Suriname Kiest -- 7 augustus 2014

SURINAME KIEST
DONDERDAG 7 AUGUSTUS 2014 dWT c1
Ruth Wijdenbosch zwaait
met gerust hart af
Terwijl de roep om meer vrouwen in de politiek steeds luider
klinkt, maakt één politica zich juist op om er de stekker uit te
trekken. Ruth Wijdenbosch die haar stempel heeft gedrukt op
politiek Suriname gaat na deze regeerperiode met pensioen.
En met een gerust hart. “Er zijn genoeg vrouwen aan wie ik mijn
‘frambo’ kan overdragen. Het is nu tijd voor een jongere vrouw
om mijn door hard werken verworven tweede plaats op de kandidatenlijst van de NPS in Paramaribo in te nemen.”
Tekst: Milton Hubard
Beeld: dWT archief
e ondervoorzitter van de Nationale Partij Suriname (NPS) is
vastberaden. Niets en niemand
kan haar op andere gedachten brengen. “Ik wens meer vrije tijd te hebben
voor mezelf. Ik vind dat een redelijk verlangen, na 28 jaar mijn werkbare tijd en
energie ter beschikking van mijn volk te
hebben gesteld.” Het idee om meer
vrouwen in politieke topfuncties en
andere leidinggevende posities te krijgen, blijft zij echter even hard ondersteunen. Het is meer dan de hoogste
tijd dat de dalende trend die zich heeft
ingezet in de participatie van vrouwen
op politiek-bestuurlijke functies, wordt
gekeerd. Voorgoed moet worden afgerekend met statements als: ‘Wij moeten
geen vrouw plaatsen, omdat het een
vrouw is. Ze moet wel deskundig en
bekwaam zijn’. Immers, een man wordt
niet op deze merites beoordeeld.
D
Bekwaam
Maar zelfs wanneer elke voordracht aan
bekwaamheid en deskundigheid wordt
opgehangen weet Wijdenbosch dat
vrouwen beter scoren. “Uit cijfers van
de universiteit, de technische faculteit
en particuliere hoge opleidingen, blijkt
overduidelijk dat er meer vrouwen studeren dan mannen. Ook de inzet van
vrouwen binnen politieke partijen is
ongetwijfeld aanwezig.” Daarnaast is
de vrouw de backbone van elke politieke partij. “Zonder hun steun en commitment wint geen enkele politieke
partij een verkiezing.” Als de participatie van vrouwen op hoog politiek-
bestuurlijk niveau zou worden vergeleken met hun inzet in de partijen, dan
zou gauw blijken dat de vertegenwoordiging van vrouwen pover is en dat zij
ondergewaardeerd zijn.
De politica is voorstander van een qoutasysteem voor mannen en vrouwen. In
de ideale situatie wordt daarbij uitgegaan van 50/50. “Maar voor welk systeem ook wordt gekozen, voor mij is
belangrijk dat deze negatieve ontwikkeling verandert.” De zichtbare acties
die in deze richting worden genomen,
juicht ze daarom ook toe. De Nationale
Assemblée zet zich hiervoor in, Stichting Projekta is zeer actief, het Vrouwen
Parlement Forum laat weer van zich
horen en onlangs is ook Karin Refos
gestart met een promotiecampagne
voor minimaal 30 procent vrouwen in
de politiek, het bedrijfsleven en de vakbeweging. Wijdenbosch juicht deze
acties vooralsnog echter voorzichtig
toe. “Het is alsof alle politieke partijen
nu zeggen: all hands on deck, als het
om vrouwen gaat. Ik zeg hierop: ‘time
will tell’.”
Groen
Nieuwe vrouwelijke politici kunnen
zich volgens haar makkelijker bewegen
dan zij bij haar intrede kon. “Ik was
‘politiek groen’.” Als vrouw en jongeling in de politiek voelde ze zich geroepen extra hard haar best te doen om
voor vol te worden aangezien. Ze wist
dat er extra op haar gelet werd. “Je
wordt met argusogen aangekeken en
elke stap die je zet, wordt extra onder
‘Wij moeten geen vrouw plaatsen,
omdat het een vrouw is. Ze moet wel
deskundig en bekwaam zijn’
een vergrootglas geplaatst, omdat je
een vrouw bent.” Eventueel falen van
haar kant kon al gauw als ‘het falen van
de vrouw’ worden gezien.
Waar haar opvolgers vooral verder
aan moeten werken, is het verder verzelfstandigen van De Nationale Assemblée. Het instituut moet meer onafhankelijk handelen tegenover de regering.
Hierdoor zal er daadwerkelijk controle
en bijsturing van het beleid kunnen
plaatsvinden. Een andere uitdaging
voor het parlement is volgens de politica daadwerkelijke bestrijding van cor-
ruptie. Gevallen van corruptie moeten
zonder aanzien des persoons worden
onderzocht. De nieuwelingen moeten
zich inzetten om van Suriname een
sociaal-rechtvaardige staat te maken.
Eigen partij
Wijdenbosch, die zich bijna emerita
mag noemen, heeft er nooit voor gekozen een eigen politieke partij voor vrouwen op te richten. “Ik denk dat elke
vrouw eens een droom gehad heeft van
een eigen politieke partij voor vrouwen.
Toch kies ik daar niet voor. Het gaat er
niet om een tegenhangerspartij van
vrouwen te hebben. Het gaat er ook niet
om over te schakelen naar een maatschappij die door vrouwen wordt
beheerst. Waar het om gaat, is gelijke
participatie van vrouwen en mannen
op alle niveaus die ontwikkeling kunnen teweegbrengen in ons land. Het
gaat om uitbanning van achtergesteldheid van een groep ten opzichte van
een andere en zeker niet om overheersing van vrouwen. Wij willen en moeten het samen doen.” Vrouwen bezitten
kennis en capaciteit die verloren gaat
wanneer zij niet in de gelegenheid
gesteld worden die ter beschikking van
het land te stellen. “Besluiten die worden genomen voor onze bevolking dienen bij wijze van spreken zowel een
vrouwelijk als mannelijk gezicht te hebben. Bovendien bestaat ongeveer de
helft van de samenleving uit vrouwen.
Worden ze niet in voldoende mate
betrokken bij zwaarwichtige besluiten,
gaat 50 procent van ons potentieel verloren. Ik ben mij ervan bewust dat weleens gezegd wordt dat vrouwen niet
met vrouwen kunnen samenwerken en
vandaar dat er geen politieke partij
voor vrouwen bestaat. Niets is minder
waar. Vrouwen zijn net als mannen normale mensen. Vrouwen leveren kritiek
op vrouwen, zoals mannen kritiek leveren op mannen; evenzo leveren mannen kritiek op vrouwen en omgekeerd.
Er mag niet vanuit worden gegaan dat
vrouwen altijd vrouwen zullen ondersteunen, omdat ze vrouw zijn. Vrouwen
zijn geen volmaakte mensen, zoals
mannen dat ook niet zijn.”
Vooralsnog is het koffiedik kijken
waarmee Ruth Wijdenbosch zich na 25
mei 2015 voornamelijk zal bezighouden. De vrije tijd, waar ze zo naar verlangt, zal volgens haar niet nutteloos
voorbijgaan. Een carrière in de journalistiek is niet uitgesloten. Maar ook aan
de Anton de Kom Universiteit van Suriname zou zij haar krachten kunnen
geven als scriptiebegeleider. “Wat het
ook wordt, het positief stimuleren van
vrouwen blijft mijn missie; al zou het
slechts in de rol van motivatiespreker
zijn.”.-.
Noot van de redactie:
Het gesprek met Ruth Wijdenbosch heeft in
juni plaatsgevonden. De Ware Tijd wenst
mevrouw Wijdenbosch, die momenteel in de
rouw is, sterkte toe.
‘Het moet blijvend zijn in hoofden van mensen’
Ze was in oktober 2013 met een
grote delegatie van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken in
Indonesië toen het Karin Refos
opviel dat in het gezelschap van
ongeveer dertig personen zij de
enige vrouw vanuit een bedrijf was.
“Hoe kan dat nou? Zijn er geen
vrouwen in het bestuur?”, vroeg
ze. “Nou, die zijn er niet”, klonk het
terug. Deze ervaring bleek de
bevruchting te zijn van het idee dat
uitgroeide tot de ‘OOK ZIJ’-campagne die nu wordt gevoerd.
Tekst: Gerold Rozenblad
Beeld: Stefano Tull
aat het een toeval zijn dat in veel bladen die
zij in die periode onder ogen kreeg, internationaal weer eens van leer werd getrokken over
de slechte positie van vrouwen als het gaat om leiderschap in organisaties en de politiek. “Met Suriname als dieptepunt”, ging het in haar om. “Daar
moet ik wat aan doen”, maalde het in het hoofd
van Refos. En wat zij wil, doet ze ook, blijkt. Op 30
mei werd ‘OOK ZIJ’ gelanceerd in Torarica. Ondertussen heeft zij nationaal attentie voor de campagne, die erin moet resulteren dat via de verkiezingen van 2015 minstens 30 procent van de politieke
functies moet worden ingevuld door vrouwen. Als
het even kan, moeten tegen die tijd ook de besturen van de KKF en de Vereniging Surinaams
Bedrijfsleven voor dertig procent zijn ingevuld
door vrouwen, of moeten die organisaties zich
opmaken om dat streven ook te realiseren. “Een rijke man zei ooit dat als je erg goed bent in
L
iets, je daarmee ook moet teruggeven. En dit is wat
ik doe”, zegt Refos refererend aan haar professie
als publiciteitsdeskundige.
Ze maalt er niet om dat er weer eens campagne
moet worden gevoerd voor een betere positie van
vrouwen in bestuurlijke functies. In 1996 voerde
het Vrouwen Parlement Forum met succes actie
voor meer vrouwen in de politiek. De uitloper
daarvan was dat in de periode 2000-2005 het parlement voor 25 procent werd bezet door vrouwen.
Nu, bijna tien jaar daarna, is dat teruggevallen
naar een schamele dertien procent. Nota bene
door opschuivingen die het percentage van vijf
opkrikten naar dertien.
Dit verbaast Refos niet. “Het succes werd toen
bereikt op basis van een conferentie.” Er werd weliswaar ook nog een regionaal actieplan 2000-2005
geschreven, waarin precies werd aangegeven wat
te doen om het resultaat vast te houden en uit te
bouwen, “maar dan zie je dat er verder niets aan
gedaan is”. Daarom heeft Refos nu een jaar uitgetrokken om op een andere manier het uiteindelijke doel te bereiken. “Er moet sprake zijn van
bewustwording. Na de campagne moet het nu
blijvend zijn in de hoofden van de mensen.
Bewustwording brengt gedragsverandering.”
Daarom worden ook mechanismen ingebouwd
om na 2015 de zaak meetbaar te houden. Onder
andere de website www.ookzij.sr die na het debat
werd gelanceerd, moet daarin helpen voorzien.
Op die site kunnen vrouwen zich melden en profileren. Als Refos in 2015 het doel bereikt, trekt ze
een fles open. Maar ze beseft dat daarmee de strijd
nog niet gewonnen is.
“Kijk, er zijn in zijn algemeenheid barrières
voor vrouwen. Bij veel van ze merk je dat ze pas na
hun veertigste omhoogschieten en carrière
maken. Ik zie het ook bij mezelf.” En dat heeft met
verschillende zaken te maken. Onder andere met
de opvoeding van kinderen. Vaak gebeurt het dat
pas wanneer de kinderen ietwat volwassen zijn,
ruimte ontstaat om carrière te maken. Maar er zijn
ook tal van andere maatschappeijke dingen waar
Refos over struikelt. Zoals dat werktijden en
schooltijden niet op elkaar zijn afgestemd. “Bij de
overheid begint men om zeven uur te werken,
maar de school start om half acht. Hoe combineer
je dat?”, roept ze bijna wanhopig. “Die dingen zijn
niet geregeld.” En dan speelt ook nog dat er ruim
vijftig vrouwonvriendelijke wetten zijn die moeten worden gecorrigeerd, wat een flinke kluif is in
het natraject. Terwijl ze aan de ene kant uithaalt, is
Refos niet helemaal ontevreden over de positie
van vrouwen nu. “We moeten realistisch zijn en
ook weten dat pas in de jaren ‘80 de handelingsonbekwaamheid voor vrouwen is opgeheven.”
Karin Refos trekt ten strijde. Zoveel is intussen
duidelijk. Maar het is geen ongenuanceerd
gevecht. “De klassieke strijd voor gelijke ontwikkelingskansen is achter ons.” Dat blijkt uit de vele
vrouwen die ondertussen op de hogere opleidingen zitten. Daar zitten mannen zwaar in de minderheid. Zo erg zelfs, dat langzamerhand hoogopgeleide mannen bijna als bedreigde diersoorten
kunnen worden geclassificeerd. “Dus daar gaat het
niet om.” Waar het om gaat, is dat vrouwen niet de
ruimte krijgen om hun deel van de stempel op de
maatschappij te drukken.
Maar het is ook geen strijd tegen mannen.
“Daarom heet de campagne ‘OOK ZIJ’. Omdat we
samen met de mannen de maatschappij willen
inrichten.” En aangezien Refos niet in strijd is
tegen mannen heeft ze ook oog voor het gegeven
dat steeds meer mannen het laten afweten op de
hogere opleidingen. “We moeten ook op onze jongens letten.” Immers, het is wetenschappelijk
bewezen dat een ontwikkelde man in een relatie
minder moeite heeft met een minder ontwikkelde
vrouw, maar dat omgekeerd het wel een probleem
is. Dat geeft voor Refos aan dat er op meer dan één
gebied gelijkheid dient te zijn. Man en vrouw vullen elkaar aan. En moeten elkaar ook aanvullen
om de maatschappij een betere te maken. “Weet je
dat het bewezen is dat hoe meer vrouwen aan het
roer zijn, hoe minder corruptie er binnen die organisaties is?” Refos blijkt haar huiswerk te hebben
gedaan als het gaat om de discussie. Toch is te
merken dat sedert ze de campagne is gestart er
vanuit de kant van de mannen geen onvertogen
woord is geweest. “Nee, ik heb van die hoek alleen
maar medewerking gekregen”, klinkt het. De initiatiefneemster gaat ervan uit dat zij ook geen
tegenwerking krijgt als zij een gezegde wil vervormen. “Er wordt gezegd dat achter elke succesvolle
man een sterke vrouw staat. Nou, laten we het verbuigen naar dat achter elke succesvolle persoon,
man of vrouw, een sterke thuissituatie staat.”
Want daar gaat het om. Immers, man en vrouw
verwekken samen een kind. “Dan kan het toch niet
zo zijn dat slechts de mannen de maatschappelijke kinderen opeisen. Toch?”.-.
C2 dwt donderdag 7 augustus 2014
SURINAME KIEST
Ideaalsituatie vrouwen
in politiek voor Suriname
nog ver weg
Of je wilt of niet, iedereen die het nieuws de laatste maanden
een beetje heeft gevolgd, weet dat er een campagne loopt om in
Suriname meer vrouwen op topposities te krijgen. Onder de titel
‘OOK ZIJ’ vinden er allerlei activiteiten, vooral debatten, plaats
over dit onderwerp.
Tekst: Annelies Brinkman
Beeld: dWT archief
oewel het doel van de campagneisgericht op alle topposities,
dus zowel in de politiek, bij de
overheid als in het bedrijfsleven, gaat er
veel aandacht uit naar de situatie in de
politiek. Dat is ook geen wonder, gezien
de verkiezingen die op komst zijn. Maar
wat ook zeker meespeelt, is dat uit
onderzoeken blijkt dat Suriname er
behoorlijk slecht voor staat wanneer
het gaat om vrouwen in de politiek.
