Veel gestelde vragen

Oproep voor het indienen van voorstellen voor PPS-initiatieven 2015
Vragen en Antwoorden
1. Wie mag een voorstel indienen?
1.1Gelden CBL en FNLI ook als indieners van PPS-en?
Productschappen, koepelorganisaties en verenigingen beschouwen we als bedrijven.
Ze voldoen ook aan het criteria van meer dan een bedrijf.
1.2 Mag een afzetcoöperatie zelfstandig een initiatief indienen?
Wij hanteren als uitgangspunt dat organisaties die namens een groep aangesloten
ondernemers handelen wel kunnen indienen namens deze groep. Het gaat hierbij om
productschappen, telersverenigingen, brancheorganisaties en (afzet)coöperaties.
1.3 Moeten er naast de melder twee bedrijven achter het plan staan of is één al genoeg? (in
totaal twee of drie belanghebbenden)?
Er moeten tenminste twee private partijen betrokken zijn bij het voorstel.
1.4 Worden semioverheden, zoals waterschappen, gezien als bedrijfsleven?
Nee, semi-overheden worden niet gezien als bedrijfsleven.
1.5 Kunnen consumentenorganisaties (zoals de Dierenbescherming) en
voorlichtingsorganisaties (zoals het Voedingscentrum) een PPS indienen?
Nee, zelf indienen is niet mogelijk. Beiden kunnen wel onderdeel uitmaken van een
PPS, maar kunnen niet zelf indienen.
1.6 Is het mogelijk om in verschillende PPS-en verschillende rollen te vervullen, bijvoorbeeld
enerzijds als privaat kennisinstituut en anderzijds als (MKB)-opdrachtgever?
Ja, dat is mogelijk.
1.7 Kan een bedrijf meerdere aanvragen doen voor verschillende onderwerpen?
Ja.
1.8 Hoe moet de vertegenwoordiging van agrariërs eruit zien? Mag LTO-Nederland
namens individuele agrariërs optreden als probleemeigenaar?
LTO treedt op namens de leden, of een groep van leden. Wij hanteren als uitgangspunt dat
organisaties die namens een groep aangesloten ondernemers handelen wel kunnen indienen
namens deze groep. Het gaat hierbij om productschappen, telersverenigingen,
brancheorganisaties en coöperaties.
1.9 Tellen buitenlandse bedrijven mee als private partij voor de PPS en tellen de in kind
en in cash bijdragen van die partijen mee als private bijdrage?
Buitenlandse bedrijven kunnen deel uitmaken van een PPS indien het voorstel bijdraagt aan
het TKI programma (roadmap) én de ontwikkelde kennis toegankelijk is voor de TKI partners
én als aantoonbaar is dat de Nederlandse economie er baat bij heeft (beoordeling door TKI) .
Onder deze voorwaarden tellen cash en in kind van buitenlandse bedrijven mee voor de 50%
private bijdrage in 2015
1.10 Als een buitenlandse vestiging van een Nederlands bedrijf (bijv. Roemeense vestiging
van Friesland Campina) inbreng levert in een project, wordt dit dan gezien als inbreng van
een Nederlands bedrijf?
Beide worden dan gezien als èèn (Nederlands) bedrijf dat in het consortium deelneemt.
2. Gebruik van het format
2.1 Moeten alle partijen tekenen voor het indienen van een PPS-voorstel?
In het stadium van het verkorte voorstel is de ondertekening door de penvoerder
voldoende.
2.2 Mag je afwijken van de 2 (voorstel) en 20 (definitief voorstel) pagina's maximum dat is
aangegeven in de oproep en is inclusief alles, dus ook budget?
We schrijven maximaal 2 en 20 A4 voor. Het gaat om (korte) omschrijving van het
projectvoorstel. Een lichte overschrijding (1 of 2 A4) zal niet direct gevolgen hebben, maar we
willen geen ongelijkheid creëren tussen de voorstellen door bepaalde voorstellen
meer ruimte te geven.
3. Toeslagwaardige projectkosten
3.1 In hoeverre mogen investeringen in hardware worden meegenomen, zijn daar
specifieke eisen aan verbonden? En in hoeverre moet deze hardware publiekelijk
beschikbaar komen als we het indienen in een PPS?
Met betrekking tot apparatuur gaan we uit van het principe dat alleen kosten
(huur/lease/stuksvergoedingen) worden meegenomen en geen investeringen. DLO
en TNO nemen in principe zelf besluiten over het zelf investeren of huren. Wanneer
het gaat om risicovolle investeringen (bv labfaciliteiten/dure scanapparatuur) passen
we een zorgvuldige case by case benadering toe.
3.2 Wat moet uitgedrukt in geld de minimale projectomvang zijn?
Dit is niet gedefinieerd.
