SCHOOLGIDS

 SCHOOLGIDS 2014 - 2015 “Verstand van leren Gevoel voor kinderen” R.K. Basisschool - Zonnedauw 1 - 3831 AG - Leusden, tel. 033 – 4941719 website: www.klimrakker.nl e-mail: [email protected] 1 INHOUDSOPGAVE
1.1
Titel
1
1.2
Voorwoord
4
5
1.3
De school
2. Waar de school voor staat
2.1 Missie
2.2 Visie
2.3 Katholiek onderwijs
2.4 Klimrakker in de toekomst
2.4.1 De huisvesting
2.4.2 Fusie Klimrakker / Vallei
2.5 Plannen schooljaar 2014-2015
5
5
6
7
9
3. De organisatie van het onderwijs
3.1 De organisatie van de school
3.2 De samenstelling van het team
3.3 Oriëntatie op TOM
3.4 Hoogbegaafdheid
3.5 Kangoeroeklas
3.6 Gebruikte methodes
3.7 ICT in de school
3.8 Opleiden in de school (OIDS)
3.9 De activiteiten voor de kinderen
3.10 De leerlingenraad
3.11 Het gebouw
11
11
14
14
16
17
17
18
18
19
19
19
4. De zorg voor de kinderen
4.1 De opvang van nieuwe leerlingen op school
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen
4.3
De speciale zorg voor kinderen met speciale behoeften
4.3.1 De schoolbegeleidingsdienst
4.3.2 De Verwijsindex (V.I.R.)
4.4 De overgang naar het voortgezet onderwijs
4.5 Buitenschoolse activiteiten
20
20
22
23
24
24
25
25
5. De ouders
5.1 Medezeggenschapsraad en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
5.2 Oudervereniging
5.3 Tussenschoolse opvang (T.S.O.)
5.4 B.S.O. de Roversbende, van Humanitas
26
26
26
28
29
6. De stichting Voila
30
7. Overige informatie
7.1 Gewoonten op de Klimrakker
7.2 Leerplicht en verlof
7.3 Jeugdgezondheidszorg
7.4 Centrum voor Jeugd en Gezin
7.5 Verzekeringen en aansprakelijkheid
7.6 Schoolveiligheidsplan
7.7 Klachtenregeling
7.8 Leerlingenstatuut/ toelatingsbeleid
7.9 Rechten en plichten ouders, leerlingen en bevoegd gezag
7.10 Gescheiden ouders
33
33
35
37
38
40
40
41
42
43
43
10
2 7.11 Sponsoring
43
8.De resultaten van ons onderwijs
8.1 Inspectierapport
8.2 De eindopbrengsten van de school: Cito-eindtoets
8.3 Procedure overdracht naar VO
44
44
44
45
9 Actuele informatie voor het schooljaar 2014-2015
9.1 Bereikbaarheid van het schoolteam
9.2 Groepsverdeling schooljaar 2014-2015
9.3 Bereikbaarheid Schoolbestuur
9.4 Contact- en vertrouwenspersonen klachtenregeling
9.5 Adres inspectie van het Onderwijs
9.6 Medezeggenschapsraad
9.7 Oudervereniging
9.8 Schooltijden
9.9 Ziekmelding
9.10 Vakanties en vrije dagen
9.11 Vulpen
9.12 Podiumvoorstellingen
9.13 Gymnastiek
9.14 Luizencapes
9.15 Instemming MR
46
46
46
47
47
47
47
47
48
48
48
49
49
49
49
50
3 1.2 Voorwoord Voor u ligt de schoolgids 2014-2015 van katholieke basisschool Klimrakker te Leusden. In onze schoolgids vindt u de visie en missie van de Klimrakker zoals deze staat
geformuleerd in het Schoolplan 2011-2015. De schoolgids wordt gepubliceerd op onze website en is zodoende altijd en overal voor
ouders en belangstellenden in te zien. Als u nog vragen of opmerkingen heeft kunt u altijd contact opnemen met de school. Een vast onderdeel van de schoolgids is de bijlage met de actuele informatie voor dit
schooljaar. Daarin vindt u o.a.: - namen van de teamleden en hoe u ze kunt bereiken - de regeling school- en vakantietijden - samenstelling schoolbestuur, medezeggenschapsraad, ouderraad, organisatie van TSO en
BSO. Jaarlijks wordt de schoolgids bijgesteld en daarna vastgesteld door het bestuur en MR. Naast deze gids verschijnt elke drie weken een nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief wordt
verzonden via e-mail en kunt u terugvinden op onze internetsite www.klimrakker.nl. Op
deze site kunt u ook het nieuwe Schoolplan vinden evenals uitgaande brieven, foto’s en
verslagen van verschillende activiteiten. Namens het team en de medezeggenschapsraad van de school wens ik iedereen een
leerzaam en gezellig nieuw schooljaar toe! Adrie van Dijk
locatiedirecteur Klimrakker
Zonnedauw 1 3831 AG Leusden 033 – 4941719 06-20784234 [email protected] 4 1.3 De school Klimrakker is een katholieke basisschool die gelegen is aan de Zonnedauw in de wijk de
Wetering (het noordoostelijk deel van Leusden) in de nabijheid van de Middenweg en de
Asschatterweg. De directe verkeerssituatie rond Klimrakker is rustig: de Zonnedauw is een
straat met weinig verkeer. Op 01-10-2014 telde de school 145 leerlingen, die het komende jaar verdeeld zijn over 6
groepen. Naast de locatiedirecteur zijn er 9 leerkrachten en 2 onderwijsassistenten werkzaam. De
medewerkers zijn deels fulltime, deels parttime aan de school verbonden zijn. Inval
proberen wij zoveel als mogelijk intern op te lossen. 2. Waar de school voor staat 2.1 Missie Op Klimrakker begeleiden wij kinderen bij hun ontwikkeling in het heden en bereiden hen
voor op hun toekomst. Door middel van het aanleren van kennis en vaardigheden zorgen
wij ervoor dat kinderen zowel nu als later zichzelf een plek in de maatschappij kunnen
verwerven; dat zij niet alleen zichzelf staande kunnen houden in die maatschappij, maar
ook een positieve bijdrage daaraan kunnen leveren; dat zij oog hebben voor hun eigen
behoeften maar ook die van anderen. Al ons handelen in de school is erop gericht aan die
opdracht te werken. Klimrakker is een school van Voila. Stichting Voila is een interzuilair bestuur waarbij
verschillen tussen scholen uitgangspunt zijn, en samenwerking tussen scholen voorop
staat. De missie van ons bestuur sluit aan bij onze school. Ook wij gaan uit van verschillen
tussen kinderen en zoeken verbindingen op. Daarbij zijn de waarden van Voila ook leidend
binnen onze school: Respect Openheid, kwaliteit en communicatie zijn hierbij onze uitgangspunten. Ons team is een
lerend team, dat vanuit gezamenlijkheid en betrokkenheid zorg heeft voor elkaar, voor de
kinderen, voor de ouders en de omgeving. Het Klimrakker team wil een echt team zijn,
niemand buitensluiten en ook de kinderen opvoeden met die waarden.
Veiligheid Veiligheid voor kinderen zien wij als voorwaarde om tot leren te komen. Als kinderen zich
veilig voelen en gewaardeerd om wie ze zijn en om wat ze kunnen, zal hun ontwikkeling tot
bloei komen. Om dat te bereiken bouwen wij aan goede relaties met kinderen, hun ouders
en de omgeving. Wederzijdse waardering, integriteit en openheid naar elkaar zijn voor ons
de bouwstenen om tot een veilig klimaat te komen. Ontwikkeling Wij gaan ervan uit dat kinderen zich graag willen ontwikkelen, en om dat te bereiken zullen
wij voor hen boeiend onderwijs in een uitdagende leeromgeving creëren. Onze blik is
daarbij gericht op het heden en op de toekomst; dat wat kinderen nu leren moet hen
dienstbaar zijn in de rest van hun leven. Kinderen en leerkrachten zijn voortdurend in
beweging. De tijden veranderen, de eisen die aan het onderwijs worden gesteld door
ouders en overheid veranderen voortdurend en onze leerkrachten blijven zich ontwikkelen
om de ontwikkeling van onze kinderen zo goed mogelijk vorm te geven.
Ethiek Als school zijn wij deel van een groter geheel. Niet alleen voelen wij ons verantwoordelijk
voor onze kinderen en ons onderwijs, ook voelen wij ons verantwoordelijk voor de
omgeving waar wij deel van uit maken. Wij willen de kinderen bewust maken van het feit
dat zij een bijdrage kunnen leveren aan de omgeving en het verschil kunnen maken. Ieder
kind is uniek, en ieder kind doet ertoe. 5 Creativiteit Wij stimuleren kinderen om creatief te denken, een onderzoekende houding aan te nemen,
buiten bestaande kaders te denken en daarnaar te handelen. Vanuit een veilige omgeving
te zoeken naar nieuwe ideeën en die uit te werken, om zodoende te bouwen aan steeds
groter wordende kennis en steeds meer vaardigheden.
Autonomie Door kinderen actief te betrekken bij hun leerproces en maken wij ze
medeverantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling. Door betekenisvolle relaties met
anderen krijgt het begrip autonomie inhoud. ‘Zelf’ is voor ons niet hetzelfde als ‘alleen’.
Verschillen tussen kinderen zijn voor ons uitgangspunt in het onderwijs. Samenwerking en
zelfstandigheid gaan daarbij hand in hand. Klimrakker is een school van Voila. De missie van het bestuur is terug te zien in onze
school. 2.2 Visie Op Klimrakker hebben we ‘verstand van leren, gevoel voor kinderen’. Dit is dan ook de
slogan van onze school. Uitgaande van de onderwijsbehoeften van elk kind maken wij
onderwijs op maat vóór elk kind. Door middel van intensieve individuele- en teamscholing
heeft het team zich de afgelopen jaren bekwaamd in het oplossingsgericht- en
handelingsgericht werken. De 1-Zorgroute uit het project Afstemming is de weg die we hebben gekozen om te komen
tot een betere afstemming op wensen en mogelijkheden van kind, leerkracht, begeleiders
en ouders.
Onze uitgangspunten hierbij zijn: ● We denken, kijken, praten en handelen in termen van onderwijsbehoeften van
kinderen. De kinderen maken wij medeverantwoordelijk voor hun eigen leerproces. ● We gaan uit van een voortdurende samenwerking tussen leerkracht, leerling, ouders
en begeleiders. ● We richten ons op het benutten van kansen en positieve factoren. Daartoe voeren
de leerkrachten oplossingsgerichte gesprekken met kinderen waarbij gezocht wordt
naar kansen en mogelijkheden. ● We werken vanuit een referentiekader dat gebaseerd is op het systeemdenken: dit
heeft deze invloed op dat. ● We werken handelingsgericht (HGW); gericht op het geven van haalbare, bruikbare
adviezen. Wat heeft dit kind van deze ouders op dit moment nodig in deze groep
van deze leerkracht? ● In de klas worden coöperatieve werkvormen ingezet om de doelen te bereiken en de
leertijd zo effectief mogelijk te benutten;
Om vanuit onze visie aan onze missie te werken gaan wij ervan uit dat kinderen: ●
●
●
●
graag willen leren eigen verantwoordelijkheid willen leren dragen een steeds grotere zelfstandigheid ontwikkelen goed willen leren samenwerken 6 ● keuzes leren maken binnen hun eigen leerroutes ● leren reflecteren op hun eigen werk Om vanuit onze visie aan onze missie te werken zullen de leerkrachten: ●
●
●
●
●
●
●
●
●
rekening houden met de mogelijkheden van ieder kind handelen vanuit de onderwijsbehoeften van elk kind verschillen tussen kinderen als uitgangspunt nemen voor hun lessen uitgaan van de interesse van het kind zich blijven ontwikkelen en nieuwe inzichten hanteren om de kinderen actief te
betrekken de vorderingen van de kinderen vastleggen de kinderen uitdagen, begeleiden, ondersteunen en volgen de school als rijke leeromgeving inrichten regelmatig in gesprek zijn met de kinderen, en met de ouders over de kinderen. Om vanuit onze visie aan onze missie te werken verwachten wij van ouders: ●
●
●
●
●
dat
dat
dat
dat
dat
zij
zij
zij
zij
zij
de grondslagen en de onderwijsvisie van de school respecteren zich (mede) verantwoordelijk voelen voor het functioneren van hun kind open communiceren met de leerkrachten en directie gebruik maken van de contactmomenten op school in samenspraak met de school (mogelijke) problemen aanpakken. 2.3 Katholiek onderwijs “Het goede is te doen, zie het is al begonnen” Jesaja 43:19 Op Klimrakker gaan we uit van het goede van een persoon. Iedereen is van nature
ingegeven om het goede in het leven te doen. We gaan uit van een positieve mensvisie.
Dat is ook waar het katholieke geloof vanuit gaat. Opvoeding thuis en op school gebeurt
door een ieder te stimuleren in zijn/haar talenten en mogelijkheden, door waarden en
normen bij te brengen en te begeleiden. Op deze manier werken we met zijn allen aan de
persoonswording van de kinderen. Op Klimrakker zien we dat leerkrachten, kinderen en ouders elkaar serieus nemen en zich
kunnen en willen verplaatsen in de ander. Hierdoor ontstaat een verbinding, een uniek
samenzijn. Vertrouwen hebben in elkaar maakt dat ieder zich in veilige handen voelt. Het geloof kan de basis zijn van het dagelijks leven. Op school geven we invulling aan het
katholieke geloof d.m.v. lesactiviteiten en door ontmoetingen met elkaar. Tijdens een
ontmoeting kan de aanwezigheid van God worden gevoeld. Op Klimrakker uit zich dit in de
warmte, de geborgenheid en de veiligheid. De katholieke kerk zit vol symbolen. Niemand is gevoeliger voor symbolen dan een kind.
