download pdf

-45-
Eocene molluskenop het Belgische strand, met inbegrip van Cadzand
(NL) en de monding van het Zwin.
E. Dumoulin
Het strand is niet alleen een vindplaats voor fraaie recente
schelpen, het is ook een plaats waar fossiele overblijfselen uit
lang vervlogen tijden terug te vinden zijn. Deze fossiele mollusken bevinden zich uiteraard niet op hun oorspronkelijke plaats
maar zijn geremaniëerd (naar een secundaire vindplaats verplaatst)
uit oudere afzettingen. Naast Pleistoceen (Eemien) en Jong-Terti-
air (Plioceen) materiaal wordt eveneens Oud-Tertiair (Eoceen) ge-
vonden, waarover we het in dit schrijven uitgebreider willen hebben.
Om te vermijden dat woorden als Tertiair, Eoceen, Yprésien e.
d.m. als hol zouden overkomen wordt ter verduidelijking een vrij
gedetailleerde tabel van het Belgische Eoceen toegevoegd (Nolf,
1970).
ULt welke formatie van het Eoceen de mollusken juist afkomstig
zijn, is meestal moeilijk te achterhalen, doch de herkomst van vb.
Megaoardi-ta plamoosta levï.shei is vermoedelijk wel (voor het
grootste deel althans) uit het bekende niveau met deze soort uit
de Zanden van Aalter. Restanten van dit niveau zijn nog terug te
vinden in de streek van Aalter waar op een akker duizenden fragmenten van deze robuuste Cardiumschelp aan te treffen zijn. De over
gans onze kust soms vrij talrijk te vinden brokken groenkleurige
glauconietzandsteen met vaak mollusken erin vastgekit zijn afkomstig uit de Paniselformatie die gevormd werd tijdens het Yprésien.
Hoe komen deze Eocene resten nu eigenlijk op ons strand terecht?
Eén van de veronderstellingen is dat de zeestroming Eocene lagen
v66r onze kust blootlegt en de inhoud daarvan bij vloed op het
strand werpt. Deze mogelijkheid bestaat vermoedelijk wel voor bepaalde plaatsen (de Zwinmonding vb.) maar doorgaans zit het Eoceen
VOETNOOT: enkele interessante geologische gegevens over de ondergrond van onze kust.
!n.onze.k"stv1al(te,(e".waarschijn11-ik ook_onder onze kustlijn) rust het Kwartair
^!Ï!:!!Ï ^?-^:ÏT^1a.]I:?,afïetÏi.n5!n..I?.?et ^stwesteÏijke-kustgedeeÏte~bestaat''dit
Straat vermoedelijk uitsluitend uit Yprésien, terwijlin het'oostefïjke'g'edeeïte're^
a;-?o^rti;s."T;;;^1;; ;;;.'s;; as ?!;;.;.;%&.-
^kuSt!1^n!et.bere1kte-of> 1.vonedi3'iswe93eër°d?-^doorjongere-zeeregressÏes:-Vandaar dat het Eemien (jongste Pleistocene zeeafzetting) rechtstreeks op Éoceen rust.
op een
1
*^
-44-
zo diep bedolven onder Kwartaire afzettingen dat de zeestroming er
nog moeilijk bij kan. M.i. komt veel Eoceen materiaal uit jongere
Kwartaire lagen waar het op zijn beurt al geremanieerd in voorkwam.
Door dit vele transport zijn de zandsteenbrokken en de fragmenten
van Megaaardi.ta plamöosta leri-ohei., zoals we die aantreffen op het
strand, zeer sterk afgesleten.
Omdat elke strandjutter met dergelijke soorten kan geconfron-
teerd worden leek het mij interessant om wat gegevens uit de liteStratlyrafioche tabel.
.
<»
HolncBen
K-
w
M
- Ee il
.a;
E-4
ir.
t .. *
n
-;7 N,I?
P1clstnccen
.<
t
Su
f,
.
