Investment Letter april 2014

11
Syntrus Achmea
Investment Letter
April 2014
Craquelé
2 4 5 6
Beleggings­
omgeving
Markt­­-­
Vooruitzichten Special
ontwikkelingen Focus op
Tijd om High Yield
Bronnen van
instabiliteit
Veilige beleggingen
gewild
middellange
termijn
af te bouwen?
Bronnen van instabiliteit
In het eerste kwartaal openbaarden zich diverse
nieuwe bronnen van instabiliteit. De geopolitieke
strubbelingen in Oekraïne, kredietproblemen in
China en onzekerheid over het monetaire beleid
zorgden voor onrust. De dominante invloed
van politieke en monetaire autoriteiten op de
beleggingsomgeving is al langere tijd gaande.
Het gefragmenteerde beleid en de politieke
polarisatie zijn belangrijke risico’s in een geleidelijk
verbeterende macro-economische omgeving.
2
Crisis op de Krim
Geopolitieke onrust drukte haar stempel op het
eerste kwartaal van 2014. In Oekraïne was het al enige
tijd onrustig maar eind februari, na het afzetten van
president Viktor Janoekovitsj, escaleerde het interne
conflict. Het Russische leger bezette vervolgens de
Krim waarna deze regio via een referendum aansluiting
zocht en kreeg bij Rusland. De Europese Unie en de
Verenigde Staten hebben de Russische inmenging in
Oekraïne veroordeeld en steunen de nieuwe Westers
georiënteerde Oekraïense regering van interim
president Aleksandr Toertsjinov. Hierdoor staat het
Westen in deze politieke crisis rechtstreeks tegenover
Rusland. Tot op heden is een militair conflict uitge­
bleven en proberen de westerse landen Rusland met
beperkte economische sancties te straffen. Vooralsnog
gaan we ervan uit dat de crisis niet verder escaleert
en dat de effecten op economie en financiële markten
vooral beperkt blijven tot Oekraïne en Rusland.
Chinese groei hapert
Naast de onrust in Oekraïne, maken beleggers zich
zorgen over de economische situatie in China.
Diverse leidende indicatoren wijzen op een afkoeling
van de economie. De groeidoelstelling van de autori­
teiten staat nog steeds op 7,5%. Maar de problemen
in de kredietmarkten vormen een risico. Begin maart
kon een bedrijf dat zonnecellen produceert, Shanghai
Chaori Solar Energy Science & Technology Co, niet
meer aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. Dit was
de eerste wanbetaling op de Chinese binnenlandse
markt voor kredietobligaties. Voorheen redde de
Chinese overheid bedrijven in problemen. De omvang
van de wanbetaling was relatief klein maar er wordt
gevreesd voor meer faillissementen. Dit kan leiden
tot een domino-effect waardoor een Chinese krediet­
crisis ontstaat met wereldwijde uitstralingseffecten.
Maar de autoriteiten hebben voldoende financiële
middelen en de schulden zijn vooral in lokale valuta.
Hiermee rekening houdend gaan we ervan uit dat
de kredietproblemen behapbaar zijn. Het failliet laten
gaan van bedrijven hoort bij het streven naar een
Figuur 1 V
erloop Chinese renminbi ten opzichte van
Amerikaanse dollar
Bron: Bloomberg, Syntrus Achmea
USD/CNY Mid Rate
1% Bandbreedte
USD/CNY spot
2% Bandbreedte
6,5
6,4
6,3
6,2
6,1
6
apr-12
jul-12
okt-12
jan-13
apr-13
jul-13
okt-13
jan-14
De mid rate wordt vastgesteld door de Chinese centrale bank.
De spot rate mag binnen de vastgestelde bandbreedte fluctueren.
meer marktgeoriënteerde economie. Medio maart
werd de bandbreedte vergroot waarbinnen de
Chinese yuan mag fluctueren ten opzichte van de
Amerikaanse dollar van 1% naar 2% (zie figuur 1).
