relatiemagazine

nr. 34 - september 2014
Manager meets
melkveehouder
Edwin Sengers en Arjan
Voermans enthousiast over
de Waarde van de Keten
Halfjaarcijfers 2014
Cees ’t Hart: ‘Eerste zes
maanden waren lastig’
Tien vragen over
de onaangekondigde
beoordelingen
2
colofon
melk is het tweemaandelijkse
ledenmagazine van Royal
FrieslandCampina. Dit magazine
verschijnt in het Nederlands
en Duits.
column
melk nummer 34 september 2014
Omgaan met
onzekerheden
UITGEVER
Koninklijke FrieslandCampina N.V.
HOOFDREDACTIE
Jitske Jonkman
[email protected]
REDACTIEADRES
Redactie melk
Cooperative Affairs
Postbus 2049
3800 CA Amersfoort
Administratie: telefoonteam,
t +31 (0)33 713 3000
BOERENREDACTIE
Irma Bennink (Groenlo);
Astrid Geboers-Rops (Liessel);
David Flosbach (Wipperfürth);
Aad Kester (Langbroek); Gerald
van Middelaar (Bunschoten);
Erik Tijhaar (Ellecom); Ellen van
de Ven-Scheepens (Vlagtwedde);
Tobias Wellie (FröndenbergWarmen)
AAN DIT NUMMER
WERKTEN MEE
Johan Boonen, Alice Booy, Helma
de Waardt en Wiltrud Wolters
FOTOGRAFEN
Van Assendelft fotografie, Marten
Aukes, Rob ter Bekke, Albert
Brunsting, Jan Buwalda, Ronald
van den Heerik Fotografie, William
Hoogteyling, Frans Kanters, Engel
Lameijer, Wick Natzijl, Marten
Sandburg, Studio Dyk, Shutterstock, Theo Tangelder, Niklas
Thiemann, Kurt Vansteelant en
Emile Wagenaar
ILLUSTRATIES
René van Asselt
OPMAAK
WAT ontwerpers, De Bilt
DRUK
Bek, Veghel
Overname artikelen met bronvermelding is toegestaan.
Omslag: William Hoogteyling
anneer je de krant openslaat
of het nieuws op tv volgt, zie
je dat er in een jaar tijd veel
veranderd is in de wereld. We
lezen over de grote politieke onrust in het
Midden-Oosten en Noord-Afrika en over de
onzekerheid na de uitbraak van het dodelijke Ebola-virus in Afrika. En wie had een
jaar geleden gedacht dat een burgeroorlog
in de Oekraïne deze zomer zo dichtbij zou
komen? En dat het conflict zou resulteren
in economische sancties tegen Rusland en
een boycot van onze zuivelproducten door
Rusland? Al deze ontwikkelingen hebben
directe en indirecte invloed op FrieslandCampina, zowel op de onderneming als op
ons leden-melkveehouders.
W
Marktomstandigheden, economische ontwikkelingen, politieke onrust en calamiteiten
kunnen de bedrijfsvoering en het resultaat
beïnvloeden. Ondernemers zien wat wordt
gevraagd in de markt en de maatschappij en
spelen zo goed mogelijk in op ontwikkelingen
en kansen. Maar ondernemen betekent ook
omgaan met risico’s en onzekerheden.
Binnen FrieslandCampina doen we
dat door systematisch de risico’s
voor de onderneming in beeld
te brengen. Dat moet ook, want
een groot deel van de omzet en
de resultaten wordt behaald in
opkomende (zuivel)markten,
verspreid over de wereld.
Op calamiteiten die door
externe invloeden worden
veroorzaakt, hebben we
geen invloed. Maar we
kunnen wel voorzorgsmaatregelen nemen
om de risico’s en de
impact ervan zo klein
mogelijk te maken.
Dit doen we als FrieslandCampina dan
ook: door het spreiden van activiteiten in
verschillende markten met verschillende
producten, door calamiteiten- en crisisplannen steeds te verbeteren, door kennis
te versterken en door snel te reageren.
Ook wij als melkveehouders willen onze
bedrijven zo goed mogelijk onder controle
hebben en inspelen op kansen die zich voordoen. We bereiden ons allemaal voor op het
verdwijnen van de melkquota. We houden
meer jongvee aan en velen van ons vergroten
de melkproductie nu al. Hoe kunnen wij op
onze bedrijven met risico’s en onzekerheden
omgaan? Heeft ieder van ons al maatregelen
genomen op het gebied van fosfaat? Gezien
de snelle groei die we met elkaar doormaken,
is dit wel een kritisch punt aan het worden.
Als het ons als sector niet lukt om een aantal belangrijke zaken tijdig te regelen (waaronder mestverwerking, fosfaatefficiëntie
en grondgebondenheid) dan zullen de dierrechten zeker weer op tafel komen. En wat
te denken van de volatiliteit van de melkprijzen op de wereldmarkt? Zijn wij als melkveehouders goed voorbereid op eventuele
forse schommelingen van de melkprijs?
Alles bij elkaar zijn er best veel risico’s en
onzekerheden waar ook wij als ondernemers
mee te maken hebben. Iedereen die een
plan klaar heeft liggen én over voldoende
buffers beschikt om tegenvallers op te
vangen, is in ieder geval goed voorbereid
op onverwachte gebeurtenissen.
Piet Boer is voorzitter van het bestuur van
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina.
Hij heeft in Biddinghuizen (Flevoland) een melkveebedrijf.
inhoudsopgave
5
melk nummer 34 september 2014
3
CVD
Het vernieuwde Foqus planet
stond op de agenda tijdens
de centrale vergadering van
districtsraden (CVD) van
27 augustus
10
Rusland
De boycot van onder meer
Europese zuivelproducten door
Rusland zal de marktperspectieven voor zuivel op lange termijn
niet aantasten, aldus Piet Boer
en Cees ’t Hart
14
Nieuws uit onderneming
Met deze keer: de Milk eXperience,
minder ongevallen bij FrieslandCampina en een nieuwe yoghurt
voor Vietnam
24
Halfjaarcijfers FrieslandCampina
De onderneming FrieslandCampina heeft een lastig eerste half jaar achter de rug.
“We ondervinden voor het eerst sinds de fusie serieuze tegenwind”, vertelt Cees ’t Hart
Onaangekondigde
beoordelingen
Ze vinden plaats sinds juli:
onaangekondigde beoordelingen
van melkveebedrijven. Melk geeft
op de tien meest gestelde
vragen een antwoord
30
18
Robot en weiden
De familie Schmaeing combineert
weidegang met een melkrobot.
De ervaringen zijn prima
rubrieken
4
Chloroform
Energiezuinig
Melkveehouder Bert ten Hoorn Boer werd
beboet voor overschrijding van de norm
voor chloroform in melkvet. Hij gebruikt
sindsdien chloorvrije middelen
Op 23 mei opende melkveehouder
Jan Pieter van Tilburg zijn energiezuinige
melkveebedrijf. Inmiddels kan hij de
eerste cijfers overleggen
Ondertussen in…
Een overzicht van nieuwsgebeurtenissen in juli en augustus
16
Mijn markt
Met een analyse van de actuele
zuivelmarkt door Adriaan Krijger
21
Een land in cijfers
Melk schetst in iedere editie de
belangrijkste kenmerken van een
specifiek land. Deze keer: China
32
Uit...
Deze keer: Jan Roelofs,
melkveehouder in Groesbeek
22
26
Waarde van de keten
Duurzaam melktransport
Elkaars wereld leren kennen: dat is de kern
van het programma ‘De Waarde van de
Keten’ van FrieslandCampina. Edwin Sengers
en Arjan Voermans zijn enthousiast
Melkauto’s worden lichter, schakelen over
op schonere brandstoffen en wekken in
sommige gevallen zelf energie op. Een
impressie rond duurzaam melktransport
4
ondertussen in
melk nummer 34 september 2014
o kto b e r n ove m b e r d e ce m b e r j a n u a r i fe b r u a r i m a a r t a p r i l m e i j u n i j u l i a u g u stu s se pte m b e r
In het kaaspakhuis lag circa
1,1 miljoen kilo kaas en in het
pekellokaal nog eens
500.000 kilo
Op 29 juli brak een heftige
brand uit in het kaaspakhuis van
de fabriek van FrieslandCampina
in het Friese Gerkesklooster. Vijf
dagen lang waren brandweerkorpsen uit de regio bezig om
de brand te blussen. Gelukkig is
geen enkele medewerker bij de
brand gewond geraakt, maar de
schade is aanzienlijk. “De aanblik van het afgebrande pakhuis
is verschrikkelijk. Er is veel
schade maar we zijn volop bezig
met het herstel”, vertelt plantmanager Derrien Jansen.
Brand in kaasbedrijf in Gerkesklooster
edio augustus gonst het op
het fabrieksterrein van de
activiteiten. Grote machines
slopen het afgebrande kaaspakhuis.
Verwrongen staal, resten van wanden en
verbrande kazen worden gesorteerd en in
grote containers afgevoerd. Overal in de
gebouwen wordt schoongemaakt door
professionele bedrijven, ondersteund door
M
eigen medewerkers van FrieslandCampina.
Op het terrein staat een grote tent die
dienst doet als kantine en vergaderplek.
Vanuit twee tijdelijke kantoorcabines
krijgen medewerkers werkinstructies en
worden veiligheidsregels uitgelegd. Geen
haarnetjes maar bouwhelmen. Gekleurde
hesjes onderscheiden medewerkers,
coördinatoren, tijdelijke arbeidskrachten
Eigenlijk
met pensioen
Operator Riemer de Vries: “Het is
onvoorstelbaar zoals iedereen het
hier heeft opgepakt. Ik werk al bijna
40 jaar in dit bedrijf, bijna 35 jaar in
het kaaspakhuis. Het is dan heel triest
om te zien hoe snel zo’n mooi gebouw
afbrandt. Alle collega’s waren gelukkig
op tijd weg. Nu werk ik overdag in de
catering: ik zorg ervoor dat de mensen
eten en drinken krijgen. Eigenlijk zou
ik al met pensioen gaan, maar door
de brand blijf ik wat langer werken.”
Foto’s: Marten Aukes
en bezoekers. Alles is er op gericht zo snel
mogelijk de kaasproductie en de productie
van Valess te hervatten.
Meehelpen
“Het is fantastisch om te zien hoe iedereen
meehelpt”, vertelt Derrien Jansen. “Medewerkers die eerder terug zijn gekomen
van vakantie, iedereen zet de schouders
er onder. Gelukkig is er niemand gewond
geraakt. We zijn ook in deze periode erg
alert op veiligheidsvoorschriften. Ook
nu geldt: veiligheid gaat voor alles.”
Inmiddels is het duidelijk dat de oorzaak
van de brand niet achterhaald kan worden.
In het kaaspakhuis lag circa 1,1 miljoen
kilo kaas en in het pekellokaal nog eens
500.000 kilo. In de voorraadtanks was
1,6 miljoen kilo melk aanwezig. Inmiddels
ontvangt Gerkesklooster weer boerderijmelk. De productie van Valess is hervat en
er wordt ook weer melkpoeder geproduceerd. De poedertorens waren niet door
de brand aangetast maar moesten wel
helemaal worden gereinigd. De kaasmakerij
is inmiddels voorzien van een nieuw
plafond en de sloopwerkzaamheden
van het afgebrande kaaspakhuis zijn
ook afgerond.
5
melk nummer 34 september 2014
o kto b e r n ove m b e r d e ce m b e r j a n u a r i fe b r u a r i m a a r t a p r i l m e i j u n i j u l i a u g u stu s se pte m b e r
Samen met de leden en de districtsraadsleden ontwikkelt FrieslandCampina een vernieuwd Foqus planet; één programma voor alle ledenmelkveehouders in Nederland, België en Duitsland. Tijdens de centrale
vergadering van districtsraden (CVD) van 27 augustus in Papendal
hebben de districtsraadsleden zich uitgebreid laten informeren over
het voorstel voor het programma. In de ledenbijeenkomsten komend
najaar wordt het voorstel aan de leden gepresenteerd.
CVD laat zich informeren over
vernieuwd Foqus planet
De CVD stond
uitgebreid stil bij
het vernieuwde
Foqus planet.
“Als coöperatie zit het streven naar continuïteit in ons bloed. Door de beste melk te
produceren, zorgen we gezamenlijk voor
continuïteit en rendement in een wereld
die steeds verandert”, aldus Thom Albers,
director cooperative affairs.
“Dat doen we niet alleen door kwaliteit te
leveren en transparant te zijn, maar ook
door voortdurend het vakmanschap te
verbeteren.” Daarbij zijn een gezond
rendement, waardering en beloning van
resultaat belangrijk.
De markt bedienen
Behoud van weidegang is niet alleen belangrijk voor de maatschappelijke acceptatie van
de groeiende melkveehouderij in Nederland,
maar ook voor het onderscheidend imago
van FrieslandCampina wereldwijd.
“Weidegang is nauw verbonden met het
imago van het Nederlandse zuivelimago,
waarmee FrieslandCampina zich kan onderscheiden in de wereldmarkt”, licht Albers
toe. Steeds vaker willen grote, internationale
afnemers alleen nog maar samenwerken
met een beperkt aantal leveranciers, dat
kan aantonen dat er wordt gepresteerd op
het gebied van kwaliteit, duurzaamheid en
weidegang. Door samen te werken met
FrieslandCampina, kunnen deze afnemers
hun eigen duurzaamheidsambities waarmaken. Inmiddels is meer dan een half
miljard van de omzet van FrieslandCampina
te danken aan duurzaamheid. “Wanneer we
als collectief stappen maken op het gebied
van duurzaamheid en het behoud van
weidegang, kunnen we de markt blijven
bedienen en de sectordoelen die voor 2020
zijn gesteld, realiseren”, aldus Albers.
