Jaarverslag 2013

Jaarverslag
2013
inclusief speciaal cahier met
columns & interviews
espria
jaarverslag 2013
inhoudsopgave
jaarverslag
1. Voorwoord
8
2. Profiel van het concern
14
2.1 14
Algemene identificatiegegevens
2.2 Structuur van de organisatie
14
2.3 Kerngegevens
14
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
20
3.1 Normen voor goed bestuur
3.2 Raad van Bestuur en Directies
20
3.4 Medezeggenschap
33
3.4.1 Cliëntenraad
33
3.4.2 Ondernemingsraad
34
4. Beleid, inspanningen en prestaties
40
4.1 40
3.3 Raad van Commissarissen
Meerjarenbeleid
21
21
4.2 Algemeen beleid verslagjaar
42
4.2.1 Beleidsthema’s per zorglijn.
42
4.2.2 Beleidsthema’s op concernniveau
52
4.3 Samenleving, samenwerkingsrelaties
en belanghebbenden/stakeholders
61
4.3.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
61
4.3.2 Belanghebbenden/stakeholders
en samenwerkingsrelaties
63
4.4 Toekomstparagraaf
65
Bijlagen
1.
Kerngegevens
134
2.
137
Samenstelling Raad van Bestuur
3
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Veel of een beetje. Een bijdrage
leveren. Omdat je dat kunt, en
omdat je dat graag wilt doen.
Meedoen is stimuleren, voor
iedereen. En ook van jezelf.
Meedoen. Zeer gewaardeerd.
5
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Meedoen
Zeer gewaardeerd
11.12
Fijn om het nog even
na te lezen
14.05
En als je ermee bezig gaat,
dan snap je het gelijk
18.15
Zo fijn om het dan weer
te weten, waarom
1.
voorwoord
9
1. Voorwoord
Espria jaarverslag 2013
Dit alles overziend stellen we vast dat de sector,
maar ook de samenleving stap voor stap leeft met
de gedachte dat het ook anders kan, dat het wellicht
ook goed is om het eerst meer zelf te doen en samen
te doen, en dan pas aan LATEN DOEN te denken. Dat
we na een paar decennia van probleem denken over
bezuinigingen, bedreigingen, onbetaalbaarheid en
onmogelijkheid als samenleving de verschillende
handschoenen aan het oppakken zijn.
personen, hebben we in een speciaal Cahier “Op weg
naar een nieuwe vanzelfsprekendheid” in het hart
van dit Jaarverslag 2013 opgenomen.
Dat is de uitdaging. En hebben we daarvoor genoeg
in huis? Meer dan genoeg. Sterker nog, zoveel aan
waarden en elementen dat we die heel goed eens
willen benadrukken. Dat we daar trots op mogen zijn
en dat ook eens kunnen laten zien. Dat we aandacht
voor elkaar hebben. Professioneel en betrokken zijn.
Dat we graag willen dat we allemaal mee kunnen
doen. Dat we bereikbaar en helder met elkaar
communiceren. Dat we het van grote waarde achten
dat onze kwetsbare cliënten - ouderen, mensen in de
GGZ en mensen met een beperking - meetellen en
van waarde kunnen zijn. Ieder op zijn en haar eigen
wijze. Maar van waarde.
Dat willen we graag nu, met een terugblik over
2013 en met veel energie voor de komende jaren,
benadrukken. Zeer Gewaardeerd. Zie hier het thema
van dit jaarverslag; en ook ons bindend thema voor
de komende jaren. Voor onze cliënten, voor onze
medewerkers, voor onze waarden. Onze passie.
Zeer Gewaardeerd.
Marco Meerdink, Tiana van Grinsven, John Kauffeld
en Anton Zuure
Raad van Bestuur
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
Dat we met z’n allen vaststellen dat we ook met
z’n allen hier heel veel in kunnen betekenen. Hoe
ingrijpend ook. Want dat anders denken, anders
werken heeft ook ingrijpende gevolgen voor
voor elkaar
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Zo vinden wij dat zorg niet meer automatisch
en onvoorwaardelijk beschikbaar moet zijn voor
bijvoorbeeld alle mensen die oud zijn. Mensen, die
naar de traditionele normen gemeten, ‘daar recht op
hebben’. Wij vinden dat je best die “nieuwe” vraag
nog eens een paar maal mag stellen. ”Wat kunt u zelf
En tenslotte zijn we er zeker van dat aandacht - er
zijn voor elkaar, meedenken, betrokken zijn- van hele
grote waarde is. Aandacht is “het beste recept” tegen
wellicht de belangrijkste aandoening bij kwetsbare
mensen: eenzaamheid. Laten we het anders zeggen:
aandacht is van onschatbare of onbetaalbare waarde
en dat is een prachtige tegenstelling. Aandacht kost
namelijk niks.
professioneel
Inmiddels kunnen we zien dat in de sector, en
misschien ook wel in de samenleving, dat “MOETEN”
langzaam verandert in “WILLEN.” Dat we zien en
weten, dat we beseffen dat we zelf, en met z’n allen,
een hele belangrijke factor kunnen zijn in de wijze
waarop wij omgaan met alle veranderingen die op
ons afkomen.
Die kanteling, van MOETEN naar WILLEN, van niet
alles “LATEN doen” maar meer ZELF en SAMEN DOEN,
is zo natuurlijk dat we inmiddels willen praten over
“de weg naar een nieuwe vanzelfsprekendheid.” We
verlaten de wereld waar we vandaan komen en gaan
naar een wereld die nu nog nieuw is, waar we nog
wat zoekend zijn maar wel weten dat de richting in
grote lijnen klopt. Dat we kwetsbare mensen willen
aanmoedigen in zelf doen, samen doen en dus
meedoen, en dat we aldus werken aan een (zorg)
samenleving die “met z’n allen” straks praat over een
waardevol leven. Dat we dan met al haar nieuwe
aspecten als vanzelfsprekend ervaren. Gedachten
daarover, prachtige overdenkingen van aansprekende
betrokken
Willen wel. Willen is wat we zelf kunnen bedenken,
begrijpen en omarmen.
Dat anders denken, anders werken is binnen onze
organisaties in 2013 heel duidelijk doorgezet. Parallel
aan het overheidsbeleid op het gebied van de zorg,
maar ook als een voorbeeld voor dat beleid. Espria
is volstrekt van mening dat het een goede zaak is
om anders te kijken naar heel veel zaken in de zorg;
zaken die voorheen vanzelfsprekend waren.
We zijn er bovendien van overtuigd dat wie meetelt
zich van waarde voelt. Meedoet. En daarmee - vele
onderzoeken geven dit aan - minder aanspraken
maakt op zorg en andere faciliteiten maar ook, en
dat is heel belangrijk, hoger scoren op de schaal als
het gaat om kwaliteit van leven, om welbevinden.
samen
Moeten is niet leuk. Moeten wordt opgedragen, komt
van buiten, is niet van jezelf.
Maatschappelijk is de geest is uit de fles.
Ontegenzeggelijk.
We zijn er ook van overtuigd dat kwetsbare mensen
graag mee willen blijven tellen, mee willen blijven
doen, hoe minimaal ook en soms verrassend, hoe
substantieel ook.
meedoen
Heel langzaam heeft onze samenleving in de gaten
dat we er niet meer zijn als we naar buiten wijzen,
als we bij bedreigingen, bezuinigingen, nieuw beleid
naar de overheid wijzen en vaststellen dat “daar de
oorzaak ligt, bij die overheid, en dat het daar echt
anders moet.” Die overheid wijst inmiddels al een
paar jaar terug en geeft aan ons, aan alle partijen
in de sector aan dat we het zelf anders moeten
aanpakken.
We zijn er en willen er altijd zijn voor de zeer
kwetsbare mensen die zonder onze hulp en
bejegening, die zonder noodzakelijke zorg geen
waardevol leven kunnen hebben.
aandacht
En die laatste toevoeging is wellicht de meest
belangrijke. Een essentieel verschil met vroeger: “Met
z’n allen.”
bijvoorbeeld de werkgelegenheid. Ook in 2013
hebben we dientengevolge afscheid moeten nemen
van gewaardeerde collega’s. Mensen die echter ook
in een aantal gevallen, met ondersteuning van ons,
weer nieuwe kansen hebben gekregen in een
nieuwe werkomgeving.
Waarbij we enkele uitgangspunten onveranderd en
onvoorwaardelijk blijven bewaken.
geregeld
Ook 2013 heeft laten zien dat de sector van wonen en
zorg heeft te maken met vele nieuwe uitdagingen.
Dagelijks maken we daar kennis mee in de media,
dagelijks krijgen we te horen en te zien dat “het
allemaal niet meer zo kan en echt anders moet.”
Ook binnen Espria, met onze duizenden cliënten
en medewerkers bevinden we ons vaak in “het oog
van deze orkaan.” Soms oorverdovend. Hoe moet dat
allemaal en hoe gaan we dit oplossen. Met z’n allen?
doen en wat kunt u met elkaar doen?” En pas daarna:
“Wat kunnen wij voor u betekenen?”
dichtbij
Zeer gewaardeerd: hoe vanzelfsprekend
11
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Met elkaar en gericht op elkaar.
Bejegening met warmte,
professioneel, betrouwbaar en
empathisch. Rekening houden
met wat kan, niet kan, met
willen en doen.
Betrokken. Zeer gewaardeerd.
13
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Betrokken
Zeer gewaardeerd
10.03
Gewoon even aan gedacht,
zo’n bloemetje. Mooi
14.23
Voor jarig, of elk ander
feestje. Iets nieuws
16.38
Zo fijn om te krijgen;
maar ook om te geven
2.
Profiel
van het concern
2.1
Algemene identificatiegegevens
De kraamvogel
Stichting
Holding BV
Icare
Bij Particura Zorgbemiddeling BV heeft een fusie
plaatsgevonden waarbij Algemene Thuiszorg BV is
geïntegreerd in eerstgenoemde BV.
BV 51%
St. Evean Thuiszorg
Coöperatieve Zorgcentrale Noord U.A.
St. Evean Zorg Amsterdam
Thuiszorg Perfect BV
Stichting Evean Zorg
Stichting Kinderopvang Hoogeveen
Stichting Particura
• Particura Zorgbemiddeling
• UMC Groningen Thuis BC (50%)
• Stichting Profzorg
De verschillende organisaties en bedrijfsonderdelen
van Espria zijn onderverdeeld naar zorglijn en regio.
Espria richt zich primair op de volgende zorglijnen:
- Verpleging Verzorging en Thuiszorg (VVT);
- Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ);
- Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VGZ);
Stichting Evean Cumulus
De Kraamvogel NW BV
Stichting Evean Facilitas
De Kraamvogel ZW BV
Stichting Welsaen
Stichting Maatschappelijke
Dienstverlening
* Consolidatie van de ledenvereniging vindt plaats in stichting Icare.
betrokken
samen
meedoen
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Het huidige SSC maakt op dit moment onderdeel uit van de volgende stichtingen: Stichting Evean Zorg, Stichting Icare, Stichting GGZ Drenthe
en Stichting Zorggroep Meander.
betrokken
samen
meedoen
• Evean Kraamzorg BV
De Kraamvogel ZO BV
De kernregio’s voor Espria waren in 2013 NoordHolland (VVT en Kraamzorg) en Noordoost Nederland
(alle zorglijnen).
De kengetallen van de Espria bedrijfsonderdelenzijn
opgenomen in bijlage 1.
aandacht
Stichting Evean Caro
De Kraamvogel NO BV
Daarnaast is Espria actief op het gebied van
Kraamzorg, Jeugdgezondheidszorg en Kinderopvang.
Kraamzorg en Kinderopvang behoren niet tot de
strategische speerpunten van Espria. Daarom wordt
ingezet op vervreemding van deze activiteiten.
geregeld
persoonlijk
Vereenvoudiging van de organisatiestructuur
Waar mogelijk streeft Espria naar een versimpeling
van de juridische structuur van het concern. Er
is in 2012 een plan gemaakt om Stichting Evean
Thuiszorg NHN, Stichting Evean Zorg Amsterdam
Evean Services
Stichting De Dillenburg
2.3
Kerngegevens
dichtbij
Samenwerking met de Espria
Ledenvereniging
Espria heeft een alliantie met de Espria
Ledenvereniging. De Ledenvereniging staat
open voor iedereen in de werkgebieden van
de bedrijfsonderdelen van Espria. Leden
kunnen gebruik maken van allerlei diensten
op het gebied van service en comfort die de
Ledenvereniging biedt.
GGZ Drenthe
• Habicare BV
Ter ondersteuning van de Raad van Bestuur is een
kleine concernstaf operationeel.
De hoofdstructuur van Stichting Espria is
weergegeven in het organogram, zoals weergegeven
in figuur 1.
Stichting
Evean
aandacht
Stichting Espria bestaat uit meer dan dertig
organisaties en bedrijfsonderdelen, elk onder
leiding van resultaatverantwoordelijke directies.
De verschillende onderdelen vallen onder zes
rechtspersonen. Daarnaast heeft Espria een 51%
belang in Evean Services BV.
Meander
Stichting
Icare Beheer en Ontwikkeling BV
Efficiënte ondersteuning bedrijfsonderdelen
Espria heeft voor de bedrijfsonderdelen een
Shared Service Center (SSC) ingericht. Hierin zijn
de ondersteunende activiteiten op het gebied van
finance, HR-services, ICT en inkoop ondergebracht.
2.2
Structuur van de organisatie
De Trans
geregeld
Internetpagina: www.espria.nl
Zorggroep
dichtbij
E-mailadres: [email protected]
helder
LEDENVERENIGING
EVEAN/ICARE*
Stichting
Stichting
persoonlijk
Identificatienummer Kamer van Koophandel:
08173909
bereikbaar
STICHTING
ESPRIA
Fusies in 2013
Met het oog op de realisatie van integraal aanbod
in Zaanstad is Stichting Evean in 2013 bestuurlijk
gefuseerd met Stichting Welsaen en Stichting
Maatschappelijke Dienstverlening.
Telefoonnummer: 088-3833488
actief
Figuur 1. Organogram Espria
helder
Adres: Blankenstein 400, 7943 PH Meppel
voor elkaar
2. Profiel van het concern
Espria jaarverslag 2013
en Stichting Evean Zorg samen te voegen tot één
juridische entiteit. In 2013 is de integratie van deze
bedrijfsonderdelen verder uitgewerkt. De juridische
integratie zal in 2014 worden geëffectueerd.
Naam verslagleggende rechtspersoon:
Stichting Espria
professioneel
15
17
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Zichtbaar en onzichtbaar.
Maar wel de wetenschap. Op
vele momenten en soms op
elk moment. Voor elkaar en
ook voor jezelf.Heel belangrijk,
de tijd, de bejegening, het
gezelschap. Geïnteresseerd.
Aandacht. Zeer gewaardeerd.
19
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Aandacht
Zeer gewaardeerd
14.43
Verheug ik me altijd weer op.
Zij ook
10.53
Gisteren al klaar gemaakt.
Mijn recept
16.21
Wat wil je nog meer.
Genieten
3.
Bestuur, toezicht en
medezeggenschap
Algemeen
In dit jaarverslag legt de Raad van Commissarissen
van Espria, en de daaronder vallende juridische
entiteiten, publiekelijk verantwoording af over de
wijze waarop de Raad invulling heeft gegeven aan
de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden in het
afgelopen jaar.
betrokken
Terugblik op 2013
De zorgsector verkeert in een turbulente periode
en staat onder (financiële) druk ten gevolge
van diverse overheidsmaatregelen. Dit tegen de
achtergrond van een grote stelselwijziging die door
het Kabinet in gang is gezet om de zorg ook op
langere termijn betaalbaar te houden. Belangrijke
elementen daarvan zijn het scheiden van wonen en
zorg, het overhevelen van grote delen van de AWBZ
naar de WMO en ZVW, gepaard gaand met forse
budgetkortingen. Dit alles heeft grote impact op de
samen
persoonlijk
professioneel
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
De personele unie op het niveau van de Raad van Commissarissen zal naar verwachting per 1 januari 2015, als gevolg van de Herzieningswet
toegelaten instellingen volkshuisvesting, moeten worden opgeheven. Zie hiervoor paragraaf 3.3
helder
• Portefeuilleverdeling Raad van Bestuur
De heer Meerdink is als CEO primair verantwoordelijk
voor de concernstrategie, innovatie, HRM en public
affairs. De heer Zuure heeft als CFO o.a. het financiële
beleid, control, treasury en riskmanagement in
portefeuille. Mevrouw Van Grinsven is als COO
primair verantwoordelijkheid voor het in het westen
van het land gelegen zorgbedrijf Evean, alsmede De
Kraamvogel en het Shared Service Center van Espria.
De heer Kauffeld is als COO primair verantwoordelijk
voor de noordoostelijk gelegen zorgbedrijven van
Espria, te weten GGZ Drenthe, Icare, Zorggroep
3.3
Raad van Commissarissen
meedoen
De besluitvorming binnen de Raad van Bestuur vindt
plaats met meerderheid van stemmen. Het bestuur
legt bepaalde belangrijke bestuursbesluiten ter
goedkeuring voor aan de Raad van Commissarissen.
Deze besluiten zijn in de statuten nader omschreven.
Daarnaast worden de directeuren door de Raad
van Bestuur actief betrokken bij strategische
vraagstukken. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de vorm
van synergiedagen en, daarnaast, in maandelijks
afstemmingsoverleg tussen de directeuren en de
beide COO’s van de Raad van Bestuur.
aandacht
De uitgangspunten en principes in de
Zorgbrede Governance Code en in de
Governance Code Woningcorporaties
zijn onder meer bepalend voor de wijze
waarop onderstaande punten binnen de
governancestructuur van Espria zijn vorm
gegeven:
- invloed en betrokkenheid van en
verantwoording aan belanghebbenden;
- de wijze waarop de organisatie wordt
bestuurd;
- de wijze waarop toezicht wordt gehouden
op het bestuur;
- waarborgen voor onafhankelijkheid en
tegengaan van belangenverstrengeling bij
bestuur en toezicht;
- honorering van bestuurders en
toezichthouders.
Directies van bedrijfsonderdelen zijn tevens
verantwoordelijk voor samenwerking met andere
bedrijfsonderdelen om synergievoordelen te
behalen, best practices uit te wisselen, maar ook om
‘mede-eigenaarschap’ voor concernontwikkeling te
realiseren. In dit kader is in 2013 bijvoorbeeld een
regieraad van directeuren ingesteld voor afstemming
van de aard, omvang en kwaliteit van de producten
van het SSC.
geregeld
Taken, bevoegdheden en werkwijze
In de statuten en in het reglement
van de Raad van Bestuur zijn de taken,
bevoegdheden en werkwijze van de Raad van
Bestuur vastgelegd. Deze zijn te vinden op
www.espria.nl. Onderdeel van het reglement
is ook een regeling in verband met
tegenstrijdige belangen en nevenfuncties.
1 voor elkaar
Directies
De directies van de bedrijfsonderdelen geven, binnen
door de Raad van Bestuur van de bedrijfsonderdelen
aangegeven inhoudelijke en financiële kaders,
leiding aan hun eigen bedrijfsonderdeel. Binnen deze
kaders stellen de directies een eigen beleidsplan en
begroting op, die met de Raad van Bestuur worden
besproken en daarna ter vaststelling aan de Raad
worden voorgelegd.
De governance is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur
en Raad van Commissarissen.
Hoge eisen op het gebied van governance
Espria en Woonzorg Nederland worden op hun
beleidsterreinen geconfronteerd met vergelijkbare
maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Met
afnemende publieke middelen en mogelijkheden
moet meer ondernemerschap worden getoond.
Ondernemerschap, gericht op vernieuwing,
verbreding en verbetering van de dienstverlening
aan klanten. Naast maatschappelijke bevlogenheid
wordt daarbij gevraagd naar een verantwoorde
zakelijke inschatting van de risico’s die met een
grotere beleidsvrijheid samenhangen. Daarbij is
bovenal het beheersen van die risico’s belangrijk.
professioneel
Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur van Espria, tevens de Raad
van Bestuur van de daaronder vallende juridische
entiteiten, bestaat uit M.W. (Marco) Meerdink,
A.Th.J.M. (Anton) Zuure, J.L. (John) Kauffeld en
mevrouw T.T.M. (Tiana) van Grinsven.
De bestuursleden vormen ook de Raad van Bestuur
van Woonzorg Nederland. Een overzicht van de
bestuursleden en hun nevenfuncties is opgenomen
in bijlage 2.
De Raad van Bestuur is primair verantwoordelijk
voor:
- de strategie en het beleid van het concern;
- de realisatie van de doelstellingen van de concern;
- de beheersing van de risico’s die het verwezenlijken
van de doelstellingen in de weg staan;
- de naleving van alle relevante wet- en regelgeving;
- de maatschappelijke verantwoording van de
organisatie.
dichtbij
Concreet betekent dit voor de governancestructuur
van Stichting Espria, dat de Zorgbrede Governance
Code is aangevuld met artikelen uit de Governance
Code Woningcorporaties. Hierbij is uitgegaan
van toepassing van maximale transparantie en
helderheid. Het meest zware artikel uit beide codes
geldt voor beide stichtingen. Dat betekent voor
Espria veelal zwaardere eisen op het gebied van
financiële regulering en controle. Dit past bij de
hogere eisen die ten gevolge van de marktwerking
in de zorgsector door financiële instellingen worden
gesteld aan zorgorganisaties.
Meander en De Trans, alsmede het landelijk
werkende Particura.
bereikbaar
Personele unie Espria en Woonzorg Nederland
Stichting Espria en stichting Woonzorg Nederland
werken nauw samen met als doel oplossingen op het
gebied van zorg, service en wonen te ontwikkelen;
oplossingen die bijdragen aan de kwaliteit van
leven van hun klanten. Dit zijn veelal ouderen en
kwetsbare mensen. De samenwerking krijgt onder
meer vorm in een personele unie: de raden van
bestuur en commissarissen van Espria en Woonzorg
Nederland bestaan uit dezelfde personen1. Espria
heeft geen statutaire of andere formele relatie met
Woonzorg Nederland. Espria met haar onderdelen is
een volledig zelfstandige entiteit.
Stichting Espria en de stichting Woonzorg
Nederland willen op het gebied van governance
tot de best in class behoren. Bij de vormgeving van
de governancestructuur van Espria en Woonzorg
Nederland zijn daarom zowel de bepalingen
van de Zorgbrede Governance Code als van de
Governancecode Woningcorporaties toegepast.
3.2
Raad van Bestuur en Directies
actief
Professioneel bestuur, professioneel toezicht daarop
en een goede, transparante verantwoording zijn voor
elke organisatie van essentieel belang. Stakeholders
en vooral klanten weten zich hierdoor verzekerd van
kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening. Dat
geldt zeker voor een maatschappelijke onderneming
als Espria. Wij oriënteren ons voor normen voor goed
bestuur niet alleen op de zorgsector, maar ook op de
woningcorporatiesector. Espria heeft sinds 8 april
2008 een intensief samenwerkingsverband met
Woonzorg Nederland; een woningcorporatie die
vooral actief is op het gebied van ouderenhuisvesting
en zorgvastgoed.
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
Espria jaarverslag 2013
voor elkaar
3.1
Normen voor goed bestuur
21
23
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
Espria jaarverslag 2013
Benoemings- en remuneratiecommissie
De benoemings- en remuneratiecommissie heeft
in 2013 zes keer vergaderd. Daarnaast zijn er
diverse bijeenkomsten geweest in verband met
het aantrekken van twee nieuwe commissarissen,
en de voorbereiding van de zelfevaluatie. In deze
commissie zijn in 2013 verder onder meer de
volgende onderwerpen aan bod gekomen:
- honoreringsbeleid Raad van Commissarissen 2013;
- indexering bezoldiging bestuurders volgens
beloningscodes voor woningcorporaties en de code
voor de zorg (BBZ);
betrokken
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
De auditcommissie heeft in 2013 vijf keer vergaderd,
waarvan tweemaal in aanwezigheid van de
betrokken
samen
Auditcommissie
De commissie kwaliteit is in 2013 vier keer
bijeengekomen. De commissie heeft zich met name
gericht op de uitkomsten van de kwaliteitsmonitor
op basis van het kwaliteitssysteem van Espria, zoals
hierboven onder toezicht op kwaliteit is beschreven.
De commissie kwaliteit heeft in 2013 een tweetal
locatiebezoeken georganiseerd, te weten aan
De Trans en aan Zorggroep Meander.
samen
Commissies
De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden
commissies ingesteld, enerzijds om de bespreking
van onderwerpen in de vergaderingen van de Raad
van Commissarissen voor te bereiden, anderzijds
om bepaalde zaken na goedkeuring van de Raad van
Commissarissen zelfstandig af te handelen. In tabel 1
elders in dit hoofdstuk, met daarin de samenstelling
van de Raad van Commissarissen, staat vermeld van
welke commissies de commissarissen deel uitmaken.
Het betreft de volgende commissies:
• Toezicht op de financiële continuïteit
De Raad van Commissarissen heeft in 2013 toezicht
gehouden op de financiële continuïteit aan de
hand van viermaandsrapportages, de Espria
Meerjarenbegroting 2013 - 2017, de begroting 2013,
het Treasury Jaarplan 2013 en de jaarrekeningen van
de stichting, dochters en deelnemingen.
De borging van de financiële continuïteit van Espria
en de daaronder vallende bedrijfsonderdelen, was
in 2013 een uitermate belangrijk issue voor de
Raad van Commissarissen, gezien de toenemende
risico’s op dit gebied. Het financiële toezicht van de
Raad van Commissarissen wordt voorbereid in de
auditcommissie.
Commissie kwaliteit
meedoen
In 2013 hebben zich geen transacties voorgedaan
met een tegenstrijdig belang zoals bedoeld in de
statuten en de reglementen van de Raad van Bestuur
en de Raad van Commissarissen.
Tijdens de zelfevaluatie van de Raad van
Commissarissen is de Raad van Commissarissen
tot de conclusie gekomen dat het toezicht
op het stakeholdersbeleid weliswaar als
een verantwoordelijkheid van de Raad van
Commissarissen is te beschouwen, maar geen
meerwaarde te zien in een Commissie Stakeholders.
Besloten is deze op te heffen en de verdere
ontwikkeling van het stakeholdersbeleid bij de
Raad van Bestuur te beleggen.
aandacht
• Toezicht op kwaliteit
In 2013 heeft de Raad van Commissarissen aan de
hand van de systematische kwaliteitsmonitor, als
onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem
van Espria, toezicht gehouden op de kwaliteit van
Espria. De monitor is op een aantal punten nog
verbeterd. Hier is bijvoorbeeld riskmanagement
aan toegevoegd. Het toezicht op de kwaliteit van de
Raad van Commissarissen wordt voorbereid door de
commissie kwaliteit.
