VERSIE DECEMBER 2014 INHOUD Voorwoord 3 De Jongere uit het deeltijds onderwijs 4 De aanvraag tot erkenning als patroon 6 De leerovereenkomst 7 Het leerreglement 8 + bijlage bij het leerreglement: formulier leerovereenkomst 15 Het kostenplaatje 20 Financiële voordelen voor de werkgever 21 De sociale wetgeving 24 Tips voor een geslaagde werkervaring 28 VOORWOORD Beste lezer In deze brochure vindt u meer informatie over de Werknemers Leerovereenkomst (WLO) in: - privé-ouderenzorg - privé-ziekenhuizen De WLO geeft jongeren uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs de mogelijkheid om een opleiding in een centrum voor deeltijds onderwijs te combineren met een deeltijdse job. De jongere leert op de werkvloer gedurende 3 dagen per week de praktische kennis van de job. De overige 2 dagen worden in een centrum voor deeltijds onderwijs de theoretische kennis en algemene vorming aangepakt. Volgende functies komen in aanmerking: - Administratief medewerker (24 maanden) - Keukenmedewerker (12 maanden) - Grootkeukenmedewerker (12 maanden) - Hovenier (24 maanden) - Logistieke helper in de zorginstellingen (enkel voor ROB-RVT) (12 maanden) - Logistiek assistent in de ziekenhuizen (12 maanden) - Verzorgende/zorgkundige (30 of 42 maanden1) - Magazijnmedewerker (12 maanden) - Onderhoudswerker gebouwen (24 maanden) Werkt u graag mee aan de opleiding van deze jongere(n)? Laat u dan vandaag nog erkennen als patroon. U kan het formulier op www.vivosocialprofit.org (bij Deeltijds Leren en Werken) elektronisch invullen. 1 30 maanden indien de jongere een kwalificatie van logistiek assistent of logistiek helper behaalde DE JONGERE UIT HET DEELTIJDS ONDERWIJS De jongere is: - ingeschreven in een centrum voor deeltijds onderwijs - deeltijds leerplichtig (15 tot 18 jaar) - ingeschreven als werkzoekende bij de VDAB of BGDA (tussen 18 en 25 jaar) De jongere volgt een opleiding: - administratief medewerker - keukenmedewerker - grootkeukenmedewerker - hovenier - logistiek assistent in de ziekenhuizen - logistieke helper in de zorginstellingen - verzorgende/zorgkundige - magazijnmedewerker - onderhoudswerker gebouwen U vindt voor elke functie op www.vivosocialprofit.org onder “deeltijds leren deeltijds werken” bij PC330: Ouderenzorg OF PC330: Privé-ziekenhuizen een opleidingsprogramma. Het opleidingsprogramma wordt overlopen door de jongere, de tewerkstellingsbegeleider van het centrum deeltijds onderwijs en de patroon of opleidingsverantwoordelijke in uw organisatie. Het opleidingsprogramma wordt ook opgenomen in het opleidingsboekje van de jongere. Het opleidingsprogramma beschrijft de competenties die de jongere tijdens de duur van zijn opleiding dient te verwerven. Op vraag van het paritair leercomité of het Europees Sociaal Fonds deelt u steeds alle inlichtingen mee betreffende de opleiding van de jongere. Voor het einde van de leerovereenkomst organiseert de patroon een eindproef om de technische kennis van de leerling te testen, in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de opleidingsinstelling. Binnen de 7 dagen na de eindproef sturen de school en de patroon per leerling een gezamenlijk eindrapport naar VIVO vzw, die het op zijn beurt bezorgt aan het paritair leercomité. Op basis van dit eindrapport krijgt de jongere een getuigschrift van het leercomité, overeenkomstig artikel 51 van de wet op het leerlingenwezen2. Op gemotiveerde, gezamenlijke aanvraag van patroon, jongere en de meewerkende opleidingsinstelling kan het paritair leercomité toestaan dat een vervroegde eindproef wordt ingericht. Wanneer eindigt de leerovereenkomst? - de duur van de overeenkomst is verstreken - door overmacht wordt het onmogelijk de overeenkomst uit te voeren - door de wil van één der partijen, tijdens de proeftijd of ingeval een dringende reden tot beëindiging bestaat 2 De wet van 19 juli 1983 op het leerlingenwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst - - 3 op verzoek van de jongere bij overname van de voorziening op verzoek van de patroon wanneer de jongere gedurende de proeftijd meer dan één maand arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval op verzoek van de patroon wanneer de overeenkomst sinds meer dan 6 maanden geschorst is wegens ziekte of ongeval de patroon leeft zijn verplichtingen niet na door de patroon of de jongere, indien hij ernstige twijfels heeft over de haalbaarheid van de opleiding en met andere woorden sterke argumenten heeft om te besluiten dat het geen zin heeft de opleiding en dus de uitvoering van de leerovereenkomst verder te zetten. (art. 37 bis van de wet3) bij overlijden van de jongere De wet van 19 juli 1983 op het leerlingenwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst DE AANVRAAG TOT ERKENNING ALS PATROON Vooraleer een jongere uit het deeltijds onderwijs aan de slag gaat in uw organisatie, vult u een aanvraag tot erkenning als patroon in. Een erkenningsaanvraag is een overeenkomst tussen het paritair leercomité (PLC) en de werkgever. U vult de erkenningsaanvraag, die u vindt op www.vivosocialprofit.org volledig in en laat alle betrokkenen (uzelf, opleidingsverantwoordelijke(n), eventuele instructeur(s)) ondertekenen. Ook het akkoord van het sociaal overlegorgaan in uw organisatie moet blijken uit een (uittreksel van het) verslag dat u bijvoegt. Hebt u geen sociaal overlegorgaan, dan verzamelt u de handtekeningen van de helft + 1 van uw personeel. U stuurt het geheel op per post naar volgend adres of scant het in en mailt het naar [email protected] : VIVO vzw Tav Bart van Opstal Sainctelettesquare 13-15 1000 Brussel De medewerkers van VIVO nemen uw aanvraag door en brengen per mail de leden van het Paritair leercomité op de hoogte. Binnen de 10 werkdagen krijgt u antwoord over uw al dan niet erkenning. Bij een positief advies kan u een jongere uit het deeltijds onderwijs een leerovereenkomst aanbieden. Een erkenningsaanvraag met een negatief advies of waarrond twijfel of onduidelijkheid bestaat wordt op de eerstvolgende vergadering van het PLC voorgelegd. DE LEEROVEREENKOMST De leerovereenkomst is een contract tussen een erkende patroon en een jongere. Het is een leertraject van bepaalde duur waarbij de patroon de verbintenis aangaat de jongere een opleiding aan te bieden. De leerovereenkomst wordt elektronisch ingevuld via de site. Binnen de 3 werkdagen na opstart bezorgt u een ondertekende kopie aan VIVO vzw. Elke leerovereenkomst bevat een alterneringsschema. Dit is het uurrooster waarop aangegeven wordt wanneer de jongere aanwezig is in de organisatie of in het centrum deeltijds onderwijs. Eén van volgende alterneringsschema’s tussen de praktische opleiding en de theoretische opleiding is mogelijk: - drie dagen per week in de organisatie en 2 dagen per week in het centrum deeltijds onderwijs - vier