/
Forsi.jtie
/
B;'irtnnip il
/
/
. ^fc
plloc<ien
/
/
M l oc <" B n
/
t-~t
-^
*-*
/
OUfocfcen
E'
^
m
^
Lii <\ ie
/
K
t^.i.iiii'n v.411 Au;;e
v.j n
Ass';
Foraatlu van
..fe" iel
t'ormiitio van
Lerte
Fnr^ntïfTvari
/
f
Lntótien
UocePB
^
Hrusnul
Forma 11 ii van
Dei» Hoorn
\
p*1
f' i-, f n
\
Paniuel For-
\
^
uatle
\
l
Ypr ..-uien
\
\
leper
\
\
7
l
/ltt"
Am.e
litiii v;iti .ïc-.iel
'A's i ni en vun-ïe'le
L^Ht;;:t 'i nt "L 'ükenienlf
^.iiidfcii vun BrusaSf-1
**^a
&i~dé17~van Aal d; r
"^iinrieti vuil Oedelfc'-J
I.i t.nlethoiniend facieü
y.a dl.
klcii;
t -ClC.-i
tnciee
»^
fnrratie van
\
V:i
K Ie
b,ii(*Ïc iiüii'ü
l^cf
Mcrelb.'ke
v
^n.den van Mons-etl-Pévèle
LI
Kl o l. van Vlaanderen
Klei
5 W
ratuur alsook enkele persoonlijke vondsten even op een rijtje te
zetten. De waarnemingen worden hier echter in drie delen opgesplitst, meer bepaald:
l) Algemene vondsten langs de kust, overgenomen uit lit. 12
en 13 (Vermoedelijk grotendeels afkomstig uit zandsteen
van de Panisel met uitzondering misschien van de meeste
kleppen van Megaoardita plamoosta ler'iolïei. en huisjes
van Haustator solanderi).
2) Vondsten afkomstig van Cadzand en de Zwinmonding, overgenomen uit lit. 14 (+ in zandsteen gekit, - los gevonden) .
3) Persoonlijk vondsten afkomstig van de opgespoten stranden
van Knokke-Reist (allemaal los gevonden) .
Deel 3 wordt hier opgenomen omdat het materiaal betreft dat op-
gebaggerd werd vóór de Zeebrugse en Blankenbergse kust (als gere-
-45manieerd in het Eoceen?) en algemene soorten bevat die eventueel
in schelpengruis te verwachten zijn.
l) Algemene vondsten langs de kust
Athleta elevata ? : Blankenberge
Haustator spe c.
BI'ge
.
*
Haustator sotanderi. : Bi'ge, Heist, De Haan, Het Zoute (Knokke) ,
Wenduine
Scala spec. : Bi'ge
Nati.oa spec. : Bi'ge
Dentalium spec.
Wenduine
9
»
Nuoula spec. : BI'ge
Ntiouïana striata
.
»
BI'ge
P-inna rrwc'gaï'ztaoea : B l'ge
tussen De Haan en Wenduine
Ostrea spec.
Cübi.tostï'ea c f. mu.lti.oostata : Bi'ge
.
.
Luo-ina squamula -. BI'ge. Het Zoute (Knokke)
Calli-sta pï'oxima : tussen De Haan en Wenduine
Megaoccrdzta ptanï-oosta (l) : over gans de kust verspreid, het
meest frekwent tussen Oostende en het Zwin.
De gaafste exx.
werden gevonden te Wenduine
Crassatella c f. propinqua
Veppzocird-i.um porulosum (2)
.
BI'ge
»
.
BI'ge
2) Vondsten van Cadzand en de Zwiranonding
+A.thleta spe c.
<^
-SigmesaZia turbinoides
-Haustator solanderi,
-Haustator imbriQataria
+0stï>ea spec.
-Cubitostrea multioostata
.^Cubztostrea pl-ioata
-Megaoardita plani.Qosta (l)
^
-^
;.i--;y--
J^
M\
'W!
