UTMB/OCC, Chamonix 2014. De UTMB trailruns in

UTMB/OCC, Chamonix 2014.
De UTMB trailruns in Chamonix worden beschouwd als het “Mekka” der trailrunners. De
afkorting staat voor Ultra Trail du Mont Blanc en wordt gebruikt om een 5-tal wedstrijden
aan te duiden. Het koningsnummer is de UTMB, de andere vier zijn de PTL, TDS, CCC en OCC.
Om te mogen inschrijven voor één van de eerste 4 moet je een aantal ITRA (International
Trail Run Association) punten in andere trails behalen. Na de inschrijving in december volgt
er in januari een loting en de uitverkorenen krijgen dan een startbewijs. Dit jaar was ik één
der gelukkigen en kreeg ik een startbewijs voor de door mij opgegeven OCC, te lopen op
donderdag 28 augustus 2014.
Op de dinsdag voorafgaand aan de wedstrijd vertrokken we naar Chamonix, Karin en ik.
Tijdens deze regenachtige dag reden we via Zwitserland naar de Franse alpen waar we onze
intrek namen in een hotel op een kilometer afstand van het centrum. Gelukkig klaarde het
op het einde van de middag op en konden we naar het centrum lopen, waar het een drukte
was met trailrunners. 78 Nationaliteiten verdeeld over 5 continenten waren
vertegenwoordigd in de races die de gehele week in beslag namen.
De klassieke foto bij de ereboog, tevens start van de UTMB.
De weersvooruitzichten waren prima en de volgende dag konden we onder een stralende
zon met de lift naar Aiguille du Midi, waar we op 3800mtr hoogte de Mont Blanc en het
Zwitserse en Italiaanse deel van de Alpen konden aanschouwen. ’s Middags weer naar
beneden gegaan en lekker in de zon op het terras gezeten en genoten van Chamonix dat
gevuld was met sportmensen van “all over the world”. Een laatste biertje gedronken, de race
voor de zoveelste keer doorgenomen en nog even een paar nieuwe poles gekocht. Die
avond op tijd naar bed gegaan, de volgende ochtend om 4:30uur op om met de bus te
vertrekken naar het startpunt in het Zwitserse Orsières.
Donderdag 28 augustus, race day.
Om 5:00uur verlaten we het hotel, pikken nog even een ander hotelgast mee, en begeven
ons naar het centrum. Karin brengt ons even met de auto. De bussen staan al klaar en om
5:15uur vertrekken we voor een 1:10uur durende rit naar het startpunt. Onderweg kijk ik
naar de bergen en bedenk dat ik hier vandaag over heen zal moeten om weer terug te keren
naar Chamonix. In Orcières worden we gedropt, bereiden we ons voor op wat komen gaat
en wachten op het startschot. 1200 Runners staan zenuwachtig op het pleintje en om
8:00uur worden we weggeschoten. 7 Maanden wachten ging er aan vooraf waarin er vele
kilometers gemaakt werden samen met Karin en de donderdagavondgroep met in het
bijzonder Jan en Arno.
Alles komt in beweging en we zijn weg! Nog 53km en 3300+ hoogte meters te gaan….
De lokale bevolking doet ons uitgeleide met koebellen en de woorden “courage” en “allez,
allez” en zo verlaten we Orcières.
Wachten op het startschot.
Na 7 km klimmen sta ik in Champex en heb ik 550+ hoogtemeters overwonnen. Ik heb een
“daling” gehad van 10 meter, eigenlijk niets dus. Bij trails praat men over positieve
hoogtemeters, vaak aangeduid met een “+” achter het aantal. Alles wat men omhoog gaat
zal meestal ook weer omlaag gelopen moeten worden, vooropgesteld dat men een ronde
loopt. Omdat ik geen ronde loop kom ik 120mtr hoger aan, dan dat ik gestart ben.
In Champex laat ik mij fotograferen door een toeschouwer, gebruik ik even het toilet en snel
ik verder naar de volgende post “La Giëte”.
Champex Lac, Zwitserland.
