I. Sociale welvaart Met ons programma voor 25 mei trekken we voluit de kaart van welvaart. Welvaart waar iedereen aan meewerkt en waar iedereen in deelt. Welvaart die niet alleen op de beurs te vinden is, maar ook in jobs voor jonge mensen die hun leven opbouwen. Welvaart die niet alleen bonussen voor managers oplevert, maar ook een fair loon voor al wie zich inzet en het beste van zichzelf geeft. Welvaart die een perspectief biedt aan iedereen, niet aan enkelen. Welvaart die gebouwd is op respect voor iedereen. Kortom: wij engageren ons voor sociale welvaart. De komende vijf jaar willen wij verder het verschil maken. We gaan niet aan de kant staan. We maken geen plaats voor een rechts project van afbraak en ongelijkheid. We gaan tegen de stroom in, omdat er een andere weg is. Wij engageren ons om sociale welvaart te creëren voor iedereen. Daar horen keuzes bij. Keuzes die niet vertrekken vanuit cijfers en procenten, of vanuit een fetisj rond snoeien of belasten, maar keuzes die vertrekken vanuit de mensen achter die cijfers. Een jonge gast op zoek naar zijn eerste baan of iemand die na 30 jaar werken zijn job verliest. Ouders die opvang zoeken voor hun kind of iemand die plots ziek wordt. We pakken de meest dringende uitdagingen aan: het creëren van jobs, de strijd tegen kinderarmoede, onze gezondheidszorg, onze pensioenen en ons onderwijs betaalbaar en kwaliteitsvol houden. Dat is ons vertrekpunt, van daaruit vloeien de maatregelen en cijfers voort, niet omgekeerd. De sociaal-economische keuzes die we maken zijn becijferd en realistisch. Wij pleiten niet voor een bevriezing van alle uitgaven. Een dergelijke simplistische maatregel is in de praktijk onmogelijk en betekent een avontuur met zware negatieve sociale gevolgen. We houden rekening met de maatschappelijke evoluties zoals de vergrijzing en de verjonging en de noden die daaraan verbonden zijn. Wij willen er ook nog zijn voor zij die morgen met pensioen gaan of zij die plots ziek worden. We doen dat niet op de kap van degenen die nu al belastingen betalen, door de BTW of de accijnzen te verhogen. Daarmee zouden we degenen die nu al minder hebben het hardst treffen. Dat zou onrechtvaardig en asociaal zijn. Wij zorgen daarom dat degenen die nu nauwelijks of geen belastingen betalen hun verantwoordelijkheid opnemen en verwachten dat zij die geld verdienen met geld ook bijdragen aan de samenleving. We verspillen niks, elke euro wordt goed besteed. Waar het efficiënter kan doen we het, maar waar we meer nodig hebben voorzien we dat ook. In ons budgettair plan houden we geen rekening met eventuele terugverdieneffecten van de loonlastenverlagingen. Niet bij de werkgevers, en niet bij de werknemers. Nochtans mag je wel verwachten dat de daling van de loonlasten en het dichten van de loonkloof met onze buurlanden extra jobs en dus bijkomende inkomsten en minder werkloosheidsuitkeringen met zich meebrengt. Voor werknemers houden we geen rekening met het terugverdieneffect van de gestegen koopkracht als gevolg van de verlaging van de bijdragen dankzij de versterkte 2 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD werkbonus. Wij maken ons plan echter niet afhankelijk van deze moeilijk te becijferen en steeds onzekere terugverdieneffecten. Wij gaan altijd uit van voorzichtige berekeningen. Dat maakt ons plan robuust. De economische groei kan immers tegenzitten, sommige evoluties brengen misschien onverwachte uitgaven met zich mee… een verantwoordelijk beleid houdt hier rekening mee. Wanneer het resultaat beter meevalt, gaat elke extra euro ruimte opnieuw naar bijkomende lastenverlagingen. Valt het resultaat tegen, dan kan ons plan dankzij de voorzichtige berekeningen tegen een stootje. Onze inzet voor de komende vijf jaar is heel duidelijk: verder welvaart creëren die niet alleen voor sommigen maar voor iedereen positieve vooruitzichten biedt. Sociale welvaart wordt niet gecreëerd door hem van anderen af te pakken. Dat is de essentie van ons programma. 