..üWW
ÜltUJsUis
y
Venericardin iitiinivustti, Lamarck, Éocéne. i's.
(naar Fischer, 1887)
(l) Hoewel een aantal exx. van Megaoardzta plamoosta afkomstig
zijn uit Paniselzandsteen, behoren zij vermoedelijk ook tot de
ondersoort Z.erzc^ez zoals die voorkomt in de Zanden van Aalter.
(2) Zou eventueel verward kunnen zijn met Veprzcca'di.'wn subporutosum (eveneens bekend uit de Zanden van Aalter).
-46-
3) Opgespoten stranden van Knokke-Heist
Omaiax-is disgunota
SigmesaHa cf. tux'bi-noï.des
Haustator solandevi
Cubi-tostrea spec.
Luoina squamula
yenieZ.Z.a peotinifera
Megaaardtta ptanioosta leï"iohe'i
Venerioaydia suloata serrutata
Crassatelïa prcpinqua
Vepr'i-oarditun cf. subporuloswn
Bovenstaande opsomming van soorten spreekt maar weinig tot de
verbeeldingskracht, vooral dan als het gaat om soorten die niet
meer overeenkomen met onze huidige Noordzeefauna maar afkomstig
zijn uit een tropisch milieu en reeds miljoenen jaren uitgestorven
zijn. Van elk van de opgesomde soorten een afbeelding publiceren
heeft in het kader van een dergelijk kort artikeltje weinig zin.
Teneinde de lezer toch ergens tegemoet te komen in zijn behoefte
een goede tekening of foto van de soort onder ogen te krijgen, is
een tamelijk uitgebreide literatuurlijst opgenomen die al heel wat
op weg kan helpen
Wil men voor de verandering het strand graag eens afzoeken naar
.
fossiele schelpen dan zijn daarvoor plaatsen langs onze kust die
aan te bevelen zijn, meer bepaald het stuk strand tussen Blankenberge en Wenduine, tussen Blankenberge en Zeebrugge en het zoge-
naamde Halvemaanstrand te Oostende (vóór de vuurtoren), doch ook
zeker niet te vergeten is de monding van het Zwin. Het strand tussen Heist en Het Zoute is echter niet meer natuurlijk doch werd
opgespoten en biedt bijna uitsluitend fossiel materiaal. De meest
opvallende Eocene soort is wel Megaoardita plamoosta teriohei.,
vanwege zijn dikschaligheid en zijn grote afmetingen. Wil men ech-
ter meer soorten vinden dan is het aan te raden om in gruisbanken
te zoeken of glauconietzandstenen te controleren of er geen schelpen in zitten. Erg veel soorten zijn er op het strand echter niet
te vinden; de kleinere soorten zijn eerder toevallige vondsten. Eén
soort die vermoedelijk wel meer te vinden is is Haustator solanderi
die op het eerste zicht veel gelijkenis vertoont met de recente
Tza'ï'ztella oommums doch bij grondig onderzoek wel duidelijk kan onderscheiden worden. Het is daarom ook steeds aan te raden om penho-
rens afkomstig uit gruismonsters goed te vergelijken met eerstgenoemde Eocene soort. De amateurs wens ik alvast veel zoekgenot toe!
-47Literatuur
l. "COK.ruin H. & (i. }ii;;.>;irro, 1(J04-)");$. Ic()no;;r,.ii.hlc- cn-;lut(; (lcy coqu.illr'; l'nsui.r 11.; <le l
'l'. TT.;;c;i i,lni|iu'l(
->
De lirnici- W.
strand
v
'.Il
&
Koc
'ï
t
v
(ir1;.;
K rivi ron;:* i^c
t
P..H-I.'.. T.T.P^'.lüuytiodoa,
\
i.luRt.roiiOili.':., Hr;ii;lilo!'oilf;,, Ui:; :.!iulonoJ
u; i
l-uris
.
