Nummer 9 - BC Broekhin

VRIJESCHOOLPAROOL
Fred Kessels
Eerste jaargang nummer 9
VRIJESCHOOLPAROOL
LEREN LATEN VERLANGEN NAAR DE EINDELOZE ZEE
‘Het effect is aantoonbaar,’ zegt conrector Henk
Giesbers (64), al bijna 40 jaar werkzaam op BC
Broekhin, een scholengemeenschap voor 1600
leerlingen. ‘Want in de vleugel waar jullie als
vrijeschool zijn gevestigd, daar worden sinds
jullie komst in de reguliere klassen minder leerlingen gestraft, minder kinderen eruit gestuurd
en niemand meer geschorst. Een opmerkelijke
ontwikkeling!’
We zijn op zijn kamer weer eens langdurig in
gesprek geraakt, over de identiteit van de vrijeschool, die zoveel verbazing wekt.
Plots zegt hij verlegen, alsof hij iets opbiecht:
‘Wat zou ik zelf graag op een vrijeschool hebben
gezeten en gewerkt!’
De leraar
Bij mijn komst naar Roermond waren voor mij
twee uitspraken richtinggevend. De een was van
Steiner, de ander van Weggeman.
Rudolf Steiner zegt in zijn Oxfordcyclus van
1922 dat het geen zin heeft om een programma
op te stellen waar een vrijeschool aan moet voldoen. Dat is een abstractie, in zijn ogen. ‘Werk
met de leraren die er zijn.’ Leer die kennen en
ga aan de slag. Met elke leraar voerde ik daarom
een intensief gesprek, voorafgaand aan ons eerste schooljaar, over zijn werk en biografie, over
zijn wensen en verwachtingen. Wekelijks bezoek
ik de les en ga daarover in gesprek. Op zoek naar
de talenten van iedere leraar en om hem uit te
dagen die kwaliteiten uit te buiten. Inspireren is
het voornaamste doel.
Een voorbeeld. Fred is al bijna 25 handenarbeidleraar aan BC Broekhin. Toen we eind november onze ‘Adventsmarkt’ hielden kwam hij ook
een kijkje nemen. ‘Hoezo een markt?’ vroeg hij.
‘Gemeenschapsvorming,’ zei ik, ‘en om geld te
sparen voor de smidse, want we gaan met de
8e klas smeden!’ Hij keek me verbaasd aan. ‘Met
wie dan?’ Waarop ik antwoordde: ‘Met jou!’. Hij
stotterde verbaasd: ‘Maar ik kan helemaal niet
smeden.’ Waarop ik lachend zei: ‘Nog niet!’
In februari is Fred naar de leraar op de vrijeschool Maastricht gegaan die daar smeden geeft
en kwam enthousiast terug. Toen trommelde hij
enkele collega’s op, die ook kunstvakken geven
(tekenen en textiel) en samen zijn ze in april
naar een cursus in Kiel in Duitsland gegaan en
daar hebben ze een week lang ook gesmeed. Ik
kreeg elke dag een fotootje en een appje toegestuurd. ‘Nu begrijp ik pas wat je met onze school
wil!’, schreef hij enthousiast.
-2-
VRIJESCHOOLPAROOL
Daarna heb ik met Fred op verschillende de
avonden door het Limburgse heuvellandschap
gereden, en gingen we op bezoek bij families
die nog een oude smederij hadden, om zaken
op te kopen. Uiteindelijk, toen duidelijk werd
dat er twee 7e klassen zouden komen, heeft rector Jessica Baart een aanzienlijk bedrag op tafel
gelegd, om de smederij deze zomervakantie te
laten bouwen. Fred kijkt er halsreikend naar uit.
Het is het verhaal van een enkele leraar. Maar
iedereen die bij de vrijeschool betrokken is geraakt, maakt iets soortgelijks mee. Het plezier in
het pedagogische werk komt weer terug, vragen
over het wat, hoe en waarom van het onderwijs
komen weer tot leven. Lesgeven is geen verplichting, maar een verademing geworden.
Leiding geven
De andere uitspraak die ik voortdurend voor
ogen hield was de wervende titel van een studie van Matthieu Weggeman, hoogleraar Organisatiekunde: ‘Leiding geven aan professionals?
Niet doen!’. De kern van zijn betoog luidt: laat
ervaren krachten zelf bepalen hoe zijn hun werk
het beste kunnen doen; besteed niet teveel aandacht aan de details, geef ze vrijheid, vermijd
een te straffe organisatie.
Het motto voor ons eerste schooljaar werd dan
ook: elke vrijeschoolleraar, in de 7e klas, is autonoom en zelfsturend.
Maar om dat doel te bereiken moest doorbroken
worden waar elke leraar in de loop van zijn ja-
renlange carriere door is gevormd: de ingeslepen
routines, de burgerlijke conventies, het gemak
van de frases.
Wat daaraan te doen?
Een lang verhaal kort: het vieren van de rituele
jaarfeesten, een heterogene groep; het schoolboek is taboe verklaard - in de periode- en vakles; er wordt niet getoetst, alleen beoordeeld in
woorden; straffen mag alleen bij hoge uitzondering; grammatica is uit den boze bij Nederlands
en de vreemde talen en er is een portfolio in
plaats van een rapport. Er is een wekelijkse pedagogische bijeenkomst, met als jaarthema ‘de
temperamenten’ en de kinderbespreking staat
weer bovenaan de agenda, met een antroposofisch arts (Anne Balliel) en de ouders van de besproken leerling in ons midden.
Nadat deze afspraken rond waren, kon het
schooljaar beginnen.
