Bouwers laten miljoenen aan subsidies liggen

SUBSIDIES
Energie Investeringsaftrek
200
in miljoenen euro’s
150
151
100
94
50
55
0
Milieu Investeringsaftrek
120
in miljoenen euro’s
100
101
80
76
60
40
20
25
0
Innovatiekrediet
200
in miljoenen euro’s
194
150
141
100
50
53
0
Vamil
35
30
25
20
15
10
5
0
-5
-10
33
in miljoenen
euro’s
24
-7
De duurzame led-gevel van Ziggo Dome in Amsterdam-Zuidoost. Archieffoto: HH/Marco Hillen
Beschikbaar
Gebruikt
Ongebruikt
Bouwers laten miljoenen
aan subsidies liggen
Bedrijven verkijken zich op hoeveelheid werk van aanvragen
Merel van der Ham
Den Haag - Niet de regels,
maar de bouwer zelf is zijn
grootste vijand bij het
aanvragen van subsidiegelden. Tientallen miljoenen
steungeld blijven ongebruikt
op de plank liggen.
Voor verduurzaming en innovatie stellen Rijk en lagere overheden een scala
aan subsidies beschikbaar. Veel bouwers vissen echter achter het net doordat ze een subsidieaanvraag onderschatten of omdat andere taken
prioriteit hebben en de aanvraag dan te
laat komt. Het gaat om subsidies die 4
tot 10 procent van de bouwkosten kunnen dekken. Intussen blijft subsidiegeld ongebruikt op de plank liggen.
Rolf Grouve, directeur van subsidieadviesbureau Innovation Connect, ziet
dat veel bouwbedrijven een subsidieaanvraag lichtzinnig opnemen. “Vaak
struikelen bedrijven over gemakzucht.
Bedrijven verkijken zich met regelmaat
op de hoeveelheid werk die een subsidieaanvraag met zich mee brengt. Dan
vinden ze dat ze sowieso recht hebben
op de subsidie. Maar er zijn nogal wat
voorwaarden en het venijn van een aanvraag zit ‘m in de details”, schetst hij.
“Ook al kom je overduidelijk in aanmerking voor een subsidie, je moet een gedegen aanvraag indienen. Doe je dat
niet, dan word je afgewezen. Heel simpel.”
Dat subsidiegeld ongebruikt blijft,
blijkt uit de meest recente jaarverslagen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de uitvoeringsdienst
voor de rijksregelingen. Voor de meest
bekende en omvangrijke regeling, de
Energie Investeringsaftrek (EIA), was in
2012 151 miljoen euro budget beschikbaar. Daarvan is slechts 94 miljoen euro
opgegaan. In hetzelfde jaar stond de teller van het innovatiekredietfonds op 53
miljoen euro, terwijl 194 miljoen euro
beschikbaar was. De Milieu Investeringsaftrek (MIA) scoorde beter. Van de
beschikbare 101 miljoen is na correctie
76 miljoen euro toegekend. Alleen de
Vamil, een afboekingsfaciliteit, werd
overvraagd. Dat jaar was 24 miljoen
euro beschikbaar en 33 miljoen euro
werd gevraagd. Cijfers van 2013 zijn nog
niet bekend.
Mitchell Gmelich, directeur van subsidieadvieskantoor Van Draekenburgh,
constateert eveneens dat bouwers
zichzelf de voet dwars zetten bij het
binnenhalen van subsidiegeld. “We
zien vaak dat bouwbedrijven niet op
tijd beginnen met een subsidieaanvraag. Het is begrijpelijk, want veel bedrijven doen niets voordat ze een opdracht binnen hebben. Zijn eenmaal
de handtekeningen gezet, dan gaan allerlei zaken tegelijk lopen. Voor een
bouwteam zijn er vaak eerst andere
prioriteiten, zoals het regelen van een
bouwplaats. De subsidieaanvraag sukkelt erachteraan. Maar als je een aanvraag een dag te laat inlevert, is het
over. Tja, dat zijn pijnlijke gesprekken
met de opdrachtgever.”
> PAGINA 3: WINST TE BEHALEN IN
DETAILS ONTWERP
Het is een effectief pakket
aan maatregelen, zeker
geen regelbrij
SUBSIDIES
Winst te behalen in details ontwerp
teeds meer bouwers storten zich in de wereld
van de subsidieaanvragen, constateert Mitchell
Gmelich, directeur van subsidieadvieskantoor
Van Draekenburgh. “Een gevolg van de toename in
design & build-contracten. Voorheen bestond ons
klantenbestand vooral uit beleggers. Met de nieuwe
contractvorm kunnen bouwers zich onderscheiden
in duurzaamheid, dus zijn ze steeds meer bezig met
het verkrijgen van duurzaamheidssubsidies.”
Bouwers hebben nog een bescheiden aandeel in de
subsidiemolen. In 2012 had de helft van alle
gesubsidieerde energie-investeringen in de Energie
Investeringsaftrek betrekking op de gebouwde
omgeving (600 miljoen op een totaal van 1,2
miljard, zie kader). Bouwbedrijven nemen hiervan
slechts 18 miljoen voor hun rekening. Tegelijkertijd
blijft subsidiegeld op de plank liggen. Een subsidie
kan 4 tot 7,5 procent van de bouwsom dekken, schat
hij. “Dat is aanzienlijk als je bedenkt dat de meeste
bouwers tevreden zijn met een omzet van winstmarge van 5 procent,” beaamt Gmelich. “Kansen
blijven liggen. Dat is natuurlijk ook ons bestaansrecht.”