La Giete is een kleine tussenstop die mij verder brengt naar Trient waar Karin misschien op
mij wacht. Karin zal met de fiets proberen een aantal keren langs het parcours aanwezig te
zijn. Alleen bij de grote stops is het toegestaan om verzorging te krijgen door
buitenstaanders, Karin dus in mijn geval.
Halverwege de klim naar Giëte krijg ik een bericht van Karin dat ze bang is dat ze Trient niet
op tijd kan halen gezien mijn snelle tijd naar Champex. Ze besluit om niet verder dan
Vallorcine te gaan, de tweede grote verzorgingspost. Wat ze niet door heeft is dat ik in een
urenlange klim zit en dat mij gemiddelde hierdoor flink daalt.
De verzorgingspost in Trient is gezellig druk. Ik schiet een paar foto’s bij aankomst, en groet
de aanwezige toeschouwers. Het is een mooi dorpje waar een grote tent is neergezet. Ik
kom er nog een paar “bekenden” tegen waarvan er eentje een tijdstraf heeft gekregen van
één uur. Drinken aangenomen van zijn vrouw die langs het parcours stond.
De organisatie is uitstekend, hartelijk, maar let dus ook op de reglementen. Ik eet en drink
het een en ander, blijf een half uurtje hangen, vul mijn waterzak bij en besef dat dit géén
rondje Zuid-Limburg is. Ik heb 1500+ hoogtemeters overwonnen en voel mijn bovenbenen
al. Om bij Karin te komen moet ik nog 850mtr klimmen, het wordt een pittige dag.
Trient.
In de klim naar Catogne spaar ik mijn benen zoveel mogelijk door mijn poles
(wandelstokken) optimaal te gebruiken. Ik denk aan de techniek die ik van Arno
overgenomen heb en zet de poles iets verder naar voren, géén Nordic walken techniek nu,
gewoon door blijven gaan zoals Arno verteld heeft. De stappen omhoog maak ik zo klein
mogelijk, twee treden tegelijk is er even niet meer bij. Verder let ik op mijn eet- en
drinkdiscipline en zorg ik vooral dat ik blijf drinken.
Muisstil (een peloton mariniers zou er trots op zijn bedenk ik mij) zwoegen we met een
groepje van een man of 10 naar boven, iedereen met z’n eigen gedachte, stap voor stap. Af
en toe staan er een paar toeschouwers langs het pad die ons aanmoedigen, het doet goed.
Op “Catogne” ga ik naast een Fransman zitten en eten we samen een paar Tuc koekjes die
hij me aanbiedt. Hij spreekt goed Engels en tevreden kijken we naar beneden, so far so good.
29km opgeschoten en meer dan 2300mtr geklommen, prachtig weer en een prima
stemming, lang leve de trails!
Ik pak mijn rugzak weer, snoer de riempjes vast en kijk naar het vervolg van de track. 800mtr
dalen naar Vallorcine, Karin zit waarschijnlijk al op mij te wachten.
Dalen is mijn ding en ik vind een lekker ritme. Mijn benen voelen weer goed en ik vlieg over
de soms smalle paadjes. Af en toe is er oponthoud door langzamere dalers vóór mij maar na
het passeren hiervan kan het gas er weer op. Ik word al een tijdje vergezeld door een potige
Italiaan (95kg?, ex-rugby?) die het zelfde tempo heeft, en samen lopen we om beurten op
kop. In een technisch moeilijk passage verlies ik hem uit het oog omdat hij net niet een
langzamere groep kan passeren. Ik ren Vallorcine binnen en passeer de spoorwegovergang
als de bellen gaan rinkelen, achter mij sluiten de bomen. Karin staat een 30-tal meters
verderop te wachten in het oranje Running4NL shirt, niet te missen.
Aankomst in Vallorcine.
In de tent is het een drukte. Er zijn afgesloten gedeelten voor renners, renners en verzorgers
en voor toeschouwers. Karin en ik zoeken een plekje en ik vertel mijn ervaringen tot nu toe.