Dat blijkt uit onder andere uit een
studie die de Surinaamse onderzoeksters Monique Essed-Fernandes en
Annette Tjon Sie Fat hebben uitgevoerd
voor de UNDP, het onderdeel van de
Verenigde Naties dat zich bezighoudt
met armoedebestrijding in ontwikkelingslanden, maar ook gelijkheid tussen mannen en vrouwen stimuleert. De
studie gaat over het Caribisch gebied
(de Caricom-landen), waar Suriname
als een van de drie aparte studies is
belicht.
En dan wordt duidelijk dat Suriname
het niet goed doet, en op sommigen
punten zelfs het ‘slechtste jongetje (of
meisje) in het Caribisch gebied is’. Zo is
het wereldwijd zo dat een kleine 24 procent van alle ministersposten door een
vrouw wordt ingevuld. In Suriname is
dat echter maar 6 procent; van de
zeventien ministers is Alice Amafo van
Sociale Zaken de enige vrouwelijke
minister. Ter vergelijking, Haïti heeft
zeven vrouwen in de ministersploeg
van totaal 20, dat is 35 procent.
En ook in het parlement staat Suriname er slecht op. Slechts 13,7 procent van
de DNA-leden is vrouw. Dat is iets beneden het gemiddelde van 14,3 procent
vrouwelijke parlementariërs in de Caricom. Wereldwijd ligt dit getal echter al
op 21,8 procent. Nog een vergelijking;
in Nederland zijn er van de 150 Tweede
Kamerleden nu 56 vrouw, dat is meer
dan een derde deel.
Maar waarom is het nu belangrijk
om meer vrouwen actief op hogere
posities te hebben? Gaat het dan beter?
Nederland heeft toch ook net een financiële crisis achter de rug? Voor Tjon Sie
H
Fat een eenvoudig te beantwoorden
vraag. “Vanaf de jaren ‘70 is het bekend
dat als er vrouwen in belangrijke functies zitten, vooral parlement en ministerraad, er uiteindelijk wetgeving en
beslissingen komen die vaker rekening
houden met de rechten van vrouwen en
kinderen. En daar hebben ze gezien
allerlei internationale verdragen recht
op. Plus natuurlijk het feit dat de helft
Arnette Tjon Sie Fat meent dat de tijd rijp is in Suriname dat vrouwen en
mannen fifty-fifty vertegenwoordigd zijn in leidinggevende posities.-.
Percentage vrouwelijke parlementariers in de Caricom-landen (2000-2013), in vergeleijking met de percentages voor de Amerika’s en de wereld
Bron: IPU Parline database (archive of statistical data)
Nationaal en international onderzoek wijst uit dat Suriname achterloopt wat betreft vrouwen in besluitvormende posities. Dit blijkt ook uit een regionale studie, uitgevoerd in
November 2013 tot mart 2014, die gericht was op vrouwen in de politiek.In 200-2013 is het percentage vrouwelijke parlementariers in de Caricolanden vrijwel constant gebleven.
Tussen 2000 en 2004 stijgt het percentage van 14,3 procent naar 15,7 procent, waarna ere en daling inzet, met een kleine stijging naar 14,8 procent in 2010. Anno 2013 zijn we
weer terug naar het percentage van 2000. In dertien jaren hebben we dus eigenlijk geen voortuitgang gezien in het aantal vrouwelijke parlementariers in de Caricom-landen.
Volgens de Interparlementaire Unie (IPU) is het gemiddeld aantal vrouwelijke parlementariers wereldwijd gestegen van 13,8 procent (in 2000) naar 21,8 procent (in 2013). De
Amerika’s vertoont de grootste stijging, namelijk van 15,2 procent (in 2000) naar 25,2 procent (in 2013). In de Caricom heeft Greneda momenteel het hoogste percentage: 33 procent vrouwelijke parlementariers, gevolgd door Guyana met 31,3 procent.
van de bevolking van Suriname uit
vrouwen bestaat. Dus in het ideale geval
zouden er in alle sectoren en in alle
functies 50 procent door vrouwenmoeten wordeningevuld.”
Die ideaalsituatie is echter nog ver
weg in Suriname en ook in andere
delen van de wereld. Een belangrijke
reden daarvoor is volgens Tjon Sie Fat
dat veel Caricom-landen, inclusief Suriname, nogal ‘macho’ zijn als het gaat
om leiderschap en de acceptatie van
vrouwen in machtsposities. “Daar komt
bij dat van vrouwen in de politiek ookwordtverwacht dat ze al helemaal
klaarzijnvoor de job voor ze verkiesbaarwordengesteld. Een eis die ik nooit
heb gehoord voor mannelijke kandidaten. Hierdoor zijn alle partijen heel
mannelijk ingericht. Anno 2014 heeft
geen van de partijen in Suriname een
vrouwelijke voorzitter”, constateert de
onderzoekster.-.
Na de verkiezingen van 2010 zijn er totaal 34 vrouwen in de districtsraden (29,6 procent), terwijl 30,6 procent van de voorzitters
van ressortsraden vrouw zijn. Er zijn per district wel grote verschillen te zien. Bijvoorbeeld: Paramaribo heeft 52,4 procent in de
districtsraad; Nickerie heeft 0 procent in deze raad, maar 2 van de 5 ressortsraden (40 procent) in Nickerie wel voorgezeten door
vrouwen. Coronie heeft 42,9 procent vroiwen in de districtsraad, maar geen van de 3 ressortraden heeft een vrouw als voorzitter.
Marowijne geeft min of meer hetzelfde beeld als Coronie: 44,4 procent vrouwen in de districtsraad, maar geen van de 6 ressortraden heeft een vrouw als voorzitter.-.
Bronnen: IPU Parline Database; De Nationale Assemblee en Centraal Hoofdstembureau
Volgens de IPU en United Nations Women (UN Women) worden momenteel 258 van
de 1096 ministerposten in de wereld bezet door vrouwen (23,5 procent). Deze vrouwelijke ministers hebben meestal de verantwoordelijkheid voor Sociale Zaken, kinderen, jongeren, senioren burgers en gendergelijkheid. In het Caribisch gebied is het
percentage vrouwelijke ministers 15. Greneda en Guyane scoren hier ook het
hoogst, respectievelijk 30,8 procent en 27,8 procent vrouwelijke ministers. Suriname
is de hekkensluiter in de region: 5,6 procent.
Resultaten per politieke partij of combinative bij de laatste verkiezingen (2010)
Wat opvalt, is dat het percentage vrouwen in ressortraden tussen 1987 en 2010 wel is toegenomen, wat leidt tot een toename
van het percentage vrouwen in de districtsraden. Maar op national niveau stelt het aantal gekandideerde vrouwen en gekozen
vrouwen in De nationale Assemblee teleur. Suriname heeft –dankzij opschuivingen- momenteel 13,7 procent vrouwelijke parlementariers. Ook het aantal vrouwelijke ministers is teleurstellend. In bovenstaand tabel is de Onder-minister meegenomen bij de
berekening van het percentage vrouwelijke ministers. Het percentage nu (5,6 procent) komt omdat er slechts een vrouw in het
kabinet zit.
De volgende tabel geeft de politieke partijen en combinaties die hebben meegedaan aan de verkiezingen van 2010, het aantal
behaalde stemmen, de verdeling van zetels in DNA en het aantal rechtstreeks gekozen vrouwen. Hier valt op dat alle partijen en
combinaties door mannen worden geleid. In 2010 kregen overigens weinig vrouwen een zogeheten ‘verkiesbare plaats’ op de
kandidatenlijsten, waardoor er minder vrouwen rechtstreeks gekozen zijn dan in 2005. Door opschuiving kwamen er later toch
nog enkele vrouwen meer in De Nationale Assemblee.
C2 DwT donderdag 7 augustus 2014
SURINAME KIEST
Ideaalsituatie vrouwen
in politiek voor Suriname
nog ver weg
Of je wilt of niet, iedereen die het nieuws de laatste maanden
een beetje heeft gevolgd, weet dat er een campagne loopt om in
Suriname meer vrouwen op topposities te krijgen. Onder de titel
‘OOK ZIJ’ vinden er allerlei activiteiten, vooral debatten, plaats
over dit onderwerp.
Tekst: Annelies Brinkman
Beeld: dWT archief
oewel het doel van de campagneisgericht op alle topposities,
dus zowel in de politiek, bij de
overheid als in het bedrijfsleven, gaat er
veel aandacht uit naar de situatie in de
politiek. Dat is ook geen wonder, gezien
de verkiezingen die op komst zijn. Maar
wat ook zeker meespeelt, is dat uit
onderzoeken blijkt dat Suriname er
behoorlijk slecht voor staat wanneer
het gaat om vrouwen in de politiek.
Dat blijkt uit onder andere uit een
studie die de Surinaamse onderzoeksters Monique Essed-Fernandes en
Annette Tjon Sie Fat hebben uitgevoerd
voor de UNDP, het onderdeel van de
Verenigde Naties dat zich bezighoudt
met armoedebestrijding in ontwikkelingslanden, maar ook gelijkheid tussen mannen en vrouwen stimuleert. De
studie gaat over het Caribisch gebied
(de Caricom-landen), waar Suriname
als een van de drie aparte studies is
belicht.
En dan wordt duidelijk dat Suriname
het niet goed doet, en op sommigen
punten zelfs het ‘slechtste jongetje (of
meisje) in het Caribisch gebied is’. Zo is
het wereldwijd zo dat een kleine 24 procent van alle ministersposten door een
vrouw wordt ingevuld. In Suriname is
dat echter maar 6 procent; van de
zeventien ministers is Alice Amafo van
Sociale Zaken de enige vrouwelijke
minister. Ter vergelijking, Haïti heeft
zeven vrouwen in de ministersploeg
van totaal 20, dat is 35 procent.
En ook in het parlement staat Suriname er slecht op. Slechts 13,7 procent van
de DNA-leden is vrouw. Dat is iets beneden het gemiddelde van 14,3 procent
vrouwelijke parlementariërs in de Caricom. Wereldwijd ligt dit getal echter al
op 21,8 procent. Nog een vergelijking;
in Nederland zijn er van de 150 Tweede
Kamerleden nu 56 vrouw, dat is meer
dan een derde deel.
Maar waarom is het nu belangrijk
om meer vrouwen actief op hogere
posities te hebben? Gaat het dan beter?
Nederland heeft toch ook net een financiële crisis achter de rug? Voor Tjon Sie
H
Fat een eenvoudig te beantwoorden
vraag. “Vanaf de jaren ‘70 is het bekend
dat als er vrouwen in belangrijke functies zitten, vooral parlement en ministerraad, er uiteindelijk wetgeving en
beslissingen komen die vaker rekening
houden met de rechten van vrouwen en
kinderen. En daar hebben ze gezien
allerlei internationale verdragen recht
op. Plus natuurlijk het feit dat de helft
Arnette Tjon Sie Fat meent dat de tijd rijp is in Suriname dat vrouwen en
mannen fifty-fifty vertegenwoordigd zijn in leidinggevende posities.-.
Percentage vrouwelijke parlementariers in de Caricom-landen (2000-2013), in vergeleijking met de percentages voor de Amerika’s en de wereld
Bron: IPU Parline database (archive of statistical data)
Nationaal en internationaal onderzoek wijst uit dat Suriname achterloopt wat betreft vrouwen in besluitvormende posities. Dit blijkt ook uit een regionale studie, uitgevoerd
in november 2013 tot maart 2014, die gericht was op vrouwen in de politiek.
In 2000-2013 is het percentage vrouwelijke parlementariërs in de Caricomlanden vrijwel constant gebleven. Tussen 2000 en 2004 stijgt het percentage van 14,3 procent
naar 15,7 procent, waarna een daling inzet, met een kleine stijging naar 14,8 procent in 2010. Anno 2013 zijn we weer terug naar het percentage van 2000. In dertien jaren
hebben we dus eigenlijk geen voortuitgang gezien in het aantal vrouwelijke parlementariërs in de Caricom-landen.
Volgens de Interparlementaire Unie (IPU) is het gemiddeld aantal vrouwelijke parlementariërs wereldwijd gestegen van 13,8 procent (in 2000) naar 21,8 procent (in 2013).
De Amerika’s vertonen de grootste stijging, namelijk van 15,2 procent (in 2000) naar 25,2 procent (in 2013). In de Caricom heeft Grenada momenteel het hoogste percentage: 33 procent vrouwelijke parlementariërs, gevolgd door Guyana met 31,3 procent.
van de bevolking van Suriname uit
vrouwen bestaat. Dus in het ideale geval
zouden er in alle sectoren en in alle
functies 50 procent door vrouwenmoeten wordeningevuld.”
Die ideaalsituatie is echter nog ver
weg in Suriname en ook in andere
delen van de wereld. Een belangrijke
reden daarvoor is volgens Tjon Sie Fat
dat veel Caricom-landen, inclusief Suriname, nogal ‘macho’ zijn als het gaat
om leiderschap en de acceptatie van
vrouwen in machtsposities. “Daar komt
bij dat van vrouwen in de politiek ookwordtverwacht dat ze al helemaal
klaarzijnvoor de job voor ze verkiesbaarwordengesteld. Een eis die ik nooit
heb gehoord voor mannelijke kandidaten. Hierdoor zijn alle partijen heel
mannelijk ingericht. Anno 2014 heeft
geen van de partijen in Suriname een
vrouwelijke voorzitter”, constateert de
onderzoekster.-.
Na de verkiezingen van 2010 zijn er totaal 34 vrouwen in de districtsraden (29,6 procent), terwijl 30,6 procent van de voorzitters
van ressortraden vrouw is. Er zijn per district wel grote verschillen te zien. Bijvoorbeeld: Paramaribo heeft 52,4 procent in de districtsraad; Nickerie heeft 0 procent in deze raad, maar twee van de vijf ressortsraden (40 procent) in Nickerie worden wel voorgezeten door vrouwen. Coronie heeft 42,9 procent vrouwen in de districtsraad, maar geen van de drie ressortraden heeft een vrouw
als voorzitter. Marowijne geeft min of meer hetzelfde beeld als Coronie: 44,4 procent vrouwen in de districtsraad, maar geen van
de 6 ressortraden heeft een vrouw als voorzitter.-.
Bronnen: IPU Parline Database; De Nationale Assemblee en Centraal Hoofdstembureau
Volgens de IPU en United Nations Women (UN Women) worden momenteel 258 van
de 1096 ministerposten in de wereld bezet door vrouwen (23,5 procent). Deze vrouwelijke ministers hebben meestal de verantwoordelijkheid voor sociale zaken, kinderen, jongeren, seniorenburgers en gendergelijkheid. In het Caribisch gebied is het
percentage vrouwelijke ministers 15. Grenada en Guyana scoren hier ook het
hoogst, respectievelijk 30,8 procent en 27,8 procent vrouwelijke ministers. Suriname
is de hekkensluiter in de regio: 5,6 procent.
Resultaten per politieke partij of combinative bij de laatste verkiezingen (2010)
Wat opvalt, is dat het percentage vrouwen in ressortraden tussen 1987 en 2010 wel is toegenomen, wat leidt tot een toename
van het percentage vrouwen in de districtsraden. Maar op nationaal niveau stelt het aantal gekandideerde vrouwen en gekozen
vrouwen in De Nationale Assemblée teleur. Suriname heeft – dankzij opschuivingen – momenteel 13,7 procent vrouwelijke parlementariërs. Ook het aantal vrouwelijke ministers is teleurstellend. In bovenstaande tabel is de onderminister meegenomen bij
de berekening van het percentage vrouwelijke ministers. Het percentage nu (5,6 procent) komt, doordat er slechts één vrouw in
het kabinet zit.