Een platte organisatie
In organisaties die sterk ideologisch gedreven
zijn, zoals Amnesty International en Artsen Zonder Grenzen, en ooit de Geert Groote School in
Amsterdam van jaren her, waar ik ooit 25 jaar
geleden begon, spelen regels en procedures nauwelijks een rol. Daar wilden we naar terug.
Als
om
Die
ren
-3-
je werkt met professionals, gaat het niet
regels, procedures en informatiesystemen.
begrenzen de vrijheid van handelen, forceonbekende problemen in het keurslijf van
VRIJESCHOOLPAROOL
bekende oplossingen en verzetten zich tegen
uitzonderingen en veranderingen. In de gesprekken met rector Jessica Baart bleken we daar
hetzelfde over te denken en we hebben aan een
half woord genoeg om elkaar te begrijpen. Niets
staat op papier, alles gaat in groot onderling
vertrouwen.
We krijgen de ruimte om te werken met een platte organisatie waarin korte lijnen, snelheid en
flexibiliteit er toe doen. Het gaat niet om plannen, maar om reflecteren op het eigen doen en
laten. De uitdaging ligt in het creëeren van een
werkzaam evenwicht tussen anarchie en planning en control. Met als streven om soevereine
vrijheid in onderlinge verbondenheid te realiseren.
De besefweg
In de vrijheid die zo ontstaat krijgt eenieder de
speelruimte om te ontdekken wat vrijeschoolonderwijs allemaal vermag. De individuele ervaring
staat daarbij centraal.
Je kunt als coach wel praten over antroposofie
maar het is van veel groter belang dat de leraren
zouden gaan beleven waartoe de inzichten van
de antroposofie, die ten grondslag liggen aan de
vrijeschoolpedagogiek, toe kunnen leiden.
Alleen de zelfopgedane ervaring kan ons daadwerkelijk doen beseffen, dat onderwijs ontstaat
in het intensieve contact tussen leraar en leerling, waarbij onderwijs echt wordt genoten
en dus veel meer is dan verstrekte informatie die
leidt tot een diploma, die toegang biedt tot de
arbeidsmarkt.
Antroposofie komt dan wel ter sprake, maar bottom up, als er zich bij de leraar een vraag aandient, of opdringt. Dus nooit top down - er wordt
met grote stelligheid geen mensbeeld gedoceerd
- want je geeft dan antwoorden op vragen die
nooit zijn gesteld, waardoor alles oppervlakkig
blijft, terwijl je juist de diepte in wilt.
De schrijver Willem Jan Otten spreekt als het
gaat om zingeving in ons leven van de ‘besefweg’. Een raak gevonden woord. De reguliere leraren zijn het afgelopen schooljaar vol verwachting die besefweg opgegaan.
In de persoonlijke coachingsgesprekken, in de
wekelijkse pedagogische vergaderingen elke
donderdagmiddag en op de verschillende studiedagen werd die besefweg aandachtig begeleid.
Om zo een collectie ambitie te doen ontstaan,
onder de jonge leraren van onze prille vrijeschool, om zo een gemeenschap te kunnen worden met een ideaal.
In een beeld van Antoine de Saint-Exupery:
‘Wanneer je een schip wilt bouwen, breng dan
mensen niet bij elkaar om hout aan te slepen,
werktekeningen te maken en te verdelen. Maar
leer ze te verlangen naar de eindeloze zee.’
Het vraagt van degene die aan het roer staat van
zo’n avontuurlijke onderneming ook om outward
-4-
VRIJESCHOOLPAROOL
looking te zijn, om van buitenaf naar de vrijschool te leren kijken.
(‘Hoe om te gaan met pubers’) - drie middagen
van 16.00 tot 20.00 uur - waar 20 vooral toekomstige moeders van 7e klassers zich voor intekenden.
Verbinding
Elke vorm van onderwijs zoekt een midden tussen de twee polen verbinding en leerdruk. Het Elke gelegenheid waarbij onze jonge vrijeschool
is ons streven geweest om in het afgelopen jaar zich kon profileren, zoals de ‘Adventsmarkt’ en
vooral te investeren in de verbinding, in warme de ‘Open Dag’ werd in hoofdzaak door de klas
en betrokken aandacht voor de leerlingen. De re- zelf georganiseerd. De leerlingen kregen de verlatie tussen leerling en leraar staat dus centraal. antwoordelijkheid en na enige aarzeling pakten
Het college van leraren heeft in een bijeenkomst ze dat enthousiast op en voelden ze zich steeds
over missie en visie voor aanvang van ons werk intenser betrokken bij ‘hun’ school in oprichting.
uitgesproken, dat zij zich verantwoordelijk voelt De sociale cohesie werd dus zoveel mogelijk bevoor de gehele ontwikkeling van de leerling, en tekenisvol gevoed. De gelijkwaardigheid tussen
zeker niet alleen voor de overdracht van leerstof. leraren en de klas werd hierbij als motiverend
In de 7e klas hebben we daarom vanaf de al- ervaren.
lereerste lesdag ook ruimte gemaakt voor spel De verbinding bloeit op als die gepaard gaat
en gesprek. Gedrag en emoties van de kinderen met leedruk, hetgeen zeggen wil: afspraak is afwaren daarbij leidend. Als er geplaagd of gepest spraak. Er mag geen vrijblijvendheid ontstaan!
werd, dan week de les en was de kring de plek Hier ontstonden in het eerste half jaar misverom het met elkaar uit te praten.
