Jaarverslag 2013

Jaarverslag 2013
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Inhoud
Jaarverslag
pagina
Voorwoord
4
Kerngegevens
5
Verslag van het bestuur
6
Financiële situatie
6
Vermogensbeheer
10
Pensioenbeheer
16
Risicobeleid
30
Goed pensioenfondsbestuur
34
Vooruitzichten
37
Organisatie
39
Functies en nevenfuncties
42
Verslag van het verantwoordingsorgaan
48
Verslag van de auditcommissie
50
Jaarrekening
Balans
53
Staat van baten en lasten
54
Kasstroomoverzicht
55
Toelichting
56
Overige gegevens
Verklaring betreffende de jaarrekening
79
Actuariële verklaring
80
Resultaatbestemming
81
Gebeurtenissen na balansdatum
81
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Jaarverslag 2013
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Voorwoord
Pensioenwereld in beweging
Als bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering moeten wij weten wat er gebeurt in de wereld van pensioenen. De pensioenwereld is
immers volop in beweging en blijft dat de komende tijd ook. Zo trad in 2013 onder meer de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in
werking, wijzigden de fiscale kaders voor pensioenopbouw in 2014 en publiceerden de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid de
Code Pensioenfondsen. En gaf de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid meer duidelijkheid over de komende herziening
van het financieel toetsingskader.
Pensioenfonds Horeca & Catering volgt deze ontwikkelingen en anticipeert erop. Door consequenties en keuzemogelijkheden tijdig in
kaart te brengen, kan het fonds snel en goed voorbereid reageren op het moment dat dit nodig is. Zo leidde de inwerkingtreding van de
Wet versterking bestuur pensioenfondsen eind 2013 tot een besluit over het aanpassen van het paritaire bestuursmodel. En had de
aanpassing van de fiscale kaders consequenties voor de hoogte van de opbouwpercentages in de aanvullende ouderdomspensioenregelingen.
Financieel herstel zet door
De gevolgen van de Amerikaanse kredietcrisis uit 2007 hadden een nadrukkelijk effect op de financiële positie van het fonds.
De daaropvolgende eurocrisis eind 2009 en begin 2010 maakte (een snel) herstel niet direct mogelijk.
Waar het herstel in 2011 en 2012 nog kwetsbaar was, is het in 2013 robuuster geworden. Dit komt ook in de hogere dekkingsgraad
van het fonds tot uiting. Omdat de dekkingsgraad drie kwartaaleinden boven het herstelpad lag, is het fonds eind 2013 formeel uit
dekkingstekort. Het is vervolgens ons streven om verder te bewegen naar herstel uit reservetekort.
De gunstige ontwikkeling was voor ons aanleiding om per 1 januari 2014 het overrendement uit 2012 aan te wenden voor een
toeslagverlening van 0,75% voor alle deelnemers. Voor actieve deelnemers kwam daar nog de toeslagverlening van 0,70% bij vanuit
de vaste opslag in de premie, per 31 december 2013.
Transparant en zorgvuldig beleggingsbeleid
Als bestuur evalueerden wij het beleggingsmodel van het fonds en de toegevoegde waarde van alle beleggingscategorieën. Voor
vastgoed is een strategisch beleidsplan voor de komende vijf jaar opgesteld. Verder voerden wij een nieuw onderzoek uit naar de
wensen en standpunten van deelnemers en werkgevers ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen.
Verhoging AOW-leeftijd en optimalisatie pensioencommunicatie
Het besluit van het bestuur om ook voor deelnemers met geboortejaren 1948 en 1949 pensioenopbouw tot de AOW-ingangsdatum
mogelijk te maken, toont aan dat Pensioenfonds Horeca & Catering tijdig in beweging komt in het belang van de deelnemer als
ontwikkelingen daarom vragen. Daarnaast is het fonds gespitst op eenvoudige en duidelijke communicatie met de deelnemers. Dit deden
wij in 2013 door onder andere de pensioencommunicatie te optimaliseren. Voorbeelden daarvan zijn de vernieuwing van PensioenCafe.nl
en de deelname aan de pilot ‘Pensioen 1-2-3’.
Voorzitter beleggingsadviescommissie
Het bestuur is content met het feit dat de heer Age Bakker het voorzitterschap van de beleggingsadviescommissie wilde aanvaarden als
opvolger van de heer Kees Koedijk die deze functie de afgelopen jaren vervulde.
Het bestuur wenst u veel leesplezier met het 49e jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering.
-4-
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Kerngegevens
1 Geactualiseerd ten opzichte van het jaarverslag
2012.
2 In de contractcateringbranche dragen werkgevers en
werknemers in 2012 en 2013 elk 0,27% van de
pensioengrondslag af als additionele bijdrage voor
de kostendekkendheid van de premie.
3 In de horeca dragen sociale partners bij aan de
herstelmaatregelen door een additionele storting in
het fonds over 2010 en 2011, uit (een deel van) het
overschot van middelen van de SOHOR. Werknemers
en werkgevers in de horeca betalen daarom geen
extra herstelbijdrage. In de contractcatering wordt
de additionele bijdrage over 2010 en 2011 volledig in
2011 geheven. Om deze reden dragen zowel
werkgevers als werknemers in de contractcatering in
2011 2,50% van de pensioengrondslag bij ten
behoeve van herstel.
4 Vanaf 2008 vindt (eventuele) toeslagverlening uit
overrendement in het voorvorige jaar plaats per 1
januari van een kalenderjaar.
5 Toeslag per 31 december van een kalenderjaar vanuit
0,9%-punt opslag in de premie.
6 Vanaf 2008 vindt (eventuele) toeslagverlening uit
overrendement in het voorvorige jaar plaats per 1
januari van een kalenderjaar.
7 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening 2011.
8 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening 2010.
-5-
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Verslag van het bestuur
Financiële situatie
Herstel zet door
Pensioenfonds Horeca & Catering werkte in 2013 verder aan het herstel van de financiële positie. De dekkingsgraad steeg in 2013 naar
117,8% op basis van de door de toezichthouder voorgeschreven methode. Eind 2012 was deze nog 111,9%. Het bestuur waardeert de
dekkingsgraad ook op basis van de actuele marktrente. Deze dekkingsgraad steeg van 102,5% eind 2012 naar 111,9% eind 2013. Daarmee
voldeed Pensioenfonds Horeca & Catering aan de dekkingsgraad die op dat moment nodig was volgens het herstelplan (minimaal
104,1%).
Formeel is het fonds uit dekkingstekort. Pensioenfonds Horeca & Catering verkeert eind 2013 nog wel in een situatie van reservetekort. Dit
reservetekort moet volgens het langetermijnherstelplan uiterlijk in 2023 zijn opgeheven.
Dekkingsgraad stijgt in 2013
In 2013 steeg de dekkingsgraad. Daarmee zette de stijgende lijn uit het jaar 2012 verder door. De dekkingsgraad is de verhouding tussen
het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen. De stijging komt vooral door een toename van het vermogen.
Het fonds waardeert sinds september 2012 de technische voorzieningen zowel volgens de actuele marktrente als volgens de
rentetermijnstructuur die door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven. De twee waarderingsmethoden leiden tot verschillende
dekkingsgraden. Het verschil tussen de twee dekkingsgraden bedraagt eind 2013 (afgerond) zes procentpunt.
De grafiek ‘Ontwikkeling dekkingsgraad 2013’ laat zien dat Pensioenfonds Horeca & Catering het hele jaar voorloopt op het herstelpad
(oranje lijn). Dat geldt zowel voor de dekkingsgraad op basis van de rekenmethode die de Nederlandsche Bank voorschrijft (117,8%,
weergegeven als rode lijn) als voor de dekkingsgraad op basis van de actuele marktrente (111,9%, weergegeven als groene lijn). Daarmee is
het kortetermijnherstelplan beëindigd en is Pensioenfonds Horeca & Catering formeel uit dekkingstekort.
Volgens het kortetermijnherstelplan moest de dekkingsgraad eind 2013 minimaal 104,1% zijn. Voor Pensioenfonds Horeca & Catering is
dit de grens van het minimaal vereist eigen vermogen. De grens van het minimaal vereist eigen vermogen is weergegeven als grijze
stippellijn.
De dekkingsgraad op basis van de rekenmethode die de Nederlandsche Bank voorschrijft, kwam in oktober en november 2013 boven de
grens van het vereist eigen vermogen van 119,9% (eind 2013). De grens van het vereist eigen vermogen is weergegeven als lichtblauwe
stippellijn. Eind 2013 is nog steeds sprake van een reservetekort. Want de dekkingsgraad lag niet gedurende drie kwartaaleinden boven het
vereist eigen vermogen.
De dekkingsgraad laat over meerdere jaren gerekend grote bewegingen zien. De financiële positie van Pensioenfonds Horeca & Catering is
in 2013 robuuster in vergelijking met de vorige vijf jaar, maar hij blijft afhankelijk van de bewegingen op de (financiële) markten.
-6-
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Ontwikkeling dekkingsgraad 2013
Analyse dekkingsgraad
Voor de hoogte van de dekkingsgraad blijven de effecten van de premie, levensverwachting, beleggingen, berekeningsmethodiek en
renteafdekking van belang. Deze effecten zijn inzichtelijk gemaakt in de tabel ‘Globale analyse ontwikkeling dekkingsgraad 2013 in
procentpunten’.
Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een vaste, stabiele en tegelijkertijd kostendekkende premie. Het bestuur nam in 2011 al zijn
verantwoordelijkheid door de premie op basis van verwachte, toekomstige ontwikkelingen op 16,8% van de pensioengrondslag te stellen.
Over 2013 bleek deze premie hoger te zijn dan nodig was voor de inkoop van pensioen, de uitvoeringskosten, het vereist eigen vermogen
en de inkoop van onvoorwaardelijke toeslagverlening voor actieve deelnemers. Dit droeg in 2013 1,0 procentpunt bij aan de dekkingsgraad.
Het fonds waardeert de technische voorzieningen op basis van actuele en reële inzichten. De afgelopen jaren leidde de toegenomen
levensverwachting van Nederlanders tot dalende dekkingsgraden. In 2013 bleek een mogelijke (verdere) stijging van de levensverwachting
geen effect te hebben op de dekkingsgraad.
Pensioenfonds Horeca & Catering belegt de ontvangen pensioenpremies. Zonder de effecten van de renteafdekkingsstrategie die het fonds
toepast, bedraagt het rendement van de beleggingen 5,2%. Dit heeft een positief effect op de dekkingsgraad van 7,7 procentpunt in 2013.
Het fonds berekent de technische voorzieningen op twee manieren: op basis van de actuele marktrente en op basis van de rente die de
Nederlandsche Bank voorschrijft. Door de wijziging van de actuele marktrente neemt de dekkingsgraad toe met per saldo 2,6 procentpunt.
Dit bestaat uit een positief effect van 9,6 procentpunt als gevolg van de ontwikkeling van de marktrente en uit een negatief effect van 7,0
procentpunt door de renteafdekking. De methode die de Nederlandsche Bank voorschrijft, gaat uit van driemaands middeling van de
marktrente in combinatie met een zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR) van 4,2%. Het effect van deze methode is positief voor de
dekkingsgraad van het fonds doordat veel pensioenen pas over lange tijd tot uitkering zullen komen. Toch nam het positieve effect hiervan
in 2013 ten opzichte van eind 2012 af met 4,7 procentpunt van de dekkingsgraad.
In 2013 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per 1 januari 2014 vanuit het overrendement van 2012. Deze
voorwaardelijke toeslag ter grootte van 0,75% is opgenomen in de technische voorzieningen per 31 december 2013. Daardoor heeft deze
toeslagverlening de dekkingsgraad met 0,8 procentpunt verlaagd.
-7-
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Globale analyse ontwikkeling dekkingsgraad 2013 in procentpunten
Waardeoverdracht
Pensioenfonds Horeca & Catering had gedurende heel 2013 een dekkingsgraad die hoger was dan 100%. Het fonds mocht daarom
meewerken aan inkomende en uitgaande waardeoverdrachten. Waardeoverdracht vindt alleen plaats als de dekkingsgraad van de andere
pensioenuitvoerder hoog genoeg is. Het aantal te verwerken verzoeken tot waardeoverdracht steeg aanzienlijk in 2013. Dit kwam doordat
in 2013 de dekkingsgraad van een aantal grote pensioenfondsen, zoals Pensioenfonds Zorg en Welzijn, Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
en Pensioenfonds Metaal en Techniek boven de 100% uitkwam. Daardoor was waardeoverdracht met die fondsen weer mogelijk.
Korte- en langetermijnherstelplan
Het kortetermijnherstelplan is in 2013 geëindigd. Pensioenfonds Horeca & Catering is formeel uit dekkingstekort. Eind 2008 bevond
Pensioenfonds Horeca & Catering zich met een dekkingsgraad van 93% in een situatie van dekkingstekort en werden de technische
voorzieningen niet geheel door waarden gedekt. De minimale dekkingsgraad die Pensioenfonds Horeca & Catering moest hebben was
104,1%. In verband met het dekkingstekort diende het fonds het wettelijk verplichte (gecombineerde) lange- en kortetermijnherstelplan in
bij de Nederlandsche Bank. De Nederlandsche Bank stemde op 30 juli 2009 in met dit herstelplan.
Inhoud herstelplan en uitvoering herstelmaatregelen
De belangrijkste maatregelen die in het herstelplan zijn opgenomen, zijn:
• In 2009 en 2010 vond geen toeslagverlening uit overrendement plaats.
• In 2010 en 2011 gold een additionele bijdrage om de kans op toeslagverlening na afloop van de pensioenovereenkomst (2007-2011) te
laten toenemen. Het bestuur besloot hiertoe nadat sociale partners in de horeca en contractcatering het initiatief hadden genomen om
vrijwillig en additioneel bij te dragen. Dit betekent dat zowel werkgevers als werknemers over 2010 en 2011 een additionele bijdrage
wilden voldoen (omgerekend 2,5% van de pensioengrondslag als extra bijdrage). De bedrijfstakken horeca en contractcatering gaven
hieraan elk op hun eigen wijze invulling. In 2010 respectievelijk 2011 kwam de totale bijdrage uit de beide bedrijfstakken neer op een
positief effect van twee procentpunt op de dekkingsgraad.
• In 2007 tot en met 2011 vormde Pensioenfonds Horeca & Catering gedurende de resterende looptijd van de pensioenovereenkomst
(2007 tot en met 2011) geen bestemmingsreserve voor pensioenverbetering.
Pensioenfonds Horeca & Catering bereikte binnen de wettelijke termijn het minimaal vereiste eigen vermogen van 104,1%. De
Nederlandsche Bank bevestigde op 28 maart 2014 per brief dat hierdoor het kortetermijnherstelplan als beëindigd kan worden
beschouwd.
Eind 2013 verkeert Pensioenfonds Horeca & Catering (met een dekkingsgraad van 117,8%) nog wel in een situatie van reservetekort.
Volgens het langetermijnherstelplan moet dit reservetekort uiterlijk in 2023 zijn opgeheven.
Informatieverstrekking over herstel
Maandelijks publiceert Pensioenfonds Horeca & Catering de dekkingsgraad op de website van het fonds, www.phenc.nl. Pensioenfonds
Horeca & Catering evalueert het herstelplan jaarlijks per 31 december. Uit de evaluatie per 31 december 2013 volgde dat aanvullende
maatregelen ten opzichte van het herstelplan niet nodig zijn.
-8-
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Rekenrente
Pensioenfonds Horeca & Catering vindt het belangrijk om de economische realiteit aan beide zijden van de balans in ogenschouw te
nemen. Dit betekent dat het fonds de bezittingen en de verplichtingen op een zelfde economische grondslag wil waarderen. Tegelijkertijd
is er sprake van regelgeving die voorschrijft op welke wijze de pensioenverplichtingen moeten worden gewaardeerd. Daarom berekent
Pensioenfonds Horeca & Catering sinds september 2012 de technische voorzieningen met twee rentetermijnstructuren (RTS) die op
verschillende wijzen worden vastgesteld:
• de RTS vastgesteld op basis van actuele marktrente (RTS-swap);
• de RTS die door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven. Deze RTS gaat uit van driemaands middeling van de marktrente in combinatie
met een zogenoemde Ultimate Forward Rate van 4,2% (RTS-DNB).
Gezien de samenstelling van het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering zijn de technische voorzieningen met name
gevoelig voor fluctuatie van rentes waarmee verplichtingen met een lange looptijd contant worden gemaakt. In de onderstaande grafiek
wordt de ontwikkeling getoond van de 20-jaars rentes van beide rentetermijnstructuren gedurende 2013. De 20-jaars rente is de laatste
marktrente die meetelt in de RTS-DNB methodiek. Op een daling van de swaprente in april na, is een lichte stijging gedurende het jaar te
zien. De 20-jaars rente uit de RTS-DNB verloopt gelijkmatiger.
Ontwikkeling 20-jaars rentes gedurende 2013
Levensverwachting en sterfteonderzoek
In 2013 waardeerde Pensioenfonds Horeca & Catering de technische voorzieningen op basis van actuele en reële inzichten omtrent de
levensverwachting. Het fonds deed dit op dezelfde wijze als vorig jaar. De afgelopen jaren leidde de toegenomen levensverwachting van
Nederlanders tot dalende dekkingsgraden.
In 2013 zijn de correctiefactoren voor fondsspecifieke ervaringssterfte niet gewijzigd ten opzichte van 2012. Sinds 2010 past Pensioenfonds
Horeca & Catering op de landelijke sterftekansen correctiefactoren toe in het kader van fondsspecifieke ervaringssterfte. De
levensverwachting van (vooral de oudere) deelnemers en gewezen deelnemers van Pensioenfonds Horeca & Catering is namelijk lager dan
die van de hele bevolking. Jaarlijks onderzoekt Pensioenfonds Horeca & Catering de sterfteontwikkeling binnen het deelnemersbestand.
De afwijking van fondsspecifieke ervaringssterfte ten opzichte van de landelijke sterftekansen, bleek na onderzoek in 2013 hetzelfde te zijn
als bij onderzoeken in 2012 en 2011.
-9-
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Vermogensbeheer
Beleggen: focus op lange termijn en risicobeheersing
Om de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen, belegt Pensioenfonds Horeca & Catering de ontvangen pensioenpremies. Het
fonds maakt daarbij een zorgvuldige afweging tussen risico en rendement. In 2013 behaalde het fonds een rendement op de beleggingen
van 5,2% exclusief renteafdekking. Dit positieve rendement en een stijging van de rente hadden een positief effect op de dekkingsgraad.
Het beleggingsbeleid van Pensioenfonds Horeca & Catering richt zich op de lange termijn. Tegelijkertijd houdt het fonds ook de risico’s op
de korte termijn nauwlettend in de gaten. Door actuele ontwikkelingen kan bijstelling van het beleid nodig zijn. Het fonds volgt de
resultaten van zijn vermogensbeheerders én de veranderingen in de markt op de voet, zodat het bestuur zorgvuldig en tijdig kan reageren.
In 2013 is een nieuw onderzoek verricht naar de wensen en standpunten van deelnemers en werkgevers op het gebied van
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Het fonds gebruikt de uitkomsten van dit onderzoek om zijn beleid op het gebied van
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen in 2014 verder aan te scherpen.
Rendement op de beleggingen
Het rendement op de beleggingen bedroeg in 2013 5,2% exclusief renteafdekking (1,2% inclusief renteafdekking). De outperformance
bedraagt 0,3%-punt ten opzichte van de benchmark (4,9%). De rendementscijfers zijn onafhankelijk van de uitvoeringsorganisatie
berekend door beleggingsadministrateur Bank of New York Mellon. In de tabel ‘Rendementen beleggingscategorieën 2013’ staat een
overzicht van de absolute en relatieve nettorendementen per beleggingscategorie.
Rendementen beleggingscategorieën 2013
De beleggingsportefeuille bestaat uit:
• zakelijke waarden (aandelen, converteerbare obligaties, private equity en grondstoffen);
• onroerend goed (beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd);
• vastrentende waarden (obligaties en hypotheken).
De tabel ‘Verdeling vermogen ultimo 2013’ zet de weging van de verschillende categorieën af tegen de normportefeuille. Uit de tabel blijkt
dat aan het eind van het verslagjaar de vastrentende waarden en het onroerend goed licht onderwogen zijn. De zakelijke waarden zijn
overwogen ten opzichte van de normportefeuille.
- 10 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Verdeling vermogen ultimo 2013
Ten opzichte van 2012 is de gecombineerde waarde van de renteswaps gedaald van € 337 miljoen naar € 142 miljoen. Deze waardedaling is
het gevolg van de stijging van de langetermijnrente.
De cijfers over het belegd vermogen in de tabel ‘Verdeling vermogen ultimo 2013’ en de toelichting in de jaarrekening sluiten niet direct op
elkaar aan. Dit komt doordat de beleggingscategorieën (vermogen en resultaat) in de kerncijfers en het bestuursverslag conform het
(strategisch) beleggingsbeleid worden gepresenteerd. In de jaarrekening wijkt de toerekening van de beleggingen aan de verschillende
beleggingscategorieën hiervan af.
Z-score en performancetoets
De z-score van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2013 is 0,32%. Dit betekent dat de vermogensbeheerders van het fonds in het
verslagjaar gemiddeld beter presteerden dan de vergelijkende benchmark. De z-score vergelijkt het feitelijk behaalde rendement van de
beleggingen met het normrendement. Bij de berekening van deze rendementen worden de uitvoeringskosten van het vermogensbeheer
meegenomen, zodat het gaat om nettorendementen. Als het netto feitelijk rendement op de beleggingen van het fonds hoger is dan het
netto normrendement, dan ontstaat een positieve z-score. Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert voor alle onderdelen van de
beleggingsportefeuille benchmarks en doelstellingen. De normportefeuille voor het totale fonds wordt hiervan afgeleid.
Pensioenfonds Horeca & Catering voldoet over 2013 aan de norm voor de performancetoets. De uitkomst van de performancetoets voor
het jaar 2013 is 2,16%. Als de uitkomst van de performancetoets lager is dan nul, dan is het fonds verplicht om werkgevers - als zij daarom
vragen - vrijstelling van de verplichtstelling te verlenen. Dit volgt uit het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000. De performancetoets
wordt berekend door de z-scores van de afgelopen vijf jaar bij elkaar op te tellen, dit getal te delen door de wortel van dit aantal jaren en bij
de uitkomst van die berekening 1,28 op te tellen.