Commissie stakeholders/leden
geregeld
Daarnaast heeft de Raad van Commissarissen
besluiten genomen met betrekking tot:
- het voorzitterschap van de Raad
van Commissarissen;
- benoeming van de heer A. Westerlaken en de heer
R. Steenbeek tot lid van de Raad van Commissarissen;
- honoreringsbeleid Raad van Commissarissen;
- honorering Raad van Bestuur in het kader van
de WNT;
- benoeming accountant voor de periode 2013 - 2015.
externe accountant. De auditcommissie heeft haar
bevindingen en adviezen gerapporteerd aan de
Raad van Commissarissen. Naast nagenoeg alle
documenten en besluiten waaraan de Raad van
Commissarissen goedkeuring heeft verleend (zie
hierboven), zijn de volgende onderwerpen in de
vergaderingen aan de orde gekomen:
- accountantsverslag 2012;
- financieel audit jaarplan 2013 - 2014;
- managementletter 2013;
- riskmanagement;
- informatiebeveiliging;
- uitkomsten waardering vastgoed in het kader
van scheiden wonen en zorg;
- ontwikkelingen SKH.
dichtbij
• Toezicht op strategie
Zoals hierboven is aangegeven, heeft de Raad
van Commissarissen intensief met de Raad van
Bestuur gesproken over de strategische koers van
Espria, resulterend in goedkeuring van het Espria
meerjarenplan en -begroting 2014 - 2017.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
van de Raad van Commissarissen zijn omschreven
in de statuten van Espria. Een en ander is verder
uitgewerkt in het reglement voor de Raad van
Commissarissen d.d. 23 september 2009. De
informatievoorziening door de Raad van Bestuur aan
de Raad van Commissarissen is vastgelegd in een
Het toezicht van de Raad van Commissarissen
aandacht
Werkwijze
De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het
beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene
gang van zaken in de stichting en de met haar
gelieerde rechtspersonen. Daarnaast heeft de
Raad een adviesfunctie voor de Raad van Bestuur.
Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van
Commissarissen zich naar het (maatschappelijk)
belang van de stichting en de met haar gelieerde
rechtspersonen, met een bijzondere aandacht voor
de volgende onderwerpen:
- de realisatie van de statutaire en andere
doelstellingen van de organisatie;
- de strategie en de risico’s verbonden aan de
activiteiten van de organisatie;
- de opzet en werking van de interne
risicobeheersings- en controlesystemen;
- de financiële verslaglegging;
- de kwaliteit en veiligheid van de activiteiten;
- de naleving van wet- en regelgeving;
- de verhouding met belanghebbenden;
- het op passende wijze uitvoering geven
aan de maatschappelijke doelstelling en
verantwoordelijkheid van de organisatie.
De Raad van Commissarissen heeft in het verslagjaar
zeven maal vergaderd in aanwezigheid van de Raad
van Bestuur. De Raad van Commissarissen heeft
daarnaast enkele keren in eigen kring vergaderd,
onder andere over de bespreking van het eigen
functioneren en het functioneren van de Raad van
Bestuur. Bij de bespreking van het jaarverslag 2012
was ook de accountant aanwezig.
geregeld
De Raad van Commissarissen dankt de Raad van
Bestuur, directies en medewerkers van Espria voor
hun inzet in 2013 voor de organisatie(s) en, bovenal,
voor wie het allemaal bedoeld is: voor onze cliënten.
• Toezicht op besluiten van de Raad van Bestuur/
besluiten van de Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen heeft in het verslagjaar
2013 bestuursbesluiten tot goedgekeurd ten aanzien
van onder meer de volgende onderwerpen:
- Meerjarenbeleidsplan en meerjarenbegroting
2013 - 2017;
- Begroting 2014;
- Treasury statuut en Treasury Jaarplan 2013;
- Verkoop complex De Tamboerijn;
- Bestuurlijke fusie tussen Stichting Evean en
Welsaen/SMD;
- Statutenwijziging en naamswijziging
ledenvereniging Icare/Evean;
- Vestiging recht van hypotheek door GGZ Drenthe
t.g.v. BNG bank;
- Jaarverslag en jaarrekening 2012;
- de portefeuilleverdeling van de Raad van Bestuur;
- de targets van de Raad van Bestuur voor 2013;
informatieprotocol. De Raad van Bestuur rapporteert
aan de Raad van Commissarissen regelmatig over
de voortgang van de speerpunten uit het jaarplan,
zoals financiële en inhoudelijke doelstellingen,
strategisch plan en samenwerkingsvormen. Dit stelt
de Raad van Commissarissen mede in staat om zijn
toezichthoudende taak goed te vervullen.
dichtbij
bedrijfsonderdelen van Espria. De Raad van Bestuur
heeft daarom een traject in gang gezet, gericht
op de ontwikkeling van duurzame, meerjarige,
toekomstplannen door de bedrijfsonderdelen. Hierin
is in 2013 veel tijd en energie gestoken. De Raad van
Commissarissen heeft dit proces nauwgezet gevolgd.
Gedurende het jaar is hier meerdere keren met
de Raad van Bestuur over gesproken. De Raad van
Commissarissen heeft zijn waardering uitgesproken
voor de door de Raad van Bestuur ingezette koers
en heeft eind 2013 goedkeuring verleend aan het
Espria Meerjarenbeleidsplan 2013 - 2017 en de Espria
Meerjarenbegroting 2013 - 2017.
25
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
Espria jaarverslag 2013
- gevolgen Wet Normering Topinkomens (WNT) voor
het bezoldigingsbeleid van de Raad van Bestuur en
Raad van Commissarissen;
- voorbereiding werving en selectie twee nieuwe
commissarissen;
- voorbereiding functioneringsgesprekken met
de Raad van Bestuur;
- voorbereiding zelfevaluatie Raad van
Commissarissen.
Zelfevaluatie
De Raad van Commissarissen heeft haar eigen
functioneren geëvalueerd. Een belangrijk punt dat
uit de evaluatie naar voren is gekomen is de behoefte
van de Raad van Commissarissen om nauwer
betrokken te worden bij de organisatieonderdelen
van Espria en Woonzorg Nederland. Dit heeft
er toe geleid dat met ingang van 2014 de
‘aandachtscommissaris’ is ingevoerd, waarbij de
bedrijfsonderdelen van Espria en Woonzorg (als
totale entiteit) ieder worden gekoppeld aan een
specifieke commissaris die in het bijzonder wordt
geïnformeerd over en aandacht heeft voor de
betreffende entiteit.
Werkgeversrol
De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk
voor een goed bestuur en is in dat kader onder
andere verantwoordelijk voor de benoeming,
schorsing en ontslag van de bestuurders, hun
arbeidsvoorwaarden en de evaluatie van het
functioneren van de bestuurders. In dat verband zijn
de volgende zaken in 2013 relevant geweest:
• Samenstelling bestuur
Per 1 januari 2013 is mevrouw T.T.M. (Tiana) van
Grinsven benoemd tot bestuurder. Daarnaast zijn
er in 2013 geen mutaties geweest in de Raad van
Bestuur.
• Arbeidsrechtelijke verhouding Raad van Bestuur
De arbeidsrechtelijke verhouding van de bestuurders
van Stichting Espria en Woonzorg Nederland
is bijzonder vanwege de dubbele positie die zij
bekleden vanwege het samenwerkingsverband. Zo
hebben de heren Meerdink en Kauffeld en mevrouw
Van Grinsven een arbeidsrechtelijke relatie met
Espria en de heer Zuure met Woonzorg Nederland.
De kosten van de bestuurders worden voor 50% ten
laste van Woonzorg Nederland en voor 50% ten laste
Met inachtneming van bovenstaande heeft de
Raad van Commissarissen geconstateerd dat
de bezoldigingen, zoals overeengekomen in de
arbeidsovereenkomsten van de heren Meerdink,
Kauffeld en Zuure, de volgens de WNT toegestane
maxima voor de sectoren zorg en corporaties
overschrijden, doch gedurende geheel 2013 onder
het overgangsrecht van de WNT vallen. Derhalve
behoeven de bezoldigingen in dit jaar geen
aanpassing aan de WNT.
• Arbeidsvoorwaarden Raad van Bestuur en
toepassing Wet Normering Topinkomens
In 2013 heeft de juiste toepassing van de per 1
januari 2013 van kracht geworden Wet normering
topinkomens (WNT) op de arbeidsvoorwaarden van
de leden van de Raad van Bestuur, de bijzondere
aandacht van de Remuneratiecommissie en de Raad
van Commissarissen gehad.
De bezoldiging van mevrouw Van Grinsven, die per
1 januari 2013 als bestuurder is aangetreden, valt
binnen de maximum normbedragen van de WNT.
Uitgangspunt voor het arbeidsvoorwaardenbeleid
voor de leden van het bestuur is tot aan 2013
steeds de ‘Beloningsregeling voor bestuurders
in de zorg 2009 (BBZ)’ geweest. Bij de start
van het samenwerkingsverband met Espria in
2008 is besloten om de salariëring en andere
arbeidsvoorwaarden te baseren op de toepasselijke
branchecode van de zorg, en niet op de branchecode
van de woningcorporatie2. Dit omdat vanwege
de aard, omvang, en complexiteit van de Espriaorganisatie de hoofdfunctie van de Raad van Bestuur
in de zorg ligt.
Zowel de Raad van Commissarissen als de Raad
van Bestuur hebben de intentie om in de geest
van de WNT te handelen. Daarom is in 2013 in
gezamenlijkheid besloten om in 2013 af te zien van
indexering van de bezoldiging van de leden van
de Raad van Bestuur die onder het overgangsrecht
van de WNT vallen. Echter, na juridische consultatie
is gebleken dat dit moet worden opgevat als een
wijziging van de arbeidsovereenkomst. Daarmee
zou het overgangsrecht van de WNT onmiddellijk
komen te vervallen. De Raad van Commissarissen
heeft gemeend dat dit niet de bedoeling kan
zijn en heeft vervolgens besloten de bezoldiging
van de betreffende bestuurders, conform de
voorwaarden zoals geformuleerd in de betreffende
arbeidsovereenkomsten, in 2013 wel te indexeren.
De bestuursfuncties zijn ingeschaald in
de BBZ-regeling. Daarbij heeft de Raad van
Commissarissen de in de BBZ genoemde opslag
voor omgevings- en risicofactoren gesteld op 30%.
Dit vanwege het risicoprofiel van de markten
waarin de organisatie opereert en de omvang
(omzet) van het samenwerkingsverband Espria/
Woonzorg Nederland, waar de Raad van Bestuur
verantwoordelijk voor is. Er worden geen bonussen of
andere variabele beloningen toegekend.
De voorzitter van de Raad van Bestuur heeft een
arbeidsovereenkomst die geheel voldoet aan
de BBZ. De heren Zuure en Kauffeld hebben een
arbeidsovereenkomst die is gebaseerd op oudere
beloningscodes. De salarissen van deze bestuurders
vallen binnen de schalen voor de BBZ.
Voor de heren Meerdink en Kauffeld hield dit in dat
de bezoldiging in 2013 is geïndexeerd conform het
door de NVZD afgegeven advies voor indexering in
2013, namelijk met 1,93%.
De indexering van de bezoldiging van de heer
Zuure is gebaseerd op de afspraken binnen de
cao woondiensten, hetgeen voor hem in 2013 een
eenmalige bruto uitkering van € 250 inhield.
De heren Meerdink en Kauffeld en mevrouw Van
Grinsven nemen deel aan de pensioenregeling van
het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn. De heer
Zuure neemt deel aan de regeling bij de Stichting
Pensioenfonds voor de Woningcorporaties.
Voor de hoogte van de beloning van de leden
van de Raad van Bestuur wordt verwezen naar
onderdeel 25 in de toelichting op de geconsolideerde
resultatenrekening van de jaarrekening, conform de
publicatievereisten van de WNT.
• Beoordeling Raad van Bestuur
Het functioneren van de Raad van Bestuur als
geheel en de individuele leden afzonderlijk
daarvan is door de Raad van Commissarissen
besproken, voor- en nadat de benoemings- en
remuneratiecommissie beoordelingsgesprekken met
de Raad van Bestuur en een aantal ‘direct-reports’ en
medezeggenschapsorganen heeft gevoerd. De Raad
van Commissarissen heeft zich positief uitgesproken
over de wijze waarop de bestuurstaak is vervuld.
Honorering Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen heeft in 2013 op
voordracht van de remuneratiecommissie een
beloningsbeleid vastgesteld dat volledig is
gebaseerd op de uitgangspunten van de WNT,
inhoudende 5% van de conform de WNT toegestane
maximum bezoldiging voor een lid van de Raad
van Commissarissen en 7,5% van de conform de
WNT toegestane maximum bezoldiging voor een
voorzitter. Voor het overzicht van de vergoedingen
die aan de commissarissen zijn uitbetaald in 2013
wordt verwezen naar onderdeel 25 in de toelichting
op de geconsolideerde resultatenrekening van de
jaarrekening, conform de publicatievereisten van
de WNT.
De Raad van Commissarissen heeft bovenstaande
situatie getoetst aan de WNT. Hierbij heeft de
Raad van Commissarissen rekening gehouden
met de toepassingsregels van de WNT binnen
zowel de zorgsector als binnen de corporatiesector.
Voor zowel Espria als Woonzorg Nederland is het
generieke maximum conform de WNT voor 2013 van
toepassing, namelijk € 228.599.
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
Met uitzondering van de jaarlijkse indexering. Bij de heer Zuure vindt de indexering plaats conform de cao-ontwikkeling sector woondiensten.
voor elkaar
professioneel
2
van Espria gebracht. Nadere informatie hierover is
opgenomen in de betreffende jaarrekeningen.
27
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Met en bij elkaar. Delend en ook
in gesprek; soms in discussie,
vaak met elkaar eens. Zo blijf
je scherp. Maar ook vertrouwd.
Onder elkaar.
Samen. Zeer gewaardeerd.
29
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Samen
Zeer gewaardeerd
12.41
Even niet storen;
wel m’n hoofd erbij houden
15.12
Keurig op een rijtje,
klaar om te beginnen
17.44
Als je nog eens
met z’n allen kijkt
31
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
Espria jaarverslag 2013
Mevrouw B. Fransen (1962)
Functie Lid van de Raad van Commissarissen van Espria (op voordracht van de
Centrale Cliëntenraad) ) en WZN
Commissies
Benoemings- en remuneratiecommissie (voorzitter)
Hoofdfunctie en Directeur van Agfra Holding B.V.
relevante nevenfuncties
- Lid RvT Rijksmuseum Twenthe
- Voorzitter beoordelingscommissie High Tech Factory Fund (Universiteit Twente)
Eerste benoeming
1 september 2011
Einde benoemingstermijn 1 september 2015 Herbenoembaar Ja
Aanwezig bij
6 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
Tabel 1: Overzicht commissarissen Raad van Commissarissen Espria
Commissarissen per 31 december 2013
De heer A. Westerlaken (1955)
Functie Lid van de Raad van Commissarissen van Espria en WZN (op voordracht van de
COR Espria en GOR Woonzorg Nederland)
Commissies
Kwaliteit
Hoofdfunctie en relevante - Voorzitter Raad van Bestuur Maasstad Ziekenhuis
relevante nevenfuncties
- Voorzitter Bestuur Start en Start Foundation
- Voorzitter Raad van Toezicht Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK)
- Lid Raad van Advies College Bescherming Persoonsgegevens (CBP)
- Voorzitter Raad van Toezicht IPCI, verbonden aan het Erasmus MC
Eerste benoeming
12 november 2013
Einde benoemingstermijn 12 november 2017 Herbenoembaar Ja
Aanwezig zijn
0 van de 1 vergaderingen
Commissarissen die in 2013 zijn afgetreden
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
professioneel
De heer H.J. van den Bosch (1949)
Functie Lid van de Raad van Commissarissen van Espria en WZN (op voordracht van het LHP)
Commissies
Audit commissie (voorzitter)
Hoofdfunctie en Bestuursadviseur en commissaris
relevante nevenfuncties
- Bestuurslid Vastgoedmaatschappij Alliance
- Lid Raad van Commissarissen NSI N.V.
- Voorzitter Raad van Commissarissen Terberg Group B.V.
- Voorzitter Raad van Commissarissen Antea Participaties IV
Eerste benoeming
1 maart 2005
Herbenoeming
14 december 2010
Einde benoemingstermijn 1 maart 2013 Herbenoembaar Nee
Aanwezig bij
0 van de 1 Raad van Commissarissen-vergaderingen Samenstelling Raad van
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
Mevrouw B.E. Baarsma (1969)
Functie Lid van de Raad van Commissarissen van Espria en WZN
Commissies
Audit commissie
Hoofdfunctie en Directeur van SEO Economisch Onderzoek
relevante nevenfuncties
-B
ijzonder hoogleraar Marktwerking- en mededingingseconomie, Faculteit
Economie en Bedrijfskunde, UvA
- Kroonlid Sociaal Economische Raad (SER)
- Lid Raad van Commissarissen Loyalis NV
- Lid van de Raad van Toezicht van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis
- Lid Raad van Toezicht BNN
- Lid van het Bestuur van de Stichting Preferente Aandelen Kas Bank
- Lid audit committee FNV Bondgenoten
- Lid van de Raad van Toezicht van de Stichting G500
- Lid van de Raad van Advies van Peak Invest
- L id Wetenschappelijke Adviesraad van het Instituut voor Informatierecht van de
Universiteit van Amsterdam
- Lid van de Commissie Structuur Nederlandse banken (Ministerie van Financiën)
- Lid van de Commissie Dienstverlening aan huis (Ministerie van SZW)
- Lid van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (EZ)
Eerste benoeming
1 september 2011
Einde benoemingstermijn 1 september 2015 Herbenoembaar Ja
Aanwezig bij
7 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
professioneel
Lid van de Raad van Commissarissen van Espria en WZN
Auditcommissie (voorzitter)
CFRO en plv voorzitter Raad van Bestuur PGGM N.V.
- Lid Raad van Commissarissen Koninklijke Kentalis, St Michielsgestel
31 december 2012
31 december 2016 Herbenoembaar Ja
6 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
helder
Voorzitter van de Raad van Commissarissen van WZN
Lid van de Raad van Commissarissen van Espria
Kwaliteit (voorzitter), benoemings- en remuneratiecommissie
Bestuursadviseur
- Voorzitter Raad van Commissarissen Parking Delft B.V.
- Voorzitter Stichting Sociaal Fonds PSO
10 november 2009
10 november 2017 Herbenoembaar Nee
7 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
bereikbaar
De heer L. Geut (1947)
Functie Commissies
Hoofdfunctie
en relevante nevenfuncties
Eerste benoeming
Einde benoemingstermijn
Aanwezig bij
De heer P.A.M. Loven (1956)
Functie Commissies
Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties
Eerste benoeming
Einde benoemingstermijn
Aanwezig bij
actief
Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Espria
Lid van de Raad van Commissarissen van WZN
geen
Burgemeester Gemeente Dalfsen
- Lid Raad van Commissarissen Heisterkamp Transport te Oldenzaal
- Lid Raad van Commissarissen Roto Smeets te Deventer
- Voorzitter Koninklijke NVRD (Nederlandse vereniging reinigingsdirecteuren)
- Voorzitter Raad van Advies Start Foundation
- Voorzitter Raad van Toezicht Drents Museum
31 december 2012
31 december 2016 Herbenoembaar Ja
7 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
voor elkaar
De heer H.C.P. Noten (1958)
Functie Commissies
Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties
Eerste benoeming
Einde benoemingstermijn
Aanwezig bij 33
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
Espria jaarverslag 2013
De medezeggenschapstructuur voor cliënten
is binnen Espria op drie niveaus georganiseerd.
Lokale organisatorische onderdelen (dit kunnen
zijn verpleeg- en verzorgingshuizen, wijken, divisies
etc.) hebben een eigen Cliëntenraad. Deze zijn
vertegenwoordigd in de Regionale Cliëntenraden, die
op het niveau van de bedrijfsonderdelen van Espria
zijn georganiseerd. De Centrale Cliëntenraad Espria
(CCR) bestaat weer uit een vertegenwoordiging van
deze onderliggende Regionale Cliëntenraden.
Adviezen van de CCR
De CCR heeft in 2013 op verzoek van de Raad
van Bestuur adviezen uitgebracht over de
volgende onderwerpen:
- addendum ambtelijk secretariaat;
- geconsolideerde begroting Espria 2013;
- geconsolideerd jaarverslag/jaarrekening
Espria 2012;
- onderzoek en herpositionering SSC;
- klachtenregeling Evean Icare 2013;
- niet harmoniseren waskosten;
- voorgenomen benoemingen
commissarissen.
betrokken
Wanneer aan de orde zijn op basis van
bovengenoemde adviezen voorgenomen
besluiten door de Raad van Bestuur
aangepast, dan wel zijn afspraken over
randvoorwaarden gemaakt
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
professioneel
betrokken
voor elkaar
Er zijn in 2013 acht overlegvergaderingen van de CCR
met de Raad van Bestuur geweest. Naast diverse
adviesaanvragen (zie kader) heeft de CCR een aantal
beleidsonderwerpen met de Raad van Bestuur
besproken, zoals het brandveiligheidsbeleid en de
ontwikkeling van meerjarenplannen, mede in het
kader van het overheidsbeleid zoals geformuleerd in
het Regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’.
Onafhankelijkheid
Het reglement van de Raad van Commissarissen
bevat regelingen met betrekking tot onder andere
onafhankelijkheid, tegenstrijdige belangen
en nevenfuncties. Alle commissarissen zijn
onafhankelijk en kunnen - mede als gevolg van de
samen
In 2013 is op initiatief van de CCR en de Raad van
Bestuur een zeer succesvol verlopen tweede ‘toogdag’
georganiseerd; een ontmoetingsdag voor alle
cliëntenraadsleden binnen Espria. Thema was: ‘Eigen
kracht als bron van vrijheid’. In 2014 wordt opnieuw
een toogdag georganiseerd.
samen
3.4.1
Cliëntenraad
Ten aanzien van het eigen functioneren heeft de
CCR met de Raad van Bestuur besproken behoefte
te hebben aan versterking van de bemensing van
de Raad, gepaard gaand met een evenwichtiger
vertegenwoordiging vanuit de regionale
cliëntenraden. Hierbij is het voorstel gedaan om tot
een verdubbeling van de vertegenwoordiging vanuit
de regionale cliëntenraden te komen. Dit is begin
2014 geëffectueerd.
meedoen
3.4
Medezeggenschap
Ook werden in 2013 standaard diverse Benchmark,
Kwartaal- en Viermaandsrapportages, zowel gericht
op financiën als kwaliteit, en andere documenten
uit de planning- en controlcyclus toegelicht en
besproken.
aandacht
Overleg Centrale Ondernemingsraad (COR) en
Centrale Cliëntenraad (CCR)
Delegaties van de Raad van Commissarissen hebben
gedurende het jaar overlegvergaderingen met de
COR en de CCR bijgewoond.
Daarnaast zijn er enkele ‘cliëntgerichte’ projecten
besproken die binnen Espria worden uitgevoerd. Het
project Laaggeletterdheid en het project Beste Buur
(van de ledenvereniging) zijn in dit kader te noemen.
Bij bovengenoemde besprekingen worden
regelmatig medewerkers van Espria, bijvoorbeeld
projectleiders, uitgenodigd om een presentatie te
houden of een toelichting te geven.
geregeld
De Raad van Commissarissen vindt goed
ondernemingsbestuur (good governance) van groot
belang. De Raad van Commissarissen en de Raad van
Bestuur vinden dit een onderwerp dat behoort tot de
gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Raad van
Commissarissen en Raad van Bestuur. Voor overige
informatie hierover verwijzen wij naar paragraaf 3.1.
De invulling van het voorzitterschap van de Raad
van Commissarissen Woonzorg Nederland door de
heer Geut had op zijn verzoek een tijdelijk karakter.
De Raad van Commissarissen heeft met het oog op
de opheffing van de personele unie op Raad van
Commissarissen-niveau in 2015 verdere uitbreiding
van de Raad van Commissarissen wenselijk geacht
en heeft daarom in 2013 een ‘search’ uitgezet naar
een commissaris met een ‘huisvestingsprofiel’, tevens
beoogd voorzitter van de Raad van Commissarissen
Woonzorg Nederland. Dit heeft geresulteerd in de
benoeming van de heer. R. Steenbeek, per 1 januari
2014. Vanaf dat moment heeft hij het voorzitterschap
van de heer Geut overgenomen.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Door het vertrek van de heer H.J. van den Bosch
zou een vacature ontstaan op een voordrachtzetel
vanuit het Landelijk Huurdersplatform (LHP) van
Woonzorg Nederland. Deze voordrachtzetel is echter
komen te vervallen. Met het oog op de voorgenomen
omvang van de Raad van Commissarissen Woonzorg
Nederland van vier zetels op het moment van
opheffing van de personele unie, per 1 januari
2015, zou het LHP conform de Herzieningswet
Governance
In de governancestructuur van Espria heeft in 2013
geen wijziging plaatsgevonden.
Ook zijn er in 2013 wijzigingen geweest in het
voorzitterschap van de Raad van Commissarissen.
Het voorzitterschap van de Raad van Commissarissen
Woonzorg Nederland is per 1 juli 2013 overgedragen
aan de heer L. Geut. De heer Noten fungeerde vanaf
dat moment als lid van de Raad van Commissarissen
Woonzorg Nederland. Zijn voorzitterschap van de
Raad van Commissarissen Espria bleef ongewijzigd.
aandacht
De statuten van Espria schrijven voor dat de Raad van
Commissarissen uit tenminste zeven leden bestaat.
In verband met het vertrek van de heer Van den
Bosch en nog enkele bestaande vacatures hebben
in 2013 enkele benoemingen plaatsgevonden.
Richtinggevend voor deze benoemingen was van
het besluit over het benoemingenbeleid dat de
Raad van Commissarissen in 2012 in het perspectief
van het wetsvoorstel Herzieningswet toegelaten
instellingen heeft genomen. In dit wetsvoorstel
is een verbodsbepaling opgenomen voor het
tegelijkertijd bestaan van personele unies op het
niveau van de Raad van Commissarissen en Raad
van Bestuur. De Raad van Commissarissen heeft
daarop in overleg met de Raad van Bestuur besloten
om de personele unie met Espria op het niveau
van de Raad van Commissarissen, op het moment
van inwerkingtreding van de Herzieningswet,
te doorbreken. Als ingangsdatum hiervoor is 1
januari 2015 voorzien. In dat perspectief heeft
de Raad van Commissarissen besloten om vanaf
2012 in het benoemingsbeleid naar de opheffing
van de personele unie toe te werken, zodat vanaf
1 januari 2015 twee volledig bemenste Raden van
Commissarissen operationeel kunnen zijn. Concreet
gaat het in 2013 om het volgende:
waarborgen in het reglement - ten opzichte van
elkaar, de Raad van Bestuur en andere organen
onafhankelijk functioneren. In 2013 is geen sprake
geweest van (transacties met) tegenstrijdige
belangen waarbij een lid van de Raad van
Commissarissen of de Raad van Bestuur betrokken is
geweest.
Met het oog op de gewenste omvang van de Raad
van Commissarissen Espria van vijf zetels op het
moment van opheffing van de personele unie
is in 2013 ook de in 2012 ontstane vacature door
het vertrek van mevrouw H.M. Prast ingevuld.