Ook dit is een stap in verdere liberalisatie van de
financiële markten en het streven naar een vrij
verhandelbare munt op termijn. De laatste maanden
verzwakte de Chinese renminbi ten opzichte van de
Amerikaanse dollar. De Chinese centrale bank stuurde
bewust aan op deze depreciatie om speculatieve
kapitaalimport te ontmoedigen. Het afremmen van de
excessieve kredietverlening en het doorvoeren van
hervormingen gaat schoksgewijs. Andere opkomende
landen ondervinden hinder van de afkoeling van de
Chinese economie. Vooral grondstofproducerende
landen zoals Chili en Zuid-Afrika zien hun exporten
onder druk staan.
De Chinese groei­
doelstelling staat nog
steeds op 7,5%.
Onconventioneel monetair beleid
In tegenstelling tot de afzwakkende economische
groei in de opkomende landen, lijkt de groei in de
ontwikkelde landen, vanaf een lager niveau, juist aan
te trekken. In Europa duiden leidende indicatoren,
zoals de inkoopmanagersindex, op aantrekkende groei.
Duitsland blijft de kar trekken. In de Verenigde Staten
worden de macro-economische cijfers enigszins
vertekend door de effecten van het strenge winterweer.
Maar onderliggend is nog steeds een beeld van herstel
zichtbaar. Voor de Amerikaanse centrale bank (Fed)
is dit reden om het opkoopprogramma voor staats­
obligaties en hypotheekgerelateerde obligaties
geleidelijk aan verder af te bouwen. In de vergadering
van de maand maart schroefde de Fed het bedrag
met $10 miljard terug naar $55 miljard per maand.
Naar verwachting wordt het opkoopprogramma
gedurende 2014 bij elke vergadering stapsgewijs
teruggebracht zoals in figuur 2 is weergegeven.
Deze vergaderingen vinden plaats in de maanden
april, juni, juli, september en oktober. Dit betekent
dat in het vierde kwartaal deze onconventionele
maatregel afloopt. Naast het opkoopprogramma
indiceert de Fed ook wat het beleid voor de komen­
de periode zal zijn, ook wel forward guidance
genoemd, in de hoop dat de effectiviteit daardoor
toeneemt. Concreet betekent dit dat de beleidsrente
nog langere tijd laag zal blijven. De financiële markten
prijzen medio 2015 pas de eerste renteverhoging in.
Vooralsnog heeft de forward guidance geleid tot
minder onduidelijkheid over de korte termijnverwach­
tingen ten aanzien van de beleids­rente. Maar de Bank
for International Settlements (BIS), de bank van de
centrale banken, waarschuwde recent dat centrale
banken mede door de forward guidance beleggers
een onterechte suggestie van zekerheid geven
waardoor deze uiteindelijk te grote risico’s gaan
nemen met financiële onevenwichtigheden tot gevolg1.
Dit is één van de onvoorziene risico’s van het
huidige onconventionele monetaire beleid.
ECB blijft terughoudend
Ondanks de in de vorige Investment Letter 2 toege­
lichte deflatiedreiging in de eurozone, blijft de ECB
1Zie: BIS Quaterly review, Forward guidance at the zero lower bound,
March 2014
2Zie: Syntrus Achmea Investment Letter, Deflatiedreiging,
februari 2014
terughoudend met het verruimen van het monetaire
beleid. De huidige inflatiecijfers en -verwachtingen zijn
zeer gematigd. De ECB verwacht dat de inflatie in
de eurozone in 2016 naar 1,7% zal stijgen. In februari
bedroeg de inflatie slechts 0,7%. Pas als de inflatie
onverhoopt wegzakt, zal de ECB overgaan op
onconventionele maatregelen. Gezien de huidige
cyclische economische opleving, is de kans hierop
klein. Indien de euro verder in waarde stijgt, kan dit
ook aanleiding zijn voor de ECB om in actie te
komen. De eurozone blijft gevoelig voor externe
schokken zoals negatieve uitstralingseffecten van
de onrust in Oekraïne en de afzwakkende groei in
China. Daarnaast sluimert de schuldencrisis nog
steeds op de achtergrond. In mei zijn de verkiezingen
voor het Europese Parlement. Een Europasceptische
uitslag kan de al complexe besluitvormingsprocessen
nog verder vertragen. Positief was het aantreden
van de nieuwe hervormingsgezinde premier in Italië,
Matteo Renzi. Hij heeft al diverse groeiondersteunende
maatregelen aangekondigd waaronder een verlaging
van de inkomstenbelasting voor de lagere inkomens.