- 11 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Rendement per beleggingscategorie
Zakelijke waarden
Aandelen zijn een belangrijk onderdeel van de portefeuille zakelijke waarden. Voor aandelen was 2013, net als 2012, een goed jaar. De
aandelenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering behaalde in het verslagjaar een rendement van 19,6%. De benchmark behaalde
een totaalrendement van 19,1%.
Het aanhoudend stimulerende beleid van de centrale banken van de Verenigde Staten en Europa zorgde ervoor dat in 2013 verder
economisch herstel optrad. Uit de Verenigde Staten kwamen steeds meer positieve signalen. De eurozone kwam uit recessie. Negatieve
gebeurtenissen zoals het met veel hulp afgewende faillissement van Cyprus, de Amerikaanse impasse over de overheidsbegroting en de
oorlog in Syrië hadden slechts een tijdelijk effect op de financiële markten.
Slechts één gebeurtenis had een aanzienlijke invloed op bijna alle beurzen. Dit betrof de mededeling van toenmalig Fed-voorzitter Ben
Bernanke in mei 2013 dat de Fed zijn stimulerende monetaire beleid gaat verminderen (ook wel taperen genoemd), zodra het economisch
herstel daarvoor sterk genoeg is. Deze opmerking had niet alleen effect op de aandelenmarkten, maar ook op de andere beleggingscategorieën.
In 2013 ontstond een groot verschil tussen de aandelenrendementen op de ontwikkelde markten en die van de opkomende economieën.
De index voor de opkomende markten MSCI Emerging Markets behaalde een negatief rendement van 6,8%. De wereldwijde aandelenindex
MSCI World behaalde een gemiddeld rendement van 21,8%. De verklaring voor dit verschil is de tegenvallende economische groei van de
opkomende markten. Deze ligt nog steeds op een aanzienlijk hoger niveau dan de economische groei van de ontwikkelde markten. Maar
de verwachtingen voor de opkomende markten waren in 2013 hoger dan de economische groei die werd gerealiseerd. Daarnaast zorgde de
opmerking van Bernanke voor een terugkeer naar minder risicovolle beleggingscategorieën en de verkoop van aandelen en obligaties uit
opkomende markten.
De onderstaande figuur laat de regioverdeling zien van de aandelenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering.
Regioverdeling aandelen ultimo 2013
De portefeuille converteerbare obligaties behaalde een rendement van 14,7% en leverde daarmee 1,9%-punt meer rendement op dan
de benchmark (12,8%). Dit gunstige resultaat was mede te danken aan de aantrekkende aandelenmarkten. Een goede selectie van
converteerbare obligaties zorgde ervoor dat deze portefeuille beter presteerde dan de benchmark.
Het rendement op private equity bedroeg in 2013 7,0%. Dat is 5,8%-punt meer dan de benchmark die 1,2% rendeerde. De benchmark is het
driemaands Euribor-tarief plus 1%. In 2013 is door het gunstige economische klimaat de activiteit op de private equity markt toegenomen.
Dit uitte zich onder meer in een stijging van het aantal fusies, overnames en beursgangen van de onderliggende bedrijven en positieve
herwaarderingen binnen de diverse portefeuilles. De distributies in de portefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering waren in 2013
hoger dan het nieuw opgevraagde vermogen. Aan het eind van het verslagjaar besloeg deze categorie 3,5% van de totale
beleggingsportefeuille.
De beleggingen in grondstoffen presteerden het minst van alle zakelijke waarden met een rendement van -12,1%. De rendementen van de
verschillende grondstoffen lagen ver uiteen. Met name de edelmetalen lieten een forse daling zien. De goudprijs daalde in 2013 met
ongeveer 32%. De olieprijs op de termijnmarkten steeg daarentegen met 2,5%. Het rendement van de grondstoffenportefeuille was iets
minder slecht dan het rendement van de benchmark (-13,4%). Daardoor bedroeg de relatieve performance 1,3%-punt.
- 12 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Vastrentende waarden
Het rendement op de portefeuille vastrentende waarden bedroeg in 2013 -4,1%. De benchmark behaalde een rendement van -4,0%. De
portefeuille vastrentende waarden bestaat uit een obligatie- en een hypothekenportefeuille.
De beleggingen in nominale staatsobligaties behaalden in het verslagjaar een rendement van -6,2%. Beleggingen in inflatiegerelateerde
obligaties behaalden een rendement van -3,9%.
In 2011 koos Pensioenfonds Horeca & Catering ervoor om het kredietrisico verder te beperken door binnen de portefeuille nominale
staatobligaties alleen nog te beleggen in Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Finland. Binnen de inflatiegerelateerde obligatieportefeuille
belegt het fonds alleen in Duitsland en Frankrijk.
Gedurende de economische crises van de afgelopen jaren gingen beleggers op zoek naar veiligheid. De rente daalde en de koersen van
staatsobligaties liepen hierdoor op. In 2013 keerde deze trend en liep de lange rente op. Ook de meest veilige landen zoals Duitsland en
Nederland lieten dit jaar negatieve rendementen zien.
Obligaties in opkomende landen lieten over 2013 eveneens een negatief rendement zien van 8,85%. Wereldwijde high yieldobligaties
behaalden met 6,1% het hoogste rendement binnen de obligatieportefeuille.
De onderstaande figuur geeft de regioverdeling voor de hele portefeuille vastrentende waarden ultimo 2013 weer.
Regioverdeling vastrentende waarden ultimo 2013
In 2013 werd op de hypothekenportefeuille een rendement behaald van 3,0%. De benchmark boekte een resultaat van -0,8%. De
hypothekenportefeuille bestaat helemaal uit Nederlandse particuliere en zakelijke hypotheken. Particuliere hypotheken stegen met 7,5%
in waarde, terwijl zakelijke hypotheken het aanzienlijk minder goed deden met een rendement van -0,65%. Hypotheken worden
gewaardeerd tegen de risicovrije rentecurve plus een risico-opslag. Door een dalende risico-opslag en de in 2012 al genomen
voorzieningen, behaalde de particuliere hypothekenportefeuille een aanzienlijk hoger rendement dan de benchmark.
Onroerend goed
De portefeuille onroerend goed bestaat uit beleggingen in beursgenoteerd indirect vastgoed en niet-beursgenoteerd indirect vastgoed.
In 2013 behaalde Pensioenfonds Horeca & Catering met de beleggingen in beursgenoteerd indirect vastgoed een rendement van 6,6%.
Dat is meer dan de benchmark die een rendement van 6,2% behaalde. De portefeuille wist mee te profiteren van de stijging van de
aandelenbeurzen.
De portefeuille niet-beursgenoteerd indirect vastgoed behaalde een rendement van -0,6% (benchmark: -0,1%). Net als in 2012 daalden de
beleggingen in kantoren en woningen in waarde. Bedrijfsruimten en winkels droegen daarentegen positief bij aan het resultaat.
Portefeuille onroerend goed ultimo 2013
- 13 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Afdekking rente- en valutarisico
In 2013 heeft het bestuur de afdekking van het rente- en valutarisico niet aangepast. Het bestuur nam in 2012 het besluit tot een tijdelijke
aanpassing van het beleggingsbeleid. Toen werd besloten om de afdekking van het renterisico te verlagen naar 64%. De afdekking van het
renterisico – het belangrijkste risico van het fonds – bedroeg sinds 2009 75%. De reden voor het verlagen van de renteafdekking is het
verkleinen van het liquiditeitsrisico van het fonds. Bij een oplopende rente vragen de tegenpartijen van de swaps namelijk meer
onderpand, waardoor zich een liquiditeitsrisico kan voordoen als er onvoldoende onderpand beschikbaar is.
Pensioenfonds Horeca & Catering dekt het renterisico af door 22,5% van het beheerd vermogen te beleggen in langlopende eurostaatsobligaties. Daarnaast belegt het fonds 4% van het vermogen in Nederlandse hypotheken. Om tot een afdekking van 64% te komen,
gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps. Het fonds implementeert de renteswaps als overlay. Deze maken daarom geen deel
uit van de normportefeuille.
Voor herbalancering hanteert het fonds een bandbreedte van 5% rondom de norm van 64%. Voor een goede aansluiting op de
verplichtingen, hanteert Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps in zes à acht verschillende looptijdsegmenten. De gecombineerde
waarde van de renteswaps bedroeg ultimo 2013 € 142 miljoen. Dit is € 195 miljoen minder dan ultimo 2012. De belangrijkste reden voor
de waardedaling van de renteswaps is de stijging van de langetermijnrente.
Naast het renterisico dekt Pensioenfonds Horeca & Catering ook het valutarisico van de beleggingsportefeuille strategisch af. Ongeveer
54% van de beleggingen vindt plaats in valuta anders dan de euro. Circa 60% van het valutarisico wordt afgedekt. Dit zorgt voor (korte
termijn)stabilisatie van de rendementen. Voor beleggingen in vreemde valuta waarin het fonds beperkt belegt of waarbij het afdekken van
het valutarisico praktisch zeer lastig of bijzonder kostbaar is, laat het fonds dit risico onafgedekt. Tevens wordt het valutarisico op de
beleggingen in grondstoffen niet afgedekt. De doorgaans negatieve correlatie tussen grondstoffen en de Amerikaanse dollar zorgt in
scenario’s van stress voor een stabilisatie van het rendement in euro’s. Het openlaten van een deel van het valutarisico heeft een
diversificatievoordeel ten opzichte van de euro. De gedeeltelijke afdekking betreft overigens nadrukkelijk niet de mogelijkheid om actief
valutabeleid te voeren.
Strategische beleggingsallocatie
In 2013 stond het bestuur stil bij de gevolgen van de introductie van de Ultimate Forward Rate (UFR) voor de mate en de wijze van
renteafdekking en de mogelijke aanpassingsmaatregelen die het bestuur kon nemen. Het nieuwe kader stelde het bestuur voor de keuze
tussen een marktgeoriënteerde strategie en een UFR-georiënteerde strategie. Het bestuur besloot vast te houden aan de marktrente en
geen wijzigingen door te voeren in de te hanteren rentetermijnstructuur ten behoeve van het beleid voor renteafdekking.
Pensioenfonds Horeca & Catering streeft ernaar om eens in de twee à drie jaar het beleggingsbeleid te herijken door middel van een
ALM- en een risicobudgetstudie.
Aan de hand van de ALM-studie besloot het bestuur eind 2011 om de beleggingsallocatie te handhaven op 50% zakelijke waarden, 40%
vastrentende waarden en 10% vastgoed.
Het bestuur besloot in 2012 het beleggingsbeleid tijdelijk aan te passen om het liquiditeitsrisico verder te beheersen. Door een deel van de
swaps te verkopen werd de renteafdekking teruggebracht van 75% naar 64%. Door deze verlaging van de renteafdekking stijgt het
renterisico voor het fonds. Om dit toegenomen renterisico te compenseren is de weging van zakelijke waarden verlaagd naar 46,5%, de
weging van vastgoed verlaagd naar 9% en de weging van vastrentende waarden opgehoogd naar 44,5%. Het bestuur besloot tot een
tijdelijke aanpassing in de verwachting dat een nieuw decentraal pensioenakkoord tot stand zal komen. Een dergelijk akkoord resulteert in
een nieuwe pensioenregeling met een bijpassende strategische beleggingsallocatie.
Transparant en zorgvuldig beleggingsbeleid
Evaluatie beleggingsmodel en beleggingscategorieën
In 2013 evalueerde het bestuur het beleggingsmodel. Het bestuur doet dit periodiek. Het bestuur kijkt daarbij onder meer naar de
mogelijkheden voor directe controle en aansturing, de uitvoeringskosten en de robuustheid van de uitvoeringsorganisatie en processen.
Het bestuur concludeerde dat het met het huidige model grip houdt op de beleggingen.
Het bestuur houdt de toegevoegde waarde van alle beleggingscategorieën periodiek tegen het licht. Als dat nodig is, leidt een evaluatie
tot een verdere explicitering van het beleggingsbeleid voor bepaalde beleggingscategorieën. In 2013 zijn de categorieën converteerbare
obligaties, hypotheken, grondstoffen en onroerend goed geëvalueerd. Het bestuur concludeerde dat de huidige invulling van de
beleggingscategorieën converteerbare obligaties en hypotheken aansluit bij de strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid.
En dat beide categorieën een plaats binnen de beleggingsportefeuille verdienen.
- 14 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
De toegevoegde waarde van de beleggingscategorie grondstoffen is echter de laatste jaren sterk afgenomen: de diversificatievoordelen zijn
tegenwoordig minder groot en de langjarige gemiddelde rendementen zijn sterk teruggelopen. Pensioenfonds Horeca & Catering
handhaaft vooralsnog de huidige beleggingsstrategie, maar voegt geen nieuwe middelen meer toe aan deze beleggingscategorie. Bij de
eerstvolgende risicobudgetstudie wordt nadrukkelijk stil gestaan bij de vraag of grondstoffen nog waarde toevoegen aan de
beleggingsportefeuille van het fonds of vervangen worden door andere beleggingen.
Voor vastgoed is in 2013 een strategisch beleidsplan voor de komende vijf jaar opgesteld. Het aandeel van wereldwijd beursgenoteerd
vastgoed en Nederlands direct vastgoed in de beleggingsportefeuille, blijft voor beide categorieën 4,5%. De sectorweging binnen het
Nederlands direct vastgoed wordt echter aangepast. Dit gebeurt op basis van een optimalisering over sectoren: een lagere weging voor
kantoren (van 24,5% naar 10%) en winkels (van 41% naar 40%) en een hogere weging voor woningen (van 29% naar 40%) en
bedrijfsruimten (van 5,5% naar 10%). Deze verschuiving wordt de komende jaren geleidelijk bereikt met de invulling van nieuwe
preferenties en niet door middel van actieve verkoop.
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen
In 2013 voerde het bestuur een nieuw onderzoek uit naar de wensen en standpunten van deelnemers en werkgevers ten aanzien van
Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB). Op deze wijze blijft het beleid afgestemd op de wensen en verwachtingen van de achterban.
Uit het onderzoek blijkt dat deelnemers en werkgevers MVB belangrijk vinden, maar dat dit niet ten koste van een goed pensioen mag
gaan. Thema’s waarover deelnemers en werkgevers duidelijke standpunten hebben, zijn:
• arbeidsomstandigheden (kinderarbeid);
• mensenrechten;
• corruptie en milieu;
• wapens.
Thema’s/categorieën waarover men een minder duidelijk standpunt heeft zijn tabak, alcohol en kansspelen. Investeringen in duurzame
energie worden positief gewaardeerd door deelnemers en werkgevers.
Uit het onderzoek blijkt dat deelnemers en werkgevers een voorkeur hebben voor de volgende strategieën:
• Bedrijven die zich schuldig maken aan schending van mensenrechten, wapenhandel, corruptie en kinderarbeid komen in aanmerking
voor uitsluiting.
• Bedrijven met een grote negatieve impact op milieu en bedrijven met slechte governance (slecht werkgever- of ondernemerschap) lenen zich het best voor beïnvloeding.
De centrale conclusie uit het achterbanonderzoek is dat het huidige MVB-beleid van Pensioenfonds Horeca & Catering nog altijd aansluit
op de wensen en standpunten van de achterban. Het achterbanonderzoek vormt wel aanleiding om de uitvoering van het MVB-beleid in
2014 op de volgende punten aan te scherpen:
• formulering van een eigen uitsluitingenbeleid;
• evaluatie en actualisatie van de stemrichtlijnen.
Overige wijzigingen
Het bestuur besloot in 2013 de belening van effecten stop te zetten per 1 januari 2014. De voordelen van de extra opbrengst wegen niet op
tegen de nadelen van maatschappelijke risico’s.
Ten aanzien van de externe vermogensbeheerders besloot het bestuur om in 2013 Principal Global Investors te benoemen als beheerder
van het volledige mandaat voor aandelen in opkomende markten.
Beleggingsadviescommissie
Ook in 2013 was de beleggingsadviescommissie actief betrokken bij het beleggingsbeleid. De leden van de commissie adviseerden het
bestuur onder meer over:
• de invloed van de introductie van de Ultimate Forward Rate op de strategie voor de renteafdekking;
• de strategische uitgangspunten van de verschillende beleggingscategorieën;
• de evaluatie van het beleggingsmodel;
• het MVB-beleid;
• het beleggingsplan voor 2014;
• de externe vermogensbeheerders;
• de processen ‘Selecteren, aanstellen, monitoren en ontslaan van vermogensbeheerders’ en ‘Strategische assetallocatie en herbalancering’.
De beleggingsadviescommissie was ook betrokken bij de jaarlijkse strategische conferentie van het bestuur.
- 15 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Pensioenbeheer
Toeslagverlening, communiceren en kwaliteit administratie
Het bestuur besloot per 1 januari 2014 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een toeslag te
verlenen vanuit overrendement over het boekjaar 2012. Deze toeslag bedraagt 0,75%. Actieve deelnemers krijgen ook een toeslag vanuit
de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,70% en wordt per 31 december 2013 toegekend.
Pensioenfonds Horeca & Catering scherpte in 2013 het communicatiebeleid aan. Het uitgangspunt van het aangescherpte
communicatiebeleid blijft dat alle communicatie-inspanningen van het fonds bijdragen aan mentale rust voor deelnemers en het bieden
van administratief gemak voor werkgevers. In dit kader vernieuwde het fonds PensioenCafe.nl en werd het werkgeversportaal GRIP
gelanceerd.
In 2013 verrichtte Pensioenfonds Horeca & Catering een eigen onderzoek naar de kwaliteit van de pensioenadministratie. Hierbij keek het
fonds met name naar de herleidbaarheid van pensioenaanspraken. Ook vond een interne analyse plaats van de volledigheid van de
pensioenadministratie. Hieruit kwamen geen bijzonderheden aan het licht.
Premie en toeslag
Kostendekkendheid premie
Het bestuur stelde de premie voor 2012 tot en met 2016 vast op 16,8% van de pensioengrondslag. De premie die over 2013 nodig was voor
de inkoop van pensioen, de uitvoeringskosten, het vereist eigen vermogen en de inkoop van onvoorwaardelijke toeslagverlening voor
actieve deelnemers was lager dan 16,8%. Daarmee is de feitelijke premie voor 2013 kostendekkend. Het fonds voldoet hiermee aan de eis
die in de Pensioenwet is opgenomen.
Toeslag van 0,70% uit premieopslag voor actieve deelnemers
Het bestuur stelde de toeslag vanuit de opslag in de premie vast op 0,70% per 31 december 2013. Deze verhoging geldt voor de
opgebouwde aanspraken van deelnemers die gedurende het boekjaar actief waren. De doorsneepremie bevat een opslag van 0,9
procentpunt voor de jaarlijkse onvoorwaardelijke toeslagverlening over de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers. Er is geen
geld gereserveerd voor toekomstige jaren. Het bestuur stelt jaarlijks de hoogte van de toeslag vast.
Toeslag van 0,75% uit overrendement voor alle deelnemers
Het bestuur besloot in 2013 tot toekenning van toeslag uit overrendement. De toeslag vanuit het overrendement over het boekjaar 2012
bedraagt 0,75% per 1 januari 2014. Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers, gewezen deelnemers
en de uitkeringen van pensioengerechtigden. De financiële positie van het fonds, de mate van herstel en de situatie op de financiële
markten leidden tot dit besluit. Voor dergelijke voorwaardelijke, toekomstige toeslagen wordt niet doelgericht geld gereserveerd. Het
bestuur beoordeelt jaarlijks aan de hand van de jaarrekening of toeslagverlening mogelijk is per 1 januari van het jaar volgend op de
vaststelling van de jaarrekening.
Pensioenfonds Horeca & Catering hield in het herstelplan rekening met toeslagverlening in een situatie van reservetekort. Het bestuur
formuleerde daarvoor in 2009 voorwaarden. Voor toeslagverlening uit overrendement moet het vermogen groter zijn dan het minimaal
vereist eigen vermogen. Verder moet het herstel voorlopen op het uitgezette herstelpad. Daarnaast moet sprake zijn van inflatie. De
voorwaardelijke toeslag wordt alleen verleend als sprake is van robuust herstel. Eind 2013 werd aan deze voorwaarden voldaan.
Geen terugstortingen in de jaren 90 vorige eeuw
De pers en de politiek besteedden veel aandacht aan het terugstorten van de pensioenpremie aan werkgevers in de jaren 90 van de vorige
eeuw. Bij Pensioenfonds Horeca & Catering is geen sprake geweest van het terugstorten van pensioenpremie. Een verzoek van het
verantwoordingsorgaan van het fonds naar de gang van zaken in de jaren 90 van de vorige eeuw is dan ook niet aan de orde geweest.
Pensioenregeling aangepast
Het bestuur paste in 2013 de pensioenregeling van het fonds aan. Twee wetswijzigingen en het Convenant arbeidsongeschiktheid
vormden hiervoor de aanleiding.
De eerste wetswijziging betreft de verhoging van de AOW-ingangsdatum voor in 1949 geboren (gewezen) deelnemers. Voor deze
(gewezen) deelnemers schuift de AOW-ingangsdatum met twee of drie maanden op. Het bestuur besloot om in 1949 geboren (gewezen)
deelnemers de mogelijkheid te bieden om hun pensioeningangsdatum te laten aansluiten op de AOW-ingangsdatum. Hierbij gaat de
pensioenopbouw van actieve deelnemers door tot de AOW-ingangsdatum en stopt de opbouw niet op de reglementaire
pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar.
- 16 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
De tweede wetswijziging betreft de aanpassing van het Witteveenkader per 1 januari 2014. De fiscale pensioenrichtleeftijd wordt hierdoor
verhoogd van 65 naar 67 jaar. Daarnaast worden de maximum opbouwpercentages voor middelloonregelingen en eindloonregelingen
verlaagd. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een middelloonregeling en gaat uit van een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar. Verder
hanteert het fonds de laagst mogelijke franchise.
