APRIL 2014

We
zijn
dit
schoo
ljaar
be-
U
APRIL 2014
DEZE MAAND IN HET BULLETIN
Presentatie Profielwerkstukken


Chinese Taal & Cultuur: officieel eindexamenvak

CSI … puzzelen met DNA-piekjes: de overval
Romeinen aten vooral veevoeder

Brieven van Plinius en Cicero


Klassiekers in de reclame
gonn
en
met
Zoals u in de jaarplanner heeft kunnen lezen staat er
een studiedag voor
docenten gepland
op vrijdag 18 april.
Deze dag zijn de
leerlingen lesvrij.
Vrijdag 25 april
staat de excursie
voor leerjaar 1 en
2 naar de Efteling
in de planning.
Voor de overige
leerjaren wordt gekeken naar een
goede invulling.
Hierover volgt
spoedig meer informatie.
za 5, 12, 19 april en za 3 mei examentraining voor m, h, v
3, 7 en 10 april CKV excursie H4
5 t/m 11 april China-uitwisseling
7 april herkansing SE3 examenkandidaten
7 april pretest nieuwe leerlingen
10 april M3 examen Anglia English
18 en 21 april Goede Vrijdag, 2e Paasdag lesvrij
22 april Taaldorp
24 april
BBQ Examenkandidaten
25 april excursiedag
26 april t/m 11 mei Meivakantie
12 mei start Centraal Examen !!!
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Pagina 2
P R E S E N T A T I E
PROFIELWERKSTUKKEN
donderdag 27 februari 2014
Op donderdag 27 februari 2014 hebben
de leerlingen van havo 5 en vwo 6 een
presentatie over hun profielwerkstuk gehouden. De leerlingen van vwo 6 werden
allemaal bij elkaar gezet. Daardoor kwamen er verschillende onderwerpen aan
bod: van het verschil tussen moderne en
historische oorlogen tot de perceptie van
het menselijk brein. Alle ouders waren
uitgenodigd en de leerlingen mochten in
15 minuten hun profielwerkstuk bespreken. Wij allemaal hebben veel opgedaan
van ons onderzoek. Alle groepjes hebben
een proces van maanden doorgemaakt
om tot hun eindproduct te komen: het
profielwerkstuk. De sfeer bij vwo 6 was
heel goed en iedereen had heel leuk gepresenteerd. We zijn allemaal opgelucht
dat het profielwerkstuk eindelijk afgerond
is.
Aisha Ahmed, VWO 6
Chinese taal & cultuur:
officieel eindexamenvak
In november 2011 heeft staatssecretaris Dekker van onderwijs bekend gemaakt
dat leerlingen in Nederland vanaf 2015 eindexamen mogen doen in het vak Chinese Taal & Cultuur.
Een hele goede ontwikkeling waaraan de sectie Chinees van het Sint-Montfort
met veel plezier heeft bijgedragen: In 2010 startte op negen scholen, waaronder
het Sint-Montfort, een pilot met lessen in het Mandarijn Chinees (Mandarijn is
het standaard-Chinees ofwel het ABN van China, het ABC dus). Naast onderzoek
en het delen van ervaringen is er ook gewerkt aan de inhoud van het eerste eindexamen. Als deelnemende pilot- school heeft Sint-Montfort al 3 jaar de licentie
om het Chinees als examenvak aan te bieden. Vorig schooljaar hebben we dan
ook met gepaste trots onze eerste eindexamenkandidaat kunnen feliciteren met
het behalen van het vak Chinese taal & cultuur als onderdeel van zijn vwodiploma.
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Pagina 3
Chinees als eindexamen: wat betekent dit in de praktijk?
Op dit moment kunnen Havo- en VWO leerlingen als verplichte tweede vreemde taal, naast Engels, kiezen voor
Frans, Duits of Chinees. Chinees past bij alle profielen in de
vrije ruimte en kan als extra vreemde taal in de profielen
CM en EM gekozen worden. In de bovenbouw worden er gemiddeld 2,5 lesuren Chinees gegeven. Het vak Chinese taal
& cultuur wordt voorlopig nog niet als centraal examen
maar alleen als schoolexamen aangeboden. Wel is het afsluitende SE-examen vergelijkbaar met een centraal examen
wat betreft inhoud en vorm, en het weegt derhalve ook het
zwaarst mee.