Districtsraadslid
Renate Fürtjes over
de vernieuwing van
Foqus planet:
“Ik heb meer dan veertig jaar
het mooiste beroep ter wereld.
Op ons bedrijf in Kerken, Duitsland,
produceren we Landliebe-melk en
daar ben ik trots op. Als collectief
van boeren kunnen we samen met
FrieslandCampina zuivelproducten
over de hele wereld verkopen.
Hoewel ik zelf verantwoordelijk
ben voor de vooruitgang en het
rendement op mijn bedrijf, kunnen
we samen nog beter worden.
Daarom vind ik het goed dat we
werken met Foqus planet, een
programma voor alle ledenmelkveehouders. We maken
transparant hoe onze melk wordt
geproduceerd en hoe we met
onze dieren, de natuur en onze
omgeving omgaan. Daarmee
onderscheiden we ons in de markt
en behouden we maatschappelijke
acceptatie van de sector.
Doordat we Foqus planet verder
ontwikkelen, zorgen we ervoor
dat we nu en in de toekomst
onze producten kunnen blijven
afzetten in de wereld.”
Basiseisen, duurzame ontwikkeling en weidegang
Het vernieuwde programma zal bestaan uit drie delen:
1. Basiseisen: eisen voor melkkwaliteit,
diergezondheid en voerkwaliteit
2. Duurzame ontwikkeling: ondersteunt
melkveehouders bij de stapsgewijze
verbetering om sectordoelen die zijn
gesteld voor 2020 te realiseren
3. Weidegang: gericht op behoud van
weidegang en sluit aan bij de visie
van sectororganisaties (LTO en NZO)
Volgens bestuurslid Simon Ruiter is
de manier waarop melkveehouders
worden gestimuleerd om duurzaamheidsresultaten te boeken op hun
bedrijf, de grootste aanpassing binnen
het systeem “We gaan niet meer de
inspanningen belonen, maar de
resultaten die worden behaald. Dat
geldt dan met name voor resultaat
op de duurzaamheidsthema’s.”
6
onderneming
melk nummer 34 september 2014
Een half jaar met
twee gezichten
De onderneming FrieslandCampina heeft een
lastig eerste half jaar achter de rug. “We ondervinden voor het eerst sinds de fusie serieuze
tegenwind”, vertelt Chief Executive Officer
(CEO) Cees ’t Hart. “Maar daar moeten we
niet van ontdaan raken.”
Zuivelproducten
duurder
Wat betekenen dalende valutakoersen en stijgende zuivelprijzen
voor de producten van FrieslandCampina? In Indonesië is de prijs van
producten van FrieslandCampina
in lokale valuta flink gestegen:
• Een blikje van 375 gram gezoete,
•
•
gecondenseerde melk van Frisian Flag
ging van 9.900 Indonesische rupiah
naar 13.500 rupiah: een prijsverhoging
van 38 procent;
Een pakje langhoudbare zuiveldrank
voor kinderen van 2.200 rupiah naar
2.800 rupiah: 29 procent duurder;
Een verpakking van 400 gram
Growing Up Milk van 31.800 naar
42.000 rupiah: 30 procent duurder.
en winstdaling van 36,6 procent
naar 104 miljoen euro. Krimpende
markten in met name Indonesië en
Vietnam. En lagere prijzen voor
kaas en melkpoeder. Cees ’t Hart heeft
weleens beter halfjaarberichten over de
onderneming FrieslandCampina de wereld
ingestuurd. Maar de CEO van FrieslandCampina blijft kalm. “We hebben een
periode van vijf jaar achter de rug waarbij
we voortdurend betere resultaten konden
presenteren. Aan zo’n reeks komt een keer
een einde.” Bovendien: het eerste half jaar
van 2014 herbergt ook goed nieuws. Zo
realiseerde FrieslandCampina een autonome omzetgroei van vijf procent en zette
de groei in China (inclusief HongKong)
door. “En we blijven groeien met Friso.”
Het eerste half jaar van 2014 heeft twee
gezichten, analyseert ‘t Hart: voor de
onderneming geen gemakkelijk periode,
tegelijkertijd zagen leden-melkveehouders
de melkprijs verder stijgen. Mede dankzij
een stijging van de garantieprijs van
37,03 naar 42,07 euro.
E
Waarom is de winst lager?
“Dat is voor een belangrijk deel het gevolg
van negatieve valuta-effecten. Zo is de
waarde van de rupiah in Indonesië het
afgelopen jaar fors gedaald terwijl de euro,
waar FrieslandCampina mee rekent, duur is
gebleven. De winstdaling van 60 miljoen
euro is uiteindelijk voor 44 miljoen euro
toe te schrijven aan valuta-effecten. De
valutakoersen spelen ons tweemaal op
een negatieve manier parten. Ten eerste
is import van Europa naar bijvoorbeeld
Indonesië relatief duur, waardoor we
lokale prijzen moeten verhogen. De winst
die we vervolgens boeken, realiseren we
in rupiah’s. Daarna moet je die winst weer
omzetten naar euro’s. En dan incasseer je
weer een verlies. Dat pakt dus tweemaal
nadelig uit.”
Is alles toe te schrijven aan
valuta-effecten?
“Nee, ook de mondiale zuivelprijzen zijn
van invloed. Die prijs wordt bepaald door
de wetten van vraag en aanbod. In het
eerste half jaar van 2014 bleef de vraag
naar zuivel wereldwijd hoog. En dus ook
de prijs voor melk. Een hogere prijs voor
onze melk moeten wij in de onderneming
doorvertalen naar een hogere prijs voor
onze producten. Een hogere consumentenprijs leidt in een aantal markten tot een
vermindering van de vraag: sommige Aziatische en Afrikaanse consumenten kopen
simpelweg minder of helemaal geen zuivel
meer. En in Europa is al langer geen sprake
meer van groei. Daar hebben we minder
zuiveldranken en merkkaas verkocht.
Momenteel loopt in Europa onze operatie
Reshape: dat moet zorgen voor betere
marges. Ik verwacht dat we in de tweede
helft van 2014 de vruchten kunnen
plukken van Reshape.”
Cheese, Butter & Milkpowder zag de
prijzen voor kaas, boter en mager melkpoeder dalen, terwijl de garantieprijs op
niveau bleef. Hoe verklaart u dat?
“De garantieprijs wordt voor vijftig procent
bepaald door de kaasprijs. De vertraging
tussen die beide prijzen bedraagt echter
twee tot drie maanden. Dat verklaart de
relatief hoge garantieprijs in de eerste zes
maanden ten opzichte van de kaasprijs.”
7
melk nummer 34 september 2014
Cees ’t Hart, Chief Executive
Officer FrieslandCampina
Foto’s: Marten Aukes
De goede
perspectieven
op lange termijn
veranderen
niet
Ook Ingrediënts had het lastig.
“Dat heeft verschillende oorzaken waarvan
ik er twee wil uitlichten. Een belangrijke
capaciteitsuitbreiding is later gerealiseerd
dan gepland. Daardoor kon Ingrediënts niet
optimaal inspelen op marktontwikkelingen.
En klanten hebben, gedwongen door
omstandigheden, minder bij ons besteld.
Ook dat heeft het resultaat gedrukt.”
Zijn de halfjaarcijfers reden voor
aanpassing van route2020?
“Beslist niet. Natuurlijk, we ervaren nu
tegenwind. Maar als je vanuit Rotterdam
naar Australië zeilt, ga je bij slecht weer
onderweg ook niet het reisdoel wijzigen.
Zo is het ook met route2020: de doelstellingen van onze strategie blijven rechtovereind staan. Dat wil zeggen: groeien in
kindervoeding en zuiveldranken in Azië
en Afrika en groeien in merkkaas. De perspectieven op lange termijn zijn ook niet
veranderd. Er zal het komende decennium
mondiaal meer zuivel worden geconsumeerd.
De behoefte aan kindervoeding zal groeien.
En het tekort aan eiwit zal toenemen.”
Op 29 juli brak brand uit in het kaasen melkpoederproductielocatie in
Gerkesklooster. Het kaaspakhuis is
volledig afgebrand.
“Een bijzonder emotionele gebeurtenis,
zeker voor de werknemers van
Gerkesklooster. Over de uiteindelijke
schade valt nog weinig te zeggen, maar
natuurlijk zijn wij verzekerd. Inmiddels
wordt er alles aan gedaan om de kaas- en
melkpoederproductie zo snel mogelijk te
kunnen hervatten. Ik ben onder de indruk
van de manier waarop dat gebeurt. De solidariteit binnen FrieslandCampina is groot
en ook de omgeving van Gerkesklooster is
bijzonder betrokken. Dat zegt heel veel over
het draagvlak voor die locatie in de regio.”
Lees verder op pagina 8
8
melk nummer 34 september 2014
onderneming
Kerncijfers
in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
2014
eerste
halfjaar
2013
eerste
halfjaar
Mutatie
in %
jaar
5.713
173
104
5.524
275
164
3,5
-37,1
-36,6
11.418
313 1
157 1
3,0
5,0
Resultaten
Netto-omzet
Bedrijfsresultaat
Winst
Bedrijfsresultaat als percentage
van netto-omzet
2013
2,7
Waardecreatie voor leden-melkveehouders
in euro’s per 100 kilogram melk
(excl. btw, bij 3,47% eiwit, 4,41% vet en 4,51% lactose)
Garantieprijs
Pro forma prestatietoeslag 3
Weidegangvergoeding 4
Bijzondere melkstromen 5
Pro forma contante prijs 3
Pro forma reservering ledenobligaties 3
Pro forma melkprijs 3
Rente op ledenobligaties
Pro forma algemene reserve 3
Pro forma prestatieprijs 3
42,07 2
1,10
0,30
0,09
43,56
0,63
44,19
0,39
1,00
45,58
Interim uitkering
75% van de pro forma prestatietoeslag
0,825
Melkaanvoer van leden (in miljoenen kg)
4.819
37,03
1,81
0,32
0,10
39,26
1,24
40,50
0,35
2,27
43,12
13,6
-39,1
11,0
-49,2
9,1
11,4
-55,9
5,7
39,45
1,81
0,31
0,10
41,67
1,23
42,90
0,37
0,45
43,72
4.641
3,8
9.261
1. Over 2013 was het bedrijfsresultaat voor goodwill impairment
513 miljoen euro, winst zonder goodwill impairment was 327 miljoen
euro.
4. Melkveehouders die weidegang toepassen ontvangen een weidemelkpremie van 0,50 euro per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle
FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,30 euro per 100 kilo melk.
2. Betreft saldo garantieprijs van 42,00 euro en een verrekening van
0,065 euro per 100 kilo voor een te lage inschatting over het eerste
halfjaar 2014.
5. Bijzondere melkstromen betreft het totaalbedrag van uitkeringen
per 100 kilo melk van Landliebe melk van 1,00 euro per 100 kilo melk.
Voor biologische melk bedraagt de garantieprijs 50,26 euro per 100
kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit
0,09 euro per 100 kilo melk.
3. De definitieve cijfers worden bepaald op basis van de winstcijfers over
het gehele jaar.
Consumer Products Europe, Middle East & Africa
2014
eerste
halfjaar
Netto-omzet derden
2013 6
eerste
halfjaar
2013 6
Mutatie
in %
jaar
1.990
2.002
-0,6
4.010
Interne leveringen
191
129
48,1
246
Bedrijfsresultaat
95
129
-26,4
20
4,8
6,4
Bedrijfsresultaat als percentage
van de netto-omzet derden
Netto-omzet stabiel op 1.990 miljoen
• euro;
prijsverhogingen compenseren
dalende volumes
in Nederland,
• Herstructureringen
Duitsland en Hongarije dragen bij aan
kostenverlaging
•
Marktaandelen onder druk in Nederland,
België en Nigeria
0,5
Landliebe, Optimel,
• Marktaandelen
Fruttis, NoyNoy, Rainbow en Napolact
groeien
bedrijfsresultaat daalde met
• Het
26,4 procent naar 95 miljoen euro, voornamelijk door achterblijvende resultaten
in Nigeria en het Midden-Oosten
Mondiaal zijn het bijzonder instabiele
tijden: onrust in de Oekraïne, een uitbraak
van ebola in Afrika en in het MiddenOosten laait de strijd op. Maakt u zich
zorgen?
“Natuurlijk, deze ontwikkelingen hebben
invloed op de markt. Ook voor onze
melkveehouders breken onzekere tijden
aan. Gelukkig is FrieslandCampina een
robuuste onderneming. We verdienen onze
boterham op veel verschillende plekken in
de wereld: onder meer in Europa. Nigeria,
Indonesië en China. We wedden niet op één
paard. En je moet ontwikkelingen in perspectief zien. In Azië groeiden we jarenlang
met tien procent per jaar. Nu zit die markt
even in een dip, maar dat is nog geen
reden tot grote zorg. Die groei komt wel
weer terug.”
Gaan de valutakoersen ook de resultaten
over de tweede helft van 2014 negatief
beïnvloeden?
“Dat hangt er van af. Wanneer koersen
zich stabiliseren, zullen de valuta-effecten
over de tweede helft van 2014 meevallen
en hebben we de grootste klap in de
eerste zes maanden al verwerkt.”
Cees ’t Hart: “Ook
voor melkveehouders
breken onzekere
tijden aan.”
9
melk nummer 34 september 2014
In 2020 wil FrieslandCampina de meest
professionele, succesvolle en aantrekkelijke zuivelonderneming ter wereld zijn.
Voor melkveehouders én werknemers.
Ligt FrieslandCampina op koers?
“We zijn op goede weg. De prestatietoeslag en uitgifte ledenobligatie-vrij is de
afgelopen vijf jaar gestegen van 0,80 euro
naar ruim drie euro per 100 kilo melk.