Ook wordt steeds meer invulling gegeven aan de
bankenunie. Er is een akkoord bereikt over het
liquideren van banken die te zwak zijn om te kunnen
overleven.
Craquelé
Al met al geven de ontwikkelingen van de afgelopen
maanden aan dat, naast de reguliere macro-econo­
mische factoren, (geo)politieke ontwikkelingen en
beleidsintenties van autoriteiten een dominante rol
spelen op de financiële markten. De financiële crisis
heeft diverse zwakheden van het bestaande econo­
misch en financieel systeem blootgelegd en beleids­
makers zijn, deels experimenterend, op zoek naar
oplossingen. Een heldere en breed gedeelde visie
ontbreekt wat ruimte geeft aan gebrekkige coördinatie
en politieke polarisatie. Momenteel is het beeld er
één van craquelé, maar grotere breuken zijn niet uit
te sluiten.
Figuur 2 Opkoopprogramma Fed
Bron: Bloomberg, Syntrus Achmea
Staatsobligaties
Hypotheekgerelateerde obligaties
Hypotheekgerelateerde obligaties (verwachting)
Staatsobligaties (verwachting)
90
80
60
50
40
30
20
dec-14
nov-14
okt-14
sep-14
aug-14
jul-14
jun-14
mei-14
apr-14
mrt-14
feb-14
jan-14
dec-13
nov-13
okt-13
sep-13
aug-13
jun-13
mei-13
apr-13
mrt-13
feb-13
0
jul-13
10
jan-13
Miljard USD
70
3
Veilige beleggingen gewild
De invloed van de diverse bronnen van onrust was
terug te zien op de financiële markten. Staatsobligaties
stegen in waarde terwijl het beeld bij de risicovollere
beleggingen gemengd was. Aandelen bewogen per
saldo zijwaarts en beleggingen uit opkomende
markten stonden onder druk. Maar tegen het eind
van het kwartaal was sterk herstel te zien waardoor
de meeste beleggingscategorieën het eerste kwartaal
met winst afsloten.
Figuur 4 Kapitaalmarktrente
Bron: Bloomberg, Syntrus Achmea
Duitsland
VS
Italië
4,5%
4%
3,5%
3%
2,5%
4
Onrust bepaalt het beeld
In figuur 3 staan de totaalrendementen over het
eerste kwartaal van 2014 weergegeven. Aandelen
fluctueerden fors tijdens het kwartaal maar per saldo
resulteerde een plus van bijna 1%. Bij de opkomende
markten was het beeld divers. De crisis in Oekraïne
zette de Russische aandelenmarkt ruim 14% lager
terwijl de Indonesische aandelenmarkt met bijna
13% in waarde steeg (beide in euro’s).
Europese staatsobligaties wonnen terrein. Zowel in
de kernlanden als in de perifere landen daalde de
kapitaalmarktrente. De Duitse kapitaalmarktrente
daalde van 1,9% naar 1,6%. De nieuwe Italiaanse
premier werd positief onthaald op de financiële
markten. De Italiaanse 10-jaarsrente daalde van 4,1%
naar 3,3% gedurende de eerste drie maanden van
2014 (zie figuur 4). Ook de Amerikaanse kapitaal­
marktrente daalde van 3,0% naar 2,7% ondanks dat
de Fed het opkoopprogramma verder afbouwt.
Kredietobligaties profiteerden van de dalende
risicovrije rente en de verder dalende risico-opslagen.
Investment grade credits sloten het kwartaal af met
een winst van 2,3%. Global High Yield liet een licht
hoger totaalrendement noteren.