Rolf Grouve, directeur van subsidieadviesbureau
van Innovation Connect, ziet dat bouwers vooral
kansen laten liggen bij de innovatiesubsidies. “Ten
opzichte van andere sectoren is de bouw redelijk
conservatief, er komen relatief veel minder
aanvragen voor innovatiesubsidies vanuit de bouw,
behalve dan misschien voor procesinnovaties zoals
lean bouwen, maar ook dat is al bijna een gepas-
S
< VERVOLG VAN PAGINA 1
De helft van de
gesubsidieerde
energie-investeringen had in 2012
betrekking op de
bebouwde omgeving. Van het
bedrag van 600
dat daarmee
gemoeid was, ging
maar 18 miljoen
naar bouwbedrijven.
Merel van der Ham
seerd station. Hoe eerder bedrijven zich als
technologiebedrijf gaan gedragen, hoe meer
research en development-regelingen voor ze
opengaan.” Het is geen free ride, benadrukt Grove.
“De overheid zal nooit het gehele risico afdekken. Zij
nemen hoogstens een deel van het risico op zich,
daar zijn die regelingen ook voor bedoeld.”
Waar moeten bouwers op letten als ze in aanmerking willen komen voor steunmaatregelen van de
overheid? Vroeg beginnen, is het devies van
Gmelich. “Het liefste zijn wij betrokken vanaf de fase
voorlopig ontwerp/definitief ontwerp. In die fase
kun je namelijk nog je ontwerp aanpassen.”
Veel winst is te halen in de details van het ontwerp.
“Wat voor hout gebruik je, wat voor armatuur? Daar
moet je slim naar kijken. Je kunt bijvoorbeeld 2
procent van de kosten besparen met een goedkoper
armatuur, maar wellicht kun je met een duurdere
variant 10 procent subsidie krijgen.” Contracten en
bestekken moeten zo ingericht worden dat ze in pas
lopen met de subsidie-eisen. “We kijken naar de
ontwerpspecificaties en die moeten dan soms ook
nog worden aangepast. We begeleiden partijen,
hameren op voorwaarden en houden contact met de
subsidieloketten.” Dat alles is tijd voor nodig. “We
zien veel aanvragen stuk lopen op de timing, zeker
bij integraal duurzame bouwtrajecten.”
Opvallend is dat non-profitopdrachtgevers geen
aanspraak kunnen maken op de duurzaamheidssubsidie. De regeling is zo ingericht dat deze via een
aftrek op de winstbelasting bij de indieners terecht
komt. Schoolbesturen, gemeenten, zorginstellingen
maken geen winst. Geen winst, geen korting.
“Enerzijds begrijp ik het. Van non-profitinstellingen
hoop je te veronderstellen dat ze toch al duurzaam
bouwen. Anderzijds hebben ook zij te maken met
een budget waarvoor ze het aantal leerlingplaatsen
of zorgplaatsen zo goed mogelijk willen inrichten.
Duurzaamheid is dan een pre, maar geen primaire
overweging”, licht Gmelich toe. “Het gaat om een
aanzienlijk deel van het bouwvolume, zo’n 60
procent.” Hij kijkt met een aantal opdrachtgevers
naar juridische wegen om toch gebruik te kunnen
maken van de stimuleringsmaatregel. “We
onderzoeken of we de duurzame installaties
juridisch kunnen loskoppelen van het gebouw.
Op het bedrijfsterrein Gaasperwaard Vianen werkt Top Dak aan de isolatie van het nieuwe logistiek centrum van Dekker Hout. Foto: Ton Borsboom
Mitchell Gmelich. Foto: Jonas
Briels
Rolf Grouve. Foto: Frank
Visschedijk
Voor duurzame installaties kunnen er constructies
mogelijk zijn om toch van het fiscale voordeel te
genieten. Een voorbeeld kan zijn dat Philips niet de
led-verlichting levert, maar de branduren. Philips
blijft dan juridisch eigenaar. Maar goed, een
duurzame gevel juridisch loskoppelen is natuurlijk
vrij lastig.”
Grouve vind dat er te weinig subsidieregelingen
specifiek voor de bouw zijn. “Het moet natuurlijk
geen subsidiefabriek worden, maar het idee dat de
overheid te weinig geld heeft is gebaseerd op een
denkfout.Het is goedkoper om de bouw aan te
wakkeren met subsidies met terugbetalingsregeling dan de uitkeringen te betalen van bouwvakkers
die thuis op de bank zitten.”
Overigens vinden de adviseurs dat de overheid niets
aan te rekenen valt. Grouve lauwert de deskundigheid van de betrokken ambtenaren en ook Gmelich
is positief. “De overheid doet het goed en helder”,
stelt Gmelich. “Het is een effectief pakket aan
maatregelen, zeker geen regelbrij.”