Dit betreft de invulling van een gecombineerde
voordrachtzetel vanuit de Groepsondernemingsraad
(GOR) van Woonzorg Nederland en de Centrale
Ondernemingsraad (COR) van Espria. Op basis van
de zorggerelateerd profiel is de heer A. Westerlaken
door de GOR en COR voorgedragen. Hij is per 12
november 2013 door de Raad van Commissarissen als
commissaris benoemd.
geregeld
De Raad van Commissarissen heeft in 2013 een aantal
mutaties ondergaan. Per 1 maart heeft de heer H.J.
van den Bosch zijn functie als commissaris beëindigd
vanwege het bereiken van de maximale zittingsduur
van acht jaar. De Raad van Commissarissen is hem
zeer erkentelijk voor de vele jaren dat hij actief is
geweest in de raad, en zijn positieve bijdrage aan de
verdere ontwikkeling daarvan.
recht hebben op 1 voordrachtzetel. Vooruitlopend
hierop is met het LHP overeengekomen dat met
het vertrek van de heer Van den Bosch één van de
twee huidige voordrachtzetels van het LHP kwam te
vervallen. In plaats hiervan heeft het LHP adviesrecht
verworven voor alle benoemingen in de Raad van
Commissarissen. De overblijvende voordrachtzetel
van het LHP wordt ingevuld door de heer L. Geut.
dichtbij
Commissarissen
De Raad van Commissarissen van Espria heeft
vanwege de personele unie met Woonzorg
Nederland dezelfde samenstelling als die van
Woonzorg Nederland. Zie tabel 1 voor een volledig
overzicht van alle personen die in 2013 deel
uitmaakten van de Raad van Commissarissen.
35
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
Espria jaarverslag 2013
Tenslotte zijn er verschillende besprekingen van
functionele commissies met concernfunctionarissen
over het desbetreffende vakgebied geweest. De
COR kent de volgende commissies: commissie
sociaal beleid, commissie financieel beleid, de OR
verkiezingscommissie en het dagelijks bestuur. Doel
van deze overleggen is om medewerkers nog meer te
betrekken bij beleidsontwikkeling op verschillende
terreinen, zoals personeel, organisatieontwikkeling,
financiën en huisvesting.
Wanneer aan de orde zijn op basis van
bovengenoemde adviezen voorgenomen
besluiten door de Raad van Bestuur
aangepast, dan wel zijn afspraken over
randvoorwaarden gemaakt.
In twee overlegvergaderingen vond een zogenaamd
art. 24 overleg plaats, waarin - in aanwezigheid van
Raad van Bestuur en een afvaardiging van de Raad
van Commissarissen - de algemene gang van zaken
in de onderneming is besproken.
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
betrokken
samen
Daarnaast vond in 2013 vier keer per jaar
gezamenlijk overleg plaats van de COR met de
Gemeenschappelijke Ondernemingsraad (GOR)
van Woonzorg Nederland, waarbij de voorzitter
van de Raad van Bestuur gedeeltelijk aanwezig
was. In dit zogenoemde platformoverleg tussen
COR en GOR vond ook de afstemming plaats ten
aanzien van een voordracht van een commissaris
namens de medezeggenschap van Espria en WZN,
alsmede ten aanzien van advisering inzake een
andere voorgenomen benoeming in de Raad van
Commissarissen. Voorts richtte het platform een
brief aan de Raad van Bestuur inzake de door de Raad
van Bestuur voorgenomen portefeuilleverdeling
Raad van Bestuur na aanstelling van de 4e
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
De zetels van de onderdelen Stichting Evean
Thuiszorg, Coöperatieve Zorgcentrale Noord en
Facilitaire diensten zijn sinds 2012 vacant. Op 31
december 2013 beëindigde ook de OR Kind en
Jeugd zijn vertegenwoordiging in de COR. Dit
vanwege de overdracht van een groot deel van de
Jeugdgezondheidszorg naar de GGD-en.
Einde 2014 bestond de COR uit 14 leden.
De COR heeft in eigen gelederen 21 keer vergaderd
in 2013. Daarbij zijn ook regelmatig gastsprekers
uitgenodigd. Onderwerpen die in dat verband
nader werden toegelicht waren onder meer:
uitkomsten van benchmarkonderzoek van Actiz naar
klant- en medewerkertevredenheid, de oprichting
van de Espria Academy en de ontwikkeling van
meerjarenbeleidsplannen.
Overleg en advisering
De Centrale Ondernemingsraad heeft advies- en
instemmingsrecht op diverse beleidsthema’s
van het concern (zie kader). De COR heeft in
principe maandelijks overleg met een van de
bestuurders, waarbij onder meer de advies- en
instemmingsaanvragen worden besproken. In
2013 vonden elf overlegvergaderingen plaats. In de
overlegvergaderingen is de COR door het bestuur
geïnformeerd over uiteenlopende onderwerpen.
Dit had in 2013 onder meer betrekking op de
ontwikkeling van visie en meerjarenplannen om
de gevolgen van de door de overheid voorgestane
stelselwijziging in de zorg op te vangen. Verder zijn
kwaliteitszorg, financiën en het beleid ten aanzien
van sociale plannen aan de orde geweest.
aandacht
De COR startte 2013 met 13 zetels en 10 leden.
Aangezien de COR zich geconfronteerd zag met niet
bezette zetels, voorzag hij dat hierdoor mogelijk
in toenemende mate problemen met het quorum
zouden kunnen ontstaan, waardoor geplande
vergaderingen geen doorgang zouden kunnen
vinden. Daarom heeft de COR in 2013 besloten om de
bepalingen in zijn reglement omtrent de grondslag
voor de berekening van het quorum te wijzigen.
Om de continuïteit van de COR te bevorderen
(geringere gevoeligheid voor absenties van leden,
voldoende menskracht in de commissies van de COR;
een en ander mede met het oog op een verwachte
samenvoeging van onderdelen en daardoor krimp
van het aantal ondernemingsraden) heeft de COR,
in overleg met de onderliggende raden en na
instemming door de Raad van Bestuur, besloten
om het aantal afgevaardigden naar de COR niet
langer te beperken tot één per Ondernemingsraad,
maar de afvaardigende Ondernemingsraden de
reglementaire mogelijkheid te bieden om, naar
believen, één of twee van zijn leden naar de COR
af te vaardigen. Elke Ondernemingsraad die zich
vertegenwoordigt in de COR beschikt daarbij over
twee stemmen in de COR-vergadering, ongeacht of
een Raad één of twee leden afvaardigt. Een aantal
ondernemingsraden (van De Trans, GGZ Drenthe, De
Kraamvogel en het SSC) hebben van de mogelijkheid
gebruik gemaakt om twee personen af te vaardigen
naar de COR.
geregeld
Samenstelling
De Centrale Ondernemingsraad (COR) van Espria
bestaat uit afgevaardigde leden van de lokale
medezeggenschapsorganen van de Espriabedrijfsonderdelen.
Adviezen van de COR
De advies- en instemmingsaanvragen die
in 2013 zijn afgehandeld, hebben vooral
betrekking op organisatieveranderingen
die bedrijfsonderdeel overstijgend zijn en,
daarnaast, verbeteringen in bijvoorbeeld
personele processen.
Er is onder meer geadviseerd over:
- onderzoek SSC en herpositionering SSC;
- de reorganisatie van het facilitair bedrijf
west;
- de herpositionering van de ambtelijk
secretarissen;
- benoeming van commissarissen;
- vervroegde uitbetaling van salarissen in
december;
- employee Self Service;
- reglement e-mail- en internetgebruik.
bestuurder en boog het zich over de targets van de
Raad van Bestuur in 2013.
Einde zittingstermijn op 31 december 2013
De zittingstermijn van de COR liep af op 31 december
2013. Om een vloeiende overgang te garanderen zijn
vroegtijdig verkiezingen van nieuwe afgevaardigden
naar de COR georganiseerd. Deze verkiezingen
leidden niet tot vervangingen, wel - zoals gemeld - in
enkele gevallen tot uitbreiding van de afvaardiging
naar twee leden.
dichtbij
3.4.2
Ondernemingsraad
37
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Van doorzichtig en transparant,
tot begrijpelijk en bereikbaar.
Schoon, dat ook. Blinkend en
glanzend. En wat te denken van
pienter, en bij de tijd. Je eigen tijd.
Helder. Zeer gewaardeerd.
39
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Helder
Zeer gewaardeerd
15.02
Wel goed m’n gedachten
erbij houden
19.33
Ben je met allemaal samen,
kun je heel veel vragen
20.39
En wat ik er nu mee kan…..
niet te geloven
4.
Beleid, inspanningen
en prestaties
De VVT-bedrijven zetten binnen deze thema’s in op
een integrale benadering van wijken en buurten,
het creëren van een ‘shared savings’ bedrijfsmodel
waarin het terugdringen van de schadelast centraal
staat en het ‘verbijzonderen’ van de laagcomplexe
zorg in aparte bedrijfsonderdelen.
Vanuit de gekozen strategie zal het accent in de
VVT komen te liggen op versteviging van de positie
in de bovenkant van de markt door in te zetten op
verdere groei in (gespecialiseerde) thuisverpleging
en het aangaan van samenwerking met huisartsen
en ziekenhuizen, met name op het gebied van de
curatieve zorg en revalidatiezorg.
Wel zullen er door regionale verschillen en
verschillen in uitgangspositie accentverschillen zijn
tussen de VVT zorgbedrijven in de vormgeving van de
extramurale zorg.
betrokken
Ten gevolge van de extramuralisering van
de ZZP’s worden de VVT bedrijven voor wat
samen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Ook zal Espria betrokken blijven bij initiatieven
die welbevinden en zelfredzaamheid bevorderen.
Dit zullen wij bijvoorbeeld doen via de Espria
Ledenvereniging en door te participeren in
betrokken
samen
Ons meerjarenbeleid 2014 - 2017
Ons meerjarenbeleid 2014 - 2017 hebben wij
gefundeerd op het hierboven in de missie
genoemde uitgangspunt dat Espria zich ‘hogerop
in de waardeketen’ wil positioneren. Wij zijn tot de
conclusie gekomen dat met name de ‘onderkant’ van
de zorg, het deel dat zal worden overgeheveld naar
de Wmo, en waar de gemeenten de rol van inkoper
zullen vervullen, in toenemende mate voor ons een
‘moeilijke’ markt zal worden. Er zal naar verwachting
veel prijsdruk ontstaan en er zal sprake zijn van veel
nieuwe toetreders, met name met veel ervaring in
het zeer efficiënt organiseren van ‘laagcomplexe’
• VVT
De VVT-bedrijven krijgen te maken met forse
omzetdaling door volume- en tariefkortingen.
Een en ander doordat hun relatief grote aandeel
laagcomplexe extramurale omzet, in 2015 vanuit de
AWBZ wordt gedecentraliseerd naar gemeenten en
zorgverzekeraars. Dit betekent dat thema’s als het
verlagen van de kostprijs en het terugdringen van
volume met name in de VVT spelen.
meedoen
Bovengenoemd proces heeft geresulteerd in de
vaststelling van meerjarenbeleidsplannen en
-begrotingen 2014 -2017 voor alle bedrijfsonderdelen
van Espria, geconsolideerd in een overall
meerjarenbeleidsplan en -begroting 2014 - 2017 voor
het Espria concern.
Voor onze zorgbedrijven in onze kernmarkten
betekent ons meerjarenbeleid het volgende:
aandacht
Een focus op het opschuiven naar boven in de
waardeketen impliceert dat andere segmenten
onderin de markt (op termijn) op een andere wijze
door ons bediend zullen worden. De wijze waarop,
en het tempo waarin, is hierbij mede afhankelijk
van de lokale situatie waarin onze zorgbedrijven
zich bevinden. Met name is hierbij van belang
hoe de uitgangspositie van onze zorgbedrijven
is in de laagcomplexe zorg op regionaal niveau.
Daarnaast zal moeten worden bezien hoe met name
gemeenten als inkopende partij zullen gaan acteren.
Het is bijvoorbeeld de vraag of zij een integraal
aanbod wensen, dan wel gesegmenteerd willen
inkopen. In ieder geval zullen wij snel en flexibel
moeten kunnen inspelen op de lokale situatie. Wat
dat betreft zal de nadruk, meer dan voorheen komen
te liggen op netwerk-samenwerking met andere
partijen/aanbieders in diverse rolverdelingen.
Flankerend aan bovengenoemde beleidslijn zullen
wij organisatiebreed volop inzetten op:
- kostenreductie en efficiencyverbetering;
- een doelgericht personeelsbeleid om de kwantiteit
en kwaliteit van ons personeelsbestand te matchen
met onze ambitie;
- ons innovatief vermogen.
geregeld
Onze ambitie is om ons daar, meer nog dan nu,
onderscheidend te profileren, naar klanten, naar
financiers en naar de samenleving:
- naar klanten in de zin van blijvende aandacht
voor een waardevol leven, niet meer zorg dan
strikt noodzakelijk en een respectvolle, gastvrije
bejegening;
- naar financiers in de zin van voortdurende
aandacht voor ‘schadelastbeperking’ en een
excellent aanbod;
- naar de samenleving als een zorgaanbieder met
oog voor beperking van maatschappelijke kosten.
initiatieven als WeHelpen.nl, het Healthy Ageing
Netwerk Noord Nederland (HANNN) en de
‘Ínnovatietafel’ (een initiatief van een pensioenfonds,
een bank, een woningcorporatie, overheid en enkele
zorgaanbieders en zorgverzekeraars), van waaruit
bijvoorbeeld een brede bewustwordingscampagne
op het gebied van zorg, wonen en pensioen wordt
gestart.
dichtbij
Dit zien wij als onze ‘core-business’. Wij -onze
zorgbedrijven- schuiven daarmee op naar boven
in de zorg-waardeketen, naar een toenemende
focus op intramuraal wonen, intensieve zorg thuis,
intensieve hulp richting zelfstandigheid, transmurale
zorgpaden, en, in beperktere mate, basis eerstelijns
wijkzorg.
Wij herkennen ons in de door het Kabinet ingezette
koers. Tegelijkertijd stelt het Espria en de aangesloten
bedrijfsonderdelen voor een enorme uitdaging.
Voor alle bedrijfsonderdelen van Espria houden de
kabinetsplannen de noodzaak in tot een ingrijpende
herpositionering. Wij hebben in 2013 daarom
met onze bedrijfsonderdelen veel tijd en energie
gestoken in het vraagstuk hoe de gewenste transitie
kan worden gerealiseerd. Een optimale positionering
ten opzichte van onze klanten en het garanderen van
een economisch duurzame toekomst waren hierbij
belangrijke uitgangspunten.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Ingrijpende stelselwijziging
De ingrijpende stelselwijziging die het Kabinet
in de zorg voor ogen heeft, sluit goed aan op
onze visie. De contouren van de kabinetsplannen
zijn in 2013 duidelijk geworden. Kernwoorden
In onze ogen ligt de toegevoegde waarde van
Espria met name daar waar complexere zorg wordt
gevraagd, en waar de inzet van hoger geschoolde
zorgprofessionals nodig is.
aandacht
Missie
Espria ziet het als haar missie om vorm te geven aan
manieren van ondersteuning die de weerbaarheid
van mensen versterken en waar mogelijk
afhankelijkheid van zorg uitstellen of voorkomen.
Ondersteuning die uitgaat van wat mensen zelf
kunnen en hoe hun eigen sociale netwerk, hun
buurt, hun wijk hierin kan bijdragen. In die zin
richten wij ons op het stimuleren van eigen kracht.
Niet alleen draagt dit naar onze mening bij aan het
welbevinden van onze cliënten, maar we zullen in
de toekomst onze professionele, aanvullende zorg
steeds meer moeten richten op diegenen die het
echt nodig hebben. Espria-breed zullen wij ons de
komende jaren geleidelijk aan meer gaan toeleggen
op de intensievere vormen van zorg, ‘hogerop in de
waardeketen’. Dat zien wij als onze maatschappelijke
opgave en op deze wijze willen wij bijdragen aan
het overeind houden van de solidariteit binnen ons
zorgstelsel.
taken. Wij zijn van mening dat hier niet de kracht van
Espria ligt.
geregeld
De zorgsector is begonnen aan een enorme en
noodzakelijke cultuurverandering. Een verandering
die een fundamenteel andere kijk op zorg en
zorgverlening impliceert. Vele jaren hebben we
vastgezeten in ‘oude’ zorgpatronen die zich bijna
alleen maar richten op ziekte en gebrek in plaats
van op zin en plezier in het leven, op welbevinden.
Naast sterk gestegen zorguitgaven heeft dat
geleid tot een verregaande zorgafhankelijkheid.
Een zorg die de eigen verantwoordelijkheid heeft
weggenomen. Een zorg die bovendien de eigen
bijdrage van mensen om problemen op te lossen,
of de bijdrage van hun directe sociale omgeving,
grotendeels heeft verdrongen.
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
hierbij zijn: verregaande scheiding van wonen
en zorg, overheveling van grote delen van de
AWBZ naar de WMO en ZVW, overheveling van
de jeugdzorg, inclusief de jeugd-GGZ, naar de
gemeenten, verregaande extramuralisering bij
gelijktijdige versterking van de eerste lijn en centrale
positionering van de wijkverpleegkundige. Dit
alles gepaard gaand met forse budgetreducties
en verschuivingen in vergoedingen voor de lagere
indicatiestellingen.
dichtbij
4.1
Meerjarenbeleid
41
43
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
betrokken
Evean Zorg levert binnen haar instellingen
geriatrische revalidatie en is eind 2013 gestart met
de implementatie van poliklinische revalidatie en
revalidatie thuis. Zorgpaden zijn in samenwerking
samen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Intramuraal is in 2013 het bouwproject MFA
Heggerank gestart, waarbinnen door diverse
partijen wordt samengewerkt aan concepten die de
dienstverlening aan de klant versterken.
betrokken
samen
• Icare
Zo is Icare begonnen met de ontwikkeling van
geïntegreerde wijkteams, die de verbinding moeten
gaan maken tussen het domein van de verzekerde
zorg en het sociale domein. De wijkverpleegkundigen
vervullen hierin een sleutelrol. In dat kader is
prioriteit gegeven aan:
- de vorming van zelf regisserende teams. Eind 2013
zijn de definiëring van het model, de voorwaarden
en de implementatiestrategie afgerond;
- het versterken van samenwerkingsrelaties met de
eerstelijn (huisartsen) en ziekenhuizen. In dat kader
is bijvoorbeeld in De Monden een multifunctioneel
centrum opgericht;
- het concretiseren van de koers in trajecten
Op het gebied van dementiezorg zijn Evean Zorg en
GGZ Dijk & Duin (onderdeel van de Parnassia Bavo
groep) een verdere inhoudelijke samenwerking
aangegaan voor de ambulante ketenzorg.
Afgesproken is dat beide ketenpartners in de
regio Zaanstreek/Waterland toewerken naar een
gezamenlijk ‘DOC’ team (diagnostiek, onderzoek en
casemanagement). Uniek is de multidisciplinaire
diagnostiek, begeleiding en behandeling van
zowel de cliënt als mantelzorger. Bovendien
is laagdrempelige dagverzorging in de wijken
beschikbaar.
meedoen
Verder stond bij Zorggroep Meander in 2013 het
thema ‘ruimte voor leefplezier’ centraal. Dit komt
bijvoorbeeld tot uitdrukking in het project ‘Goud
Leven’, gericht op preventieve activiteiten binnen de
thuiszorg. Het doel is om de leefstijl van volwassenen
en ouderen in een achterstandspositie te verbeteren.
Dit gebeurt o.a. door middel van het aantrekkelijk
maken van het gebruik van allerlei voorzieningen.
Een ander project betreft ‘Samen Oud’. Hierin worden
ouderen vanuit de eerstelijns teams gescreend
op kwetsbaarheid en welbevinden. Daarbij wordt
gebruik gemaakt van het ‘Frailty-instrument’ dat
mede is ontwikkeld door prof. dr. Joris Slaets van het
UMCG, die tevens voor 50% werkzaam is voor Espria
als adviseur van de Raad van Bestuur.
• Evean
In de gemeente Zaanstad heeft Evean Zorg ingezet
op de realisatie van integraal wijkgericht aanbod.
In dat kader heeft in juni een fusie plaatsgevonden
tussen Evean Zorg en de welzijnsorganisaties SMD
en Welsaen. Deze drie organisaties zijn gezamenlijk
hoofdaanbieder geworden van drie nieuwe sociale
wijkteams in Assendelft, Nieuw-West en ZaandamWest; wijkteams die in 2014 operationeel worden,
naast de twee sociale wijkteams in Wormerveer en
Zaandam-Zuid die al begin 2013 zijn gestart.
Binnen de sociale wijkteams wordt het speerpunt
van de gemeente Zaanstad vormgegeven: nieuwe
taken in samenhang, integraal, dichtbij en met
bewoners invoeren.
aandacht
VVT
De VVT organisatieonderdelen van Espria zijn in 2013
reeds volop aan de slag gegaan in de voorbereiding
van de grote transitie die in het kader van de
stelselwijziging zal plaatsvinden.
Tenslotte is in samenwerking met het Refaja
ziekenhuis een zorgpad voor electieve orthopedie
uitgewerkt, waarbij Meander zich richt op de
revalidatiezorg. In het kader van het project
Revalidatie 2015 worden de komende jaren meer
zorgpaden uitgewerkt.
geregeld
4.2.1
Beleidsthema’s per zorglijn
Verder zijn in het kader van scheiden van wonen
en zorg diverse arrangementen ontwikkeld. Een
goed voorbeeld hiervan is het initiatief ‘Wonen
Plus’. Veel ouderen willen met het oog op veiligheid,
gezelligheid en voorzieningen graag dicht bij elkaar
blijven wonen. In de huidige woonzorgcentra maakt
Zorggroep Meander dat mogelijk. Ouderen gaan daar
zelf huren en krijgen zorg en een dagelijkse warme
maaltijd van Zorggroep Meander. Deze combinatie
van wonen en zorgvoorziening blijft betaalbaar, ook
voor ouderen met alleen AOW.
dichtbij
• Meander
Zorggroep Meander heeft in samenwerking
met onder meer huisartsen, apothekers en
fysiotherapeuten een start gemaakt met de
ontwikkeling van een nieuwe voorziening: het
zogenoemde geïntegreerde eerste lijn plus
zorgcentrum. In dit centrum zullen o.a. huisartsen,
wijkverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten
en specialisten ouderengeneeskunde samenwerken.
Dankzij die samenwerking kunnen zij meer complexe
zorg leveren dan zij individueel kunnen bieden. Op
die manier voorziet deze nieuwe voorziening in een
zorgvraag die nu nog binnen ziekenhuizen wordt
geboden, maar niet noodzakelijkerwijs om een
ziekenhuisomgeving vraagt.
In deze paragraaf passeren per zorglijn de
belangrijkste beleidsthema’s uit het verslagjaar
de revue. Ook de Espria Ledenvereniging komt
hierbij aan de orde. Daarnaast worden aan het
eind van deze paragraaf enkele beleidsthema’s op
concernniveau toegelicht.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
• VG
Binnen de VG sector wordt ook De Trans,
alhoewel in beperktere mate als in de VVT sector,
geconfronteerd met extramuralisering van de lagere
zorgzwaartepakketten. Capaciteit zal derhalve
vrijkomen. De Trans zal zich focussen op de zorg voor
cliënten met een zwaardere zorgbehoefte, waarmee
die vrijgekomen capaciteit kan worden ingezet.
De Trans onderzoekt de mogelijkheden om haar
Ten aanzien van de intramurale V&V huizen
wil Icare aansluiten op veranderingen in de
samenleving. Daarin is ingezet op de ontwikkeling
naar kleinschalig wonen, waarin ‘belevingsgerichte
zorg’ wordt geboden vanuit kleinschalige teams.
Deze werkwijze is inmiddels in proeftuinen nader
uitgewerkt. De implementatie volgt in 2014.
4.2
Algemeen beleid verslagjaar
aandacht
In beide gevallen sluit de koers van Espria aan op
het in de GGZ gehanteerde thema ‘herstelgericht
werken’, met eigen regie voor de cliënt en in
gezamenlijkheid met familie en naastbetrokkenen.
Deze vertaling werkt ook door in de focus op het
verkorten van zorgprogramma’s, waarmee ontzorgen
op een segmentspecifieke wijze wordt ingevuld.
• Overige markten
Zoals reeds eerder opgemerkt richt Espria zich
primair op de zorg voor ouderen en kwetsbare
mensen. Dat betekent dat het meerjarenperspectief
voor onze zorgbedrijven in alle overige zorgmarkten
(kraamzorg, kinderopvang) onverminderd is gericht
op vervreemding. In dat verband kan worden
gemeld dat de verkoop van De Kraamvogel in 2014
waarschijnlijk zal worden gerealiseerd.
Een substantieel deel van Icare
Jeugdgezondheidszorg (Icare JGZ) is in 2013
overgedragen aan de GGD-en van Drenthe en
Overijssel. Er bestaan op dit moment geen plannen
voor verdere vervreemding.
geregeld
• GGZ
GGZ Drenthe zet in op een forse daling van het
intramurale volume door ambulantisering enerzijds
en anderzijds de verschuiving naar de generalistische
ambulante zorg, die wordt ondergebracht in de Basis
GGZ. Dit zal met capaciteitsreductie gepaard gaan.
Voor de overblijvende intramurale capaciteit richt
GGZ Drenthe zich op intramuraal wonen, als een
aanbieder van gespecialiseerde GGZ voor complexe
problematiek. Voor ambulante zorg sluit GGZ
Drenthe zich aan bij lopende ontwikkelingen door
de Basis GGZ te helpen opbouwen en het faciliteren
van de inzet van de praktijkondersteuner huisartsen
(POH GGZ).
Regelarme Zorg, bijvoorbeeld in een project
in Dronten met Achmea en in trajecten met
gemeenten (o.a. Ede) ter voorbereiding op de WMO;
- het doorlichten en verbeteren van processen aan
de hand van de ‘Lean methode’ (bijvoorbeeld door
invoering van ‘planning is realisatie’).
ambulante activiteiten afzonderlijk te positioneren,
al dan niet in samenwerking met andere partijen.
dichtbij
betreft de intramurale zorg geconfronteerd met
volumedalingen. Dit zal deels worden opgevangen
door capaciteit geschikt te maken voor zwaardere
doelgroepen in het marktsegement ‘intramuraal
wonen’, deels door het verantwoord afstoten van
capaciteit. Ook hier spelen lokale verschillen en
verschillen in uitgangssituatie een rol. Zo heeft de
regio waarin Evean werkzaam is te maken met een
bovengemiddeld aantal verpleeghuisbedden per
1.000 inwoners, waardoor Evean ten opzichte van de
andere VVT-bedrijven van Espria daar meer capaciteit
afbouwt. Ook voor de verzorgingshuiscapaciteit
geldt dat de situatie voor Evean anders is dan voor
Icare en Meander: de zorgverzekeraar lijkt bij Evean
aan te sturen op capaciteitsafbouw op hogere ZZP’s.
Icare en Meander, die zorg leveren in krimpregio’s
waar sprake is van sterkere vergrijzing, bouwen
vrijwel alleen capaciteit af als gevolg van het
extramuraliseren van lage ZZP’s.
45
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
combinatie met psychische stoornissen.
• Ontwikkeling Generalistische Basis GGZ
(Indigo en Mirro)
GGZ Drenthe ontwikkelt de Generalistische
Basis GGZ onder het label Indigo, dat staat voor:
wijkgericht werken, zorg dicht bij de cliënt (en zijn/
haar sociale netwerken), kortdurende behandeling
gericht op de kracht en het herstelvermogen van
cliënten. Indigo zet in op samenwerking met lokale
zorgpartners en verwijzers. In 2013 heeft Indigo
praktijkondersteuners gedetacheerd bij ruim 65%
van de huisartsenpraktijken in Drenthe.
In het afgelopen jaar werden voorbereidingen
getroffen voor de invoering van de vernieuwde
module voor de GGZ-praktijkondersteuning voor
de huisartsenzorg (POH-GGZ). Tevens werden
voorbereidingen getroffen voor de invoering van
de Generalistische Basis GGZ. Doelen daarbij zijn:
de screening optimaliseren, inzet van e-health
stimuleren en de behandeling inrichten in de
zorgpaden kort, middel, intensief en chronisch.