3.3 Een van de bedrijven wil in de topsectoren aan de slag, heeft daar cash geld voor en
krijgt daarvoor momenteel vanuit het Visserij Innovatie Platform een bijdrage voor.
Mag dit bedrijf zijn cashbijdrage ook onderbrengen bij de topsectoren waarbij je de
situatie hebt: cash bedrijf, bijdrage vanuit topsectoren en bijdrage vanuit VIP.
Dit zijn constructies die niet mogen. De bestaande verplichtingen met subsidiestromen zoals
FES of platformbijdragen kunnen niet opnieuw worden verplicht. Hiermee ontstaat stapeling
van subsidie.
3.4 Hoe moet de inzet van bedrijfsleven aangetoond worden?
Inzet van bedrijfsleven moet echt aantoonbare inzet zijn (in kind). Als het gaat om
out of pocket-geld, dat moet dit geld daadwerkelijk in de kas van de beherende
instantie gestort worden. De organisatie(s)-(structuur) hiervoor moet(en) nog
worden ingericht.
3.5 Tellen cash en in kind investeringen van buitenlandse bedrijven ook mee voor TKItoeslag?
Voor de TKI-grondslag tellen zowel de cash als de in kind van buitenlandse bedrijven aan de
publieke kennisinstellingen in het PPS/TKI mee. Wanneer een buitenlands bedrijf deelneemt,
dat een Nederlandse moeder heeft, worden deze als 1 bedrijf beschouwd binnen een
consortium.
3.6 Kan arbeid van buitenlandse medewerkers die doorbelast is aan de Nederlandse
entiteit van een bedrijf opgevoerd worden als in kind bijdrage aan de PPS? Hierbij
wordt een deel van de werkzaamheden binnen de PPS uitgevoerd door collega’s in
het buitenland.
De call is ook open voor buitenlandse bedrijven en bijdrage kan zowel in cash als in
kind.
3.7 Hoe worden de in kind bijdragen in internationale projecten met deelname van
buitenlandse bedrijven (zoals uit Roemenië en Kenia) gewaardeerd?
Uitgangspunt is dat de werkelijke kosten per uur voor
buitenlandse bijdragen als projectkosten worden opgenomen
in het plan. Het gaat hier verder om kosten die onderdeel
uitmaken van de private bijdrage in het project.
3.8 Hoe wordt omgegaan met cash en in kind bijdragen van buitenlandse kennisinstellingen?
Telt dit op bij de overheidsfinanciering of mag het met de private financiering mee?
Bijdragen van kennisinstellingen worden door deze instellingen (hun financiers) zelf
beoordeeld en blijven buiten de publiek-private verhouding.
3.9 Hoe wordt omgegaan met cash bijdragen van buitenlandse overheden? Telt dit op bij de
publieke financiering of bij de private inzet?
Financiering van een buitenlandse overheid is geen private investering. Dit kan beoordeeld
worden als de vorige vraag.
3.10 In een samenwerking neemt een universiteit (UMCU) een deel van de kosten voor
rekening. Hierdoor wordt de totale private bijdrage kleiner dan 50%. De private bijdrage is
echter wel groter dan de gevraagde capaciteit bij TNO. Kan dit?
Als UMCU vrij beschikbare middelen inzet is er geen probleem. Er mag echter geen stapeling
optreden van rijksbijdragen. De door EZ beschikbaar gestelde middelen aan TNO mogen
tezamen met andere rijksmiddelen (zoals die van OCW, NWO of VWS) niet meer dan 50% van
het budget gaan bedragen (industrieel onderzoek). Ook bijdragen uit regio’s en/of EU tellen
hierin niet mee.
3.11 Vanaf welke datum zijn kosten van een onderzoeksvoorstel subsidiabel? Hoe strikt is de
termijn als personeel nog geworven moet worden voor uitvoering van onderzoek?
Vanaf de start van het project zijn kosten subsidiabel. De capaciteitsinzet is toegekend voor
het betreffende jaar, doorschuiven is mogelijk onder voorwaarden dat vroegtijdig onder
uitputting / doorschuiven van capaciteit wordt aangevraagd. Er is geen bezwaar als de PPS
binnen de afgesproken periode de werkzaamheden afrond.
3.12 Mogen kosten, die zijn gemaakt vóór de definitieve besluit en het bericht over
subsidieverlening, worden opgenomen in de project kosten?
Nee.
3.13 In een internationale samenwerking maakt een bedrijf reiskosten ( vlucht en
accommodatie) gemaakt in verband met veld onderzoek en begeleiding van onderzoekers.
Komen deze kosten in aangemerkt als een cash bijdrage?