3 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD II. Onze bouwstenen voor sociale welvaart 1. 2. 3. 4. MEER JOBS STIJGENDE KOOPKRACHT SOCIALE ZEKERHEID VOOR IEDEREEN EEN TOEKOMST VOOR ELK KIND 1. Meer jobs, concurrentiële economie op een sociale manier Om onze sociale welvaart te versterken moeten meer mensen een job hebben. Hiervoor stimuleren we nog meer de begeleiding en activering van werklozen. We vereenvoudigen het administratieve kluwen van de bestaande systemen voor lastenverlaging o.a. door de invoering van eenvoudige werkcheques. Zo kunnen ook kmo’s zonder administratieve rompslomp gebruik kunnen maken van deze maatregelen. Maar dit volstaat niet. Er moeten ook meer jobs komen. Daarom investeren wij fors in het creëren van jobs door middel van loonlastverlagingen zodat bedrijven personeel kunnen aannemen en toch concurrentieel kunnen zijn. We verlagen de loonkost echter niet lineair, maar wel gericht, om een maximaal tewerkstellingseffect te bereiken. Geen generieke maatregelen maar gerichte verlagingen voor jongeren, laaggeschoolden en ouderen omdat dit het meeste jobs oplevert. We voeren daarom de maatregelen die vastgelegd werden in het competitiviteitspact onverkort uit. Deze maatregelen zijn goed voor 1,35 miljard euro aan loonlastenverlaging. Ongeveer 50% van de Vlaamse werkzoekenden is laaggeschoold. 1 op 7 Vlaamse jongeren onder 30 jaar is werkzoekend. Welvaart moet sociaal zijn, iedereen moet hierin kunnen delen. We investeren daarom bovenop het competitiviteitspact 1,2 miljard extra in bijkomende maatregelen specifiek gericht op laaggeschoolde jongeren en op oudere werknemers. In totaal betekent dit dus een verlaging van de lasten op arbeid van 2,55 miljard euro. Hierdoor werken we de loonkloof met onze buurlanden (zoals berekend door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) weg tegen 2019 en verhoogt de competitiviteit van onze ondernemingen. Overzicht budget: Competitiviteitspact: vermindering werkgeversbijdrage van 1,35 miljard euro. Extra investering in de verlaging van de werkgeversbijdrage gericht op laaggeschoolde jongeren en oudere werknemers van 1,2 miljard euro. Welvaart moet sociaal zijn. Totale loonlastenverlaging: 2,55 miljard euro 4 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD 2. Stijgende koopkracht Werk moet lonen en met je loon moet je de facturen kunnen betalen. We behouden dus de index. Als het leven duurder wordt, stijgen de lonen mee. Bovendien zetten we het prijzenbeleid van de voorbije regering verder. Hiermee daalden de prijzen voor energie (in België zijn de energieprijzen gedaald met 26% terwijl ze in de buurlanden stegen met 15%) en telecom (mobiel bellen is 20% goedkoper geworden) voor de gezinnen aanzienlijk. Meer zelfs: in een wet leggen we het principe vast dat prijzen van basisproducten zoals energie, telecom en voeding niet mogen stijgen boven het niveau van onze buurlanden. Wanneer het toch gebeurt, is de regering verplicht om op te treden. Ook btw verhogingen zijn hier niet aan de orde. We stellen echter vast dat de aanval op onze lonen en onze sociale bescherming is ingezet. We worden dagelijks geconfronteerd met sociale dumping. We treffen mensen aan in de bouw die voor 2,06 euro per uur werken. Zowel de eerlijke bedrijven als de lonen van gewone werknemers staan hierdoor onder zware druk. Anno 2014 is de strijd voor een eerlijk loon voor eerlijk werk dus, helaas, zeer actueel. In het belang van iedereen moeten we aan deze misdadige situatie een eind maken, moeten we deze fraude bestrijden. Deze oneerlijke lageloonconcurrentie maakt gezonde kmo’s kapot en doet op oneerlijke wijze mensen van hier hun werk verliezen. Het nationaal kader werd reeds aangepast in wetten en aanpak. Dit moet worden doorgetrokken. En de maatregelen op Europees niveau moeten volgen. Het is geen probleem dat de grenzen geopend zijn in Europa, het