De kaarsen met kerst, de kerststal, de adventskrans die ons elke week al zingend en
vierend een stapje verder brengt naar het grote feest, het kerstfeest. De vastenactie, de
paaskaars, handelingen en symbolen die uitnodigen tot verhalen, tot verdieping en tot
delen met de ander. Het dagelijks, wekelijks, maandelijks en jaarlijks terugkomen van gebedjes, verhalen,
vieringen, symbolen en feestdagen leidt tot het doorvoelen van het kerkelijk jaar. Maar ook
tot kennis hiervan en van de bijbelse verhalen en hun betekenis. 7 Om het godsdienstonderwijs te ondersteunen maken wij gebruik van de methode
“Trefwoord”. De band met de kerk is in veel gezinnen anders geworden dan vroeger. Toch vinden veel
mensen het waardevolle van samen vieren/ beleven terug op school, via hun kinderen. De inhoud van de boodschap van Jezus heeft zijn waarde nooit verloren. Het gebod “Heb je naaste lief” zal niet alleen klinken tijdens de godsdienstlessen, maar
doorwerken in het samenwerken op school, in het coöperatief (=samen) werken. Dit met
ruimte voor het eigene van ieder kind en met openheid naar en met respect voor de
verschillende gezinnen waaruit onze kinderen komen. Klimrakker wil een veilige plek zijn
voor leerlingen, voor ouders en voor leerkrachten. Ouders nemen ook actief deel aan het
voorbereiden en uitvoeren van de feesten. Veiligheid is een voorwaarde voor een kind om tot leren te komen. De identiteit is op verschillende manieren zichtbaar binnen de school. In de groep zien we: ● Thematafels die gebaseerd zijn op de seizoenen en jaarfeesten. ● Ochtendgebed, voornamelijk in unit 1. ● Gedichten en gebeden als uitingsvorm voor en door de kinderen. ● Communicatie tussen leerkrachten, kinderen en ouders is respectvol. Ieder probeert
zich te verplaatsen in de ander. ● Oplossingsgericht praten met kinderen als inspiratiebron. Nieuwe dingen willen
proberen, ruimte voor de inbreng van de kinderen. ● Differentiatie binnen allerlei lessen. ● Ieders eigenheid wordt geaccepteerd. ● Verantwoordelijk zijn voor elkaar, en iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen
gedrag. We leren kinderen om zelf verantwoordelijk te zijn voor het eigen werk. ● Gebruik van de methode Trefwoord met ruimte voor de persoonlijke inbreng van de
leerkracht. ● Bij voldoende belangstelling geven wij communielessen in groep 4, om samen de
communicanten voor te bereiden op de Eerste Communie. In de school zien we: ● Ouders en kinderen stralen plezier uit. ● Contact tussen ouders en leerkracht is laagdrempelig. ● Ruimte voor elk persoon en zijn/haar gevoelens. We veroordelen niet. Iedereen mag
zijn zoals hij/zij is. ● Zorg en aandacht. Hulp naar elkaar, luisteren naar elkaar, elkaar helpen. Samen
lachen en samen huilen. ● Vertrouwen hebben in jezelf en de ander. ● Open staan voor de ander. ● Katholieke vieringen zoals Pasen, Kerst en Carnaval. ● Vieringen voor en door kinderen, waarbij ouders worden uitgenodigd. ● Jaarlijkse vastenactie waarin kinderen iets kunnen betekenen voor kinderen die het
minder hebben dan zij. ● Projectweek (schoolbreed). ● Groepsdoorbrekend lesgeven. ● Diverse bijeenkomsten zoals het beginfeest en de podiummiddagen (zie pagina ). ‘Men onderwijst niet wat men weet, men onderwijst wat men is’. 2.4
Klimrakker in de toekomst De verwachting is dat we midden/eind 2016 de deur van een gloednieuw gebouw, Atria,
gaan openen. De voorbereidingen zijn in volle gang en richt zich met name op: + de huisvesting 8 + de fusie tussen Klimrakker en Vallei 2.4.1 De huisvesting In dit schooljaar (2014/2015) houdt een ontwerpgroep, bestaande uit de locatiedirecteuren
van de betrokken scholen, de gemeente, de projectleider en de clusterdirecteur, zich bezig
met een door de architect aangeleverd schetsontwerp. Het gaat hierbij om relatieschema’s; hoe verhouden de lokalen zich tot de leerpleinen en
hoe groot moeten die worden. Is een centrale hal gewenst en waar moet de ze worden
gesitueerd. Zodra het schetsontwerp klaar is, wordt een consortium aangezocht om het definitieve
ontwerp te maken; ook hier is de ontwerpgroep nauw bij betrokken. In het voorjaar van 2015 hopen we het definitieve ontwerp te kunnen presenteren, waarna
de voorbereidingen voor de bouw kunnen worden getroffen. Via de Atria-Nieuwsbrief wordt u maandelijks van de ontwikkelingen op de hoogte
gehouden. 2.4.2 Fusie Klimrakker/Vallei Over ruim twee jaar zal de fusie tussen Klimrakker en Vallei een feit zijn en dat geeft ons
ruim de tijd om voorbereidingen te treffen. Er zullen verschillende werkgroepen worden gevormd, bestaande uit
leerkrachten/locatiedirecteuren van de twee scholen, rondom de thema’s
ouderbetrokkenheid, onderwijs, ICT, buurtfunctie, hoogbegaafdheid, pedagogisch klimaat
en identiteit. Basisschool de Bongerd schuift waar nodig aan bij de gesprekken. Zo
participeert de Bongerd nu al waar het gaat om ICT en hoogbegaafdheid. Een extern deskundige, Hank Beermann, voert de regie over het fusieproces. Ook hier is de Atria-Nieuwsbrief het middel om ouders met regelmaat te informeren. De scholen kijken uit naar al deze ontwikkelingen die uiteindelijk zullen leiden tot een
modern, nieuw schoolgebouw, helemaal aangepast aan de wensen van de drie scholen. Een gebouw bovendien waar twee scholen zullen worden gehuisvest, de Bongerd en de
combinatie Klimrakker/Vallei, die inhoudelijk verschillen, maar de samenwerking zullen
zoeken waar dat kan. 9 2.5
Plannen schooljaar 2014-2015 - Vreedzame school. De Vreedzame school is een methode sociaal-emotionele vorming. De Vallei is een
gecertificeerde school. Dit schooljaar oriënteren wij ons op deze methode. De Vreedzame
school is meer dan een methode. Het is een manier van omgaan met elkaar. De Vreedzame
school beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen zich
gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, een bijdrage leveren aan het algemeen belang
en actief verantwoordelijk willen zijn voor de leefgemeenschap. Daarmee ervaren kinderen
dat het uitmaakt dat zij er zijn, dat ze ‘er toe doen’. - Invoeren van kleutervolgsysteem Bosos. D Bosos staat voor: ●
Beredeneerd aanbod ●
Observeren ●
Signaleren ●
Opbrengst gericht ●
Specifiek voor jouw praktijk Het doel van BOSOS is: komen tot een beredeneerd aanbod door gericht observeren en
signaleren en opbrengsten goed in kaart brengen die specifiek zijn voor praktijk van het
kleuteronderwijs. De leerkracht kan het leerstofaanbod aanpassen aan de mogelijkheden
van de leerlingen en aan de mogelijkheden van de groep. - Voorbereiden van fusie met Vallei Studiedagen en teamvergaderingen worden ingezet om de aanstaande fusie vorm te
geven. In het eerste deel van het schooljaar zijn de te vormen werkgroepen gericht op het
delen van kennis van methoden. Klimrakker haalt informatie over De Vreedzame School,
De Vallei haalt informatie over Topondernemers en Timboektoe. In het tweede deel van het schooljaar worden werkgroepen gevormd rondom thema’s als
ouderparticipatie, identiteit, missie en visie. ­ Borgen van TOM Dit schooljaar richt het team zich op de borging van de gemaakte afspraken m.b.t. TOM. Differentiëren en zelfstandig werken van kinderen staan hierin centraal. ­ tevredenheidonderzoek In het voorjaar zal een tevredenheidonderzoek onder de kinderen, de ouders en de
leerkrachten worden uitgerold. Het is dan twee jaar geleden dat er een nulmeting werd
gehouden. 10 3. De organisatie van het onderwijs 3.1 Het schoolplan en de organisatie van de school Onze visie op onderwijs en de plannen die wij hebben, staan beschreven in het Schoolplan
2011-2015. Het Schoolplan omvat twee delen; in het eerste gedeelte kijken we terug op de
voorgaande jaren en in het tweede gedeelte kijken we de komende vier jaren vooruit. Het Schoolplan is voortdurend in ontwikkeling. In de meerjarenplanning staat daarom
vermeld welke vak- en vormingsgebieden in één of meer jaren worden uitgevoerd en
bijgesteld. Op grond van het meerjarenplan worden nieuwe methoden op school ingevoerd. Om goed op de hoogte te blijven van vernieuwingen wordt veel aandacht besteed aan heren bijscholing. Door middel van cursussen bij o.a. de onderwijsbegeleidingsdienst (CED
groep), de PABO’s en andere nascholingsinstituten wordt de deskundigheid van individuele
leerkrachten en het team als geheel vergroot. Dit schooljaar maken wij ook gebruik van de
expertise van collegae die binnen de stichting Voila werkzaam zijn. Een uitgebreid
scholingsaanbod wordt via VO&OC (Voila Opleidings & Ondersteunings Centrum)
aangeboden. Op deze manier is er deskundigheid aanwezig op het gebied van de
ontwikkeling van het jonge kind, de vernieuwing van de didactiek bij lezen, rekenen en
spelling, de ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie en op het gebied
van de zorgverbreding van opvallende kinderen. Ook is er veel kennis op het gebied van
gedrag, dyslexie en hoogbegaafdheid. Huishoudelijke en organisatorische zaken worden voornamelijk via de mail
gecommuniceerd. In teamvergaderingen verdiepen wij ons onderwijskundige vraagstukken.
Jaarlijks plannen wij tevens enkele studiedagen en/of -middagen , waarin meer tijd is om
onderwerpen te bestuderen. Wij hebben tevens unitvergaderingen. Dit schooljaar geeft het team een vervolg aan de opbrengstgerichte besprekingen. Doel van die besprekingen is de resultaten van de kinderen met collegae te bespreken,
trends te volgen en hier acties op uit te zetten. De resultaatbespreking zal met een
frequentie van één keer per 12 weken worden georganiseerd. De bespreking heeft tevens
als doel de didactische vaardigheden van de leerkrachten te vergroten. Naast de leerkracht
is ook de locatiedirecteur en/of IB’er aanwezig. Verder zijn er per jaar vier groepsbesprekingen, waarin bekeken wordt hoe een kind het
beste geholpen kan worden als de ontwikkeling stagneert (zie hiervoor hoofdstuk 4.3).
Indien nodig wordt een vierde gesprek gepland. In unit 1 maken wij een sterke groei door. Evenals het afgelopen schooljaar starten wij dit
schooljaar met een stamgroep 1-2 en een stamgroep 2-3. Er is een combinatie van jongste
en oudste kleuter gemaakt omdat dit bevorderlijk is voor de sociaal-emotionele
ontwikkeling. Op verschillende werkmomenten zijn de kinderen van groep 1 bij elkaar, zijn
de kinderen van groep 2 bij elkaar en zijn de kinderen van groep 3 bij elkaar. Zo willen wij
veel activiteiten op het niveau van ieder kind aanbieden. 22 leerlingen vormen stamgroep 4. Deze stamgroep zal dit schooljaar niet in een
combinatiegroep worden opgenomen. Organisatorisch brengen wij stamgroep 4 dit
schooljaar in unit 1 onder. Dit schooljaar werken we met stamgroep 5 van 19 leerlingen. De combinatiegroep 6/7 is vertrouwd vanuit het afgelopen schooljaar, deze groep heeft 26
leerlingen. Stamgroep 8 gaat met 26 leerlingen aan het schooljaar beginnen. Unit 1: stamgroep 1-2, stamgroep 2-3, stamgroep 4 Unit 2: stamgroep 5 en stamgroep 6 Unit 3: stamgroep 7 en stamgroep 8 11 3.2 De samenstelling van het team Wie werken in de school? Het team bestaat uit een administratief medewerkster, twee onderwijsassistenten, negen
leerkrachten en een locatiedirecteur. Adrie van Dijk zal voor 50% ambulant de
directeursfunctie vervullen. De overige 50% heeft Adrie leerkrachtgebonden taken en staat
hij volgens rooster in stamgroep 8. De locatiedirecteur heeft de deelgebieden onderwijsontwikkeling, personeelszorg en
identiteit in de portefeuille. De clusterdirecteur, Dhr. John Mulder, is primair verantwoordelijk voor het financieel
beheer en het gebouwbeheer. Naast lesgevende taken hebben alle leerkrachten er extra taken bij. Er zijn twee
leerkrachten opgeleid tot BHV-er en twee leerkrachten zijn tot EHBO’er opgeleid. De intern begeleider Mariet Thuis, draagt zorg voor de leerling- en rugzakbegeleiding. Zij
voert de groepsbesprekingen en, in samenwerking met locatiedirecteur, de
trendbesprekingen. Ze zorgt in voorkomende gevallen dat er contacten worden gelegd
tussen ouders, leerkracht en externe deskundigen. Het bezoek van de inspecteur toont aan dat onze leerlingenzorg goed geregeld is. Wij
geven prioriteit aan een deel individuele R.T., dus buiten de groep. Onze R.T’er wordt hier
de woensdagochtend voor vrijgemaakt. Wij maken tevens gebruik van gastlessen door deskundigen van buitenaf als extra
inspiratiebron voor leerkrachten en kinderen. Op dinsdagmiddag en donderdagochtend is Esther van Vliet opschool werkzaam. Zij
verzorgt de administratie van de school. Rob van der Waard is een ouder die de klusjes in
en rondom de school opknapt. De school heeft geen conciërge. 12 De formatie 2014-2015 stamgroe
p aantal ll maandag dinsdag woensdag donderda
g vrijdag 1­2 23 Petra Inge Petra* Maroesja Maroesja Inge Petra Maroesja Petra Maroesja 2­3 29 Marja Inge Marja Maroesja Petra Marja Inge Marja Maroesja 4 22 Monique Monique Marja Monique Mariet 5 19 Sandra Sandra Elisabeth Elisabeth Elisabeth 6­7 26 Elisabeth^ Elisabeth^ Lonneke Lonneke Lonneke 8 26 Adrie Margo Margo Margo Margo/ Adrie directie Adrie Adrie Adrie IB/RT Mariet Mariet Mariet ICT Dennis (om de week één ochtend) administra
tie Kangoe­ roeklas Esther (middag) Monique Esther (ochtend) * Petra vervult ICO-BOC taken
^Van 1 december t/m 17 mei zal Lonneke ook op maandag en dinsdag voor groep 6-7
staan
TOM-specialisten: Adrie:
Engels Margo:
Topondernemers Monique:
Crea Sandra:
Topondernemers Lonneke:
Crea Monique:
bewegingsonderwijs stamgroep 3 en 4 Marja:
muziek, stamgroep 3 en 4 Sandra, Margo en Lonneke geven de gymlessen aan de eigen stamgroep. 13 Vervanging bij ziekte of verlof De directie zoekt een vervanger. Voor de eerste dag van afwezigheid kiest zij uit de volgende mogelijkheden: a. zij vraagt de duo-partner b. zij vraagt aan andere parttime leerkrachten c. zij vraagt een vervanger aan bij de PIO-invalpool d. een ambulante leerkracht neemt de groep over e. de leerlingen van stamgroep 4 t/m 8 worden verdeeld over de resterende groepen. Leerlingen van stamgroep 1, 2 en 3 worden niet verdeeld; de betreffende groep wordt
bij ziekte van de leerkracht overgenomen door een leerkracht uit unit 2 of 3. Deze
stamgroep wordt dan verdeeld over andere groepen. Op elke tweede dag, indien geen vervanging is te regelen, wordt afwisselend één groep
naar huis gestuurd en neemt een collega de groep van de afwezige leerkracht over. De actualiteit van de situatie bepaalt voor welke van de mogelijkheden gekozen wordt. Het
thuishouden of naar huis sturen van kinderen wordt zoveel mogelijk vermeden. Indien het
onmogelijk anders te realiseren is, zult u als ouder schriftelijk geïnformeerd worden. Zowel
de clustermanager als het bestuur als ook de inspectie wordt hierover geïnformeerd. In de nieuwe managementstructuur heeft de locatiedirecteur 2,5 managementdagen.