(;. Do Mof.r, 19d7. t''un p;>nii,<;1 iyun-ui.tülult±n.
l*
Op het
.He..nl n j nu? U''tunrw. 'n.jduchr. 4',), \in.'ii^.r-d^,d l'li.:..
l'.'iuni
ï. °(il1bort l.;. , 1''^. I"-i
'til^colOt; i < t u <i du ';ï'ii/. iïllll(- ti d ü<S
dr
.rip:u-l-li,u. M.'.,.;. K. l'.. T. N. [Ki.':>3
t Il lui
H. "aiilihrt i.i.,)Q',i;.
...il^COlOtiilUt; (lu;, S;-lLl1.c;i (If; >;fc.^.;..l. l.peleuypodc.s. Hé i.)(.'.. l.]:, no.7fi
eiii/iroiis
ï
5. °GUbert M., )c);;i. Idpi::. II. O.intrnpoiles, Suiphopo.IeB, Cu!;ii:iloi<uie
t
ü»
NF-U.IÏ.!'. T.!l. no. l; ^
É. "Olibert M. & I. Vin üo VOBÏ , 1971 . Mol IUE")UO!; CénozüKnit.-u uouvoau
ou
ual coimuu. Uu'll.K.ü.I.';. lt7()?)
7. "üllbert M.,1979. Leo üiv'ilvia du Ledien (i'jnc.'nie ^oyeii üUi.crieur) de
la Bulj'Lque. I.Pnlüe.ot..ixodnnt;«, Uryptodniitu, Fterio.iorpliiu. Hul],
K.n.i.N. 51(5)
8. °Qllb>-rt M., lt:<ri0. Ideu. II .lleterodonta et AnoüalOLlean-ita. null. K.II.T.M.
ï>2(5)
Carditnlitt: &
9. "Janssen A.W. (t. L. Van der Slik, 19?Z. De 1'ostiiBle. . .
Condylocardildf-ie. Bantcria 36(2-'?) ,pp. 1?1-Iti?
10.°Idea, 1<»?4. Ideu. Astartldae & Crassatellidae. Bnst&ria ^;-i(3-<t) [.n.;i5t
t
-^
ez
ll.-Ideu, 19?P. Ideu. Cardiidae. Basterla 42(;(-u),pp.49-72
12. Lerlche M., 1932. Les veytlgiiü du "Panisüllen" re,jt-;tés uur la c8te
flaafiliile. I,e pl'Dloriieaent, f>ous 1-» uor dn lionl lies ausluru l'.'rt.iai-
rea do la Fla-idro. Ann.Soc.f'éol.'lord, Ï'.LVI, \iy.,i'.^-dbti
13« Lerichn M., ly/ii',. ^uelquün donnóöH pour l' liiutoifis i. uoln.'.Iquc do la
Plaine i-aritj.ae fl;(i.,unrie et pour lu c
oiuii'.ieüance de la . óuioi ie
sous-uarine du littoral t'la^-und. Hu 1.1. Soc.ln.-lj',. c'éol. T.LVII, p^.^ti-
3W
l tt. Nolf D., 1«d6. liijilrdi.fi tot
de studie van rte lchth.yolo"1 scl>e fauna
uit liet Midclen-Eocne;!. Hrm'j'e, Keiitfnc Heerd rapport
15. Nolf ü., 1970. Hrt- Eocepn in Vlaair'eren en Israbant. üidaL.oek vooi
de excurale (.eori.anit.ferd ilcor de ^.'t'.K.ü. van 11> tot 111
-t
r
Stencil
»)L l^'/c'.
16.°vanRRi"tiren Alti.na C.O., A. Blol-.lancler ti L.P. Poucleroyeu, )')b1?.
DR foatiiolö uclit.-lpen van de i'lei.lürlarnlse struticieu Lu zcu;,.l.eii. I.
Qaetropoda
Publicaties aangeduid net " bevatten afbeeldingen.
^
De
Wulk
8
8390 Knokke-Heist
6'
+