Bekijk fragment

Inhoud
Woord vooraf 7
Inleiding 8
Deel I De catecheet 11
1 Heb jij het in je? 12
2 Geloof je het zelf? 16
3 Hoe werk je in een team? 21
Deel II De catechisant 27
4 Hoe werkt een tienerbrein? 28
5 Wat is hun leefwereld? 34
6 Hoe ga je om met tienerzorgen? 39
7 Hoe ga je om met autisme en ADHD? 45
8 Hoe ga je om met geloofstwijfel? 52
Deel III De catechese 59
9 Wat is catechese? 60
10 Hoe leren tieners? 66
11 Hoe bouw je een les op? 73
12 Hoe werkt een goed gesprek? 79
13 Hoe lees je de Bijbel met tieners? 86
14 Hoe bid je met tieners? 92
15 Hoe bevorder je de groepssfeer? 97
16 Hoe ga je om met niveauverschillen? 104
17 Welke plek hebben de ouders? 110
18 Welke plek heeft de gemeente? 115
19 Welke plek heeft de samenleving? 120
Bijlagen 127
1 Breng je kwaliteiten en uitdagingen in kaart 128
2 Invulschema voor zelfreflectie 130
3 Evaluatieformulier om een catecheseles bij te wonen 132
4 Intervisie voor catecheten 134
5 Ontdek de leerstijlen in jouw groep 136
6 Stappenplan voor de lesvoorbereiding 141
7 Invulschema voor de lesvoorbereiding 145
8 Werkvormen 149
9 Werkvormen om de Bijbel te lezen met tieners 155
10 Vormen om te bidden met tieners 159
11 Bidden met plaatjes 162
12 Mediatips 163
13 Mogelijke thema’s 168
14 Voorbeeld voor een jaarplanning 170
15 Materiaal voor kindercatechese 172
16 Materiaal voor tienercatechese 174
17 Vergelijking van catechese-materiaal voor tieners 180
18 Materiaal voor belijdeniscatechese 184
19 Thematisch catechesemateriaal 188
20 Materiaal dat ook geschikt is voor niet-kerkelijke
jongeren 189
21 Bijzondere doelgroep: verstandelijke beperking 191
22 Bijzondere doelgroep: lichamelijke beperking 195
23 Cursusaanbod voor catecheten 200
24 Literatuurtips 202
Over de schrijvers 205
Woord vooraf
Je zult maar toegezegd hebben dat je catechese wilt geven en je
bent er niet voor opgeleid! Maar ook als je er wel voor opgeleid
bent, kun je sommige dingen best lastig vinden. Misschien ben
je al jarenlang catecheet, en hebt toch het gevoel dat je bepaalde
dingen anders moet doen. Maar hoe?
Echt een heel mooi en nuttig boek! De catecheet wordt stap voor
stap meegenomen in het werk van de catechese. De auteurs hebben zich verplaatst in de zaken die je dan tegenkomt. Wat moet
ik doen met de ADHD-er in de groep? En met de hoogbegaafden?
Wat is een geschikte film voor catechese? Hoe kan ik een les anders aanpakken? Welke werkvorm werkt voor mijn groep? Hoe
leren tieners eigenlijk? Enzovoort.
De antwoorden op deze vragen in dit boek helpen je als catecheet
echt verder, zowel de beginnende catecheet als de catecheet met
ervaring. De adviezen zijn gebaseerd op ervaringskennis, maar
ook op kennis van de didaktiek, de leefwereld van jongeren en
de geloofsontwikkeling. Je merkt dat de auteurs met plezier hun
ervaring en kennis hebben willen delen met andere catecheten.
Om samen iets moois te maken van de catechese, tot eer van God.
Ik kan dit boek van harte aanbevelen en hoop dat het veel catecheten zal bereiken!
Hans Meerveld
Docent didactiek van de catechese aan de Gereformeerde Hogeschool
Zwolle en Theologische Universiteit Kampen
Woord vooraf
Wat je nodig hebt in dit soort situaties, is advies uit de praktijk.
Dat vindt u in dit Handboek voor catechese. Het is geschreven door
mensen met ervaring en kennis van catechese en geloofsonderwijs, die zelf leuke en moeilijke ervaringen hebben meegemaakt
en door hebben wat er speelt bij catechisanten. Ze weten waar
catecheten behoefte aan hebben.
7
Inleiding
Handboek voor catecheten
8
Gefeliciteerd! Je bent catecheet. Of je wordt het binnenkort. Of
misschien noem je het anders, maar doe je hetzelfde: je geeft onderwijs aan de jeugd van de gemeente. Je staat voor een van de
mooiste taken in het kerkelijk leven. De boodschap die je doorgeeft, verandert levens en de doelgroep waar je mee werkt, is altijd verrassend. En nu is er ook nog een handboek dat jou erbij
kan helpen.
