INZET IPADS BIJ WERELDORIËNTERENDE VAKKEN

[juni 2014]
SCHOOLONTWIKKELINGS-
INZET IPADS BIJ WERELDORIËNTERENDE
PROJECT
VAKKEN
Student: Saskia Banken
Studentnummer: 2161955
Periode: schooljaar 2013-2014
Opdrachtgever: Ton van Malsen
(directeur Theresiaschool Berlicum)
Onderzoeksdocent: Eric Ansems
Onderzoeksgroep: Floor Willems, Susanne
van Boven en Saskia Banken
Inhoudsopgave
1. Samenvatting................................................................................................................... 3
2. Probleemanalyse ............................................................................................................. 4
2.1 Aanleiding en context................................................................................................... 4
2.2 Probleemstelling........................................................................................................... 5
3. Theoretisch kader............................................................................................................ 6
3.1 Onderwijs in de 21e eeuw ............................................................................................ 6
3.2 Betekenisvol leren in een kennissamenleving ............................................................. 6
3.3 Onderzoekend leren ..................................................................................................... 7
3.4 Samenwerkend leren (coöperatief leren) .................................................................... 7
3.5 ICT in het onderwijs ...................................................................................................... 8
3.6 High performance leren ............................................................................................... 9
3.7 Kennisconstructie ....................................................................................................... 10
4. Onderzoeksvraag en deelvragen ...................................................................................... 12
5. Opzet van het onderzoek .............................................................................................. 13
5.1 Beschrijving en verantwoording van dataverzameling .............................................. 13
5.2 Respondenten ............................................................................................................ 14
5.3 Instrumenten .............................................................................................................. 14
5.4 Wijze van data-analyse............................................................................................... 15
6. Resultaten ..................................................................................................................... 16
7. Conclusie en discussie ................................................................................................... 20
Literatuurlijst ........................................................................................................................ 25
Bijlagen ................................................................................................................................. 26
A. Onderwijsvisie van de Theresiaschool en projectplan iPad stichting SKIPOS ............. 26
B. Vooronderzoek gebruik en inzet iPad .......................................................................... 28
C. Betrokkenen onderzoek ............................................................................................... 29
D. Observaties .................................................................................................................. 30
E. Interviews ..................................................................................................................... 32
F. Analyse instrumenten................................................................................................... 50
2
1. Samenvatting
Dit schoolontwikkelingsproject geeft antwoord op de vraag hoe iPads bij de wereldoriënterende
vakken kunnen worden ingezet. Hierbij is voornamelijk gekeken naar de overgang van volledige
kennisoverdracht naar een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Dit
schoolontwikkelingsproject geeft verschillende visies en ideeën over het iPad gebruik bij de
wereldoriënterende vakken in groep 7/8 op de Theresiaschool weer.
De onderzoeksgegevens zijn verzameld door directe waarneming, zoals: het afnemen van een
interview, het observeren en het doen van een documentanalyse. Door te kiezen voor verschillende
onderzoeksmethoden is de betrouwbaarheid en de validiteit van het onderzoek gewaarborgd. De
personen die hun medewerking hebben verleend aan dit onderzoek zijn vooraf ingelicht en hebben
toestemming gegeven om de verzamelde data in dit onderzoek te verwerken.
Uit de resultaten is gebleken dat de leerkrachten van groep 7/8 Theresiaschool nog erg zoekende zijn
bij het inzetten van iPads bij de wereldoriënterende vakken. Een van de belangrijkste conclusies uit
het onderzoek is het ontwikkelen van vaardigheden van leerkrachten. Zij dienen zichzelf te verdiepen
in de verschillende mogelijkheden voor de inzet van iPads en de didactiek die hier achter ligt. Een
andere belangrijke conclusie is de visie vorming van het iPad onderwijs op de Theresiaschool. Hierin
zal de directeur de lijnen uit moeten zetten en goed moeten communiceren met zijn team.
In de aanbeveling wordt aangegeven dat de leerkrachten een richting nodig hebben waarin zij zich
kunnen ontwikkelen. Deze richting zal door de directeur van de Theresiaschool moeten worden
bepaald.
3
2. Probleemanalyse
2.1 Aanleiding en context
De wereld om ons heen verandert. Dit betekent dat het onderwijs ook moet veranderen (Heppell,
2006). Het onderwijs zou leerlingen moeten voorbereiden op het leven van de 21e eeuw, terwijl
tegenwoordig de leerlingen het onderwijs zelf aan moeten passen naar de 21e eeuw. In het kader van
dit onderzoek biedt informatie- en communicatietechnologie met het gebruik van de iPad die
mogelijkheid!
Het onderwijs van de laatste jaren ondergaat erg grote veranderingen die door deze ICT kunnen
worden ondersteund. Zo zien we dat terug in de media en op scholen. Met ICT speel je in op de
behoeftes van de leerlingen en de vraag hierbij is of wij het onderwijs hierdoor kunnen versterken.
De dit jaar gestarte Steve Jobs (2013) scholen zijn hier een voorbeeld van. Maurice de Hond (2013)
stelt dat er een digitale revolutie gaande is, waar we ook in het onderwijs in mee zullen gaan.
Volgens Simons (2002) draagt de ICT veel bij aan het onderwijs, leerlingen leren relaties leggen,
creëren, naar buiten brengen, transparant maken, competenties centraal stellen, flexibel zijn en zelf
ontdekkend leren. De laatste jaren wordt het werken met ICT steeds hipper. Scholen stappen af van
het saaie en niet meer up to date computerwerk, en stappen over op Tablets en iPads.
De stichting SKIPOS bestaat uit acht basisscholen waar de Theresiaschool deel van uit- maakt. De
stichting vindt het erg belangrijk dat deze digitale manier van werken wordt toegepast in het
onderwijs. In het projectplan iPads stelt de stichting als één van de belangrijkste doelen; het
gebruiken van een aantal apps die de doelstellingen van het leerproces ondersteunen en voldoende
oefenstof bieden om de leerstof eigen te maken. In deze doelstelling kan de Theresiaschool zich
volledig vinden.
Het is een manier van leren die past bij deze tijd. Uit een onderzoek (stichting SKIPOS, 2011) onder
alle leerkrachten bleek dat leerkrachten op het gebied van ICT meer zien in kennisconstructie dan in
kennisoverdracht. Dit geldt ook voor de leerkrachten van de Theresiaschool. Er moet meer met
kennisconstructie dan kennisoverdracht gewerkt gaan worden. Na een studiedag over didactiek en
social media werd definitief besloten de traditionele computers op termijn te vervangen door iPads.
De Theresiaschool stelt zichzelf hierbij de vraag in hoeverre deze iPads kunnen helpen om de
overstap naar kennisconstructie te maken.
Op de Theresiaschool wordt sinds vorig jaar in verschillende klassen gewerkt met een pilot iPads. Er
wordt in vier groepen gewerkt met iPads. In deze klassen worden de iPads vooral ingezet tijdens het
taal- en rekenonderwijs. Hierbij dienen zij als informatiebron, kladblok en verdieping. Daarnaast
worden steeds nieuwe apps gebruikt die door de leerkracht gedownload worden. Het werken met
iPads is uiteraard niet voldoende om te voldoen aan de ICT mogelijkheden van de 21e eeuw.
Leerkrachten moeten meer leren over leerlijnen en het werken met iPads, voor zij de methodes meer
kunnen gaan los laten. Uit een enquête over de iPad op de Theresiaschool blijkt dat voor iets minder
dan 50% van de leerkrachten dit een enorme omslag is. Dit heeft volgens sommige van hen te maken
met een generatieverschil en het heeft dan ook zeker tijd nodig.
De visie op het werken met iPads is voor leerkrachten verschillend. Het lijkt erop dat leerkrachten het
lastig vinden om van de huidige methodes af te stappen. Zij leggen al snel een link naar het volledige
gebruik van de iPad (de nieuw opgerichte ‘Steve Jobs scholen (2013)’ in Nederland). Op deze scholen
wordt er volledig via de iPad lesgegeven en bepalen leerlingen hun eigen leer pad. Leerkrachten
worden hier niet langer meer als docent gezien, maar als coach.
Het team van de Theresiaschool vraagt zich af hoe iPads kunnen worden ingezet bij
wereldoriënterende vakken. Zoals hier boven beschreven wordt al deels gebruik gemaakt van de
iPads bij het taal- en rekenonderwijs. Echter weet de school nog niet hoe de iPads structureel kunnen
4
worden ingezet, bijvoorbeeld bij wereldoriënterende vakken. Volgens stichting SKIPOS is het de
bedoeling dat de iPads straks volledig ingezet worden in de klas. In het beleidsplan van SKIPOS wordt
gesproken over het integreren van ICT (iPad) om kennisconstructie te realiseren. Dit kan als
hulpmiddel naast de methode, maar op den duur ook als vervangend gebruikt worden. Aan de
Theresiaschool dus de taak om mee te gaan met deze veranderingen van de 21e eeuw.
De directie en de leerkrachten zijn met pilots bezig om de iPads steeds meer in de klas te krijgen en
te gebruiken. Alle leerkrachten van de Theresiaschool geven aan dat zij tegemoet willen komen aan
de (onderwijs) behoeftes van de 21e eeuw. Volgens hen weten de kinderen tegenwoordig meer van
de ICT dan zij zelf. Leerlingen weten haarfijn hoe zij met een iPad om kunnen gaan. Er moet dus
gezorgd worden dat er in het onderwijs meegegaan wordt met de ontwikkelingen die er zijn. Aan de
enthousiaste reacties van de kinderen die deel hebben genomen aan de iPad pilot, mag worden
aangenomen dat het onderwijs uitdagender kan worden gemaakt door het inzetten van iPads in het
lesprogramma.
Voor de wereldoriënterende vakken wordt er op de Theresiaschool nog weinig tot geen gebruik
gemaakt van de iPad. Uit een teamvergadering (midden- en bovenbouw dinsdag 27 augustus -‘2013)
blijkt dat leerkrachten de wereldoriënterende vakken op veel verschillende manieren aanbieden. De
groepen zeven werken met blokken van twee weken waarin zij een vak uitdiepen. Terwijl de groepen
vijf, zes en acht een les van elk vak per week aanbieden. Er is vraag naar de manier waarop de vakken
aangeboden dienen te worden-, en hoe gebruik gemaakt kan worden van ICT bij de leerstof. Naar
aanleiding van de vergadering is er door het team besloten om de vakken per blok van twee weken
aan te bieden. Dit omdat het onderwerp meer centraal staat en beter passend onderwijs kan worden
aangeboden.
Om de iPads tijdens wereldoriënterende vakken in te zetten moet de Theresiaschool onderzoeken
welke mogelijkheden hiervoor zijn. Hierbij is het duidelijk maken van de kerndoelen een belangrijke
factor (TULE; SLO). Omdat de school de methodes steeds meer los wil gaan laten en thematisch te
werk wil gaan. In dit onderzoek richt de school zich op het overstappen van kennisoverdracht naar
kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken in groep 7/8. En daarbij wordt gekeken naar hoe
we de iPads in kunnen zetten.
De school heeft de wens uitgesproken samen met het team een goede start te maken met het
werken met de iPads en dat de mogelijkheden voor het inzetten van de iPads steeds verder worden
uitgebreid. Zoals eerder beschreven is het beleid van de stichting dat gewerkt gaat worden met
iPads. Ondanks het feit dat 70% van de leerkrachten aangeeft zich nog niet bekwaam te voelen is het
een proces dat in gang gezet is. De directie zal hier de komende tijd dus de nodige aandacht aan
moeten besteden. Dit wordt tijdens het onderzoek buiten beschouwing gelaten.
2.2 Probleemstelling
De Theresiaschool vindt het aanbieden van onderwijs uit de 21e eeuw erg belangrijk. Dit doet zij door
mee te gaan met ICT-mogelijkheden van deze tijd. Binnen de school wordt gewerkt met iPads. Deze
worden nu vooral door middel van kennisoverdracht ingezet bij het taal- en rekenonderwijs.
Ondanks het aanschaffen van iPads is de school nog niet voldoende in staat ze structureel in te
zetten. Vooral bij de wereldoriënterende vakken is er grote vraag naar het inzetten van de iPads. Om
het werken met iPads bij wereldoriënterende vakken te realiseren moet er eerst worden gekeken
naar de huidige situatie en de manier waarop iPads kunnen worden ingezet, zodat er een mix tussen
kennisoverdracht en kennisconstructie zou kunnen ontstaan.
Het onderzoek bestaat dan ook uit twee belangrijke speerpunten: 1. Wat zijn de mogelijkheden
rondom het werken met de iPad bij wereldoriënterende vakken? 2. Hoe kunnen de iPads ingezet
worden bij de omslag van kennisoverdracht naar een mix van kennisoverdracht en
kennisconstructie?
5
3. Theoretisch kader
De inzet van de iPad is erg belangrijk voor stichting SKIPOS en de Theresiaschool omdat zij streven
naar een High Performance school. In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar wat de mogelijkheden zijn
rondom de inzet van iPads in het basisonderwijs.
3.1 Onderwijs in de 21e eeuw
Het onderwijs moet leerlingen nieuwe vaardigheden leren die in de 21e eeuw onmisbaar zijn. Het
gaat dan niet alleen om de basisvaardigheden, maar dan ook om het kritisch denken, ICTgeletterdheid en creativiteit (Voogt & Pareja Roblin, 2010).
Reich (2013) sluit zich hierbij aan en stelt dat kinderen nu in een multimediale wereld leven. De
ontwikkelingen gaan zo snel dat de uitdagingen van morgen nog niet bekend zijn. Eigenlijk is het
enige constante in onze huidige samenleving de “verandering”. Deze veranderingen vragen om
anders leren. De kennissamenleving is ontstaan vanwege de wijd verbreide beschikbaarheid van ICT
in alle sectoren van de samenleving. Dat heeft ook invloed op de arbeidsmarkt, er zullen meer
‘mensenwerkers’ nodig zijn dan ‘productiewerkers’.
Scholen zijn meer en meer een exclusieve leeromgeving geworden. Leren is actief, vakoverstijgend
en kent interactie binnen en buiten de school. Leerlingen en studenten leren ook buiten de school.
Zij zien hier filmpjes en lezen informatie op het internet. Van burgers wordt verwacht dat ze zich
flexibel kunnen opstellen en aanpassen aan de veranderende omstandigheden in leven, leren en
werken (Oetelaar, 2012 ‘Whitepaper 21st Century Skills in het onderwijs’).
Het is de taak van de leerkracht om kinderen voor te bereiden op een leven lang leren in een steeds
veranderende wereld. Kinderen hebben dus bepaalde kennis en vaardigheden nodig, die in het
onderwijsaanbod aan ze mee gegeven moeten worden. Naast het beheersen van de kernvakken
hebben kinderen ook bepaalde vaardigheden nodig zoals: samenwerken, probleemoplossend
vermogen, ICT geletterdheid, kritisch denken, communiceren en sociale- en culturele vaardigheden.
Veel van deze vaardigheden worden door leerkrachten erkent, maar komen helaas niet altijd terug in
de kern- en lesdoelen van het basisonderwijs (Onderwijs maak je samen, 2014).
Voor scholen betekenen de bovenstaande ontwikkelingen dat zij meer en meer een exclusieve
leeromgeving zijn geworden
3.2 Betekenisvol leren in een kennissamenleving
Betekenisvol houdt in dat een leerling steeds weet waarom iets aan de orde is. Leren wordt
betekenisvol wanneer het verbonden kan worden met het leven van de kinderen. Een kind moet
zichzelf ook vragen willen stellen. Een school moet de kinderen in hun nieuwsgierigheid
aanmoedigen en daar structuur in aanbrengen. Volgens de Haan (2008) vormen ontwikkelen en het
leren vragen stellen de basis van kennisverwerving. Kinderen leren door te onderzoeken, reflecteren
en door dialoog aan de hand van echte vragen. Vanuit een onderzoekende (nieuwsgierige en
leergierige) houding zou ook de leerkracht van een afstand naar zijn onderwijsactiviteiten kunnen
kijken en proberen daarvan te leren.
Als iemand beseft hoe hij/zij kennis op een juiste manier kan verwerven, kan de persoon er zijn
leerstrategie op richten. Hier wordt dan gesproken over metacognitie of ook wel ‘leren leren’
(Vermunt, 1992). Met ‘leren leren’ worden de onderwijsvormen bedoeld die primair gericht zijn op
het leerproces en de bewustwording daarvan. Het gaat er hierbij om dat leerlingen leren reflecteren
op de manier waarop ze leren en dat zij algemene vaardigheden opdoen. De leerinhoud is daarbij
ondergeschikt aan het leerproces. Een voorbeeld van hoe ICT hierbij kan ondersteunen is het digitale
portfolio. Daarin slaan leerlingen hun werk op, krijgen ze feedback en hebben ze overzicht van wat ze
gedaan hebben. Sommige scholen breiden dit soort toepassingen nog verder uit door alle leerlingen
6
een eigen laptop of tablet/iPad te geven, zodat het digitale portfolio altijd bij de hand is (Weijs,
2010). Andere voorbeelden van het stimuleren van reflectie zijn: les vormen waarbij leerlingen hun
eigen presentatie op video opnemen en met de klas bespreken (coöperatief leren) (Verbeij, 2009;
Heemskerk, Meijer, van Eck, Volman, Karssen & Kuiper, 2011) en het gebruik van weblogs (Wopereis,
2009).
De persoonsvorming en identiteitsontwikkeling van kinderen zijn belangrijk. Er moet ruimte zijn om
eigen vragen te verbinden met de ‘kernvakken’ en schoolse begrippen (Leeman, Wardekker en
Majoor, 2007). Twee uitgangspunten die gehanteerd kunnen worden:
- Leren moet betekenisvol zijn;
- Het resultaat van het leren ontstaat door een onderzoekende houding.
3.3 Onderzoekend leren
Onder onderzoekend leren verstaan we les vormen waarbij leerlingen in meer of mindere mate vrij
zijn om zelf een antwoord te zoeken op een vraag, informatie te vinden over een onderwerp, inzicht
te verwerven over een begrip of vaardigheden te ontwikkelen (Velthorst, Oosterheert, Brouwer,
2011). Vaak gaat het om complexe vraagstukken met meerdere antwoorden, waarbij het proces (hoe
de leerling de oplossing bereikt) tot de leerdoelen behoort. ICT kan op gebied van onderzoekend
leren veel opleveren, maar net als bij oefenprogramma’s geldt dat toepassingen minimaal een goed
doordacht, professioneel didactisch ontwerp vergen en voortdurende aandacht van de leraar.
Volgens Koballa & Glynn (2008) zorgt de nieuwsgierigheid voor een onderzoekende houding. De
nieuwsgierigheid zorgt ervoor dat leerlingen meer open staan om verder op onderzoek uit te gaan.
Zimmerman (2007) zegt hierover dat wanneer er nieuwsgierigheid bij leerlingen gecreëerd wordt, de
leerkracht niet alleen het resultaat van het experiment mag bekijken, maar ook de onderzoeksopzet
met de leerlingen dient te bespreken.
Onderzoekend leren kan op veel verschillende manieren. Bijvoorbeeld met behulp van
computersimulaties. Computersimulaties stellen leerlingen in staat te experimenteren in een
omgeving die de realiteit modelmatig nabootst. Leerlingen kunnen in zo’n omgeving praktische
vaardigheden ontwikkelen (Oomens, 2011) of vertrouwd raken met principes van onderzoek (de
Jong, 2009). De leerling is dus niet een passieve kennisverwerver, maar gaat actief op zoek naar
informatie in verschillende bronnen en weet ze te integreren (Abbit & Orphus, 2008). Maar de
werkelijke kracht wordt bepaald door de manier waarop leraren ICT inzetten. Ondersteunende
informatie over het didactisch en organisatorisch gebruik van ICT kan hen daarbij helpen.
3.4 Samenwerkend leren (coöperatief leren)
Coöperatief leren is een onderwijsmethode die gebaseerd is op de samenwerking. Kenmerkend voor
samenwerkend leren is de noodzaak voor leerlingen om bij het uitvoeren van de leertaak met elkaar
samen te werken.
Ebbens (2005) gaat uit van vijf basisprincipes:
1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid. De opdracht kan alleen succesvol uitgevoerd worden als elk
kind in het groepje zijn bijdrage levert. De didactische structuren zorgen ervoor dat elke leerling
actief deelneemt aan de taak. Ook de bijdrage van de zwakke leerlingen is waardevol, wat een
positieve invloed heeft op hun zelfbeeld.
2. Individuele verantwoordelijkheid. Elk kind is verantwoordelijk voor zijn eigen bijdrage aan het
geheel van de opdracht. De leerkracht kan terugzien wat elke leerling gedaan heeft, door
bijvoorbeeld met verschillende kleuren pennen te werken.
3. Directe interactie. De kinderen wisselen hun ideeën, kennis en meningen samen uit. Goede
interactie is belangrijk voor het leerproces en de uitkomst van de opdracht.
7
4. Samenwerkingsvaardigheden. De leerkracht kiest per les een vaardigheid uit en besteedt hier
vooraf bewust aandacht aan. Bij de evaluatie komt hij erop terug.
5. Evaluatie van het groepsproces. De groepsleden bespreken eerst met elkaar hoe de samenwerking
ging. Daarna wordt er klassikaal geëvalueerd.
