de brochure

VERSIE DECEMBER 2014
INHOUD
Voorwoord
3
De Jongere uit het deeltijds onderwijs
4
De aanvraag tot erkenning als patroon
6
De leerovereenkomst
7
Het leerreglement
8
+ bijlage bij het leerreglement: formulier leerovereenkomst
15
Het kostenplaatje
20
Financiële voordelen voor de werkgever
21
De sociale wetgeving
24
Tips voor een geslaagde werkervaring
28
VOORWOORD
Beste lezer
In deze brochure vindt u meer informatie over de Werknemers Leerovereenkomst (WLO) in:
- privé-ouderenzorg
- privé-ziekenhuizen
De WLO geeft jongeren uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs de mogelijkheid om een
opleiding in een centrum voor deeltijds onderwijs te combineren met een deeltijdse job.
De jongere leert op de werkvloer gedurende 3 dagen per week de praktische kennis van de
job. De overige 2 dagen worden in een centrum voor deeltijds onderwijs de theoretische
kennis en algemene vorming aangepakt.
Volgende functies komen in aanmerking:
- Administratief medewerker (24 maanden)
- Keukenmedewerker (12 maanden)
- Grootkeukenmedewerker (12 maanden)
- Hovenier (24 maanden)
- Logistieke helper in de zorginstellingen (enkel voor ROB-RVT) (12 maanden)
- Logistiek assistent in de ziekenhuizen (12 maanden)
- Verzorgende/zorgkundige (30 of 42 maanden1)
- Magazijnmedewerker (12 maanden)
- Onderhoudswerker gebouwen (24 maanden)
Werkt u graag mee aan de opleiding van deze jongere(n)?
Laat u dan vandaag nog erkennen als patroon. U kan het formulier op
www.vivosocialprofit.org (bij Deeltijds Leren en Werken) elektronisch invullen.
1
30 maanden indien de jongere een kwalificatie van logistiek assistent of logistiek helper behaalde
DE JONGERE UIT HET DEELTIJDS ONDERWIJS
De jongere is:
- ingeschreven in een centrum voor deeltijds onderwijs
- deeltijds leerplichtig (15 tot 18 jaar)
- ingeschreven als werkzoekende bij de VDAB of BGDA (tussen 18 en 25 jaar)
De jongere volgt een opleiding:
- administratief medewerker
- keukenmedewerker
- grootkeukenmedewerker
- hovenier
- logistiek assistent in de ziekenhuizen
- logistieke helper in de zorginstellingen
- verzorgende/zorgkundige
- magazijnmedewerker
- onderhoudswerker gebouwen
U vindt voor elke functie op www.vivosocialprofit.org onder “deeltijds leren deeltijds
werken” bij PC330: Ouderenzorg OF PC330: Privé-ziekenhuizen een opleidingsprogramma.
Het opleidingsprogramma wordt overlopen door de jongere, de tewerkstellingsbegeleider
van het centrum deeltijds onderwijs en de patroon of opleidingsverantwoordelijke in uw
organisatie. Het opleidingsprogramma wordt ook opgenomen in het opleidingsboekje van
de jongere.
Het opleidingsprogramma beschrijft de competenties die de jongere tijdens de duur van zijn
opleiding dient te verwerven.
Op vraag van het paritair leercomité of het Europees Sociaal Fonds deelt u steeds alle
inlichtingen mee betreffende de opleiding van de jongere.
Voor het einde van de leerovereenkomst organiseert de patroon een eindproef om de
technische kennis van de leerling te testen, in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van
de opleidingsinstelling.
Binnen de 7 dagen na de eindproef sturen de school en de patroon per leerling een
gezamenlijk eindrapport naar VIVO vzw, die het op zijn beurt bezorgt aan het paritair
leercomité. Op basis van dit eindrapport krijgt de jongere een getuigschrift van het
leercomité, overeenkomstig artikel 51 van de wet op het leerlingenwezen2.
Op gemotiveerde, gezamenlijke aanvraag van patroon, jongere en de meewerkende
opleidingsinstelling kan het paritair leercomité toestaan dat een vervroegde eindproef wordt
ingericht.
Wanneer eindigt de leerovereenkomst?
- de duur van de overeenkomst is verstreken
- door overmacht wordt het onmogelijk de overeenkomst uit te voeren
- door de wil van één der partijen, tijdens de proeftijd of ingeval een dringende reden
tot beëindiging bestaat
2
De wet van 19 juli 1983 op het leerlingenwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in
loondienst
-
-
3
op verzoek van de jongere bij overname van de voorziening
op verzoek van de patroon wanneer de jongere gedurende de proeftijd meer dan één
maand arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval
op verzoek van de patroon wanneer de overeenkomst sinds meer dan 6 maanden
geschorst is wegens ziekte of ongeval
de patroon leeft zijn verplichtingen niet na
door de patroon of de jongere, indien hij ernstige twijfels heeft over de haalbaarheid
van de opleiding en met andere woorden sterke argumenten heeft om te besluiten
dat het geen zin heeft de opleiding en dus de uitvoering van de leerovereenkomst
verder te zetten. (art. 37 bis van de wet3)
bij overlijden van de jongere
De wet van 19 juli 1983 op het leerlingenwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in
loondienst
DE AANVRAAG TOT ERKENNING ALS PATROON
Vooraleer een jongere uit het deeltijds onderwijs aan de slag gaat in uw organisatie, vult u
een aanvraag tot erkenning als patroon in. Een erkenningsaanvraag is een overeenkomst
tussen het paritair leercomité (PLC) en de werkgever.
U vult de erkenningsaanvraag, die u vindt op www.vivosocialprofit.org volledig in en laat
alle betrokkenen (uzelf, opleidingsverantwoordelijke(n), eventuele instructeur(s))
ondertekenen. Ook het akkoord van het sociaal overlegorgaan in uw organisatie moet blijken
uit een (uittreksel van het) verslag dat u bijvoegt. Hebt u geen sociaal overlegorgaan, dan
verzamelt u de handtekeningen van de helft + 1 van uw personeel. U stuurt het geheel op
per post naar volgend adres of scant het in en mailt het naar [email protected] :
VIVO vzw
Tav Bart van Opstal
Sainctelettesquare 13-15
1000 Brussel
De medewerkers van VIVO nemen uw aanvraag door en brengen per mail de leden van het
Paritair leercomité op de hoogte. Binnen de 10 werkdagen krijgt u antwoord over uw al dan
niet erkenning.
Bij een positief advies kan u een jongere uit het deeltijds onderwijs een leerovereenkomst
aanbieden.
Een erkenningsaanvraag met een negatief advies of waarrond twijfel of onduidelijkheid
bestaat wordt op de eerstvolgende vergadering van het PLC voorgelegd.
DE LEEROVEREENKOMST
De leerovereenkomst is een contract tussen een erkende patroon en een jongere. Het is een
leertraject van bepaalde duur waarbij de patroon de verbintenis aangaat de jongere een
opleiding aan te bieden.
De leerovereenkomst wordt elektronisch ingevuld via de site. Binnen de 3 werkdagen na
opstart bezorgt u een ondertekende kopie aan VIVO vzw.
Elke leerovereenkomst bevat een alterneringsschema. Dit is het uurrooster waarop
aangegeven wordt wanneer de jongere aanwezig is in de organisatie of in het centrum
deeltijds onderwijs.