standen over. De leraren van Broekhin dachten
Bij mijn 31 leerlingen ging ik ook op huisbe- dat ze vooral ‘lief en aardig’ moesten doen tegen
zoek. Een onmisbare factor, als het om verbin- de leerlingen van de 7e klas en zagen daardoor
ding gaat. Hier in midden Limburg bleek het niet soms teveel door de vingers. Totdat duidelijk
alleen goed voor de band met het kind, maar ook werd dat het gaat om het onderscheid tussen
broodnodig om de ouders bij te praten over doel ‘streng’ en ‘hard’. Cynisme is uit den boze, maar
en opzet van onze vrijeschool.
een duidelijke grens trekken - streng doch liefVoor de ouders is er een Vrijschoolparool op- devol optreden - is een noodzaak in elk pedagogericht, een blad dat een keer per maand ver- gisch proces.
schijnt, met artikelen over de achtergronden van
het vrijeschoolonderwijs, aan de hand van concrete lesvoorbeelden. Samen met onze arts Anne
Balliel en Aernout Henny zijn we de Werkplaats
pedagogiek gestart, een cursus over opvoeding
-5-
VRIJESCHOOLPAROOL
De krant
Op vrijdag 23 mei publiceerde De Limburger een
grote reportage over onze vrijeschoolklas. Twee
volle pagina’s verwondering over hoe onderwijs
ook kan zijn. Journaliste Angela Janssens:
‘De bel gaat. Leswissel bij BC Broekhin in Roermond. Ruim 1500 pubers komen tegelijkertijd
in beweging. Gestommel. Deuren vliegen open.
Gegiechel. Een schreeuw. De herrie dringt vaag
door tot het leslokaal dat dit schooljaar voor het
eerst wordt gebruikt door de vrijeschool Roermond. Terwijl leerlingen van het reguliere Broekhin doen wat tieners doen als ze worden “losgelaten”, zitten de 31 leerlingen van de vrijeschool
in een kring naar een gedicht te luisteren. Een
meisje vertelt over haar verlies. Ze heeft alle
aandacht. Een kaars brandt. Dit klaslokaal is net
een veilige cocon. Geborgenheid. Bescherming.
Rust. Geduld. Het zijn doorgaans niet de juiste
woorden voor een groep brugklassers. Maar hier
komen ze spontaan op.’
Cocon
Als ik enthousiast de kamer binnenloop van
adjunct Henk Giesbers, met De Limburger in
de hand, hangt hij juist gebogen over deze reportage, kijkt lachend op en zegt: ‘Jullie gaan
echt een examenschool worden. Ik zie het jullie
doen!’
Het artikel kreeg de titel mee: Vrij denken in een
veilige cocon. Het lijkt me een krachtige samenvatting van wat we samen als college hebben
bereikt in ons eerste schooljaar!
Marcel Seelen
Kennelijk, schrijft ze, slaat het concept aan.
Want 55 brugklassers
hebben zich voor het komende schooljaar aangemeld. Hoewel de weg naar het eindexamen
(vmbo-t, havo en vwo) nog uitgestippeld moet
worden, aldus Janssens, vertrouwen de ouders er
op, dat het lukken gaat.
-6-
VRIJESCHOOLPAROOL
COLUMN
Creativiteit en welbevinden
Wat is creativiteit eigenlijk? Creativiteit is
denk ik het vermogen om meerdere oplossingen voor een problematiek te bedenken of
om meerdere antwoorden op een vraag te formuleren. Creativiteit heeft te maken met originaliteit. Er bestaat meestal niet één echte
waarheid. De beste wetenschappers ter wereld,
medici, technici, musici, architecten, ontwerpers e.d. onderscheiden zich van gewone
mensen door creativiteit. Op school worden rekenen en spelling heel vaak uitgedrukt in cijfers. Maar zijn cijfers wel het beste instrument
om het ontwikkelen van creativiteit te meten?
Het vrijeschoolonderwijs start de ontdekkingstocht in de wetenschap nadrukkelijk met het zoeken naar aansluiting bij een leerling. Natuurlijk
kan dat ook vanuit een doordachte methodiek,
vanuit een leerboek. Vele leerlingen en ook docenten ontlenen aan het leerboek hun structuur
en vakinhoud. Velen ervaren hierdoor rust en zekerheid in de aansturing van het ontwikkelingsproces van een leerling. Uit onderzoek is gebleken
dat het leerboek in het onderwijs vrij sterk bepaalt wat er in de klas gebeurt. Een docent blijft
nodig om aan te geven wat er met dat leerboek
gebeurt. Geen enkele auteur van een leermethodiek verwacht dan ook dat bijvoorbeeld alle vragen gemaakt worden of verwacht dat leerlingen
uit een aardrijkskundeboek alle topografie moeten leren. Het leerboek is slechts ‘een dienaar’.
Vanuit de vrijeschoolfilosofie wordt gewerkt
zonder leerboek en wordt bewust aansluiting
gezocht bij de leerling zelf. Natuurlijk gebeurt
dat ook in het reguliere onderwijs. Er zijn echter leerlingen waar de aanvliegroute naar hun
eigen ontwikkeling veel sterker moet beginnen
bij henzelf. Door die verbinding voelen ook die
leerlingen zich gezien en erkend. Door die verbinding worden dan ook die leerlingen uitgedaagd op een terrein waar hun passie ligt. We
moeten niet onderschatten hoe slecht een kind
zich kan voelen als het op vragen in de klas naar
onderdelen van de leerstof waar zij mee bezig
zijn geen of een ontwijkend antwoord krijgt.
-7-
VRIJESCHOOLPAROOL
Sommige leerlingen worden daar opstandig,
somber of zelfs depressief van. In zijn algemeenheid zullen leerlingen zich beter voelen en beter functioneren wanneer ze worden uitgedaagd
en aangespoord om aan hun eigen talenten te
werken. Dat zal soms zichtbaar worden in hun
cijfers, maar in ieder geval zal hun creativiteit en welbevinden erdoor worden vergroot.