In oktober 2013 maakte de Belastingdienst de staffels voor de maximale opbouw bekend. Voor de regeling van het fonds is het maximum
opbouwpercentage vanaf 1 januari 2014 1,67%. Deze verlaging heeft gevolgen voor de maximum opbouwpercentages in de aanvullende
pensioenregelingen van het fonds. In de basispensioenregeling wordt standaard 1,50% ouderdomspensioen opgebouwd. Dit betekent dat in
de aanvullende ouderdomspensioenregelingen nog ruimte is voor een extra pensioenopbouw van 0,17%. Dit maximum opbouwpercentage
geldt zowel voor de individuele aanvullende pensioenregelingen als voor de collectieve aanvullende pensioenregelingen.
Convenant arbeidsongeschiktheid
In januari 2013 ondertekenden het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie het Convenant arbeidsongeschiktheid. Dit
convenant gaat in op het arbeidsongeschiktheidspensioen en de voortzetting van de deelneming bij arbeidsongeschiktheid. Het convenant
sluit aan bij de wens van de wetgever om werken zoveel mogelijk te ondersteunen. En arbeidsvoorwaardelijke belemmeringen waar
mogelijk weg te nemen.
Het bestuur besloot het beleid rondom premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid in lijn te brengen met het convenant. Het bestuur
scherpte het bepalen van de pensioengrondslag voor een arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer aan. Bij vermeerderde
arbeidsongeschiktheid wordt de voortzettingsgrondslag gebaseerd op de pensioengrondslag in het jaar voorafgaand aan de volledige en
duurzame arbeidsongeschiktheid. Daarbij wordt het feitelijke uitkeringspercentage in aanmerking genomen.
Onderzoek deelnemersbestand
In 2013 onderzocht Pensioenfonds Horeca & Catering de samenstelling van het deelnemersbestand en de ontwikkeling daarvan. Het fonds
voert een dergelijk onderzoek periodiek uit. Het onderzoek in 2013 betrof het deelnemersbestand in de jaren 2010, 2011 en 2012. Daarmee
sloot dit deelnemersonderzoek aan op het in 2010 uitgevoerde onderzoek over de jaren 2007, 2008 en 2009.
Het fonds onderzocht onder andere ontwikkelingen in:
• de leeftijdsopbouw;
• pensioengevend salaris;
• de duur van de deelneming;
• de instroom-, uitstroom- en herintredingskansen in de bedrijfstakken.
Doel van het onderzoek is inzicht krijgen in de samenstelling van het deelnemersbestand van het fonds. Dit inzicht kan gebruikt worden om
vast te stellen of de pensioenregeling aansluit bij de doelgroep.
Uitkomsten onderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat veel van de onderzochte onderwerpen vrijwel dezelfde uitkomst kennen als in het onderzoek uit 2010. Zo is en
blijft het (actieve) deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering relatief jong. Dit komt door een jaarlijkse grote instroom van
nieuwe, jonge werknemers. Uit het deelnemersonderzoek blijkt verder dat het gemiddelde niveau van het pensioengevend salaris van jaar
tot jaar vrijwel gelijk bleef. Het gemiddelde (ongemaximeerde) pensioengevend salaris ligt ruim onder het in de pensioenregeling
gehanteerde maximum. Dit betekent dat de hoogte van het maximum salaris past bij de bedrijfstakken.
Het onderzoek van 2013 gaf meer dan vorige deelnemersonderzoeken inzicht in de gemiddelde duur van de deelneming en de in- en
uitstroom in de horeca- en cateringbranche. Het blijkt dat het voor deelnemers niet gebruikelijk is om hun hele werkzame leven deel te
nemen in de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Dit resulteert in veel relatief kleine pensioenaanspraken.
Met name voor actieve deelnemers geldt wel dat zij in de toekomst opnieuw kunnen deelnemen. Een deel van de deelnemers die
instromen in een jaar, heeft al eerder deelgenomen aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Rond de dertig procent
van de in 2012 ingestroomde deelnemers nam ook voor 2011 al deel aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering.
Naast de instroom is ook de uitstroom van deelnemers bepalend voor het relatief jonge deelnemersbestand. Een groot deel van de
(relatief) jonge werknemers verlaat ook op jonge leeftijd de horeca en/of contractcatering weer.
Deze grote in- en uitstroom heeft, in combinatie met de herintredingskansen, onder andere invloed op het versturen van informatie bij
start en beëindiging van de deelneming. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft bij de internetconsulatie over de nieuwe communicatie
eisen in de Pensioenwet dan ook gepleit voor maatwerk voor het versturen van informatie bij start en beëindiging van de deelneming om
te voorkomen dat deelnemers in een relatief korte periode meerdere keren start- en beëindigingsinformatie ontvangen.
- 17 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Kenmerken van deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers
Leeftijden deelnemers
Inzicht in het deelnemersbestand is belangrijk voor de (beleids)keuzes die het fonds maakt. Onderstaande grafiek toont de leeftijdsopbouw
van het gehele deelnemersbestand per 31 december 2013. Onder gepensioneerden vallen ook personen met een uitkering voor
wezenpensioen en partnerpensioen.
Leeftijdsopbouw van het hele deelnemersbestand ultimo 2013
Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de actieve deelnemers per 31 december van de jaren 2009 tot en met 2013.
Kenmerkend voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het grote aantal jonge deelnemers. De grafiek laat zien dat door instroom het aantal
jonge deelnemers blijft toenemen.
Leeftijdsverdeling actieve deelnemers ultimo 2009-2013
- 18 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de gewezen deelnemers met opgebouwde maar nog niet ingegane
pensioenaanspraken in de jaren 2009 tot en met 2013. Gewezen deelnemers worden ook wel aangeduid als ‘slapers’. De grafiek laat zien
dat veel deelnemers op jonge leeftijd weer uitstromen.
Leeftijdsverdeling gewezen deelnemers 2009-2013
Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de pensioengerechtigden in de jaren 2009 tot en met 2013. De grafiek laat een sterke
toename in de leeftijdscategorie van 65 tot 70 jaar zien. Dit is een gevolg van de toename van het aantal (gewezen) deelnemers dat de
pensioengerechtigde leeftijd bereikt.
Leeftijdsverdeling pensioengerechtigden 2009-2013
- 19 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Opgebouwd ouderdomspensioen
Onderstaande grafiek toont het gemiddelde opgebouwde ouderdomspensioen van actieve en gewezen deelnemers in de jaren 2009 tot en
met 2013. De grafiek laat zien dat actieve deelnemers door de jaren heen steeds meer pensioen opbouwen. Het gemiddelde opgebouwde
pensioen van gewezen deelnemers met premievrije aanspraken blijft in deze jaren vrijwel gelijk.
Gemiddeld opgebouwd ouderdomspensioen in de jaren 2009-2013
- 20 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Totale pensioenuitkeringen
Onderstaande grafiek toont het totale volume aan pensioenuitkeringen in de jaren 2009 tot en met 2013. De grafiek laat zien dat de totale
uitkering van ingegane ouderdomspensioenen toeneemt. Dit sluit aan bij de grafiek over de leeftijdsverdeling van pensioengerechtigden
over 2009-2013, waarin de toename van het aantal pensioengerechtigden tot uitdrukking komt. De uitkeringen van vroegpensioen,
WAO-gat en WAO-aanvullingen nemen af. Dit komt doordat deze regelingen worden afgewikkeld. De eenmalige uitkeringen nemen toe.
Eenmalige uitkeringen betreffen afkoop van kleine pensioenen. Een oorzaak voor de toename is de lage rentestand. Door die lage
rentestand is de afkoopwaarde van een klein pensioen vanaf 2011 hoger dan in voorgaande jaren, waarin de rentestand substantieel hoger
was. Het aantal eenmalige uitkeringen neemt ook toe omdat meer mensen de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Deze trend zal de
komende jaren doorzetten.
Uitkeringsvolume in de jaren 2009-2013
- 21 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Onderstaande grafiek toont per pensioenvorm de gemiddelde pensioenuitkering in de jaren 2009 tot en met 2013. De grafiek toont dat het
gemiddelde ouderdomspensioen door de jaren heen licht stijgt. Het gemiddelde ingegane vroegpensioen stijgt evenwel aanzienlijk. Dit is
een gevolg van uitstel van vroegpensioen. Bij een jaar uitstel van een vroegpensioenuitkering, neemt het jaarbedrag met ruwweg 1/3 toe.
Gemiddelde uitkering per pensioenvorm in de jaren 2009-2013
Premies werkgevers
Onderstaande grafieken geven het gemiddelde verloop van de premie in de horeca en catering over 2013 en 2012 weer. Werkgevers dragen
de premie af per maand (twaalf loontijdvakken) of per vier weken (dertien loontijdvakken). Loontijdvak dertien is in de tabel opgenomen in
de maand december. Uit de grafieken blijkt dat het premieverloop over de afgelopen twee jaar in beide sectoren stabiel is.
Gemiddeld premieverloop horeca en catering in 2013
- 22 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Gemiddelde premieverloop horeca en catering in 2012
Onderstaande grafieken geven het aantal werkgevers in de horeca en contractcatering weer verdeeld naar premievolume over de jaren
2012 en 2013. Een groot deel van de aangesloten werkgevers in beide sectoren heeft een premievolume tussen € 0 en € 1.000. Dit zijn vaak
kleine werkgevers (minder dan tien werknemers in dienst). De catering kent een aantal grote werkgevers (meer dan 250 werknemers in
dienst) met een groot premievolume.
Aantal werkgevers catering verdeeld naar premievolume 2012-2013
- 23 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Aantal werkgevers horeca verdeeld naar premievolume 2012-2013
Communicatiebeleid aangescherpt
Het bestuur besloot in 2013 het communicatiebeleid aan te scherpen. Om de communicatie-inspanningen verder te structuren, te
concretiseren én meetbaar te maken, stelde het bestuur het ‘Integraal communicatiebeleid 2013-2015’ vast. Ook benoemde het bestuur de
onderliggende tactische communicatieplannen.
Deze nieuwe, integrale aanpak houdt het strategisch communicatiebeleid compact en overzichtelijk. Daarnaast borgt het dat de tactische,
uitvoerende communicatieplannen eenvoudiger periodiek kunnen worden aangepast. Ook zijn in het integrale communicatiebeleid de
ambitie, missie en de kernwaarden van Pensioenfonds Horeca & Catering geherformuleerd. Deze zijn daarbij niet wezenlijk veranderd,
maar de bewoording is aangescherpt zodat ze beter kunnen dienen als toets voor alle communicatie.
Het uitgangspunt van het aangescherpte communicatiebeleid blijft dat alle communicatie-inspanningen van het fonds bijdragen aan
mentale rust voor deelnemers en het bieden van administratief gemak aan werkgevers (ontzorgen). Dat blijft het fonds doen door
informatie waar mogelijk gelaagd aan te bieden.
PensioenCafe.nl geheel vernieuwd
In 2013 lanceerde Pensioenfonds Horeca & Catering een nieuwe versie van PensioenCafe.nl. PensioenCafe.nl blijft het online café van
Pensioenfonds Horeca & Catering waarin deelnemers op een onderscheidende, heldere manier uitleg krijgen over hun pensioen. Maar het
vernieuwde PensioenCafe.nl is levendiger en interactiever. De bezoeker vindt er meer informatie, gegoten in meer verschillende vormen:
tekst, video’s en infographics. Die informatie krijgt hij in het online café in klare taal, van opvallende bargasten. Het fonds probeert daarbij
aan te sluiten bij het leven en de belevingswereld van de deelnemer.
Deelname aan pilot Pensioen 1-2-3
Op verzoek van de Pensioenfederatie deed Pensioenfonds Horeca & Catering in 2013 mee aan de pilot ‘Pensioen 1-2-3’. Dit is een initiatief
van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars. Pensioen 1-2-3 is bedoeld als een nieuw, gezamenlijk communicatiemiddel voor
nieuwe, bestaande en potentiële deelnemers aan een pensioenregeling. Het initiatief sluit aan bij de wens van Pensioenfonds Horeca &
Catering om pensioeninformatie gelaagd aan te bieden.
Uit de pilot bleek dat deelnemers een voorkeur hebben voor Pensioen 1-2-3 boven de bestaande startbrief. Voor het fonds was de pilot een
mogelijkheid om te testen hoe het deelnemers duidelijker kan informeren over pensioen. In 2014 zal Pensioenfonds Horeca & Catering
beoordelen op welke wijze een vervolg kan worden gegeven aan het gelaagd aanbieden van pensioeninformatie. Hierbij houdt het fonds
de ontwikkelingen rondom de wettelijke informatievoorschriften in het oog.
- 24 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Ontwikkeling kwaliteit administratie
Voortgang onderzoek Quinto-P
Pensioenfonds Horeca & Catering onderzocht in 2013 op eigen initiatief de kwaliteit van de pensioenadministratie. Het eigen onderzoek
volgde op de uitkomsten van het onderzoek naar de kwaliteit van de pensioenadministraties dat de Nederlandsche Bank in 2012 bij een
aantal pensioenfondsen uitvoerde (Quinto-P).
In samenwerking met Ernst & Young heeft het fonds mogelijke risicogebieden geïdentificeerd. Uit het onderzoek en de benoemde
risicogebieden kwamen geen bijzondere bevindingen naar voren die een negatieve invloed hebben op de pensioenadministratie.
Het fonds voerde ook een steekproef uit. Hierbij zijn de geadministreerde pensioenaanspraken op basis van de aanwezige brongegevens
handmatig nagerekend. De steekproef betreft een nulmeting. Het is een brede scan op de kwaliteit van de pensioenadministratie om
(potentieel) zwakke punten in beeld te brengen.
Voor de herleidbaarheid van de aanspraken van de deelnemers volgden uit de steekproef geen bevindingen die tot onmiddellijke actie
leidden. In 2014 worden steekproefsgewijs zogenoemde cross checks uitgevoerd op bepaalde waarheidsmomenten, zoals de
ingangsdatum van het ouderdomspensioen en de overdrachtsdatum bij een waardeoverdracht.
Efficiëntie binnen de deelnemersadministratie vergroot
Pensioenfonds Horeca & Catering verbeterde in 2013 verschillende administratieve processen. Zo werd het proces Toekennen
ouderdomspensioen efficiënter gemaakt. Dit gebeurde door een nieuw proces met vaste werkafspraken toe te voegen aan de
deelnemersadministratie. Daarnaast voerde het fonds een nieuwe werkwijze in waarbij in teamverband dossiers worden verwerkt.
De nieuwe werkwijze leidt tot meer efficiëntie en is minder foutgevoelig.
Tot midden jaren negentig registreerde het fonds pensioenaanspraken van een deelnemer op basis van een registratienummer. Dat was
een tiencijferig nummer, met daarin onder meer de geboortedatum van de deelnemer. Bij elk registratienummer hoorde ook een
achternaam. Bij de invoering van het sofinummer (de voorganger van het Burgerservicenummer) koppelde Pensioenfonds Horeca &
Catering de registratienummers zo veel mogelijk aan een sofinummer. Dat bleek niet in alle gevallen mogelijk. In 2013 vervolgde het fonds
de inspanningen om in de deelnemersadministratie niet-gekoppelde registratienummers alsnog te koppelen aan een
Burgerservicenummer (BSN).
In 2013 kon Pensioenfonds Horeca & Catering bij ruim zestig procent van de onderzochte, niet-gekoppelde registratienummers een BSN
achterhalen. Voor 2014 blijft het koppelen van registratienummers aan een BSN een belangrijke activiteit om op die manier de
geregistreerde pensioenaanspraken bij de (rechtmatige) deelnemer te krijgen.
Administratief gemak werkgevers
In 2013 analyseerde Pensioenfonds Horeca & Catering het interne proces dat zorgt voor de volledigheid van de werkgevers- en
deelnemersadministratie. Hieruit bleek dat de volledigheid van de pensioenadministratie op orde is. In de pensioenadministratie worden
alle werkgevers en werknemers opgenomen die vallen onder de werkingssfeer van de verplichtstelling van het fonds. Omdat de
werkingssfeer in grote lijnen aansluit bij de sectorindeling van de Belastingdienst en UWV, kan Pensioenfonds Horeca & Catering gebruik
maken van de werkgevers- en dienstverbandgegevens uit de loonaangifteketen.
Een belangrijk voordeel daarvan is dat alle gegevens van bestaande en nieuwe werkgevers in de sectoren horeca en contractcatering
automatisch worden doorgeleverd. Dit vereenvoudigt de handhaving van de verplichtstelling aanzienlijk. Een bijkomend voordeel voor de
werkgevers is dat zij niet apart hun loongegevens aan het fonds hoeven te leveren. Dit betekent administratief gemak voor de werkgever.
Pensioenfonds Horeca & Catering verrijkt de gegevens uit de loonaangifteketen met gegevens van andere publieke bronnen, zoals het
Handelsregister bij de Kamer van Koophandel en de gemeentelijke basisadministratie. De betrouwbaarheid van de gegevensleveranciers is
goed en dit zorgt ervoor dat het fonds de pensioenadministratie op een efficiënte wijze kan voeren, tegen lage kosten.
Het bestuur besteedde in 2013 ook aandacht aan ontwikkelingen in de sectoren horeca en contractcatering die gevolgen kunnen hebben
voor het werkgevers- en deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering. Ontwikkelingen zoals de flexibilisering van arbeid,
branchevervaging en groei of krimp in de sectoren zijn trends die het fonds blijft volgen.
Werkgeversportaal GRIP
Het fonds lanceerde in 2013 het werkgeversportaal ‘GRIP’. Met GRIP wil Pensioenfonds Horeca & Catering werkgevers administratief
gemak bieden. Zij vinden in GRIP op één plek en op elk gewenst moment, de informatie die zij nodig hebben voor hun
pensioenadministratie. Zo kunnen werkgevers zien welke werknemers pensioen bij het fonds opbouwen en wat de hoogte is van de
werkelijk te betalen premie en de al betaalde premie.
- 25 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Werkgevers kunnen bovendien belangrijke zaken direct zelf online regelen. Ook kunnen ze in GRIP hun betalingen zien. In 2013 hadden
nog niet alle aangesloten werkgevers toegang tot GRIP. In 2014 gaat het fonds verder met het aansluiten van werkgevers op GRIP.
Daarnaast werkt Pensioenfonds Horeca & Catering aan een verdere uitbreiding van de functionaliteiten van GRIP.
SEPA-proof
Pensioenfonds Horeca & Catering voldeed in 2013 volledig aan de verordening voor de Single Euro Payments Area (SEPA) en is daarmee
SEPA-proof. SEPA voorziet in een harmonisatie van het eurobetalingsverkeer binnen Europa. Hiertoe zijn nieuwe standaarden
geïntroduceerd voor de bankrekeningnummers, de girale betalingen en de incasso’s.
De doelstelling van het fonds was om op 1 juli 2013 de (geautomatiseerde) systemen, de administratieve organisatie en de
bedrijfsprocessen aangepast te hebben aan de SEPA-verordening. De uitbetalingen aan uitkeringsgerechtigden worden vanaf juni 2013 in
SEPA-formaat uitgevoerd. Voor de SEPA-incasso’s gebeurt dit vanaf augustus 2013.
Uitvoeringskosten
Pensioenfonds Horeca & Catering vindt lage uitvoeringskosten belangrijk. Het fonds voert daarom de pensioenadministratie zo efficiënt
mogelijk uit. Doordat het fonds de pensioenregeling uitvoert voor een grote groep deelnemers levert dit door de schaalgrootte lagere
uitvoeringskosten per deelnemer op. Het fonds heeft daarnaast geen winstoogmerk. Dat betekent dat het fonds alle premies en
beleggingsopbrengsten, na aftrek van de uitvoeringskosten, direct aan pensioen kan besteden.
Pensioenfonds Horeca & Catering wil de uitvoeringskosten presenteren volgens de Aanbevelingen Uitvoeringskosten 2011, de Nadere
uitwerking kosten vermogensbeheer 2012 en de Aanbevelingen Uitvoeringskosten 2013, die zijn opgesteld door de Pensioenfederatie. Het
fonds kon hieraan over 2011 nog niet geheel voldoen omdat niet alle informatie beschikbaar was. In 2012 en 2013 voerde het fonds
daarom een strikt beleid om de uitvoeringskosten inzichtelijker te maken. Zo sprak het fonds met de externe vermogensbeheerders af dat
zij vanaf 2012 alle vermogensbeheerkosten aanleveren volgens de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. In 2013 sprak het fonds met
de externe vermogensbeheerders af dat zij over de eerste helft van 2013 en over heel 2013 alle vermogensbeheerkosten aanleveren
volgens de in 2013 geactualiseerde aanbevelingen van de Pensioenfederatie.
Uitsplitsing van uitvoeringskosten
De totale pensioenuitvoeringskosten van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2013 bedragen € 44,9 miljoen (2012: € 43,1 miljoen). De
onderstaande tabel geeft een specificatie van deze kosten weer.
Overzicht pensioenuitvoeringskosten 2013 versus 2012
De totale pensioenuitvoeringskosten bestaan uit drie kostensoorten:
• De kosten pensioenbeheer, hieronder vallen de kosten voor de (pensioen)administratie van en communicatie met deelnemers en
werkgevers, inclusief het deel van de bestuurskosten dat is toe te rekenen aan pensioenbeheer.
• De kosten van pensioenbeheer zijn € 60 per deelnemer (2012: € 60). Het aantal deelnemers is de som van het aantal actieve deelnemers
en gepensioneerden aan het eind van het jaar.
• De beheerkosten vermogensbeheer, deze kosten betreffen met name de kosten van externe vermogensbeheerders en het deel van de
uitvoerings- en bestuurskosten dat is toe te rekenen aan vermogensbeheer.
• De transactiekosten vermogensbeheer. Transactiekosten zijn direct gerelateerd aan de totstandkoming van beleggingstransacties.
Door deze opsplitsing in kostensoorten, waarbij de bijbehorende kosten zijn vastgesteld volgens de aanbevelingen van de
Pensioenfederatie, zijn de pensioenuitvoeringskosten van pensioenfondsen te vergelijken. Het fonds neemt reeds sinds boekjaar 2004
periodiek deel aan het wereldwijde onderzoek van Cost Effectiveness Measurement (CEM) om op deze wijze de uitvoeringskosten te
kunnen vergelijken met andere pensioenfondsen.
- 26 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Onderstaand overzicht toont de kosten pensioenbeheer per deelnemer van de afgelopen vijf jaar, vergeleken met de gemiddelde score van
de CEM-vergelijkingsgroep. De CEM-vergelijkingsgroep in deze tabel bestaat uit zeven Nederlandse pensioenfondsen die van 2008 tot en
met 2011 jaarlijks deelnamen.
