God ontmoeten De wekelijkse parasha 084. Kach (Breng, Sjabbat Tisjri II) Tora: Leviticus 8 Haftara: 1 Samuël 2:27-3:4 Sjaliach: Openbaring 19:1-10 Sjier: Psalm 75 82c. Jom Kipoer 10 Tisjri (4 okt. 2014) Tora: Kara (Roepen) Leviticus 9:1-10:7 Haftara: Jesaja 59:21-60:14 Sjaliach: Openbaring 19:11-21 Sjier: Psalm 76, Feestrol: Jona 3-4 Als de priesters gewijd zijn, laten zij het volk naderen tot God met een bok als zondoffer, een opheffingsgave en een dankgave. Als alle gaven bereid zijn, en het volk door Mozes en Aharon gezegend wordt, is het JHWH die het vuur op het altaar aansteekt door een steekvlam uit de wolk. Zo doet JHWH Zijn intrede als Israëls Koning. Alle Israëlieten juichen en laten zich op de aarde vallen. Terwijl de voorbereidingen van JHWH's komst nog gaande zijn, staan Nadav en Avihoe, zonen van Aharon, op en brengen hun vuurschalen uit eigen beweging. Ze leggen er gloeiende kolen in, uit het kampvuur waarbij ze geslapen en gegeten hebben die week. Ze leggen wierook op de kolen, zodat een geurige rook zich verspreidt. Daarmee naderen ze voor JHWH, om als priester te dienen en Hem te laten wonen in hen. Maar het was geen vuur dat door JHWH ontstoken was. God had hen zelfs niet opgedragen om wierook te brengen! Dan komt de steekvlam uit de wolk, en snijdt de adem van Nadav en Avihoe voorgoed af. Zij vallen daar, in het zicht van JHWH, terwijl Israël juicht. Mozes en Aharon zijn getuigen. Mozes zegt, als hij zich hersteld heeft: 'Wat hierin zichtbaar wordt, is precies waar JHWH over gesproken heeft, toen Hij zei: “Wanneer mensen toegewijd en uitverkoren zijn om te naderen tot Mij, vind Ik Mijn Woning in hen. Daarom zal Ik Mijzelf tonen, God, die apart staat van heel de schepping. In het zicht van alle mensen zal Ik heilig zijn. Zij die naderen tot Mij, kunnen dat omdat zij gewicht toekennen aan alles wat Ik zeg.”' Maar Aharon zwijgt. Mozes roept Misjaël en Elitsafan1, zonen van Aharons oom Uzziël: 'Kom, draag het overschot van jullie neven uit het zicht van het Heiligdom. Breng ze buiten het kamp.' Misjaël en Elitsafan doen wat Mozes zegt, ze nemen het overschot van hun neven, die het priesterlijke linnen nog dragen, en brengen hen buiten het kamp. Dan spreekt Mozes tot Aharon en zijn overgebleven zonen Eleazar en Ithamar: 'Zet je tulband niet af en scheur je klederen niet, om te voorkomen dat je ook sterft. Want als je nu rouwt, kom je in opstand tegen JHWH, de God van Israël. Doe dat dus niet, want jullie dragen Israël, en jullie opstand zou heel Israël schuldig maken, en God zou boos worden. Jullie vrouwen en kinderen en alle Israëlieten mogen rouwen om hen, wiens leven verteerde door het vuur dat JHWH ontstak. Ook in jullie plaats mogen zij rouwen, maar jullie hebben de dienst van JHWH als taak op je schouders en kunnen je daarvan nu niet onttrekken. Ga dus niet weg van de plaats van jullie wijding, bij de deur van de Tent van de afgesproken ontmoeting. Want de zalfolie van JHWH is op jullie.' En zo deden zij. 2 Jom Kipoer (Of 'Jom HaKipoeriem': Dag van verzoeningen) Vandaag op Grote Verzoendag lezen we over de komst van JHWH in Israëls kamp. Een komst die vreugde en herstel brengt, waardoor de Israëlieten juichen zoals ze nog nooit hebben gejuicht. Door bemiddeling van de priesters