Module 1 Naar een onderwijskundig referentiekader Advance organizer Ga bij de bespreking van deze tool uit van één van de volgende rollen : • leerling; • directeur, van een school die het financieel moeilijk heeft; • “minister van onderwijs” die ICT verplicht wil laten gebruiken door leerkrachten; • leerkracht die nu opnieuw nascholing moet volgen. Hoe zou jij vanuit ‘jouw’ rol reageren op het invoeren van deze nieuwe tool? Advance organizer • Welke rol koos je buur? • Vergelijk opnieuw de verschillende reacties die je hoort wanneer verschillende rollen elk met eigen standpunten voorop staan. Probeer in een nabespreking concreet op te sommen waarin reacties verschillen en waarom er verschillen in reacties zijn. Verschillen in opvattingen • • • • Hoe verklaren? Waarom? Wanneer? In welke situaties? • Werken door op variabelen, processen en actoren. Variabelen, processen en actoren Stakeholders (belangengroepen) en rollen = actoren Aggregatieniveaus • microniveau • mesoniveau • macroniveau Historiek Componenten Visies • Afhankelijk van een visie op leren en instructie zal men de plaats en rol van variabelen, processen en actoren anders inschatten. • Het referentiekader probeert samenhang tussen deze aan te geven. • Bij de verdere bespreking van VISIES zullen we de consequenties voor en de relaties met het referentiekader bespreken. Referentiekader onderwijskunde Onderzoeksevidentie • Maar is dit niet allemaal “theorie”? • Waar is de “empirical evidence”? • Het referentiekader kan gekoppeld worden aan duizenden onderwijskundige onderzoeken. • In Leren en Instructie, focus op evidence based aanpakken. • Zie overzichtwerk van Hattie (2009) meta-analyse van 50.000 studies. Hattie, J. (2009). Visible Learning: A Synthesis of over 800 Meta-Analysis relating to Achievement. Milton Park, Oxon: Routledge. Onderzoek naar het effect van … • Bij onderzoek stelt men dikwijls een “positief” effect vast. • Maar hoe “groot”/“belangrijk is dat effect”? • In onderzoeksliteratuur gebruikt men hiervoor het begrip “effect size”. • Effect size geeft aan hoeveel standaarddeviaties een score opschuift, verbetert. Onderzoek naar het effect van … • Scores zijn meestal verdeeld in een groep of klas volgens een normaalverdeling: enkel hebben lage score, enkel hoge score, meeste een gemiddelde score. • Grootste groep (68%) bevindt zich rond het gemiddelde: +/- 1 standaarddeviatie van dat gemiddeld. Based on http://www.cemcentre.org/renderpage.asp?linkid=30325016 Onderzoek naar het effect van … • Scores zijn -in een groep of klas- meestal verdeeld volgens een normaalverdeling: enkele hebben lage score, enkele hoge score, meeste een gemiddelde score. • Grootste groep (68%) bevindt zich rond het gemiddelde: +/- 1 standaarddeviatie van dat gemiddeld. Based on http://www.cemcentre.org/renderpage.asp?linkid=30325016 Onderzoek naar het effect van • Een positieve effect size vertelt dus hoeveel respondenten naar rechts opschuiven in de verdeling van de scores (zie animatie): meer leerlingen halen dus een hoger gemiddelde score. Bijv. één standaarddeviatie opschuiven = 84% van de leerlingen in de exp groep hebben een score die hoger is dan die de controlegroep. Based on http://www.cemcentre.org/renderpage.asp?linkid=30325016 Onderzoek naar het effect van • Hoe groot moet een effect size (es) zijn om interessant te zijn? – Rekening houdend met ontwikkelingseffecten. – Rekening houdend met feit dat een leerkracht – los van wat hij/ zij doet – een invloed heeft. • Vuistregel: pas vanaf es = .40 wordt het interessant. Microniveau Microniveau • Niveau: directe interactie tussen lerende instructieverantwoordelijke in een werkplek, opleidingscentrum, klas, on-line leeromgeving, teleconferentie-omgeving. Microniveau: context • Context: omgevingsvariabelen die – vooral indirect – ingrijpen op de leer- en instructieprocessen. • Bv: in de onmiddellijke nabijheid van de school staat een kasteel, een bedrijfje, ligt