In de dagbladen moesten we enkele weken geleden lezen dat Nederlandse leerlingen in vergelijking met leerlingen in de rest van de wereld minder gemotiveerd zijn. Kinderen, leerlingen, zijn
echter vanuit zichzelf verschrikkelijk nieuwsgierig en kunnen zich heerlijk verwonderen. Eigenlijk zou je kunnen stellen dat kinderen al heel
jong een wetenschappelijke houding hebben.
Ze willen weten hoe iets in elkaar zit. Ze willen
weten hoe iets werkt en komen met de meest
originele verklaringen. Als kinderen, vanuit hun
eigen vragen, op een onderzoekende en ontwer-
pende manier bezig zijn, krijgt het leren nog
eens een extra dimensie. Onderwijs verzorgen
dat aansluit bij de leerling zal de ontwikkeling
van creativiteit en welbevinden enorm bevorderen. De Nederlandse leerling is heus wel op
zijn eigen manier gemotiveerd. Maar het spreekt
voor zich, dat in het vrijeschoolonderwijs het
aansluiting zoeken bij de leerling fundamenteel
veel krachtiger aanwezig is dan in het reguliere
onderwijs.
Henk Giesbers (adjunct directeur BC Broekhin).
-8-
VRIJESCHOOLPAROOL
Maarten van den Munckhof
door Heidi Reer
Maarten werkt op BC Broekhin als docent Klassieke Talen (Latijn en Grieks), geeft drama-les
(aan de vrijeschool-leerlingen), is decaan voor
de leerlingen van 3 tot en met 6 Vwo en hij
is ook nog eens de belangrijkste pleitbezorger
binnen onze school voor het Gymnasium. Op de
een of andere manier dringt de associatie met
het woord Nestor zich bij me op. Wat ik daarmee
bedoel? Ik heb het even opgezocht.
Nestor was een wijs en verstandig koning van
Pulos die nog op zeer hoge leeftijd aan het beleg
van Troje deel nam. Een nestor is een schrander,
eerbiedwaardig persoon en een van de ouderen
in groep mensen.
Maarten is pas zevenenvijftig en allerminst een
grijsaard maar voor de rest past deze beschrijving wel bij hem. Hij is een van de drijvende
krachten op onze school. Hij is de ‘trekker’ binnen het Gymnasium. Tijdens mijn gesprek met
Maarten is de kwaliteit van het onderwijs een
telkens terugkerend thema.
Zijn betrokkenheid met het onderwijs, en meer
specifiek met het Gymnasium, is bijna tastbaar.
Ik begin mijn gesprek met de vraag waarom hij
als docent Latijn en Grieks gevraagd werd om
de drama lessen op de vrijeschool te verzorgen.
‘Eigenlijk’, zo begint Maarten, ‘is dat begonnen
bij het vertrek van Jan Huyskens. Men zocht iemand die de regisseurstaak over wilde nemen.
Ik dacht; hoe moeilijk kan dat zijn? In die jaren waren het vooral musicals die op de planken
werden gebracht door leerlingen en docenten.
De toenmalige rector Tijs Dorenbosch schreef de
teksten en de docent Hans Meeuws componeerde de bijhorende muziek. De verhaallijnen van
musicals zijn echter meestal niet zo diepgaand,
logisch ook, want bij musical is het belangrijk
dat je naast acteren ook goed kunt zingen én
dansen en dat creëert al gauw een andere sfeer.
Toneelstukken hebben meestal meer diepgang.
Daardoor heb ik op enig moment gekozen voor
andersoortige opvoeringen. Zo hebben wij bijvoorbeeld ‘De meiden’ van Jean Genet maar ook
de eenakter ‘Huis Clos’ (vertaling: ‘Met gesloten
deuren’) van Jean Paul Sarte op de planken gebracht. De laatste jaren hebben we zelfs onze
eigen stukken geschreven die op allerlei plekken
op school werden uitgevoerd. Vorig jaar ben ik
hiermee gestopt’, zegt hij met een beetje spijt
in zijn stem. ‘Het was vooral liefdewerk, het was
prachtig om te doen maar het vergde erg veel
extra inzet in de avonduren. In de weken voorafgaand aan een uitvoering was ik er zeker twintig
uur extra (per week) mee bezig. Het kon niet
meer. Het onderwijs vergt veel van mij als docent met daarnaast de taken voor het decanaat
en de werkzaamheden voor het Gymnasium en
LOB. Maar het is ontzettend jammer dat niemand
het stokje van mij overneemt.’
Ikzelf weet uit allerlei publicaties dat de jongere generatie niet alleen een goed salaris en
een mooie carrière wil, maar vooral ook tijd om
zich verder te ontwikkelen als mens, men wil reizen maken, het leven verder uitdiepen, de focus
van de jonge medewerker is breder geworden.
-9-
VRIJESCHOOLPAROOL
Maarten beaamt dit en voegt er aan toe dat een
en ander ook het gevolg is van de flexibilisering
binnen het onderwijs. ‘De betrokkenheid onder
het personeel neemt af’, constateert hij met
enige weemoed.
‘Het feit dat er nu slechts vier docenten specifiek voor LOB (loopbaan-oriëntatie en begeleiding) worden ingezet’, vervolgt Maarten, ‘heeft
consequenties. Een kind is hier niet alleen om
zijn diploma te halen maar moet nadenken over
zijn schoolloopbaan en zijn loopbaan na onze
school. Een kind moet leren daar bewust mee
bezig te zijn en goede afgewogen keuzes maken.