De volgende tabel geeft de politieke partijen en combinaties die hebben meegedaan aan de verkiezingen van 2010, het aantal
behaalde stemmen, de verdeling van zetels in DNA en het aantal rechtstreeks gekozen vrouwen. Hier valt op dat alle partijen en
combinaties door mannen worden geleid. In 2010 kregen overigens weinig vrouwen een zogeheten ‘verkiesbare plaats’ op de
kandidatenlijsten, waardoor er minder vrouwen rechtstreekszijngekozen dan in 2005. Door opschuiving kwamen er later toch
nog enkele vrouwen meer in De Nationale Assemblée.
donderdag 7 augustus 2014 dwT C3
SURINAME KIEST / ADVERTENTIE
‘Onderbewustzijn ketent vrouw in traditionele rol’
Een groot deel van de Surinaamse vrouwen is
geëmancipeerd, maar in hun onderbewustzijn blijven
ze vastgeroest in de traditionele vrouwenrol: zorgen
voor man en kinderen en de huishouding doen. Uit
talrijke gesprekken met voornamelijk jonge vrouwen,
die veelal een hogere schoolopleiding hebben,
concludeert Erna Aviankoi, dat ofschoon deze
vrouwen bepaalde ambities hebben, ze toch ervoor
kiezen liever “gewoon moeder en vrouw” te zijn.
Tekst: Ivan Cairo
Beeld: dWT archief
Proces
e functioneren prima in hun organisaties, maar zodra zij
de hoogste verantwoordelijkheid zouden moeten
nemen, houden ze liever de boot af”, zegt de communicatiedeskundige. Een veelgehoord argument is dat ze pas aan hun
persoonlijke ambities gaan werken “wanneer de kinderen groter of
uit huis zijn”. Aviankoi, voorzitter van Stichting Communicatie,
Cultuur en Ontwikkeling (Cocon), komt uit de marrongemeenschap waar de afgelopen decennia vrouwen in het traditionele
gezag ook hogere functies zoals kapitein van een dorp zijn gaan
bekleden. Toch treedt de marronvrouw in de traditionele setting
doorgaans niet bewust op de voorgrond. Mogelijk is dat een van de
oorzaken waarom marronvrouwen niet nadrukkelijk in de voorste
linies van politieke partijen te vinden zijn.
Jaren geleden nam toenmalige gaanman van de Aucaners,
Matodja Gazon, het gedurfde besluit om voor het eerst een vrouw
als kabiten, het hoogste gezag in een dorp, aan te stellen. Daarna
volgden er meer en werd dit voorbeeld overgenomen door andere
marronstammen. Van oudsher werden al vrouwelijke basya
benoemd. Die fungeerden voornamelijk als logistieke ondersteuning voor de dorpskapitein. Dit betekent echter niet dat de stem
van de vrouw bij het nemen van besluiten in de marrongemeenschap niet meetelt.
“Traditioneel treedt de vrouw niet zo op de voorgrond, maar
vanuit de achtergrond geeft ze haar mening die doorslaggevend
kan zijn bij de besluitvorming”, schetst de Cocon-voorzitter. Aangegeven wordt dat de mannelijke leiders zaken die tijdens krutu
worden besproken, thuis met hun vrouw delen, die haar visie geeft
over de gepresenteerde vraagstukken. Neemt de man deel aan een
vervolgkrutu, dan laat hij zijn stem horen met daarin verwerkt de
meningen van zijn vrouw indien hij zich daarin kan terugvinden.
In sommige gevallen wordt wel expliciet de mening van vrouwen
in de dorpen of familiekrutu gevraagd, weet Aviankoi. “Maar normaal zal de vrouw niet publiekelijk opstaan en haar mening geven.
Dat is naar mijn mening ook doorgegroeid in de politiek.”
Aviankoi zegt dat mannen niet het probleem zijn dat vrouwen
niet in grotere aantallen doorstoten naar topposities in de samenleving. “De vrouw is het obstakel, ze moet zelf ook willen.” Als voorbeeld noemt ze Shirley Sowma. “Toen Sowma directeur werd van
CKC is ze toch niet tegengehouden door mannen?” Volgens de
Cocon-voorzitter speelt opvoeding ook een belangrijke rol bij de
“Z
houding die vrouwen later in de maatschappij aannemen.
Ofschoon in de meeste gezinnen meisjes een vrijere opvoeding
krijgen dan enkele decennia geleden, blijven diverse aspecten hen
vormen voor het innemen van traditionele vrouwenrollen op latere leeftijd.
Ze vindt verder dat op het stuk van wetgeving ook enkele zaken
moeten veranderen, waardoor de achterstandspositie van vrouwen
wordt teruggedrongen. In dat kader zou ook vaderschapsverlof
kunnen worden geïntroduceerd, waardoor de vrouw na de bevalling haar carrière snel kan oppakken en de verzorgingstaken voor
het pasgeboren kind tussen beide ouders worden verdeeld. Wel
stelt Aviankoi dat de campagnes en acties om meer vrouwen in
topposities te krijgen zich te veel richten op mannen. “De focus
moet liggen op de vrouw.”
Parlementariër Ronny Asabina erkent dat vrouwen in de traditionele gemeenschappen nog ondervertegenwoordigd zijn in leidinggevende posities. “Ook binnen het traditioneel bestuurssysteem zijn de vrouwen ondervertegenwoordigd, maar we zien een
geweldige ontwikkeling in positieve zin. In het district Brokopondo hebben wij binnen een jaar meer dan vier vrouwelijke kapiteins
gehad. Deze trend is ook waarneembaar in de bestuurlijke en politieke functies in de marron politieke partijen.” Het is een proces,
zegt hij, dat “beheersbaar en controleerbaar”moet wordengehouden.
Het is, aldus de politicus, niet alleen realistisch, maar ook een
puur maatschappelijke basisbehoefte dat bij de komende verkiezingen meer vrouwen binnenkomen. Hun participatie in het totale
bestuur moet verbeteren. Mondiaal leven nog steeds meer vrouwen dan mannen onder de armoedegrens. In dit kader moeten
politieke partijen zich er ook van bewust zijn dat zij in deze een
kerntaak hebben. Asabina: “Vrouwenemancipatie en het wegwerken van sociale en genderongelijkheid geen verliezers, maar alleen
overwinnaars hebben. Er moet ook naar een win-winsituatie worden gewerkt.
Dat vrouwen nog niet op grote schaal doorbreken, heeft verschillende oorzaken. Ondanks vooruitgang op het gebied van het
promoten en propageren van gelijke rechten zijn de wapenfeiten
uitgebleven. Reeds geruime tijd timmert het Vrouwen Parlement
Forum aan de weg, echter zonder het gewenste resultaat. Evenals
Aviankoi is hij van mening dat de traditionele rol en verantwoordelijkheden van de vrouwen niet over het hoofd moeten worden
gezien. Zulks in relatie tot de perceptie die grote delen van de
samenleving nog steeds hebben over de vrouw. Het valt op, zegt de
politicus, dat “onder de vrouwen we een situatie hebben die te
maken heeft met verschillen in belangen, werkwijze en cultuur”. Man meer betrekken
Ondanks dat op het gebied van kennis de vrouw in Suriname ‘booming’ is, komt dat niet tot uiting in haar positionering in strategische functies. “Want ik merk niet dat vrouwen door de mannen als
indringers worden aangemerkt of met schele ogen worden aangekeken. Alleen merk ik dat de vrouwen in hun rechtvaardige strijd
voor lotsverbetering en gelijkheid de mannen niet in voldoende
mate betrekken. Ter illustratie: ik heb nooit meegemaakt dat een
vrouw die als voorbeeld dient en/of opkomt voor gelijke rechten
‘Toen Sowma directeur werd
van CKC is ze toch niet
tegengehouden door mannen?’
en/of een toppositie bekleedt haar partner aan haar zijde heeft bij
het promoten en propageren van bedoelde rechten.”
De aanpak zou mogelijk moeten worden veranderd, waarbij
niet alleen de vrouw ‘de show steelt’ maar er een actieve betrokkenheid van haar partner plaatsvindt. De positieve ervaringen kunnen
op die manieren èn door de man èn door de vrouw met de samenleving worden gedeeld. Zulks creëert meer draagvlak en sorteert
meer effect. “We hebben ook een hebi, een lastige perceptie onder
een belangrijk deel van de mannen in Suriname, wat erop neerkomt dat vrouwtjelief zich niet mag bezighouden met de actieve
politiek.” Deze houding heeft, aldus de politicus, “meer te maken
met jaloezie”. De Surinaamse man heeft niet graag dat een andere
man zijn vrouw het hof maakt.
Asabina stelt dat vrouwen wel ambitie hebben voor hoge functies, ook in de politiek. “Ik merk dat in het hoofdbestuur van diverse politieke partijen steeds meer vrouwen vertegenwoordigd zijn
en ook meer posities bekleden. Ik denk dat men meer geloof in
eigen kunnen moet hebben en etaleren, als belangrijke voorwaarden om te penetreren en dus posities op te eisen en in te nemen.-.
Analyse
Meer vrouwen in topposities, realistisch of niet?
Als het aan Karin Refos van Stas International ligt, is in mei 2015
minstens 30 procent van de kandidaten voor parlement en regionale organen vrouw. Maar ook in het bedrijfsleven zou het leiderschap uit minstens 30 procent vrouwen moeten bestaan. Een
stevige campagne gedurende het jaar moet daarin resulteren.
Is een dergelijk doel in zo een korte tijdspanne wel realistisch?
Tekst: Ivan Cairo
olgens de econoom tevens politicus Ronny Asabina is het “een
maatschappelijke behoefte” dat
meer vrouwen komen in leidinggevende posities, ook in de politiek. Ze
moeten meer betrokken worden bij
het totale bestuur. Of bovengenoemd
percentage gehaald wordt in 2015 lijkt
oud-parlementsvoorzitter Indra Djwalapersad niet realistisch. De tijd tot
aan de verkiezingen toe is veel te kort.
Ze verwacht overigens dat mogelijk
pas over 30 tot 40 jaar een dergelijk
percentage van het leiderschap in
Suriname uit vrouwen zal bestaan,
tenzij er een quotawet komt die dat
dwingend voorschrijft.
In een dergelijke wet ziet bestuurskundige August Boldewijn echter
geen heil. Indien een verplicht quota-
V
systeem wordt ingevoerd, verwacht hij
dat kwalitatief minder geschikte of
zelfs ongeschikte vrouwen benoemd
of zullen worden aangewezen, omdat
er coûte que coûte vrouwenmoeten
wordengeplaatst. Wat hem betreft,
wordt bij het stellen van kandidaten
het Ambtenarenbezoldigingsbesluit
als leidraad gebruikt, aangezien leden
van het parlement en de regionale
organen als publieke functionarissen
kunnen worden aangemerkt. Artikel 6
van voornoemd besluit stelt dat personen die bij de overheid in dienst worden genomen, kennis moeten hebben
van het werk waarvoor ze worden aangetrokken. “Niet de status als vrouw of
man is belangrijk”, redeneert Boldewijn. “Als je geen kennis van zaken
hebt, kan je de organisatie van de
overheid naar de donder helpen. En
ook voor de politiek geldt dat.” Djwalapersad pleit voor het introduceren
van profielschetsen waaraan kandidaten moeten voldoen om aan de verkiezingen mee te doen.
Het streven naar een goede volksvertegenwoordiging moet op de eerste plaats gericht zijn op het aanstellen van mensen met kennis, vindt Boldewijn, voormalig voorzitter van de
Democracy Unit van de universiteit.
En vanwege het beleid om meer gendergelijkheid te creëren zou bij het
kiezen van kandidaten de voorkeur
gegeven kunnen of moeten worden
aan een vrouw mét kennis boven een
man mét kennis. “De vrouw moet zich
profileren met haar kennis, wat evenzeer geldt voor de man.”
Natuurverschijnsel
Op basis van wat er zich nu in de Surinaamse samenleving ontwikkelt, is
het volgens Boldewijn slechts een
kwestie van tijd voordat vrouwen op
grotere schaal topposities in het land
zullen bekleden. Hij verwijst naar het
‘natuurverschijnsel’ op de Anton de
Kom Universiteit waar meer vrouwen
dan mannen studeren. Omdat de man
zijn plichten verzaakt of niet kundig
genoeg blijkt te zijn, zullen meer vrouwen automatisch hun plaats innemen.
Een quotasysteem zal volgens de
bestuurskundige alleen het vraagstuk
over de kwantiteit oplossen, maar niet
de aspecten die te maken hebben met
de attitude van de man. De basis voor
de verandering van de perceptie van
mannen over de vrouw in Suriname
zal in de schoolbanken, en wel zo
vroeg mogelijk, moeten worden
gelegd. Maar op dat vlak constateert
Boldewijn
een
probleem
dat
schreeuwt om een oplossing: op de
basisscholen is de man als leerkracht
vrijwel volledig verdwenen. Die trend
heeft zich intussen ook al ingezet op
Vos-niveau.” De jongens vereenzelvigen zich niet met een vrouw voor de
klas. Ze nemen geen voorbeeld aan de
vrouw”, meent hij. “En dit verschijnsel
los je niet op met een quotasysteem”,
concludeert hij.
Het is zeer optimistisch te verwachten dat op de kandidatenlijsten bij de
komende verkiezingen minstens 30
procent vrouwen zullen staan en, als
het even kan, op verkiesbare plaatsen.
Dit, omdat de hoofdstructuren van de
politieke partijen die naar verwachting zullen meedoen zodanig zijn
ingericht, dat ze worden gedomineerd
door mannen. Gaan de partijen in
combinatie deelnemen aan de stembusgang, wordt de kans dat vrouwen
in de top van de kandidatenlijsten
komen al een stuk kleiner. Het is
gebruik dat de topposities worden
ingevuld door de voorzitters van de
partijen en hun districtsafdelingen, en
die zijn momenteel vrijwel allemaal
man. Ook uit gesprekken met toppolitici mag gerust worden geconcludeerd, dat ze op dit moment niet
bereid zijn hun posities af te staan aan
vrouwen. Het is derhalve niet te verwachten dat mannen bij de aanstaande verkiezingen alleen maar vanwege
de huidige campagne een stap terug
zullen doen ten faveure van vrouwelijke kandidaten. Voorlopig zal het in
het gros van de politieke partijen bij
lippendienst blijven, maar aardverschuivingen in de kandidaatstelling,
met name op DNA-niveau, moeten in
2015 niet worden verwacht, hoezeer
Suriname daar behoefte aan heeft.-. C4 Dwt donderdag 7 augustus 2014
SURINAME KIEST
Politieke leiders spreken zich uit
Toch een ‘maar’ achter
meer vrouwen op
verkiesbare plaatsen
Politieke leiders beloven bij de verkiezingen van 2015 meer
vrouwen op verkiesbare plaatsen. Echter, er schuilt ook een
‘maar’ achter die belofte. Moeten de vrouwen actief participeren
en wat is de rol van de kiezers om de vrouwen op verkiesbare
plaatsen binnen te halen? En hoeveel plaatsen op de kandidatenlijst heeft een politieke organisatie ter beschikking voor meer
vrouwen?
Tekst:Eric Mahabier
Beeld: dWT archief
e kaarten lagen in 2010 zo: van de
291 kandidaten voor De Nationale
Assemblée (DNA) zijn er 85
vrouw. Van hen zijn slechts vijf rechtstreeks gekozen. Er waren voor 918 zetels
totaal 3.921 kandidaten voor DNA, Districtsraad en Ressortraad. Gekozen zijn
290 vrouwen en 628 mannen.