dagen per week in de organisatie en 1 dag per week in het centrum deeltijds onderwijs - 1 week in de organisatie en 1 week in het centrum deeltijds onderwijs Andere alterneringsschema’s dienen goedgekeurd te worden door het paritair leercomité. Een jongere jonger dan 16 jaar werkt tussen 8u ’s morgens en 20u ’s avonds. Een jongere ouder dan 16 jaar mag werken tussen 6u ’s morgens en 22u ’s avonds. De werkgever staat een halfuur rust toe na 4,5u ononderbroken werken. Jongeren met een WLO werken ongeacht hun leeftijd nooit op zondag. De jongere met een WLO volgt de regels inzake arbeidsduur van de arbeidswet zoals die van toepassing is op hun leeftijdsgenoten die met een arbeidsovereenkomst zijn tewerkgesteld. HET LEERREGLEMENT Art. 1: Toepassingsgebied §1. Dit leerreglement is van toepassing in de ondernemingen die tot het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten behoren en die leerlingen (willen) opleiden in toepassing van het leerlingstelsel voor werknemersberoepen, voorzien bij de wet van 19 juli 1983. §2. Voor de toepassing van dit leerreglement wordt verstaan onder: 1° de wet: de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst; 2° het koninklijk besluit van 5 juli 1998: het koninklijk besluit van 5 juli 1998 tot bepaling van de nadere voorwaarden en de modaliteiten inzake de erkenning en de intrekking van de erkenning als patroon en opleidingsverantwoordelijke in het kader van het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst; 3° het leercomité: het Paritair leercomité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten; 4° de patroon: de verantwoordelijke van een in § 1 bedoelde onderneming die overeenkomstig artikel 43 van de wet als patroon erkend werd of erkend wil worden door het leercomité; 5° leerovereenkomst: een leerovereenkomst, gesloten in toepassing van de wet tussen een erkende patroon en een leerling. Art. 2 : Dagelijks beheer en opvolging van het leerlingstelsel Wat de toepassing van het leerlingstelsel betreft in de in artikel 1, §1, bedoelde ondernemingen die samenwerken met de opleidingsinstellingen, gesubsidieerd en ingericht door de Vlaamse Gemeenschap, wordt de vzw Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de Social profit, Handelskaai 48 te 1000 Brussel, belast met de concrete opvolging en het dagelijks beheer van het stelsel, alsook met de uitvoering van de beslissingen van het leercomité. Wat de toepassing van het leerlingstelsel betreft in de in artikel 1, §1, bedoelde ondernemingen die samenwerken met de opleidingsinstellingen, gesubsidieerd en ingericht door de Franse of Duitstalige Gemeenschap, wordt de vzw Vereniging van Federale en Bicommunautaire Sociale Fondsen, Handelskaai 48 te 1000 Brussel belast met de administratieve opvolging en beheer van het stelsel, alsook met de uitvoering van de beslissingen van het leercomité. Art. 3: Beroepen §1. In de in artikel 1, §1, bedoelde ondernemingen kunnen leerovereenkomsten gesloten worden voor volgende beroepen: 1. administratief medewerker; 2. keukenmedewerker; 3. grootkeukenmedewerker; 4. logistiek helper in de zorginstellingen (enkel voor ROB-RVT); 5. logistiek assistent in de ziekenhuizen (enkel voor privé-ziekenhuizen) 6. hovenier 7. verzorgende/zorgkundige 8. magazijnmedewerker 9. onderhoudswerker gebouwen (enkel voor ROB-RVT en ziekenhuizen met een eigen onderhouds- of technische dienst). §2. De in §1 vermelde lijst van beroepen kan aangevuld worden met andere beroepen, - hetzij op verzoek van een patroon, die daartoe een gemotiveerde aanvraag aan het leercomité richt; - hetzij op initiatief van het leercomité. Art. 4: Doelgroep Overeenkomstig artikel 4, §1, van de wet kunnen in beginsel enkel leerovereenkomsten gesloten worden met minderjarigen die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht, d.w.z jongeren tussen 15/16 en 18 jaar in de periode van deeltijdse leerplicht. In toepassing van artikel 4, §2, tweede lid, van de wet mogen ook leerovereenkomsten gesloten worden met meerderjarigen, op voorwaarde dat zij niet ouder zijn dan 25 jaar. Art. 5: Duur van de leertijd De duur van de leertijd voor de in artikel 3 vermelde beroepen wordt vastgesteld als volgt: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. administratief medewerker: 24 maanden keukenmedewerker: 12 maanden grootkeukenmedewerker: 12 maanden logistieke hulp in de zorginstellingen (enkel voor ROB-RVT): 12 maanden logistiek assistent in de ziekenhuizen (enkel voor Privé-ziekenhuizen): 12 maanden hovenier: 24 maanden zorgkundige: a. 42 maanden voor leerlingen die de aanvullende theoretische opleiding volgen in een opleidingsinstelling, ingericht of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Duitstalige Gemeenschap b. 36 maanden voor leerlingen die de aanvullende theoretische opleiding volgen in een opleidingsinstelling, ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap 8. magazijnmedewerker: 12 maanden 9. onderhoudswerker gebouwen: 24 maanden Als de leerling reeds over de competenties van "logistiek helper in de zorginstellingen" of “logistiek assistent in de ziekenhuizen” beschikt, wordt de duur van de leertijd voor "verzorgende/zorgkundige" herleid tot 30 maanden. In voorkomend geval dient bij de leerovereenkomst een kopie gevoegd te worden van het attest “logistiek helper in de zorginstellingen” of “ logistiek assistent in de ziekenhuizen” uitgereikt door het paritair leercomité. Op gemotiveerde aanvraag van de werkgever en de school of op basis van het reeds afgelegde opleidingstraject van de jongere, kan vooraf de duur van de opleiding individueel aangepast worden. Hiervoor wordt een duidelijke motivatie ingediend bij het paritair leercomité, dat de duur bepaalt. Wanneer een leerling slaagt in een vervroegde eindproef, ingericht overeenkomstig artikel 11, eindigt de leerovereenkomst op de datum van die eindproef. In artikel 1 van de leerovereenkomst moet de oorspronkelijke voorziene einddatum aangepast worden, hetgeen door de betrokken partijen geparafeerd moet worden. Art. 6: Aantal leerlingen §1. Het aantal leerlingen dat tegelijkertijd door een patroon kan opgeleid worden is beperkt tot maximum 10% van het aantal werknemers dat aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid werd aangegeven voor het kwartaal dat voorafgaat aan het tijdstip waarop de patroon zijn aanvraag tot erkenning heeft ingediend overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 5 juli 1998. §2. Voor elke leerling duidt de patroon een opleidingsverantwoordelijke of instructeur aan om diens opleiding te behartigen. Elk van zo'n opleidingsverantwoordelijke of instructeur kan maximum 3 leerlingen tegelijkertijd opleiden. Indien de opgegeven opleidingsverantwoordelijke of instructeur wijzigt wordt dit binnen het lopende trimester schriftelijk