SURINAME KIEST DONDERDAG 7 AUGUSTUS 2014 dWT c1 Ruth Wijdenbosch zwaait met gerust hart af Terwijl de roep om meer vrouwen in de politiek steeds luider klinkt, maakt één politica zich juist op om er de stekker uit te trekken. Ruth Wijdenbosch die haar stempel heeft gedrukt op politiek Suriname gaat na deze regeerperiode met pensioen. En met een gerust hart. “Er zijn genoeg vrouwen aan wie ik mijn ‘frambo’ kan overdragen. Het is nu tijd voor een jongere vrouw om mijn door hard werken verworven tweede plaats op de kandidatenlijst van de NPS in Paramaribo in te nemen.” Tekst: Milton Hubard Beeld: dWT archief e ondervoorzitter van de Nationale Partij Suriname (NPS) is vastberaden. Niets en niemand kan haar op andere gedachten brengen. “Ik wens meer vrije tijd te hebben voor mezelf. Ik vind dat een redelijk verlangen, na 28 jaar mijn werkbare tijd en energie ter beschikking van mijn volk te hebben gesteld.” Het idee om meer vrouwen in politieke topfuncties en andere leidinggevende posities te krijgen, blijft zij echter even hard ondersteunen. Het is meer dan de hoogste tijd dat de dalende trend die zich heeft ingezet in de participatie van vrouwen op politiek-bestuurlijke functies, wordt gekeerd. Voorgoed moet worden afgerekend met statements als: ‘Wij moeten geen vrouw plaatsen, omdat het een vrouw is. Ze moet wel deskundig en bekwaam zijn’. Immers, een man wordt niet op deze merites beoordeeld. D Bekwaam Maar zelfs wanneer elke voordracht aan bekwaamheid en deskundigheid wordt opgehangen weet Wijdenbosch dat vrouwen beter scoren. “Uit cijfers van de universiteit, de technische faculteit en particuliere hoge opleidingen, blijkt overduidelijk dat er meer vrouwen studeren dan mannen. Ook de inzet van vrouwen binnen politieke partijen is ongetwijfeld aanwezig.” Daarnaast is de vrouw de backbone van elke politieke partij. “Zonder hun steun en commitment wint geen enkele politieke partij een verkiezing.” Als de participatie van vrouwen op hoog politiek- bestuurlijk niveau zou worden vergeleken met hun inzet in de partijen, dan zou gauw blijken dat de vertegenwoordiging van vrouwen pover is en dat zij ondergewaardeerd zijn. De politica is voorstander van een qoutasysteem voor mannen en vrouwen. In de ideale situatie wordt daarbij uitgegaan van 50/50. “Maar voor welk systeem ook wordt gekozen, voor mij is belangrijk dat deze negatieve ontwikkeling verandert.” De zichtbare acties die in deze richting worden genomen, juicht ze daarom ook toe. De Nationale Assemblée zet zich hiervoor in, Stichting Projekta is zeer actief, het Vrouwen Parlement Forum laat weer van zich horen en onlangs is ook Karin Refos gestart met een promotiecampagne voor minimaal 30 procent vrouwen in de politiek, het bedrijfsleven en de vakbeweging. Wijdenbosch juicht deze acties vooralsnog echter voorzichtig toe. “Het is alsof alle politieke partijen nu zeggen: all hands on deck, als het om vrouwen gaat. Ik zeg hierop: ‘time will tell’.” Groen Nieuwe vrouwelijke politici kunnen zich volgens haar makkelijker bewegen dan zij bij haar intrede kon. “Ik was ‘politiek groen’.” Als vrouw en jongeling in de politiek voelde ze zich geroepen extra hard haar best te doen om voor vol te worden aangezien. Ze wist dat er extra op haar gelet werd. “Je wordt met argusogen aangekeken en elke stap die je zet, wordt extra onder ‘Wij moeten geen vrouw plaatsen, omdat het een vrouw is. Ze moet wel deskundig en bekwaam zijn’ een vergrootglas geplaatst, omdat je een vrouw bent.” Eventueel falen van haar kant kon al gauw als ‘het falen van de vrouw’ worden gezien. Waar haar opvolgers vooral verder aan moeten werken, is het verder verzelfstandigen van De Nationale Assemblée. Het instituut moet meer onafhankelijk handelen tegenover de regering. Hierdoor zal er daadwerkelijk controle en bijsturing van het beleid kunnen plaatsvinden. Een andere uitdaging voor het parlement is volgens de politica daadwerkelijke bestrijding van cor- ruptie. Gevallen van corruptie moeten zonder aanzien des persoons worden onderzocht. De nieuwelingen moeten zich inzetten om van Suriname een sociaal-rechtvaardige staat te maken. Eigen partij Wijdenbosch, die zich bijna emerita mag noemen, heeft er nooit voor gekozen een eigen politieke partij voor vrouwen op te richten. “Ik denk dat elke vrouw eens een droom gehad heeft van een eigen politieke partij voor vrouwen. Toch kies ik daar niet voor. Het gaat er niet om een tegenhangerspartij van vrouwen te hebben. Het gaat er ook niet om over te schakelen naar een maatschappij die door vrouwen wordt beheerst. Waar het om gaat, is gelijke participatie van vrouwen en mannen op alle niveaus die ontwikkeling kunnen teweegbrengen in ons land. Het gaat om uitbanning van achtergesteldheid van een groep ten opzichte van een andere en zeker niet om overheersing van vrouwen. Wij willen en moeten het samen doen.” Vrouwen bezitten kennis en capaciteit die verloren gaat wanneer zij niet in de gelegenheid gesteld worden die ter beschikking van het land te stellen. “Besluiten die worden genomen voor onze bevolking dienen bij wijze van spreken zowel een vrouwelijk als mannelijk gezicht te hebben. Bovendien bestaat ongeveer de helft van de samenleving uit vrouwen. Worden ze niet in voldoende mate betrokken bij zwaarwichtige besluiten, gaat 50 procent van ons potentieel verloren. Ik ben mij ervan bewust dat weleens gezegd wordt dat vrouwen niet met vrouwen kunnen samenwerken en vandaar dat er geen politieke partij voor vrouwen bestaat. Niets is minder waar. Vrouwen zijn net als mannen normale mensen. Vrouwen leveren kritiek op vrouwen, zoals mannen kritiek leveren op mannen; evenzo leveren mannen kritiek op vrouwen en omgekeerd. Er mag niet vanuit worden gegaan dat vrouwen altijd vrouwen zullen ondersteunen, omdat ze vrouw zijn. Vrouwen zijn geen volmaakte mensen, zoals mannen dat ook niet zijn.” Vooralsnog is het koffiedik kijken waarmee Ruth Wijdenbosch zich na 25 mei 2015 voornamelijk zal bezighouden. De vrije tijd, waar ze zo naar verlangt, zal volgens haar niet nutteloos voorbijgaan. Een carrière in de journalistiek is niet uitgesloten. Maar ook aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname zou zij haar krachten kunnen geven als scriptiebegeleider. “Wat het ook wordt, het positief stimuleren van vrouwen blijft mijn missie; al zou het slechts in de rol van motivatiespreker zijn.”.-. Noot van de redactie: Het gesprek met Ruth Wijdenbosch heeft in juni plaatsgevonden. De Ware Tijd wenst mevrouw Wijdenbosch, die momenteel in de rouw is, sterkte toe. ‘Het moet blijvend zijn in hoofden van mensen’ Ze was in oktober 2013 met een grote delegatie van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Indonesië toen het Karin Refos opviel dat in het gezelschap van ongeveer dertig personen zij de enige vrouw vanuit een bedrijf was. “Hoe kan dat nou? Zijn er geen vrouwen in het bestuur?”, vroeg ze. “Nou, die zijn er niet”, klonk het terug. Deze ervaring bleek de bevruchting te zijn van het idee dat uitgroeide tot de ‘OOK ZIJ’-campagne die nu wordt gevoerd. Tekst: Gerold Rozenblad Beeld: Stefano Tull aat het een toeval zijn dat in veel bladen die zij in die periode onder ogen kreeg, internationaal weer eens van leer werd getrokken over de slechte positie van vrouwen als het gaat om leiderschap in organisaties en de politiek. “Met Suriname als dieptepunt”, ging het in haar om. “Daar moet ik wat aan doen”, maalde het in het hoofd van Refos. En wat zij wil, doet ze ook, blijkt. Op 30 mei werd ‘OOK ZIJ’ gelanceerd in Torarica. Ondertussen heeft zij nationaal attentie voor de campagne, die erin moet resulteren dat via de verkiezingen van 2015 minstens 30 procent van de politieke functies moet worden ingevuld door vrouwen. Als het even kan, moeten tegen die tijd ook de besturen van de KKF en de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven voor dertig procent zijn ingevuld door vrouwen, of moeten die organisaties zich opmaken om dat streven ook te realiseren. “Een rijke man zei ooit dat als je erg goed bent in L iets, je daarmee ook moet teruggeven. En dit is wat ik doe”, zegt Refos refererend aan haar professie als publiciteitsdeskundige. Ze maalt er niet om dat er weer eens campagne moet worden gevoerd voor een betere positie van vrouwen in bestuurlijke functies. In 1996 voerde het Vrouwen Parlement Forum met succes actie voor meer vrouwen in de politiek. De uitloper daarvan was dat in de periode 2000-2005 het parlement voor 25 procent werd bezet door vrouwen. Nu, bijna tien jaar daarna, is dat teruggevallen naar een schamele dertien procent. Nota bene door opschuivingen die het percentage van vijf opkrikten naar dertien. Dit verbaast Refos niet. “Het succes werd toen bereikt op basis van een conferentie.” Er werd weliswaar ook nog een regionaal actieplan 2000-2005 geschreven, waarin precies werd aangegeven wat te doen om het resultaat vast te houden en uit te bouwen, “maar dan zie je dat er verder niets aan gedaan is”. Daarom heeft Refos nu een jaar uitgetrokken om op een andere manier het uiteindelijke doel te bereiken. “Er moet sprake zijn van bewustwording. Na de campagne moet het nu blijvend zijn in de hoofden van de mensen. Bewustwording brengt gedragsverandering.” Daarom worden ook mechanismen ingebouwd om na 2015 de zaak meetbaar te houden. Onder andere de website www.ookzij.sr die na het debat werd gelanceerd, moet daarin helpen voorzien. Op die site kunnen vrouwen zich melden en profileren. Als Refos in 2015 het doel bereikt, trekt ze een fles open. Maar ze beseft dat daarmee de strijd nog niet gewonnen is. “Kijk, er zijn in zijn algemeenheid barrières voor vrouwen. Bij veel van ze merk je dat ze pas na hun veertigste omhoogschieten en carrière maken. Ik zie het ook bij mezelf.” En dat heeft met verschillende zaken te maken. Onder andere met de opvoeding van kinderen. Vaak gebeurt het dat pas wanneer de kinderen ietwat volwassen zijn, ruimte ontstaat om carrière te maken. Maar er zijn ook tal van andere maatschappeijke dingen waar Refos over struikelt. Zoals dat werktijden en schooltijden niet op elkaar zijn afgestemd. “Bij de overheid begint men om zeven uur te werken, maar de school start om half acht. Hoe combineer je dat?”, roept ze bijna wanhopig. “Die dingen zijn niet geregeld.” En dan speelt ook nog dat er ruim vijftig vrouwonvriendelijke wetten zijn die moeten worden gecorrigeerd, wat een flinke kluif is in het natraject. Terwijl ze aan de ene kant uithaalt, is Refos niet helemaal ontevreden over de positie van vrouwen nu. “We moeten realistisch zijn en ook weten dat pas in de jaren ‘80 de handelingsonbekwaamheid voor vrouwen is opgeheven.” Karin Refos trekt ten strijde. Zoveel is intussen duidelijk. Maar het is geen ongenuanceerd gevecht. “De klassieke strijd voor gelijke ontwikkelingskansen is achter ons.” Dat blijkt uit de vele vrouwen die ondertussen op de hogere opleidingen zitten. Daar zitten mannen zwaar in de minderheid. Zo erg zelfs, dat langzamerhand hoogopgeleide mannen bijna als bedreigde diersoorten kunnen worden geclassificeerd. “Dus daar gaat het niet om.” Waar het om gaat, is dat vrouwen niet de ruimte krijgen om hun deel van de stempel op de maatschappij te drukken. Maar het is ook geen strijd tegen mannen. “Daarom heet de campagne ‘OOK ZIJ’. Omdat we samen met de mannen de maatschappij willen inrichten.” En aangezien Refos niet in strijd is tegen mannen heeft ze ook oog voor het gegeven dat steeds meer mannen het laten afweten op de hogere opleidingen. “We moeten ook op onze jongens letten.” Immers, het is wetenschappelijk bewezen dat een ontwikkelde man in een relatie minder moeite heeft met een minder ontwikkelde vrouw, maar dat omgekeerd het wel een probleem is. Dat geeft voor Refos aan dat er op meer dan één gebied gelijkheid dient te zijn. Man en vrouw vullen elkaar aan. En moeten elkaar ook aanvullen om de maatschappij een betere te maken. “Weet je dat het bewezen is dat hoe meer vrouwen aan het roer zijn, hoe minder corruptie er binnen die organisaties is?” Refos blijkt haar huiswerk te hebben gedaan als het gaat om de discussie. Toch is te merken dat sedert ze de campagne is gestart er vanuit de kant van de mannen geen onvertogen woord is geweest. “Nee, ik heb van die hoek alleen maar medewerking gekregen”, klinkt het. De initiatiefneemster gaat ervan uit dat zij ook geen tegenwerking krijgt als zij een gezegde wil vervormen. “Er wordt gezegd dat achter elke succesvolle man een sterke vrouw staat. Nou, laten we het verbuigen naar dat achter elke succesvolle persoon, man of vrouw, een sterke thuissituatie staat.” Want daar gaat het om. Immers, man en vrouw verwekken samen een kind. “Dan kan het toch niet zo zijn dat slechts de mannen de maatschappelijke kinderen opeisen. Toch?”.