Eén van volgende alterneringsschema’s tussen de praktische opleiding en de theoretische
opleiding is mogelijk:
- drie dagen per week in de organisatie en 2 dagen per week in het centrum deeltijds
onderwijs
- vier dagen per week in de organisatie en 1 dag per week in het centrum deeltijds
onderwijs
- 1 week in de organisatie en 1 week in het centrum deeltijds onderwijs
Andere alterneringsschema’s dienen goedgekeurd te worden door het paritair leercomité.
Een jongere jonger dan 16 jaar werkt tussen 8u ’s morgens en 20u ’s avonds.
Een jongere ouder dan 16 jaar mag werken tussen 6u ’s morgens en 22u ’s avonds.
De werkgever staat een halfuur rust toe na 4,5u ononderbroken werken.
Jongeren met een WLO werken ongeacht hun leeftijd nooit op zondag.
De jongere met een WLO volgt de regels inzake arbeidsduur van de arbeidswet zoals die van
toepassing is op hun leeftijdsgenoten die met een arbeidsovereenkomst zijn tewerkgesteld.
HET LEERREGLEMENT
Art. 1: Toepassingsgebied
§1. Dit leerreglement is van toepassing in de ondernemingen die tot het toepassingsgebied
van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten behoren en die
leerlingen (willen) opleiden in toepassing van het leerlingstelsel voor
werknemersberoepen, voorzien bij de wet van 19 juli 1983.
§2. Voor de toepassing van dit leerreglement wordt verstaan onder:
1° de wet: de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door
werknemers in loondienst;
2° het koninklijk besluit van 5 juli 1998: het koninklijk besluit van 5 juli 1998 tot bepaling
van de nadere voorwaarden en de modaliteiten inzake de erkenning en de
intrekking van de erkenning als patroon en opleidingsverantwoordelijke in het
kader van het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in
loondienst;
3° het leercomité: het Paritair leercomité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten;
4° de patroon: de verantwoordelijke van een in § 1 bedoelde onderneming die
overeenkomstig artikel 43 van de wet als patroon erkend werd of erkend wil
worden door het leercomité;
5° leerovereenkomst: een leerovereenkomst, gesloten in toepassing van de wet tussen een
erkende patroon en een leerling.
Art. 2 : Dagelijks beheer en opvolging van het leerlingstelsel
Wat de toepassing van het leerlingstelsel betreft in de in artikel 1, §1, bedoelde
ondernemingen die samenwerken met de opleidingsinstellingen, gesubsidieerd en ingericht
door de Vlaamse Gemeenschap, wordt de vzw Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding
in de Social profit, Handelskaai 48 te 1000 Brussel, belast met de concrete opvolging en het
dagelijks beheer van het stelsel, alsook met de uitvoering van de beslissingen van het
leercomité.
Wat de toepassing van het leerlingstelsel betreft in de in artikel 1, §1, bedoelde
ondernemingen die samenwerken met de opleidingsinstellingen, gesubsidieerd en ingericht
door de Franse of Duitstalige Gemeenschap, wordt de vzw Vereniging van Federale en
Bicommunautaire Sociale Fondsen, Handelskaai 48 te 1000 Brussel belast met de
administratieve opvolging en beheer van het stelsel, alsook met de uitvoering van de
beslissingen van het leercomité.
Art. 3: Beroepen
§1. In de in artikel 1, §1, bedoelde ondernemingen kunnen leerovereenkomsten gesloten
worden voor volgende beroepen:
1. administratief medewerker;
2. keukenmedewerker;
3. grootkeukenmedewerker;
4. logistiek helper in de zorginstellingen (enkel voor ROB-RVT);
5. logistiek assistent in de ziekenhuizen (enkel voor privé-ziekenhuizen)
6. hovenier
7. verzorgende/zorgkundige
8. magazijnmedewerker
9. onderhoudswerker gebouwen (enkel voor ROB-RVT en ziekenhuizen met een eigen
onderhouds- of technische dienst).
§2. De in §1 vermelde lijst van beroepen kan aangevuld worden met andere beroepen,
- hetzij op verzoek van een patroon, die daartoe een gemotiveerde aanvraag aan
het leercomité richt;
- hetzij op initiatief van het leercomité.
Art. 4: Doelgroep
Overeenkomstig artikel 4, §1, van de wet kunnen in beginsel enkel leerovereenkomsten
gesloten worden met minderjarigen die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse
leerplicht, d.w.z jongeren tussen 15/16 en 18 jaar in de periode van deeltijdse leerplicht.
In toepassing van artikel 4, §2, tweede lid, van de wet mogen ook leerovereenkomsten
gesloten worden met meerderjarigen, op voorwaarde dat zij niet ouder zijn dan 25 jaar.
Art. 5: Duur van de leertijd
De duur van de leertijd voor de in artikel 3 vermelde beroepen wordt vastgesteld als volgt:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
administratief medewerker: 24 maanden
keukenmedewerker: 12 maanden
grootkeukenmedewerker: 12 maanden
logistieke hulp in de zorginstellingen (enkel voor ROB-RVT): 12 maanden
logistiek assistent in de ziekenhuizen (enkel voor Privé-ziekenhuizen): 12 maanden
hovenier: 24 maanden
zorgkundige:
a. 42 maanden voor leerlingen die de aanvullende theoretische opleiding volgen
in een opleidingsinstelling, ingericht of gesubsidieerd door de Vlaamse
Gemeenschap of door de Duitstalige Gemeenschap
b. 36 maanden voor leerlingen die de aanvullende theoretische opleiding volgen
in een opleidingsinstelling, ingericht of gesubsidieerd door de Franse
Gemeenschap
8. magazijnmedewerker: 12 maanden
9. onderhoudswerker gebouwen: 24 maanden
Als de leerling reeds over de competenties van "logistiek helper in de zorginstellingen" of
“logistiek assistent in de ziekenhuizen” beschikt, wordt de duur van de leertijd voor
"verzorgende/zorgkundige" herleid tot 30 maanden. In voorkomend geval dient bij de
leerovereenkomst een kopie gevoegd te worden van het attest “logistiek helper in de
zorginstellingen” of “ logistiek assistent in de ziekenhuizen” uitgereikt door het paritair
leercomité.
Op gemotiveerde aanvraag van de werkgever en de school of op basis van het reeds
afgelegde opleidingstraject van de jongere, kan vooraf de duur van de opleiding individueel
aangepast worden. Hiervoor wordt een duidelijke motivatie ingediend bij het paritair
leercomité, dat de duur bepaalt.
Wanneer een leerling slaagt in een vervroegde eindproef, ingericht overeenkomstig artikel
11, eindigt de leerovereenkomst op de datum van die eindproef. In artikel 1 van de
leerovereenkomst moet de oorspronkelijke voorziene einddatum aangepast worden, hetgeen
door de betrokken partijen geparafeerd moet worden.
Art. 6: Aantal leerlingen
§1. Het aantal leerlingen dat tegelijkertijd door een patroon kan opgeleid worden is beperkt
tot maximum 10% van het aantal werknemers dat aan de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid werd aangegeven voor het kwartaal dat voorafgaat aan het tijdstip waarop
de patroon zijn aanvraag tot erkenning heeft ingediend overeenkomstig artikel 4 van
het koninklijk besluit van 5 juli 1998.
§2. Voor elke leerling duidt de patroon een opleidingsverantwoordelijke of instructeur aan
om diens opleiding te behartigen. Elk van zo'n opleidingsverantwoordelijke of
instructeur kan maximum 3 leerlingen tegelijkertijd opleiden.