kunnen zij vanaf nu JHWH's heelheid genieten die genezing brengt aan hun diepste wonden. Door die 1 2 Misjaël betekent lett: 'die is als God' en Elisafan: 'mijn God is verborgen'. Als je dat een beetje parafraseert in de context van dit verhaal wordt dat: 'Hij die God weerspiegelt' en 'Mijn God is in mij verborgen'. Leviticus 10:1-7 heelheid kunnen zij een volk zijn waarin geen verbrokenheid is, maar een geheelde, pure en hemelse gemeenschap, die leeft in eenheid voor het aangezicht van JHWH, zoals de Hogepriester die Hem ontmoet in het Allerheiligste. Dan komt het er wel op aan dat zij zich zuiver door God laten leiden als ze met Hem leven in dienstbaarheid aan Hem. Dit kunnen ze niet zomaar doen, tenzij God hen roept zoals Mozes steeds in de Tent geroepen werd. Dat roepen (kara, de naam van de seder van vandaag) van God, werd eens in de vijftig jaar op Jom Kipoer gehoord door een langgerekte stoot op de sjofar. Een roepen dat herinnert aan het sjofargeschal op de Sinaï en dat vrijheid en heelheid uitschreeuwt voor iedereen in Israël. In het licht van die roepende stem, lezen we vandaag, op Jom Kipoer het ontstellende verhaal van de priesters die sterven als ze tot God naderen. Het naderen van de Israëlieten Het verhaal van JHWH's komst in Israël vanaf de top van de Sinaï, is één van de meest indrukwekkende momenten in de geschiedenis. Het wordt ingeleid door al het onderwijs over de toenaderingsgaven, zodat alle stappen en perspectieven van het naderen tot JHWH in beeld zijn. Een gewone Israëliet kan de eerste drie stappen3 van het naderen tot JHWH ook praktiseren, net als een priester die gewijd wordt (afl. 71). De derde stap van het naderen tot JHWH (de dagelijkse uitwerking van Jesjoea's rechtvaardigheid waarmee men bekleed is bij de tweede stap) wordt in alle aspecten uitgewerkt in het onderwijs over de offers (Lev. 1-7). Wanneer een Israëliet daaruit leert leven, weerspiegelt hij het priesterlijke leven waartoe hij geroepen is (Ex. 19:6). Hij kan dat doen met vallen en opstaan, want hij woont niet ín de Tent van God. Hij wordt daarover door de priesters, die wél in Gods Tent verblijven, onderwezen. Dat gebeurt als de Israëliet met zijn gaven tot God nadert. Die priesters dragen zijn zonden door het zondoffer te eten, en vertegenwoordigen hem ook aan JHWH's tafel, als zij het gewijde vlees, de borst en rechterachterbout, van het vredesmaal eten. De taak van de priester is dus om in volmaaktheid de gemeenschap met God te onderwijzen aan Israël, zodat de Israëlieten dit ook zelf kunnen toepassen in hun eigen tenten. Wanneer al dit onderwijs geïnstalleerd is en functioneert in het kamp, doet God Zijn intrede als Koning van Israël. Met andere woorden, als de Israëlieten met vallen en opstaan naderen tot Hem in het besef dat zij onvolmaakt zijn, nadert JHWH ook tot hen en bedient hen met vrede en heelheid, door bemiddeling van de priesters, die Hem in volmaaktheid weerspiegelen. Maar voordat hij komt, brengt Israël een vreemd zondoffer.4 En áls Hij komt, vallen er twee doden, terwijl de Israëlieten juichen, omdat zij weten dat Zijn komst heelheid betekent, hoe is het mogelijk? Nadav en Avihoe Twee zonen van Aharon, Nadav en Avihoe, willen de puurheid van het leven in toewijding aan JHWH