een vijver, staat een fabriek, …, de ouders van de lerenden, het al dan bereikbaar/niet-bereikbaar van de school. Microniveau: actoren • Instructieverantwoordelijke(n): trainer, docent, leerkracht, begeleider, lector, team, ... • Kenmerken instructieverantwoordelijke(n): geslacht, leeftijd, vooropleiding, visie, ervaring, motivatie, interesse, samenwerkingsverband. • Begeleiding instructieverantwoordelijke(n): on-line services, back office, ... Microniveau: actoren (Gebaseerd op Hattie, 2009, p. 109). Microniveau: actoren • Lerende(n): een persoon die op een systematische manier iets leert. • Kenmerken lerende(n): leeftijd, geslacht, ervaring, prof. vaardigheden, interesse, motivatie, groepskenmerken. • Begeleiding lerende(n): peers, tutors, specifieke opvang taal, godsdienst, gezondheid (zie aanpak zieke kinderen). Microniveau: actoren Voorbeeld, kenmerken van de lerende: wiskundeangst. Factoren die samenhangen met wiskundeangst (Vekeman, 2010, p.17). Microniveau: organisatie • Op microniveau zeer relevant omdat deze bepalend is voor het samenspel tussen processen en variabelen bij het didactisch handelen en de leeractiviteiten. • Voorbeelden: grootte instructiegroepen, beschikbare tijd, uurrooster, aantal vakleerkrachten/specialisten, al dan niet beschikbaar zijn van een open leerplek, bibliotheek, zelfstudiehoek, de toegankelijkheid van de infrastructuur (tijd, fysisch, …), … • Micro- en mesoniveau sterk verweven. Microniveau: organisatie Microniveau: organisatie • Vb. Cram schools Microniveau: instructie • Instructieactiviteiten • Componenten van het didactisch handelen Geheel aan beslissingen van instructieverantwoordelijke(n) m.b.t. – doelen – leerstof – media – werkvorm – toetsing Componenten didactisch handelen • Leerdoelen: een concrete observeerbare aanduiding van wat men nastreeft bij de instructie. Een operationeel leerdoel geeft aan welk gedrag men verwacht van de lerende (bijv. zelfstandig een voorbeeld geven) en op welke inhoudscategorie dit gedrag betrekking zal hebben (bijv. een oorzaakgevolg relatie m.b.t. zwaartekracht en de getijden). Componenten didactisch handelen • Leerstof Componenten didactisch handelen • Instructiestrategie (didactische werkvorm): dit omvat de concrete handelingen van de instructieverantwoordelijke waardoor hij/zij leeractiviteit van lerenden uitlokt (bijv. vragen stellen, doceren, een demonstratie geven, een discussie opzetten, een probleem voorleggen, een constructieopdracht geven, …). • Afhankelijk van de opvatting over leren en instructie, worden andere didactische werkvormen naar voor geschoven. Componenten didactisch handelen • Media: dit verwijst naar de ‘gematerialiseerde’ vorm van leerstof en/ of tools/middelen die men gebruikt bij de didactische werkvorm (boeken, projectoren, computer, bord, fiches, zelfstudiepakket, website, e-learning omgeving, …). Componenten didactisch handelen • Toetsing: de manier (inhoud, materiaal, activiteit en organisatie) waarop men het al dan niet bereiken van de doelstellingen controleert. • Zie speciaal thema over toetsing en evaluatie. Microniveau: leeractiviteiten • Leeractiviteiten Welk gedrag vertoont de lerende als gevolg van (als uitgangspunt voor) instructie-activiteiten - controverse m.b.t. visie • BEPALEND ! Visie op leren. Hoe verwerven we kennis? Microniveau Mesoniveau Uittreksel uit het schoolreglement van de Sint-Carolus school in Sint-Niklaas ( http://cms.tisca.be/publicaties/schoolreglement%202014-2015.pdf). Mesoniveau Mesoniveau • Hoger organisatieniveau: minder concrete personen (groepen, teams, …) en acties (procedures, dossiers, …). • Meestal extrapolatie van het – microniveau (beleid) en – macroniveau (handelen in de klas). Mesoniveau: context • Context – – – – – – samenwerkingscontract met bedrijf convenant met andere opleidingsinstelling stedelijk ontwikkelingsplan verkeerssituatie rond de school buurt ouders … Mesoniveau: context Keert sterk terug in