Indien de opgegeven opleidingsverantwoordelijke of instructeur wijzigt wordt dit
binnen het lopende trimester schriftelijk meegedeeld aan het paritair leercomité. Ook
dient dit aangepast te worden in de lopende leerovereenkomsten.
Art. 7: Leervergoeding
De leerling ontvangt van de patroon een maandelijkse leervergoeding waarvan het bedrag
overeenstemt met een percentage van de helft van het nationaal gewaarborgd gemiddeld
minimum maandinkomen, zoals bepaald voor de werknemers van 21 jaar bij collectieve
arbeidsovereenkomst, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Dit percentage evolueert met de leeftijd van de leerling volgens onderstaand schema:
Leeftijd van de leerling Percentage
15 jaar
64%
16 jaar
70 %
17 jaar
76 %
18 jaar
82 %
19 jaar
88 %
20 jaar
94 %
21 jaar en ouder
100 %
Art. 8: Meewerkende opleidingsinstellingen
Voor het verstrekken van de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming
komen de volgende opleidingsinstellingen in aanmerking:
- de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de
bevoegde Gemeenschap, met name de door de Vlaamse Gemeenschap ingerichte of
gesubsidieerde Centra voor Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs, de door de Franse
Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde "Centres d’Education et de Formation en
Alternance" en de door de Duitstalige Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde
"Teilzeitunterrichtszentern";
- de door de Vlaamse Gemeenschap erkende centra voor deeltijdse vorming;
- de door de bevoegde Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde instellingen die onderwijs
voor sociale promotie verstrekken;
- elke andere instelling die of elk ander type van instelling dat op voorstel van de sector
door het leercomité aanvaard wordt.
Art. 9: Alterneringsschema’s
§1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- "luik 1":
- "luik 2":
de praktische opleiding in de onderneming;
de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de meewerkende
opleidingsinstelling.
In onderlinge afspraak tussen patroon, leerling en meewerkende opleidingsinstelling, mag
één van de volgende alterneringsschema’s toegepast worden:
- alternering 3 dagen "luik 1" en 2 dagen "luik 2" binnen de werkweek;
- alternering 4 dagen "luik 1" en 1 dag "luik 2" binnen de werkweek;
- alternering week-week.
De patroon kan aan het leercomité de toestemming vragen om een alterneringsschema toe te
passen dat niet in het tweede lid wordt vermeld.
Het gekozen alterneringsschema wordt vermeld in de leerovereenkomst.
§2. Jongeren met een leerovereenkomst kunnen enkel worden tewerkgesteld in een uurrooster, waarbij een gedegen begeleiding gegarandeerd kan worden. Dit betekent
dat de begeleidend opleidingsverantwoordelijke of de aangeduide instructeur aanwezig
moet zijn. Indien hierdoor een variabel uurrooster voor de jongere noodzakelijk is, moet
de bestaande regelgeving met betrekking tot variabele uurroosters gerespecteerd
worden.
§3. Gedurende de periodes dat er geen alternering is tussen “luik 1” en “luik 2”, zoals
bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties, moet enkel “luik 1” van het in de
leerovereenkomst vermeld alterneringsschema uitgevoerd worden.
Bij wederzijds akkoord kunnen de bij de leerovereenkomst betrokken partijen echter
besluiten tijdens zulke periodes de leerovereenkomst voltijds in de onderneming van de
patroon uit te voeren. In dit geval zal de leervergoeding verhoudingsgewijs worden
aangepast en pro rata temporis berekend worden.
§4. In geen geval kunnen leercontracten op zon- en feestdagen worden uitgevoerd.
Art. 10: Opleidingsprogramma
§1. Het leercomité kan, in toepassing van artikel 50 van de wet van 19 juli 1983,
verschillende modellen van opleidingsprogramma's vaststellen die overeenstemmen
met een in artikel 3 van dit leerreglement vermeld beroep, rekening houdend met de
onderwijsregelgeving in de verschillende Gemeenschappen, meer bepaald inzake
beroeps- en kwalificatieprofielen.
§2. De patroon kan voor elk beroep waarvoor hij overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk
besluit van 5 juli 1998 een erkenningsaanvraag indient, het overeenkomstig §1 door het
leercomité vastgesteld model van opleidingsprogramma aanpassen en concretiseren met
het oog op de toepassing in zijn eigen onderneming. In dit geval wordt de aangepaste
versie van het opleidingsprogramma in bijlage gevoegd bij de erkenningsaanvraag.
Overeenkomstig artikel 23 van de wet stelt de patroon voor elke leerling een individueel
opleidingsprogramma op, op basis van het model van opleidingsprogramma dat al dan niet
voor de onderneming aangepast en geconcretiseerd werd overeenkomstig het eerste lid van
deze paragraaf.
Art. 11: Evaluaties en proeven
§1. Eindevaluatie
De eindproef wordt georganiseerd door de patroon en de meewerkende opleidingsinstelling
volgens de in §2 beschreven procedure en volgens de modaliteiten, door het leercomité
vastgelegd.
Op gemotiveerde, gezamenlijke aanvraag van de patroon, de leerling en de meewerkende
opleidingsinstelling kan het leercomité, geval per geval, toestaan dat vervroegde proeven
worden ingericht.
Als de leerling niet de vereiste bekwaamheden verworven heeft op het einde van zijn
leertijd, kan het leercomité toestaan dat zijn leerovereenkomst verlengd wordt, om hem de
kans te geven zich in het beroep te vervolmaken, mits gemotiveerd advies van de patroon en
de meewerkende opleidingsinstelling.
§2. Procedure
• Vóór het einde van de leerovereenkomst organiseert de patroon een eindproef om de
technische kennis van de leerling te testen. Deze proef vindt plaats in aanwezigheid van
een vertegenwoordiger van de opleidingsinstelling.
• Binnen de 7 dagen na de eindproeven stuurt de opleidingsinstelling en de patroon per
leerling een eindrapport naar het leercomité.
• Het eindrapport moet de volgende gegevens bevatten:
de evaluatie door de patroon:
de patroon geeft een beoordeling van de leerling met betrekking tot de volgende
punten:
- de algemene kennis;
- de sociale vaardigheden;
- de theoretische kennis;
- de praktische kennis.
de evaluatie door de opleidingsinstelling:
het eindrapport moet de belangrijkste resultaten van de proeven weergeven.
de algemene eindbeoordeling die gezamenlijk door de patroon en de
opleidingsinstelling wordt gegeven.
• De eindbeoordeling berust bij het leercomité, dat zijn beslissing neemt op grond van
het door de patroon ingestuurde eindrapport. Het CDO kan uitgenodigd worden
door het paritair leercomité ter toelichting van het eindrapport.
Art. 12: Getuigschrift
Wanneer de leerling slaagt in de proef op het einde van de leertijd, reikt het leercomité
hem/haar een getuigschrift uit overeenkomstig artikel 51 van de wet.
Dit getuigschrift vermeldt het beroep waarvoor de opleiding werd gevolgd, de hoofdlijnen
van het programma, de duur van de leertijd en de eindbeoordeling.
Wanneer de leerling niet slaagt in de eindproef bij de patroon, komt hij niet in aanmerking
voor een attest.
Art. 13: Procedure bij geschillen
Onverminderd de bepalingen van artikel 14 van de wet wordt elk geschil dat voortvloeit uit
de uitvoering van de leerovereenkomst besproken in de ondernemingsraad of met de
werknemersafvaardiging volgens hun respectieve bevoegdheden, om in overleg met de
patroon, de eventuele opleidingsverantwoordelijke en de leerling een oplossing te zoeken
voor het geschil. Als dit onmogelijk blijkt, wordt het geschil voorgelegd aan het paritair
leercomité, dat binnen de 15 dagen via e-mail een uitspraak doet.