Een goede LOB-voorbereiding voorkomt voortijdige uitval tijdens de vervolgopleiding. Vanaf
volgend jaar worden de prestaties van onze leerlingen in het vervolgonderwijs meegenomen in
de beoordeling van onze school (zie Vensters
voor Verantwoording op website). Ook hieruit
blijkt hoe belangrijk de LOB-uren zijn. Hierin
kan de school nog een sprong vooruit maken.
Ook de meer beschouwende vakken hebben het
zwaar op Broekhin. Vakken als Levensbeschouwing en CKV staan onder druk. Dit in tegenstelling tot het vak drama in de vrijeschool. Het vak
drama maakt deel uit van de vrijeschoolfilosofie
-De vrijeschool wil breed en vormend zijn, met
aandacht voor cultuur, sociale vaardigheden, empathie, creativiteit etc.- (voor volledige tekst zie
de website) en daarmee staat en valt naar mijn
mening alles. Vanuit deze filosofie wordt -van
binnen naar buiten- een vertaalslag gemaakt die
de inhoud van het onderwijsprogramma bepaalt
en waarin de leerling altijd centraal staat.
Hoe ziet zo’n drama-les eruit?’, vraag ik. ‘Ik geef
de leerlingen in het eerste leerjaar een eenvoudige tekst en stimuleer ze om iets van zichzelf te
laten zien in de vertolking’, vertelt Maarten. ‘Dat
klinkt misschien gemakkelijk maar als je goed
nadenkt begrijp je dat het voor sommige kinderen ont-zet-tend moeilijk is om op de voorgrond
te treden. Het heeft grote meerwaarde als een
kind leert zich goed te uiten. Daarin verschilt
de aanpak van de vrijeschool. In die zin is de
vrijeschool een stuk duidelijker. Een bekende
uitspraak is ook “doe eerst de dingen die je
moet doen (bezig zijn met de leerling), al het
andere is daaraan ondergeschikt”. Zo vergadert
de vrijeschool bijvoorbeeld iedere donderdagmiddag. Met het hele docententeam bespreken
we de ontwikkeling van soms maar een kind. In
het reguliere onderwijs is dat niet mogelijk. Je
hebt gewoon niet de tijd om zo uitgebreid de
situatie rondom een leerling te inventariseren en
een aanpak te ontwikkelen.’
‘In het reguliere onderwijs is de visie op het onderwijs minder duidelijk. Dat mis ik. Vanuit een
visie een duidelijk doel bepalen die voor iedereen helder is. De komst van de vrijeschool maakt
deze tegenstelling heel inzichtelijk. De vrijeschool conformeert zich niet aan de reguleringsdrift van de overheid. De reguliere tak van onze
school heeft daar last van. Dit betekent ook dat
een brug tussen de vrijeschool en de reguliere
school niet mogelijk is.’
- 10-
VRIJESCHOOLPAROOL
‘Natuurlijk zijn er elementen die je mee neemt
van de ene onderwijsstructuur naar de andere.
Het levert nieuwe verfrissende inzichten en
nieuwe ontwikkelingen in de reguliere school op.
Op het Gymnasium willen we kinderen ook zo
breed mogelijk vormen. Wij vinden het belangrijk dat ze met veel verschillende onderwerpen
en culturen in contact komen waardoor ze in
staat zijn om een gefundeerde en gewogen mening te verwoorden.’
‘Eigenlijk willen we allemaal hetzelfde. De reguliere school en de vrijeschool. We willen er
toe bij dragen dat onze leerlingen opgroeien tot
zelfbewuste en onafhankelijk denkende mensen.
De manier waarop we dit proberen te bereiken
en de tools waarover we kunnen beschikken zijn
verschillend. Juist deze verschillen maken het
echter interessant om in beide scholen les te
geven.’
- 11 -
VRIJESCHOOLPAROOL
De bus naar Kiel!
door Pascalle Kusters, Nicole Schoonenberg en
Fred Kessels
Marcel vroeg ons iets over onze scholingsweek in Kiel op te schrijven. Welnu, ik struikel haast over mijn woorden want alles zou je
moeten horen, meebeleven en vooral voelen.
Het was een fantastische week die Fred, Nicole
en mij absoluut een kijk in het Waldorfonderwijs gegeven heeft. We kregen een beeld van
waar we met de Vrije School Roermond naar
op weg zijn.
Elk jaar vindt er een Werkstattgespräch plaats
voor beeldende vakdocenten uit het Vrije
schoolonderwijs . De week brengt inspirerende
en hartelijke mensen en ideeën bij elkaar. Je
wordt door collega’s geschoold in een stuk
techniek en vakinhoud waar je de leerling
vervolgens echt mee kunt begeleiden. We
hebben discussiegroepen gevolgd, veel contacten gelegd, informatie gekregen en veel
gelachen (zelfs gezongen) en HEEL HEEL ERG
genoten.
Onze belangrijkste conclusie was misschien
denk ik deze: dit is de manier waarop ik mijn
leerlingen tegen moet wil treden: “ Wer bist
du? Wie geht es dir? Was kann ich für dich
tun…”.
De Vrije Schoolleraar Rik Ten Cate heeft dit tijdens een lezing zo op bovenstaande wijze uitstekend voor mij en anderen verwoord. Maar
daarover straks meer.
Naar Kiel
Wij reden op een vroege ochtend in het busje
van Broekhin naar Kiel, tegen de grens van Denemarken aan. De Freie Waldorfschule Kiel ligt
op een prachtig natuurlijk schoolterrein met veel
ruimte voor speelplekken, gebouwtjes en ateliers. De schooltuinen zijn prachtig. Vanaf het
schoolterrein loop je een moerasachtig gebied
in. Zoals op veel Vrije Scholen in Duitsland is
hier de eerste tot en met de twaalfde klas gesitueerd.