-. C2 dwt donderdag 7 augustus 2014 SURINAME KIEST Ideaalsituatie vrouwen in politiek voor Suriname nog ver weg Of je wilt of niet, iedereen die het nieuws de laatste maanden een beetje heeft gevolgd, weet dat er een campagne loopt om in Suriname meer vrouwen op topposities te krijgen. Onder de titel ‘OOK ZIJ’ vinden er allerlei activiteiten, vooral debatten, plaats over dit onderwerp. Tekst: Annelies Brinkman Beeld: dWT archief oewel het doel van de campagneisgericht op alle topposities, dus zowel in de politiek, bij de overheid als in het bedrijfsleven, gaat er veel aandacht uit naar de situatie in de politiek. Dat is ook geen wonder, gezien de verkiezingen die op komst zijn. Maar wat ook zeker meespeelt, is dat uit onderzoeken blijkt dat Suriname er behoorlijk slecht voor staat wanneer het gaat om vrouwen in de politiek. Dat blijkt uit onder andere uit een studie die de Surinaamse onderzoeksters Monique Essed-Fernandes en Annette Tjon Sie Fat hebben uitgevoerd voor de UNDP, het onderdeel van de Verenigde Naties dat zich bezighoudt met armoedebestrijding in ontwikkelingslanden, maar ook gelijkheid tussen mannen en vrouwen stimuleert. De studie gaat over het Caribisch gebied (de Caricom-landen), waar Suriname als een van de drie aparte studies is belicht. En dan wordt duidelijk dat Suriname het niet goed doet, en op sommigen punten zelfs het ‘slechtste jongetje (of meisje) in het Caribisch gebied is’. Zo is het wereldwijd zo dat een kleine 24 procent van alle ministersposten door een vrouw wordt ingevuld. In Suriname is dat echter maar 6 procent; van de zeventien ministers is Alice Amafo van Sociale Zaken de enige vrouwelijke minister. Ter vergelijking, Haïti heeft zeven vrouwen in de ministersploeg van totaal 20, dat is 35 procent. En ook in het parlement staat Suriname er slecht op. Slechts 13,7 procent van de DNA-leden is vrouw. Dat is iets beneden het gemiddelde van 14,3 procent vrouwelijke parlementariërs in de Caricom. Wereldwijd ligt dit getal echter al op 21,8 procent. Nog een vergelijking; in Nederland zijn er van de 150 Tweede Kamerleden nu 56 vrouw, dat is meer dan een derde deel. Maar waarom is het nu belangrijk om meer vrouwen actief op hogere posities te hebben? Gaat het dan beter? Nederland heeft toch ook net een financiële crisis achter de rug? Voor Tjon Sie H Fat een eenvoudig te beantwoorden vraag. “Vanaf de jaren ‘70 is het bekend dat als er vrouwen in belangrijke functies zitten, vooral parlement en ministerraad, er uiteindelijk wetgeving en beslissingen komen die vaker rekening houden met de rechten van vrouwen en kinderen. En daar hebben ze gezien allerlei internationale verdragen recht op. Plus natuurlijk het feit dat de helft Arnette Tjon Sie Fat meent dat de tijd rijp is in Suriname dat vrouwen en mannen fifty-fifty vertegenwoordigd zijn in leidinggevende posities.-. Percentage vrouwelijke parlementariers in de Caricom-landen (2000-2013), in vergeleijking met de percentages voor de Amerika’s en de wereld Bron: IPU Parline database (archive of statistical data) Nationaal en international onderzoek wijst uit dat Suriname achterloopt wat betreft vrouwen in besluitvormende posities. Dit blijkt ook uit een regionale studie, uitgevoerd in November 2013 tot mart 2014, die gericht was op vrouwen in de politiek.In 200-2013 is het percentage vrouwelijke parlementariers in de Caricolanden vrijwel constant gebleven. Tussen 2000 en 2004 stijgt het percentage van 14,3 procent naar 15,7 procent, waarna ere en daling inzet, met een kleine stijging naar 14,8 procent in 2010. Anno 2013 zijn we weer terug naar het percentage van 2000. In dertien jaren hebben we dus eigenlijk geen voortuitgang gezien in het aantal vrouwelijke parlementariers in de Caricom-landen. Volgens de Interparlementaire Unie (IPU) is het gemiddeld aantal vrouwelijke parlementariers wereldwijd gestegen van 13,8 procent (in 2000) naar 21,8 procent (in 2013). De Amerika’s vertoont de grootste stijging, namelijk van 15,2 procent (in 2000) naar 25,2 procent (in 2013). In de Caricom heeft Greneda momenteel het hoogste percentage: 33 procent vrouwelijke parlementariers, gevolgd door Guyana met 31,3 procent. van de bevolking van Suriname uit vrouwen bestaat. Dus in het ideale geval zouden er in alle sectoren en in alle functies 50 procent door vrouwenmoeten wordeningevuld.” Die ideaalsituatie is echter nog ver weg in Suriname en ook in andere delen van de wereld. Een belangrijke reden daarvoor is volgens Tjon Sie Fat dat veel Caricom-landen, inclusief Suriname, nogal ‘macho’ zijn als het gaat om leiderschap en de acceptatie van vrouwen in machtsposities. “Daar komt bij dat van vrouwen in de politiek ookwordtverwacht dat ze al helemaal klaarzijnvoor de job voor ze verkiesbaarwordengesteld. Een eis die ik nooit heb gehoord voor mannelijke kandidaten. Hierdoor zijn alle partijen heel mannelijk ingericht. Anno 2014 heeft geen van de partijen in Suriname een vrouwelijke voorzitter”, constateert de onderzoekster.-. Na de verkiezingen van 2010 zijn er totaal 34 vrouwen in de districtsraden (29,6 procent), terwijl 30,6 procent van de voorzitters van ressortsraden vrouw zijn. Er zijn per district wel grote verschillen te zien. Bijvoorbeeld: Paramaribo heeft 52,4 procent in de districtsraad; Nickerie heeft 0 procent in deze raad, maar 2 van de 5 ressortsraden (40 procent) in Nickerie wel voorgezeten door vrouwen. Coronie heeft 42,9 procent vroiwen in de districtsraad, maar geen van de 3 ressortraden heeft een vrouw als voorzitter. Marowijne geeft min of meer hetzelfde beeld als Coronie: 44,4 procent vrouwen in de districtsraad, maar geen van de 6 ressortraden heeft een vrouw als voorzitter.-. Bronnen: IPU Parline Database; De Nationale Assemblee en Centraal Hoofdstembureau Volgens de IPU en United Nations Women (UN Women) worden momenteel 258 van de 1096 ministerposten in de wereld bezet door vrouwen (23,5 procent). Deze vrouwelijke ministers hebben meestal de verantwoordelijkheid voor Sociale Zaken, kinderen, jongeren, senioren burgers en gendergelijkheid. In het Caribisch gebied is het percentage vrouwelijke ministers 15. Greneda en Guyane scoren hier ook het hoogst, respectievelijk 30,8 procent en 27,8 procent vrouwelijke ministers. Suriname is de hekkensluiter in de region: 5,6 procent. Resultaten per politieke partij of combinative bij de laatste verkiezingen (2010) Wat opvalt, is dat het percentage vrouwen in ressortraden tussen 1987 en 2010 wel is toegenomen, wat leidt tot een toename van het percentage vrouwen in de districtsraden. Maar op national niveau stelt het aantal gekandideerde vrouwen en gekozen vrouwen in De nationale Assemblee teleur. Suriname heeft –dankzij opschuivingen- momenteel 13,7 procent vrouwelijke parlementariers. Ook het aantal vrouwelijke ministers is teleurstellend. In bovenstaand tabel is de Onder-minister meegenomen bij de berekening van het percentage vrouwelijke ministers. Het percentage nu (5,6 procent) komt omdat er slechts een vrouw in het kabinet zit. De volgende tabel geeft de politieke partijen en combinaties die hebben meegedaan aan de verkiezingen van 2010, het aantal behaalde stemmen, de verdeling van zetels in DNA en het aantal rechtstreeks gekozen vrouwen. Hier valt op dat alle partijen en combinaties door mannen worden geleid. In 2010 kregen overigens weinig vrouwen een zogeheten ‘verkiesbare plaats’ op de kandidatenlijsten, waardoor er minder vrouwen rechtstreeks gekozen zijn dan in 2005. Door opschuiving kwamen er later toch nog enkele vrouwen meer in De Nationale Assemblee. C2 DwT donderdag 7 augustus 2014 SURINAME KIEST Ideaalsituatie vrouwen in politiek voor Suriname nog ver weg Of je wilt of niet, iedereen die het nieuws de laatste maanden een beetje heeft gevolgd, weet dat er een campagne loopt om in Suriname meer vrouwen op topposities te krijgen. Onder de titel ‘OOK ZIJ’ vinden er allerlei activiteiten, vooral debatten, plaats over dit onderwerp. Tekst: Annelies Brinkman Beeld: dWT archief oewel het doel van de campagneisgericht op alle topposities, dus zowel in de politiek, bij de overheid als in het bedrijfsleven, gaat er veel aandacht uit naar de situatie in de politiek. Dat is ook geen wonder, gezien de verkiezingen die op komst zijn. Maar wat ook zeker meespeelt, is dat uit onderzoeken blijkt dat Suriname er behoorlijk slecht voor staat wanneer het gaat om vrouwen in de politiek. Dat blijkt uit onder andere uit een studie die de Surinaamse onderzoeksters Monique Essed-Fernandes en Annette Tjon Sie Fat hebben uitgevoerd voor de UNDP, het onderdeel van de Verenigde Naties dat zich bezighoudt met armoedebestrijding in ontwikkelingslanden, maar ook gelijkheid tussen mannen en vrouwen stimuleert. De studie gaat over het Caribisch gebied (de Caricom-landen), waar Suriname als een van de drie aparte studies is belicht. En dan wordt duidelijk dat Suriname het niet goed doet, en op sommigen punten zelfs het ‘slechtste jongetje (of meisje) in het Caribisch gebied is’. Zo is het wereldwijd zo dat een kleine 24 procent van alle ministersposten door een vrouw wordt ingevuld. In Suriname is dat echter maar 6 procent; van de zeventien ministers is Alice Amafo van Sociale Zaken de enige vrouwelijke minister. Ter vergelijking, Haïti heeft zeven vrouwen in de ministersploeg van totaal 20, dat is 35 procent. En ook in het parlement staat Suriname er slecht op. Slechts 13,7 procent van de DNA-leden is vrouw. Dat is iets beneden het gemiddelde van 14,3 procent vrouwelijke parlementariërs in de Caricom. Wereldwijd ligt dit getal echter al op 21,8 procent. Nog een vergelijking; in Nederland zijn er van de 150 Tweede Kamerleden nu 56 vrouw, dat is meer dan een derde deel. Maar waarom is het nu belangrijk om meer vrouwen actief op hogere posities te hebben? Gaat het dan beter? Nederland heeft toch ook net een financiële crisis achter de rug? Voor Tjon Sie H Fat een eenvoudig te beantwoorden vraag. “Vanaf de jaren ‘70 is het bekend dat als er vrouwen in belangrijke functies zitten, vooral parlement en ministerraad, er uiteindelijk wetgeving en beslissingen komen die vaker rekening houden met de rechten van vrouwen en kinderen. En daar hebben ze gezien allerlei internationale verdragen recht op. Plus natuurlijk het feit dat de helft Arnette Tjon Sie Fat meent dat de tijd rijp is in Suriname dat vrouwen en mannen fifty-fifty vertegenwoordigd zijn in leidinggevende posities.-. Percentage vrouwelijke parlementariers in de Caricom-landen (2000-2013), in vergeleijking met de percentages voor de Amerika’s en de wereld Bron: IPU Parline database (archive of statistical data) Nationaal en internationaal onderzoek wijst uit dat Suriname achterloopt wat betreft vrouwen in besluitvormende posities. Dit blijkt ook uit een regionale studie, uitgevoerd in november 2013 tot maart 2014, die gericht was op vrouwen in de politiek. In 2000-2013 is het percentage vrouwelijke parlementariërs in de Caricomlanden vrijwel constant gebleven. Tussen 2000 en 2004 stijgt het percentage van 14,3 procent naar 15,7 procent, waarna een daling inzet, met een kleine stijging naar 14,8 procent in 2010. Anno 2013 zijn we weer terug naar het percentage van 2000. In dertien jaren hebben we dus eigenlijk geen voortuitgang gezien in het aantal vrouwelijke parlementariërs in de Caricom-landen. Volgens de Interparlementaire Unie (IPU) is het gemiddeld aantal vrouwelijke parlementariërs wereldwijd gestegen van 13,8 procent (in 2000) naar 21,8 procent (in 2013). De Amerika’s vertonen de grootste stijging, namelijk van 15,2 procent (in 2000) naar 25,2 procent (in 2013). In de Caricom heeft Grenada momenteel het hoogste percentage: 33 procent vrouwelijke parlementariërs, gevolgd door Guyana met 31,3 procent. van de bevolking van Suriname uit vrouwen bestaat. Dus in het ideale geval zouden er in alle sectoren en in alle functies 50 procent door vrouwenmoeten wordeningevuld.” Die ideaalsituatie is echter nog ver weg in Suriname en ook in andere delen van de wereld. Een belangrijke reden daarvoor is volgens Tjon Sie Fat dat veel Caricom-landen, inclusief Suriname, nogal ‘macho’ zijn als het gaat om leiderschap en de acceptatie van vrouwen in machtsposities. “Daar komt bij dat van vrouwen in de politiek ookwordtverwacht dat ze al helemaal klaarzijnvoor de job voor ze verkiesbaarwordengesteld. Een eis die ik nooit heb gehoord voor mannelijke kandidaten. Hierdoor zijn alle partijen heel mannelijk ingericht. Anno 2014 heeft geen van de partijen in Suriname een vrouwelijke voorzitter”, constateert de onderzoekster.-. Na de verkiezingen van 2010 zijn er totaal 34 vrouwen in de districtsraden (29,6 procent), terwijl 30,6 procent van de voorzitters van ressortraden vrouw is. Er zijn per district wel grote verschillen te zien. Bijvoorbeeld: Paramaribo heeft 52,4 procent in de districtsraad; Nickerie heeft 0 procent in deze raad, maar twee van de vijf ressortsraden (40 procent) in Nickerie worden wel voorgezeten door vrouwen. Coronie heeft 42,9 procent vrouwen in de districtsraad, maar geen van de drie ressortraden heeft een vrouw als voorzitter. Marowijne geeft min of meer hetzelfde beeld als Coronie: 44,4 procent vrouwen in de districtsraad, maar geen van de 6 ressortraden heeft een vrouw als voorzitter.