Art. 14: Leerovereenkomst
§1. De leerovereenkomst bevat alle vermeldingen zoals bepaald in artikel 7 van de wet en
wordt schriftelijk opgemaakt overeenkomstig het model dat in bijlage bij dit
leerreglement is gevoegd.
§2. Van elke leerovereenkomst worden twee originelen opgemaakt:
-
een exemplaar is bestemd voor de patroon;
een exemplaar is bestemd voor de leerling en zijn wettelijke vertegenwoordiger.
Van elke leerovereenkomst wordt binnen de 3 werkdagen een kopie gestuurd naar:
-
het secretariaat van het leercomité;
de ondernemingsraad of, bij ontstentenis hiervan, de werknemersafvaardiging;
de meewerkende opleidingsinstelling.
Art. 15: Onbetaalde vakantie
Onverminderd de rechten van de leerling inzake jaarlijkse vakantie die voortvloeien uit de
wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, kan de leerovereenkomst
op verzoek van de leerling en zonder dat de patroon dit kan weigeren, geschorst worden
tijdens de maanden juli en augustus. De duur van deze schorsing bedraagt ten hoogste 31
aaneengesloten kalenderdagen. Bovendien mag deze schorsing ten vroegste aanvangen op 1
juli en kan zij ten laatste eindigen op 31 augustus. Voor deze schorsingsperiode kan de
leerling van de patroon noch een leervergoeding noch vakantiegeld eisen.
Art. 16: Aanvraag tot erkenning als patroon of als opleidingsverantwoordelijke - procedure
Bij het indienen van een aanvraag tot erkenning als patroon of als
opleidingsverantwoordelijke maakt de patroon gebruik van het modelformulier dat door het
leercomité wordt vastgelegd. Een aanvraag tot erkenning als patroon kan pas ingediend
worden wanneer minimum 10 werknemers met een arbeidscontract worden tewerkgesteld
en minstens 60 % van hen het statuut van bediende hebben.
Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 juli 1998, moeten bij de
aanvraag de volgende modaliteiten in acht genomen worden:
- in voorkomend geval licht de patroon de ondernemingsraad in, of - bij ontstentenis
hiervan - het comité voor preventie en bescherming op het werk of - bij ontstentenis
hiervan - de werknemersafvaardiging omtrent zijn voornemen om een
erkenningsaanvraag in te dienen. Bij ontstentenis van de drie voornoemde
overlegorganen licht de patroon de personeelsleden in, waarvan de kennisneming
bewezen wordt door de handtekeningen van de helft + 1 van de werknemers.
- elke aanvraag tot erkenning wordt ingediend bij de voorzitter van het leercomité.
Het leercomité kan, op grond van een evaluatie van de technische en pedagogische
capaciteiten van de patroon of de opleidingsverantwoordelijke en van de technische
vereisten van het beroep, individuele afwijkingen toestaan op de algemene voorwaarden
inzake leeftijd en praktijkervaring waaraan de patroon of de opleidingsverantwoordelijke
krachtens artikel 43 van de wet moet voldoen.
Het leercomité spreekt zich enkel uit over volledige erkenningsaanvragen, bijlagen
inbegrepen. (Het leercomité neemt zijn beslissing over elke volledige erkenningsaanvraag
binnen de termijn van 10 werkdagen die volgen op de datum waarop het secretariaat de
erkenningsaanvraag aan de leden van het leercomité overmaakt.)
Overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 5 juli 1998 wordt de beslissing van
het leercomité inzake de erkenning schriftelijk aan de betrokken patroon meegedeeld.
Pas na deze schriftelijke betekening is de patroon gerechtigd leerovereenkomsten af te
sluiten en dit voor de beroepen waarvoor de erkenning geldt.
Als de patroon en/of opleidingsverantwoordelijke erkend zijn voor het beroep zoals bedoeld
in Art.3 §1.7, dan zijn ze ook erkend voor de beroepen zoals bedoeld in Art.3 §1.4 of Art.3
§1.5
Art. 17: Verbreken van de leerovereenkomst
Als tijdens het opleidingstraject de leerovereenkomst wordt verbroken door één van beide of
beide partijen wordt dit binnen de 3 werkdagen gemeld met vermelding van de reden aan
het secretariaat van het paritair leercomité.
Art 18: Schorsing van de leerovereenkomst
Indien de leerovereenkomst gedurende meer dan 1 maand aaneensluitend wordt geschorst
kan de leertijd verlengd worden. Het paritair leercomité beslist over de duur van de
verlenging. Elke schorsing en/of voorstel tot verlenging van langer dan een maand wordt
onmiddellijk voorgelegd aan het paritair leercomité.
PARITAIR LEERCOMITE 330
LEEROVEREENKOMST
GESLOTEN BIJ TOEPASSING VAN DE WET VAN 19 JULI 1983
OP HET LEERLINGWEZEN VOOR BEROEPEN UITGEOEFEND DOOR WERKNEMERS IN LOONDIENST
Terugsturen naar: VIVO vzw
T.a.v. Bart van Opstal
Sainctelettesquare 13-15
1000 BRUSSEL
Tel:02-227.22.43 Email: [email protected]
Tussen de onderneming
Benaming
:
Adres
:
Telefoon~ & faxnummer
:
Vertegenwoordigd door:
Naam en voornaam van de persoon die de onderneming contractueel kan verbinden en die erkend
werd als
PATRON
:
Geboorteplaats & -datum
:
Woonplaats
:
Nationaliteit
:
erkend als patroon door het PLC 330 op datum van:
enerzijds,
en
de leerling
Naam & voornaam
:
Geboorteplaats & -datum
:
Adres & Woonplaats
:
Nationaliteit
:
Vertegenwoordigd door:
Naam en voornaam van de wettelijke vertegenwoordiger:
(vader/moeder/voogd)
:
Woonplaats
:
Nationaliteit
:
anderzijds,
is overeengekomen wat volgt:
Artikel 1 - Duur
Deze leerovereenkomst wordt gesloten voor een periode van ………………….. maanden
beginnend op …………………… en eindigend op …………………………..
De proeftijd bedraagt …………… maand(en) [minimum 1 maand - maximum 3 maanden].
Artikel 2 - Voorwerp
Met deze leerovereenkomst gaat de patroon de verbintenis aan om de leerling een opleiding te
verstrekken met het oog op het uitoefenen van het beroep van …………………………………. en
verbindt de leerling zich ertoe om de praktijk van het beroep onder het gezag van de patroon aan te
leren en onder diens toezicht de voor zijn opleiding noodzakelijke leergangen te volgen.
De opleiding in de onderneming vindt plaats te ………………………………..
De leerovereenkomst wordt uitgevoerd op de normale werkdagen waarop gepresteerd wordt binnen
deze vestiging, uitgezonderd op de dagen waarop hoger genoemde leerling de aanvullende
theoretische opleiding en algemene vorming volgt in de in artikel 3 vermelde opleidingsinstelling:
Artikel 3 - Theoretische opleiding
Hoger genoemde leerling volgt de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de
volgende opleidingsinstelling
Naam
:
Adres
:
E-mailadres
:
Verantwoordelijke
:
Begeleider van de opleiding:
Artikel 4 - Alterneringsschema (opgelet: verbod om zondag te werken)
§1. De leerovereenkomst kan nooit op zondag uitgevoerd worden.
