Fractie Werknemersbelang T.a.v. J.F. Broeders Emonsstraat 10 5165 CS WASPIK ons kenmerk uw schrijven uw kenmerk onderwerp behandeld door 24 februari 2014 e-mail telefoonnummer *14-0015128* Mevr. F.A. Opperman - Hulsker [email protected] 0416 683592 doc.nr. LVH-14-0015128 verzonden Beantwoording schriftelijk vragen op grondschriftelijke van artikelvragen 37 Reglement van Orde inzake de benedenkerkstraat 62 te Waspik Werknemersbelang; raadsvragen; brand Waspik; brand Benedenkerkstraat schriftelijke vragen Werknemersbelang; Geachte heer Broeders, raadsvragen; brand Waspik; brand Benedenkerkstraat Namens uw fractie zijn op basis van artikel 37 van het Reglement van Orde vragen gesteld over de brand aan de Benedenkerkstraat 62 die op 13 mei 2013 heeft gewoed. Voordat we overgaan tot de beantwoording van uw vragen willen we het volgende in algemene zin inbrengen: De brand heeft gewoed op 13 mei 2013. Vanaf het begin zijn wij betrokken geweest bij de afhandeling van de brand. Wij hebben prioriteit gegeven aan de directe opvang van bewoners. Wij hebben in de weken na de brand veelvuldig contact gehad met de direct omwonenden en direct noodzakelijke werkzaamheden verricht. De volgende werkzaamheden zijn verricht vanuit bestuursdwang (omdat de eigenaar ze niet verrichtte terwijl dat wel nodig was): De puinresten zijn met een hek afgezet om de veiligheid te waarborgen; De muren die nog stonden zijn neergehaald vanuit het oogpunt van veiligheid. Daarbovenop heeft de gemeente vanuit eigen overwegingen en na overleg met de omwonenden de volgende werkzaamheden verricht: de puinresten zijn op het afgebrande perceel gelegd zodat de omgeving meer opgeruimd was (het fijne puin onder en het grove puin boven om stof te voorkomen); een mestput die voor een gevaarlijke en stinkende situatie zorgde is geruimd en gedempt; de direct omwonenden hebben - op hun verzoek - vanuit de gemeente tijdelijk hekken in bruikleen gekregen om hun achtererf af te zetten; er is extra toezicht geleverd door BOA’s vaker te laten controleren met het oog op veiligheid en overlast. Wij zijn in de eerste week na de brand in overleg getreden met de eigenaar om afspraken te maken over het vervolg. De eigenaar gaf in de periode die daarop volgde geen invulling aan de gemaakte afspraken. Wij zijn nagegaan op welke gronden wij in konden grijpen. Aangezien het afgebrande pand particulier eigendom is en er geen 1/3 publiekrechtelijke taken moesten worden verricht betrof dit een privaatrechtelijke aangelegenheid. Nu, ongeveer tien maanden later, hebben wij naar aanleiding van een recente klacht* besloten opnieuw onderzoek te doen naar de volksgezondheid, het bestemmingsplan en welstandsaspecten. Op basis van het bestemmingsplan is geen sprake van een overtreding van enig wettelijk voorschrift. Omdat hier geen sprake meer is van een bouwwerk is er ook geen sprake van strijd ten opzichte van het welstandsbeleid. Na onderzoek naar de volksgezondheid is gebleken dat hier geen gevaarlijke en ongezonde leefsituatie is ontstaan. Tijdens dit onderzoek is ons gebleken dat er waarschijnlijk een privaatrechtelijke oplossing wordt geboden. Op korte termijn zal het perceel worden geveild door een notaris. Wij hebben met hem afgesproken dat wij met de potentiële koper direct in gesprek willen over de wijze waarop deze de situatie naar een minimaal acceptabel niveau gaat brengen. In de tussentijd lost de gemeente de directe overlastproblematiek praktisch op: we ruimen nieuw gedumpt afval op en bekijken hoe we met de huidige puinresten om kunnen gaan. Enerzijds willen wij geen extra kosten maken die we niet kunnen verhalen op derden. Anderzijds willen we de omgeving tegemoet komen in hun wens om ook voor de tijdelijkheid een bepaalde oplossing te vinden. Hieronder vindt u in cursief uw vragen met daaronder onze antwoorden. Vraag 1: Bent u het met mij, de omwonenden en inwoners van Waspik eens dat deze puinhopen de beeldkwaliteit van dit historisch deel van De Langstraat zeer ontsieren? Beantwoording: Een Benedenkerkstraat mét boerderij is qua beeldkwaliteit mooier dan een Benedenkerkstraat met de puinresten van de bedoelde boerderij. Vraag 2: Kan het college mij aangeven of er al enigszins zicht is op wederopbouw ter plaatse? En Vraag 3: Zo ja, op welke termijn? Beantwoording: Deze privaatrechtelijke aangelegenheid krijgt dit voorjaar een nieuwe wending door de aanstaande veiling van het perceel. Vanzelfsprekend zullen wij bij de wederopbouw meedenken in oplossingen voor zover dit binnen onze invloedsfeer valt. * Deze klacht van een omwonende is op verzoek van de Nationale Ombudsman momenteel in behandeling bij de klachtenfunctionaris van de gemeente. 14-0015128 2/3 Vraag 4: Zo nee, zijn er regels (bijv. in de welstandsnota) die een eigenaar kunnen verplichten puinhopen, die de kwaliteit van de openbare ruimte ernstig aantasten, op te ruimen? En Vraag 5: Indien er dergelijke regels zijn, bent u dan van plan deze op korte termijn toe te passen en de raad hierover te informeren? En Vraag 6: Zo nee, bent u dan bereid met de eigenaar in overleg te treden om hem te verzoeken de bouwval op te ruimen? Beantwoording: Op het college rust een beginselplicht tot handhaving. Dit houdt in dat wij moeten optreden als er sprake is van een overtreding op geldende wet- en regelgeving. Zowel vanuit het omgevingsbeleid, het bestemmingsplan als op basis van de volksgezondheid zijn er geen gronden voor het college om handhavend op te treden. Wij verwijzen u verder naar de tekst uit de inleiding van deze brief. Wij gaan er van uit uw vragen hiermee te hebben beantwoord. Hoogachtend, HET COLLEGE VAN WAALWIJK, de secretaris, de burgemeester, J.H. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld 14-0015128 3/3
© Copyright 2024 ExpyDoc