-. Bronnen: IPU Parline Database; De Nationale Assemblee en Centraal Hoofdstembureau Volgens de IPU en United Nations Women (UN Women) worden momenteel 258 van de 1096 ministerposten in de wereld bezet door vrouwen (23,5 procent). Deze vrouwelijke ministers hebben meestal de verantwoordelijkheid voor sociale zaken, kinderen, jongeren, seniorenburgers en gendergelijkheid. In het Caribisch gebied is het percentage vrouwelijke ministers 15. Grenada en Guyana scoren hier ook het hoogst, respectievelijk 30,8 procent en 27,8 procent vrouwelijke ministers. Suriname is de hekkensluiter in de regio: 5,6 procent. Resultaten per politieke partij of combinative bij de laatste verkiezingen (2010) Wat opvalt, is dat het percentage vrouwen in ressortraden tussen 1987 en 2010 wel is toegenomen, wat leidt tot een toename van het percentage vrouwen in de districtsraden. Maar op nationaal niveau stelt het aantal gekandideerde vrouwen en gekozen vrouwen in De Nationale Assemblée teleur. Suriname heeft – dankzij opschuivingen – momenteel 13,7 procent vrouwelijke parlementariërs. Ook het aantal vrouwelijke ministers is teleurstellend. In bovenstaande tabel is de onderminister meegenomen bij de berekening van het percentage vrouwelijke ministers. Het percentage nu (5,6 procent) komt, doordat er slechts één vrouw in het kabinet zit. De volgende tabel geeft de politieke partijen en combinaties die hebben meegedaan aan de verkiezingen van 2010, het aantal behaalde stemmen, de verdeling van zetels in DNA en het aantal rechtstreeks gekozen vrouwen. Hier valt op dat alle partijen en combinaties door mannen worden geleid. In 2010 kregen overigens weinig vrouwen een zogeheten ‘verkiesbare plaats’ op de kandidatenlijsten, waardoor er minder vrouwen rechtstreekszijngekozen dan in 2005. Door opschuiving kwamen er later toch nog enkele vrouwen meer in De Nationale Assemblée. donderdag 7 augustus 2014 dwT C3 SURINAME KIEST / ADVERTENTIE ‘Onderbewustzijn ketent vrouw in traditionele rol’ Een groot deel van de Surinaamse vrouwen is geëmancipeerd, maar in hun onderbewustzijn blijven ze vastgeroest in de traditionele vrouwenrol: zorgen voor man en kinderen en de huishouding doen. Uit talrijke gesprekken met voornamelijk jonge vrouwen, die veelal een hogere schoolopleiding hebben, concludeert Erna Aviankoi, dat ofschoon deze vrouwen bepaalde ambities hebben, ze toch ervoor kiezen liever “gewoon moeder en vrouw” te zijn. Tekst: Ivan Cairo Beeld: dWT archief Proces e functioneren prima in hun organisaties, maar zodra zij de hoogste verantwoordelijkheid zouden moeten nemen, houden ze liever de boot af”, zegt de communicatiedeskundige. Een veelgehoord argument is dat ze pas aan hun persoonlijke ambities gaan werken “wanneer de kinderen groter of uit huis zijn”. Aviankoi, voorzitter van Stichting Communicatie, Cultuur en Ontwikkeling (Cocon), komt uit de marrongemeenschap waar de afgelopen decennia vrouwen in het traditionele gezag ook hogere functies zoals kapitein van een dorp zijn gaan bekleden. Toch treedt de marronvrouw in de traditionele setting doorgaans niet bewust op de voorgrond. Mogelijk is dat een van de oorzaken waarom marronvrouwen niet nadrukkelijk in de voorste linies van politieke partijen te vinden zijn. Jaren geleden nam toenmalige gaanman van de Aucaners, Matodja Gazon, het gedurfde besluit om voor het eerst een vrouw als kabiten, het hoogste gezag in een dorp, aan te stellen. Daarna volgden er meer en werd dit voorbeeld overgenomen door andere marronstammen. Van oudsher werden al vrouwelijke basya benoemd. Die fungeerden voornamelijk als logistieke ondersteuning voor de dorpskapitein. Dit betekent echter niet dat de stem van de vrouw bij het nemen van besluiten in de marrongemeenschap niet meetelt. “Traditioneel treedt de vrouw niet zo op de voorgrond, maar vanuit de achtergrond geeft ze haar mening die doorslaggevend kan zijn bij de besluitvorming”, schetst de Cocon-voorzitter. Aangegeven wordt dat de mannelijke leiders zaken die tijdens krutu worden besproken, thuis met hun vrouw delen, die haar visie geeft over de gepresenteerde vraagstukken. Neemt de man deel aan een vervolgkrutu, dan laat hij zijn stem horen met daarin verwerkt de meningen van zijn vrouw indien hij zich daarin kan terugvinden. In sommige gevallen wordt wel expliciet de mening van vrouwen in de dorpen of familiekrutu gevraagd, weet Aviankoi. “Maar normaal zal de vrouw niet publiekelijk opstaan en haar mening geven. Dat is naar mijn mening ook doorgegroeid in de politiek.” Aviankoi zegt dat mannen niet het probleem zijn dat vrouwen niet in grotere aantallen doorstoten naar topposities in de samenleving. “De vrouw is het obstakel, ze moet zelf ook willen.” Als voorbeeld noemt ze Shirley Sowma. “Toen Sowma directeur werd van CKC is ze toch niet tegengehouden door mannen?” Volgens de Cocon-voorzitter speelt opvoeding ook een belangrijke rol bij de “Z houding die vrouwen later in de maatschappij aannemen. Ofschoon in de meeste gezinnen meisjes een vrijere opvoeding krijgen dan enkele decennia geleden, blijven diverse aspecten hen vormen voor het innemen van traditionele vrouwenrollen op latere leeftijd. Ze vindt verder dat op het stuk van wetgeving ook enkele zaken moeten veranderen, waardoor de achterstandspositie van vrouwen wordt teruggedrongen. In dat kader zou ook vaderschapsverlof kunnen worden geïntroduceerd, waardoor de vrouw na de bevalling haar carrière snel kan oppakken en de verzorgingstaken voor het pasgeboren kind tussen beide ouders worden verdeeld. Wel stelt Aviankoi dat de campagnes en acties om meer vrouwen in topposities te krijgen zich te veel richten op mannen. “De focus moet liggen op de vrouw.” Parlementariër Ronny Asabina erkent dat vrouwen in de traditionele gemeenschappen nog ondervertegenwoordigd zijn in leidinggevende posities. “Ook binnen het traditioneel bestuurssysteem zijn de vrouwen ondervertegenwoordigd, maar we zien een geweldige ontwikkeling in positieve zin. In het district Brokopondo hebben wij binnen een jaar meer dan vier vrouwelijke kapiteins gehad. Deze trend is ook waarneembaar in de bestuurlijke en politieke functies in de marron politieke partijen.” Het is een proces, zegt hij, dat “beheersbaar en controleerbaar”moet wordengehouden. Het is, aldus de politicus, niet alleen realistisch, maar ook een puur maatschappelijke basisbehoefte dat bij de komende verkiezingen meer vrouwen binnenkomen. Hun participatie in het totale bestuur moet verbeteren. Mondiaal leven nog steeds meer vrouwen dan mannen onder de armoedegrens. In dit kader moeten politieke partijen zich er ook van bewust zijn dat zij in deze een kerntaak hebben. Asabina: “Vrouwenemancipatie en het wegwerken van sociale en genderongelijkheid geen verliezers, maar alleen overwinnaars hebben. Er moet ook naar een win-winsituatie worden gewerkt. Dat vrouwen nog niet op grote schaal doorbreken, heeft verschillende oorzaken. Ondanks vooruitgang op het gebied van het promoten en propageren van gelijke rechten zijn de wapenfeiten uitgebleven. Reeds geruime tijd timmert het Vrouwen Parlement Forum aan de weg, echter zonder het gewenste resultaat. Evenals Aviankoi is hij van mening dat de traditionele rol en verantwoordelijkheden van de vrouwen niet over het hoofd moeten worden gezien. Zulks in relatie tot de perceptie die grote delen van de samenleving nog steeds hebben over de vrouw. Het valt op, zegt de politicus, dat “onder de vrouwen we een situatie hebben die te maken heeft met verschillen in belangen, werkwijze en cultuur”. Man meer betrekken Ondanks dat op het gebied van kennis de vrouw in Suriname ‘booming’ is, komt dat niet tot uiting in haar positionering in strategische functies. “Want ik merk niet dat vrouwen door de mannen als indringers worden aangemerkt of met schele ogen worden aangekeken. Alleen merk ik dat de vrouwen in hun rechtvaardige strijd voor lotsverbetering en gelijkheid de mannen niet in voldoende mate betrekken. Ter illustratie: ik heb nooit meegemaakt dat een vrouw die als voorbeeld dient en/of opkomt voor gelijke rechten ‘Toen Sowma directeur werd van CKC is ze toch niet tegengehouden door mannen?’ en/of een toppositie bekleedt haar partner aan haar zijde heeft bij het promoten en propageren van bedoelde rechten.” De aanpak zou mogelijk moeten worden veranderd, waarbij niet alleen de vrouw ‘de show steelt’ maar er een actieve betrokkenheid van haar partner plaatsvindt. De positieve ervaringen kunnen op die manieren èn door de man èn door de vrouw met de samenleving worden gedeeld. Zulks creëert meer draagvlak en sorteert meer effect. “We hebben ook een hebi, een lastige perceptie onder een belangrijk deel van de mannen in Suriname, wat erop neerkomt dat vrouwtjelief zich niet mag bezighouden met de actieve politiek.” Deze houding heeft, aldus de politicus, “meer te maken met jaloezie”. De Surinaamse man heeft niet graag dat een andere man zijn vrouw het hof maakt. Asabina stelt dat vrouwen wel ambitie hebben voor hoge functies, ook in de politiek. “Ik merk dat in het hoofdbestuur van diverse politieke partijen steeds meer vrouwen vertegenwoordigd zijn en ook meer posities bekleden. Ik denk dat men meer geloof in eigen kunnen moet hebben en etaleren, als belangrijke voorwaarden om te penetreren en dus posities op te eisen en in te nemen.-. Analyse Meer vrouwen in topposities, realistisch of niet? Als het aan Karin Refos van Stas International ligt, is in mei 2015 minstens 30 procent van de kandidaten voor parlement en regionale organen vrouw. Maar ook in het bedrijfsleven zou het leiderschap uit minstens 30 procent vrouwen moeten bestaan. Een stevige campagne gedurende het jaar moet daarin resulteren. Is een dergelijk doel in zo een korte tijdspanne wel realistisch? Tekst: Ivan Cairo olgens de econoom tevens politicus Ronny Asabina is het “een maatschappelijke behoefte” dat meer vrouwen komen in leidinggevende posities, ook in de politiek. Ze moeten meer betrokken worden bij het totale bestuur. Of bovengenoemd percentage gehaald wordt in 2015 lijkt oud-parlementsvoorzitter Indra Djwalapersad niet realistisch. De tijd tot aan de verkiezingen toe is veel te kort. Ze verwacht overigens dat mogelijk pas over 30 tot 40 jaar een dergelijk percentage van het leiderschap in Suriname uit vrouwen zal bestaan, tenzij er een quotawet komt die dat dwingend voorschrijft. In een dergelijke wet ziet bestuurskundige August Boldewijn echter geen heil. Indien een verplicht quota- V systeem wordt ingevoerd, verwacht hij dat kwalitatief minder geschikte of zelfs ongeschikte vrouwen benoemd of zullen worden aangewezen, omdat er coûte que coûte vrouwenmoeten wordengeplaatst. Wat hem betreft, wordt bij het stellen van kandidaten het Ambtenarenbezoldigingsbesluit als leidraad gebruikt, aangezien leden van het parlement en de regionale organen als publieke functionarissen kunnen worden aangemerkt. Artikel 6 van voornoemd besluit stelt dat personen die bij de overheid in dienst worden genomen, kennis moeten hebben van het werk waarvoor ze worden aangetrokken. “Niet de status als vrouw of man is belangrijk”, redeneert Boldewijn. “Als je geen kennis van zaken hebt, kan je de organisatie van de overheid naar de donder helpen. En ook voor de politiek geldt dat.” Djwalapersad pleit voor het introduceren van profielschetsen waaraan kandidaten moeten voldoen om aan de verkiezingen mee te doen. Het streven naar een goede volksvertegenwoordiging moet op de eerste plaats gericht zijn op het aanstellen van mensen met kennis, vindt Boldewijn, voormalig voorzitter van de Democracy Unit van de universiteit. En vanwege het beleid om meer gendergelijkheid te creëren zou bij het kiezen van kandidaten de voorkeur gegeven kunnen of moeten worden aan een vrouw mét kennis boven een man mét kennis. “De vrouw moet zich profileren met haar kennis, wat evenzeer geldt voor de man.” Natuurverschijnsel Op basis van wat er zich nu in de Surinaamse samenleving ontwikkelt, is het volgens Boldewijn slechts een kwestie van tijd voordat vrouwen op grotere schaal topposities in het land zullen bekleden. Hij verwijst naar het ‘natuurverschijnsel’ op de Anton de Kom Universiteit waar meer vrouwen dan mannen studeren. Omdat de man zijn plichten verzaakt of niet kundig genoeg blijkt te zijn, zullen meer vrouwen automatisch hun plaats innemen. Een quotasysteem zal volgens de bestuurskundige alleen het vraagstuk over de kwantiteit oplossen, maar niet de aspecten die te maken hebben met de attitude van de man. De basis voor de verandering van de perceptie van mannen over de vrouw in Suriname zal in de schoolbanken, en wel zo vroeg mogelijk, moeten worden gelegd. Maar op dat vlak constateert Boldewijn een probleem dat schreeuwt om een oplossing: op de basisscholen is de man als leerkracht vrijwel volledig verdwenen. Die trend heeft zich intussen ook al ingezet op Vos-niveau.” De jongens vereenzelvigen zich niet met een vrouw voor de klas. Ze nemen geen voorbeeld aan de vrouw”, meent hij. “En dit verschijnsel los je niet op met een quotasysteem”, concludeert hij. Het is zeer optimistisch te verwachten dat op de kandidatenlijsten bij de komende verkiezingen minstens 30 procent vrouwen zullen staan en, als het even kan, op verkiesbare plaatsen. Dit, omdat de hoofdstructuren van de politieke partijen die naar verwachting zullen meedoen zodanig zijn ingericht, dat ze worden gedomineerd door mannen. Gaan de partijen in combinatie deelnemen aan de stembusgang, wordt de kans dat vrouwen in de top van de kandidatenlijsten komen al een stuk kleiner. Het is gebruik dat de topposities worden ingevuld door de voorzitters van de partijen en hun districtsafdelingen, en die zijn momenteel vrijwel allemaal man. Ook uit gesprekken met toppolitici mag gerust worden geconcludeerd, dat ze op dit moment niet bereid zijn hun posities af te staan aan vrouwen. Het is derhalve niet te verwachten dat mannen bij de aanstaande verkiezingen alleen maar vanwege de huidige campagne een stap terug zullen doen ten faveure van vrouwelijke kandidaten. Voorlopig zal het in het gros van de politieke partijen bij lippendienst blijven, maar aardverschuivingen in de kandidaatstelling, met name op DNA-niveau, moeten in 2015 niet worden verwacht, hoezeer Suriname daar behoefte aan heeft.