De omzet steeg van acht miljard naar
11,5 miljard. Aanvankelijk hadden we moeite
om nieuw talent aan te trekken, inmiddels
staan we in de top tien van meest
aantrekkelijke werkgevers van Nederland.
Maar we zijn er nog niet. Ons marktaandeel
moet verder omhoog, we moeten beter
inspelen op kansen in de markt: met name
op het feit dat onze consumenten ouder
worden. En we moeten nog wendbaarder
worden: onder meer ‘the route to market’
moet sneller. We willen producten sneller
op de markt brengen. En we zullen nog
meer stappen moeten zetten op het gebied
van veiligheid. Zie route2020 als een
voetbalwedstrijd. De eerste helft is voorbij,
maar van rust zal geen sprake zijn.
We beginnen zonder adempauze aan de
tweede helft.”
Voor het
eerst een
interimuitkering
Het is een nieuwe afspraak tussen
coöperatie en onderneming voor
de komende drie jaar: voor het
eerst ontvangen leden-melkveehouders een interimuitkering.
De onderneming zal in september
75 procent van de pro-forma prestatietoeslag uitkeren aan haar leden-melkveehouders. Die uitkering bedraagt over
de eerste helft van 2014 0,825 euro
per honderd kilo melk.
Voor een bedrijf met een jaarleverantie
van 750.000 kilo melk (en een vlak aanleverpatroon) betekent dit een bedrag
van 375.000 x 0,825 eurocent = 3.093,75
euro. Met deze uitkering komt de onderneming tegemoet aan de wens van de
leden om eerder te delen in de winst
die de onderneming boekt en zo de
liquiditeit van leden-melkveebedrijven
verder te verbeteren.
Consumer Products Asia
2014
eerste
halfjaar
Netto-omzet derden
Interne leveringen
Bedrijfsresultaat
Bedrijfsresultaat als percentage
van de netto-omzet derden
2013 6
eerste
halfjaar
1.149
10
169
1.160
6
196
14,7
16,9
De netto-omzet met 1.149 miljoen euro
• op
bijna hetzelfde niveau als eerste helft
2013
groei Friso kindervoeding in bijna
• Verdere
alle landen
Volumedruk zuiveldranken in aantal
• landen
door hoge prijzen
2013 6
Mutatie
in %
jaar
-0,9
66,7
-13,8
2.338
19
385
16,5
• In aantal markten druk op marktaandeel
Bedrijfsresultaat met 13,8 procent
• gedaald
naar 169 miljoen euro; voor
48 miljoen euro negatief beïnvloed
door valuta-effecten, dit is deels
gecompenseerd door groei in China
en door prijsverhogingen
Cheese, Butter & Milkpowder
2013 6
eerste
halfjaar
Mutatie
in %
jaar
1.489
367
-26
1.293
234
26
15,2
56,8
-200,0
2.831
531
81
-1,7
2,0
2014
eerste
halfjaar
Netto-omzet derden
Interne leveringen
Bedrijfsresultaat
Bedrijfsresultaat als percentage
van de netto-omzet derden
2013 6
2,9
Netto-omzet stijgt met 15,2 procent naar
• 1.489
miljoen euro
Bedrijfsresultaat daalt naar -26 miljoen
• euro
voor commodities
• Opbrengstprijzen
onvoldoende om hogere garantieprijs
in uitbreiding boter• Investeringen
productiecapaciteit bij FrieslandCampina
te compenseren
in Lochem
Ingredients
2014
eerste
halfjaar
Netto-omzet derden
Interne leveringen
Bedrijfsresultaat
Bedrijfsresultaat als percentage
van de netto-omzet derden
2013 6
eerste
halfjaar
850
254
87
905
217
127
10,2
14,0
Netto-omzet daalt met 6,1 procent naar
• 850
miljoen euro
Minder vraag naar zuivelingrediënten en
• door
hoger aanbod opbrengstprijzen
onder druk
6. De vergelijkende cijfers in de segmentatie per business group wijken af
van het Halfjaarbericht 2013 en het Jaarbericht 2013 omdat er interne
verschuivingen hebben plaatsgevonden van activiteiten en de bepaling
2013 6
Mutatie
in %
jaar
-6,1
17,1
-31,5
1.801
468
241
13,4
Bedrijfsresultaat daalt naar 87 miljoen
• euro
door marktdynamiek en hoge
garantieprijs
Investeringen in capaciteitsuitbreiding
• ingrediënten
van de interne verrekenprijs met betrekking tot melkcomponenten is
aangepast.
10
onderneming
melk nummer 34 september 2014
De zuivelnoteringen dalen hard na de Russische
handelsboycot, veel melkveehouders maken zich
zorgen over de melkprijs. Piet Boer en Cees ’t Hart
bewaren de rust. “Wij zijn wereldwijd actief, met een
groot aantal verschillende producten. Dat betekent
ook dat onze risico’s breed gespreid zijn.”
Boycot Rusland tast
marktperspectieven
op lange termijn
niet aan
at zuivelprijzen hevig schommelen, is
voor ons geen verrassing. Die grotere
volatiliteit hebben we enkele jaren
geleden al voorspeld. Maar deze
Russische boycot heeft niemand voorzien.” Cees
’t Hart, Chief Executive Officer (CEO) van FrieslandCampina, analyseert in zijn werkkamer
op het centrale kantoor van de onderneming in Amersfoort de actuele
ontwikkelingen op de zuivelmarkt.
Hij doet dat samen met Piet Boer,
voorzitter van Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina.
Voor het eerst zijn de gevolgen van de
Russische boycot van zuivelproducten
uit onder meer de Europese Unie terug
te zien in de garantieprijs van FrieslandCampina: die daalde in september met
1,75 euro naar 38,00 euro. Boer: “Er
breken nu onzekere tijden aan voor
de sector. Natuurlijk zou het goed zijn
wanneer de betrekkingen met Rusland
zich weer snel zouden normaliseren. Tegelijkertijd
blijven de mondiale perspectieven voor zuivel op
lange termijn goed. Daar verandert deze Russische
boycot niets aan.” ‘t Hart: “De wereldbevolking
groeit, de middenklasse in met name Azië neemt
in omvang toe en daar stijgt ook het gemiddelde
inkomen stijgt. Dat zal de mondiale zuivelconsumptie alleen maar verder vergroten.”
“D
Cees ‘t Hart:
Risico’s lopen
is inherent aan
ondernemerschap
2,5 miljard liter melk
Boer en ’t Hart schetsen in een notendop de
impact van de Russische boycot voor de Europese
zuivel in het algemeen en voor FrieslandCampina
in het bijzonder. In boerderijmelk uitgedrukt boycot
Rusland nu 2,5 miljard kilo melk.
Melk waar plots een andere bestemming voor
gevonden moet worden. Kaas is daarbij veruit de
belangrijkste productcategorie. FrieslandCampina
exporteerde vorig jaar voor 190 miljoen euro aan
zuivelproducten naar Rusland. Dat is ongeveer
1,6 procent van de totale omzet (ruim 11,4 miljard
euro) die FrieslandCampina in 2013 realiseerde.
’t Hart: “Gelukkig heeft FrieslandCampina de
risico’s goed gespreid. Natuurlijk, Rusland is voor
ons een belangrijke markt. Maar we doen zaken in
meer dan 100 landen in de wereld.” Boer: “Die 2,5
miljard kilo melk is vanzelfsprekend een enorme
hoeveelheid melk. Tegelijkertijd: met die omvang
groeit de wereldzuivelconsumptie ongeveer ieder
jaar. Er is dus slechts tijdelijk sprake van een
overschot aan zuivel op de wereldmarkt.”
Zijn de dalingen op de huidige zuivelnoteringen
volledig toe te schrijven aan de Russische boycot?
’t Hart: “Nee, er zijn meer factoren van invloed. De
markt was al op zoek naar een nieuw evenwicht.
Het mondiale aanbod van melk stijgt, onder meer
door de productiegroei in Verenigde Staten en
Nieuw-Zeeland. En China vraagt dit jaar minder
zuivel dan verwacht. In dat licht kwam de Russische boycot wel op een heel ongelukkig moment.
Het is ook bijzonder lastig te voorspellen wanneer
de markt een nieuw evenwicht gevonden heeft.”
FrieslandCampina produceert in Stupino (niet
ver van Moskou) onder meer yoghurt en yoghurtdranken voor de lokale Russische markt. Wordt
die vestiging nog geraakt door de boycot?
’t Hart: “Nee, Stupino verwerkt Russische melk
en valt daarmee buiten de boycot. De vestiging
11
melk nummer 34 september 2014
Onze vestiging in Stupino draait goed,
mede omdat de import van concurrenten
is weggevallen
draait overigens goed, mede
omdat de import van concurrenten
is weggevallen.”
Rusland heeft al laten weten dat ze kaas
voortaan wel in Nieuw-Zeeland kopen.
’t Hart: “Zo eenvoudig is dat niet. Nieuw-Zeeland
produceert nauwelijks kaas. Die kaas die Rusland
importeerde uit met name Nederland, Denemarken,
Polen en de Baltische staten is niet zo maar te
vervangen. Daarom zie je nu tekorten ontstaan in
Russische supermarkten. Maar landen als NieuwZeeland en Brazilië zullen wel meer zuivel gaan
leveren aan Rusland. Daardoor zullen er
elders in de wereld wellicht gaten vallen
en dat biedt weer nieuwe mogelijkheden
voor FrieslandCampina.”
Piet Boer:
Zie de huidige
prijsbewegingen
als een voorbode
van wat komen
gaat
Ondertussen werkt FrieslandCampina
hard om de gevolgen van de Russische
boycot te beperken.
’t Hart: “Mede dankzij route2020 zijn
we ten opzichte van enkele jaren
geleden flexibeler geworden in de
verwaarding van melk. We kunnen onze
melk anders bestemmen. De productie
van kaas voor de Russische markt is
stilgelegd en we maken nu meer
gecondenseerde melk en melkpoeder.
Tegelijkertijd speuren we naar nieuwe afzetmogelijkheden op bestaande markten en boren
we nieuwe markten aan. Dat deden we al, maar
nu met extra energie. Ik ben echt onder indruk
van het elan waarmee dat gebeurt binnen de
onderneming. Van hoog tot laag doet iedereen
zijn uiterste best.”
Nog niet zolang geleden heeft FrieslandCampina
aanpassingen doorgevoerd in fabrieken, op
verzoek van Russische afnemers. Ook rond de
productie van melk op melkveebedrijven hadden
de Russen specifieke wensen. Nu boycotten ze
onze zuivelproducten. Is dat niet extra wrang?
Boer: “Nee, want de Russen hadden op een aantal
punten gewoon gelijk met hun kritiek. De aanpassingen die we hebben doorgevoerd, hadden we
op termijn sowieso moeten doen. Overigens, niet
alleen Russen stellen hoge eisen, hetzelfde geldt
voor bijvoorbeeld China of grote afnemers zoals
Unilever. Op alle fronten gaat de lat omhoog.”
De Nederlandse groente- en fruitsector roept
Nederlanders inmiddels op om meer peren en
tomaten van Nederlandse bodem te eten.
Zo’n oproep doet de zuivel niet?
Boer: “Ik kan niet oordelen over de situatie waarin
de Nederlandse tuinbouw verkeert, maar voor
zuivel heeft zo’n oproep weinig nut. Nederlanders
gaan na een oproep echt niet plots meer kaas eten
of meer melk drinken. Waar we wél op aandringen
is het verder slechten van handelsbarrières. De
Amerikaanse markt bijvoorbeeld is behoorlijk
afgeschermd. Maar dat regel je natuurlijk niet
binnen enkele maanden, dat vergt vaak jaren
van overleg.”
Wanneer zal de rust terugkeren?
’t Hart: “Nooit. FrieslandCampina is actief
in meer dan honderd landen en met zo’n
werkterrein is er altijd wel ergens sprake van
onrust. Op economisch of politiek gebied of
op het gebied van volksgezondheid. En natuurlijk
heeft het ene incident een grotere invloed op
de melkprijzen dan het andere. Maar FrieslandCampina zal in zekere mate altijd risico’s lopen.
Dat is inherent aan het ondernemerschap en
het gaat uiteindelijk om het goed beheersen
van die risico’s.”
Hoe ziet u de toekomst van onderneming
en coöperatie?
’t Hart: “De zuivelmarkt wordt volatieler:
daar goed mee weten om te gaan, hoort bij het
ondernemerschap. En de markt wordt steeds
competitiever, concurrenten zitten niet stil.
FrieslandCampina zit in de kopgroep en we willen
onze positie de komende jaren verder versterken.
Dat zal veel energie kosten, maar we zijn ook tot
veel in staat. Binnen de onderneming is de spirit
daarvoor absoluut aanwezig.”
Boer: “Zie de huidige prijsbewegingen als een
voorbode van wat komen gaat. Wij melkveehouders zullen rekening moeten houden met
melkprijzen die sterker gaan schommelen. Dat
stelt nieuwe eisen aan onder meer financiële
buffers van melkveebedrijven. Tegelijkertijd
worden eisen vanuit markt en maatschappij
aan melkveebedrijven strenger. Ik ervaar dat
niet als bedreigend, juist als een uitdaging.
Want het perspectief van de zuivelsector ziet
er erg goed uit.”
12
coöperatie
melk nummer 34 september 2014
Melkveehouder Bert ten Hoorn Boer werd beboet
voor overschrijding van de norm voor chloroform in
melkvet. Sindsdien maakt hij zijn tank schoon met
chloorvrije reinigingsmiddelen. “In mijn ogen de enige
manier om boetes voor dit onderdeel uit te sluiten.”
Ten Hoorn Boer
kiest voor chloorvrije
reiniging van tank
n september 2013 ontving Bert
ten Hoorn Boer, melkveehouder in
Nijeveen (Drenthe), een onaangenaam bericht van FrieslandCampina.
