Leesbevordering Aandacht voor de schoolbibliotheek Merel de Vink is adviseur schoolbibliotheken. E-mail: [email protected] Onderzoek wijst het uit: lezen is van onschatbaar belang. Wie veel leest, presteert beter op school en in de maatschappij. Helaas worden wegens bezuinigingen steeds meer bibliotheekfilialen gedwongen hun deuren te sluiten. De overheid wil de functie van de bibliotheek in de toekomst nadrukkelijk neerleggen bij basisscholen, en daarmee is het belangrijker geworden dat iedere school beschikt over een kwalitatief hoogstaande boekencollectie. basisschool 04 / 2014 management 27 Leesbevordering N ederland wordt steeds meer een kenniseconomie. Lezen en het kunnen interpreteren van geschreven teksten zijn belangrijke basisvaardigheden die kinderen nodig hebben om zich in de maatschappij te kunnen handhaven. Kinderen die veel vrij lezen (thuis en op school) boeken niet alleen betere resultaten op het toetsonderdeel taal, maar scoren ook beter op onderdelen als wiskunde, studievaardigheden en wereldoriëntatie. Dit blijkt uit een meta-analyse van 99 internationale leesvaardigheidsstudies. Feiten en cijfers ❭ Door 15 minuten per dag vrij te lezen, leert een kind 1000 nieuwe woorden per jaar. ❭ Van de basisschoolleerlingen verlaat 25% de school met een taalachterstand van 2,5 jaar. ❭ Een kind uit een gezin met laagopgeleide ouders hoort ca. 615 woorden per uur. Een kind uit een gezin met ouders met een redelijk opleidingsniveau hoort ca. 1251 woorden per uur. Een Figuur 1: Positieve Leesspiraal Uitbreiden woordenschat en leesvaardigheid Frequent vrijetijdslezen Meer vrijetijdslezen Grote(re) woordenschat en betere leesvaardigheid Minder vrijetijdslezen Kleine(re) woordenschat en slechtere leesvaardigheid basisschool 04 / 2014 is ontpoppen zich vaak allerlei leesinitiatieven kind uit een gezin met hoogopgeleide ouders hoort ca. 2153 woorden per uur. ❭ De taal in boeken is veel rijker dan de taal van alledaagse gesprekken. Deze boekentaal verrijkt de woordenschat van kinderen. ❭ Als er minimaal een kwartier per dag vrij gelezen wordt op school en/of thuis, leest een kind in een jaar tijd bijna 1,2 miljoen woorden (Kunst van Lezen 2011). ❭ Kinderen die plezier hebben in lezen, lezen meer en behalen daardoor betere schoolresultaten. Vrij lezen heeft een bewezen positief effect op woordenschat, spelling, grammatica, begrijpend lezen en schrijven. (Mol 2010). Helaas geldt het omgekeerde ook: de negatieve leesspiraal of het matteüseffect. Geringe uitbreding van en betere leesvaardigheid 28 management bibliotheek op orde Leesspiralen Het door Mol beschreven effect wordt ook wel de positieve leesspiraal genoemd. Figuur 2: Negatieve leesspiraal of matteüseffect Minder vaak vrijetijdslezen Op scholen waar de De benaming matteüseffect verwijst naar het evangelie van Matteüs waarin de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armer. Dit begrip is toegepast op het lezen: de goede lezers worden naar verhouding beter, terwijl de zwakke naar verhouding steeds zwakker worden. Goede lezers krijgen (omdat ze lezen leuk vinden en er goed in zijn) veel oefening. Slechte lezers zijn vaak ongemotiveerd en oefenen daarom ook minder. De leesspiralen hebben een versterkend effect, waardoor de verschillen tussen leerlingen in de loop der tijd eerder groter dan kleiner worden. Het matteüseffect (o.a. besproken in Stanovich 1986; Appel & Vermeer 1996), vinden we zowel terug bij woordenschatontwikkeling als bij de ontwikkeling van leesvaardigheid. De leerlingen die veel woorden en betekenissen kennen, zullen eerder nieuwe woorden en betekenissen