Overzicht kosten pensioenbeheer per deelnemer in euro ten opzichte van CEM-vergelijkingsgroep
De beheerkosten vermogensbeheer als percentage van het gemiddeld belegd vermogen van de afgelopen vijf jaar is in onderstaand
overzicht weergegeven en vergeleken met:
• het gemiddelde van de CEM-vergelijkingsgroep (die in 2012 uit 28 Nederlandse pensioenfondsen bestaat);
• een specifieke CEM-benchmark voor Pensioenfonds Horeca en Catering. In deze specifieke CEM-benchmark houdt CEM rekening met de
omvang en samenstelling van het belegd vermogen. Dit zijn belangrijke factoren voor de totale kosten van vermogensbeheer.
Overzicht beheerkosten vermogensbeheer als percentage gemiddeld belegd vermogen
CEM heeft (nog) geen benchmark voor transactiekosten beschikbaar.
Kosten vermogensbeheer toegelicht
De totale kosten van het vermogensbeheer, bestaande uit beheerkosten en transactiekosten, bedroegen € 27,7 miljoen in 2013.
Dit is 0,52% van het gemiddeld belegd vermogen. De onderstaande tabel geeft een specificatie van deze kosten weer.
Kosten vermogensbeheer als percentage beheerd vermogen 2013 versus 2012
- 27 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Directe beheerkosten
Pensioenfonds Horeca & Catering laat het belegd vermogen beheren door externe vermogensbeheerders. De directe beheerkosten
bevatten alle kosten van deze externe beheerders. Dit betreft hoofdzakelijk de beheervergoeding van de externe beheerders (inclusief
onderliggende fondsen) en prestatievergoedingen (alleen bij private equity).
Onder de totale kosten van vermogensbeheer vallen ook indirecte kosten, zoals uitvoerings- en bestuurskosten. Zo selecteert en monitort
Pensioenfonds Horeca & Catering de externe vermogensbeheerders; deze taak wordt ook wel fiduciair beheer genoemd. Ook een deel van
de kosten van bijvoorbeeld het bestuur en de beleggingsadviescommissie is toe te rekenen aan het vermogensbeheer.
Onderstaande tabel geeft per beleggingscategorie een overzicht van de directe beheerkosten en transactiekosten. De directe beheerkosten
van het vermogensbeheer zijn niet separaat te beoordelen en moeten onder andere worden geplaatst in de context van de onderstaande
twee factoren:
• Voor beleggingen met een gunstige combinatie van risico en rendement kan een hoger kostenniveau aanvaardbaar zijn. Pensioenfonds
Horeca & Catering maakt deze afweging op basis van de ALM-studie. In deze studie bepaalt het bestuur de gewenste beleggingsmix op
basis van de financiële positie van het fonds en de verhouding tussen rendement en risico van elke beleggingscategorie.
• De mate van actief of passief beheer beïnvloedt de omvang van de kosten. Actief beheer brengt hogere kosten met zich mee dan passief
beheer. Hiertegenover staat bij actief beheer een hoger verwacht rendement.
Directe beheerkosten, transactiekosten en netto rendement 2013
Directe beheerkosten, transactiekosten en netto rendement 2012
- 28 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Uit de tabel volgt dat de directe beheerkosten van private equity relatief hoog zijn in verhouding tot de directe beheerkosten van de
overige beleggingscategorieën. Daar tegenover staat echter een relatief hoge positieve bijdrage aan de doelstellingen van het
beleggingsbeleid van het fonds. De volgende factoren beïnvloeden het kostenniveau van private equity:
• Bij private equity wordt de vergoeding gebaseerd op de toezeggingen (commitments) in plaats van daadwerkelijk belegd vermogen.
Daarnaast zijn de kosten in de opstartfase van een private equity-programma relatief hoog.
• Pensioenfonds Horeca & Catering belegt in private equity door middel van een aantal extern beheerde fund-of-funds. Deze fondsen
beleggen onderliggend in verschillende private equity-fondsen. De directe beheerkosten bevatten ook de beheervergoedingen van de
onderliggende private equity-fondsen.
• Bij private equity-fondsen wordt gewerkt met prestatievergoedingen. Deze prestatievergoedingen van zowel de fund-of-funds als de
onderliggende private equity-fondsen maken onderdeel uit van de directe beheerkosten.
• De transactiekosten van private equity over 2012 bevatten opstartkosten van een nieuw mandaat.
Uitsplitsing vermogensbeheerkosten in berekende kosten en in rekening gebrachte kosten
De totale kosten vermogensbeheer van € 27,7 miljoen bestaan uit in rekening gebrachte kosten en berekende kosten.
De in rekening gebrachte kosten bedragen € 19,3 miljoen en bestaan uit:
• betaalde facturen van externe vermogensbeheerders;
• betaalde transactiekosten;
• betaalde interne uitvoeringskosten;
• ingehouden beheersvergoedingen;
• kosten uit beleggingsfondsen waarbij een accountantsverklaring is ontvangen.
De berekende kosten bedragen € 8,4 miljoen en zijn berekend op basis van de Nadere Uitwerking kosten vermogensbeheer 2013 van de
Pensioenfederatie of gebaseerd op opgaves van de externe vermogensbeheerders. Deze berekende kosten bestaan uit:
• berekende beheerskosten voor een bedrag van € 5,0 miljoen. Dit zijn kosten uit beleggingsfondsen waarvoor nog geen
accountantsverklaring is ontvangen;
• berekende transactiekosten voor een bedrag van € 3,4 miljoen. Voor transactiekosten geldt in het algemeen dat zij voor een groot deel
zijn verwerkt in de transactieprijs. Daarom is een berekening noodzakelijk.
- 29 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Risicobeleid
Identificeren en beheersen van risico’s
Voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het identificeren en beheersen van risico’s belangrijk. Het fonds keert namelijk niet alleen op
dit moment pensioenen uit, maar moet dit ook in de toekomst doen. Pensioenfonds Horeca & Catering legde risico’s vast in het
risicoraamwerk. Daarbij benoemde het fonds ook de gevolgen van de risico’s en de kans dat risico’s optreden. Daarnaast beschreef het
fonds de maatregelen die het kan nemen om de risico’s te beheersen.
Deze risico’s - en met name de gevolgen daarvan, de kans dat ze optreden en de beheersmaatregelen daartegen - blijven niet altijd gelijk.
Het bestuur heeft oog voor deze bewegingen en evalueert om die reden periodiek het risicomanagement. In 2013 besteedde het bestuur
daarnaast aandacht aan de evaluatie van de risicomanagementfunctie en herijkte het de risico’s.
In 2013 identificeerde het bestuur een aantal bepalende risico’s. Deze risico’s kunnen de ambities van het fonds in gevaar brengen. Het
bestuur achtte het noodzakelijk voor een robuust risicomanagement om focus aan te brengen binnen een raamwerk van 34 risico’s.
Evaluatie risicomanagement
In 2013 evalueerde het bestuur, conform de geformuleerde beleidscyclus rondom integraal risicomanagement, de strategische
risicoanalyse op actualiteit en volledigheid. Hierbij maakte het bestuur ook gebruik van de door de Nederlandsche Bank in het kader van
haar toezichtaanpak FOCUS! opgestelde risicoanalyse van het fonds en van de risico-inschatting van de externe accountant.
Het bestuur besloot het risicoraamwerk uit te breiden met de opname van het beheersingskader van key controls, zoals dit binnen de
uitvoeringsorganisatie is geïmplementeerd. Met behulp van dit beheersingskader wordt in het risicoraamwerk een verbinding gelegd
tussen de strategische risico’s die het bestuur onderkent en de dagelijkse handelswijze die vanuit de uitvoeringsorganisatie wordt
verzorgd. Verder voegde het bestuur het risicodashboard aan het risicoraamwerk toe. Daarmee monitort de uitvoeringsorganisatie de
ontwikkeling of het ontstaan van (financiële) risico’s op mandaat- en portefeuilleniveau van de beleggingen.
Evaluatie risicomanagementfunctie
Het bestuur evalueerde in 2013 de risicomanagementfunctie. Pensioenfonds Horeca & Catering richt het risicomanagementmodel op een
integrale verantwoordelijkheid op elk niveau; van medewerker tot bestuur. Het betreft een samenspel van personen die gezamenlijk hun
rol binnen het risicomanagement invullen.
De (formele) risicomanager coördineert de beleidscyclus. Ook beoordeelt de risicomanager of risico’s (tijdig en voor zover mogelijk volledig)
worden onderkend in beleid en de uitvoering daarvan. Het bestuur constateerde dat het risicoraamwerk staat en de beleidscyclus werkt.
De organisatie van het risicomanagement is hiermee volgens het bestuur passend bij het karakter en de omvang van het fonds.
Herijken risico’s en identificeren bepalende risico’s
In 2013 herijkte het bestuur de risico’s en identificeerde het bestuur een aantal risico’s als bepalend. In totaal onderkent het bestuur 34
risico’s binnen de risicosoorten: strategisch, financieel en operationeel. Het bestuur achtte het voor de benodigde focus goed om, binnen
deze risico’s, de risico’s te benoemen die het meest bepalend (kunnen) zijn. Bepalend betekent hierbij dat de risico’s de ambitie van het
fonds in gevaar kunnen brengen. Het bestuur identificeerde een zestal risico’s als bepalend. Dit zijn:
1. Sociale partners
2. Afhankelijkheid UWV
3. Besturingsmodel
4. Renterisico
5. Marktrisico
6. Wegvallen verplichtstelling
De kans dat deze risico’s zich voordoen, de impact van deze risico’s en de actualiteit ondersteunen de classificatie als ‘bepalend’.
- 30 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Risicothema’s
Pensioenfonds Horeca & Catering onderscheidt de volgende risicothema’s:
• Strategische risico’s: Pensioenfonds Horeca & Catering ziet dit als risico’s die op voorhand niet te normeren zijn en (grote) invloed
kunnen hebben op het fonds. Deze risico’s zijn wel te kwalificeren, maar niet te kwantificeren.
• Financiële risico’s: Pensioenfonds Horeca & Catering ziet dit als risico’s die (grote) invloed kunnen hebben op het fonds. Op basis van
wet- en regelgeving en eigen normen zijn deze risico’s te normeren en te kwantificeren (Besluit financieel toetsingskader en eigen
modellen).
• Operationele risico’s: Pensioenfonds Horeca & Catering ziet dit als risico’s die invloed kunnen hebben op Pensioenfonds Horeca &
Catering. Op basis van wet- en regelgeving en eigen normen (richtlijnen uitbesteding/contractual requirements) zijn deze risico’s te
kwalificeren en (over het algemeen) te kwantificeren. Het gaat om risico’s met betrekking tot de eigen uitvoeringsorganisatie en de
uitbestede werkzaamheden.
Een uitwerking van deze thema’s, en de bijbehorende geïdentificeerde risico’s, is samengevat in zeven verschillende risicokaarten. Deze
risicokaarten bevatten een beschrijving van het risico en de context. Waar mogelijk is een inschatting van het risico gegeven. Dit gebeurt
aan de hand van de kans (laag, middel of hoog) versus de impact (laag, middel of hoog). Daarnaast besteedt elke kaart aandacht aan de
beheersing en het beleid rondom het risico en de wijze van rapportage en evaluatie. In de onderstaande figuur is deze onderverdeling
weergegeven.
Strategische risico analyse
- 31 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Risicokaarten
1. Externe omgeving
Deze kaart beschrijft het risico dat externe partijen de strategie van Pensioenfonds Horeca & Catering negatief beïnvloeden.
Pensioenfondsen verkeren in een turbulente omgeving. Het Nederlandse pensioenstelsel staat onder druk, de economische crisis drukt
zwaar op de dekkingsgraden. Deelnemers worden zich bewust van het feit dat pensioenen niet zeker zijn.
De komende jaren worden verschillende wijzigingen in de wet- en regelgeving verwacht. Op de sociale partners rust een grote druk om
(mogelijk) nieuwe keuzes te maken voor een nieuw pensioenstelsel. Pensioenfonds Horeca & Catering verkrijgt (tot op heden als enige
pensioenfonds in Nederland) de gegevens voor de werkgevers- en deelnemersadministratie uit de loonaangifteketen via UWV. Hiermee
borgt het fonds een efficiënte werkwijze.
Het bestuur volgt per kwartaal de externe ontwikkelingen en de wijze waarop zij de geïdentificeerde risicogebieden raken, door middel van de
bestuursrapportage. Relevante onderwerpen worden geagendeerd voor een bestuursvergadering of tussentijds voorgelegd aan het bestuur.
2. Bestuur
Het risico dat de slagkracht van het bestuur negatief wordt beïnvloed en de langetermijnstrategie van het fonds in gevaar komt, valt onder
de risicokaart ‘Bestuur’. Een beheerste en integere bedrijfsvoering realiseren, begint met inzicht in pensioenen en de taken en
verantwoordelijkheden van het pensioenfondsbestuur. Daarom is het essentieel dat het bestuur het eigen functioneren optimaal
organiseert. Het beleid met betrekking tot benoeming, deskundigheidsbevordering en evaluatie van het functioneren ligt vast in een apart
document.
3. Solvabiliteit pensioenfonds
Het belangrijkste risico voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het solvabiliteitsrisico. Dit is het risico dat het pensioenfonds niet beschikt
over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te dekken. De ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico wordt gemeten aan de
hand van de dekkingsgraad. Gezien het belang van de solvabiliteit worden de relevante risico’s die invloed op de solvabiliteit hebben
continu gemeten en gemonitord. Daarbij gaat het om:
• het renterisico (s1);
• het zakelijke waardenrisico (s2);
• het valutarisico (s3);
• het grondstoffenrisico (s4);
• het kredietrisico (s5);
• het verzekeringstechnisch risico (s6);
• het liquiditeitsrisico.
Pensioenfonds Horeca & Catering beheerst het solvabiliteitsrisico met het formuleren van beleid, het uitvoeren van periodieke Asset
Liability Management-studies, risicobudgetonderzoeken en continuïteitsanalyses. Het fonds kwantificeert en monitort per week, maand
en kwartaal de gevoeligheid van de technische voorzieningen en de beleggingen.
4. Deelnemers- en werkgeversbestand
De risicokaart ‘Deelnemers- en werkgeversbestand’ betreft het risico dat de deelnemers- en/of werkgeverspopulatie van Pensioenfonds
Horeca & Catering wijzigingen ondergaan met impact op de uitgangspunten die de basis vormen voor het financiële beleid. Het
deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een specifieke opbouw. Met bijvoorbeeld veel jongeren in de horeca, die
kortdurende en wisselende dienstverbanden hebben. Ook zijn er specifieke verschillen tussen deelnemers in de horeca en in de
contractcatering.
De verplichtstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering is bepalend voor het deelnemers- en werkgeversbestand. Overnames van
bedrijfsactiviteiten, wijzigingen van bedrijfsactiviteiten, fusies en faillissementen kunnen het werkgeversbestand beïnvloeden. Via de
bestuursrapportages volgt het bestuur de ontwikkelingen in het deelnemers- en werkgeversbestand. Jaarlijks stelt het fonds een intern
actuarieel rapport op. En iedere twee tot drie jaar vindt een uitgebreid deelnemersonderzoek plaats.
5. Uitvoeringsorganisatie
Het risico dat interne processen, menselijk gedrag en ICT-systemen de optimale uitvoering van de pensioenregeling en het fiduciair
vermogensbeheer verstoren, valt onder de risicokaart ‘Uitvoeringsorganisatie’. De eigen uitvoeringsorganisatie verzorgt de werkgevers-,
deelnemers- en uitkeringsadministratie. Ook ondersteunt zij het bestuur (strategisch, beleidsmatig, juridisch en secretarieel). Verder
verzorgt de uitvoeringsorganisatie de fiduciaire taak op het vlak van vermogensbeheer (beheer van het proces ‘Selecteren, aanstellen,
monitoren en ontslaan van vermogensbeheerders’).
- 32 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Door middel van een intern beheersingskader, waarin risico’s en beheersmaatregelen zijn geïdentificeerd en periodiek worden getoetst,
beheerst Pensioenfonds Horeca & Catering dit risico. Jaarlijks legt de uitvoeringsorganisatie verantwoording af aan het bestuur via het
‘in control statement’. De bestuursrapportage geeft ieder kwartaal inzicht in (de ontwikkelingen van) de uitvoering.
6. Communicatie met deelnemers
Deze risicokaart betreft het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering niet in staat is de deelnemers tijdig en adequaat te informeren. Het
deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering bevat veel jongeren die in de horeca werken met kortdurende en wisselende
dienstverbanden. Deelnemers zijn weinig pensioenbewust.
De wetgever verplicht pensioenfondsen via de Pensioenwet om uitgebreid en tijdig informatie te verstrekken. De aansluiting van
Pensioenfonds Horeca & Catering op de loonaangifteketen (via de polisadministratie van UWV) brengt met zich mee dat het fonds niet
altijd kan voldoen aan de tijdigheid die de wetgever voorschrijft.
Daarnaast is het de vraag of de kosten van de vereiste communicatiemiddelen in relatie staan tot de pensioenopbouw en kenmerken van
de (passerende) deelnemers. Verdere doelgroepsegmentaties, campagnes en lobbyen voor aanpassing van de Pensioenwet, of uitbreiding
van de functionaliteiten van het Pensioenregister, zijn maatregelen om dit risico te beheersen.
7. Uitbesteding
Het risico dat de partners waarmee een overeenkomst is aangegaan de afspraken niet correct uitvoeren, waardoor geen sprake meer is van
een beheerste en integere bedrijfsvoering, maakt onderdeel uit van de risicokaart ‘Uitbesteding’. Uitbesteding is het op structurele basis laten
uitvoeren van werkzaamheden, waaronder processen of delen van processen, door onafhankelijke derden.
Bij uitbesteding blijft het fonds zelf verantwoordelijk voor de beheersing van de bedrijfsprocessen. Daarom is het cruciaal om de uitvoering
van de uitbestede taken te beoordelen. Daarvoor zijn toereikende procedures, maatregelen en deskundigheid nodig.
De vermogensbeheerders, beleggingsadministrateur en bewaarnemers, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders en IT-servicebureau’s
werken op basis van volmachten, mandateringen, Service Level Agreements en andere bevoegdheden. Deze liggen vast in overeenkomsten
van opdracht. Door het continu monitoren van de prestaties en periodieke gesprekken, vindt constante evaluatie van de uitbesteding plaats.
Financieel crisisplan aangepast
In 2013 stelde het bestuur wijzigingen vast in het financieel crisisplan. Het financieel crisisplan werd begin 2012 voor het eerst opgesteld. In
het plan staan maatregelen die het fonds bij een financiële crisis kan nemen. In 2012 voerde de Nederlandsche Bank met de Autoriteit
Financiële Markten een sectorbreed onderzoek uit naar de kwaliteit van de financiële crisisplannen. De toezichthouders keken daarbij zowel
naar de aanwezigheid van verplichte onderdelen als naar de inhoud van de plannen. Eind 2012 zijn de bevindingen van het onderzoek gedeeld
met de pensioensector.
Pensioenfonds Horeca & Catering ontving geen fondsspecifieke terugkoppeling op het financieel crisisplan. De algemene conclusie uit het
onderzoek is dat de kwaliteit van de financiële crisisplannen sterk verschilt en in veel gevallen voor verbetering vatbaar is. Pensioenfonds
Horeca & Catering scherpte het financieel crisisplan op onderdelen aan naar aanleiding van het sectorbrede onderzoek. Hierbij hield het fonds
waar mogelijk ook rekening met de ‘goede voorbeelden’ die de toezichthouders aandroegen. Uiteraard is het financieel crisisplan ook
geactualiseerd.
- 33 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Goed pensioenfondsbestuur
Regels voor goed pensioenfondsbestuur
Goed pensioenfondsbestuur is een onderwerp dat de laatste jaren volop in ontwikkeling is. De complexere omgeving waarin pensioenfondsen
optreden, leidt onder andere tot een toenemende tijdsbesteding van en meer verantwoordelijkheden voor bestuursleden. Mede om die reden
heeft de wetgever de regels voor pensioenfondsbesturen, intern toezicht en medezeggenschap herzien.
De regels zijn vastgelegd in de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en treden in werking per 1 juli 2014. Deze wet geeft besturen van
pensioenfondsen de mogelijkheid om te kiezen uit een aantal bestuursmodellen. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering volgde de
ontwikkelingen aandachtig en besloot eind 2013 om het huidige paritaire bestuursmodel aan te passen.
In 2013 werd ook de Code Pensioenfondsen ontwikkeld. Deze Code vervangt per 1 januari 2014 de Principes voor goed pensioenfondsbestuur.
De Code bevat bepalingen voor het functioneren van het bestuur en de overige organen binnen een pensioenfonds. Daarnaast besteedt de
Code onder andere aandacht aan integraal risicomanagement, beloningen, diversiteit en verantwoord beleggen. De Code beoogt de
verhoudingen binnen het pensioenfonds en de communicatie met de belanghebbenden transparanter te maken. Dit moet bijdragen aan het
versterken van goed pensioenfondsbestuur.
Aanpassing van het paritaire bestuursmodel
Het bestuur besteedde in 2013 ruim aandacht aan de keuzes die moesten worden gemaakt door de introductie van de Wet versterking
bestuur pensioenfondsen. Onderling verschilden de individuele bestuursleden van mening over het nut en de noodzaak om het huidige
paritaire bestuursmodel aan te passen. Dat geldt ook voor de keuzes die konden worden gemaakt voor een geschikt en toekomstbestendig
bestuursmodel. Het bestuur werd in het besluitvormingsproces ondersteund door een externe adviseur.
In december 2013 nam het bestuur een voorgenomen besluit over het bestuursmodel per 1 juli 2014. Het voorgenomen besluit over het
bestuursmodel is voor 31 december 2013 gecommuniceerd aan de auditcommissie van Pensioenfonds Horeca & Catering (interne
toezichthouder) en de Nederlandsche Bank (externe toezichthouder).
Het bestuur vroeg het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering om een advies ten aanzien van dit voorgenomen besluit.