Kinderen leren niet alleen van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar.
Het werken aan een gedeelde verantwoordelijkheid is vaak voor beide partijen (leerkracht-kind) een
uitdaging. Het vraagt dan ook om een geleidelijke opbouw.
Onder diepere verwerking vallen het bekijken van het onderwerp van verschillende kanten, het
leggen van verschillende soorten en betekenisvolle relaties, het activeren en gebruiken van de
voorkennis, het herkennen van problemen en het proberen te begrijpen van nieuwe en
conflicterende informatie (Veenman, 2009).
Het inzetten van ICT bij coöperatief leren is een middel om leerlingen samen aan een leertaak te
laten werken. Het zoeken en verwerken van informatie kan middels ICT op veel verschillende
manieren.
3.5 ICT in het onderwijs
In vergelijking met andere landen scoort Nederland in de 21e eeuw hoog op het gebied van ICT,
internet en sociale media. Maar de vraag is of dat zo blijft. Een citaat van Mckinsey (2012) geeft
namelijk aan dat het onderwijs al jaren hetzelfde is: ‘Het Nederlandse onderwijs is goed, maar wordt
niet beter (Mckinsey & Company, 2012)’
Van Deurzen & van Dijk (2012) stellen dat een groot deel van de bevolking de basisvaardigheden mist
om hier goed mee om te kunnen gaan. Deze groep mist algemene computervaardigheden maar ook
het beoordelen van informatie en digitale veiligheid. Dit geldt ook voor veel jongeren in Nederland.
Volgens Kirschner (2013) kunnen zij prima overweg met het bedienen van een computer, maar het
gebruiken hiervan is niet vanzelfsprekend en moet worden geleerd. Elke nieuwe technologie zal
persoonlijke en sociale consequenties met zich meebrengen. Rutven (2013) geeft aan dat het zomaar
plaatsen van iPads in een leeromgeving onvoldoende is. De leerkracht zal zelf duidelijke leerdoelen
moeten vaststellen. Natuurlijk betekent dit niet dat het plaatsen van een iPad in een leeromgeving
een ‘magische’ oplossing is: als leraren geen bijscholing op het gebied van digitale media hebben
gehad of als uitgevers weigeren gebruik te maken van de mogelijkheden van het apparaat, zal de
iPad slechts een drager blijven.
Het is moeilijk te zeggen wat de invoering van de iPad met het leervermogen van het kind doet. In
een column (Kennislink.nl) zegt hoogleraar van der Maas (2013) hier het volgende over:
‘Door mijn wetenschappelijke bril zie ik het lerende kind als een uiterst complex, grotendeels
onbegrepen systeem, dat onderwezen wordt in ook weer zeer ingewikkelde onderwijssystemen. Dit
maakt goed gecontroleerd wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van ICT-gebaseerde
onderwijsvernieuwingen vrijwel onuitvoerbaar.’
De bovenstaande belemmeringen zijn ook
terug te zien bij de inzet van de iPad op de
Theresiaschool. Om de basisvaardigheden
ICT te verbeteren kan er gebruik worden
gemaakt van het vier in balans model (Ten
Brummelhuis, 2011). Dit model kijkt vooral
naar de twee grote vraagstukken die er op
dit moment in het onderwijs zijn; verhogen
van het leerrendement, en het doelmatig
organiseren van het leerproces. De inzet
8
van ICT kan een bijdrage leveren aan het verhogen van het leerrendement.
Het vier in balans model is tot stand gekomen op basis van wetenschappelijk onderzoek (Stichting ICT
op school, 2001; Stichting ICT op school, 2002 & Kennisnet, 2012).
Het model beschrijft de aspecten waarmee de instelling rekening moet houden bij de implementatie
van ICT. Ook wordt er gekeken naar het rendement en de wijze waarop dit kan worden ingezet. Het
model biedt een leidraad voor instellingen die willen investeren in ICT en dit op een samenhangende
manier doen.
De inzet van onderzoekend en coöperatief leren kan voor de rol van de leerkracht veranderingen met
zich mee brengen. De leerkracht zal van zijn leidende rol meer een begeleidende rol moeten maken.
Voor scholen die het belangrijk vinden om leraar gestuurd te blijven, heeft ICT een meerwaarde bij
instructie en oefenen. Onderzoek van Heijmen (2012) laat zien dat de leraar bij deze vorm van ICTgebruik zijn onderwijsstijl niet hoeft aan te passen en de prestaties van de leerlingen gelijk blijven.
Ook in de vrije tijd kan er door leerlingen aan ICT scholing worden gewerkt. Thuis en in de vrije tijd
spelen de leerlingen steeds vaker speloefeningen. Dit bevordert de presentaties van de leerlingen op
school (Sandberg, 2013).
Het op een effectieve manier inzetten van de iPads bij de wereldoriënterende vakken is een
vernieuwende manier van werken binnen onze stichting. De inzet van ICT zorgt ervoor dat de rol van
de leerkracht kan veranderen, maar dat er rekening gehouden zal moeten worden met de
implementatie van ICT. Dit sluit mooi aan bij het innovatieproces van onze stichting om samen op
weg te gaan naar een high performance school.
3.6 High performance leren
Het doel van Stichting SKIPOS en de Theresiaschool is het worden van een High Performance school.
Een school waar kinderen uitgedaagd worden om het beste uit zichzelf te halen. Een school die
kinderen opleidt tot wereldburgers van morgen. Het accent ligt hier op de meta cognitie, 21st
Century Skills en het verbeteren van het leerrendement. Leerlingen zijn mede verantwoordelijk voor
het eigen leerproces. Excellent en maatschappelijk betrokken onderwijs, samen oneindig veel leren
en grenzeloos werelds leren (Marzano, 2006).
Ook Fullan (2006) en Van Beek (2013) geven aan
dat bij een onderwijsverbetering inzichten en
ervaringen samen ingezet kunnen worden om
leerlingen op te leiden tot deze wereldburgers
van morgen. De huidige ontwikkelingsfase
wordt verbonden met het toekomstperspectief.
Zij werken hierbij met een aantal
kenmerken/bouwstenen.
Velen vinden dat de nadruk niet eenzijdig moet komen liggen op taal en rekenen. Leerlingen van de
toekomst hebben meer nodig en het streven naar excellentie behelst meer dan hoge eindresultaten.
Focus on Global Learning: focus op de lange termijn van werelds en toekomstgericht leren
(Van Beek, 2013).
Een middel om tot vernieuwend leren te komen is de
Taxonomie van Bloom (1956). Dit is een indeling die
wordt gebruikt om verschillende kennisniveaus te
omschrijven. Het biedt uitkomst om leerdoelen te
formuleren, tevens kan het inspiratie geven bij het
aanbieden van verrijkingsopdrachten.
9
De taxonomie kun je in twee ordes verdelen. Hierbij wordt gekeken naar de lagere- en hogere orde
van denkvragen.
De lagere orde: herinneren, begrijpen en toepassen.
De hogere orde: analyseren, evalueren en creëren.
Voor het adequaat leren gebruiken van vakspecifieke begrippen is op de eerste plaats diepere
verwerking noodzakelijk. Onder diepere verwerking vallen het bekijken van het onderwerp van
verschillende kanten, het leggen van verschillende soorten en betekenisvolle relaties, het activeren
en gebruiken van de voorkennis, het herkennen van problemen en het proberen te begrijpen van
nieuwe en conflicterende informatie.
De doelstelling van een High Performance school is een school waarin leerlingen in een gezonde
omgeving uitgedaagd worden om het beste uit zichzelf te halen. De focus is gericht op talent en
leerrendement, en uitstekende docenten en schoolleiders die binnen een innovatieve cultuur
maatschappelijk (meer)waarde creëren. We leiden leerlingen op tot wereldburgers van morgen en
doen dat met innovatieve mensen en middelen (Van Beek, 2013)!
3.7 Kennisconstructie
De Theresiaschool wil een mix creëren tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Actief – en
vakoverstijgend leren zijn gebaseerd op de behoeften van werkgevers en maatschappij in een
kennissamenleving. Hierbij wordt in de 21e eeuw rijk gebruik gemaakt van ICT. Een belangrijk
onderdeel binnen de school is de interactie binnen en buiten de school (Oetelaar, 2012 ‘Whitepaper
21st Century Skills in het onderwijs’).
In Nederland wordt al enige jaren de discussie gevoerd over de verhouding tussen kennisoverdracht
en kennisconstructie. Daarbij representeert kennisoverdracht een visie op onderwijzen en leren
waarbij de leerkracht in kleine stappen kennis overdraagt aan de leerling. De nadruk ligt op het
oefenen van leerstof. De leerkracht bepaalt op welk tijdstip welke kennis wordt geleerd. Bij
kennisconstructie faciliteert de leerkracht het leren meer als een onderzoeksproces. De leerling krijgt
ruimte om actief, zelfstandig en in samenwerking met anderen kennis te verwerven door het vinden
van oplossingen.
Bij de beoordeling van prestaties kijkt de leerkracht niet alleen naar wat leerlingen hebben geleerd,
maar ook naar de manier waarop (Van Gennip et al., 2010b). De overgrote meerderheid van de POscholen in Nederland hanteert een mengvorm tussen kennisoverdracht en -constructie. Voor welk
type onderwijs een school ook kiest, de school kan ICT altijd inzetten. De doelen zullen wisselend zijn,
evenals de gewenste opbrengsten.
Om kennisconstructie toe te passen in het onderwijs zijn er door het basisonderwijs (PO-raad, 2012),
voortgezet onderwijs (VO-raad, 2011) en middelbaar beroepsonderwijs (MBO Raad, 2011) drie
speerpunten centraal gesteld. Dit zijn de volgende speerpunten; personaliseren, professionaliseren
en presenteren.
Bij personaliseren spreken we over het inspelen op de specifieke behoefte van de leerling. Door het
onderwijs op hoger niveau te personaliseren of te differentiëren naar niveaugroepen, kan er worden
voldaan aan dit doel. De instelling zal gebruik moeten maken van moderne middelen (digibord en
iPad/tablet), samenwerkend leren en differentiëren in doel en instructie behoefte.
Bij het professionaliseren wordt er gesproken over het verbeteren van het onderwijs. Personaliseren
van het onderwijs kan alleen als er een goede leraar voor de klas staat die zich blijft ontwikkelen en
professionaliseren. Naast het versterken van de vakkennis is het verhogen van de didactische en
pedagogische vaardigheden van de leerkracht de beste manier om het onderwijs te verbeteren
(Hanushek & Rivkin, 2010).
10
Het laatste speerpunt is presenteren. Hierbij wordt er gesproken over de manier waarop het
onderwijs in Nederland zich presenteert. Scholen moeten in overeenstemming komen over hoe zij
leerprestaties verhogen. Deze prestaties gaan samen met een goede en doelmatige organisatie
waarbij de behoeftes van leerlingen en (leerkrachten) in overeenstemming worden gebracht.
In het theoretisch kader is gekeken naar de implementatie van ICT middels kennisconstructie. In het
volgende hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag met de deelvragen bekeken. Deze vragen zullen op
de Theresiaschool nader worden onderzocht om zo te komen tot een mogelijke aanbeveling voor de
omslag van volledige kennisoverdracht naar een mix van kennisoverdracht en kennisconstructie.
11
4. Onderzoeksvraag en deelvragen
‘Hoe kunnen in groep 7/8 van de Theresiaschool in Berlicum iPads ingezet worden bij de
wereldoriënterende vakken om de omslag te maken van volledige kennisoverdracht naar
een mix van kennisoverdracht en kennisconstructie?’
Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn er subdoelen opgesteld. Aan de hand van deze
doelen zijn de volgende deelvragen geformuleerd:
Ad. 1:
a) Wat is de meerwaarde van de inzet van iPads bij hoe de kinderen op de Theresiaschool
leren?
b) Wat wordt door de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool onder
‘kennisconstructie’ verstaan?
c) Wat vinden andere iPad scholen een meerwaarde van de inzet van iPads bij
wereldoriëntatie?
Ad. 2:
a) Welke mogelijkheden zijn er om de iPad op de Theresiaschool in groep 7/8 bij de
wereldoriënterende vakken in te zetten?
b) Hoe kun je de door middel van iPad gebruik de wereldoriënterende vakken betekenisvoller
maken voor de kinderen van de Theresiaschool?
c) Hoe kunnen we de huidige methodes op de Theresiaschool zo aanpassen dat
kennisconstructie kan worden toegepast binnen de wereldoriënterende vakken?
12
5. Opzet van het onderzoek
5.1 Beschrijving en verantwoording van dataverzameling
Om de hoofd- en deelvragen op een juiste manier te beantwoorden is van de volgende methodes
gebruik gemaakt:
1. Documentenanalyse van het visiestuk van de Stichting en de Theresiaschool.
De visie van stichting SKIPOS en de Theresiaschool zijn de fundering voor het inzetten van
iPads. Voorafgaand aan het onderzoek zijn er vele gesprekken gevoerd om een duidelijke
hoofdvraag te kunnen formuleren. Daarnaast zijn er ook deelvragen opgesteld die gekoppeld
zijn aan deze visies. Een goede fundering is belangrijk voor het onderzoek zodat de
implementatie van iPads binnen de wereldoriënterende vakken door de leerkrachten van
Theresiaschool op een goede manier ingezet gaat worden.
2. Interview met verschillende betrokkenen binnen het iPad gebruik op de Theresiaschool.
Om een goed advies te kunnen geven, is het noodzakelijk dat er duidelijk in kaart gebracht
wordt hoe de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool denken over
kennisconstructie en vaardigheden van kinderen. Daarnaast zijn de mogelijkheden van de
inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken een belangrijk vraagstuk in het onderzoek. De
mening en vaardigheden van de leerkrachten zijn erg waardevol voor het onderzoek. Deze
vaardigheden zijn volgens Hanushek & Rivkin (2010) belangrijk voor het professionaliseren
van het onderwijs.
3. Observaties van het iPad gebruik op andere scholen.
Voor de beeldvorming over het inzetten van iPads in het onderwijs is er een bezoek gebracht
aan andere scholen. Zo kunnen de verschillen qua inzet en het gebruik van iPads in kaart
gebracht worden. Bij deze observaties is er vooral gekeken naar de nieuwe vaardigheden die
kinderen zich met de iPad eigen maken. Zoals in de theorie door Voogt & Pareja Roblin
(2010) ook beschreven wordt.
De instrumenten die gebruikt worden, om de onderzoeksvraag en deelvragen te beantwoorden,
worden in paragraaf 5.3 verder beschreven.
13
5.2 Respondenten
De respondenten van dit onderzoek zijn de bovenschools directeur, directeur Theresiaschool,
geobserveerde klassen waarin met iPads gewerkt wordt en de leerkrachten van groep 7/8. Er is
gekozen om alle zes de leerkrachten van de groepen 7/8 te interviewen, zij hebben samen een
gemiddelde leeftijd van 40 jaar. Deze groep heeft gemiddeld 18 jaar ervaring in het onderwijs en
bestaat uit leerkrachten met en zonder iPad ervaring. Dit is een bewuste keuze om de verschillen en
eventuele knelpunten goed in beeld te kunnen brengen.
De drie geobserveerde respondenten zijn voorafgaande aan het onderzoek geïnformeerd en zijn
bewust geselecteerd omdat zij iPads inzetten in het onderwijs. Deze respondenten kunnen nieuwe
inzichten voor het onderzoek bieden.
Binnen de respondenten zitten verschillende lagen van de onderwijsorganisatie. Zo is er een duidelijk
beeld van een stukje beleid (bovenschools) en de manier waarop er een invulling in de praktijk aan
gegeven wordt.
Voor meer informatie over de betrokkenen bij dit onderzoek wordt verwezen naar bijlage C.
5.3 Instrumenten
Om een helder beeld te krijgen van de huidige visie van Stichting SKIPOS en de Theresiaschool is er
een documentenanalyse van het visiestuk gemaakt. In deze analyse wordt er gekeken naar de
huidige visie op het inzetten van iPads binnen de Stichting en de Theresiaschool. Deze analyse is
valide doordat deze door de respondenten in een interview wordt bevestigd.
Voor het interview is er gebruik gemaakt van een mondeling semigestructureerd interview. Deze
interviews geven antwoord op vrijwel alle deelvragen. Om valide vragen te stellen is er een directe
koppeling gemaakt met de hoofdvraag, deelvragen en het theoretisch kader. Om de
betrouwbaarheid te verhogen worden de verslagen van de interviews met de respondenten
besproken en eventueel bijgesteld. De bevindingen worden daarmee controleerbaar en inzichtelijk
gemaakt (Baarda, de Goede en Teunissen, 2009).
De interviews hebben in overeenstemming met de betreffende leerkracht plaatsgevonden. Hierbij
waren geen andere personen aanwezig. De belangrijkste vraagstellingen van het interview waren:
- Wat wordt er onder het begrip ‘kennisconstructie’ verstaan?
- Wat weet je op dit moment over de inzet van iPads?
- Welke vaardigheden worden in jouw optiek voor kinderen en leerkrachten vereist en wat heb je
nodig voor de verwezenlijking?
Voor de volledig uitgewerkte interviews zie bijlage E.
Het uitgangspunt bij de observaties is vooral gericht op het kijken naar het iPad gebruik en de
vaardigheden van kinderen en leerkrachten. Deze ongestructureerde observaties geven antwoord op
deelvraag 1C en zijn een verklaring van wat er gezien is. De observaties worden volgens de
beschrijvende methodiek beschreven in een analyse. Met de kijk op deze verschillende manieren van
de inzet van iPads, heeft er bewustwording gericht op het leerproces plaatsgevonden (Vermunt,
1992).
14
5.4 Wijze van data-analyse
Voor de documentenanalyse is het school- en projectplan iPads van Stichting SKIPOS en het
schoolplan van de Theresiaschool geraadpleegd. In dit plan wordt de visie op het iPad onderwijs
weergegeven.
De tijd tussen de observatie en de uitwerking daarvan is zo kort mogelijk gehouden. De observaties
worden dezelfde dag uitgewerkt in een algemeen observatieverslag. Dit geldt ook voor de interviews.
De opnames worden zo snel mogelijk uitgeschreven tot een verslag. Door de interview op te nemen
wordt de validiteit gewaarborgd (Baarda, de Goede & Teunissen, 2009).
Van de observatie- en interviewverslagen is er een instrumenten analysemodel gemaakt. In dit model
zijn verschillende kernbegrippen uitgewerkt over wat er gezegd is in interviews en gezien is in
observaties. Deze kernbegrippen zijn verdeeld in verschillende categorieën, waarmee er een verband
is gelegd met het theoretisch kader en de documentenanalyse.
Het theoretisch kader en de instrumenten waarmee de data verzameld zijn, vormen de basis voor
het onderzoek.
De resultaten van de interviews zijn na de verwerking met de geïnterviewde leerkrachten besproken.
Op deze manier konden zij controleren of het interview correct is weergegeven en of zij zich
herkenden in het interviewverslag. Zo worden de conclusies inzichtelijk en controleerbaar gemaakt.
15
6. Resultaten
Ad. 1:
a) Wat is de meerwaarde van de inzet van iPads bij hoe de kinderen op de Theresiaschool
leren?
De inzet van iPads is een meerwaarde voor stichting SKIPOS en de Theresiaschool omdat zij
streven naar een High Performance school. Volgens de directeur van de Theresiaschool zit de
meerwaarde van de inzet van iPads in het versterken van de didactische ondersteuning.
Terwijl de bovenschools directeur een meerwaarde aan de inzet van iPads ziet, doordat deze
tal van mogelijkheden om allerlei vaardigheden te ontwikkelen met zich meebrengt.
Uit de analyse van de interviews onder de leerkrachten blijkt dat vier van de zes
geïnterviewde leerkrachten van groep 7/8 nog weinig over de meerwaarde van de inzet van
iPads bij wereldoriënterende vakken op de Theresiaschool kan zeggen. Hier geven zij in aan
dat zij niet over de iPads beschikken en deze nog maar weinig in de klas inzetten. Twee van
de zes leerkrachten geven aan dat zij vaker de iPad inzetten en het een meerwaarde vinden
dat kinderen meer worden uitgedaagd en tegelijkertijd informatie kunnen verwerven. Zo
zegt één leerkracht bijvoorbeeld: ‘Kinderen worden meer uitgedaagd. Ze vinden het
interessanter en leuk om te doen.’ Een meerwaarde bij hoe kinderen leren is volgens alle
leerkrachten de hoge betrokkenheid wanneer iPads ingezet worden.
In de analyse van de observaties op de SKIPOS scholen zie je dat de iPads in de klas een
meerwaarde zijn, omdat deze naast de methode als ondersteuning ingezet kunnen worden.
De inzet van ICT kan een bijdrage leveren aan het verhogen van het leerrendement. Hier zijn
drie leerkrachten van de Theresiaschool het mee eens. Zij geven ieder aan dat de
implementatie van iPads een proces is wat in de loop der jaren ontwikkeld zal worden en er
dan meer over de meerwaarde van de inzet van iPads gezegd kan worden.
b) Wat wordt door de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool onder
‘kennisconstructie’ verstaan?
Om de iPads op de Theresiaschool op een juiste manier in te kunnen zetten bij de
wereldoriënterende vakken, is het begrip ‘kennisconstructie’ erg waardevol. In de toekomst
zal de leerkracht meer een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie toe gaan
passen. Oftewel de rol van leider zal steeds meer afwisselen met een begeleidende rol.