Figuur 3 Totaalrendementen t/m maart 2014
2%
1,5%
1%
dec-13
feb-14
jan-14
mrt-14
Ondanks de onrust in de opkomende markten daalde
de risico-opslag van Emerging Market Debt in harde
valuta. Gecombineerd met de gedaalde Amerikaanse
kapitaalmarktrente resulteerde een plus van 3,6%.
Staatspapier uit opkomende markten in lokale valuta
stond gedurende het kwartaal onder druk. Diverse
centrale banken verhoogden de beleidsrente om de
kapitaalvlucht te stoppen en hun valuta te onder­
steunen. Mede door de daling van de Russische
roebel was Russisch schuldpapier de slechtst preste­
rende markt in euro’s. De verschillen tussen de
landen zijn echter groot en tegen het eind van het
kwartaal was sprake van een sterk herstel. Hierdoor
werd het eerste kwartaal toch nog met een winst
van bijna 2% afgesloten.De beleggingscategorie
grondstoffen steeg in waarde. Tussen de subcate­
gorieën waren echter wel grote verschillen waar­
neembaar. De prijzen van industriële metalen zoals
koper daalden door de afzwakkende groei in China.
De edelmetalen en sommige agrarische grondstoffen
profiteerden van de onrust in Oekraïne.
Bron: Bloomberg, Syntrus Achmea
Totaalrendement
6%
5,2%
5%
3,8%
4%
3,6%
2,9%
2,7%
3%
1,9%
2%
1%
0%
2,9%
2,3%
1,4%
0,9%
Aandelen
wereld
(LC)
Staatsobligaties
Eurozone
Staatsobligaties
Duitsland
Staatsobligaties
Italië
Euro inflatiegerelateerde
obligaties
Euro IG
Bedrijfsobligaties
Global
High Yield
(€ hedged)
Emerging
Emerging
Grondstoffen
Market Debt HC Market Debt
(USD)
(€ hedged) LC (unhedged)
Focus op middellange
termijn
De verwachte rendementen voor de komende jaren
zijn gemiddeld genomen laag. Vooral voor de vast­rentende beleggingscategorieën zijn deze de laatste
jaren gedaald door de maatregelen van centrale
banken. Maar vanwege de onzekere beleggings­
omgeving en het gebrek aan aantrekkelijke alternatieven, raden we grote actieve posities momenteel af.
Lage verwachte rendementen
In het verleden is regelmatig gewezen op de lage
rendementsomgeving waar we ons in bevinden.
De maatregelen van centrale banken hebben geleid
tot lage renteniveaus en een toegenomen risico­
bereidheid waardoor risico-opslagen zijn gedaald.
In figuur 5 staan de verwachte rendementen op
jaarbasis voor de komende vijf jaar gebaseerd op
onze waarderingsanalyses. Voor de meeste beleg­
gingscategorieën is de verwachting in historisch
perspectief laag. Alleen sommige opkomende markten­beleggingen zijn vanuit waarderingsperspectief
aantrekkelijk. Aandelen genieten de voorkeur boven
eurostaatsobligaties al is ook het verwachte rendement
op sommige aandelenregio’s de laatste kwartalen
gedaald.
Geen grote posities
Zoals in Beleggingsomgeving is beschreven, spelen
(geo)politieke ontwikkelingen en beleidsintenties
van autoriteiten op dit moment een dominante rol
op de financiële markten. In een dergelijke onzekere
omgeving is het aangaan van grote actieve posities af
te raden. De gevolgen voor de beleggingscategorieën
kunnen tegengesteld zijn afhankelijk van het scenario
dat zich voltrekt. Zo zal een escalatie van de crisis in
Oekraïne leiden tot een vlucht naar veilige staats­
obligaties met positieve rendementen tot gevolg.
De positieve rendementen zullen wel beperkt zijn
gezien de huidige lage kapitaalmarktrente. Een sneller
dan verwachte afbouw van het opkoopprogramma
van de Fed zal echter leiden tot stijgende renteniveaus.
De koersverliezen zullen dan leiden tot negatieve
totaalrendementen voor staatsobligaties.