Want als je catechese geeft, kom je voor heel wat uitdagingen
te staan. Je hebt te maken met jongeren die zijn opgegroeid in een
andere tijd dan jij. Je wilt hun onderwijs geven over de Bijbel, een
boek dat jij zelf ook niet altijd begrijpt. Je probeert hen dichter bij
God te brengen, maar het is soms lastig aan te geven, waarin Hij
nu het verschil maakt. En dan is er nog de dynamiek van de groep.
Ze reageren druk op elkaar of juist helemaal niet. Ze hebben dezelfde leeftijd, maar zijn ook zo verschillend.
Voor wie
Het gaat in dit handboek over kerkelijk onderwijs aan jongeren
van 12 t/m 18 jaar. Er gebeurt natuurlijk meer aan vorming van
de jeugd en ook andere leeftijdsgroepen ontvangen catechese. Dit
handboek is niet onbruikbaar voor die andere groepen, maar als
we het breder maken, kunnen we minder specifiek zijn in onze
tips. En dat is nu net wat wij graag willen: informatie geven die is
toegesneden op jouw situatie.
Bij elk hoofdstuk staan tips om de inhoud te verwerken: door er
meer over te lezen, een interessante website te bekijken of het in
praktijk te brengen. Je kunt het boek individueel lezen en ermee
aan de slag gaan, maar het is ook heel nuttig om het samen met
een team van catecheten te gebruiken als toerustingsmateriaal.
Jouw vragen
Indeling
Het boek is ingedeeld in drie delen:
• Deel I: De catecheet
Wat moet ik kunnen om een goede catecheet te zijn? Welke rol
speelt mijn eigen geloof daarbij? En wat kan het werken in een
team voor mij betekenen?
• Deel II: De catechisant
We zoomen in op de catechisant. Hoe denken pubers? Hoe zit
hun leefwereld in elkaar? Met welke zorgen en problemen hebben ze te maken? Met welke twijfels lopen ze rond? Ontdek
wie je catechisanten zijn en hoe jij je lessen op hen kunt laten
aansluiten.
• Deel III: De catechisatie
In dit deel komen alle onderwerpen aan bod die te maken hebben met het leerproces. Bijvoorbeeld: Hoe voer je een goed gesprek? Hoe bid je met jongeren? Welke rol spelen de ouders en
de gemeente?
Tips
Minstens zo handig als de informatie in de hoofdstukken, zijn de
bijlagen. Daarin krijg je een heleboel praktische handreikingen,
voorbeeldschema’s, testjes en tips die jou direct kunnen helpen.
Als catecheet kun je het gevoel hebben dat je er alleen voor staat.
9
Inleiding
Al lezend zul je heel wat herkenbare situaties tegenkomen. Want
geloof me, je bent niet de enige die zich wel eens afvraagt:
• Hoe krijg ik mijn catechisanten enthousiast en betrokken?
• Wat kan ik zeggen om duidelijk te maken wie God is?
• Ben ik eigenlijk wel geschikt voor dit werk?
• En wat moet ik aan met de niveauverschillen?
Aan dit boek hebben allerlei auteurs meegewerkt (een overzicht
van de auteurs vind je op p.205). Ieder met een eigen specialiteit
en ruime ervaring als catecheet. Wij hebben dezelfde worstelingen gehad en delen onze leerpunten en expertise met jou om nu
jou verder toe te rusten voor je werk.
Maar je hoeft het wiel niet zelf uit te vinden. Je vindt er een model
om een intervisiegesprek te houden met andere catecheten, een
voorbeeld van een lesopzet, tips voor mediamateriaal, een heleboel werkvormen, een vergelijking van de beschikbare methoden
en nog veel meer.
Geniet!
Handboek voor catecheten
10
Ondanks de soms lastige kanten is catechisatie geven een geweldige taak. God is bezig met jongeren en jij kunt een bescheiden
rol hierin spelen. Je kijkt mee in de keuken van geloof en ziet
het langzaam rijpen. Je krijgt de kans om het hart van de jongeren te zien en echt contact met hen te maken. We hopen dat dit
boek eraan zal bijdragen dat jongeren geraakt worden door het
onderwijs dat ze krijgen en dat jij ervan geniet om hier deel van
te mogen zijn!
Deel I
De catecheet
1
Heb jij het in je?