Er was een te hoog gehalte aan chloroform
aangetroffen in een leverantie boerderijmelk aan FrieslandCampina. “Het monster
bevatte 0,41 milligram chloroform per kilo
vet”, vertelt de melkveehouder. “De norm
ligt op 0,20 milligram.” Een norm waar
Ten Hoorn Boer normaal ver onder bleef.
“De waarde op mijn bedrijf was altijd
ongeveer 0,07 milligram per kilo melkvet.”
I
Nestelen in melkvet
Chloroform ontstaat wanneer chloorhoudende reinigingsmiddelen en melk samenkomen. Traditioneel bevatten veel reinigingsmiddelen in de melkveehouderij chloor.
Doorgaans geeft dat geen problemen:
Wat mij overkomen is,
kan ook andere
melkveehouders
overkomen
grondig naspoelen met schoon water,
goed draineren en enige tijd ontluchten
voorkomt dat er resten van chloorhoudende middelen achterblijven in tank
(en melkinstallaties). Wanneer er toch
chloor achterblijft, lost dat op in melk en
nestelt zich het in melkvet in de vorm van
chloroform. Overschrijdingen worden
sinds 2010 beboet (zie ook kader).
Een melkmaal
Nader onderzoek bij Ten Hoorn Boer
maakte duidelijk dat het betrokken melkmonster was genomen van een leverantie
die bestond uit één melkmaal. Normaal
wordt een tank na zes melkmalen geleegd
(en bemonsterd), maar soms past FrieslandCampina ophaalschema’s aan op basis van
nieuwe planningen van fabrieken. De ontdekking dat het om een monster van één
melkmaal ging, was voor Ten Hoorn Boer
aanleiding om naar de Commissie van
Bezwaar (zie ook kader) van FrieslandCampina te stappen. “Ik ben er van overtuigd dat ik de norm niet had overschreden
wanneer de analyse was gedaan op basis
van zes melkmalen. Immers, chloroform
ontstaat na het eerste melkmaal: daarna
wordt er geen chloroform meer gevormd
en zakt het gehalte in de tank alleen maar.”
Bert ten Hoorn Boer werd
beboet vanwege een te hoog
gehalte aan chlorofom in een
leverantie boerderijmelk.
Foto: Albert Brunsting
Ten Hoorn Boer stapte ook uit principe
naar de Commissie van Bezwaar. “De boete
bedroeg in mijn geval een paar honderd
euro. Ook werd ik teruggezet in prestatieklasse: van ‘Goed’ naar ‘Voldoende’. Niet
leuk, maar ik lig er ook niet wakker van.
Ik was het gewoon fundamenteel niet eens
met de gang van zaken.” De commissie
stelde de melkveehouder echter in het
ongelijk: iedere leverantie van boerderijmelk aan FrieslandCampina moet in orde
zijn, ongeacht het aantal melkmalen.
Samenloop van omstandigheden
Melkveebedrijven worden tweemaal per
jaar gecontroleerd op chloroform. Ten
Hoorn Boer: “Achteraf gezien had ik te
maken met een toevallige samenloop van
omstandigheden. De controle viel samen
met een aanpassing van het rittenschema.”
Een scenario dat zich in de toekomst
13
melk nummer 34 september 2014
opnieuw kan voltrekken: niet alleen bij
Ten Hoorn Boer maar ook bij andere
leden-melkveebedrijven. En daarom
wil de melkveehouder aandacht voor
de zaak, onder meer via dit artikel in
melk. “Wat mij overkomen is, kan ook
andere melkveehouders overkomen.”
Ten Hoorn Boer accepteert het oordeel
van de Commissie van Bezwaar maar
laat de kwestie niet helemaal rusten.
“Momenteel vindt de driejaarlijkse
evaluatie van Foqus planet plaats. Leden
zijn nauw betrokken bij dat proces. Ik ga
me inzetten om de regels rond onderzoek naar chloroform aan te passen.
In mijn ogen moet een chloroformmonster namelijk altijd genomen
worden op basis van zes melkmalen.”
Chloorvrije middelen
zijn wel wat duurder in
gebruik: in mijn geval
50 euro per jaar
Binnen de huidige regels ziet Ten Hoorn
Boer maar één manier om een boete
voor overschrijding van de norm te
voorkomen: de tank reinigen met
chloorvrije reinigingsmiddelen. “En dat
doe ik nu ook. Ik ben na dit incident
meteen overgestapt op chloorvrije
reinigingmiddelen. Sindsdien zijn de
chloroformuitslagen op mijn bedrijf nog
verder in waarde gedaald.” Overigens
blijft Ten Hoorn Boer voor de reiniging
van zijn melkinstallatie gebruik maken
van chloorhoudende middelen.
Chloroform
onderzoek
Sinds 2006 onderzoeken Nederlandse zuivelondernemingen het
chloroformgehalte van boerderijmelk. Aanleiding was het feit dat
Duitse afnemers van boter sporen
van chloroform aantroffen in het
melkvet. Aanvankelijk waren de
uitslagen van melkveebedrijven
informatief van karakter, sinds 2010
leiden overschrijdingen van de norm
bij FrieslandCampina ook daadwerkelijk tot kortingen op het melkgeld
(van 0,45 euro per honderd kilo
melk). Melkveebedrijven worden
tweemaal per jaar gecontroleerd
op chloroform.
Wat duurder
Chloorvrije middelen zijn wel wat duurder in gebruik, vertelt Ten Hoorn Boer.
“Op jaarbasis ben ik nu vijftig euro meer
kwijt.” De veehouder melkt ongeveer
vijftig koeien. De overstap op chloorvrije
middelen heeft geen gevolgen gehad
voor andere kwaliteitscriteria, zoals
kiemgetal. “Ook van aanslag in de tank,
een andere klacht die je wel eens hoort
rond chloorvrije middelen, is geen
sprake. Ik ben heel tevreden over de
alternatieve reinigingsmiddelen.”
Commissie
van Bezwaar
Wanneer een veehouder van
FrieslandCampina het niet eens
is met een besluit van FrieslandCampina op het gebied van het
Praktijkreglement (bijvoorbeeld
melkkwaliteit, bedrijfsbeoordeling
of wijziging van de prestatieklasse),
dan kan hij tegen dat besluit
bezwaar indienen.
FrieslandCampina handelt zo’n
bezwaar in eerste instantie zelf af.
Mocht de veehouder het niet eens
zijn met de uitkomst, dan kan hij zijn
zaak voorleggen aan de Commissie
van Bezwaar (CvB). De commissie
bestaat uit een externe (onafhankelijke) voorzitter, twee veehouders van
FrieslandCampina en twee externe
deskundigen. De commissie neemt
het betreffende dossier over van
FrieslandCampina en de veehouder
kan zijn bezwaar mondeling komen
toelichten in een zogeheten hoorzitting. Na de hoorzitting (waarbij
minimaal altijd de voorzitter, één
veehouder en één externe deskundige aanwezig zijn) komt de commissie tot een advies. De kosten voor
het voorleggen van een zaak aan
de CvB bedragen in eerste instantie
250 euro. Wordt de veehouder in
het gelijk gesteld, dan worden
deze kosten terugbetaald.
14
onderneming
In productie, commercie,
logistiek of laboratoria,
overal heeft FrieslandCampina de komende jaren
goede nieuwe medewerkers
nodig. Om de uitstroom
van ouderen op te vangen
en de verwachte groei mee
vorm te geven. Met de
Milk eXperience wisten
de Noord-Nederlandse
FrieslandCampina-locaties
meer dan 300 bezoekers
(scholieren, studenten
en hun ouders) op een
bijzondere manier te
interesseren.
melk nummer 34 september 2014
Milk eXperience
Supergeïnteresseerde scholieren
en zaterdag in mei. Over het bedrijfsterrein van FrieslandCampina in
Leeuwarden zie je groepjes jongens
en meisjes in groene bezoekersjassen van de ene naar de andere plek
gaan. Ze bekijken de fabriek en de expositie over 100 jaar condensproductie.
Ze zijn druk in gesprek met medewerkers
uit de business groups CPMEA, Ingredients
en Cheese, Butter and Milkpowder over
mogelijkheden in hun toekomst bij
E
FrieslandCampina. En ze worden voorgelicht over studies door onderwijsinstellingen: MBO, HBO en universiteit.
Resultaat? “Uit de eerste reacties blijkt
een heel groot enthousiasme voor werken
bij FrieslandCampina”, zegt HR-manager
Anouk Schoemaker. Zij bedacht het plan
om scholieren al vroeg warm te maken
voor werken in de zuivel door ze op hun
vrije zaterdag in het bedrijf uit te nodigen.
“Wanneer je als HR-manager op hun school
komt, kun je veel vertellen en laten zien.
Maar ze ontdekken een zuivelfabriek echt
goed als ze er middenin staan”, zegt ze.
Dat blijkt ook uit de reacties. “Wat een
prachtig bedrijf”, zegt de één. “Die mensen
hier lijken wel piloten, zoveel techniek
besturen ze”, ziet een ander.
Breed
FrieslandCampina ontving tussen negen
uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds in
totaal 303 mensen. Ze werden begroet
door 90 medewerkers van FrieslandCampina. Schoemaker: “Die vonden het
allemaal geweldig om hun werk en hun
bedrijf te laten zien. Liefhebbers voor
de volgende editie staan al in de rij.”
FrieslandCampina blijft in contact met
de bezoekers. “Om te beginnen krijgen
ze een evaluatie- en enquêteformulier met
vragen over de opleiding die ze hebben
gekozen, hun interesses en hun plannen.
En we mailen ze over concrete - bij hun
opleiding passende - stageplekken.”
De Milk eXperience smaakt naar meer. In
Leeuwarden is al besloten tot een vervolg.
Als andere locaties meedoen, moet een
volgende eXperience liefst in één of meer
andere provincies worden georganiseerd,
want 75 procent van de bezoekers kwam
nu uit de regio Friesland. Het ideaal?
Schoemaker: “Elk jaar rond Wereldmelkdag
alle FrieslandCampina bedrijven open voor
geïnteresseerde scholieren.”
Een zuivelfabriek ontdek je
pas wanneer je
er middenin
staat
onderneming
melk nummer 34 september 2014
FrieslandCampina
investeert in veiligheid
Een veilige werkomgeving voor medewerkers: FrieslandCampina
besteedt er de laatste jaren extra veel aandacht aan. De zogeheten
Lost Time Accidents (LTA) rate (het aantal
ongevallen met verzuim tot gevolg, per 200.000
gewerkte uren) daalde tijdens de eerste zes
maanden van 2014 van 0,6 naar 0,4. Dat lukt
vooral door de inzet van medewerkers zelf.
rieslandCampina Sleidinge (België)
telt 365 dagen zonder ongeval met
verzuim. Het aantal ongevallen is in
enkele jaren spectaculair gedaald.
Plantmanager Bart van Helleputte: “Er is
vooral ingezet op bewustwording bij onze
medewerkers. Het werken met persoonlijke
beschermingsmiddelen en het invoeren van
procedures leiden er toe dat de veiligheid
enorm is toegenomen. Er is ook veel
aandacht besteed aan het opruimen van de
werkplekken om val- en struikelincidenten te
voorkomen. Onze fabriek is relatief oud, we
kunnen een aantal technische voorzieningen
treffen – en dat doen we ook – maar het
komt ook op het gedrag van medewerkers
aan. Dat het zo goed gaat met het terugdringen van het aantal LTA’s is dan ook in
de eerste plaats aan hen te danken.”
F
In het productiebedrijf van Domo van
FrieslandCampina Workum laat de teller
intussen 968 LTA-vrije dagen zien. “Een heel
mooi resultaat, maar het gaat niet vanzelf”,
vertelt plantmanager Fabian Compagner van
FrieslandCampina Workum (onderdeel van
Domo en de business group Ingredients).
“Als we terugblikken op hoe we zijn
begonnen en waar we nu staan is er in de
laatste paar jaar veel gebeurd. In 2012 zijn
we begonnen met audits. Dat leidde al tot
veel aanpassingen. Vervolgens hebben we
procedures ingevoerd. En we hebben ook
observatierondes geïntroduceerd. Er zijn
veel verbeterpunten aangedragen doordat
collega’s uit andere afdelingen, met een
frisse blik naar de veiligheidssituatie hebben
gekeken. We hebben de frequentie en
kwaliteit van de trainingen verbeterd en we
hebben geleerd om elkaar aan te spreken op
onveilig gedrag. Het zijn veranderingen die
je ondergaat, en die met zich meebrengen dat
we anders gaan denken over ons dagelijkse
werk.
Veiligheid staat
bovenaan en vraagt een
andere benadering. En mocht
er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch iets gebeuren,
dan kunnen we rekenen op de bedrijfshulpverlening. Aan vrijwilligers geen
gebrek, de inzet van de mensen is hoog.”
In een andere vestiging van Domo
– FrieslandCampina Dronrijp – presteren de
collega’s het om sinds 6 juni al vier jaar lang
geen ongevallen met verzuim te hebben.
Henk de Vries, productiemanager in
Dronrijp: “We zijn een kleine organisatie met
26 medewerkers. Dat helpt: we hebben een
cultuur waarin het normaal is om elkaar aan
te spreken en voor elkaar te zorgen. Als je
ziet dat er een gevaarlijke situatie op kan
treden, grijp je meteen in. Natuurlijk volgen
wij het veiligheidsbeleid van FrieslandCampina en gebruiken procedures. Maar de
persoonlijke betrokkenheid van de medewerkers is onze belangrijkste succesfactor.