Het bestuur heeft voor deze opzet gekozen en vindt het van belang de ambulante tijd
zoveel mogelijk als leidinggevende tijd te benutten. Zij vindt het dan ook logisch dat de
directie normaal gesproken geen vervanging van zieke (of anderszins afwezige)
collega’s doet. Zijn werk blijft gewoon doorgaan en is voor het goed functioneren van de
school van het grootste belang. 3.3 TOM-onderwijs, (TeamonderwijsOpMaat). Wij willen bovenstaande missie en visie in de praktijk brengen door het
TOM-model in te voeren. Aanleiding tot ontwikkeling van Teamonderwijs Op Maat 14 Teamonderwijs Op Maat is een onderwijsbenadering die bestaat uit de componenten
teamonderwijs en onderwijs op maat. Het woord teamonderwijs verwijst naar een aanpak waarbij verschillende professionals als
leerkrachten, onderwijsassistenten en vakspecialisten gezamenlijk en groepsoverstijgend
verantwoordelijk zijn voor een groep leerlingen. Vakspecialisten zijn leerkrachten die zich
verder hebben bekwaamd in een vak. De stamgroep vormt de basis. De leerkracht van de stamgroep is de aanspreekpersoon. De uitgangspunten van TOM Het omgaan met verschillen in de groep, is één van de grootste uitdagingen voor
leerkrachten. Om hier echt goed invulling aan te kunnen geven,moeten vernieuwingen en
veranderingen worden gerealiseerd. De aanpassingen hebben betrekking op alle terreinen
van de school: de organisatie van het onderwijs, de inzet van personeel en de inrichting
van de leeromgeving. Het proces van verandering vormt de schil rondom deze drie pijlers
van TOM Pijler 1: Personeel Deze pijler gaat over de inzet van personeel. Bij TOM werken leerkrachten in units in plaats
van klassen. Er is sprake van een soort mentorschap, waarbij het complete onderwijsteam
verantwoordelijk is voor een groep kinderen. Leerkrachten spreken niet langer van ‘mijn
klas’, maar van ‘onze kinderen’. Door te werken in teamverband, is de leerkracht minder
allround en meer gericht op eigen specifieke vaardigheden. De aanwezige capaciteiten en
talenten van het personeel worden beter benut en er wordt gezamenlijk zorg gedragen
voor het leerproces van de leerlingen. Voordat een school nieuwe functies en formaties gaat inzetten, dienen de volgende vragen
beantwoord te worden: ● Welke medewerkers heeft een school nodig? ● Welke kwalificaties en competenties hebben zij nodig? ● Voor welke taken worden deze medewerkers ingezet? ● Hoe kun je werken in teams? Binnen de pijler personeel streeft Teamonderwijs Op Maat naar de volgende
ontwikkelingen: Verleden en nu Instructeur Autonome leraar Alleen verantwoordelijk Mijn klas Nu en de toekomst Begeleider, coach, mentor Teamwerk Gedeelde verantwoordelijkheid Onze kinderen Pijler 2: Organisatie Deze pijler van Teamonderwijs Op Maat draait om het anders organiseren van onderwijs,
zodat dit is afgestemd op de leerbehoeften van de leerlingen. De volgende vragen staan bij deze pijler centraal (perspectief): ● Hoe lever je maatwerk aan leerlingen? ● Onderwijs anders organiseren, hoe doe je dat? ● Welke organisatie past bij onze visie, ons team en onze kinderen? Verleden en nu Klassikaal Jaargroep Kennisoverdracht Nu en de toekomst Klassendoorbrekend Unit met stamgroepen Betekenisvol actief leren 15 Leerkrachtgestuurd Vaste leergroep Vakkenaanpak Leerlingvolgsysteem Gedeelde sturing door leerkracht en
leerling Wisselende leergroepen Thematische aanpak Portfolio Pijler 3: Leeromgeving Bij deze pijler gaat het erom een krachtige leeromgeving neer te zetten. Huisvesting en de
inrichting van het gebouw zijn de belangrijkste bouwstenen om dit te realiseren. Krachtig
betekent in dit geval, dat de school ruimte biedt om uitdagende werkplekken te creëren die
passen bij de activiteiten van de leerling. Andere aspecten van een krachtige leeromgeving
zijn: de inzet van ICT en het ondernemend en betekenisvol leren. Binnen de pijler leeromgeving streeft TOM naar de onderstaande ontwikkelingen: Verleden en nu Computer om te oefenen Allemaal luisteren Weinig variatie in leervormen Alleen uit methode Klaslokalen Statisch gebouw Nu en de toekomst Computer als leerbron en
communicatiemiddel Meervoudige intelligentie en verschillende
leerstijlen Ontdekkend en samenwerkend leren Betekenisvol leren Leer- en werkplekken Flexibel gebouw Het huidige schooljaar voeren wij in de middag het TOM-rooster in. Wij werken in
blokken van 6 weken. Na een blok van 6 weken nemen wij drie weken de
gelegenheid ons op het volgende blok van 6 weken voor te bereiden. 3.4 Hoogbegaafdheid Klimrakker is trots op haar protocol (hoog)begaafdheid. Eén leerkracht is
hoogbegaafdheidscoördinator. Binnen scholeneiland Alandsbeek (De Vallei, De Bongerd en
Klimrakker), vervult zij een leidende rol. Binnen de drie scholen wordt Levelwerk gebruikt
om zo de meer- en hoogbegaafde kinderen van onze drie scholen te voorzien van het juiste
materiaal. De directeur en de betreffende leerkracht denken bovenschools mee over
aanbod voor deze leerlingen binnen Voila. Ook is er een signaleringsinstrument aangeschaft
(Sidi-R) waardoor de leerkrachten beter in staat zijn zicht te krijgen op de prestaties van
de meerbegaafde leerlingen. 3.5 Kangoeroeklas Dit schooljaar gaan wij door met de pilot Kangoeroeklas. In samenwerking met de Vallei en
de Bongerd geeft de hoogbegaafdheidspecialiste juf Monique op woensdagochtend les aan
een specifieke groep kinderen. De Kangoeroeklas is bedoeld voor kinderen die moeite
hebben met onderdelen van het leerproces, maar geen moeite hebben met de leerstof. De
kinderen worden door de leerkracht aangemeld. 3.6 Gebruikte methodes Op Klimrakker wordt gebruik gemaakt van de volgende methodes: 16 Veilig Leren Lezen aanvankelijk lezen Pluspunt rekenen Timboektoe technisch lezen Taal in Beeld taal Spelling en Beeld spelling Trefwoord catechese Schrift schrijven Topondernemers werledoriëntatie Bij de Tijd geschiedenis Tekstverwerken begrijpend lezen Nieuwsbegrip begrijpend lezen Blits studievaardigheden Stoepie (unit 1), Claxon (unit 2 en 3) verkeer jij en ik, beter omgaan met jezelf sociaal emotionele vorming bewegingsonderwijsin het speellokaal bewegingsonderwijs kleuters bewegen in het basisonderwijs bewegingsonderwijs groep 3 t/m 8 The team, voor de stamgroepen 5 t/m 8 Engels vier muziek met muziek 3.7 ICT in de school Belangrijk uitgangspunt bij de inzet van ICT is dat wij op de Klimrakker het gebruik van de
computer duidelijk zien als een middel, dat ons in staat stelt boeiend onderwijs te geven
aan onze kinderen. Net zoals een pen een middel is om mee te leren schrijven, zo zien wij
de computer als een middel om informatie mee te verwerven en te verwerken, en geen
doel op zich. Op Klimrakker hangt in elk lokaal een digibord. Directie en leerkrachten maken gebruik van webbased leerlingvolg- en
leerlingadministratiesysteem Parnassys. Hierdoor hebben wij heel overzichtelijk de
naam-adres-woonplaatsgegevens van alle kinderen, gespreksverslagen,
17 observatiegegevens en toetsresultaten van alle kinderen bij elkaar. In groep 1 en 2 wordt
gebruik gemaakt van kleutervolgsysteem Bosos. Het systeembeheer wordt dit schooljaar overgenomen door Cloudwise, wij werken niet
meer met een server. Cloudwise maakt gebruik van Google-applicaties. Dit schooljaar gaan wij mobiele devices als chromebooks en i-pads inzetten. De pc’s die de digiborden aansturen blijven behouden, voor het overige werken wij met
mobiele apparatuur. 3.8 Opleiden in de school (OIDS) Klimrakker heeft een belangrijke taak in het opleiden van nieuwe leraren. Kwalitatief goed
personeel is de basis van kwalitatief goed onderwijs. We investeren graag in ons
(toekomstige) personeel. Daarnaast biedt het opleiden van studenten een aantal grote
voordelen. Het leren van en met elkaar wordt gestimuleerd, waarbij de praktijkopleiders
ook gebruik kunnen maken van gemotiveerde studenten die binnen de visie van zorg in de
klas, veel hulp kunnen bieden. De schoolopleider draagt in samenwerking met teamleden van de opleidingsschool en de
student(en) zorg voor een ‘rijke leeromgeving’, voor het leren en werken van de studenten
in gevarieerde onderwijssituaties. Voor een groot deel vindt die opleiding plaats in de praktijk, in de klas van de kinderen.
Klimrakker heeft er voor gekozen om in het Partnerschap in Opleiding en Ontwikkeling
(POO) samen te werken met Instituut Theo Thijssen (ITT), lerarenopleiding basisonderwijs
(pabo), in Amersfoort en Utrecht. Studenten van ITT lopen stage en doen onderzoek in
onze school. Voor de verdere ontwikkeling maken wij gebruik van advies, cursussen en opleidingen van
het ITT. Op Klimrakker is Petra Vissers schoolopleider en tevens Bovenschools Opleidings
Coördinator. Zij organiseert netwerkbijeenkomsten voor de andere schoolopleiders binnen
Voila en verzorgt trainingen voor praktijkopleider van Voila. Klimrakker is een
gecertificeerde opleidingsschool 3.9 De activiteiten voor de kinderen Activiteiten in unit 1 Bij de kleuters besteden we veel aandacht aan de taalontwikkeling. Dit gebeurt o.a. in het
kringgesprek, bij het voorlezen en door taalspelletjes. Daarnaast werken de kinderen
dagelijks een uur met ontwikkelingsmateriaal voor onder andere de fijne motoriek en de
begrippen. Door middel van tekenen, verven, knippen, plakken, kleuren en dergelijke
bevorderen we de expressie bij de kleuters. Omdat kleuters een grote bewegingsdrang hebben, gaan ze elke dag spelen in de speelzaal
en/of buiten op de speelplaats. In de speelzaal worden gerichte bewegingsoefeningen
gedaan. Om de ontwikkeling bij de kleuters goed te kunnen volgen, noteren we op
observatielijsten de verschillende ontwikkelingsfacetten. Met deze gegevens bekijken we
of kinderen zich voldoende ontwikkeld hebben om met succes te starten in groep 3. In stamgroep 3 starten alle kinderen met het basisprogramma op het gebied van lezen,
taal, spelling, schrijven en rekenen. De methoden die we hiervoor gebruiken zijn resp.
18 Veilig Leren Lezen, Schrift en Pluspunt. Voor de kinderen is dit een ingewikkeld proces.
Regelmatig toetsen we de vorderingen (CITO leerlingvolgsysteem) en zo nodig sturen we
het proces bij. Activiteiten in unit 2 en 3 In de stamgroepen 4 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van methoden, die gebaseerd zijn op de
meest recente inzichten op het gebied van didactiek en kennisverwerving. Iedere 2 à 3
weken toetsen we de leerlingen om zeker te zijn dat ze de basisvaardigheden beheersen.
Als leerlingen daar nog moeite mee hebben, krijgen deze leerlingen herhalingsstof
aangeboden. Andere leerlingen krijgen verrijkingsstof. Ook krijgen de leerlingen
opdrachten, die ze zelfstandig moeten leren verwerken. Hierdoor leren zij te plannen en
verantwoording voor hun eigen werk te dragen. Hoe verder een kind in de bovenbouw
komt, hoe meer verwacht wordt van zijn/haar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. De wereldoriënterende vakken (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur) worden
geïntegreerd aangeboden met behulp van de methode Topondernemers. De leerstof is
verdeeld over groep 3 t/m 8. Op werkbladen maken de leerlingen opdrachten, die in de les
en het leerlingenboek zijn behandeld. Een maal per week is er tijd ingeruimd voor tekenen en handvaardigheid. Muziekles wordt
door de eigen stamgroepsleerkracht gegeven. Eén à twee keer per week hebben de kinderen bewegingsonderwijs (meestal in de gymzaal
aan de Asschatterweg). 3.10 De leerlingraad Klimrakker heeft een raad van 6 kinderen. De raad bestaat uit twee kinderen uit stamgroep
6, twee kinderen uit stamgroep 7 en twee kinderen uit stamgroep 8. Eén keer per twee maanden komt de raad, o.l.v. een leerkracht, bijeen. De raad wordt
betrokken bij de TOM-ontwikkeling, bij de inrichting van de hal, bij problemen die zich in en
om de school voordoen. De raad zal ook worden betrokken bij het organiseren van feesten. 3.11 Het gebouw Klimrakker heeft behalve 8 klaslokalen twee grote hallen: één voor de kleuters, deze is
ingericht met verschillende werk- en speelhoeken en één voor de leerlingen van de
stamgroepen 4 t/m 8. TOM-onderwijs vraagt ook om een aanpassing van de leeromgeving.
Daarom is er een stiltelokaal gesitueerd en zijn in de hal zijn meerdere werkplekken
gecreëerd. Er is een podium voor voorstellingen en vieringen. Deze hal wordt ook gebruikt
als overblijfruimte. De klassen zijn twee aan twee gesitueerd en door middel van een gang
verbonden met de grote hal. Op dit moment wordt één lokaal en een deel van de hal
verhuurd aan Humanitas. 4. De zorg voor de kinderen 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen op school ● Het eerste contact tussen school en nieuwe ouders verloopt via het maken van een
afspraak met de directeur of de coördinator van unit 1. ● Tijdens het kennismakingsgesprek komen de volgende onderwerpen aan bod: wat
weten de ouders al van de Klimrakker, welke vragen hebben zij zelf, wat voor
school zoeken ze, levensbeschouwelijke identiteit van de school, onderwijskundige
ontwikkelingen en uitgangspunten van de school, aantal groepen, aantal
leerkrachten, sfeer en pedagogisch klimaat, buitenschoolse activiteiten, taken OR en
MR, ouderparticipatie, podiumvoorstellingen, nieuwbouw MFC. ● Tijdens het kennismakingsgesprek krijgen ouders een rondleiding door de school en
we gaan bij alle groepen naar binnen. Afhankelijk van hun bezigheden op dat
moment maken de leerkrachten even een kort praatje met de nieuwe ouders om
wat te vertellen over waar ze mee bezig zijn. 19 ● Ouders krijgen na afloop van het gesprek een inschrijfformulier mee. Wij hebben
●
geen wachtlijst maar hoe eerder we weten welke kinderen we wanneer op school
kunnen verwachten, hoe liever het ons is! Na ontvangst van het inschrijfformulier krijgen de ouders een bevestigingsbrief van
school. Het e-mailadres van de nieuwe ouders wordt direct in het e-mailbestand van
de nieuwsbrief opgenomen zodat deze ouders al langere tijd voordat hun kind op
school komt, op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen op school. ● Ongeveer 2 maanden voordat een kind 4 jaar wordt, belt de leerkracht de nieuwe
●
●
●
ouders op een afspraak te maken voor een kennismakingsgesprekje. Tevens worden
er wenafspraken gemaakt. Het kind mag 3 ochtenden komen wennen in overleg
met de ouders. In het kennismakingsgesprek legt de kleuterleerkracht uit hoe het
werkt op school. Dit zijn vooral praktische zaken als, waar hang jij je jas en tas,
over de luizencape en gymschoenen etc.
Het gesprekje met de leerkracht duurt ongeveer 10 minuten. De naam van de
klassenmoeder wordt bekend gemaakt en wat precies haar rol is. De leerkracht
brengt beiden zo snel mogelijk met elkaar in contact. Op de eerste wenochtend
krijgt het kind een prentenboekje: “en nu naar de basisschool”, mee naar huis. Vlak voordat het kind 4 jaar wordt, stuurt de leerkracht een welkomstkaart naar het
huisadres. Wanneer een kind 4 jaar wordt in de periode tussen de zomervakantie en 1 oktober
mag het direct na de zomervakantie volledig starten. Wanneer een kind na 1 oktober 4 jaar wordt mag het, wanneer de ouders dit vragen
10 dagdelen komen wennen voorafgaand aan de verjaardag. Wordt een kind na 1
november 4 jaar dan geldt weer de wen-afspraak van drie dagdelen. Voor kinderen die reeds op een school van Voila zitten en tussentijds een overstap willen
maken naar een andere school van Voila, gelden andere aannameregels: Aannamebeleid anders dan verhuizing School A = school die men wil verlaten School B = de ontvangende school De meest wenselijke situatie is dat de overgang in de zomervakantie plaatsvindt. Initiatief van ouders: Leerlingen waarvan de ouders geen vertrouwen meer hebben in de huidige school: 1.
2.
3.