Politici zeggen serieus te zijn om in
2015 meer vrouwen een verkiesbare
plaats toe te wijzen. Het gaat om Chandrikapersad Santokhi (VHP), Gregory Rusland (NPS), Guno Castelen (SPA), Oesman
Wangsabesari (Nieuwe Stijl KTPI), Carl
Breeveld (DOE), Paul Somohardjo (Pertjajah Luhur) en Ricardo Panka (NDP).
D
Voorkeurstemmen
Santokhi zegt dat de VHP een gendercommissie onder leiding van een vrouw
heeft en dat in het profiel voor de DNAkandidaat onder andere het genderevenwicht is geregeld. Somohardjo: “Wij hebben altijd vrouwen op verkiesbare posities geplaatst en dat zullen we weer doen.
Maar de kiezers hebben ook een rol: ze
moeten op vrouwen stemmen en hen zo
helpen met voorkeurstemmen een zetel
te behalen. De NDP heeft de meeste vrouwen in DNA en vrouwen hebben op alle
niveaus in de partij belangrijke functies.
Dat is volgens Panka het beleid van de
partij. Castelen: “Men moet de SPA niet
alleen beoordelen op wat we vandaag
zeggen over het onderwerp, maar ook op
wat wij vanaf onze oprichting hebben
gepresteerd. Op alle niveaus van de
besluitvorming, zowel in de partij-organen als in het landsbestuur, hebben vrouwen namens de SPA zitting (gehad). Betrokkenheid
Bij DOE liggen de kaarten geheel anders.
Breeveld: “Vrouwen hebben in onze politieke organisatie evenveel ruimte als
mannen op alle niveaus. Dat is vastgelegd
in onze statuten. Bij voorkeur fifty-fifty.”
NPS-voorzitter Rusland geeft toe dat het
Chandrikapersad Santokhi
aantal vrouwelijke ministers en assembléeleden die de afgelopen tientallen
jaren uit de NPS zijn voortgekomen niet
Gregory Rusland
groot is. “Maar de NPS heeft wel aangetoond de betrokkenheid van vrouwen op
het hoogste niveau serieus te nemen. Alswordt gekeken naar de participatie van
vrouwen binnen de statutaire organen
van de partij, de functies die zij bekleden
en hun betrokkenheid bij het organiseren en ontplooien van partij-activiteiten,
mag worden gezegd dat de NPS een partij
is waarin vrouwen hun plaats hebben
weten te verstevigen en uit te breiden.” In
de Nieuwe Stijl KTPI zitten volgens Wangsabesari veel vrouwen. “In het hoofdbestuur dat spoedig wordt gepresenteerd, is
veertig procent vrouw.”
Haalbaar
Zoals de kaarten nu liggen, gaat alleen
DOE zelfstandig de verkiezingen in, terwijl de andere bovengenoemde partijen
in combinatieverband zullen deelnemen.
Dit laatste betekent ook minder beschikbare plaatsen op de kandidatenlijsten.
Panka acht het haalbaar om, ondanks het
mindere aantal beschikbare plaatsen,
toch veel meer vrouwen op de lijsten te
plaatsen. “De leiding moet de durf hebben om daar invulling aan te geven. Ik
ben echter bang dat het aantal politieke
partijen in een combinatie wel minder
vrouwen zal kandideren.” Voor Wangsabesari is de afspraak in zijn partij duidelijk: wat dan ook er móeten vrouwen op
verkiesbare plaatsen komen. Bij de NPS
komen andere aspecten bijkijken. Rusland: “Binnen de combinatie zal de partij,
afhankelijk van haar potentiële inbreng,
plaatsen op de lijsten toebedeeld krijgen,
waarvan niet allemaal verkiesbare plaatsen zullen blijken te zijn. Partijorganen
zullen over de invulling beslissen, op
basis van een profiel en het aantal plaatsen. Geslacht, intellectuele en technische
capaciteiten en ethische eigenschappen
spelen een rol bij de beoordeling. Voor
DOE lijkt alles op de kandidatenlijst haalbaar: “Kandidaten op onze lijsten zijn om
en om man/vrouw of vrouw/man.” Paul Somohardjo
Bijzondere gaven
De SPA ziet het gendervraagstuk in de
politiek als een uitdaging. “Elke partij en
combinatie die het serieus meent met de
ontwikkeling van ons land mag dit niet
uit de weg gaan.” Voor Somohardjo is de
haalbaarheid geen probleem. Belangrijk
voor de Pertjajah Luhur is dat, net als bij
de mannen, ook bij de vrouwelijke kandidaten er sprake moet zijn van ‘betrouwbaarheid en loyaliteit’ naar de partij toe.
De oproep van Santokhi: “Vrouwen moeten zich ook aandienen en zich ook gaan
profileren binnen de VHP, binnen de
gemeenschap en ook bij de achterban.
Ook in combinatieverband zullen hierover afsprakenmoeten kunnen wordengemaakt. Volgens Somohardjo hoeven
vrouwen niet over bijzondere gaven te
beschikken om op een verkiesbare plaats
te komen. Hij herhaalt dat voor zijn partij
betrouwbaarheid en loyaliteit belangrijk
zijn. Het zijn overigens de structuren die
bepalen wie op welke plaats komt. Breeveld: “Zowel mannen als vrouwen hebben in onze partij gelijke kansen en
mogelijkheden. Door training worden
beide genders gelijkwaardig toegerust.”
Hij herinnert er aan dat de eerste voorzitter van DOE een vrouw was: Monique
Essed-Fernandes. Bij DOE zijn er geen
drempels voor criteria. “Het hangt van
ieder individu zelf af hoe de persoon zich
binnen de partij wil ontwikkelen. We
hebben wel ethische codes die voor
bestuursleden en kandidaten een basis
vormen”, zegt Breeveld. Vaardigheden
Volgens Panka beschikken vrouwen al
van nature over bijzondere vaardigheden
die zij moeten inzetten om het politieke
werk te doen. “Met name zijn er enorm
veel vrouwen in onze partij die hooggeschoold zijn en in staat zijn om leidinggevende posities in te nemen dan wel
gekandideerd te worden.” Vrouwen
groeien in de NDP door hun bijzondere
inzet in het partijgebeuren, het veldwerk,
maatschappelijke organisaties en de
gemeenschap waar zij baanbrekend werk
verrichten. Daar geldt dat ook een vrouw
voorzitter kan zijn. Om carrière in de partij te maken, geldt dat eenieder zich moet
profileren door merkbaar op te komen
voor het belang van anderen en de strijd
willen aangaan om de doelen van de partij te verdedigen. Panka: “Vrouwen zijn
een niet weg te denken spil binnen onze
partij en ze leveren een zeer belangrijk
aandeel om een verkiezing te winnen. Het
is daarom van belang dat zij ook opstaan
en het voortouw nemen, net als de mannen, om leiding over te nemen.” Santokhi
stelt dat de voorzittersstoel van de VHP
niet uitsluitend bestemd is voor een man.
Ronny Asabina
“Zodra een vrouw er klaar voor is en de
structuren haar ook willen, wordt ze
voorzitter”. Als het aan Santokhi ligt, zal
bij de komende verkiezingen in de meeste districten één vrouw als kandidaat
worden geplaatst als ze voldoet aan het
profiel van een DNA-kandidaat. Bij de
SPA is het vooraf moeilijk aan te geven
hoeveel vrouwen in 2015 op de lijsten
komen te staan. “Het is ook afhankelijk
van wie de structuren vooruit zullen
schuiven. Als leider probeer je een juiste
verhouding te vinden tussen man en
vrouw, junioren en senioren en etnische
samenstelling en, in ons geval, vertegenwoordiging uit de vakbeweging.”
In bijna 70 jaar geen vrouw
Doorbreken in de NPS, voor vrouwen èn
voor mannen, is een zaak van actieve
betrokkenheid bij het werk van de partij,
zoals de organisatie van politieke acties,
het ideologisch en beleidsvoorbereidend
werk en de interne organisatie van de
partij. Een lid, man of vrouw, kan bij
gebleken geschiktheid carrière maken in
de partij, waarbij hij of zij kan opklimmen vanaf het lidmaatschap van besturen van onderafdelingen en afdelingen
tot het hoofdbestuur. Ook bij de NPS zou
een vrouw partijvoorzitter kunnen worden. Dat de partij sinds haar oprichting in
september 1946 nog geen vrouwelijke
voorzitter heeft gehad, komt niet omdat
vrouwen niet mogen, maar omdat het
hen tot nu toe niet gelukt is om zichzelf
als zodanig te positioneren. “Vrouwen
zullen, net als mannen, zelf moeten werken aan de invulling van een dergelijke
positie. Niemand krijgt die cadeau, mannen niet en vrouwen ook niet”, zegt Rus-
Ricardo Panka
land. Het aantal vrouwen op de lijst zal
afhangen van de besluiten die door de
structuren van de partij worden genomen. Daarbij zal vooral worden gelet op
de inzet van vrouwen zelf. “Er zijn in de
NPS geen obstakels voor vrouwen. Voor
elke ambitieuze vrouw zijn er voldoende
mogelijkheden om zich te profileren en
draagvlak te zoeken voor een politieke
carrière in de partij. Je verwerft een positie
niet omdat je vrouw of man bent, maar
omdat de persoon aan de verwachtingen
van de organisatie voldoet. Wij kunnen
stellen dat de NPS beschikt over genoeg
vrouwen met voldoende capaciteit om
aan de verwachtingen te voldoen.”.-.
Redactioneel
A
l meer dan twee maanden wordt vrijwel dagelijks het accent gelegd op de Surinaamse vrouw in de politiek. Of, beter gezegd, het gebrek daaraan. Want met één vrouwelijke minister in het regeerteam van
zeventien en zeven in het hoogste college van Staat op een aantal van 51 parlementariërs is het gehalte
van de vrouwelijke participatie in de besluitvorming bijna te verwaarlozen.
De deelname van vrouwen in de Surinaamse politiek is nog geen gevestigde norm. Onze gefragmenteerde politiek is daar de oorzaak van. Menigeen is de mening toegedaan dat het aantal politieke partijen in Suriname te
veel is, in aanmerking genomen dat onze bevolking ruim 540.000 zielen telt, van wie minder dan de helft deel
uitmaakt van het Surinaamse electoraat. Maar in al die partijen zijn vrouwen nauwelijks in de top van de besturen, laat staan bovenaan stembiljetten te vinden. Indra Djawalapersad schetst haarfijn welke lijdensweg zij heeft
moeten afleggen om te komen tot die verdiende plaats in het parlement. Het hoeft geen betoog dat weinig vrouwen worden gekandideerd op verkiesbare plaatsen. Ruth Wijdenbosch heeft er een hekel aan dat vrouwen op
andere merites worden beoordeeld dan vrouwen. Diana Pokie vindt dat vrouwen hun plek moeten opeisen. Ook
zou de bevolking onvoldoende geïnformeerd en geëmancipeerd zijn.
Het is daarom prijzenswaardig dat Karin Refos de knuppel in het hoenderhok heeft gegooid met haar OOK ZIJcampagne. Hoewel velen sceptisch zijn dat deze actie al bij de komende verkiezingen effect zal sorteren, is de
samenleving tenminste wakker geschud. Het is dan ook te hopen dat zowel politiek, bedrijfsleven als vakbeweging structureel gaat nadenken over een betere positionering van vrouwen. Immers, meer gekwalificeerde vrouwen in beleidsfuncties zal leiden tot een meer gebalanceerde samenleving.-.
Suriname Kiest is een speciale bijlage van de Ware Tijd,
die de lezer thematisch informeert over alles wat te maken
heeft met de algemene, vrije en geheime verkiezingen in
Suriname op 25 mei 2015. Suriname Kiest verschijnt iedere
eerste donderdag van de maand.
Coördinatie
Juliën Peneux
Aan deze editie werkten mee:
Claudio Barker, Annelies Brinkman, Ivan Cairo, Milton Hubard,
Jason Leysner, Eric Mahabier, Fariel Menso, Irvin Ngariman,
Terence Oosterwolde, Juliën Peneux, Eliézer Pross,
Gerold Rozenblad, Stefano Tull en Giwani Zeggen
Eindredactie
Meredith Helstone
Vormgeving
Roy Kartomoehamat
De volgende Suriname Kiest
verschijnt op: donderdag 4 september 2014
donderdag 7 augustus 2014 DWT C5
SURINAME KIEST
Burgerpanel
Tekst: Annelies Brinkman Beeld: dWT archief
In iedere ‘Suriname kiest” komen iedere keer drie leden van het Burgerpanel van
de Ware Tijd aan het woord om hun mening te geven over een actueel thema.
Deze keer gaat het over de campagne ‘Meer Vrouwelijk Leiderschap in 2015’.
De actie is in mei gelanceerd. Doel ervan is de discussie op gang te brengen over
het belang om in Suriname meer vrouwen op belangrijke posities te hebben.
Deze keer aan het woord Anne Huits, Bryan Simons en George Lazo.-.
Bryan Simons is kunstenaar. Van pitten, zaden en vruchten maakt hij
sieraden die hij op straat verkoopt. Hij is 39 jaar.
Anne Huits is onderwijskundige, trainer, coach en ze schrijft voor verschillende bladen in Suriname. Haar leeftijd is 69.
George Lazo is ondernemer, consultant en lobbyist. Hij is 54 jaar.
‘Vrouwen moeten gewoon
minister willen worden’
‘Mannen kiezen nu eenmaal
vooral voor andere mannen’
‘Geen vrouwen aan de top als
ze niet echt beter zijn’
“S
A
“I
inds de laatste verkiezing wilde ik al
een vrouw als president voor Suriname. Een vrouw heeft immers veel meer
gevoel voor de sociale kant van het leven.
Mannen denken alleen maar aan geld verdienen. Een vrouw is het hart van het
leven.” Voor kunstenaar Bryan Simons is
het duidelijk. Hij vindt het ook een goed
idee dat er een campagne komt om meer
vrouwen aan de top te krijgen.
Simons, die zijn geld verdient met de
straatverkoop van zijn zelfgemaakte sieraden, vindt dat in ieder geval op de ministeries die met de financiële en sociale
zaken te maken hebben, een vrouw aan
het roer moet staan. Hij denkt daarbij
onder meer aan Sociale Zaken en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en
Grondbeheer, het ministerie dat over gronduitgifte gaat. “Ik vind dat Alice
Amafo het heel goed doet op Sociale Zaken. Het is nu eenmaal zo dat het
een vrouw meer raakt als een gezin op straat wordt gezet dan een man.
Vrouwen zullen altijd andere vrouwen helpen, en dat is belangrijk”, meent
Bryan.
Omdat Simons fan is van vrouwen aan de top had hij er op gehoopt en
gerekend dat Jenny Simons voor de NDP president zou worden en niet de
man Desi Bouterse. “Het was wel de reden waarom ik op haar gestemd
heb, net als vele anderen. Maar die fout maak ik nu niet meer”, zegt hij nog
steeds enigszins verongelijkt.
Het staat voor hem dan ook buiten kijf dat vrouwen zeer geschikt zijn om
een partij of zelfs een land te leiden. Er zijn voldoende voorbeelden. “Kijk
maar naar Dilma Rousseff, de president van Brazilië, zij doet het heel goed.
En Margaret Thatcher die jarenlang de premier van Engeland was, heeft
ook laten zien dat zij als vrouw een land kon leiden.”
Als het aan hem zou liggen, zouden politieke partijen dus hun best moeten
doen meer vrouwen op verkiesbare plaatsen te zetten. Maar hij vindt ook
dat de vrouwen zelf het voortouw moeten nemen. “Vrouwen moeten
gewoon minister willen worden. Ik ken er genoeg die dat zouden willen. Ze
moeten nu zelf hun verantwoordelijkheid pakken. En de mannen moeten
hen die kans geven en dus een stukje opschuiven.”.-. k vind het prima als er meer vrouwen
aan de top komen, maar niet omdat ze
vrouw zijn. Ze moeten daar alleen komen als
ze echt beter zijn dan de mannen die er zitten. Het moet er wel beter op worden,
anders hoef je het niet te doen.” Dat is de
duidelijke mening van George Lazo.
nne Huits vindt het heel goed dat er
een campagne komt voor meer vrouwelijk leiderschap. Ten eerste omdat het
goed is als er meer vrouwen aan de top
komen, maar ook omdat dat niet lukt zonder de vrouwen een steuntje te geven.