Handboek voor catecheten
12
‘Dat je aan mij hebt gedacht! Daar ben ik stil van… Ik ben toch
geen goede catecheet. Een predikant weet veel meer van de Bijbel
dan ik. Ik weet wel dat ik het goed heb met de jongeren. Ik heb
contact met ze en ik zie ze staan bij de kerk, maar met hen praten
over de Bijbel?’ (Corina, gemeentelid, 45 jaar)
Ben jij ‘geroepen’ om jongeren de betekenis van het geloof uit te
leggen? En mag je met jongeren meelopen op hun weg van het
geloof? Voel jij dat zo en wat betekent dit voor je? En wie of wat
roept jou dan? Misschien voel je die roeping niet echt bewust,
maar vind je het gewoon leuk om catecheet te zijn. Het ligt je en
past bij je. De term ‘roeping’ vind je dan misschien wat zwaar
klinken. Toch kan het aspect van roeping meespelen in je keuze.
Als ze je vragen om catecheet te worden, kun je net als Mozes
reageren (Exodus 4: 10-17). Hij diskwalificeert zichzelf. Hij vindt
zichzelf geen goede spreker en zoekt altijd naar woorden. Mozes
weigert zelfs in – eerste instantie. Stuur toch iemand anders, God!
Herken je dat? Weiger je liever, omdat je je niet goed voelt?
Of merk je iets van de kracht van God in jou? God belooft Mozes
dat Hij hem de woorden in de mond zal leggen (Exodus 10:12). En
wijst hem op hulp in zijn nabije omgeving, zijn broer nog wel. Hij
hoeft het niet alleen te doen, maar kan sparren met zijn broer.
Wat zijn je drijfveren?
Je geloof is een belangrijke drijfveer om catechese te geven. Maar
je vraagt je misschien wel eens af, waarom je het doet. Vooral als
je tegen zware situaties aanloopt of met moeilijk gedrag van jongeren in aanraking komt. Dan kan je motivatie afnemen en ga je
nadenken over wat je beweegt. Je redenen om iets te doen, kunnen in de loop van de tijd veranderen, door ervaringen in je persoonlijke leven en toegenomen inzicht. Welke drijfveren heb jij?
Misschien herken je de volgende:
• Het hoort bij wie ik ben en hoe ik in de gemeente sta. Het is een
deel van mijn identiteit.
• Ik vind dat ik dit moet doen, omdat ik het belangrijk vind jongeren te overtuigen van het belang van het geloof voor hun
leven. Ik zie het als mijn roeping.
• Ik ben goed in het contact met jongeren en het leiden van
groepsgesprekken. Het is mijn kwaliteit.
Wat moet je kunnen?
Als catecheet zet je je persoonlijke vaardigheden, je kennis en je
houding in. En zet je jezelf in als gelovig mens. De optelsom van
dit alles noemen we je competenties. Vooral het leidinggeven aan
de groep en het sturen van de leerprocessen vragen, naast energie en doorzettingsvermogen, ook specifieke kwaliteiten.
De catecheet leert. Je ziet jezelf als docent. Je kunt een omgeving
creëren, die jongeren kansen geeft om te leren en zich een beeld
te vormen over God. Je kunt een helder doel formuleren voor je
programma. Je weet wat je wilt met de groep en wat jongeren
verlangen en kunnen. Je kent hun vragen. Je kunt reflecteren en
evalueren, want dat is nodig in een leerproces. Niet alleen zelf,
maar ook samen met de groep.
De catecheet begeleidt. Je bent een soort pastor. Je begeleidt jongeren (ook individueel) in het omgaan met geloofsvragen en levenskeuzes. Zij leven in diverse situaties. Dat vraagt dat je inzicht hebt
in hun gedrag en dat je psychologische en geestelijke processen
kunt begrijpen. Daarnaast leef je mee met hun vragen en heb je
een open houding. Je helpt hen zelf oplossingen aan te dragen en
je kunt daarbij de Bijbel gebruiken.
De catecheet leidt. Je bent een soort stuurman. Soms hou je het stuur
stevig in je handen of je laat het wat los. Er zijn vier leiderschapsstijlen, die je alle vier kunt gebruiken als catecheet. De groepsfase
en leeftijd van de jongeren hebben invloed op welke stijl je kiest.
13
Heb jij het in je?
Stel, je bent gedreven in je werk. Je wilt een inspirator zijn voor
jongeren. Je wilt laten merken dat je geloof in Jezus belangrijk is
in je leven. Je vertelt enthousiast en persoonlijk over je geloofservaringen. Maar je ontmoet jongeren die op heel andere dingen
gefocust zijn. Zij zijn actief op school, met vrienden en contacten
via sociale media. En de dingen die jij belangrijk vindt, kunnen
hen maar matig interesseren. Dat brengt spanning mee voor jezelf als catecheet. Hoe ga je hiermee om?