Oriënterend gesprek:
De directeur van school B wijst op de informatieplicht naar de eigen school; de
directeur van school B neemt géén contact op met school A en geeft geen
inschrijfformulier mee -> alleen oriëntatie Vervolg gesprek:
School B gaat alleen in gesprek nadat de School A is ingelicht › de directeur en/of
IB-er hebben onderling contact. Wel/geen overstap:
Ouders èn directeur van school B lichten school A in; overstap in overleg, er is max.
1 wendag mogelijk. Overstap op initiatief van school: a.
Extern: Inschakelen samenwerkingsverband. b.
Intern: Welk schoolprofiel past het beste? IB-ers nemen contact met elkaar op en informeren de
directeur en het team. - negatief besluit > school A zoekt verder 20 - positief besluit > school A informeert ouder en arrangeert een
kennismakingsbezoek (zie stap 2) Werkwijze (warme) overdracht van Peuterspeelzalen naar Basisscholen Op de gezamenlijke avond van de basisscholen en de peuterspeelzalen afgelopen
schooljaar is gesproken over de invulling van de warme overdracht van kinderen die van de
peuterspeelzaal naar de basisschool gaan. Leerkrachten en leidsters hebben met elkaar op
deze avond aangegeven hoe dit praktisch het beste ingevuld kan gaan worden. Gebaseerd
op de gezamenlijk conclusies van die avond is deze werkwijze tot stand gekomen. 1.
●
●
●
●
●
. Wat wordt er overgedragen? Ontwikkelingsboekjes van peutervolgsysteem PRAVOO. Alle kinderen die naar de basisscholen gaan worden schriftelijk overgedragen, met
behulp van deze PRAVOO ontwikkelingsboekjes. Deze gaan rechtstreeks via de
peuterspeelzalen naar de scholen via de brievenbus of per post. ‘Zorgkinderen’: Deze kinderen worden mondeling besproken (warme overdracht), met
toestemming van de ouders en op initiatief van de SPL. Te verwachten zorgkinderen. Bij kinderen waarbij plaatsing op regulier basisonderwijs onduidelijk is, kan overleg
plaats vinden over de mogelijkheden en eventueel het tijdstip van plaatsing Algemene Informatie-uitwisseling betreffende beleid, de samenwerking enzovoorts. 2.
Wie bespreekt dit? De leerkracht van de basisschool en de pedagogische medewerker van de SPL. Indien wenselijk vraagt de school de Intern Begeleider erbij. 3.
Hoe vaak per jaar? Het aantal overdrachtmomenten wordt bepaald door het aantal zorgkinderen van de
peuterspeelzaal naar de basisschool. Indien er geen zorgkinderen zijn, zorgt de SPL voor één contactmoment per jaar. 4.
Tijdsinvestering Drie kwartier per ‘zorgkind’. Indien er geen zorgkind is, minimaal één contactmoment tussen peuterspeelzaal en
basisschool van gemiddeld een uur. De peuterspeelzalen onderhouden de contacten via een
indeling in clusters 5.
Structureel overleg Er is een afspraak gemaakt tussen SPL en Voila om een jaarlijkse bijeenkomst te
organiseren voor álle basisscholen en de peuterspeelzalen. Voilá en SPL verzorgen deze
avond. De clusters peuterspeelzalen en basisscholen PSZ Nijntje
Basisscholen de Rossenberg, de Brink, de Kleine Beer PSZ Blijhof 2
Basisscholen de Heerd, de Holm, ’t Ronde PSZ Blijhof 1
Basisscholen Klimrakker, de Vallei, de Bongerd PC Pinkeltje
Basisscholen Kinderland, de Hobbit, de Groenhorst PSZ De Treeklopertjes
Basisscholen Loysder Hoek, ’t Palet PC Klein Duimpje
Basisscholen Sint Josef, het Startblok 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen Door middel van observaties en toetsen houden we de vorderingen van alle kinderen van
jong tot oud bij. Ons uitgangspunt bij het afnemen van toetsen (welke toets dan ook) is dat
wij toetsen niet zien als een middel om kinderen te beoordelen, maar als een middel om
ons onderwijs te verbeteren. 21 De leerkrachten houden de vorderingen bij in Parnassys, zowel van de methodetoetsen als
de niet-methodetoetsen (o.a. Cito’s). Het gaat dan om de vakgebieden lezen, schrijven,
taal, spelling, rekenen, sociaal gedrag, motoriek enz. Voor de kinderen in de kleutergroep
starten wij dit schooljaar met het kleutervolgsysteem van Bosos. Toetsresultaten en uitkomsten van observaties vormen de opbrengsten van ons onderwijs.
Het is een cyclisch proces; observaties en toetsresultaten vormen de basis van het
groepsoverzicht, dat weer de basis vormt van het groepsplan, dat de leerkrachten maken
om hun onderwijs te organiseren en te onderbouwen. Wij gebruiken Parnassys voor het maken van een groepsplan. Voor het werken met een
groepsplan hebben wij de volgende afspraken gemaakt: In februari en in juni maken wij een groot groepsplan en in de maanden oktober en maart
passen wij die groepsplannen zo nodig aan. Voor het groepsoverzicht maken wij gebruik van een eigen format, welke wij zo nodig
bijschrijven en bijwerken. Het groepsoverzicht en het groepsplan maken deel uit van de
klassenmap. Het dagelijks werk in de groep beschouwen wij als oefenwerk. Na twee à drie weken
krijgen de kinderen een toets en wordt er op basis van de uitkomst zo nodig bijgestuurd.
Een kind kan herhalings-, verdiepings- of verrijkingsstof aangeboden krijgen. De
vorderingen van elk kind bespreken we met de ouders tijdens de 10-minuten gesprekken
(in november en april). De kopieën van de rapporten, de observatie- en toetsgegevens
bewaren we in de leerlingendossiers tot 5 jaar na het verlaten van de school. Daarna
worden ze vernietigd. Twee keer per jaar bespreken de groepsleerkracht en de intern begeleider de vorderingen
van de leerlingen in signaleringsbesprekingen. Tijdens deze besprekingen kijken ze, hoe
leerlingen die ergens moeite mee hebben, het best kunnen worden geholpen. Hetzelfde
geldt voor de kinderen die meer aan kunnen dan de basisstof. De vorderingen en het
gedrag van individuele leerlingen worden één keer per zes weken, aan de hand van trends,
in de resultaatgerichte bespreking besproken. Rapporten Twee keer per jaar krijgt uw kind een rapport, te weten begin februari en eind juni. Het
rapport bestaat uit een map die gedurende de acht jaar dat uw kind op de Klimrakker zit
gebruikt wordt. Elk jaar komt er een aanvulling bij in de map. Ieder rapport bestaat uit vier delen: ● een portfolio ● een eigen rapport dat door het kind over zichzelf wordt ingevuld ● een gedeelte dat door de leerkracht wordt ingevuld over het kind ● de cito-grafieken. Dit rapport geeft een zeer compleet beeld van de vorderingen van uw kind! 4.3 De speciale zorg voor kinderen met speciale behoeften Afstemming Concept van waaruit gewerkt wordt Centraal in het concept Afstemming staat het bieden van ondersteuning en begeleiding,
gericht op kinderen en hun begeleiders/opvoeders, met als doel het komen tot een
optimale ontwikkeling binnen de grenzen van ieders mogelijkheden. Daarbij wordt gewerkt vanuit de volgende principes: ● We denken, kijken, praten en handelen in termen van onderwijsbehoeften. ● We gaan uit van een voortdurende samenwerking tussen leerkracht, kind,
ouders en begeleiders. ● We richten ons op het zoeken naar kansen en positieve factoren en het
zoeken naar mogelijkheden. ● We zijn gericht op het geven van haalbare, bruikbare adviezen. 22 ● We streven daarbij een systematische en voor iedereen transparante aanpak
na. ● Het is de leerkracht die het doet! In de begeleiding staat de leerkracht met
zijn of haar werkconcept en begeleidingsbehoeften centraal. De ondersteuning en de begeleiding van de leerkrachten richt zich met name op “deze
leerkracht met dit kind met deze ouders in deze groep kinderen op deze school”. Dat
betekent dat het leerkrachtgedrag centraal staat in het zoeken naar afstemming op de
(specifieke) onderwijsbehoeften van de verschillende kinderen. In de praktijk is het de intern begeleider die werkend vanuit het concept Afstemming de
leerlingenzorg op school inricht. In het project wordt de werkwijze van Consultatieve
Leerling Begeleiding (CLB) en Handelingsgerichte Diagnostiek tot één model geïntegreerd. Juist omdat samen met het kind, de leerkracht en de ouders het begeleidingsplan opgesteld
wordt, is de kans op een succesvolle uitvoering ervan zeer groot. Binnen het samenwerkingsverband leidt het tot een manier van verwijzen, die niet meer
zoals voorheen, gebaseerd was op een opsomming van kindkenmerken, maar op het
benoemen van specifieke, bij het kind behorende onderwijsbehoeften. Op Klimrakker hebben wij de afgelopen drie jaar geïnvesteerd in het oplossingsgericht
werken met kinderen. Leerkrachten gaan in gesprek met het kind, en niet alleen maar over
het kind. Er wordt vooral gekeken naar zaken die al goed gaan, en hoe die verder
uitgebouwd kunnen worden. Ook in het schooljaar 2013-2014 zal deze ontwikkeling verder doorgezet worden. Op een
handelingsgerichte manier werken leerkrachten met groepsplannen, waarin de
onderwijsbehoeften van de kinderen uit zijn/haar groep uitgangspunt zijn. 23 Zorgverbreding Wanneer extra hulp of andere aanpak in de klas niet tot voldoende resultaat leidt,
onderzoekt de intern begeleider de leerling. Dit gebeurt in overleg met de ouders. Er volgt
dan een handelingsplan dat de leerkracht met de ouders bespreekt. Van indiceren naar arrangeren. Met de verandering in de wet en regelgeving over passend onderwijs per 1 augustus 2014,
verdwijnen ook de “oude rugzakken”. Tot nu toe kreeg een leerling een rugzak (indicatie) als aangetoond was, dat deze leerling
een heleboel niet kon en belemmerd werd in zijn of haar ontwikkeling. Dit was een
standaard begeleiding op school. In de nieuwe situatie wordt er veel meer op maat
gekeken naar wat heeft dit kind bij deze leerkracht in deze groep uit dit gezin nodig. Maar
ook naar wat heeft deze leerkracht, deze groep of deze school nodig. Dit noemen we dan
een arrangement. Wie zitten er in het ondersteuningsteam? De leerkracht van het kind, de internbegeleider, de ouders, een onderwijsondersteuner,
een opvoedondersteuner en een voorzitter. Wanneer wordt dit ondersteuningsteam bij elkaar geroepen? Als de ontwikkeling van een leerling vragen oproept en de leerkracht, ouders en intern
begeleider er op schoolniveau niet (meer) uitkomen kan het ondersteuningsteam
ingeroepen worden. Met elkaar wordt gekeken naar wat dit kind nodig heeft in deze situatie
bij deze leerkracht en wat heeft de leerkracht nodig om dat voor dat individuele kind te
kunnen realiseren. Tegelijkertijd kan het ook zo zijn dat ouders voor de thuissituatie
ondersteuning of advies nodig hebben. Hoe ziet deze ondersteuning eruit? Dit is heel divers. Soms is het met elkaar meedenken en de inbreng van externen al
voldoende om de volgende stappen op school te kunnen zetten. Het kan ook zijn dat de
school extra ondersteuning nodig heeft van specialisten op diverse gebieden om de
leerkracht te ondersteunen met als doel de professionalisering van de leerkracht en / of de
school te bevorderen, waardoor het kind weer verder kan. Soms kan het extra tijd zijn om
de leerkracht de gelegenheid te geven om aan hele specifieke onderwijsbehoeften van een
kind te kunnen werken. Uitgangspunt is de leerling met zijn of haar onderwijsbehoeften en
de leerkracht met zijn of haar ondersteuningsbehoeften. 4.3.1 De schoolbegeleidingsdienst Alle scholen in Leusden zijn aangesloten bij de CED-groep. Een Educatief
dienstverleningsinstituut in Midden-Nederland. Zij ondersteunen de schoolontwikkeling en
de leerlingbegeleiding in de scholen. Op Klimrakker is Karen Schuiteman van de CED-groep
de vaste schoolcontactpersoon die de collegiale consultaties verricht. 4.3.2 De verwijsindex (V.I.R.) Een verwijsindex (VIR) is een informatiesysteem waarin professionals zoals leerkrachten,
hulpverleners en begeleiders kunnen aangeven dat zij zich zorgen maken over een
jeugdige tot 23 jaar. Sinds 1 januari 2010 is de invoering van de Verwijsindex landelijk
verplicht. In de regio Amersfoort zijn veel instellingen die zich inzetten voor het welzijn van kinderen.
Maar soms weten deze instellingen niet van elkaar wat zij doen. Leerkrachten,
hulpverleners en begeleiders moeten meteen kunnen zien wie contact heeft met een kind in
geval van problemen. Zo kunnen zij snel met elkaar overleggen over het kind. De VIR zorgt
ervoor dat de professionals van elkaar weten wie er betrokken is bij het kind en het gezin.
Het gebruik van de VIR zorgt voor vroegtijdige signalering van zorgen bij kinderen en
jongeren tot 23 jaar. Ook zorgt de VIR voor overzicht, samenwerking en goede afspraken
tussen de verschillende instellingen. Samenwerking tussen verschillende professionals en
ouders is heel belangrijk omdat dan de problemen van een kind of jongere goed kunnen
worden begeleid en uiteindelijk verholpen. Met de VIR hoeven ouders niet telkens weer hun verhaal te vertellen. Ook wordt
24 voorkomen dat verschillende hulpverleners in een gezin komen. Voor Amersfoortse/Leusdense scholen is een lijst gemaakt (risicoprofiel) waarop staat in
welke gevallen professionals moeten denken aan een VIR-registratie. In de meeste
gevallen gaat het om zorgen van school over ontwikkeling, thuissituatie, verzuim in
combinatie met het feit dat ouders er niet met de school over willen praten. Op Klimrakker is Mariet Thuis getraind in het registreren in de Verwijsindex. Een registratie
wordt altijd met de ouders besproken, zij ontvangen ook een folder met uitleg over de
Verwijsindex. Meer informatie is bij de intern begeleidster, Mariet Thuis, op te vragen. 4.4 De overgang naar het voortgezet onderwijs (V.O.) In stamgroep 8 bereiden we de leerlingen vooral voor op de overgang naar het voortgezet
onderwijs door hen meer verantwoording ten opzichte van het leren te laten dragen. Er
worden ook hogere eisen aan hun zelfstandigheid gesteld. Om de ouders hierover goed te informeren wordt in november een speciale ouderavond
georganiseerd, waar de ouders algemene informatie krijgen over het voortgezet onderwijs,
de nieuwste ontwikkelingen daarin en over de te volgen procedure om het kind aan te
melden bij een school voor voortgezet onderwijs. In januari is in Leusden (De Korf) een
informatiemarkt, waar alle vormen van voortgezet onderwijs zich presenteren. Ook praten
we in januari met de ouders en het kind over de schoolkeuze en krijgen de kinderen
voorafgaand het schooladvies. In februari/maart kunnen de kinderen en de ouders verschillende scholen bezoeken op de
kijkdagen. Vóór 1 april dient de school het kind aan te melden bij een school voor voortgezet
onderwijs. De eindcito basisonderwijs vindt dit schooljaar plaats op 21, 22 en 23 april. Het resultaat van de eindcito volgt na de meivakantie. Vervolgens bespreekt de leerkracht van stamgroep 8 het onderwijskundig rapport met een
vertegenwoordiger van de school van voortgezet onderwijs. 4.5 Buitenschoolse activiteiten De kinderen worden in de gelegenheid gesteld om aan een aantal activiteiten mee te doen
(bijv. handbaltoernooi, avondvierdaagse). De sportcommissie draagt zorg voor de
aanmeldingen en de organisatie en is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken. Bij
elke activiteit is een teamlid aanwezig. 25 5. De ouders
5.1 Medezeggenschapsraad (MR) en de Gemeenschappelijke
Medezeggenschapsraad (GMR) Zoals op iedere school is ook aan onze school een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden.