uitdrukken. Hun namen zeggen wat over hun motief: 'Vrijwillige' en 'Mijn Vader is Hij!' In hun jeugdige en uitbundige streven om JHWH te dienen, gaan zij een stapje harder dan de bedoeling is. Reukwerk is namelijk de zesde stap van het naderen tot JHWH, en ze waren net klaar met de eerste drie stappen van het naderen. Maar wat is daar nu mis mee? OK, God hád niet gezegd dat ze nu reukwerk moesten brengen, maar Hij had er wel degelijk over onderwezen! Het reukwerkaltaar stond immers op zijn plaats en de vuurschalen waren al aan de priesters gegeven. Is een klein beetje eigen initiatief dan verkeerd? Waarom worden deze twee mannen, in hun verlangen om God te dienen, gedood? Ja, ze hadden ander vuur genomen dan het vuur van JHWH. Maar als de steekvlam die Nadav en Avihoe doodt, inderdaad dezelfde is als de steekvlam die het altaar aansteekt, dan brandde het altaar nog niet toen zij de gloeiende kolen pakten uit het kampvuur, en hadden ze dus ook niet de mógelijkheid om het juiste vuur te nemen. 5 Is een beetje kromme toewijding niet nog altijd toewijding? Waarom vaart JHWH zo hevig uit naar deze twee priesters dat het hen hun leven kost? Het lijkt erop dat ze in hun overmoed zijn vergeten dat het naderen tot JHWH nooit vanzelfsprekend is. Dat de mens het niet in eigen hand heeft om God te ontmoeten wanneer en hoe hij maar wil. Veilig naderen 3 4 5 1. Onderdompeling in het mikveh (= deelnemen aan dood en opstanding van Jesjoea). 2. Binnengaan in de voorhof (=bekleed worden met Jesjoea's gerechtigheid). 3. De bediening van het altaar (= dagelijkse bekering, uitwerking van die gerechtigheid). 4. Reiniging bij het wasvat. 5. Bediening van Tafel en Menorah (maaltijd met JHWH). 6. Reukwerk. 7. Binnengaan bij de ark. Ze offeren namelijk een bok, die aangewezen was als zondoffer voor de leiders, in plaats van een stier, die bedoeld was als zondoffer voor het hele volk (Lev. 4:13-14 en 22-23). In deze passage wordt dus niet een zondoffer gebracht vanwege zomaar een zonde, maar ligt een diepere betekenis verborgen. Wordt Israël hierdoor als leider van de volken afgebeeld? Of wijst het op een leider uit Israël die een oordeel over zonde draagt, zodat Israël naderen kan tot JHWH? Ik denk dat beide gedachten grond hebben. Verderop in Leviticus komen we hierop terug. Zie voor het kampvuur de targoemiem. In Exodus merkten we al op dat, ondanks dat sommigen (zoals Abraham en Mozes) konden naderen tot JHWH in het Heilige der heiligen (stap 7), dit niet vanzelfsprekend was voor iedereen (afl. 68-70). Nu zien we door de vragen die Leviticus oproept, dat ook de maaltijd en de dienst in het Heilige (stap 4-6) niet vanzelfsprekend zijn. Als we vertrouwd zijn geraakt met de eerste drie stappen van het naderen tot JHWH zoals Nadav en Avihoe in hun wijdingsweek, kan het nog steeds mislopen bij het verder naderen, terwijl het in alle oprechtheid het doel is om JHWH te dienen. Dit besef had Paulus ook. We zagen in aflevering 70 al dat het naderen van JHWH in Zijn Tent, zowel in de Tenach als in de Apostolische Geschriften, een onuitsprekelijke gunst is. Toen Paulus dit meegemaakt had, wilde hij er niet op roemen. Hij beschouwde zichzelf liever in de voorhof, de eerste hemel. De les hierin was dat we niet zonder kennis van zaken de