“Het is nu eenmaal zo dat mannen vooral
mannen kiezen. Dus als je het aan hen
overlaat, komt het niet goed. Het heeft
ook met de vrouwen zelf te maken. Van
hen hoeft het niet altijd zo nodig. Of ze
geven de prioriteit aan het zorgen voor de
kinderen in plaats van voor een toppositie
te gaan. Ook hebben ze vaak niet de ambitie voorop te lopen. Daarom is het belangrijk dat ze een duwtje krijgen om in het
‘systeem’ te komen. Als ze er dan eenmaal in zijn, kunnen ze het alleen.”
Ook het argument dat besturen een getrouwe weerspiegeling van de samenleving
moeten zijn, gaat er bij hem niet in. “Als dat
het argument is om nu te pleiten voor meer
vrouwen aan de top, dan weet ik nog wel
een paar groepen die nu zwaar ondervertegenwoordigd zijn, zoals marrons, jongeren
en mensen met een beperking.”
Het is dus volgens Huits niet meer zo dat vrouwen nietwordengeaccepteerd
of als niet bekwaamwordengezien. Dat was dertig, veertig jaar echter wel
anders. Huits kan zich nog goed herinneren dat ze in Nederland meedeed
aan demonstraties voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. “Het was
de tijd dat het feminisme opkwam. We vochten voor het recht op abortus,
‘baas in eigen buik’, maar de strijd ging ook over meer vrouwen op hoge
posities.”
Huits is ervan overtuigd dat zaken in de wereld beter zullen gaan als er
meer vrouwen aan de top zijn. Ze geven immers op een andere manier leiding. “Kijk maar naar De Nationale Assemblée. Toen een man de leiding
had, was het altijd een zooitje en nu niet meer. Ik kan het natuurlijk niet
wetenschappelijk bewijzen, maar ik denk wel dat er in de wereld minder
oorlog en geweld zullen zijn als er meer vrouwen aan de top staan.”
Toch is het niet zo dat Huits alleen vrouwen aan de macht willen. Het gaat
juist om de combinatie van man en vrouw. Dat geeft het beste resultaat,
vindt ze. Net als in een gezin. “Het gaat om het mixen van de eigenschappen van mannen en vrouwen. Want die zakelijke deskundigheid van mannen is ook belangrijk.”.-.
Wat betreft de campagne voor meer vrouwelijk leiderschap, vindt de ondernemer dat de initiatiefnemers er te ‘makkelijk’ over denken. En dan doelt hij vooral op het feit dat Suriname een
kleine en nog traditioneel ingestelde samenleving is als het gaat om de rolverdeling tussen man en vrouw. Als illustratie geeft hij een voorbeeld uit
zijn eigen omgeving. “Ik ben actief betrokken bij de politieke partij BEP.
Daar zijn ook vrouwen actief, maar als we drie dagen het binnenland
ingaan om campagne te voeren, zijn er maar weinig vrouwen die meegaan.”
De belangrijkste reden daartoe is volgens Lazo dat de partners van die
vrouwen daar moeite mee hebben. “Het is nu eenmaal zo dat in de kleine
Surinaamse samenleving mensen erg op elkaar letten. Dus als een vrouw
drie dagen met een groep mannen op stap gaat, zal daarover gesproken
worden.”
Een ander praktisch punt is dat vrouwen in Suriname ’s avonds niet alleen
het huis uit gaan. En veel politieke (organisaties) vergaderen in de avond.
“Ik hoop dat de initiatiefnemers van de campagne hebben nagedacht over
de impact die het kan hebben om meer vrouwen aan de top te willen hebben. In de dagelijkse Surinaamse praktijk is het makkelijker gezegd dan
gedaan.”
Toch vindt Lazo het wel belangrijk dat vrouwen betrokken worden in besturen. “Vrouwen hebben wel vaak goede inzichten die mannen ook wel willen
overnemen. Dus doordat vrouwen mannen beïnvloeden, zijn ze indirect
toch heel belangrijk.”.-.
Straatinterviews
Tekst: Fariel Menso Beeld: Jason Leysner
Bjorn Sanches
Charmila Huur
Mandy Gajapersad
Erwien Vrede
Shaquille Olijfveld
Stecie Anthoni
Romy Sewgolam
De pas afgestudeerde accountant Bjorn Sanches vindt het
een goed idee dat er een campagne wordt gevoerd om
meer vrouwen op verkiesbare
plaatsen te krijgen binnen
politieke partijen. “Vrouwen
moeten net als mannen volledig de ruimte krijgen om hun
kunnen te tonen op hoge
posities. Eigenlijk moet de
verhouding geen dertig procent vrouwen om zeventig
procent mannen zijn, maar
gewoon fifty/fifty.” Echter
betwijfelt Sanches het, op
basis van voorgaande jaren,
of vrouwen voldoende durf
hebben de politiek in te gaan.
“Laten we kijken wat het
wordt.”
Sanches vindt de huidige politieke situatie nogal corrupt.
“Het is gewoon zichtbaar.” Hij
zegt dat veel Surinaamse burgers die een hoge opleiding
hebben genoten werkloos
thuis zitten. Dit, terwijl personen zonder een hoge opleiding via politieke partijen in
aanmerking komen voor hoge
functies binnen de maatschappij. “Wat gebeurt er dan
met het hoger kader?”
“Wij vrouwen moeten meer de
ruimte krijgen om te participeren binnen de politiek en om
leidinggevende functies te
vervullen. Vrouwen kunnen
ook leiding geven en verantwoordelijkheden dragen. Een
vrouw kan ook wat een man
kan”, zegt de studente Charmila Huur. Zij is voorstander
van een fifty/fifty verhouding.
Echter denkt zij niet dat bij de
verkiezingen van 2015 dertig
procent van de verkiesbare
positieszullen wordeningevuld
door vrouwen. “Het heeft
meer tijd nodig. De vrouwen
moeten nog wakker geschud
worden.”
Huur ziet graag de overheid
meer investeren in het onderwijs. Zij zegt dat LBGO-scholen niet beschikken over eigen
computerlokalen. Ook stoort
zij zich eraan dat studenten
van middelbare scholen veel
uitgeven aan het kopiëren van
lectuur.
“De persoon moet de kwaliteiten bezitten. Zolang de persoon over de capaciteiten
beschikt en het werk met een
schoon hart doet, dan maakt
het niet uit of het een man of
een vrouw is.” Dat zegt de
onderneemster Mandy Gajapersad. Gender is bij haar niet
van essentieel belang als het
gaat om het vervullen van
vooruitgeschoven functies
binnen politieke partijen of het
bestuur van het land. Om
minimaal dertig procent van
de verkiesbare plaatsen van
politieke partijen te bemensen
met vrouwen lijkt haar niet
onmogelijk. “Als je let op het
aantal afgestudeerden aan de
hogere opleidingen dan
bestaat die groep grotendeels
uit vrouwen. Nu zijn er veel te
weinig vrouwen die hoge
functies vervullen.” Gajapersad vraagt zich af hoeveel
vrouwen positief reageren op
de OOK ZIJ-campagne. Zij
vindt het noodzakelijk dat er
een grondig onderzoek komt
naar de oorzaak waarom weinig vrouwen op verkiesbare
plekken worden geplaatst.
“Mijns inziens mogen vrouwen hun plaats vinden in de
maatschappij. Echter wanneer
zij bepaalde posities ambiëren, moeten zij zich volledig
geven aan de job”, zegt de
seniorenburger Erwien Vrede.
Hij zegt dat er voor hem geen
verschil bestaat tussen man
en vrouw als het gaat om het
innemen van verkiesbare
plaatsen binnen politieke partijen. “Zolang ze maar over de
nodige competenties beschikken, want we kunnen niet
zomaar een vrouw van de
straat plukken.” Vrede zegt
dat vrouwen moeten ambiëren
en zichzelf moeten profileren.
“Ze moeten zichzelf klaarstomen om allerlei maatschappelijke vraagstukken te kunnen
aanpakken.”
Vrede stoort zich eraan dat
regeringsleiders beloftes doen
aan het volk die nietwordengerealiseerd. “Als ik beloof,
dan zeg ik wat ik in staat ben
te doen.”
Ook Shaquille Olijfveld vindt
de dertig procent vertegenwoordiging van vrouwen weining. “Ik heb liever fifty/fifty.
Als vrouwen eerder niet de
volledige ruimte hebben
gekregen om zich te bewijzen,
dan moet dat nu gebeuren.”
Olijfveld zegt dat vrouwen ook
kunnen helpen om het land te
ontwikkelen als zij bij de
besluitvorming zijn betrokken.
Hij zegt dat de samenleving
ook meer vertrouwen moet
hebben in vrouwelijke kandidaten bij de verkiezingen. “Het
komt uiteindelijk het land ten
goede als we met z’n allen
samenwerken.”
“Ook vrouwen kunnen via de
politiek doorbreken en helpen
dit land beter te maken”, zegt
Stecie Anthoni. Echter lijkt
volgens haar de politiek niet
aantrekkelijk. “Er is veel sprake van corruptie en misschien
zijn vrouwen daardoor niet
gemotiveerd om zich aan te
sluiten bij politieke partijen.”
Ook denkt ze dat vrouwen zich
niet thuis voelen tussen al die
mannen in de politiek. Anthoni
zegt dat er dringend verbetering moet komen in de participatie van vrouwen in de politiek.
Romy Sewgolam juicht de
OOK ZIJ-campagne toe als
een ruimere participatie van
vrouwen in de politiek kan
zorgen voor vooruitgang.
“Men moet alle vrouwen huis
aan huis gaan motiveren om
te participeren.” Vrouwen die
op verkiesbare plaatsen willen, moeten voor haar wel een
goede opleiding genoten hebben. “Het gaat om grote
belangen die een goede dosis
kennis en ervaring vereisen.
Zolang een vrouw het beste
wil voor Suriname, dan zal zij
zich uitermate inzetten. Een
vrouw kan even goed en hard
werken als een man.”.-.
Charmila Huur
‘Het heeft meer tijd nodig.
De vrouwen mpeten wakker
geschud worden’
C6 Dwt donderdag 7 augustus 2014
SURINAME KIEST
Oud-parlementsvoorzitter Djwalapersad
‘Vrouw eigen grootste obstakel’
Het zal nog zeker 30 tot 40 jaar duren voordat het in Suriname
een normale zaak is dat vrouwen in de politiek een even belangrijke rol vervullen als mannen en topposities bekleden. Veelal
ligt het aan de vrouwen zelf dat ze nog ondergeschikte functies
bekleden. “De grootste tegenstander van de vrouw, is de vrouw
zelf”, constateert oud-parlementsvoorzitter Indra ‘Marijke’
Djwalapersad.
Tekst: Ivan Cairo
Beeld: Claudio Barker
e juicht de campagne om bij de
komende verkiezingen meer
vrouwen op verkiesbare plaatsen
te kandideren toe, maar verwacht geen
aardverschuivingen als gevolg hiervan.
Djwalapersad is de eerste vrouw die
voorzitter werd van De Nationale
Assemblée (1996-2000). In haar geval
was het in principe niet zo moeilijk om
aan de top te komen. Door haar sociale
en religieuze activiteiten viel ze op bij
toenmalig voorzitter van de VHP, Jagernath Lachmon. Via zijn vrouw Fawziya
interesseerde hij Djwalapersad in 1990
voor een positie in de Adviesraad van de
partij, nadat ze een Divali-show in het
Anthony Nesty Indoor Stadion had
gepresenteerd. In de Adviesraad werd
ze coördinator van de sectie Onderwijs.
Z
Intriges
Intriges zijn haar niet bespaard gebleven. De eerste vuurdoop in de mannenwereld van de politiek kwam in 1991 bij
de kandidaatstelling voor de verkiezingen van dat jaar. In een persoonlijk
onderhoud werd ze door Lachmon
geïnformeerd dat ze in de top-3 van de
kandidatenlijst in Wanica zou wordengeplaatst. Ze ging daarmee akkoord. De
eerste teleurstelling in de politieke
arena kwam echter al dezelfde avond.
Tijdens een massameeting in Wanica
werden de namen van de kandidaten
bekendgemaakt. Haar naam stond op
de laatste plaats, wat inhield dat ze
nooit zou worden gekozen. Omdat ze al
door Lachmon was geïnformeerd dat ze
bovenaan de lijst zou staan, had Djwalapersad niet eens gehoord dat ze hekkensluiter was. De dreun kwam pas
toen haar broer uit woede en frustratie
over de gang van zaken uit de vergadering troonde. “‘Je bent op de laatste
plaats, kom weg’, riep hij me toe.”
Naderhand deelde de VHP-voorzitter
haar mee dat het besluit om haar op de
laatste positie te plaatsen later was
genomen. “Ik denk dat Lachmon heeft
moeten wijken voor de mannen. Ze
hebben hem overruled.”
Zwaar teleurgesteld hield Djwala-
persad zich enkele dagen onvindbaar
voor de rest van haar omgeving. Uiteindelijk besloot ze na gesprekken met
haar familie en advies van haar toenmalige goeroe door te zetten. “Beta age
barnh (Ga door meisje)”, moedigde
haar goeroe toen aan. De DNA-kandidaat besloot toen zwaar campagne te
gaan voeren, in een poging met voorkeursstemmen binnen te komen. Djwalapersad: “Ik dacht toen bij mezelf, ‘ik
leer jullie wel een les’. Een grotere belediging was er niet om me zo te behandelen en mijn grootste dieptepunt tot
op dat moment werd mijn grootste succes.” Ze werd met voorkeurstemmen
gekozen en liet doorgewinterde politici
als Radjkoemar Randjietsing achter
zich. Frappant is dat overwegend mannen campagne voor haar hadden
gevoerd. Het werd een ‘underground’
campagne, gefinancierd uit eigen middelen, waarbij medestanders ‘s avonds
huis aan huis gingen. “Mannen hebben
mij geholpen, ondanks een verbod van
de partijleiding.”
In het parlement kreeg ze het echter
ook niet makkelijk. Bij het vervullen van
spreekbeurten werd in het begin moeilijk gedaan. Fractiegenoten wilden
eerst haar toespraak vooraf inkijken en
screenen om te voorkomen dat ze
zaken zou aanhalen die zij liever onaangeroerd wilden laten. “Ik heb daar
steeds tegen geprotesteerd; ik vond dat
men mijn speeches niet moest screenen.”
‘Shakti’
Dat vrouwen nog een ondergeschikte
positie innemen in de politiek komt
volgens de gewezen parlementsvoorzitter grotendeels door hun eigen houding. “Vrouwen gunnen het elkaar niet.
Ze gaan elkaar figuurlijk te lijf om de
belangen van de mannen te dienen.
Daarnaast gebruiken de mannen de
vrouwen om de randvoorwaarden te
helpen creëren om op belangrijke politieke posities te komen.” Vrouwen zijn
tijdens politieke bijeenkomsten de
vlaggendragers en kokkinnen. Zij bren-
gen de sfeer en de hype. Hierin moet
verandering komen, vindt Djwalapersad. Ze wijst erop, dat terwijl de vrouwen het veldwerk doen, het overwegend de mannen zijn die op het podium de toespraken houden en bekend
worden. Vrouwen moeten hun innerlijke kracht, die ‘shakti’, zelf gaan ontdekken en daarmee hun plek veroveren.