meegedeeld aan het paritair leercomité. Ook dient dit aangepast te worden in de lopende leerovereenkomsten. Art. 7: Leervergoeding De leerling ontvangt van de patroon een maandelijkse leervergoeding waarvan het bedrag overeenstemt met een percentage van de helft van het nationaal gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals bepaald voor de werknemers van 21 jaar bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Dit percentage evolueert met de leeftijd van de leerling volgens onderstaand schema: Leeftijd van de leerling Percentage 15 jaar 64% 16 jaar 70 % 17 jaar 76 % 18 jaar 82 % 19 jaar 88 % 20 jaar 94 % 21 jaar en ouder 100 % Art. 8: Meewerkende opleidingsinstellingen Voor het verstrekken van de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming komen de volgende opleidingsinstellingen in aanmerking: - de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de bevoegde Gemeenschap, met name de door de Vlaamse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Centra voor Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs, de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde "Centres d’Education et de Formation en Alternance" en de door de Duitstalige Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde "Teilzeitunterrichtszentern"; - de door de Vlaamse Gemeenschap erkende centra voor deeltijdse vorming; - de door de bevoegde Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde instellingen die onderwijs voor sociale promotie verstrekken; - elke andere instelling die of elk ander type van instelling dat op voorstel van de sector door het leercomité aanvaard wordt. Art. 9: Alterneringsschema’s §1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: - "luik 1": - "luik 2": de praktische opleiding in de onderneming; de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de meewerkende opleidingsinstelling. In onderlinge afspraak tussen patroon, leerling en meewerkende opleidingsinstelling, mag één van de volgende alterneringsschema’s toegepast worden: - alternering 3 dagen "luik 1" en 2 dagen "luik 2" binnen de werkweek; - alternering 4 dagen "luik 1" en 1 dag "luik 2" binnen de werkweek; - alternering week-week. De patroon kan aan het leercomité de toestemming vragen om een alterneringsschema toe te passen dat niet in het tweede lid wordt vermeld. Het gekozen alterneringsschema wordt vermeld in de leerovereenkomst. §2. Jongeren met een leerovereenkomst kunnen enkel worden tewerkgesteld in een uurrooster, waarbij een gedegen begeleiding gegarandeerd kan worden. Dit betekent dat de begeleidend opleidingsverantwoordelijke of de aangeduide instructeur aanwezig moet zijn. Indien hierdoor een variabel uurrooster voor de jongere noodzakelijk is, moet de bestaande regelgeving met betrekking tot variabele uurroosters gerespecteerd worden. §3. Gedurende de periodes dat er geen alternering is tussen “luik 1” en “luik 2”, zoals bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties, moet enkel “luik 1” van het in de leerovereenkomst vermeld alterneringsschema uitgevoerd worden. Bij wederzijds akkoord kunnen de bij de leerovereenkomst betrokken partijen echter besluiten tijdens zulke periodes de leerovereenkomst voltijds in de onderneming van de patroon uit te voeren. In dit geval zal de leervergoeding verhoudingsgewijs worden aangepast en pro rata temporis berekend worden. §4. In geen geval kunnen leercontracten op zon- en feestdagen worden uitgevoerd. Art. 10: Opleidingsprogramma §1. Het leercomité kan, in toepassing van artikel 50 van de wet van 19 juli 1983, verschillende modellen van opleidingsprogramma's vaststellen die overeenstemmen met een in artikel 3 van dit leerreglement vermeld beroep, rekening houdend met de onderwijsregelgeving in de verschillende Gemeenschappen, meer bepaald inzake beroeps- en kwalificatieprofielen. §2. De patroon kan voor elk beroep waarvoor hij overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 5 juli 1998 een erkenningsaanvraag indient, het overeenkomstig §1 door het leercomité vastgesteld model van opleidingsprogramma aanpassen en concretiseren met het oog op de toepassing in zijn eigen onderneming. In dit geval wordt de aangepaste versie van het opleidingsprogramma in bijlage gevoegd bij de erkenningsaanvraag. Overeenkomstig artikel 23 van de wet stelt de patroon voor elke leerling een individueel opleidingsprogramma op, op basis van het model van opleidingsprogramma dat al dan niet voor de onderneming aangepast en geconcretiseerd werd overeenkomstig het eerste lid van deze paragraaf. Art. 11: Evaluaties en proeven §1. Eindevaluatie De eindproef wordt georganiseerd door de patroon en de meewerkende opleidingsinstelling volgens de in §2 beschreven procedure en volgens de modaliteiten, door het leercomité vastgelegd. Op gemotiveerde, gezamenlijke aanvraag van de patroon, de leerling en de meewerkende opleidingsinstelling kan het leercomité, geval per geval, toestaan dat vervroegde proeven worden ingericht. Als de leerling niet de vereiste bekwaamheden verworven heeft op het einde van zijn leertijd, kan het leercomité toestaan dat zijn leerovereenkomst verlengd wordt, om hem de kans te geven zich in het beroep te vervolmaken, mits gemotiveerd advies van de patroon en de meewerkende opleidingsinstelling. §2. Procedure • Vóór het einde van de leerovereenkomst organiseert de patroon een eindproef om de technische kennis van de leerling te testen. Deze proef vindt plaats in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de opleidingsinstelling. • Binnen de 7 dagen na de eindproeven stuurt de opleidingsinstelling en de patroon per leerling een eindrapport naar het leercomité. • Het eindrapport moet de volgende gegevens bevatten: de evaluatie door de patroon: de patroon geeft een beoordeling van de leerling met betrekking tot de volgende punten: - de algemene kennis; - de sociale vaardigheden; - de theoretische kennis; - de praktische kennis. de evaluatie door de opleidingsinstelling: het eindrapport moet de belangrijkste resultaten van de proeven weergeven. de algemene eindbeoordeling die gezamenlijk door de patroon en de opleidingsinstelling wordt gegeven. • De eindbeoordeling berust bij het leercomité, dat zijn beslissing neemt op grond van het door de patroon ingestuurde eindrapport. Het CDO kan uitgenodigd worden door het paritair leercomité ter toelichting van het eindrapport. Art. 12: Getuigschrift Wanneer de leerling slaagt in de proef op het einde van de leertijd, reikt het leercomité hem/haar een getuigschrift uit overeenkomstig artikel 51 van de wet. Dit getuigschrift vermeldt het beroep waarvoor de opleiding werd gevolgd, de hoofdlijnen van het programma, de duur van de leertijd en de eindbeoordeling. Wanneer de leerling niet slaagt in de eindproef bij de patroon, komt