Zware tocht, zware bovenbenen, mooi weer, mooie sfeer, leuke mensen, goede organisatie,
ge-wel-dig! Ik trek mijn schoenen uit en trek mijn been hierbij te ver omhoog in een rare
bocht. Een krampgevoel schiet door mijn rechter bovenbeen, oei, maar even rustig aan
doen!
Eten en drinken is er voldoende en ik tank zo veel als mogelijk. Zoals bij trails gebruikelijk is
er voldoende “sportvoeding”. Koekies, chips, kaas, worst, chocolade, rozijnen, noten, cola,
sinas, soep enz. Maar ook is er sportdrank en zijn er mueslirepen die iets minder gretig
aftrek vinden.
Na een half uur is de accu weer bijgeladen en vertrek ik via Col des Montets naar Flegere, de
laatste top. Ik zal nog 900 meter omhoog moeten en 11km moeten afleggen om Chamonix in
het dal te kunnen zien liggen. Meteen na vertrek kijk ik even wat de bovenbenen nog
kunnen hebben. Ik zet aan en na 5 meter komt het nare krampgevoel opzetten, toch maar
even een kilometertje rustig aan doen dus. Na een kilometer volgt er een kleine daling en
probeer ik het weer, deze keer met meer succes, komt goed. Ik neem mijzelf voor dat ik mijn
anderhalve liter sportdrank op moet hebben als ik op de top aankom, daar kan ik weer bij
vullen.
Zwijgend klimmen met een grote groep is hetgeen wat we doen in de volgende twee en een
half uur. Er is een stukje vlak op een alpenweide zodat we even andere spiergroepen kunnen
gebruiken, het is maar kort maar het voelt als een bevrijding.
Klim naar de volgende top.
Aangekomen bij Flegere kan ik Chamonix in het dal zien liggen. Het is iets voor zessen en ik
ben al bijna 10 uur onderweg. 8km is er nog te gaan en het gaat berg af, moet lukken voor
19:00uur.
Ik drink nog wat en besluit mijn waterzak niet meer bij te vullen. Er zit nog een klein restje in,
ik heb voldoende gedronken en red het wel tot Chamonix.
Nog één uur te gaan in een race tegen de klok. Voor 19:00 moet het lukken, het moet!
Al snel vind ik mijn afdalingsritme en begin ik te tellen. Één ingehaald, nummer 2 aan de
zegekar, 3, 4, 5. Ik raak de tel ergens bij tien kwijt en ik snel verder over een technisch
moeilijk deel. Later zal blijken dat ik er 30 gepakt heb en zelf niet ingehaald ben. Mijn benen
voelen weer goed in de afdaling, heeft het vele drinken toch effect gehad.
Ik haal Rebecca uit de VS in en zij vraagt: “are we gonna make it before 7?” “Sure” antwoord
ik, “just keep going like this, you’ll be fine, we will make it!”.
Ik bereik de dorpsgrens van Chamonix en word opgewacht door de eerste toeschouwers die
mij aanmoedigen, “courage!”, ik zal dit woord nooit meer vergeten. De rit door Chamonix is
een feest, het voelt als een warm bad na bijna 11 uur in touw te zijn geweest. Het laatste
hoekje om en ik zie de ereboog met daarachter het bekende kerkje. Karin staat rechts op de
tribune en ziet mij finishen in 10:47uur. De UTMB/OCC 2014 is van mij!
Finish(ed)!
Ik zit aan een tafeltje met Karin en denk terug aan de afgelopen dag. Arno heeft vorig jaar de
TDS gelopen, 65km verder en bijna 4000+ meters meer in 29uur(?). Ik ben “op” en nog niets
eens op de helft van zijn afstand, wauw. Volgend jaar ook maar eens proberen dus, speelt er
door mijn hoofd.
Ik krijg de Italiaan in het vizier en steek mijn duim op: “we did it”. Hij komt naar mij toe en
enthousiast geeft hij mij een dikke knuffel, gevolgd door een beker bier. Hij legt mij uit hoe
fantastisch het is geweest -denk ik- alles gaat in het Italiaans en ik versta er géén woord van,
wat geeft het. Om mij heen allemaal blijde gezichten en UTMB shirts die als trotse pauwen
gedragen worden. De pijn is snel vergeten.