Waardering High Yield
Voor ons Dynamisch Asset Allocatie (DAA) beleid
houden we vast aan ons op de middellange termijn
georiënteerde beleggingsbeleid. De uitkomsten
hiervan gecombineerd met de huidige beleggings­
omgeving, bepalen onze posities. In de Special:
Tijd om High Yield af te bouwen? wordt het lage
verwachte rendement op Global High Yield toegelicht.
Vanuit waarderingsperspectief wordt deze beleg­
gingscategorie steeds minder interessant, terwijl de
huidige beleggingsomgeving nog steeds gunstig is
voor deze categorie. Dit zien we terug bij meer
beleggingscategorieën. Ten opzichte van de lange
termijn historie zijn de verwachte rendementen laag.
Maar in het licht van de lage renteomgeving zijn
deze beleggingen nog wel aantrekkelijk.
Figuur 5 DAA-verwachtingen (ultimo maart 2014)
Bron: Syntrus Achmea
Beleggingscategorie
Aandelen Emerging Markets
Aandelen Europa
Negatief
Positief
Advies
DAA
+1%
9,50%
Aantrekkelijke verwacht rendement door lage waardering
+0,5%
8,50%
Aantrekkelijke waardering maar stagnerende macro-economische omgeving
6,75%
Aantrekkelijke yield maar hoog valutarisico op korte termijn
Emerging Market Debt LC
Aandelen VS
+0,5%
Toelichting
5,75%
Aan de dure kant maar nog wel een gunstige beleggingsomgeving
3,00%
Gevoelig voor rentestijging VS door hoge duratie
Aandelen Japan
4,50%
Laag verwacht rendement door forse stijging afgelopen jaar
Grondstoffen
4,00%
Geopolitiekrisico van invloed op korte termijn
Global High Yield
2,25%
Aan de dure kant door lage risico-opslag en lage risicovrije rente
Staatsobligaties niet-kernlanden
1,75%
Laag verwacht rendement door sterk ingekomen risico-opslagen
Investment Grade Credit
1,50%
Lage absolute yield, gemiddelde risico-opslag
Kasgeld
0,75%
Rente op kasgeld blijft voorlopig laag
0,75%
Beperkt rendement door lage reële rente en lage inflatieverwachting
0,75%
Verwacht rendement blijft historisch laag
Emerging Market Debt HC
Inflatiegerelateerde obligaties
Staatsobligaties Kernlanden
-2%
Deze tabel vat de visie samen die ten grondslag ligt aan de Dynamische Asset Allocatie (DAA). De verwachte rendementen zijn gemiddelde rendementen per jaar en
hebben betrekking op de komende 5 jaar. De verwachte rendementen zijn in euro’s. Alle niet-eurobeleggingen zijn afgedekt naar euro’s behalve Emerging Market Debt LC.
De aantrekkelijkheid van de beleggingscategorieën komt tot stand op basis van zowel rendements- als risicoschattingen.
5
Tijd om High Yield af te
bouwen?
Niet alleen staatsobligaties profiteerden van het
ruime en onconventionele monetaire beleid de
afgelopen jaren. Ook de meer risicovolle categorieën zoals High Yield stegen fors in waarde.
De toegenomen risicobereidheid van de beleggers
en de zoektocht naar rendement resulteerden in sterk
dalende risicopremies. Als gevolg hiervan is het
verwacht rendement op High Yield in historisch opzicht
erg laag. Daarmee rijst de vraag of de allocatie naar
High Yield op korte termijn afgebouwd moet worden.
6
Dalende risico-opslag
Sinds de kredietcrisis hebben westerse centrale
banken de beleidsrentes verlaagd tot historisch
lage niveaus en daarnaast hebben ze een aantal
onconventionele maatregelen genomen. In lijn
daarmee daalden ook de kapitaalmarktrentes naar
historisch lage niveaus. De onconventionele maat­
regelen en de herstellende macro-economie leidden
tot een toename van de risicobereidheid van
beleggers. Hierdoor daalden de risicopremies.