Deze raad is gehouden aan de WMS, de Wet medezeggenschap op scholen. De MR
vertegenwoordigt ”de school” in het overleg met de directie over het voor de school te
voeren beleid. Hiertoe geeft de MR advies dan wel instemming aan de directeur van de
Klimrakker (in het geval van de MR) of aan het schoolbestuur Voila (in het geval van de
GMR). In de Wet medezeggenschap op scholen is per onderwerp bepaald of de MR
instemmings- of adviesbevoegdheid heeft. De directeur kan adviserend/meedenkend
aanwezig zijn bij de MR-vergaderingen. De MR op Klimrakker bestaat uit twee ouderleden en twee teamleden. De zittingstermijn
van de MR-leden is vastgesteld op drie jaar. Als de zittingstermijn verstreken is, wordt dit
kenbaar gemaakt aan de achterban. Na een oproep tot kandidaatstelling worden, indien
nodig, verkiezingen uitgeschreven. Het doel van medezeggenschap binnen de schoolorganisatie is het komen tot kwalitatief
goede besluiten, een zo optimaal mogelijk draagvlak en het leveren van een bijdrage aan
de communicatie binnen de school. De MR kan haar doel niet bereiken zonder goed contact met de achterban: kwalitatief
goede besluiten worden mede bereikt doordat de raad gebruik maakt van de kennis uit
haar achterban. Om als spreekbuis van en voor ouders goed te kunnen functioneren horen de leden van de
MR graag uw suggesties en ideeën. Ook met vragen kunt u bij de leden van de MR terecht.
Zij zullen u graag helpen of doorverwijzen naar de juiste persoon of instantie. Om goede
contacten te bevorderen kunnen vertegenwoordigers van de MR en Oudervereniging
elkaars vergaderingen bezoeken. Ook wonen de leden van de MR regelmatig vergaderingen
bij tussen MR'en, van de GMR en het schoolbestuur. Voor geïnteresseerden heeft de MR alle gewenste informatie in huis. De vergaderingen van
de MR hebben een openbaar karakter. U bent dus altijd van harte welkom. De notulen van
de MR vergaderingen worden op de website van de school gepubliceerd. 5.2 De Oudervereniging (OV) Op Klimrakker bestaat een Oudervereniging. Het lidmaatschap is voor alle ouders van de
Klimrakkerleerlingen toegankelijk. Lidmaatschap geschiedt op vrijwillige basis. Na ondertekening van het inschrijfformulier bestaat er een contributie betalingsverplichting
t/m groep 8, of zoveel eerder wanneer het kind de school verlaat. In het huidig schooljaar bedraagt de contributie € 35,50 per kind per schooljaar. Ook hier geldt, indien u wel lid wilt worden, maar de contributie niet kunt betalen, dan
vragen wij u contact op te nemen met de penningmeester van de Oudervereniging, zodat
naar een oplossing in de vorm van reductie of kwijtschelding van de contributie kan worden
gekeken. Uit de contributie van de Oudervereniging worden o.a. de volgende evenementen en
activiteiten georganiseerd: ● de organisatie van het Sinterklaasfeest, inclusief de komst van Sint en Pieten,
kadootjes voor groep 1 t/m 4 en het geld voor een kadootje in de surprise in groep
5 t/m 8; 26 ● de organisatie van het kerstfeest, inclusief de aanschaf van de kerstversiering in de
school; ● de organisatie van het carnavalsfeest (feest op school, + boeking van een act); ● de organisatie van het paasfeest; ● de inschrijving en versnaperingen tijdens de avondvierdaagse; ● de borrel voor ouders en familie na de musical van groep 8; ● de inschrijving van teams vanuit de school bij de diverse schoolsporttoernooien; ● de bijdrage in het onderhoud van het schoolplein; ● de organisatie van de boekenbeurs; ● de aanschaf van het Klimrakker shirt, wat ieder nieuw kind op school krijgt
aangeboden. Nadere informatie over het werk van de Oudervereniging en het inschrijfformulier ontvangt
u, samen met het Klimrakkershirt, in de eerste week dat uw kind bij ons op school is. Het dagelijks bestuur van de Oudervereniging en de klassenouders vormen de Ouderraad
(OR). De OR steunt de school bij het organiseren van festiviteiten en schoolfeesten en het
samenstellen van diverse werkgroepen en zorgt voor de financiële middelen hiervoor. Tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) die ieder jaar op de derde maandag van
september wordt gehouden, wordt o.a. de samenstelling van de Ouderraad gekozen.
Iedere ouder van wie een kind op school is ingeschreven kan zich kandidaat stellen en is
kiesgerechtigd. De leden van de OR stellen zich beschikbaar voor drie jaar en kunnen zich daarna
herkiesbaar stellen voor nog één periode van drie jaar. Vrijwillige Ouderbijdrage Volgens artikel 40, lid 1 van de Wet op het Primair Onderwijs is het de school toegestaan
een vrijwillige bijdrage te vragen voor het organiseren van evenementen en activiteiten
waarvoor door de overheid geen geld beschikbaar wordt gesteld aan de school. Dit wordt
een vrijwillige ouderbijdrage genoemd. Op Klimrakker wordt de vrijwillige ouderbijdrage op dit moment alleen gevraagd voor het
tweejaarlijkse schoolreisje en het kamp + afscheid in groep 8. Op dit moment bedraagt
deze bijdrage ongeveer € 27,50 voor het schoolreisje en ongeveer € 120,00 in groep 8. De term “vrijwillige ouderbijdrage” is een nogal ongelukkige benaming. De overheid wil dat
de school de ouders wijst op het vrijwillige karakter van deze bijdrage. De overheid wil dan
ook dat de school de bijdrage niet koppelt aan de inschrijving van leerlingen, met andere
woorden: de school mag geen kinderen weigeren van ouders die weigeren de ouderbijdrage
te betalen. Het onderwijs is gratis in Nederland. Tevens bepaalt de overheid wel dat een leerling, waarvan de ouders geen ouderbijdrage
willen betalen, geen aanspraak kan maken op de voorzieningen en deelname aan
evenementen betaald middels deze ouderbijdrage. De term “vrijwilligheid” bestaat dus
slechts in de benaming. Ouders hebben de keus om al dan niet te betalen, maar als de
ouders/verzorgers “kiezen” om niet te betalen, dan mag hun kind uitgesloten worden van
de evenementen die door de vrijwillige ouderbijdrage bekostigd worden (het kind moet
overigens wel gewoon naar school) . Als u de vrijwillige ouderbijdrage wel wilt, maar niet kunt betalen, dan verzoeken wij u
contact op te nemen met de locatiedirecteur van Klimrakker. In overleg zullen wij dan naar
een oplossing zoeken in de vorm van reductie of kwijtschelding van de bijdrage. 27 5.3 Tussenschoolse Opvang (T.S.O.) Tijdens de middagpauze kunnen leerlingen gebruik maken van de tussenschoolse opvang
(TSO). De dagelijkse organisatie van het overblijven op school is in handen van de
coördinator TSO, Mariël Wesselingh. Zij draagt zorg voor een goede organisatie van het
overblijven op schoolniveau in nauwe samenwerking met alle overblijfkrachten en de
overblijfcommissie. De TSO wordt verzorgd door enthousiaste vrijwilligers, ouders,
verzorgers en grootouders van kinderen op de Klimrakker. Als u van de TSO gebruik wilt
maken, neemt u dan contact op met de coördinator. Zij zullen uw kind invoeren in het
systeem en u zult een inlogcode ontvangen. Deze code is uniek en u kunt daarmee via de
website van de Klimrakker onder het kopje ‘aanmelden overblijven’ zelf de dagen invoeren
waarop uw kind zal overblijven. De kosten voor het overblijven bedragen € 1,85,= per keer
overblijven. Wij werken met een systeem van automatische incasso voor het innen van de
overblijfbijdrage. Voor het reglement van de TSO verwijs ik graag naar www.klimrakker.nl. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de organisatie van het overblijven en heeft
daarvoor een bovenschools coördinator TSO aangesteld: Sanne Lawalata-Meslier. Zij houdt
toezicht op het inrichten en uitvoeren van het overblijven binnen de bestuurlijke kaders, op
de individuele scholen. De overblijfcommissie op de Klimrakker volgt de uitvoering van het overblijven op
schoolniveau, ondersteunt en adviseert de coördinatoren. De overblijfcommissie bestaat uit
één leerkracht, één ouder en de overblijfcoördinator. In het overblijfreglement van de Klimrakker staat de gang van zaken rond het overblijven
beschreven. Dit reglement kunt u vinden op de website van de school. Klachtenregeling Klachten over het overblijven kunt u natuurlijk altijd bespreken met de overblijfcoördinator,
directeur en/of bovenschools coördinator TSO. Deze klachten vallen onder de
klachtenregeling voor het onderwijs. De klachtenprocedure en de gegevens van de
klachtencommissie zijn elders opgenomen in de schoolgids. 28 5.4
Buitenschoolse opvang De Roversbende In Basisschool De klimrakker is Buitenschoolse Opvang (BSO) De Roversbende van
Kinderopvang Humanitas gevestigd. De BSO bestaat uit twee groepen, één groep met 20 kindplaatsen voor kinderen van 4 tot 7
jaar en één groep voor kinderen vanaf ongeveer 7 jaar, ook met 20 kindplaatsen. Op deze
manier kunnen we de ruimtes en activiteiten beter afstemmen op de behoeftes van de
kinderen en de leeftijdsfase waarin zij zich bevinden. BSO De Roversbende vangt zowel de kinderen van Basisschool De Klimrakker, als de
kinderen van Basisschool De vallei en De Bongerd op. Buitenschoolse opvang is vrije tijd. Na school, op vrije dagen en in vakanties. De
buitenschoolse opvang van Kinderopvang Humanitas is een plek waar voor ieder kind wat
te beleven is. In overleg met de kinderen plannen de pedagogisch medewerkers iedere dag
verschillende activiteiten: sport en spel, natuuractiviteiten, knutselen, koken, muziek en
nog veel meer. Er zijn uitstapjes en workshops. Maar er kan ook naar hartenlust vrij
gespeeld worden en kinderen moeten zich ook lekker kunnen terugtrekken in een hoekje
met een boek. Alles mag, niets moet. Op www.kinderopvanghumanitas.nl vindt u uitgebreide informatie over Kinderopvang
Humanitas en Buitenschoolse Opvang De Roversbende. In de media wordt veel gesproken over de kosten voor kinderopvang en zijn er
aanpassingen gedaan op de teruggave vanuit het rijk. Toch blijven de kosten nog altijd een
berekening die afhankelijk is van het inkomen en de persoonlijke situatie. Het loont dus de
moeite om uit te (laten) rekenen wat de kosten voor u zullen zijn. Wilt u meer weten over de opvangmogelijkheden, een vrijblijvende offerte of wilt u eens
een kijkje komen nemen in één van de kindercentra, dan kunt u contact opnemen met het
regiokantoor. adres:
telefoonnummer:
e-mail:
Regiokantoor Midden Nederland Postbus 251 3830 AG Leusden 033 – 20 18 000
[email protected] 29 6. De stichting Voila Stichting Voila is de grootste onderwijsorganisatie in Leusden en heeft één
nevenvestiging in Achterveld. Wat Voila uniek maakt in onderwijsgevend Nederland is
dat zij drie identiteiten vertegenwoordigd, te weten de Katholieke (3 scholen), de
Openbare (4 scholen en 1 nevenvestiging) en de Protestant Christelijke (5 scholen). Na
een zorgvuldig proces zijn het Protestants Christelijk, Katholiek en Openbaar primair
onderwijs in Leusden per 26 augustus 2009 gefuseerd tot één samenwerkingsbestuur:
Voila. Voila staat voor Verschillend Onderwijs in Leusden Achterveld. De Stichting Voila wordt bestuurd door het College van Bestuur (CvB) dat bestaat uit
twee leden, te weten Gerrit-Jan Weiler, voorzitter en Wichert Eikelenboom, lid. Zij zijn
integraal verantwoordelijk voor de organisatie en worden ondersteund door het
bestuursbureau. Het adres van het bestuursbureau is: Berkelwijk 37, 3831 MN Leusden, postadres: Postbus 32, 3800 AA Leusden. tel. 033-4335010. E-mail [email protected]. Website: www.voilaleusden.nl De Raad van Toezicht houdt toezicht op en adviseert het College van Bestuur. De Raad van Toezicht bestaat per 1 augustus 2014 uit de volgende leden: Mevrouw G.H. van der Waaij, mevrouw S.F. Bloemers, de heer H. Kolthof, de heer R. Streekstra en de heer W.G. Dirks; er zijn twee vacatures in te vullen. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) adviseert de organisatie over het
beleid van de stichting en heeft op een aantal terreinen instemmings- of
adviesbevoegdheden. Op schoolniveau vervult de medezeggenschapsraad (MR) deze rol. De GMR bestaat per 1 augustus 2014 uit de volgende leden: Vanuit de oudergeleding: Hilda Rozendal, Chris Boterman (voorzitter), Willem Bakker, Esther Hellemans, Dennis van
Velzen, Nienke Fennema en Eefje Lise van Ooijhuizen. Vanuit de personeelsgeleding: Sanne Hendriksen, Franca Zwakman, Sander Boekholt, Anne Marie Ridderhof en er is nog
een vacature. Reorganisatie Recent heeft er binnen Voila een reorganisatie op managementniveau plaatsgevonden.
Binnen deze nieuwe managementstructuur is er sprake van clusterdirecteuren,
schooldirecteuren en locatiedirecteuren. Het College van Bestuur acht deze reorganisatie noodzakelijk om enerzijds gezien de
bezuinigingen op de managementgelden vanuit de overheid, de toenemende regeldruk
vanuit het ministerie, het dalend leerlingaantal (tot 18 % in 2020), het positioneren van de
brede scholen en het versterken van de bestuurlijke kracht zonder dat er anderzijds
concessies aan de kwaliteit van de scholen gedaan worden. 30 Vertrekkende schooldirecteuren (vaak fulltimers) worden vervangen door locatiedirecteuren
(altijd parttime ambulant). Een locatiedirecteur is altijd het eerste aanspreekpunt binnen de school. Hij of zij is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken, het onderwijs, het
personeel en de identiteit. Iedere locatiedirecteur werkt onder de verantwoordelijkheid van een clusterdirecteur. Verschillende scholen De 13 basisscholen geven ieder op hun eigen manier invulling aan het onderwijs. Vanuit
verschillende levensbeschouwelijke- en onderwijskundige uitgangspunten. Dat is belangrijk.
Want kinderen en hun ouders moeten zich thuis voelen op school. Het College van Bestuur
van Voila vindt het van belang dat de scholen, zodoende een eigen gezicht behouden. Voila
stimuleert juist hun verschillen en wil op deze manier er zorg voor dragen dat ouders echt
iets te kiezen hebben. Kernwaarden van Voila
Voila vindt het belangrijk dat op de scholen leerlingen en personeelsleden vanuit bepaalde
waarden en normen handelen. Voila heeft dan ook als basis de Voila waarden die leidend
en bindend zijn voor de Voila scholen. Deze zijn verwerkt in de missie en visie van Voila. Missie van Voila 1.
Positief zelfbeeld Kinderen verlaten een Voila-school met een positief zelfbeeld. Ze leren zich bewust te zijn
van hun eigen talenten en kwaliteiten. Ze hebben het gevoel: ik kan het! 2.