En de mannen moeten “bewerkt,
geschoold en getraind” worden, zodat
ze de vrouw steeds meer als gelijkwaardige partner gaan zien. Ook in de politiek. Het werk moet samen worden
gedaan. Maar op de eerste plaats moet
de vrouw zich als mens doen gelden en
zo respect afdwingen. “Laat je vrouwzijn achterwege. Doe gewoon als mens
mee in je organisatie, want de man is
niet superieur aan de vrouw of omgekeerd”, adviseert de oud-voorzitter.
Voorzitterschap
Het voorzitterschap van De Nationale
Assemblée was een enorme uitdaging.
In haar eerste zittingsperiode kreeg ze
al een voorproefje van wat het was om
parlementsvergaderingen te leiden.
Toen was ze de vervanger van toenmalig ondervoorzitter Ruth Wijdenbosch.
“Maar nu zou ik daar de leiding hebben
en wel op de jonge leeftijd van 44 jaar”,
haalt de ex-voorzitter zich voor de
geest. Als lid van de vernieuwingsbeweging die zich had afgescheiden van de
VHP ging zij samen met drie andere exVHP’ers samenwerken met de NDP, die
zo de regering kon vormen. Vanwege
de breuk met de VHP keerden vrienden
haar de rug toe en werden vroegere partijgenoten felle tegenstanders in het
college. De zaken die ze in die periode
naar het hoofd geslingerd kreeg, waren
niet mals. Tijdens een van de DNA-vergaderingen ging het er zo heftig aan
toe, dat Djwalapersad zich genoodzaakt zag enkele parlementariërs met
behulp van de politie uit de vergaderzaal te zetten. “Er waren haatgevoelens.
Toen heb ik mijn tanden laten zien.”
Naderhand werd tijdens besprekingen
met de fractieleiders de zaak bijgelegd
en kreeg ze het minder zwaar te verduren.
Na de massale protestdemonstraties
tegen toenmalig president Jules Wijdenbosch kwam de breuk met de coalitie. “Op een gegeven moment zag ik dat
het beleid verkeerd ging in 1999 en na
diepgaand overleg met onder anderen
de religieuze leiders van het land, verenigd in de Iris, heb ik besloten een
motie van het Nieuw Front te ondersteunen en is zo de regering naar huis
gestuurd. Er kwamen vervroegde verkiezingen”, stelt Djwalapersad. Na wat
‘Vrouwen moeten hun
plek opeisen’
Beiden willen in de toekomst een
politieke carrière opbouwen en vinden
dat vrouwen hun plek moeten opeisen.
Ze willen later meer dan alleen maar
een baan en een inkomen. Vrouwen
moeten durven, is hun stelling. De
‘OOK ZIJ’-campagne kan het laatste
steuntje in de rug zijn voor vrouwen met
ambitie, zeggen de studenten aan de
Anton de Kom Universiteit van Suriname, Xaviera Alwanahi (22) en MarieAlice Poeketie-Amerkan (23).
X
Xaviera Alwanahi
‘Ik denk dat het aan
de vrouwen zelf ligt, ze
eisen hun plek niet op’
Plek opeisen:
Er zijn genoeg vrouwen met kwaliteit in Suriname, menen de studenten. Beiden noemen ze parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons
(Mega Combinatie/NDP) als voorbeeld. Xaviera
ziet ook in Ruth Wijdenbosch (Nieuw Front/NPS)
politieke omzwervingen via Naya
Kadam, die ze had opgericht, en UPS
keerde Djwalapersad na een besluit van
haar achterban in Wanica en op verzoek van de nieuwe VHP-leider,Chandrikapersad Santokhi, op 30 juli 2011
terug naar de VHP. “Ik voel me weer
thuis.”
Quota-systeem
Behalve geloof in zichzelf moeten vrouwen ook aan zichzelf gaan werken,
communicatieve vaardigheden aanscherpen, waardoor ze beter met mannen kunnen omgaan.
“Als je als vrouw in een mannenorganisatie gaat, wat de politieke partijen
jammer genoeg nog steeds zijn, moet je
niet stoer doen en eventjes dingen wil-
len veranderen”, waarschuwt de politica. Veranderingen moeten samen door
man én vrouw worden bewerkstelligd.
“Ik heb weinig geloof in een gevecht
tegen mannen”, zegt ze. Omdat niet te
verwachten is dat mannen zonder slag
of stoot hun vooruitgeschoven positie
zullen opgeven, is Djwalapersad er
voorstander van dat er bij wet een quotum wordt gesteld. 33 procent vrouwen
op kandidatenlijsten, en liefst op verkiesbare plaatsen zoals in India, lijkt
haar een goede stap. De wet op politieke organisaties zal dusdienen te wordenaangepast. Behalve een quotum
zouden bij wet ook criteria moeten
worden vastgesteld, waaraan alle kandidaten moeten voldoen om op de lijst
te komen.-.
weinig vrouwen doordringen tot de top in de
politiek?
Xaviera zoekt de oorzaak van het problemen
in meerdere richtingen. “Ik denk dat het aan de
vrouwen zelf ligt, ze eisen hun plek niet op”,
vindt ze. Maar ook de andere sekse is debet aan
de slechte vertegenwoordiging van vrouwen in
de politiek. “Mannen vinden dat vrouwen het
niet goed kunnen doen. Ik denk dat ze ons
gewoon onderschatten.” Een stelling die ook
Marie-Alice onderschrijft. “Een deel van de mannen vindt het goed zoals het nu is.” Maar ze
houdt vrouwen ook een spiegel voor. Hoewel
sommige mannen tegenstribbelen, hebben vrouwen genoeg ruimte om zich te ontplooien, “maar
vrouwen zijn zich er niet genoeg van bewust hoeveel ze zouden kunnen betekenen. Ze moeten
zich meer gaan profileren”, zegt ze. Xaviera
noemt nog een opmerkelijke reden: de gunfactor. “Als een vrouw vindt dat zij die positie verdient, maar een ander krijgt het, ontstaat er
ophef. Bij mannen is dat ook zo, maar bij vrouwen komt het meer tot uiting.”
Verkiezingen 2015:
Tekst: Giwani Zeggen
Beeld:
aviera (derdejaars Rechten) en Marie-Alice
(derdejaars Be- drijfskunde) vinden dat de
tijd dat vrouwen thuis moeten blijven om
voor de kinderen en hun man te zorgen, verleden
tijd is. “Er wordt eerder gekeken naar de vrouw
als het gaat om de opvoeding van kinderen, maar
ik vind het een taak van man en vrouw samen”,
zegt Xaviera. Marie-Alice is het daar volkomen
mee eens. “Hoewel het een taak van beiden is,
zijn Surinaamse mannen over het algemeen niet
bereid te helpen.” Zelf heeft zij dat probleem
niet. Ze is getrouwd en moeder van een zoontje,
maar krijgt alle steun van haar echtgenoot. “Hij is
juist iemand die me stimuleert en ondersteunt.”
‘Als je als vrouw in een
mannenorganisatie gaat, moet je
niet stoer doen en eventjes dingen
willen veranderen’
een sterke vrouw. Marie-Alice roemt Diana Pokie
voor de manier waarop ze de noden van haar achterban aan de kaak stelt. Maar verder dan deze
drie namen komen ze niet. Hoe komt het dat zo
Beiden streven ze een carrière in de politiek na.
Xaviera heeft zich zelfs al aangesloten bij de jongerenafdeling van de Surinaamse Partij van de
Arbeid. Marie-Alice is ook al bij een partij op de
radar verschenen. Echter zeggen de ambitieuze
vrouwen voorlopig hun studie voorrang te geven.
“Ik heb de durf om me kandidaat te stellen, maar
ik ben er pas bij en heb nog niet genoeg ervaring”, zegt de rechtenstudent. “Mijn studie staat
nu op de eerste plaats. Op termijn ga ik me echter
wel verkiesbaar stellen. Ik moet mezelf verder
ontwikkelen en ervaring opdoen”, motiveert de
bedrijfskundestudent haar standpunt om voor
nu politiek inactief te blijven. Xaviera is er in
ieder geval duidelijk over wie haar stem krijgt bij
de volgende verkiezingen. “Ik stem eerder op een
vrouw. Om ze een kans te geven te bewijzen dat
ze ook kunnen.”
Ook Zij’campagne:
Het initiatief van Karin Refos van Stas International om bij de volgende verkiezingen minstens
dertig procent van de verkiesbare plekken door
een vrouw te laten invullen, vinden ze prijzenswaardig. Echter hebben beide dames het niet
echt op de voet gevolgd. Maar dat er iets moet
veranderen staat voor Xaviera als een paal boven
Marie-Alice Poeketie-Amerkan
‘Waar vrouwen zijn,
gaat het vaak goed’
water. “Er moet evenwicht komen in het aantal
vrouwen en manen in topposities.” MarieAlice heeft wel iets voorbij zien komen op televisie van de ‘OOK ZIJ’-campagne. “Ik vind het een
heel goed initiatief, vooral als je kijkt naar het
aantal vrouwen in De Nationale Assemblée en de
regering.”
Bijna aan het eind van het interview wil MarieAlice er nog iets aan toevoegen, een belangrijke
reden waarom er meer vrouwen in de politiek
moeten, maar ze twijfelt. “Mannen zijn het er niet
mee eens, toch”, lacht ze. “Maar als je kijkt naar
de statistieken bij verkeersongevallen en geweldsdelicten, zijn het vaak mannen. Ze veroorzaken problemen. Waar vrouwen zijn, gaat het
vaak goed.”.-.
C6 Dwt donderdag 7 augustus 2014
SURINAME KIEST
Oud-parlementsvoorzitter Djwalapersad
‘Vrouw eigen grootste obstakel’
Het zal nog zeker 30 tot 40 jaar duren voordat het in Suriname
een normale zaak is dat vrouwen in de politiek een even belangrijke rol vervullen als mannen en topposities bekleden. Veelal
ligt het aan de vrouwen zelf dat ze nog ondergeschikte functies
bekleden. “De grootste tegenstander van de vrouw, is de vrouw
zelf”, constateert oud-parlementsvoorzitter Indra ‘Marijke’
Djwalapersad.
Tekst: Ivan Cairo
Beeld: Claudio Barker
e juicht de campagne om bij de
komende verkiezingen meer
vrouwen op verkiesbare plaatsen
te kandideren toe, maar verwacht geen
aardverschuivingen als gevolg hiervan.
Djwalapersad is de eerste vrouw die
voorzitter werd van De Nationale
Assemblée (1996-2000). In haar geval
was het in principe niet zo moeilijk om
aan de top te komen. Door haar sociale
en religieuze activiteiten viel ze op bij
toenmalig voorzitter van de VHP, Jagernath Lachmon. Via zijn vrouw Fawziya
interesseerde hij Djwalapersad in 1990
voor een positie in de Adviesraad van de
partij, nadat ze een Divali-show in het
Anthony Nesty Indoor Stadion had
gepresenteerd. In de Adviesraad werd
ze coördinator van de sectie Onderwijs.
Z
Intriges
Intriges zijn haar niet bespaard gebleven. De eerste vuurdoop in de mannenwereld van de politiek kwam in 1991 bij
de kandidaatstelling voor de verkiezingen van dat jaar. In een persoonlijk
onderhoud werd ze door Lachmon
geïnformeerd dat ze in de top-3 van de
kandidatenlijst in Wanica zou wordengeplaatst. Ze ging daarmee akkoord. De
eerste teleurstelling in de politieke
arena kwam echter al dezelfde avond.
Tijdens een massameeting in Wanica
werden de namen van de kandidaten
bekendgemaakt. Haar naam stond op
de laatste plaats, wat inhield dat ze
nooit zou worden gekozen. Omdat ze al
door Lachmon was geïnformeerd dat ze
bovenaan de lijst zou staan, had Djwalapersad niet eens gehoord dat ze hekkensluiter was. De dreun kwam pas
toen haar broer uit woede en frustratie
over de gang van zaken uit de vergadering troonde. “‘Je bent op de laatste
plaats, kom weg’, riep hij me toe.”
Naderhand deelde de VHP-voorzitter
haar mee dat het besluit om haar op de
laatste positie te plaatsen later was
genomen. “Ik denk dat Lachmon heeft
moeten wijken voor de mannen. Ze
hebben hem overruled.”
Zwaar teleurgesteld hield Djwala-
persad zich enkele dagen onvindbaar
voor de rest van haar omgeving. Uiteindelijk besloot ze na gesprekken met
haar familie en advies van haar toenmalige goeroe door te zetten. “Beta age
barnh (Ga door meisje)”, moedigde
haar goeroe toen aan. De DNA-kandidaat besloot toen zwaar campagne te
gaan voeren, in een poging met voorkeursstemmen binnen te komen. Djwalapersad: “Ik dacht toen bij mezelf, ‘ik
leer jullie wel een les’. Een grotere belediging was er niet om me zo te behandelen en mijn grootste dieptepunt tot
op dat moment werd mijn grootste succes.” Ze werd met voorkeurstemmen
gekozen en liet doorgewinterde politici
als Radjkoemar Randjietsing achter
zich. Frappant is dat overwegend mannen campagne voor haar hadden
gevoerd. Het werd een ‘underground’
campagne, gefinancierd uit eigen middelen, waarbij medestanders ‘s avonds
huis aan huis gingen. “Mannen hebben
mij geholpen, ondanks een verbod van
de partijleiding.”
In het parlement kreeg ze het echter
ook niet makkelijk. Bij het vervullen van
spreekbeurten werd in het begin moeilijk gedaan. Fractiegenoten wilden
eerst haar toespraak vooraf inkijken en
screenen om te voorkomen dat ze
zaken zou aanhalen die zij liever onaangeroerd wilden laten. “Ik heb daar
steeds tegen geprotesteerd; ik vond dat
men mijn speeches niet moest screenen.”
‘Shakti’
Dat vrouwen nog een ondergeschikte
positie innemen in de politiek komt
volgens de gewezen parlementsvoorzitter grotendeels door hun eigen houding. “Vrouwen gunnen het elkaar niet.
Ze gaan elkaar figuurlijk te lijf om de
belangen van de mannen te dienen.
Daarnaast gebruiken de mannen de
vrouwen om de randvoorwaarden te
helpen creëren om op belangrijke politieke posities te komen.” Vrouwen zijn
tijdens politieke bijeenkomsten de
vlaggendragers en kokkinnen. Zij bren-
gen de sfeer en de hype. Hierin moet
verandering komen, vindt Djwalapersad. Ze wijst erop, dat terwijl de vrouwen het veldwerk doen, het overwegend de mannen zijn die op het podium de toespraken houden en bekend
worden. Vrouwen moeten hun innerlijke kracht, die ‘shakti’, zelf gaan ontdekken en daarmee hun plek veroveren.
En de mannen moeten “bewerkt,
geschoold en getraind” worden, zodat
ze de vrouw steeds meer als gelijkwaardige partner gaan zien. Ook in de politiek. Het werk moet samen worden
gedaan. Maar op de eerste plaats moet
de vrouw zich als mens doen gelden en
zo respect afdwingen. “Laat je vrouwzijn achterwege. Doe gewoon als mens
mee in je organisatie, want de man is
niet superieur aan de vrouw of omgekeerd”, adviseert de oud-voorzitter.
Voorzitterschap
Het voorzitterschap van De Nationale
Assemblée was een enorme uitdaging.
In haar eerste zittingsperiode kreeg ze
al een voorproefje van wat het was om
parlementsvergaderingen te leiden.
Toen was ze de vervanger van toenmalig ondervoorzitter Ruth Wijdenbosch.