-. C4 Dwt donderdag 7 augustus 2014 SURINAME KIEST Politieke leiders spreken zich uit Toch een ‘maar’ achter meer vrouwen op verkiesbare plaatsen Politieke leiders beloven bij de verkiezingen van 2015 meer vrouwen op verkiesbare plaatsen. Echter, er schuilt ook een ‘maar’ achter die belofte. Moeten de vrouwen actief participeren en wat is de rol van de kiezers om de vrouwen op verkiesbare plaatsen binnen te halen? En hoeveel plaatsen op de kandidatenlijst heeft een politieke organisatie ter beschikking voor meer vrouwen? Tekst:Eric Mahabier Beeld: dWT archief e kaarten lagen in 2010 zo: van de 291 kandidaten voor De Nationale Assemblée (DNA) zijn er 85 vrouw. Van hen zijn slechts vijf rechtstreeks gekozen. Er waren voor 918 zetels totaal 3.921 kandidaten voor DNA, Districtsraad en Ressortraad. Gekozen zijn 290 vrouwen en 628 mannen. Politici zeggen serieus te zijn om in 2015 meer vrouwen een verkiesbare plaats toe te wijzen. Het gaat om Chandrikapersad Santokhi (VHP), Gregory Rusland (NPS), Guno Castelen (SPA), Oesman Wangsabesari (Nieuwe Stijl KTPI), Carl Breeveld (DOE), Paul Somohardjo (Pertjajah Luhur) en Ricardo Panka (NDP). D Voorkeurstemmen Santokhi zegt dat de VHP een gendercommissie onder leiding van een vrouw heeft en dat in het profiel voor de DNAkandidaat onder andere het genderevenwicht is geregeld. Somohardjo: “Wij hebben altijd vrouwen op verkiesbare posities geplaatst en dat zullen we weer doen. Maar de kiezers hebben ook een rol: ze moeten op vrouwen stemmen en hen zo helpen met voorkeurstemmen een zetel te behalen. De NDP heeft de meeste vrouwen in DNA en vrouwen hebben op alle niveaus in de partij belangrijke functies. Dat is volgens Panka het beleid van de partij. Castelen: “Men moet de SPA niet alleen beoordelen op wat we vandaag zeggen over het onderwerp, maar ook op wat wij vanaf onze oprichting hebben gepresteerd. Op alle niveaus van de besluitvorming, zowel in de partij-organen als in het landsbestuur, hebben vrouwen namens de SPA zitting (gehad). Betrokkenheid Bij DOE liggen de kaarten geheel anders. Breeveld: “Vrouwen hebben in onze politieke organisatie evenveel ruimte als mannen op alle niveaus. Dat is vastgelegd in onze statuten. Bij voorkeur fifty-fifty.” NPS-voorzitter Rusland geeft toe dat het Chandrikapersad Santokhi aantal vrouwelijke ministers en assembléeleden die de afgelopen tientallen jaren uit de NPS zijn voortgekomen niet Gregory Rusland groot is. “Maar de NPS heeft wel aangetoond de betrokkenheid van vrouwen op het hoogste niveau serieus te nemen. Alswordt gekeken naar de participatie van vrouwen binnen de statutaire organen van de partij, de functies die zij bekleden en hun betrokkenheid bij het organiseren en ontplooien van partij-activiteiten, mag worden gezegd dat de NPS een partij is waarin vrouwen hun plaats hebben weten te verstevigen en uit te breiden.” In de Nieuwe Stijl KTPI zitten volgens Wangsabesari veel vrouwen. “In het hoofdbestuur dat spoedig wordt gepresenteerd, is veertig procent vrouw.” Haalbaar Zoals de kaarten nu liggen, gaat alleen DOE zelfstandig de verkiezingen in, terwijl de andere bovengenoemde partijen in combinatieverband zullen deelnemen. Dit laatste betekent ook minder beschikbare plaatsen op de kandidatenlijsten. Panka acht het haalbaar om, ondanks het mindere aantal beschikbare plaatsen, toch veel meer vrouwen op de lijsten te plaatsen. “De leiding moet de durf hebben om daar invulling aan te geven. Ik ben echter bang dat het aantal politieke partijen in een combinatie wel minder vrouwen zal kandideren.” Voor Wangsabesari is de afspraak in zijn partij duidelijk: wat dan ook er móeten vrouwen op verkiesbare plaatsen komen. Bij de NPS komen andere aspecten bijkijken. Rusland: “Binnen de combinatie zal de partij, afhankelijk van haar potentiële inbreng, plaatsen op de lijsten toebedeeld krijgen, waarvan niet allemaal verkiesbare plaatsen zullen blijken te zijn. Partijorganen zullen over de invulling beslissen, op basis van een profiel en het aantal plaatsen. Geslacht, intellectuele en technische capaciteiten en ethische eigenschappen spelen een rol bij de beoordeling. Voor DOE lijkt alles op de kandidatenlijst haalbaar: “Kandidaten op onze lijsten zijn om en om man/vrouw of vrouw/man.” Paul Somohardjo Bijzondere gaven De SPA ziet het gendervraagstuk in de politiek als een uitdaging. “Elke partij en combinatie die het serieus meent met de ontwikkeling van ons land mag dit niet uit de weg gaan.” Voor Somohardjo is de haalbaarheid geen probleem. Belangrijk voor de Pertjajah Luhur is dat, net als bij de mannen, ook bij de vrouwelijke kandidaten er sprake moet zijn van ‘betrouwbaarheid en loyaliteit’ naar de partij toe. De oproep van Santokhi: “Vrouwen moeten zich ook aandienen en zich ook gaan profileren binnen de VHP, binnen de gemeenschap en ook bij de achterban. Ook in combinatieverband zullen hierover afsprakenmoeten kunnen wordengemaakt. Volgens Somohardjo hoeven vrouwen niet over bijzondere gaven te beschikken om op een verkiesbare plaats te komen. Hij herhaalt dat voor zijn partij betrouwbaarheid en loyaliteit belangrijk zijn. Het zijn overigens de structuren die bepalen wie op welke plaats komt. Breeveld: “Zowel mannen als vrouwen hebben in onze partij gelijke kansen en mogelijkheden. Door training worden beide genders gelijkwaardig toegerust.” Hij herinnert er aan dat de eerste voorzitter van DOE een vrouw was: Monique Essed-Fernandes. Bij DOE zijn er geen drempels voor criteria. “Het hangt van ieder individu zelf af hoe de persoon zich binnen de partij wil ontwikkelen. We hebben wel ethische codes die voor bestuursleden en kandidaten een basis vormen”, zegt Breeveld. Vaardigheden Volgens Panka beschikken vrouwen al van nature over bijzondere vaardigheden die zij moeten inzetten om het politieke werk te doen. “Met name zijn er enorm veel vrouwen in onze partij die hooggeschoold zijn en in staat zijn om leidinggevende posities in te nemen dan wel gekandideerd te worden.” Vrouwen groeien in de NDP door hun bijzondere inzet in het partijgebeuren, het veldwerk, maatschappelijke organisaties en de gemeenschap waar zij baanbrekend werk verrichten. Daar geldt dat ook een vrouw voorzitter kan zijn. Om carrière in de partij te maken, geldt dat eenieder zich moet profileren door merkbaar op te komen voor het belang van anderen en de strijd willen aangaan om de doelen van de partij te verdedigen. Panka: “Vrouwen zijn een niet weg te denken spil binnen onze partij en ze leveren een zeer belangrijk aandeel om een verkiezing te winnen. Het is daarom van belang dat zij ook opstaan en het voortouw nemen, net als de mannen, om leiding over te nemen.” Santokhi stelt dat de voorzittersstoel van de VHP niet uitsluitend bestemd is voor een man. Ronny Asabina “Zodra een vrouw er klaar voor is en de structuren haar ook willen, wordt ze voorzitter”. Als het aan Santokhi ligt, zal bij de komende verkiezingen in de meeste districten één vrouw als kandidaat worden geplaatst als ze voldoet aan het profiel van een DNA-kandidaat. Bij de SPA is het vooraf moeilijk aan te geven hoeveel vrouwen in 2015 op de lijsten komen te staan. “Het is ook afhankelijk van wie de structuren vooruit zullen schuiven. Als leider probeer je een juiste verhouding te vinden tussen man en vrouw, junioren en senioren en etnische samenstelling en, in ons geval, vertegenwoordiging uit de vakbeweging.” In bijna 70 jaar geen vrouw Doorbreken in de NPS, voor vrouwen èn voor mannen, is een zaak van actieve betrokkenheid bij het werk van de partij, zoals de organisatie van politieke acties, het ideologisch en beleidsvoorbereidend werk en de interne organisatie van de partij. Een lid, man of vrouw, kan bij gebleken geschiktheid carrière maken in de partij, waarbij hij of zij kan opklimmen vanaf het lidmaatschap van besturen van onderafdelingen en afdelingen tot het hoofdbestuur. Ook bij de NPS zou een vrouw partijvoorzitter kunnen worden. Dat de partij sinds haar oprichting in september 1946 nog geen vrouwelijke voorzitter heeft gehad, komt niet omdat vrouwen niet mogen, maar omdat het hen tot nu toe niet gelukt is om zichzelf als zodanig te positioneren. “Vrouwen zullen, net als mannen, zelf moeten werken aan de invulling van een dergelijke positie. Niemand krijgt die cadeau, mannen niet en vrouwen ook niet”, zegt Rus- Ricardo Panka land. Het aantal vrouwen op de lijst zal afhangen van de besluiten die door de structuren van de partij worden genomen. Daarbij zal vooral worden gelet op de inzet van vrouwen zelf. “Er zijn in de NPS geen obstakels voor vrouwen. Voor elke ambitieuze vrouw zijn er voldoende mogelijkheden om zich te profileren en draagvlak te zoeken voor een politieke carrière in de partij. Je verwerft een positie niet omdat je vrouw of man bent, maar omdat de persoon aan de verwachtingen van de organisatie voldoet. Wij kunnen stellen dat de NPS beschikt over genoeg vrouwen met voldoende capaciteit om aan de verwachtingen te voldoen.”.-. Redactioneel A l meer dan twee maanden wordt vrijwel dagelijks het accent gelegd op de Surinaamse vrouw in de politiek. Of, beter gezegd, het gebrek daaraan. Want met één vrouwelijke minister in het regeerteam van zeventien en zeven in het hoogste college van Staat op een aantal van 51 parlementariërs is het gehalte van de vrouwelijke participatie in de besluitvorming bijna te verwaarlozen. De deelname van vrouwen in de Surinaamse politiek is nog geen gevestigde norm. Onze gefragmenteerde politiek is daar de oorzaak van. Menigeen is de mening toegedaan dat het aantal politieke partijen in Suriname te veel is, in aanmerking genomen dat onze bevolking ruim 540.000 zielen telt, van wie minder dan de helft deel uitmaakt van het Surinaamse electoraat. Maar in al die partijen zijn vrouwen nauwelijks in de top van de besturen, laat staan bovenaan stembiljetten te vinden. Indra Djawalapersad schetst haarfijn welke lijdensweg zij heeft moeten afleggen om te komen tot die verdiende plaats in het parlement. Het hoeft geen betoog dat weinig vrouwen worden gekandideerd op verkiesbare plaatsen. Ruth Wijdenbosch heeft er een hekel aan dat vrouwen op andere merites worden beoordeeld dan vrouwen. Diana Pokie vindt dat vrouwen hun plek moeten opeisen. Ook zou de bevolking onvoldoende geïnformeerd en geëmancipeerd zijn. Het is daarom prijzenswaardig dat Karin Refos de knuppel in het hoenderhok heeft gegooid met haar OOK ZIJcampagne. Hoewel velen sceptisch zijn dat deze actie al bij de komende verkiezingen effect zal sorteren, is de samenleving tenminste wakker geschud. Het is dan ook te hopen dat zowel politiek, bedrijfsleven als vakbeweging structureel gaat nadenken over een betere positionering van vrouwen. Immers, meer gekwalificeerde vrouwen in beleidsfuncties zal leiden tot een meer gebalanceerde samenleving.-. Suriname Kiest is een speciale bijlage van de Ware Tijd, die de lezer thematisch informeert over alles wat te maken heeft met de algemene, vrije en geheime verkiezingen in Suriname op 25 mei 2015. Suriname Kiest verschijnt iedere eerste donderdag van de maand. Coördinatie Juliën Peneux Aan deze editie werkten mee: Claudio Barker, Annelies Brinkman, Ivan Cairo, Milton Hubard, Jason Leysner, Eric Mahabier, Fariel Menso, Irvin Ngariman, Terence Oosterwolde, Juliën Peneux, Eliézer Pross, Gerold Rozenblad, Stefano Tull en Giwani Zeggen Eindredactie Meredith Helstone Vormgeving Roy Kartomoehamat De volgende Suriname Kiest verschijnt op: donderdag 4 september 2014 donderdag 7 augustus 2014 DWT C5 SURINAME KIEST Burgerpanel Tekst: Annelies Brinkman Beeld: dWT archief In iedere ‘Suriname kiest” komen iedere keer drie leden van het Burgerpanel van de Ware Tijd aan het woord om hun mening te geven over een actueel thema. Deze keer gaat het over de campagne ‘Meer Vrouwelijk Leiderschap in 2015’. De actie is in mei gelanceerd. Doel ervan is de discussie op gang te brengen over het belang om in Suriname meer vrouwen op belangrijke posities te hebben. Deze keer aan het woord Anne Huits, Bryan Simons en George Lazo.-. Bryan Simons is kunstenaar. Van pitten, zaden en vruchten maakt hij sieraden die hij op straat verkoopt. Hij is 39 jaar. Anne Huits is onderwijskundige, trainer, coach en ze schrijft voor verschillende bladen in Suriname. Haar leeftijd is 69. George Lazo is ondernemer, consultant en lobbyist. Hij is 54 jaar. ‘Vrouwen moeten gewoon minister willen worden’ ‘Mannen kiezen nu eenmaal vooral voor andere mannen’ ‘Geen vrouwen aan de top als ze niet echt beter zijn’ “S A “I inds de laatste verkiezing wilde ik al een vrouw als president voor Suriname. Een vrouw heeft immers veel meer gevoel voor de sociale kant van het leven. Mannen denken alleen maar aan geld verdienen. Een vrouw is het hart van het leven.” Voor kunstenaar Bryan Simons is het duidelijk. Hij vindt het ook een goed idee dat er een campagne komt om meer vrouwen aan de top te krijgen. Simons, die zijn geld verdient met de straatverkoop van zijn zelfgemaakte sieraden, vindt dat in ieder geval op de ministeries die met de financiële en sociale zaken te maken hebben, een vrouw aan het roer moet staan. Hij denkt daarbij onder meer aan Sociale Zaken en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Grondbeheer, het ministerie dat over gronduitgifte gaat. “Ik vind dat Alice Amafo het heel goed doet op Sociale Zaken. Het is nu eenmaal zo dat het een vrouw meer raakt als een gezin op straat wordt gezet dan een man. Vrouwen zullen altijd andere vrouwen helpen, en dat is belangrijk”, meent Bryan. Omdat Simons fan is van vrouwen aan de top had hij er op gehoopt en gerekend dat Jenny Simons voor de NDP president zou worden en niet de man Desi Bouterse. “Het was wel de reden waarom ik op haar gestemd heb, net als vele anderen. Maar die fout maak ik nu niet meer”, zegt hij nog steeds enigszins verongelijkt. Het staat voor hem dan ook buiten kijf dat vrouwen zeer geschikt zijn om een partij of zelfs een land te leiden. Er zijn voldoende voorbeelden. “Kijk maar naar Dilma Rousseff, de president van Brazilië, zij doet het heel goed. En Margaret Thatcher die jarenlang de premier van Engeland was, heeft ook laten zien dat zij als vrouw een land kon leiden.” Als het aan hem zou liggen, zouden politieke partijen dus hun best moeten doen meer vrouwen op verkiesbare plaatsen te zetten. Maar hij vindt ook dat de vrouwen zelf het voortouw moeten nemen. “Vrouwen moeten gewoon minister willen worden. Ik ken er genoeg die dat zouden willen. Ze moeten nu zelf hun verantwoordelijkheid pakken. En de mannen moeten hen die kans geven en dus een stukje opschuiven.”