Kennis en vaardigheden die nodig zijn in deze tijd en in de toekomst We willen onze kinderen kansen bieden, nu en in de toekomst. 3. Ruimte voor creatief denken en handelen
In onze complexe wereld wordt veel van mensen gevraagd. We willen dat kinderen hun
toekomst als een uitdaging ervaren en hen de hulpmiddelen geven om die toekomst vorm
te geven.
4. Samenwerken en respect
Liefde, open staan voor de wereld en voor andere mensen en mede daardoor leren van
elkaar wordt steeds belangrijker. We sluiten bij Voila niemand uit en we leren kinderen dit
ook niet te doen.
5. Een bijdrage leveren vanuit verantwoordelijkheid
We willen kinderen leren zichzelf te zien als deel van een groter geheel en daarin hun
verantwoordelijkheid te nemen.
6. Keuzes kunnen maken
Door de beschikbaarheid van enorme hoeveelheden informatie en door de toename van de
complexiteit van de samenleving vinden we het belangrijk dat onze kinderen leren kennis
uit diverse bronnen te kunnen samenvoegen tot één geheel. Hoe willen we handelen om onze missie realiseren? In de missie geven we antwoord op de vraag: Waarom zijn wij als Voila een team: wat
willen we met zijn allen realiseren voor onze kinderen? Bij de waarden geven we antwoord op de vraag: Hoe willen wij de missie realiseren? De
waarden vormen de leidraad voor het gedrag dat mensen die bij Voila werken, laten zien.
Ze vormen het kader voor onze identiteit, ze geven aan wie we zijn en hoe we door
anderen herkend willen worden. De waarden staan ten dienst van de missie. Ze helpen ons deze missie ook daadwerkelijk
te kunnen realiseren. De kernwaarden bij Voila zijn: 1. ethiek: verantwoordelijkheid nemen, het verschil willen maken 31 2.
3.
4.
5.
6.
respect: samenwerken, niemand uitsluiten, open staan voor anderen veiligheid: eerlijk durven zijn, gevoel van geborgenheid, gemeenschapszin groei en ontwikkeling: talenten benutten, blijven leren, competentiegevoel autonomie: zelfrespect, positief zelfbeeld, vrijheid om keuzes te maken creativiteit: buiten bestaande paden kunnen denken en handelen Ieder kind telt Voor iedere leerling willen we passend onderwijs verzorgen, zodat elk kind gewoon in
Leusden naar school kan. Door samen te werken komt dat doel dichterbij. Voila coördineert ook de leerlingenzorg in het Onderwijszorgcentrum (OZC) en de
tussenschoolse opvang (TSO). 32 7. Overige informatie 7.1
Gewoonten op Klimrakker Afspraken rond de aanvang van de school: Ouders en kinderen worden vriendelijk verzocht in de ochtend niet eerder dan om 8.15uur
op het schoolplein te zijn. Vanaf 8.20uur staan de deuren open en is er een vrije inloop.
Kinderen en ouders kunnen vanaf die tijd naar het lokaal. Als de kinderen in het lokaal
zijn, dan maken zij een begin met het zelfstandig werken. Als om 8.30uur de bel gaat, dan
verwachten wij dat de kinderen werken en dat de ouders de lokalen hebben verlaten. In de middag staat de deur vanaf 12.50uur open en gaat de bel om 13.00uur. Andere afspraken bij binnenkomst: ­ de groepsleerkracht is bij binnenkomst beschikbaar voor eventuele korte vragen van de
ouders. Voor zaken die wat meer tijd vragen wordt een aparte afspraak gemaakt; Wij vragen de ouders dringend, om ervoor te zorgen dat hun kind op tijd op school is.
Elke ochtend 5 minuutjes later komen, zorgt op jaarbasis voor een groot verlies van
onderwijstijd. Dit geldt ook voor kleuters. ­ jassen in luizencapes ophangen en tassen op de daarvoor bestemde plek ophangen; ­ het meenemen van mobiele telefoons is op eigen risico en deze staan in de klas uit; ­ geen buggy’s in de school ­ honden aan de lijn Regelmatig komen honden mee om de kinderen van school op te halen. Dat is heel
gezellig, maar wij zien graag dat de honden op het schoolplein aangelijnd zijn. Niet
ieder kind of iedere (groot)ouder voelt zich vrij met een hond in de naaste omgeving.
Dat respecteren wij op deze wijze. Aangelijnd op het schoolplein heeft de voorkeur
boven aangelijnd bij de ingang, want dat belemmert kinderen evenzeer. Het spreekt
voor zich dat honden niet de school in gaan. ­ kinderen die op de fiets komen, lopen met de fiets aan de hand over de speelplaats en
zetten hun fiets netjes neer ­ surveillance op het schoolplein vindt plaats tijdens het speelkwartier. Het gebruik van gangen en hallen Het gebruik van hallen en gangen is niet alleen om van de ene naar de andere ruimte te
gaan. Er wordt ook veel door kinderen gewerkt. Daarom: ­ we lopen rustig door de gangen en we praten zachtjes. ­ als je in de gang of hal gewerkt hebt, laten we na het werken alles netjes achter,
stoelen worden weer aan de tafel geschoven. ­ als je een klas binnengaat, loop je naar de leerkracht toe en begint daar pas te
spreken. ­ op deze manier stoor je andere kinderen niet, die in de gang of hal aan het werk zijn. Eten, drinken en traktaties Het standpunt van Klimrakker is dat de school een voorbeeldfunctie vervult als het gaat om
gezond gedrag; immers, bevordering van gezond gedrag is een van de kerndoelen voor het
basisonderwijs. Dat betekent dat de school hierin een taak heeft en gezond gedrag moet en
wil bevorderen. Onderdeel hiervan is dat de school een goed beleid over snoepen heeft en dat de school
overmatig snoepgebruik op school tegengaat. Tijdens 10-uurtjes staan wij daarom niet toe
dat er gesnoept wordt. Ook chips en koolzuurhoudende dranken zijn niet toegestaan. Wij realiseren ons dat er een groot “grijs gebied” is. Wat de één snoep vindt, vindt de
ander normaal. De discussie over wat dan wel en niet meegenomen mag worden, is
daarom nooit helemaal sluitend te krijgen, tenzij je heel rigoureuze keuzes gaat maken als
school. Daar willen wij vooralsnog niet aan. Wij hebben er vertrouwen in dat ouders hierbij
hun gezonde verstand willen gebruiken. 33 Wel vindt de school dat “iets lekkers” (een snoepje) hoort bij feesten en vieringen. Vieren
op zich hoort ook bij gezond gedrag. Snoepen moet dan wel met mate gebeuren! In dit licht willen wij de ouders dan ook verzoeken om hiermee rekening te houden bij het
uitdelen van bijvoorbeeld traktaties bij een verjaardag. Het komt voor dat kinderen
traktaties meenemen waarin enorme hoeveelheden snoep zijn verwerkt. Op zo’n moment
kan de leerkracht besluiten dat deze traktatie niet wordt opgegeten onder schooltijd, maar
aan de kinderen om 12 uur wordt meegegeven naar huis, zodat de ouders zelf kunnen
bepalen of het wordt opgegeten. Leerkrachten belonen niet met snoep. Wij gebruiken andere manieren om kinderen te
belonen voor een taakje of opdracht die goed is gedaan, bijvoorbeeld met stickertjes of
stempels. Voor de TSO-momenten geldt dat het wel/niet meegeven van snoep onder de
verantwoordelijkheid van de ouders valt. Ook hierin vragen wij u om de regel “alles met
mate” toe te passen! Hierbij wat ideeën die u een handje op weg kunnen helpen bij het bedenken van een
gezonde maar wel lekkere traktatie. Een mini krentenbol, popcorn, zoute krakelingen/zoute sticks, prikkers met fruit eraan, een
klein kadootje, een prikker met kaas/ worst, een ontbijtkoek, een waterijsje, een ketting
van dropveter met chips-ringetjes, poffertjes of pannenkoekrolletjes met fruit aan een
prikker, een yoghurttoetje of een (versierde) eierkoek. Als u op Google ‘trakteren’ ingetypt wordt, krijgt u veel websites met traktatie ideeën te
zien. Om zelf te maken, of om kant en klaar te kopen. Toilet Tijdens instructies en de kring gaat niemand naar het toilet; ook het eerste half uur na
binnenkomst niet. Verder geldt: ­ handen wassen is verplicht; de kinderen worden er regelmatig op gewezen ­ maximaal twee leerlingen tegelijk naar het toilet: één jongen en één meisje. De kring Op Klimrakker worden regelmatig kringgesprekken gehouden: ­ unit 1 heeft elke dag een kringmoment ­ unit 2 en 3 hebben op maandag een kring, maar kunnen daarnaast op andere
momenten in de week in de kring zitten voor gesprekken, nieuwsfeiten e.d. ­ dagelijks staat er in alle stamgroepen aan het einde van de ochtend een reflectiekring
gepland Schoolpleinregels Wij prijzen ons gelukkig met een groot speelplein. Daar gelden de volgende regels: ­ grote ballen op het grote speelplein en in de kingvelden. ­ het huisje is alleen voor groep 1,2 en 3. ­ wij maken geen gebruik van de bosjes achter de fietsenstalling en naast het grote plein.
Een gebrek aan overzicht beperkt ons de veiligheid te waarborgen. Het zand in de zandbak wordt ieder jaar ververst. Het “op orde” houden van de school Een gezellige school blijft gezellig als we ons aan de volgende regels houden. ­ De kinderen hebben allen een eigen taak. Onder schooltijd zijn zij verantwoordelijk voor
die taak. Een eigen taak heeft sociaal-opvoedende waarde en bevordert het gedrag van
de leerling zodanig dat ze zich verantwoordelijk voelen voor het goed omgaan met de
schoolspullen, 34 ­
­
Wij werken niet met een traditionele klassendienst, enkele taken kunnen wel
aansluitend aan schooltijd plaatsvinden, schoolboeken mogen alleen mee naar huis genomen worden in een tas die voldoende
bescherming biedt (geen plastic). Pesten in de school De school heeft een pestprotocol. Hierin staat omschreven hoe wij op school met elkaar
willen omgaan, wat doen we wel en niet, en hoe treedt de school op in het geval van
pesten. Dit protocol ligt op school ter inzage. Om te voorkomen dat er pestgedrag ontstaat houden wij ons in elke klas aan 10 regels.
Deze regels zijn in elke groep hetzelfde. Elke twee weken staat één van de 10 regels door
de hele school heen centraal. Het gaat om de volgende regels: ●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
Wij zeggen aardige dingen tegen elkaar. Wij doen elkaar geen pijn. Wij laten elkaars spullen heel. Wij zorgen voor elkaar en komen op voor wie dat nodig heeft. Wij sluiten niemand buiten, iedereen doet mee. Wij luisteren goed naar de mening van anderen. We zorgen ervoor, dat iedereen het naar de zin heeft. Wij houden samen onze klas netjes. Iedereen is anders, dat is juist leuk. Bij elke klus helpen wij elkaar een handje. Hoofdbedekking in de school Wij hebben geen bezwaar tegen het dragen van een hoofddeksel (petje, haarband,
diadeem, hoofddoekje) onder schooltijd, behalve het dragen van een capuchon. Wij vinden
dat de oren en ogen zichtbaar moeten zijn en dat het dragen van een hoofddeksel geen
negatieve invloed mag hebben op het creëren en behouden van een goede sfeer. 7.2 Leerplicht en verlof Hieronder volgen de richtlijnen voor verlof, zoals de Leerplichtambtenaar van de
Gemeente Leusden die verstrekt aan de directies van haar basisscholen. In de leerplichtwet staat dat een kind leerplichtig is vanaf de eerste dag van de maand
volgend op zijn of haar vijfde verjaardag tot aan het einde van het schooljaar waarin het
zestien wordt. Gedurende die tijd moet een kind zonder onderbreking een school bezoeken,
tenzij er zwaarwegende redenen zijn waardoor schoolbezoek niet mogelijk is. Voor zomaar
een dag vrij of eerder op vakantie kunt u dus geen vrij krijgen. Om verlof aan te vragen
zijn er formulieren op school. De directeur beslist over de verlofaanvraag. Vanaf 1 juli 1994
geldt de herziene Leerplichtwet 1969. Verlof is uitsluitend mogelijk: 1. als de school/instelling (voor de leerling/deelnemer) gesloten is. Hiervoor gelden geen
nadere vormvoorschriften. 2. bij ziekte. Dit moet voor half negen ’s morgens gemeld worden, doch uiterlijk binnen
twee dagen bij de directeur van de school. Zo mogelijk met opgave van de aard van de
ziekte. 3. voor het vervullen van godsdienstige of levensbeschouwelijk verplichtingen, echter
alleen als dit tijdig vooraf aan de directeur wordt gemeld. Gedacht kan worden aan het
vieren van het islamitisch offerfeest of het suikerfeest, het hindoeïstisch Holi feest, e.d. 4. ter voorkoming van overbelasting van een vijfjarige kleuter. Om deze reden kunnen
ouders besluiten het kind gedurende een bepaalde periode maximaal 5 uur per week (b.v.
35 2 middagschooltijden) thuis te houden. Dit kan echter alleen als vooraf en tijdig aan de
directeur wordt gemeld gedurende welke periode en op welke uren het kind wordt thuis
gehouden. Als het schoolbezoek dan nog steeds te zwaar voor het kind is, dan kan de
directeur worden gevraagd vrijstelling van de schoolbezoekplicht te geven voor meer dan 5
uur per week, echter nooit meer dan 10 uur p.w. Het is niet toegestaan een vijfjarige kleuter onaangekondigd of op willekeurige momenten
thuis te houden. 5. als vakantie met het kind tijdens de schoolvakantie niet mogelijk is wegens de specifieke
aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers. In alle andere gevallen is vakantie
buiten de schoolvakanties om niet mogelijk. Voor dit extra verlof gelden de volgende
bijzondere voorwaarden: • de ouder moet een gewaarmerkte werkgeversverklaring overleggen of, als
hij/zij een zelfstandige is, een gewaarmerkte eigen verklaring waaruit blijkt
dat verlof binnen de voor de school/instelling vastgestelde vakanties niet
mogelijk is; • de verhinderde ouder moet zelf aan de vakantie deelnemen; • het verlof bedraagt maximaal 2 schoolweken per schooljaar • er kan maar éénmaal per schooljaar om deze reden verlof worden verleend;
dus niet b.v. 2 keer één week; • het verlof kan niet worden verleend in de eerste 2 weken van het schooljaar. 6. wegens andere gewichtige omstandigheden. Daartoe zijn te rekenen: • het voldoen aan een wettelijke verplichting, zolang dit niet buiten de lesuren
kan; • verhuizing (1 dag); • huwelijk van familieleden (1 dag als niet elders overnacht hoeft te worden) • ernstige ziekte van familieleden; • bevalling van de moeder/verzorgster; • overlijden van ouders (4 dagen), van (groot)ouders of broers/zussen (2
dagen), van ooms/tantes of neven/nichten (1 dag); • jubileum (huwelijk of als werknemer) van familieleden (1dag); • andere belangrijke redenen (met uitsluiting van vakantieverlof). De aangegeven duur van het verlof is een indicatie. Als geen indicatie is gegeven dan moet
daarover overleg met de directeur worden gevoerd. Onder familieleden worden begrepen
(groot)ouders, broers/zussen, directe ooms/tantes en directe neven/nichten (1e tot en met
4e graad). Over de eerste 10 dagen van een verlof wegens andere gewichtige
omstandigheden beslist de directeur. Als het verlof boven 10 dagen per jaar uitkomt, legt
de directeur het verzoek voor aan de leerplichtambtenaar. Deze kan een aanvullende
verklaring (b.v. van een arts of een maatschappelijk werker) vragen. In verband met de procedures die gevolgd moeten worden moet een verlofaanvraag, zo
mogelijk, 8 weken van te voren bij de directeur van de school worden ingediend. Bij een
onvoorziene, maar mogelijk geoorloofde afwezigheid moet dit uiterlijk binnen 2 dagen na
ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. De directeur van de school is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van
vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen die ouders die een kind zonder verlof van
school houden, kan proces-verbaal worden opgemaakt. Formulieren voor verlof-aanvraag zijn te verkrijgen bij de directeur.