Uit de analyse van de interviews onder de leerkrachten blijkt dat twee van de zes
geïnterviewde leerkrachten het begrip kennisconstructie goed kan omschrijven (zie tabel
6.1). Deze leerkrachten kennen de inhoud van het begrip zoals volgens Van Gennip (2010) in
de theorie beschreven wordt. Voor de vier overige leerkrachten is het begrip onvoldoende
gevuld.
Twee leerkrachten denken bij het begrip kennisconstructie vooral aan de opbouw en het
verwerven van kennis. Zij spreken hierbij over het tot stand komen van kennis en de
manieren waarop zij kennis kunnen opnemen. Zo zegt een leerkracht hier het volgende over:
‘Niet meer zo ouderwets dat ze alles lezen.’
16
In het interview geeft een van de leerkrachten aan dat de kennis die leerkrachten van dit
begrip hebben ook een verantwoordelijkheid van de directeur van de Theresiaschool is. Hij
heeft het begrip al eerder ingebracht, maar hier wordt verder weinig aandacht en uitleg aan
gegeven. Dit beamen alle zes de leerkrachten in de interviews. Zij geven aan dat zij nog
onvoldoende kennis en vaardigheden hebben om de iPad op een juiste manier middels
kennisconstructie in te kunnen zetten.
De directeur van de Theresiaschool zegt in een interview dat het team van de Theresiaschool
al over voldoende vaardigheden beschikt om de iPad middels kennisconstructie in te zetten.
Hij geeft wel aan dat het team nog wat achtergrond informatie en tools mist. Daarvoor
zouden er volgens hem meer momenten voor uitwisseling moeten komen.
c) Wat vinden andere iPad scholen een meerwaarde van de inzet van iPads bij
wereldoriëntatie?
Om de meerwaarde van de inzet van iPads in beeld te brengen, is zicht op de verschillende
manieren van het implementeren van de iPads noodzakelijk. Binnen stichting SKIPOS zijn
verschillende scholen met een pilot iPads aan de slag gegaan. Een van deze iPad scholen
binnen stichting SKIPOS geeft aan dat zij het een meerwaarde vinden om met de iPad in
verschillende werkvormen te werken. Zij denken zo beter aan te kunnen sluiten op de
belevingswereld van het kind. Ook de directeur van de Steve Jobs school ziet het inzetten van
de iPads als de manier om in te gaan op de interesses van het kind.
Uit de analyse van de observatie van de Steve Jobs school in Breda blijkt dat de iPad op deze
school als ondersteunend middel voor het onderwijs gezien wordt (tabel 6.2). Ook de SKIPOS
scholen vinden dit belangrijk. Een kind kiest zijn eigen leerproces en de iPad ondersteunt
hem of haar bij het behalen van de leerdoelen.
Zowel de Steve Jobs school als de scholen binnen stichting SKIPOS vinden het belangrijk dat
de vaardigheden die leerlingen nodig hebben bij het leren in deze eeuw goed ontwikkeld
worden. Zij vinden het een meerwaarde dat de iPad wordt ingezet om deze vaardigheden bij
kinderen te stimuleren.
Ad. 2:
a) Welke mogelijkheden zijn er om de iPad op de Theresiaschool in groep 7/8 bij de
wereldoriënterende vakken in te zetten?
Om een goede mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende
vakken te creëren is het van belang om te weten welke mogelijkheden er zijn.
De bovenschools directeur geeft in een interview aan dat hij de iPad een geschikt middel
vindt om ervaring op te doen met verschillende vaardigheden bij de wereldoriënterende
vakken. Van opzoekvaardigheden tot presentatievaardigheden, die in deze tijd erg belangrijk
zijn volgens hem. De directeur van de Theresiaschool geeft aan dat zijn ideaal plaatje voor
de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken, met meerdere vaardigheden te maken
hebben. Zo zouden kinderen met de inzet van iPads volgens hem middels ontdekkend en zelf
onderzoekend leren meer tot zich nemen. Hij spreekt hier over het toepassen van de
werkvormen samenwerken, uitleggen en presenteren.
17
Uit de analyse van de interviews blijkt dat drie van de zes leerkrachten nog niet weten welke
mogelijkheden er zijn om de iPad in te zetten (tabel 6.3). Dit heeft volgens hen met de kennis
van het gebruik te maken. Wat ook meespeelt voor vijf van de zes geïnterviewde
leerkrachten is de mogelijkheid om iPads in te zetten. Deze klassen beschikken niet fulltime
over de mogelijkheid om iPads in te zetten en maken er hierdoor weinig gebruik van. Zo zegt
een leerkracht die niet fulltime over de iPads beschikt hier het volgende over: ‘Ik zou de iPad
niet kunnen, maar wel willen inzetten.’
b) Hoe kun je de door middel van iPad gebruik de wereldoriënterende vakken betekenisvoller
maken voor de kinderen van de Theresiaschool?
De bovenschools directeur van stichting SKIPOS geeft in een interview zijn visie weer.
Volgens hem moeten de iPads met meer betekenis ingezet gaan worden. Hiervoor moeten
volgens hem de bestaande methodes wat meer losgelaten worden zonder de kerndoelen uit
het oog te verliezen. Directeur Kleinpaste van de Steve Jobs School zegt dat kinderen zelf in
staat zijn om alle leerlijnen aan te raken.
De directeur van de Theresiaschool zegt in een interview dat hij graag zou willen zien dat zijn
leerlingen zelf eigenaar worden van de eigen ontwikkeling. Door kinderen coöperatief te
laten werken aan thema’s of leerarrangementen, maar dit wereldoriënterende vakken
betekenisvoller volgens hem.
Uit de analyse van de interviews die afgenomen zijn bij de leerkrachten van de
Theresiaschool blijkt dat drie van de zes leerkrachten de inzet van iPads bij
wereldoriënterende vakken betekenisvol vinden als het aansluit bij de belevingswereld van
kinderen. Twee andere leerkrachten vinden het betekenisvol als het geen begrijpend leesles
wordt. Kinderen leren door te onderzoeken, reflecteren en door dialoog aan de hand van
echte vragen.
Een derde van de geïnterviewde leerkrachten van de Theresiaschool zijn het hier mee eens:
‘het wereldoriëntatie onderwijs moet heel erg aansluiten bij de belevingswereld, dan vinden
ze het leuk en interessant, dan leren ze er een hoop meer van’. Ook zegt een leerkracht: ‘dat
wanneer we dieper op een thema ingaan het betekenisvoller wordt. Daarnaast kun je zo
vakoverstijgend gaan werken’.
De directeur van de Theresiaschool geeft in een interview aan dat hij het wereldoriëntatie
onderwijs met de inzet van iPads betekenisvol vindt als leerlingen ontdekkend en
zelfonderzoekend leren samen of alleen en hierbij vaardigheden als samenwerken, uitleggen
en presenteren ontwikkelen. Door een leerkracht wordt in het interview genoemd: ‘het is
betekenisvol wanneer het raakvlakken heeft met de werkelijkheid’. Een andere leerkracht
zegt hier in het interview over: ‘als je wat langer over één thema doet, kun je er dieper op
ingaan en vakoverstijgend werken, zodat het betekenisvoller voor de kinderen wordt.
c) Hoe kunnen we de huidige methodes op de Theresiaschool zo aanpassen dat
kennisconstructie kan worden toegepast binnen de wereldoriënterende vakken?
18
De bovenschools directeur heeft in een interview aangegeven dat hij het geen probleem zou
vinden om de methodes in de toekomst niet meer in te zetten. Volgens de directeur van de
Theresiaschool is dit geen optie. Hij geeft aan zoekende te zijn naar een manier waarop we
de huidige wereldoriëntatie methodes in kunnen zetten, zodat er steeds meer
kennisconstructie toegepast kan worden. Uit de documentenanalyse blijkt dat beide
directeuren graag zouden willen dat er volgens thema’s, leerarrangementen of
kernconcepten gewerkt gaat worden. Dit wordt door drie leerkrachten van groep 7/8
beaamd. Ook zij zouden graag bij de wereldoriënterende vakken volgens thema’s,
leerarrangementen of kernconcepten werken. Zij geven aan dat de iPad hier een belangrijke
rol in zal gaan spelen. Zo geeft leerkracht 5 aan dat de iPad echt een meerwaarde naast de
methode is. Veel informatie en onderwerpen kun je naast de methode als leerkracht niet
aanbieden.
Uit de analyse van de interviews blijkt dat vijf van de zes geïnterviewde leerkrachten van de
Theresiaschool aangeven dat voor het aanpassen van de huidige methodes en het toepassen
van kennisconstructie kennis en vaardigheden van hen worden gevraagd. Vijf van de zes
geïnterviewde leerkrachten beschikt nog niet over voldoende vaardigheden om de iPads
middels kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken in te zetten (tabel 6.5).
Drie leerkrachten geven in het interview aan dat zij graag de iPad middels kennisconstructie
in willen zetten, maar dit op dit moment niet kunnen. Een van de leerkrachten zegt hier het
volgende over: ‘Ik zou de iPad niet kunnen, maar wel graag in willen zetten. Ik vind en daar
ben ik van overtuigd, de iPad een instrument met heel veel mogelijkheden’.
Ook komt kennis in ruim 83% van de interviews onder de leerkrachten als kernbegrip naar
voren. Zij geven aan dat er kennis over het gebruik van de iPad en het bewaken van
kerndoelen en leerlijnen binnen de wereldoriënterende vakken nodig zijn, om meer
kennisconstructie toe te kunnen passen. Zowel de bovenschools directeur als de directeur
van de Theresiaschool geven aan dat zij bij de aanpassing van de huidige methodes en het
toepassen van kennisconstructie willen dat kinderen verantwoordelijk worden voor het eigen
leerproces. Door twee oudere leerkrachten van de Theresiaschool wordt in een interview
aangegeven dat je leerlingen niet zomaar los kunt laten, maar het een geleidelijk proces
dient te worden. Zo zegt een leerkracht hier het volgende over: ‘Je moet ontwikkelingen
nooit tegenhouden, maar je moet het kind ook niet met het badwater weggooien.’
19
7. Conclusie en discussie
7.1 Conclusies
Ad. 1:
a) Wat is de meerwaarde van de inzet van iPads bij hoe de kinderen op de Theresiaschool
leren?
Leerkrachten geven aan dat de iPads een didactische ondersteuning dienen te zijn en hier
structuur in gevonden dient te worden. Buiten didactische ondersteuning bieden iPads
allerlei mogelijkheden om vaardigheden te ontwikkelen. Leerkrachten van de Theresiaschool
geven aan dat zij nog weinig meerwaarde aan de inzet van iPads bij wereldoriënterende
vakken zien. Zij geven zelf aan basisvaardigheden te missen om de iPads op een juiste manier
in te zetten. Wat volgens Van Deurzen & van Dijk (2012) wordt beaamd. Rutven (2013) gaat
nog een stapje verder, hij zegt dat de leerkracht eerst een leerdoel moet vaststellen voordat
de iPad in het onderwijs een meerwaarde kan vormen. Wanneer de iPads in het onderwijs
geïmplementeerd gaan worden, verandert de rol van de leerkracht. Leerkrachten geven aan
dat dit nog verder te willen ontwikkelen.
b) Wat wordt door de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool onder
‘kennisconstructie’ verstaan?
Onder de leerkrachten van groep 7/8 van de Theresiaschool wordt verschillend naar het
begrip kennisconstructie gekeken. Het begrip kennisconstructie kan niet door alle
geïnterviewde leerkrachten voldoende gevuld worden in vergelijking met de in het
onderzoek gehanteerde definitie zoals door Van Gennip (2010) beschreven wordt. De
directeur van de Theresiaschool gaat er vanuit dat dit begrip wel bekend is onder de
leerkrachten van groep 7/8. De leerkrachten en directeur zitten dus nog niet op één lijn als
het gaat om de veronderstelde kennis van het begrip ‘kennisconstructie.
c) Wat vinden andere iPad scholen een meerwaarde van de inzet van iPads bij
wereldoriëntatie?
Uit het onderzoek naar de meerwaarde van de inzet van iPad op andere scholen kan
geconcludeerd worden dat er verschillen maar zeker ook overeenkomsten zijn. Zowel de
Steve Jobs school als alle SKIPOS scholen, waaronder ook de Theresiaschool, zijn bezig met
de ontwikkeling richting kennisconstructie. Daarvoor willen ze allemaal de iPad inzetten. Er is
op dit moment te weinig onderlinge uitwisseling, ieder is het wiel opnieuw aan het uitvinden.
De scholen zouden elkaar hierbij van dienst kunnen zijn door elkaars ervaringen/ideeën
omtrent het gebruik van de iPads voor verschillende werkvormen.
Alle scholen zijn zich bewust van de vaardigheden van de 21e eeuw die kinderen moeten
beheersen. Hiervoor zal het kind deels zijn eigen leerproces moeten kiezen en met
ondersteuning van de iPad leerdoelen dienen te behalen. Marzano (2006) beaamd dat het
belangrijk is leerlingen verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces.
In de theorie wordt ook duidelijk gemaakt hoe belangrijk het aansluiten bij de veranderingen
in de 21e eeuw is. Het enige constante in onze huidige samenleving is de ‘verandering’. Die
veranderingen vragen om anders leren (Reich, 2013).
20
Ad. 2:
a) Welke mogelijkheden zijn er om de iPad op de Theresiaschool in groep 7/8 bij de
wereldoriënterende vakken in te zetten?
Leerkrachten geven aan dat er voor de implementatie van iPads bij de wereldoriënterende
vakken eerst gewerkt moet worden aan eigen vaardigheden. Het is een proces waar langer
de tijd voor nodig is (Rutven, 2013). Leerkrachten hebben behoefte aan de uitbreiding van
eigen kennis en vaardigheden. Ook Rutven (2013) geeft aan dat het zomaar plaatsen van
iPads in de leeromgeving onvoldoende is. Daarnaast is aan de slag gaan en ontdekken erg
belangrijk. Leerkrachten moeten los durven laten aan de methodes en de iPads op veel
verschillende momenten in gaan zetten. Het is hiervoor wel noodzakelijk dat er voldoende
iPads op school beschikbaar zijn.
Volgens de leerkrachten worden er ook vaardigheden van de kinderen gevraagd. Om deze
basisvaardigheden ICT te verbeteren kan er gebruik worden gemaakt van het vier in balans
model (Ten Brummelhuis, 2011). Leerkrachten kunnen uitleg geven over opzoekvaardigheden, zodat iedereen weet op welke manier er omgegaan moet worden met het
zoeken naar informatie op de iPad. Zowel leerkrachten, directeur Theresiaschool en
bovenschools directeur zien mogelijkheden voor het inzetten van iPads bij het werken in
thema’s, leerarrangementen of kernconcepten. In de theorie komt hier het coöperatief- en
onderzoekend leren sterk naar voren (Velthorst, Oosterheert, Brouwer, 2011). Wanneer er
volgens deze mogelijkheden gewerkt gaat worden verandert de rol van de leerkracht. Deze
gaat van een coachende naar een begeleidende rol.
b) Hoe kun je de door middel van iPad gebruik de wereldoriënterende vakken betekenisvoller
maken voor de kinderen van de Theresiaschool?
Uit het onderzoek naar betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs met de iPad blijkt dat zowel
de bovenschools directeur, directeur Theresiaschool en leerkrachten van groep 7/8 op de
Theresiaschool het eens zijn dat de iPad betekenisvol ingezet moet worden door kinderen
mede eigenaar van hun leerproces te maken. Daarnaast wordt er door de leerkrachten van
groep 7/8 op de Theresiaschool gezegd dat zij de iPads op een andere manier willen gaan
inzetten, waarbij er meer sprake is coöperatieve werkvormen. Zoals door De Haan (2008) in
de theorie ook wordt beschreven. Een andere vorm voor het inzetten van iPads is middels
zelf ontdekkend en zelfonderzoekend leren, wat door de directeur vaak genoemd wordt. Ook
Veenman (2009) stelt dat kinderen zo tot een diepere verwerking kunnen komen door het
onderwerp van verschillende kanten te bekijken en door het leggen van verschillende
betekenisvolle relaties.
Hoe deze nieuwe manier van onderwijs vorm gegeven dient te worden is voor vele
leerkrachten nog te onduidelijk. Zij denken hier heel verschillend over.
c) Hoe kunnen we de huidige methodes op de Theresiaschool zo aanpassen dat
kennisconstructie kan worden toegepast binnen de wereldoriënterende vakken?
Het is voor zowel de bovenschools directeur als de van directeur Theresiaschool nog niet
helder welke kant zij op willen. Zij geven aan dat zij de huidige wereldoriëntatie methodes op
dit moment willen behouden. Tevens willen ze werken met thema’s, leerarrangementen of
kernconcepten om zo kennisconstructie toe te passen binnen de wereldoriënterende vakken
(Veenman, 2009) en het onderwijs volgens hen betekenisvoller te maken voor de kinderen.
Uit de interviews onder de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool is gebleken dat
deze combinatie op dit moment niet haalbaar is. Zij geven allen aan dat zij hierin nog extra
bijscholing en begeleiding nodig te hebben.
21
De antwoorden op de deelvragen vormen samen het antwoord op de hoofdvraag:
‘Hoe kunnen in groep 7/8 van de Theresiaschool in Berlicum iPads ingezet worden bij de
wereldoriënterende vakken om de omslag te maken van volledige kennisoverdracht naar een mix
van kennisoverdracht en kennisconstructie?’
Uit het onderzoek is gebleken dat zowel de bovenschools directeur, de directeur van de
Theresiaschool als de leerkrachten van groep 7/8 van de Theresiaschool de iPads bij de
wereldoriënterende vakken op dit moment vooral als een didactische ondersteuning zien. Hier dient
nog structuur in gevonden te worden. Om de iPads in te kunnen zetten bij de wereldoriënterende
vakken is het nodig dat er voor iedere groep voldoende iPads aanwezig zijn. De omslag van
kennisoverdracht naar een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie kan niet ineens
gemaakt worden. Dit vraagt namelijk om een andere rol van de leerkracht (van leider naar
begeleider) en hiervoor is scholing en uitwisseling nodig (Hanushek & Rivkin, 2010). Om leerkrachten
vaardiger te maken en daardoor de iPads bij wereldoriënterende vakken te kunnen implementeren,
zou er gebruik gemaakt kunnen worden van: De Taxonomie van Bloom (1956), codering binnen 21st
Century Skills (Oetelaar, 2012) en het Vier in Balans model (Ten Brummelhuis, 2010).
Ook leerlingen moet de kans en tijd krijgen om te wennen aan hun veranderende rol in het onderwijs
(van passief naar actief / eigenaarschap).
22
7.2 Kritische reflectie op onderzoeksproces
Doel: Mijn doel van dit onderzoek was het geven van aanbevelingen voor de inzet van iPads bij de
wereldoriënterende vakken in groep 7/8 op de Theresiaschool. Om dit doel te kunnen bereiken heb
ik mezelf verdiept in de literatuur. Hiervoor heb ik verschillende relevante bronnen gebruikt. Deze
bronnen sluiten aan bij de onderzoeksvraag en deelvragen. Hier heb ik erg veel van geleerd! Zo heb
ik beter inzicht gekregen op de inhoud en inzet van iPads in het onderwijs en de manier waarop dit
eventueel door de Theresiaschool gedragen zou kunnen worden.
Acties: Het formuleren van de onderzoeks- en deelvragen heeft erg veel tijd gekost. We liepen steeds
vast op de juiste vragen en het grote geheel. Hiervoor is de hulp van een ervaren leerkracht op de
Theresiaschool en de onderzoeksdocent op de Pabo ingeschakeld. Nadat de onderzoeksvraag helder
was en de instrumenten voor de deelvragen gekozen waren, ging het onderzoek gerichter. De
instrumenten hebben mij een overzichtelijke kijk gegeven op de ontwikkelingen die er tot nu toe zijn.
Er zijn interviews met de bovenschools directeur, de directeur en de leerkrachten van groep 7/8 van
de Theresiaschool gehouden. Deze zijn in een schema per deelvraag/kernwoord gelabeld en hier zijn
conclusies uit getrokken. Ook zijn er observaties op andere iPad scholen gedaan en is er een Steve
Jobs school bezocht. Net als de resultaten van de interviews zijn de observaties in het schema per
kernwoord gelabeld en zijn ook deze in de conclusies verwerkt.
Wat ging goed en wat niet: In het beginstadium van het onderzoek waarin we zoekende waren naar
de juiste onderzoeksvraag liepen we tegen een te groot geheel aan. Het onderzoek zoals dit door de
directeur van de Theresiaschool beschreven was, was te veel omvattend en zo kwamen we niet tot
een goed onderzoeksproces. Hiervoor zijn verhelderende gesprekken gevoerd met bovenschools
directeur, de directeur van de Theresiaschool en de onderzoeksdocent van de Pabo.
Dit is voor mij een erg goed en leerzaam proces geweest. Ik heb geleerd dat je eerst helder moet
hebben wat je precies wil onderzoeken en je hier een goed fundament voor nodig hebt. Zo zijn de
resultaten veel effectiever en kan er vervolgonderzoek plaatsvinden.