.-. k vind het prima als er meer vrouwen aan de top komen, maar niet omdat ze vrouw zijn. Ze moeten daar alleen komen als ze echt beter zijn dan de mannen die er zitten. Het moet er wel beter op worden, anders hoef je het niet te doen.” Dat is de duidelijke mening van George Lazo. nne Huits vindt het heel goed dat er een campagne komt voor meer vrouwelijk leiderschap. Ten eerste omdat het goed is als er meer vrouwen aan de top komen, maar ook omdat dat niet lukt zonder de vrouwen een steuntje te geven. “Het is nu eenmaal zo dat mannen vooral mannen kiezen. Dus als je het aan hen overlaat, komt het niet goed. Het heeft ook met de vrouwen zelf te maken. Van hen hoeft het niet altijd zo nodig. Of ze geven de prioriteit aan het zorgen voor de kinderen in plaats van voor een toppositie te gaan. Ook hebben ze vaak niet de ambitie voorop te lopen. Daarom is het belangrijk dat ze een duwtje krijgen om in het ‘systeem’ te komen. Als ze er dan eenmaal in zijn, kunnen ze het alleen.” Ook het argument dat besturen een getrouwe weerspiegeling van de samenleving moeten zijn, gaat er bij hem niet in. “Als dat het argument is om nu te pleiten voor meer vrouwen aan de top, dan weet ik nog wel een paar groepen die nu zwaar ondervertegenwoordigd zijn, zoals marrons, jongeren en mensen met een beperking.” Het is dus volgens Huits niet meer zo dat vrouwen nietwordengeaccepteerd of als niet bekwaamwordengezien. Dat was dertig, veertig jaar echter wel anders. Huits kan zich nog goed herinneren dat ze in Nederland meedeed aan demonstraties voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. “Het was de tijd dat het feminisme opkwam. We vochten voor het recht op abortus, ‘baas in eigen buik’, maar de strijd ging ook over meer vrouwen op hoge posities.” Huits is ervan overtuigd dat zaken in de wereld beter zullen gaan als er meer vrouwen aan de top zijn. Ze geven immers op een andere manier leiding. “Kijk maar naar De Nationale Assemblée. Toen een man de leiding had, was het altijd een zooitje en nu niet meer. Ik kan het natuurlijk niet wetenschappelijk bewijzen, maar ik denk wel dat er in de wereld minder oorlog en geweld zullen zijn als er meer vrouwen aan de top staan.” Toch is het niet zo dat Huits alleen vrouwen aan de macht willen. Het gaat juist om de combinatie van man en vrouw. Dat geeft het beste resultaat, vindt ze. Net als in een gezin. “Het gaat om het mixen van de eigenschappen van mannen en vrouwen. Want die zakelijke deskundigheid van mannen is ook belangrijk.”.-. Wat betreft de campagne voor meer vrouwelijk leiderschap, vindt de ondernemer dat de initiatiefnemers er te ‘makkelijk’ over denken. En dan doelt hij vooral op het feit dat Suriname een kleine en nog traditioneel ingestelde samenleving is als het gaat om de rolverdeling tussen man en vrouw. Als illustratie geeft hij een voorbeeld uit zijn eigen omgeving. “Ik ben actief betrokken bij de politieke partij BEP. Daar zijn ook vrouwen actief, maar als we drie dagen het binnenland ingaan om campagne te voeren, zijn er maar weinig vrouwen die meegaan.” De belangrijkste reden daartoe is volgens Lazo dat de partners van die vrouwen daar moeite mee hebben. “Het is nu eenmaal zo dat in de kleine Surinaamse samenleving mensen erg op elkaar letten. Dus als een vrouw drie dagen met een groep mannen op stap gaat, zal daarover gesproken worden.” Een ander praktisch punt is dat vrouwen in Suriname ’s avonds niet alleen het huis uit gaan. En veel politieke (organisaties) vergaderen in de avond. “Ik hoop dat de initiatiefnemers van de campagne hebben nagedacht over de impact die het kan hebben om meer vrouwen aan de top te willen hebben. In de dagelijkse Surinaamse praktijk is het makkelijker gezegd dan gedaan.” Toch vindt Lazo het wel belangrijk dat vrouwen betrokken worden in besturen. “Vrouwen hebben wel vaak goede inzichten die mannen ook wel willen overnemen. Dus doordat vrouwen mannen beïnvloeden, zijn ze indirect toch heel belangrijk.”.-. Straatinterviews Tekst: Fariel Menso Beeld: Jason Leysner Bjorn Sanches Charmila Huur Mandy Gajapersad Erwien Vrede Shaquille Olijfveld Stecie Anthoni Romy Sewgolam De pas afgestudeerde accountant Bjorn Sanches vindt het een goed idee dat er een campagne wordt gevoerd om meer vrouwen op verkiesbare plaatsen te krijgen binnen politieke partijen. “Vrouwen moeten net als mannen volledig de ruimte krijgen om hun kunnen te tonen op hoge posities. Eigenlijk moet de verhouding geen dertig procent vrouwen om zeventig procent mannen zijn, maar gewoon fifty/fifty.” Echter betwijfelt Sanches het, op basis van voorgaande jaren, of vrouwen voldoende durf hebben de politiek in te gaan. “Laten we kijken wat het wordt.” Sanches vindt de huidige politieke situatie nogal corrupt. “Het is gewoon zichtbaar.” Hij zegt dat veel Surinaamse burgers die een hoge opleiding hebben genoten werkloos thuis zitten. Dit, terwijl personen zonder een hoge opleiding via politieke partijen in aanmerking komen voor hoge functies binnen de maatschappij. “Wat gebeurt er dan met het hoger kader?” “Wij vrouwen moeten meer de ruimte krijgen om te participeren binnen de politiek en om leidinggevende functies te vervullen. Vrouwen kunnen ook leiding geven en verantwoordelijkheden dragen. Een vrouw kan ook wat een man kan”, zegt de studente Charmila Huur. Zij is voorstander van een fifty/fifty verhouding. Echter denkt zij niet dat bij de verkiezingen van 2015 dertig procent van de verkiesbare positieszullen wordeningevuld door vrouwen. “Het heeft meer tijd nodig. De vrouwen moeten nog wakker geschud worden.” Huur ziet graag de overheid meer investeren in het onderwijs. Zij zegt dat LBGO-scholen niet beschikken over eigen computerlokalen. Ook stoort zij zich eraan dat studenten van middelbare scholen veel uitgeven aan het kopiëren van lectuur. “De persoon moet de kwaliteiten bezitten. Zolang de persoon over de capaciteiten beschikt en het werk met een schoon hart doet, dan maakt het niet uit of het een man of een vrouw is.” Dat zegt de onderneemster Mandy Gajapersad. Gender is bij haar niet van essentieel belang als het gaat om het vervullen van vooruitgeschoven functies binnen politieke partijen of het bestuur van het land. Om minimaal dertig procent van de verkiesbare plaatsen van politieke partijen te bemensen met vrouwen lijkt haar niet onmogelijk. “Als je let op het aantal afgestudeerden aan de hogere opleidingen dan bestaat die groep grotendeels uit vrouwen. Nu zijn er veel te weinig vrouwen die hoge functies vervullen.” Gajapersad vraagt zich af hoeveel vrouwen positief reageren op de OOK ZIJ-campagne. Zij vindt het noodzakelijk dat er een grondig onderzoek komt naar de oorzaak waarom weinig vrouwen op verkiesbare plekken worden geplaatst. “Mijns inziens mogen vrouwen hun plaats vinden in de maatschappij. Echter wanneer zij bepaalde posities ambiëren, moeten zij zich volledig geven aan de job”, zegt de seniorenburger Erwien Vrede. Hij zegt dat er voor hem geen verschil bestaat tussen man en vrouw als het gaat om het innemen van verkiesbare plaatsen binnen politieke partijen. “Zolang ze maar over de nodige competenties beschikken, want we kunnen niet zomaar een vrouw van de straat plukken.” Vrede zegt dat vrouwen moeten ambiëren en zichzelf moeten profileren. “Ze moeten zichzelf klaarstomen om allerlei maatschappelijke vraagstukken te kunnen aanpakken.” Vrede stoort zich eraan dat regeringsleiders beloftes doen aan het volk die nietwordengerealiseerd. “Als ik beloof, dan zeg ik wat ik in staat ben te doen.” Ook Shaquille Olijfveld vindt de dertig procent vertegenwoordiging van vrouwen weining. “Ik heb liever fifty/fifty. Als vrouwen eerder niet de volledige ruimte hebben gekregen om zich te bewijzen, dan moet dat nu gebeuren.” Olijfveld zegt dat vrouwen ook kunnen helpen om het land te ontwikkelen als zij bij de besluitvorming zijn betrokken. Hij zegt dat de samenleving ook meer vertrouwen moet hebben in vrouwelijke kandidaten bij de verkiezingen. “Het komt uiteindelijk het land ten goede als we met z’n allen samenwerken.” “Ook vrouwen kunnen via de politiek doorbreken en helpen dit land beter te maken”, zegt Stecie Anthoni. Echter lijkt volgens haar de politiek niet aantrekkelijk. “Er is veel sprake van corruptie en misschien zijn vrouwen daardoor niet gemotiveerd om zich aan te sluiten bij politieke partijen.” Ook denkt ze dat vrouwen zich niet thuis voelen tussen al die mannen in de politiek. Anthoni zegt dat er dringend verbetering moet komen in de participatie van vrouwen in de politiek. Romy Sewgolam juicht de OOK ZIJ-campagne toe als een ruimere participatie van vrouwen in de politiek kan zorgen voor vooruitgang. “Men moet alle vrouwen huis aan huis gaan motiveren om te participeren.” Vrouwen die op verkiesbare plaatsen willen, moeten voor haar wel een goede opleiding genoten hebben. “Het gaat om grote belangen die een goede dosis kennis en ervaring vereisen. Zolang een vrouw het beste wil voor Suriname, dan zal zij zich uitermate inzetten. Een vrouw kan even goed en hard werken als een man.”.-. Charmila Huur ‘Het heeft meer tijd nodig. De vrouwen mpeten wakker geschud worden’ C6 Dwt donderdag 7 augustus 2014 SURINAME KIEST Oud-parlementsvoorzitter Djwalapersad ‘Vrouw eigen grootste obstakel’ Het zal nog zeker 30 tot 40 jaar duren voordat het in Suriname een normale zaak is dat vrouwen in de politiek een even belangrijke rol vervullen als mannen en topposities bekleden. Veelal ligt het aan de vrouwen zelf dat ze nog ondergeschikte functies bekleden. “De grootste tegenstander van de vrouw, is de vrouw zelf”, constateert oud-parlementsvoorzitter Indra ‘Marijke’ Djwalapersad. Tekst: Ivan Cairo Beeld: Claudio Barker e juicht de campagne om bij de komende verkiezingen meer vrouwen op verkiesbare plaatsen te kandideren toe, maar verwacht geen aardverschuivingen als gevolg hiervan. Djwalapersad is de eerste vrouw die voorzitter werd van De Nationale Assemblée (1996-2000). In haar geval was het in principe niet zo moeilijk om aan de top te komen. Door haar sociale en religieuze activiteiten viel ze op bij toenmalig voorzitter van de VHP, Jagernath Lachmon. Via zijn vrouw Fawziya interesseerde hij Djwalapersad in 1990 voor een positie in de Adviesraad van de partij, nadat ze een Divali-show in het Anthony Nesty Indoor Stadion had gepresenteerd. In de Adviesraad werd ze coördinator van de sectie Onderwijs. Z Intriges Intriges zijn haar niet bespaard gebleven. De eerste vuurdoop in de mannenwereld van de politiek kwam in 1991 bij de kandidaatstelling voor de verkiezingen van dat jaar. In een persoonlijk onderhoud werd ze door Lachmon geïnformeerd dat ze in de top-3 van de kandidatenlijst in Wanica zou wordengeplaatst. Ze ging daarmee akkoord. De eerste teleurstelling in de politieke arena kwam echter al dezelfde avond. Tijdens een massameeting in Wanica werden de namen van de kandidaten bekendgemaakt. Haar naam stond op de laatste plaats, wat inhield dat ze nooit zou worden gekozen. Omdat ze al door Lachmon was geïnformeerd dat ze bovenaan de lijst zou staan, had Djwalapersad niet eens gehoord dat ze hekkensluiter was. De dreun kwam pas toen haar broer uit woede en frustratie over de gang van zaken uit de vergadering troonde. “‘Je bent op de laatste plaats, kom weg’, riep hij me toe.” Naderhand deelde de VHP-voorzitter haar mee dat het besluit om haar op de laatste positie te plaatsen later was genomen. “Ik denk dat Lachmon heeft moeten wijken voor de mannen. Ze hebben hem overruled.” Zwaar teleurgesteld hield Djwala- persad zich enkele dagen onvindbaar voor de rest van haar omgeving. Uiteindelijk besloot ze na gesprekken met haar familie en advies van haar toenmalige goeroe door te zetten. “Beta age barnh (Ga door meisje)”, moedigde haar goeroe toen aan. De DNA-kandidaat besloot toen zwaar campagne te gaan voeren, in een poging met voorkeursstemmen binnen te komen. Djwalapersad: “Ik dacht toen bij mezelf, ‘ik leer jullie wel een les’. Een grotere belediging was er niet om me zo te behandelen en mijn grootste dieptepunt tot op dat moment werd mijn grootste succes.” Ze werd met voorkeurstemmen gekozen en liet doorgewinterde politici als Radjkoemar Randjietsing achter zich. Frappant is dat overwegend mannen campagne voor haar hadden gevoerd. Het werd een ‘underground’ campagne, gefinancierd uit eigen middelen, waarbij medestanders ‘s avonds huis aan huis gingen. “Mannen hebben mij geholpen, ondanks een verbod van de partijleiding.” In het parlement kreeg ze het echter ook niet makkelijk. Bij het vervullen van spreekbeurten werd in het begin moeilijk gedaan. Fractiegenoten wilden eerst haar toespraak vooraf inkijken en screenen om te voorkomen dat ze zaken zou aanhalen die zij liever onaangeroerd wilden laten. “Ik heb daar steeds tegen geprotesteerd; ik vond dat men mijn speeches niet moest screenen.” ‘Shakti’ Dat vrouwen nog een ondergeschikte positie innemen in de politiek komt volgens de gewezen parlementsvoorzitter grotendeels door hun eigen houding. “Vrouwen gunnen het elkaar niet. Ze gaan elkaar figuurlijk te lijf om de belangen van de mannen te dienen. Daarnaast gebruiken de mannen