In een klein bedrijf lijkt het misschien
gemakkelijker, maar wij hebben twee jaar
geleden een complete verbouwing van onze
fabriek gehad en ook in die tijd, waarin we
gedurende 5 weken elke dag 80 tot 100
tijdelijke krachten in huis hadden, is er geen
enkel ongeval geweest. In die periode
hebben onze medewerkers zich voor 100
procent ingezet om de veiligheid tijdens de
verbouwing te garanderen. Daar kan ik
alleen maar trots op zijn.”
15
Vanaf mei 2014 is yoghurt van
FrieslandCampina Dutch Lady in de
koelvakken van Vietnamese supermarkten te vinden. Aan deze introductie ging een twee jaar durend project
vooraf. FrieslandCampina bracht kennis
uit verschillende disciplines wereldwijd
samen. De nieuwe, volledig geautomatiseerde en state-of-the-art productielocatie die hiervoor is ontwikkeld
in Bing Duong (Vietnam), draait
ondertussen op volle toeren.
Yoghurt van
Dutch Lady in
Vietnam
FrieslandCampina produceerde in het
verleden al yoghurt in Vietnam onder het
merk Dutch Lady. De comeback van de
yoghurt is gepaard gegaan met grote
innovaties: zo wordt bij de productie
gebruik gemaakt van de modernste
pasteurisatietechnologieën.
Er was sprake van een brede samenwerking tussen FrieslandCampina-locaties in
Vietnam, Duitsland, Nederland, Rusland
en Griekenland. De productielocatie in
Heilbronn in Duitsland is bijvoorbeeld
gebruikt als pilot plant voor de yoghurt.
En in samenwerking met collega’s van het
Innovation Centre in Wageningen kwam de
verpakking en de communicatiestrategie
voor het nieuwe product tot stand.
De samenwerking maakt het mogelijk om
al het goede van yoghurt optimaal te
communiceren richting de consument.
De introductie van de yoghurt op de
Vietnamese markt is een zeer belangrijke
eerste stap van de verdere groei van Dutch
Lady in yoghurtproducten. De yoghurt
vindt gretig aftrek: inmiddels zijn er al
miljoenen potjes yoghurt geconsumeerd.
16
mijn markt
Lagere groei melkproductie
Tot 2023 zal de mondiale melkproductie met 1,87 procent per
jaar groeien. Dat voorspellen FAO en OESO. Een toename van 1,87
procent per jaar betekent dat de groei iets afvlakt: de afgelopen tien
jaar groeide de mondiale productie namelijk met 2,18 procent per
jaar. In het gebied van de OESO (VS, Canada, West-Europa, Australië
en Nieuw-Zeeland) zal de productie het komende decennium met
0,79 procent per jaar stijgen. In de BRIC-landen (Brazilië, Rusland,
India en China) wordt een groei verwacht van 2,89 procent per jaar.
Grootste groeiers zijn India en Bangladesh: India zal op termijn
Europa zelfs voorbijstreven als grootste melkproducent ter wereld.
De vraag naar melk zal de komende tien jaar ook groeien, het
sterkst in de categorie verse zuivel (+ 1,33 procent per jaar),
gevolgd door vol melkpoeder (1,2 procent), boter ( 1,1 procent),
mager melkpoeder (0,85 procent) en kaas (0,61 procent).
melk nummer 34 september 2014
Boter
2012
4,7
2013
201 4
prijs in euro per kg
4,1
3,5
2,9
2,3
januari
december
Bron: PZ
Bron: FAO en OESO
Vol melkpoeder
4,3
prijs in euro per kg
Meer vaarzen in België
3,7
Belgische melkveehouders houden meer vaarzen aan, blijkt uit
cijfers van het Belgisch statistisch bureau ADS. Het aantal
fokvaarzen nam toe met 60.000 tot 242.000, een toename van
ruim 32 procent. Daarmee anticiperen Belgische melkveehouders
op het verdwijnen van de Europese melkquotering in 2015. Het
aantal Belgische melkkoeien nam in een jaar tijd toe met 2,5
procent tot bijna 500.000.
3,1
2,5
1,9
januari
december
Bron: ADS
Bron: PZ
Discounters groeien in UK
Ook in Groot-Brittannië zijn discounters in opmars. In augustus
bedroeg het marktaandeel van Aldi 4,8 procent en van Lidl 3,6
procent. Daarmee groeiden deze discounters met respectievelijk
29,5 en 18,3 procent, over een periode van drie maanden. Meer
dan de helft van de Britse huishoudens bezocht de afgelopen drie
maanden Aldi of Lidl. Marktleider Tesco moest juist terrein
prijsgeven: Tesco heeft nu nog 28,8 procent van de markt in
handen, een daling van vier procent.
Bron: Kantar Worldpanel.
Mager melkpoeder
3,5
prijs in euro per kg
3,1
2,7
2,3
1,9
januari
Meer poeder uit Duitsland
De Duitse zuivelindustrie heeft in het eerste halfjaar van 2014
minder kaas, maar meer melkpoeder geëxporteerd. Dat meldt de
Duitse exportunie voor zuivelproducten. In de eerste helft van dit
jaar verkocht Duitsland 13 procent minder kaas aan Rusland ten
opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Deze afname is een gevolg
langslepende problemen met Rusland (veel Duitse kaasbedrijven
zijn niet ‘Ruslandwaardig’) en staat los van de recente Russische
importstop. De Duitse poederexport daarentegen steeg tot
178.000 ton (twintig procent meer). Grootste klant was China,
dat 40 procent méér Duits melkpoeder kocht.
Bron: Export-Union für Milchprodukte
Bron: PZ
december
melk nummer 34 september 2014
Weipoeder
1,1
prijs in euro per kg
1,0
0,9
0,8
0,7
januari
december
Bron: PZ
Goudse kaas Duitse notering
4,0
prijs in euro per kg
3,6
3,2
2,8
2,4
januari
december
17
Fellere concurrentie
De noteringen voor zuivel gaan hard onderuit en bewegen zich,
met uitzondering van boter, allemaal weer tot op het niveau
van het vorige dieptepunt (april-mei 2012). Maar dat wil niet
zeggen dat de bodem nu al bereikt is. Het wegvallen van
de vraag uit Rusland komt op een heel ongelukkig moment.
De Chinese vraag blijft uit en groeit het aanbod van melk nog
steeds. Al die factoren zorgen er voor dat het exportoverschot
blijft toenemen, met navenante gevolgen voor de mondiale
prijsontwikkeling.
Aan deze situatie lijkt, met alle onrust in de wereld, voorlopig
geen einde te komen. Het leidt tot onzekerheid bij
marktpartijen en het sentiment gaat een grotere rol spelen.
Men wordt voorzichtiger en dekt zich alleen in voor de korte
termijn. Zolang de melkaanvoer niet in verhouding is met de
vraag zullen de prijzen verder blijven dalen (gegeven de
verwachtingen wat betreft vraag naar zuivel). Daardoor is er
nu sprake van een gevecht op de wereldmarkt tussen de
belangrijkste aanbieders in het slijten van zuivelproducten.
Let hierbij vooral op de Amerikanen. Die hebben in ruim tien
jaar tijd hun aandeel op de wereldmarkt weten te vergroten:
van vijf procent in het jaar 2000 tot vijftien procent in 2013.
In alle belangrijke productcategorieën wisten de Amerikanen
te groeien. Zo passeerden de VS het afgelopen jaar de EU als
grootse exporteur van mager melkpoeder. Ook verdrongen zij
Nieuw-Zeeland van de tweede positie op de wereldkaasmarkt
(al bevinden ze zich nog steeds ver achter de EU).
En het einde is, gegeven de ambitie en de mogelijkheden
van de VS, nog lang niet in zicht.
Zolang de vraag blijft toenemen, doet concurrentie geen
pijn: dan is er voor iedereen plaats. Maar zodra de vraag even
stagneert (zoals nu het geval is), wint de meest efficiënte
aanbieder die tegen de scherpste prijzen kan verkopen.
En de Amerikanen gooien daar inmiddels hoge ogen, zoals
uit de cijfers blijkt.
De verwachting is dat het seizoen in Nieuw-Zeeland ook sterk
opent. Als dat bewaarheid wordt, zit er voor dit jaar geen
prijsherstel meer in. Dan is er pas in de loop van 2015 weer
ruimte voor herstel van prijzen, als er een correctie op
melkaanvoer heeft plaatsgevonden.
Adriaan Krijger
Marktanalist Productschap Zuivel, Zoetermeer
18
coöperatie
Van Tilburg
wil een
energieneutraal
melkveebedrijf
De opening van zijn energiezuinige melkveebedrijf
vond plaats op 23 mei.
Nu, enkele maanden later,
kan melkveehouder
Jan Pieter van Tilburg,
de eerste harde cijfers laten
zien: het elektriciteitsverbruik is inmiddels met
meer dan de helft gedaald.
O
p de keukentafel van melkveehouder Jan Pieter van Tilburg, melkveehouder in Hellum (Groningen),
liggen twee grafieken. Ze geven
tot in detail het elektriciteitsverbruik van
enkele dagen in augustus weer: de eerste
grafiek schetst de situatie op het bedrijf
van Van Tilburg, de tweede grafiek de
gang van zaken op een vergelijkbaar
(traditioneel) melkveebedrijf in de regio.
Op het moment dat de koeien worden
gemolken, consumeert het traditionele
melkveebedrijf veel elektriciteit, wat zich op
het papier vertaalt in hoge pieken in stroomafname. De grafiek van Van Tilburg ziet er
een stuk rustiger uit: het verbruik ligt lager
en de uitschieters naar boven zijn veel
minder hoog. Rob Jacobs, die Van Tilburg
adviseerde bij de bouw van zijn nieuwe
stal, is razend enthousiast over de data.
“Van Tilburg verbruikt niet alleen veel
minder elektriciteit, het verbruik is ook
veel gelijkmatiger over de dag verdeeld is.
Daardoor kan Van Tilburg met een veel
minder zware aansluiting toe en is hij
minder geld kwijt aan vastrecht.”
Bovendien: te hoge pieken zijn bijzonder
schadelijk voor elektrische apparatuur.
“Ze tasten de levensduur van apparaten
aan. Harde schijven en printplaten begeven
het eerder, lampen gaan sneller stuk.
Dit vlakker verbruik gaat Van Tilburg op
de lange termijn veel geld besparen.”
Energiescan
Van Tilburg ging met zijn nieuwe stal niet
over een nacht ijs: hij liep al enige tijd rond
met uitbreidingsplannen. “Het denkproces
begon twee jaar geleden”, vertelt de melkveehouder. In die periode bracht Van Tilburg
voor het eerst het energieverbruik van zijn
melkveebedrijf in kaart, met behulp van de
online energiescan van FrieslandCampina.
“Die scan maakte duidelijk dat er op mijn
bedrijf nog veel te besparen viel.”
Van Tilburg maakte via een studiegroep
kennis met Rob Jacobs, energieadviseur bij
L’orèl Consultancy. ”Uiteindelijk is de stal
in nauw overleg met Rob ontworpen.”
Van Tilburg heeft aan de ene kant zijn stal
zo ingericht dat het energieverbruik laag is,
bijvoorbeeld door energiezuinige verlichting
te gebruiken. Aan de andere kant benut hij
de warmte (lees: energie) van de melk van
zijn koeien optimaal.
Die energie gebruikt hij weer voor het
koelen van melk, de reiniging van zijn
melkinstallatie en het verwarmen van
zijn woonhuis. Een (gesloten) circuit van
ijswater en warmtepompen zorgt voor
de herbenutting van energie.
19
melk nummer 34 september 2014
oiler
Boiler
B
oning
woning
w
56°C
52°C
elk (37°C)
Melk
M
e warming
Verwarming
Ver
woning
woning
latenPlatenP
koeler
koeler
ater
water
arm w
Warm
W
oudebufffer
Koudebuffer
K
4,6°C
51°C
69°C
67°C
1,4°C
Melk
Melk (7°C)
armteWarmteW
omp
pomp
p
elktank
Melktank
M
poelboiler
SSpoelboiler
emperatuur
midden ttemperatuur
De investeringen
zijn binnen zeven jaar
terugverdiend
de buffertank. Op een later tijdstip koelt de
warmtepomp dit water weer terug naar 2ºC.
Met de warmte die hierbij vrijkomt, wordt
water verhit. Dit water wordt voor verschillende doeleinden gebruikt: het reinigen van
melktank en –installatie en de verwarming
van het woonhuis van Van Tilburg. De installatie voorziet zelfs de douche van Van
Tilburg van warm water. “Er is genoeg
capaciteit om bedrijf én woning van warmte
te voorzien. Ook ’s winters”, vertelt Van
Tilburg. Bijzonder is dat ook de melk in de
tank van Van Tilburg gekoeld wordt met
ijswater. “Daardoor kunnen we de beschik-
Buffertank
In zijn nieuwe ligboxenstal staat het feitelijke hart van het systeem: een buffertank
van 4.000 liter, gevuld met ijswater. Dit
ijswater stroomt tijdens het melken door
een platenkoeler. Daardoor koelt de melk
af van pakweg 32ºC naar ongeveer 7ºC,
waarna de melk naar de koeltank gaat.
Het opgewarmde ijswater gaat terug naar
Lager verbruik, minder pieken
ampère
80
Traditioneel melkveebedrijf
60
40
40
20
20
0 uur
48 uur
ampère
Melkveebedrijf Van Tilburg
60
0
Spoelboiler
Spoelboiler
temperatuur
hoge
hoge temperatuur
Warmte uit melk
optimaal benut
Melk (4°C)
80
Booster
Booster
0
0 uur
48 uur
Het verbruik van elektriciteit op een traditioneel melkveebedrijf (links) en het melkveebedrijf
van Van Tilburg (rechts). Van Tilburg consumeert minder energie, het verbruik is gelijkmatiger verdeeld en de pieken zijn minder hoog.