is wel een probleem dat Europa haar bedrijven en werknemers door oneerlijke concurrentie tegen elkaar opzet. Het moet anders. We blokken sociale dumping af. Meer nog, mensen met een modaal inkomen moeten meer overhouden. Welvaart moet sociaal zijn en dus zorgen we voor mensen met een laag en modaal inkomen (tot 1.800 euro netto per maand) dat ze elke maand iets extra’s overhouden. Op die manier verlagen we de bijdragen van wie werkt. We investeren hiervoor extra in de versterking van de werkbonus. Voor iemand met een nettoloon van 1.500 euro betekent dit 73 euro extra per maand. Ook wie moet leven van een uitkering laten we niet aan zijn lot over. Het verschil met werken moet er blijven, maar niemand mag door pech veroordeeld worden tot armoede. Hiervoor werd reeds 1,7 miljard voorzien voor welvaartsaanpassingen over de komende 5 jaar. Om alle uitkeringen boven de armoedegrens te trekken, investeren wij daar bovenop nog 300 miljoen euro extra. Dat is voldoende om de laagste uitkeringen op te trekken tot boven de armoedegrens. 5 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD Tot slot geven we jonge mensen nog een financieel duwtje in de rug aan het begin van hun loopbaan. Het kopen of huren van een huis, je woning inrichten, allerlei verzekeringen afsluiten, misschien een gezinnetje stichten, het kost allemaal geld en aan het begin van je loopbaan verdien je het minst. Daarom verhogen we de belastingvrije som voor iedereen die een arbeidsinkomen heeft en nog geen dertig jaar is. Hierdoor geven we alle jongeren ook effectief extra kansen. Overzicht budget: Competitiviteitspact: hervorming fiscale werkbonus van 150 miljoen euro Extra investeringen: welvaart moet sociaal zijn o Een verdere versterking van de werkbonus waardoor we het verschil vergroten tussen werken en niet werken. Hierdoor houdt iemand met een nettoloon van 1.500 euro per maand 73 euro extra over (= dubbele index). Met deze versterking van de werkbonus bereiken we 800.000 meer werkenden dan vandaag. Zo betekent de werkbonus een verschil op het einde van de maand voor in totaal 2 miljoen werkenden. Deze maatregelen kosten in totaal 950 miljoen euro (750 miljoen voor optrekken sociale werkbonus tot 3.000 euro bruto en 200 miljoen euro voor optrekken fiscale werkbonus tot 45%). o Optrekken laagste uitkeringen tot boven armoedegrens: 300 miljoen euro o We verhogen de belastingvrije som voor iedereen die een arbeidsinkomen heeft en nog geen 30 jaar is. Hierdoor geven we jongeren ook effectief extra kansen. Om te vermijden dat je op je dertigste bruusk geconfronteerd wordt met hogere belastingen, wordt de belastingvrije som geleidelijk weer tot het normale niveau gebracht tussen 30 en 35 jaar. Dit is een investering van 350 miljoen euro. Totale investering in loon: 1,75 miljard euro 6 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD 3. Sociale zekerheid voor iedereen Tussen 2014 en 2019 zullen meer mensen met pensioen gaan en stijgt de vraag in de gezondheidszorg. Wij garanderen voor iedereen een volwaardig pensioen en een betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg. Daarom houden we bij onze berekening vast aan een jaarlijks groeipad voor de sociale zekerheid van 1.8% bovenop de inflatie. Dit betekent dat we extra investeren in de sociale zekerheid, omdat het nodig is. Besparen op de sociale zekerheid is, in tegenstelling tot wat anderen beweren, geen optie. Wat zouden we anders vertellen aan de 40.000 85-plussers en de meer dan 170.000 65-plussers die erbij tussen 2014 en 2019? 