Curriculum
De naam zegt het al: naast taalverwerving van het Mandarijn (spreken, lezen, luisteren en schrijven) bestaat het curriculum van het vak Chinese taal & cultuur voor 20% uit
cultuuronderwijs. Hiervoor is bewust gekozen door het ministerie van Onderwijs en de betrokkenen van de pilot Chinees. Dit omdat de huidige mondiale samenleving verlangt
dat Nederlandse jongeren over landsgrenzen heen kunnen
denken en presteren. Deze (inter)culturele vaardigheden
worden dan ook getraind en getoetst tijdens de lessen Chinese taal & cultuur.
Vanaf de brugklas worden de (inter)culturele kennis en
vaardigheden gedurende alle leerjaren opgebouwd. In de bovenbouw wordt het domein cultuur door middel van
schoolexamens afgesloten. Qua inhoud ligt de nadruk tijdens de SE-examens Chinese cultuur op het leren begrijpen
van de moderne Chinese samenleving en de rol van China
in de wereld. Daarnaast speelt het leren handelen in een
(inter)culturele context een belangrijke rol. Dit alles doen we
door het bezoeken van films en tentoonstellingen, rollenspel, het schrijven van
(reflectie) verslagen, het geven van presentaties/ discussies en het lezen van
vertaalde Chinese literatuur.
Su Shi (蘇軾,苏轼)
dichter en staatsman, 11e eeuw
(Wen, literatuur)
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Pagina 4
Voorbeeld van (inter)cultureel vaardig zijn:
Mark loopt stage bij een internationaal overslagbedrijf in Rotterdam. Tot
zijn grote plezier mag hij samen met zijn leidinggevende mee naar een
meeting van een belangrijke Chinese zakenrelatie.
Tijdens de ontmoeting bieden de Chinese zakenlieden Mark’s leidinggevende vrij plotseling verschillende prachtig ingepakte cadeaus aan.
Mark’s leidinggevende pakt het grote pakket gelukkig met twee handen
aan maar bedankt kort met een knik (in de veronderstelling dat hij pas
goed bedankt na opening van het cadeau). Enthousiast begint hij aan de
verpakking te trekken.
- Mark heeft op school het vak Chinese taal & cultuur en weet niet alleen
dat je in China een cadeau met twee handen moet aanpakken maar ook
dat het in China vrij onbeleefd is om een cadeau in het bijzijn van de gever
te openen. De aanblik van een ongepast of een te goedkoop/duur cadeau
zou zowel de gever als de ontvanger in verlegenheid kunnen brengen. In de
Chinese context noemen we dat “gezichtsverlies”( 丢面子 diūmiànzi).Snel seint Mark naar zijn baas en fluistert hem toe dat hij het cadeau beter dicht laat. De baas van Mark laat het cadeau dicht en bedankt de Chinese partner vervolgens zeer uitgebreid. De Chinese partner lacht en
spreekt zijn hoop op een goede samenwerking nog eens uit. De sfeer blijft
goed en de meeting wordt succesvol afgerond. Mark wordt door zijn baas
bedankt en gecomplimenteerd met zijn (inter)cultureel handelen.
Judith Zoetelief,
docent Chinese Taal & Cultuur
Puzzelen met DNA-piekjes: de overval
Studenten van de UVA en de VU uit Amsterdam lieten aan V4 en V5 zien dat forensisch onderzoek heel
spectaculair is, maar dat het wel totaal anders is dan
wat je ziet bij CSI of Flikken Maastricht. De laatste
jaren zijn heel wat moordzaken opgelost door het al dan niet vrijwillig DNA onderzoek en dat allemaal in het laboratorium door een forensisch inspecteur. Vandaag
werd op het Sint-Montfort een overval op een supermarkt onderzocht.
Je moet als forensisch inspecteur heel secuur te werk gaan. Immers, verdachten
laten DNA overal slingeren: in een klein beetje speeksel, in een hoofdhaar of met
huidcellen. Of wat te denken van een druppeltje
bloed, omdat net die ene puist werd uitgeknepen.
Hoeveel bleek je ook gebruikt op een plaats delict
om de boel schoon te boenen, de forensisch medewerker weet altijd wel een DNA-spoor te achterhalen. Maar wat als je een stoere inspecteur van TV
bent, dan sta je daar in je vette leren jack en je
mok slappe koffie… Contaminatie all over the
place!
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Pagina 5
Contaminatie betekent zoveel als dat het DNA van een inspecteur
en van een verdacht door elkaar raakt. Vandaar dat een labmedewerker altijd zijn bureau en kamer moet opruimen en
schoonhouden, zijn of haar moeder zal trots hem of haar zijn!