“Maar nu zou ik daar de leiding hebben
en wel op de jonge leeftijd van 44 jaar”,
haalt de ex-voorzitter zich voor de
geest. Als lid van de vernieuwingsbeweging die zich had afgescheiden van de
VHP ging zij samen met drie andere exVHP’ers samenwerken met de NDP, die
zo de regering kon vormen. Vanwege
de breuk met de VHP keerden vrienden
haar de rug toe en werden vroegere partijgenoten felle tegenstanders in het
college. De zaken die ze in die periode
naar het hoofd geslingerd kreeg, waren
niet mals. Tijdens een van de DNA-vergaderingen ging het er zo heftig aan
toe, dat Djwalapersad zich genoodzaakt zag enkele parlementariërs met
behulp van de politie uit de vergaderzaal te zetten. “Er waren haatgevoelens.
Toen heb ik mijn tanden laten zien.”
Naderhand werd tijdens besprekingen
met de fractieleiders de zaak bijgelegd
en kreeg ze het minder zwaar te verduren.
Na de massale protestdemonstraties
tegen toenmalig president Jules Wijdenbosch kwam de breuk met de coalitie. “Op een gegeven moment zag ik dat
het beleid verkeerd ging in 1999 en na
diepgaand overleg met onder anderen
de religieuze leiders van het land, verenigd in de Iris, heb ik besloten een
motie van het Nieuw Front te ondersteunen en is zo de regering naar huis
gestuurd. Er kwamen vervroegde verkiezingen”, stelt Djwalapersad. Na wat
‘Vrouwen moeten hun
plek opeisen’
Beiden willen in de toekomst een
politieke carrière opbouwen en vinden
dat vrouwen hun plek moeten opeisen.
Ze willen later meer dan alleen maar
een baan en een inkomen. Vrouwen
moeten durven, is hun stelling. De
‘OOK ZIJ’-campagne kan het laatste
steuntje in de rug zijn voor vrouwen met
ambitie, zeggen de studenten aan de
Anton de Kom Universiteit van Suriname, Xaviera Alwanahi (22) en MarieAlice Poeketie-Amerkan (23).
X
Xaviera Alwanahi
‘Ik denk dat het aan
de vrouwen zelf ligt, ze
eisen hun plek niet op’
Plek opeisen:
Er zijn genoeg vrouwen met kwaliteit in Suriname, menen de studenten. Beiden noemen ze parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons
(Mega Combinatie/NDP) als voorbeeld. Xaviera
ziet ook in Ruth Wijdenbosch (Nieuw Front/NPS)
politieke omzwervingen via Naya
Kadam, die ze had opgericht, en UPS
keerde Djwalapersad na een besluit van
haar achterban in Wanica en op verzoek van de nieuwe VHP-leider,Chandrikapersad Santokhi, op 30 juli 2011
terug naar de VHP. “Ik voel me weer
thuis.”
Quota-systeem
Behalve geloof in zichzelf moeten vrouwen ook aan zichzelf gaan werken,
communicatieve vaardigheden aanscherpen, waardoor ze beter met mannen kunnen omgaan.
“Als je als vrouw in een mannenorganisatie gaat, wat de politieke partijen
jammer genoeg nog steeds zijn, moet je
niet stoer doen en eventjes dingen wil-
len veranderen”, waarschuwt de politica. Veranderingen moeten samen door
man én vrouw worden bewerkstelligd.
“Ik heb weinig geloof in een gevecht
tegen mannen”, zegt ze. Omdat niet te
verwachten is dat mannen zonder slag
of stoot hun vooruitgeschoven positie
zullen opgeven, is Djwalapersad er
voorstander van dat er bij wet een quotum wordt gesteld. 33 procent vrouwen
op kandidatenlijsten, en liefst op verkiesbare plaatsen zoals in India, lijkt
haar een goede stap. De wet op politieke organisaties zal dusdienen te wordenaangepast. Behalve een quotum
zouden bij wet ook criteria moeten
worden vastgesteld, waaraan alle kandidaten moeten voldoen om op de lijst
te komen.-.
weinig vrouwen doordringen tot de top in de
politiek?
Xaviera zoekt de oorzaak van het problemen
in meerdere richtingen. “Ik denk dat het aan de
vrouwen zelf ligt, ze eisen hun plek niet op”,
vindt ze. Maar ook de andere sekse is debet aan
de slechte vertegenwoordiging van vrouwen in
de politiek. “Mannen vinden dat vrouwen het
niet goed kunnen doen. Ik denk dat ze ons
gewoon onderschatten.” Een stelling die ook
Marie-Alice onderschrijft. “Een deel van de mannen vindt het goed zoals het nu is.” Maar ze
houdt vrouwen ook een spiegel voor. Hoewel
sommige mannen tegenstribbelen, hebben vrouwen genoeg ruimte om zich te ontplooien, “maar
vrouwen zijn zich er niet genoeg van bewust hoeveel ze zouden kunnen betekenen. Ze moeten
zich meer gaan profileren”, zegt ze. Xaviera
noemt nog een opmerkelijke reden: de gunfactor. “Als een vrouw vindt dat zij die positie verdient, maar een ander krijgt het, ontstaat er
ophef. Bij mannen is dat ook zo, maar bij vrouwen komt het meer tot uiting.”
Verkiezingen 2015:
Tekst: Giwani Zeggen
Beeld:
aviera (derdejaars Rechten) en Marie-Alice
(derdejaars Be- drijfskunde) vinden dat de
tijd dat vrouwen thuis moeten blijven om
voor de kinderen en hun man te zorgen, verleden
tijd is. “Er wordt eerder gekeken naar de vrouw
als het gaat om de opvoeding van kinderen, maar
ik vind het een taak van man en vrouw samen”,
zegt Xaviera. Marie-Alice is het daar volkomen
mee eens. “Hoewel het een taak van beiden is,
zijn Surinaamse mannen over het algemeen niet
bereid te helpen.” Zelf heeft zij dat probleem
niet. Ze is getrouwd en moeder van een zoontje,
maar krijgt alle steun van haar echtgenoot. “Hij is
juist iemand die me stimuleert en ondersteunt.”
‘Als je als vrouw in een
mannenorganisatie gaat, moet je
niet stoer doen en eventjes dingen
willen veranderen’
een sterke vrouw. Marie-Alice roemt Diana Pokie
voor de manier waarop ze de noden van haar achterban aan de kaak stelt. Maar verder dan deze
drie namen komen ze niet. Hoe komt het dat zo
Beiden streven ze een carrière in de politiek na.
Xaviera heeft zich zelfs al aangesloten bij de jongerenafdeling van de Surinaamse Partij van de
Arbeid. Marie-Alice is ook al bij een partij op de
radar verschenen. Echter zeggen de ambitieuze
vrouwen voorlopig hun studie voorrang te geven.
“Ik heb de durf om me kandidaat te stellen, maar
ik ben er pas bij en heb nog niet genoeg ervaring”, zegt de rechtenstudent. “Mijn studie staat
nu op de eerste plaats. Op termijn ga ik me echter
wel verkiesbaar stellen. Ik moet mezelf verder
ontwikkelen en ervaring opdoen”, motiveert de
bedrijfskundestudent haar standpunt om voor
nu politiek inactief te blijven. Xaviera is er in
ieder geval duidelijk over wie haar stem krijgt bij
de volgende verkiezingen. “Ik stem eerder op een
vrouw. Om ze een kans te geven te bewijzen dat
ze ook kunnen.”
Ook Zij’campagne:
Het initiatief van Karin Refos van Stas International om bij de volgende verkiezingen minstens
dertig procent van de verkiesbare plekken door
een vrouw te laten invullen, vinden ze prijzenswaardig. Echter hebben beide dames het niet
echt op de voet gevolgd. Maar dat er iets moet
veranderen staat voor Xaviera als een paal boven
Marie-Alice Poeketie-Amerkan
‘Waar vrouwen zijn,
gaat het vaak goed’
water. “Er moet evenwicht komen in het aantal
vrouwen en manen in topposities.” MarieAlice heeft wel iets voorbij zien komen op televisie van de ‘OOK ZIJ’-campagne. “Ik vind het een
heel goed initiatief, vooral als je kijkt naar het
aantal vrouwen in De Nationale Assemblée en de
regering.”
Bijna aan het eind van het interview wil MarieAlice er nog iets aan toevoegen, een belangrijke
reden waarom er meer vrouwen in de politiek
moeten, maar ze twijfelt. “Mannen zijn het er niet
mee eens, toch”, lacht ze. “Maar als je kijkt naar
de statistieken bij verkeersongevallen en geweldsdelicten, zijn het vaak mannen. Ze veroorzaken problemen. Waar vrouwen zijn, gaat het
vaak goed.”.-.
donderdag 7 augustus 2014 Dwt c7
SURINAME KIEST
Veel ligt aan
de vrouw zelf
Met Ook ZIJ! moet de participatie van meer vrouwen op politiekbestuurlijk niveau, binnen het bedrijfsleven en andere sectoren
worden gestimuleerd. Morena Leter, afgestudeerd als Bachelor
of Science aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en Migalda Kolf,
inspecteur 2de klasse bij het Korps Politie Suriname, laten hun
licht schijnen over de bewustwordingscampagne. Kernwoorden
van het duo voor de vrouw om het te maken in de ‘mannenmaatschappij’ zijn geduld, wil en vasthoudend zijn.
Tekst: Terence Oosterwolde
Beeld: collectie Morena Leter en Migalda Kolf
oor de ‘Ook ZIJ!’-campagne
moeten er capabele vrouwen
op posities komen, die normaal gesproken, vanwege ‘traditie’
vooral naar mannen gingen. Leter
heeft er een uitgesproken mening
over. “Loos alarm”, zegt de 22-jarige
scherp. “Het functioneren in de politiek heeft niets te maken met het
geslacht. Wil je goed functioneren in
de politiek, heb je een gezond stel
hersenen en wat levenservaring
nodig”, vindt ze.
Dat delen van de gemeenschap stellen
dat het politieke veld voor mannen is,
kan er bij Leter ook niet in. “Vrouwen
mogen zelf bepalen als ze de politiek
in willen of niet en als ze er thuishoren.” Zelf heeft ze geen politieke
ambities. “Ik heb niet veel met politiek dus vind ik persoonlijk dat ik
daar niet thuis hoor.”
Leter zit al vier jaar in Nederland
wegens studie. In het voormalige
moederland vindt ze wel dat de vrouwen genoeg doen om hun plaats in de
maatschappij op te eisen. “Ik weet eerlijk gezegd niet of dit ook in voldoende mate het geval is in Suriname. Ik
heb in mijn Surinaamse vriendenkring wel heel wat vrouwen die hun
mening uiten en hun plek in de maatschappij opeisen.”
D
Migalda Kolf
‘De vrouwen
moeten laten
merken dat
ze er zijn’
Overigens ziet Leter voldoende verschillen tussen de vrouwen van
Nederland en Suriname. “Typisch
Nederlandse vrouwen zijn heel zakelijk, terwijl Surinaamse vrouwen er
vaak watfunbij halen en op die
manier hun werkzaamheden draaglijk maken. In Suriname hoef je ook
niet drie maanden van tevoren een
afspraak met je collega’s in te plannen.” Het ‘agenda-effect’, zoals ze dat
noemt, is er in mindere mate. Nederlandse vrouwen vindt Leter ook directer. “De meesten uiten gelijk hun
mening. In Suriname is dit wat minder, maar vroeg of laat krijg je toch te
horen wat de mening van de persoon
is”, zegt ze lachend.
De eeuwenoude discussie over
‘mannen- en vrouwenberoepen’ zijn
niet aan haar voorbijgegaan. Zelf
geeft ze aan dat mannen over het
algemeen fysiek sterker zijn. “Ik zie
vrouwen dus ook geen straten betegelen. Maar dat terzijde, ik denk dat
mannen en vrouwen in principe
dezelfde beroepen moeten kunnen
uitoefenen. Secretararieel werk wordt
heel vaak als een vrouwenberoep
gezien, maar ik ben er zeker van dat
mannen ook goed als secretaris kunnen fungeren.”
Tijdens haar studie heeft Leter geen
discriminatie meegemaakt en is ze
ook niet anders behandeld omdat ze
vrouw is. Maar brengt ze in, “99 procent van mijn huidige studiegenoten
is vrouw”. Toch sluit ze haar ogen niet
voor eventuele discriminatie. Ze richt
zich dan op de vrouw, die sukkelt zich
staande te houden in de zogenoemde
‘mannenwereld’. “Vrouwen die het
idee hebben dat zij de ‘mannenwereld’ niet aankunnen, moeten zichzelf
sterken door alvast de gedachte van
zich af te zetten dat er een ‘mannenwereld’ bestaat. Verder wil ik ze aanraden een opleiding te volgen voor
zover dit kan, naar muziek te luisteren, boeken te lezen en de wereld te
observeren. Vooral het geduld en de
wil moeten er zijn, dan kom je er wel”,
is haar boodschap.
Goede ontwikkeling
Migalda Kolf vindt het een “goede
ontwikkeling” dat er wordt ‘gevochten’ voor meer vrouwen in de politiek,
omdat ze er volgens haar thuishoren.
Morena Leter
‘Zet alvast de gedachte van je af
dat er een mannenwereld bestaat’
Waarom? “Het brengt de manier van
denken en beslissingen nemen in
balans.”
Toch ontkomt ze er niet aan toe te
geven dat vrouwen meer kunnen
doen om hun plaats in de maatschappij op te eisen. “De vrouwen moeten
laten merken dat ze er zijn. Wij moeten als vrouwen durven op te komen
voor onszelf. We moeten elkaar
ondersteunen en samen vechten voor
een betere positie van de vrouw.”
Kolf vindt niet dat er dat ‘mannenen vrouwenberoepen’ bestaan en is
tijdens haar rechtenstudie ook nooit
anders behandeld omdat ze vrouw is.
Wel erkent ze dat de klim op de ‘korpsladder’ niet makkelijk is gegaan. “Je
bent jong en je hebt geen ervaring”,
legt ze uit. “En je krijgt dan tegenwerking. Niet zozeer door mannen, maar
wel door ouderen in rang en in dienst
zijnden.”
Maar vastberaden als ze is, liet Kolf
zich niet van haar pad afbrengen en
twijfelde ze ook niet aan zichzelf. “Ik
heb mezelf altijd voorgehouden dat
ik mezelf zal bewijzen dat ik het wel
kan. En dat ze op een dag zelf zullen
zien dat ze zich hebben vergist.”
De politieinspecteur hoopt dat anderen even vastberaden zijn en zich niet
uit het veld laten slaan. “Studeer en
probeer zoveel mogelijk een hoge
schoolopleiding te halen. Alles wat
een man kan, kan een vrouw ook. Er
zullen beproevingen zijn, maar die
zijn er om je klaar te stomen voor
jouw uiteindelijk doel.”.-. Bedrijfsleven:
Extra ‘accommodatie’ onstuitbare
vrouwen overbodig
Vrouwen hebben het, evenals in de politiek, ook moeilijk om door
te breken topfuncties in de zakenwereld. De kritiek over blinde
muren mag fel zijn, maar in de particuliere sector gaat het om
resultaten. Iemand belandt en overleeft in de top op basis van
merites. En de vrouwen die doorbreken, zijn onstuitbaar, wat ook
weer overeenkomt met de politiek. Tekst: Eliézer Pross
Beeld: dWT
n de zakenwereld verandert het
beeld. Er komen steeds meer
vrouwen in topfuncties. Dat
komt doordat het aanbod aan kader
steeds meer uit vrouwen bestaat”, weet
Henk Naarendorp, voorzitter van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken
(KKF). Deze ontwikkeling zou een
weerspiegeling zijn van wat er zich in
de hogere echelons van het onderwijssysteem afspeelt. “Vrouwen domineren de Anton de Kom universiteit,
“I
hogescholen en HBO-opleidingen”,
licht hij toe. Voortreffelijk werk
Het is dus “logisch”, benadrukt hij, dat
het ‘tedere geslacht’ zich profileert in,
wat gezien wordt, als de echte mannenwereld, business. “En de vrouwen
die er zijn, doen het uitstekend”, vult
Ferdinand Welzijn, voorzitter van de
Vereniging Surinaams Bedrijfsleven
(VSB) aan. Hij verwijst naar klinkende
namen als Sylvia Ang, leider van het
Iffi,
Shirley
wasmiddelenbedrijf
Sowma-Sumter die de kroon van CEO
opheeft bij de Kersten Holding en
Sharmila Jadnanansing, staflid bij
Rosebel Goldmines, dochtermaatschappij bij de Canadese Multinational Iamgold. Naarendorp: “Wat mij wel opvalt, is
dat zij nog een beperkte rol spelen in
het georganiseerde bedrijfsleven, hetzelfde probleem van de politiek. Er
moet met man en macht aan worden
gewerkt om dat te verbeteren”, bekent
de KKF-topman. Hij doelt dan specifiek
op zijn organisatie. Gerichte stappenmoeten worden ondernomen om
plaats te maken in de leiding van ‘s
lands grootste bedrijvenvereniging.