3.1. Een volwaardig, rechtvaardig en betaalbaar pensioen Na 42 jaar werken heeft iedereen recht op een volwaardig pensioen. Dat is duidelijk en rechtvaardig voor iedereen. Gelijkgestelde periodes voor ouderschapsverlof, ziekte, werkloosheid tellen mee voor de loopbaan van 42 jaar. We kijken dus niet naar de leeftijd, maar wel naar de kilometers op de teller. Het aantal gepensioneerde 65-plussers in Vlaanderen zal volgens de prognoses van de vergrijzingscommissie tussen 2014 en 2019 met meer dan 170.000 stijgen. We willen dat ook zij van het pensioen kunnen genieten dat ze hebben opgebouwd en garanderen iedereen dat ze het pensioen zullen krijgen waar ze recht op hebben. We hebben bij de berekening van het budget voldoende middelen voorzien om de geïndexeerde en welvaartsvaste pensioenen van alle gepensioneerden te kunnen betalen. Dit betekent een jaarlijkse stijging van het budget voor pensioenen met 3,1% bovenop inflatie tussen 2014 en 2019 bij ongewijzigd beleid. Wie dit niet voorziet, moet maar eens uitleggen hoe hij/zij de mensen hun pensioenen over 5 jaar nog zal betalen. Overzicht budget: We volgen een jaarlijks groeipad van 3,1% bovenop inflatie. 3.2. Eersteklassezorg voor iedereen De noden voor gezondheidszorg zullen de komende jaren toenemen. Wij garanderen dat gezondheidszorg voor iedereen betaalbaar en beschikbaar moet blijven. Daarom investeren we tot 2019 extra ten opzichte van 2014 op basis van onze groeinorm van 1.5% boven de inflatie. Onze groeinorm is voldoende om de toenemende noden te betalen. We willen ook efficiënter werken. We gaan overconsumptie tegen en schaffen het omslachtige systeem van doktersbriefjes en klevertjes af. 7 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD We trekken voluit de kaart van e-health zodat informatie automatisch uitgewisseld wordt. In de eerste lijn en zeker bij chronische zorg willen we vaker het forfaitair systeem toepassen. Dat houdt in dat u de nodige zorg krijgt voor een vast bedrag. We winnen hiermee 2 miljard euro ten opzichte van ongewijzigd beleid, met de garantie voor een meer kwaliteitsvolle dienstverlening en zelfde terugbetaling voor de patiënt. We investeren bovendien 800 miljoen euro extra om de terugbetaling via de ziekteverzekering uit te breiden met tandzorg, brillen, lenzen en hoorapparaten, geestelijke gezondheidszorg en patiëntenvervoer. Overzicht budget: We volgen een jaarlijkse groeinorm van 1,5% boven inflatie. Interne verschuiving van 2 miljard uit efficiëntiewinst naar toenemende noden door evolutie bevolking Extra investering in uitbreiding terugbetaling via ziekteverzekering: 800 miljoen euro. 3.3. Welzijn zonder wachtlijsten Welzijn is essentieel onderdeel van onze samenleving. We verminderen de administratieve vertraging en rompslomp en vertrekken van het recht op zorg en ondersteuning in functie van de noden. Daarvoor brengen we de beschikbare middelen dichter bij de mensen op het terrein. Door hen meer vertrouwen en verantwoordelijkheid te geven kunnen we de middelen efficiënter inzetten en kunnen we de wachtlijsten verder aanpakken. We voorzien bovenop de 450 miljoen euro uit de meerjarenplanning nog 100 miljoen euro extra, die integraal naar de persoonsvolgende financiering voor mensen met een beperking gaat. Overzicht budget: Meerjarenplanning: 450 miljoen euro Extra investering: 100 miljoen euro Totale investering in welzijn: 550 miljoen euro 8 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD 4. Een toekomst voor elk kind Het aantal 3- tot 18-jarigen zal in de komende 5 jaar met 33.000 stijgen volgens de studiedienst van de Vlaamse regering. Meer kinderen vraagt om een samenleving die investeert in hun mogelijkheden. Dankzij de zesde staatshervorming heeft Vlaanderen de kans om een ambitieus sociaal beleid te voeren gericht op gezinnen. We willen onze kinderen allemaal gelukkig zien opgroeien, zorgeloos en onbekommerd. Wij zullen ervoor zorgen dat elk kind in de kinderopvang terecht kan, kwalitatief onderwijs kan volgen en dat dat ook betaalbaar is voor elke ouder. In Vlaanderen wordt 1 kind op 10 in armoede geboren. Onze eerste prioriteit is de strijd tegen kinderarmoede. Hiervoor voorzien we 1 procent van de Vlaamse begroting. Dat is 300 miljoen euro aan extra middelen, bovenop de middelen voor onderwijs, kinderopvang, kinderbijslag en