Zo’n 150 docenten uit heel Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, zelfs Taiwan, de Oekraïne en
Roemenië ontmoeten elkaar hier in Kiel. De
Nederlanders zijn goed vertegenwoordigd, haast
een kwart van de deelnemers. Zutphen, Maastricht, Breda, Rotterdam, Zeist…. . De mensen
spitsen hun oren. Aus Roermond? Jetzt auch?
Dass freut uns. We worden alom hartelijk ontvangen…
- 12 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Aan de slag
Het programma is stevig. Vroeg in de ochtend
beginnen we met eurithmie, Taichi of zang. Na
een ontbijt gaan we in workshopvorm aan de
slag. Fred gaat smeden, Nicole manden vlechten
en Pascalle boekbinden. Ook zijn er interessante
gespreksrondes waarin je de kern van het Waldorfonderwijs kunt proeven. “ Abitur? Wir kunnen
es besser, wir bilden den ganzen Mensch!””Soll
mann Unterricht machten so wie einer Staatsschule wenn wir keine Stunden haben ?”
Ook blijkt het op vele scholen nog steeds noodzakelijk om het fundament van de beeldende
vakken uit te blijven dragen naar collega’s en
schoolleiding: in deze vakken staat de geestelijke ontwikkeling van het kind (de wilsscholing
met name) voorop. Daar is tijd en ruimte voor
nodig. De materialen waar mee gewerkt wordt,
de technieken, ze zijn zo essentieel voor de Bildung….
Ik ben net een spons om alles wat ik hoorde
in mij op te nemen: ervaringen met keuzeuren,
met vakcombinaties en met het Abitur…. Het
is haast 100 jaar geleden dat de eerste Steinerschool ontstond maar in die tijd zijn er dingen
veranderd!
Ons busje huiswaarts was gevuld: met werkstukken, veel verhalen en ervaringen. Hieronder beschrijven we onze workshopervaringen en volgt
een samenvatting van één van de drie lezingen
uit die week.
Boekbinden (door Pascalle)
Het boekbindlokaal is geweldig groot met talloze lampen en geordende materialen. Goed licht,
goed zicht! Ernaast ligt een groot schildersatelier (waar ik liefst in ronddwaal de eerste dag
maar erna is dat veranderd en geniet ik van het
boekbindlokaal) en beneden zijn aparte werkplaatsen voor plastisch, koper kloppen, hout bewerken , schaven, gieten en alle andere drukke
bedrijvigheid, noem maar op….En uit het raam
zie ik een paar kleuters buiten met zand en
water rommelen… Hier zit ik, op een stofvrije
geordende plek…
Bij het boekbinden is concentratie en rust een
vereiste. Elk blad in je handen nemen, passen
meten en snijden. Geen fouten maken en anders
fouten herstellen. Prachtig handwerk. Boekbinden zonder lijm. Oude techniek. Op verzoek besteden we ook tijd aan kartonnage technieken.
Papier heeft altijd mijn interesse gehad in diktes, in structuur en in maat. Mooie maten, verhoudingen. Dit alles leidt tot het maken van een
functioneel en esthetisch product. Het doen en
doen en doen aspect is overduidelijk. Handelen.
Intuïtie speelt nu geen rol zoals in mijn hoofdvak schilderen. Gelukkig is er ook lucht: ook creatieve vervolgstappen komen ruimschoots aan
bod. Ik denk dat veel leerlingen met dit vak als
vervolg op hun portfoliomap een oefening krijgen in geduld en het afstemmen van je denken
op je doen. De Kaffeepausen (mit StreusselKuchen uiteraard) worden door de boekbindgroep
met regelmaat overgeslagen om door te kunnen
werken
- 13 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Ik ga naar huis met een tas vol zelfgemaakte
voorbeelden en met foto’s van variatiemogelijkheden waarin ik gaandeweg heb nagedacht over
de verschillen jongens/meisjes om elk te kunnen aanspreken op eigen voorkeuren. De houten
boekbanden bieden meer mogelijkheden maar ik
verplicht mij thuis eerst deze techniek perfect
onder de knie te krijgen. Oefening baart kunst.
Mijn laatste (gehaaste) boekje is het bloed zweet
en tranen boekje geworden, Iedereen zit aan het
diner en ik buig me nog over verdammte Knoten,
missteekjes en foutgeprikte gaatjes. Uithalen en
opnieuw beginnen. De beste leerervaring die ik
kan hebben. Dit maken leerlingen ook mee. Uiteindelijk ben ik het meest trots op dit boekje…
Smeden (door Fred)
Ik was ontzettend benieuwd naar wat ik in Kiel
aan zou treffen tijdens het symposium. Omdat
we het volgend schooljaar willen starten met
een smederij voor de 8ste klas had me ingeschreven voor de workshop smeden.
Smeden leer je door te smeden.
Via Richard Abels, docent smeden op de Vrijeschool Maastricht had ik al veel tips & tricks
gekregen en had ik gezien dat de leerlingen die
in zijn smederij aan het werk waren erg gemotiveerd aan het werk waren. Maar zelf had ik nog
geen smeedhamer in mijn handen gehad.
Zaterdagochtend 10.15 uur, na de Tai-chi, ontbijt en eerste gespreksronde ging dan voor het
eerst het vuur aan. De smeulende kolen zorgden
binnen een mum van tijd voor een vieze dikke
mistlaag in de smidse. Toen de kolen rood gloeiden werd de werkplaats weer zichtbaar en kreeg
ik mijn eerste smeedopdracht.