hij niet in aanmerking voor een attest. Art. 13: Procedure bij geschillen Onverminderd de bepalingen van artikel 14 van de wet wordt elk geschil dat voortvloeit uit de uitvoering van de leerovereenkomst besproken in de ondernemingsraad of met de werknemersafvaardiging volgens hun respectieve bevoegdheden, om in overleg met de patroon, de eventuele opleidingsverantwoordelijke en de leerling een oplossing te zoeken voor het geschil. Als dit onmogelijk blijkt, wordt het geschil voorgelegd aan het paritair leercomité, dat binnen de 15 dagen via e-mail een uitspraak doet. Art. 14: Leerovereenkomst §1. De leerovereenkomst bevat alle vermeldingen zoals bepaald in artikel 7 van de wet en wordt schriftelijk opgemaakt overeenkomstig het model dat in bijlage bij dit leerreglement is gevoegd. §2. Van elke leerovereenkomst worden twee originelen opgemaakt: - een exemplaar is bestemd voor de patroon; een exemplaar is bestemd voor de leerling en zijn wettelijke vertegenwoordiger. Van elke leerovereenkomst wordt binnen de 3 werkdagen een kopie gestuurd naar: - het secretariaat van het leercomité; de ondernemingsraad of, bij ontstentenis hiervan, de werknemersafvaardiging; de meewerkende opleidingsinstelling. Art. 15: Onbetaalde vakantie Onverminderd de rechten van de leerling inzake jaarlijkse vakantie die voortvloeien uit de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, kan de leerovereenkomst op verzoek van de leerling en zonder dat de patroon dit kan weigeren, geschorst worden tijdens de maanden juli en augustus. De duur van deze schorsing bedraagt ten hoogste 31 aaneengesloten kalenderdagen. Bovendien mag deze schorsing ten vroegste aanvangen op 1 juli en kan zij ten laatste eindigen op 31 augustus. Voor deze schorsingsperiode kan de leerling van de patroon noch een leervergoeding noch vakantiegeld eisen. Art. 16: Aanvraag tot erkenning als patroon of als opleidingsverantwoordelijke - procedure Bij het indienen van een aanvraag tot erkenning als patroon of als opleidingsverantwoordelijke maakt de patroon gebruik van het modelformulier dat door het leercomité wordt vastgelegd. Een aanvraag tot erkenning als patroon kan pas ingediend worden wanneer minimum 10 werknemers met een arbeidscontract worden tewerkgesteld en minstens 60 % van hen het statuut van bediende hebben. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 juli 1998, moeten bij de aanvraag de volgende modaliteiten in acht genomen worden: - in voorkomend geval licht de patroon de ondernemingsraad in, of - bij ontstentenis hiervan - het comité voor preventie en bescherming op het werk of - bij ontstentenis hiervan - de werknemersafvaardiging omtrent zijn voornemen om een erkenningsaanvraag in te dienen. Bij ontstentenis van de drie voornoemde overlegorganen licht de patroon de personeelsleden in, waarvan de kennisneming bewezen wordt door de handtekeningen van de helft + 1 van de werknemers. - elke aanvraag tot erkenning wordt ingediend bij de voorzitter van het leercomité. Het leercomité kan, op grond van een evaluatie van de technische en pedagogische capaciteiten van de patroon of de opleidingsverantwoordelijke en van de technische vereisten van het beroep, individuele afwijkingen toestaan op de algemene voorwaarden inzake leeftijd en praktijkervaring waaraan de patroon of de opleidingsverantwoordelijke krachtens artikel 43 van de wet moet voldoen. Het leercomité spreekt zich enkel uit over volledige erkenningsaanvragen, bijlagen inbegrepen. (Het leercomité neemt zijn beslissing over elke volledige erkenningsaanvraag binnen de termijn van 10 werkdagen die volgen op de datum waarop het secretariaat de erkenningsaanvraag aan de leden van het leercomité overmaakt.) Overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 5 juli 1998 wordt de beslissing van het leercomité inzake de erkenning schriftelijk aan de betrokken patroon meegedeeld. Pas na deze schriftelijke betekening is de patroon gerechtigd leerovereenkomsten af te sluiten en dit voor de beroepen waarvoor de erkenning geldt. Als de patroon en/of opleidingsverantwoordelijke erkend zijn voor het beroep zoals bedoeld in Art.3 §1.7, dan zijn ze ook erkend voor de beroepen zoals bedoeld in Art.3 §1.4 of Art.3 §1.5 Art. 17: Verbreken van de leerovereenkomst Als tijdens het opleidingstraject de leerovereenkomst wordt verbroken door één van beide of beide partijen wordt dit binnen de 3 werkdagen gemeld met vermelding van de reden aan het secretariaat van het paritair leercomité. Art 18: Schorsing van de leerovereenkomst Indien de leerovereenkomst gedurende meer dan 1 maand aaneensluitend wordt geschorst kan de leertijd verlengd worden. Het paritair leercomité beslist over de duur van de verlenging. Elke schorsing en/of voorstel tot verlenging van langer dan een maand wordt onmiddellijk voorgelegd aan het paritair leercomité. PARITAIR LEERCOMITE 330 LEEROVEREENKOMST GESLOTEN BIJ TOEPASSING VAN DE WET VAN 19 JULI 1983 OP HET LEERLINGWEZEN VOOR BEROEPEN UITGEOEFEND DOOR WERKNEMERS IN LOONDIENST Terugsturen naar: VIVO vzw T.a.v. Bart van Opstal Sainctelettesquare 13-15 1000 BRUSSEL Tel:02-227.22.43 Email: [email protected] Tussen de onderneming Benaming : Adres : Telefoon~ & faxnummer : Vertegenwoordigd door: Naam en voornaam van de persoon die de onderneming contractueel kan verbinden en die erkend werd als PATRON : Geboorteplaats & -datum : Woonplaats : Nationaliteit : erkend als patroon door het PLC 330 op datum van: enerzijds, en de leerling Naam & voornaam : Geboorteplaats & -datum : Adres & Woonplaats : Nationaliteit : Vertegenwoordigd door: Naam en voornaam van de wettelijke vertegenwoordiger: (vader/moeder/voogd) : Woonplaats : Nationaliteit : anderzijds, is overeengekomen wat volgt: Artikel 1 - Duur Deze leerovereenkomst wordt gesloten voor een periode van ………………….. maanden beginnend op …………………… en eindigend op ………………………….. De proeftijd bedraagt …………… maand(en) [minimum 1 maand - maximum 3 maanden]. Artikel 2 - Voorwerp Met deze leerovereenkomst gaat de patroon de verbintenis aan om de leerling een opleiding te verstrekken met het oog op het uitoefenen van het beroep van …………………………………. en verbindt de leerling zich ertoe om de praktijk van het beroep onder het gezag van de patroon aan te leren en onder diens toezicht de voor zijn opleiding noodzakelijke leergangen te volgen. De opleiding in de onderneming vindt plaats te ……………………………….. De leerovereenkomst wordt uitgevoerd op de normale werkdagen waarop gepresteerd wordt binnen deze vestiging, uitgezonderd op de dagen waarop hoger genoemde leerling de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming volgt in de in artikel 3 vermelde opleidingsinstelling: Artikel 3 - Theoretische opleiding Hoger genoemde leerling volgt de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de