De lage vergoeding op veilige beleggingen zoals
staatsobligaties creëerde vervolgens een omgeving
waarin de zoektocht naar rendement (search for
yield3)1steeds sterker werd. Dit versterkte de daling
van de risicopremies van diverse beleggings­
categorieën, waaronder High Yield4.2In figuur 6 is
het verloop van de risico-opslag van High Yield
weergegeven. Sinds de piek eind 2008 is de risicoopslag ten opzichte van staatsobligaties sterk
gedaald tot ruim 400 basispunten eind maart 2014.
Het gemiddelde totaalrendement over de afgelopen
vijf jaar bedroeg dan ook 17,6% per jaar.
Vergoeding voor hoger risico
De risico-opslag van High Yield is de vergoeding
voor het hogere kredietrisico dat gelopen wordt.
Het zijn namelijk bedrijfsobligaties uit het risicovolle
segment, ook wel aangeduid als ‘junk bonds’ of
‘speculative grade’. Deze obligaties hebben een
relatief lage kredietwaardigheid. Dit is de tegen­
hanger van obligaties met een relatief hoge
kredietrating, aangeduid als ‘investment grade’.
De hoge risicopremie is geen overbodige luxe.
Het is onder andere een vergoeding voor de
verliezen die voortkomen uit wanbetaling. Dit verlies
is een functie van de mate van wanbetaling (default
rate) gecorrigeerd voor het deel dat daarvan alsnog
teruggevorderd kan worden (recovery rate).
In figuur 6 is het verloop van dit verlies weergegeven.
Het gemiddelde verlies als gevolg van wanbetaling
bedraagt tussen 1982 en 2013 circa 2,7% per jaar.
Door de tijd heen fluctueert dit verlies echter sterk.
Vooral tijdens een economische recessie loopt het
kredietverlies op.
Het verwacht rende­
ment op High Yield
is historisch laag.
Verwacht rendement
Het verwachte verlies als gevolg van wanbetaling is
één van de elementen voor het bepalen van het
verwacht rendement op High Yield. Andere factoren
die het rendement beïnvloeden zijn: de duratie en
de verwachte mutaties van de risicovrije rente en
van de risicopremie. Echter op basis van onderzoek
door Syntrus Achmea blijkt dat op een 5-jaars­
horizon het effectieve rendement (yield to worst)
gecorrigeerd voor kredietverlies een redelijke
schatting is van het verwacht rendement. In figuur 7
is conform deze methodiek het verwachte gemiddelde
Figuur 6 Risico-opslag en kredietverlies High Yield
Bron: Moody’s, BofA Merrill Lynch
Risico-opslag Global High Yield
12-maands gerealiseerd kredietverlies
20%
18%
16%
14%
12%
10%
3Met search for yield wordt bedoeld dat beleggers vanwege de lage
renteomgeving op zoek gaan naar risicovollere beleggingen met
hogere effectieve renteniveaus.
4Als benchmark voor High Yield hanteren wij de Merrill Lynch Global
High Yield ex financials index. Deze benchmark bestaat voor circa 80%
uit Amerikaanse kredietobligaties en het overige deel is nagenoeg
Europees. Financiële instellingen maken geen deel uit van de index.
8%
6%
4%
2%
0%
dec-97 dec-99 dec-01 dec-03 dec-05 dec-07 dec-09 dec-11
dec-13
rendement per jaar op een 5-jaarshorizon weer­
gegeven, aangevuld met het daadwerkelijk gereali­
seerde totaalrendement. Uit figuur 7 blijkt dat op dit
moment het verwachte nominale rendement op
High Yield het laagste niveau bereikt heeft sinds de
startdatum van de door ons gehanteerde index.
Dit komt door zowel de lage risicovrije rente als de
lage risico-opslag zoals in figuur 6 is weergegeven.
De lijn van het gerealiseerde rendement loopt mee
met de schatting die vijf jaar daarvoor gemaakt is.
Het laatste punt van deze donkerblauwe lijn komt
dus overeen met het rendement over de meest
recente vijf jaar. Historisch gezien ligt het gereali­
seerde totaalrendement dicht bij de schatting.