de vrouwen om de randvoorwaarden te helpen creëren om op belangrijke politieke posities te komen.” Vrouwen zijn tijdens politieke bijeenkomsten de vlaggendragers en kokkinnen. Zij bren- gen de sfeer en de hype. Hierin moet verandering komen, vindt Djwalapersad. Ze wijst erop, dat terwijl de vrouwen het veldwerk doen, het overwegend de mannen zijn die op het podium de toespraken houden en bekend worden. Vrouwen moeten hun innerlijke kracht, die ‘shakti’, zelf gaan ontdekken en daarmee hun plek veroveren. En de mannen moeten “bewerkt, geschoold en getraind” worden, zodat ze de vrouw steeds meer als gelijkwaardige partner gaan zien. Ook in de politiek. Het werk moet samen worden gedaan. Maar op de eerste plaats moet de vrouw zich als mens doen gelden en zo respect afdwingen. “Laat je vrouwzijn achterwege. Doe gewoon als mens mee in je organisatie, want de man is niet superieur aan de vrouw of omgekeerd”, adviseert de oud-voorzitter. Voorzitterschap Het voorzitterschap van De Nationale Assemblée was een enorme uitdaging. In haar eerste zittingsperiode kreeg ze al een voorproefje van wat het was om parlementsvergaderingen te leiden. Toen was ze de vervanger van toenmalig ondervoorzitter Ruth Wijdenbosch. “Maar nu zou ik daar de leiding hebben en wel op de jonge leeftijd van 44 jaar”, haalt de ex-voorzitter zich voor de geest. Als lid van de vernieuwingsbeweging die zich had afgescheiden van de VHP ging zij samen met drie andere exVHP’ers samenwerken met de NDP, die zo de regering kon vormen. Vanwege de breuk met de VHP keerden vrienden haar de rug toe en werden vroegere partijgenoten felle tegenstanders in het college. De zaken die ze in die periode naar het hoofd geslingerd kreeg, waren niet mals. Tijdens een van de DNA-vergaderingen ging het er zo heftig aan toe, dat Djwalapersad zich genoodzaakt zag enkele parlementariërs met behulp van de politie uit de vergaderzaal te zetten. “Er waren haatgevoelens. Toen heb ik mijn tanden laten zien.” Naderhand werd tijdens besprekingen met de fractieleiders de zaak bijgelegd en kreeg ze het minder zwaar te verduren. Na de massale protestdemonstraties tegen toenmalig president Jules Wijdenbosch kwam de breuk met de coalitie. “Op een gegeven moment zag ik dat het beleid verkeerd ging in 1999 en na diepgaand overleg met onder anderen de religieuze leiders van het land, verenigd in de Iris, heb ik besloten een motie van het Nieuw Front te ondersteunen en is zo de regering naar huis gestuurd. Er kwamen vervroegde verkiezingen”, stelt Djwalapersad. Na wat ‘Vrouwen moeten hun plek opeisen’ Beiden willen in de toekomst een politieke carrière opbouwen en vinden dat vrouwen hun plek moeten opeisen. Ze willen later meer dan alleen maar een baan en een inkomen. Vrouwen moeten durven, is hun stelling. De ‘OOK ZIJ’-campagne kan het laatste steuntje in de rug zijn voor vrouwen met ambitie, zeggen de studenten aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, Xaviera Alwanahi (22) en MarieAlice Poeketie-Amerkan (23). X Xaviera Alwanahi ‘Ik denk dat het aan de vrouwen zelf ligt, ze eisen hun plek niet op’ Plek opeisen: Er zijn genoeg vrouwen met kwaliteit in Suriname, menen de studenten. Beiden noemen ze parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons (Mega Combinatie/NDP) als voorbeeld. Xaviera ziet ook in Ruth Wijdenbosch (Nieuw Front/NPS) politieke omzwervingen via Naya Kadam, die ze had opgericht, en UPS keerde Djwalapersad na een besluit van haar achterban in Wanica en op verzoek van de nieuwe VHP-leider,Chandrikapersad Santokhi, op 30 juli 2011 terug naar de VHP. “Ik voel me weer thuis.” Quota-systeem Behalve geloof in zichzelf moeten vrouwen ook aan zichzelf gaan werken, communicatieve vaardigheden aanscherpen, waardoor ze beter met mannen kunnen omgaan. “Als je als vrouw in een mannenorganisatie gaat, wat de politieke partijen jammer genoeg nog steeds zijn, moet je niet stoer doen en eventjes dingen wil- len veranderen”, waarschuwt de politica. Veranderingen moeten samen door man én vrouw worden bewerkstelligd. “Ik heb weinig geloof in een gevecht tegen mannen”, zegt ze. Omdat niet te verwachten is dat mannen zonder slag of stoot hun vooruitgeschoven positie zullen opgeven, is Djwalapersad er voorstander van dat er bij wet een quotum wordt gesteld. 33 procent vrouwen op kandidatenlijsten, en liefst op verkiesbare plaatsen zoals in India, lijkt haar een goede stap. De wet op politieke organisaties zal dusdienen te wordenaangepast. Behalve een quotum zouden bij wet ook criteria moeten worden vastgesteld, waaraan alle kandidaten moeten voldoen om op de lijst te komen.-. weinig vrouwen doordringen tot de top in de politiek? Xaviera zoekt de oorzaak van het problemen in meerdere richtingen. “Ik denk dat het aan de vrouwen zelf ligt, ze eisen hun plek niet op”, vindt ze. Maar ook de andere sekse is debet aan de slechte vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek. “Mannen vinden dat vrouwen het niet goed kunnen doen. Ik denk dat ze ons gewoon onderschatten.” Een stelling die ook Marie-Alice onderschrijft. “Een deel van de mannen vindt het goed zoals het nu is.” Maar ze houdt vrouwen ook een spiegel voor. Hoewel sommige mannen tegenstribbelen, hebben vrouwen genoeg ruimte om zich te ontplooien, “maar vrouwen zijn zich er niet genoeg van bewust hoeveel ze zouden kunnen betekenen. Ze moeten zich meer gaan profileren”, zegt ze. Xaviera noemt nog een opmerkelijke reden: de gunfactor. “Als een vrouw vindt dat zij die positie verdient, maar een ander krijgt het, ontstaat er ophef. Bij mannen is dat ook zo, maar bij vrouwen komt het meer tot uiting.” Verkiezingen 2015: Tekst: Giwani Zeggen Beeld: aviera (derdejaars Rechten) en Marie-Alice (derdejaars Be- drijfskunde) vinden dat de tijd dat vrouwen thuis moeten blijven om voor de kinderen en hun man te zorgen, verleden tijd is. “Er wordt eerder gekeken naar de vrouw als het gaat om de opvoeding van kinderen, maar ik vind het een taak van man en vrouw samen”, zegt Xaviera. Marie-Alice is het daar volkomen mee eens. “Hoewel het een taak van beiden is, zijn Surinaamse mannen over het algemeen niet bereid te helpen.” Zelf heeft zij dat probleem niet. Ze is getrouwd en moeder van een zoontje, maar krijgt alle steun van haar echtgenoot. “Hij is juist iemand die me stimuleert en ondersteunt.” ‘Als je als vrouw in een mannenorganisatie gaat, moet je niet stoer doen en eventjes dingen willen veranderen’ een sterke vrouw. Marie-Alice roemt Diana Pokie voor de manier waarop ze de noden van haar achterban aan de kaak stelt. Maar verder dan deze drie namen komen ze niet. Hoe komt het dat zo Beiden streven ze een carrière in de politiek na. Xaviera heeft zich zelfs al aangesloten bij de jongerenafdeling van de Surinaamse Partij van de Arbeid. Marie-Alice is ook al bij een partij op de radar verschenen. Echter zeggen de ambitieuze vrouwen voorlopig hun studie voorrang te geven. “Ik heb de durf om me kandidaat te stellen, maar ik ben er pas bij en heb nog niet genoeg ervaring”, zegt de rechtenstudent. “Mijn studie staat nu op de eerste plaats. Op termijn ga ik me echter wel verkiesbaar stellen. Ik moet mezelf verder ontwikkelen en ervaring opdoen”, motiveert de bedrijfskundestudent haar standpunt om voor nu politiek inactief te blijven. Xaviera is er in ieder geval duidelijk over wie haar stem krijgt bij de volgende verkiezingen. “Ik stem eerder op een vrouw. Om ze een kans te geven te bewijzen dat ze ook kunnen.” Ook Zij’campagne: Het initiatief van Karin Refos van Stas International om bij de volgende verkiezingen minstens dertig procent van de verkiesbare plekken door een vrouw te laten invullen, vinden ze prijzenswaardig. Echter hebben beide dames het niet echt op de voet gevolgd. Maar dat er iets moet veranderen staat voor Xaviera als een paal boven Marie-Alice Poeketie-Amerkan ‘Waar vrouwen zijn, gaat het vaak goed’ water. “Er moet evenwicht komen in het aantal vrouwen en manen in topposities.” MarieAlice heeft wel iets voorbij zien komen op televisie van de ‘OOK ZIJ’-campagne. “Ik vind het een heel goed initiatief, vooral als je kijkt naar het aantal vrouwen in De Nationale Assemblée en de regering.” Bijna aan het eind van het interview wil MarieAlice er nog iets aan toevoegen, een belangrijke reden waarom er meer vrouwen in de politiek moeten, maar ze twijfelt. “Mannen zijn het er niet mee eens, toch”, lacht ze. “Maar als je kijkt naar de statistieken bij verkeersongevallen en geweldsdelicten, zijn het vaak mannen. Ze veroorzaken problemen. Waar vrouwen zijn, gaat het vaak goed.”.-. C6 Dwt donderdag 7 augustus 2014 SURINAME KIEST Oud-parlementsvoorzitter Djwalapersad ‘Vrouw eigen grootste obstakel’ Het zal nog zeker 30 tot 40 jaar duren voordat het in Suriname een normale zaak is dat vrouwen in de politiek een even belangrijke rol vervullen als mannen en topposities bekleden. Veelal ligt het aan de vrouwen zelf dat ze nog ondergeschikte functies bekleden. “De grootste tegenstander van de vrouw, is de vrouw zelf”, constateert oud-parlementsvoorzitter Indra ‘Marijke’ Djwalapersad. Tekst: Ivan Cairo Beeld: Claudio Barker e juicht de campagne om bij de komende verkiezingen meer vrouwen op verkiesbare plaatsen te kandideren toe, maar verwacht geen aardverschuivingen als gevolg hiervan. Djwalapersad is de eerste vrouw die voorzitter werd van De Nationale Assemblée (1996-2000). In haar geval was het in principe niet zo moeilijk om aan de top te komen. Door haar sociale en religieuze activiteiten viel ze op bij toenmalig voorzitter van de VHP, Jagernath Lachmon. Via zijn vrouw Fawziya interesseerde hij Djwalapersad in 1990 voor een positie in de Adviesraad van de partij, nadat ze een Divali-show in het Anthony Nesty Indoor Stadion had gepresenteerd. In de Adviesraad werd ze coördinator van de sectie Onderwijs. Z Intriges Intriges zijn haar niet bespaard gebleven. De eerste vuurdoop in de mannenwereld van de politiek kwam in 1991 bij de kandidaatstelling voor de verkiezingen van dat jaar. In een persoonlijk onderhoud werd ze door Lachmon geïnformeerd dat ze in de top-3 van de kandidatenlijst in Wanica zou wordengeplaatst. Ze ging daarmee akkoord. De eerste teleurstelling in de politieke arena kwam echter al dezelfde avond. Tijdens een massameeting in Wanica werden de namen van de kandidaten bekendgemaakt. Haar naam stond op de laatste plaats, wat inhield dat ze nooit zou worden gekozen. Omdat ze al door Lachmon was geïnformeerd dat ze bovenaan de lijst zou staan, had Djwalapersad niet eens gehoord dat ze hekkensluiter was. De dreun kwam pas toen haar broer uit woede en frustratie over de gang van zaken uit de vergadering troonde. “‘Je bent op de laatste plaats, kom weg’, riep hij me toe.” Naderhand deelde de VHP-voorzitter haar mee dat het besluit om haar op de laatste positie te plaatsen later was genomen. “Ik denk dat Lachmon heeft moeten wijken voor de mannen. Ze hebben hem overruled.” Zwaar teleurgesteld hield Djwala- persad zich enkele dagen onvindbaar voor de rest van haar omgeving. Uiteindelijk besloot ze na gesprekken met haar familie en advies van haar toenmalige goeroe door te zetten. “Beta age barnh (Ga door meisje)”, moedigde haar goeroe toen aan. De DNA-kandidaat besloot toen zwaar campagne te gaan voeren, in een poging met voorkeursstemmen binnen te komen. Djwalapersad: “Ik dacht toen bij mezelf, ‘ik leer jullie wel een les’. Een grotere belediging was er niet om me zo te behandelen en mijn grootste dieptepunt tot op dat moment werd mijn grootste succes.” Ze werd met voorkeurstemmen gekozen en liet doorgewinterde politici als Radjkoemar Randjietsing achter zich. Frappant is dat overwegend mannen campagne voor haar hadden gevoerd. Het werd een ‘underground’ campagne, gefinancierd uit eigen middelen, waarbij medestanders ‘s avonds huis aan huis gingen. “Mannen hebben mij geholpen, ondanks een verbod van de partijleiding.” In het parlement kreeg ze het echter ook niet makkelijk. Bij het vervullen van spreekbeurten werd in het begin moeilijk gedaan. Fractiegenoten wilden eerst haar toespraak vooraf inkijken en screenen om te voorkomen dat ze zaken zou aanhalen die zij liever onaangeroerd wilden laten. “Ik heb daar steeds tegen geprotesteerd; ik vond dat men mijn speeches niet moest screenen.” ‘Shakti’ Dat vrouwen nog een ondergeschikte positie innemen in de politiek komt volgens de gewezen parlementsvoorzitter grotendeels door hun eigen houding. “Vrouwen gunnen het elkaar niet. Ze gaan elkaar figuurlijk te lijf om de belangen van de mannen te dienen. Daarnaast gebruiken de mannen de vrouwen om de randvoorwaarden te helpen creëren om op belangrijke politieke posities te komen.” Vrouwen zijn tijdens politieke bijeenkomsten de vlaggendragers en kokkinnen. Zij bren- gen de sfeer en de hype. Hierin moet verandering komen, vindt Djwalapersad. Ze wijst erop, dat terwijl de vrouwen het veldwerk doen, het overwegend de mannen zijn die op het podium de toespraken houden en bekend worden. Vrouwen moeten hun innerlijke kracht, die ‘shakti’, zelf gaan ontdekken en daarmee hun plek veroveren. En de mannen moeten “bewerkt, geschoold en getraind” worden, zodat ze de vrouw steeds meer als gelijkwaardige partner gaan zien. Ook in de politiek. Het werk moet samen worden gedaan. Maar op de eerste plaats moet de vrouw zich als mens doen gelden en zo respect afdwingen. “Laat je vrouwzijn achterwege. Doe gewoon als mens mee in je organisatie, want de man is niet superieur aan de vrouw of omgekeerd”, adviseert de oud-voorzitter. Voorzitterschap Het voorzitterschap van De Nationale Assemblée was een enorme uitdaging. In