Onze jonge onderzoekers uit V4 en V5, gehuld in lab-jas met
haarnetje en mondkapje, kregen een gevonden bivakmuts van
plaats delict. Aan V4 en V5 de kans om het DNA van twee verdachten en een slachtoffer te vergelijken met sporen op de bivakmuts. Die sporen vinden was al een uitdaging op zich. Je spuit
wat contractievloeistof, je zet je beschermende bril p en je doet
je UV lampje aan. DNA sporen zijn dan makkelijk te vinden. Vervolgens was je dat DNA, gewassen DNA is namelijk makkelijker
te behandelen, duh!
Onze helden uit de Vwo-klas pipetteerden het DNA in een
epje, lieten het knippen, plakken. En daar kopieerden ze
(ctrl paste en crtl copy) vervolgens een stuk of miljard
van.
Deze enorme hoeveelheid DNA (nog steeds in een heel
klein potje) werd in een apparaat van €30000,- geplaatst.
Et voilà, 20 minuten later kon het DNA van een verdachte
worden gelinkt met het DNA-spoor op de bivakmuts. Ieder DNA bevat unieke piekjes. Deze piekjes werden dus
vergeleken met de piekjes van de bivakmuts. En dan is de
kans dat iemand dezelfde piekjes heeft 1 op de
94.000.000.
Maar of de verdachte schuldig is? Laat dat maar aan de
rechter over, de verdachte had vast een moeilijke jeugd. De forensisch medewerker schrijft alleen het rapport met daarin de
piekjes en de kans dat iemand dezelfde piekjes heeft aan de officier van justitie. Let dus goed je DNA, laat het niet zomaar rondslingeren...
David van Toledo,
CSI Montfort
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Pagina 6
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Pagina 7
ROMEINEN
ATEN VOORAL
VEEVOEDER
In oude teksten worden de Romeinen afgeschilderd als smulpapen
die zich tegoed deden aan fruit, vis en gebak. En als je in Archeon
bent moet je beslist eens “aanliggen” in de villa! Ook afbeeldingen
laten weinig te raden over: de Romeinen leefden een goed leven en
deden zich tegoed aan wat men dan noemt “copieuze maaltijden”.
Maar in werkelijkheid aten ze toch vooral armoedig voedsel. Dat
concludeert de Amerikaanse University of West-Florida, die skeletten van gewone Romeinen aan isotoopanalysen onderwierp
(onderzoek waarbij men gebruik maakt van radioactieve stoffen). Uit
het onderzoek blijkt dat de Romeinen vooral leefden van gierst –
een gewas dat volgens de Romeinse bronnen eigenlijk alleen geschikt werd geacht als voer voor dieren. Gierst is een soort graan
met een kleine korrel en hoort tot de grasgewassen.
De onderzochte botten zijn afkomstig van 36 skeletten uit de Romeinse bloeitijd van de 1e eeuw tot circa 300 AD. Sommige lagen op
een begraafplaats net buiten de stadsmuur, andere komen uit een
van de arme buitenwijken van Rome. Duidelijk blijkt dat hoe lager
de sociale status was, hoe meer gierst men at.
Bronnen:
Historia
Wikipedia
‘Er liggen nog steeds duizenden skeletten in Rome die niemand
heeft onderzocht en die ons meer kunnen leren over de gewone Romeinen’, zegt onderzoeksleider
Kristina Killgrove, die schat dat
98% van de twee miljoen Romeinen voornamelijk leefde van
gierst. Slechts de allerrijksten
konden zich de copieuze diners
veroorloven!
Ardy W.J. Biemans
docent geschiedenis
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Pagina 8
Brieven van Plinius en Cicero
U kent vast wel de uitdrukking ‘hij schreef een heel epistel’. Dit
ouderwetse woord komt (zoals zoveel woorden) uit het Latijn:
epistula = brief.
Het literaire genre van de epistolografie ontleent hieraan zijn naam,
‘brievenschrijfkunst’. De eindexamenbundel Latijn van komend
jaar bevat brieven van de Romeinen Cicero en Plinius. Antieke
brieven dus. Wat zou daar nu nog in staan dat voor ons de moeite
waard is?
Het sturen van een brief
Allereerst zal ik iets vertellen over brieven in de oudheid. Tegenwoordig bereikt het grootste deel van de post ons in elektronische
vorm. Wie schrijft er nog wel eens een brief op papier? Doet die in
een envelop, netjes voorzien van adressering en postzegel? De
meesten van ons komen niet veel verder meer dan verjaardags- en
kerstkaarten. Dat elektronische gedoe, dat heeft voor het verdwijnen van postkantoren en van postbodes gezorgd. Uw kleinkinderen
kunt u straks echt geen dvd’tje meer van Pieter Post laten zien, ze
hebben geen idee wat een postbode is. Maar goed, ik ga niet mopperen nu.
Het mooie van geschiedenis is dat je er mee kunt tijdreizen.