Behalve in 2003. Het gerealiseerde totaalrendement,
over de periode 2003-2008, was fors lager dan de
schatting. Dit komt doordat het feitelijke 5-jaarsren­
dement sterk negatief beïnvloed wordt door de
kredietcrisis in 2008. De vraag die nu opdoemt, is of
met een verwacht gemiddeld totaalrendement per
jaar van ruim 2% het geen tijd wordt om High Yield
af te bouwen. Om deze vraag te beantwoorden,
analyseren we eerst de ‘triggers’ die in het verleden
hebben geleid tot een stijging van de risico-opslag
en een underperformance van High Yield. Dit zijn
achtereenvolgend een verkrappend monetair beleid
en een verslechtering van de financiële gezondheid
van het bedrijfsleven.
Huidige beleggings­
omgeving ondersteunt
High Yield.
Monetair beleid
Een einde van het ruime monetaire beleid in de
westerse wereld is nog niet in zicht. De beleids­
rentes zijn laag en diverse onconventionele maat­
regelen worden uitgevoerd. Naar verwachting zal
het opkoopprogramma van de Fed in de loop van
2014 verder worden afgebouwd (zie Beleggings­
omgeving). De beleidsrente zal naar verwachting
pas medio 2015 worden verhoogd. De ECB voert
mogelijk nog verruimende maatregelen door om de
deflatiedreiging tegen te gaan. Van een monetaire
verkrapping is dus voorlopig nog geen sprake.
Mede hierdoor zal ook de kapitaalmarktrente nog
lange tijd laag blijven. Deze lage renteniveaus
zorgen voor een lage rendementsomgeving.
Daarom verwachten wij dat de zoektocht naar
rendement nog zal aanhouden. Want ook al is het
verwacht rendement van High Yield laag in historisch
perspectief, het is altijd nog meer dan de lage
Figuur 7 V
erwacht en gerealiseerd totaalrendement
High Yield
Bron: Syntrus Achmea
Gerealiseerd rendement
Verwacht rendement
20%
15%
10%
5%
0%
-5%
dec-97 dec-99 dec-01 dec-03 dec-05 dec-07 dec-09 dec-11
dec-13
effectieve rentevergoeding op risicovrij staatspapier
en kasgeld. Door de lage renteniveaus zijn de
verwachte rendementen voor de meeste beleggings­
categorieën gematigd.
Gezond bedrijfsleven
Het bedrijfsleven staat er relatief goed voor mede
door het macro-economische herstel. Zo is de
solvabiliteit van het bedrijfsleven de afgelopen jaren
behoorlijk toegenomen. Dit resulteerde in een lage
mate van wanbetaling. Gegeven de goede gezond­
heid van de bedrijfsbalansen zullen wanbetalingen
ook de komende tijd nog laag blijven. De financiële
gezondheid van het bedrijfsleven wordt ondersteund
door het economisch herstel. Vooral in de Verenigde
Staten herstelt de economie de laatste jaren gestaag
van de financiële crisis. Dit is terug te zien in de
opleving van de huizenmarkt, het gestegen
consumenten­vertrouwen en de daling van de werkloos­
heid. Uit historische analyses blijkt dat het rendement
op High Yield vooral achterblijft voorafgaand aan en
gedurende recessies. In figuur 8 staat dit weergegeven.
Figuur 8 R
endementsverloop High Yield ten opzichte
van staatsobligaties
Bron: Syntrus Achmea
Recessie
US HY versus US treasuries
200
175
150
125
100
75
jul-83
jul-87
jul-91
jul-95
jul-99
jul-03
jul-07
jul-11
7
De maanden voorafgaand aan en gedurende een
recessie, zoals begin jaren negentig, worden
gekenmerkt door een verkrappend monetair beleid,
toenemende risicoaversie en een verslechtering van
de financiële gezondheid van het bedrijfsleven.
De wanbetalingen op High Yield nemen dan toe en
beleggers geven dan de voorkeur aan veiligere
beleggingen. Op dit moment verwachten we echter
geen recessie in de Verenigde Staten en de eurozone.