GGZ Drenthe participeert in Stichting Mirro
om de ontwikkeling van de Basis GGZ en de
praktijkondersteuning van de huisartsen verder
te versterken. Het project past naadloos in
de strategische koers van GGZ Drenthe. Bij de
ontwikkeling van zelfhulpwebsites van Mirro
is gebruik gemaakt van de expertise van de
medewerkers. De kwaliteitsinvestering in de
praktijkondersteuning maakt dat onze entree bij
huisartsen, als belangrijke schakel in de triage naar
de Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ,
uitstekend is.
Verstandelijk gehandicaptenzorg
In 2013 heeft het thema ‘Meer door minder’ centraal
gestaan bij De Trans. Dit thema heeft als doel met
inzet van minder middelen en anders werken meer
te bereiken. Er wordt een groter beroep gedaan
op de zelfredzaamheid van cliënten en hun eigen
sociale netwerk. Deze cultuuromslag vraagt grote
zorgvuldigheid en overtuigingskracht.
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
‘Meer door minder’ is in 2013 onder meer
zichtbaar geworden in een verbeterd
personeelsplanningsproces, waardoor men met
minder personele inzet toe kan. In het kader van
“Meer door minder’ is in 2013 ook ingezet op een
actief beleid gericht op het terugdringen van
dichtbij
professioneel
persoonlijk
Concentratie van de overblijvende klinisch
specialistische zorg is nodig vanwege de
schaalgrootte. Het gaat om intensieve zorg, met
intensieve personele inzet. Zorg die wel betaalbaar
moet blijven. Dit is niet in alle regio’s blijvend te
realiseren. Daarom is concentratie noodzakelijk. Het
gaat hierbij met name om gesloten voorzieningen
en voorzieningen voor specifieke doelgroepen. In
dat verband zijn in 2013, in samenwerking met
andere zorgaanbieders, enkele nieuwe voorzieningen
geopend: een centrum voor verstandelijke
beperkingen en psychiatrie (zie navolgend bij De
Trans) en een afdeling voor de behandeling van
mensen met ernstige verslavingsproblematiek in
betrokken
samen
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Evean Zorg Amsterdam is betrokken bij een
verzoek van de gemeente Amsterdam en Achmea
om een plan van aanpak voor Wijkzorg op te
stellen, voor de proeftuin Noord-West in stadsdeel
Amsterdam-Noord. De aanbieders met meer dan 5%
marktaandeel V&V en Wmo in het proeftuingebied
(Cordaan, Doras, Evean, Combiwel en MEE) hebben
zich verenigd in een alliantie. Vanuit de alliantie
Speerpunten binnen deze verandering
zijn versterking van de functies SPITS
(opnamevoorkomende intensieve thuiszorg),
FACT (Functie Assertive Community Treatment),
Forensische ACT en acute deeltijdbehandeling.
Geestelijke Gezondheidszorg
GGZ Drenthe is 2013 begonnen in een nieuwe
organisatiestructuur. De geografische indeling is
verlaten en daarvoor in de plaats is een indeling
gekomen die is gebaseerd op leeftijd en doelgroepen.
GGZ Drenthe kent drie divisies:
- 1e lijnszorg en jeugdpsychiatrie;
- Ouderen en volwassenen;
- Beveiligde zorg.
Gedurende het jaar is deze structuur verder
uitgewerkt en geïmplementeerd.
Daarnaast is besloten om de functie van een eerste
geneeskundige per divisie te verlaten en voor
aandacht
In Wormerveer is een pilot gestart getiteld
‘Samenwerkingsverband Zorg voor Ouderen
in de Wijk’ (SZOW). Hierin werken huisarts,
zorginstellingen en het sociale wijkteam binnen
één wijk samen aan passende ondersteuning voor
kwetsbare ouderen. Op aanvraag van een huisarts
kan vanuit de verpleeghuizen een specialist
ouderengeneeskunde worden ingeschakeld. Zo is in
dit project sprake van volledig geïntegreerde zorg,
behandeling en begeleiding.
geregeld
Ook is in 2013 gewerkt aan versteviging van de
positie van de wijkverpleegkundige. Zo worden in
Zaandam in het kader van het project ‘Zichtbare
Schakel’ in vier wijken wijkverpleegkundigen ingezet
met de focus op vroegsignalering en preventie,
zowel op gebied van gezondheid als op welzijn
en wonen. Deze manier van werken leidt tot een
verbetering in toegankelijkheid en afstemming van
de zorg- en dienstverlening tussen de verschillende
partijen in de wijk, doordat het snelle en integrale
interventies op maat mogelijk maakt voor de
bewoners van deze wijken.
Doel van dit beleid is om de cliënten zoveel mogelijk
in de maatschappij te houden en, daar waar zij op dit
moment nog langdurig op de terreinen verblijven,
hen weer terug te brengen in de maatschappij. De
ambitie is om de zorg zo te organiseren dat opname
wordt voorkomen, meer mensen korter opgenomen
zijn, de zorg in de thuissituatie gegeven kan worden,
en dat mensen die nu nog langdurig klinische zorg
ontvangen, zelfstandig buiten de kliniek gaan wonen
met zorg en ondersteuning van ambulante teams.
Het bereiken van dit doel gaat gepaard met het
afbouwen van bedden en het gelijktijdig versterken
van de ambulante zorg. Het budget dat vrijkomt door
het sluiten van bedden wordt deels gebruikt om de
ambulante voorzieningen te versterken en om extra
high intensive care-capaciteit toe te voegen.
Een bijzonder aandachtspunt in het beleid van
Evean voor 2013 was de verdere integratie van de
drie organisatieonderdelen Evean Zorg Amsterdam,
Evean Zorg en Evean Thuiszorg NHN. Hiervoor is
een transitieplan gemaakt dat in 2014 zal worden
afgerond. Ook zal de juridische integratie van de drie
zorgonderdelen dan een feit zijn.
• Particura
2013 was voor Particura een lastig jaar. Particura
werd geconfronteerd met het faillissement van een
onderaannemer in Lunteren, hetgeen veel tijd en
aandacht van het management heeft gevraagd. Naar
aanleiding hiervan is het onderaannemingsbeleid
Espriabreed verder aangescherpt.
Daarnaast kwam het bedrijfsmodel van Particura,
dat sterk is gebaseerd op werken met ZZP-ers en
onderaannemers, met name ook in de PGB-markt,
onder druk te staan. Bijvoorbeeld door maatregelen
van de Belastingdienst. De mogelijkheden voor
ZZP-ers om te werken voor organisaties als Particura
worden hierdoor sterk ingeperkt.
dichtbij
Verder is gezamenlijk met het ZMC een
dinnercentrum ontwikkeld, van waaruit
maaltijdvoorziening aan beide instellingen zal
plaatsvinden.
• Extramuralisering
GGZ Drenthe heeft in 2013 plannen gemaakt voor
verregaande extramuralisering van de zorg. In het
Extramuraliseringsplan 2014 - 2016 is het algemene
kader geschetst waarbinnen de bewegingen van
concentratie en spreiding van de zorg zich in deze
periode zullen voltrekken.
helder
Verder is Evean Thuiszorg NHN betrokken bij het
project ‘Alkmaar Vitaal’. Dit project heeft als doel
Kwetsbare 65+’ers in Alkmaar-West zich prettiger,
veiliger en gezonder te laten voelen. Daarnaast wordt
de zelfredzaamheid en samenredzaamheid van de
burgers versterkt.
Evean Thuiszorg NHN heeft in 2013 ingezet op de
verkleining van de omvang en vergroting van het
zelfsturend vermogen van de teams.
bereikbaar
Met het Zaans Medisch Centrum (ZMC) zijn in
2013 plannen ontwikkeld voor de oprichting van
een zorghotel, waarbinnen ook de revalidatiezorg
verder gestalte zal krijgen. Hierover zullen in 2014
definitieve besluiten worden genomen.
geheel GGZ Drenthe een geneesheer directeur aan
te stellen die een aantal wettelijke taken uitvoert,
vooral voortvloeiend uit de Wet BOPZ en straks de
Wet Verplichte GGZ. Deze heeft bovendien een rol op
het gebied van de bevordering en -bewaking van de
patiëntkwaliteit en -veiligheid.
actief
is een voorstel gedaan voor de vormgeving van
wijkzorg met een verbinding tussen welzijn, de
huisarts en zorg in samenhang en dichtbij de burger
georganiseerd.
voor elkaar
met de ziekenhuizen ontwikkeld voor de doelgroepen
CVA, COPD, breuken of kneuzingen, electieve
orthopedie en hartfalen. In 2013 is gestart met voor
iedere aandoening afzonderlijk te beschrijven welke
behandelingen er nodig zijn, hoe deze worden
aangeboden en hoe vooruitgang gemeten kan
worden. Komend jaar zal ook de behandeling in/
vanuit de thuissituatie vorm krijgen.
47
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
Daarnaast vinden er vanuit de ledenvereniging
gesprekken plaats met de zorgbedrijven binnen
Espria over de vraag hoe in de toekomst een zo
goed mogelijke propositie naar de gemeenten
kan worden gemaakt. Er is een duidelijke positie
voor de ledenconsulenten gekozen; gericht op
de zogenaamde ‘nulde lijn’. Dit houdt in dat de
ledenvereniging zich primair richt op burgers (leden)
die nog geen zorg nodig hebben. Juist door de
interventies en het aanbod van de ledenvereniging,
het steuntje in de rug, blijven de burgers zo lang
mogelijk zelfstandig.
De naam ‘Ledenvereniging Evean/Icare’ voldeed
niet meer omdat de Ledenvereniging onder
deze naam met meer dienstenmerken actief is.
In 2013 is daarom besloten de naam te wijzigen
in ‘Espria Ledenvereniging’; deze naam wordt
gebruikt in business to business-contacten. In
business to consumer-contacten worden de
namen van de dienstenmerken gehandhaafd:
Evean Ledenvereniging, Icare Ledenvereniging,
Ledenvereniging Meander en Woonzorg Nederland
Ledenvereniging.
betrokken
samen
Het ledenaantal bedroeg op 31 december 2013 361.114.
Ten opzichte van 2012 betekent dat een lichte daling
van 0,7 %.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
professioneel
betrokken
samen
meedoen
• De ouder centraal
Verder is de focus van Icare JGZ in 2013 sterk gericht
op het centraal stellen van de ouders.
actief
• Taakherschikking
In 2012 is in 2 regio’s een pilot uitgevoerd waarbij
taakherschikking tussen de disciplines ‘arts’ en
‘verpleegkundige’ centraal stond. Na evaluatie is
besloten deze werkwijze verder te implementeren
in de overige regio’s van Icare JGZ. Hiermee is een
begin gemaakt in 2013. In 2014 zal dit doorgaan en de
verwachting is dat in 2015 in alle regio’s van Icare JGZ
gewerkt wordt conform het model ‘taakherschikking’.
voor elkaar
Ledenvereniging Evean/Icare
De Ledenvereniging Evean/Icare bereidt zich voor op
de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied
van zorg, wonen en welzijn. Naar verwachting zullen
mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Als
gevolg daarvan zal de vraag naar dienstverlening
in en om het huis sterk toenemen. Veiligheid en
eenzaamheid zijn in dit verband belangrijke thema’s,
waarop een antwoord gegeven moet worden. De
ledenvereniging wil, samen met anderen, ‘het
steuntje in de rug’ zijn waarmee de leden geholpen
worden. De ledenconsulent vormt daarbij een
belangrijke schakel.
Eind 2012 is daarom gestart met het project ‘De
toekomst van de Ledenvereniging’. Er hebben
toekomstverkenningen plaatsgevonden op grond
waarvan, mede in afstemming met de strategische
koers van Espria, een viertal domeinen is gekozen
waarop de Ledenvereniging zich wil inzetten, te
weten:
1. Zelfstandige consumenten in het veranderende
landschap van leven, gezondheid en welzijn;
2. Vitale en betrokken leefgemeenschappen in
buurten en wijken;
In Emmen en Veendam is de ledenvereniging
actief betrokken bij het ontwikkelen van
klantbedieningsconcepten; de lokale verankering is
hierbij het uitgangspunt. De buurt en de wijk zijn
de schaal waarop georganiseerd wordt; de wensen
en behoefte van de bewoners zijn het uitgangspunt.
De regionale teams van de ledenvereniging vormen
hierbij het gezicht en het aanspreekpunt voor leden.
aandacht
Onder leiding van een interim directeur uit de
eigen Espria gelederen zullen in 2014 verdere
reorganisaties plaatsvinden en zal opnieuw naar een
overnamepartner worden gezocht.
In het Strategisch Beleidsplan 2014 - 2017 van de
ledenvereniging is deze keuze verder uitgewerkt.
Ook de missie, visie en positionering van de
Ledenvereniging zijn herijkt en passen bij de
strategische uitdagingen van de komende jaren.
geregeld
• Overgang GGD
In 2012 is in de regio’s IJssel Zwartewaterland en
in 8 van de 12 Drentse gemeenten definitief de
keuze gemaakt om de JGZ voor 0-4 jarigen onder
te brengen bij de GGD. Alle noodzakelijke acties
hiervoor zijn in 2013 uitgevoerd en vanaf 1 januari
2014 is deze overgang gerealiseerd.
Deze overgang betekent voor Icare JGZ een afname
van 40% van de werkzaamheden, hetgeen financiële
en personele consequenties heeft. Personeel
dat betrokken was bij de overgang kon gelukkig
grotendeels mee overgaan naar de GGD-en.
Daarnaast wordt Icare JGZ ook geconfronteerd met
verdere bezuinigingen in de jeugdzorg. Icare JGZ
heeft in 2013 daarom ingezet op verbetering van
de efficiency en aansturing van de organisatie. Dat
heeft onder meer geleid tot de ontwikkeling van
een ‘dashboard’, waarin een aantal belangrijke KPI’s
worden gemonitord en op basis waarvan snel kan
worden bijgestuurd.
3. S
olidariteit en samenhang tussen sterke en
kwetsbare groepen;
4. Vernieuwende samenwerking in het netwerk van
leven, gezondheid en welzijn.
dichtbij
Kinderopvang
Voor Stichting Kinderopvang Hoogeveen
(SKH) was 2013 een moeilijk jaar. Vanwege
overheidsmaatregelen en de economische crisis was
de vraag naar kinderopvang beperkt. Dit maakte
ingrijpende reorganisaties noodzakelijk.
In 2013 stond SKH onder leiding van een interim
directeur, tevens eigenaar van een andere
kinderopvangorganisatie. Gedurende het jaar
was zij verantwoordelijk voor het doorvoeren
van de noodzakelijke reorganisaties, terwijl zij
tegelijkertijd onderzoek deed naar een mogelijke
overname van SKH. Helaas bleek eind 2013 dat geen
overeenstemming kon worden bereikt over de
voorwaarden waaronder een overname zou kunnen
plaatsvinden.
Jeugdgezondheidszorg
aandacht
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Kraamzorg
Het beleid van de Kraamvogel was in 2013 vooral
gericht op het slagvaardiger maken van de
organisatie. De volgende thema’s waren hierbij het
uitgangspunt:
- Het vergroten van klantkennis en zichtbaarheid;
- Het realiseren van volumebehoud en
ketenontwikkeling;
- Het vergroten van de flexibiliteit en de slagkracht
van medewerkers;
- Het verbeteren van de efficiency en
Dit gebeurt bijvoorbeeld door het aanbod flexibeler
te organiseren en door de inzet van e-health.
In de tweede helft van 2013 heeft het verkoopproces
van de Kraamvogel centraal gestaan. Espria rekent
de kraamzorg niet tot haar kernactiviteiten
en is daarom actief op zoek gegaan naar een
overnemende partij. Deze is gevonden in ZiN
Kraamzorg. De overname door ZiN Kraamzorg zal
naar verwachting in 2014 worden afgerond.
geregeld
De Trans richt haar professionele aanvullende zorg
steeds meer op diegenen die het echt nodig hebben.
Verdere resultaten die in 2013 gerealiseerd zijn de
volgende:
- Er is een businesscase ontwikkeld voor de
ambulante begeleidingsactiviteiten van De Trans;
- Transbreed is gestart met de invoering van Triple
C. In tegenstelling tot andere behandelmodellen
richt Triple-C zich niet op het beheersen van
probleemgedrag. Triple-C werkt aan ‘herstel van het
gewone leven’. Begeleiders, gedragsdeskundigen
en leidinggevenden bouwen aan een
onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie met
cliënten;
- Het vervoer van onze cliënten is gereorganiseerd
waardoor de kosten aanmerkelijk gedaald zijn;
- In samenwerking met GGZ Drenthe, Promens
Care, De Baalderborg Groep en Vanboeijen is eind
2013 het Centrum Verstandelijke Beperking en
Psychiatrie gestart. Een polikliniek waar kinderen,
jongeren en volwassenen met een verstandelijke
beperking terecht kunnen met vragen over hun
(geestelijke) gezondheid;
- Medewerkers van Divisie Bovenregionaal
zijn verder geschoold in het aanbieden van
dienstverleningsvormen die aansluiten op de
toekomstige vraag naar dienstverlening van
gemeenten voor mensen met een verstandelijke
beperking;
- Het nieuwe Kinderdagcentrum is in 2013
nagenoeg gerealiseerd. Het heeft de naam
De Vuurtoren gekregen en wordt in het voorjaar
van 2014 geopend.
toegankelijkheid;
- Het optimaal financieel gezond houden van de
organisatie.
De Kraamvogel heeft in 2013 actief ingezet op
samenwerking met andere partijen om de
geboortezorgketen mede vorm te geven en te
regisseren.
dichtbij
ziekteverzuim, het stimuleren van zelfsturing en het
aangaan van efficiënte samenwerkingsrelaties die
de kosten reduceren. Ook dit dient ter ondersteuning
van wat mensen zelf kunnen en hoe hun eigen
sociale netwerk, hun buurt, hun wijk hierin kan
bijdragen.
49
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
In beweging. In hoofd en
gedachten. Spits en bij
de tijd. Maar ook sportief.
Van hier naar daar en
nog een keer. Alleen en
met elkaar. Uitdagend.
Actief. Zeer gewaardeerd.
51
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Actief
Zeer gewaardeerd
09.10
Overleggen, zo en zo, terug, rusten en
weer opnieuw. Even ontspannen
12.33
Natuurlijk kun je er ook
anders naar kijken
15.18
En hoe verrassend kan
de realiteit dan zijn
53
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
Engage is daarvoor een programma opgesteld.
Verzuimbeleid, re-integratie en sturen op aantallen
en financiële kpi’s zijn belangrijke onderdelen in dit
programma.
• Sociaal plan
Op 1 april 2013 is het Espria sociaal plan afgelopen.
De sociaal plan is in de periode van 1 april 2010 tot
1 april 2013 de basis geweest voor de uitvoering
van organisatiewijzigingen. Espria heeft samen
met de bonden gesproken over de mogelijkheid
van een nieuw concernbreed sociaal plan, onder
soberder condities. Dit met het oog op belangrijke
organisatiewijzigingen die ons in het kader van de
transitie te wachten staan. Het oude sociaal plan
kende een aantal garanties en uitgangspunten
die in de huidige tijd niet meer na te komen en
uitvoerbaar zijn. Met de vakorganisaties is meer
dan een jaar gesproken over een nieuw sociaal
plan op Espria-niveau. De onderhandelingen zijn
vastgelopen op de formuleringen rond eindigheid
van de dienstverbanden bij boventalligheid. De
onderhandelingen zijn daarna voortgezet op
entiteitsniveau. Dat heeft inmiddels geleid tot
een drietal sociale plannen met een beperkte
werkingssfeer.
• HR managersplatform
Het in 2012 gestarte HR managersplatform heeft
verbondenheid rondom thema’s die bij iedereen
spelen opgeleverd. Het spreken over, ervaringen
uitwisselen en sparren over de eerdergenoemde
thema’s is van toegevoegde waarde gebleken. Kennis
en ideeën worden gedeeld en daar waar het effectief
is voor de afzonderlijke entiteiten worden zaken
samen opgepakt.
• Oriëntatie op HR applicaties
Op het gebied van ict is er het afgelopen jaar veel
veranderd. Het HR platform heeft zich daarin een
prima klankbord getoond voor het SSC voor het
geven van input en feedback. Momenteel wordt er
druk gesproken over het totale ‘landschap’ aan HR
applicaties. Doel daarbij is het komen tot de juiste
investeringen voor alle onderdelen van Espria.
Het gaat daarbij om managementinformatie,
wervingstools en HR service applicaties.
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
Middels standaardisatie en digitalisering worden
processen en systemen binnen het SSC Espria verder
geoptimaliseerd en wordt bespaard op personeelsen overheadkosten. Concrete voorbeelden hiervan
in 2013 zijn de digitalisering van de salarisstroken,
personeelsdossiers en de verwerking van mutaties.
helder
De relatief hoge schadelast (dus een hoge uitstroom
van gedeeltelijk arbeidsongeschikten) in de WGA
in de periode van 2007 tot 2013 heeft geleid tot een
forse premieverhoging op dit dossier. De doelstelling
is dan ook om fors in te zetten op reductie van deze
schadelast. In samenwerking met het adviesbureau
bereikbaar
• Eigenrisicodragerschap WIA/WGA
(Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten)
In 2013 is een nieuwe verzekeraar (Aegon)
gecontracteerd voor de dekking van het
eigenrisicodragerschap in het kader van de WGA. Dit
contract geldt voor Evean, Icare, Particura, De Trans,
De Kraamvogel en de Zorgcentrale.
betrokken
Rode draad in de onderwerpen zijn tot dusver vooral
‘technische’ HR thema’s geweest zoals werving,
beloning en bijvoorbeeld het WGA dossier. De
verbinding met de Espria Academy moet bijdragen
aan een meer strategische focus.
Het Shared Service Center Espria (SSC Espria)
Het SSC Espria verleent aan de onderdelen van
Espria ondersteunende diensten op het gebied
van automatisering, informatisering, financiële
administratie, personeel- en salarisadministratie
en inkoop. In 2013 heeft het SSC Espria als relatief
nieuw organisatieonderdeel zich duidelijk
verder ontwikkeld en is er hard gewerkt om de
dienstverlening aan de bedrijfsonderdelen verder te
verbeteren. Hiertoe zijn er in 2013 o.a. reorganisaties
doorgevoerd bij de afdelingen ICT en financiële
administratie. Ook is het besturingsmodel van het
SSC aangepast.
actief
professioneel
• Duurzame inzetbaarheid
Duurzame inzetbaarheid is een thema dat voor
alle entiteiten een speerpunt vormt. In 2013 is
een visiedocument voor duurzame inzetbaarheid
vastgesteld. Dit document is tot stand gekomen
door input van management, HR functionarissen en
de medewerkersmedezeggenschap. De workabilityindex van de Finse professor Ilmarinen is de basis
voor de uitwerking van de visie. Zijn systematiek
gevat in het huis van inzetbaarheid, bevat de
volgende elementen die moeten leiden tot het
duurzaam inzetbaar houden van medewerker:
gezondheid, vitaliteit, vakbekwaamheid en
talentontwikkeling. Een gezonde balans tussen
werk en privé, eigen verantwoordelijkheid van de
medewerker en leiderschap zijn voorwaarden voor
realisering van het duurzaam inzetbaar houden van
medewerkers. De entiteiten zijn zelf verantwoordelijk
voor het omzetten van deze visie naar beleid en
uitvoering.
voor elkaar
• HR beleid in het kader van de Espria Academy
Zoals hiervoor is aangegeven is binnen de
Espria Academy de start gemaakt met een
gezamenlijke leer- en ontwikkelagenda. Het
Espria talentenprogramma wordt vandaar uit
vormgegeven. Dit talenten programma is bedoeld
om in de toekomst vacatures voor sleutelposities
met eigen mensen in te vullen. Daarnaast is er een
programma om jong talent binnen te halen en te
binden. Daarnaast wordt samengewerkt bij het tot
stand brengen van leer- en ontwikkel activiteiten,
zoals e-learning. Ervaringen en kennis worden
gedeeld en daar waar mogelijk- en nodig worden
gezamenlijk initiatieven ondernomen.
betrokken
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
De middelen die hierbij worden ingezet zijn:
- kennismanagement: hierbij gaat het om het
verwerven en verspreiden van bestaande kennis op
bovengenoemde terreinen;
- onderbouwen door middel van wetenschap: naast
het verwerven en verspreiden van bestaande kennis
zal de Academy ook zelf aan kennisvermeerdering
doen door middel van (wetenschappelijk)
onderzoek;
Doelstelling voor een volgende stap is daarom: het
inspireren van de Espria entiteiten in de groei naar
strategisch HRM, rekening houdend met lokale
verschillen. De entiteiten kunnen elkaar inspireren
en voeden en op onderdelen samenwerken.
samen
De Academy gaat zich richten op innovatie en kennis
op vier terreinen, te weten:
- de burger en burgerkracht;
- geïntegreerde 1e lijn;
- geïntegreerde 2e lijn;
- e-health.
• Verbinding met de Espria strategie
De verbinding met de inhoudelijke strategische koers
van Espria is goed zichtbaar, maar er zijn wel fase- en
accentverschillen per entiteit.
meedoen
Eind 2013 is ten behoeve van de Academy een
programmadirecteur benoemd. Deze directeur is
voortvarend aan de slag gegaan met de verdere
ontwikkeling van de Academy.
HR-beleid
HR beleid wordt binnen de Espria entiteiten als
een belangrijk onderwerp gezien. In dit beleid
wordt steeds meer de verbinding gezocht met
de inhoudelijke strategische koers van Espria.
Daarnaast wordt op tactisch en uitvoeringsniveau
samengewerkt met het oog op de schaal- en
synergievoordelen.
aandacht
Espria Academy
Teneinde de gewenste transitie en
cultuurverandering in de zorg in het algemeen, en in
onze bedrijven in het bijzonder, mogelijk te maken
is nieuwe kennis en kunde nodig. Wij willen daarin
voorop lopen. Wij investeren in de ontwikkeling van
kennisverzameling (bijvoorbeeld door middel van
onderzoek) en kennisverspreiding (bijvoorbeeld door
middel van e-learning). Dit doen wij in het kader van
onze Espria Academy, van waaruit deze activiteiten
worden georganiseerd en gecoördineerd.
Het bovenstaande is in een plan van aanpak
uitgewerkt dat begin 2014 is geaccordeerd en zal in
dat jaar verder worden uitgerold.
geregeld
Ontwikkeling meerjarenbeleid en
meerjarenbegroting.
De ontwikkeling van het meerjarenbeleidsplan en
-begroting 2014 - 2017, zoals aangegeven in paragraaf
4.1, is een prominent beleidsthema geweest in 2013.
Het is een zeer tijdsintensief proces geweest waarin
de verschillende bedrijfsonderdelen, in samenspel
met de Raad van Bestuur, veel energie hebben
gestoken. De ontwikkeling van het meerjarenplan
en -begroting is in diverse gremia aan de orde
geweest, onder meer in overleggen van de CCR,
de COR en de Raad van Commissarissen. Dit heeft
eind 2013 geresulteerd in de vaststelling van een
meerjarenplan en -begroting dat op een breed
draagvlak in de organisatie kan rekenen.
