Dierenbloed 092. Jiesjchat (Hij doodt) Kieslev I (7 Kieslev 5775, 29 november 2014) Tora: Leviticus 17 Haftara: 1 Samuël 14:32-46 Sjaliach: Mattheus 12:9-50 Sjier: Psalm 82 Volgende week lezen we Ani JHWH (Ik ben JHWH): Leviticus 18, Jesaja 40:18-31, Mat. 13:1-52, Ps. 83 Jiesjchat © 2014 Sjemajah www.sjemajah.nl. Illustraties Tobias Lengkeek www.tobiaslengkeek.nl. Deze uitgave is bedoeld voor liturgisch gebruik in de Messiaanse gemeente Tesjoeva te Emmeloord Kieslev I www.tesjoeva-gemeente.nl Wees welkom in onze samenkomsten om deze seder te bestuderen: Elke 1e, 3e en 4e sjabbat van de maand om 10.00 uur Buurthuis 'de Erven', Amstelland 2 te Emmeloord Leviticus 16:1-5 Het bloed van alle slachtoffers voor de vredesmaaltijden met JHWH, zal door de priester rondom tegen het altaar uitgegoten worden. Dit gebeurt bij de ingang van de Tent van de afgesproken ontmoeting en is dus een publieke aangelegenheid. Na het bloedvergieten zal het vet op het altaar worden verbrand, zodat JHWH dit ruiken zal en Zich zal verheugen in de maaltijd die met Hem gevierd wordt. Nooit meer zullen er slachtoffers voor de maaltijd gebracht worden ter ere van bokken, voor wie zij zich overspelig hebben neergebogen! Dat is een blijvende wet voor alle generaties van Israël. Zeg aan iedereen, niet alleen aan de Israëlieten maar ook aan de vreemdelingen die zich bij hen gevoegd hebben, dat wie een opheffingsgave of een slachtoffer brengt dat niet gewijd is aan JHWH (en dus ook niet bij de ingang van de Tent van de afgesproken ontmoeting aangeboden wordt) afgesneden zal worden van zijn volksgenoten. Iedereen van het huis van Israël, inclusief de vreemdeling die onder hen woont, die bloed drinkt, zal Mijn aangezicht tegen hem gekeerd zien. Hij zal afgesneden worden van zijn volksgenoten. Want het vlees dat Ik heb geschapen, lééft door het bloed. Wanneer het bloed vloeit, wordt het door Mij gewilde leven afgesneden bij het altaar, tot verzoening van jullie levensadem. Dát bloed verzoent, zodat jouw levensadem blijft. Daarom zeg Ik tegen de zonen van Israël dat geen levende ziel van het levensbloed drinken mag; ook de vreemdeling niet. Iedereen die op wild vee of gevogelte jaagt dat gegeten kan worden, zal ook hiervan het bloed uitgieten op de aardbodem en het bedekken met aarde. Want de levensadem van het vlees bevindt zich in het bloed, het bloed is de drager van het leven. Daarom kan Israël hier niet van drinken. Voor wie toch drinkt of eet van het bloed: zijn eigen leven zal hij daardoor verspillen.1 JHWH richt Zich tot iedereen Het valt niet mee om de diepte van het boek Leviticus te peilen en de thematiek goed uiteen te zetten. Niet voor niets wordt dit boek wel 'de priestercodex' genoemd. Het is een moeilijk boek, waarin richtlijnen gegeven worden voor degenen die in geestelijk opzicht de bewaking van het volk tot taak hebben, namelijk de priesters. Dit 'handboekje' krijgt de priester mee als toerusting, als hij wordt ingewijd om te bemiddelen tussen God en mensen. Hierin leert hij het verschil tussen heilig en gewoon, tussen rein en onrein, en tussen Gods vrienden en Zijn vijanden, om zo zijn taken voor Gods aangezicht te verrichten. 1 Leviticus 17:6-14 Daarom is het van groot belang voor hem om dit boekje te leren doorgronden en er alle lessen uit te putten die erin te vinden zijn. Zó leert hij als vertegenwoordiger van de gemeente in Gods nabijheid te verblijven, en als Gods vertegenwoordiger temidden van Zijn volk te staan. Toch is dit boek niet uitsluitend voorbehouden aan de priesters. Telkens wanneer er onderwijs aan de priesters gegeven wordt, heeft dat ook betekenis voor het héle volk, die immers de roeping en potentie van een koninklijk priesterschap in zichzelf meedraagt. Door de priesters te onderwijzen, klinkt Gods roepende stem verder dan alleen maar in Zijn Woning. Zijn stem klinkt via de priesters door naar heel Israël. En nu