Het schrijven van het theoretisch kader ging daarin tegen beter dan ik had verwacht. Ik merkte dat ik
mezelf steeds meer expert maakte in het onderwerp. Wel liep ik er tegenaan dat ik niet genoeg
valide en relevante bronnen kon vinden, omdat er nog te weinig over dit onderwerp geschreven is.
Hiervoor heb ik een docent ICT van de Pabo benaderd, deze kwam met heel nuttige suggesties
waardoor ik het theoretisch kader goed heb kunnen af ronden. Bij een volgend onderzoek zou ik
sneller aan de slag kunnen. Ik weet nu hoe een onderzoeksproces verloopt en hoe je antwoord geeft
op vragen. Tijdens het werken aan het SOP heb ik het samenwerken in een onderzoeksgroep als een
groot voordeel ervaren. De communicatie binnen de groep verliep heel soepel en vlot, iedereen hield
zich aan de afspraken en als het onderzoek even moeizaam verliep, was het fijn dat je even op elkaar
terug kunt vallen.
Waarde resultaten: Tijdens het onderzoek is vanuit alle kanten gebleken dat de school een stapje
terug moet doen en eerst een duidelijke visie moet schetsen. Leerkrachten van groep 7/8 hebben
aangegeven dat zij nog niet vaardig genoeg zijn om de iPads op een goede manier in te kunnen
zetten. Voor een vervolgonderzoek zou het zinvol zijn om ook de leerkrachten van groep 5 en 6 te
interviewen: ook zij geven wereldoriënterende vakken en gaan in de toekomst iPads inzetten. De
school kan tijdens studiedagen of bouwvergaderingen gebruik maken van uitwisseling en inzichten
uit het theoretisch kader. Wanneer deze aanbevelingen doorgevoerd worden, kan in vervolgonderzoek gekeken worden naar wat nodig is voor implementatie. Het fundament is met deze
aanbevelingen in ieder geval gelegd! Ik ben van overtuigd dat ook andere scholen gebruik kunnen
maken van dit onderzoek, wanneer ook zij met behulp van ICt een mix tussen kennisoverdracht en
kennisconstructie willen creëren.
23
7.3 Praktische opbrengst en aanbevelingen
Aanbeveling 1
Visievorming iPad onderwijs
De directeur van de Theresiaschool moet koers uitzetten over de vorm waarmee er in de toekomst
gewerkt gaat worden. Hierbij kan de directeur gebruik maken van de Taxonomie van Bloom (1956),
codering binnen 21st Century Skills (Oetelaar, 2012) en het Vier in Balans model (Ten Brummelhuis,
2010). Hierdoor zal directeur van de Theresiaschool tot een duidelijke visie kunnen komen. Deze
visievorming zal een duidelijk plan voor de implementatie van iPads zijn, zodat alle leerkrachten
bewust worden van de veranderende rol als leerkracht en deze adaptief in kunnen zetten. De
directeur van de Theresiaschool en de leerkrachten moeten elkaar op de hoogte brengen door
gesprekken aan te gaan over hun verwachtingen, wensen en behoeften ten aanzien van de rol van
iPads bij de wereldoriënterende vakken. De scholen zijn nog volop in ontwikkeling en de komende
periodes/schooljaren moeten ze gebruiken om zich vaardig te maken en kerndoelen aan apps of
verwerkingsprogramma’s moeten gaan koppelen. Dit kunnen zij doen door studiedagen, intervisies
en plenaire uitwisseling.
Aanbeveling 2
Uitwisseling
Leerkrachten moeten samen gaan ontdekken hoe de iPads effectief in het onderwijs ingezet kunnen
worden. Een goede uitwisseling en het professionaliseren staan hierbij centraal (Hanushek & Rivkin,
2010). Leerkrachten dienen met elkaar mee te denken en van elkaar te leren over hoe iPads op een
juiste manier ingezet kunnen worden en worden zo mede-eigenaar van het implementatietraject.
Voor de directeur het advies om hiervoor meer iPads aan te schaffen zodat alle leerkrachten de iPads
kunnen inzetten bij de wereldoriënterende vakken. Ook de leerlingen met nodige voorkennis kunnen
ingezet worden om iPad vaardigheden te ontwikkelen (Veenman, 2009). De leerkrachten zullen de
leerlingen meer verantwoordelijkheid voor eigen leerproces moeten geven (Marzano, 2006).
Om tot een goede uitwisseling te komen is het van belang dat de directie dit faciliteert in vorm van
een maandelijkse bijeenkomst per bouw. Het is belangrijk dat er in deze uitwisselingsgroepen een
leerkracht van een iPad klas zit.
Aanbeveling 3
Het professionaliseren van leerkrachten
Leerkrachten geven unaniem aan dat wanneer ze iPads bij wereldoriënterende vakken op een juiste
manier in willen zetten ze graag ICT-vaardiger willen zijn. De inzet van iPads vraagt heel veel eigen
vaardigheid van een leerkracht maar hoe competenter een leerkracht met ICT is, hoe effectiever ICT
in het onderwijs ingezet kan worden (Stichting Kennisnet, 2011). Het is belangrijk dat die eigen
vaardigheid verbeterd wordt, extra scholing speelt hierbij een belangrijke rol. Een goede start maken
met verbeteren van eigen vaardigheden kan door middel van de Taxonomie van Bloom (1956),
codering binnen 21st Century Skills (Oetelaar, 2012) en het Vier in Balans model (Ten Brummelhuis,
2010). Het advies aan de directeur om zich hier de komende tijd op te gaan oriënteren en een keus
te maken over de manier waarop iPads bij de wereldoriënterende vakken school breed ingezet gaan
worden.
24
Literatuurlijst
Bronnen:
Anderson, L.W. & Krathwohl, D.R. (2001). A taxonomy for learning, teaching and assessing. A revision of Bloom’s
taxonomy of educational objectives. New York/San Francisco: Longman.
Beek, E. van. (2009). Instructiestrategieën in leermiddelen. Utrecht: CLU.
Bijlsma, A. & Mur, J.(2009.) Handboek Digibord & Didactiek. Bodegraven: Instruct.
Bolhuis, E. & Hoeff, A., van der. (2013). OnderWijs met ICT. Bussum: Uitgeverij Countinho.
Deursen, A. van & Dijk, J., van. (2012). Trendrapport internetgebruik 2012. Een Nederlands en Europees perspectief.
Enschede: Universiteit Twente.
Fullan, M. (2011). Choosing the wrong drivers for whole system reform. Melbourne: Centre for Strategic Education.
Kennisnet. (2013). Vier in balans monitor 2013. Zoetermeer: Kennisnet.
Kirschner, P. (2013). Knopvaardig is wat anders dan digitaal geletterd. In: 4W. Weten wat werkt en waarom (2-2013).
Roozen, I. Oosterloo, A. Klein Tank, M. (2011). Vakken in samenhang. Enschede: SLO (nationaal expertisecentrum
leerplanontwikkeling).
Sandberg, J. & Maris, M. (2013). De toegevoegde waarde van een spelcontext en intelligente
aanpassingen voor een mobiele leerapplicatie. Amsterdam: UVA.
Ten Brummelhuis & Amerongen, M., van. (2011). Vier in Balans Monitor 2011. Ict in het onderwijs: de stand van
zaken. Zoetermeer: Kennisnet.
Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor
toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press.
Veenman, S.A.M. (1993). Effectieve instructie en doelmatig klassenmanagement: een schoolverbeteringsprogramma
voor enkelvoudige en combinatieklassen. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger.
Vermunt, J. (2011). Leerstijlkenmerken van leermiddelen. Keynote tijdens de CLU-Leermiddelendagen op 17
november 2011, gevonden op 25 januari op http://www.clu.nl/index.jsp?USMID=79.
Voogt, J., & Pareja Roblin, N. (2010). 21st Century Skills. Discussienota. Enschede: Universiteit Twente.
Websites:
http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-KDOrientatieJezelfEnWereld.html
http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Ict-bekwaamheidseisen/ictbekwaamheid.pdf
http://www.kennisnet.nl/themas/laptops-tablets/steve-jobs-scholen-van-start/
http://www.21stcenturyskills.nl/whitepaper/
http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/1_deze_map_gebruiken_voor_bestanden/Sectore
n/basisonderwijs_po/Schoolleider/Kennisoverdracht_en_kennisconstructie.pdf
http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/
http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/thema/inspirerend-onderwijs/cooperatief-leren-simon-veenman-2/
http://www.velon.nl/uploads/kennisbank/document_306.pdf
25
Bijlagen
A. Onderwijsvisie van de Theresiaschool en projectplan iPad stichting SKIPOS
Onderwijsvisie Theresiaschool
Kinderen begroeten de wereld vol verwondering. De Theresiaschool wil die verwondering blijvend
prikkelen zodat ze met plezier een leven lang leren.
De Theresiaschool wil dat onze leerlingen respectvol met elkaar omgaan door ze te leren écht te zien
en te horen zodat ze uitgroeien tot volwaardige mensen die durven staan voor normen en waarden,
dit gelardeerd met een dosis humor.
De Theresiaschool wil de kinderen die aan haar zorg zijn toevertrouwd, opleiden tot creatieve en
kritisch denkende mensen.
De cognitieve ontwikkeling van de leerlingen wordt door de school voorop gesteld, wetende dat
hiervoor een gezond pedagogisch klimaat aanwezig moet zijn waarin we ook de sociaal-emotionele
ontwikkeling zo goed mogelijk willen stimuleren. Structuur, rust en regelmaat zijn hierin centrale
thema’s.
De Theresiaschool staat open voor alle leerlingen waarbij zij rekening houden met de
mogelijkheden van en binnen onze school.
Er wordt gewerkt met het BHV- model (Basis- Herhaling- Verrijking), wat inhoudt dat er binnen de
groep op drie niveaus gewerkt wordt. Hierbij kan het gebruik van multi- media een grote rol spelen.
Uit vernieuwingstendensen in het onderwijs probeert de school bewuste keuzes te maken die bij
haar passen.
Een goed contact met ouders en schoolgerelateerde instanties zoals kinderdagverblijven,
peuterspeelzalen, Fontys PABO ’s-Hertogenbosch, centrum voor jeugd en gezin, parochie,
gemeente en scholen voor voortgezet onderwijs heeft de school hoog in het vaandel staan.
Profiel van de school: ‘Het verwerven van de noodzakelijke kennis en het opdoen van diverse
creatieve vaardigheden vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van onze leerlingen.’
Het motto van de Theresiaschool is: ‘Leren voor het leven’
Projectplan iPad stichting SKIPOS
De wereld van de ICT is, net als de wereld van het onderwijs doorlopend in beweging. Ook hebben
deze twee werelden elkaar al jaren gelden ontdekt. Binnen het onderwijs worden ICT middelen
gebruikt om het onderwijs te verbeteren en te verstevigen. Met de op handen zijnde invoering van
het passend onderwijs is het dus ook logisch dat bekeken wordt of de ICT middelen een oplossing
kunnen bieden voor de problemen die bij deze invoering verwacht worden.
Tablets/iPads zijn een redelijk nieuw fenomeen. Gebruikers raken vaak in korte tijd vergroeid met
hun tablet, terwijl toch moeilijk te omschrijven is wat het nu eigenlijk voor apparaat is. Het is geen
computer, dat is duidelijk. Ieder technisch vergelijk (bijvoorbeeld op het gebied van
netwerkmogelijkheden) met een PC strandt. Een tablet wordt ook wel aangeduid als personal device,
een apparaat voor persoonlijk gebruik. Een tablet biedt een aantal mogelijkheden die een PC niet
biedt, maar ontbeert ook een aantal zaken die een PC wel heeft. In de projectperiode van een jaar
stelt stichting SKIPOS voor haar scholen de volgende doelen:
- We gebruiken een aantal apps die de doelstellingen van het leerproces ondersteunen en
voldoende oefenstof bieden om de leerstof eigen te maken.
- De eerste stappen op weg naar een elektronische leeromgeving worden gezet.
- Er worden geen methodes meer aangeschaft die uitgaan van (papieren) boeken.
26
-
De tablets worden gebruikt voor extra leer en oefenstof voor zowel begaafde kinderen als
kinderen die moeite hebben de leerstof te volgen.
Ook mag verwacht worden, dat een verbetering van het onderwijs op de SKIPOS scholen op deze
moderne manier een aantrekkingskracht zal hebben op nieuwe ouders. De verbetering van het
image van een aantal SKIPOS scholen zal zich mogelijk verder door trekken. Hierdoor zal er een
stijging in het leerlingenaantal van de scholen te zien moeten zijn.
Op de lange termijn moet bekeken worden of het financieel en technisch haalbaar is om te werken
naar een Ipad voor iedere leerling. Dit zou direct gevolgen hebben voor de aanschaf van nieuwe
(vernieuwende) methodes. De besparing die dit op zal leveren, kan weer geïnvesteerd worden in
hardware en software. Naast het financiële aspect is het buitengewoon belangrijk om als
onderwijsveld mee te gaan met de tijd en de technologie die zoveel mogelijkheden biedt optimaal te
benutten.
‘Laten we als onderwijs nu eens niet achter de feiten aanlopen, maar mee gaan met de tijd.’
Silvo Steenkamer, mei 2012.
27
B. Vooronderzoek gebruik en inzet iPad
Op 9 oktober 2013 heb ik de leerkrachten van de Theresiaschool gevraagd om een vragenlijst over de
iPad in te vullen. 22 leerkrachten hebben deze vragenlijst ingevuld.
(dik gedrukt getal = aantal personen)
 Met de kennis die ik nu heb kan ik tegemoet komen aan de ontwikkelingen van de 21e eeuw.
(denk hierbij aan de ICT mogelijkheden die reeds sterk ontwikkeld zijn; Ipad, digibord, media
etc.)
- Ja
8
- Nee
9
- Anders
5
Enkele citaten bij deze vraag:
* Nog geen kennisconstructie.
* Ook praktisch voor leerling
* Wij als leerkrachten lopen achter op
gegevens.
de ontwikkelingen.
* Goede cursus is de 21 century skills.
* Nog te weinig kennis.
 Ik sta open voor het gebruik van iPads in de klas.
- Ja
21
- Nee
0
- Anders
1
Enkele citaten bij deze vraag:
* Echt van deze tijd!
* Kennis maken met nieuwe dingen.
* Het is een verrijking, maar moet niet
te veel tijd in beslag nemen.

* De kinderen groeien ermee op.
* Echt een meerwaarde voor het
onderwijs!
Ik ben op de hoogte van de manieren waarop ik iPads in kan zetten.
- Ja
3
- Nee
13
- Anders
6
Enkele citaten bij deze vraag:
* We hebben nog veel te leren.
* De manier waarop dit gekoppeld kan
* Er zijn veel meer mogelijkheden dan
worden aan de lesstof is de vraag?
bekend zijn bij ons.
* Er zijn veel meer mogelijkheden dan
* Te weinig begeleiding.
ik weet.
* Je kunt ervaringen delen.
 Mochten er voor mijn klas iPads ter beschikking zijn, dan weet ik hoe ik deze volledig in kan
zetten in mijn onderwijs.
- Ja
1
- Nee
15
- Anders
6
Enkele citaten bij deze vraag:
* Ik wil graag meer verdieping.
* Er is nog weinig voor de
* We moeten er in groeien.
wereldoriënterende en creatieve
* Ik heb nog niks aangereikt gekregen.
vakken.
* Door middel van tips en het delen
* De waarde is soms nog onduidelijk?
van ervaringen wordt je vaardiger.
28
C. Betrokkenen onderzoek
Om helder beeld te krijgen van de beginsituatie, visie van de school en visie van de bovenschools
directeur hebben we hen betrokken bij het onderzoek. Door verschillende gesprekken met de
bovenschools directeur Hajo Renkema en de directeur van de Theresiaschool Ton van Malsen
hebben we een helder beeld gekregen van het onderwijs met de iPad zoals zij deze in de toekomst
graag zouden zien. We hebben gekozen voor verschillende lagen in onze onderwijsorganisatie om
het beleid zo goed mogelijk af te kunnen stemmen op de praktijk.
De onderzoeksgroep bestaat uit twee leerkrachten van de Theresiaschool; Floor Willems en Susanne
van Boven en een student; Saskia Banken. Omdat zij allen nog niet veel ervaring hebben met het
doen van onderzoek hebben zij soms wat extra hulp gekregen van een leerkracht die hier wel veel
ervaring mee heeft. Miranda Ruijssenaars is leerkracht van groep 1/2 en heeft veel ervaring met het
doen van onderzoek. Zij heeft ons geholpen met het formuleren van de juiste vraag en de opzet van
het onderzoek.
Daarnaast zijn ook de leerkrachten van de groepen 7 /8 betrokken bij het onderzoek. We hebben
enkele bijeenkomsten gehouden met de leerkrachten van groep 7/8 en zij zijn allen afzonderlijk
geïnterviewd.
Groep 7a: Souad El Zrak - Lamjaata
Groep 7b: Marianne Visser - Traa (iPad ervaring)
Groep 7c: Frans van Herpen
Groep 8a: Hettie van der Steen
Groep 8b: Cees vogels
Groep 8b: Dana Schroder – Ligthart
29
D. Observaties
Bezoek aan de Steve Jobs school Breda
31-10-2013
Op 31 oktober 2013 hebben Saskia Banken (LIO- stagiaire Theresiaschool) en Floor Willems
(leerkracht Theresiaschool) een bezoek gebracht aan de Steve Jobs school in Breda. Deze school is in
augustus 2013 opgericht en er wordt door de leerlingen volledig gewerkt met iPads. Mogelijk geeft
dit de Theresiaschool nieuwe inzichten in het gebruik en de inzet van de iPad.
Enkele vragen vooraf:
- Hoe wordt er met leerlijnen gewerkt?
- Hoe wordt er aan de kerndoelen voldaan?
- Wordt er getoetst?
- Wat is de rol van de leerling?
- Wat is de rol van de leerkracht?
- Hoe wordt er aan de wereldoriënterende vakken gewerkt op de iPad?
Belangrijke punten uit gesprek:
- onderwijs op maat -> innovatie
- 30% tot 40% op de iPad
- werken in een gestroomlijnde omgeving
- passend onderwijs
- het koppelen van apps aan kerndoelen
- veel samenwerking met instanties
- werken op niveau van het kind
- taal en rekenen worden aan een portfolio gekoppeld
- elke 6 weken een gesprek over de planning van het kind samen met ouders
- ingaan op de interesses van het kind.
- vakken; taal & rekenen en projecten wereldoriëntatie
- kind zoekt zelf de onderwerpen uit
- kinderen moeten in totaal 940 uur onderwijs volgen, daarvan mogen zij zelf bepalen op welke
dagen en tijden.
- structuur wordt op kind niveau aangeboden
- kinderen van 4 tot 10 jaar zitten er op het ogenblik op school.
- de iPad is ondersteunend (niet leidend)
- nog geen toetsing (wel op zoek naar toetsing digitaal van CITO, ook de ENTREE)
- streven naar een goede doorgaande lijn naar middelbaar onderwijs in Breda
- belangrijk zijn; 21 century skills, 7 basisvaardigheden en empathie
- de tijdlijn is veranderd, de school moet mee.
- je moet durven loslaten!
- Facetime met buitenland goed voor taalontwikkeling
- kind bepaald zelf de volgorde van het aanbod en de thema’s
- kinderen mogen zelf veranderingen toepassen binnen de school.
Antwoord op de vragen:
- Hoe wordt er met leerlijnen gewerkt?
Er wordt momenteel niet met leerlijnen gewerkt. Volgens meneer Kleinpaste zijn de kinderen in staat
in zelf de leerlijnen in hun basisschool leeftijd aan te raken en te ontwikkelen. Verder is de school wel
bezig om leerlijnen aan apps te kunnen koppelen.
30
- Hoe wordt er aan de kerndoelen voldaan?
Op dit moment kan de school niet aantonen of zij aan de kerndoelen voldoen. Zij zijn bezig met het
koppelen van apps aan de kerndoelen. Wel is de school officieel erkend als school en verzekeren zij
de overheid dat de kinderen aan het eind van de schoolperiode aan de kerndoelen voldoen.
- Wordt er getoetst?
Er wordt niet op een normale manier getoetst. Omdat iedereen zelf mag bepalen welk thema die
aanreikt en hoe die te werk gaat, kunnen er geen toetsten afgenomen worden. Wel worden er
projecten afgerond met presentaties of werkstukken. Deze moeten zij aan de hele school
presenteren.
- Wat is de rol van de leerling?
De leerling is verantwoordelijk voor zijn eigen leerprestaties. Het kind bepaald zelf met welk vak
hij/zij op dat moment bezig is, en met welk onderdeel hij/zij aan de slag is. Het is dus aan de leerling
hoe de schooldagen ingedeeld worden en of hij/zij wat geleerd hebben.
- Wat is de rol van de leerkracht?
De leerkracht heeft vooral een coachende rol. Als leerkracht loop je rond om de leerlingen te helpen
wanneer zij dit willen. Het kan dus zijn dat het ene kind van 4 een rekenspelletje speelt terwijl het
andere kind van 10 een moeilijke taal app aan het maken is. Je moet als coach snel kunnen switchen
en hulp kunnen bieden.