- co-creatie: de Academy zal actief de samenwerking
opzoeken en verbindingen aangaan met andere
kennis- en onderzoeksinstellingen;
- inbedden in leer- en ontwikkelagenda: de kennis en
kunde die via de Academy wordt verworven zal ook
worden verbonden met scholing en persoonlijke
ontwikkeling van medewerkers van Espria.
dichtbij
4.2.2
Beleidsthema’s op concernniveau
55
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
• Adequaat risicomanagement is een vereiste
In onze visie is het daarom van belang om
inzicht te hebben in de belangrijkste risico’s, om
vervolgens risicomanagement op een structurele,
systematische en integrale wijze in te richten voor
het waarborgen van het succes van de organisatie
op de korte en lange termijn. Om invulling te
geven aan risicomanagement heeft de Raad van
Bestuur eind 2012 een plan van aanpak invoering
risicomanagement vastgesteld en in uitvoering
gegeven met ondersteuning van KPMG Advisory. Na
een startsessie risicomanagement met de Raad van
Bestuur in februari 2013, zijn voor de verschillende
bedrijfsonderdelen van Espria workshops gehouden
waarbij de belangrijkste strategische risico’s voor de
• Toenemende risico’s en onzekerheden
De ingrijpende stelselwijziging in de zorg die
de overheid voor ogen heeft, vindt zijn basis in
het Regeerakkoord 2013 - 2017 van het kabinet
Rutte II. Hierin zijn de gewenste veranderingen
op hoofdlijnen benoemd en is een financiële
taakstelling aan de zorg opgelegd van 5 miljard euro
ultimo 2017. Aangezien het kabinet er aan hecht om
zowel politiek als in het veld draagvlak te verwerven
voor haar plannen is er in 2013 intensief overleg
gevoerd met zowel de veldpartijen als met de sociale
partners over de nadere invulling van de plannen.
Dit heeft geresulteerd in een aantal akkoorden en
brieven, waarvan de belangrijkste voor ons zijn: het
sociaal akkoord, het zorgakkoord, de Kamerbrief
Hervorming Langdurige Zorg en de bestuurlijke
akkoorden over de cure en de GGZ.
Dit heeft geleid tot een eerste aanzet van
een risicoregister voor de verschillende
bedrijfsonderdelen. Vervolgens is tevens een
workshop gehouden met de Raad van Bestuur,
waarin de strategische risico’s op Espria-niveau
zijn geïdentificeerd, geprioriteerd en geanalyseerd.
Hierbij is gebruik gemaakt van de input die is
gekregen vanuit de gehouden workshops bij
de verschillende bedrijfsonderdelen. Tevens is
een besluit genomen inzake de inbedding van
risicomanagement in de planning en control cyclus.
Een rapportageformat is ontwikkeld en afspraken
hierover tussen Raad van Bestuur en directies zijn
ook vastgelegd in het managementcontract.
Met ingang van 2014 is risicomanagement
structureel ingebed in de rapportagestructuur en
de verantwoordings-gesprekken tussen bestuurders
en directeuren. Tevens is vastgesteld dat minimaal
één keer per jaar een actualisatie van de registers
plaatsvindt, en vaker indien noodzakelijk.
Espria onderscheidt een aantal risicodomeinen
op basis waarvan de geïdentificeerde risico’s
kunnen worden onderverdeeld. Hieronder zijn de
risico domeinen weergegeven op basis waarvan
de geïdentificeerde risico’s zullen worden
gecategoriseerd:
Imago en reputatie
Informatisering en
automatisering
Besturing
Financiers
Medewerkers
betrokken
samen
meedoen
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
aandacht
Markt
Cliënten
betrokken
samen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Verantwoordelijkheid voor de herpositionering, de
inrichting van het demand-management en de
sturing hierop alsmede het beschikbaar stellen van
de benodigde (verander-)budgetten is belegd bij
een nieuw afstemmingsorgaan genaamd regieraad.
Dat geeft een veranderd speelveld en geeft derhalve
nieuwe risico’s en onzekerheden en daarmee des
temeer reden adequaat risicomanagement te
voeren. Er zijn ook andere redenen om hieraan meer
aandacht te geven; denk aan wijzigingen in wet- en
regelgeving, meer eigen risicodragerschap, maar ook
imagoschade.
betreffende bedrijfsonderdelen zijn geïdentificeerd,
geprioriteerd en geanalyseerd.
Risicomanagement
meedoen
• Herpositionering SSC Espria
In 2013 is in samenwerking met de
bedrijfsonderdelen de ontwikkelingsrichting voor
het SSC Espria nader uitgewerkt, met als doel
een helder besturingsmodel (governance), een
gezamenlijke visie en ambitie en een voorstel
voor een veranderaanpak. De resultaten van dit
onderzoek leiden tot een herpositionering van het
SSC binnen Espria. Een belangrijk uitgangspunt
hierin is dat de zorg aan de klant centraal staat en
dat de schaalgrootte van Espria maximaal benut
wordt om lagere kosten voor de ondersteunende
diensten te realiseren. Een en ander leidt middels
o.a. gezamenlijke vraagdefinitie en -bundeling tot
minder overhead binnen Espria en een effectiever
gebruik van deze ondersteunende diensten. Ook
houding en gedrag van zowel medewerkers SSC als
van de bedrijfsonderdelen is in de herpositionering
een belangrijk thema.
aandacht
In overleg met de zorgbedrijven zijn werkprocessen
opgesteld voor inkoopprocessen en wordt gewerkt
met een zogenoemde inkoopkalender, waarin
de planning en doelstellingen voor een jaar zijn
opgenomen.
Compliancebeleid Mededinging Espria & Reglement
E-mail- en internetgebruik en Richtlijnen
Sociale media
Het Compliancebeleid Mededinging Espria is
na vaststelling door de Raad van Bestuur en
goedkeuring door de Raad van Commissarissen
in 2012 ter goedkeuring voorgelegd aan de COR.
Onderdeel van het compliancebeleid is dat
Espria onderzoek kan doen naar de naleving van
de mededingingswet. Het doen van dergelijk
onderzoek kan in bepaalde gevallen op gespannen
voet komen te staan met de privacy van
medewerkers. Dat is bijvoorbeeld aan de orde als er
e-mailboxonderzoek gedaan wordt. De COR heeft
daarom aangegeven met het Compliancebeleid
in te stemmen, zodra er een concernbrede
privacyregeling is, waarin voldoende waarborgen
voor de medewerkers zijn opgenomen. Inmiddels
is deze privacyregeling er in 2013 gekomen
(Reglement E-mail- en internetgebruik) en zijn er
tevens richtlijnen opgesteld voor het gebruik van
sociale media. Het reglement en de richtlijnen
zullen op korte termijn op zorgvuldige wijze in
de organisatie geïntroduceerd worden. Met het
hebben van een concernbrede privacyregeling is
het compliancebeleid ook definitief vastgesteld,
waarmee dit beleid actief uitgevoerd kan worden.
geregeld
Met de migratie van de Evean-organisatie in 2013
zijn voor de medewerkers ook de eerste effecten
zichtbaar van het vernieuwde ICT-platform van
Espria. Inmiddels is ook de migratie van Icare, de
Trans en Meander afgerond. De GGZ Drenthe volgt
in de tweede helft van 2014. De datacenters en IT
domeinen van Evean en Icare zijn in 2013 gemigreerd
naar het nieuwe datacenter van Espria. Evean Zorg,
Particura, JGZ, De Trans en de Kraamvogel werken
inmiddels met de nieuwe infrastructuur. De migratie
van GGZ volgt in 2014. Hiermee beschikt Espria
over een moderne geïntegreerde ICT infrastructuur
die betrouwbaar, veilig, en schaalbaar is met de
komende veranderingen in de zorg.
Daarmee lijken de kaders van de hervormingen in
de langdurige zorg te zijn gezet: een verschuiving
van AWBZ-zorg naar enerzijds informele zorg en
anderzijds de Wet maatschappelijke ondersteuning
en de Zorgverzekeringswet, gepaard gaande met
forse kortingen. Dit zal gerealiseerd moeten worden
in een periode van slechts een jaar of maximaal vijf.
De regieraad bestaande uit de directies van de
klantorganisaties en het SSC. Nadere voorbereiding
en uitwerking van thema’s op de diverse vakgebieden
vindt plaats in themagroepen.
dichtbij
Voor verdere verbeteringen in de nabije toekomst
zijn in 2013 bijna 30 projectvoorstellen opgesteld en
doordat de financiering hiervan in 2013 is geborgd,
kan het SSC Espria zich blijven verbeteren en
ontwikkelen.
57
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
betrokken
Tenslotte is Particura geconfronteerd met een
toezichtmaatregel (dwangbevel) van de Inspectie
bij de instelling Boschoord te Lunteren. Dit is een
kleine zelfstandige zorginstelling waar Particura
de thuiszorg voor een aantal cliënten verzorgt.
Aangezien Particura zich, na het uitbreken van een
bestuurscrisis aldaar, garant heeft gesteld voor de
zorgverlening binnen de instelling, is Particura voor
de Inspectie primair aanspreekpunt geworden voor
samen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
professioneel
betrokken
samen
voor elkaar
• Bestuursaudits
Het uitvoeren van een (beperkt) aantal audits als
onderdeel van de kwaliteitsmonitor heeft ook in
Nadat in 2012 gestart is met het inbedden van de
kwartaalrapportage in de kwartaalbesprekingen
• Toezicht Inspectie voor de Gezondheidszorg
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft
haar toezichtbeleid aangescherpt. In dat kader
vinden vaker dan voorheen onaangekondigde
Inspectiebezoeken plaats en past de Inspectie criteria
strenger toe. Ook diverse organisatieonderdelen
van Espria zijn in 2013 onaangekondigd bezocht
door de Inspectie. In een aantal gevallen heeft de
Inspectie tekortkomingen in de kwaliteitsborging
geconstateerd. Daarbij is opdracht gegeven tot het
maken van verbeterplannen die inmiddels resultaat
opleveren. In één situatie is de Inspectie over
gegaan tot verscherpt toezicht. Dit betrof de locatie
Altingerhof van Icare. Ook hier is een verbeterplan
opgesteld en in uitvoering genomen.
meedoen
Eénmaal per twee jaar doen de VVT-onderdelen, de
JGZ, de Kraamvogel en het SSC mee met de verplichte
benchmark in het kader van het Actiz lidmaatschap.
Dit zal in 2014 weer het geval zijn.
• Medezeggenschapsorganen
De medezeggenschapsorganen worden
geïnformeerd over onderdelen van de
kwaliteitsmonitor en kunnen desgevraagd een
specifieke toelichting of presentatie daarover
ontvangen. In 2013 hebben zowel de COR als de CCR
van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
aandacht
• Perioderapportage kwaliteit
Het hart van de kwaliteitsmonitor wordt gevormd
door de kwartaalrapportage kwaliteit. In 2013 heeft
een verbeterslag ten aanzien van deze rapportage
plaatsgevonden. De kwartaalrapportage is, in lijn
met de overige rapportages, een perioderapportage
geworden en verschijnt derhalve drie keer per jaar.
Met name op het gebied van ketensamenwerking
en onderaannemers heeft dit in 2013 geleid tot
aanscherping van de checklists en protocollen. Ten
aanzien van leveranciersbeoordelingen en de SLA
systematiek geldt dat de besluiten zijn geïntegreerd
in de aanpak herpositionering SSC.
geregeld
• Cliënt- en medewerkerstevredenheidsmetingen
Het is Espriabeleid dat cliënt- en
medewerkerstevredenheidsmetingen tenminste
éénmaal per jaar worden uitgevoerd. Hierover wordt
in de perioderapportage kwaliteit gerapporteerd.
Alle entiteiten hebben deze metingen conform
voorschrift uitgevoerd. Naar aanleiding van de
uitkomsten hiervan zijn geen bijzonderheden te
melden.
2013 plaatsgevonden. Er zijn (meestal bij 2 tot 3
entiteiten) audits uitgevoerd met betrekking tot
risicosignalering op cliëntniveau, risicomanagement
op procesniveau, ketensamenwerking/
onderaannemers, veiligheidsmanagement, SLA
systematiek, leveranciersbeoordelingen alsmede
de verbetermaatregelen naar aanleiding van de
VVT benchmark. Deze audits hebben geleid tot
rapportages aan de Raad van Bestuur alsmede
in een aantal gevallen tot nadere advisering en
besluitvorming.
dichtbij
Op basis van de inhoud van alle perioderapportages
wordt door de adviseur kwaliteit een
concernrapportage gemaakt en aan de Raad van
Bestuur aangeleverd. Daar waar van belang worden
op basis daarvan adviezen gegeven en besluiten door
de Raad van Bestuur genomen.
In het kader van de kwaliteitsmonitor zijn in 2013
door de commissie kwaliteit werkbezoeken gebracht
aan Meander en De Trans. Bij het werkbezoek aan
Meander is in een rondreis door Oost- Groningen
gekeken naar de dementieketen (Samen Oud),
de verbouwing van een verpleeghuis naar een
multicultureel centrum, alsmede naar een project
scheiden wonen en zorg. Tijdens het werkbezoek
aan De Trans stonden de cateringdienst, die gerund
wordt door cliënten, thuiszorgtechnologie, en
vrijheidsbeperkende maatregelen centraal.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
• Kwaliteitsbeleid en kwaliteitssystemen
In het kwaliteitshandboek van Espria, dat jaarlijks
wordt geactualiseerd, is beschreven binnen welke
kaders de diverse bedrijfsonderdelen van Espria hun
kwaliteitsbeleid en kwaliteitssystemen ontwikkelen.
Deze kwaliteitssystemen worden getoetst op HKZ
dan wel ISO normen.
De nieuwe perioderapportage start met vragen
omtrent de externe certificering, inspectiebezoeken/
meldingen alsmede over tevredenheidsmetingen.
Vervolgens worden 22 vragen gesteld in de
onderwerpcategorieën Markt en Omgeving, Cliënten,
Medewerkers en Processen. De entiteit vult zelf
de norm in, alsmede een kleurcode die aangeeft
of de prestatie in de betreffende periode groen,
oranje of rood is ten aanzien van de gestelde norm.
Tevens wordt aangegeven welke trend men daarbij
waarneemt.
Onderdelen van de kwaliteitsmonitor zijn de
strategische kwaliteitsdoelen, meldingen inzake
relevante kwesties uit de entiteiten, jaarverslagen
van klachtencommissies, resultaten van benchmarks
en tevredenheidsonderzoeken, werkbezoeken,
resultaten van externe en interne audits (er is
een bestuursauditteam dat op basis van een
auditjaarplan onderwerpen onderzoekt die hetzij
relevant zijn in de samenwerking tussen bestuur en
directeuren of tussen directeuren onderling, dan wel
meer inhoudelijke thema’s die als speerpunt worden
gezien), resultaten uit systeembeoordelingen, etc.
aandacht
Kwaliteitsbeleid
De rapportage was te uitgebreid waardoor het
risico bestond om het zicht op werkelijk belangrijke
zaken te missen. Ook ontbrak op een aantal punten
de norm die door de entiteit werd gesteld. In
Periode 2 2013 is de nieuwe perioderapportage (1
A4 per entiteit, dan wel kwaliteitssysteem) als pilot
geïntroduceerd. Op basis daarvan is nog een aantal
technische en inhoudelijke punten verbeterd. Vanaf
Periode 3 2013 is de perioderapportage voor de
zorgentiteiten definitief geïmplementeerd.
• Kwaliteitsmonitor
Teneinde binnen Espria te kunnen sturen en
monitoren op de relevante kwaliteitsaspecten is
eind 2010 de kwaliteitsmonitor ontwikkeld. Deze is
in 2012 herijkt en heeft in 2013 in de nieuwe vorm
gefunctioneerd.
geregeld
De belangrijkste bevindingen die uit de
internal audit naar voren komen, richten zich
op de procesgang als gevolg van het te laat
beschikbaar komen van het controleprotocol en de
nacalculatieformulieren vanuit de Nederlandse Zorg
autoriteit. Dit heeft geleid tot grote inefficiënties
in het controleproces. Voor de verantwoording
2014 wordt contact gezocht met de NZa om te
onderzoeken hoe dit proces geoptimaliseerd kan
worden. Intern is een verbetering zichtbaar in de
oplevering van de interne controles. Met name de
relatie tussen de geïdentificeerde risico’s en de
daaruit voortvloeiende werkzaamheden is sterk
verbeterd. De oplevering per jaareinde kan nog aan
kracht winnen in tijdigheid en structuur.
tussen bestuurder en directeur, is in 2013 een slag
gemaakt met het verbeteren van de rapportage
op zich.
De kwaliteitssystemen van alle zorgentiteiten zijn
ook in 2013 getoetst op de normen van het van
toepassing zijnde HKZ normenstelsel en hebben op
grond daarvan hun certificaten weten te behouden
of te vernieuwen. Voor de ondersteunende entiteiten,
het SSC en de facilitaire bedrijven, geldt dat zij hun
systeem op de ISO normen hebben laten toetsen en
ook zij hebben hun certificaten bestendigd.
dichtbij
• Specifieke aandacht voor de risicobeheersing
productieverantwoording (Regeling AO/IC)
Voor de zorgorganisaties is van groot belang dat
de geleverde productie rechtmatig tot stand komt.
De organisaties moeten hierbij de voorwaarden
van de Regeling AO/IC naleven. Gedurende het
jaar zijn er verschillende interne controles bij de
bedrijfsonderdelen geweest. Deze zijn uitgevoerd
door interne controlefunctionarissen die bij alle
zorgonderdelen zijn aangesteld. De werkzaamheden
zijn gebaseerd op vooraf vastgestelde interne
controleplannen en een overkoepelend auditplan
van de internal auditor, waarbij risico’s en
aandachtspunten van voorgaande jaren zijn
meegenomen. Ter voorbereiding van de controle
door de externe accountant voert de internal
auditor een uitgebreide audit uit op de uitgevoerde
interne controlewerkzaamheden, zodat de naleving
van de Regeling AO/IC kan worden aangetoond.
Uiteindelijk resulteert de controle in een 35-tal
controleverklaringen van de externe accountant
ten behoeve van de zorgkantoren, zorgverzekeraars,
de NZa en het ministerie van justitie. Alle
controleverklaringen zijn tijdig verkregen en
ingediend bij de betreffende contractpartij.
59
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
Onderzoek
In het kader van de Espria Academy worden diverse
onderzoeksactiviteiten uitgevoerd, bijvoorbeeld
naar de factoren die het welbevinden van cliënten
bepalen. In dat verband werken wij bijvoorbeeld
samen met prof. dr. Peter de Jonge van de RUG/
UMCG. Ook participeren wij met het UMCG in
onderzoek in het kader van het Healthy Ageing
Network Noord Nederland (HANNN)
GGZ Drenthe investeert naast zorg in
(wetenschappelijk) onderzoek en opleidingen.
Hiervoor wordt ook samengewerkt met het
Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en
de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). GGZ Drenthe
participeert daarnaast met enkele andere GGZ
instellingen in het Rob Giel Onderzoekscentrum.
Binnen de divisies van GGZ Drenthe worden
researchprogramma’s uitgevoerd naar de effectiviteit
van behandelprogramma’s en om nieuwe
interventies te ontwikkelen. In 2013 is er bijvoorbeeld
binnen de Divisie Beveiligde Psychiatrie onderzoek
gedaan naar de relatie tussen de werking van
psychofarmaca en slaapstoornissen. In het Centrum
voor Verstandelijke Beperking en Psychiatrie is
onderzoek gedaan naar de effecten van langdurig
gebruik van antipsychotica op de kwaliteit van leven
van mensen met een combinatie van verstandelijke
beperkingen en psychiatrische stoornissen.
Verpleegkundige Adviesraad
Espria hecht aan betrokkenheid van de professionals
zelf bij vormgeving van de inhoud en kwaliteit
van de professionele beroepsuitoefening binnen
de organisatie. In dat kader is in 2013 een
Verpleegkundige Adviesraad (VAR) opgericht,
waarin de verschillende entiteiten van Espria
vertegenwoordigd zijn.
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
De VAR richt zich op de volgende activiteiten:
- het ontwikkelen van een adviesprogramma
waarbij samenhang wordt aangebracht binnen
(de werkmaatschappijen van) Espria op het gebied
van interne en externe beroepsinhoudelijke
ontwikkelingen;
- het geven van adviezen over verpleegkundig
zorginhoudelijk vraagstukken, die vanuit de
Raad van Bestuur, de VAR leden en/of collega
verpleegkundigen ingebracht kunnen worden;
- een signaalfunctie vervullen vanuit zorg- en
beroepsinhoudelijke vraagstukken naar de Raad
van Bestuur.
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Wij dragen dit ‘thoughtleadership’ onder meer
uit door actieve participatie bij symposia en
bijeenkomsten e.d. over bovengenoemd thema, en
door aanwezig te zijn aan tafels, onder meer via ons
lidmaatschap van het bestuur van Actiz, van waaruit
daadwerkelijke beïnvloeding op het zorglandschap
kan plaatsvinden.
voor elkaar
• Sociale innovatie
Espria wil voorop lopen in het vorm geven aan de
paradigmashift die noodzakelijk is in de zorg. Het
gaat hierbij om het realiseren van een nieuwe
vanzelfsprekendheid: niet zorg als antwoord op alle
vragen, maar ervoor zorgen dat mensen zo lang
mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren en
plezier aan het leven beleven.
professioneel
Een aantal van onze innovatieve projecten in het jaar
2013 willen we hier noemen.
betrokken
• Innovatie gericht op medewerkers
- Particura heeft een medewerkersportaal ingericht,
waarop medewerkers hun planning en declaraties
kunnen doen en waarmee 24 uur per dag
informatie kan worden uitgewisseld en protocollen
kunnen worden geraadpleegd.
- Diverse bedrijfsonderdelen van Espria zijn reeds
gestart met de introductie van e-learning. De
verdere ontwikkeling en implementatie daarvan
zal concernbreed vanuit de Espria Academy worden
gecoördineerd.
Onze Espria Academy zal in toenemende mate
het brandpunt zijn van waaruit onze innovatieve
activiteiten zullen worden aangejaagd en
gecoördineerd.
samen
• Organisatorische innovatie
- Bij Icare vindt er door toepassing van Leanmethodes in de wijkteams een continue
verbeterproces plaats, leidend tot best-practices
die de verschillende teams van elkaar overnemen.
Een goed voorbeeld hiervan is de wijze waarop
incidentmelding en -bespreking plaatsvindt. In
plaats van centraal melden worden incidenten nu
wekelijks in de teams zelf besproken, waardoor
verbeteringen veel sneller tot stand komen.
- Een ander project van Icare is ‘leefstijlgerichte
Innovatie
Onze innovatieve inspanningen beslaan een breed
terrein. Ze zijn gericht op het continue verbeteren
van de zorg die onze cliënten van ons vragen,
bijvoorbeeld door toepassing van de nieuwste
communicatie- en informatietechnologie. Maar ook
door toepassing van nieuwe organisatieconcepten.
Daarnaast investeren wij in kennisontwikkeling
en -toepassing die gericht is op de paradigmashift,
zoals beschreven in paragraaf 4.1. Het gaat
hierbij bijvoorbeeld om instrumenten die helpen
om leefplezier, eigen kracht en welbevinden te
bevorderen. Tenslotte passen wij innovaties toe die
zijn gericht op het faciliteren en ondersteunen van
onze medewerkers.
meedoen
• E-health
- Bij Stichting Icare wordt een pilot, Caren genaamd,
uitgevoerd, waarbij klanten via internet de
zorgplanning kunnen inzien, en daarnaast
boodschappen kunnen doorgeven aan de
zorgverleners.
- Evean Zorg heeft samen met VitaValley het
project Vitaal Thuis gestart. Vitaal Thuis beschrijft
technologische oplossingen om veilig, verzorgd
en langer comfortabel thuis te kunnen wonen,
op basis van betaalbare en en beschikbare
internettechnologie.
- Evean Zorg heeft een unieke heup-app ontwikkeld
voor patiënten die een totale heupoperatie
ondergaan. Deze app bevat informatie voor
patiënten over het gehele traject van voorbereiding,
operatie en revalidatie. De app bevat bijvoorbeeld
oefeningen die patiënten kunnen toepassen bij de
revalidatie.
- In het project De Mediaan van Evean Thuiszorg
NHN heeft een groot aantal bewoners van
wooncomplex De Mediaan in Heerhugowaard een
I-pad gekregen waarmee beeldcommunicatie met
zorgverleners mogelijk is.
- GGZ Drenthe heeft voorbereidingen getroffen
voor de inrichting van een cliëntportaal op de
website. Door hierop in te loggen kunnen cliënten
online gebruik maken van diverse herstelgerichte
ondersteuningsmogelijkheden. Dit wordt in 2014
verder geïmplementeerd.
- Vanuit de Academy is in 2013 in samenwerking met
de RUG in het project ‘I feel good’ een start gemaakt
met de ontwikkeling van een internettoepassing
die cliënten helpt hun gevoel van welbevinden
te versterken en zicht te krijgen op persoonlijke
factoren die het welbevinden positief beïnvloeden.
aandacht
Een en ander is voor de Raad van Bestuur
aanleiding geweest om aanvullend
instrumentarium te ontwikkelen op het bestaande
kwaliteitsmanagementsysteem. In dat kader is onder
meer contact gezocht met een oud-inspecteur die
de opzet van een interne toezichtorganisatie binnen
Espria zal begeleiden.
preventie in de zorg’, waarin teams aan de hand van
de werkmethodiek leren preventie en welbevinden
een logische plek te geven in het gesprek met de
cliënt.
- Icare JGZ heeft een pilot ‘Taakherschikking’
succesvol afgerond. Hierin is gebleken dat taken
van de arts kunnen worden uitgevoerd door de
jeugdverpleegkundige, met behoud van kwaliteit,
tevredenheid, en een verbeterde inzet van
professionals. Deze werkwijze zal overal binnen JGZ
worden uitgerold.
- Evean Zorg Amsterdam is in 2013, in samenwerking
met de gemeente Amsterdam en Achmea,
gestart met het project ‘Wijkzorg’. Wijkzorg biedt
ondersteuning dichtbij de bewoners in hun
eigen wijk. Zelfredzaamheid van de cliënt en
gebruik maken van het eigen sociale netwerk zijn
hierbij uitgangspunten. De wijkverpleegkundige
werkt hierbij nauw samen met de huisarts en
maatschappelijke dienstverlening/welzijnswerk.
- Evean Thuiszorg NHN werkt met Alzheimer
Nederland, Geriant en het Platform Dementie
samen in het project ‘Bewegen op Maat’. In dit
project worden dementerenden gestimuleerd om
meer te bewegen.
- In het project ‘Samen Oud’ van Meander worden
ouderen met behulp van het zogenoemde ‘frailtyinstrument’ van prof. dr. Joris Slaets, gescreend op
kwetsbaarheid en welbevinden.
- De Trans heeft in het project ‘Gezonde Leefstijl’
per divisie werkgroepen samengesteld die
verschillende vitaliteitsmenu’s hebben uitgewerkt,
ter ondersteuning van een gezonde leefstijl van
cliënten en medewerkers.
- De Kraamvogel werkt in het project ‘Geïntegreerde
Geboortezorg Groningen’ samen met een
grote verloskundige praktijk, een collega
kraamzorgorganisatie, zorgverzekeraar en
ziekenhuis aan afstemming in de geboortezorg.