volgende opleidingsinstelling Naam : Adres : E-mailadres : Verantwoordelijke : Begeleider van de opleiding: Artikel 4 - Alterneringsschema (opgelet: verbod om zondag te werken) §1. De leerovereenkomst kan nooit op zondag uitgevoerd worden. §2. Jongeren met een leerovereenkomst kunnen enkel worden tewerkgesteld in een uurrooster, waarbij een gedegen begeleiding gegarandeerd kan worden. Dit betekent dat de begeleidend opleidingsverantwoordelijke of de aangeduide instructeur aanwezig moet zijn. Indien hierdoor een variabel uurrooster voor de jongere noodzakelijk is, moet de bestaande regelgeving met betrekking tot variabele uurroosters gerespecteerd §3. De leerling heeft recht op 2 vrije dagen per week. Wanneer de leerovereenkomst op zaterdag uitgevoerd wordt, moet een tweede vrije dag worden toegekend in de week volgend op de gepresteerde zaterdag. Is de leerling minderjarig, dan is deze tweede vrije dag verplicht de daaropvolgende maandag. “Vrije dag” wil zeggen dat de leerling noch in de onderneming, noch in de onderwijsinstelling aanwezig moet zijn, en dat bv. in het rooster hieronder in §3, de vakken “Onderneming” en “Onderwijsinstelling” leeg moeten zijn. §4. Het volgend alterneringsschema is van toepassing, zonder rekening te houden met eventuele vakantieperiodes: • 1ste mogelijkheid: - bij alternering binnen de werkweek: ##uurrooster## Onderneming Dagen AM Onderwijsinstelling PM AM PM maandag van tot van tot van tot van tot dinsdag van tot van tot van tot van tot woensdag van tot van tot van tot van tot donderdag van tot van tot van tot van tot vrijdag van tot van tot van tot van tot zaterdag van tot van tot van tot van tot (AM: voormiddag - PM: namiddag) • 2de mogelijkheid: - bij “week-week”-alternering: Week 1: ............................................................................................. Week 2: ............................................................................................. (invullen “onderneming” of “onderwijsinstelling”) • 3de mogelijkheid: andere vorm van alternering: §5. Wanneer er geen alternering is tussen de praktische opleiding in de onderneming en de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de onderwijsinstelling (bv. tijdens schoolvakanties), kan de leerovereenkomst, bij wederzijds akkoord van de partijen, voltijds uitgevoerd in de onderneming. §6. Onverminderd de rechten van de leerling inzake jaarlijkse vakantie die voortvloeien uit de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, kan de leerovereenkomst op verzoek van de leerling en zonder dat de patroon dit kan weigeren, geschorst worden tijdens de maanden juli en augustus. De duur van deze schorsing bedraagt ten hoogste 31 aaneengesloten kalenderdagen. Bovendien mag deze schorsing ten vroegste aanvangen op 1 juli en kan zij ten laatste eindigen op 31 augustus. Voor deze schorsingsperiode kan de leerling van de patroon noch een leervergoeding noch vakantiegeld eisen. Artikel 5 - Opleidingsverantwoordelijke en instructeur Met het oog op zijn praktische opleiding zal hoger genoemde leerling de taken en functies vervullen die vermeld zijn in het hierbij gevoegd opleidingsprogramma. De opleiding wordt, indien de patroon daar niet zelf voor instaat, verzekerd door de volgende opleidingsverantwoordelijke: Naam & voornaam : Geboortedatum : Woonplaats : erkend door het Paritair leercomité 330 op datum van ……………………………. De opleiding wordt, zo nodig, toevertrouwd aan de volgende instructeur: Naam en voornaam : Functie : Geboortedatum : Woonplaats : Artikel 6 - Leervergoeding a) Berekeningswijze: De leerling ontvangt van de patroon een maandelijkse leervergoeding waarvan het bedrag overeenstemt met een percentage van de helft van het nationaal gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals bepaald voor de werknemers van 21 jaar bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Dit percentage evolueert met de leeftijd van de leerling volgens volgend schema: Leeftijd van de leerling Percentage Leeftijd van de leerling Percentage 15 jaar 64% 19 jaar 88% 16 jaar 70% 20 jaar 94% 17 jaar 76% 21 jaar en ouder 18 jaar 82% 100% Wanneer er geen alternering is tussen de praktische opleiding in de onderneming en de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de onderwijsinstelling (bv. tijdens schoolvakanties), en de leerovereenkomst voltijds uitgevoerd wordt in de onderneming bij toepassing van artikel 4, §5, van deze leerovereenkomst, dan moet de leervergoeding verhoudingsgewijs worden aangepast en pro rata temporis berekend worden. b) Concreet bedrag van de leervergoeding die moet betaald worden Het bedrag van de maandelijkse leervergoeding moet, na berekening, afgerond worden naar het bovenliggende veelvoud van 10 cent. De leerling ontvangt een bruto maandelijkse leervergoeding van …………….. EUR. De nettovergoeding wordt ……………… overgeschreven op een door de leerling aan te duiden bankrekening, nummer ……................................................................. De leervergoeding is het voorwerp van een maandelijkse loonafrekening. Artikel 7 - Toepasselijke regelgeving Deze leerovereenkomst wordt geregeld door de bepalingen van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst. De wederzijdse verplichtingen van de partijen, voorzien in de artikelen 17 tot 31 van de wet, het leerreglement en het individueel opleidingsprogramma, door de patroon opgesteld overeenkomstig artikel 23 van de wet, maken deel uit van deze leerovereenkomst en bevinden zich in bijlage. Een leerovereenkomst kan enkel gesloten worden voor een erkend beroep, vermeld in artikel 2 van het leerreglement, en door een patroon die voor dat beroep erkend werd door het Paritair leercomité 330 voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. Zoniet wordt ze beschouwd als een arbeidsovereenkomst. Elke leerovereenkomst is nietig indien ze niet beantwoordt aan de bepalingen van de hierboven genoemde wet van 19 juli 1983. De nietigheid van de leerovereenkomst doet geen afbreuk aan de rechten die de leerling heeft krachtens de wet of krachtens deze leerovereenkomst. De ondergetekenden verklaren kennis genomen te hebben van het bijgevoegd leerreglement en van de hierboven vernoemde verplichtingen der partijen. De leerling moet door de patroon op de hoogte gebracht worden van het arbeidsreglement dat van kracht is in de werkplaats waar hij de praktische opleiding volgt en dat op hem van toepassing is. Opgemaakt in 2 exemplaren te ...................................................... , op ........................................ De patroon (naam voluit + handtekening) De leerling (naam voluit + handtekening) De wettelijke vertegenwoordiger van de leerling (naam voluit + handtekening) + Opleidingsprogramma (met taakverdeling) bijvoegen in bijlage HET KOSTENPLAATJE De werkgever betaalt maandelijks een leervergoeding aan de jongere. Het bedrag van deze vergoeding wordt bepaald door de leeftijd. Het bedrag wordt geïndexeerd. De bedragen hieronder zijn deze na de aanpassing van 1 februari 2012. De werkgever betaalt een beperkte RSZ bijdrage. Deze bijdrage is afhankelijk van het statuut (arbeider – bediende) van de jongere. Leeftijd % Vergoeding in EUR 15 jaar 64% 480,60 16 jaar 70% 525,70 17 jaar 76% 570,70 18 jaar 82% 615,80 19 jaar 88% 660,90 20 jaar 94% 705,90 21 jaar en ouder 100% 751,00 Wat kost een jongere met een werknemersleercontract maandelijks aan een werkgever 4? Voorbeeld 1: een jongere van 16 jaar Voorbeeld 2: een jongere van 19 jaar leervergoeding basisbedrag voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen socialezekerheidsbijdragen (na verrekening van de vermindering is een werkgever voor een leerling nog de volgende bijdragen verschuldigd): jaarlijkse vakantie (kwartaalbijdrage) aan 6% bijkomende bijdrage werkloosheid (1,60%) betaald educatief verlof (0,06%) fonds voor sluiting van ondernemingen (basisbijdrage à 0,10%) fonds voor sluiting van ondernemingen (basisbijdrage à 0,15%) kinderopvang (0,05%) tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen (0,10%) asbestfonds (0,01%) Totale kostprijs per maand stagebonus (€ 500/12) Begeleidingspremie sector (€ 1300/12) Esf-premie (max. 20u per week) Totaal van de voordelen De totale kostprijs komt op Vb 1 Vb 2 525,70 € 660,90 € 525,70 € 713,77 € 9,78 € 8,41 € 0,53 € 0,26 € 0,53 € 0,05 € 535,48 € 41,67 € 108,34 € 100,00 € 250,01 € 285,47 € 57,60 € 42,83 € 11,42 € 0,43 € 0,71 € 1,07 € 0,36 € 0,71 € 0,07 € 771,37 € 108,34 € 108,34 € 663,03 € (*) voor de jaarlijkse vakantie is de werkgever in de loop van de maand april nog een jaarlijkse eenmalige bijdrage verschuldigd van 10,27%, te berekenen op het loon/de leervergoeding van de werknemer/leerling van het ganse voorgaand kalenderjaar 4 Cijfers op datum van 1 december 2012 FINANCIËLE VOORDELEN VOOR DE WERKGEVER Vermindering van socialezekerheidsbijdragen Voor de socialezekerheidsbijdragen die een werkgever op de vergoeding van een jongere moet betalen geldt een absoluut gunstregime (minimumtarief), met een licht verschil naargelang de jongere onvolledig of volledig onderworpen is aan de sociale zekerheid. a) periode van onvolledige onderwerping Jongeren zijn slechts aan een paar socialezekerheidstakken onderworpen tot en met 31 december van het jaar waarin ze 18 jaar worden. Op de socialezekerheidsbijdragen voor de werkgever is de bijdragevermindering voor “zeer jonge werknemers” van toepassing, op voorwaarde dat de werkgever in orde is met de startbaanwetgeving. Het volstaat de tewerkstelling van jongeren met de gepaste codes aan te geven aan de RSZ. Na verrekening van de vermindering is een werkgever voor een jongere nog de volgende bijdragen verschuldigd: - jaarlijkse vakantie (enkel voor arbeiders) - bijkomende bijdrage werkloosheid van 1,60% (enkel indien de werkgever op 30 juni van het voorgaand jaar minstens 10 werknemers in dienst had) - fonds van sluiting van ondernemingen - kinderopvang - tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen - asbestfonds b) periode van volledige onderwerping Vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar worden, zijn jongeren onderworpen aan alle socialezekerheidstakken. De situatie inzake onderwerping staat los van de periode van uitvoering van de leerovereenkomst. Is de leerovereenkomst gestart voor 1 januari van het jaar waarin de jongere 19 jaar wordt, dan verandert de jongere in de loop van zijn leerovereenkomst van socialezekerheidsstatuut. Op de verschuldigde werkgeversbijdragen zijn de volgende kortingen van toepassing: - de bijdragevermindering “laaggeschoolde of erg laag geschoolde startbaners” met basisbedrag 1000/400 euro, op voorwaarde dat: a) de werkgever in orde is met de startbaanwetgeving b) de leerovereenkomst de hoedanigheid van een startbaanovereenkomst heeft (startbaankaart) c) de betrokken jongere “laaggeschoold” is (geen diploma secundair onderwijs) of “erg laag geschoold” is (hoogstens een getuigschrift van de 2de graad van het secundair onderwijs; laaggeschoolde startbaners van buitenlandse afkomst of laaggeschoolde gehandicapte startbaners worden hiermee gelijkgesteld Het verminderingsbedrag van max. 1000 euro geldt gedurende 2 jaar voor laaggeschoolde jongeren en gedurende 4 jaar voor erg laag geschoolde jongeren. Na afloop van deze periode wordt het verminderingsbedrag max. 400 euro per kwartaal. Het recht op deze vermindering houdt op op de laatste dag van het kwartaal waarin de jongere 26 jaar wordt. - de bijdragevermindering “jonge werknemers met een laag loon” met basisbedrag 300 euro op voorwaarde dat: a) de werkgever in orde is met de startbaanwetgeving b) het totaalbedrag van de reële leervergoedingen die gedurende het kwartaal betaald worden, lager is dan 5.870,71 euro (de zogenaamde lageloongrens) Vanaf 21 jaar neemt het verminderingsbedrag af met 30 euro per leeftijdsjaar. Het recht op deze vermindering houdt op van zodra de leervergoeding of het loon van de jongere op kwartaalbasis gelijk of groter wordt dan 5.870,71 euro en ten laatste op de laatste dag van het kwartaal voor het kwartaal waarin de jongere 30 jaar wordt. Na verrekening van deze kortingen is een werkgever voor een jongere nog de volgende bijdragen verschuldigd: - jaarlijkse vakantie (enkel voor arbeiders) - bijkomende bijdrage “werkloosheid” van 1,69% (inclusief loonmatiging; deze bijdrage is enkel verschuldigd indien de werkgever op 30 juni van het voorgaande jaar minstens 10 werknemers in dienst had) - betaald educatief verlof (inclusief loonmatiging) - fonds voor sluiting van ondernemingen (basisbijdrage inclusief loonmatiging) - fonds voor sluiting van ondernemingen (bijzondere bijdrage inclusief loonmatiging) - kinderopvang - tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen - asbestfonds Opmerking: het recht op de bijdragevermindering “laaggeschoolde of erg laag geschoolde startbaners” duurt voort zolang de jongere (onafgebroken) in dienst blijft bij de werkgever. Indien een jongere na afloop van zijn leerovereenkomst in dienst mag blijven in het kader van een arbeidsovereenkomst dan blijft het recht op die doelgroepvermindering gelden. Stagebonus Werkgevers die deeltijds leerplichtige jongeren in dienst nemen met een leerovereenkomst, hebben recht op een jaarlijkse forfaitaire premie van 500 euro in het eerste en tweede jaar van de leerovereenkomst en 750 euro in het derde jaar (gesteld dat de leerovereenkomst zo lang duurt). Bovenop die premie geldt nog een fiscaal voordeel: de belastbare winsten en baten van de werkgever worden vrijgesteld naar rato van 20% van de leervergoedingen die hij normaliter als beroepskosten