Per saldo zullen het economisch herstel, het ruime
monetaire beleid, het financieel gezonde bedrijfsleven
en het ontbreken van aantrekkelijke alternatieven,
High Yield blijven ondersteunen.
8
Risico’s
Ondanks deze gunstige beleggingsomgeving, liggen
er wel degelijk risico’s op de loer. Het huidige positieve
sentiment voor High Yield kan negatief beïnvloed
worden door een externe schok. Een mogelijke
escalatie van de geopolitieke crisis in Oekraïne kan
hiervoor aanleiding zijn (zie Beleggingsomgeving).
Ook China blijft een risico. De economische vertraging
en ontwikkelingen in het schaduwbankwezen leiden
tot speculaties over een harde landing in China.
Wij verwachten dat China de middelen en instru­
menten heeft om dit te voorkomen. Maar een sterker
dan verwachte groeiafzwakking in China kan ook de
economische groei en het bedrijfsleven in het westen
raken. Naast deze externe schokken kan een sneller
dan verwachte verkrapping van het monetaire beleid
roet in het eten gooien. De stijgende risicovrije rente
en het herprijzen van risico, zullen het rendement
van High Yield dan onder druk zetten. Ondanks dat
de financiële gezondheid van het bedrijfsleven goed
is, daalt de kwaliteit van nieuwe obligatie-uitgiftes.
Steeds meer High Yield obligaties worden uitgegeven
door financieel zwakkere bedrijven. De huidige lage
risico-opslagen bieden dan onvoldoende compensatie
voor het risico zodra het economisch minder gaat.
Tot slot is High Yield een zeer populaire beleggings­
categorie geweest de afgelopen jaren. Indien het
sentiment draait, kan de vaak beperkte liquiditeit
leiden tot forse uitslagen.
Conclusie
Het totaalrendement op High Yield was de afgelopen
jaren erg hoog. De risico-opslag is fors gedaald
waardoor het verwacht rendement historisch laag is.
Toch is de huidige beleggingsomgeving nog steeds
relatief gunstig voor deze beleggingscategorie.
Het monetaire beleid blijft voorlopig ruim en de
zoektocht naar rendement houdt aan. Daarnaast
staat het bedrijfsleven er financieel solide voor en is
het aantal wanbetalingen laag. En er zijn nauwelijks
aantrekkelijke alternatieven. De verwachte rende­
menten op veiligere beleggingen zoals staatsobligaties
en kasgeld, zijn ook historisch laag. Momenteel zien
we dan ook geen aanleiding om High Yield af te
bouwen ondanks de lage rendementsverwachting.
We verwachten dat de lage renteniveaus en risicoopslagen de komende periode nog zullen aanhouden
mits zich geen externe schokken voordoen. Dit neemt
niet weg dat bij een verdere daling van de risicoopslag, de aantrekkelijkheid van de categorie nog
verder daalt. Een nog lagere vergoeding voor het
kredietrisico kan dan aanleiding zijn voor afbouw
van deze beleggingscategorie.
Disclaimer
Colofon
De in deze publicatie aangeboden informatie is bedoeld als informatie in
Meer Weten? Neem dan contact
algemene zin en mag niet worden beschouwd als een op uw situatie toegespitst
op met uw fondsmanager of
advies. Syntrus Achmea heeft de inhoud van deze publicatie met de grootst
account-CIO. De Syntrus Achmea
mogelijke zorgvuldigheid samengesteld en zich gebaseerd op betrouwbaar
Investment Letter is een uitgave van
geachte informatiebronnen. Er wordt echter nooit garantie of verklaring gegeven
de afdeling Investment Strategy van
over de juistheid en volledigheid van die informatie, noch uitdrukkelijk, noch
Syntrus Achmea.
stilzwijgend. Aan de verstrekte informatie, aanbevelingen en berekende waardes
kunnen geen rechten worden ontleend. De verstrekte informatie is uitsluitend
indicatief en aan verandering onderhevig. Opinies, feiten en meningen kunnen
zonder nadere aankondiging worden gewijzigd.