36 7.3
Jeugdgezondheidszorg van de GGD Werkwijze Jeugdgezondheidszorg De GGD voor kinderen in het basisonderwijs De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Midden-Nederland werkt preventief aan een
gezonde groei en ontwikkeling van jeugdigen van 0 tot 19 jaar. Daarom onderzoekt de
GGD alle kinderen op verschillende leeftijden, om zodoende mogelijke problemen in het
opgroeien tijdig op te sporen. Mochten er problemen gesignaleerd zijn, dan helpt de GGD bij het
bewandelen van de juiste weg. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de
GGD verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een
doktersassistente. Gezondheidsonderzoeken U krijgt van ons bericht als uw kind aan de beurt is voor onderzoek. De standaard
preventieve onderzoeken vinden plaats op school. In principe is het eerste onderzoek in de
basisschoolleeftijd onderzoek in groep 2, daarna in groep 7. Na het onderzoek worden de ouders schriftelijk geïnformeerd over de bevindingen. Hierbij staat ook vermeld of er nog een vervolgcontact komt met een jeugdarts of
jeugdverpleegkundige. U krijgt dan een uitnodiging om samen met uw kind naar het
spreekuur te komen. Spreekuur jeugdarts/jeugdverpleegkundige De spreekuren vinden plaats in het wijkgebouw. Alle ouders en kinderen kunnen gebruik
maken van het spreekuur. U kunt er terecht met vragen over de ontwikkeling of
gezondheid van de kinderen of voor onderzoek of een gesprek. U kunt gebruik maken van het spreekuur, als: ▪ U zelf vragen hebt over de ontwikkeling of gezondheid van uw kind. ▪ Het consultatiebureau aangeeft dat onderzoek of een gesprek gewenst is. ▪ De leerkracht zich zorgen maakt, en in overleg met u een afspraak op het
spreekuur voorstelt en dit doorgeeft aan de GGD. ▪ Het onderzoek op school aanleiding geeft tot extra onderzoek of een gesprek. In het eerste geval maakt u zelf een afspraak. In de overige drie gevallen ontvangt u een
uitnodiging van de GGD. Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen Heeft u een vraag over de opvoeding of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u contact
met de GGD opnemen van maandag t/m vrijdag tijdens kantoortijden. U wordt dan altijd dezelfde dag nog teruggebeld door een
jeugdverpleegkundige. U kunt de GGD bereiken op telefoonnummer 030-6086086 Vaccinaties DTP en BMR In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten
vaccineren. Kinderen krijgen twee vaccinaties. De DTP prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode
hond. Meer informatie: www.ggdmn.nl of mail naar [email protected] 37 38 7.4 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Vragen over school, vriendschappen, eten, gezondheid, opvoeding, pesten of geld? Het CJG wil meedenken met vragen rondom opgroeien en opvoeden. Zowel ouders als jongeren en kinderen kunnen een beroep doen op het CJG. In het CJG werken de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar van GGD Midden-Nederland en
andere organisaties, zoals het maatschappelijk werk, nauw met elkaar samen. Elke gemeente heeft een eigen CJG. Het CJG is bereikbaar via de mail of telefoon. U kunt
ook binnenlopen op het inloopspreekuur. Adres, telefoonnummers en spreekuurtijden
(zowel inloop als telefonisch) zijn te vinden op de website van het CJG van uw gemeente:
www.cjgnaamvangemeente.nl De GGD is kernpartner binnen het CJG. De GGD voor kinderen in het basisonderwijs De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Midden-Nederland werkt preventief aan een
gezonde groei en ontwikkeling van kinderen en jongeren van 0 tot 19 jaar. De GGD
onderzoekt alle kinderen op verschillende leeftijden om zodoende mogelijke problemen in
het opgroeien tijdig op te sporen. Mochten er problemen gesignaleerd zijn, dan helpt de
GGD bij het bewandelen van de juiste weg. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de GGD verbonden. Dit team
bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een assistente JGZ. Gezondheidsonderzoeken U krijgt als ouder van ons bericht als uw kind aan de beurt is voor een onderzoek.
De standaard preventieve onderzoeken vinden plaats op school. In principe is het eerste
onderzoek in groep 2 van het basisonderwijs, daarna in groep 7. Na het onderzoek wordt u
schriftelijk geïnformeerd over de bevindingen. Hierbij staat ook vermeld of nog een
vervolgafspraak met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige wordt aangeboden. U krijgt
dan een uitnodiging om samen met uw kind naar het spreekuur te komen. Spreekuur jeugdarts / jeugdverpleegkundige De spreekuren vinden plaats in het wijkgebouw. Alle ouders en kinderen kunnen
gebruikmaken van het spreekuur. U kunt er terecht met vragen over de ontwikkeling of
gezondheid van de kinderen of voor onderzoek of een gesprek. U kunt gebruikmaken van het spreekuur, als: §
u zelf vragen hebt over de ontwikkeling of gezondheid van uw kind. §
het consultatiebureau aangeeft dat onderzoek of een gesprek gewenst is. §
de leerkracht zich zorgen maakt, in overleg met u een afspraak op het
spreekuur voorstelt en dit doorgeeft aan de GGD. §
het onderzoek op school aanleiding geeft tot extra onderzoek of een gesprek. In het eerste geval maakt u zelf een afspraak door te bellen met de GGD. In de overige
drie gevallen ontvangt u een uitnodiging van de GGD. Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen Heeft u een vraag over de opvoeding of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u contact
opnemen met de GGD Midden-Nederland. U wordt dan (zo mogelijk dezelfde dag nog) door
een jeugdverpleegkundige teruggebeld. U kunt de GGD maandag t/m vrijdag tijdens
kantoortijden bereiken op telefoonnummer (033) 460 00 46.De GGD biedt ook
opvoedondersteuning via de e-mail: [email protected] en de mogelijkheid om te
twitteren met de jeugdarts via @deschoolarts. Vaccinaties DTP en BMR 39 In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten
vaccineren. Kinderen krijgen twee vaccinaties. De DTP prik tegen difterie, tetanus en polio
en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode hond. Meer informatie: www.ggdmn.nl of mail naar [email protected] 7.5 Verzekeringen en aansprakelijkheid Het bestuur heeft voor al haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit
een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten
(leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een
(beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de
geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen
verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële
schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder deze dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief
zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van
onrechtmatig handelen. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare
fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in
hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van
enige onrechtmatigheid. Wanneer bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles of tijdens het
buitenspelen een bal tegen een bril komt. Die schade valt niet onder de
aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. De school is niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen.
Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk
voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de
school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar
dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat
ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. 7.6 Schoolveiligheidsplan Scholen worden in toenemende mate geconfronteerd met incidenten op het gebied van
agressie, geweld en seksuele intimidatie (AG&SI). AG&SI zijn arbeidsrisico’s in een school en worden specifiek in de Arbowet (artikel 1, lid e
en f; artikel 4, lid 2) genoemd. Door de Arbeidsinspectie wordt op de naleving van deze wet
toegezien. Bij haar inspecties op scholen is AG&SI één van de aandachtspunten. Ook de
Onderwijsinspectie controleert als onderdeel van het schoolklimaat of scholen een
veiligheidsbeleid voeren om leerlingen en personeel zoveel mogelijk te vrijwaren van
veiligheidsrisico’s als letsel, diefstal, agressie en geweld. In de Wet op het primair
onderwijs (artikel 4a en 5a) en de Wet op de expertisecentra (artikel 4a en 5a) zijn
passages opgenomen, die de werkgever verplichten om overleg te voeren of aangifte te
doen inzake zedenmisdrijven. Dit alles noodzaakt scholen om gericht beleid te voeren op
het terrein van AG&SI. Op de Klimrakker is daarom een Schoolveiligheidsplan opgesteld. In
dit veiligheidsplan worden gedragsregels en maatregelen ter bevordering van de sociale
veiligheid beschreven. Er zijn twee leerkrachten die een geldig EHBO-dilpoma hebben, en er zijn twee
leerkrachten die de taak van BHV-er hebben. Zij volgen hier ook de scholing voor. Tevens
is er een preventiemedewerker en een interne contactpersoon (vertrouwenspersoon), Petra
Vissers. Twee keer per jaar wordt er een ontruimingsoefening gehouden. Vorig schooljaar was de
Arbo-Unie aanwezig om te komen observeren en evalueren. De verbeterpunten die hieruit
kwamen, zijn geëvalueerd in het team en meegenomen in het nieuwe ontruimingsplan. De directie van de school probeert sociale veiligheid te waarborgen door te zorgen voor
goede arbeidsomstandigheden, een prettig sociaal klimaat, een gepaste wijze van
40 leidinggeven en voldoende aandacht voor het individuele personeelslid, leerling en ouder.
Ieder personeelslid draagt bij aan een veilige schoolomgeving door problemen tijdig te
onderkennen en te bespreken. Alleen als schoolleiding én personeel zich volledig inzetten
met betrekking tot sociale veiligheid, is het beleid effectief. Inhoud van het schoolveiligheidsplan: − Duidelijke afspraken over preventieve maatregelen, scholing van medewerkers, de
schoolregels en de sancties bij het overtreden. − Heldere procedures over welke maatregelen er genomen worden bij incidenten en
regelt de opvang van slachtoffers. − De school registreert incidenten en bespreekt dit overzicht met de
medezeggenschapsraad, zodat de hoeveelheid incidenten bekend is bij de
schoolgemeenschap. − De school doet aangifte van misdrijven − In de school wordt een coördinator veiligheid (preventiemedewerker sociale
veiligheid) aangesteld. − Werknemers, die het nodig hebben, krijgen scholing in het omgaan met dreigende
conflicten en psychologische weerbaarheid. Het Schoolveiligheidsplan ligt ter inzage op school. 7.7 Klachtenregeling In het kader van de uitwerking van de klachtenregeling wil het bestuur van de stichting
VOILA Leusden e.o. twee externe vertrouwenscontactpersonen benoemen en een proactief
beleid voeren betreffende preventie machtsmisbruik en het omgaan met klachten op haar
scholen. Het betreft de formele klachten op het gebied van: (Seksuele) intimidatie, Pesten, Mishandeling, Onheuse bejegening, Inbreuk op de privacy Didactische aanpak, Pedagogische aanpak en Organisatorische aanpak Het bestuur wil hiermee voldoen aan haar wettelijke verplichting betreffende de
klachtenregeling. Daarenboven wil het bestuur met een goede uitwerking van de klachtenregeling bijdragen
aan de verhoging van de kwaliteit van het pedagogisch klimaat op haar scholen. De school
moet te allen tijde een veilige plaats zijn voor leerlingen, ouders en leraren. Het bestuur staat een proactief en preventief beleid voor op haar scholen als het gaat om
het voorkomen van machtsmisbruik en het naar tevredenheid afhandelen van klachten voor
de betrokkenen. Op iedere school is minimaal één interne contactpersoon aanwezig. Op Klimrakker is dat
Petra Vissers. De taken van de interne contactpersoon zijn: a. De belangen behartigen van de klager of de aangeklaagde. Ook hier geldt net als bij de
externe vertrouwenscontactpersonen dat een collega interne
vertrouwenscontactpersoon van een andere school of locatie de belangen kan
behartigen van de aangeklaagde, als deze laatste daar prijs op stelt. b. De eerste opvang verzorgen wanneer er een klacht wordt ingebracht. c. Verwijzen naar de externe vertrouwenscontactpersonen. d. Meldplicht naar het bestuur wanneer er sprake is van een vermoeden van seksuele
intimidatie. e. Informatie en voorlichting geven. 41 f.
Initiatieven nemen in preventieactiviteiten en deze in- en doorvoeren. Dit in overleg
met de externe vertrouwenscontactpersonen en de directie. Evaluatie van deze
activiteiten. g. Overleggen met collegae, directie, ouders, externe vertrouwenscontactpersonen en
derden. (Met inachtneming van geheimhoudingsregels). h. Bemiddelen (behalve in het geval van seksuele intimidatie waarbij de klacht gericht is
op een collega; in dat geval wordt er gemeld bij het bestuur en wordt een externe
vertrouwenscontactpersoon ingeschakeld. Het bestuur meldt bij de
vertrouwensinspecteur en overlegt over de bestuurlijke noodzakelijke maatregelen en
het wel/geen doen van aangifte bij justitie/politie). i. Het doen van hoor en wederhoor als dat geëigend is. (niet in gevallen van seksuele
intimidatie) j. Verwijzen naar hulpverlenende instanties. k. Zitting nemen in een crisisteam wanneer dit aan de orde is om de belangen van de
klager, dan wel aangeklaagde te bewaken en te behartigen. l. Het bijhouden van een logboek waarin de activiteiten worden vermeld die voortkomen
uit de taak van de interne contactpersoon. (Het logboek wordt door de vertrouwenscontactpersonen aangereikt en toegelicht. Elk
jaar worden de gegevens bij de vertrouwenscontactpersonen ingeleverd. Deze
verwerken de informatie in het jaarverslag voor het bevoegd gezag.). Klachtenprocedure Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden en worden fouten gemaakt. Graag
zijn we snel op de hoogte van eventuele problemen. In eerste instantie kunt u contact met
de groepsleerkracht zoeken, ook wanneer u met haar of hem een verschil van mening
heeft. Wanneer u er samen niet uitkomt, kan de directeur worden ingeschakeld. Hij is ook
aanspreekpunt voor algemene zaken. Wanneer u vindt dat de klacht onzorgvuldig wordt
behandeld, dan kunt u met uw klacht bij het schoolbestuur terecht. Uw aanspreekpersoon
is het bovenschools management. De externe vertrouwenspersonen van het bestuur zijn
Frank Brouwer en Dorine Gerritsma. Zij zijn te bereiken via CED groep locatie Maartensdijk,
Tolakkerweg 153, 3738 JL Maartensdijk (Postadres: Postbus 25, 3738 ZL Maartensdijk) t: (0346) 21 97 77 - f: (0346) 21 97 70 - e: [email protected] www.cedgroep.nl Mocht dit uiteindelijk ook niet tot het door u gewenste resultaat leiden, dan kunt u naar de
landelijke klachtencommissie stappen waar de vereniging zich bij aangesloten heeft. Het
adres van deze Landelijke Klachtencommissie is: Postbus 85191, 3508 AD Utrecht
(telefoon: 030 2809590). Leerlingenstatuut/Toelatingsbeleid.
1. Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van leerlingen en ouders die staan
ingeschreven op een school van Voila. 2. Het leerlingenstatuut is van toepassing op alle geledingen, het schoolbestuur en de
7.8
schoolleiding met inachtneming van wettelijke vastgestelde bevoegdheden en
reglementen en de met het personeel afgesloten arbeidsovereenkomst. 3. Het leerlingenstatuut wordt voor onbepaalde tijd vastgesteld door het schoolbestuur.
Tussentijdse wijzigingen zijn mogelijk al dan niet op voorstel van degenen die bij dit
statuut zijn betrokken. 4. Het schoolbestuur legt het statuut en ieder voorstel tot wijziging ter advies dan wel ter
instemming voor aan de GMR alvorens tot een besluit over te gaan. Hierbij wordt aangemerkt dat advies of instemming op de diverse onderdelen van dit
statuut door de ouders- of leerkrachtengeleding of de gehele raad is geregeld in de
medezeggenschapsreglementen. 5. De meeste leerlingen kunnen zonder problemen naar school. Bij aanmelding is een
diepgaande procedure niet nodig. Leerlingen die om wat voor reden dan ook extra zorg
42 nodig hebben, moeten zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd. Dat kan in principe bij
de aanmelding, door alle ouders een aantal vragen voor te leggen waaruit snel blijkt of
er al dan niet sprake is van extra zorgbehoefte. 6. Het volledige leerlingenstatuut is op school ter inzage. 7.9 Rechten en plichten van ouders, leerlingen en bevoegd gezag 1. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijs-activiteiten.
