Behandeling bij angst en psychose: nieuwe ontwikkelingen Mark van der Gaag 1 Gefeliciteerd PsyQ Angststoornissen 2 40 jaar! Feest met een rouwrandje Angststoornissen heeft zich ontwikkeld van klinisch programma voor “onbehandelbare patiënten” naar een modern zorgprogramma en protocolgestuurd ambulant programma Van groot naar kleiner (na schandaal) Van klein naar groter (Berrettysering) En dan nu weer kleiner (meer korte termijn winst door minder zorg) 3 Angst en psychose Psychotische stoornissen zijn veelal angststoornissen! • Vermijding van plaatsen sterker dan bij agorafobie • Vermijding van sociale situaties vergelijkbaar met sociale fobie • Paniek als persoon zich in het nauw gedreven voelt • Behandeling van paranoia heeft veel gelijkenissen met protocol voor hondenfobie 4 Nieuwe ontwikkelingen bij psychose behandeling Virtual Reality Exposure Therapie (de buitenwereld de behandelkamer in) Behandeling van posttraumatische stress stoornis bij chronisch psychotische patiënten Angst om gek te worden bij mensen met een ultrahoog risico op het ontwikkelen van een psychose Dwanggedachten en auditieve hallucinaties: een siamese tweeling? 5 VIRTUAL REALITY EXPOSURE THERAPY 6 Hoogtevrees Vliegangst Meta-analyse VR bij angst • 23 studies (Paniekstoornis met/zonder Agorafobie, Spinnenfobie, PTSS, Sociale fobie). • VR effectief: veel beter dan wachtlijst • Even goed als CGT • Goede langetermijn effecten • Dosis respons Opriş, D., Pintea, S., García-Palacios, A., Botella, C., Szamosközi, Ş., & David, D. (2012). Virtual reality exposure therapy in anxiety disorders: A quantitative meta-analysis. Depression and Anxiety, 29(2), 85-93. 9 TREATING TRAUMA IN PSYCHOSIS: T-TIP 11 Achim, Maziade, Raymond, Olivier, Mérette, & Roy Schizophr Bull 2011, Jul;37(4):811-21. Jongh, De Bont, Van den Berg, Van der Vleugel, De Roos, De Van der Gaag, & Van Minnen (submitted) Van den Berg & Van Minnen (2014) survey bij 491 gz- en kp-psychologen Contraindications for using guideline treatments* Prolonged Exposure or EMDR? * Forbes et al. J Trauma Stress. 2010;23:537-552. Randomisatie Gemiddelde duur psychotische symptomen: Gemiddeld aantal suïcidepogingen: 21.0 jaar 3.0 Resultaten op de CAPS (KIP) score PSS-SR 32 30 28 26 24 22 20 18 WL EMDR PE 16 14 12 B S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 Post FU 80 CAPS 70 Post-treatment PE vs WL: EMDR vs WL: 60 d=.78 d=.65 6-month FU 50 PE vs WL: d=.63 EMDR vs WL: d=.53 PE 40 EMDR WL 30 20 baseline n=155 post-treatment* 6-month follow- 12-month followup* up* n=130 n=128 n=86 T0-T2 -31.8 -31.8 -11.6 T0-T6 -32.9 -33.3 -16.2 *Estimated means (LMM) % deelnemers met zelfgerapporteerde adversity per maand PE EMDR WL T0 T2 T6 Conclusies m.b.t. psychose en trauma Trauma speelt een belangrijke rol bij psychose EMDR en PE zijn effectieve behandelingen EMDR en PE zijn veilig Stabilisatie is verlengen van lijden en past niet in Hippocratische eed: Primum non nocere 19 ANGST OM GEK TE WORDEN BIJ UHR PATIËNTEN 20 Parnassia Psychiatric Institute & PsyQ Haaglanden, The Hague MHS Leiden, Child and Adolescent Department Academic Medical Centre & PsyQ Amsterdam MHS Friesland, Leeuwarden and province 21 Flowchart of patients Baseline characteristics Results of CBTuhr intervention 10 transitions CBTuhr add-on to TAU 22 transitions TAU = State of the art treatment for co-morbid disorder Patient status at 18-month follow-up The Chi-square linear-by-linear association is significant: Chi2 (df=1)=4,266, p=.039 The NNT to prevent a transition was 9 The NNT to bring a patient into remission was 7 25 META ANALYSIS 26 27 28 Study name Statistics for each study Risk ratio and 95% CI Risk Lower Upper ratio limit limit Z-Value p-Value McGorry, 2002 0,542 McGlashan, 2006 0,425 McGorry, 2012a 0,760 Amminger, 2008 0,177 Nordentoft, 2006 0,264 Bechdolf, 2012 0,054 Morrison, 2004 0,207 Addington, 2011 0,128 McGorry, 2012b 0,742 Morrison, 2012 0,700 Van der Gaag, 2012 0,473 0,463 0,226 0,168 0,285 0,042 0,079 0,003 0,046 0,007 0,278 