haar eerste zittingsperiode kreeg ze al een voorproefje van wat het was om parlementsvergaderingen te leiden. Toen was ze de vervanger van toenmalig ondervoorzitter Ruth Wijdenbosch. “Maar nu zou ik daar de leiding hebben en wel op de jonge leeftijd van 44 jaar”, haalt de ex-voorzitter zich voor de geest. Als lid van de vernieuwingsbeweging die zich had afgescheiden van de VHP ging zij samen met drie andere exVHP’ers samenwerken met de NDP, die zo de regering kon vormen. Vanwege de breuk met de VHP keerden vrienden haar de rug toe en werden vroegere partijgenoten felle tegenstanders in het college. De zaken die ze in die periode naar het hoofd geslingerd kreeg, waren niet mals. Tijdens een van de DNA-vergaderingen ging het er zo heftig aan toe, dat Djwalapersad zich genoodzaakt zag enkele parlementariërs met behulp van de politie uit de vergaderzaal te zetten. “Er waren haatgevoelens. Toen heb ik mijn tanden laten zien.” Naderhand werd tijdens besprekingen met de fractieleiders de zaak bijgelegd en kreeg ze het minder zwaar te verduren. Na de massale protestdemonstraties tegen toenmalig president Jules Wijdenbosch kwam de breuk met de coalitie. “Op een gegeven moment zag ik dat het beleid verkeerd ging in 1999 en na diepgaand overleg met onder anderen de religieuze leiders van het land, verenigd in de Iris, heb ik besloten een motie van het Nieuw Front te ondersteunen en is zo de regering naar huis gestuurd. Er kwamen vervroegde verkiezingen”, stelt Djwalapersad. Na wat ‘Vrouwen moeten hun plek opeisen’ Beiden willen in de toekomst een politieke carrière opbouwen en vinden dat vrouwen hun plek moeten opeisen. Ze willen later meer dan alleen maar een baan en een inkomen. Vrouwen moeten durven, is hun stelling. De ‘OOK ZIJ’-campagne kan het laatste steuntje in de rug zijn voor vrouwen met ambitie, zeggen de studenten aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, Xaviera Alwanahi (22) en MarieAlice Poeketie-Amerkan (23). X Xaviera Alwanahi ‘Ik denk dat het aan de vrouwen zelf ligt, ze eisen hun plek niet op’ Plek opeisen: Er zijn genoeg vrouwen met kwaliteit in Suriname, menen de studenten. Beiden noemen ze parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons (Mega Combinatie/NDP) als voorbeeld. Xaviera ziet ook in Ruth Wijdenbosch (Nieuw Front/NPS) politieke omzwervingen via Naya Kadam, die ze had opgericht, en UPS keerde Djwalapersad na een besluit van haar achterban in Wanica en op verzoek van de nieuwe VHP-leider,Chandrikapersad Santokhi, op 30 juli 2011 terug naar de VHP. “Ik voel me weer thuis.” Quota-systeem Behalve geloof in zichzelf moeten vrouwen ook aan zichzelf gaan werken, communicatieve vaardigheden aanscherpen, waardoor ze beter met mannen kunnen omgaan. “Als je als vrouw in een mannenorganisatie gaat, wat de politieke partijen jammer genoeg nog steeds zijn, moet je niet stoer doen en eventjes dingen wil- len veranderen”, waarschuwt de politica. Veranderingen moeten samen door man én vrouw worden bewerkstelligd. “Ik heb weinig geloof in een gevecht tegen mannen”, zegt ze. Omdat niet te verwachten is dat mannen zonder slag of stoot hun vooruitgeschoven positie zullen opgeven, is Djwalapersad er voorstander van dat er bij wet een quotum wordt gesteld. 33 procent vrouwen op kandidatenlijsten, en liefst op verkiesbare plaatsen zoals in India, lijkt haar een goede stap. De wet op politieke organisaties zal dusdienen te wordenaangepast. Behalve een quotum zouden bij wet ook criteria moeten worden vastgesteld, waaraan alle kandidaten moeten voldoen om op de lijst te komen.-. weinig vrouwen doordringen tot de top in de politiek? Xaviera zoekt de oorzaak van het problemen in meerdere richtingen. “Ik denk dat het aan de vrouwen zelf ligt, ze eisen hun plek niet op”, vindt ze. Maar ook de andere sekse is debet aan de slechte vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek. “Mannen vinden dat vrouwen het niet goed kunnen doen. Ik denk dat ze ons gewoon onderschatten.” Een stelling die ook Marie-Alice onderschrijft. “Een deel van de mannen vindt het goed zoals het nu is.” Maar ze houdt vrouwen ook een spiegel voor. Hoewel sommige mannen tegenstribbelen, hebben vrouwen genoeg ruimte om zich te ontplooien, “maar vrouwen zijn zich er niet genoeg van bewust hoeveel ze zouden kunnen betekenen. Ze moeten zich meer gaan profileren”, zegt ze. Xaviera noemt nog een opmerkelijke reden: de gunfactor. “Als een vrouw vindt dat zij die positie verdient, maar een ander krijgt het, ontstaat er ophef. Bij mannen is dat ook zo, maar bij vrouwen komt het meer tot uiting.” Verkiezingen 2015: Tekst: Giwani Zeggen Beeld: aviera (derdejaars Rechten) en Marie-Alice (derdejaars Be- drijfskunde) vinden dat de tijd dat vrouwen thuis moeten blijven om voor de kinderen en hun man te zorgen, verleden tijd is. “Er wordt eerder gekeken naar de vrouw als het gaat om de opvoeding van kinderen, maar ik vind het een taak van man en vrouw samen”, zegt Xaviera. Marie-Alice is het daar volkomen mee eens. “Hoewel het een taak van beiden is, zijn Surinaamse mannen over het algemeen niet bereid te helpen.” Zelf heeft zij dat probleem niet. Ze is getrouwd en moeder van een zoontje, maar krijgt alle steun van haar echtgenoot. “Hij is juist iemand die me stimuleert en ondersteunt.” ‘Als je als vrouw in een mannenorganisatie gaat, moet je niet stoer doen en eventjes dingen willen veranderen’ een sterke vrouw. Marie-Alice roemt Diana Pokie voor de manier waarop ze de noden van haar achterban aan de kaak stelt. Maar verder dan deze drie namen komen ze niet. Hoe komt het dat zo Beiden streven ze een carrière in de politiek na. Xaviera heeft zich zelfs al aangesloten bij de jongerenafdeling van de Surinaamse Partij van de Arbeid. Marie-Alice is ook al bij een partij op de radar verschenen. Echter zeggen de ambitieuze vrouwen voorlopig hun studie voorrang te geven. “Ik heb de durf om me kandidaat te stellen, maar ik ben er pas bij en heb nog niet genoeg ervaring”, zegt de rechtenstudent. “Mijn studie staat nu op de eerste plaats. Op termijn ga ik me echter wel verkiesbaar stellen. Ik moet mezelf verder ontwikkelen en ervaring opdoen”, motiveert de bedrijfskundestudent haar standpunt om voor nu politiek inactief te blijven. Xaviera is er in ieder geval duidelijk over wie haar stem krijgt bij de volgende verkiezingen. “Ik stem eerder op een vrouw. Om ze een kans te geven te bewijzen dat ze ook kunnen.” Ook Zij’campagne: Het initiatief van Karin Refos van Stas International om bij de volgende verkiezingen minstens dertig procent van de verkiesbare plekken door een vrouw te laten invullen, vinden ze prijzenswaardig. Echter hebben beide dames het niet echt op de voet gevolgd. Maar dat er iets moet veranderen staat voor Xaviera als een paal boven Marie-Alice Poeketie-Amerkan ‘Waar vrouwen zijn, gaat het vaak goed’ water. “Er moet evenwicht komen in het aantal vrouwen en manen in topposities.” MarieAlice heeft wel iets voorbij zien komen op televisie van de ‘OOK ZIJ’-campagne. “Ik vind het een heel goed initiatief, vooral als je kijkt naar het aantal vrouwen in De Nationale Assemblée en de regering.” Bijna aan het eind van het interview wil MarieAlice er nog iets aan toevoegen, een belangrijke reden waarom er meer vrouwen in de politiek moeten, maar ze twijfelt. “Mannen zijn het er niet mee eens, toch”, lacht ze. “Maar als je kijkt naar de statistieken bij verkeersongevallen en geweldsdelicten, zijn het vaak mannen. Ze veroorzaken problemen. Waar vrouwen zijn, gaat het vaak goed.”.-. donderdag 7 augustus 2014 Dwt c7 SURINAME KIEST Veel ligt aan de vrouw zelf Met Ook ZIJ! moet de participatie van meer vrouwen op politiekbestuurlijk niveau, binnen het bedrijfsleven en andere sectoren worden gestimuleerd. Morena Leter, afgestudeerd als Bachelor of Science aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en Migalda Kolf, inspecteur 2de klasse bij het Korps Politie Suriname, laten hun licht schijnen over de bewustwordingscampagne. Kernwoorden van het duo voor de vrouw om het te maken in de ‘mannenmaatschappij’ zijn geduld, wil en vasthoudend zijn. Tekst: Terence Oosterwolde Beeld: collectie Morena Leter en Migalda Kolf oor de ‘Ook ZIJ!’-campagne moeten er capabele vrouwen op posities komen, die normaal gesproken, vanwege ‘traditie’ vooral naar mannen gingen. Leter heeft er een uitgesproken mening over. “Loos alarm”, zegt de 22-jarige scherp. “Het functioneren in de politiek heeft niets te maken met het geslacht. Wil je goed functioneren in de politiek, heb je een gezond stel hersenen en wat levenservaring nodig”, vindt ze. Dat delen van de gemeenschap stellen dat het politieke veld voor mannen is, kan er bij Leter ook niet in. “Vrouwen mogen zelf bepalen als ze de politiek in willen of niet en als ze er thuishoren.” Zelf heeft ze geen politieke ambities. “Ik heb niet veel met politiek dus vind ik persoonlijk dat ik daar niet thuis hoor.” Leter zit al vier jaar in Nederland wegens studie. In het voormalige moederland vindt ze wel dat de vrouwen genoeg doen om hun plaats in de maatschappij op te eisen. “Ik weet eerlijk gezegd niet of dit ook in voldoende mate het geval is in Suriname. Ik heb in mijn Surinaamse vriendenkring wel heel wat vrouwen die hun mening uiten en hun plek in de maatschappij opeisen.” D Migalda Kolf ‘De vrouwen moeten laten merken dat ze er zijn’ Overigens ziet Leter voldoende verschillen tussen de vrouwen van Nederland en Suriname. “Typisch Nederlandse vrouwen zijn heel zakelijk, terwijl Surinaamse vrouwen er vaak watfunbij halen en op die manier hun werkzaamheden draaglijk maken. In Suriname hoef je ook niet drie maanden van tevoren een afspraak met je collega’s in te plannen.” Het ‘agenda-effect’, zoals ze dat noemt, is er in mindere mate. Nederlandse vrouwen vindt Leter ook directer. “De meesten uiten gelijk hun mening. In Suriname is dit wat minder, maar vroeg of laat krijg je toch te horen wat de mening van de persoon is”, zegt ze lachend. De eeuwenoude discussie over ‘mannen- en vrouwenberoepen’ zijn niet aan haar voorbijgegaan. Zelf geeft ze aan dat mannen over het algemeen fysiek sterker zijn. “Ik zie vrouwen dus ook geen straten betegelen. Maar dat terzijde, ik denk dat mannen en vrouwen in principe dezelfde beroepen moeten kunnen uitoefenen. Secretararieel werk wordt heel vaak als een vrouwenberoep gezien, maar ik ben er zeker van dat mannen ook goed als secretaris kunnen fungeren.” Tijdens haar studie heeft Leter geen discriminatie meegemaakt en is ze ook niet anders behandeld omdat ze vrouw is. Maar brengt ze in, “99 procent van mijn huidige studiegenoten is vrouw”. Toch sluit ze haar ogen niet voor eventuele discriminatie. Ze richt zich dan op de vrouw, die sukkelt zich staande te houden in de zogenoemde ‘mannenwereld’. “Vrouwen die het idee hebben dat zij de ‘mannenwereld’ niet aankunnen, moeten zichzelf sterken door alvast de gedachte van zich af te zetten dat er een ‘mannenwereld’ bestaat. Verder wil ik ze aanraden een opleiding te volgen voor zover dit kan, naar muziek te luisteren, boeken te lezen en de wereld te observeren. Vooral het geduld en de wil moeten er zijn, dan kom je er wel”, is haar boodschap. Goede ontwikkeling Migalda Kolf vindt het een “goede ontwikkeling” dat er wordt ‘gevochten’ voor meer vrouwen in de politiek, omdat ze er volgens haar thuishoren. Morena Leter ‘Zet alvast de gedachte van je af dat er een mannenwereld bestaat’ Waarom? “Het brengt de manier van denken en beslissingen nemen in balans.” Toch ontkomt ze er niet aan toe te geven dat vrouwen meer kunnen doen om hun plaats in de maatschappij op te eisen. “De vrouwen moeten laten merken dat ze er zijn. Wij moeten als vrouwen durven op te komen voor onszelf. We moeten elkaar ondersteunen en samen vechten voor een betere positie van de vrouw.” Kolf vindt niet dat er dat ‘mannenen vrouwenberoepen’ bestaan en is tijdens haar rechtenstudie ook nooit anders behandeld omdat ze vrouw is. Wel erkent ze dat de klim op de ‘korpsladder’ niet makkelijk is gegaan. “Je bent jong en je hebt geen ervaring”, legt ze uit. “En je krijgt dan tegenwerking. Niet zozeer door mannen, maar wel door ouderen in rang en in dienst zijnden.” Maar vastberaden als ze is, liet Kolf zich niet van haar pad afbrengen en twijfelde ze ook niet aan zichzelf. “Ik heb mezelf altijd voorgehouden dat ik mezelf zal bewijzen dat ik het wel kan. En dat ze op een dag zelf zullen zien dat ze zich hebben vergist.” De politieinspecteur hoopt dat anderen even vastberaden zijn en zich niet uit het veld laten slaan. “Studeer en probeer zoveel mogelijk een hoge schoolopleiding te halen. Alles wat een man kan, kan een vrouw ook. Er zullen beproevingen zijn, maar die zijn er om je klaar te stomen voor jouw uiteindelijk doel.”.