mag inbrengen. Meer informatie over de stagebonus vindt u op www.rva.be. De betrokken jongeren krijgen een zelfde premie, startbonus genaamd. Premies van de bevoegde Gemeenschap of het bevoegd Gewest Onder bepaalde voorwaarden krijgen werkgevers die jongeren met een leerovereenkomst in dienst nemen premies van de Vlaamse Gemeenschap of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Meer informatie kan je bekomen bij de bevoegde instanties: - Wat de Vlaamse Gemeenschap betreft kan je terecht bij de Dienst Beroepsopleiding van het departement Onderwijs (www.ond.vlaanderen.be/dbo) - Wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft kan je terecht bij Actiris (vroegere BGDA) Premies van de sector Aanvragen begeleidingspremie Verschillende fondsen behorend tot PC 330 moedigen de deeltijdse tewerkstelling van jongeren in de sector aan. Volgende Sociale Fondsen betalen aan de werkgever een begeleidingspremie van € 1300: - de Privé-Ziekenhuizen, - de privé-rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. De premie omvat € 1000 begeleidingspremie en een forfait van € 300 voor de vervoersonkosten. De werkgever gaat een verbintenis aan om de reële onkosten woon – werkverkeer volgens de geldende wet te vergoeden aan de jongere. Aanvragen Sociale Maribel Het Fonds Sociale Maribel – Kamer ROB-RVT voorziet voor iedere jongere die zijn WLO positief beëindigt, een sociale maribel financiering voor de duur van 1 jaar. Het fonds neemt de volledige loonkost op zich (met een loonplafond van € 34 325 per jaar). U kan het formulier om deze financiering te bekomen, aanvragen bij het Fonds. Om zeker te zijn dat u aan alle voorwaarden voldoet en voor bijkomende informatie, kan u terecht op www.fe-bi.org. DE SOCIALE WETGEVING Het ABC van het werknemers leercontract Bedrijfsvoorheffing Bedrijfsvoorheffing wordt pas afgehouden vanaf een maandbedrag van € 540. De standaardvergoeding (leeftijdspercentage toegepast op de helft van het GGMMI) voor 16 tot 18-jarigen ligt hieronder. In standaardsituaties wordt dus enkel bedrijfsvoorheffing afgehouden bij leerlingen vanaf 18 jaar. De situatie is wel gunstiger indien de leerling bijvoorbeeld gezinslast heeft. Belastingen Inkomsten uit arbeid (of daarmee gelijkgesteld) moeten altijd aan de fiscus gemeld worden met een aangifte op naam van de jongere. De jongere moet zelf belastingen betalen van zodra zijn netto belastbaar jaarinkomen hoger is dan € 6.990 (= de zogenaamde belastingvrije som). Berekening maandelijkse leervergoeding De maandelijkse leervergoeding wordt betaald op basis van de uitvoering van de leerovereenkomst, die een voltijdse overeenkomst is, bestaande uit een luik "praktijkopleiding" in de instelling en een luik "theorie" op school (CDO meestal). Als algemeen principe geldt dat een loon of vergoeding slechts verschuldigd is in de mate dat de overeenkomst werd uitgevoerd, uitgezonderd in bijzondere situaties waarin het zogenaamd "gewaarborgd loon" geldt of bij de zogenaamde toegestane afwezigheden met behoud van loon. Als een leerovereenkomst pas op de 15de van de maand begint, is de leervergoeding slechts verschuldigd vanaf die datum en voor de resterende dagen van die maand waarop de leerovereenkomst werd uitgevoerd (rekening houdend met toegestane afwezigheden en periodes van gewaarborgd loon). De lesdagen op school tellen mee als "gepresteerde dagen" voor de berekening van het verschuldigd bedrag. Grosso modo komt het erop neer dat voor die maand de helft van het normaal maandbedrag betaald wordt (maar dit varieert naargelang het aantal gepresteerde werkdagen). Eindejaarspremie Jongeren met een werknemersleercontract of gewoon deeltijds arbeidscontract hebben geen recht op een eindejaarspremie tenzij anders bepaald in de cao van het betreffende paritair comité. Volgens de cao eindejaarspremie voor de rust- en verzorgingstehuizen (cao 16/10/2003 reg. 69017) hebben de jongeren er GEEN recht op. ESF-premie De werkgever krijgt maximum €1,25/jongere/reëel gepresteerd uur werkervaring en dit voor jongeren die minimum 160u effectief werkervaring gepresteerd hebben en dit met een maximum van 968u werkervaring. Deze uren dienen gepresteerd te worden tussen 1 september tot 31 augustus. Voor de nodige formulieren kan u terecht bij het CDO. Extra arbeidsprestaties tijdens de vakanties (NIET AFDWINGBAAR) Een jongere met een deeltijdse arbeidsovereenkomst kan niet verplicht worden om tijdens de vakanties extra arbeidsprestaties te leveren. Indien jongere en werkgever overeenkomen mag de jongere wel extra arbeidsprestaties leveren. Het spreekt vanzelf dat deze extra arbeidsprestaties dienen vergoed te worden volgens de normaal geldende barema’s. Ook moet dit alles contractueel worden vastgelegd. Voor een jongere met een werknemersleercontract geldt het volgende. Wanneer er geen alternering is tussen de praktische opleiding in de onderneming en de aanvullende theoretische vorming in het centrum voor deeltijds onderwijs (bv. tijdens schoolvakanties) kan de jongere, mits wederzijds akkoord, voltijds werken. Het leeftijdspercentage van de leervergoeding verhoogt niet, maar wordt berekend op het reële percentage van een voltijds contract dat gepresteerd wordt in plaats van op 50% van het GGMMI, ongeacht het aantal uren. (Zie http://www.juridat.be/cgi_loi/loi_N.pl?cn=1998081939 ) Kinderbijslag Algemeen principe: de ouders van een leerling in het leerlingstelsel voor werknemersberoepen blijven voor hem verder kinderbijslag ontvangen. Eventueel heeft een leerling recht op kinderbijslag voor zijn eigen kinderen. MAAR: de kinderbijslag wordt onvoorwaardelijk toegekend tot 31 augustus van het jaar waarin de leerling 18 jaar wordt; na deze datum wordt de kinderbijslag voor een leerling enkel toegekend indien zijn maandelijks inkomen niet hoger ligt dan 520,08 euro(5). Pensioen De leerling heeft geen recht op pensioen voor de periode waarin hij in dienst was op basis van een leerovereenkomst. Premie voor onregelmatige prestaties Het is voor de werkgever mogelijk om aan een jongere tewerkgesteld met een werknemersleercontract een premie voor onregelmatige prestaties toe te kennen. Het al of niet toekennen van deze premie valt onder de bevoegdheid van de organisatie zelf. De afspraken met betrekking tot dergelijke premies worden vastgelegd in een CAO. Indien er geen verplichting is vastgelegd rond deze premie, kan een werkgever op vrijwillige basis overgaan tot de betaling van zo een premie. Let wel deze premie is onderworpen aan RSZ en bedrijfsvoorheffing. (5) Dit bedrag volgt de spilindex; voor elke toekomstige indexering, zie website van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor werknemers: http://www.rkw.be/Nl/Documentation/Amount/_pages/amountAllowance_0104.php Vakantie Betaald verlof Jongeren die werken