5 eurocent per liter. “Die extra opbrengsten vallen weg, zodra koeien zomer en winter op stal blijven. Dat willen we niet.” Vóór de komst van de robot, molken Josef, Ingrid en Alexander zo’n veertig koeien. Inmiddels zijn dat er zo’n zestig. “We kunnen nog iets verder groeien”, vertelt Alexander. Het bedrijf in Raesfeld (Duitsland) telt in totaal 41 hectare land waar gras, graan en maïs wordt verbouwd. Daarnaast houden ze 180 zeugen. De komst van de robot heeft volgens Alexander niet geleid tot een arbeidsbesparing. “Maar we zijn nu wel veel flexibeler. In het verleden molken we op vaste tijden, een robot biedt meer vrijheid.” Koeien in de wei: een mooi visitekaartje 31 melk nummer 34 september 2014 Nieuwe stal Tegelijkertijd met de komst van robot realiseerde Schmaeing een nieuwe ligboxenstal. In de stal is sprake van zogeheten ‘vrij koeverkeer’: de koeien bepalen dus zelf of ze vreten, liggen of naar de robot gaan. Het comfort in de stal is hoog. De oude stal benut Parsimonia Schmaeingfiducias voor deagnascor huissus suis.van Perspicax syrParsimonia fiducias vesting het jongvee. Overigens gaat agnascor pessimus gulosus suis. Perspicax ook het jongvee ’s zomers naar buiten. syrParsimonia fiducias agnascor p Bijvoeren op stal De weidepoort Overzicht per computer Een selectiepoort bepaalt of een koe naar buiten mag of niet. Vanaf 6.00 uur kunnen koeien naar buiten, maar dan moeten de koe wel recent gemolken zijn. Anders leidt de poort de koe terug naar de stal. Koeien die na 18.00 uur de stal binnengaan, kunnen die dag niet meer terug naar de weide. Rond 20.00 uur haalt Schmaeing de laatste koeien uit de wei. ’s Nachts blijven alle koeien op stal. Koeien worden gemiddeld 2,6 tot 2,7 keer per dag gemolken. ‘Verse’ koeien tot viermaal per dag; oudmelkte koeien tweemaal per dag. Het gemiddelde productieniveau is sinds de komst van de melkrobot gestegen. Zeker vaarzen produceren volgens Alexander aanzienlijk meer melk omdat de druk op het uier lager is. Een blik op het computerscherm leert welke koeien in de wei lopen en welke koeien op stal staan. De sensor op de weidepoort registreert of een koe tot de wei is toegelaten. Overigens wordt de terugkomst van de koe naar de stal niet geregistreerd: met zo’n sensor zou Schmaeing precies kunnen zien hoeveel uren zijn koeien weiden. Josef Schmaeing: “Dat is wellicht iets voor de toekomst. Ik vind dat je als melkveehouder op dit punt maximaal openheid van zaken moet geven wanneer de zuivelonderneming daarom zou vragen.” In de weideperiode voert Schmaeing op stal een mengsel van kuilgras, maïs, stro, luzerne en krachtvoer (raapschroot) bij. De drogestofopname in de wei varieert en is in het voorjaar het hoogst. In de loop van het groeiseizoen loopt de smakelijkheid van het gras terug. Door af en toe te maaien, remt Schmaeing dit proces af. Om een bezoek aan de melkrobot extra aantrekkelijk te maken, is het belangrijk dat de melkautomaat smakelijk krachtvoer verstrekt. “Dat was aanvankelijk even zoeken”, vertelt Alexander Schmaeing. “We produceren melk voor Landliebe. Dat concept beperkt je in je krachtvoerkeuze.” Met Landliebe moet het voer voor de koeien afkomstig zijn uit de regio (Duitsland, Europa) en het rantsoen mag géén producten bevatten die geteeld worden met behulp van genetische modificatie (gmo-vrij). “Je kunt dus niet ieder willekeurig krachtvoer verstrekken. Dat was in het begin even zoeken, maar inmiddels hebben we het juiste product gevonden.” 32 uit… Groesbeek Voorjaar en zomer waren nat: ideaal voor de boerenzwaluw melk nummer 34 september 2014 Zo’n veertig tot vijftig nesten met boerenzwaluwen telt het bedrijf van Jan Roelofs, melkveehouder in Groesbeek. In de regio zetten veel melkveehouders zich in voor het behoud van dit typische boerderijvogeltje en dragen op deze manier een steentje bij aan behoud van biodiversiteit. Altijd al boerenzwaluwen gehad op uw erf? “Ja, maar nu zitten er veel meer dan pakweg twintig jaar geleden. Toen telde dit bedrijf zo’n vijftien nesten, nu wel veertig tot vijftig.” Foto: Van Assendelft Treft u speciale voorzieningen? “Nee, het is wel belangrijk dat stallen open van karakter zijn. In mijn oude ligboxenstal zitten echt veel nesten. In het nieuwe deel, dat uitgerust is met vogelgaas om spreeuwen buiten de deur te houden, zitten er minder. Maar gelukkig ontdekken de zwaluwen ook daar langzaam maar zeker nieuwe ingangen, bijvoorbeeld via de nok. Het aantal nesten groeit alweer.” Was 2014 een goed jaar voor de boerenzwaluw? “Absoluut. Het voorjaar was nat waardoor de dieren gemakkelijk een nestje konden bouwen: ze maken hun nestje immers van modder en takjes. En er was het hele jaar door voldoende aanbod van insecten. Veel paartjes zijn met succes aan een tweede broedsel begonnen. Vorig jaar waren de omstandigheden een stuk minder gunstig. Het voorjaar was toen koud en droog.” Hoe ontwikkelt de stand van de boerenzwaluw zich? “Die loopt terug, heb ik me laten vertellen. De oorzaken? Veel zwaluwen overwinteren in rietvelden in zuidelijk Afrika. Maar veel van die rietvelden worden momenteel omgezet in landbouwgrond, voor de productie van voedsel waardoor het leefgebied van de zwaluw kleiner wordt. Bovendien neemt de Sahara in omvang toe. Veel zwaluwen hebben moeite om die woestijn over te steken.” Naam: Jan Roelofs Geboren: 5 maart 1963 Woonplaats: Groesbeek, Gelderland Aantal koeien: 100 Aangesloten bij FrieslandCampina: “Sinds 1983, toen ik in maatschap kwam op het ouderlijk bedrijf. Destijds was het nog melkerij Lent, vervolgens Coberco, FrieslandCoberco en Friesland Foods. En nu is het FrieslandCampina.” Doet u nog aan andere vormen van natuurbeheer? “Ik ben lid van de agrarische natuurvereniging De Ploegdriever, zo noemen ze in Groesbeek en omgeving het kwikstaartje. Die vereniging verbindt boeren en burgers en dat vind ik belangrijk. Ik heb de voorbije jaren mijn erf verder aangekleed met bomen en struiken. En de randen van enkele van mijn maïspercelen zaai ik in met kruiden en bloemen. De gemeente Groesbeek neemt een deel van de kosten voor haar rekening. Je merkt dat iedereen waarde hecht aan behoud van biodiversiteit: wij melkveehouders kunnen daar een steentje aan bijdragen.”
© Copyright 2025 ExpyDoc