Ook vroeg het bestuur het verantwoordingsorgaan om advies over de samenstelling van het verantwoordingsorgaan na 1 juli 2014. Het
verantwoordingsorgaan besprak het voorgenomen besluit begin 2014. Het verantwoordingsorgaan maakte hierbij gebruik van zijn recht op
overleg met de auditcommissie en het raadplegen van een externe adviseur. Naar aanleiding van het advies van het verantwoordingsorgaan
paste het bestuur het besluit op onderdelen aan.
Per 1 juli 2014 kent Pensioenfonds Horeca & Catering de volgende inrichting:
• Paritair bestuursmodel waaraan een onafhankelijk voorzitter is toegevoegd;
• Raad van toezicht;
• Verantwoordingsorgaan met bovenwettelijke bevoegdheden;
• Beleggingsadviescommissie.
Het bestuur bestaat naast drie bestuurders voorgedragen door de vakorganisaties en vier bestuurders voorgedragen door de
werkgeversverenigingen uit één verkozen vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden en een onafhankelijk voorzitter met stemrecht.
De auditcommissie wordt omgevormd naar een raad van toezicht en bestaat uit drie onafhankelijke externe leden.
Het verantwoordingsorgaan kent naast de wettelijke bevoegdheden een aantal bovenwettelijke adviesrechten. Hierbij is aangesloten bij de
adviesrechten van het huidige verantwoordingsorgaan van het fonds waarbij overlap met taken en bevoegdheden van de raad van toezicht
wordt voorkomen. Het verantwoordingsorgaan bestaat niet alleen uit deelnemers en pensioengerechtigden, maar ook een gewezen
deelnemer en werkgevers nemen zitting in het verantwoordingsorgaan.
Code Pensioenfondsen
Het bestuur besloot in 2013 bij de implementatie van de aanpassingen van het bestuursmodel rekening te houden met de Code
Pensioenfondsen. De Code Pensioenfondsen is in 2013 ontwikkeld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid. De Code is de
opvolger van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur van de Stichting van de Arbeid uit 2005.
De Code Pensioenfondsen treedt in werking op 1 januari 2014, maar is geschreven alsof de vanaf 1 juli 2014 geldende, nieuwe
bestuursmodellen al in werking zijn getreden. De Code krijgt per 1 juli 2014 een wettelijke grondslag. De normen in de Code zijn leidend,
maar bieden het pensioenfondsbestuur ook ruimte om eigen, fondsspecifieke keuzes te maken. Via het jaarverslag over het jaar 2014
rapporteert Pensioenfonds Horeca & Catering over hoe het de normen heeft toegepast en waar het fonds is afgeweken van de Code.
- 34 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Regeling vergoedingen aangepast
In 2013 paste het bestuur de Regeling vergoedingen aan. De Regeling vergoedingen regelt de hoogte van en de werkwijze rondom de
vergoedingen die de leden van het bestuur en de andere organen van het fonds ontvangen voor hun werkzaamheden. Ook is hierin
geregeld dat de organisaties die de (plaatsvervangende) voorzitters van het fonds leveren, een vergoeding ontvangen.
Het bestuur wijzigde de Regeling vergoedingen per 1 januari 2013 op de volgende onderdelen:
• Als bestuursleden of leden van andere organen zijn gehouden om over de vergoedingen van het pensioenfonds omzetbelasting (btw) te
berekenen en te voldoen, dan kan de desbetreffende natuurlijk persoon of rechtspersoon de btw over de vergoedingen in rekening
brengen.
• De vergoeding aan de benoemende organisaties voor ondersteuning van de voorzitters wordt met vijftig procent verlaagd. Tegelijkertijd
wordt de jaarvergoeding voor de (plaatsvervangend) voorzitter verhoogd. Deze wijziging is budgetneutraal. De vergoeding voor de
(plaatsvervangend) voorzitter is reëler vastgesteld op basis van tijdbesteding.
• Toehoorders ontvangen na deelname aan een vergadering een vacatievergoeding en een vergoeding voor reiskosten.
Verder paste het bestuur in het verslagjaar de statutaire bepaling over vrijwaring aan.
Integriteitregeling nageleefd
De externe compliance officer stelde geen afwijkingen ten aanzien van de integriteitregeling vast. Alle betrokken leden van de organen en
commissies ondertekenden de Nalevingsverklaring 2013 die bij de integriteitregeling hoort.
Hiermee verklaren zij te hebben voldaan aan de gedragsregels over onder meer:
• het omgaan met vertrouwelijke informatie;
• het aanvaarden/geven van relatiegeschenken en uitnodigingen;
• het aanvaarden van nevenfuncties.
De gedragsregels zijn vastgelegd in de Integriteitregeling. Deze regeling bevat bepalingen over (potentiële) belangenconflicten,
voorwetenschap en specifieke regels voor (beperkte) insiders.
Klachten, geschillen en bezwaren
Ten opzichte van het vorige verslagjaar daalde het aantal ingediende klachten van zestien naar elf. Het merendeel van de klachten is
ingediend door deelnemers. Vorig verslagjaar was het aantal ingediende klachten door werkgevers en deelnemers nog gelijk aan elkaar.
Het is nog te vroeg om de conclusie te trekken dat werkgevers tevredener zijn geworden over de processen en werkwijzen van het fonds.
Het aantal klachten dat via de Ombudsman Pensioenen is ingediend, is in het verslagjaar nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van het
vorige verslagjaar.
Het aantal ingediende geschillen steeg daarentegen aanzienlijk. Er vond een verdubbeling plaats ten opzichte van het vorige verslagjaar. In
totaal zijn twaalf geschillen ingediend, waarvan er acht zijn afgehandeld. In vijf geschilprocedures stelde de geschillencommissie de
deelnemer in het gelijk. Dat leidde tot aanpassing van het aangevochten besluit. In twee procedures besloot de geschillencommissie het
oorspronkelijke besluit te handhaven. De reden van de toename van het aantal geschillen is niet bekend. De onderwerpen waarover een
geschil werd ingediend, weken niet af van de onderwerpen uit het vorige verslagjaar.
In het verslagjaar is geen bezwaar op een vrijstellingsbesluit ingediend.
- 35 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
- 36 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Vooruitzichten
Ontwikkelingen in 2014
Voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het belangrijk om de ontwikkelingen die gevolgen (kunnen) hebben voor pensioen in het
algemeen, en pensioenfondsen in het bijzonder, in het oog te houden.
Aandachtspunten in 2014 zijn:
• voorbereiding pensioenregeling 2015;
• de implementatie van het bestuursmodel als gevolg van het in werking treden van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen;
• het mogelijk vervallen van de verplichtstellingsbeschikking;
• de evaluatie van de beleggingsmandaten en de herijking van de (meerjarige) uitgangspunten;
• de waarderingsmethode voor de technische voorzieningen.
Voorbereiding pensioenregeling 2015
Het fonds bereidt zich in 2014 voor op alle verwachte wijzigingen per 1 januari 2015. Wettelijke wijzigingen maken aanpassingen van de
pensioenregeling van het fonds per 1 januari 2015 noodzakelijk. Zo zal de inwerkingtreding van de Wet verlaging maximumopbouw- en
premiepercentages pensioen en maximering van het pensioengevend inkomen (‘novelle Witteveenkader’) bijvoorbeeld leiden tot:
• een verlaging van het opbouwpercentage;
• het opnemen van een maximum pensioengevend salaris in de aanvullende ouderdomspensioenregelingen van het fonds.
Ook de invoering van het nieuwe financieel toetsingskader kan gevolgen hebben voor de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca &
Catering. Het fonds brengt deze gevolgen in kaart en zal waar nodig wijzigingen doorvoeren in de pensioenregeling.
Het fonds informeerde de sociale partners eerder over de onderdelen die in een mogelijke pensioenovereenkomst kunnen worden
opgenomen. Pensioenfonds Horeca & Catering ondersteunde in 2013 een werkgroep van de sociale partners over pensioen. Dit leidde niet
tot een pensioenovereenkomst. Partijen beraden zich op het vervolg. Pensioenfonds Horeca & Catering is ook in 2014 beschikbaar voor
ondersteuning van sociale partners.
Implementatie bestuursmodel
Eind 2013 nam het bestuur een voorgenomen besluit over de manier waarop de Wet versterking bestuur pensioenfondsen wordt ingevuld.
Begin 2014 vond nadere afstemming plaats met het verantwoordingsorgaan en de auditcommissie waarna het bestuur een definitief
besluit nam. Het fonds werkt in 2014 aan de implementatie van dit besluit.
Mogelijk vervallen van de verplichtstellingsbeschikking
In 2014 zal het bestuur aandacht besteden aan de gevolgen voor de pensioenregeling van het fonds van het mogelijk vervallen van de
verplichtstelling. Sociale partners van verplicht gestelde pensioenfondsen dienen eens per vijf jaar aan te tonen dat er bij de achterban nog
voldoende draagvlak bestaat voor de verplichtstelling.
De vijfjaarstermijn verstreek op 16 november 2012. Sociale partners hebben de representativiteit (nog) niet aangetoond. De Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft sociale partners op 26 maart 2013 nog twee jaren de tijd gegeven om aan de representativiteiteis
te voldoen. Als na die twee jaar wordt vastgesteld dat de representativiteit van sociale partners niet is aangetoond, kan de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid de verplichtstelling intrekken. Het bestuur bereidt zich in 2014 verder voor op het mogelijk vervallen
van de verplichtstellingsbeschikking voor de deelnemers, de werkgevers en het fonds.
Evaluatie beleggingsmandaten
Pensioenfonds Horeca & Catering analyseerde de toekomstbestendigheid van de beleggingsportefeuille en hoe robuust deze was in de
afgelopen jaren. Mede op basis van de daaruit voortvloeiende conclusies evalueerde het fonds de uitgangspunten van diverse
beleggingsmandaten met het oog op de nabije toekomst. In 2014 gaat het fonds verder met deze evaluaties.
Waarderingsmethoden
In 2013 adviseerde de commissie Ultimate Forward Rate (Commissie UFR) over de waardering van de technische voorzieningen van
pensioenuitvoerders. De regering nam het advies van de Commissie UFR over. Dit leidt naar verwachting tot de invoering van een nieuwe
rentecurve per 2015. Pensioenfonds Horeca & Catering houdt de mogelijke effecten van de introductie van deze curve voor het fonds in het
oog.
- 37 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Overige aandachtspunten
Naast de hierboven genoemde aandachtspunten blijft het fonds ook aandacht houden voor:
• het (vergroten van) het pensioenbewustzijn van de deelnemers;
• de (verbetering van de) communicatie naar deelnemers en werkgevers;
• het bieden van administratief gemak aan werkgevers door een uitbreiding van de functionaliteiten van het werkgeversportaal GRIP;
• de discussie over de toekomstige inrichting en financiering van het pensioenstelsel.
- 38 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Organisatie van het fonds
- 39 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Bestuur
Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Zij
benoemen een gelijk aantal vertegenwoordigers. Zo benoemt Koninklijke Horeca Nederland vier bestuursleden. FNV
Horecabond (de onderdelen FNV Horeca en FNV Catering) en CNV Vakmensen benoemen samen ook vier bestuursleden. Daarnaast kan
elke organisatie een plaatsvervangend bestuurslid benoemen. Koninklijke Horeca Nederland vult een van de bestuurszetels in op
voordracht van Veneca. De werkgevers- en werknemersorganisaties vervullen afwisselend de functie van voorzitter en plaatsvervangend
voorzitter. Het bestuur kan toehoorders toelaten tot de bestuursvergadering.
Samenstelling bestuur op 31 december 2013
Bestuursleden
Jeu Claes, Koninklijke Horeca Nederland
Frank Jansen, FNV Horecabond
Maarten Markus, Koninklijke Horeca Nederland
Paul Schoormans, Koninklijke Horeca Nederland, plaatsvervangend voorzitter
Marco van Straten, CNV Vakmensen
Hans Veltkamp, Koninklijke Horeca Nederland, voorgedragen door Veneca
Eiko de Vries, FNV Horecabond, voorzitter
Harry de Wit, FNV Horecabond
Plaatsvervangende bestuursleden
De benoemende organisaties vullen de vacatures van plaatsvervangende bestuursleden weloverwogen niet in.
Toehoorder
John Spruijt, De Unie
Auditcommissie
De auditcommissie van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat sinds 1 januari 2007. De auditcommissie richt zich op intern toezicht op
het bestuur. De auditcommissie bestaat uit drie externe leden.
Samenstelling auditcommissie op 31 december 2013
Willy Biewinga
Jo van Engelen
René van de Kieft, voorzitter
Verantwoordingsorgaan
Het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering voert de taken en bevoegdheden uit van zowel het
verantwoordingsorgaan als de deelnemersraad. Het verantwoordingsorgaan bestaat sinds 1 januari 2008. Het verantwoordingsorgaan
bestaat uit vijftien leden:
• acht vertegenwoordigers van actieve deelnemers;
• twee leden voor de vertegenwoordiging van gepensioneerden en gewezen deelnemers;
• vijf werkgeversvertegenwoordigers.
De organisaties die de bestuursleden benoemen, zorgen ook voor de benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan.
Samenstelling verantwoordingsorgaan op 31 december 2013
Sjoerd Barbier, FNV Horecabond
Fred van Belzen, FNV Horecabond
Dirk Breedveld, FNV Horecabond
Freddy van Brenk, CNV Vakmensen
Cees van Ekelenburg, Koninklijke Horeca Nederland
Martien de Haan, FNV Horecabond
Hans van Heel, Koninklijke Horeca Nederland, voorgedragen door Veneca, plaatsvervangend voorzitter
Sven van der Hoorn, FNV Horecabond, voorzitter
Fred Klinkhamer, Koninklijke Horeca Nederland
Ricardo Lubbes, Koninklijke Horeca Nederland
Jeroen Mout-Taylor, FNV Horecabond
Peter Sonneveld, FNV Horecabond
- 40 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
René Striezenau, FNV Horecabond
Ronald van der Weele, FNV Horecabond
Vacature, Koninklijke Horeca Nederland
Beleggingsadviescommissie
De beleggingsadviescommissie van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat sinds 1 juli 2009. De beleggingsadviescommissie adviseert
het bestuur over het gehele beleggingsbeleid en stelt zich ook kritisch op over de uitvoering daarvan. De beleggingsadviescommissie
bestaat uit drie externe leden.
Samenstelling beleggingsadviescommissie op 31 december 2013
Age Bakker (benoemd per 1 juli 2013), voorzitter
Gerard Sirks
Dick Wenting
Directie
Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een eigen uitvoeringsorganisatie. De volgende taken voert het fonds uit in eigen beheer:
•
•
•
•
•
bestuursondersteuning, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering;
communicatiebeleid, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering;
IT-beheersing, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering;
financiën, inclusief monitoring van de vermogensbeheerders;
fiduciair vermogensbeheer, bestaande uit strategische advisering van het bestuur, ondersteuning van de beleggingsadviescommissie en
de selectie en aansturing van externe vermogensbeheerders;
• werkgeversadministratie (registratie van werkgevers, premievaststelling en incasso);
• deelnemersadministratie (registratie van deelnemers, beheer van aanspraken en uitkeringen).
Ten minste twee natuurlijke personen voeren het dagelijks beleid uit om zo te borgen dat de uitvoering overeenstemt met het strategisch
beleid. De directeur is medebeleidsbepaler volgens de bepalingen van de Pensioenwet en moet voldoen aan de geschiktheids- en
betrouwbaarheidseisen van de Nederlandsche Bank. De directeur van Pensioenfonds Horeca & Catering is verantwoordelijk voor het
formeren van een betrouwbaar en deskundig managementteam.
Directeur op 31 december 2013
Paul Braams
Uitbestede taken
Pensioenfonds Horeca & Catering besteedt het daadwerkelijke vermogensbeheer uit. Het fiduciair vermogensbeheer vindt in eigen beheer
plaats. Het fonds heeft overeenkomsten met verschillende vermogensbeheerders waarin vastligt dat zij het vermogen op zorgvuldige,
professionele en efficiënte wijze beheren en beleggen. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft volmachten, mandateringen en andere
bevoegdheden aan de vermogensbeheerders verleend. Deze liggen vast in overeenkomsten en in de jaarlijkse beleggingsplannen.
Voor de beleggingsadministratie en -bewaarneming is een aparte organisatie aangesteld, die niet verbonden is met de door Pensioenfonds
Horeca & Catering aangestelde vermogensbeheerders.
Pensioenfonds Horeca & Catering besteedt de werkzaamheden voor de voortgezette incasso van premienota’s uit aan incassobureaus en
gerechtsdeurwaarders. Aan de incassobureaus en de gerechtsdeurwaarders zijn volmachten, mandateringen en andere bevoegdheden
verleend. Deze liggen vast in overeenkomsten van opdracht.
Op het gebied van IT heeft Pensioenfonds Horeca & Catering werkzaamheden ten aanzien van software- en hardware-onderhoud
uitbesteed.
- 41 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Functies en nevenfuncties bestuur, organen en commissies
naar de situatie per 31 december 2013
Bestuur
M.J.H. (Jeu) Claes
Beroep:
Bestuurder/Commissaris
Nevenfuncties:
• Voorzitter Vereniging van Payroll Ondernemingen (VPO)
• Voorzitter Raad van Commissarissen van Rabobank West-Brabant Noord
• Lid Kringbestuur Rabobank Zuidwest-Nederland
• Lid Centrale Kring Rabobank Nederland
• Lid Raad van Commissarissen TOM BV ‘s-Hertogenbosch
• Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR)
F.B.P. (Frank) Jansen
Beroep:
Project- en beleidsmedewerker Pensioenen bij FNV Horeca, FNV Catering en FNV Recreatie
Zelfstandig pensioenconsultant
Nevenfuncties:
• Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR)
• Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche (SUCON)
• Lid bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR)
M.J.M. (Maarten) Markus
Beroep:
Managing Director NH Hotel Group
Nevenfuncties:
• Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR)
P.A. (Paul) Schoormans
Beroep:
Beleidsmedewerker Koninklijke Horeca Nederland
Nevenfuncties:
• Beleidsmedewerker Koninklijke Horeca Nederland met representatie in diverse beleidscommissies VNO-NCW
• Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR)
• Lid onderhandelingsdelegatie Koninklijke Horeca Nederland arbeidsvoorwaarden
• Lid beroepscommissie functiewaardering horeca
• Lid adviescommissie subsidies van Bedrijfschap Horeca & Catering (BHenC)
M.W. (Marco) van Straten
Beroep:
Bestuurder CNV Vakmensen
Nevenfuncties:
• Toehoorder Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR)
• Lid bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR)
• Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen
• Lid bestuur bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf
• Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden in de Contractcateringbranche (SUCON)
- 42 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
J.D.W. (Hans) Veltkamp
Beroep:
Consultant/Principal Actuarieel Adviesbureau
Nevenfuncties:
n.v.t.
E.P. (Eiko) de Vries
Beroep:
Lid dagelijks bestuur en hoofdbestuur FNV Horecabond met de gekozen functie van
penningmeester/secretaris met daaruit voortvloeiend lid bestuur Stichting Right4You en lid dagelijks en algemeen bestuur Stichting
Projecten FNV Horecabond
Nevenfuncties:
• Voorzitter bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR)
• Voorzitter bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR)
• Lid adviescommissie subsidie Bedrijfschap Horeca en Catering (BHenC)
• Voorzitter bestuur Stichting Sociaal Fonds Recreatie (SFR)
• Lid bestuur Gemeenschappelijk Beleggingsfonds FNV
H.Z. (Harry) de Wit
Beroep:
Sectorbestuurder FNV Catering
Nevenfuncties:
• Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR)
• Lid bestuur Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche
• Lid bestuur Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contractcatering (FBA)
• Lid bestuur Stichting Kwaliteit van de Arbeid (SKA)
• Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden in de Contractcateringbranche (SUCON)
• Lid bestuur Stichting Fonds Bevordering Sociale Verhoudingen Contractcatering (FBS)
• Lid Toetsingscommissie Compass Group
• Lid Toetsingscommissie Sodexo
• Lid Toetsingscommissie Prorest Catering
• Plaatsvervangend lid Toetsingscommissie Albron
• Lid onderhandelingsdelegatie CAO Contractcateringbranche FNV Catering
• Voorzitter Stichting Opleidingen Contractcateringbranche (OCC)
• (Voorzitter) onderhandelingen nieuwe pensioenregelingen
J.A. (John) Spruijt
Toehoorder
Beroep:
Adviseur Pensioenen De Unie
Nevenfuncties:
• Lid bestuur Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen (Hibin)
• Lid bestuur Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie
• Lid bestuur Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Mode, Interieur, Tapijt & Textiel (MITT)
• Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Banden en Wielenbranche
• Lid beleggingscommissie Bedrijfstakpensioenfonds MITT
• Lid Klantenraad AZL
• Lid Raad van Advies Syntrus Achmea
• Lid bestuur Pensioenfonds Architectenbureaus
- 43 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Auditcommissie
drs. W.A. (Willy) Biewinga
Beroep:
Directeur-grootaandeelhouder Fenera BV
Nevenfuncties:
• Commissaris Caransa BV
• Voorzitter Raad van Commissarissen Koning & Hartman BV
• Voorzitter Raad van Commissarissen Martin Schilder Holding BV
• Voorzitter Raad van Commissarissen Kloosbeheer BV
• Voorzitter Raad van Commissarissen Biesheuvel Groep BV
• Lid Raad van Commissarissen Vancis BV
• Lid Raad van Toezicht Heliomare
• Voorzitter Raad van Commissarissen 4+ Bouwmaterialen
• Lid Raad van Commissarissen Floronet Holding BV
Prof. dr. ir. J.M.L. (Jo) van Engelen
Beroep:
Directeur Van Engelen BV
Hoogleraar Business Development aan de Rijksuniversiteit Groningen (Faculteit Bedrijfskunde)
Hoogleraar Integrated Sustainable Solutions aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de Technisch Universiteit Delft
Nevenfuncties:
• Lid Raad van Toezicht Open Universiteit Nederland
• Lid Raad van Toezicht Drents Museum, Assen
• Lid Raad van Commissarissen Unigarant/UVM NV
• Lid Raad van Commissarissen Reis- & Rechtshulp NV, Den Haag
• Lid Raad van Commissarissen Nedap NV
drs. L.C. (René) van de Kieft
Beroep:
Interim CFO bij Kamer van Koophandel-Syntens
Nevenfuncties:
• Lid bestuur ABP
• Lid bestuur PME
• Voorzitter bestuur stichting AGH (servicekantoor voor enkele bedrijfstakpensioenfondsen)
• Voorzitter Raad van Advies VRC
• Lid Raad van Toezicht Tear
• Lid bestuur Stichting Pensioenfonds PostNL
Verantwoordingsorgaan
S. (Sjoerd) Barbier
Beroep:
Gepensioneerd conciërge Hilton Hotel Amsterdam
Nevenfuncties:
• Lid geschillencommissie FNV Horecabond
• Commissaris W.S.V. Albatros
- 44 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
F. (Fred) van Belzen
Beroep:
Verkoopmedewerker binnendienst Wagenvoorde Lastechniek
Parttime administrateur Hotel Brasserie De Leugenaar
Nevenfuncties:
Administratief vrijwilliger voetbalvereniging VC Vlissingen
D.C. (Dirk) Breedveld
Beroep:
Biersommelier Taveerne de Twaalf Balcken te Den Burg
Zelfstandig biersommelier
Nevenfuncties:
• Lid CAO-commissie FNV Horecabond
• Lid FNV Horecabond
• Lid paritaire commissie HTV onderwijs bij Kenwerk namens FNV Horecabond
• Lid Examencommissie Horeca Ondernemersvaardigheden (SVH)
• Lid Landelijke Examencommissie SVH
• Lid Sub Examen Commissie (SEC) Leermeester en Ondernemersvaardigen
• Interim voorzitter Landelijke Examen Commissie (LEC)
F.J. (Freddy) van Brenk
Beroep:
Night Auditor Hotel IBIS Veenendaal
Nevenfuncties:
n.v.t.