Er is een experimentstatus bij de Nza aangevraagd
om dit project met integrale financiering te starten.
geregeld
Ook dit jaarverslag getuigt van onze ambitie. In het
bijgevoegde cahier staan inspirerende verhalen van
‘thoughtleaders’ uit de samenleving, die getuigen
van ‘de nieuwe vanzelfsprekendheid’.
dichtbij
het managen van de problematiek. Particura heeft
een zeer intensief verbetertraject ingezet waarin
frequent is gerapporteerd aan de Inspectie. De
toezichtsituatie is inmiddels genormaliseerd.
61
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
betrokken
samen
meedoen
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
aandacht
5,5
(bedrijfsresultaat / netto-rentelast)
- De omzet op geconsolideerd Espria niveau daalt in
komende vier jaren van circa € 809 miljoen (begroot
2013) naar € 723 miljoen (in 2017) oftewel een daling
van circa € 86 miljoen (-/-11%). Voor het overgrote
Duidelijk is dat de bedrijfsonderdelen van Espria
hun positie opnieuw moeten bepalen in een
fundamenteel veranderend speelveld en dat
is dan ook de kern van de meerjarenplannen.
Onze uitdaging is hoe wij de komende jaren de
invulling van onze inhoudelijke visie hand in hand
kunnen laten gaan met een toekomstbestendige
bedrijfsvoering.
geregeld
4,1
Interest coverage ratio
Naast het uitwerken van een meerjarenplan en
meerjarenbegroting op basis van een realistisch
scenario heeft Espria ook een fallback-scenario
en worstcase-scenario op hoofdlijn uitgewerkt.
Het fallback-scenario geeft een aanvullende
omzetafname van circa € 44 miljoen en ruim € 26
miljoen extra frictie. De uitkomst van het worstcasescenario geeft ten opzichte van het realistische
scenario een extra omzetafname van circa € 134
miljoen en ruim € 82 miljoen frictie.
dichtbij
1,2
(vlottende activa / kortlopende schulden)
persoonlijk
1,3
Liquiditeitsratio
helder
28,2%
bereikbaar
30,6%
deel doet dit zich voor bij het segment VVT waar
de terugval van de omzet bijna 15% bedraagt. In de
VVT worden vooral forse volume- en prijseffecten
verwacht, het afbouwen van de intramurale
capaciteit, verdere extramuralisering en de
generieke kortingen op de tarieven in komende
jaren. Met name in het jaar 2015 wordt een negatief
effect verwacht;
- Exclusief frictiekosten blijven de resultaten
van Espria tot en met 2017 redelijk op peil. Het
gemiddelde rendement in de periode 2014 -2017
komt uit op circa 2,4%. Dit staat of valt echter met
de uitvoering en tijdige realisatie van voornomen
beleidskeuzes en in de meerjarenbegroting,
de daarin opgenomen maatregelen en
taakstellingen. Strakke monitoring op realisatie
hiervan is van groot belang. Espria heeft derhalve
transitiemanagement als speerpunt voor komende
jaren benoemd. Met ondersteuning van KPMG
Plexus wordt inhoud gegeven aan de monitoring
van dit proces;
- Naar verwachting zal sprake zijn van circa € 50
miljoen aan frictiekosten. Dit betreft hoofdzakelijk
kosten van afvloeiing personeel. In beperkte mate is
nog sprake van kosten van afstoten van vastgoed en
afbouw overige bedrijfskosten.
De uitkomsten zijn gedeeld met de accountant, maar
ook met banken, het Wfz en zorgverzekeraars. Dat
leverde goede gesprekken en nuttige feedback op.
De geconsolideerde meerjarenbegroting 2014-2017
van Espria laat een volgende beeld zien:
actief
18,7%
voor elkaar
Solvabiliteitsratio
(eigen vermogen / totale vermogen)
20,7%
professioneel
(eigen vermogen / totale opbrengsten)
3,3%
betrokken
Budgetratio
2,4%
samen
(resultaat / totale opbrengsten) persoonlijk
Rentabiliteitsratio
Voor de transitie hebben wij de volgende
randvoorwaarden gesteld:
- Een continu focus op kostenreductie en
efficiëncyverbetering;
- Een uitstekend personeelsbeleid;
- Innovatieve kracht.
Uitgaande van een positief resultaat en een
behoudend investeringsbeleid kan voor het jaar 2014
eveneens een toename van de liquiditeitspositie
worden verwacht. Een factor die de liquiditeit in
substantiële mate kan beïnvloeden is de AWBZbevoorschottingssystematiek. Handhaving hiervan in
haar huidige vorm is belangrijk voor een toereikende
liquiditeitspositie, Op basis van een recent
onderhandelingsresultaat van Actiz (maart 2014)
mag worden verwacht dat deze bevoorschotting ten
minste voor intramurale zorg gedurende de jaren
2015 en 2016 gehandhaafd blijft.
meedoen
Hieronder volgt een overzicht van enkele relevante
ratio’s:
2013
2012
Wij zien het overheidsbeleid als een stimulans om
de door ons ingezette koers te vervolgen. Echter,
gezien het feit dat de gewenste transitie in een
kort tijdsbestek dient te worden gerealiseerd,
gepaard gaand met aanzienlijke bezuinigingen,
dienen wij er wel voor te zorgen dat Espria zich
op een bedrijfseconomisch verantwoorde wijze
aanpast aan de veranderende omstandigheden.
Daarvoor dienen keuzes te worden gemaakt: waar
richten wij ons nog wel op en waarop niet, of niet
meer? Deze keuzes hebben ingrijpende gevolgen
voor onze bedrijfsonderdelen. Met het oog hierop
heeft in het afgelopen jaar een intensief traject
plaatsgevonden tussen de Raad van Bestuur en de
directies van de bedrijfsonderdelen. Het onderwerp
is ook in enige mate aan de orde geweest in Raad van
Commissarissen- vergaderingen. Dat heeft geleid
tot verdere aanscherping van onze strategische
koers. De geactualiseerde meerjarenplannen en
meerjarenbegrotingen houden hiermee rekening. De
hoofdlijn van ons beleid voor de komende jaren is als
volgt te omschrijven: ‘Hogerop in de waardeketen’.
• Ontwikkeling liquiditeit
De liquiditeitsontwikkeling verbeterde verder in 2013.
De totale positie van liquide middelen resulteert uit
een saldering van kasmiddelen en debet standen op
rekening courant faciliteiten. Dit saldo bedraagt per
ultimo 2013 € 140 miljoen en is daarmee € 18 miljoen
hoger dan het beginsaldo van € 122 miljoen. Deze
toename wordt overigens voor een belangrijk deel (€
15 miljoen) veroorzaakt door een herkwalificatie: van
de rekening courant faciliteit van GGZ Drenthe is € 15
miljoen omgezet in een langlopende lening.
aandacht
• Resultaat boekjaar
Het geconsolideerd resultaat over 2013 bedraagt
€ 20,2 miljoen positief. Het begroot resultaat was
€ 19,5 miljoen positief. Het resultaat is daarmee
conform verwachting. Het genormaliseerd resultaat
2013 kwam uit op € 22,1 miljoen positief en ligt
daarmee circa € 2,6 miljoen boven de begroting.
Over de gehele linie genomen heeft het resultaat
zich grofweg ontwikkeld conform de begroting.
Halverwege het jaar zijn wel acties ondernomen
om de begrotingsachterstand in te lopen. Het
stabiliseren van de omzet en het terugdringen van
het ziekteverzuim hebben een belangrijke bijdrage
aan het uiteindelijke resultaat geleverd.
• Effecten regeringsmaatregelen op
toekomstige exploitatie zijn in beeld
Begin 2013 is op basis van het regeerakkoord
een eerste impactanalyse opgesteld. In de loop
van 2013 heeft dit een vervolg gekregen en is
per bedrijfsonderdeel een meerjarenplan en
meerjarenbegroting opgesteld met ondersteuning
van KPMG Plexus. Daarin zijn niet alleen de effecten
verwerkt vanuit de regeringsmaatregelen maar
zijn ook de interne taakstellingen benoemd. Het is
duidelijk dat er forse en ingrijpende maatregelen
nodig zijn.
Op segmentniveau was er wel sprake van een
wisselend beeld in 2013. Zo liet het segment VVT een
rendement zien van 2,5% ten opzichte van 3,4% in
2012. Het rendement van de gehandicaptensector
kwam uit op 2,5% (2012: 4,7%). Het segment
Psychiatrie bleef nagenoeg op het niveau van 2012
steken en kwam uit op rendement van 0,7% (2012:
0,8%). De kraamzorgactiviteiten lieten in 2013 daling
van hun rendement zien naar 1,5% (2012: 2,2%).
geregeld
Financieel beleid
Het rendement kwam in 2013 uit op 2,4% en ligt
daarmee op het begroot niveau. Espria verstevigde
met het positieve resultaat haar financiële positie.
Zowel de budgetratio als de solvabiliteitsratio nam
toe, waardoor het weerstandsvermogen verder
verbeterd is. De zorgorganisaties staan echter aan
de vooravond van forse bezuinigingen vanuit het
Rijk. In komende jaren zullen volumes en tarieven
fors onder druk komen te staan en daarmee de
resultaten. Ook zal er als gevolg van afbouw van het
personeelsbestand sprake zijn van forse frictiekosten.
Daarmee zal in komende jaren een groot beroep
gedaan worden op onze buffers om Espria goed door
de transitie heen te leiden.
dichtbij
Wet normering topinkomens
Als uitvloeisel van de invoering van de Wet
normering topinkomens per 1 januari 2013, is iedere
organisatie die onder de werkingssfeer van de wet
valt verplicht de kring van topfunctionarissen te
definiëren. Op grond van de in de wet aangegeven
criteria zijn de volgende functionarissen binnen
Espria als topfunctionaris aangemerkt:
- alle leden van de Raad van Commissarissen;
- alle leden van de Raad van Bestuur;
- de directeur van GGZ Drenthe;
- de directeur van de De Trans;
- de directeur van Zorggroep Meander;
- de beide directeuren van Evean;
- de beide directeuren van Icare;
- de directeur van Particura;
- de directeur van de Kraamvogel;
- de beide directeuren Welsaen en SMD
63
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
betrokken
samen
Ook zijn wij maandelijks in gesprek met onze Espria
Ledenvereniging over de koers van de organisaties.
Zo wordt het gevoerde beleid aan de hand van het
De samenwerking met het Zaans Medisch Centrum
om gezamenlijk een zorghotel te ontwikkelen is in
2013 verder uitgewerkt. De concretisering hiervan zal
in 2014 zijn beslag krijgen.
Zorgroep Meander heeft samen met het Refaja
Ziekenhuis in het kader van het project Revalidatie
2015 het zorgpad traumatologie uitgewerkt. In 2014
wordt dit vervolgd met het project Revalidatie en
Behandeling.
Een unieke samenwerking is die van Particura met
het UMCG in het project Intensieve Kindzorg, waarbij
betrokken
Op concernniveau betrekken wij de Centrale
Cliëntenraad nauw bij onze beleidsontwikkeling.
Datzelfde doen wij met de centrale
vertegenwoordiging van onze medewerkers, de
Centrale Ondernemingsraad.
• Ziekenhuizen en huisartsen
Espria werkt samen met alle ziekenhuizen in haar
werkgebied. Deze samenwerking is in 2013 verder
geïntensiveerd. Het doel van deze samenwerking is
voornamelijk om patiënten weer zo snel mogelijk
uit het ziekenhuis te krijgen door terugplaatsing
naar huis, dan wel in tijdelijke verblijfsvoorzieningen,
zodat het gebruik van dure tweedelijnsvoorzieningen kan worden ingeperkt.
samen
Bij GGZ Drenthe is een naastbetrokkenenbeleid
ontwikkeld. Onderdeel daarvan is de installatie
van een Naastbetrokkenenraad. Naar verwachting
zal deze, na afronding van het nog lopende
medezeggenschapstraject, in 2014 van start kunnen
gaan.
De samenwerking met zorgaanbieders buiten
Espria heeft tot doel het realiseren van een zo
integraal mogelijk zorgaanbod. Een goed voorbeeld
van samenwerking waar zowel binnen als buiten
het concern door partijen wordt samengewerkt,
is het psychiatrisch centrum voor verstandelijk
gehandicapten in Assen.
meedoen
Belanghebbenden/stakeholders
Espria streeft er expliciet naar om belanghebbenden
meer bij de organisatie te betrekken. De cliënten,
maar in toenemende mate ook hun verwanten
en naasten, staan hierbij voorop. De Trans heeft
bijvoorbeeld in 2013 een impuls gegeven aan de
samenwerking met ouders en verwanten van
cliënten. In dat kader zijn voorjaarsbijeenkomsten
georganiseerd en is een klankbordgroep van ouders
en verwanten gestart die vorm en inhoud moet gaan
geven aan het meer betrekken van de omgeving bij
het levensgeluk van cliënten.
• Samenwerking met zorgaanbieders
Er zijn samenwerkingsverbanden met
zorgaanbieders binnen en buiten het Espria-concern.
De eerste samenwerking richt zich met name op
het gezamenlijk ontwikkelen en toepassen van
best practices, het ontwikkelen van (wijkgerichte)
zorgconcepten en het gezamenlijk delen van
voorzieningen.
aandacht
Belanghebbenden/stakeholders
en samenwerkingsrelaties
Samenwerkingsrelaties
Om onze missie en visie te realiseren zoeken
wij actief verbinding en samenwerking met
andere partijen. Dit zijn zowel zorgaanbieders,
zorgverzekeraars, gemeenten, corporaties,
welzijnsorganisaties als wetenschappelijke en
financiële instellingen.
geregeld
4.3.2
jaarverslag, begrotingen, etc, met hen besproken.
Ook vindt afstemming en samenwerking in
innovatieve projecten plaats.
dichtbij
De komende jaren zullen wij ons MVO-beleid verder
ontwikkelen en expliciteren.
Ook zijn wij sponsor van het initiatief ‘WeHelpen.
nl’. Dit is een initiatief waarmee burgerkracht kan
worden gestimuleerd. Via de website ‘wehelpen.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Een goed voorbeeld hiervan zijn de projecten
‘Gewoon doen! Meedoen in Musselkanaal’ en ‘Meer
doen!’ in de gemeenten Pekela en Veendam waarin
Zorggroep Meander met welzijnsorganisaties
Welstad, Compaen, De Badde, consulenten Wmo
en Werk & Inkomen van de gemeenten en partners
als Lefier, Acantus, Wedeka, Synergon, NOVO, Lentis,
Oosterlengte en de politie samenwerkt. Er is een
samenwerkingsmodel ontwikkeld waarbij de burger
centraal staat. Het stelt de burger in staat de regie
over het eigen leven te krijgen, hebben en houden,
daar zelf de verantwoordelijkheid voor te nemen en
naar vermogen een bijdrage te leveren aan de eigen
leefomgeving om een vitale wijk of buurt te creëren.
Vanuit Sociale Teams, waarin de samenwerkende
organisaties zijn vertegenwoordigd, wordt de wijk
ingegaan om dichtbij de doelgroep te staan. Het
team is zichtbaar in de wijk aanwezig, weet wat
er speelt en staat dichtbij de bewoners. Het doel
is mensen te stimuleren zoveel mogelijk zelf te
doen, al dan niet met hulpbronnen in de naaste
omgeving, en waar nodig hen op professionele wijze
In toenemende mate hebben wij ook aandacht
voor het aspect ‘planet’ in maatschappelijk
verantwoord ondernemen. Zo trachten wij onze
intramurale voorzieningen zo lang mogelijk door te
exploiteren, bijvoorbeeld door ze in het kader van
scheiden van wonen en zorg, geschikt te maken
voor zwaardere vormen van zorg. Ook investeren
wij in milieuvriendelijke techniek. Zo worden de
nieuwbouwprojecten van De Trans in Nooitgedacht
en Vlagtwedde ‘energieneutraal’ ontwikkeld.
Espria ondersteunt tevens de Stichting Lezen
en Schrijven. Binnen Espria is een projectleider
aangesteld die aandacht voor en initiatieven
op het gebied van taalvaardigheid binnen de
bedrijfsonderdelen stimuleert en coördineert.
Door de samenwerking met de Stichting Lezen en
Schrijven willen we bereiken dat laaggeletterde
mensen meer mogelijkheden hebben om te
participeren in onze samenleving. Laaggeletterden
hebben onvoldoende lees- en andere
vaardigheden om zich te kunnen redden in onze
kennissamenleving. De jaarlijkse maatschappelijke
kosten van laaggeletterdheid zijn naar schatting
556 miljoen euro, waarvan 127 miljoen euro voor
gezondheidszorg. Dit komt bijvoorbeeld door
meer ziekenhuisopnamen, ongezonde keuzes of
onjuist gebruik van medicijnen. Onze acties zijn
gericht op het bewust maken van medewerkers van
laaggeletterdheid, laaggeletterdheid te voorkomen,
laaggeletterden te signaleren, hen te wijzen op
educatiemogelijkheden en door de communicatie
van de organisatie met haar cliënten beter
toegankelijk te maken voor minder geletterden.
aandacht
People en Profit gaan wat ons betreft daarbij
hand in hand. Espria wil als maatschappelijke
onderneming een bijdrage leveren aan de oplossing
van maatschappelijke vraagstukken. Daarom
werken wij aan het terugdringen van zorgkosten,
maar tegelijkertijd willen wij daarbij het welzijn
en welbevinden van mensen bevorderen. Dit doen
wij onder meer door preventie en het stimuleren
van zelfredzaamheid. Om die reden ontwikkelen
wij vanuit onze visie aan innovatieve concepten die
gericht zijn op het activeren van de eigen kracht
en sociale netwerken van cliënten. We zoeken ook
steeds meer het contact met andere partijen in
het sociale domein, omdat wij een gezamenlijke
verantwoordelijkheid voelen om mensen te
ondersteunen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven.
nl’ kunnen op wijkniveau kleine hulpvragen en
hulpaanbod bij elkaar worden gebracht. Via de Espria
Ledenvereniging wordt dit instrument inmiddels
ingezet in een wijk in Veendam.
Een ander voorbeeld betreft onze participatie in het
project ‘Doen en Later’. Dit initiatief is voortgekomen
uit de Innovatietafel en is gericht op de ontwikkeling
van een gameomgeving die via internet kan worden
benaderd en waarin het mogelijk is om als individu
diverse toekomstscenario’s op gebied van wonen,
zorg en pensioen te ‘spelen’, op basis van de invoer
van bepaalde keuzemogelijkheden. Deze game zal in
2014 door middel van een publiekscampagne breed
worden bekend gemaakt. Op deze wijze wil Espria
tevens haar maatschappelijke verantwoordelijkheid
nemen door mensen bewust te maken van keuzes
op het gebied van zorg, wonen en pensioen.
geregeld
4.3.1
Maatschappelijk verantwoord
ondernemen (MVO)
Espria heeft maatschappelijk verantwoord
ondernemen hoog in het vaandel staan.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is gericht
op het creëren van waarde op economisch (profit),
sociaal (people) en ecologisch (planet) gebied.
te faciliteren en te ondersteunen. Naast de Sociale
Teams functioneert ook het gezondheidsteam op
wijkniveau, waarbij de wijkverpleegkundige als de
verbindende schakel optreedt tussen beide teams.
De wijkverpleegkundige kent de (probleem)situaties
en is eraan gewend om in samenwerking met
anderen voor oplossingen te zorgen waarbij herstel
van zelfredzaamheid het uitgangspunt is. Tevens
kan zij verbindingen leggen met de huisarts, andere
eerstelijns professionals.
dichtbij
4.3
Samenleving, samenwerkingsrelaties en
belanghebbenden/stakeholders
65
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
In 2014 en verder zullen wij ons blijven inzetten
op innovatie en ontwikkeling, met name via onze
Academy.
De verdere ontwikkeling van onze kwaliteitsmanagementsysteem staat eveneens hoog op onze agenda.
Een belangrijke toevoeging daarin is de benoeming
van een interne toezichthouder, specifiek belast met
het toezicht op kwaliteit.
betrokken
samen
Kortom, er staat ons veel te doen. Maar vanuit een
stevige basis, gestoeld op onze visie en plannen, zien
wij de toekomst met vertrouwen tegemoet.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Nu de meerjarenplannen en -begrotingen er
liggen, is Espria is een belangrijke stap gezet in
de voorbereiding op de grote veranderingen die
komen gaan. Maar daarmee zijn we er nog niet.
Het komt nu op de uitvoering van deze plannen
aan en, als dat nodig is, tijdige bijstelling wanneer
We zullen de marktontwikkelingen scherp
blijven volgen en inspelen op nieuwe kansen
die zich voordoen. Zo verwachten wij dat in de
ketensamenwerking, met name met ziekenhuizen,
nog veel te winnen is. Ook zijn wij volop bezig met
om invulling te geven aan de herpositionering van
de rol van de wijkverpleegkundige.
aandacht
4.4
Toekomstparagraaf
Daarnaast voeren wij een project uit dat ons meer
inzicht moet geven in onze kostprijzen. Dit met
het oog op de toenemende marktwerking die
met de transitie gepaard gaat. Vanuit de zelfde
overwegingen zullen we in 2014 ook de bestaande
werkwijze ten aanzien van contracteren en ‘verkoop’
verder optimaliseren, onder andere door de
inrichting van een virtuele tenderdesk.
geregeld
In 2013 hebben wij het initiatief genomen om
financiële instellingen, zoals banken, nog nauwer
bij onze organisatie te betrekken. In dat kader zijn
wij begin 2014 gestart met een ‘roadshow’ langs
alle grote banken in ons land waarbij wij onze
organisatie, de uitdagingen waarvoor wij staan,
onze keuzes en de doorrekening daarvan hebben
gepresenteerd.
de omstandigheden dit vragen. Het jaar 2014 is
wat dat betreft een overgangsjaar. Wij gebruiken
dit jaar om alle randvoorwaarden in te vullen
die het mogelijk maken om onze organisatie
optimaal voor te bereiden op het jaar van de
grote transitie: 2015. In dat kader zal in 2014 onder
meer een transitiemonitor ontwikkeld worden.
Op basis van deze monitor kan aan de hand van
een aantal specifiek gedefinieerde KPI’s gevolgd
worden of de noodzakelijke transities binnen de
bedrijfsonderdelen volgens plan verlopen, en kan
zo nodig bijgestuurd worden.
dichtbij
• Financiële instellingen
Financiële instellingen, zoals banken,
pensioenfondsen, verzekeraars en investeerders,
spelen een belangrijke rol in het mogelijk maken
van nieuwe producten en diensten. Als financiers
van zorg en nieuwbouw van vastgoed, maar ook als
inkomensverschaffers voor ouderen en kwetsbare
mensen.
betrokken
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
• Relatie met gemeenten geïntensiveerd
Vanwege het verschuiven van AWBZ gefinancierde
zorg naar Wmo gefinancierde zorg worden
GGZ Drenthe is verbonden aan het Rob Giel
Onderzoeks Centrum. Dit centrum ondersteunt
wetenschappelijk onderzoek op het gebied van
de GGZ.
• Welzijnsorganisaties
In ons streven naar een zo wijkgericht en integraal
mogelijke aanpak van vraagstukken op het gebied
van zorg, wonen en welzijn, vormt de relatie met
welzijnsorganisaties een belangrijke schakel. Op
diverse plaatsen werken we daarom in toenemende
mate samen met welzijnsorganisaties. Ten behoeve
van de realisatie van een integraal aanbod in de
gemeente Zaanstad is Evean in 2013 gefuseerd met
de welzijnsorganisaties SMD en Welsaen.
samen
Menzis ondersteunt diverse innovatieve projecten
van Zorggroep Meander, zo ook VGZ bij Evean
Thuiszorg NHN.
Prof. dr. Joris Slaets van de Rijksuniversiteit
Groningen is aan ons gelieerd vanwege zijn kennis
op het gebied van kwetsbaarheid bij ouderen.
Evean heeft nauwe contacten met het LUMC op
het gebied van COPD.
Zorggroep Meander werkt nauw samen met zowel
Woonzorg Nederland als met Acantus en Lefier.
Evean onderhoudt nauwe relaties met Woonzorg
Nederland en woningcorporatie ZVH te Zaandam.
meedoen
• Innovatieve allianties met zorgverzekeraars
Zorgverzekeraars zijn voor Espria partners bij de
inkoop van AWBZ en Zvw-zorg. We werken ook
samen met de zorgverzekeraars als Achmea, Menzis
en VGZ aan innovatieve oplossingen in hun eigen
werkgebied. Zoals hiervoor aangegeven, werkt GGZ
Drenthe met Achmea samen in het Mirro project
dat is gericht op versterking van de GGZ in de eerste
lijns zorg. Ook het eerdergenoemde project Wijkzorg
dat door Evean Zorg Amsterdam in samenwerking
met Achmea wordt uitgevoerd is hiervan een goed
voorbeeld.
aandacht
Espria werkt ook intensief samen met ziekenhuizen
en huisartsen in COPD- en dementienetwerken.
Evean heeft bijvoorbeeld op het gebied van
dementiezorg gezamenlijke VTO-teams met de GGZ
instelling Dijk en Duin.
• Innovatieve zorg met wetenschappelijke instellingen
Wij werken nauw samen met verschillende
wetenschappelijke instellingen aan onder meer de
ontwikkeling van innovatieve zorgconcepten:
• Samen met corporaties
Ook de relatie met de corporaties is belangrijk voor
Espria, met name vanwege de scheiding van wonen
en zorg. Doel is de transitie naar een betaalbaar
woningaanbod waarbij de zorg nauw is aangesloten.
Een bijzondere relatie is uiteraard die tussen Espria
en Woonzorg Nederland, de grootste huisvester
voor ouderen en kwetsbaren in Nederland. Deze
unieke samenwerking maakt het mogelijk om voor
onze klanten concepten en diensten op het gebied
van wonen en gezondheid te ontwikkelen. Zo is
bijvoorbeeld in samenwerking tussen De Trans en
Woonzorg Nederland een nieuw Kinderdagcentrum
in Emmen ontwikkeld.
geregeld
GGZ Drenthe werkt eveneens nauw samen met
het UMCG op het gebied van onderzoek en het
ontwikkelen van specifieke expertisegebieden
binnen de geestelijke gezondheidszorg.
In het kader van de transitie naar meer ambulante
en wijkgerichte zorg wordt de samenwerking met de
huisartsen steeds verder geïntensiveerd. Zo worden
binnen het gehele werkgebied van Espria huisartsen
ondersteund door praktijkondersteuners vanuit
de VVT-organisaties. Daarnaast biedt GGZ Drenthe
vanuit Indigo praktijkondersteuning op het gebied
van de GGZ. Dit wordt mede vormgegeven in het
kader van het Mirro project, in samenwerking met
Achmea.
gemeenten steeds belangrijker voor Espria. De
verschillende Espria-bedrijfsonderdelen investeren
daarom stevig in de relatie met gemeenten. Ze
zijn bijvoorbeeld betrokken bij het overleg van
gemeenten over de invulling van de Wmo. Daar
waar mogelijk, bijvoorbeeld in Drenthe, trekken
de bedrijfsonderdelen hierin gezamenlijk op. Het
streven is om in goed overleg vraagstukken op
het gebied van zorg en welzijn en leefbaarheid en
veiligheid op wijkniveau te adresseren. Elders in dit
verslag worden diverse voorbeelden genoemd van
projecten van onze zorgbedrijven die gezamenlijk
met gemeenten worden opgepakt.
dichtbij
ernstig zieke jonge patiëntjes van het UMCG thuis
intensief worden verpleegd.