we de kern van het boek net voorbij zijn, reikt Zijn stem zelfs nog veel verder, want deze parasja is uitdrukkelijk gericht aan alle mensen op de aarde. Niet alleen de man uit Israël, maar óók de vreemdeling die door hem als volksgenoot beschouwd mag worden, wordt hier aangesproken. Het hart van Leviticus De eenentwintig sedariem van Leviticus staan in een chiasme. De thema's die we behandeld hebben richting het verzoeningsritueel met de twee zondebokken, komen na de kern van het chiasme (Lev. 16) in omgekeerde volgorde terug. We zullen in de komende weken telkens deze thema's aan elkaar koppelen.2 De passage over de verzoening wordt omlijst door het tiende thema, het thema van het vloeiende bloed. In de sedariem van de laatste twee weken lazen we hoe het bloedvloeien vooraf gaat aan de verzoening. En nu, ná de verzoening, komt dit thema weer terug in de parasja van deze week. Namelijk, dat het bloed van alle dieren die gedood worden, naar de aardbodem terug zal vloeien. Het vloeiende bloed omgeeft zo het verzoeningsmoment. En er is nog een opvallende parallel tussen de seder van deze week en afl. 91, want in beide gevallen vloeit het bloed, terwijl het leven dat getroffen wordt, dit niet voorkomen kan! Waarom staat dit in het hart van Leviticus? En wat betekent dat voor alle volken, die juist nu, voor het eerst in Leviticus, aangesproken worden? Het eerste bloed dat vloeide Het bloedvloeien staat voor het proces dat het leven beëindigt, want het leven zit in het bloed. Dat wordt nergens zo uitgebreid benadrukt als in Leviticus 17, maar dat vinden we ook al terug in Genesis 3. Vanaf het begin speelt het bloedvloeien een belangrijke rol in de Tora. Toen Adam rebelleerde door tegen 2 Zie laatste pagina voor het chiasme. JHWH's woorden in te gaan, was het antwoord dat JHWH hem liet zien: het bloed dat vloeide. Het leven van een dier, waarover de mens als heerser gesteld was, vond zijn einde om Adams naaktheid te bedekken. Een bedekking die gelijk verzoenend werkte, want zo kon Adam blijven leven en God dienen, zij het in ballingschap. Het bloedvloeien is dus vanaf het begin een noodzakelijk kwaad om het leven mogelijk te maken. Maar laten we nog een stapje verder denken. Het bloedvloeien, hoe nodig ook, is een gevolg van rebellie! Want als JHWH's woord als een veilige grens de boom had blijven bewaaken, was het bloedvloeien niet nodig geweest. JHWH's woorden zijn dus een bron van leven die voorkomen willen dat er bloed vloeit, een bron die door het horen ernaar voorkomen kan dat er leven verspild wordt. Wanneer dat doorbroken wordt door onze rebellie, dán moet er bloed vloeien. En daarom zien we door de hele Tora het vloeiende bloed terugkomen. De eerste keer dat de mens het woord van JHWH negeert, vloeit er bloed en gaat dat ten koste van het leven zoals JHWH dat bedoeld had. Daar waar de mens het leven tegenwerkt door zijn rebellie, maakt JHWH dat op die manier zo zichtbaar als maar mogelijk is. Zo krijgt Adam te zien dat zijn daad buiten Gods woorden om, het leven waarvoor hij had moeten zorgdragen, weg laat vloeien. Als we hier vanuit verder zoeken naar de betekenis van het vloeiende bloed, is het al veel logischer dat juist dit thema, samen met de Grote Verzoendag, het hart vormt van de hele Tora. De pijn van het bloedvloeien Maar het bloedvloeien wordt in Genesis 3 niet letterlijk genoemd. Het is alsof het te erg is om al te letterlijk beschreven te worden. Vanaf het begin is er altijd een ongekende spanning voelbaar tussen deze twee waarheden: bloedvloeien moet voorkomen worden, want het tast het leven aan en is dus in wezen ongewild en onrein en bloedvloeien is nodig voor het leven. Meestal hebben we als christenen de neiging te beginnen bij die laatste waarheid, omdat dit zo'n overbekend gegeven is: 'het bloed van Jezus moest vloeien om ons te reinigen'. Maar als we er bij stil staan wat dit betekent, geeft