§2. Jongeren met een leerovereenkomst kunnen enkel worden tewerkgesteld in een uurrooster, waarbij een gedegen begeleiding gegarandeerd kan worden. Dit betekent
dat de begeleidend opleidingsverantwoordelijke of de aangeduide instructeur aanwezig moet zijn.
Indien hierdoor een variabel uurrooster voor de jongere noodzakelijk is, moet
de bestaande regelgeving met betrekking tot variabele uurroosters gerespecteerd
§3. De leerling heeft recht op 2 vrije dagen per week. Wanneer de leerovereenkomst op zaterdag
uitgevoerd wordt, moet een tweede vrije dag worden toegekend in de week volgend op de
gepresteerde zaterdag. Is de leerling minderjarig, dan is deze tweede vrije dag verplicht de
daaropvolgende maandag.
“Vrije dag” wil zeggen dat de leerling noch in de onderneming, noch in de onderwijsinstelling
aanwezig moet zijn, en dat bv. in het rooster hieronder in §3, de vakken “Onderneming” en
“Onderwijsinstelling” leeg moeten zijn.
§4. Het volgend alterneringsschema is van toepassing, zonder rekening te houden met eventuele
vakantieperiodes:
• 1ste mogelijkheid:
- bij alternering binnen de werkweek:
##uurrooster##
Onderneming
Dagen
AM
Onderwijsinstelling
PM
AM
PM
maandag
van
tot
van
tot
van
tot
van
tot
dinsdag
van
tot
van
tot
van
tot
van
tot
woensdag
van
tot
van
tot
van
tot
van
tot
donderdag
van
tot
van
tot
van
tot
van
tot
vrijdag
van
tot
van
tot
van
tot
van
tot
zaterdag
van
tot
van
tot
van
tot
van
tot
(AM: voormiddag - PM: namiddag)
• 2de mogelijkheid:
- bij “week-week”-alternering: Week 1: .............................................................................................
Week 2: .............................................................................................
(invullen “onderneming” of “onderwijsinstelling”)
• 3de mogelijkheid: andere vorm van alternering:
§5. Wanneer er geen alternering is tussen de praktische opleiding in de onderneming en de
aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de onderwijsinstelling (bv. tijdens
schoolvakanties), kan de leerovereenkomst, bij wederzijds akkoord van de partijen, voltijds uitgevoerd
in de onderneming.
§6. Onverminderd de rechten van de leerling inzake jaarlijkse vakantie die voortvloeien uit de
wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, kan de leerovereenkomst op verzoek
van de leerling en zonder dat de patroon dit kan weigeren, geschorst worden tijdens de maanden juli
en augustus. De duur van deze schorsing bedraagt ten hoogste 31 aaneengesloten kalenderdagen.
Bovendien mag deze schorsing ten vroegste aanvangen op 1 juli en kan zij ten laatste eindigen op 31
augustus. Voor deze schorsingsperiode kan de leerling van de patroon noch een leervergoeding noch
vakantiegeld eisen.
Artikel 5 - Opleidingsverantwoordelijke en instructeur
Met het oog op zijn praktische opleiding zal hoger genoemde leerling de taken en functies vervullen
die vermeld zijn in het hierbij gevoegd opleidingsprogramma.
De opleiding wordt, indien de patroon daar niet zelf voor instaat, verzekerd door de volgende
opleidingsverantwoordelijke:
Naam & voornaam
:
Geboortedatum
:
Woonplaats
:
erkend door het Paritair leercomité 330 op datum van …………………………….
De opleiding wordt, zo nodig, toevertrouwd aan de volgende instructeur:
Naam en voornaam
:
Functie
:
Geboortedatum
:
Woonplaats
:
Artikel 6 - Leervergoeding
a) Berekeningswijze:
De leerling ontvangt van de patroon een maandelijkse leervergoeding waarvan het bedrag
overeenstemt met een percentage van de helft van het nationaal gewaarborgd gemiddeld minimum
maandinkomen, zoals bepaald voor de werknemers van 21 jaar bij collectieve arbeidsovereenkomst,
gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Dit percentage evolueert met de leeftijd van de leerling volgens volgend schema:
Leeftijd van de leerling
Percentage
Leeftijd van de leerling
Percentage
15 jaar
64%
19 jaar
88%
16 jaar
70%
20 jaar
94%
17 jaar
76%
21 jaar en ouder
18 jaar
82%
100%
Wanneer er geen alternering is tussen de praktische opleiding in de onderneming en de aanvullende
theoretische opleiding en algemene vorming in de onderwijsinstelling (bv. tijdens schoolvakanties), en
de leerovereenkomst voltijds uitgevoerd wordt in de onderneming bij toepassing van artikel 4, §5, van
deze leerovereenkomst, dan moet de leervergoeding verhoudingsgewijs worden aangepast en pro rata
temporis berekend worden.
b) Concreet bedrag van de leervergoeding die moet betaald worden
Het bedrag van de maandelijkse leervergoeding moet, na berekening, afgerond worden naar het
bovenliggende veelvoud van 10 cent.
De leerling ontvangt een bruto maandelijkse leervergoeding van …………….. EUR.
De nettovergoeding wordt ……………… overgeschreven op een door de leerling aan te duiden
bankrekening, nummer …….................................................................
De leervergoeding is het voorwerp van een maandelijkse loonafrekening.
Artikel 7 - Toepasselijke regelgeving
Deze leerovereenkomst wordt geregeld door de bepalingen van de wet van 19 juli 1983 op het
leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst. De wederzijdse
verplichtingen van de partijen, voorzien in de artikelen 17 tot 31 van de wet, het leerreglement en het
individueel opleidingsprogramma, door de patroon opgesteld overeenkomstig artikel 23 van de wet,
maken deel uit van deze leerovereenkomst en bevinden zich in bijlage.
Een leerovereenkomst kan enkel gesloten worden voor een erkend beroep, vermeld in artikel 2 van het
leerreglement, en door een patroon die voor dat beroep erkend werd door het Paritair leercomité 330
voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. Zoniet wordt ze beschouwd als een arbeidsovereenkomst.
Elke leerovereenkomst is nietig indien ze niet beantwoordt aan de bepalingen van de hierboven
genoemde wet van 19 juli 1983. De nietigheid van de leerovereenkomst doet geen afbreuk aan de
rechten die de leerling heeft krachtens de wet of krachtens deze leerovereenkomst.
De ondergetekenden verklaren kennis genomen te hebben van het bijgevoegd leerreglement en van de
hierboven vernoemde verplichtingen der partijen.
De leerling moet door de patroon op de hoogte gebracht worden van het arbeidsreglement dat van
kracht is in de werkplaats waar hij de praktische opleiding volgt en dat op hem van toepassing is.
Opgemaakt in 2 exemplaren te ...................................................... , op ........................................
De patroon (naam voluit + handtekening)
De leerling (naam voluit + handtekening)
De wettelijke vertegenwoordiger
van de leerling
(naam voluit + handtekening)
+ Opleidingsprogramma (met taakverdeling) bijvoegen in bijlage
HET KOSTENPLAATJE
De werkgever betaalt maandelijks een leervergoeding aan de jongere. Het bedrag van deze
vergoeding wordt bepaald door de leeftijd. Het bedrag wordt geïndexeerd. De bedragen
hieronder zijn deze na de aanpassing van 1 februari 2012. De werkgever betaalt een beperkte
RSZ bijdrage. Deze bijdrage is afhankelijk van het statuut (arbeider – bediende) van de
jongere.