bijleren en inpassen in wat ze al weten. Leerlingen die over minder woordkennis beschikken zullen minder snel nieuwe woorden en betekenissen oppikken. Hun achterstand wordt dus steeds groter. Stanovich (1986) wijst er op dat woordkennis zowel oorzaak als gevolg is van goed en veel lezen. Kinderen met een grote woordkennis zullen makkelijker (leren) lezen. Hoe meer kinderen lezen, hoe meer woorden ze leren. Ze zullen daardoor nóg beter en makkelijker lezen, wat de kansen verhoogt dat ze meer woorden leren, meer lezen, enzovoort. Niet alleen leesvaardigheid, maar ook leesattitude en leesgedrag nemen af in een neerwaartse spiraal. Dit is een effect dat vaker bij jongens optreedt dan bij meisjes. De oorzaak voor de verschillen tussen jongens en meisjes schuilt in de combinatie van nature en nurture. Kort samengevat blijkt dat meisjes van nature meer lezen dan jongens, en ze hebben ook te maken met de invloed van hun omgeving die veelal verwacht dat meisjes van lezen houden, al valt dit in de praktijk vaak lastig van elkaar te scheiden (Tellegen & Frankhuisen 2002). Ontlezing? Hoe kan het dat het met de boekencollecties binnen de schoolmuren vaak zo droevig gesteld is? Hoe kan het dat op 21 september 2013 een alarmerend stuk in de NRC verscheen met de veelzeggende kop: ‘Nederland is Europees kampioen ontlezing’? En dat er door auteur Bastiaan Bommeljé expliciet gewezen wordt naar het Nederlandse onderwijs? Bommeljé stelt: ‘Terwijl elders de boekenverkoop stijgt, dreigt in Nederland het verkochte aantal boeken half zo groot te worden als in het topjaar 2008. Geen wonder, het Nederlandse onderwijs heeft weinig aandacht voor lezen’. Een trieste maar vooral zorgwekkende bewering. Maar is het wel echt zoals Bommeljé beweert? Heeft het Nederlandse onderwijs te weinig aandacht voor lezen? Ik durf te stellen dat schooldirecteuren en leerkrachten op basisscholen absoluut het belang inzien van goed leesonderwijs en het bezitten van een goede schoolbibliotheek, maar dat de bibliotheek op veel scholen geen prioriteit heeft omdat er ‘al zoveel andere dingen’ moeten. Ik noem in willekeurige volgorde: Leerlingvolgsysteem, CITO, implementatie Passend Onderwijs, dyslexieprotocol, 10 minutengesprekken, ouderavonden etc. En dan hebben we het nog niet gehad over het lesprogramma, feesten, schoolontbijt, voorleesdagen, sportdag, sponsorloop, inspectiebezoeken of zorgleerlingen. Vaak lopen leerkrachten al over van werk, zijn de taakuren al verdeeld en is er echt geen tijd om zich ook nog eens een keer met de schoolbibliotheek bezig te houden. Voorheen bood de openbare bibliotheek uitkomst; klassen gingen naar de dichtstbijzijnde bibliotheekvestiging voor een voorleessessie en het lenen van boeken. Maar deze vanzelfsprekendheid is met rasse schreden aan het verdwijnen door het sluiten van veel bibliotheekfilialen. Daarnaast moet het boek in de vrijetijdsbesteding van leerlingen opboksen tegen tal van concurrenten. Het mediagebruik van kinderen is de laatste jaren alleen maar toegenomen, vaak ten koste van het lezen van echte boeken. Succesfactoren voor leesbevordering Stichting Lezen (Leesmonitor 2012) onderscheidt in haar beleidsplan 2013-2016 acht succesfactoren voor leesbevordering op basis van wetenschappelijke inzichten. De succesfactoren dragen bij aan het opdoen van positieve leeservaringen waardoor een positieve leesattitude ontstaat en vervolgens ook het leesgedrag en de leesvaardigheid worden gestimuleerd. Zoals valt op te maken uit figuur 3 staat het boekenaanbod als succesfactor op de eerste plaats. Maar hoe zorg je er als school voor dat je een goed en