67
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Van, voor en door jezelf. Bedacht
en gemaakt. Een creatie. Gericht
op jou, hem of haar voor wie het
is bedoeld. Heel gericht.
Persoonlijk. Zeer gewaardeerd.
69
Alledaagse waarden
Espria jaarverslag 2013
Persoonlijk
Zeer gewaardeerd
14.10
Elk dag komt Kerst weer
dichterbij. Aan de slag
16.08
Die rode kleur,
steeds weer prachtig
16.14
In de winkel komen de
klanten. Voor wat ik maak
espria
jaarrekening 2013
inhoudsopgave
jaarrekening
5.1 Geconsolideerde jaarrekening
72
5.1.1 Balans per 31 december
72
5.1.2
Resultatenrekening
73
5.1.3
Kasstroomoverzicht
74
5.1.4
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
75
5.1.5 Toelichging op de geconsolideerde balans
87
5.1.6
Mutatieoverzicht materiële vaste activa
98
5.1.7
Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
en gereed gekomen projecten
105
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2013
108
5.1.9
Toelichting op de resultatenrekening
5.1.10 Toelichting wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
112
123
5.2 Enkelvoudige jaarrekening
124
5.2.1 124
5.2.2 Enkelvoudige resultatenrekening
5.2.3 5.2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans
126
5.2.5 129
Enkelvoudige balans
Grondslagen van waardering en resulaatbepaling
Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening
125
126
5.3 Overige gegevens
130
5.3.1 5.3.2 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
Statutaire regeling resultaatbestemming
130
130
5.3.3 Resultaatbestemming
130
5.3.4 Gebeurtenissen na balansdatum
130
5.3.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
131
5.3.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
132
5.
geconsolideerde
jaarrekening
73
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.2
RESULTATENREKENING OVER 2013
in Euro’s
2013
2012
Bedrijfsopbrengsten
5.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2013
5.1.1
BALANS PER 31 december 2013 (na resultaatbestemming)
in Euro’s
Ref. Ref. 31 december 2013
31 december 2012
Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
15
708.459.191
712.124.030
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
16
71.243.919
69.649.303
Subsidies
17
28.528.462
23.504.700
Overige bedrijfsopbrengsten
18
27.603.363
22.935.166
Som der bedrijfsopbrengsten
835.834.936
828.213.199
activa
Bedrijfslasten
Vaste activa
Personeelskosten
19
639.252.259
629.643.907
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
20
28.948.597
29.374.766
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
21
347.306
4.357.931
Overige bedrijfskosten
22
139.785.327
131.067.672
Som der bedrijfslasten
808.333.490
794.444.277
Bedrijfsresultaat
27.501.446
33.768.922
Financiële baten en lasten
23
-7.344.638
-6.437.636
20.156.808
27.331.287
0
Immateriële vaste activa
1
1.080.493
1.659.204
Materiële vaste activa
2
311.431.158
314.997.519
Financiële vaste activa
3
3.738.349
4.220.511
Totaal vaste activa
316.250.000
320.877.234
Vlottende activa
Voorraden
4
352.018
349.876
Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten
5
19.139.713
6.855.623
Vorderingen en overlopende activa
6
41.427.925
36.229.520
Vorderingen uit hoofde van bekostiging
7
30.310.855
36.254.667
Liquide middelen
9
157.660.912
147.826.611
Totaal vlottende activa
248.891.423
227.516.297
Buitengewone baten
24
0
548.393.531
Buitengewone lasten
24
0
0
0
0
RESULTAAT BOEKJAAR
20.156.808
27.331.287
Totaal activa
565.141.423
passiva
Eigen vermogen
10
Kapitaal
323.562
341.713
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
147.549.243
128.522.177
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
24.728.277
25.685.250
Minderheidsbelang derden
265.148
258.932
Totaal eigen vermogen
172.866.229
154.808.072
Voorzieningen
11
26.352.736
22.038.287
Langlopende schulden
12
173.863.939
181.881.069
Kortlopende schulden
Schulden uit hoofde van bekostiging
7
10.526.320
10.799.159
13
181.532.199
178.866.945
Totaal passiva
565.141.423
548.393.531
Overige kortlopende schulden
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Buitengewoon resultaat
Resultaatbestemming
Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking):
Collectief gefinancierd gebonden vermogen:
Reserve aanvaardbare kosten
16.622.897
21.926.175
Bestemmingsreserves
2.650.908
2.471.966
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen:
Algemene reserves
712.002
1.823.755
Bestemmingsreserves
66.901
488.090
Bestemmingsfondsen
104.100
621.301
20.156.808
27.331.287
5.1.3
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2013
in Euro’s
75
Ref.
2013
2012
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen
- bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa
27.501.446
20
28.948.598
29.527.250
2
347.305
4.357.931
- overige mutaties in het eigen vermogen
10
-894.273
-158.160
- mutaties voorzieningen
11
4.314.449
582.620
32.716.079
33.768.922
4
-2.143
-17.348
- onderhanden projecten DBC’s/DBC-zorgproducten
5
-12.284.090
10.063.758
- vorderingen
6
-5.198.405
980.749
- vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging
7
5.670.972
-14.222.344
34.309.641
13
-4.273.555
14.839.398
-16.087.220
11.644.213
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
44.130.305
79.722.777
- kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)
Ontvangen interest
23
2.606.071
2.285.619
Betaalde interest
23
-9.276.323
-8.458.835
Overige opbrengsten financiële vaste activa
23
-6.130
-28.926
Waardeverandering financiële vaste activa en effecten
23
-460.486
-152.410
Vennootschapsbelasting
23
831
-83.158
Resultaat deelnemingen
23
-208.600
74
-7.344.638
-6.437.636
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 36.785.667
73.285.140
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen/desinvesteringen materiële vaste activa
2
-26.355.208
Investeringen immateriële vaste activa
1
0
-1.974.138
Mutatie leningen u/g
3
302.162
-2.165.658
Overige investeringen in financiële vaste activa
3
180.000
-793.100
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -25.873.045
-36.213.447
-41.146.343
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen 12
23.083.916
38.610.957
Aflossing langlopende schulden
12
-16.876.580
-22.089.650
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
6.207.336
16.521.308
Mutatie geldmiddelen
17.119.957
48.660.105
(liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen)
Toelichting:
De indirecte methode is gebruikt. In de investeringen in
materiële vaste activa is tevens begrepen de verwerving via
fusies en overnames.
5.1.4
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN
RESULTAATBEPALING
5.1.4.1
Algemeen
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
Onder de overige mutaties in het eigen vermogen is
verwerkt de inbreng van de activa en passiva van Stichting
Welsaen en SMD.
Groepsverhoudingen
Stichting Espria staat aan het hoofd van de groep.
De enkelvoudige jaarrekening van Stichting Espria is
opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van
Stichting Espria te Meppel.
Stichting Espria
Blankenstein 400
7943 PH Meppel
Statutair gevestigd in Meppel
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming
met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2
Burgerlijk Wetboek, de Regeling verslaggeving WTZi
en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de
Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de
Jaarverslaggeving.
Als gevolg van bij verschillende dochtermaatschappijen bestaande negatieve vermogens en negatieve
exploitatieresultaten heeft Stichting Icare een Letter
of Support afgegeven bij dochtermaatschappij
Stichting HdS, Christelijke Organisatie voor Zorg.
Daarmee verklaart Stichting Icare dat zij het
stellige voornemen heeft de lopende en benodigde
financiering voor deze operationele activiteiten van
de dochtermaatschappij voor de periode tot 27 mei
2015 te continueren.
Het jaarrekeningmodel is in euro’s opgesteld.
Continuïteitsveronderstelling
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van
de continuïteitsveronderstelling. Ten tijde
van het opstellen van de jaarrekening van
dochtermaatschappij Stichting Welsaen is er een
ernstige onzekerheid over de continuïteit van de
stichting. Waardering in de jaarrekening Stichting
Welsaen heeft derhalve plaatsgevonden op basis van
liquidatiewaarde. Duurzame voortzetting van het
geheel van de werkzaamheden van deze stichting is
onmogelijk geworden. Nader onderzoek vindt plaats
naar welke activiteiten mogelijk kunnen worden
voortgezet.
Dochtermaatschappij Stichting GGZ Drenthe
is contractueel verplicht haar jaarrekening en
jaarverslag uiterlijk binnen zes kalendermaanden
na afloop van het boekjaar, in het bezit te stellen van
haar huisbankier BNG Bank. Op de niet door het WfZ
geborgde financiering van Stichting GGZ Drenthe
(zijnde een lening van € 15 miljoen en een rekening
courant faciliteit met een limiet van € 15 miljoen (per
april 2014)) zijn de Algemene Kredietvoorwaarden
van BNG Bank van toepassing. Op basis van artikel
3.27 van de Algemene Kredietvoorwaarden is de
bank gerechtigd haar kredieten op te eisen of te
beëindigen wanneer met betrekking tot de laatst
vastgestelde jaarrekening een goedkeurende
controleverklaring van een accountant ontbreekt.
Bij deze jaarrekening is door de controlerend
accountant een verklaring met beperking verstrekt.
Formeel is daarmee sprake van een opeisingsgrond
voor de BNG Bank. BNG Bank weet dat dit niet alleen
betrekking heeft op Stichting GGZ Drenthe maar
op de gehele curatieve GGZ-sector in Nederland. De
Algemene Kredietvoorwaarden van de bank hebben
evenmin alleen betrekking op Stichting GGZ Drenthe,
maar op al haar (ongeborgde-krediet)cliënten in
de GGZ-sector. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de
bank al haar kredieten aan de sector zou beëindigen.
Stichting GGZ Drenthe heeft van BNG Bank geen
enkele indicatie gekregen dat zij daadwerkelijk haar
kredieten zou willen opeisen. De Raad van Bestuur
acht het niet aannemelijk dat aan Stichting GGZ
Drenthe verstrekte kredieten worden opgeëist.
Indien dit wel het geval zal zijn, kan dit binnen
concernverband worden opgevangen.
Vergelijking met voorgaand jaar
De grondslagen van waardering en van
resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van
voorgaand jaar.
Voor zover van toepassing zijn omwille van de
vergelijkbaarheid de vergelijkende cijfers aangepast.
Daar waar noodzakelijk geacht, is de aanpassing
nader toegelicht.
Stelselwijziging
Op grond van de nieuwe RJ 655 dient met ingang
van de jaarrekening 2013 (jaar t) rekening te worden
gehouden met de definitieve indexering, die in
het opvolgende jaar (t+1) wordt verwerkt in de
tarieven, middels het opnemen van een vordering
ultimo 2013. Als gevolg van de onzekerheden voor de
bepaling van de omvang van de na-indexering van
77
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
het AWBZ budget ten aanzien van het tarief en de
uiteindelijke realisatie in het productievolume het
opvolgende jaar is deze vordering in de jaarrekening
op nihil gewaardeerd. Ditzelfde geldt voor het
kraambudget in de ZVW. Het betreft hier in beginsel
een stelselwijziging conform RJ 140, echter door de
gekozen verwerkingswijze is er geen effect op het
eigen vermogen of het resultaat te vermelden.
Bij de Kraamvogel Holding BV zijn op grond van RJ
274 de ontvangen subsidies ter dekking van de kosten
van stage en opleiding onder de personeelskosten
verantwoord. De stelselwijziging heeft geen gevolgen
voor het eigen vermogen en resultaat.
Consolidatie
Stichting Espria beschikt op basis van statutaire
bepalingen over de volledige zeggenschap over de in
de consolidatie opgenomen stichtingen. Daarnaast
beschikt Stichting Espria rechtstreeks, dan wel via de
dochterstichtingen, over een meerderheidsbelang
in de bij de consolidatie betrokken besloten
vennootschappen.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen
de volgende stichtingen en vennootschappen die tot
Espria behoren:
- Groep Stichting Evean te Purmerend
- Groep Stichting Icare te Meppel
- Stichting Espria te Meppel
- Stichting GGZ Drenthe te Assen
- Stichting De Trans te Rolde
- Stichting Zorggroep Meander te Veendam
- De Kraamvogel Holding BV te Meppel
- Evean Services B.V. te Harderwijk (51%)
In de groep Stichting Evean te Purmerend zijn de
volgende entiteiten in de consolidatie opgenomen:
- Stichting Evean Zorg te Purmerend
- Stichting Evean Zorg Amsterdam te Amsterdam
- Stichting Evean Thuiszorg te Alkmaar
- Stichting Evean te Amsterdam
- Stichting Welsaen te Zaanstad
- Stichting Maatschappelijke Dienstverlening
Zaanstreek/Waterland te Purmerend
- Stichting de Dillenburg te Alkmaar
- Stichting Evean Caro te Purmerend
- Stichting Evean Facilitas te Purmerend
- Stichting Evean Cumulus te Purmerend
- Stichting PartiCura te Purmerend
- Stichting Profzorg te Purmerend
- PartiCura Zorgbemiddeling B.V. te Purmerend
- UMCGroningen Thuis B.V. te Purmerend
(50% belang, integraal geconsolideerd)
- Stichting Vakantiewoning Marken te Marken
- Evean Kraamzorg B.V. te Purmerend
In de groep Stichting Icare te Meppel zijn de volgende
entiteiten in de consolidatie opgenomen:
- Stichting Icare te Meppel
- Icare Thuiszorg Beheer en Ontwikkeling B.V. te
Meppel
- Habicare B.V. (zorgplaats.nl) te Meppel
- Coöperatieve Zorgcentrale Noord UA te Meppel
- Thuiszorg Perfect B.V. te Meppel
- Stichting Kinderopvang Hoogeveen te Meppel
- Stichting UMCG Thuis te Meppel
- HdS, Christelijke Organisatie voor Zorg te Meppel
- Stichting Missiehuis Vrijland te Meppel
- Stichting Vegetarisch Zorgcentrum Felixoord te
Meppel
Per 14 juni 2013 heeft er een bestuurlijke
fusie plaatsgevonden tussen Stichting Evean,
Stichting Welsaen en Stichting Maatschappelijke
Dienstverlening Zaanstreek/Waterland. In de
geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria
is de exploitatie van Stichting Welsaen en Stichting
Maatschappelijke Dienstverlening Zaanstreek/
Waterland voor 6 maanden meegenomen.
kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover
betaling in geld heeft plaatsgevonden. Transacties
waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen
plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn
niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De
betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het
financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat
betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit
financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het
gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een
uitgave uit operationele activiteiten.
Operational leasing
Verplichtingen uit hoofde van operational leasing
worden, rekening houdend met ontvangen
vergoedingen van de lessor, op lineaire basis
verwerkt in 5.1.2. resultatenrekening over de looptijd
van het contract.
Verbonden rechtspersonen
Alle groepsmaatschappijen van Stichting Espria
worden aangemerkt als verbonden partij. Stichting
Espria vormt samen met Stichting Woonzorg
Nederland een personele unie.
De kosten van het bestuurscentrum van Stichting
Espria worden verrekend tussen de entiteiten
behorende bij de Espria- groep.
Per 23 december 2013 is Particura Zorgbemiddeling
BV juridisch gefuseerd met ATN B.V., waarbij ATN B.V.
de verdwijnende partij is.
Er hebben zich in het boekjaar geen transacties
met verbonden partijen op niet-zakelijke grondslag
voorgedaan.
Op grond van artikel 7, lid 4 van Regeling
verslaggeving WTZi is buiten de consolidatie
gebleven:
- Steunfonds Kruiswerk West-Veluwe
Financiële instrumenten
Primaire financiële instrumenten omvatten
debiteurenvorderingen, overige vorderingen,
geldmiddelen, leningen en overige
financieringsverplichtingen, crediteuren en overige
te betalen posten. Voor de grondslagen voor de
primaire financiële instrumenten wordt verwezen
naar de grondslagen van waardering van de
betreffende posten zoals opgenomen in 5.1.4.2.
Stichting Espria maakt geen gebruik van afgeleide
financiële instrumenten.
5.1.4.2
Grondslagen van waardering
van activa en passiva
Het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens
de indirecte methode. De geldmiddelen in het
kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen
en schulden aan kredietinstellingen. Ontvangsten
en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen
onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
De verkrijgingsprijs van de verworven
groepsmaatschappij is opgenomen onder de
Ten aanzien van het gebruik van primaire financiële
instrumenten loopt de Stichting Espria kredietrisico’s,
rente- en kasstroomrisico’s. In 5.1.4.2 is opgenomen
op welke wijze de kredietrisico’s zijn voorzien in
relatie tot de waardering van vorderingen. In de
toelichtingen op de balans zijn de looptijden en
rentepercentages op de langlopende schulden nader
toegelicht. De instelling heeft als beleid om geen
afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om
(tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.
Activa en passiva
Activa en passiva worden in het algemeen
gewaardeerd tegen de verkrijgings- of
vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke
waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering
plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen
op posten in de balans, resultatenrekening
en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening
genummerd.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat
het bestuur en de directie oordelen vormt en
schattingen en veronderstellingen maakt die van
invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de
gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen,
en van baten en lasten. De daadwerkelijke
uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen
worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen
van schattingen worden opgenomen in de periode
waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige
perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Immateriële vaste activa
Onder de immateriële vaste activa zijn begrepen
kosten van goodwill die van derden zijn verkregen.
De goodwill is het verschil tussen de verkrijgingsprijs
en de waarde van de activa en passiva van de
overgenomen partij. Geactiveerde goodwill wordt
lineair afgeschreven op basis van de economische
levensduur. Het gehanteerde afschrijvingspercentage
bedraagt 20-50%.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen
verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek
van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve
bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsof vervaardigingsprijs omvat de inkoopprijs en
bijkomende kosten. Eventuele subsidies worden
direct in mindering op de verkrijgings- of
vervaardigingsprijs gebracht. Alleen actiefposten
waarvan het economisch risico geheel of nagenoeg
geheel door de organisatie wordt gedragen, worden
geactiveerd. Aan deze voorwaarde wordt voldaan bij
rechtstreekse koop, maar veelal ook bij financial lease
of huurkooptransacties. Verwerking van financial
79
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
lease contracten vindt plaats tegen de contante
waarde van de toekomstige huurverplichtingen,
rekening houdend met een disconteringsvoet.
Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het
resultaat van het boekjaar. Afschrijving vindt in
het jaar van ingebruikname naar tijdsgelang
plaats. Afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op
de verwachte economische levensduur van het
actief en worden per individueel actief bepaald.
De afschrijvingen worden berekend als een
percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire
methode op basis van de economische levensduur.
Op bedrijfsterreinen en materiële vaste activa
in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële
vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende
afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:
- Bedrijfsgebouwen en terreinen: 0%-5%
- Machines en installaties: 5%
- Andere vaste bedrijfsmiddelen: 10%-33%
Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn
gesteld en waarover het besluit tot verkoop is
genomen, worden gewaardeerd tegen de verwachte
opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd
op de geschatte verkoopprijs onder aftrek van de
geschatte kosten die rechtstreeks kunnen worden
toegerekend aan de verkoop en nodig zijn om de
verkoop te realiseren. Indien de opbrengstwaarde
lager is dan de boekwaarde, wordt het verschil ten
laste van het resultaat over het boekjaar gebracht.
Indien de verwachte opbrengstwaarde hoger is dan
de boekwaarde wordt de herwaardering verwerkt in
een herwaarderingsreserve. Bij de realisatie van de
waardestijging wordt de herwaardering verwerkt in
de resultatenrekening.
Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de
bekostiging van de materiële vaste activa die tot
en met 31 december 2011 in aanmerking kwamen
voor integrale nacalculatie. Dit in beginsel risicoloze
bekostigingssysteem is per 1 januari 2012 vervangen
door een systeem van prestatiebekostiging.
Kapitaallasten worden voortaan bekostigd via
een normatieve huisvestingscomponent (NHC)
in de integrale tarieven, waarbij tot 2018 een
overgangsregeling geldt waarin de nacalculatie van
kapitaallasten wordt afgebouwd en de vergoeding
op basis van NHC wordt opgebouwd. Hierdoor zijn
nieuwe risico’s voor het vastgoed ontstaan, zoals
exploitatierisico’s (leegstand, onderbezetting),
marktontwikkelingsrisico’s en hierdoor het risico
van duurzame waardevermindering bij structurele
exploitatieverliezen. Ook voor nacalculeerbare
huurcontracten zijn vergelijkbare risico’s ontstaan,
waardoor bij structurele verliezen een voorziening
voor verlieslatende contracten dient te worden
gevormd.
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa zijn activa die bestemd
zijn om de uitoefening van de werkzaamheid
van de organisatie duurzaam te dienen.
Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige
deelnemingen waarin invloed van betekenis kan
worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen
nettovermogenswaarde. Invloed van betekenis
wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te
zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer
van de stemrechten. De nettovermogenswaarde
wordt berekend volgens de grondslagen die
gelden voor deze jaarrekening. Indien onvoldoende
gegevens beschikbaar zijn voor het bepalen van
de nettovermogenswaarde, wordt uitgegaan van
de waarderingsgrondslagen van de deelneming.
Indien de waardering van een deelneming volgens
de nettovermogenswaarde negatief is, wordt een
voorziening gevormd indien geheel of ten dele wordt
ingestaan voor de schulden van de deelneming
of indien het stellige voornemen aanwezig is de
deelneming tot betaling van haar schulden in
staat te stellen. De eerste waardering van gekochte
deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van
de identificeerbare activa en passiva op het moment
van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden
de grondslagen toegepast die gelden voor deze
jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste
waardering.
Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis
kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen
verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame
waardevermindering vindt waardering plaats tegen
deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten
laste van de resultatenrekening.
voorzieningen worden als voorraad gewaardeerd.
Onderhanden projecten uit hoofde van
DBC’s/DBC-zorgproducten
De onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s
worden gewaardeerd op basis van de verwachte
opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde
opbrengst van de bestede tijd en de verblijfsdagen
overeenkomstig de normen van de Nederlandse
Zorgautoriteit. Op de onderhanden projecten worden
de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars
in mindering gebracht. Voor de bepaling of sprake
is van verwachte verliezen wordt het totaal van de
DBC’s en DBC-zorgproducten per zorgverzekeraar als
een onderhanden project beschouwd.
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking
gewaardeerd tegen de reële waarde van de
tegenprestatie. Handelsvorderingen worden
na eerste verwerking gewaardeerd tegen de
geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de
vordering is uitgesteld op grond van een verlengde
overeengekomen betalingstermijn wordt de reële
waarde bepaald aan de hand van de contante
waarde van de verwachte ontvangsten en worden er
op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten
gunste van de resultaten gebracht. Voorzieningen
wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht
op de boekwaarde van de vordering.
Een voorziening wordt gevormd bij verwachte
oninbaarheid van de vorderingen die naar ouderdom
wordt vastgesteld. Posten ouder dan een half jaar
worden voorzien indien de inbaarheid twijfelachtig
is. Posten ouder dan een jaar worden geheel voorzien.
Debiteurenvorderingen groter dan € 0,1 miljoen
worden individueel beoordeeld op inbaarheid.
Overige financiële vaste activa worden gewaardeerd
tegen nominale waarde onder aftrek van eventuele
voorzieningen voor oninbaarheid.
Vorderingen op groepsmaatschappijen worden
afzonderlijk beoordeeld op inbaarheid. Bij
mogelijke oninbaarheid van de vordering kan
een voorziening achterwege blijven indien
een andere groepsmaatschappij zich garant
stelt voor de vordering. Bij vorderingen tussen
groepsmaatschappijen wordt over het gemiddeld
uitstaand saldo rente in rekening gebracht.
Voorraden
Voorraden zijn gewaardeerd tegen de
verkrijgingsprijs onder aftrek van een voorziening
voor incourantheid. Alleen winkelvoorraad, duur
gereedschap, technische onderdelen en horeca-
Vorderingen uit hoofde van bekostiging / schulden
uit hoofde van bekostiging.
Vorderingen uit hoofde van bekostiging worden
gewaardeerd tegen nominale waarde. De
vorderingen worden individueel beoordeeld op
inbaarheid. Eventuele voorzieningen worden
verantwoord onder de kortlopende schulden en ten
laste van de overige bedrijfskosten gebracht. Over
diverse jaren bestaande vorderingen worden als
actiefpost in de balans verantwoord. Over diverse
jaren bestaande schulden worden als passiefpost in
de balans verantwoord.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden
en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf
maanden. Rekening- courantschulden bij banken zijn
opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen
onder kortlopende schulden. Liquide middelen
worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Herwaarderingsreserve
Herwaarderingsreserves worden gevormd voor het
verschil tussen de verwachte opbrengstwaarde
van materiële vaste activa die buiten gebruik
zijn gesteld en waarvoor besluit tot verkoop is
genomen en de boekwaarde. Bij realisatie van de
waardestijging wordt de herwaardering verwerkt in
de resultatenrekening.
Voorzieningen
Algemeen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte
afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de
balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk
is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is
en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te
schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd
tegen de beste schatting van de bedragen die
noodzakelijk zijn om de verplichtingen per
balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen
worden gewaardeerd tegen de contante waarde van
de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn
om de verplichtingen af te wikkelen. Indien geen
betrouwbare schatting kan worden gemaakt van
de momenten waarop de uitgaven plaatsvinden,
vindt waardering van voorzieningen plaats tegen
nominale waarde.
Wanneer verplichtingen naar verwachting door een
derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding
als een actief in de balans opgenomen indien het
waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden
ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.
Voorziening reorganisaties
Voor uitgaven in het kader van een reorganisatie
wordt een voorziening gevormd. Het betreffen
81
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
kosten die rechtstreeks ontstaan als gevolg van
de reorganisatie. Deze zijn onderbouwd met een
gedetailleerd reorganisatieplan. Indien afvloeiing
van personeel aan de orde is, zijn de kosten hiervan
meegenomen voor zover er ook gerechtvaardigde
verwachtingen zijn gewekt bij hen voor wie de
reorganisatie gevolgen heeft. De waardering van
verplichtingen jegens boventallige medewerkers
geschiedt op basis van het werkelijke salaris, waarbij
een schatting wordt gemaakt van het aantal
maanden waarop de medewerker boventallig en niet
meer werkzaam zal zijn.
Voorziening jubilea-uitkeringen
Voor de verwachte kosten van voorwaardelijk
toegekende rechten voor jubilea-uitkeringen aan
medewerkers wordt een voorziening gevormd. De
omvang van de voorziening wordt bepaald rekening
houdend met de verwachte vertrekkans, toekomstige
salarisstijgingen en een disconteringsvoet van 4%.
Voorziening arbeidsongeschiktheid
Een voorziening arbeidsongeschiktheid wordt
gevormd voor de toekomstige risico’s uit hoofde
van (deels) arbeidsongeschikte medewerkers. De
voorziening wordt gewaardeerd tegen het bedrag
van de bezoldiging inclusief werkgeverslasten dat
naar verwachting (in de toekomst) verschuldigd
zal zijn, voor zover hiervoor geen vergoeding
(bijvoorbeeld uit verzekering) wordt ontvangen.
Voorziening levensfasebudget
De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL)
betreft een voorziening uit hoofde van een CAO
verplichting in het kader van de overgangsregeling
45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert
als een beloning met opbouw van rechten. De
voorziening betreft de contante waarde van de in
de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De
berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen,
blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het
bereiken van de 55-jarige leeftijd. Gedurende de
opbouwperiode vindt jaarlijks een dotatie plaats aan
de voorziening.