“ maak van een stukje rondijzer een vierkante
staaf met afgeplatte uiteinden. Maak daarvan
vervolgens een “S-haak” die getordeerd is”.
Een eenvoudige opdracht volgens de kenners,
die diverse technieken vereist.
Aan de slag dan maar.
In het begin was ik:
– bang voor het vuur, de hitte die echt enorm
was en vooral ook dichtbij,
– onhandig met de grote tangen en die zware
hamers,
– wel eens fout met het inschatten hoe lang een
werkstuk in het vuur moest liggen zodat het wel
te bewerken is maar niet verbrand.
– onhandig met geven van de juiste slagen op
het roodgloeiende metaal.
Maar ook hier kan de aanhouder steeds meer
winnen.
De handigheid groeide snel en ik durfde het aan
om ingewikkeldere werkstukken te gaan maken.
- 14 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Het werken met de elementen vuur, water en
metaal is een heel bijzonder ervaring. Toen de
angst via ontzag overging in vertrouwen kwam
het aan op vaardigheid en alertheid. Met collega’s smeden is geen individuele bezigheid
maar een groepsactiviteit. Mijn collega’s werden
net als ik gegrepen door het werken met deze
oerelementen.
In eerst instantie gedroeg iedereen zich als individu. Toch is het, met name voor de veiligheid,
van belang dat er als groep gewerkt wordt. In
een goed functionerende smidse zal het geluid
ritmisch klinken, en zal elke smid weten wat zijn
buurman aan het maken is en hem of haar daarbij waar nodig helpen.
Na mijn opstart periode ging het smeden me
boven verwachting goed af. Mijn doel om met
voorbeelden voor de startende smeedgroepen
thuis te komen is dan ook gehaald.
Manden vlechten (door Nicole)
Aankomend schooljaar zal ik voor het eerst ook
lessen op de vrije school gaan verzorgen. Het
vak dat ik voor mijn rekening zal gaan nemen
heet Textiel. Textiel heeft alles te maken met
verbinden. Een stukje textiel bestaat uit vezels
die tot draad zijn gemaakt en door deze vezels
op een bepaalde manier te verbinden groeit er
een lapje stof… Omdat ik deze verbinding, dit
groeien van een weefsel wilde onderzoeken, net
als de manier om ruimtelijk te werken met textiel heb ik me ingeschreven voor de workshop
mandenvlechten, daar mandenvlechten zo iets is
als driedimensionaal weven. Ik heb tijdens de
cursus en de lezingen ontdekt en ervaren dat dit
vlechten en vormen een mooie metafoor kan zijn
voor de vorming en groei van onze leerlingen.
Buiten voor de werkplaats liggen grote bossen
wilgentenen, dun en dik. We leren hoe we een
basis voor een mand kunnen maken. Het fysieke
lijf van de mand wordt geboren door het maken
van een basis van stevige wilgentenen. Dan beginnen we met vlechten. Voorzichtig wordt het
stugge materiaal gebogen. Kracht wordt op een
stevige maar ook gevoelige manier uitgeoefend,
om te voorkomen dat de takken breken. Door het
weven ontstaat er een ritmische structuur. In
het groeien van deze structuur binnen de basisvorm krijgt elke mand zijn eigen karakter, door
de kleur en de dikte van de wilgentenen en natuurlijk door de hand van de maker. Zo verwordt
natuur tot cultuur, door de gevoelige kracht en
het ritmische spel. De leraar buigt, vervlecht,
terwijl hij luistert en aanvoelt en leert de leerling vervolgens dit zelf te doen wanneer hij zijn
les geeft.
Tijdens de lessen voelde ik mijzelf weer een
leerling, een beginner die moest luisteren naar
de leraar. Het harde werken (met wilgentenen
werken is noeste arbeid) en de strenge blik van
mijn leraar vergden veel van mijn doorzettingsvermogen.
- 15 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Ik had de neiging om, net als de pubers waar
mijn leraar vroeger les aan gaf, de door mij
gevlochten mand op mijn kop te zetten, en te
zeggen: “ik zie alles, maar niemand ziet mij,
niemand ziet wat er zich in mijn binnenste afspeelt!” Ik kreeg zin om met de bodem van de
mand, net voordat je hem omhoog gaat vlechten
, die op een zon met lange stralen lijkt, rond te
lopen en te zeggen: “blijf uit mijn buurt, ik ben
hier de gene die in het middelpunt staat en op
onderzoek uitgaat!”. Zo werd ik me, omdat er tijdens de les steeds over deze ervaringen gesproken werd, meer en meer bewust van wat er zich
in mijn binnenste afspeelde. En dat het goed is
om te weten dat hierin het verschil tussen mijn
mand en de mand die je voor een euro bij de
Action koopt besloten ligt. Deze uitspraken illustreren eveneens hoe goed het is wanneer het
werkstuk of de opdracht die je leerlingen geeft,
aansluit bij de innerlijke beleving, de innerlijke
verbouwing van de leerling, omdat je de leerling
hiermee helpt zelfbewust te worden. Ik denk
dat dit een van mijn belangrijkste leermomenten
was. Ik probeerde vaak mijn opdrachten te laten
aansluiten bij de uiterlijke belevingswereld van
onze leerlingen, de nieuwe media, popcultuur,
hobby’s etc.