gezinsondersteuning. De overdracht van de kinderbijslag naar Vlaanderen gebruiken we om het systeem te vereenvoudigen, doeltreffender en socialer te maken zonder meerkost. Voor sp.a is elk kind gelijk. Of je nu werknemer, zelfstandige, ambtenaar bent of zonder werk zit: elk kind kost altijd evenveel. In ons voorstel krijgt elk kind hetzelfde basisbedrag: 130 euro. Zo maken we een einde aan de onlogische en ongelijke behandeling tussen kinderen van hetzelfde gezin. Want voor ons is geen enkel kind tweederangs. Maar kinderen kiezen niet in welke wieg ze liggen. Daarom trekken we de sociale toeslagen voor gezinnen met een bescheiden inkomen (tot 2.500 euro bruto) op en dus ook de gezinnen waarin gewerkt wordt geven we extra steun. Met deze uitbreiding bereiken we maar liefst 63.000 kinderen extra en vooral meer eenoudergezinnen. Elk gezin met behoefte aan kinderopvang heeft recht op een kwaliteitsvolle en betaalbare opvangplaats. Wij garanderen het recht op kinderopvang zodat wie zich na drie maand zwangerschap inschrijft zeker een plaats heeft. Het aantal kinderen onder de drie jaar zal tegen 2020 met naar schatting 9 procent stijgen. Om de nood aan extra opvangplaatsen op te vangen, creëren we 20.000 extra opvangplaatsen die betaalbaar zijn en voldoen aan de kwaliteitsvereisten. Daarom maximaliseren we het bestaande potentieel door overbodige regels te vermijden en de leefbaarheid van bestaande initiatieven te verhogen. We investeren hier bovenop 300 miljoen euro extra. Met deze investering kan voor alle ouders de bijdrage voor kinderopvang afhankelijk gemaakt worden van het inkomen van de ouders en wordt de toegankelijkheid van kinderopvang verhoogd voor ouders met een lager inkomen. Ook onderwijs blijft een topprioriteit. Hiervoor werd 1,3 miljard euro aan bijkomende middelen voorzien in de meerjarenplanning. We zorgen ervoor dat er voldoende klassen en scholen zijn zodat elk kind - of het nu in Antwerpen, Gent of Lanaken woont - zeker een plaats heeft. 9 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD We investeren in onze leerkrachten en zetten de onderwijshervorming door. Hiermee geven we een betere startkans aan elke jongere, welk talent hij ook heeft, of hij nu loodgieter of ingenieur willen worden. Elk jaar verlaat 8,7% het middelbaar onderwijs zonder diploma. Wij zorgen ervoor dat meer jongeren met een diploma de school verlaten en een betere kans hebben op een job. We voeren een maximumfactuur in in de eerste graad van het secundair onderwijs door de middelen van de schoolpremie te heroriënteren naar het verlagen van de schoolfactuur van leerlingen. Op die manier zetten we een zeer beperkte schoolpremie (van 22 euro tot 95 euro per kind per schooljaar) op een veel efficiëntere manier in en verlagen we de kosten voor de ouders. Overzicht budget: Meerjarenplanning onderwijs: 1,3 miljard euro. Extra investering in kinderopvang: 300 miljoen euro. Extra investering in strijd tegen kinderarmoede: 300 miljoen euro. Totale investering: 1,9 miljard euro 10 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD III. Begroting: evenwicht om te groeien Een begroting in evenwicht is een belangrijke uitdaging als we de sociale welvaart in ons land verder willen versterken en onze beloften willen waarmaken. Daarom hebben we een begrotingstraject uitgetekend dat ons weer naar een evenwicht brengt. Om het tekort weg te werken is 9,8 miljard nodig. Dat bedrag maken we vrij door verstandige besparingen, zonder avonturen die de betaalbaarheid van uw pensioen of ziekteverzekering in gevaar brengen. Net zoals de voorbije jaren voeren we die besparingen geleidelijk uit, in overeenstemming met het economisch klimaat. Zo vermijden we een vertraging van de groei, wat gebeurde in landen die blind en bruusk besparingen doorvoerden. Zowel de Europese Commissie als het IMF erkent deze visie intussen. De financiën moeten op orde, maar dan op een manier die de tewerkstelling en de economie het minste schaadt. Het is dankzij deze aanpak dat ons land de crisis beter heeft doorstaan dan de meeste buurlanden. 