Leeftijd
%
Vergoeding in EUR
15 jaar
64%
480,60
16 jaar
70%
525,70
17 jaar
76%
570,70
18 jaar
82%
615,80
19 jaar
88%
660,90
20 jaar
94%
705,90
21 jaar en ouder
100%
751,00
Wat kost een jongere met een werknemersleercontract maandelijks aan een werkgever 4?
Voorbeeld 1: een jongere van 16 jaar
Voorbeeld 2: een jongere van 19 jaar
leervergoeding
basisbedrag voor de berekening van de
socialezekerheidsbijdragen
socialezekerheidsbijdragen (na verrekening van de
vermindering is een
werkgever voor een leerling nog de volgende bijdragen
verschuldigd):
jaarlijkse vakantie (kwartaalbijdrage) aan 6%
bijkomende bijdrage werkloosheid (1,60%)
betaald educatief verlof (0,06%)
fonds voor sluiting van ondernemingen (basisbijdrage à
0,10%)
fonds voor sluiting van ondernemingen (basisbijdrage à
0,15%)
kinderopvang (0,05%)
tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen (0,10%)
asbestfonds (0,01%)
Totale kostprijs per maand
stagebonus (€ 500/12)
Begeleidingspremie sector (€ 1300/12)
Esf-premie (max. 20u per week)
Totaal van de voordelen
De totale kostprijs komt op
Vb 1
Vb 2
525,70 €
660,90 €
525,70 €
713,77 €
9,78 €
8,41 €
0,53 €
0,26 €
0,53 €
0,05 €
535,48 €
41,67 €
108,34 €
100,00 €
250,01 €
285,47 €
57,60 €
42,83 €
11,42 €
0,43 €
0,71 €
1,07 €
0,36 €
0,71 €
0,07 €
771,37 €
108,34 €
108,34 €
663,03 €
(*) voor de jaarlijkse vakantie is de werkgever in de loop van de maand april nog een jaarlijkse
eenmalige bijdrage verschuldigd van 10,27%, te berekenen op het loon/de leervergoeding van de
werknemer/leerling van het ganse voorgaand kalenderjaar
4
Cijfers op datum van 1 december 2012
FINANCIËLE VOORDELEN VOOR DE WERKGEVER
Vermindering van socialezekerheidsbijdragen
Voor de socialezekerheidsbijdragen die een werkgever op de vergoeding van een jongere
moet betalen geldt een absoluut gunstregime (minimumtarief), met een licht verschil
naargelang de jongere onvolledig of volledig onderworpen is aan de sociale zekerheid.
a) periode van onvolledige onderwerping
Jongeren zijn slechts aan een paar socialezekerheidstakken onderworpen tot en met 31
december van het jaar waarin ze 18 jaar worden. Op de socialezekerheidsbijdragen voor de
werkgever is de bijdragevermindering voor “zeer jonge werknemers” van toepassing, op
voorwaarde dat de werkgever in orde is met de startbaanwetgeving. Het volstaat de
tewerkstelling van jongeren met de gepaste codes aan te geven aan de RSZ.
Na verrekening van de vermindering is een werkgever voor een jongere nog de volgende
bijdragen verschuldigd:
- jaarlijkse vakantie (enkel voor arbeiders)
- bijkomende bijdrage werkloosheid van 1,60% (enkel indien de werkgever op 30 juni
van het voorgaand jaar minstens 10 werknemers in dienst had)
- fonds van sluiting van ondernemingen
- kinderopvang
- tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen
- asbestfonds
b) periode van volledige onderwerping
Vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar worden, zijn jongeren onderworpen aan alle
socialezekerheidstakken. De situatie inzake onderwerping staat los van de periode van
uitvoering van de leerovereenkomst. Is de leerovereenkomst gestart voor 1 januari van het
jaar waarin de jongere 19 jaar wordt, dan verandert de jongere in de loop van zijn
leerovereenkomst van socialezekerheidsstatuut.
Op de verschuldigde werkgeversbijdragen zijn de volgende kortingen van toepassing:
- de bijdragevermindering “laaggeschoolde of erg laag geschoolde startbaners” met
basisbedrag 1000/400 euro, op voorwaarde dat:
a) de werkgever in orde is met de startbaanwetgeving
b) de leerovereenkomst de hoedanigheid van een startbaanovereenkomst heeft
(startbaankaart)
c) de betrokken jongere “laaggeschoold” is (geen diploma secundair onderwijs)
of “erg laag geschoold” is (hoogstens een getuigschrift van de 2de graad van
het secundair onderwijs; laaggeschoolde startbaners van buitenlandse
afkomst of laaggeschoolde gehandicapte startbaners worden hiermee
gelijkgesteld
Het verminderingsbedrag van max. 1000 euro geldt gedurende 2 jaar voor
laaggeschoolde jongeren en gedurende 4 jaar voor erg laag geschoolde jongeren.
Na afloop van deze periode wordt het verminderingsbedrag max. 400 euro per
kwartaal. Het recht op deze vermindering houdt op op de laatste dag van het
kwartaal waarin de jongere 26 jaar wordt.
-
de bijdragevermindering “jonge werknemers met een laag loon” met basisbedrag 300
euro op voorwaarde dat:
a) de werkgever in orde is met de startbaanwetgeving
b) het totaalbedrag van de reële leervergoedingen die gedurende het kwartaal
betaald worden, lager is dan 5.870,71 euro (de zogenaamde lageloongrens)
Vanaf 21 jaar neemt het verminderingsbedrag af met 30 euro per leeftijdsjaar. Het
recht op deze vermindering houdt op van zodra de leervergoeding of het loon
van de jongere op kwartaalbasis gelijk of groter wordt dan 5.870,71 euro en ten
laatste op de laatste dag van het kwartaal voor het kwartaal waarin de jongere 30
jaar wordt.
Na verrekening van deze kortingen is een werkgever voor een jongere nog de volgende
bijdragen verschuldigd:
- jaarlijkse vakantie (enkel voor arbeiders)
- bijkomende bijdrage “werkloosheid” van 1,69% (inclusief loonmatiging; deze
bijdrage is enkel verschuldigd indien de werkgever op 30 juni van het voorgaande
jaar minstens 10 werknemers in dienst had)
- betaald educatief verlof (inclusief loonmatiging)
- fonds voor sluiting van ondernemingen (basisbijdrage inclusief loonmatiging)
- fonds voor sluiting van ondernemingen (bijzondere bijdrage inclusief loonmatiging)
- kinderopvang
- tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen
- asbestfonds
Opmerking: het recht op de bijdragevermindering “laaggeschoolde of erg laag geschoolde
startbaners” duurt voort zolang de jongere (onafgebroken) in dienst blijft bij de werkgever.
Indien een jongere na afloop van zijn leerovereenkomst in dienst mag blijven in het kader
van een arbeidsovereenkomst dan blijft het recht op die doelgroepvermindering gelden.
Stagebonus
Werkgevers die deeltijds leerplichtige jongeren in dienst nemen met een leerovereenkomst,
hebben recht op een jaarlijkse forfaitaire premie van 500 euro in het eerste en tweede jaar van
de leerovereenkomst en 750 euro in het derde jaar (gesteld dat de leerovereenkomst zo lang
duurt).
Bovenop die premie geldt nog een fiscaal voordeel: de belastbare winsten en baten van de
werkgever worden vrijgesteld naar rato van 20% van de leervergoedingen die hij normaliter
als beroepskosten mag inbrengen.
Meer informatie over de stagebonus vindt u op www.rva.be.
De betrokken jongeren krijgen een zelfde premie, startbonus genaamd.