Nu ik deze ervaring heb opgedaan in Kiel, neem
ik me voor om het innerlijke en het uiterlijke
aansluiten meer in balans te brengen. Belangrijk hierbij is dat het hierin niet alleen om het
onderwerp of het ding dat je maakt gaat maar
ook om de handeling van het maken. Eigenlijk
kan ik hier mijn verhaal rond maken, in de eerste
twee alinea’s had ik het over het laten groeien
van een weefsel en het leren gebruiken van de
voelende kracht, het luisteren naar: wat heeft
het nodig om te worden.
- 16 -
VRIJESCHOOLPAROOL
De lezing
Professor Dokter Patzlaff gaf de lezing ‘das Ich
am Nadelohr, die neue Sehnsucht nach Gemeinschaft”,
Een lezing over ons tijdsbeeld en het kind in
deze gemeenschap, hieronder een samenvatting
daarvan.
Onze sociale context is de laatste jaren nogal
veranderd. Uit onderzoek bleek het aantal
1-persoonshuishoudens in Duitsland in 2009 al
40% te zijn en in 2013 was dat 43%. Wij leven
niet meer in een directe gemeenschap om ons
heen met alle communicatie van dien zoals dit
een tiental jaar geleden nog was.
De gemeenschapsbasis is in de loop van de
eeuwen aldus Patzlaff steeds smaller geworden:
van de mensenwereld in het geheel via volkeren,
stammen, naar grote familieverbanden, naar een
kleinere familiekring naar gezinnen naar uiteindelijk nu het Ik, daar waar we nu beland zijn.
Alleen… het ik als sociale context? Wat nu stelt
hij ons voor: nu moeten we door het oog van de
naald kruipen om nieuwe sociale contexten te
vinden (das Nadelohr)? De natuur schrijft ons
namelijk geen verdere logische ontwikkelingsverbanden meer voor, en de weg terug dat kan
niet meer! We staan op een nulpunt: kinderen
hebben steeds meer last van taalachterstanden,
de gezondheid verslechtert, de sociale context
verdwijnt. ..
De ontwikkeling van het ik in de gemeenschap
kan nu twee kanten op: een brutaal egoïsme
ontwikkelen, en een pantser om je heen dragen
(zoals Kafka dit al verwoordde). Of: je weer met
de wereld verbinden. De wereld weer leren onbevangen tegenmoet te treden om tot werkelijk
contact te komen met de ander. Dat wat je doet,
moet niet de zelfbevestiging dienen maar moet
mogelijkheden bieden om de ander te dienen.
In de foto waarin een kind de volwassene exact
kopieert zie je hoe opmerkzaam een kind is en
je volgt. Maar zou het niet andersom moeten
zijn? Zouden wij als volwassenen deze fijngevoeligheden niet moeten aanwenden om zelf een
nieuwe`relatie met de wereld te doen ontstaan
en vandaar uit onze sociale gemeenschap opnieuw te vormen?
Het zoeken naar nieuwe sociale netwerken is
groter dan ooit, de mens ( en ook de puber)
tracht zich met de wereld te verbinden. Maar in
met name die digitale wereld gaat de lijfelijke
ervaring van het eigen lichaam en diens mogelijkheden verloren.
Door kunstzinnige beeldende vorming kan het
kind de resonantie van de wereld lijfelijk ervaren. Is er geen pantser nodig en krijgt Einstein
met zijn spreuk ongelijk: I fear that technology
will surpass our human interaction. The World
will have a generation of idiots….
Meer over Patzlaff:
Prof Patzlaff
was van 1975-2002 duits- en
geschiedenisleraar op een Waldorfschool in
Stuttgart. Hij heeft het Institut fur Pedagogiek
Sinnes und Medienokologie opgericht. In 2010
heeft hij een studierichting opgezet op de Hogeschool in Bonn over pedagogiek van het kind
met de nadruk op Waldorfpedagogiek. Ben je
nieuwsgierig naar zijn visie? Hij is auteur van
onder andere het boek Der gefrorener Blick. Zie
www.waldorfshop.eu
- 17 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Mededelingen
Agenda
Enquête
Vorige week ontvingen alle ouders van de 7e klas
een e-mail van Christel Jeurissen van BC Broekhin met daarin een link naar de enquête over de
ervaringen in het eerste schooljaar.
Denkt u eraan deze voor dinsdag 10 juni in te
vullen!
Viering St.Jan
Donderdag 26 juni 2014
Aanvang 17.30 uur tot ca. 21.00 uur
Locatie: terrein van de waterscouting Beatrix,
Hatenboer Roermond.
De routebeschrijving ontvangt u per e-mail.
Afsluiting schooljaar voor gezinsleden
Maandag 30 juni 2014
Aanvang 19.30 uur tot 22.00 uur
Naar aanleiding van de toneellessen enkele korte
opvoeringen onder begeleiding van leerkracht
Maarten.
Lesvrij
Van maandag 30 juni tot en met woensdag 9 juli
hebben de kinderen lesvrij.
Afsluiting schooljaar en aanvang zomervakantie
Donderdag 10 juli van 08.30 uur – 11.00 uur
Eerste algemene ouderavond
schooljaar 2014-2015
Voor de 7e klassen en 8e klas op dinsdag 16 september 2014
Inloop 19.00 uur, aanvang 19.30 uur.
- 18 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Colofon
Vrijeschoolparool eerste jaargang nummer 9
Contact klassenleraar
Als ouder kunt u met lesgerelateerde en pedagogische vragen
direct de klassenleraar mailen of bellen.
Marcel Seelen
[email protected]
06-10782560
Contactouders
De klas heeft drie contactouders, zij ondersteunen het werk van de klassenleraar.
Contactouders: Cynthia Uijens, Eddy Maas en Mariska Smulders
Indien u een vorige editie van het Vrijeschoolparool
wilt ontvangen stuurt u een bericht naar [email protected]
- 19 -