11 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD IV. Budget voor sociale welvaart Koken kost geld en de belofte van meer sociale welvaart kan alleen waargemaakt worden als daar ook de nodige middelen tegenover staan. Als verantwoordelijke partij die de afgelopen jaren het land mee door de crisis loodste, weten we dit zeer goed. Maar het budget moet wel ten dienste staan van de mensen en niet omgekeerd. Sociale welvaart creëer je niet door blind te besparen op wat onze gemeenschap sterker maakt. Sociale welvaart creëer je niet door blind te besparen op onze sociale zekerheid, uw pensioen, de kinderbijslag, het onderwijs of de gezondheidszorg. Sociale welvaart creëer je ook niet door extra lasten te heffen op wie nu reeds eerlijk en correct bijdraagt. Extra inkomsten voor sociale welvaart mogen niet van hen komen die al belastingen op hun werk betalen. Geen verhoging van de BTW dus die het leven duurder maakt en de koopkracht vermindert. Sociale welvaart creëer je daarentegen wel door goed en efficiënt met de beschikbare middelen om te gaan. Dit betekent verstandig besparen, daar waar het kan zonder in de dienstverlening voor de mensen te snijden of te besparen op de kap van de zwaksten in onze maatschappij. 1. Opbrengsten uit besparingen, efficiëntiewinst en schuldafbouw Concreet stelt sp.a voor om: Op de primaire uitgaven van de federale overheid (uitgezonderd: ambtenaren pensioenen, sociale uitgaven en ontwikkelingshulp) besparen we 1,85 miljard. Dit bereiken we onder meer door het centraliseren van diensten zoals justitie en politie. We raken niet aan de middelen inzetbaar op het terrein. We bevriezen het budget voor defensie en zetten het personeel van financiën, door informatisering en datamining, beter in. Bovendien verhogen we de efficiëntie van het personeelsbeleid bij de overheid (o.a. veralgemening ‘nieuwe werken’). De gemeenschappen en gewesten moeten samen 4,8 miljard euro besparen zoals voorgesteld door de Hoge Raad van Financiën. Daarvan is er tot 2019 reeds 2,7 miljard voorzien in het kader van de nieuwe financieringswet. Daar bovenop moet dus nog 2,1 miljard bespaard worden om het traject te volgen dat door de Hoge Raad van Financiën uitgestippeld werd. Voor Vlaanderen is dat ongeveer 1,3 miljard. Deze besparingen kunnen gerealiseerd worden door een efficiënter personeelsbeleid en het verwijderen van dubbele, inefficiënte en versnipperde structuren. Zo kunnen we de centrale, gedecentraliseerde en provinciale agentschappen op de verschillende beleidsdomeinen samenvoegen zoals 12 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD bijvoorbeeld milieu. Ook moet de rol en het takenpakket van bepaalde administraties, zoals landbouw, grondig geëvalueerd en herbekeken worden. De gemeenten moeten de komende jaren hun eigen vooropgestelde pad aanhouden waardoor ook hun begroting in orde gebracht wordt. We vragen geen extra inspanning, zodat ze in staat zijn de pensioenlast te dragen. In de sociale zekerheid garanderen we kwaliteit en betaalbaarheid. Door een efficiëntere organisatie kunnen we 2,75 miljard euro winnen. Dit doen we onder meer door de volledige digitalisering van de ziekteverzekering ondanks de tegenstand bij de artsensyndicaten en een verdere forfaitarisering van de ziekenhuisfinanciering. Deze maatregelen creëren de financiële ruimte om te voorzien in nieuwe noden van een moderne gezondheidszorg zoals uiteengezet in punt 4. Door een snellere afbouw van de schuld dalen ook onze rentelasten. Op basis van de berekeningen van het Planbureau mogen we met de voorgestelde besparingen rekenen op rentewinsten van 1,3 miljard euro. Aangezien dergelijke berekeningen altijd gekenmerkt worden door een mate van onzekerheid gaan wij uit van een voorzichtigere schatting van 900 miljoen euro. We gaan echter