Elke maand gaat de leerkracht/coach in gesprek met de ouders van het kind. Samen met het kind
maken ouders een planning voor de volgende maand. De coach kan hier op school rekening mee
houden en aangeven of dit haalbaar is. Aan het eind van de maand evalueren de coach en ouders en
maken zij weer een nieuwe planning.
- Hoe wordt er aan de wereldoriënterende vakken gewerkt op de iPad?
De kinderen mogen zelf bepalen aan welk vak zij willen werken. Zij kiezen dan een onderwerp en
maken hier individueel of in groepsverband een presentatie van. Het onderwerp wordt uitgelicht en
aan het eind van de planning aan de hele school gepresenteerd. Het is aan de kinderen en ouders zelf
of zij alle vakken en onderwerpen behandelen die op het regulier basisonderwijs centraal worden
gesteld met kerndoelen.
31
E. Interviews
Voor het afnemen van de interviews is er een vragenlijst gemaakt. Deze vragenlijst is gekoppeld aan
de theorie en deelvragen van het onderzoek. Met de antwoorden uit het interview hopen we
antwoorden te krijgen op enkele deelvragen.
Vragenlijst interview leerkrachten groep 7/8 Theresiaschool Berlicum
- Wat merk je van de veranderingen in de vaardigheden van kinderen in de 21e eeuw?
- Wat versta je onder kennisconstructie?
- Wat versta je onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs?
- Op wat voor manier zou jij de iPad willen inzetten bij de invulling van je wereldoriënterend
onderwijs?
UITLEG KENNISCONSTRUCTIE THEORIE volgens Van Gennip et al., 2010b
- Als je kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of juist
kennisconstructie?
- Hoe zou je middels kennisconstructie de iPads tijdens de wereldoriënterende vakken op een juiste
manier in kunnen zetten?
- Wat vind je de meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 op de Theresiaschool?
- Hoe zou je kunnen komen tot een goede mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij
wereldoriënterende vakken in groep 7/8?
32
Uitwerking interview 1
Datum: 18-03-2014
Leerkracht groep: 7
Naam: M. Traa
Leeftijd: 31 jaar
Ervaring onderwijs: 10 jaar
Werkzaam Theresiaschool: 6 jaar
Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en
kennisconstructie.
Saskia: In dit interview wil ik je graag wat vragen stellen omtrent het onderzoek.
Leerkracht 1: Dat is goed.
Saskia: Wat je merk je van de vaardigheden van de kinderen in de 21e eeuw?
Leerkracht 1: uh kinderen zijn sneller, pakken het sneller op, uh weten hoe ze iets moeten oplossen,
weten hoe de apps al werken en willen snel weer vooruit. Ook moet het allemaal snel en vlug en niet
dat hele langzame. Het klassikale neemt af want dat is niet zo interessant. Er wordt veel met de iPad
gewerkt, al vind ik soms dat je ook moet samenwerken en dat is beperkt. Oké als je in een groepje
werkt, maar anders vind ik het wel beperkt.
Saskia: Oke, uh wat versta je onder het begrip ‘kennisconstructie’?
Leerkracht 1: Allerlei manieren waarmee jij kennis kunt opnemen. Nou ja, alle kennis die je ergens
kunt vinden, ook op de iPad of internet. Van mij mogen ze alles opzoeken en hoeven ze niet alles te
weten.
Saskia: Oké
Leerkracht 1: Niet meer zo ouderwets dat ze alles lezen. En ik denk dan toch, we hebben het
apparaat dus waarom zou ik het niet gebruiken? Ik weet ook niet alles.
Saskia: Wat versta je onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs? Dus wanneer is het voor jou
betekenisvol?
Leerkracht 1: Als het aansluit bij de belevingswereld van de leerling. En op dit moment sluit het voor
geen millimeter aan. Wij hebben bijvoorbeeld over uh de Berlijnse muur, dat vind ik dan heel
belangrijk, maar de verschillen tussen Parijs en Rusland en die dingen denk ik ja, Parijs is in die jaren
al 10x veranderd. Meestal neem ik dan google maps en laat ik ze door Parijs heen lopen. Dan hebben
ze een beter beeld dan dat ik ze in het boek moet laten werken. Dus ik vind dat het heel erg moet
aansluiten. Dan vinden ze het leuk en interessant, dan leren ze er een hoop meer van.
Saskia: Op wat voor manier zou je de iPad in willen zetten bij jouw wereldoriëntatie onderwijs?
Leerkracht 1: Ik zou het meer vanuit de kinderen laten komen. Meer op laten zoeken en kinderen
met allerlei zoekprogramma’s laten werken.
Saskia: Nou je gaf net aan wat het begrip ‘kennisconstructie’ volgens jou betekend. Voor de volgende
vragen zal ik even uitleggen wat het begrip precies inhoud. Je hebt kennisoverdracht en
kennisconstructie.
Leerkracht 1: ja
Saskia: Volgens Van Gennip et al., 2010b betekent kennisoverdracht dat de leerkracht de kennis
overbrengt naar de leerling. Jij bent de leerkracht en geeft de opdrachten. Uh, bij kennisconstructie
ziet de leerkracht het leren meer als proces. Dus een beetje wat jij al zei, ze maken meer gebruik van
bijvoorbeeld de iPad. Hierbij krijgt de leerling zelf de ruimte om actief zelfstandig en ook heel veel in
samenwerking te werken en kennis te verwerven. Zo zoeken zij naar oplossingen. Dus eigenlijk jezelf
als leerkracht meer afzijdig te houden in het proces.
Leerkracht 1: Ja, je bent niet meer de leerkracht maar de coach.
Saskia: Ja dat is een goede omschrijving van het begrip. Uh, als je dan kijkt naar je eigen lesgeven,
maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of kennisconstructie?
Leerkracht 1: Bij welke vakken of in het algemeen?
Saskia: Als we het meer richten op wereldoriëntatie?
33
Leerkracht 1: Uh, even kijken hoor. In het geheel denk ik nog best wel veel; ik de leerkracht vertel iets
en de kinderen nemen dit aan. Dat komt ook wel doordat we de nieuwe taal methode precies
volgen. Ik doe wat er staat en dan vind ik dat wij als leerkracht nog best wel een hele hoop moeten
vertellen.
Saskia: Ja.
Leerkracht 1: En dat is ook bij spelling. Als ik dan kijk naar Engels is dit veel minder. Daar is het wel
dat ik het ze zelf op laat zoeken. Meer kennis uh.. constructie.
Saskia: Ja.
Leerkracht 1: Uh, bij de zaakvakken is dat heel wisselend. De methode van aardrijkskunde vind ik zelf
niet zo sterk, dus daar laat ik ze zelf ontdekken. Ze hebben daar de afgelopen keer over de grond en
delfstoffen gehad en zijn hierbij een woordweb gaan maken.
Saskia: Is het dan een voordeel dat jij beschikt over de iPads in de klas?
Leerkracht 1: Ja zeker. Nou ja zonder kunnen ze minder makkelijk iets opzoeken. Door het opzoeken
wisten ze het ook. Als je die dingen niet hebt en ze moeten het op 3 computers gaan opzoeken, dan
wordt het moeilijk.
Saskia: Oké.
Leerkracht 1: Bij geschiedenis heb ik een paar jaar geleden lessen gemaakt waarbij ze een quiz maak.
Dan zoeken ze de vragen uit. En dan is mijn grote vraag. Ik heb natuurlijk de cursus 21st century skills
gedaan en daar hebben we het er ook over, moeten ze al die vragen wel maken of moet alles
getoetst worden om te weten of een kind alles weet. Dat hoeft van mij ook weer niet. Maar goed zo
zijn wij als school nog wel en ik denk niet dat je snel iets kan doorbreken door te zeggen we doen het
niet meer.
Saskia: Oké, mooi verwoord. Hoe zou je kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken op een
juiste manier in kunnen zetten? Dus hoe zij ze even voorbij de methode het liefst middels
kennisconstructie in willen zetten?
Leerkracht 1: Nou ik zou beginnen met de probleemstelling, waar kennisconstructie omdraait, maar
ik vraag me af of er altijd wel een probleem is? En uh nou ja, ik ben niet altijd bezig met een
probleem. Stel ze willen informatie over grondstoffen, nou is er dan een probleem? Bij de 21st skills
is het de bedoeling dat je een probleem gaat zoeken. Bijvoorbeeld; over zoveel jaar hebben we geen
mobieltjes meer want de grondstoffen raken op. En dan denk ik we gaan een probleem verzinnen om
ze dan aan het werk te krijgen.
Saskia: Ja.
Leerkracht 1: Soms is dat goed hé, maar soms ook niet. Ik zou dan beginnen met een woordweb
maken, waardoor ze dus al een hele hoop woorden gaan ontdekken. Dan gewoon nog wel, als we het
over grondstoffen hebben, jullie hebben grondstoffen uh bijvoorbeeld aardolie en wat kun je er dan
van maken. Als je dat dan in een woordweb zet en vervolgens dan wat? Ik zou daar wat hulp bij
willen krijgen. Ik ken de doelen van groep 7 & 8, maar ja dan wordt het wel heel vrij. Dus ik zou
enigszins een beetje richting willen hebben. Zo van dit moet er ongeveer uitkomen. Ik weet de
kerndoelen maar die zijn wel erg breed opgeschreven.
Saskia: Dus je bedoeld dat je bijvoorbeeld een aantal kerndoelen zou kiezen en vervolgens hier
richtlijnen in zou maken.
Leerkracht 1: Ja. En ik denk ook dat kinderen zelf met een heleboel leuke en interessante
onderwerpen kunnen komen. Dus ik zou niet weten waarom wij altijd ieder jaar dezelfde lessen
zouden moeten geven. Want het ene jaar is anders. Nu speelt dat heel erg met dat verdwenen
vliegtuig. Daar kun je veel mee doen. Waar komt dat vliegtuig vandaan? Hoe ziet het eruit? Zou het
gekaapt zijn en wat houdt dat in? Nou dan denk ik dat het nuttiger is.
Saskia: Heb je dan ook meer vakken in een?
Leerkracht 1: Ja daar ben ik ook wel voor meer vakken in een.
Saskia: Meer thematisch werken?
Leerkracht 1: Ja.
Saskia: Oke, wat vind je op dit moment een meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 op de
Theresiaschool? Jij hebt ze ook in de klas, dus wat vind jij daar de meerwaarde van?
34
Leerkracht 1: Meerwaarde.. nou ik heb QR codes gemaakt en heb het idee dat kinderen dan meer
stof opnemen aan de hand van QR codes en dus gericht op de site opdrachten mogen maken. Uh,
nou ja ik heb al verschillende apps erop gezet wat ze erg leuk vinden. Wat ik wel merk en lastig vind,
is dat je moeilijk alles kunt controleren. Ze gaan ook foto’s maken en verkeerde dingen opzoeken. Je
kunt moeilijk alles in de gaten houden. Je kunt dit wel bespreken, maar het zijn toch kinderen en
gaan toch uitproberen.
Saskia: Maar wat vind je nu echt een meerwaarde?
Leerkracht 1: O ja, nu benoem ik alleen wat ik lastig vind. De kinderen worden meer uitgedaagd. Ze
vinden het interessanter en leuk om te doen. Uh, alleen ik vind wel dat ik ze zelf nog meer zou
mogen inzetten. Alleen bij sommige vakken weet ik gewoon nog niet precies hoe ik dat zou moeten
doen.
Saskia: Ja, dat is misschien ook nog het nieuwe eraan?
Leerkracht 1: Ja, inderdaad.
Saskia: Dan alweer de laatste vraag. Uh, hoe zou jij kunnen komen tot een goede mix tussen
kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken. Een belangrijke vraag
omdat Ton graag met dit onderzoek wil gaan kijken naar een goede mix tussen kennisoverdracht en
kennisconstructie. Hoe zou dit er volgens jou uit zien?
Leerkracht 1: Ja, ik snap het. Met de methodes die we nu op school hebben?
Saskia: Ja, met de methodes die we nu hebben.
Leerkracht 1: Nou die les die ik dan met aardrijkskunde heb gedaan, waarbij ik deels de kinderen
samen hebben gelezen en daarna hebben zij in groepjes een woordweb gemaakt en vervolgens
hebben ze dat aan elkaar gepresenteerd. Dus die kinderen hebben niet alles gelezen, maar een
woordweb gemaakt en deze gepresenteerd aan de rest van de klas. Uh, vervolgens hebben ze een
aantal vragen, heb ik eruit gehaald die ze gemaakt hebben en een aantal vragen heb ik eruit gelaten
omdat ik daar de meerwaarde niet van zag op dat moment. Uh, daarna hebben we ze besproken. Er
was dus een deel zelfstandig op zoek gaan. En als je dan naar toets resultaten kijkt.
Saskia: Ja.
Leerkracht 1: Die ik niet eens het belangrijkste vindt, maar je gaat kijken naar wat ze enigszins
hebben opgepakt dan zie je dat ze alles toch goed wisten te beantwoorden.
Saskia: Dus als ik het goed begrijp een combinatie tussen boek en zelfstandig en samenwerkend
leren?
Leerkracht: Ja, ik heb grip op de stof en daarna gaan zij zelf ontdekken. En ook op uitdaging in plaats
van alleen het boek lezen. Op die manier leren ze ook weer mindmappen wat ze kunnen gebruiken
voor de middelbare school. Er zitten meerdere vakken in een, wat ik positief zie.
Saskia: Je zei net dat je dit met methodes zo zou doen. Zou dit anders zijn als de methodes weg zijn?
Leerkracht 1: Als ze weg zijn, zou ik doen net als ik net zei met dat voorbeeld van dat vliegtuig. Ik stel
vragen en dan gaan de kinderen uit onderzoek. Hoe zit dat dan? Ik zou dan meer thematisch gaan
werken.
Saskia: Wat is dan de rol van kennisoverdracht hierin?
Leerkracht 1: Ze moeten eerst weten waar ze iets moeten vinden. Dat weten ze ook nog niet zo goed.
En ik kan natuurlijk ook als leerkrachten dingen erbij halen die zij op moeten zoeken. Het is niet
alleen dat vliegtuig. Maar waar kan je zoeken, wat is de taal etc. Eerst sturen en dan loslaten.
Saskia: Oké, bedankt voor het interview.
35
Uitwerking interview 2
Datum: 18-03-2014
Leerkracht groep: 8
Naam: C. Vogels
Leeftijd: 63 jaar
Ervaring onderwijs: 40 jaar
Werkzaam Theresiaschool: 39 jaar
Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en
kennisconstructie.
Saskia: In dit interview wil ik je graag wat vragen stellen die te maken hebben met het onderzoek.
Ik wil graag beginnen met de eerste vraag en dat is: Wat je merk je van de vaardigheden van de
kinderen in de 21e eeuw?
Leerkracht 2: In vergelijking met zoals het voor de 21e eeuw was?
Saskia: Ja in die vergelijking.
Leerkracht 2: Nou toen was het veel meer klassikaal lesgeven natuurlijk. Nu is het van uh, de plus
groep gaat zelf aan de gang en daar heb ik zelf nog enige denktekens bij. Denk bijvoorbeeld aan
aardrijkskunde, die vierslag. Ik vind dat het nu meer begrijpend lezen is. En de betere kunnen dan
toch wel, maar ik denk dat je ze hier in zal moeten begeleiden.
Saskia: Ja, dus de verandering is volgens jou richting het sturen van de leerkracht wat vroeger meer
was?
Leerkracht 2: Ja, inderdaad. Nu gaan kinderen snel zelfstandig aan de slag. En zoeken ook dingen op
die wel interessant zijn, maar je veel beter samengevat kunt krijgen.
Saskia: Oké, wat versta jij onder het begrip ‘kennisconstructie’?
Leerkracht 2: Kennisconstructie, daar versta ik onder dat kinderen een begrip helemaal uit moeten
zoeken wat daar aan verbonden is. Zij moeten dit zelf doen. Dus jij geeft een onderwerp op en zij
kijken wat je er allemaal mee kunt doen. Dan denk ik aan kennisconstructie, maar ook dat ik een
onderwerp aanbreng en de kinderen zelf opzoek gaan naar een hele hoop items er om heen.
Saskia: Oké. Maar wat is nu voor jou betekenis vol wereldoriëntatie onderwijs?
Leerkracht 2: Voor mij is het betekenisvol als een kind, bijvoorbeeld uit de geschiedenis gekeken, een
kind legt uit waarom dit/deze toestand op dit moment zo is. Dus daar zit een voor geschiedenis aan
vast. Ook actuele onderwerpen als de krim. Als je voorgeschiedenis kent dan weet je waarom dit zo is
gelopen.
Saskia: Dus het is betekenisvol voor jou als leerkracht, wanneer je bij geschiedenis terug gaat in de
tijd en verbanden leggen tussen vroeger en nu.
Leerkracht 2: Ja, de geschiedenis legt uit waarom iets zo is. Dit geldt ook voor aardrijkskunde en
natuur. Als je de vraag waarom stelt is alles te verklaren.
Saskia: Oké, op wat voor manier zou je iPad in willen zetten bij de invulling van je wereldoriëntatie
onderwijs? Als je deze in de klas beschikbaar zou hebben.
Leerkracht 2: Nou wat ik net al als voorbeeld gaf, kinderen kunnen veel opzoeken. Kun je ook op het
bord, maar geef je een onderwerp kun je kinderen verschillende items over dit onderwerp op laten
zoeken. Dat kunnen ze uitstekend over de iPad. Je moet kinderen dan wel handvatten geven.
Saskia: Oké, dus je zou de iPad gebruiken om verbanden te leggen met het theoretische gedeelte als
ik het goed begrijp?
Leerkracht 2: Ja, of zelf de verschillen laten zoeken en een tijdlijn uitzetten.
Saskia: Oké, je hebt net aangegeven wat jij onder het begrip kennisconstructie verstaat. Voor de
volgende vragen wil ik even de betekenis volgens Van Gennip et al., 2010b uitleggen.
Leerkracht 2: Oké.
Saskia: Het beeld wat je over het begrip had klopt deels. Volgens Van Gennip et al., 2010b zie je het
leren als leerkracht inderdaad meer als proces. Je houdt je als leerkracht meer buiten het leren en
wordt een begeleider. En de leerling krijgt meer ruimte om actief en zelfstandig of juist in
36
samenwerking met anderen de kennis te verwerven en samen op zoek te gaan naar oplossingen. Dus
als leerkracht ben je niet meer de kennisoverdrager en stuur je minder, maar neem je meer een
begeleidende rol aan.
Leerkracht 2: Ja ja, maar ik heb er wel mijn bedenkingen over. De manier waarop dit ingezet kan
worden dan..
Saskia: Als je kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of
kennisconstructie?
Leerkracht 2: Haha, zeer veel kennisoverdracht, daar ben ik leerkracht voor geworden.
Saskia: Is dat iets wat je vroeger op de opleiding hebt meegekregen en door de jarenlange ervaring zo
bent blijven ontwikkelen? Of vind je dat dit zo hoort en moet blijven?
Leerkracht 2: Dit is echt vanuit vroeger zo. Je moet de ontwikkelingen nooit tegenhouden, maar je
moet het kind ook niet met het badwater weggooien. Ik denk, en dat is heel simpel, als je een huis
gaat bouwen heb je een basis nodig en er zijn bepaalde begrippen die je moet weten. En ik denk dat
als kinderen dit zelf uit mogen gaan zoeken, er toch veel bouwvallen gebouwd gaan worden.
Saskia: Oké.
Leerkracht 2: Dat is mijn mening.
Saskia: Als je dan toch meer volgens de manier van kennisconstructie zou moeten gaan werken. Hoe
zij je de iPads dan op een juiste manier in kunnen zetten?
Leerkracht 2: Nou, dus je geeft, uh je behandeld de eerste les een bepaald onderwerp en dan ga je
uitbesteden. Jij zoekt dit onderdeel op en jij dit en aan het eind van de week brengen we dit bij
elkaar. Het liefst dan via het digitaal bord met eventueel filmbeelden. Dat lijkt mij ideaal!
Saskia: Oké, wat vind jij op dit moment een meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 hier op
de Theresiaschool?
Leerkracht 2: Ja, ik zelf gebruik heb ontzettend veel, maar wij hebben in onze klas geen vaste iPads.
Dus ik kan daar heel weinig over zeggen.
Saskia: En als je dan kijkt in andere groepen die daar wel over beschikken, denk je dat er dan wel een
meerwaarde aan is?
Leerkracht 2: Wat ik zo hoor, wordt er heel veel opgezocht. Dat is een ding wat zeker is, maar verder
krijg ik hier niet alles van mee.
Saskia: Dan de laatste vraag gericht op onze onderzoeksvraag. We moeten gaan kijken naar een mix
tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Hoe zou je kunnen komen tot een goede mix tussen
kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken in groep 7/8 hier op de
Theresiaschool?
Leerkracht 2: Nou je hebt de doorgaande lijnen. Daar heb je de kapstokken van en zo kan de
leerkracht de echte ankerpunten bespreken. Dan kun je de leerlingen dit daaromheen uit laten
werken.
Saskia: Begrijp ik het goed dat jij als leerkracht dan de richtlijnen zet?
Leerkracht 2: Ja, je hebt de doelen van SLO hé, en deze liggen vast. En bijvoorbeeld bij geschiedenis
kun je de Canon nemen. Dit zijn ook thema’s maar die zijn uitstekend geschikt. Maar daar moet je
jezelf als leerkracht natuurlijk wel eerst eigen in maken, jezelf er in verdiepen.