kenmerken van lerende. Mesoniveau:organisatie • Organisatie: beschikbare lesuren (lesurenpakket), het aantal instructieverantwoordelijken in de instelling/ organisatie, de mediatheekvoorzieningen, of het al dan niet beschikbaar zijn van een open leercentrum is, de lokalen/infrastructuur, de financiering, de beschikbare uren voor zorgcoördinatoren/coaches, praktijkbegeleiders, het schoolreglement, … Mesoniveau: lerende • Lerende: cohorten, groepen. • Kenmerken: globale samenstelling (etnisch, pol. vluchtelingen, afstudeerkenmerken, algemene vooropleiding) (aggregatie kenmerken op microniveau) • Begeleiding: diensten, personeelsgroepen, kwaliteitsunits, interne audit. http://www.standaard.be/cnt/dmf20130919_00749932 Mesoniveau • Instructieverantwoordelijke: teams, clusters, specialismen. • Kenmerken: leeftijd, vooropleiding, dominante visie, … (aggregatie kenmerken op microniveau). • Begeleiding: professionaliseringsplan, strategisch plan van school. Mesoniveau • Componenten didactisch handelen – doelen: leerplan, werkplan, vakgroep, trainingsplan, skillsmanagement ontwerp, competentieprofielen; – leerstof: bronnen, kennismanagement bedrijf, incidenten in bedrijf, eigen bedrijfsdata; – werkvorm: leersysteem zoals bijv. zelfstudiesysteem, afstandsonderwijs, probleemgestuurde aanpak, …; – media: computerklas, conferencing room, …; – toetsing: toetsitembank, centraal toetssysteem, periodieke tests piloten of operatoren in kerncentrales, … Componenten didactisch handelen Macroniveau http://www.vsv.be/nieuws/enqu%C3%AAte-secundaire-scholen-willen-verkeersles-beter-verankeren Macroniveau Macroniveau • INSTITUTIONALISERING Koning Albert II laan Departement Onderwijs Ministerie Vlaamse Gemeenschap Macroniveau • Context (politiek, economisch, cultureel, ...) – overeenkomsten met buitenland: Sorbonne-, Bologna- en Lissabonverklaring; – eisen van sectoren met betrekking tot beroepsprofielen (drukkers, lassers, ...); – eisen van vakbonden m.b.t. opleidingsuren (kredieturen). Macroniveau • Lerenden: belangenverenigingen (politiek, niveau, sectorieel). • Kenmerken: leeftijdsgroepen (OESO, indicatorenstudies PISA, IALS, ...). • Begeleiding: landelijke en internationale organisaties (bijv. studentenorganisaties, ...). http://www.scholierenkoepel.be/ Macroniveau • Instructieverantwoordelijke: vakgroepen, vakbonden, netten/koepels, ... • Kenmerken: opleiding, niveau (regenten/ lic.). • Begeleiding: landelijke en internationale organisaties (bijv. EARLI, Orthopedic surgery association, accountancy Australia, ...). http://www.klascement.net/mediawijsheid/docs/47182/?previous In dit voorbeeld zie je duidelijk de impact van het macroniveau op centrale actoren in de instructiesetting. Hier worden de gevolgen van een hervorming in het Australische beroepsonderwijs bekeken voor de inzetbaarheid van leerkrachten. Dat daarbij vakbonden duidelijk hun stem laten horen, ligt voor de hand (Australia) (http://www.ucalgary.ca/iejll/vol11/forward). – Organisatie: http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/vlaams-onderwijs-in-cijfers-2012-2013 Macroniveau Macroniveau • Componenten didactisch handelen – Doelen: profielen, eindtermen, beroepskwalificaties (bijv. ICT en leerkrachten), landelijk curriculum (UK). – Leerstof: voorgeschreven methoden, kritische incidenten (luchtvaart, veiligheidssector, geneeskunde, ...). – Media: Multinationals IBM/Lotus heeft Learning Space, Oracle heeft TeleTop, Overheid onderwijs heeft webportal (www.vlaanderen.be – kies onderwijs). Overzicht van de eindtermen (http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/) Macroniveau • Componenten didactisch handelen – Werkvormen: nationale systemen (Open Universiteit, Beroepskwalificatiecentrum, …). – Toetsing (Nationaal toetscentrum, sectorieel kwalificatiecentrum (buschauffeurs). http://www.standaard.be/cnt/dmf20130916_00744294 Module 1 Naar een onderwijskundig referentiekader
© Copyright 2024 ExpyDoc