verder dan dit. De overheid heeft te veel belangrijke taken om ook nog aandelen te hebben in privébedrijven die niks te maken hebben met haar kerntaken. In de komende legislatuur willen we dan ook het overheidsbelang in BNP Paribas, BIAC en Ethias van de hand doen. Ook de aandelen van Belgacom die niet nodig zijn om een meerderheid te houden binnen het bedrijf kunnen van de hand gedaan worden. De opbrengst van die verkoop, geschat op 10 miljard euro, gaat integraal naar verdere afbouw van onze schuld. Hierdoor betalen we jaarlijks nog eens 300 miljoen euro minder interest aan onze schuldeisers. In totaal hebben we dus 1,2 miljard aan rentewinsten. Dankzij deze ingrepen daalt de overheidsschuld van 100% in 2014 naar bij benadering 85% in 2019. Overzicht budget: Besparing op primaire overheidsuitgaven: 1,85 miljard euro. Besparing bij gemeenschappen en gewesten: 4,8 miljard Efficiëntiewinst in de sociale zekerheid: 2,75 miljard Rentewinsten: 1,2 miljard Totaal: 10,6 miljard euro 13 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD 2. Rechtvaardige fiscaliteit Sociale welvaart creëer je ook door wie nu niet of onvoldoende bijdraagt zijn deel te laten betalen. We leggen dus geen extra lasten op aan de middenklasse op werk of consumptie, maar halen de extra inkomsten bij de grote vermogens in belastingparadijzen en bij multinationals die via allerlei achterpoortjes (nationaal en internationaal) nu geen of weinig belastingen betalen op hun winsten. Grote vermogens laten we bijdragen door de invoering van de Tobintaks zoals reeds afgesproken met 11 andere Europese landen en een meerwaardebelasting op aandelen. Beide maatregelen gaan over inkomsten uit transacties die hoofdzakelijk van speculatieve aard zijn. Samen is dit goed voor 1 miljard euro aan extra inkomsten. Tot nu toe onbelaste of te weinig belaste winsten laten we bijdragen door de hervorming van de DBI en de invoering van fiscale transparantie voor schijnvennootschappen. Ook deze maatregelen zijn goed voor 1 miljard euro aan extra inkomsten. De afgelopen legislatuur haalden we heel wat middelen binnen door de kordate aanpak van fraude en misbruiken. Wij willen verder werken aan deze aanpak die nog lang niet ten einde is. Aan het huidige tempo duurt het nog tot 2030 om de zwarte economie in ons land terug te dringen tot het niveau van onze buurlanden, zeker geen onrealistische doelstelling dus. Een opbrengst van 3 miljard euro tegen 2019 ligt ook in lijn met wat we de afgelopen 2,5 jaar reeds deden. Wie minder voorstelt, schroeft de ambities terug. Overzicht budget: Tobintaks en meerwaarde op aandelen: 1 miljard euro Bijdrage DBI en schijnvennootschappen: 1 miljard euro Fraude en misbruik: 3 miljard euro. Totaal: 5 miljard euro 14 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD Primaire uitgaven federale Opbrengsten voor Investeringen in sociale welvaart sociale welvaart (t.o.v. ongewijzigd (t.o.v. ongewijzigd beleid) beleid) 1,85 miljard euro Begroting in evenwicht 9,8 miljard euro Loonlastenverlaging voor 2,55 miljard euro overheid G&G voorzien in 2,7 miljard euro 1 financierings-wet G&G bovenop financierings- werkgevers 2,1 miljard euro Versterken werkbonus 1,1 miljard euro 2,75 miljard euro Optrekken belastingvrije 0,35 miljard euro wet Efficiëntiewinst sociale zekerheid Versnelde Schuld-afbouw som jongeren 1,2 miljard euro Uitkering boven 0,3 miljard euro armoedegrens Bijdrage tobintaks/ 1 miljard euro speculatie Strijd tegen 0,3 miljard euro kinderarmoede Bijdrage winsten 1 miljard euro Kinderopvang 0,3 miljard euro Bestrijden fraude en 3 miljard euro Zorg voor mensen met 0,1 miljard euro misbruiken een beperking Nieuwe noden 0,8 miljard euro gezondheidszorg Totaal 1 15,6 miljard euro totaal 15,6 miljard euro Dit is 2,5 miljard in 2016 zoals afgesproken in de financieringswet, doorgetrokken naar 2019. 15 - PERSCONFERENTIE 18 MAART 2014 – UW TOEKOMST ONTCIJFERD
© Copyright 2024 ExpyDoc