Saskia: Ja.
Leerkracht 2: Dus als leerkracht eerst verdiepen in de doelen en deze dan aan belangrijke thema’s uit
bijvoorbeeld de geschiedenis verbinden. En hierbij kun je de iPad gebruiken. Alleen ik denk ik nu dat
het gebruik van de iPad nog niet echt een verband heb. Maar dat denk ik?
Saskia: Heeft dit misschien te maken dat je zelf de iPads niet zo vaak in zet in de klas?
Leerkracht 2: Ja dat denk ik wel, ik heb niks tegen iPads en zou ze dan zeker vaak inzetten!
37
Uitwerking interview 3
Datum: 18-03-2014
Leerkracht groep: 7
Naam: D. Ligthart
Leeftijd: 32 jaar
Ervaring onderwijs: 11 jaar
Werkzaam Theresiaschool: 10 jaar
Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en
kennisconstructie.
Saskia: In dit interview wil ik je graag wat vragen stellen die te maken hebben met mijn onderzoek
naar de inzet van iPad bij wereldoriënterende vakken.
Leerkracht 3: Oké
Saskia: Oké, de eerste vraag: wat merk je van de veranderingen van de vaardigheden van kinderen in
de 21e eeuw?
Leerkracht 3: Kinderen weten vaak al meer en kunnen beter overweg met bijvoorbeeld de iPad. Ik
vind dat er verder in de laatste jaren aan de veranderingen in vaardigheden niet echt veel veranderd
is. Kan zo niet iets noemen.
Saskia: Oké, wat versta je onder het begrip kennisconstructie? Wat betekent dit voor jou?
Leerkracht 3: Haha, een hele goede want die gebruiken wij bij cultuur ook, maar het is gewoon dat
kinderen zelf hun vragen stellen. Ze stellen hun eigen vragen op die ze willen leren en dus niet alleen
maar via ons binnen krijgen. Ook de overdracht vanuit andere dingen en niet alleen wat ze vanuit ons
aangeleverd krijgen.
Saskia: Oké, wanneer is het wereldoriëntatie onderwijs betekenisvol voor jou? Dus wat versta jij
daaronder.
Leerkracht 3: Uh, ja.. als kinderen er iets van opgestoken hebben. Als zij enthousiast zijn over een les
die zij gekregen hebben, dan vind ik het betekenisvol. Anders zijn wij ze namelijk aan het volpompen
met allerlei begrippen en daar doen ze verder niks mee. In ieder geval er blijft weinig van hangen.
Saskia: Ja.
Leerkracht 3: Dus het is voor mij betekenisvol wanneer een kind erop terug komt of oja juf weet je
nog over, dan vind ik het betekenisvol. Ik heb het idee dat kinderen er dan meer aan hebben.
Saskia: Oké. Op wat voor manier zou jij de iPad in willen zetten tijdens jouw wereldoriëntatie
onderwijs?
Leerkracht 3: Ow die zou ik heel graag in willen zetten, maar daarvoor zou je wel moeten weten wat
je er mee wilt en of je alleen maar met apps wilt werken of ook zoekprogramma’s voor informatie wil
gebruiken. Ik heb bijvoorbeeld nu gezegd dat we straks met projecten gaan werken, met
onderwerpen die ze zelf mogen kiezen plus vragen die ze zelf mogen stellen en dan merk je wel dat
de interesse van de kinderen erg groot is.
Saskia: Dus op de manier die je nu beschrijft zou jij de iPads wel in thematisch werk in willen zetten?
Leerkracht 3: Ja en dan zelf informatie laten zoeken en niet alleen maar via de methode. Dan zoeken
ze op de iPad iets op wat hen interesseert en blijft het beter hangen.
Saskia: Je gaf net al aan wat het begrip kennisconstructie betekend. Dit komt erg overeen met de
betekenis van het begrip volgens Van Gennip et al., 2010b.
Leerkracht 3: Nou, ik vind het ook lastig omdat dit iets is wat vanuit Ton (directeur) komt en hij heeft
dit ook bij cultuur ook ingebracht. Toen ik met die aanbieders aan het praten was, moest ik dus deze
opdracht hun duidelijk maken. En toen kwam sterk naar voren dat kinderen zelf beslissen wat ze
willen leren.
Saskia: Ja, inderdaad.
Leerkracht 3: Maar niet zover dat we de methodes weglaten, want dan denk ik dat je wel een aantal
dingen mist.
38
Saskia: Oké, ja wat jij al aangaf sluit aan op Van Gennip et al., 2010b. Je laat de kinderen zelf of in
samenwerking opzoek gaan naar oplossingen. Dit kan door de iPad of met ICT, maar als leerkracht
heb je meer een begeleidende rol dan een leidende rol. Je hebt zicht op het proces, maar leidt het
proces niet. Dit proces is van de kinderen.
Leerkracht 3: Ja, inderdaad.
Saskia: Uh, als je kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of
kennisconstructie?
Leerkracht 3: Kennisoverdracht voornamelijk.
Saskia: En kun je dit omschrijven hoe ik dit terug zou zien?
Leerkracht 3: Haha, heel saai. Ik vind mijn lessen soms heel saai. Dit komt ook omdat mijn interesse
er zelf niet ligt en ik er ook niet heel veel van weet. Uh, verder is dat gewoon dat ik de
achtergrondinformatie lees en samen met de kinderen teksten lezen. En de vragen die tussendoor
staan bespreken we. Vaak is het de verwerking in de opdrachten zelfstandig. Dan samen nakijken.
Heel erg kennisoverdracht gericht dus.
Saskia: Is dit voor alle vakken zo?
Leerkracht 3: Uh, nee. De zaakvakken zijn wel de ergste. Van Naut kan ik vaker nog wat meer
vertellen. Maar soms weet ik er gewoon niks van en dan interesseert het me ook niet.
Saskia: Oké. Hoe zou je dan middels kennisconstructie de iPads bij wereldoriënterende vakken wel in
kunnen en willen zetten?
Leerkracht 3: Ja, dan zou ik bepaalde hoofdonderwerpen aanbieden die zij dan gaan uitzoeken op de
iPad. Ik denk ook dat er dan veel verschillende dingen uitkomen omdat het heel breed is. Ik denk dat
ze op die manier ook informatie met de iPad aan elkaar over kunnen brengen. Dit vinden ze ook heel
leuk om te doen.
Saskia: Oké, wat vind je nu een meerwaarde aan de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken op
de Theresiaschool in groep 7/8? Wanneer je deze zou hebben.
Leerkracht 3: Ik vind het gewoon een meerwaarde dat je met veel kinderen tegelijk dingen op kunt
zoeken. Nu ben je afhankelijk van twee computers één woordenboek. Dit duurt gewoon heel lang.
En dat ze ook nieuwe programma’s en apps gaan uitzoeken.
Saskia: Ja.
Leerkracht 3: Ja weetje, omdat wij er eigenlijk gewoon heel weinig mee werken en wij vanuit Floor
(minder) door krijgen wat er allemaal mee gedaan wordt, heb ik eigenlijk ook niet echt een idee hoe
en waarvoor ik ze in kan zetten.
Saskia: Uhu
Leerkracht 3: Als ik nu de iPad haal dan staan er heel leuk allerlei appjes, en staan er losse mapjes
van allerlei vakken. En als we dan rekenen hebben zeg ik heel leuk kies maar een appje. Maar precies
wat ik in kan zetten en wat er beschikbaar is weet ik niet.
Saskia: Oké, dus beter overleg over de inzet en het gebruik bedoel je?
Leerkracht 3: Ja, in een vergadering of bouw. Ik heb dit al wel gevraagd en ook in een documentje
gezet. En toen is vanuit Ton (directeur) gekomen dat er meer tussendoor overleg moet zijn over de
mogelijkheden, maar dit gebeurd nog niet.
Saskia: Nemen we mee. Dan de laatste vraag die aan de onderzoekvraag verbonden is. Hoe zou er
volgens jou een perfecte mix zijn tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij de
wereldoriënterende vakken?
Leerkracht 3: Ik denk dat wij leerkrachten meer informatie moeten geven over het onderwerp, dus
een soort achtergrondinformatie. Ik denk nog steeds dat je tekst moet behandelen, maar de vragen
zo moet creëren dat zij deze niet helemaal letterlijk uit het verhaal op kunnen zoeken, maar ook zelf
opzoeken. Wel methode gebonden maar naast de methode. En dit dan in verschillende werkvormen.
Saskia: Hoe bekijk je dan de kerndoelen die jij gesteld hebt als leerkracht?
Leerkracht 3: Dat is een goede vraag. Daar zou ik nog even over na moeten denken. Ik denk dat als ik
weet wat er is, we met zijn allen kunnen kijken hoe en welke leerlijnen we inzetten en hoe we deze
toetsen.
Saskia: Oke, bedankt voor het interview.
39
Uitwerking interview 4
Datum: 19-03-2014
Leerkracht groep: 7
Naam: F. van Herpen
Leeftijd: /
Ervaring onderwijs:/
Werkzaam Theresiaschool: /
Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en
kennisconstructie.
Saskia: Ik neem het interview op zodat ik het later precies uit kan werken.
Leerkracht 4: Oké.
Saskia: Wat je merk je van de vaardigheden van de kinderen in de 21e eeuw?
Leerkracht 4: Ik merk dat het voor een deel anders is. En met name een deel. Het is heel goed dat
kinderen leren hoe ze moeten omgaan met allerlei media om alles op te zoeken. Van de andere kant
denk ik dat het ook een gevaar is dat kinderen een enorme berg van informatie over zich heen
gestort krijgen, waar ze eigenlijk geen orde in weten te brengen. Uh en ik denk dat dat dan toch een
taak is van de school en de leerkracht om hier richting aan te geven.
Saskia: Oké.
Leerkracht 4: En niet zomaar, hier is die iPad en doe er maar wat mee. Ik vind wel dat het een hele
vooruitgang is vergeleken met een aantal jaren geleden, waarbij je als docent steeds
eenrichtingsverkeer aan het geven bent. Dus ik zie er eigenlijk een hele belangrijke vooruitgang in,
mits je toch een beetje gestuurd wordt door de school of door de leerkracht.
Saskia: Ja, wat versta je onder het begrip ‘Kennisconstructie’, dus wat versta je onder dit begrip?
Leerkracht 4: Geen idee, als iemand het uitlegt dan zou ik het begrijpen. Maar ik precies zo’n begrip
of term in moet vullen dan kan het voor mij alle kanten op.
Saskia: Nou ik ga het je zo uitleggen dus dan weet je het.
Leerkracht 4: Ja, de exacte betekenis is mij niet bekend.
Saskia: Wat versta je onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs?
Leerkracht 4: Het is voor mij betekenisvol als het raakvlakken heeft met e werkelijkheid van alle dag
en daar stuur ik ook heel bewust op aan. Wereldoriëntatie moet voor mij terug te vinden zijn in de
krant van vandaag, in het nieuws van vandaag of op actualiteit uit de wereld, zelfs al heb je het over
iets uit het verre verleden, probeer ik persoonlijk heel vaak een link te leggen met vandaag. Zoals
‘zie je wel jongens nu is dat nog steeds zo of zo’ of bijvoorbeeld met de krim. Er gebeurt iets in het
land bijvoorbeeld gemeenteraadsverkiezingen, dan zie je dat je toch een link kunt leggen met
bijvoorbeeld iets uit het verleden of aardrijkskunde. Het zou voor mij geen betekenisvolle
wereldoriëntatie zijn als wij vroeger op school wel hadden, of betekenisloze wereldoriëntatie hadden
wij vroeger op school, als je domme plaatsen moest gaan leren.
Saskia: Topografie bedoel je?
Leerkracht 4: Ja, dat vind ik dus geen betekenisvolle wereldoriëntatie. Het moet raakvlakken hebben
met de realiteit van de dag.
Saskia: Oké.
Leerkracht 4: Als je zo’n soort wereldoriëntatie hebt dan denk ik dat het veel betekenisvoller is voor
kinderen. En ze moeten geïnteresseerd zijn.
Saskia: Oké mooi. Op wat voor manier zou jij de iPad dan in willen zetten, als jij deze zou hebben, bij
de invulling van jouw wereldoriëntatie onderwijs?
Leerkracht 4: Ik zou hem heel veel gebruiken, denk ik, om uh dingen te laten opzoeken die uh op de
een of andere manier in de actualiteit zijn. Ik zou bijvoorbeeld wat nu actueel is met de hele situatie
in Rusland. Dan zou ik de kinderen op laten zoeken wat is er nu eigenlijk, waarom is het er en wat
betekent dit voor ons? En hierbij ook het kunnen uitleggen. Dus niet zo zeer alleen het opzoeken van
de betekenis, maar ook het kunnen uitleggen. Wat zijn de gevolgen? Uh en ook voor ons, hebben wij
40
er mee te maken of laat het ons koud. Wat betekent dit voor ons Nederland. Misschien is je vader
wel chauffeur en heeft het gevolgen voor hem. Het komt toch weer terug in die actualiteit en de
gevolgen voor de eigen wereld.
Saskia: Je zei net al dat je het lastig vindt om het begrip kennisconstructie uit te leggen. Voor de
volgende vragen is het belangrijk om de betekenis van het begrip te kennen. Vandaar dat ik het even
uit zal leggen.
Leerkracht 4: Ja fijn.
Saskia: Volgens Van Gennip et al., 2010b ziet de leerkracht het leren meer als onderzoeksproces. Dit
komt uit de theorie. Je bent dus meer coachend bezig dan sturend. De kinderen krijgen meer de
ruimte om actief zelfstandig of juist in samenwerking kennis te verwerven en uh dit door het zoeken
van oplossingen. Dus minder kennisoverdracht, wat je al aangaf wat vroeger veel gedaan werd,
maar je laat het meer uit de kinderen zelf komen. Bijvoorbeeld door iets uit de actualiteit helemaal uit
te werken en op zoek te gaan naar oplossingen.
Leerkracht 4: Oké, duidelijk.
Saskia: Als je kijkt naar je eigen lesgeven op dit moment? Maak je dan meer gebruik van
kennisoverdracht of kennisconstructie?
Leerkracht 4: Daar ben ik heel heel helder in. Ik ben dan toch van de oude generatie en ben zelf heel
duidelijk en sturend aanwezig. Ik breng aan wat ik wil aanbrengen. En uh, nou moet ik zeggen dit
hangt ook wel samen met de aard van de groep die je hebt. Ik had vorig jaar bijvoorbeeld een groep
waar dat veel gemakkelijker ging. Zij konden zelfstandig met spullen omgaan. En nu heb ik dat niet..
kunnen zij dat zelfstandig? Maar over zijn algemeenheid als ik dit over de langere termijn bekijk, dus
niet alleen dit of vorig jaar, dan ben ik nog te veel, daar ben ik me van bewust, maar ben ik nog teveel
de gene die overbrengt.
Saskia: Oké.
Leerkracht 4: En nog veel minder degene die de kinderen zelf laat zoeken.
Saskia: Oké, mooi verwoord. Hoe zij jij bij de wereldoriënterende vakken de iPads wel op een juiste
manier in kunnen zetten? Dus meer richting kennisconstructie kunnen gaan.
Leerkracht 4: Niet kunnen, maar wel graag willen. Ik zou dan wel iemand moeten hebben die dan
zegt; hier heb je een voorbeeld zo zou je het in kunnen zetten. Uh ik zou dan het met alle plezier
doen, maar als je tegen mij zegt; nou hier heb je de iPads en kun je dan hetzelfde doen als wat je nu
doet. Uh je bent met wereldoriëntatie bezig, dan zou ik toch zeggen; ho even, hoe pak je dat dan
aan? Uh, ik vind het een en daar ben ik van overtuigd, een instrument met heel veel mogelijkheden.
Net als het digibord. Ik zou nu al niet meer zonder kunnen, maar om nu in een keer te zeggen dat ik
er mee aan de slag kan, daar heb ik nog een groot vraagteken in.
Saskia: Bedoel je dat je dan meer vaardigheden hiervoor nodig hebt?
Leerkracht 4: Ja, precies!
Saskia: Wat vind je een meerwaarde aan de inzet van de iPads in groep 7/8 die we op dit moment op
de Theresiaschool tot onze beschikking hebben?
Leerkracht 4: Daar kan ik niet zo goed over mee praten, want ik gebruik ze niet erg veel. Ik heb ze nog
maar een paar keer gebruikt en dan vaak voor uh.. dingen die opgezocht moeten worden.
Saskia: Ja.
Leerkracht 4: En een keer als stopwatch, maar ik weet niet of dit het eigenlijke gebruik is van de iPad.
Of dit echt een meerwaarde is? Maar het is wel handig om het instrument erbij de hebben. De
kinderen vonden het wel prettig, maar dit kan ook te maken hebben met de nieuwigheid.
Saskia: Dus wanneer jij hem vaker ingezet hebt, kun je de meerwaarde pas beschrijven.
Leerkracht 4: Ja, inderdaad. Net als bij het digitaal bord. Ik was gewend om met een krijtje te
schrijven, maar door het vaker in te zetten wordt je vaardig en ik zou het nu echt niet meer kunnen
missen! Uh ik zelf gebruik de iPad wel. Maar dit is vaak onderuit voor de televisie op het internet en
dit is vaak om wat dingen op te zoeken. Als ik het echte serieuze werk moet doen dan zit toch nog
vaak achter de PC. Ik moet nog wennen aan dat kleine bordje. Het hangt ook nauw samen met
allerlei communicatie en Social media die er omheen hangen. Nou en die hele wereld zegt mij niks.
41
Kijk en als je die hele wereld helemaal geweldig vindt en dat heeft gevolgen voor het gebruik van de
iPad. Ik ben er nog erg zakelijk mee.
Saskia: Ja, Oké. Alweer de laatste vraag van dit interview. Een van de belangrijkste vragen voor het
interview die ook namens de directie en bovenschools directie gesteld is. We willen namelijk bij de
wereldoriënterende vakken een mix creëren tussen kennisoverdracht en kennisconstructie en hoe zou
dit volgens jou tot een echte goede mix kunnen komen op de Theresiaschool?
Leerkracht 4: Nou ik heb daar geen pasklaar antwoord voor. Ik denk dat dat vooral een groeiproces
is. Ik denk dat uh.. door het doen je hem toch steeds meer zou kunnen gebruiken. Dat het een groei
is. Ik denk dat het in ieder geval niet zo zou moeten zijn dat er vanaf 2015 alle methode boeken weg
gaan en iedereen een iPad heeft en je het daar mee zou moeten doen. Ik denk dat je dan wel al te
snel gaat.
Saskia: Dus meer als informatieproces naast de methode als ik het goed begrijp?
Leerkracht 4: Ja, nou ja en misschien langzamerhand in de toekomst dat het steeds meer een
vervanger gaat worden voor de methode boeken. Dat zou kunnen. Maar als je nu tegen mij zou
zeggen, vanaf volgend jaar zou je de methode boeken in de kast kunnen laten en alle
wereldoriëntatievakken alleen maar met de iPad kunnen doen.. Ja dat vind ik dan toch erg heftig! En
misschien over drie jaar wel, dat weet ik niet?
Saskia: Een proces?
Leerkracht 4: Ja dat denk ik wel. Net als bij dat digitale bord. In het begin zat ik ook nog steeds op het
whiteboard veel te schrijven en ik moet zeggen dat ik er binnen één jaar tijd helemaal aan gewend
ben en nu zou ik niet meer terug willen. En dat zou misschien met iPads ook zo kunnen zijn. Ik denk
dat als er ergens een stapel iPads zou liggen, ik er ook regelmatig gebruik van zou maken.
Saskia: Oké.
Leerkracht 4: Ik zou ze in ieder geval best wel willen hebben, dus als je nog wat kunt regelen met dit
onderzoek… Dan houd ik me aanbevolen.
Saskia: Haha, ik zal het doorgeven.
42
Uitwerking interview 5
Datum: 19-03-2014
Leerkracht groep: 7
Naam: S. Lamjaata
Leeftijd: 29 jaar
Ervaring onderwijs: 9 jaar
Werkzaam Theresiaschool: 9 jaar
Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en
kennisconstructie.
Saskia: Oke even kijken. De eerste vraag: wat merk je van de veranderingen van de vaardigheden van
kinderen in de 21e eeuw?
Leerkracht 5: Uh, ik merk dat kinderen veel technischer zijn. Kijk maar naar de telefoons, computers,
iPads. En daarnaast denk ik dat ze tegenwoordig sneller dingen op kunnen zoeken.
Saskia: Oké. Wat versta jij onder het begrip ‘kennisconstructie’?
Leerkracht 5: Haha, uh.. de opbouw van kennis. Hoe komt kennis tot stand bij kinderen?
Saskia: Oké mooi.
Leerkracht 5: Ja?
Saskia: Wat versta je onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs? Dus wanneer is het voor jou als
leerkracht echt betekenisvol?
Leerkracht 5: Als het leeft bij kinderen en als je concrete voorbeelden kunt geven met het gebruik
van filmpjes. En als ze ook aan de hand van een project daar nog verder op in kunnen gaan. Dus, dat
het niet een begrijpend lezen les wordt. Vaak werken de kinderen dan in groepjes.
Saskia: Oké. Op wat voor manier zou jij de iPads in willen zetten bij de invulling van je
wereldoriëntatieonderwijs?