Indien een leerling door lichamelijke omstandigheden niet in staat is bepaalde lessen bij
te wonen, dan zal er voor opvang op school worden gezorgd. Er kunnen geen redenen
zijn waarom een leerling zich mag onttrekken aan de overige lessen behoudens verlof
of ziekte. Iedere ouder is op de hoogte van het geboden lesprogramma en door
plaatsing akkoord gegaan met het volgen daarvan. 2. Schorsen en verwijderen. Binnen Voila bestaat een regeling vaststelling van beleid van
toelating en verwijdering leerling. Hiermee heeft het bestuur een procedure ontwikkeld
om vooral bij schorsing en/of verwijdering van een leerling voor alle betrokkenen een
zo zorgvuldig mogelijke weg te bewandelen waarbij ieders rechten gewaarborgd en
gerespecteerd worden. 3. Onderwijskundig rapport. Indien een leerling onze school verlaat, zijn wij verplicht een
onderwijskundig rapport van de leerling mee te geven naar de nieuwe school. Bij de volgende drie gelegenheden moet zo’n rapport opgemaakt worden: ● verandering van basisschool ● plaatsing op het Speciale school voor basisonderwijs (SBO)
● overgang naar het Voortgezet Onderwijs (VO). Ouders krijgen indien gewenst inzage of een afschrift van dit rapport. Het
onderwijskundig rapport voor het SBO en het VO moet zelfs eerst ondertekend zijn door
de ouders voordat het verstuurd mag worden. 4. Regels voor ouderhulp. Ook onze school maakt graag gebruik van ouderhulp. Binnen
de (G)MR en de OV zijn veel ouders actief. Ook onder schooltijd zijn ouders als
ouderassistent in school aan het werk. Aan het begin van het schooljaar verschijnt
er in de nieuwsbrief een oproep waarbij aangegeven wordt voor welke onderdelen
ouderassistentie wordt gevraagd, wat er van de ouder wordt verwacht, wie de
contactpersoon is en welke tijd er aan verbonden is. Alle ouders, ook de
overblijfouders, zijn W.A.-verzekerd door het schoolbestuur tijdens hun
ondersteunende activiteiten. 7.10 Gescheiden ouders Bij wet is geregeld dat de ouder met het ouderlijk gezag over het kind verplicht is de
andere ouder op de hoogte te stellen van belangrijke zaken. Daarnaast heeft de ouder
zonder ouderlijk gezag een informatierecht. Deze informatie zal door de school op aanvraag
verstrekt worden/ De school stelt hiervan altijd de ouder met het ouderlijk gezag op de
hoogte. 7.11 Sponsoring Onze school kiest ervoor om zich te houden aan het convenant sponsoring dat op 13 februari 1998 is
gesloten tussen de overheid, besturenorganisaties, ouderorganisaties e.a. Uitgangspunt daarbij is dat
sponsoring op geen enkele wijze de inhoud van het onderwijs mag beïnvloeden, noch de school in een
afhankelijke positie mag plaatsen. Voor specifieke informatie verwijzen we hier naar de tekst van het bovenvermelde convenant. Concrete sponsoringactiviteiten: Voor beslissingen over sponsors en sponsoring vinden wij het noodzakelijk dat er draagvlak is binnen de
school en de ouders. Daarom willen wij beslissingen over sponsoring pas nemen nadat de oudergeleding
van de MR heeft ingestemd. Feitelijke sponsoractiviteiten worden vermeld op onze website. 8. De resultaten van ons onderwijs 8.1 Inspectierapport De inspectie heeft haar manier van toezicht houden de laatste jaren gewijzigd. In haar
streven om verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag mogelijk binnen organisaties
neer te leggen krijgen besturen en directies een steeds grotere rol. In februari 2012 is de
43 inspecteur van het onderwijs bij ons bestuur op bezoek geweest en heeft alle relevante
beleidsstukken van de Klimrakker ingezien: schoolgids, scholingsplan,
meerjarenbeleidsplan, schoolplan, sociaal jaarverslag, maar ook de uitkomsten van de
eindcito’s die in groep 8 worden afgenomen en de eindopbrengsten van de school. Op basis hiervan heeft zij geconcludeerd dat Klimrakker onder het basisarrangement van
de inspectie valt. Vermeldenswaardig is dat de inspecteur de leerling-zorg met ‘goed’ heeft
beoordeeld. Het gehele rapport is te vinden op www.Onderwijsinspectie.nl 8.2 De eindopbrengsten van de school: Cito-eindtoets De leerlingen van groep 8 doen elk jaar mee aan de Cito-eindtoets. Deze toets meet de
prestaties in taal, rekenen en studievaardigheden en wordt als onderdeel gebruikt bij de
advisering voor de schoolkeuze naar het voortgezet onderwijs. Tegelijk geeft de uitslag een resultaat van de hele groep. De gemiddelde toetsscores
worden namelijk vergeleken met die van alle deelnemende scholen. Ook wordt een
vergelijking gemaakt met deelnemende scholen, die qua leerling-populatie overeenkomen
met onze school. Uit de resultaten blijkt dat de leerlingen van Klimrakker ieder jaar boven het landelijk
gemiddelde scoren. De eindscores van de scholen in Nederland zijn gebaseerd op het aantal goede antwoorden
per onderdeel en wordt uitgedrukt in een getal tussen de 500 en 550, de zogenaamde
standaardscore. Landelijk gezien was het afgelopen jaar een ongecorrigeerde standaardscore van 535,1 het
gemiddelde. Klimrakker scoorde 535,4. De uitslag van het schooljaar 2013-2014 is als volgt: Onderdeel Klimrakker Landelijk gemiddelde
535,1 ongecorrigeerde eindscore 535 In het schooljaar 2013-2014 hebben 21 leerlingen van onze school de CITO Eindtoets
groep 8 gemaakt. De wet eist dit, naast de andere toetsgegevens die er in de loop van 8 worden verzameld.
Wij werken gedeeltelijk met het Cito-leerlingvolgsysteem. Daar wordt het advies dat
afgegeven wordt, ook op gebaseerd. De uitslag van de Cito-eindtoets zien wij daarom als
een bevestiging van ons advies. Onze ervaring is dat de uitslag van de Cito-eindtoets een
goede voorspeller is van de vervolgopleiding van onze kinderen. Adviezen 2013-2014 Richting aantal kinderen Vwo 4 havo/vwo havo 7 vmbo/havo vmbo-t 5 vmbo-k/gl 1 Vmbo-b/k +
3 LWOO Praktijkonderwijs 1
44 De 21 leerlingen van groep 8 zijn naar de volgende scholen voor Voortgezet Onderwijs
gegaan: Corderiuscollege, Amersfoort 4 Corlaer College, Nijkerk 3 t’ Atrium, Amersfoort 3 Vathorst College, Amersfoort 3 De Amersfoortse Berg, A’foort 2 Mavo Muurhuizen, Amersfoort 1 Het JvO, Amersfoort 1 ‘t Hooghe Landtcollege, A’foort 1 Vakcollege, Amersfoort 1 Groenhorst, Nijkerk 1 Landstede Zwolle 1 8.3 Procedure overdracht naar VO
In groep 8 geven de leerkrachten in januari, halverwege het schooljaar, een advies aan de
leerling en ouders. Dit advies is door de leerkrachten van groep 8 en de IB-er opgesteld.
In een Onderwijskundig Rapport (OKR) wordt het advies toegelicht.
Het OKR is dit schooljaar een verkorte versie. Het grootste deel van de overdracht naar het
VO vindt via OSO plaats. Dit digitale systeem verbindt het PO met het VO.
In april wordt de eindtoets basisonderwijs afgenomen. Deze eindtoets is ondersteunend
aan het schooladvies.
Naast de digitale en papieren overdracht is er ook een ‘warme’ overdracht. De leerkrachten
van het PO en het VO zijn met elkaar in gesprek over de leerling.
45 9 Actuele gegevens 9.1 Bereikbaarheid van het schoolteam: Locatiedirecteur:
Adrie van Dijk [email protected] 06-20784234 Marja Groenevelt [email protected] Sandra Kreijns-Rossewij
[email protected]
Margo v.d. Sande-Velema
[email protected] Mariet Thuis
[email protected] Elisabeth den Toom [email protected] Petra Vissers [email protected] Monique van Zandbrink [email protected] Lonneke Giele [email protected] Marjolein Alblas
[email protected]
Inge Arbon [email protected] Maroesja Boon [email protected] Esther van Vliet [email protected] 9.2 Groepsverdeling schooljaar 2014/2015 Unit 1 met stamgroep 1-2, stamgroep 2-3 en stamgroep 4: Petra Vissers, Marja Groenevelt, Inge Arbon, Maroesja Boon, Monique van Zandbrink,
Mariet Thuis
Unit 2 met stamgroep 5 en stamgroep 6
Elisabeth den Toom, Lonneke Giele en Sandra Kreijns Vervanging Elisabeth: Marjolein Alblas
46 Unit 3 met stamgroep 7 en stamgroep 8: Elisabeth den Toom, Lonneke Giele, Margo van de Sande, Adrie van Dijk Op Klimrakker lopen diverse stagiaires; van het ROC (opleiding tot onderwijsassistent) en
van Instituut Theo Thijsen in Utrecht/Amersfoort (Pabo). Ook gym- en ICT-stagiaires
vinden bij ons een plek. Taken: Adrie van Dijk
3 dagen per week directie Mariet Thuis
1 dagdeel per week remedial teaching en 1dag per week intern begeleider onderbouw en bovenbouw,
tevens voorzitter IB-kring Leusden Monique van Zandbrink
hoogbegaafdheidcoördinator Petra Vissers
interne en bovenschools coördinator opleidingen en interne contactpersoon Esther van Vliet
financiële administratie, 2 dagdelen per week Dennis Anbeek
ICT-coördinator 9.3
Bereikbaarheid Clustermanager en schoolbestuur: Clustermanager: John Mulder
[email protected]
Algemeen directeuren Voila Wichert Eikelenboom en Gerrit Jan Weiler Postadres: Postbus 32, 3830 AA Leusden website: www.voilaleusden.nl e-mail: [email protected] telefoon: 033-4335010 9.4 Contact- en vertrouwenspersonen inzake de klachtenregeling 1.2.1.1 Voor de volledige regeling zie paragraaf 8.6 Contactpersoon van de school: Petra Vissers 9.5 Adres Inspectie van het Onderwijs: [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychische of fysiek
geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief) 9.6 Medezeggenschapsraad Oudergeleding: Joris Wijnker voorzitter(per 01-01-2014)
André van Beek
Teamgeleding: Petra Vissers
Elisabeth den Toom
033- 8881083 033-4950984 lid
lid
[email protected] Adviseur MR: Adrie van Dijk / John Mulder
9.7 Oudervereniging Ilonka van Rhee
Saskia Sjardin
Antoinette Schimmel
voorzitter
secretaris
penningmeester
47 [email protected] Het girorekeningnummer van de oudervereniging is 90059 t.n.v. Oudervereniging
Klimrakker. 9.8 Schooltijden Unit 1 : 08.30 uur - 12.00 uur (op woensdag tot 11.30) 13.00 uur - 15.00 uur (woensdag- en vrijdagmiddag vrij) Stamgroep 5 t/m 8 08.30 uur - 12.00 uur (woensdag tot 12.30) 13.00 uur - 15.00 uur Wanneer een ouder van de groepen 1 en 2 er niet is om een kind op te halen, wachten de
kinderen binnen bij de leerkracht. Zo weten de leerkrachten wie er nog niet naar huis zijn.
Wilt u vooraf aan de leerkracht melden, dat uw kind door iemand anders wordt opgehaald. 9.9. Ziekmelding Als uw kind ziek is, wilt u ons dat vóór schooltijd laten weten, zodat wij tijdens de lessen zo
min mogelijk gestoord worden. Vanaf 08.00 uur is er iemand op school aanwezig. U kunt
dit ook via de voicemail melden. Vakanties en vrije dagen 2014-2015 Herfstvakantie 20-10-2014 t/m
25-10-2014 Kerstvakantie 22-12-2014 t/m
02-01-2015 Voorjaarsvakantie 23-02-2015 t/m
27-02-2015 Pasen 03-04-2015 t/m 06-04-2015 Meivakantie 04-05-2015 t/m
15-05-2015 Hemelvaart 14-05-2015 Pinksteren 22-05-2015 Zomervakantie 13-07-2015 t/m
21-08-2015 Sinterklaas 05-12-2014 Alle kinderen ’s
middags vrij Kerstmiddag 19-12-2014 Alle kinderen ’s
middags vrij Laatste vrijdag voor de
10-07-2015 zomervakantie Alle kinderen ’s
middags vrij Studiedagdelen 16-09-2014 Alle kinderen ’s
middags vrij 08-10-2014 Alle kinderen
hele dag vrij 28-01-2015 48 Alle kinderen
hele dag vrij 05-06-2014 Alle kinderen
hele dag vrij. 9.11 De vulpen Halverwege het schooljaar krijgen de kinderen van groep 4 van de school een vulpen. Het
is de bedoeling dat zij daar zuinig op zijn en de 4 volgende jaren ook met deze pen blijven
schrijven. Dit is niet zomaar! Gebleken is dat leerlingen beter en netter kunnen schrijven
met een vulpen. Wanneer de vulpen kapot gaat, vragen wij u vriendelijk zelf een nieuwe voor uw kind te
kopen. Wij raden u aan om dat in overleg met de klassenleerkracht doen. U kunt ook
via de school een vulpen kopen (nadere informatie bij de leerkracht). Sommige kinderen schrijven graag met een Stabilo-pen. Kinderen die er thuis één
hebben, mogen deze meenemen naar school en er op school mee schrijven. 9.12 Podiumvoorstellingen 3 keer per jaar organiseren wij een podiumvoorstelling. Iedere stamgroep presenteert
zichzelf één keer per jaar. De kinderen laten aan elkaar en aan de gasten zien wat zij
hebben geleerd. De kinderen leren op deze wijze vertrouwd te raken met het spelen voor
andere mensen. 9.13
Gymnastiekrooster De gymzaal aan de Asschatterweg wordt gebruikt door de Bongerd, de Vallei en
Klimrakker. De kinderen van de stamgroepen 3 en 4 gymmen op maandag- en donderdagochtend. De kinderen van stamgroep 5 gymmen op dinsdagochtend. De kinderen van stamgroep 6/7 gymmen op vrijdagmiddag. De kinderen van stamgroep 8 gymmen op dinsdagmiddag. De leerlingen van de groepen 1 en 2 gymmen in de speelzaal van de school. De kinderen
hoeven daarvoor geen speciale gymkleding te dragen. Gymschoenen met klittenband of
elastiek hebben de voorkeur bij kleuters. De gymschoenen die in de zaal gedragen worden, mogen niet buiten worden gebruikt. De
gymschoenen mogen geen donkere zolen hebben. De mogelijkheid bestaat dat wij, i.v.m. sloop van de huidige gymzaal, in dit schooljaar naar
een andere gymzaal moeten uitwijken.
9.14. Luizencapes Elke eerste woensdag na een week of langer vakantie worden alle kinderen op luizen
gecontroleerd. Als u zelf luizen of neten ontdekt bij uw kind(eren), geeft u dat natuurlijk
door aan de groepsleerkracht. Deze meldt dit dan aan de luizencommissie. Natuurlijk is voorkomen beter dan genezen, en daarom kunt u bij de groepsleerkracht een
luizencape kopen voor €11,00. Hiermee wordt voorkomen dat de luizen op andermans
kleding komen. 49 50 51