-. Bedrijfsleven: Extra ‘accommodatie’ onstuitbare vrouwen overbodig Vrouwen hebben het, evenals in de politiek, ook moeilijk om door te breken topfuncties in de zakenwereld. De kritiek over blinde muren mag fel zijn, maar in de particuliere sector gaat het om resultaten. Iemand belandt en overleeft in de top op basis van merites. En de vrouwen die doorbreken, zijn onstuitbaar, wat ook weer overeenkomt met de politiek. Tekst: Eliézer Pross Beeld: dWT n de zakenwereld verandert het beeld. Er komen steeds meer vrouwen in topfuncties. Dat komt doordat het aanbod aan kader steeds meer uit vrouwen bestaat”, weet Henk Naarendorp, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF). Deze ontwikkeling zou een weerspiegeling zijn van wat er zich in de hogere echelons van het onderwijssysteem afspeelt. “Vrouwen domineren de Anton de Kom universiteit, “I hogescholen en HBO-opleidingen”, licht hij toe. Voortreffelijk werk Het is dus “logisch”, benadrukt hij, dat het ‘tedere geslacht’ zich profileert in, wat gezien wordt, als de echte mannenwereld, business. “En de vrouwen die er zijn, doen het uitstekend”, vult Ferdinand Welzijn, voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) aan. Hij verwijst naar klinkende namen als Sylvia Ang, leider van het Iffi, Shirley wasmiddelenbedrijf Sowma-Sumter die de kroon van CEO opheeft bij de Kersten Holding en Sharmila Jadnanansing, staflid bij Rosebel Goldmines, dochtermaatschappij bij de Canadese Multinational Iamgold. Naarendorp: “Wat mij wel opvalt, is dat zij nog een beperkte rol spelen in het georganiseerde bedrijfsleven, hetzelfde probleem van de politiek. Er moet met man en macht aan worden gewerkt om dat te verbeteren”, bekent de KKF-topman. Hij doelt dan specifiek op zijn organisatie. Gerichte stappenmoeten worden ondernomen om plaats te maken in de leiding van ‘s lands grootste bedrijvenvereniging. Leden van het KKF-bestuur worden gekozen. Kandidaten moeten in het bedrijfsregister worden vermeld, ten minste als managementlid van een entiteit. Ondernemingen moeten vrouwen dus bewust positioneren om in de top van een strategische organisatie als de KKF te komen. Naarendorp belooft dat er daaraanzal wordengewerkt. Onstuitbaar Ferdinand Welzijn VSB ‘Een vrouw die ervoor gaat, is onstuitbaar’ Maar ook hij stelt vast dat vrouwen het over het algemeen bijzonder goed doen. Dat zou zelfs in de productiesector het geval zijn. Welzijn constateert dat vrouwen niet eens een helpende hand nodig hebben. “Wanneer een dame genoeg doorzettingsvermogen heeft en in staat is met een zakelijke bril naar situaties te kijken, staat zij haar mannetje en is zij onstuitbaar. Dat is zowel in het bedrijfsleven als in de politiek een gegeven.” Hij vindt dat, zoals bij mannen het geval is, ook voor vrouwen geldt dat de absolute top weggelegd is voor de echte uitschieters die het verschil maken. “Kijk maar naar de politiek, waar er geschiedenis in het parlement wordt geschreven door Jenny Simons als voorzitter en Ruth Wijdenbosch als ondervoorzitter.” Het feit dat de twee, komende uit tegengestelde kampen, het hoogste college van Staat jarenlang op voortreffelijke wijze draaien, spreekt volgens hem boekdelen over hun kwaliteiten. Sharmila Jadnanansing Staflid Rosebel Goldmines ‘Vrouwen moeten durven en niet steeds vingerwijzen’ Ook Sharmila Jadnanansing, een bloemstuk in de macho-mijnbouwbranche, legt de verantwoordelijkheid om zich een weg naar de top te banen primair bij haar geslachtsgenoten. Het hebben van een carrière is volgens haar een bewuste keus. “Naast kennis van zaken en professionele competenties, is durf erg bepalend voor de weg naar de top. Je kunt als vrouw niet bescheiden zijn”, benadrukt zij als vrouw die geen moment terugdeinsde toen de gelegeneheid om het beleid bij Iamgold te helpen bepalen zich aandiende. “Een heel bewuste keus”, onderstreept zij, vanwege de offers die ermee gepaard gaan. “Er moeten soms heel moeilijke keuzes worden gemaakt om het werk en privéleven in balans te houden”, spreekt zij uit ervaring. Bewust kiezen Desondanks pleit zij ervoor dat er resoluut wordt afgerekend met de traditionele opvatting dat er ‘verwaarlozing van gezin en huishouden plaatsvindt door vrouwen die fulltime werken en hoge functies bekleden’. Carrière maken hoort een bewuste keus te zijn, met ambitie en het verlangen om zelfstandig te zijn. Zij is het eens met Welzijn, dat kennis en ervaring vooropgesteld moeten worden. Ook zij constateert dat gendergenoten nog niet in voldoende mate zijn vertegenwoordigd in topfuncties in zowel de particuliere als publieke sector. Suriname zou ook niet uniek zijn op dit vlak. Het land zou succesvolle voorbeelden kunnen overnemen van andere naties. Jadnanansing: “Ik denk niet dat het vanzelf goed komt. Er moet iets gebeuren, zodat meer capabele vrouwen een kans krijgen om beter door te stromen naar topfuncties. Anders loop je kwaliteit en talent mis. Anno 2014 moet er geen bedrijf zijn dat geen diversiteit in zijn top wil. Hetzelfde geldt voor de politiek. Maar wij vrouwen moeten daar ook bewust mee omgaan. Wij moeten leren onze successen op te eisen en (onze achterstand... red.) niet steeds toe te schrijven aan omstandigheden en/of anderen. We moeten onze prestaties niet onderschatten.”.-. C8 Dwt donderdag 7 augustus 2014 SURINAME KIEST DNA-lid Diana Pokie: Geen machtstrijd tegen mannen, maar bewustwordingscampagne Ze heeft een duidelijke visie wanneer het betreft meer vrouwen plaatsen op verkiesbare zitjes in leidinggevende posities en in de politieke arena. Ze is zich ervan bewust dat deze ‘operatie’ niet van een leien dakje zal gaan. Ondanks deze realiteit is DNA-lid Diana Pokie er geen voorstander van om de strijdbijl op te pakken tegen de mannen. Ze pleit voor een campagne waar beide sexes bewust worden gemaakt van hun gelijke rol in de maatschappij. Tekst en beeld: Julien Peneux Diana Pokie in de voorkamer met zoon Tavic. Ze is er geen voorstander van dat vrouwen de strijdbijl oppakken tegen de mannen voor een betere positie in de maatschappij.. ndanks dat Diana Pokie simpel oogt, is ze heel zelfverzekerd. Haar statige houding straalt gezag uit. Ze is geboren en getogen te Brownsweg in Brokopondo en is het eerste kind uit een gezin van vijf. Uit het traditionele marronhuwelijk met Jerrel Jeroe zijn vier kinderen, Tavic (15), Ousmane (12), Tequisha (6) en Jared (7) geboren. Tavic is apetrots op zijn moeder. Vooral op de manier waarop zij haar krachtige stem laat horen in het parlement. Haar mening over onderwijsissues kan hij zeer waarderen. “Mijn leerkrachten praten vaak over mama. Soms krijg ik apps dat ze op tv is. Dan ga ik gelijk kijken”, zegt de zoon, terwijl de moeder hem liefdevol aankijkt. In haar politieke voetsporen zal hij niet treden. “Piloot worden”, dat is zijn roeping. Het gezin houdt er rekening mee dat de moeder soms lange uren moet maken in het parlement. Deze situatie is vooraf binnen het gezin besproken. Tavic: “Soms mis ik haar wel, vooral in verband met het koken. Dat doet mama goed. Als zij er is, zijn de zaken iets beter georganiseerd”, lacht hij. O Politieke doorbraak Haar politieke carrière en haar beroepskeuze heeft Pokie met de paplepel meegekregen van haar goeroe en vader, Antonius Pokie, zelf prominent lid van de BEP en oud-directeur van mulo VOJ-Brokopondo. Zij was ook jaren aan deze school verbonden als leerkracht Handelswetenschappen. “Ik koos voor het beroep van leerkracht, omdat ik wilde helpen om onder meer de achtergestelde positie waarin de binnenlandbewoners verkeren, te verkleinen.” De politieke doorbraak van dochter Pokie kwam, hoe kan het ook anders, met begeleiding van papa. Haar ontwikkeling binnen de BEP volgde snel. In 2010 werd ze voor het eerst gekozen in De Nationale Assemblée. Twee jaar terug, na een meningsverschil tussen partijen in de A Combinatie (AC) over enkele brandende issues, stapte de BEP uit de samenwerking. Pokie bleef AC trouw en ging daarmee dwars door de partijdiscipline. Ze werd voor de partij persona non grata. Dat ze zich staande heeft weten te houden in de politieke arena komt door haar, zoals ze het benadrukt, “wilskracht om hogerop te komen, haar zelfverzekerdheid en haar duidelijke boodschap die blijft hangen bij de achterban”. Zelf gelooft de politica dat zij is doorgebroken binnen de BEP ook mede vanwege het gezag dat ze uitstraalt en de krachtige stem waarmee zij haar visie de wereld instuurt. Hoewel ze niet meer participeert in deze partij, weet ze dat vrouwen er genoeg ontplooiingskansen krijgen. “Vroeger had je zoiets van ‘de mannen hebben het voor het zeggen’. Binnen de A Combinatie heb ik dat niet ervaren.” En dat, ondanks dat binnen het traditionele gezag bij de marrons de mannen het voor het zeggen hebben. “We hebben dat meegekregen binnen onze opvoeding; dat vrouwen opkijken naar mannen. De moderne vrouwen proberen het een beetje weg te werken, maar dat zal niet lukken. Zo zit- ten we nu eenmaal in elkaar.” Ze benadrukt dat als vrouwen geschoold zijn, zij een brede oriëntatie hebben en capabel zijn, zij hun plaats moeten kunnen opeisen in de maatschappij. Als voorbeeld stipt zij haar ander rolmodel aan, DNAvoorzitter Jenny Geerlings-Simons. “Als je wilt groeien in de maatschappij moet je ervoor gaan. Ik geef mezelf de gelegenheid om te groeien en als het moment daar is, hebben de mannen geen enkele keus. Als de partij zegt ‘we gaan voor Diana Pokie als leider of voorzitter’ dan gebeurt dat. Maar je moet eerst meelopen, je moet zaken leren. De mannen zijn niet pats-boem voorzitter geworden.” Gendergelijkheid is voor haar niet slechts een begrip. “Het is breed en het hangt ervan af hoe je ernaar kijkt.” Ze roept vrouwen die carrière willen maken in de politiek op om niet te slijmen met de partijvoorzitter als zij hogerop willen komen in hun organisatie. Principes Pokie heeft een duidelijk standpunt als het betreft het behouden van principes, zeker als politica. Menigeen in de gemeenschap vindt dat veel politici principeloos zijn en bij het nemen van partijpolitieke beslissingen, zogenaamd in landsbelang, normen en waarden overboord gooien. Zij stelt dat parlementariërs zowel persoonlijke als algemene belangen moeten behartigen. “Ze gaan samen. Ik kijk ook naar mijn eigen belang. Bepaalde persoonlijke zaken hebben niets te maken met de achterban. Als het gaat om bepaalde issues, bepaalde onderwerpen, dan heb ik wel principes. Dan kijk ik op de eerste plaats naar mijn geloof. Als gelovige zou ik niet gaan voor bijvoorbeeld abortus. Al zou het mij mijn lidmaatschap kosten, ik ga niet voorstemmen.” De politica verwijst naar haar houding bij het aannemen van de Amnestiewet twee jaar terug. Die DNA-vergadering heeft zij niet bijgewoond, omdat ze zich nog niet genoegzaam had verdiept in het onderwerp. “Binnen onze partij waren er geen deskundigen die me konden overtuigen van ‘je stemt voor of tegen en dit is het verhaal waarom je zo moet stemmen’.” ‘OOK ZIJ’-campagne Pokie steekt niet onder stoelen of banken dat zij ook voorstander is van meer vrouwelijk leiderschap. Ook ziet ze graag meer vrouwen op verkiesbare plaatsen op DNA- en districts- en ressortraadslijsten. Maar of dat op korte termijn een feit is, betwijfelt zij. De ‘OOK ZIJ’-campagne draagt ze een warm hart toe, al gelooft ze niet dat het voornemen van de organisatie het komend jaar al zal slagen. “We moeten de gemeenschap bewust maken dat vrouwen het ook kunnen, als zij zich maar honderd procent inzetten.” Hoewel het parlementslid niet wil geloven dat er in deze moderne tijd nog mannen zijn die willen domineren en discrimineren en vrouwen bewust willen afhouden van een leidinggevende positie, ‘Ze zullen je aan een kant willen zetten, maar het gaat ze moeilijk lukken’ benadrukt ze dat ook die groep het eens zal opgeven. “Ze zullen je aan een kant willen zetten, maar het gaat ze moeilijk lukken.” Pokie vindt het jammer dat, hoewel er in het land veel capabele vrouwen rondlopen, die niet terug te zien zijn in de politiek. Dat zou een gevolg zijn van de negatieve kijk die de burgerij heeft op de politiek. “Maar het daar krijgen van de vrouwen moet niet lijken op een machtsstrijd, een strijd tegen de mannen.” Het DNA-lid blijft erbij dat vrouwen of hun organisaties issues over mannen niet goed aanpakken. Voor de bewustwording pleit zij ervoor dat bij de discussies over de zogenaamde ‘vrouwenonderwerpen’ meer mannen worden betrokken. “Dat is tot nu toe niet het geval en daar zitten wij als vrouwen fout. Je kunt niet plotseling daar willen staan. Want de man heeft altijd de gelegenheid gekregen om naar school te gaan en bepaalde dingen te doen. Om daarin verandering te brengen zal tijd vergen. Daarom ben ik ook geen voorstander van een quotum tussen mannen en vrouwen van bijvoorbeeld 30 om 70 procent of fifty-fifty. Je moet capabel zijn om een job te klaren.” Daarom moeten politici zich zodanig opstellen, dat burgers weten waarom zij hun stem op hen moeten uitbrengen. Capaciteitsopbouw Voorzitters van politieke partijen zouden ook hun deel moeten doen om meer vrouwen te interesseren voor hun organisatie. “Er moet ook een bewustwordingscampagne komen voor de voorzitters. Want tot nu toe ben ik ontevreden. De meeste politieke partijen worden geleid door mannen en dat is te scheef. Volgend jaar plaatsen ze weer voor de vorm vrouwen op lijsten.” De politica weet ook dat in veel marronpartijen veel vrouwen niet te zien zijn in leidinggevende posities. Wel tijdens campagnes naar een verkiezing toe. Volgens haar is de marrongemeenschap nog niet zover om te discussiëren over gendergelijkheid. Jammer vindt ze het dat binnen de meeste marroncombinaties de meeste vooruitgeschoven en capabele vrouwen weinig doen aan capaciteitsopbouw. De opgedane kennis en ervaring houden ze meestal voor zichtzelf. Hetzelfde geldt voor het kader in de stad. Die willen in Paramaribo blijven en zich niet aansluiten bij een partij van het binnenland. “Ze blijven in de stad en dragen er niet toe bij om de vrouwen in het achterland op te trekken.” Zelf probeert Pokie overal waar zij komt vooral jongeren, maar ook de marronvrouw bewust te maken van de voordelen van participatie in onder meer een politieke organisatie. “Ik kan eigenlijk niet te veel doen met mijn mensen. De vrouwen die al volwassen zijn, zien geen heil in de politiek. Die hebben ervoor gekozen om een gezin te stichten. Het is moeilijk om ze mee te krijgen.”-.
© Copyright 2024 ExpyDoc