Premies van de bevoegde Gemeenschap of het bevoegd Gewest
Onder bepaalde voorwaarden krijgen werkgevers die jongeren met een leerovereenkomst in
dienst nemen premies van de Vlaamse Gemeenschap of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Meer informatie kan je bekomen bij de bevoegde instanties:
- Wat de Vlaamse Gemeenschap betreft kan je terecht bij de Dienst Beroepsopleiding
van het departement Onderwijs (www.ond.vlaanderen.be/dbo)
- Wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft kan je terecht bij Actiris (vroegere
BGDA)
Premies van de sector
Aanvragen begeleidingspremie
Verschillende fondsen behorend tot PC 330 moedigen de deeltijdse tewerkstelling van
jongeren in de sector aan.
Volgende Sociale Fondsen betalen aan de werkgever een begeleidingspremie van € 1300:
- de Privé-Ziekenhuizen,
- de privé-rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen.
De premie omvat € 1000 begeleidingspremie en een forfait van € 300 voor de
vervoersonkosten. De werkgever gaat een verbintenis aan om de reële onkosten woon –
werkverkeer volgens de geldende wet te vergoeden aan de jongere.
Aanvragen Sociale Maribel
Het Fonds Sociale Maribel – Kamer ROB-RVT voorziet voor iedere jongere die zijn WLO
positief beëindigt, een sociale maribel financiering voor de duur van 1 jaar. Het fonds neemt
de volledige loonkost op zich (met een loonplafond van € 34 325 per jaar). U kan het
formulier om deze financiering te bekomen, aanvragen bij het Fonds.
Om zeker te zijn dat u aan alle voorwaarden voldoet en voor bijkomende informatie, kan u
terecht op www.fe-bi.org.
DE SOCIALE WETGEVING
Het ABC van het werknemers leercontract
Bedrijfsvoorheffing
Bedrijfsvoorheffing wordt pas afgehouden vanaf een maandbedrag van € 540.
De standaardvergoeding (leeftijdspercentage toegepast op de helft van het GGMMI) voor 16
tot 18-jarigen ligt hieronder. In standaardsituaties wordt dus enkel bedrijfsvoorheffing
afgehouden bij leerlingen vanaf 18 jaar.
De situatie is wel gunstiger indien de leerling bijvoorbeeld gezinslast heeft.
Belastingen
Inkomsten uit arbeid (of daarmee gelijkgesteld) moeten altijd aan de fiscus gemeld worden
met een aangifte op naam van de jongere.
De jongere moet zelf belastingen betalen van zodra zijn netto belastbaar jaarinkomen hoger
is dan € 6.990 (= de zogenaamde belastingvrije som).
Berekening maandelijkse leervergoeding
De maandelijkse leervergoeding wordt betaald op basis van de uitvoering van de
leerovereenkomst, die een voltijdse overeenkomst is, bestaande uit een luik
"praktijkopleiding" in de instelling en een luik "theorie" op school (CDO meestal).
Als algemeen principe geldt dat een loon of vergoeding slechts verschuldigd is in de mate
dat de overeenkomst werd uitgevoerd, uitgezonderd in bijzondere situaties waarin het
zogenaamd "gewaarborgd loon" geldt of bij de zogenaamde toegestane afwezigheden met
behoud van loon.
Als een leerovereenkomst pas op de 15de van de maand begint, is de leervergoeding slechts
verschuldigd vanaf die datum en voor de resterende dagen van die maand waarop de
leerovereenkomst werd uitgevoerd (rekening houdend met toegestane afwezigheden en
periodes van gewaarborgd loon). De lesdagen op school tellen mee als "gepresteerde dagen"
voor de berekening van het verschuldigd bedrag. Grosso modo komt het erop neer dat voor
die maand de helft van het normaal maandbedrag betaald wordt (maar dit varieert
naargelang het aantal gepresteerde werkdagen).
Eindejaarspremie
Jongeren met een werknemersleercontract of gewoon deeltijds arbeidscontract hebben geen
recht op een eindejaarspremie tenzij anders bepaald in de cao van het betreffende paritair
comité.
Volgens de cao eindejaarspremie voor de rust- en verzorgingstehuizen (cao 16/10/2003 reg.
69017) hebben de jongeren er GEEN recht op.
ESF-premie
De werkgever krijgt maximum €1,25/jongere/reëel gepresteerd uur werkervaring en dit
voor jongeren die minimum 160u effectief werkervaring gepresteerd hebben en dit met een
maximum van 968u werkervaring. Deze uren dienen gepresteerd te worden tussen 1
september tot 31 augustus. Voor de nodige formulieren kan u terecht bij het CDO.
Extra arbeidsprestaties tijdens de vakanties (NIET AFDWINGBAAR)
Een jongere met een deeltijdse arbeidsovereenkomst kan niet verplicht worden om tijdens de
vakanties extra arbeidsprestaties te leveren. Indien jongere en werkgever overeenkomen mag
de jongere wel extra arbeidsprestaties leveren. Het spreekt vanzelf dat deze extra
arbeidsprestaties dienen vergoed te worden volgens de normaal geldende barema’s. Ook
moet dit alles contractueel worden vastgelegd.
Voor een jongere met een werknemersleercontract geldt het volgende. Wanneer er geen
alternering is tussen de praktische opleiding in de onderneming en de aanvullende
theoretische vorming in het centrum voor deeltijds onderwijs (bv. tijdens schoolvakanties)
kan de jongere, mits wederzijds akkoord, voltijds werken. Het leeftijdspercentage van de
leervergoeding verhoogt niet, maar wordt berekend op het reële percentage van een voltijds
contract dat gepresteerd wordt in plaats van op 50% van het GGMMI, ongeacht het aantal
uren. (Zie http://www.juridat.be/cgi_loi/loi_N.pl?cn=1998081939 )
Kinderbijslag
Algemeen principe: de ouders van een leerling in het leerlingstelsel voor werknemersberoepen blijven voor hem verder kinderbijslag ontvangen. Eventueel heeft een leerling
recht op kinderbijslag voor zijn eigen kinderen.
MAAR:
de kinderbijslag wordt onvoorwaardelijk toegekend tot 31 augustus van het jaar waarin de
leerling 18 jaar wordt;
na deze datum wordt de kinderbijslag voor een leerling enkel toegekend indien zijn maandelijks inkomen niet hoger ligt dan 520,08 euro(5).
Pensioen
De leerling heeft geen recht op pensioen voor de periode waarin hij in dienst was op basis
van een leerovereenkomst.
Premie voor onregelmatige prestaties
Het is voor de werkgever mogelijk om aan een jongere tewerkgesteld met een werknemersleercontract een premie voor onregelmatige prestaties toe te kennen. Het al of niet toekennen
van deze premie valt onder de bevoegdheid van de organisatie zelf. De afspraken met
betrekking tot dergelijke premies worden vastgelegd in een CAO. Indien er geen
verplichting is vastgelegd rond deze premie, kan een werkgever op vrijwillige basis
overgaan tot de betaling van zo een premie. Let wel deze premie is onderworpen aan RSZ en
bedrijfsvoorheffing.
(5)
Dit bedrag volgt de spilindex; voor elke toekomstige indexering, zie website van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor werknemers: http://www.rkw.be/Nl/Documentation/Amount/_pages/amountAllowance_0104.php
Vakantie
Betaald verlof
Jongeren die werken met een werknemersleercontract of gewoon deeltijds arbeidscontract
hebben recht op betaald verlof. Deze jongeren hebben GEEN recht op jeugdvakantie.