0,274 0,226 0,334 1,298 1,076 2,026 0,750 0,888 0,913 0,941 2,350 1,982 1,788 0,988 0,642 -1,374 -1,806 -0,549 -2,350 -2,152 -2,023 -2,039 -1,385 -0,594 -0,745 -1,993 -4,616 0,169 0,071 0,583 0,019 0,031 0,043 0,041 0,166 0,552 0,456 0,046 0,000 0,01 0,1 1 Intervention 10 Control 100 Study name Statistics for each study Risk ratio and 95% CI Risk Lower Upper ratio limit limit Z-Value p-Value McGorry, 2002/70,753 0,387 1,465 -0,836 0,403 Nordentoft, 20060,566 0,278 1,153 -1,567 0,117 Bechdolf, 2012 0,103 0,014 0,783 -2,197 0,028 Morrison, 2004/70,622 0,250 1,543 -1,025 0,305 Morrison, 2012 0,769 0,349 1,697 -0,650 0,516 0,635 0,438 0,919 -2,405 0,016 0,01 0,1 1 Favors Experimental 10 Favors Control 100 Conclusies 5 CGT trials toonden een reductie van 48% transities naar psychose in 672 subjects CGTuhr is is goedkoper dan niets doen Vroegdetectie en geïndiceerde preventie worden binnenkort een evidence-based intervention European Psychiatric Association guidance on the early intervention in clinical high-risk states of psychoses (2014). Stefanie J. Schmidt1, Frauke Schultze-Lutter1, Benno G. Schimmelmann1, Nadja P. Maric3, Raimo R.K. Salokangas4, Anita Riecher-Rössler5, Mark van der Gaag6, Anna Meneghelli7, Merete Nordentoft8, Max Marshall9, Anthony Morrison10, Joachim Klosterkötter2, Stephan Ruhrmann2. Submitted 31 KOSTENEFFECTIVITEIT 32 33 Meer gezondheid Minder bedden Zorgpremie omlaag Belasting omlaag 34 Voorkomen van een psychose Winnen van één Quality Adjusted Life Year 35 DWANGGEDACHTEN EN HALLUCINATIES 36 OCD en schizofrenie 13% OCD in schizofrenie 30% OC symptomen in schizofrenie Swets, M., Dekker, J., van Emmerik-van Oortmerssen, K., Smid, G. E., Smit, F., de Haan, L., et al. (2014). The obsessive compulsive spectrum in schizophrenia, a meta-analysis and meta-regression exploring prevalence rates. Schizophrenia Research, 152(2-3), 458-68. Schizo-OCD is mogelijk een subtype Sz en geen ernstige vorm van OCD Sevincok, L., Akoglu, A., & Arslantas, H. (2006). Schizo-obsessive and obsessive-compulsive disorder: Comparison of clinical characteristics and neurological soft signs. Psychiatry Research, 145(2-3), 241-8. 37 Een cognitief model Vertrouwen op imaginaties ipv zintuigen en absorptie in imaginaties voorspellen OCD Schizotypie voorspelt controleren en verzamelen, maar geen smetvrees of ordenen Ergens volledig in opgaan voorspelt smetvrees en verzamelen, maar geen controleren en ordenen Aardema, F. & Wu, K. D. (2011). Imaginative, dissociative, and schizotypal processes in obsessivecompulsive symptoms. Journal of Clinical Psychology, 67(1), 74-81. 38 Ontwikkelings model bij UHR In remissie komen van OCD 5% transities Geen OCD bij baseline en follow-up 9.7% transities Incidente OCD 12.5% transities Persistente OCD 40% transities Fontenelle, L. F., Lin, A., Pantelis, C., Wood, S. J., Nelson, B., & Yung, A. R. (2011). A longitudinal study of obsessive-compulsive disorder in individuals at ultra-high risk for psychosis. Journal of Psychiatric Research, 45(9), 1140-5. 39 Andere transities Compulsies ontwikkelen zich soms naar bevelshallucinaties Klemperer, F. (1996). Compulsions developing into command hallucinations. Psychopathology, (29), 249-251. 40 Redeneren bij wanen, obsessies en de mixed groep These data provide modest support for the proposal that the combination of obsessions and delusions may, in some cases, be facilitated in that this combination of psychopathological features might in some respects be more adaptive than simply being deluded or obsessional Fear, C. F. & Healy, D. (1997). Probabilistic reasoning in obsessive-compulsive and delusional disorders. Psychological Medicine, 27(1), 199-208. 