Handboek voor catecheten
14
• Participerende stijl: je bent gericht op de sociale relaties in de
groep. Je vindt het belangrijk dat de jongeren een fijn contact
hebben met elkaar en met jou. Je bent goed in het creëren van
een veilige sfeer en een prettig werkklimaat. Er is alle ruimte
voor geloofs- en levensvragen.
• Overtuigende stijl: je brengt gedreven en gemotiveerd de geloofsleer over. Je stijl is dichtbij je zelf en bij het leven van je
jongeren. De leerstof is belangrijk voor je en je kunt het goed
‘sappig’ maken.
• Delegerende stijl: je kunt duidelijke instructie geven en de jongeren mogen hun eigen ontdekkingen doen in de leerstof. Ze zijn
gemotiveerd en kunnen zelfstandig werken aan opdrachten en
taken. De actieve deelname van hen is hoog en levert duurzame leerervaringen. Ze kunnen er wat mee voor hun leven.
• Directieve stijl: je geeft duidelijke grenzen aan in de groep ten
aanzien van gedrag. Deze stijl zet je vooral in als jongeren nog
geen eigen activiteiten en taken aankunnen in de catechese.
Of als het gedrag van jongeren grensoverschrijdend is voor andere groepsleden of jezelf.
Hoe typeer je jezelf als catecheet? En hoe wil je graag dat de jongeren je zien? Een aantal mogelijke typeringen zijn leraar, pastor, theoloog, bemiddelaar, gelovige, coach, leerling, instrument…
Misschien heb je als catecheet wel een ander woord hiervoor.
Maar als je zou moeten kiezen, welke typering wordt het dan?
Welke past bij jou?
Je bent pas een goede catecheet, als je werk een pastorale uitstraling heeft. Met alleen een goed programma en Bijbelkennis kom je
er niet. Jongeren willen een authentieke catecheet ontmoeten. Een
echt mens die hun aandacht en vertrouwen geeft. Wie vertrouwen
geeft, krijgt vertrouwen!
•‘Tjonge, met haar kan ik goed praten’
•‘Wat een gave kerel!’
•‘Hij voert geen toneelspel op’
•‘Hij is net als ons!’
Vrijwilliger of professional?
Theologen, kerkelijk werkers en godsdienstleraren krijgen een
opleiding waarin ze professionele vaardigheden en competenties
ontwikkelen. Ze leren daar het vak als catecheet. Maar in ver-
Verwerking
1 Beschrijf waardoor of door wie je bent geïnspireerd om catecheet te
zijn.
2 Welke talenten heb jij die passen bij jouw taak in het geloofsonderwijs van jongeren? Gebruik hiervoor verschillende testen die op
internet te vinden zijn.
3 Beschrijf je competenties als catecheet. Waar ben je sterk in en
wat wil je (nog) ontwikkelen? Denk daarbij ook aan je valkuilen als
catecheet.
• Mijn sterke competenties zijn…
• Mijn te ontwikkelen competenties zijn…
Je kunt hiervoor ook bijlage 1 gebruiken.
4 Beschrijf wat je wilt als catecheet met jongeren. Wat is volgens jou
het belang van catechese?
5 Hoe zien jongeren jou? Gebruik eventueel een spel als ‘Kaarten
op tafel’ om jongeren te bevragen over jouw functioneren als catecheet. Vraag hun om een afbeelding uit te zoeken die zij vinden
passen bij jou en laat hen uitleggen waarom ze dit kaartje gekozen
hebben.
15
Heb jij het in je?
schillende kerken zijn vrijwilligers als catecheet actief. Dit is afhankelijk van de situatie in de gemeente.
De professional voert catechese uit als een van de taken. Met
name voor predikanten is het een deel van hun werk. Voor vrijwillige catecheten is het een zelfgekozen activiteit. Ze zijn gevraagd,
of hebben hun gaven en kwaliteiten zelf aangeboden.
Vrijwillige catecheten moeten zelf op zoek naar theologische
en didactische kennis en vaardigheden. Toerusting is voor hen
belangrijk. Aan de andere kant kunnen juist vrijwillige catecheten een prima ondersteuning zijn voor het werk van de ‘echte’
professionals.
Als beide in de gemeente actief zijn, biedt dit mogelijkheden
voor uitwisseling van ervaringen en kennis over het werk van
catechese. Ze kunnen van elkaar leren. En voor beide ‘soort’ catecheten is het de taak om gemotiveerd het werk te doen. Reflecteer en evalueer voortdurend op de vraag ‘Heb je het in je?’ Want
de duiding van je eigen motivatie bevordert de kwaliteit van het
werk. Ben je nog gemotiveerd en hoe blijf je dat?