Nieuwsbrief 1, Bovenloop Soestwetering (kB)

www.wgs.nl
Nieuwsbrief nr. 1 - mei 2014
Minder vaak maaien watergangen
Waterschap onderzoekt mogelijkheden om
watergangen minder vaak te maaien
Bovenloop Soestwetering één van de vier proefgebieden
Het Waterschap Groot Salland gaat onderzoeken of het
haalbaar is om watergangen en -bergingen minder vaak
te maaien. Dit is niet alleen goed voor de waterkwaliteit
en de ecologie, maar bespaart ook geld.
Om hier in de praktijk ervaring mee op te doen heeft het
waterschapsbestuur vier proefgebieden (pilots) aange-
wezen waar in 2014 minder onderhoud wordt uitgevoerd.
Deze pilots worden uitgevoerd in de bovenloop van de
Soestwetering (hellend zandgebied bij Deventer), de
bovenloop van de Grote Grift (veen- en weidegebied bij
Hasselt), de Lierder- en Molenbroekpolder (kleigebied bij
Zwolle) en een vlak zandgebied bij Nieuwleusen.
Objectief en controleerbaar, noodzaak goed
grondwaterpeil
Bovenloop Grote Grift
Vlak zandgebied Nieuwleusen
Zwolle
Lierder- en Molenbroekpolder
Bovenloop Soestwetering
Deventer
Verdeling van de pilotgebieden over Groot Salland
Voor het landelijk gebied maken de provincie, de gemeenten en de waterschappen gezamenlijk afspraken over
het Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR).
Deze manier van werken geeft objectief en controleerbaar
inzicht in hoe goed het waterbeheer op orde is en welke
verbeterkansen er liggen. De noodzaak en effectiviteit
van waterbeheersmaatregelen zijn hierdoor beter vast te
stellen. Het integrale karakter van het GGOR-proces bevordert dat met alle belangen van de betrokkenen bij het
waterbeheer rekening wordt gehouden. GGOR gaat dus
over het bepalen van de gewenste (nagestreefde) gronden oppervlaktewaterstanden bij verschillende vormen van
grondgebruik, bijvoorbeeld landbouw of natuur. Vaak zijn
in natuurgebieden hogere grondwaterstanden wenselijk.
Voor een optimale landbouwproductie zijn
Nieuwsbrief nr. 1 - mei 2014
Minder vaak maaien watergangen
www.wgs.nl
Topografie: © Kadaster
±
Dokter van Thienenweg 1,
Postbus 60, 8000 AB Zwolle.
Telefoon 038 - 4557200.
www.wgs.nl.
Afdeling: Planvorming
Project: Risico Gestuurd Onderhoud
Omschrijving: Hellend Zand Gebied
Schaal:
1:30.000
Blad:
1 van X
Paraaf:
Datum:
15-04-2014
10 cm
Pilotgebied bovenloop Soestwetering
over het algemeen lagere grondwaterstanden gewenst.
Tijdens de pilot wordt gestuurd op de
grondwaterpeilen. Als het grondwaterpeil
afwijkt van het gewenste peil, dan grijpt het
waterschap in. Grondwaterstanden zijn de
leidende gegevens om iets wel of niet meer
te doen.
Minder maaien is ook één van de
maatregelen om de kosten van het waterbeheer en hiermee hogere tarieven voor
burgers en bedrijven te beperken.
De bezuiniging op de maaikosten mag niet
leiden tot een aantasting van de landelijke
veiligheidsnormen.
Wat gaan we doen?
Het alternatieve onderhoud bestaat uit het
overslaan van de voorjaarsmaaironde in de
haarvaten van het watersysteem. Het natte
profiel van bredere watergangen wordt
alleen onderhouden als de waterhuishoudkundige situatie dit vereist.
De droge taluds worden niet gemaaid, evenals de kunstwerken (dammen en duikers).
De onderhoudspaden worden wel gemaaid.
Onderhoudsbeelden tijdens pilot
Inloopdag
Op donderdag 22 mei 2014 organiseert het waterschap een inloopdag in restaurant
De Koerkamp, Bathmenseweg 18 in Lettele. U bent van harte welkom tussen 13.00 uur
tot 21:00 uur. Om 13.30 uur, 16.00 uur en 20.00 uur houden wij op deze dag een korte
centrale presentatie over het pilots. Ook kunt u vragen stellen, ideeën opperen of
nadere informatie verkrijgen.
Bestandsnaam: C:\Users\mhaar\AppData\Local\Temp\11\~DF6AC9A0A0FE3B3031.TMP
Inzicht in de gevolgen
Naast positieve effecten op de waterkwaliteit ontstaan ook meer schuil- en paaiplaatsen voor waterdieren. Minder bekend zijn de
precieze gevolgen voor de waterkwantiteit
(aan- en afvoer van water). Extra waterplanten zorgen voor meer opstuwing waardoor
peilen met name na hevige regenval stijgen
en langer hoog blijven. Deze stijgingen worden nauwgezet gevolgd en wanneer nodig
wordt voortijdig ingegrepen.
De pilots duren circa 5 jaar. In die tijd gaat het
waterschap de situatie monitoren.
Op voorhand is de 0-situatie vastgelegd (dit is
de huidige situatie). Verder richt de monitoring
zich op het onderhoud (machines, tijdsbeslag),
flora en fauna, wijzigingen in peilen, stabiliteit
van de oevers, het verwaaien van onkruiden
in cultuurland, de muskusrattenbestrijding en
de hydraulische capaciteit.
Tijdens de pilotperiode worden alle verzamelde gegevens, nieuwe ideeën, inzichten
en klachten aan het waterschapsbestuur
voorgelegd, zodat zij een besluit kunnen
nemen voor de toekomst.
Er wordt ruimte voor u ingepland om op
een aantal momenten met het bestuur van
gedachte te wisselen over opzet, gevolgen
en consequenties van de pilots.
Gebied
Het waterschap voert de pilots uit in samenwerking met het gebied. Ervaringen van de
inwoners van de divers pilotgebieden wegen
we in de evaluatie mee. Er is samenwerking
gezocht met de LTO en met de Agrarische
Natuur Verenigingen. Deze twee organisaties nemen de belangenbehartiging voor u
op zich en geven ervaringen uit het gebied
door aan het waterschap.
Communicatie
Wij houden u regelmatig via nieuwsbrieven
op de hoogte van de voortgang van de pilots.
Ook kunt u de ontwikkelingen volgen op
www.wgs.nl/maaionderhoud
Voor meer informatie kunt u telefonisch
contact opnemen met David van Maaswaal,
projectleider van het waterschap:
038 - 4557379.