met een werknemersleercontract of gewoon deeltijds arbeidscontract hebben recht op betaald verlof. Deze jongeren hebben GEEN recht op jeugdvakantie. Voor deze jongere geldt dezelfde wettelijke vakantieregeling als voor een deeltijdse werknemer (arbeider of bediende). Het aantal betaalde vakantiedagen hangt af van het aantal dagen dat de jongere in het vorige jaar werkte. Voor de betaalde vakantiedagen wordt ook vakantiegeld uitbetaald. Bij een bediende gebeurt de betaling door de werkgever. Bij een arbeider door de Rijksdienst voor Jaarlijkse vakantie of door een vakantiekas. Een jongere die dit jaar start met een werknemersleercontract of gewoon deeltijds arbeidscontract heeft noch recht op betaald verlof noch op vakantiegeld. Een jongere die in vorig jaar startte met een werknemersleercontract of gewoon deeltijds arbeidscontract heeft dit jaar wel recht op betaald verlof en vakantiegeld. Het aantal dagen verlof en het bedrag van het vakantiegeld wordt bepaald door het aantal gewerkte dagen vorig jaar. Onbetaald verlof Bovenop het recht op betaald verlof kan de jongere tijdens de maand juli en augustus onbetaald verlof nemen. Na overleg met de patroon kan de leerovereenkomst vanaf 1 juli tot en met 31 augustus voor max. 31 opeenvolgende dagen geschorst worden. De patroon kan dit niet weigeren. Gedurende deze periode krijgt de jongere geen leervergoeding en ook geen vakantiegeld. Werkloosheid Tijdens de duur van de leerovereenkomst worden in principe geen uitkeringen toegestaan. Op het einde van zijn contract heeft de jongere onmiddellijk recht op overbruggings- of wachtuitkeringen, naargelang hij nog onderworpen is aan de leerplicht of niet. Indien de leerling gezinshoofd is, kan hij eventueel gewone werkloosheidsuitkeringen krijgen, afhankelijk van de inkomsten van zijn partner. Onder bepaalde voorwaarden heeft een leerling recht op uitkeringen in geval van voortijdige beëindiging van zijn leerovereenkomst of bij schorsing wegens tijdelijke werkloosheid: 1. De leerling is minderjarig op het ogenblik van de aanvraag van de uitkeringen: indien de leerovereenkomst geschorst wordt in geval van tijdelijke (technische of economische) werkloosheid, dan heeft de leerling recht op overbruggingsuitkeringen op voorwaarde dat hij reeds 6 maanden leertijd doorlopen heeft; indien de leerovereenkomst na minimum zes maand leertijd verbroken wordt ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van de wil van de leerling, heeft de leerling recht op overbruggingsuitkeringen zonder verdere wachttijd; indien de leerovereenkomst verbroken wordt ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van de wil van de leerling, vooraleer hij zes maand leertijd heeft doorlopen, dan moet de leerling een totale wachttijd van 155 dagen doorlopen hebben vooraleer hij aanspraak kan maken op uitkeringen; voor het vervullen van deze wachttijd worden de dagen onder leerovereenkomst (lesdagen op school + opleidingsdagen in de onderneming + zaterdagen) gelijkgesteld met werkdagen; 2. De leerling is meerderjarig (18 jaar of ouder (maar minder dan 26 jaar)) op het ogenblik van de aanvraag van de uitkeringen: indien de leerovereenkomst geschorst wordt wegens tijdelijke werkloosheid, dan heeft de leerling recht op werkloosheidsuitkeringen zonder wachttijd; indien de leerovereenkomst na minimum 233 dagen leertijd verbroken wordt ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, dan heeft de leerling recht op wachtuitkeringen zonder wachttijd; indien de leerovereenkomst verbroken wordt ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, vooraleer 233 dagen leertijd werden doorlopen, zal de leerling de resterende wachttijd moeten doorlopen totdat deze 233 dagen bedraagt, alvorens uitkeringen te kunnen genieten; voor het vervullen van deze wachttijd worden de dagen onder leerovereenkomst (lesdagen op school + opleidingsdagen in de onderneming + zaterdagen) gelijkgesteld met werkdagen. Ziekte Als een jongere met een leerovereenkomst ziek is, gelden voor zijn leervergoeding dezelfde spelregels inzake loonwaarborg als diegene die van toepassing zijn op het loon van de werknemer die het beroep uitoefent dat de jongere aanleert. De werkgever moet de jongere, van zodra de proeftijd voorbij is, bij ziekte gedurende een bepaalde tijd verder betalen. De hierboven beschreven loonwaarborg is deze voorzien in de arbeidsovereenkomstenwet. Op basis van CAO's (in sector of onderneming/instelling) kunnen gunstigere regimes gelden. Z.I.V.-uitkeringen Bij primaire ongeschiktheid ontvangt de leerling een vervangingsinkomen dat gelijk is aan de overbruggingsuitkeringen (RVA). Indien de ongeschiktheid langer duurt dan één jaar, krijgt de leerling een invaliditeitsuitkering, berekend op een referteloon dat wordt vastgesteld door het beheerscomité van het RIZIV (= loon van een werknemer van categorie I van het Aanvullend Nationaal Paritair comité voor de Bedienden, rekening houdend met de leeftijd van de leerling bij het begin van zijn ongeschiktheid). TIPS VOOR EEN GESLAAGDE WERKERVARING Het onthaal van de jongere - Breng alle collega's vooraf op de hoogte van de komst van de jongere - Besteed voldoende aandacht aan het onthaal - Geef de jongere de ruimte om je organisatie te leren kennen - Inwerking kost tijd, gun de jongere die ook - Jongeren zijn in opleiding, voorzie een goede begeleiding en duid een geschikte mentor aan die altijd aanspreekbaar is Samenwerken met het CDO - Bespreek vooraf het opleidingsprogramma en spreek af wie welke taken op zich neemt - Overleg en evalueer regelmatig met het CDO en de jongere Samenwerken met de jongere - Spreek de jonge werknemer aan zoals anderen en betuttel hem niet - De jongere komt om iets te leren. Stel daarom realistische verwachtingen omtrent werkprestaties - De jonge werknemer moet een vak leren, maar ook arbeidsattitudes. Begeleid hem daarbij en geef feedback - Als u meerdere jongeren in dienst hebt, zorgt een goede spreiding van de jongeren voor meer leermogelijkheden - Motiveer en stimuleer de jongere regelmatig; een schouderklopje kan wonderen doen - Durf leerrijke extra’s aan te bieden waar mogelijk MEER INFORMATIE? VIVO vzw Bart van Opstal of Veerle Noerens Sainctelettesquare 13-15 1000 Brussel Tel: 02-250 37 77 [email protected] [email protected] Redactie en eindredactie: Bart van Opstal en Veerle Noerens Cartoons: Tom Gallin Verantwoordelijke uitgever: VIVO vzw, Sainctelettesquare 13-15, 1000 Brussel www.vivosocialprofit.org December 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor een vlotte leesbaarheid kozen wij ervoor om bij onderwerpen die zowel mannelijk als vrouwelijk kunnen zijn systematisch de mannelijke vorm te gebruiken. Hiermee doelen we echter zowel op de mogelijke mannelijke en vrouwelijke subjecten.
© Copyright 2024 ExpyDoc