C.A. (Cees) van Ekelenburg
Beroep:
Zelfstandig Horecaondernemer (VOF Bar Meneer Jansen)
Nevenfuncties:
• Lid Algemeen Bestuur Bedrijfschap Horeca en Catering (BHenC)
• Vicevoorzitter Koninklijke Horeca Nederland afdeling Eemsmond
• Vicevoorzitter Koninklijke Horeca Nederland regio Groningen
• Voorzitter Horecavereniging Appingedam
• Raadslid fractievoorzitter D66 in de gemeenteraad van Appingedam
M. (Martien) de Haan
Beroep:
Zelfstandig werkend kok
Nevenfuncties:
• CAO-commissie Contractcatering FNV Catering
• Bedrijfscontactpersoon FNV Catering
• Bedrijfsledengroep Compass Group (EUREST)
• Lid ledencongres FNV Horecabond
- 45 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
J.C. (Hans) van Heel
Beroep:
Directeur SAB CATERING Zwanenburg
Nevenfuncties:
• Algemeen directeur FM at Work
• Bestuurslid Stichting SAB
• Bestuurslid Stichting Sociaal Fonds SAB
• Bestuurslid SUCON I en SUCON II
• Voorzitter Cercat (Stichting certificatie Contractcatering)
S. P. (Sven) van der Hoorn
Beroep:
Rayonmanager Eurest Catering
Nevenfuncties:
• Lid CAO-commissie FNV Catering
• Voorzitter Platform Ondernemingsraden Contractcatering (POCC)
• Voorzitter ondernemingsraad Compass Group Nederland
• Voorzitter VUT-stichtingen Compass Group Nederland Holding BV
• European Workcouncil Compass Group Plc.
• Lid CAO-commissie FNV Horeca
F. J. (Fred) Klinkhamer
Beroep:
Ondernemer De totale vetvangers
Nevenfuncties:
Lid WHO raad Soest
R. (Ricardo) Lubbes
Beroep:
Ondernemer
Nevenfuncties:
n.v.t.
J. (Jeroen) Mout Taylor
Beroep:
Groepswerker/ Hoofd voeding Stichting Hermes Huis te Bosch en Duin
Nevenfuncties:
n.v.t.
M.P.W. (Peter) Sonneveld
Beroep:
Bedrijfsleider Sociëteit Vereeniging Haarlem
Nevenfuncties:
n.v.t.
R. (René) Striezenau
Beroep:
Kok bij Brasserie Dendermonde
Nevenfuncties:
n.v.t.
- 46 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
R. (Ronald) van der Weele
Beroep:
Bedrijfsleider Pannenkoekenhuis Oosterpark te Ridderkerk
Nevenfuncties:
Lid ledenraad bij Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde
Beleggingsadviescommissie
Prof. dr. A.F.P. (Age) Bakker
Beroep:
Hoogleraar Monetaire en Bancaire Vraagstukken, Vrije Universiteit
Nevenfuncties:
• Voorzitter College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten
• Voorzitter College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba
• Lid bestuur Pensioenfonds Zorg en Welzijn
• Lid raad van commissarissen Nederlandse Waterschapsbank NV
• Lid audit committee Ministerie van Buitenlandse Zaken
• Lid adviescommissie Borgstellingsregeling MKB
drs. G.L. (Gerard) Sirks
Beroep:
Zelfstandig interim manager en consultant
Nevenfuncties:
• Extern lid ALMC bij De Friesland Zorgverzekering
• Lid Raad van Toezicht beleggingsfondsen van Kempen Capital Management
• Benoemd (interim) bestuurder van Sovereign Trust (Netherlands) BV
• Lid bestuur bedrijfspensioenfonds voor het kappersbedrijf
D. (Dick) Wenting
Beroep:
Onafhankelijk adviseur
Nevenfuncties:
• Voorzitter beleggingscommissie bij De Eendragt Pensioen NV
• Lid bestuur van Pensioenstichting van Lunen
• Voorzitter van intern toezichtscommissie Toezicht op Maat
• Lid van de visitatiegroep PF Support
• Lid Raad van Toezicht van Pensioenfonds Tandartsen
- 47 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Verslag van het verantwoordingsorgaan
Verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering
Het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat sinds 1 januari 2008. Dit verantwoordingsorgaan beschikt ook
over de taken en bevoegdheden van een deelnemersraad. Door de bundeling van taken en bevoegdheden (advisering en oordeelsvorming)
in één orgaan kan het verantwoordingsorgaan zich een volledig oordeel vormen over het handelen van het bestuur en de daarbij
gemaakte keuzes.
Het verantwoordingsorgaan komt vier keer per jaar bijeen. Daarnaast vindt twee keer per jaar een overlegvergadering met de voorzitters
van het bestuur plaats. Als hiertoe aanleiding is, overleggen het bestuur en het verantwoordingsorgaan tussentijds over actuele
onderwerpen. Ook overleg met de auditcommissie behoort tot de mogelijkheden.
Advisering in 2013
In het jaar 2013 adviseerde het verantwoordingsorgaan over de wijzigingen in een aantal fondsdocumenten, zoals het pensioenreglement,
de statuten, de integriteitsregeling, de regeling vergoedingen, de actuariële en bedrijfstechnische nota (inclusief het financieel crisisplan)
en de parameters. Het verantwoordingsorgaan adviseerde ook over het jaarwerk. De rapportage intern toezicht van de auditcommissie en
de rapportages van de externe accountant en actuaris vormden hierbij belangrijke aanvullende informatie. Het verantwoordingsorgaan
gebruikte deze informatie bij de beoordeling van het handelen van het bestuur.
Oordeelsvorming
Het bestuur legt over het gevoerde beleid en de beleidskeuzes die het bestuur maakt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan.
Het verantwoordingsorgaan beoordeelt:
• het handelen van het bestuur in het verslagjaar;
• het door het bestuur gevoerde beleid in het verslagjaar en
• de beleidskeuzes voor de toekomst.
Hierbij gaat het vooral om de vraag of het bestuur op een evenwichtige wijze rekening heeft gehouden met de belangen van alle
belanghebbenden van het fonds. Het verantwoordingsorgaan geeft onder andere aan de hand van het jaarverslag en de bevindingen van
het interne toezicht een oordeel over het handelen van het bestuur.
Financiële positie
Het verantwoordingsorgaan volgde in 2013 de ontwikkeling van de financiële positie van het fonds. De dekkingsgraad liep geheel 2013
zowel op basis van de reguliere rentetermijnstructuur als op basis van de door de Nederlandsche Bank voorgeschreven rekenmethodiek
voor ten opzichte van het herstelpad zoals vastgelegd in het herstelplan van het fonds. Het bestuur constateerde dat sprake is van robuust
herstel en besloot over te gaan tot een voorwaardelijke toeslagverlening van 0,75% per 1 januari 2014. Het verantwoordingsorgaan
ondersteunde dit standpunt en adviseerde positief over de toeslagverlening.
Optimaliseren kwaliteit administratie
Het bestuur informeerde het verantwoordingsorgaan over de inspanningen om de kwaliteit van de administratie verder te optimaliseren.
Het verantwoordingsorgaan vindt het van groot belang dat het pensioen toekomt aan de degene die er recht op heeft. Het
verantwoordingsorgaan constateert dat het bestuur zich inspant om de niet-gekoppelde aanspraken door middel van een
burgerservicenummer alsnog te koppelen aan de rechthebbende.
Communicatiebeleid
Het verantwoordingsorgaan heeft kennisgenomen van het communicatiebeleid zoals opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische
nota van het fonds. Het verantwoordingsorgaan acht het verstandig dat per doelgroep van het fonds communicatiedoelstellingen zijn
vastgesteld door het bestuur. Dit draagt bij aan het op een juiste manier communiceren met de verschillende belanghebbenden. Het
verantwoordingsorgaan volgt met veel interesse de resultaten die volgen uit het strategisch communicatiebeleid van het fonds en is
enthousiast over de vernieuwing van PensioenCafe.nl
Wet versterking bestuur pensioenfondsen
Het bestuur besteedde in 2013 veel aandacht aan de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Het verantwoordingsorgaan uitte zijn
zorgen bij het bestuur over het lange tijd uitblijven van besluitvorming door het bestuur. Daarbij overwoog het verantwoordingsorgaan om
ongevraagd advies uit te brengen aan het bestuur.
- 48 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Eind 2013 nam het bestuur een voorgenomen besluit over het bestuursmodel, waardoor een ongevraagd advies van het
verantwoordingsorgaan niet aan de orde was. Het verantwoordingsorgaan is tevreden dat het bestuur uiteindelijk zelf tot een besluit is
gekomen, maar is teleurgesteld over het gebrek aan openheid richting het verantwoordingsorgaan gedurende het besluitvormingsproces.
Het verantwoordingsorgaan sprak het bestuur hierop aan.
Begin 2014 besprak het verantwoordingsorgaan het voorgenomen besluit over het bestuursmodel. Het verantwoordingsorgaan adviseerde
positief over het gekozen bestuursmodel, tegelijkertijd stelde het verantwoordingsorgaan een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet
worden bij de implementatie van het voorgenomen besluit. In de definitieve besluitvorming nam het bestuur deze voorwaarden over.
Oordeel verantwoordingsorgaan 2013
Het verantwoordingsorgaan komt tot het oordeel dat het bestuur in 2013 bij de totstandkoming van besluiten en vaststelling van beleid
op evenwichtige wijze rekening heeft gehouden met de belangen van alle bij het fonds betrokken belanghebbenden. Het
verantwoordingsorgaan vraagt het bestuur nadrukkelijk aandacht te hebben voor de samenwerking binnen het bestuur en zowel de wijze
van alsmede de tijdigheid van de besluitvorming.
Toekomst
De komende periode blijven veel wijzigingen voor pensioenfondsen op de agenda staan. Zo zal in 2014 het besluit over het bestuursmodel
geïmplementeerd worden en zal het fonds zich voor moeten bereiden op de verwachte wijzigingen per 1 januari 2015. Wettelijke
wijzigingen maken aanpassing van de pensioenregeling van het fonds noodzakelijk. Daarnaast kan een eventuele pensioenovereenkomst
tussen sociale partners gevolgen hebben voor de pensioenregeling.
Het verantwoordingsorgaan roept het bestuur op om tijdig en eensgezind tot noodzakelijke besluitvorming over te gaan. En daarbij zoveel
als mogelijk openheid richting het verantwoordingsorgaan na te streven.
Zoetermeer, 5 juni 2014
Sjoerd Barbier
Fred van Belzen
Dirk Breedveld
Freddy van Brenk
Cees van Ekelenburg
Martien de Haan
Hans van Heel, plaatsvervangend voorzitter
Sven van der Hoorn, voorzitter
Fred Klinkhamer
Ricardo Lubbes
Jeroen Mout-Taylor
Peter Sonneveld
René Striezenau
Ronald van der Weele
- 49 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Verslag van de auditcommissie
Het fonds heeft intern toezicht ingericht…
Sinds 1 januari 2007 kent Pensioenfonds Horeca & Catering een auditcommissie die de functie van intern toezicht volgens de principes van
goed pensioenfonds bestuur uitoefent. Op de website www.phenc.nl is meer informatie te vinden over de taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van de auditcommissie. In de navolgende tekst doet de auditcommissie verslag over 2013 en de eerste 4 maanden
van 2014.
Kritische reflectie is daarbij het doel…
Het doel van het intern toezicht is om te beoordelen of sprake is van zorgvuldig bestuur. De uitgangspunten die het pensioenfonds
gebruikt, moeten zorgvuldig bestuur (procesmatig) mogelijk maken. De auditcommissie stelt zich daarom kritisch op richting het bestuur.
Kritisch betekent volgens het pensioenfonds dat de auditcommissie bekijkt of het bestuur oog heeft voor de (veranderende) omgeving en
dat de auditcommissie beoordeelt of deugdelijke analyses, rationele overwegingen, weldoordachte besluitvormingsprocessen, open
besprekingen en/of vernieuwende benaderingswijzen door het bestuur worden gehanteerd om het doel van het fonds binnen de gestelde
kaders te bereiken.
Intern toezicht richt zich op de formele toets van goed bestuur. Dit betekent dat de auditcommissie beoordeelt of beleid al dan niet is
vastgesteld en hoe dit tot stand komt. Met andere woorden: het hoe. De auditcommissie beoordeelt uitdrukkelijk niet wat het bestuur
bepaalt.
De auditcommissie heeft haar laatste rapportage opgesteld…
Het pensioenfonds zal met inachtneming van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen per 1 juli 2014 een nieuw bestuursmodel
moeten implementeren. Het pensioenfonds heeft gekozen voor het paritaire bestuursmodel. Eén van de gevolgen van het nieuwe
bestuursmodel dat het pensioenfonds heeft gekozen is het vervallen van de auditcommissie. Deze zal vanaf 1 juli 2014 vervangen worden
door een permanente raad van toezicht. De onderhavige rapportage is dan ook de laatste rapportage van de auditcommissie in haar
huidige vorm. De auditcommissie heeft gemeend om, gezien de fase waarin zij zich bevindt, deze rapportage te beschouwen als een
afrondende rapportage waarbij ook ruimte moet zijn voor de bevindingen van de auditcommissie over de eerste vier maanden van 2014.
In de afgelopen jaren heeft de auditcommissie een meerjarenplanning doorlopen.
Uitgaande van de meerjarenplanning heeft de auditcommissie in 2013 en de eerste vier maanden van 2014 haar werkzaamheden gericht
op het inzichtelijk krijgen van de volgende vragen:
• Op welke wijze gaat het bestuur om met (het vaststellen van) de scope van het informatie- en technologie beleid en formuleert het
bestuur de doelen voldoende concreet?
• Hoe gaat het bestuur om met het vermogensbeheer, met name de complexiteit en de risico’s van de beleggingen en het aansturen van
vermogensbeheerders?
• Hoe gaat het bestuur om met de aansturing van de pensioenadministratie, met name ten aanzien van de volledigheid van de
basisgegevens 2013 en de berekening van de pensioenaanspraken?
Naast de onderwerpen uit de meerjarenplanning heeft de auditcommissie, gezien het grote belang van het onderwerp, aandacht besteed
aan de wijze waarop het bestuur is omgegaan met de nieuwe wetgeving rondom pension fund governance.
Een samenvatting van de bevindingen van de auditcommissie in 2013 en de eerste vier maanden van 2014
De auditcommissie constateerde dat de ICT organisatie van het pensioenfonds nog niet volledig staat. De ICT architectuur is niet optimaal.
Allereerst zijn de technische en enterprise architectuur van het fonds nog niet volledig op elkaar aangesloten. Voor de enterprise
architectuur is er sprake van een versnipperd applicatielandschap met relatief veel interfaces. Een van de gevolgen is dat er (te) veel
handmatige controles verricht (moeten) worden. De auditcommissie ziet een rol voor het bestuur om te beoordelen of de prioritering ten
aanzien van het informatie- en technologie beleid binnen het pensioenfonds op de gewenste wijze plaatsvindt en heeft de indruk dat het
bestuur zich niet op het volledige spectrum van het ICT domein richt.
De auditcommissie heeft begrepen dat de pensioenadministratie geen achterstanden kent en dat de tendens van meer loonbeslag op
pensioenuitkeringen door het pensioenfonds onderkend wordt. De auditcommissie heeft geconstateerd dat de scheidslijn tussen
frontoffice en afdeling deelnemersbeheer niet gedetailleerd is vastgelegd. Dat is een aandachtspunt. Daarnaast concludeert de
auditcommissie dat bij de diverse afdelingen van de pensioenadministratie een kwaliteitsslag gemaakt zal moeten worden van alleen het
uitvoeren naar het verrichten van handelingen op een hoger kennisniveau waarbij het overzicht van het totale proces behouden blijft. De
auditcommissie meent dat het bestuur de uitvoeringsorganisatie aangaande de kritische reflectie op de pensioenadministratie mag
uitdagen en mist hierbij een integrale benadering. De auditcommissie constateerde met waardering dat het pensioenfonds een eigen
‘Quinto P’ steekproef onderzoek heeft gedaan.
- 50 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
De beleggingsadviescommissie vervult een cruciale rol in de voorbereiding van de besluitvorming van het bestuur over vermogensbeheer.
Het bestuur laat zich sterk leiden door de adviezen van de beleggingsadviescommissie en neemt op een beperkt aantal specifieke
onderwerpen (zoals ESG) eigen standpunten in. De auditcommissie beveelt het bestuur aan om te evalueren of het bestuur een voldoende
inhoudelijke gesprekspartner is voor de beleggingsadviescommissie alsmede of het bestuur eigenstandige inschattingen maakt over
voldoende breedte van het aandachtsgebied vermogensbeheer.
De auditcommissie constateerde dat de afdeling vermogensbeheer een geringe omvang heeft hetgeen leidt tot kwetsbaarheid gelet op de
brede rolinvulling van deze afdeling. Om haar rol goed te kunnen vervullen maakt de afdeling veel gebruik van externe expertise. De
auditcommissie is evenwel van mening dat gezien de omvang van de afdeling er gedegen te werk wordt gegaan. De auditcommissie vraagt
zich echter wel af of er vanuit deze context sprake kan zijn van een intern fiduciair besturingsmodel. Met name de adviserende en
selecterende functie is sterk afhankelijk van externe ondersteuning. De auditcommissie adviseert het bestuur om dit aandachtspunt onder
de loep te nemen.
De auditcommissie heeft waargenomen dat het bestuur een nieuw bestuursmodel gekozen heeft. De auditcommissie constateerde dat
het bestuur initieel op zorgvuldige wijze is omgegaan met de oriëntatie ten aanzien van de diverse bestuursmodellen. In de praktijk blijkt
dat het bestuur dit in onvoldoende mate in gedragen besluitvorming heeft kunnen omzetten als gevolg van de spanningen binnen het
bestuur over cruciale fondsthema’s. Onder tijdsdruk heeft het bestuur uiteindelijk met de kleinst mogelijke meerderheid overeenstemming
bereikt over de keuze voor het paritaire bestuursmodel. Zowel de auditcommissie als het verantwoordingsorgaan is in een laat stadium
van het proces geraadpleegd.
De auditcommissie heeft geconstateerd dat de bestuurlijke besluitvaardigheid te wensen over laat en ziet een uitdaging voor het bestuur
om zorg te dragen voor het verbeteren van de bestuurlijke besluitvaardigheid binnen het nieuw gekozen bestuursmodel, waarin de rol van
de voorzitters van de verschillende organen van groot belang zal zijn. De praktijk heeft uitgewezen dat het vigerende besturingsmodel,
waarbij de auditcommissie een strak afgebakende toezichtstaak heeft, geen adequaat antwoord kan geven in het geval een bestuurscrisis
optreedt.
W.A. Biewinga
J.M.L. van Engelen
L.C. van de Kieft, voorzitter
- 51 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Jaarrekening 2013
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Balans
* De toelichting op de nummers 1 tot en met 16 vindt u bij Toelichting op de te onderscheiden posten op de balans.
- 53 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Staat van baten en lasten
* De toelichting op de nummers 17 tot en met 25 vindt u bij Toelichting op de te onderscheiden posten op de staat van baten en lasten.
- 54 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Kasstroomoverzicht
- 55 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Toelichting op de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht
Algemeen
Activiteiten
1. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft als doel, overeenkomstig de statuten en pensioenreglementen, werknemers, gewezen werknemers en overige belanghebbenden te beschermen tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
2. Pensioenfonds Horeca & Catering tracht dit doel te bereiken:
a. door conform de in de pensioenreglementen te stellen regels uitkeringen toe te kennen bij arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden;
b. via andere wettige middelen, die het bereiken van het doel kunnen bevorderen.
Pensioenfonds Horeca & Catering is statutair gevestigd te Zoetermeer.
Overeenstemmingsverklaring
De jaarrekening van Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen die Titel 9 van Boek 2
van het Burgerlijk Wetboek voorschrijft en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder
Richtlijn 610 Pensioenfondsen.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Algemene waarderingsgrondslagen
Tenzij anders vermeld, neemt het fonds de activa en passiva op tegen nominale waarde. Verder geldt dat het fonds
• baten en lasten toerekent aan het jaar waarop ze betrekking hebben;
• winsten slechts opneemt voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd;
• verliezen en risico’s die hun• oorsprong
vinden voor het einde van het verslagjaar in acht neemt, als zij voor het opmaken van de
jaarrekening bekend werden.
Pensioenfonds Horeca & Catering heeft de jaarrekening opgesteld op basis van het uitgangspunt van de continuïteitsdoelstelling.
Schattingsmethodiek
Pensioenfonds Horeca & Catering is voor de vaststelling van de premies en de technische voorzieningen afhankelijk van de opgaven
van de loonsommen per werknemer door UWV. Het fonds heeft de in het verslagjaar 2012 opgenomen premies herrekend met
gebruikmaking van de laatst bekende UWV-gegevens. Het verschil in premie is in dit verslagjaar in de cijfers opgenomen.
