in terv iew Melders van misstanden beter beschermen Sinds begin dit jaar mag de Onderzoeksraad Integriteit Overheid ook onderzoek doen naar meldingen van misstanden bij gemeenten en waterschappen. Daarmee is een dekking over vrijwel de hele overheid gerealiseerd, want de raad doet al onpartijdig en onafhankelijk onderzoek naar meldingen bij het Rijk, provincies, defensie, politie en zelfstandige bestuursorganen. Voorzitter Harm Brouwer: “We hebben een nieuwe mijlpaal bereikt, maar er is nog veel werk te verzetten. De integriteitslat kan altijd hoger. HR speelt daarbij een belangrijke rol.” Jan Koekebakker W ie met een deskundige over integriteit praat, krijgt meestal een lange theoretische beschouwing voorgeschoteld op de vraag wat daar nou precies onder moet worden verstaan. Zo niet bij Harm Brouwer. “Ik hou me daar bewust verre van”, zegt hij, “wat mij betreft is het gewoon een kwestie van geweten en gezond verstand. Mensen weten over het algemeen heel goed wat wel en niet kan. Dat geldt zeker voor Nederlandse ambtenaren, die veelal een hogere opleiding hebben genoten en zich bewust zijn van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.” Volgens Brouwer is voor iedereen duidelijk dat fraude, afpersing, diefstal en dergelijke niet mogen. Dat geldt evenzeer voor kleinere vergrijpen. de basis van het openbaar bestuur. Integriteitsschendingen schaden het vertrouwen van de burger in het overheidsapparaat en tasten de waardigheid en geloofwaardigheid van de overheid aan. Het onderwerp moet daarom ruime aandacht krijgen en schendingen moeten uiteraard worden bestraft.” voorzitter te worden, heb ik nagegaan wat de commissie zoal heeft gedaan. Daaruit bleek dat er tientallen onderzoeken zijn verricht, waarvoor hoorzittingen zijn gehouden en rapporten geschreven. Kennelijk gaat in dit geval het aloude adagium ‘onbekend maakt onbemind’ op.” Onbekend maakt onbemind Brouwer heeft van de nood een deugd gemaakt. Voorafgaand aan zijn benoeming in oktober 2012 heeft hij om een aantal nieuwe bevoegdheden gevraagd. Zoals de mogelijkheid om ook op eigen initiatief onderzoek te doen. “Dat is een uitkomst voor anonieme meldingen waar we nu niets mee kunnen doen.” Ook wil hij het onderzoeksterrein uitbreiden tot politieke ambtsdragers en bestuurders, een mogelijkheid die er al is maar nog meer voor het voetlicht mag komen. “Het overleg daarover met Minister Plasterk (BZK) vordert.” In het verlengde hiervan stelde hij een andere naam voor: ‘Onderzoeksraad’ in plaats van ‘Commissie’. “Die vlag geeft beter aan waar wij voor staan.” De CIO richtte zich aanvankelijk alleen op meldingen vanuit de rijksoverheid, politie en defensie. Later zijn daar de provincies en de zelfstandige bestuursorganen bijgekomen. “De doorstart was tevens een mooi moment om te kijken of de gemeenten en waterschappen bereid De Onderzoeksraad Integriteit Overheid is de opvolger van de Commissie Integriteit Overheid (CIO), die even een slapend bestaan leidde nadat de benoemingstermijn van de leden was verlopen. Brouwer heeft “een vermoeden” wat daarbij op de achtergrond meespeelde. “Onderzoekers van de Universiteit Utrecht "Integriteit staat aan de basis van het openbaar bestuur" “Ook dan kan je op je klompen aanvoelen wanneer het gaat wringen en handelingen niet meer door de beugel kunnen.” Brouwer wil met die benadering de zaken niet bagatelliseren of simpeler voorstellen dan ze in werkelijkheid zijn. “In tegendeel”, beklemtoont hij. “Integriteit staat aan hebben zich in een evaluatie in 2008 kritisch over de CIO uitgelaten. De commissie zou onbekend zijn en het takenpakket niet adequaat hebben opgepakt.” Ten onrechte, vindt Brouwer. “Nadat ik door de toenmalige Minister van BZK was benaderd om de CIO nieuw leven in te blazen en 4 Ruimere bevoegdheden Harm Brouwer. Was onder meer rechter in Roermond, raadsheer bij