Van Tilburg bespaart meer dan
50 procent energie, hij melkt
momenteel zo’n 110 koeien.
Dankzij de nieuwe stal kan hij
doorgroeien naar 145 dieren.
Hij realiseerde in mei een nieuwe,
energiezuinige stal, waarbij de
warmte uit de melk optimaal
wordt benut dankzij het Eco
200 systeem (zie bovenstaande
illustratie).
bare warmte nóg beter benutten.” In Nederland wordt boerderijmelk doorgaans gekoeld
op basis van freon. “In het buitenland is koelen met ijswater echter niet ongebruikelijk.”
Energieneutraal
Van Tilburg mikt uiteindelijk op een stroomverbruik van 20 tot 25 kilowattuur per 1.000
kilogram melk: 50 tot 70 procent minder in
vergelijking met een regulier melkveebedrijf.
Jacobs verwacht dat de energierekening
van Van Tilburg uiteindelijk daalt van 14.000
euro nu naar 5.000 a 6.000 euro straks. "De
investeringen zijn binnen zeven tot acht jaar
terugverdiend. Wanneer Van Tilburg de
fiscale voordelen optimaal weet te benutten,
dan wordt die terugverdientijd aanzienlijk
korter." Op termijn wil Van Tilburg investeren
in zonnepanelen en zelfvoorzienend worden
wat betreft elektriciteit “Maar dan moet eerst
helemaal duidelijk zijn hoeveel elektriciteit
dit bedrijf verbruikt. Daar pas ik het aantal
zonnepanelen op aan. Ik streef uiteindelijk
naar een energieneutraal melkveebedrijf.”
Lees verder op pagina 20
20
coöperatie
melk nummer 34 september 2014
Acht maatregelen die energie besparen
Melkveehouder Jan Pieter van Tilburg heeft tal
van maatregelen genomen om energie te besparen en warmte terug te winnen. Op deze pagina
de acht meest in het oogspringende zaken.
Buffervat
Het buffervat van 4.000 liter:
gevuld met ijswater. Dit vat
vormt het hart van energiezuinige melkveebedrijf van
Van Tilburg.
Voorraadvat
Het voorraadvat van de
melkinstallatie is extra groot
(400 liter). “Niet standaard
leverbaar en dus moest het
speciaal gemaakt worden.”
Dankzij het extra grote
voorraadvat kan Van Tilburg
de platenkoeler optimaal
benutten: de melk stroomt
met lage snelheid door de
koeler waardoor er maximale
koeling plaats kan vinden.
Schakelaar in melkput
Verlichting
In de stal (en melkstal) hangt
energiezuinige tl-verlichting (T5,
kleurcode 865). “Led heeft een
energiezuinige reputatie maar
deze verlichting kan absoluut
wedijveren met led. En tl geeft
een mooi, egaal lichtbeeld.”
Energie besparen is soms heel
eenvoudig. Van Tilburg kan
vanuit de melkput de vacuümpomp aan- en uitzetten. “Pas
nadat ik de eerste koeien heb
voorbehandeld, zet ik de pomp
aan. Dat scheelt uiteindelijk
tientallen draaiuren per jaar.”
Verbruik per apparaat
Platenkoeler
De platenkoeler koelt de melk
meteen terug naar 7ºC. Daarna
belandt de melk in de tank.
Van Tilburg registreert van
een aantal apparaten online
het stroomverbruik (onder
meer vacuümpomp en
warmtepomp). Een plotse
verandering in stroomverbruik kan bijvoorbeeld duiden
op slijtage of een foutieve
afstelling. De melkveehouder
kan op basis van deze informatie veel sneller ingrijpen.
Warmtepomp
De warmtepomp verlaagt de
temperatuur van het ijswater uit
de platenkoeler weer naar 2ºC.
De warmte die daarbij vrijkomt
wordt gebruikt voor het
verwarmen van water.
Het ene voorraadvat bevat
warm water van 55ºC (voorspoelen, verwarming kantoor).
Het andere vat bevat water van
70ºC (voor hoofdreiniging). Dit
water kan desnoods nog verder
verwarmd worden. Bij het woonhuis van Van Tilburg staat een
vergelijkbare installatie die de
woning van warmte voorziet.
Melktank
De melk in de tank
wordt gekoeld met
ijswater: in Nederland
uitzonderlijk, in bijvoorbeeld Denemarken vrij
gebruikelijk. De (tweedehands) tank is dan
ook afkomstig uit
Denemarken.
21
melk nummer 34 september 2014
China in cijfers
Shanghai
Aantal inwoners:
1.350 miljoen
Bevolkingsgroei:
0,44 procent per jaar
China is het op drie na
grootste land ter wereld.
Landoppervlak
9.569.901 vierkante kilometer
7,7
FrieslandCampina in China:
FrieslandCampina is al ruim
70 jaar actief in China en heeft
kantoren in Beijing, Shanghai
& Hong Kong. FrieslandCampina
verkoopt in China consumentenproducten met als bekendste
merken Friso (premium merk
baby- en kindervoeding) en
Black & White (gecondenseerde
melk). Naast consumentenproducten is FrieslandCampina
actief op de markt voor zuivelingrediënten
Binnenlandse melkproductie:
30 miljard kilo
(ter vergelijking: Nederland
11,9 miljard kilo melk)
%
5.500 kilo melk
(ter vergelijking: Nederland
8.063 kilo melk)
Omvang nationale economie:
12.380 miljard
Amerikaanse dollar,
Ter vergelijking: Nederland
709,5 miljard dollar en Duitsland
3.123 miljard dollar
600
Zuivelconsumptie
per inwoner per jaar:
28 kilo
Zuivel wordt vooral genuttigd
in de vorm van melkpoeder
maar ook als verse melk en
yoghurt (ter vergelijking:
zuivelconsumptie Nederland
250 kilo per inwoner per jaar)
Melkproductie per koe per jaar:
Aantal werknemers FrieslandCampina in China
China is de tweede
economie ter wereld
Economische
groei in 2013:
FrieslandCampina is wereldwijd actief in een groot aantal landen.
Melk schetst in iedere editie de belangrijkste kenmerken van een
specifiek land. Deze keer: China
Andere zuivelondernemingen
in China:
Onder meer Yili, Mengniu,
Wahaha, Nestlé en Mead
Johnson. FrieslandCampina
is in baby en kindervoeding
één van de snelst groeiende
premium merken in China
Totale melkconsumptie
in China:
43 miljard liter
FrieslandCampina helpt China
om de zuivel productiviteit,
veiligheid en kwaliteit te verbeteren in de gehele zuivelketen door het delen van
Nederlandse expertise in
het Sino-Dutch Dairy
Development Centre
22
coöperatie
melk nummer 34 september 2014
Melkveehouder Edwin Sengers
(links) in gesprek met Arjan
Voermans, projectleider bij
FrieslandCampina.
Foto’s: William Hoogteyling
De Waarde van de Keten:
managers en melkveehouders
leren elkaars wereld kennen
Elkaars wereld leren
kennen en leren begrijpen:
dat is de kern van het
programma ‘De Waarde
van de Keten’ van
FrieslandCampina.
Edwin Sengers (melkveehouder in Wijchen),
en Arjan Voermans
(projectleider bij Cheese,
Butter & Milkpowder)
zijn enthousiast.
et is woensdagochtend 13 augustus.
Een aantal koeien op het bedrijf
van melkveehouder Edwin Sengers
wordt gecontroleerd op drachtigheid. De dierenarts doet geroutineerd zijn
werk terwijl Sengers de bevindingen (‘zes
weken drachtig’, ‘deze wordt volgende week
tochtig’, ‘ik voel een cyste’) keurig op een
papiertje noteert. Arjan Voermans slaat
het tafereel vanaf de voergang met enige
bewondering gade. “Nooit geweten dat
iedere koe gecontroleerd wordt op drachtigheid”, vertelt hij. Voermans loopt vandaag
een dagje stage op het bedrijf van Sengers
in Wijchen (Gelderland). In het dagelijks
leven is hij projectleider bij Cheese, Butter
& Milkpowder.
De ochtend begon met het verzorgen van
de kalveren, vervolgens heeft Voermans het
melkvee gevoerd en nu is dus de dierenarts
H
op bezoek. Voermans en Sengers nemen
beide deel aan ‘De Waarde van de Keten’ van
FrieslandCampina. Zeven managers en zeven
melkveehouders van FrieslandCampina doorlopen hiermee een programma dat bestaat
uit plenaire bijeenkomsten (drie in totaal),
individuele gesprekken en werkbezoeken.
Doel: elkaars wereld leren kennen, zodat
onderneming en coöperatie nader tot elkaar
komen. Immers, onderneming en coöperatie
zullen samen de juiste beslissingen moeten
nemen voor de toekomstige koers. En dat
lukt beter wanneer managers en veehouders
elkaar beter begrijpen. Het is de tweede
keer dat FrieslandCampina dit programma
organiseert.
Werkbezoeken
Voor Sengers en Voermans startte ‘De Waarde
van de Keten’ op 6 mei met een bijeenkomst
23
melk nummer 34 september 2014
rond de thema’s ‘Persoonlijke waarden’ en
‘Leiderschap’. De plenaire bijeenkomst van
dinsdag 24 juni stond in het teken van duurzaamheid. Onder meer Cees ’t Hart deed
die dag uit de doeken wat de aspiraties van
FrieslandCampina op het gebied van duurzaamheid zijn. In juli en augustus volgden
de werkbezoeken: medio juli toog Sengers,
samen met Voermans, naar de kaasfabriek
van FrieslandCampina in Steenderen. En in
augustus was Voermans te gast bij Sengers.
De melkveehouder kijkt met veel voldoening
terug op zijn bezoek aan Steenderen.
“Je doet op zo’n dag heel veel indrukken
op. Het begon met een bijeenkomst van het
managementteam over de uitbreidingsplannen van Steenderen. Vervolgens hebben
we een rondje gemaakt door de fabriek,
deelgenomen aan een kaasproeverij en zijn
de actuele ontwikkelingen op de kaasmarkt
nog ter sprake gekomen. Kijk, ik ben ook
districtsraadslid bij FrieslandCampina en
daarmee goed op de hoogte van de ontwikkelingen binnen onderneming. Maar zo’n
dag zorgt altijd weer voor nieuwe inzichten.”
Voermans op zijn beurt was blij met de
inbreng van Sengers die dag. “In het overleg
over de uitbreidingsplannen deed Sengers
meteen een paar heel praktische suggesties,
onder meer op het gebied van duurzaamheid. Suggesties die straks wel eens heel
bruikbaar kunnen zijn.”
In Steenderen wordt met bijzonder veel
toewijding kaas gemaakt, zag Sengers.
“FrieslandCampina realiseert al een aantal
jaren een mooie prestatietoeslag. Maar dat is
geen vanzelfsprekendheid, daar moet iedere
dag keihard voor gewerkt worden. En dat
gebeurt dus ook in Steenderen.”
Niet eerste keer
Ook de andere programmaonderdelen van
‘De Waarde van de Keten’ maakten indruk op
Sengers. “Je leert veel verschillende mensen
binnen de organisatie kennen. Dat leidt weer
tot interessante gesprekken. Zo vinden melkveehouders het heel belangrijk dat FrieslandCampina een coöperatie is, maar ook binnen
de onderneming wordt daar grote waarde
aan gehecht. Zelfs in Afrika en Azië wordt
met trots verteld dat FrieslandCampina een
onderneming is in handen van melkveehouders. Dat heeft me in positieve zin verrast.”
Terug naar het werkbezoek van Voermans
aan Sengers: voor Voermans was het niet
de eerste kennismaking met een boerderij.
“Ik kom regelmatig bij melkveehouders over
de vloer, maar zo’n hele dag meelopen blijft
zeer leerzaam.” De slagvaardigheid van
Sengers heeft Voermans geïmponeerd.
“Sengers werkt aan een tweede pijler onder
zijn bedrijf: recreatie. Dat vraagt om
grote investeringen en die heeft hij ook in
betrekkelijk korte tijd gedaan. Daar kunnen
wij bij FrieslandCampina best nog iets van
leren. Hier vergen investeringen vaak
betrekkelijk veel overleg. Aan de ene kant
heel logisch, maar het gaat soms ten koste
van onze slagkracht.” En de investeringshorizon van Sengers is relatief ver, analyseert Voermans. “Voor een melkveehouder
is een terugverdientijd van tien jaar of meer
niet ongebruikelijk. In de onderneming
FrieslandCampina is dat een stuk korter.
Maar ook wij moeten investeringen niet
schuwen die op korte termijn wellicht niet
terug te verdienen zijn, maar op lange
termijn wel in het belang zijn voor de
continuïteit van de onderneming.”
Meer bagage
‘De Waarde van de Keten’ is op dinsdag
2 september afgesloten met een bijeenkomst
rond het thema ‘De kracht van de keten’.
Wat Sengers en Voermans betreft gaat
FrieslandCampina door met het programma.
Sengers: “Ik ben als districtsraadslid een
schakel tussen onderneming en melkveehouders. Dat leidt soms tot heftige discussies. ‘De Waarde van de Keten’ heeft mijn
inzicht in onderneming en coöperatie verder
vergroot. En die bagage kan ik heel goed
gebruiken in mijn rol. Ik kijk echt met een
goed gevoel terug op het programma.”
Voermans: “De onderneming FrieslandCampina heeft grote ambities op het gebied
van duurzaamheid, maar zonder melkveehouders zullen we die ambities niet kunnen
realiseren. ‘De Waarde van de Keten’ heeft
mij nog eens duidelijk gemaakt dat onderneming en coöperatie niet zonder elkaar
kunnen. Dat besef was er natuurlijk al, maar
is verder versterkt.”