Pensioenfonds Horeca & Catering berekende de premies over het kalenderjaar 2013 op basis van de definitieve opgelegde premies
over 2012, aangepast met de verwachte loonontwikkeling en bedrijfstakgegevens.
Het fonds stelde de mutatie van de technische voorziening in 2013 uit hoofde van pensioenopbouw vast met behulp van enerzijds
de totaal geschatte premies over 2013 en anderzijds de deelnemerskarakteristieken van het voorgaande verslagjaar. De verschillen
tussen de geschatte bedragen met betrekking tot het huidige verslagjaar en de definitieve uitkomsten volgens de hierna
beschreven grondslagen, verwerkt het fonds in het volgende verslagjaar in de cijfers.
Omrekening vreemde valuta
Pensioenfonds Horeca & Catering rekent de activa en passiva in vreemde valuta om tegen de valutakoers per balansdatum. Voor
zover de valutarisico’s zijn afgedekt door middel van valutatermijncontracten, wordt het daaruit per balansdatum resulterende
ongerealiseerde koersresultaat in de waarde van de beleggingen in aanmerking genomen. In de staat van baten en lasten rekent
het fonds de transacties om tegen de op het moment van de transactie geldende koers. Overige valutaverschillen komen ten
gunste, dan wel ten laste van de staat van baten en lasten.
Presentatiewijziging
De beleggingen in grondstoffen bestaan uit een portefeuille kortlopende vastrentende waarden in combinatie met een Total return
swap op de Dow Jones UBS Commodity Index. De liquide middelen in dit mandaat worden met ingang van 2013 onder beleggingen
in grondstoffen gerapporteerd. De vergelijkende cijfers over 2012 zijn in dit verslag aangepast. Dat betreft een bedrag € 33,6
miljoen. In de aangepaste cijfers is dat bedrag verschoven van liquide middelen naar beleggingen in grondstoffen.
- 56 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Beleggingen
Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert beleggingen tegen actuele waarde. De waardering van participaties in beleggingsinstellingen
geschiedt tegen marktwaarde. Voor beursgenoteerde beleggingsinstellingen is dit de marktnotering per balansdatum.
Vastgoedbeleggingen
Niet-beursgenoteerde indirecte vastgoedbeleggingen
Dit betreft vastgoedbeleggingen via besloten beleggingsfondsen. Het fonds waardeert deze beleggingen tegen actuele waarde. Dit is de
geschatte opbrengstwaarde bij een onderhandse verkoop in verhuurde staat. Het vastgoed wordt jaarlijks getaxeerd. Er vinden geen
periodieke afschrijvingen plaats.
Beursgenoteerde indirecte vastgoedbeleggingen
Het fonds waardeert vastgoedbeleggingen in beursgenoteerde beleggingsinstellingen tegen de beurskoers per balansdatum.
Aandelen
Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert beursgenoteerde aandelen en de participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen
tegen de beurskoers per balansdatum.
Vastrentende waarden
Onder vastrentende waarden worden obligaties en participaties in beleggingsinstellingen verstaan.
Obligaties
Het fonds waardeert de obligaties tegen actuele waarde. Dit is de beurskoers per balansdatum. De waarde is exclusief de opgelopen rente,
die bij ’Vorderingen uit hoofde van beleggingen‘ wordt verantwoord.
Participaties in beleggingsinstellingen
De participaties in beleggingsinstellingen betreffen hypothecaire leningen die het fonds waardeert tegen actuele waarde. Deze waarde
stelt Pensioenfonds Horeca & Catering vast op basis van de contante waarde van de met vervroegde aflossing aangepaste kasstromen,
verdisconteerd tegen de rente op Euro swapcurve met vergelijkbare looptijden inclusief eventuele opslagen, behorende bij het risicoprofiel
van de leningen.
Derivaten
Dit betreft onder andere beleggingen in rentederivaten waarmee het fonds de gevolgen van renterisico’s op de dekkingsgraad beperkt.
Verder vallen onder deze post de valutatermijncontracten. De derivaten zijn uit te splitsen in positieve en negatieve posities. De negatieve
posities verantwoordt Pensioenfonds Horeca & Catering in de balans bij ‘Schulden uit hoofde van beleggingen’.
Het fonds waardeert derivaten tegen reële waarde. Dat is de relevante marktnotering of - als deze ontbreekt - de waarde die wordt bepaald
met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen.
Overige beleggingen
Tot de overige beleggingen behoren de beleggingen in private equity en grondstoffen.
Private equity
Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert private equity beleggingen tegen actuele waarde. Voor zover dit betrekking heeft op de
fund-of-fundmanagers is dit de intrinsieke waarde die wordt ontleend aan de rapportages van de fund-of-fundmanagers. De fund-offundmanagers hanteren bij de bepaling van de waarde van hun belangen de internationale richtlijnen van de sector, waaronder die van de
European Private Equity & Venture Capital Association (EVCA).
Grondstoffen
Het fonds waardeert de beleggingen in grondstoffen tegen marktwaarde.
Deelnemingen
Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert deelnemingen tegen intrinsieke waarde, tenzij anders vermeld.
Immateriële vaste activa
Met ingang van 2012 worden de uitgaven voor investeringen geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. Het fonds waardeert
software tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen. Deze zijn gebaseerd op een verwachte economische
levensduur van vier jaar. In het jaar van investeren schrijft het fonds tijdsgelang af.
- 57 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Materiële vaste activa
Met ingang van 2012 worden de uitgaven voor investeringen geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. De materiële vaste activa
waardeert Pensioenfonds Horeca & Catering tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen. Deze zijn gebaseerd
op de verwachte economische levensduur. De verwachte economische levensduur van bouwkundige aanpassingen, kantoorinrichting en
IT-apparatuur is respectievelijk tien, zeven en vier jaar. In het jaar van investeren schrijft het fonds tijdsgelang af.
Premievorderingen
De premievorderingen bepaalt het fonds door de openstaande posten te verminderen met een voorziening voor oninbaarheid. Hierbij
hanteert Pensioenfonds Horeca & Catering de volgende aannames voor oninbaarheid:
• Vorderingen niet ouder dan 1 jaar:
• 2% als het geen overgedragen vorderingen betreft
• 50% als het aan incassopartners overgedragen vorderingen betreft
• Alle vorderingen van 1-2 jaar oud: 50%
• Alle vorderingen van 2-3 jaar oud: 75%
• Alle vorderingen ouder dan 3 jaar:100%
Technische voorzieningen
De technische voorzieningen neemt het fonds op tegen actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde bepaalt Pensioenfonds Horeca
& Catering op basis van de contante waarde van de beste inschatting van de toekomstige kasstromen die samenhangen met de op
balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Bij de berekening hanteert het fonds de volgende grondslagen en
veronderstellingen.
Rente
Pensioenfonds Horeca & Catering bepaalt de contante waarde van de pensioenverplichtingen op basis van de rentetermijnstructuur die de
Nederlandsche Bank publiceert. Deze is per 31 december 2013 vergelijkbaar met een rekenrente van 2,95% (2012: 2,65%). Bij het
vaststellen van de rentetermijnstructuur maakt de Nederlandsche Bank met ingang van 30 september 2012 gebruik van de zogenaamde
Ultimate Forward Rate.
De gemiddelde looptijd van de verplichtingen is 23 jaar (primo jaar) en 23 jaar (ultimo jaar).
Overlevingsgrondslagen
Pensioenfonds Horeca & Catering stelt de technische voorzieningen sinds 31 december 2012 vast op basis van de AG Prognosetafel
2012-2062. Daarbij houdt het fonds rekening met de branchespecifieke ervaringssterfte.
Voor wezen neemt Pensioenfonds Horeca & Catering geen sterftekansen in aanmerking. De pensioenverplichtingen voor niet-ingegaan
wezenpensioen stelt het fonds vast op 6% van de contante waarde van de nabestaandenpensioenen, behorende bij het
ouderdomspensioen van deelnemers jonger dan 65 jaar.
Meeverzekerde partner
Het fonds veronderstelt dat de partner van een mannelijke deelnemer drie jaar jonger is. De partner van een vrouwelijke deelnemer
veronderstelt het fonds drie jaar ouder.
De veronderstelde gehuwdheidsfrequentie voor mannen:
• loopt op van 22% op 21 jaar tot 90% op 35 jaar en
• blijft daarna gelijk tot 65 jaar.
De veronderstelde gehuwdheidsfrequentie voor vrouwen:
• loopt op van 35% op 21 jaar tot 85% op 30 jaar
• blijft gelijk tot 50 jaar en
• neemt daarna af tot 70% op 65 jaar.
Vanaf de 65-jarige leeftijd neemt de veronderstelde gehuwdheidsfrequentie af met de sterftekans van de meeverzekerde partner.
Arbeidsongeschiktheid
Voor deelnemers aan wie vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend, is de voorziening gelijk aan de
contante waarde van de tot de pensioendatum te verwerven pensioenaanspraken.
- 58 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Opslag percentage voor kosten
Voor toekomstige kosten met betrekking tot de administratie en uitbetaling van de pensioenen na ingang, verhoogde het fonds de netto
technische voorziening met 4,0% (2012: 4,0%).
Toeslagen
Toeslagverlening vindt plaats aan:
• actieve deelnemers, omdat in de premievaststelling een opslag van 0,9% van de premiegrondslag voor dit doel is opgenomen;
• alle deelnemers voor zover er voldoende middelen zijn.
Toeslagverlening actieve deelnemers
Deelnemers die gedurende het boekjaar actief waren, hebben per 31 december van dat jaar een onvoorwaardelijk recht op een toeslag op
de opgebouwde pensioenaanspraken. Per 31 december 2013 kent het fonds aan de deelnemers die in 2013 actief waren een toeslag toe
ter grootte van 0,70% (2012: 0,70%).
Toeslagverlening alle deelnemers
Het bestuur kan jaarlijks besluiten om een toeslag te verlenen. Daarbij gaat het om de vastgestelde opgebouwde pensioenaanspraken van
alle deelnemers per 1 januari van enig kalenderjaar. Dit is alleen mogelijk als de financiële situatie van het pensioenfonds zodanig is dat
deze toeslagverlening niet ten koste gaat van de pensioenrechten en -aanspraken en het fonds over vrij eigen vermogen beschikt. Het
bestuur heeft de mogelijkheid om te bepalen dat de pensioenaanspraken van actieve deelnemers met een ander percentage worden
verhoogd dan de vastgestelde aanspraken op ingegane pensioenen en premievrije aanspraken op pensioen van gewezen deelnemers.
Gezien de financiële positie van het fonds besloot het bestuur om de opgebouwde pensioenaanspraken van alle deelnemers per 1 januari
2014 met 0,75% te verhogen.
Toekomstige ontwikkelingen in het salarisniveau
Bij de vaststelling van de voorziening houdt Pensioenfonds Horeca & Catering geen rekening met toekomstige ontwikkelingen en
toeslagen. Met uitzondering van de toeslag per 1 januari van het komende boekjaar, als het bestuur in het verslagjaar het besluit tot
toeslagverlening nam.
Langlopende schulden
De oprenting van de uitstaande depots geschiedt op basis van een rente van 4%. Het fonds onttrekt de verschuldigde premies aan de
depots.
Overig
Het fonds waardeert de overige activa en passiva tegen nominale waarde.
Grondslagen voor de staat van baten en lasten
Premiebijdragen
De premiebijdragen zijn de aan het boekjaar toe te rekenen bijdragen van werkgevers en werknemers. Daarbij horen ook de bijdragen van
de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) en UWV. De in het jaarverslag 2012 opgenomen premies herrekende het
fonds met gebruikmaking van de laatst bekende UWV-gegevens. Het verschil in premie is in dit verslagjaar in de cijfers opgenomen. De
premies over het kalenderjaar 2013 berekende het fonds op basis van de definitieve opgelegde premies over 2012, aangepast met de
verwachte loonontwikkeling en bedrijfstakgegevens.
Waardeoverdrachten
Pensioenfonds Horeca & Catering baseert de overdrachtswaarden van over te dragen pensioenen op de berekeningsgrondslagen van het
Besluit reken- en procedureregels waardeoverdrachten. De waardeoverdrachten rekent het fonds toe aan het verslagjaar waarin het fonds
de bijbehorende pensioenaanspraken verwerkte.
Beleggingsresultaten
Directe beleggingsopbrengsten
De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op de aan het verslagjaar toe te rekenen interest en in het verslagjaar gedeclareerde
dividenden en overige opbrengsten.
Indirecte beleggingsopbrengsten
De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of -dalingen.
- 59 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Kosten toe te rekenen aan beleggingen
De kosten van vermogensbeheer brengt Pensioenfonds Horeca & Catering in mindering op de som van de directe en indirecte
beleggingsopbrengsten. Deze kosten betreffen met name de kosten van externe vermogensbeheerders, transactiekosten en het deel van
de uitvoerings- en bestuurskosten van het fonds dat is toe te rekenen aan de beleggingen.
Pensioenuitkeringen
Onder pensioenuitkeringen neemt het fonds de uitkeringen op voor ouderdoms-, nabestaanden-, wezen- en vroegpensioen en uitkeringen
in het kader van de WAO-aanvullingsregeling en –gatregeling, die ten laste van het verslagjaar komen. Ook neemt het fonds hierin de
eenmalige uitkeringen op voor de afkoop van pensioenen die onder het wettelijke minimum liggen.
Herverzekering
De risico’s die horen bij het nabestaandenpensioen in de aanvullende pensioenregeling, inclusief de premievrijstelling hiervoor in geval van
volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van de IVA, zijn volledig herverzekerd. Dit op risicobasis gesloten
herverzekeringscontract is tot en met 2011 ondergebracht bij de Algemene Levensherverzekerings Maatschappij NV (een
dochteronderneming van Swiss RE Europe S.A.). Met ingang van 2012 treedt Elips Life (eveneens een dochteronderneming van Swiss RE
Europe S.A.) op als herverzekeraar van deze risico’s.
Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht
Pensioenfonds Horeca & Catering stelt het kasstroomoverzicht op volgens de directe methode. Kasstromen in vreemde valuta’s rekent het
fonds om tegen de actuele koers.
De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit het saldo liquide middelen. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen
plaatsvindt, neemt het fonds niet op in het kasstroomoverzicht.
- 60 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Toelichting op de te onderscheiden posten op de balans
- 61 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Schattingen van de actuele waarde van de beleggingen zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de
beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een
significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen daarom niet met precisie
worden vastgesteld. Op basis van deze verscheidenheid en gradaties in waarderingsmethoden kunnen de beleggingen worden ingedeeld
naar drie waarderingsniveaus:
Niveau 1: De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van identieke beleggingen in een actieve
markt.
Niveau 2: De waarde is afgeleid van netto-contante-waarde berekeningen op basis van waarneembare marktdata. De impact van
veronderstellingen is hierbij beperkt.
Niveau 3: De waardering bij vastgoedbeleggingen is afgeleid van onafhankelijke externe taxaties. Bij private equity is de waardering
gebaseerd op overige geschikte methoden. De impact van veronderstellingen is bij niveau 3 waarderingen als gevolg van het ontbreken van
waarneembare marktdata hoger dan bij niveau 2. De veronderstellingen ten behoeve van de schattingen van de actuele waarde zijn een
momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen
zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (zoals bij de schatting van de risico-opslag in de
verdisconteringsvoet, de schatting van kasstromen, de schatting van de restwaarde etc.) en kunnen daarom niet met precisie worden
vastgesteld.
- 62 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Op basis van deze indeling kan de beleggingsportefeuille als volgt worden samengevat:
Door de positieve marktwaarde van de rentederivaten ultimo 2013 ontving Pensioenfonds Horeca & Catering € 156 miljoen aan collateral
in stukken (staatsobligaties) (2012: € 355 miljoen).
Een deel van de beleggingsportefeuille is beschikbaar voor in bruikleen gegeven effecten. Van dat deel van de portefeuille heeft
Pensioenfonds Horeca & Catering alleen het economisch eigendom. Per 31 december 2013 zijn beleggingen met een waarde van circa
€ 0,5 miljoen (2012: € 178 miljoen) in bruikleen gegeven. Dit bedrag bestaat uit € 0,5 miljoen in aandelen (2012: € 45 miljoen in aandelen
en € 133 miljoen in obligaties). In 2013 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering het securities programma beëindigd.
Het fonds heeft een belang van 33,33% in Klantenconsortium Innovact B.V. (KCI), gevestigd te Utrecht. Deze vennootschap had een 100%
belang in Innovact B.V. (Innovact). Op 9 augustus 2013 heeft KCI haar belang in Innovact verkocht. Naar verwachting wordt KCI in de loop
van 2014 geliquideerd.
De waardering van de deelneming in KCI was in 2009 op nihil gesteld, gegeven de toenmalige intrinsieke waarde. Mede als gevolg van de
behaalde boekwinst bij verkoop van Innovact heeft KCI ultimo 2013 een positief eigen vermogen en is op basis daarvan de deelneming KCI
geherwaardeerd.
- 63 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
- 64 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
De banktegoeden zijn ter vrije beschikking. De liquide middelen ten behoeve van vermogensbeheer, betreffen de liquide middelen die bij
de externe vermogensbeheerders beschikbaar zijn.
Passiva
Stichtingskapitaal en reserves
Het fonds kent geen stichtingskapitaal en statutaire reserves.
Op grond van de Pensioenwet, en het daaruit voortvloeiende Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, dient het vermogen van
het pensioenfonds ten minste gelijk te zijn aan de technische voorzieningen plus het minimaal vereiste eigen vermogen. Het minimaal
vereiste vermogen bedraagt circa 4,1% van de technische voorzieningen. Per 31 december 2013 is het minimaal vereiste vermogen gelijk
aan € 193 miljoen.
Pensioenfonds Horeca & Catering dient buffers aan te houden voor de risico’s die het loopt. Dit betreft buffers voor:
• het renterisico;
• het risico van zakelijke waarden;
• het valutarisico;
• het grondstoffenrisico;
• het kredietrisico;
• het verzekeringstechnisch risico.
Door deze risico’s te kwantificeren berekent Pensioenfonds Horeca & Catering het vereiste eigen vermogen. Dit is het vermogen dat hoort
bij de evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In de evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk
vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds voor de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de
pensioenovereenkomst binnen één jaar over minder middelen beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen.
Op basis van het strategische beleggingsbeleid bedraagt het vereiste eigen vermogen voor Pensioenfonds Horeca & Catering op
balansdatum 19,9% van de technische voorzieningen. Per 31 december 2013 bedraagt het vereiste eigen vermogen, inclusief het
eerdergenoemde minimaal vereiste vermogen, € 937 miljoen.
Het verschil tussen het totale eigen vermogen en het vereiste eigen vermogen is het vrij eigen vermogen. Dit vrij eigen vermogen is per 31
december 2013 gelijk aan € 97 miljoen negatief.
- 65 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Bij de vaststelling van de technische voorzieningen baseert het fonds de mutatie in de voorzieningen op de rentetermijnstructuur begin
boekjaar. Vervolgens stelt het fonds de technische voorzieningen einde boekjaar vast op basis van de dan geldende rentetermijnstructuur.
Het verschil tussen de rente begin en einde boekjaar is verantwoord als wijziging marktrente. De rentetoevoeging is gebaseerd op de
1-jaarsrente van 0,351% (2012: 1,544%). De wijziging actuariële grondslagen betreft de overgang naar de AG-Prognosetafel 2012-2062.
- 66 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Private equity
Ten aanzien van beleggingen in niet-beursgenoteerde private equity beleggingsfondsen en niet-beursgenoteerd vastgoed is Pensioenfonds
Horeca & Catering verplichtingen aangegaan waarvan de betalingen pas in de komende jaren plaatsvinden. Per 31 december 2013
bedragen deze verplichtingen voor de private equity beleggingsfondsen € 115 miljoen (2012 € 140 miljoen) en voor het nietbeursgenoteerd vastgoed € 35 miljoen (2012 € 70 miljoen).
Meerjarige huurovereenkomst
In 2013 is een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot het pand dat door Pensioenfonds Horeca & Catering als kantoorruimte
wordt gebruikt. De overeenkomst heeft een looptijd tot en met 30 september 2023. De jaarhuur bedraagt € 397.000. De huur wordt
jaarlijks geïndexeerd op basis van de algemene prijsontwikkeling. In verband met deze overeenkomst is een bankgarantie verstrekt aan de
verhuurder voor een bedrag van € 126.000.
Toelichting op de te onderscheiden posten op de staat van baten en lasten
Baten
De premie voor de basispensioenregeling bedraagt in 2013 16,8% van de premiegrondslag. Pensioenfonds Horeca & Catering berekende de
premies voor het heffingsjaar 2013 op basis van de eindafrekening voor 2012 waarbij rekening is gehouden met de (loon)ontwikkelingen in
de bedrijfstak. Ook zijn de premies opgenomen die voortvloeien uit eindafrekeningen over vorige heffingsjaren.
Werkgevers en werknemers dragen gezamenlijk bij aan de premies voor de basispensioenregeling. De premies voor aanvullende regelingen
betreffen zowel individuele verzekeringen als collectieve contracten. Onder ‘Bijdrage kostendekkendheid’ nam het fonds de additionele
bijdrage op die sociale partners in het horecabedrijf en in de contractcateringbranche ter beschikking stelden voor de kostendekkendheid
van de premie voor 2011 (uiteindelijk 2012).
- 67 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Lasten
De wijziging actuariële grondslagen heeft betrekking op de overgang naar de AG-Prognosetafel 2012-2062.
- 68 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Pensioenuitvoeringskosten bestaan uit de kosten van de uitvoeringsorganisatie, samen met de kosten van het bestuur en andere organen
en de algemene kosten van het fonds.
Personeelskosten (in- en extern) bestaan uit de salariskosten van het eigen personeel en de kosten voor inhuur van extern personeel.
De overige kosten bestaan onder andere uit de kosten van vacatiegelden voor het bestuur, het verantwoordingsorgaan, de auditcommissie
en de beleggingsadviescommissie. Verder zijn ook de kosten voor automatisering, de huisvestingskosten, de kosten voor communicatie,
het honorarium van de externe accountant en andere algemene kosten onder ‘Overige kosten’ opgenomen.