toegang bij Hem moeten claimen, alsóf we kind aan Huis zijn bij Hem, terwijl Hij ons niet roept om dichterbij te komen. Als we niet de wil van JHWH kennen en volledig weerspiegelen in onze wandel, laten we dan ook, net als Paulus, tevreden zijn met de gemeenschap met God in de voorhof. Als we de lessen leren die bij de eerste drie stappen gegeven worden, mogen we genieten van het onderwijs dat de Geest van God ook vandaag nog geven wil bij de maaltijden met JHWH (de 4de en 5de stap). Verdiepende verbanden bij 'Kach' (De lezing van deze Sjabbat) Een priestergeslacht wordt gepresenteerd, in witte klederen, als de bruidsgemeente van de Messias (Gezalfde), om in gemeenschap met God te leven (Lev. 8:6-13, 1 Sam. 2:35, Ps. 75:8, Op. 19:7-9). De Hogepriester én zijn zonen. Zonen en vaders die in eenheid de gemeenschap vormen, zijn geroepen tot priesterschap. Maar hun onderlinge relatie is geen hoogste prioriteit. (Lev. 8:2, 1 Sam. 2:29) In de Psalm wordt gezongen wat in de Seder en de Haftara gelezen wordt, de een wordt verheven en de ander verworpen. De psalmist weet iets dat Eli niet op kon brengen. (Ps. 75:8-11) In Op. 19:8 lezen we over de bekleding van priesters, net als in Lev. 8:13. Jesjoea met zijn priesterlijke bruidsgemeente in Op. 19, wordt voorzien in 1 Sam. 2:35. Waarom wordt de profetie aan Eli in Samuël vervuld? Hij was toch geen nageslacht van Aharon? Samuël was een Efraïmiet, net als Jozua (1 Sam. 1:1 en Num. 13:8, 16). Welke verbanden zijn er nog meer tussen die twee? En waar verwijst dat in profetische zin naar? Verdiepende verbanden bij 'Kara' (De lezing van Grote Verzoendag) Ontmoeting en heelheid, genezing van de volken, en een einde aan alle toorn en verbrokenheid. Dat is Grote Verzoendag, de dag dat God Zich verzoent met de mens (Lev. 9:23-24, Jes. 60:5, Jn. 3:10, Ps. 76:4, Op. 19:14). De Hogepriester als vader van het Priestergeslacht, draagt de verantwoordelijkheid van het oordeel (dat Aharon zwijgt (Lev. 10:3) betekent zijn instemming, 1 Sam. 2:29, Op. 19:15). De zalfolie op de Priesters toonde hun verbondenheid met JHWH, dat is een toewijding die heel ver gaat lezen we (Lev. 10:7). Eens zal die toewijding een gegeven zijn, zonder dat dit door oordelen om ons heen, beproefd wordt, dat is belofte waar de Haftara mee opent (Jes. 59:21). Het afsnijden van de adem, vinden we ook in de Psalm (76:13). De tragedie van de Nadav en Avihoe, heeft geleid tot het gebod om zich te verootmoedigen op Jom Kipoer. Verootmoediging (vasten) zien we ook in Jona. Welke profetische betekenis ligt er besloten in de dood van Nadav en Avihoe? Overtreding van een gebod, een kleding (Lev. 10:5) en een verbanning van twee mensen die dichtbij JHWH zijn, verbindt de passage van Nadav en Avihoe aan de Tuin van Eden, waar dit ook plaatsgevonden had. Wat leren we uit dat verband? Op Soekot (9 okt.) lezen we Jajien (Wijn): Leviticus 10:8-20, 1 Samuël 6:8-7:1, Psalm 77, Op. 20:1-6 Op Sjabbat lezen we Zoot hachajah (Dit zijn de dieren): Lev. 11, 2 Samuël 6, Psalm 78:1-16, Op. 20:7-15 © 2014 Kees Bloed www.sjemajah.nl Immanuël, Gemeente van het Levende Woord Tel 078 6990097, Fax 078 6990098, Mob 0629 065138 Email: [email protected] Web: http://www.immanuel-gemeente.nl De wekelijkse parasha
© Copyright 2024 ExpyDoc