het Gerechtshof in Den Haag, hoofdofficier van Justitie in Leeuwarden, president van de Rechtbank Utrecht, voorzitter van het College van procureurs-generaal en voorzieningenrechter in Amsterdam. Hij is nu voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid en sinds 1 januari voorzitter van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in Den Haag. Foto: privé-bezit waren zich bij ons aan te sluiten”, vertelt Brouwer. “Ik verwachtte toen dat dit lange tijd in beslag zou nemen, maar de reacties waren gelijk positief. Sinds begin dit jaar mogen we ook meldingen van vermoede misstanden vanuit gemeenten en waterschappen onderzoeken.” De Onderzoeksraad Integriteit Overheid telt nu zes leden en binnenkort vier plaatsvervangende leden. De Onderzoeksraad beschikt over een klein secretariaat dat is ondergebracht bij het CAOP in Den Haag. Een voor de hand liggende keuze, want daar is onder meer ook het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) gevestigd. Zelfreinigend vermogen De Onderzoeksraad is in beginsel een ‘voorziening voor de tweede lijn’. De melding van een misstand moet uit een oogpunt van reflectie en zelfreinigend vermogen eerst intern worden onderzocht. “Wie niet tevreden is met de aanpak of de uitkomst hiervan kan ons benaderen,” legt Brouwer uit. “Wij onderzoeken of de interne melding op zijn plaats was, wat wel en niet correct is verlopen en of beslissingen en acties terecht zijn geweest. Bovendien doen we na een jaar vervolgonderzoek om te kijken wat er met onze aanbevelingen is gedaan. In uitzonderingsgevallen, met name als het heel moeilijk is de misstand binnen de eigen organisatie aan de orde te stellen omdat bijvoorbeeld de directe manager erbij betrokken is, kan een melder zich gelijk tot ons wenden.” De Onderzoeksraad heeft geen budget om eigen onderzoekers aan te stellen en Brouwer verwacht niet dat daarin op korte termijn verandering komt. “In deze tijd van omvangrijke bezuinigingen en reorganisaties heeft het geen enkele zin om méér geld te vragen.” Om de onderzoekstaak toch waar te kunnen maken, is een zinvolle praktische oplossing bedacht. 5 Brouwer: “In de publieke sector is veel kennis en onderzoekskwaliteit beschikbaar waar wij gebruik van kunnen maken. Zo hebben we onlangs een onderzoek uitgevoerd in samenwerking met de Nationale ombudsman, en op dit moment loopt een onderzoek waarvan het technische deel is uitbesteed aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid.” Een luisterend oor Volgens Brouwer zijn de Nederlandse overheid en het overheidspersoneel door de bank genomen integer. “We leven niet in een bananenrepubliek”, zegt hij met nadruk, “ook al wordt die suggestie weleens gewekt. Dit laat onverlet dat zaken als integriteit en integer overheidsbestuur hoog op de agenda moeten blijven staan. De kans op misstanden ligt altijd en overal op de loer.” Dat er inderdaad nog veel werk moet worden verzet, toont het onderzoek van mei 2013 ‘Een luisterend oor’ aan, dat de Vrije Universiteit van Amsterdam op verzoek van BIOS heeft verricht. Daaruit komt naar voren dat er hoge drempels bij het melden van misstanden bestaan. De meeste publieke organisaties hebben een meldprocedure, maar aan de invulling en bekendheid kan het nodige worden verbeterd. Bijna 31% van de ondervraagden zegt geen vertrouwen te hebben in de persoon of instantie aan wie zij moeten melden. Bij 43% overheerst het gevoel dat er toch niets mee gebeurt en 40,5% heeft angst dat een melding negatieve gevolgen voor henzelf heeft. Verder blijkt dat nog geen 10% van de leidinggevenden een cursus of training op het gebied van integriteit heeft gevolgd of van de werkgever informatie en/of instructies over de afhandeling van misstanden heeft ontvangen. Brouwer noemt die conclusies “zorgwekkend” en onderschrijft de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport dat er meer bekendheid met de procedures en als blijkt dat de gemelde misstand ongegrond is.” Stimuleren en faciliteren Om het integriteitsbewustzijn binnen overheidsorganisaties te verhogen, dicht Brouwer een belangrijke rol aan HRM toe. “Het bestuur en het topmanagement zijn eindverantwoordelijk voor het integriteitsbeleid, maar de HR-afdeling kan bij de vormgeving in de praktijk faciliterend en stimulerend optreden. Dat kan op tal van manieren, om te beginnen door de geldende normen en waarden te communiceren, aan medewerkers te vertellen hoe zij misstanden kunnen melden en wie de vertrouwenspersoon is. Andere aandachtspunten zijn het regelen van vorming en scholing, doortastend optreden bij misstanden, van fouten leren, sollicitanten zorgvuldig screenen, het onderwerp aan de orde stellen in functioneringsgesprekken, waar nodig zorgen voor een mentaliteitsverandering en "De doorstart was tevens een mooi moment om te kijken of de gemeenten en waterschappen bereid waren zich bij ons aan te sluiten" meldinstanties dient te komen. “Als meldsystemen niet optimaal functioneren, moeten organisaties investeren in een grotere bekendheid en een betere werking. Leidinggevenden moeten alert zijn op verstoringen en die professioneel oppakken. Iedereen die een misstand wil melden, moet weten waar hij terecht kan. Een onjuiste behandeling kan medewerkers ontmoedigen. Wanneer het vertrouwen eenmaal is geschaad, wordt het moeilijk om dit weer terug te winnen. Bovenal moet een organisatie melders van misstanden juist omarmen en niet tegenwerken, ook vooral de vaart erin houden.” Brouwer ziet op deze punten geen taak voor de Onderzoeksraad weggelegd. “Wij geven geen voorlichting over hoe overheden hun integriteitsbeleid moeten inrichten en houden geen enquêtes over wat er al dan niet mis is. Daar is een instelling als BIOS deskundig in. Wij onderzoeken alleen concrete zaken, na een melding en in de toekomst mogelijk ook op eigen initiatief.” Ambitieuze plannen Brouwer is voor vier jaar benoemd als voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid. Voor die periode 6 heeft hij ambitieuze plannen. “In korte tijd is al veel bereikt. Er is nu voor vrijwel de gehele overheid één loket voor de melding van misstanden, één meldprocedure en één onderzoeksmethode. Aan de versnippering is een halt toegeroepen en kwaliteiten zijn gebundeld. Voor de toekomst wil ik dat de Onderzoeksraad zich ontwikkelt tot een gezaghebbend, onafhankelijk orgaan voor de hele publieke sector, dat altijd op samenwerking is gericht en dezelfde bevoegdheden heeft als de Nationale ombudsman en de Onderzoeksraad voor Veiligheid.” Dat is volgens hem echter niet mogelijk met de huidige personeelsomvang. Dit toekomstperspectief kan nog anders gaan lopen. Onlangs heeft de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel voor het ‘Huis voor Klokkenluiders’ aangenomen. Hierin is geregeld dat klokkenluiders zowel bij de overheid als in de private sector aanzienlijk beter worden beschermd. Brouwer noemt dat “enorm positief”, maar ontwaart tegelijk een potentieel groot probleem. “Wij bewegen ons op hetzelfde terrein. Het is daarom de vraag of beide instanties naast elkaar bestaansrecht hebben.” Of Brouwer zich ooit over deze heikele kwestie moet buigen, betwijfelt hij. “Er zijn steekhoudende argumenten dat het wetsvoorstel in strijd is met nota bene de Grondwet. Het kabinet heeft het om die reden afgeraden, maar de Tweede Kamer had daar tot veler verbazing geen oren naar. Het woord is nu aan de Eerste Kamer, die meestal kritischer naar dit soort gronden kijkt. We zullen zien wat daar uitkomt. Zolang het voorstel geen wet is, gaan wij in ieder geval met volle vaart op de ingeslagen weg voort.” Noot Zie voor nadere informatie over de Onderzoeksraad: www.onderzoeksraadintegriteitoverheid.nl.
© Copyright 2024 ExpyDoc