dat een heel tegenstrijdig beeld, en is het helemaal niet zo vanzelfsprekend. Hoe kan het zijn dat de dood van een geliefde vriend, ons leven waarborgt? Wanneer een vriend of familielid sterft, geeft dit helemaal geen leven. Over het algemeen verstikt de dood het leven! Het is iets afschuwelijks wanneer mensen of ziekten tegen het leven opstaan en er een einde aan maken. Het was verschrikkelijk toen Adams ongehoorzaamheid een dier het leven kostte, zoals het verschrikkelijk was toen Kaïn Abel doodsloeg, een bloedvloeien dat wél heel uitgebreid ter sprake komt. Bloedvloeien brengt in eerste instantie pijn, verdriet en onreinheid en is vanaf het begin niet door God gewild. Dat geldt voor de dood van ieder dier, voor de dood van ieder mens, en uiteindelijk ook voor de dood van Jesjoea. Daarom mogen we nooit doen alsof het bloedvloeien góed is. Nooit mogen we zeggen dat het noodzakelijk is, als we er niet bijzeggen dat het een noodzakelijk kwáád is. Leven in het bloed Het bloed dat hier op aarde vloeit, is het wegvloeien van leven dat had moeten blijven bestaan omdat het door JHWH gewild en bedoeld is. Met die wetenschap, kunnen we weer terugkomen op het verbijsterende feit dat het óók noodzakelijk en góed is, dat er bloed vloeit. Want waar het vloeien van het bloed altijd met zich meebrengt dat er leven wegvloeit, schept het ook de mogelijkheid tot nieuw leven. Als de vrouw niet maandelijks vloeit, en de man nooit een zaadlozing heeft, kan er nooit nieuw leven geboren worden. Het dier dat gegeten wordt, versterkt het leven van degene die het eet. Nog veel meer geldt dit voor het bloed dat vloeit bij de offers, in het bijzonder op Grote Verzoendag. Hier laat JHWH het bloed niet slechts vloeien om de mens zijn gebrokenheid en zonde voor ogen te stellen, maar ook om daar doorheen juist een mogelijkheid van verzoening, herstel, en nieuw leven te geven. Want het leven dat door het bloedvloeien vrijkomt, wordt door het voornemen van JHWH aan de mens gegeven die tot Hem nadert. Dit naderen kan de mens alleen doen in het besef dat hij door zijn rebellie leven verspild heeft, en daarmee zijn eigen recht op het leven met God verloren heeft. Als hij komt in dat besef, zal JHWH hem met vreugde ontvangen en nieuw leven geven. En dat geldt voor iedereen! Verdiepende verbanden: Gods kwetsbaarheid wordt deze week zichtbaar. Als Zijn schepping aangetast wordt door de dood (Lev. 17:4). Als de lichtste onbewuste zonde wordt bedreven (1 Sam. 14:37-38, zie vs. 26-27). En als de verbrokenheid zichtbaar wordt (Matt. 12:11-12, 20). Als we Hem kwetsen, trekt Zijn Geest zich terug (Ps. 82:5, Matt. 11:31). Het doden van dieren, dat in de seder centraal staat, staat in het openingsvers van de Profeet. Het eten van bloed, dat verboden wordt, vindt plaats in hetzelfde vers van de Profeet. Het voorschrift om dieren te slachten bij het altaar van JHWH, wordt in praktijk gebracht in de profeet (vs. 34-35). De dood is door JHWH niet gewild! Dat vinden we ook in vs. 45 van de Profeet. 'Iedereen' betrekt ook alle volken erbij, de vreemdelingen. De Psalm zegt dat God alle volken bezit (vs. 8) en dus ook werkelijk iets te zeggen heeft tegen iedereen! In vers 7 wordt het offeren voor bokken verboden. Anderen vertalen het woord se'ieriem met afgoden, demonen of satyrs (bosgoden uit de Griekse mythologie). Maar het is echt hetzelfde woord dat gebruikt wordt voor de zondebokken. Als we dit met elkaar in verband brengen, welke waarschuwing klinkt er dan in dit verbod? Het doelbewust kwetsen van Gods Geest, heeft ernstige gevolgen (Matt. 11:32). Het is daarom beter om te ijveren voor Gods Woord zoals koning Saul. We zijn dan deel van Gods familie volgens Jesjoea (vs. 50). Wat betekent het dat er in de toekomende eeuw geen vergeving is voor lasteraars (vs. 32)? En wat betekende dat concreet voor degenen die naar zijn prediking luisterden?
© Copyright 2024 ExpyDoc