Stel je eens voor dat je in Rome bent en je wilt een brief
schrijven naar je vrouw en kinderen, die in het landhuis in
de provincie zijn. Je bent niet zomaar een eenvoudige Romein - dan bezit je immers geen landhuis - maar een heer
van stand. (Een heer van stand is iemand die niet hoeft te
werken voor zijn geld, trouwens, dat u dat even weet. Een
Romein van stand hoeft alleen zijn bezittingen en landerijen
te beheren en in zijn vrije tijd bedrijft hij wat politiek als senator.)
Maar goed, je wilt dus een brief schrijven. Als je graag
schrijft neem je zelf de pen ter hand, zo niet, dan roep je je
secretaris en dicteer je een brief. Korte briefjes en aantekeningen werden geschreven op wastafeltjes, voor het betere
briefschrijven gebruikte men rolletjes van papyrus. Dan het
verzenden: in een envelop? Nee, die bestond nog niet. De
papyrusrol werd verzegeld met het persoonlijke zegel van de
afzender. Vervolgens naar de brievenbus wandelen? Helaas,
die bestond evenmin. Nu kwam dus het lastige deel: hoe
krijg je een brief bij de adressaat, die honderden, soms zelfs
duizenden kilometers van je verwijderd is?
Pagina 9
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Je moest de brief meegeven aan een koerier.
Tot aan de uitvinding van de auto was het
paard het snelste vervoermiddel over land. In
vroeger eeuwen bestond al een soort postdienst, namelijk de postkoets, die voor een min
of meer regelmatige bezorging van post zorgde.
In de oudheid was dat er nog niet. Als je geluk
had reisde er iemand uit jouw kennissenkring
toevallig die week naar de provincie reisde, dan
kon je de brief meegeven. Zo niet, dan zat er
weinig anders op zelf een koerier op pad te sturen. De brieven die ons zijn overgeleverd vanuit
de oudheid zijn over het algemeen met zorg geschreven. Er is aandacht aan besteed, de
schrijver heeft geprobeerd de gebeurtenissen
en zijn eigen gedachten op literaire wijze vorm
te geven. Logisch, want bij correspondentie
kwam dus veel meer kijken dan ‘ff een mailtje
sturen”!
de brieven van Plinius
Hiernaast ziet u Plinius de Oudere (Plinius Maior), de oom
van Plinius de Jongere (Minor). Deze laatste is het bekendst
van de twee; in zijn geboortestad Como is men maar wát
trots op deze Romeinse schrijver.
Plinius de Jongere (rechts) heeft de uitbarsting van de Vesuvius als
ooggetuige meegemaakt in het jaar 79 na Chr. Ook zijn oom was erbij, maar die heeft het niet overleefd. Na de uitbarsting heeft Plinius
zijn ervaringen genoteerd in een brief, niet toevallig één van de brieven die de leerlingen komend jaar gaan vertalen. De brief beschrijft
de gebeurtenissen op die dag in augustus 79 AD, de dag die fataal
zou zijn voor de Romeinse stadjes Pompeji en Herculaneum.
Op dit plaatje zit de jonge Plinius nog rustig met zijn huiswerk
op schoot, terwijl de lucht zwart kleurt door de as uit de vulkaan. De bedienden zijn al behoorlijk opgewonden door het
schouwspel aan de andere kant van de baai. Een huisvriend
draagt Plinius en zijn moeder op om te vluchten, nu het nog
kan. Immers, wie weet wat er nog voor gevaarlijks kan gebeuren. Enfin, de brief vertelt uitgebreid verder. Ik niet, anders
komt er nooit een einde aan deze nieuwsbrief. Ik wil u ook
nog van alles vertellen over Cicero en zijn brieven… maar dat
is voor een volgende keer!
Cecile Gieben,
docent Klassieke Talen en KCV
Pagina 10
OUDERBULLETIN SINT-MONTFORT
Klassiekers in de reclame
Ook in de reclamewereld wordt met graagte teruggegrepen
op de Klassieke Oudheid. Hieronder staat een paar voorbeelden …
AWJB
Bron: Stilus
Hoegaarden CAESAR bier
Nike Sportswear
Sandalen van Ecco
NERO, software of CD Roms te branden
COLOFON
Sint-Montfortcollege
Montessoriweg 55
3083 AN Rotterdam
010—485 52 77
Het Ouderbulletin is een
maandelijkse uitgave van het
Sint-Montfortcollege
REDACTIE
Ardy Biemans
Cecile Gieben
Judith Zoetelief
www.sintmontfort.nl
www.gymnasiumsintmontfort.nl
© april 2014