Zorg kan niet zonder vrijwilligers (2)

ifetPAROOL
DINSDAG 8 APRIL 2014
het laatste woord
Zorg kan niet zonder vrijwilligers
De gemeente heeft de mond
vol van de rol van vrijwilligers
in de gezondheidszorg, maar
in de praktijk is het beleid
gericht op professionals. Dat
moet veranderen, vinden
Hans Wijnands, Karin de Roo
en Karin Hanekroot.
V
orige week zijn de onderhandelingen begonnen voor
een nieuw college van b. en
w. Dat nieuwe college staat
voor de uitdaging om grote bezuinigingen i n de' zorg door te voeren.
Want vanaf 2015 krijgt de gemeente
Amsterdam er veel en grote verantwoordelijkheden bij.
Een deel van de thuiszorg en alle
dagbesteding worden dan gefinancierd door de stad en niet meer vergoed vanuit de AWBZ. Amsterdam
moet deze taken uitvoeren met 25
procent minder budget. Bovendien
moet de stad veertig procent bezuinigen op de huishoudelijke hulp. En er
zijn nog aanvullende bezuinigingen,
waaronder de verlaging van het budget voor vervoer naar centra voor dagbesteding. Veel mensen die hier n u
een beroep op doen (chronisch zieken, gehandicapten et cetera), zullen
hun voorziening kwijtraken. Tegelijkertijd is het een enorm budget: 264
miljoen euro per jaar, meer dan driehonderd euro per Amsterdammer.
De rijksoverheid schuift de zorg
door naar gemeenten. Zij rechtvaardigt dit met de aanname dat de gemeenten de zorg efficiënter kunnen
organiseren. I n de nieuwe aanpak die
de gemeenten moeten ontwikkelen
moet de eigen kracht, eigen verantwoordehjldieid en de mogehjkheden
van mensen met een beperking om
zelf oplossingen te zoeken met h u n
eigen netwerk centraal staan.
Met alle bezuinigingen die eraan
komen wordt de praktijk: wat de gemeente niet meer kan Ijetalen, moeten mensen zelf doen. Sommige mensen zullen dat kunnen. Voor anderen
bestaat een groot risico op vereenza-
Geef eerst de vrijwilligers een grotere rol en kijk daama of professionele zorg nodig Is.
ming, vervuiling en financiële problemen. Er zijn 64.000 eenzame Amsterdammers; zij hebben geen netwerk om een beroep op te doen.
Tot n u toe probeert de gemeente de
samenwerking tussen zorgaanbieders te versterken. Samenwerken
moet i n de nieuwe wijkzorgteams,
die - zoals het er n u naar u i t ziet vooral u i t professionals gaan bestaan. En dat is duur.
De stad is nog niet zo ver i n het versterken van de eigen kracht en regie
van mensen. Juist hier is veel winst te
behalen. De Amsterdamse organisaties voor informele zorg zijn ervan
overtuigd dat zorg goedkoper en beter kan, door gebruik te maken van
zorgvrijwilligers. Het potentieel is
enorm. Er zijn n u zesduizend vrijwilligers voor 64.000 eenzamen. Laten
we dat aantal verdubbelen en ze beter
inzetten.
De wereld van de zorg is zeer sterk
Het is noodzaak de
ondersteuning radicaal
anders te organiseren
georganiseerd en de burgers zijn dat
(nog) niet. Het is noodzaak de ondersteuning radicaal anders te organiseren:
ondersteun actief mensen om
FOTO ROOS KOOLE/ANP
het eigen informele netwerk te versterken, waar nodig met extra vrijwilligers, en ga pas daarna kijken of professionele zorg nodig is.
Er zijn legio initiatieven: zelforganisaties i n veel buurten, 'stadsdorpen'
van actieve buurtbewoners, er worden buurtteams rnet vrijwilligers opgezet door de Vrijwilligersacademie.
Door de informele zorg voorop te
plaatsen en daarin fors meer te investeren kunnen de bezuinigingen voor
een belangrijk deel worden opgevangen, terwijl de cliënten en zijn/haar
mantelzorgers beter af zijn. Voor het
nieuwe college een aantrekkelijk perspectief.
Ook de afgelopen jaren werd door
het college en de partijen i n de gemeenteraad het belang van v r i j w i l l i gers en de ondersteuning van mantelzorgers onderschreven. Maar bij de
uitwerking van de plannen werden
alleen formele zorgorganisaties betrokken.
Wij roepen de partijen op het de komende vier jaar radicaal anders te
doen. I n het belang van alle Amsterdammers die aangewezen blijven op
goede ondersteuning en zorg.
Hans Wijnands (Regenboog Groep),
Karin de Roo (Markant) en Karin
Hanekroot (Vrijwilligersacademie)
schreven deze bijdrage namens de
Manifestgroep Informele Zorg.
Ramp in het onderwijs tekent zich af
H
et artikel over Saray Roos i n
Het Parool van zaterdag is
mij u i t het hart gegrepen.
De werkdruk voor docenten
neemt hand over hand toe en getuige
de onderhandelingen over de cao is
het einde nog niet i n zicht. De heilloze weg van grillig beleid, papierwerk
en verantwoordingsdrift is 'a train
wreek waiting to happen'. Waarom
slagen we er toch niet i n hier wat aan
te doen?
Velen zien het onderwijs als de op-
lossingvoor alles wat mis is. Iedereen.
en z'n broer hebben een mening en al
die meningen moeten we terugzien in
de les. Politici profileren zich ermee,
onderwijskundigen en andere specialisten kunnen er h u n theorieën k w i j t
en de vele management- en advieslagen verdienen er een vaak dik belegde boterham aan.
We zijn zo ver afgedwaald van de essentie dat er bijna meer mensen i n
het onderwijs werken die niet lesgeven dan wel. Per euro is de balans nog
slechter. Geen wonder dat docenten
afbranden.
Toch hebben wij zelf ook schuld aan
deze misère. Geen beroepsgroep is
verdeelder dan die van docenten. Tijdens een landelijke staldng tegen de
ophokplicht zei een docent: ' i k staak
niet want daar lijden m i j n leerlingen
onder." Het gevecht gewonnen maar
de oorlog verloren.
Helaas zijn er ook collega's die niet
bijleren of zich niet inspannen voor
een les. Alle ingrediënten voor dat
treinongeluk zijn dus aanwezig en
het gedeelde gevoel is dat het niet
lang meer kan duren.
In theorie is het nog niet te laat. Om
het voorbeeld van het succesvolle
Finland te kunnen volgen, zijn maar
twee dingen nodig. Docenten die b l i j ven leren en zich honderd procent
bHjven inzetten en politici die dapper
genoeg zijn om het onderwijs terug te
geven aan die docenten.
Bij de docenten komt dat wel goed,
ik ken geen beroepsgroep die zo be-
vlogen is en die zo vaak bewust het risico van afbranden voor Hef neemt.
Maar politici hebben te maken met al
die andere, vaak heel machtige belanghebbenden. Of er ooit een minister zal komen die bestand is tegen deze druk en die docenten het vertrouwen geeft dat ze verdienen, is maar
zeer de vraag. Tot die t i j d zal het onderwijs een veelkoppig monster b l i j ven, een monster dat een nieuwe docent ziet als een lekker hapje. Helaas.
Pieter van der Bent, docent