Voor deze jongere geldt dezelfde wettelijke vakantieregeling als voor een deeltijdse
werknemer (arbeider of bediende).
Het aantal betaalde vakantiedagen hangt af van het aantal dagen dat de jongere in het vorige
jaar werkte. Voor de betaalde vakantiedagen wordt ook vakantiegeld uitbetaald. Bij een
bediende gebeurt de betaling door de werkgever. Bij een arbeider door de Rijksdienst voor
Jaarlijkse vakantie of door een vakantiekas.
Een jongere die dit jaar start met een werknemersleercontract of gewoon deeltijds
arbeidscontract heeft noch recht op betaald verlof noch op vakantiegeld.
Een jongere die in vorig jaar startte met een werknemersleercontract of gewoon deeltijds
arbeidscontract heeft dit jaar wel recht op betaald verlof en vakantiegeld. Het aantal dagen
verlof en het bedrag van het vakantiegeld wordt bepaald door het aantal gewerkte dagen
vorig jaar.
Onbetaald verlof
Bovenop het recht op betaald verlof kan de jongere tijdens de maand juli en augustus
onbetaald verlof nemen. Na overleg met de patroon kan de leerovereenkomst vanaf 1 juli tot
en met 31 augustus voor max. 31 opeenvolgende dagen geschorst worden. De patroon kan
dit niet weigeren. Gedurende deze periode krijgt de jongere geen leervergoeding en ook
geen vakantiegeld.
Werkloosheid
Tijdens de duur van de leerovereenkomst worden in principe geen uitkeringen toegestaan.
Op het einde van zijn contract heeft de jongere onmiddellijk recht op overbruggings- of
wachtuitkeringen, naargelang hij nog onderworpen is aan de leerplicht of niet. Indien de
leerling gezinshoofd is, kan hij eventueel gewone werkloosheidsuitkeringen krijgen,
afhankelijk van de inkomsten van zijn partner.
Onder bepaalde voorwaarden heeft een leerling recht op uitkeringen in geval van voortijdige
beëindiging van zijn leerovereenkomst of bij schorsing wegens tijdelijke werkloosheid:
1. De leerling is minderjarig op het ogenblik van de aanvraag van de uitkeringen:
indien de leerovereenkomst geschorst wordt in geval van tijdelijke (technische of
economische) werkloosheid, dan heeft de leerling recht op overbruggingsuitkeringen op
voorwaarde dat hij reeds 6 maanden leertijd doorlopen heeft;
indien de leerovereenkomst na minimum zes maand leertijd verbroken wordt ten gevolge
van omstandigheden onafhankelijk van de wil van de leerling, heeft de leerling recht op
overbruggingsuitkeringen zonder verdere wachttijd;
indien de leerovereenkomst verbroken wordt ten gevolge van omstandigheden
onafhankelijk van de wil van de leerling, vooraleer hij zes maand leertijd heeft doorlopen,
dan moet de leerling een totale wachttijd van 155 dagen doorlopen hebben vooraleer hij
aanspraak kan maken op uitkeringen; voor het vervullen van deze wachttijd worden de
dagen onder leerovereenkomst (lesdagen op school + opleidingsdagen in de onderneming +
zaterdagen) gelijkgesteld met werkdagen;
2. De leerling is meerderjarig (18 jaar of ouder (maar minder dan 26 jaar)) op het
ogenblik van de aanvraag van de uitkeringen:
indien de leerovereenkomst geschorst wordt wegens tijdelijke werkloosheid, dan heeft de
leerling recht op werkloosheidsuitkeringen zonder wachttijd;
indien de leerovereenkomst na minimum 233 dagen leertijd verbroken wordt ten gevolge
van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, dan heeft de leerling recht op
wachtuitkeringen zonder wachttijd;
indien de leerovereenkomst verbroken wordt ten gevolge van omstandigheden
onafhankelijk van zijn wil, vooraleer 233 dagen leertijd werden doorlopen, zal de leerling de
resterende wachttijd moeten doorlopen totdat deze 233 dagen bedraagt, alvorens uitkeringen
te kunnen genieten; voor het vervullen van deze wachttijd worden de dagen onder
leerovereenkomst (lesdagen op school + opleidingsdagen in de onderneming + zaterdagen)
gelijkgesteld met werkdagen.
Ziekte
Als een jongere met een leerovereenkomst ziek is, gelden voor zijn leervergoeding dezelfde
spelregels inzake loonwaarborg als diegene die van toepassing zijn op het loon van de
werknemer die het beroep uitoefent dat de jongere aanleert. De werkgever moet de jongere,
van zodra de proeftijd voorbij is, bij ziekte gedurende een bepaalde tijd verder betalen.
De hierboven beschreven loonwaarborg is deze voorzien in de arbeidsovereenkomstenwet.
Op basis van CAO's (in sector of onderneming/instelling) kunnen gunstigere regimes
gelden.
Z.I.V.-uitkeringen
Bij primaire ongeschiktheid ontvangt de leerling een vervangingsinkomen dat gelijk is aan
de overbruggingsuitkeringen (RVA). Indien de ongeschiktheid langer duurt dan één jaar,
krijgt de leerling een invaliditeitsuitkering, berekend op een referteloon dat wordt
vastgesteld door het beheerscomité van het RIZIV (= loon van een werknemer van categorie
I van het Aanvullend Nationaal Paritair comité voor de Bedienden, rekening houdend met
de leeftijd van de leerling bij het begin van zijn ongeschiktheid).
TIPS VOOR EEN GESLAAGDE WERKERVARING
Het onthaal van de jongere
- Breng alle collega's vooraf op de hoogte van de komst van de jongere
- Besteed voldoende aandacht aan het onthaal
- Geef de jongere de ruimte om je organisatie te leren kennen
- Inwerking kost tijd, gun de jongere die ook
- Jongeren zijn in opleiding, voorzie een goede begeleiding en duid een geschikte mentor
aan die altijd aanspreekbaar is
Samenwerken met het CDO
- Bespreek vooraf het opleidingsprogramma en spreek af wie welke taken op zich neemt
- Overleg en evalueer regelmatig met het CDO en de jongere
Samenwerken met de jongere
- Spreek de jonge werknemer aan zoals anderen en betuttel hem niet
- De jongere komt om iets te leren. Stel daarom realistische verwachtingen omtrent
werkprestaties
- De jonge werknemer moet een vak leren, maar ook arbeidsattitudes. Begeleid hem
daarbij en geef feedback
- Als u meerdere jongeren in dienst hebt, zorgt een goede spreiding van de jongeren voor
meer leermogelijkheden
- Motiveer en stimuleer de jongere regelmatig; een schouderklopje kan wonderen doen
-
Durf leerrijke extra’s aan te bieden waar mogelijk
MEER INFORMATIE?
VIVO vzw
Bart van Opstal of Veerle Noerens
Sainctelettesquare 13-15
1000 Brussel
Tel: 02-250 37 77
[email protected]
[email protected]
Redactie en eindredactie:
Bart van Opstal en Veerle Noerens
Cartoons:
Tom Gallin
Verantwoordelijke uitgever:
VIVO vzw, Sainctelettesquare 13-15, 1000 Brussel
www.vivosocialprofit.org
December 2014
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt
door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor een vlotte leesbaarheid kozen wij ervoor om bij onderwerpen die zowel mannelijk als
vrouwelijk kunnen zijn systematisch de mannelijke vorm te gebruiken. Hiermee doelen we
echter zowel op de mogelijke mannelijke en vrouwelijke subjecten.