Edwin Sengers:
Dit programma
heeft mijn inzicht
in onderneming
en coöperatie
verder vergroot.
Die bagage kan
ik heel goed
gebruiken
Arjan Voermans:
Onderneming
en coöperatie
kunnen niet
zonder elkaar
24
coöperatie
melk nummer 34 september 2014
Ze worden sinds juli gedaan:
onaangekondigde beoordelingen
van melkveebedrijven. Deze editie
van melk geeft op de tien meest
gestelde vragen een antwoord.
10
vragen over
onaangekondigde beoordelingen
1
In het verleden werd een beoordeling door Qlip ruim vantevoren
aangekondigd. Sinds juli vinden er
ook onaangekondigde beoordelingen
van melkveebedrijven plaats.
Waarom eigenlijk?
Afnemers van zuivelproducten verlangen
steeds meer transparantie rond het
productieproces van zuivel (van gras tot
glas). Meer transparantie betekent meer
openheid over de dagelijkse gang van
zaken op melkveebedrijven en in zuivelfabrieken. De kwaliteit van een product
moet iedere dag in orde zijn. Bij die
wensen passen, naast de al bestaande
beoordelingen, ook onaangekondigde
beoordelingen. Onaangekondigde
beoordelingen zullen het vertrouwen
in de kwaliteit van zuivelproducten van
FrieslandCampina verder vergroten.
2
Heeft ieder melkveebedrijf
een even grote kans op een
onaangekondigde beoordeling?
Nee, tot 1 januari 2015 zullen onaangekondigde beoordelingen alleen
plaatsvinden op zogeheten aandachtsbedrijven. Dat zijn bedrijven met problemen op het gebied van melkkwaliteit
of bedrijven die hun administratie niet
op orde hebben (bijvoorbeeld op het
gebied van diergezondheid). Deze
bedrijven worden één dag van tevoren
op de hoogte gebracht van de komst
van een medewerker van Qlip. Ook
een zogeheten ‘visuele waarneming’
kan aanleiding zijn voor een onaangekondigde beoordeling. Er moet dan
sprake zijn van bijvoorbeeld dierverwaarlozing of een ernstig vervuild erf
(gezien door de buitendienstmedewerker van FrieslandCampina, al of niet
getipt door bijvoorbeeld erfbetreders
zoals dierenarts of melkautochauffeur).
Is er sprake van zo’n visuele waarneming, dan vindt de beoordeling
plaats zonder een telefoontje vooraf.
3
Wordt het aantal onaangekondigde beoordelingen in de
toekomst verder uitgebreid?
Ja, per 1 januari 2015 kunnen alle
melkveebedrijven te maken krijgen met
een onaangekondigde beoordeling:
ongeveer vijf procent van de reguliere
beoordelingen in het kader van Foqus
planet zal onaangekondigd gebeuren.
Deze melkveebedrijven worden willekeurig uitgekozen. De rest van de
beoordelingen zal, net als nu, van te
voren worden aangekondigd. Gemiddeld
zal ieder melkveebedrijf eens in de
twee jaar beoordeeld worden.
4
Stel: Qlip belt, maar het bezoek
op de volgende dag past niet in
de agenda. Wat dan?
In principe gelden de bestaande regels
(en is uitstel doorgaans niet mogelijk),
maar voor uitzonderlijke situaties zal
altijd een oplossing worden gevonden.
25
melk nummer 34 september 2014
5
Worden tijdens een onaangekondigde beoordeling andere
zaken tegen het licht gehouden
dan tijdens een aangekondigde
beoordeling?
Nee, inhoudelijk is er geen verschil:
de beoordelingen zijn identiek aan
elkaar. Wel zal voor een onaangekondigde beoordeling iets meer tijd
genomen worden omdat de melkveehouder minder gelegenheid heeft
gekregen om zich voor te bereiden
op het bezoek.
6
Stel, Qlip constateert tijdens de
beoordeling onregelmatigheden.
Moeten die dan meteen rechtgezet worden?
Dat hangt af van de ernst van de
tekortkomingen. Grote afwijkingen, met
een potentieel risico voor de voedselveiligheid en dierenwelzijn, moeten
binnen vier weken opgelost zijn. Lukt
dat niet, dan volgt melkweigering.
Bij ontoelaatbare afwijkingen (lees: een
acuut risico voor de voedselveiligheid
of dierenwelzijn) volgt direct melkweigering. Alleen wanneer uit herbeoordeling blijkt dat de afwijkingen
zijn opgeheven, wordt melkinname
hervat.
7
Is FrieslandCampina het enige
zuivelbedrijf in Nederland dat
start met onaangekondigde
beoordelingen?
Nee, Nederlandse zuivelbedrijven
trekken hier gezamenlijk op. Dus ook
melkveehouders die leveren aan bijvoorbeeld Cono of DOC krijgen te maken
met onaangekondigde beoordelingen.
8
Krijgen Duitse en Belgische
leden ook te maken met onaangekondigde beoordelingen?
Ja, in Duitsland en België bestaat
weliswaar geen sectorbrede aanpak
zoals in Nederland, maar FrieslandCampina kiest voor gelijke benadering
van haar leden. En dat wil dus zeggen
dat ook Duitse en Belgische melkveebedrijven van FrieslandCampina vanaf
2015 te maken krijgen met onaangekondigde beoordelingen.
9
Is Nederland het eerste land
waar melkveebedrijven te maken
krijgen met onaangekondigde
beoordelingen?
Nee, Nieuw-Zeeland kent al geruime tijd
een vergelijkbaar systeem. Daar worden
alle melkveebedrijven ieder jaar beoordeeld. In tenminste vijf procent van de
gevallen gebeurt dat onaangekondigd.
Dat wil zeggen: het bezoek wordt minder
dan zes uur vantevoren aangekondigd.
Zelfs wanneer de veehouder niet aanwezig is, gaat de beoordeling door. En
ook tijdens het melken kunnen bedrijven
in Nieuw-Zeeland beoordeeld worden.
10
Sinds juli vinden de eerste
onaangekondigde beoordelingen
plaats. Wat zijn de ervaringen
tot nu toe?
Die zijn positief. Het maken van een
afspraak voor de volgende dag vormt
doorgaans geen probleem. De beoordelingen vergen gemiddeld minder dan
twee uur en de samenwerking tussen
melkveehouders en Qlip verloopt in
verreweg de meeste gevallen goed.
De kwaliteit
van een product
moet iedere dag
in orde zijn
26
coöperatie
melk nummer 34 september 2014
Sinds mei rijdend
in Noord-Brabant:
een melkauto,
waarvan het dak
is voorzien van
zonnepanelen
27
melk nummer 34 september 2014
Ook transport
van boerderijmelk
steeds
duurzamer
Het transport van boerderijmelk verandert in hoog
tempo. Melkauto’s worden lichter, schakelen over op
schonere brandstoffen en wekken in sommige gevallen
zelf energie op. “Wij zullen de komende jaren méér melk
transporteren”, vertelt Jacob van der Meer. “Maar dat
mag niet leiden tot een hogere uitstoot van CO2.”
e Nederlandse zuivel is op
het gebied van duurzaamheid
bijzonder ambitieus. De sector
zal tot het jaar 2020 naar
verwachting met zo’n twintig procent
groeien, maar die groei mag in geen
geval leiden tot een toename van uitstoot
van broeikasgassen (CO2, methaan en
lachgas), in vergelijking met 2010. Een
en ander is afgesproken in het convenant
‘Schoon en Zuinig’ tussen overheid,
zuivelondernemingen en melkveehouders. De uitstoot van broeikasgassen
kan worden aangepakt door energie te
besparen, door fossiele brandstoffen te
vervangen door duurzame bronnen van
energie (wind, zon, biomassa), door zelf
duurzame energie op te wekken (zonnepanelen, windmolens, biogas) en door
grondstoffen (kunstmest, krachtvoer)
efficiënter in te zetten. Alle schakels
in de zuivelketen zullen maatregelen
moeten nemen om de doelstellingen uit
het convenant te halen: van melkveebedrijven tot en met zuivelfabrieken. En
dus luidt ook bij Milk Logistics (afdeling
melktransport van FrieslandCampina)
de doelstelling: tot aan 2020 mag de
uitstoot van broeikasgassen niet stijgen.
“Ondanks een groei van het aanbod van
boerderijmelk met twintig procent”,
D
vertelt Jacob van der Meer.
Hij is bij Milk Logisitics verantwoordelijk
voor het duurzaamheidsprogramma.
Zonder extra maatregelen zou door het
toenemende transport van boerderijmelk
de uitstoot van CO2 met 10 miljoen kilo
stijgen. “Iedere liter diesel zorgt voor
2,63 kilo aan CO2-emissie”, rekent
Van der Meer voor.
Milk Logistics wil de komende jaren
‘klimaatneutraal groeien’ door (1) minder
kilometers te maken (door ritten beter
te plannen en door over te schakelen op
melkauto’s met een groter laadvermogen), (2) door melk sneller en minder
milieubelastend over te pompen van de
melkkoeltank naar de melkauto (met behulp van dikkere, kortere slangen en door
in toenemende mate gebruik te maken
elektrische pompen in plaats van hydraulische pompen), (3) het verder opleiden
en trainen van chauffeurs in ‘het nieuwe
rijden’ (zuinig rijden bespaart 15 tot
20 procent brandstof) en (4) door steeds
meer gebruik te maken van duurzame
energiebronnen (diesel vervangen door
gas, waterstof of elektriciteit). Volgens
Van der Meer zijn deze stappen niet
alleen goed voor het milieu, ze leiden
doorgaans ook tot lagere kosten.
Lees verder op pagina 28
Een tanklokaal
dat aansluit op
ambities Milk
Logistics
De ambitie van de zuivelsector om
de uitstoot van CO2 verder terug te
dringen, leidt niet alleen tot aanpassingen op het gebied van melktransport. Ook melkveehouders
zullen bij renovatie of nieuwbouw
van hun tanklokaal rekening moeten
houden met veranderende inzichten
op het gebied van duurzaamheid
(en veiligheid).
Uitgangpunt: de chauffeur moet op ieder
moment de melk kunnen laden. Dat is een
voorwaarde voor een efficiënt melktransport. Ook moet het tanklokaal vanaf de
openbare weg bereikbaar zijn. Vijf andere
belangrijke punten zijn:
• Tankuitloop minimaal DN 80. DN 100 zou
•
•
•
•
met oog op toekomstige ontwikkelingen
wenselijk zijn. Immers, hoe groter de
uitloop, hoe sneller het laden verloopt;
Tanklokaal is bij voorkeur voorzien
van een elektrische aansluiting
(380 V, vierpolig) waarop de chauffeur
de melkpomp kan laten draaien;
Tankcapaciteit moet minimaal 72 uur
bedragen bij een traditionele melkstal
(= zes melkmalen) en 80 uur bij een
melkrobot;
Tank staat onder afschot (een centimeter
per meter);
Mangat moet via vaste trap bereikbaar
zijn. Trap is robuust en veilig voor
chauffeur (bij voorkeur ronde staanders
en leuningen).
28
melk nummer 34 september 2014
coöperatie
De nieuwe melkauto’s
The standard
In 2012 werden de eerste stappen van Milk Logistics zichtbaar voor de melkveehouder:
FrieslandCampina lanceerde
een nieuwe standaard voor
melkauto’s. Een auto met een
laadvermogen van 36.000
liter boerderijmelk, een
2.750 kilo
lichter,
40 centimeter
korter
gewicht van 15.000 kilogram
en 13,1 meter lang. Ten
opzichte van zijn voorganger
groeide het laadvermogen
met 2.000 liter boerderijmelk,
daalde het gewicht met 2.750
kilo en kromp de auto 40 centimeter. De gewichtsafname is
onder meer bereikt door de
roestvrijstalen isolatieplaten te
vervangen door polyester en
aluminium. ‘The standard’ leidt
volgens Jacob van der Meer
tot een brandstofbesparing
van negen procent. Opvallend
detail: het mangat bevindt zich
niet langer aan de bovenzijde
van de melkauto, maar laag
aan de voorkant. “En dus zie
je ook geen trappen of bordes
meer aan de auto. Uit oogpunt
van veiligheid een enorme
sprong vooruit. Bij FrieslandCampina staat een veilige
werkomgeving hoog in het
vaandel.”
The shorty
Dit jaar beproeft FrieslandCampina ‘The shorty’, letterlijk
vertaald: Het kleintje. ‘Slechts’
11,3 meter lang, een laadvermogen van 36.200 liter boerderijmelk en een gewicht
van 14.500 kilo. Speciaal
ontwikkeld voor smalle wegen
en moeilijk bereikbare melkveebedrijven. Deze melkauto rijdt
momenteel rond in Friesland
(in de zuidoosthoek). “The
Shorty is bovendien voordelig
op een veerpont”, vertelt
Jacob van der Meer. “Daar
betalen vrachtauto’s namelijk
per strekkende meter.”
Speciaal
voor moeilijk
bereikbare melkveebedrijven
The solar
Sinds mei rijdt in het werkgebied van FrieslandCampina
‘The solar’: een melkauto die
aan de bovenzijde voorzien is
van tien zonnepanelen. Deze
panelen kunnen jaarlijks 1.500
kilowattuur aan stroom
opwekken. Deze duurzame
energie wordt opgeslagen
in accu’s die vervolgens de
pompinstallatie laten draaien.
Jacob van der Meer: “Veel
pompinstallaties werken nu
nog op de dieselmotor van
de melkauto. Een methode
die het milieu relatief zwaar
belast. Een elektrische pomp,
aangedreven op zonneenergie, stoot geen broeikasgassen uit.”