Leerkracht 5: Ik zou ze projecten laten maken aan de hand van de wereldoriënterende vakken. Dus
een werkstuk of webquestie of iets..
Saskia: En dit dan per vak of alle wereldoriënterende vakken samen?
Leerkracht 5: Ik denk verschillend. Net als geschiedenis en de tweede wereldoorlog neem je
helemaal samen, maar kan ook apart. Je kan ook bijvoorbeeld aardrijkskunde en geschiedenis bij een
bepaald hoofdstuk samen kunnen pakken.
Saskia: Ja.
Leerkracht 5: Dus daar is veel variatie in.
Saskia: Voor de volgende vragen zal ik even uitleggen wat het begrip kennisconstructie volgens Van
Gennip et al., 2010b uit de theorie betekent. Als leerkracht zie je het leren meer als proces. Dus je
houdt je meer afzijdig. De kinderen krijgen de ruimte om zich actief zelfstandig en in samenwerking
op zoek te gaan naar oplossingen. Dus kinderen gaan op eigen manier aan de slag met een
onderwerp. Bij kennisoverdracht geeft de leerkracht de kennis over aan de kinderen en bij
kennisconstructie komt het meer uit het kind zelf.
Leerkracht 5: Ja, oké.
Saskia: Als je kijkt naar je eigen lesgeven op dit moment, maak je dan meer gebruik van
kennisoverdracht of kennisconstructie?
Leerkracht 5: Ik denk een combinatie van beide, ik begin altijd met kennisoverdracht dus een
instructie, maar betrek de kinderen er wel bij door veel interactie met ze. Ik laat het ze in groepjes
doen of met de gehele klas.
Saskia: Begin je altijd zelf?
Leerkracht 5: Nee, niet altijd. Ik begin bijvoorbeeld ook wel eens met een vraag en laat de kinderen
het dan opzoeken. Dus ik begin vaak met interactie, maar laat de kinderen ook heel vaak in groepjes
samen opdrachten maken.
Saskia: Oké. Hoe zou je middels kennisconstructie de iPads in je eigen klas in willen zetten?
43
Leerkracht 5: Uh.. dat ze gewoon echt uh.. van het begin tot het eind alles zelf moeten uitzoeken en
daarbij mogen ze de iPads gebruiken.
Saskia: En krijgen ze van jou dan de opdracht?
Leerkracht 5: Jawel, ze krijgen wel handvaten. En bijvoorbeeld dit is het eind doel wat ik wil bereiken,
maar hoe je dat wil doen mogen zij zelf bepalen.
Saskia: Oké. Uh.. wat vind jij een meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 op de
Theresiaschool.
Leerkracht 5: Uh.. ik vind dat het internet gewoon zo breed is en hier zoveel informatie op te vinden
is. Dus ze hebben gewoon die dingen vaak nodig, zodat ze dingen makkelijk op kunnen zoeken en zelf
iets kunnen achterhalen. En ik denk dat het gewoon heel goed is. Je kunt er op lezen, je kunt er op
oefenen en je kunt zelfs ook rekenen op de iPad. Dus ja, ik denk dat dit echt een meerwaarde naast
de methode nog is. Dit kan je als leerkracht en methode niet aanbieden.
Saskia: Oké. Dan alweer de laatste vraag. Vanuit de directeur en bovenschools directeur wordt een
belangrijke vraag voor het onderzoek gesteld. Zij willen namelijk graag een mix creëren tussen
kennisoverdracht en kennisconstructie. Hoe zou deze mix er volgens jou bij de wereldoriënterende
vakken op een ideale manier uit zien?
Leerkracht 5: Dat is een moeilijke..
Saskia: Hoe zie je dit met methodes?
Leerkracht 5: Ik zou wel methodes blijven gebruiken. Dan heb je sowieso wel de handvaten, maar ik
zou ze sowieso wel meer los willen laten. Je kunt ook heel veel leren zonder methodes, alleen wij zijn
niks anders gewend dan methodes. Ik denk dat het ook wel goed is dat je een bepaald doel hebt aan
het eind van de les. Dat je weet waar je naar toe werkt en dat je de kerndoelen ook nog bewaakt.
Maar ik denk dat buiten dat om, je door zelf ontdekkend bezig te zijn je ook heel ver kan komen.
Saskia: Dus ik begrijp dat je bijvoorbeeld een onderwerp en doel geeft en dan de kinderen aan de slag
laat gaan op eigen manier?
Leerkracht 5: Ja, helemaal!!
44
Uitwerking interview 6
Datum: 20-03-2014
Leerkracht groep: 8
Naam: H. van der Steen
Leeftijd: 26 jaar
Ervaring onderwijs: 5 jaar
Werkzaam Theresiaschool: 5 jaar
Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en
kennisconstructie.
Saskia: Oke de eerste vraag. Wat merk jij van de veranderingen van vaardigheden van de kinderen in
de 21e eeuw?
Leerkracht 6: Uh, ja ik ieder geval merk ik al heel erg dat kinderen vaardig zijn in het gebruik van
spullen. Bijvoorbeeld bij de iPad, kinderen vinden hier zelf hun weg wel in. Dat kunnen ze gewoon,
soms moet je ze zelfs vertellen waar ze niet heen moeten, dan dat je ze iets uitlegt. Uh, verder denk
ik wel dat als je kijkt.. ze weten wel heel goed hoe iets werkt technisch gezien, maar als je ze dan aan
de slag ziet gaan met informatie zoeken, daarin missen ze echt nog wel een heleboel. Ik denk hierbij
aan opzoekvaardigheden, wanneer is iets echt ook relevant en kan ik er vanuit gaan dat het
betrouwbaar is? Dat hebben ze nog nooit gehad.
Saskia: Oké. Wat versta jij onder het begrip ‘kennisconstructie’?
Leerkracht 6: Uh, ik weet dat kennisoverdracht en kennisconstructie tegenover elkaar staan.
Saskia: Ja, inderdaad.
Leerkracht 6: Bij kennisoverdracht denk ik eraan dat ik voor de klas sta en kennis overdraag aan de
kinderen. Bij kennisconstructie denk ik er veel meer aan dat kinderen elkaar kennis overbrengen en
dingen opzoeken en hier in een groepje van en met elkaar leren. Dus bij kennisconstructie zie ik de
leerkracht meer begeleidend, dus die geeft een opdracht en kinderen gaan aan de slag met elkaar of
alleen en uiteindelijke zie ik ook wel, tenminste ik vind dat dat erbij hoort, dat je vaak in groepjes of
tweetallen of net wat werkt, dat er een stukje kennisoverdracht is in de vorm van presenteren door
de kinderen aan elkaar.
Saskia: Oké, mooi gezegd! Wat versta jij onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs?
Leerkracht 6: Ja uh.. wat ik met name belangrijk vindt bij de wereldoriënterende vakken, is dat het
uh.. niet één op zich staand stukje is. Wat ik met name prettig vind van dit jaar is dat we één thema
uitsmeren over 2 weken. Dan kan je daar dieper op in gaan. Eerst had je drie verschillende thema’s
langs elkaar lopen die niets met elkaar te maken hadden, maar dan doe je alles zo klein omdat je dan
drie onderwerpen tegelijk hebt lopen. Hierdoor is er helemaal… hoe moet ik het zeggen… geen lijn in
de stof. En als je het hebt over één thema, kan je hier veel meer aandacht aan besteden en is het
betekenisvol in mijn ogen voor de kinderen. Daarnaast denk ik dat je dan ook veel meer
vakoverstijgend kunt gaan werken. Wil je de vraag nog eens herhalen?
Saskia: Wanneer is het betekenisvol voor jou?
Leerkracht 6: Ja, oké als het samenhang heeft en ik denk dat het nog betekenisvoller voor de
kinderen kan worden, als je dus vakoverstijgend werkt.
Saskia: Oké, op welke manier zou je de iPad in willen zetten bij de invulling van je wereldoriëntatie
onderwijs?
Leerkracht 6: Oké, wat ik met name dus denk. Wij hebben een keertje een SKIPOS dag gehad en ik
dacht hee dit is iets wat ik bij wereldoriëntatie en met de iPad in kan zetten. Dit ging over de
leerarrangementen, en ik zeg niet dat het perse zo hoeft te heten, maar wat ik daar mooi aan vond
was, je geeft een opdracht en uh eigenlijk vrij open. Een soort thema waarbij je de kinderen aan de
slag zet. Ik denk hier gelijk aan bij sommige thema’s dit te verdelen in sub thema’s en daar iets mee
gaan doen. Bij andere denk ik meer aan één grote en dat iedereen kijkt wat hij/zij hier betekenisvol
aan vinden en dit dan juist weer samenpakken. Bij zo’n leerarrangement vond ik het heel mooi dat je
een opdracht krijgt, je gaat er met de iPad mee aan de slag en uiteindelijk pak je het weer terug. Dan
45
zou de iPad ook een middel kunnen zijn om een presentatie mee te maken of om foto’s te maken en
te gebruiken.
Saskia: Met of naast de methode?
Leerkracht 6: Het hoeft van mij niet met een methode te zijn. Want ik denk dat je een heleboel
kerndoelen al dekt en dan kan je ook vakoverstijgend werkt. Als je nu naar de methodes kijkt, zijn er
ook thema’s die terug komen. Dus dan denk ik dat als je hier een groot arrangement van maakt en
vakoverstijgend gaat werken, je alles in één pakt.
Saskia: Nou ik vroeg net al aan je wat volgens jou het begrip kennisconstructie betekent. Je hebt het
al heel uitgebreid en goed verwoord. Voor de volgende vragen zal ik het nog even volgens Van Gennip
et al., 2010b herhalen. Dit staat in de theorie beschreven. Hij geeft namelijk aan dat de leerkracht
meer begeleidend dan sturend is. Die ziet het meer als proces. De leerlingen krijgen de ruimte om
zelfstandig of in samenwerking actief aan de slag te gaan en op zoek te gaan naar oplossingen. Zij
verwerven kennis met anderen en gaan op zoeken naar oplossingen door bijvoorbeeld ICT. Uh.. als je
dan kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of
kennisconstructie?
Leerkracht 6: Meer kennisoverdracht. Ik ben er wel mee bezig om meer kennisconstructie toe te
passen, maar er zijn twee dingen bij mij heel belangrijk. Eén dat ik voor het eerste jaar groep 8 doe
en eigenlijk nog niet precies weet wat er allemaal aan bod komt en dat zorgt voor een stukje onder
zekerheid dat ik het nog niet zo snel los durf te laten en me vast hou aan alles. Ik zie wel al sneller
verbanden nu ik verder in het jaar ben. Jammer dat ik sommige dingen al niet samen heb kunnen
pakken. Het is dus vooral kennisoverdracht nog.
Saskia: Oké. Hoe zou je middels kennisconstructie de iPads op een juiste manier in kunnen zetten?
Leerkracht 6: Ja op dit moment is het even lastig, waar ik dan tegen aan loop is dat je toch in overleg
moet wanneer je zoiets doet. En bij komt soms ook wel eens spontaan het idee dat we het anders
gaan doen. Soms als het even niet werkt of we moeten aan de gang. En dan is het lastig als je zoiets
beslist en ik heb maar 3 computers en mijn eigen iPad, dan is het wel moeilijk om iedereen aan de
slag te zetten.
Saskia: Dus je zou dit kunnen wanneer je iPads tot je beschikking hebt?
Leerkracht 6: Ja, dit hoeft niet perse 15 te zijn. Stel dat ik er al 8 heb dan kan ik al een heel eind
kinderen aan de slag zetten. Ze hoeven ook niet alles via de iPad te doen, maar het is lastig dat het
nu gewoon altijd lenen is. En ik dat als je er meer in de klas hebt het ook makkelijker is om te doen.
Saskia: Oké, wat vind je een meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 op de Theresiaschool?
Leerkracht 6: Op dit moment?
Saskia: Ja.
Leerkracht 6: Nou in ieder geval wat je aangeeft, ook al doe ik nog niet heel veel aan constructie,
maar in de momenten dat je kennisconstructie doet kun je ze gewoon veel zelfstandiger aan de slag
laten gaan en van met elkaar laten leren dan dat je dit overdraagt. Dus dat vind ik wel een voordeel.
Ook denk ik gewoon de momenten tussendoor dat je de kinderen met zelfstandig werken of tussen
door het meer mogelijkheden voor de kinderen brengt dan ooit is geweest. Kinderen leren gewoon
dingen op te zoeken en dit is voor het middelbaaronderwijs of HBO ook erg belangrijk. Je moet dan
ineens onderzoeken doen en weet niet waar je dit kunt doen of vinden en wat ik straks al zei, is het
betrouwbaar? En daar zijn kinderen nu al veel vaardiger in denk ik.
Saskia: Mooi gezegd. Dan alweer de laatste vraag. Voor het onderzoek is het erg belangrijk dat we
kijken naar een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Dit is door de directeur en
bovenschools directeur ook opgedragen en een vraagstuk voor hen. Hoe zou het volgens jou een
ideale mix zijn tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken in
groep 7/8 op de Theresiaschool?
Leerkracht 6: Uhu, ja dat vind ik wel een moeilijke vraag. Ik zit even te denken.. in ieder geval denk ik
dat je niet elk thema hoeft te starten met hele teksten en uitleg over de inhoud van een thema. Dat
is dan wat je naar mijn mening meer bij de kinderen neerlegt. Wat volgens mij wel heel erg belangrijk
blijft is dat je een pakkende intro geeft. Of dat dan een filmpje is of dat je iets meeneemt of zo, maar
in ieder geval iets uit te beleving. Wat ik nu heel erg merk is dat de methode lessen allemaal starten
46
met best wel een lange instructie waarin je veel verteld en je best wel veel leest en ik denk dat dat
veel minder zou kunnen. Globaal denk ik dat iets van een intro van de leerkracht moet komen.
Saskia: Dus je begint sturend?
Leerkracht 6: Ja, dus je begint sturend met een opening van het thema en misschien een opdrachten.
Of deze dan open of gesloten is maakt niet zoveel uit. Dat kinderen aan de slag gaan en ik
begeleidend alleen of in groepjes, maakt niet zoveel uit. En veel meer zelf laten doen dan dat we nu
doen. Nu pak ik tussendoor ook steeds de antwoorden terug of bespreken we iets. En ik denk dat de
opdracht zo moet zijn dat je er langere tijd mee aan de slag moet gaan en nou vind ik wel dat ook
weer de afsluiting van een thema, of dat dan een presentatie is of net wat, dat dat dan als leerkracht
weer een overdrachtsrol en controle rol heeft. En ook dat je moet kijken van goh.. de kinderen
hebben al heel veel gevonden, maar eigenlijk zijn ze grote lijnen eventueel zijn vergeten, je deze dan
weer als leerkracht aanvult.
Saskia: Met of naast de methode of zou je los durven laten?
Leerkracht 6: Ik denk dat het best zonder methode kan, maar waar ik denk de methode zelf nog voor
zou gebruiken is achtergrondinformatie. Ja dat was het!
Saskia: Oke bedankt.
47
Samenvatting verslag interview Hajo Renkema (bovenschools directeur stichting SKIPOS)
Woensdag 22 januari, 2014
Om de visie op het onderwijs van de bovenschool directeur te weten te komen, heeft Floor een
interview met hem gehad. Wij als onderzoeksgroep vinden deze visie erg belangrijk om zo een
compleet plaatje te krijgen van theorie / bestuur / directie en het team.
Voor het interview begint stelt Floor de bovenschoolse directeur op de hoogte van het onderzoek
zoals het nu loopt. Floor legt uit waar we tot nu toe mee aan de slag zijn gegaan en geeft aan dat we
erg worstelen tussen het onderzoek richting de iPad of richting het wereldoriënterende onderwijs.
Hajo geeft aan dat hij het erg belangrijk vindt de iPad centraal te stellen. De iPad is er nu tot onze
beschikking, deze moet betekenisvol ingezet gaan worden, daarvoor zijn deze aangeschaft. Hajo
geeft ook aan als je eenmaal gaat beginnen met het inzetten van iPads, dat het dan waarschijnlijk
vanzelf gaat. Volgens hem is het zonde om heel het onderzoek te weiden aan een nieuwe methode
of werkwijze. De iPad geeft zo veel ideeën en mogelijkheden, er moet alleen structuur gevonden
worden. De methodes die we nu hebben moeten volgens Hajo anders ingezet gaan worden.
Hajo geeft wel een aantal voorbeelden van methodes die op andere scholen gebruikt worden, Val
Junior, SKOSO in Oss werkt met een zelfgeschreven methode en Fonkel werkt met kernconcepten. Bij
elke methode zijn pluspunten maar ook valkuilen geeft hij aan.
Floor geeft aan dat we dit ook voor ogen hebben, maar de methodes niet geschikt vinden omdat ze
vrij klassikaal en enorm sturend zijn. Het is nu aan ons om de methodes wat meer los te gaan laten
zonder de kerndoelen uit het oog te verliezen.
Hajo geeft duidelijk aan dat de iPads een didactische ondersteuning moeten zijn. De tablet geeft tal
van mogelijkheden om allerlei vaardigheden te ontwikkelen. Van opzoekvaardigheden tot
presentatievaardigheden. Vaardigheden die in deze tijd erg belangrijk zijn.
Werken volgens thema’s / leerarrangementen / kernconcepten, het maakt niet zo uit hoe je het
noemt, volgens Hajo, geeft weer tal van mogelijkheden voor andere vaardigheden. Zoals
bijvoorbeeld samenwerken en communiceren.
Volgens Hajo is het een idee om gewoon te gaan beginnen. Pak een hoofdstuk van een bepaald vak
en ga het op een andere manier invullen. Maak er een thema van. Kijk welke lessen van een ander
vak erbij passen. Laat kinderen leervragen opstellen. Laat ze een presentatievorm kiezen en in
groepen aan de slag gaan.
Floor vraagt zich hardop af hoe we deze hoofdstukken dan gaan toetsen. Waarop Hajo aan haar
vraagt waarom ik na elk hoofdstuk een toets zou willen afnemen. Floor kan geen ander antwoord
geven dan, om te kijken of de aangeboden stof beheerst wordt. Hajo geeft aan dat je dat op heel veel
verschillende manieren kan toetsen, maar niet altijd hoeft te toetsen. Hierover zouden we in het
team dan hele duidelijke afspraken moeten maken.
De hoofdvraag die we ons volgens Hajo zouden moeten stellen is: ‘Hoe bieden we wereldoriëntatie
met de iPad betekenisvol aan.’
48
Samenvatting verslag interview Ton van Malsen (directeur Theresiaschool)
Donderdag 9 januari, 2014
Floor heeft de directeur een aantal vragen voorgelegd. Ook heeft zij hem gevraagd wat zijn ideaal
plaatje zou zijn, m.b.t. het wereldoriënterend onderwijs en iPad gebruik, voor over 5 jaar.
Volgens de directeur zou de rol van de leerkracht vooral coachend moeten zijn. De leerlingen zouden
meer vrijheid moeten krijgen om zelf ontdekkend te leren. Zij zouden, binnen een bepaald kader, zelf
moeten kunnen beslissen over wat zij willen leren en hoe zij dat willen leren.
Zo wordt de leerling meer verantwoordelijk van zijn eigen leerproces. Dit is voor Ton heel belangrijk.
Eigenaarschap van de eigen ontwikkeling.
Daarnaast ontwikkelt de leerling meer vaardigheden als plannen, organiseren, samenwerken enz.
De zaakvakken zouden niet meer als losse vakken aangeboden moeten worden, maar als een geheel.
We zouden dat geheel wereldoriëntatie kunnen noemen. De onderwerpen die aan bod komen
zouden vakoverstijgend in een leerarrangement/thema aangeboden kunnen worden. Na een
leerarrangement zou wel een toetsing plaats moeten vinden van de leerstof. Ook zal er een evaluatie
moeten plaats vinden van het proces.
De iPad zou bij deze vakken in de toekomst de methode moeten kunnen vervangen. Dit is echter nog
ver weg, er zal dus een tussenstap moeten zijn waarin de iPad ondersteunend zal werken.
Het team is volgens Ton al aardig vertrouwd met het werken met de iPad. Natuurlijk zijn er
verschillen, maar iedereen kan er mee werken. We hebben dus al voldoende vaardigheden om de
iPad in te zetten in de klas. We missen nog wel wat achtergrond informatie en tools. Daarvoor
zouden meer momenten kunnen komen voor uitwisseling.
Niet iedere collega zal alles moeten kunnen en zelf uit moeten zoeken. Hierin zal veel van elkaar
geleerd kunnen worden. Misschien middels vak experts? (leerkrachten die zich extra verdiepen in
tools die bij een bepaald vak horen) Wel zal iedere leerkracht open moeten staan voor ontwikkeling.
In het ideaal plaatje van Ton zijn kinderen gemotiveerd om wereld oriënterende vakken tot zich te
nemen. Dit middels zelf ontdekkend en zelf onderzoekend leren. Samen en/of alleen, waardoor
meerdere vaardigheden als samenwerken, uitleggen, presenteren worden ontwikkeld.
De onderdelen die nodig zijn moeten vanuit de kerndoelen bewaakt en behandeld worden. Dit vergt
bij de leerkrachten meer kennis van de leerlijnen!
In zijn ideaalplaatje wordt de leerstof 50% door de leerkracht en 50% door de leerling ‘gekozen’. De
leerkracht zal dan ook 50% sturend en 50% coachend bezig zijn.
