PT in het ven (vrijdag 30 aug. 2014) 16.00 uur

PT in het ven (vrijdag 30 aug. 2014)
16.00 uur Wanderparkplatz, Schwerzfelderstrasse, Röetgen. Vandaaruit het weggetje af,
richting rood-witte slagboom, links een grijze steen met een D erop. Tot verbazing van de
jongens lopen we nu van Duitsland België in. Ca.10 meter verder staat een bord:
Köningreich Belgiën, Staatswald Oberweser. Dat vergt enige uitleg.
Asfalt is maar asfalt, tussen de dennen is het zacht lopen met mos en duizenden
paddenstoelen, groot en klein van wit naar bruin en soms met tinten geel en rood.
Onder het eikenbos groeien hoge adelaarsvarens, en worden we verrast door 2 snel
ruisende stroompjes. Een eekhoorn sprint een boom in. We dalen af naar de Vesdre die hard
stroomt met helder bruin veenwater. In kolken ontstaan dikke pakken bruinwit schuim, al snel
een leuk doelwit: handenvol mee gooien, takken erin, stenen ernaar toe smijten. Vrolijk
jongensgedrag.
Het water is zuur en bevat weinig mineralen. De bruine kleur is afkomstig van kleine
onverteerde plantenresten uit het veen, dat plantaardige zeepstoffen (die veel voorkomen)
en niet verzadigde vetzuren (uit zaden en noten) bevat. Op plaatsen waar het water hard
geschud wordt ontstaan luchtbelletjes, deze brengen het organisch materiaal omhoog naar
het wateroppervlak. Op rustige plekken kunnen deze bellen witte en vettige schuimtaarten
vormen.
We komen bij het desolate Reinartzhof, de ruïne van boerderij en herberg in de verlatenheid
van het uitgestrekte bos. Je kunt er nog de oude hagen, die de weilanden omzoomden
herkennen aan de hand van lijnvormige reeksen beuken en grote struiken meidoorn. De
informatiepanelen maken tastbaarder wat hier ooit was.
http://www.eifelnatur.de/Niederl%E4ndisch/Seiten/Reinartzhof.html
Vanaf hier gaat de stiltestand in. Wat met wisselend succes verloopt. Er kondigt zich meer
licht aan, zonder dat de grijze lucht opklaart. We lijken het dichte bos te verlaten. Het brede
graspad loopt uit op een enorme bronsgroene grasvlakte met hier en daar een boompje of
boomgroepje: het machtige Kutenhart Venn. Op de horizon golven de bossen heuvelop.
De jongens ervaren de natheid van het veen en zien tussen het pijpstrootje het mos in dikke
pakketten. We lopen over knuppelpaadjes en staan even stil bij ijstijden, moeras, mos en
hoogveen. We praten over turfsteken, het graven van watergangen, de kap van het
oorspronkelijk beukenbos op de beekhellingen.
En dat het hier kan branden! Ondanks al die natheid, in een droge zomer:
Veenbranden zijn vaak moeilijk te bestrijden omdat het vuur zich ondergronds in de turflaag
smeulend voortzet. In 1684 raakte een brand die ontstond in augustus pas uitgedoofd in de
winter, de turflaag was op plaatsen tot 2 meter diep uitgebrand! In juli 1911 was er een
brand die verscheidene weken duurde en een grondlaag van ongeveer 40 cm vernielde. Het
leger werd ingeschakeld om het vuur onder controle te krijgen. In 1947 brak er brand uit eind
augustus, men kreeg deze onder controle op 17 september dat jaar en dan nog dankzij
intense regenval. Tegen die tijd waren er 2500 hectaren van de wijde omgeving tot aan het
militaire kamp van Elsenborn plat gebrand. Bestrijding kan vaak enkel effectief gebeuren
door de brandhaard te isoleren door uitgraving van geulen
.
> De laatste belangrijke brand vond plaats in het Steinleyvenn in augustus 2004. 150
hectaren werden in de as gelegd. Tegenwoordig wordt zo’n brand echt professioneel
bestreden. Er werd een politiehelikopter ingeschakeld die in een eerste fase de omvang van
de brand vaststelde en de richting waarin de vlammen zich verplaatsten. De helikopter
dropte vervolgens van lage hoogte in een lijn een aantal brandslangen naar de vuurhaard.
Brandweerwagens konden immers de brand in het veen niet van kortbij benaderen.
Brandslangen hoefden dus enkel nog ter plaatse worden aangekoppeld. Extra regenwater en
bemanning werden per helikopter gedropt. Toen de brand een dag later weer her
opflakkerde, vloog de helikopter nogmaals over het gebied, dit keer met een warmtecamera.
Deze is in de eerste plaats bedoeld om vermiste personen op te sporen maar kwam nu
handig van pas om smeulende stukken veenturf te lokaliseren. Mede hierdoor was de brand
2 dagen na het ontstaan vrijwel helemaal onder controle.
We zien geen herten, geen zwijnen, de stiltestand verslapt en dat in het hart van het
edelhertengebied! We kruisen een andere beek, de Getzbach, 2 keer, en komen dan in een
kletsnat veengebied met wilgjes en berken: het Rotenbuchel. Het knuppelpad staat onder
water, waar geen knuppeltjes zijn lijkt de bodem op een slap springkussen, weer een
verassende attractie, de kids springen op de slappe zwarte bodem en meters verderop
beweegt de grond nog!
Op weg naar Elsenbruch zien we op een graspad dan eindelijk 2 hindes, waarschijnlijk een
moeder met een half jaar oud kalf. Raymond is snel en foto maken lukt. Zonder nog wild te
zien en in grote stilte, behalve het ruisen van de wind door de bomen lopen we een beetje
moe terug in het toenemend donker. De laatste 5 minuten openen de hemelsluizen en
worden we nog even lekker nat.
Raymond: “Vrijdag gaan wandelen in de Hoge Venen. En daar mijn eerste Edelhert gezien en
gefotografeerd (het Edelhert is het op één na grootste hert ter wereld). Ook vonden we een dode
hazelworm (geen slang maar een hagedis zonder poten), en ik heb een mooie rups
gefotografeerd.”
Helaas geen beelden van deze tocht m.u.v. van de 3 in deze tekst uit de camera van Raymond!!!