Leden van het KKF-bestuur worden
gekozen. Kandidaten moeten in het
bedrijfsregister worden vermeld, ten
minste als managementlid van een
entiteit. Ondernemingen moeten
vrouwen dus bewust positioneren om
in de top van een strategische organisatie als de KKF te komen. Naarendorp
belooft dat er daaraanzal wordengewerkt.
Onstuitbaar
Ferdinand Welzijn
VSB
‘Een vrouw die ervoor gaat, is onstuitbaar’
Maar ook hij stelt vast dat vrouwen het
over het algemeen bijzonder goed
doen. Dat zou zelfs in de productiesector het geval zijn. Welzijn constateert
dat vrouwen niet eens een helpende
hand nodig hebben. “Wanneer een
dame genoeg doorzettingsvermogen
heeft en in staat is met een zakelijke
bril naar situaties te kijken, staat zij
haar mannetje en is zij onstuitbaar.
Dat is zowel in het bedrijfsleven als in
de politiek een gegeven.” Hij vindt dat,
zoals bij mannen het geval is, ook voor
vrouwen geldt dat de absolute top
weggelegd is voor de echte uitschieters
die het verschil maken. “Kijk maar naar
de politiek, waar er geschiedenis in het
parlement wordt geschreven door
Jenny Simons als voorzitter en Ruth
Wijdenbosch als ondervoorzitter.” Het
feit dat de twee, komende uit tegengestelde kampen, het hoogste college
van Staat jarenlang op voortreffelijke
wijze draaien, spreekt volgens hem
boekdelen over hun kwaliteiten.
Sharmila Jadnanansing
Staflid Rosebel Goldmines
‘Vrouwen moeten durven en niet
steeds vingerwijzen’
Ook Sharmila Jadnanansing, een
bloemstuk in de macho-mijnbouwbranche, legt de verantwoordelijkheid
om zich een weg naar de top te banen
primair bij haar geslachtsgenoten. Het
hebben van een carrière is volgens
haar een bewuste keus. “Naast kennis
van zaken en professionele competenties, is durf erg bepalend voor de weg
naar de top. Je kunt als vrouw niet
bescheiden zijn”, benadrukt zij als
vrouw die geen moment terugdeinsde
toen de gelegeneheid om het beleid bij
Iamgold te helpen bepalen zich aandiende. “Een heel bewuste keus”,
onderstreept zij, vanwege de offers die
ermee gepaard gaan. “Er moeten soms
heel moeilijke keuzes worden gemaakt
om het werk en privéleven in balans te
houden”, spreekt zij uit ervaring.
Bewust kiezen
Desondanks pleit zij ervoor dat er resoluut wordt afgerekend met de traditionele opvatting dat er ‘verwaarlozing
van gezin en huishouden plaatsvindt
door vrouwen die fulltime werken en
hoge functies bekleden’. Carrière
maken hoort een bewuste keus te zijn,
met ambitie en het verlangen om zelfstandig te zijn. Zij is het eens met Welzijn, dat kennis en ervaring vooropgesteld moeten worden. Ook zij constateert dat gendergenoten nog niet in
voldoende mate zijn vertegenwoordigd in topfuncties in zowel de particuliere als publieke sector. Suriname
zou ook niet uniek zijn op dit vlak. Het
land zou succesvolle voorbeelden kunnen overnemen van andere naties.
Jadnanansing: “Ik denk niet dat het
vanzelf goed komt. Er moet iets gebeuren, zodat meer capabele vrouwen een
kans krijgen om beter door te stromen
naar topfuncties. Anders loop je kwaliteit en talent mis. Anno 2014 moet er
geen bedrijf zijn dat geen diversiteit in
zijn top wil. Hetzelfde geldt voor de
politiek. Maar wij vrouwen moeten
daar ook bewust mee omgaan. Wij
moeten leren onze successen op te
eisen en (onze achterstand... red.) niet
steeds toe te schrijven aan omstandigheden en/of anderen. We moeten onze
prestaties niet onderschatten.”.-.
C8 Dwt donderdag 7 augustus 2014
SURINAME KIEST
DNA-lid Diana Pokie:
Geen machtstrijd tegen mannen,
maar bewustwordingscampagne
Ze heeft een duidelijke visie wanneer het betreft meer vrouwen plaatsen op verkiesbare zitjes in leidinggevende posities en in de politieke
arena. Ze is zich ervan bewust dat
deze ‘operatie’ niet van een leien
dakje zal gaan. Ondanks deze realiteit is DNA-lid Diana Pokie er geen
voorstander van om de strijdbijl op
te pakken tegen de mannen. Ze pleit
voor een campagne waar beide
sexes bewust worden gemaakt van
hun gelijke rol in de maatschappij.
Tekst en beeld: Julien Peneux
Diana Pokie in de voorkamer met zoon Tavic. Ze is er geen voorstander van dat vrouwen de strijdbijl oppakken tegen de mannen voor een betere positie in de maatschappij..
ndanks dat Diana Pokie simpel oogt, is ze
heel zelfverzekerd. Haar statige houding
straalt gezag uit. Ze is geboren en getogen
te Brownsweg in Brokopondo en is het eerste
kind uit een gezin van vijf. Uit het traditionele
marronhuwelijk met Jerrel Jeroe zijn vier kinderen, Tavic (15), Ousmane (12), Tequisha (6) en
Jared (7) geboren. Tavic is apetrots op zijn moeder. Vooral op de manier waarop zij haar krachtige stem laat horen in het parlement. Haar
mening over onderwijsissues kan hij zeer waarderen. “Mijn leerkrachten praten vaak over
mama. Soms krijg ik apps dat ze op tv is. Dan ga
ik gelijk kijken”, zegt de zoon, terwijl de moeder
hem liefdevol aankijkt. In haar politieke voetsporen zal hij niet treden. “Piloot worden”, dat is zijn
roeping. Het gezin houdt er rekening mee dat de
moeder soms lange uren moet maken in het parlement. Deze situatie is vooraf binnen het gezin
besproken. Tavic: “Soms mis ik haar wel, vooral in
verband met het koken. Dat doet mama goed. Als
zij er is, zijn de zaken iets beter georganiseerd”,
lacht hij.
O
Politieke doorbraak
Haar politieke carrière en haar beroepskeuze
heeft Pokie met de paplepel meegekregen van
haar goeroe en vader, Antonius Pokie, zelf prominent lid van de BEP en oud-directeur van mulo
VOJ-Brokopondo. Zij was ook jaren aan deze
school verbonden als leerkracht Handelswetenschappen. “Ik koos voor het beroep van
leerkracht, omdat ik wilde helpen om
onder meer de achtergestelde positie
waarin de binnenlandbewoners verkeren, te verkleinen.” De politieke doorbraak van dochter Pokie kwam, hoe kan
het ook anders, met begeleiding van
papa. Haar ontwikkeling binnen de BEP
volgde snel. In 2010 werd ze voor het
eerst gekozen in De Nationale Assemblée.
Twee jaar terug, na een meningsverschil tussen partijen in de A Combinatie
(AC) over enkele brandende issues,
stapte de BEP uit de samenwerking.
Pokie bleef AC trouw en ging daarmee
dwars door de partijdiscipline. Ze werd
voor de partij persona non grata. Dat ze
zich staande heeft weten te houden in
de politieke arena komt door haar,
zoals ze het benadrukt, “wilskracht om
hogerop te komen, haar zelfverzekerdheid en haar duidelijke boodschap die
blijft hangen bij de achterban”. Zelf
gelooft de politica dat zij is doorgebroken binnen de BEP ook mede vanwege
het gezag dat ze uitstraalt en de krachtige stem waarmee zij haar visie de
wereld instuurt. Hoewel ze niet meer
participeert in deze partij, weet ze dat
vrouwen er genoeg ontplooiingskansen
krijgen. “Vroeger had je zoiets van ‘de
mannen hebben het voor het zeggen’.
Binnen de A Combinatie heb ik dat niet
ervaren.” En dat, ondanks dat binnen
het traditionele gezag bij de marrons
de mannen het voor het zeggen hebben. “We hebben dat meegekregen binnen onze opvoeding; dat vrouwen
opkijken naar mannen. De moderne
vrouwen proberen het een beetje weg te
werken, maar dat zal niet lukken. Zo zit-
ten we nu eenmaal in elkaar.” Ze benadrukt dat
als vrouwen geschoold zijn, zij een brede oriëntatie hebben en capabel zijn, zij hun plaats moeten
kunnen opeisen in de maatschappij. Als voorbeeld stipt zij haar ander rolmodel aan, DNAvoorzitter Jenny Geerlings-Simons. “Als je wilt
groeien in de maatschappij moet je ervoor gaan.
Ik geef mezelf de gelegenheid om te groeien en
als het moment daar is, hebben de mannen geen
enkele keus. Als de partij zegt ‘we gaan voor
Diana Pokie als leider of voorzitter’ dan gebeurt
dat. Maar je moet eerst meelopen, je moet zaken
leren. De mannen zijn niet pats-boem voorzitter
geworden.” Gendergelijkheid is voor haar niet
slechts een begrip. “Het is breed en het hangt
ervan af hoe je ernaar kijkt.” Ze roept vrouwen die
carrière willen maken in de politiek op om niet te
slijmen met de partijvoorzitter als zij hogerop
willen komen in hun organisatie.
Principes
Pokie heeft een duidelijk standpunt als het
betreft het behouden van principes, zeker als
politica. Menigeen in de gemeenschap vindt dat
veel politici principeloos zijn en bij het nemen
van partijpolitieke beslissingen, zogenaamd in
landsbelang, normen en waarden overboord
gooien. Zij stelt dat parlementariërs zowel persoonlijke als algemene belangen moeten behartigen. “Ze gaan samen. Ik kijk ook naar mijn eigen
belang. Bepaalde persoonlijke zaken hebben
niets te maken met de achterban. Als het gaat om
bepaalde issues, bepaalde onderwerpen, dan heb
ik wel principes. Dan kijk ik op de eerste plaats
naar mijn geloof. Als gelovige zou ik niet gaan
voor bijvoorbeeld abortus. Al zou het mij mijn
lidmaatschap kosten, ik ga niet voorstemmen.”
De politica verwijst naar haar houding bij het
aannemen van de Amnestiewet twee jaar terug.
Die DNA-vergadering heeft zij niet bijgewoond,
omdat ze zich nog niet genoegzaam had verdiept
in het onderwerp. “Binnen onze partij waren er
geen deskundigen die me konden overtuigen van
‘je stemt voor of tegen en dit is het verhaal waarom je zo moet stemmen’.”
‘OOK ZIJ’-campagne
Pokie steekt niet onder stoelen of banken dat zij
ook voorstander is van meer vrouwelijk leiderschap. Ook ziet ze graag meer vrouwen op verkiesbare plaatsen op DNA- en districts- en ressortraadslijsten. Maar of dat op korte termijn een
feit is, betwijfelt zij. De ‘OOK ZIJ’-campagne
draagt ze een warm hart toe, al gelooft ze niet dat
het voornemen van de organisatie het komend
jaar al zal slagen. “We moeten de gemeenschap
bewust maken dat vrouwen het ook kunnen, als
zij zich maar honderd procent inzetten.” Hoewel
het parlementslid niet wil geloven dat er in deze
moderne tijd nog mannen zijn die willen domineren en discrimineren en vrouwen bewust willen afhouden van een leidinggevende positie,
‘Ze zullen je aan een kant willen zetten,
maar het gaat ze moeilijk lukken’
benadrukt ze dat ook die groep het eens zal opgeven. “Ze zullen je aan een kant willen zetten, maar
het gaat ze moeilijk lukken.” Pokie vindt het jammer dat, hoewel er in het land veel capabele vrouwen rondlopen, die niet terug te zien zijn in de
politiek. Dat zou een gevolg zijn van de negatieve
kijk die de burgerij heeft op de politiek. “Maar
het daar krijgen van de vrouwen moet niet lijken
op een machtsstrijd, een strijd tegen de mannen.”
Het DNA-lid blijft erbij dat vrouwen of hun
organisaties issues over mannen niet goed aanpakken. Voor de bewustwording pleit zij ervoor
dat bij de discussies over de zogenaamde ‘vrouwenonderwerpen’ meer mannen worden betrokken. “Dat is tot nu toe niet het geval en daar zitten
wij als vrouwen fout. Je kunt niet plotseling daar
willen staan. Want de man heeft altijd de gelegenheid gekregen om naar school te gaan en
bepaalde dingen te doen. Om daarin verandering
te brengen zal tijd vergen. Daarom ben ik ook
geen voorstander van een quotum tussen mannen en vrouwen van bijvoorbeeld 30 om 70 procent of fifty-fifty. Je moet capabel zijn om een job
te klaren.” Daarom moeten politici zich zodanig
opstellen, dat burgers weten waarom zij hun
stem op hen moeten uitbrengen. Capaciteitsopbouw
Voorzitters van politieke partijen zouden ook
hun deel moeten doen om meer vrouwen te interesseren voor hun organisatie. “Er moet ook een
bewustwordingscampagne komen voor de
voorzitters. Want tot nu toe ben ik ontevreden. De meeste politieke partijen worden geleid door mannen en dat is te
scheef. Volgend jaar plaatsen ze weer
voor de vorm vrouwen op lijsten.” De
politica weet ook dat in veel marronpartijen veel vrouwen niet te zien zijn in leidinggevende posities. Wel tijdens campagnes naar een verkiezing toe. Volgens
haar is de marrongemeenschap nog niet
zover om te discussiëren over gendergelijkheid.
Jammer vindt ze het dat binnen de meeste marroncombinaties de meeste vooruitgeschoven en capabele vrouwen weinig doen aan capaciteitsopbouw. De
opgedane kennis en ervaring houden ze
meestal voor zichtzelf. Hetzelfde geldt
voor het kader in de stad. Die willen in
Paramaribo blijven en zich niet aansluiten bij een partij van het binnenland. “Ze
blijven in de stad en dragen er niet toe bij
om de vrouwen in het achterland op te
trekken.” Zelf probeert Pokie overal waar
zij komt vooral jongeren, maar ook de
marronvrouw bewust te maken van de
voordelen van participatie in onder meer
een politieke organisatie. “Ik kan eigenlijk niet te veel doen met mijn mensen.
De vrouwen die al volwassen zijn, zien
geen heil in de politiek. Die hebben
ervoor gekozen om een gezin te stichten.
Het is moeilijk om ze mee te krijgen.”-.