Ja deze komen in aanmerking voor de 50% private bijdrage (grondslag TKI toeslag). Ze zijn
niet subsidiabel (inzet TKI toeslag of subsidie TO2).
Voor meer informatie:
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/subsidiespelregels/subsidiabele-kosten-algemeen
4. Overig
4.1 Betreffen wetenschappelijke voorstellen die via NWO gaan meerdere universiteiten?
Ja, zeker, indien passend binnen de huidige structuur van NWO. Inschrijving op
voorstellen voor onderzoek door de universiteiten geschiedt door middel van
tendering. Op voorhand kan (op dit moment) geen universiteit worden aangewezen
voor uitvoering van bepaalde werkzaamheden (onderzoek). Hier vindt echter nog
nader overleg plaats met NWO. Het is mogelijk dat dit op termijn verandert.
4.2 Zijn er voorbeelden van projecten van eerdere jaren waarbij gezamenlijke financiering
door overheid en bedrijfsleven heeft plaatsgevonden?
Er zijn voorbeelden in overvloed van PPS-en te vinden op de websites van het TKI
http://www.tki-agrifood.nl DLO http://www.wageningenur.nl en TNO https://www.tno.nl
4.3 Waar kan ik projectreferenties van eerdere jaren vinden?
Op meerdere websites zijn beschrijvingen en rapportages te
vinden van lopende projecten (zoals tki-agrifood.nl,
wageningenur.nl en tno.nl/voeding).
4.4 Waaruit bestaat de informatie/presentatieverplichting?
De resultaten van een samenwerkingsproject zijn publiek beschikbaar na afronding van het
onderzoek en eventuele intellectuele eigendomsrechten worden volledig aan de
onderzoeksorganisatie(s) toegekend. Als de partijen die samenwerken tevoren afspraken
maken (markconforme vergoeding) kan het IP worden overgedragen aan de deelnemende
ondernemingen.
4.5 Is er een apart instrumentarium voor valorisatie?
Er is een specifiek pakket voor valorisatie. De regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren
(MIT) is hiervoor ingesteld. Voor informatie kunt u terecht op de website van RVO (rvo.nl).
4.6 Wat is de schaal van de projecten die ingediend kunnen worden, is dit van invloed op
kansrijkheid?
Looptijd kan nu tot max 4 jaar zijn, gestreefd wordt naar grotere projecten, (gedacht wordt
aan projecten van 5 miljoen of groter, dit is echter nog niet definitie vastgesteld) met een
projectduur tot maximaal 4 jaar. Kleinere initiatieven kunnen natuurlijk ook, maar zullen
waarschijnlijk onder een grotere paraplu worden gebracht, mits goedgekeurd.
4.7 Hoe wordt omgegaan met de vertrouwelijkheid? Wordt ook de vertrouwelijke
behandeling door de beoordelaars gewaarborgd?
De samenvatting wordt gepubliceerd in overzichten waarin de ingediende
voorstellen worden vastgelegd. De beoordelaars doen een verklaring van vertrouwelijkheid.
4.8 Zijn de huidige projecten automatisch doorlopend en krijgen zij automatisch budget? Zijn
er nog zaken die we voor doorlopende PPS-en voor 2014 moeten aan leveren?
Uitgangspunt is dat een project doorloopt volgens de afspraken in het voorstel, voorover deze
zijn overgenomen door het TKI en zijn vastgelegd in de afspraken met EZ en de
kennisinstellingen. PPS-en zijn hierover geïnformeerd door het TKI. Jaarlijks wordt capaciteit
bij DLO en TNO opnieuw vastgelegd op basis van een werkplan dat jaarlijks wordt
geactualiseerd.
4.9 Hoe verloopt het proces van de TKI toeslag, wordt deze uitbetaald aan het consortium
(bijvoorbeeld aan de penvoerder van de PPS?).
De TKI toeslag wordt betaald aan het TKI. Deze kan de ontvangen toeslag geheel of
gedeeltelijk toekennen aan de samenwerking. Het TKI verstrekt de TKI-toeslag bij voorkeur
rechtstreeks aan de betrokken kennisinstelling(en).
4.10 Kan met een bestaande PPS een EU voorstel worden ingediend?
Met een EU-PPS wordt een nieuw veel breder consortium gebouwd, het voorstel wordt ook
inhoudelijk verbreed. Voorts komt er een nieuwe financier bij met eigen regels en een nieuwe
overeenkomst. Het verdient daarom de voorkeur om de nationale-PPS als onderdeel van de
EU-PPS op te nemen. De nationale-PPS is dan de terugval optie die ook door kan gaan als de
EU cofinanciering vervalt. Binnen de Topsector capaciteit is bij DLO en TNO een deel
gereserveerd voor Europese samenwerking.