De Standaard 26 juni 2014

De Standaard 26 juni 2014
Binnenland
DRUGSVERSLAAFDEN IN DE CEL VERDIENEN BETER, ZEGGEN EXPERTEN
Drugsvrije gevangenis is echt wel mogelijk
Een drugsvrije gevangenisvleugel en een therapeutische gemeenschap voor gevangenen die willen
afkicken. Ze bestaan hier amper. Experten roepen de politici op om er eindelijk werk van te
maken. ‘Als we niets doen, moeten we niet verbaasd zijn dat zoveel gedetineerden blijven
hervallen.’
VAN ONZE REDACTEUR YVES DELEPELEIRE
BRUSSEL Drie op de tien gevangenen zeggen ooit in hun cel een of meerdere keren drugs te
hebben gebruikt. Het gaat vooral om cannabis, maar ook om heroïne die wordt geïnhaleerd maar
soms ook wordt geïnjecteerd.
‘In elke gevangenis moet een heroïneverslaafde gevangene methadon op
onderhoudsbasis kunnen krijgen. Maar in vijf gevangenissen in
Vlaanderen kan dat nog altijd niet’
FREYA VANDER LAENEN
De vaststelling is niet nieuw, maar uit de tweejaarlijkse bevraging van het directoraat-generaal
Penitentaire Inrichtingen blijkt dat er geen enkele beterschap is.
‘Het minste wat we kunnen zeggen, is dat drughulpverlening in de gevangenissen nooit een
prioriteit is geweest voor justitie’, zegt Freya Vander Laenen, professor criminologie aan de
UGent.
‘Er zijn hier en daar goede voorbeelden’, zegt Luc Stas, directeur van de gevangenis in Gent. ‘Maar
het is allemaal te weinig.’
Drughulpverleners worden amper uitgenodigd binnen de gevangenismuren. ‘En als er al iets
gebeurt, is het vaak op vrijwillige basis’, zegt Marcel Vanhex van de Centra voor Alcohol- en
Andere Drugproblemen (CAD) in Limburg. ‘Er is nauwelijks structurele omkadering en financiële
ondersteuning. Het maakt ons moedeloos. Er is veel onbehagen omdat er zo weinig gebeurt.’
Vanhex greep dat onbehagen aan om met experten van het hoger onderwijs, de
drughulpverlening én het gevangeniswezen zelf aanbevelingen te doen. Ze zijn het getalm beu.
‘Het gaat om aanbevelingen die realiseerbaar zijn én die werken! Er is geen enkel excuus om te
wachten met ze uit te voeren. Wij kijken naar Vlaanderen, dat door de staatshervorming alle tools
voor de hulpverlening in handen krijgt. Maar dit is de verantwoordelijkheid van iedereen.’
1. Methadon is een recht voor heroïneverslaafden
Heroïneverslaafden kunnen geholpen worden met een onderhoudsdosis van het medicijn
methadon. ‘Maar vijf op de 15 gevangenissen geven methadon alleen met de bedoeling om het
geleidelijk aan af te bouwen’, zegt Vander Laenen. ‘Nochtans is elke gevangenis verplicht om
methadon ook op onderhoudsbasis te geven.’
‘Het is zeer naiëf van gevangenissen om te denken dat ze het probleem hebben opgelost als ze het
druggebruik bij iemand hebben afgebouwd en als ze voor de rest niet met de gedetineerde aan de
slag gaan’, zegt Dirk Vandevelde, voorzitter van de Vlaamse Vereniging Behandelingscentra
Verslaafdenzorg. ‘Hun honger naar drugs is daarmee niet weg.’
2. Maak drugsvrije vleugels
Ons land kent één gevangenis met een drugsvrije afdeling: Brugge. Het proefproject werd nooit
naar andere gevangenissen uitgebreid. Bij de bouw van de nieuwe gevangenis van Beveren werd
er niet eens aan gedacht. ‘Een gemiste kans’, zegt Vandevelde.
Volgens de experten is een drugsvrije afdeling in veel gevangenissen nochtans mogelijk met
enkele infrastructurele ingrepen. Het belangrijkste is dat die afdeling afgesloten van de andere
vleugels ligt, zodat gemotiveerde gedetineerden er zo weinig mogelijk met andere gevangenen in
contact komen die wel drugs gebruiken. ‘Alleen in de heel oude, open gevangenissen is dat
moeilijk realiseerbaar, maar elke lokale stuurgroep drugs zou deze mogelijkheid voor zijn
gevangenis ernstig moeten onderzoeken’, zegt Vanhex.
3. Maak werk van een therapeutische gemeenschap
Een drugsvrije afdeling is niet genoeg. ‘Je moet ook met de gevangenen aan de slag gaan, hen
inzicht bieden in hun probleem, zodat ze hun gedrag veranderen’, zegt Vandevelde. ‘In de
drugsvrije afdeling in Brugge mogen mijn mensen maar twee uurtjes per week komen. Veel te
weinig.’
De experten pleiten ervoor kortgestrafte druggebruikers (met een celstraf tot één jaar) een
gedragstherapie te laten volgen van twintig sessies over vier weken. Langgestraften moeten
programma’s kunnen volgen die acht maanden duren. Zij hebben nood aan een echte
therapeutische gemeenschap, die wordt geleid door hulpverleners van buitenaf.
Vandevelde: ‘Ik heb in Engeland zo’n afdeling bezocht. Door intensief met de gevangenen te
werken, was het aantal feiten van overlast er met 80 procent gedaald.’
4. Bereid de gevangene beter voor op zijn vrijlating
Wie vrijkomt, staat in het beste geval op een wachtlijst voor hulp. De kans op herval is groot.
‘Daarom pleiten we voor tussenhuizen, een lossere vorm van detentie, buiten de gevangenis, waar
gevangenen behandeld worden voor ze de stap naar een drughulpcentrum kunnen zetten’, zeggen
Marcel Vanhex en Luc Stas. ‘De duur van het verblijf in zo’n tussenhuis moet afgetrokken worden
van de straf, ook als iemand terug naar de gevangenis moet. Anders werkt het niet motiverend.’
‘Het is een kwestie van willen’, besluiten Vander Laenen (UGent) en Vanhex. ‘Als men niets doet,
moet men niet verbaasd zijn dat veel gedetineerden hervallen.’