aantrekkelijk boekenaanbod voor de leerlingen creëert? Figuur 3: Acht succesfactoren voor leesbevordering Succesfactoren voor Leesbevordering Leesomgeving 1. Boekenaanbod 2. Ondersteunende rol professional (o.a. leerkracht, leescoördinator) 3. Stimulerende rol ouders en vrienden 4. Tijd en aandacht om te lezen, rustige plek en rustig moment Werkvormen 5. Voorlezen 6. Vrij lezen 7. Praten over boeken Didactische aanpak 8. Differentiatie basisschool 04 / 2014 management 29 Leesbevordering Ontzorging De afgelopen jaren zijn er diverse initiatieven ontstaan om scholen tegemoet te komen in hun vraag om kwalitatief goede kinderboeken binnen de schoolmuren een plek te geven. Als leesadviseur signaleer ik dat scholen naast de vele praktische vragen die komen kijken bij het opzetten en onderhouden van een schoolbibliotheek, ook op zoek zijn naar ontzorging. Daarom adviseer ik scholen niet alleen over het boekenaanbod in hun schoolbibliotheek, maar neem hen ook heel veel werk uit handen. Ik kan autonoom op school aan de slag: saneer de huidige collectie, maak een voorstel op maat, categoriseer de boeken op leesniveau, bestel de boeken en zorg ervoor dat er binnen afzienbare tijd een mooie bibliotheekcollectie beschikbaar is die enerzijds aansluit bij de wensen, eisen, overtuigingen (is het bijvoorbeeld een christelijke, islamitische, openbare of Vrijeschool?) en leesmethodes binnen de school en anderzijds de kinderen uitnodigt tot lezen. Op scholen waar de bibliotheek op orde is ontpoppen zich vaak allerlei andere mooie leesinitiatieven; zoals Voorleeswedstrijden in de groepen basisschool 30 management 04 / 2014 (So you think you can read), groepsgesprekken over boeken (bijvoorbeeld via de methode van de Engelse kinderboekenschrijver Aidan Chambers: praten over boeken), en een mooie, opgeruimde up-to-date schoolbibliotheek wordt snel een gezellige ontmoetingsplek met boekenposters aan de muren, een voorleesstoel, een fijne leesbank, frontaal gepresenteerde boeken en kinderen (bijvoorbeeld uit groep 8) die een dag in de week verantwoordelijk zijn voor het netjes houden van de bibliotheek. Al dit soort zaken zorgen ervoor dat de bibliotheek een centrale plaats binnen het leesonderwijs op school inneemt. Van niet-lezer naar lezer Lezen is niet alleen heel belangrijk, maar ook erg leuk. Door kinderen boeken aan te bieden die aansluiten bij hun belevingswereld neemt de school in overleg met mij drempels weg. Het vormen van een actuele en hoogwaardige boekencollectie is van groot belang om de kinderen met plezier te laten lezen. Mijn doel als leesadviseur is dat scholen voorzien zijn van een mooie gevarieerde bibliotheek waarin ieder kind een boek van zijn gading kan vinden op zijn eigen leesniveau. Zo kunnen niet-lezers lezers worden en hun maatschappelijke kansen aanzienlijk vergroten. Literatuur Appel, R., & Vermeer, A. (1996) Tweede-taalverwerving en tweedetaalonderwijs. Bussum: Coutinho. Chambers, Aidan (1995) Vertel eens, Kinderen lezen en praten. Amsterdam: Querido. Mol, S. (2010) How not to Read Leiden: Mostert & Van Onderen. Kunst van Lezen (2011) Meer lezen, beter in taal; effecten van lezen op taalontwikkeling. Stanovich, K.E. (1986) Matthew effects in reading: Some consequences of individual differences in the acquisition of literacy. Reading Research Quarterly, 21, 360407. Stichting Lezen (2012) Samen werken aan een sterke leescultuur. Beleidsvoornemens van Stichting Lezen voor de cultuurplanperiode 2013-2016. Amsterdam: Stichting Lezen. Tellegen, S. & Frankhuisen, J. (2002) Waarom is lezen plezierig? Delft: Eburon.
© Copyright 2024 ExpyDoc