41 TOEKOMST FUZZY SETS VAN SYMPTOMEN 42 Stel u voor: Syndromen zijn illusoire percepties BERKSON’S BIAS BERKSON 1950 Positieve and negatieve symptomen dragen onafhankelijk bij aan patient status Maric et al, 2004 Syndromen zijn ‘illusoir’,omdat ‘need for care’ confounder is In zeer geselecteerde groep met hoge need for care zijn vele co-morbide symptomen Berkson, 1950 Wanen en hallucinaties: geassocieerd of niet? 70% overlap Schizofrenie Wanen Hallucinaties Algemene bevolking 3% overlap 5 maal kansniveau Smeets et al. 2012. Schizophr Bull, 38 (3) 531-542. Diagnostische fouten uit de 19de eeuw 46 Kraepelin en colega’s en hun selectieve kijk op psychopathologie Dementia praecox Angststoornissen Manisch-depressieve stoornis 47 De verdeling van psychopathologie op verschillende niveaus Gesticht Ambulante geestelijke gezondheidszorg Bevolkings niveau 48 De ontscheping van de DSM5 classificaties Wetenschappe lijke pioniers van de 21ste eeuw 49 Classificaties en werkelijkheid Diagnostische classificaties hebben veel overlappende symptomsen in de DSM-IV: • 201 stoornissen; 522 criteria • 208 symptomen Symptomen hebben verwantschap en ontlokken elkaar • Insomnia is verwant aan 71 symptomen (34%) Netwerk model: Syndromen die veel symptomen gemeen hebben, zijn vaak ‘co-morbide’ 50 Klassieke chronologie Subklinische symptomen 51 Klinische syndroom Psychiatrische classificaties zijn niet evolutionair ontwikkeld en verankerd in onze genen en biologie. Ze zijn door mensen gemaakt! 52 Chronologie in de praktijk Depressie Psychose PTSS Verslaving Start 53 Symptoom netwerk Borsboom et al., 2011. PLoS One, 6 (11) e27407 54 SPECIALISTISCHE GGZ ZONDER ZORGLIJNEN 55 Niet stoornis maar ernst moet de specialistische ggz onderscheiden van de generalistische ggz Ernst is totale symptoom score Elk symptoom maakt de aanwezigheid van andere symptomen waarschijnlijker Zeldzame symptomen (wanen/ hallucinaties/ gebrek aan concentratie en energie) gaan samen met veel andere symptomen Veelvoorkomende symptomen (piekeren/ spanning/ situationele angst) hebben minder symptoomassociaties Zeldzame symptomen hebben meer sociaal disfunctioneren Er is sprake van een hiërarchie van symptomen: Veel voorkomende symptomen vormen de basis; zeldzame staan aan de top Sturt, E. (1981). Hierarchical patterns in the distribution of psychiatric symptoms. Psychological Medicine, 11(4), 783-92. Onderscheid tussen basis generalistische en specialistische ggz is dus niet het type stoornis, maar de hoeveelheid symptomen, die ernst en lijdensdruk en sociale uitval bepalen Een efficiënte strategie is om eerst zeldzame symptomen te detecteren 56 Hallucinaties zijn een pluripotente predictor Depressie PTSD 26.0 Sociale Fobie 15.6 8.6 Hallucinaties 5.2 Dhossche et al, 2002 Verslaving Veel voorkomende stoornissen voorspellen hallucinaties Angst stoornis 4.4 3.1 Hallucinaties Varghese et al, 2011 Depressie Seksueel misbruik in de kindertijd is een pluripotente voorspeller Teicher & Samson, 2013 Paniek Stoornis Sociale Fobie 2.4 GAS 1.9 PTSD 1.8 4.4 Childhood sexual abuse 2.8 Psychotische Stoornis Varese et al, 2012 Depressie 2.7 2.8 Verslaving Behandeling in de specialistische ggz Doelgroep heeft 3 tot 8 DSM-stoornissen goede behandeling vergt integratie van en vervolgens opheffen van de zorglijnen Behandeling moet gebaseerd zijn op individuele casusformulering door groep experts (bijvoorbeeld OCD, PTSS, Persoonlijkheidsstoornis, Psychose, Depressie) Behandeling is multi-protocollair en parallel en sequentieel van aard door (ad hoc) team van specialisten Specialistische ggz bestaat uit pool van symptoomspecialisten 60 Conclusies Vanuit het psychose veld zijn we milde psychose gaan behandelen bij alle zorglijnen van PsyQ Bij psychotische patiënten zijn we comorbide stoornissen gaan behandelen (PTSS, etc) Het falen van de DSM heeft belangstelling voor fuzzy set netwerken van symptomen teruggebracht Er is een hiërarchische clustering rond zeldzame symptomen die sterk geassocieerd is met ernst en sociaal-maatschappelijke uitval Daar is een multi-specialistische behandeling vereist in de specialistische ggz 61 Met dank voor uw aandacht! Mark van der Gaag [email protected] NB: Email wordt gebruikt voor afspraken en documentenverzending. Vragen worden niet beantwoord. 62
© Copyright 2024 ExpyDoc