Ultimo 2013 had Pensioenfonds Horeca & Catering 140 fte in dienst (2012 144 fte).
Bestuur
De totale vacatiegelden voor bestuursleden bedroegen in 2013 € 210.872 (2012 € 154.734). In 2013 betaalde het fonds ten behoeve van
beide voorzitters een vaste vergoeding van € 52.070 per persoon per jaar (2012 € 34.727). Voor de overige bestuursleden betaalde het
fonds een vast bedrag van € 13.530 aan vacatiegeld per jaar (2012 € 13.530). Met ingang van 2013 wordt, waar van toepassing, in verband
met gewijzigde wet- en regelgeving ten aanzien van vergoedingen voor bestuurders en commissarissen tevens BTW vergoed over in
rekening gebrachte vergoedingen.
In het kader van de deskundigheidsbevordering en ondersteuning van beide voorzitters stelde het fonds aan zowel FNV Horecabond als
Koninklijke Horeca Nederland - als benoemende organisaties van beide voorzitters - in 2013 een bedrag van € 17.356 als voorschot ter
beschikking, in totaal € 34.712 (2012 € 52.972, te weten € 32.972 aan FNV Horecabond en € 20.000 aan Koninklijke Horeca Nederland).
Verantwoordingsorgaan
De kosten voor vacatiegelden, opleidingskosten en reiskosten voor de leden van het verantwoordingsorgaan bedroegen in 2013 € 21.890
(2012 € 29.320).
Auditcommissie
Het totale vacatiegeld voor de leden van de auditcommissie bedroeg in 2013 € 39.649 (2012 € 35.341).
Beleggingsadviescommissie
Het totale vacatiegeld voor de leden van de beleggingsadviescommissie bedroeg in 2013 € 40.098 (2012 € 37.383).
Directie
De bezoldiging van de directie bedroeg in 2013 € 304.057 (2012 € 281.820). Het bedrag voor 2013 is inclusief € 15.578 crisisheffing.
- 69 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Accountant
Het honorarium voor de externe accountant met betrekking tot de wettelijke controle van de jaarrekening en verslagstaten bedroeg in
2013 € 99.825 (2012 € 100.000). Het honorarium voor de certificerend actuaris met betrekking tot de wettelijke controle bedroeg in 2013
€ 50.000 (2012 € 60.000).
De herverzekeringspremie is voor de herverzekering van de risico’s verbonden aan de aanvullende collectieve en individuele verzekeringen.
Op basis van de grondslagen voor de vaststelling van oninbare vorderingen doteerde het fonds in 2013 € 2,1 miljoen aan de voorziening
voor oninbare premies.
- 70 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Actuariële en bedrijfstechnische analyse over 2013
Uit de rekening van baten en lasten blijkt dat boekjaar 2013 met een saldo van € 278,7 miljoen (2012 € 539,7 miljoen) is afgesloten.
Pensioenfonds Horeca & Catering verklaart dit saldo als volgt:
- 71 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Premie 2013
De huidige pensioenregeling is van kracht vanaf 1 januari 2007. In deze basispensioenregeling wordt ouderdomspensioen opgebouwd
over de pensioengrondslag. Dat is het gemaximeerde, pensioengevende salaris verminderd met een franchise. De premie wordt
uitgedrukt als een percentage van deze pensioengrondslag. De totale doorsneepremie is gelijk aan 16,8% van de pensioengrondslag,
ofwel: circa € 292 miljoen9 in het jaar 2013.
De kostendekkende premie voor 2013 berekende het fonds op basis van de door de Nederlandsche Bank gepubliceerde
rentetermijnstructuur per 31 december 2012. De kostendekkende premie is als volgt10:
De totale kostendekkende premie voor 2013 bedraagt 15,8% van de pensioengrondslag, ofwel: circa € 278 miljoen.
Eind 2010 constateerde het bestuur dat de premie voor 2011 niet geheel kostendekkend zou zijn door de toenmalige rentestand. Sociale
partners in het horecabedrijf stelden daarop een bedrag van € 20 miljoen ter beschikking door (een deel van) het overschot van middelen
bij SOHOR aan te wenden. Sociale partners in de contractcateringbranche hebben in oktober 2011 aangegeven in gelijke mate te willen
bijdragen aan de kostendekkendheid van de premie over 2011. Dit leidde tot de toezegging dat werkgevers en werknemers in de
contractcateringbranche in 2012 en 2013 elk 0,27% van de pensioengrondslag (1,08% in totaal) afdragen als additionele bijdrage. De
totale toezegging van € 22,2 miljoen (horeca en contractactering samen) is verantwoord als premiebate 2012. De reden hiervan is dat de
feitelijke premie over 2011 uiteindelijk toch kostendekkend bleek te zijn. Het bestuur bestemde daarom de ontvangen (en toegezegde)
bijdragen ter dekking van de kostendekkendheid van de premie voor 2012.
Risicoparagraaf
Risicoparagraaf
Het bestuursverslag licht toe welke risico’s Pensioenfonds Horeca & Catering op strategisch en operationeel gebied signaleert en welk
beleid het fonds voert ter beheersing van die risico’s. De onderstaande tekst licht de kwantitatieve aspecten van de risico’s nader toe.
Solvabiliteitsrisico
Het belangrijkste risico voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het solvabiliteitsrisico. Dat is het risico dat Pensioenfonds Horeca &
Catering niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te kunnen nakomen. De ontwikkeling van het
solvabiliteitsrisico wordt gemeten aan de hand van de dekkingsgraad. Dit is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de
pensioenverplichtingen. Het verloop daarvan blijkt uit de grafiek ‘Ontwikkeling dekkingsgraad in 2013’ in het hoofdstuk ‘Financiële
situatie en herstel’. Als de solvabiliteit zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte is voor (voorwaardelijke)
toeslagverlening. Ook kunnen dan aanvullende maatregelen nodig zijn om de solvabiliteit op korte(re) termijn te verbeteren.
Toezichthouder de Nederlandsche Bank hanteert op basis van de Pensioenwet en het Financieel Toetsingskader (FTK) een
gestandaardiseerde methode om te toetsen of het pensioenfonds voldoende vermogen heeft om risico’s te kunnen opvangen. Bij deze
FTK-standaardtoets wordt het benodigde vermogen voor elk risico berekend aan de hand van een aantal risicoscenario’s. De uitkomsten
worden mede bepaald door marktomstandigheden en het risicoprofiel van de beleggingen. Voor het risicoprofiel van de beleggingen
ultimo 2013 is de normportefeuille 2014 als uitgangspunt genomen. Sommige risico’s doen zich simultaan voor terwijl dat voor andere
risico’s juist niet geldt (mate van correlatie). Daarom wordt bij de vaststelling van het benodigde vermogen ook rekening gehouden met
diversificatie-effecten.
9 Het betreft hier premie uitsluitend inzake premiejaar 2013.
10 De kostendekkende premie voor 2013 is berekend op basis van salarisgegevens van 2012 omdat de salarisgegevens van 2013 nog niet beschikbaar zijn.
- 72 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Er is sprake van voldoende eigen vermogen als de reserves hoger zijn dan het zogenoemde vereist eigen vermogen. Dit vereist eigen
vermogen omvat het vermogen dat nodig is om het totale effect van de risico’s te kunnen opvangen. De onderstaande tabel toont de
uitkomsten van de FTK-standaardtoets voor Pensioenfonds Horeca & Catering uitgaande van het strategische beleggingsbeleid:
Op basis van de FTK-standaardtoets dient Pensioenfonds Horeca & Catering eind 2013 minimaal 19,9% van de technische voorzieningen
aan reserves te hebben. Uit de tabel blijkt dat ook eind 2013 sprake is van een reservetekort. Het tekort ontstond in 2008 en als gevolg
hiervan stelde Pensioenfonds Horeca & Catering een herstelplan op. Dit herstelplan bevat maatregelen om dit tekort op te heffen. In juli
2009 stemde de Nederlandsche Bank in met het ingediende herstelplan. Het vereist eigen vermogen uitgedrukt in dekkingsgraad (volgens
het FTK) nam in 2013 toe van 119,5% naar 119,9%. Dit is met name het gevolg van een toename in het renterisico.
Pensioenfonds Horeca & Catering onderkent onder meer de risico’s uit de FTK-standaardtoets en licht die hieronder nader toe: Renterisico
(S1), Zakelijke waardenrisico (S2), Valutarisico (S3), Grondstoffenrisico (S4), Kredietrisico (S5) en Verzekeringstechnisch risico (S6).
Daarnaast onderkent het fonds een liquiditeitsrisico.
Renterisico (S1)
Het renterisico is het risico dat de waarde van het vastrentende deel van het belegde vermogen en van de technische voorzieningen
verandert als gevolg van wijzigingen in de marktrente. De rentegevoeligheid die voor Pensioenfonds Horeca & Catering ultimo 2013 geldt
is in de onderstaande tabel gespecificeerd naar pensioenverplichtingen, vastrentende waarden en rentederivaten (swaps overlay). Deze
tabel toont de rentegevoeligheid ultimo 2013 door zowel het effect op het vermogen als op de dekkingsgraad weer te geven bij een
verandering van de rente met 1-procentpunt.
- 73 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
In de bovenstaande tabel is de rentegevoeligheid van de pensioenverplichtingen gebaseerd op de driemaands gemiddelde
rentetermijnstructuur met de Ultimate Forward Rate (UFR)-methodiek. De Nederlandsche Bank besloot in 2012 de rentetermijnstructuur
voor de bepaling van de technische voorzieningen aan te passen door de introductie van een UFR voor langere looptijden. Dit betekent een
aanpassing van de rentetermijnstructuur voor looptijden vanaf 21 jaar. Voor looptijden tot en met 20 jaar is de rente nog steeds gelijk aan
de waargenomen driemaands gemiddelde rente. Voor looptijden vanaf 21 jaar wordt de rente aangepast door marktrente steeds minder
zwaar te wegen en de zogenoemde UFR van 4,2% steeds zwaarder te laten wegen. DNB publiceert deze rentecurve.
De technische voorzieningen zijn ultimo 2013 op basis van de DNB rentetermijnstructuur € 251 miljoen lager dan de technische
voorzieningen op basis van de swapcurve per 31 december 2013. Door de aanpassing van de rentetermijnstructuur met de UFR-methodiek
neemt ook de rentegevoeligheid van de technische voorzieningen af. Toepassing van de UFR-methodiek leidt ertoe dat het renterisico
ultimo 2013 voor 69% is afgedekt bij een rentedaling van 1% en voor 71% bij een rentestijging van 1%. Dit is opgenomen in bovenstaande
tabel. Het beleid van het fonds is erop gericht om het renterisico op basis van de swapcurve voor 64% af te dekken, waarbij een
bandbreedte van 59% tot 69% toegestaan is. De UFR-methodiek is daarmee het verschil tussen de voorgaande tabel opgenomen
renteafdekking en het beleid. Op basis van de swapcurve is de feitelijke renteafdekking conform het beleid.
Zakelijke waardenrisico (S2)
Het zakelijke waardenrisico omvat het risico op een afname van de marktwaarde van de zakelijke waarden (zoals aandelen en
vastgoedbeleggingen). Een koersdaling van de zakelijke waarden met 10% veroorzaakt een afname van de dekkingsgraad van 6,0%. De
marktwaarde kan wijzigen door factoren die specifiek zijn gerelateerd aan een individuele belegging of door algemene factoren.
Pensioenfonds Horeca & Catering beperkt dit risico door diversificatie, ofwel het spreiden van de zakelijke waarden over verschillende
beleggingscategorieën, sectoren en regio’s. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de verdeling van aandelen over regio’s
respectievelijk sectoren.
Valutarisico (S3)
Om risico’s te spreiden is een aanzienlijk deel van de beleggingen gedaan in landen buiten het eurogebied, waardoor deze beleggingen in
vreemde valuta luiden. Hierdoor loopt Pensioenfonds Horeca & Catering valutarisico.
Het valutarisico van de beleggingsportefeuille wordt strategisch afgedekt. Circa 50% van de beleggingen vindt plaats in valuta anders dan
de euro. Afdekking van het valutarisico zorgt voor (korte termijn) stabilisatie van de rendementen. In bepaalde gevallen wordt het
valutarisico echter open gelaten, namelijk bij die beleggingen in vreemde valuta waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer
lastig en/of bijzonder kostbaar is. Het afdekken van niet-materiële vreemde valuta (in termen van beslag op vereist eigen vermogen) leidt
daarnaast tot een zeer kleine reductie van het dekkingsgraadrisico, maar wel tot uitvoeringskosten. Het betreft hier vreemde valuta zoals
het Britse Pond, de Japanse Yen en de Zwitserse Frank. Het niet afdekken van deze valuta heeft het voordeel van lagere kosten en minder
- 74 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
liquiditeitsbeslag. Dit terwijl, mede door het diversificatievoordeel ten opzichte van de euro, er weinig tot geen invloed is op het vereist
eigen vermogen. Als laatste wordt het valutarisico op het mandaat in commodities opengelaten. Dit mandaat luidt in Amerikaanse dollar.
De doorgaans negatieve correlatie tussen grondstoffen en de Amerikaanse dollar zorgt voor een stabilisatie van het rendement in euro in
scenario’s van stress.
Na de bovenstaande uitzonderingen bestaat 79% van de beleggingsportefeuille uit beleggingen in euro en beleggingen in vreemde valuta
waarvan het valutarisico is afgedekt naar euro. Het openlaten van de resterende posities in vreemde valuta heeft geen significante invloed
op het risicoprofiel van het fonds dan wel op de buffervereisten die DNB stelt. Bovendien kan er zelfs een diversificerend effect verwacht
worden van het openlaten van een deel van het valutarisico.
Als uitvloeisel van het strategisch beleid om valutarisico’s af te dekken zet het fonds valutatermijncontracten in. Onderstaande tabel toont
de valutaposities van het fonds voor en na afdekking door valutaderivaten ultimo 2013. Onder ‘Overige’ zijn tevens de valuta’s van
opkomende landen opgenomen.
Grondstoffenrisico (S4)
Het grondstoffenrisico omvat het risico op fluctuaties in grondstoffenprijzen. Ultimo 2013 loopt Pensioenfonds Horeca & Catering via een
discretionair mandaat grondstoffenrisico over € 227 miljoen (ultimo 2012: € 197 miljoen).
Kredietrisico (S5)
Het kredietrisico omvat het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering verlies lijdt door faillissement of betalingsonmacht van
tegenpartijen op wie het fonds vorderingen heeft. Ook betreft dit het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet
meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten. Het kredietrisico wordt beperkt door het stellen van eisen aan de kredietwaardigheid
van tegenpartijen, door voldoende spreiding of door het verlangen van extra zekerheden.
De navolgende tabel toont de verdeling naar kredietwaardigheid (uitgedrukt in rating categorieën) van de vastrentende waarden. Uit
prudentiële overwegingen classificeert Pensioenfonds Horeca & Catering de vastrentende waarden op basis van de laagste ratingcategorie
van de volgende drie internationale kredietbeoordelaars: Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch.
Beleggingen in de categorie No rating betreffen met name Nederlandse particuliere en zakelijke hypotheken waarin Pensioenfonds Horeca
& Catering via fondsen belegt. Deze hypothekenfondsen hebben geen rating.
Pensioenfonds Horeca & Catering belegt een belangrijk deel van het vermogen in langlopende Europese staatsobligaties. De onderstaande
tabel geeft een overzicht van de landenverdeling binnen de vastrentende waarden.
- 75 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Naast kredietrisico bij beleggingen in vastrentende waarden loopt Pensioenfonds Horeca & Catering tegenpartijrisico bij derivaten en
positieve saldi op betaalrekeningen. Tegenpartijrisico is het risico dat een tegenpartij niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Bij
derivatentransacties betreft dit het risico dat tegenpartijen van renteswaps, commodities- en valutaderivaten (dit zijn zogenaamde ‘over
the counter’ (OTC) derivaten, waarbij een afspraak wordt gemaakt zonder tussenkomst van een beursinstantie) niet aan hun verplichtingen
kunnen voldoen. Pensioenfonds Horeca & Catering beheerst het tegenpartijrisico door middel van het zogenaamde ‘collateral
management’, waarbij effecten worden gebruikt als onderpand ter bescherming tegen het tegenpartijrisico. Met de tegenpartijen van
renteswap contracten wordt op dagbasis collateral uitgewisseld. Hierbij worden alleen staatsobligaties geaccepteerd, mits deze aan een
aantal criteria voldoen. Daarnaast worden transacties in OTC derivaten pas uitgevoerd nadat de kredietwaardigheid van tegenpartijen is
beoordeeld. Tevens spreidt Pensioenfonds Horeca & Catering het tegenpartijrisico over meerdere tegenpartijen. Bij positieve saldi op
betaalrekeningen betreft het tegenpartijrisico het risico dat de tegenpartij deze saldi niet kan voldoen. Pensioenfonds Horeca & Catering
dekt dit risico af door positieve saldi op betaalrekeningen te herbeleggen in liquiditeitsfondsen. Deze fondsen hebben een AAA-rating.
Verzekeringstechnisch risico (S6)
Het verzekeringstechnisch risico bestaat uit de risico’s op negatieve resultaten op de verzekeringstechnische (actuariële) grondslagen die
worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. De belangrijkste actuariële risico’s voor
Pensioenfonds Horeca & Catering zijn het langlevenrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico, waarbij eerstgenoemde naar verwachting
het meest materieel is en tot uitdrukking komt in het verzekeringstechnisch risico (S6).
Het (negatieve) langlevenrisico betreft het risico dat deelnemers langer blijven leven dan verondersteld bij de vaststelling van de
technische voorzieningen. Hierdoor zouden de getroffen technische voorzieningen niet toereikend kunnen zijn om alle toegezegde
pensioenaanspraken en pensioenrechten in de toekomst te kunnen uitkeren. Door de AG-Prognosetafel 2012-2062 toe te passen,
anticipeert het fonds reeds op stijgende levensverwachtingen, zodat het langlevenrisico wordt beperkt. Indien de levensverwachtingen
zich ontwikkelen conform deze prognoses dan is de verwachte gemiddelde levensverwachting in 2062 voor een 65-jarige man 22,3 jaar (nu
19,2 jaar) en voor een 65-jarige vrouw 23,7 jaar (nu 22,1 jaar).
Het (negatieve) arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds onvoldoende voorzieningen heeft getroffen voor
premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het toekennen van een WAO-gatuitkering of een WAO-aanvullingsuitkering.
- 76 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico is het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering op korte termijn over onvoldoende middelen beschikt om aan de
directe verplichtingen te kunnen voldoen. Pensioenfonds Horeca & Catering kent een positief saldo van premie-inkomsten en
pensioenuitkeringen. Tevens beschikt het fonds over snel liquide te maken beleggingen (ongeveer 80% van de totale portefeuille). Het
liquiditeitsrisico is verder gereduceerd doordat binnen elke beleggingscategorie (met uitzondering van private equity) een liquide mandaat
beschikbaar is zodat het fonds via liquide beleggingen kan bijsturen. Mede hierdoor is het liquiditeitsrisico voor het fonds zeer beperkt.
Zoetermeer, 20 juni 2014
Het bestuur
Jeu Claes
Frank Jansen
Maarten Markus
Paul Schoormans
Marco van Straten
Hans Veltkamp
Eiko de Vries
Harry de Wit
De directie
Paul Braams, directeur
- 77 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Overige gegevens
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Verklaring betreffende de jaarrekening
Aan: het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering
Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2013 van Pensioenfonds Horeca & Catering te Zoetermeer gecontroleerd. Deze
jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013, de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn
opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw
dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in
Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het
noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude
of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht
in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons
geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt
verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de
jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van
het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken
van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de
omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de
interne beheersing van het pensioenfonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen
voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van het pensioenfonds gemaakte schattingen, alsmede een
evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te
bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Pensioenfonds Horeca &
Catering per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek
of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1
onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen
beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Den Haag, 20 juni 2014
Ernst & Young Accountants LLP
Was getekend: drs. J. Niewold RA
- 79 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Actuariële verklaring
Opdracht
Door Pensioenfonds Horeca & Catering te Zoetermeer is aan Ernst & Young Actuarissen B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een
actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2013.
Gegevens
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur
van het pensioenfonds.
Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens
die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten
aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn
oordeel van belang zijn.
Werkzaamheden
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.
De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij
beoordeelde berekeningen heb aanvaard.
• heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen
toereikend zijn vastgesteld, en
• heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van
materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum
aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds.
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende
normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Oordeel
De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend
vastgesteld.
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het
wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.
Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort.
Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de
Pensioenwet, met uitzondering van artikel 132.
De vermogenspositie van Pensioenfonds Horeca & Catering is naar mijn mening niet voldoende, vanwege een beperkt reservetekort.
Amsterdam, 20 juni 2014
Was getekend: drs. C.D. Snoeks AAG
verbonden aan Ernst & Young Actuarissen B.V.
- 80 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Resultaatbestemming volgens statuten
In de statuten is geen bepaling opgenomen over de wijze waarop het saldo van baten en lasten moet worden verdeeld. Het saldo wordt
echter jaarlijks geheel ten gunste dan wel ten laste van de overige reserves gebracht, met inachtneming van de eventueel te vormen
bestemmingsreserves.
Gebeurtenissen na balansdatum
Na balansdatum deden zich geen voor de jaarrekening relevante gebeurtenissen voor.
- 81 -
Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2013
Colofon
Pensioenfonds Horeca & Catering presenteert haar
jaarverslag 2013 online op www.phencjaarverslag.nl.
Deze (officiële en volledige) PDF-versie van het online
jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering is hier
te downloaden: www.phencjaarverslag.nl/downloads.
Pensioenfonds Horeca & Catering
Postbus 7308
2701 AH Zoetermeer
I www.phenc.nl
E [email protected]
T (079) 363 14 00
Voorbehoud
Pensioenfonds Horeca & Catering besteedde de grootst mogelijke zorg
aan de samenstelling van het jaarverslag. Toch kunnen fouten voorkomen.
Aan fouten kunt u geen rechten ontlenen. Pensioenfonds Horeca & Catering
behoudt zich ook het recht voor fouten te herstellen.
© Pensioenfonds Horeca & Catering, 2014, www.phenc.nl/voorbehoud ®
- 82 -