De panelen
wekken jaarlijks
1.500 kilowattuur
aan stroom op
The alternative
Namens FrieslandCampina
halen dit jaar zes auto’s
boerderijmelk op die rijden
op bifuel: deze zogeheten
‘alternatives’ kunnen zowel op
diesel als op LNG (vloeibaar
aardgas) rijden. De uitstoot
van CO2 bij LNG is een stuk
lager in vergelijking met diesel.
Bovendien kan LNG worden
verrijkt met biogas (uit bijvoorbeeld rundermest), zodat
melkveebedrijven in de toekomst de brandstof voor deze
auto’s kunnen gaan leveren.
Wel zijn de auto’s duurder in
aanschaf. Momenteel rijden
deze melkauto’s voor zestig
procent op LNG (en nog voor
veertig procent op diesel), en
dat leidt tot een CO2 reductie
van 14 procent.
melk nummer 34 september 2014
29
Sneller en
schoner pompen
Veel milieuwinst is nog te
behalen in het overpompen
van boerderijmelk van koeltank
naar melkauto: Jacob van der
Meer denkt dat alleen op dit
onderdeel de uitstoot van
CO2 met maximaal 1,2 miljoen
kilo per jaar kan dalen.
Julian van der Mierden
investeert in zonnepanelen
Voor melkveehouders van FrieslandCampina in Midden- en
Oost-Brabant is het al een vertrouwd gezicht: een melkauto
uitgerust met zonnepanelen.
“Sinds mei halen we met deze auto
melk op”, vertelt Julian Van der
Mierden. Hij is eigenaar van Van der
Mierden Transport uit Middelbeers
(Noord-Brabant). Het bedrijf beschikt
in totaal over vijf melkauto’s. De
energie die de zonnepanelen opwekken, wordt opgeslagen in accu’s die
vervolgens de melkpomp aandrijven.
“Die pomp hoeft dus niet meer te
draaien op diesel.” Daarnaast zijn
twee auto’s van Van der Mierden
voorzien van remgenerators:
die zorgen er voor dat de energie
die vrijkomt tijdens het remmen,
wordt opgeslagen.
“Ook die opgeslagen energie wordt
benut voor het aandrijven van de
melkpomp.” De nieuwe, duurzame
technieken werken nog niet vlekkeloos. “Maar dat hoort een beetje bij
innovatie. Op lange termijn worden
dit soort technieken gemeengoed,
daarvan ben ik overtuigd.”
In het algemeen geldt hier het principe:
hoe korter en dikker de slang, hoe
sneller en energiezuiniger dit proces
verloopt. Of, in CO2 uitgedrukt:
300 liter boerderijmelk per minuut
sneller pompen, levert een CO2 reductie
op van 21 procent tijdens het pompen.
Nieuwe koeltanks moeten afgeleverd
worden met een uitloop van DN 80
(omgerekend drieduims), in de
dagelijkse praktijk variëren de uitlopen
nog van DN 40 tot DN 80. De slang van
een melkauto moet nu, overeenkomstig
de reglementen, acht meter lang zijn.
“Nog korter en dikker, bijvoorbeeld DN
100 en twee meter lang, zou uit oogpunt
van efficiency en milieu ideaal zijn maar
is voorlopig niet realistisch.” Hetzelfde
geldt voor de aandrijving van de pomp:
elektrisch aangedreven pompen
belasten het milieu veel minder dan
pompen op basis van diesel. In grote
delen van het werkgebied van FrieslandCampina zijn tanklokalen al voorzien
van een elektrische aansluiting
(380 V, vierpolig) waarop chauffeurs
de melkpomp laten draaien.
30
coöperatie
melk nummer 34 september 2014
Robot & weiden:
ook in Duitsland een goede combinatie
De datum staat in het geheugen gegrift van Alexander
Schmaeing: 10 juli 2012. Op die dag werd de eerste koe van
melkveebedrijf Schmaeing door een robot gemolken. Een stap
waarover Josef (52), Ingrid (49) en Alexander (23) lang hebben
nagedacht. Ze onderhandelden met drie robotfabrikanten en
daarbij stond op voorhand één ding vast: de komst van de robot
mocht niet leiden tot het permanent opstallen van de koeien.
e zijn er van overtuigd dat
weidegang goed is voor
het welzijn van de dieren“,
motiveert Ingrid. Volgens
Alexander is weidegang aantoonbaar beter
voor de klauwgezondheid. “Mortellaro bijvoorbeeld kun je veel beter onder controle
houden, wanneer de koeien regelmatig in de
wei lopen. Op een gegeven moment loopt de
besmettingsdruk in de stal te hoog op. Die
verlaag je door koeien naar buiten te doen.”
En ook niet onbelangrijk: burgers waarderen
het beeld grazende koeien. Josef: “Hier in
de buurt is een café met terras. Bezoekers
maken soms nog een ommetje en zien dan
onze koeien grazen. Dat is toch een mooi
visitekaartje.”
Belangrijk op het bedrijf van Schmaeing is
de installatie van een zogeheten ‘weidepoort’. Deze poort ‘beslist’ of een koe naar
buiten mag of dat de koe eerst nog even
langs de robot moet. Schmaeing heeft nu
twee jaar ervaring met het systeem. “Het
functioneert voortreffelijk. Zeker op mooie
dagen is de stal overdag bijna leeg: alle
koeien lopen dan buiten”, vertelt Alexander.
Tegen 20.00 uur haalt Schmaeing de laatste
koeien op. Ze blijven dan op stal tot de
“W
Van links naar rechts: Josef, Ingrid en
Alexander Schmaeing. Ze zetten af en
toe de staldeuren open voor schoolklassen of groepen burgers. De robot kan
steevast rekenen op verbaasde blikken.
"De techniek van een robot is natuurlijk
heel geavanceerd. Veel mensen
verwachten dat niet op een boerderij.
Ook het feit dat een robot goed is voor
het welzijn van de dieren, valt in de
goede aarde bij de bezoekers."
Foto’s: Theo Tangelder
volgende ochtend: vanaf 6.00 uur stuurt
de poort de koeien weer richting weide.
De keuze voor weidegang heeft overigens
óók bedrijfseconomische redenen:
Schmaeing produceert melk voor Landliebe,
het premium zuivelmerk van FrieslandCampina in Duitsland. “Een van de harde
voorwaarden van Landliebe is dat koeien
weidegang krijgen.” Voor de productie van
Landliebe ontvangt Schmaeing een premie
van 1,0 eurocent per liter, naast de reguliere
weidepremie van FrieslandCampina van 0,5
eurocent per liter. “Die extra opbrengsten
vallen weg, zodra koeien zomer en winter
op stal blijven. Dat willen we niet.”
Vóór de komst van de robot, molken Josef,
Ingrid en Alexander zo’n veertig koeien.
Inmiddels zijn dat er zo’n zestig. “We kunnen
nog iets verder groeien”, vertelt Alexander.
Het bedrijf in Raesfeld (Duitsland) telt in
totaal 41 hectare land waar gras, graan en
maïs wordt verbouwd. Daarnaast houden
ze 180 zeugen. De komst van de robot
heeft volgens Alexander niet geleid tot
een arbeidsbesparing. “Maar we zijn nu
wel veel flexibeler. In het verleden molken
we op vaste tijden, een robot biedt meer
vrijheid.”
Koeien in de
wei: een mooi
visitekaartje
31
melk nummer 34 september 2014
Nieuwe stal
Tegelijkertijd met de komst van robot
realiseerde Schmaeing een nieuwe ligboxenstal. In de stal is sprake van zogeheten
‘vrij koeverkeer’: de koeien bepalen dus
zelf of ze vreten, liggen of naar de robot
gaan. Het comfort in de stal is hoog. De
oude stal benut Parsimonia
Schmaeingfiducias
voor deagnascor
huissus suis.van
Perspicax
syrParsimonia
fiducias
vesting
het jongvee.
Overigens
gaat agnascor
pessimus
gulosus
suis.
Perspicax
ook het
jongvee
’s zomers
naar
buiten.
syrParsimonia fiducias agnascor p
Bijvoeren op stal
De weidepoort
Overzicht per computer
Een selectiepoort bepaalt of een koe naar
buiten mag of niet. Vanaf 6.00 uur kunnen
koeien naar buiten, maar dan moeten de
koe wel recent gemolken zijn. Anders leidt
de poort de koe terug naar de stal. Koeien
die na 18.00 uur de stal binnengaan,
kunnen die dag niet meer terug naar de
weide. Rond 20.00 uur haalt Schmaeing
de laatste koeien uit de wei. ’s Nachts
blijven alle koeien op stal.
Koeien worden gemiddeld 2,6 tot 2,7 keer
per dag gemolken. ‘Verse’ koeien tot viermaal per dag; oudmelkte koeien tweemaal
per dag. Het gemiddelde productieniveau
is sinds de komst van de melkrobot
gestegen. Zeker vaarzen produceren
volgens Alexander aanzienlijk meer melk
omdat de druk op het uier lager is.
Een blik op het computerscherm leert
welke koeien in de wei lopen en welke
koeien op stal staan. De sensor op de
weidepoort registreert of een koe tot
de wei is toegelaten. Overigens wordt
de terugkomst van de koe naar de stal
niet geregistreerd: met zo’n sensor zou
Schmaeing precies kunnen zien hoeveel
uren zijn koeien weiden. Josef Schmaeing:
“Dat is wellicht iets voor de toekomst.
Ik vind dat je als melkveehouder op dit
punt maximaal openheid van zaken moet
geven wanneer de zuivelonderneming
daarom zou vragen.”
In de weideperiode voert Schmaeing op
stal een mengsel van kuilgras, maïs, stro,
luzerne en krachtvoer (raapschroot) bij.
De drogestofopname in de wei varieert
en is in het voorjaar het hoogst. In de
loop van het groeiseizoen loopt de smakelijkheid van het gras terug. Door af en toe
te maaien, remt Schmaeing dit proces af.
Om een bezoek aan de melkrobot extra
aantrekkelijk te maken, is het belangrijk
dat de melkautomaat smakelijk krachtvoer
verstrekt. “Dat was aanvankelijk even
zoeken”, vertelt Alexander Schmaeing.
“We produceren melk voor Landliebe.
Dat concept beperkt je in je krachtvoerkeuze.” Met Landliebe moet het voer voor
de koeien afkomstig zijn uit de regio (Duitsland, Europa) en het rantsoen mag géén
producten bevatten die geteeld worden
met behulp van genetische modificatie
(gmo-vrij). “Je kunt dus niet ieder willekeurig krachtvoer verstrekken. Dat was in
het begin even zoeken, maar inmiddels
hebben we het juiste product gevonden.”
32
uit… Groesbeek
Voorjaar en
zomer waren nat:
ideaal voor de
boerenzwaluw
melk nummer 34 september 2014
Zo’n veertig tot vijftig nesten met boerenzwaluwen telt het bedrijf van Jan Roelofs,
melkveehouder in Groesbeek. In de regio
zetten veel melkveehouders zich in voor
het behoud van dit typische boerderijvogeltje en dragen op deze manier een
steentje bij aan behoud van biodiversiteit.
Altijd al boerenzwaluwen gehad op uw erf?
“Ja, maar nu zitten er veel meer dan pakweg twintig jaar geleden. Toen telde dit
bedrijf zo’n vijftien nesten, nu wel veertig
tot vijftig.”
Foto: Van Assendelft
Treft u speciale voorzieningen?
“Nee, het is wel belangrijk dat stallen open
van karakter zijn. In mijn oude ligboxenstal
zitten echt veel nesten. In het nieuwe deel,
dat uitgerust is met vogelgaas om spreeuwen
buiten de deur te houden, zitten er minder.
Maar gelukkig ontdekken de zwaluwen ook
daar langzaam maar zeker nieuwe ingangen,
bijvoorbeeld via de nok. Het aantal nesten
groeit alweer.”
Was 2014 een goed jaar voor de
boerenzwaluw?
“Absoluut. Het voorjaar was nat waardoor
de dieren gemakkelijk een nestje konden
bouwen: ze maken hun nestje immers van
modder en takjes. En er was het hele jaar
door voldoende aanbod van insecten. Veel
paartjes zijn met succes aan een tweede
broedsel begonnen. Vorig jaar waren de
omstandigheden een stuk minder gunstig.
Het voorjaar was toen koud en droog.”
Hoe ontwikkelt de stand van de
boerenzwaluw zich?
“Die loopt terug, heb ik me laten vertellen.
De oorzaken? Veel zwaluwen overwinteren in
rietvelden in zuidelijk Afrika. Maar veel van
die rietvelden worden momenteel omgezet
in landbouwgrond, voor de productie van
voedsel waardoor het leefgebied van de
zwaluw kleiner wordt. Bovendien neemt de
Sahara in omvang toe. Veel zwaluwen hebben
moeite om die woestijn over te steken.”
Naam: Jan Roelofs
Geboren: 5 maart 1963
Woonplaats: Groesbeek, Gelderland
Aantal koeien: 100
Aangesloten bij FrieslandCampina:
“Sinds 1983, toen ik in maatschap kwam
op het ouderlijk bedrijf. Destijds was het
nog melkerij Lent, vervolgens Coberco,
FrieslandCoberco en Friesland Foods. En
nu is het FrieslandCampina.”
Doet u nog aan andere vormen van
natuurbeheer?
“Ik ben lid van de agrarische natuurvereniging
De Ploegdriever, zo noemen ze in Groesbeek
en omgeving het kwikstaartje. Die vereniging
verbindt boeren en burgers en dat vind ik
belangrijk. Ik heb de voorbije jaren mijn erf
verder aangekleed met bomen en struiken.
En de randen van enkele van mijn maïspercelen zaai ik in met kruiden en bloemen.
De gemeente Groesbeek neemt een deel van
de kosten voor haar rekening. Je merkt dat
iedereen waarde hecht aan behoud van biodiversiteit: wij melkveehouders kunnen daar
een steentje aan bijdragen.”