Verder zou het ideaal zijn dat er via leerarrangementen/thema’s gewerkt wordt. Bijvoorbeeld we
werken nu een maand aan thema ‘landbouw in Nederland’. Wat wil de leerkracht in ieder geval aan
bod brengen en wat wil de leerling zelf leren? Ook zou het super zijn om meer de klas uit te gaan en
ook bijvoorbeeld een boeren bedrijf te bezoeken, interviews te houden enz.
Voorlopig ziet Ton dit voornamelijk voor de zaakvakken voor zich, maar verder in de toekomst zou hij
dit ook bij de hoofdvakken (rekenen, taal) zien. Dit vergt wel veel planvaardigheden van de leerling
en leerlijn kennis van de leerkracht. Waarschijnlijk zouden we dan ook naar een klassen overstijgend
onderwijssysteem toe moeten.
49
F. Analyse instrumenten
Betekenisvol onderwijs
Interview 1 (Hajo, bovenschools
directeur)
Interview 2 (Ton, directeur
Theresiaschool)
Interview 3 (Leekrachten
Theresiaschool)
Documentenanalyse
Visiestuk
‘De iPad is nu tot onze beschikking, deze moet
betekenisvol ingezet gaan worden, daarvoor zijn
deze aangeschaft.’
‘Leerkracht zou vooral een coachende rol moeten
hebben.’
Leerkracht 1: ‘dus ik vind dat het heel erg
moet aansluiten. Dan vinden ze het leuk en
interessant, dan leren ze er een hoop meer
van.’
‘Kinderen begroeten de wereld vol
verwondering. De Theresiaschool wil die
verwondering blijvend prikkelen zodat ze
met plezier een leven lang leren’
‘Als leerkracht moet je kennis hebben van
leerlijnen om kerndoelen te bewaken en
behandelen.’
‘Bij het ideaal plaatje volgens Ton, wordt de
leerstof 50% door de leerkracht en 50% door de
leerlingen gekozen.’
-Zaakvakken aanbieden als geheel.
Leerkracht 4: ‘het is betekenisvol wanneer het
raakvlakken heeft met de werkelijkheid.’
Leerkracht 6: ‘belangrijk is het, wanneer het
niet één op zich staand stukje is.’
Leerkracht 5: ‘het is betekenisvol als het geen
begrijpend leesles wordt.’
Leerkracht 3: ‘het is voor mij betekenisvol
wanneer een kind erop terug komt.’
Vaardigheden
‘Het ontwikkelen van vaardigheden zijn in deze
tijd erg belangrijk.’
‘Vaardigheden als samenwerken, uitleggen &
presenteren worden ontwikkeld.’
- vaardigheden leerlingen
‘Samenwerken en communiceren zijn
belangrijke vaardigheden.’
-Eigenaarschap van de eigen ontwikkeling.
-Plannen, organiseren, samenwerken ,evaluatie
van het proces.
-Zelf ontdekkend/ zelf onderzoekend leren.
-Planvaardigheden.
- vaardigheden leerkracht
‘Hajo geeft duidelijk aan dat de iPads een
didactische ondersteuning moeten zijn’.
-Aanbieden van vakoverstijgende
arrangementen/thema’s.
- verklaren van gebeurtenissen
- interesses
- enthousiasme
- diep op een onderwerp in gaan
- samenwerken
- sneller opzoeken
- omgaan met media
- geen orde in verwerking
Leerkracht 3: ‘ik vind dat er verder in de
laatste jaren aan de veranderingen in
vaardigheden niet echt veel veranderd is.’
- respectvol met elkaar omgaan
Leerkracht 2: ‘nu gaan kinderen snel
zelfstandig aan de slag.’
Leerkracht 4: ‘ik vind dat het een hele
vooruitgang is vergeleken met een aantal jaren
geleden, waarbij je als docent alleen maar
eenrichtingsverkeer aan het geven bent.’
Leerkracht 1: ‘het klassikale neemt af want dat
is niet zo interessant.’
- gezond pedagogisch klimaat creëren
- structuur, rust en regelmaat bieden
‘We hebben dus al voldoende vaardigheden om de
iPad in te zetten in de klas’.
Meer kennis van de leerlijnen
- iPad vaardigheden
Inzetten iPads
‘Van opzoek tot presentatie vaardigheden.’
‘iPads moeten centraal staan.’
‘iPads moeten een didactische ondersteuning
zijn’
Leerkracht 2: ‘toen was het veel meer
klassikaal lesgeven natuurlijk.’
- goed contact onderhouden met ouders
en school gerelateerde instanties
Leerkracht 6: ‘kinderen zijn vaardig in het
gebruik van spullen.’
‘De iPad moet in de toekomst de methode
vervangen.’
‘iPad moet nu vooral ondersteunend zijn.’
‘De iPad geeft zo veel ideeën en mogelijkheden,
er moet alleen structuur gevonden worden.’
Leerkracht 5: ‘ik merk dat kinderen veel
technischer zijn.’
Leerkracht 2: ‘verschillende items over dit
onderwerp opzoeken.’
Leerkracht 6: ‘een soort thema waarbij je de
kinderen aan de slag zet.’ ‘Groot arrangement
van maken en dat je dan ook vakoverstijgend
werkt.’
Leerkracht 5: ‘kan helemaal samen, maar ook
apart.’
Leerkracht 1: ‘ik zou meer vanuit de kinderen
laten komen.’
Leerkracht 4: ‘niet zo zeer alleen het op
zoeken van de betekenis, maar dit daarna ook
uit kunnen leggen.’
- kennis inzet iPads
Leerkracht 3: ‘daarvoor moet je wel weten wat
je er mee wilt en of je alleen maar met apps
wil werken of ook met zoekprogramma’s voor
informatie wil gebruiken?’
Leerkracht 6: ‘bij een leerarrangement krijg je
een opdracht, je gaat ermee aan de slag en
pakt dit weer terug.’
- organisatie gebruik iPads
‘Binnen het onderwijs worden ICT
middelen gebruikt om het onderwijs te
verbeteren en te verstevigen’
‘ We gebruiken een aantal apps die de
doelstellingen van het leerproces
ondersteunen en voldoende oefenstof
bieden om de leerstof eigen te maken’
‘De tablets worden gebruikt voor extra
leer en oefenstof voor zowel begaafde
kinderen als kinderen die moeite hebben
de leerstof te volgen’
‘Op de lange termijn moet bekeken
worden of het financieel en technisch
haalbaar is om te werken naar een Ipad
voor iedere leerling’
Leerkracht 5: ‘ik zou ze projecten laten maken
aan de hand van de wereldoriënterende
vakken.’
Kennisconstructie
‘Leerling krijgt meer verantwoordelijkheid voor
eigen proces.’
‘Werken volgens thema’s waarbij de leerkracht
niet meer de leidende rol heeft, maar de leerling
zelf leert.’
51
Leerkracht 3: ‘ja en dan zelf informatie laten
zoeken en niet alleen maar via de methode.’
Leerkracht 1: ‘niet meer zo ouderwets als
lezen.’
Leerkracht 3: ‘kinderen beslissen zelf wat
willen leren.’
‘Het verwerven van de noodzakelijke
kennis en het opdoen van diverse
creatieve vaardigheden vormen de basis
voor de verdere ontwikkeling van onze
leerlingen.’
Leerkracht 6: ‘ik weet dat kennisoverdracht en
kennisconstructie tegenover elkaar staan.’ ‘de
leerkracht is meer begeleidend.’
Leerkracht 1: ‘allerlei manieren waarmee je
kennis op kunt nemen.’
- kennis begrip
Het motto van de Theresiaschool is:
‘Leren voor het leven’
Leerkracht 3: ‘niet alleen maar via ons
informatie binnen krijgen.’
Leerkracht 5: ‘de opbouw van kennis?’
Leerkracht 6: ‘bij kennisoverdracht denk ik
eraan dat ik kennis over draag aan de
kinderen. Bij kennisconstructie denk ik er veel
meer aan dat kinderen elkaar kennis
overbrengen.’
Leerkracht 2: ‘een begrip helemaal uitzoeken
wat daar aan verbonden is.’
- omslag kennisoverdracht naar
kennisconstructie
De methodes van nu moeten anders ingezet
gaan worden’.
‘Het is nu aan ons om de methodes wat meer los
te gaan laten zonder de kerndoelen uit het oog
te verliezen’.
Leerkracht 4: ‘Geen idee!’
Leerkracht 4: ‘daar heb ik geen pasklaar
antwoord voor.’ ‘ik denk dat het
langzamerhand in de toekomst steeds meer
een vervanger van de methode gaat worden.’
Er wordt gewerkt met het BHV- model
(Basis- Herhaling- Verrijking) Hierbij kan
het gebruik van multi- media een grote
rol spelen.
Leerkracht 2: ‘om de doorgaande lijnen de
leerlingen het uit laten werken.’
‘eerst jezelf er in verdiepen.’
Uit vernieuwingstendensen in het
onderwijs probeert de school bewuste
keuzes te maken die bij haar passen.
Leerkracht 6: ‘leerlingen moeten er langere
tijd mee aan de slag kunnen, het moet
aansluiten op de belevingswereld.’
Leerkracht 5: ‘ik zou wel de methodes blijven
gebruiken als handvaten.’ ‘en dit dan in
verschillende werkvormen.’
Leerkracht 1: ‘ik heb grip op de stof en daarna
gaan zij dit verder uitwerken.’ ‘eerst sturen
dan loslaten’
52
Wereldoriënterende
vakken
- betekenisvol wereldoriëntatie
onderwijs
‘Bij elke methode zitten pluspunten maar ook
valkuilen.’
‘Zaakvakken zijn geen losse vakken meer, maar één
geheel.’
‘Een toetsing kan op meerdere manieren
aangeboden worden.’
‘Na een leerarrangement moet er een toetsing
plaatsvinden.’
Leervragen door kinderen laten opstellen’.
‘Kinderen zijn gemotiveerd om wereldoriënterende
vakken tot zich te nemen, middels zelf ontdekkend
en zelf onderzoekend leren.’
‘De methodes van nu moeten anders ingezet
gaan worden’.
- Naar een klas overstijgend onderwijssysteem
- raakvlakken met de werkelijkheid
- aansluiten op de belevingswereld
Leerkracht 1: ‘dan vinden ze het leuk en
interessant, dan leren ze er een hoop meer
van.’
Leerkracht 5: ‘als het geen begrijpend lezen
les wordt.’
Leerkracht 3: ‘als ze enthousiast zijn over een
les die zij gekregen hebben, dan is het
betekenisvol.’
Leerkracht 6: ‘als het geen op zich staand
stukje is.’ ‘als het samenhang heeft.’
Leerkracht 4: ‘het moet raakvlakken hebben
met de realiteit van de dag, en ze moeten
geïnteresseerd zijn.’
- werkvormen
‘De methodes die we nu hebben moeten anders
ingezet gaan worden.’
‘Onderwerpen moeten vakoverstijgend in een
leerarrangement aangeboden worden.’
‘Werken volgens thema’s / leerarrangementen /
kernconcepten, het maakt niet zo uit hoe je het
noemt, volgens Hajo, geeft weer tal van
mogelijkheden voor andere vaardigheden.’
‘We werken een maand aan het thema’ landbouw
-
Leerkracht 2: ‘wanneer een kind uit kan leggen
waarom dit zo is.’
- arrangementen/projecten
- thema’s
- naast de methodes
Leerkracht 6: ‘bij een leerarrangement krijg je
een opdracht, je gaat ermee aan de slag en
pakt dit weer terug.’
Zelfgeschreven methode
Kernconcepten
Leerlingen kiezen zelf een
presentatievorm.
Leerkracht 5: ‘ik zou ze projecten laten maken
aan de hand van de wereldoriënterende
vakken.’
Leerkracht 3: ‘ja en dan zelf informatie laten
zoeken en niet alleen maar via de methode.’
53
‘Er worden geen methodes meer
aangeschaft die uitgaan van (papieren)
boeken’
Betekenisvol onderwijs
Observatie 1
(Steve Jobs school)
Observatie 2
(iPad klassen)
Theorie
- ingaan op de interesses van het kind
- kind zoekt zelf zijn eigen leeropdrachten /
onderwerpen
- kinderen mogen zelf dingen veranderen in het
onderwijssysteem
- leerkracht bepaald de opdracht, maar probeert met
werkvormen / materialen aan te sluiten op de
belevingswereld van de kinderen.
Leren wordt betekenisvol wanneer het verbonden kan
worden met het leven van de kinderen.
Volgens de Haan (2008) vormen ontwikkelen en het
leren vragen stellen de basis van kennisverwerving.
(Vermunt, 1992). Met ‘leren leren’ worden de
onderwijsvormen bedoeld die primair gericht zijn op
het leerproces en de bewustwording daarvan.
Andere voorbeelden van het stimuleren van reflectie
zijn: les vormen waarbij leerlingen hun eigen
presentatie op video opnemen en met de klas
bespreken (coöperatief leren) (Verbeij, 2009;
Heemskerk, Meijer, van Eck, Volman, Karssen &
Kuiper, 2011) en het gebruik van weblogs (Wopereis,
2009).
Er moet ruimte zijn om eigen vragen te verbinden met
de ‘kernvakken’ en schoolse begrippen (Leeman,
Wardekker en Majoor, 2007). Twee uitgangspunten
die gehanteerd kunnen worden:
Leren moet betekenisvol zijn;
Vaardigheden
- presentatievaardigheden
- presentatievaardigheden
- vaardigheden leerlingen
- plannen
- eigen leerproces bepalen
- veel zelfstandigheid
- veel eigen verantwoordelijkheid
- plannen
- zelfstandigheid
- samenwerken
Het resultaat van het leren ontstaat door
een onderzoekende houding.
Van Deurzen & van Dijk (2012) stellen dat een groot
deel van de bevolking de basisvaardigheden mist om
hier goed mee om te kunnen gaan. Deze groep mist
algemene computervaardigheden maar ook het
beoordelen van informatie en digitale veiligheid.
Volgens Kirschner (2013) kunnen zij prima overweg
met het bedienen van een computer, maar het
gebruiken hiervan is niet vanzelfsprekend en moet
worden geleerd.
Thuis en in de vrije tijd spelen de leerlingen steeds
vaker speloefeningen. Dit bevordert de presentaties
van de leerlingen op school (Sandberg, 2013).
- vaardigheden leerkracht
‘De leerkracht moet durven loslaten’
‘Je moet als coach snel kunnen switchen en hulp kunnen
bieden’
- goed klassenmanagement
- betekenisvolle opdrachten maken
- overzicht bewaren
- coachen (gespreksvaardigheden)
- leer ontwikkeling in de gaten houden
- goed klassenmanagement
- iPad vaardigheden
- opzoekvaardigheden
- allerlei verschillende apps
- facetime (met buitenland)
Leerlingen kunnen in zo’n omgeving praktische
vaardigheden ontwikkelen (Oomens, 2011) of
vertrouwd raken met principes van onderzoek (de
Jong, 2009).
De inzet van onderzoekend en coöperatief leren kan
voor de rol van de leerkracht veranderingen met zich
mee brengen. De leerkracht zal van zijn leidende rol
meer een begeleidende rol moeten maken.
Onderzoek van Heijmen (2012) laat zien dat de leraar
bij deze vorm van ICT-gebruik zijn onderwijsstijl niet
hoeft aan te passen en de prestaties van de leerlingen
gelijk blijven.
- office 365
- aller lei verschillende apps (piccolage, filmen, acadin,
socrative)
Naast het versterken van de vakkennis is het verhogen
van de didactische en pedagogische vaardigheden van
de leerkracht de beste manier om het onderwijs te
verbeteren (Hanushek & Rivkin, 2010).
Rutven (2013) geeft aan dat het zomaar plaatsen van
iPads in een leeromgeving onvoldoende is. De
leerkracht zal zelf duidelijke leerdoelen moeten
vaststellen.
Het is moeilijk te zeggen wat de invoering van de iPad
met het leervermogen van het kind doet. van der
Maas (2013)
Inzetten iPads
‘30%40% op de iPad’
- iPad naast de bestaande methodes
Om de basisvaardigheden ICT te verbeteren kan er
gebruik worden gemaakt van het vier in balans model
(Ten Brummelhuis, 2011).
De inzet van ICT kan een bijdrage leveren aan het
verhogen van het leerrendement.
‘iPad is ondersteunend niet leidend’
- kennis inzet iPads
- geen methodes
- verschillende apps
- presentatietools
- verschillende apps
- presentatietools
Volgens Koballa & Glynn (2008) zorgt de
nieuwsgierigheid voor een onderzoekende houding.
Om de basisvaardigheden ICT te verbeteren kan er
gebruik worden gemaakt van het vier in balans model
(Ten Brummelhuis, 2011).
Natuurlijk betekent dit niet dat het plaatsen van een
iPad in een leeromgeving een ‘magische’ oplossing is:
als leraren geen bijscholing op het gebied van digitale
media hebben gehad of als uitgevers weigeren gebruik
te maken van de mogelijkheden van het apparaat, zal
de iPad slechts een drager blijven.
55
- organisatie gebruik iPads
- ieder kind heeft zijn eigen tablet
- 15 iPads per klas
Coöperatief leren is een onderwijsmethode die
gebaseerd is op de samenwerking.
Onder onderzoekend leren verstaan we les vormen
waarbij leerlingen in meer of mindere mate vrij zijn
om zelf een antwoord te zoeken op een vraag,
informatie te vinden over een onderwerp, inzicht te
verwerven over een begrip of vaardigheden te
ontwikkelen (Velthorst, Oosterheert, Brouwer, 2011).
Een belangrijk onderdeel binnen de school is de
interactie binnen en buiten de school (Oetelaar, 2012
‘Whitepaper 21st Century Skills in het onderwijs’).
Kennisconstructie
- kennis begrip
- 21 century skills
- 7 basisvaardigheden en empathie
- omslag kennisoverdracht naar
kennisconstructie
- nog geen koppeling met de leerlijnen
- geen klassikale instructies
- adaptief onderwijs
- werken op eigen niveau van het kind
Daarbij representeert kennisoverdracht een visie op
onderwijzen en leren waarbij de leerkracht in kleine
stappen kennis overdraagt aan de leerling. De nadruk
ligt op het oefenen van leerstof. De leerkracht bepaalt
op welk tijdstip welke kennis wordt geleerd. Bij
kennisconstructie faciliteert de leerkracht het leren
meer als een onderzoeksproces. De leerling krijgt
ruimte om actief, zelfstandig en in samenwerking met
anderen kennis te verwerven door het vinden van
oplossingen. (Van Gennip et al., 2010b).
Om kennisconstructie toe te passen in het onderwijs
zijn er door het basisonderwijs (PO-raad, 2012),
voortgezet onderwijs (VO-raad, 2011) en middelbaar
beroepsonderwijs (MBO Raad, 2011) drie speerpunten
centraal gesteld. Dit zijn de volgende speerpunten;
personaliseren, professionaliseren en presenteren.
Door het onderwijs op hoger niveau te personaliseren
of te differentiëren naar niveaugroepen, kan er
worden voldaan aan dit doel. De instelling zal gebruik
moeten maken van moderne middelen (digibord en
iPad/tablet), samenwerkend leren en differentiëren in
doel en instructie behoefte.
Deze prestaties gaan samen met een goede en
doelmatige organisatie waarbij de behoeftes van
leerlingen en (leerkrachten) in overeenstemming
worden gebracht.
Wereldoriënterende vakken
- betekenisvol wereldoriëntatie
onderwijs
‘Kinderen zijn in staat om zelf de onderwerpen en
leerdoelen aan te reiken in hun schoolperiode.’
- topondernemers
56
Focus op de lange termijn van werelds en
toekomstgericht leren (Van Beek, 2013).
- werkvormen
- onderwerpen / vakken komen helemaal vanuit het kind
- koppelen van kerndoelen aan apps.
- veel samenwerken met instanties buiten school
- alle mogelijke werkvormen
- geen toetsen
De inzet van ICT kan een bijdrage leveren aan het
verhogen van het leerrendement.
- samenwerken in een kleiner groepje
- presenteren
- eigen toetsen maken
Coöperatief leren is een onderwijsmethode die
gebaseerd is op de samenwerking.
Onder onderzoekend leren verstaan we les vormen
waarbij leerlingen in meer of mindere mate vrij zijn
om zelf een antwoord te zoeken op een vraag,
informatie te vinden over een onderwerp, inzicht te
verwerven over een begrip of vaardigheden te
ontwikkelen (Velthorst, Oosterheert, Brouwer, 2011).
Een middel om tot vernieuwend leren te komen is de
Taxonomie van Bloom (1956). Het biedt uitkomst om
leerdoelen te formuleren, tevens kan het inspiratie
geven bij het aanbieden van verrijkingsopdrachten.
Leerlingen zijn mede verantwoordelijk voor het eigen
leerproces. Excellent en maatschappelijk betrokken
onderwijs, samen oneindig veel leren en grenzeloos
werelds leren (Marzano, 2006).
Het vier in balans model (Ten Brummelhuis, 2011). Dit
model kijkt vooral naar de twee grote vraagstukken
die er op dit moment in het onderwijs zijn; verhogen
van het leerrendement, en het doelmatig organiseren
van het leerproces.
57