Voor de reguliere rechten uit hoofde van het
persoonlijk budget levensfase wordt eveneens een
voorziening gevormd die bestaat uit het saldo van
de toegekende maar nog niet opgenomen reguliere
rechten. Het saldo wordt gewaardeerd tegen het per
balansdatum geldende uurtarief inclusief opslag
werkgeverslasten.
Naast een toekenning van rechten uit de specifieke
overgangsregeling en reguliere rechten is in de
CAO een algemene overgangsregeling opgenomen.
De kosten die voortvloeien uit deze algemene
overgangsregeling worden verwerkt in het jaar
waarin de werknemer aanspraak maakt op deze
extra rechten.
Voorziening groot onderhoud
Voor uitgaven voor groot onderhoud, waarbij
de uitgaven jaarlijks sterk fluctueren, wordt een
voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te
verdelen over een aantal boekjaren. De omvang van
de voorziening wordt bepaald op basis van actuele
meerjarenonderhoudsplannen. De toevoegingen
aan de voorziening worden lineair over de jaren
verdeeld. De kosten van groot onderhoud worden ten
laste van de voorziening gebracht voor zover zij zijn
opgenomen in het meerjarenonderhoudsplan.
Voorziening verlieslatende contracten
Een voorziening voor verlieslatende contracten
wordt gevormd voor contracten die verliesgevend
zijn, waarbij deze verliezen onvermijdbaar zijn.
Waardering vindt plaats tegen de contante waarde
van de geschatte toekomstige verliezen, rekening
houdend met een disconteringsvoet van 5,25%.
Overige voorzieningen
De overige voorzieningen betreffen diverse overige
in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen
die op de balansdatum bestaan waarbij het
waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen
noodzakelijk is en waarvan de omvang op
betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen
worden gewaardeerd tegen nominale waarde
op basis van de beste schatting van de bedragen
die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per
balansdatum af te wikkelen.
Langlopende schulden
Een schuld wordt als langlopend gerubriceerd als
deze niet binnen twaalf maanden na balansdatum
kan worden opgeëist. Langlopende schulden worden
gewaardeerd tegen nominale waarde. Betaalde
disagio bij aangaan van leningsovereenkomsten
wordt in mindering gebracht op de nominale waarde
van de langlopende schulden. Het disagio wordt als
rentelast op lineaire basis gedurende de looptijd van
de lening aan de verslagperioden toegerekend.
Kortlopende schulden en overlopende passiva
Schulden worden bij de eerste verwerking
gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten
die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van
de schulden worden in de waardering bij eerste
verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste
verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening
houdend met agio of disagio en onder aftrek van
transactiekosten.
5.1.4.3
Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen
de baten en de lasten over het verslagjaar, met
inachtneming van de hiervoor reeds vermelde
waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden
toegerekend aan de periode waarop deze betrekking
hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen
worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn.
Baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen)
en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn
geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Bijzondere waardeverminderingen
Vaste activa worden beoordeeld op bijzondere
waardeverminderingen als sprake is van wijzigingen
in omstandigheden waardoor de vraag ontstaat of
de boekwaarde van een actief terugverdiend kan
worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die
in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde
van een actief per balansdatum te vergelijken
met de realiseerbare waarde. De realiseerbare
waarde kan bestaan uit de contante waarde van de
toekomstige netto-kasstromen die het actief naar
verwachting bij voortgezet gebruik zal genereren, of
de bij verkoop naar verwachting te realiseren directe
opbrengstwaarde.
Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is
dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere
waardevermindering verantwoord voor het verschil
tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.
Stichting Espria beschikt over vastgoed waar zorg
wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge
artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in
2011 de bekostigingsregels aangepast. Volledige
nacalculatie van kapitaallasten van (voorheen)
vergunningsplichtige investeringen is vervangen
door prestatiebekostiging. Hierbij geldt een
gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017.
Stichting Espria beschikt tevens over vastgoed waar
curatieve zorg wordt verleend die wordt bekostigd
vanuit de Zorgverzekeringswet en het ministerie
van Veiligheid en Justitie. Voor dit vastgoed was in
2011 reeds bekend dat de bekostiging zou worden
aangepast, maar de exacte invulling en tarieven
waren nog niet bekend. Met ingang van 2013 wordt
volledige nacalculatie van kapitaallasten vervangen
door prestatiebekostiging. Hierbij geldt deels een
gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017.
Als gevolg van de wijzigingen in de bekostiging, in
samenhang met de beleidsvoornemens van het
kabinet inzake de hervorming van de langdurige
zorg was ultimo 2013 sprake van indicaties die
kunnen duiden op een mogelijke duurzame
waardevermindering.
Als gevolg daarvan heeft Stichting Espria in
voorgaande jaren overeenkomstig RJ 121 een
beoordeling op bijzondere waardeverminderingen
met een duurzaam karakter uitgevoerd. Ultimo
2013 heeft een actualisatie van de opgestelde
bedrijfswaarde berekeningen plaatsgevonden op
basis van de recent opgestelde meerjarenbegroting.
Stichting Espria heeft de realiseerbare waarde van
het vastgoed getoetst op basis van de contante
waarde van de toekomstige kasstromen van haar
zorgvastgoed. Deze is benaderd op het niveau van de
kasstroomgenererende eenheden, en vergeleken met
de boekwaarde van het vastgoed en de overige met
de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2013.
In 2013 is meer duidelijkheid ontstaan over de
mogelijke invulling van de beleidsvoornemen van
het kabinet inzake de hervorming van de (landurige)
zorg voor de langere termijn en de gevolgen daarvan
voor Stichting Espria:
83
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
VVT en GHZ:
- Extramuralisering waardoor de intramurale
capaciteit de komende jaren zal worden
gereduceerd (scheiden wonen en zorg);
- Overheveling van delen van de AWBZ naar de WMO
of de Zorgverzekeringswet;
GGZ:
- Invoering prestatiebekostiging op basis van
DB(B)C’s en invoering NHC’s;
- Invoering basis generalistische GGZ;
- Beddenreductie in intramurale zorg in combinatie
met verdere extramuralisering van lichte ZZP’s
(scheiden wonen en zorg).
Belangrijke overige veronderstellingen die zijn
gehanteerd bij de benadering van de contante
waarde van de kasstromen zijn:
- Ontwikkeling in en samenstelling van de
cliëntenpopulatie;
- Gemaakte afspraken met zorgkantoren over afbouw
intramurale capaciteit;
- Uit de meerjarenbegroting afgeleide kasstromen
voor de jaren 2013 tot en met 2017 en
genormaliseerde trendmatige kasstromen vanaf
2018 tot aan einde Ievensduur. Bij de berekening
hiervan is rekening gehouden met de effecten van
de overgangsregeIing 2012-2017;
- De resterende levensduur van het individuele
vastgoed en de resterende huurperioden;
- De verwachte ontwikkeling van de bezettingsgraad,
waarbij rekening is gehouden met de
mogelijkheden om huurcontracten op te zeggen;
- Vervangingsinvesteringen tot het niveau welke
noodzakelijk worden geacht om het betreffende
vastgoed tot aan einde Ievensduur in gebruik te
houden;
- Een disconteringsvoet van 5,25%.
Het verschil tussen de boekwaarde per 31 december
2013 en de contante waarde van de toekomstige
kasstromen bedraagt voor enkele kasstroom
genererende eenheden in totaal € 4,4 miljoen
negatief. In overeenstemming met de bepalingen
van RJ 121 is dit verschil in mindering gebracht op de
boekwaarden van de desbetreffende activa ultimo
2013 en ten laste gebracht van het resultaat 2013.
Daarnaast is de bijzondere waardevermindering
van 2012 voor een bedrag van € 4,0 miljoen in
2013 teruggenomen als gevolg van een verwachte
verbetering van de toekomstige netto-kasstroom
van andere kasstroomgenererende eenheden.
Opbrengsten
Opbrengst wordt bepaald op de reële waarde van
de ontvangen tegenprestatie. Verantwoording van
opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt
naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd
op de verrichte diensten tot aan balansdatum in
verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
De opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
worden verantwoord op basis van:
- De in het boekjaar werkelijk geleverde
verblijfsdagen en de daarvoor in de rekenstaat
overeengekomen ZZP-tarieven;
- De in het boekjaar werkelijk geleverde productieuren/-dagdelen (waaronder verpleging, persoonlijke
verzorging, begeleiding, dagbehandeling, uitleen
van verpleegartikelen en vervoer) en de daarvoor in
de rekenstaat overeengekomen tarieven;
- Nacalculeerbare kapitaalslasten met
betrekking tot afschrijvingen, huur, rente
en overige nacalculeerbare kapitaalslasten.
Deze zijn gebaseerd op de daarvoor in de
rekenstaat overeengekomen bedragen en het
rentenormeringsmodel;
- De opbrengst uit hoofde van de
compensatiemaatregel welke in de rekenstaat
is toegekend en in de periode 2012-2018 in het
nacalculatieformulier wordt verwerkt. Deze bate is
gelijk aan de afschrijving zoals verwerkt onder de
financiële vaste activa uit hoofde van de vordering
compensatiemaatregel;
- Overige budgetcomponenten, waaronder toeslagen,
zorginfrastructuur, generieke budgetkortingen,
MRSA, innovatie, inrichtingskosten bij gedwongen
verhuizing, extreme zorgzwaarte en extreme
zorggebonden materiaalkosten en geneesmiddelen
op cliëntniveau;
- Nagekomen budgetaanpassingen vanuit
voorgaande jaren welke in het boekjaar zijn
toegekend door het zorgkantoor.
Bij de opbrengstverantwoording is rekening
gehouden met de productieafspraken welke
met betrekking tot het boekjaar 2013 zijn
overeengekomen met het zorgkantoor en de
voorlopige budgetmutaties zoals opgenomen in de
rekenstaat.
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
De niet-gebudgetteerde zorgprestaties worden als
bate verantwoord in de resultatenrekening in het
jaar waarin de opbrengsten zijn gerealiseerd. De niet
gebudgetteerde zorgprestaties worden verantwoord
op basis van:
- De werkelijk geleverde zorg en diensten in het
boekjaar en de met de betrokken instellingen
overeengekomen tarieven;
- De werkelijk geleverde zorg en diensten in
het boekjaar en de met de betrokken cliënten
overeengekomen tarieven, waaronder PGB’s;
- De werkelijk geleverde productie uit hoofde van de
Huishoudelijke Hulp in het boekjaar en de met de
gemeente overeengekomen tarieven;
- Overige opbrengsten uit hoofde van zorgverlening
op basis van de specifieke afspraken.
Subsidies
Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord
in de resultatenrekening in het jaar waarin de
gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten
zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd
exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten
worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat
deze worden ontvangen. De subsidies van ministeries
/ gemeenten / provincies worden verantwoord op
basis van de werkelijk geleverde zorg en diensten
in het boekjaar en de met de betreffende instanties
overeengekomen tarieven. Subsidies met betrekking
tot investeringen in materiële vaste activa worden in
mindering gebracht op het desbetreffende actief en
als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de
resultatenrekening.
Overige bedrijfsopbrengsten
De overige opbrengsten omvat de opbrengsten
uit levering van goederen en diensten onder
aftrek van kortingen en dergelijke en van over de
opbrengsten geheven belastingen en na eliminatie
van transacties binnen de groep. Opbrengsten uit
de verkoop van goederen worden verwerkt zodra
alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking
tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen
aan de koper. Verantwoording van opbrengsten uit
de levering van diensten geschiedt naar rato van
de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte
diensten tot aan de balansdatum in verhouding
tot de in totaal te verrichten diensten. In de
overige bedrijfsopbrengsten worden onder meer
de vergoedingen voor catering, winkelverkopen,
parkeergelden, uitgeleend personeel, verhuur van
onroerend goed en gerealiseerde boekwinsten op
verkoop van onroerend goed verantwoord.
Prestatiebekostiging ZVW
Algemeen
Met ingang van 2013 is voor de curatieve geestelijke
gezondheidzorg prestatiebekostiging ingevoerd op
basis van de DBC- systematiek. Hiertoe is in 2013
de handreiking omzetbepaling curatieve GGZ 2013
uitgebracht en in de jaarrekening 2013 toegepast.
In de periode 2008 tot en met 2012 is reeds gebruik
gemaakt van de DBC-systematiek voor de incasso
van het budget, maar vanaf 2013 zijn de DBC’s ook
bepalend voor de omzet in de jaarrekening. De
systematiek kent inherente beperkingen. De risico’s
en onduidelijkheden hebben met name betrekking
op de registratie- en facturatiebepalingen. Deze
bepalingen bevatten diverse open normen, waarvan
een aantal gedurende- en na afloop van het boekjaar
nader is geduid door de regelgevers. Het met
terugwerkende kracht volledig voldoen aan achteraf
vastgestelde nadere duidingen is onmogelijk en de
consequenties zijn niet betrouwbaar in te schatten.
Risico’s en onduidelijkheden hangen onder meer
samen met inzet van de hoofdbehandelaar, de
toepassing van normtijden, de verwijsregistratie, de
inzet van ervaringsdeskundigen in de behandeling,
de inhoud van de geleverde zorg, de aanpassingen
in de productstructuur, voortschrijdend
inzicht over gepast gebruik, verzekerde zorg en
onderscheid eerste en tweede lijn, de status van de
validatiemodule, en de juistheid van de indeling van
de geregistreerde dagen in de juiste tariefcategorie.
Toelichting op de onzekerheden 2013 meer in detail
en de wijze waarop hier mee om is gegaan:
De Raad van Bestuur heeft de omzet van de
curatieve GGZ en daarbij behorende balansposten
naar beste weten bepaald en daarbij rekening
gehouden met belangrijke schattingsfactoren
en onzekerheden die landelijk een rol spelen en
ook bij Espria van toepassing zijn. De genoemde
sectorbrede onzekerheden cumuleren en leiden
tot onzekerheden in de jaarrekening. De Raad
van Bestuur kan het individuele effect van deze
sectorbrede onzekerheden op de betrouwbaarheid
van de omzetverantwoording van de curatieve GGZ
in de jaarrekening 2013 niet opheffen gegeven de
landelijke systeemcomplexiteit.
85
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
Relevantie voor de jaarrekening 2013 voor wat betreft
de omzet van de curatieve GGZ:
a) Terugwerkende kracht aanpassingen c.q.
aanscherpingen door nadere duidingen NZa en
zorgverzekeraars en normonduidelijkheid over
registratie- en declaratieregels
De verantwoordelijke behandelaars hebben
gedurende 2013 naar beste weten de registratie en
facturatiebepalingen geïnterpreteerd en toegepast.
Door de inrichting van onze administratieve
organisatie, de door ons uitgevoerde interne
controles, controles van zorgverzekeraars en/of
naar aanleiding van vragen van patiënten zijn
onjuistheden en onvolledigheden waar nodig door
ons gecorrigeerd. Van de hieruit voortvloeiende
risico’s en verplichtingen is een zo nauwkeurig
mogelijke schatting gemaakt.
b) Schadelastprognoses zorgcontractering 2013 die
inherent onzekerheden bevatten
Er zijn uit hoofde van de zorgcontractering 2013
met zorgverzekeraars afspraken gemaakt over de
zorgverlening op schadelastjaar. Daarbij is een
inschatting gemaakt van de verwachte realisatie
van deze contractafspraken. Deze inschatting is met
onzekerheden omgeven omdat er nog beperkte
ervaring is met dergelijke prognoses gebaseerd op
historische gegevens.
c) Inschatting effecten materiële controles
De effecten van materiële controles zijn onzeker
als gevolg van laat op gang gekomen materiële
controles in 2013 en nog uit te voeren controles
door zorgverzekeraars met terugwerkende
kracht. Daarbij komt dat een groot deel van de
verantwoorde omzet nog onderdeel uitmaakt van
het onderhanden werk waaraan nog tot eind 2014
kan worden gewerkt, leidend tot facturatie uiterlijk
in 2015 en materiële controles in de jaren daarna. Er
is naar beste weten een zo nauwkeurig mogelijke
inschatting gemaakt van de hieruit voortvloeiende
risico’s en verplichtingen en deze is verwerkt in de
berekende omzet. Daarbij is rekening gehouden met
ervaringsgegevens omtrent afwijzingen, uitkomsten
van interne controles en materiële controles.
d) De waardering van het onderhanden werk DBC
bevat inherente onzekerheden, mede in relatie
tot contracteringsafspraken, in de registratie en
waardering
Voor de (grondslag van) waardering van het
onderhanden werk per 31 december 2013 verwijzen
wij naar de toelichting op de post onderhanden werk
en de waarderingsgrondslagen terzake. Er is geen
sprake van verlieslatende contracten.
e) De afwikkeling van vorderingen en schulden uit het
oude budget tijdperk. Dit kan onzekerheden inhouden
omtrent de balanspost nog in tarieven te verrekenen
financieringsverschil
Er is naar beste weten rekening gehouden met alle
relevante factoren die naar de inschatting van de
Raad van Bestuur van belang zijn en gaat uit van
definitieve vaststelling en verrekening van de huidige
opgenomen positie. Hierbij zijn de volgende zaken
van belang:
- Effecten uit materiële controles inzake DBC’s
opgelegd door zorgverzekeraars na 31 december 2012
met betrekking tot en met de jaren 2012 en eerder
zijn verwerkt in de balanspost nog in tarieven te
verrekenen financieringsverschil, aangezien deze in
de nacalculatie DBC’s 2013 (in te dienen uiterlijk 1 juni
2015) zullen worden opgenomen als te verrekenen
bedrag.
- De Raad van Bestuur gaat er van uit dat de reeds
door de NZa vastgestelde ZVW budgetten tot en met
boekjaar 2012 niet meer wijzigingen naar aanleiding
van de hiervoor genoemde materiële controles.
f) Nacalculatie doorloop DBC’s 2012
Er is naar beste weten een berekening van
de vergoeding uit hoofde van deze regeling
gemaakt in lijn met de beleidsregels en nadere
aanwijzingen terzake en waarbij uitgegaan is
van definitieve vaststelling en verrekening van
de huidige opgenomen positie. Hierbij bedraagt
de correctiefactor 18% welke is gebaseerd op de
berekeningswijze van de NZa. Het budget 2012 op
basis waarvan de rekenfactor is berekend is definitief
vastgesteld en er is geen bezwaarprocedure
daaromtrent onderhanden. Wij gaan er van uit dat
correcties uit de materiële controle geen effect meer
zullen hebben op de rekenfactor.
g) Nacalculatie op correcties op voor 2013
geopende DBC’s
Hiervoor is een verrekeningsmogelijkheid in de
nacalculatie DBC’s 2013 maar onduidelijk is wat hier
precies onder zal vallen en hoe lang hier onzekerheid
blijft over nog uit te voeren materiële controles na 1
juni 2015 over DBC’s geopend voor 31 december 2012.
h) Het bedrag dat voortvloeit uit de overgangsregeling NHC, zoals opgenomen in de omzet 2013 en
waarvan goedkeuring door de NZa nog niet heeft
plaatsgevonden
Er is naar beste weten een berekening van de
vergoeding uit hoofde van deze regeling gemaakt
in lijn met de beleidsregels en nadere aanwijzingen
terzake, en waarbij uitgegaan is van definitieve
vaststelling en verrekening van de huidige
opgenomen positie.
i) Indeling deelprestaties verblijf naar verblijfklassen
Voor de indeling van de deelprestaties verblijf naar
verblijfklassen zijn de geldende NZa beleidsregels (en
de daarin opgenomen criteria) toegepast.
j) Verwijsregistratie
Onder de toetsingscriteria in het controleprotocol
nacalculatie doorloop DBC’s GGZ 2012 en nacalculatie
DBC’s GGZ 2013 is opgenomen dat er voor iedere
cliënt een geldige verwijzing dient te zijn. De wijze
van administratieve verantwoording is vormvrij.
Daarbij is onduidelijk waaraan die verwijzing zou
moeten voldoen en waaraan de verwijsregistratie
zou moeten voldoen.
k) Hoofdbehandelaarschap
Stichting Espria stelt zich op het standpunt dat gelet op de wijze van registreren, de uitkomsten
van de interne controles en toezegging van
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) – het begrip
hoofdbehandelaarschap voldoende is ingericht en
heeft om die redenen geen voorziening opgenomen
voor eventuele effecten uit materiële controles die
toezien op hoofdbehandelaarschap.
De hiervoor genoemde factoren worden in de
handreiking omzetbepaling curatieve GGZ
2013 behandeld. De handreiking is gevolgd.
De uiteindelijke uitkomsten zullen blijken
uit de uitkomsten van materiële controles,
de eindafrekeningen met zorgverzekeraars,
eindafrekeningen met de NZa en een eventuele
definitieve overschrijding van het macro-
omzetplafond en kunnen afwijken van de in deze
jaarrekening opgenomen bedragen gebaseerd op de
beste schatting.
Personeelsbeloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op
grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de
resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn
aan werknemers.
Pensioenen
Stichting Espria heeft voor haar werknemers
een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in
aanmerking komende werknemers hebben op de
pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen
dat gebaseerd is op het gemiddeld verdiende loon
berekend over de jaren dat de werknemer pensioen
heeft opgebouwd bij de instelling. De verplichtingen,
die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel,
zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds
Zorg en Welzijn. De instelling betaalt hiervoor
premies die door werkgever en werknemer
gezamenlijk worden betaald. De pensioenrechten
worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor
zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds
dit toelaat. Naar de stand van ultimo april 2014 is
de dekkingsgraad van het pensioenfonds 110%. In
2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad
van tenminste 105% te hebben. Het pensioenfonds
verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet
geen noodzaak voor de aangesloten instellingen
om extra stortingen te verrichten of om bijzondere
premieverhogingen door te voeren.
Stichting Espria heeft per 31 december 2013
daarnaast geen verplichting tot het voldoen van
aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij
het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere
toekomstige premies. De instelling heeft daarom
alleen de verschuldigde premies tot en met het einde
van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Belastingen
Belastingen omvatten de over de verslagperiode
verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en
latente belastingen. De belastingen worden in de
resultatenrekening opgenomen.
De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare
belasting is de naar verwachting te betalen
belasting over de belastbare winst over het boekjaar,
berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn
87
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
vastgesteld op verslagdatum en eventuele correcties
op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting.
5.1.4.4
Grondslagen van segmentering
5.1.5
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
Voor latente belastingen wordt een voorziening
getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de
boekwaarde van activa en verplichtingen ten
behoeve van de financiële versiaggeving en de fiscale
boekwaarde van die posten.
In de jaarrekening wordt in overeenstemming met
RJ 655 een segmentatie van de resultatenrekening
gemaakt in de segmenten Verpleging en
Verzorging, Gehandicaptenzorg, Psychiatrie,
Jeugdgezondheidszorg, Kraamzorg, Kinderopvang,
Ledenservice en Overig.
ACTIVA
Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering
opgenomen voor zover het waarschijnlijk
is dat er in de toekomst belastbare winsten
beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van
het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend.
Latente belastingvorderingen worden per iedere
verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het
niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee
samenhangende belastingvoordeel zal worden
gerealiseerd.
Financiële baten en lasten
Financiële baten en lasten worden tijdsevenredig
verwerkt, rekening houdend met de effectieve
rentevoet van de desbetreffende activa en passiva.
Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening
gehouden met de verantwoorde transactiekosten
op de ontvangen leningen die als onderdeel van
de berekening van de effectieve rente worden
meegenomen.
Bij de verdeling van de resultatenrekening per
bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten
van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte
kosten over de te onderscheiden zorgsoorten
geschiedt op basis van onderlinge Service Level
Agreements.
1. Immateriële vaste activa in Euro’s
31 december 2013
De specificatie is als volgt:
Kosten van goodwill die van derden is verkregen
1.080.493
1.659.204
Totaal immateriële vaste activa
1.080.493
1.659.204
2013
2012
Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
31 december 2012
Stand per 1 januari
- aanschafwaarde
2.774.854
800.715
- cumulatieve afschrijvingen
-1.115.651
-621.965
Boekwaarde per 1 januari 2013
1.659.204
178.750
Mutaties in het boekjaar
Bij: investeringen
0
1.974.139
Af: afschrijvingen
-578.711
-493.686
Stand per 31 december 2013
1.080.493
1.659.204
Cumulatieve aanschafwaarde
2.459.139
2.774.854
Cumulatieve afschrijvingen
-1.378.646
-1.115.651
Boekwaarde per 31 december 2013
1.080.493
1.659.204
Toelichting:
De goodwill bestaat uit twee delen. Het eerste deel
betreft de goodwill die betaald is voor de overname van
de activiteiten van Kinderman Zorggroep B.V. en Profzorg
B.V. door Stichting Particura. De boekwaarde ultimo 2013
bedraagt € 1,1 miljoen.
maximale goodwill geactiveerd onder gelijktijdig opnemen
van een kortlopende schuld voor het nog te bepalen
variabele deel van de koopsom. Het grootste deel van de
goodwill wordt afgeschreven over een periode van 5 jaren.
Een klein gedeelte wordt afgeschreven in 2 jaren.
De goodwill van Kinderman Zorggroep B.V. bestaat uit een
vast en een variabel bedrag. De goodwill wordt bepaald op
basis van de resultaten tot en met 2015 en wordt betaalbaar
gesteld indien de gestelde rendementseisen worden
gerealiseerd. Ingevolge RJ 216-239 is de berekende Het tweede gedeelte van de goodwill betreft de in het
verleden betaalde goodwill bij de overname van de
kraamactiviteiten van STMG. De goodwill is in 2013 geheel
afgeschreven. De afschrijvingen zijn ten laste gekomen van
de segmenten VVT respectievelijk Kraamzorg.
89
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
2. Materiële vaste activa
in Euro’s
31 dec. 2013
De specificatie is als volgt:
31 dec. 2012
Bedrijfsgebouwen en terreinen
246.436.546
254.953.970
Machines en installaties
24.911.979
24.999.900
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting
32.500.667
28.530.664
7.581.966
6.512.985
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa
311.431.158 314.997.519
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven :
Materiële vaste
Andere vaste
bedrijfsactiva
bedrijfsin uitvoering
middelen,
en vooruittechnische en
Bedrijfsbetalingen
gebouwen en
op materiële
Machines en administratieve
Stand per 1 januari 2013
uitrusting
terreinen
vaste activa
installaties
- aanschafwaarde
385.826.007
49.637.734
89.776.782
Totaal
6.523.306
531.763.829
- cumulatieve herwaarderingen
-17.303.663
0
0
0
-17.303.663
-6.779.868
-143.255
-1.050.344
-10.320
-7.983.788
-106.788.507
-24.494.579
-60.195.773
0
-191.478.859
Boekwaarde per 1 januari 2013
254.953.970 24.999.900 28.530.664
6.512.985 314.997.519
- investeringen
11.222.465
1.873.826
12.004.885
14.044.419
39.145.596
- herwaarderingen
-1.204.378
0
0
0
-1.204.378
- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen 3.145.061
0
900.484
0
4.045.545
- bijzondere waardeverminderingen
-3.884.506
-336.047
-172.297
0
-4.392.850
- afschrijvingen
-17.995.047
-1.541.919
-8.832.921
0
-28.369.887
2.423.659
0
1.203.980
0
3.627.639
-1.415.151
0
-1.003.446
0
-2.418.597
- cumulatieve aanschafwaarde
- cumulatieve afschrijvingen
- terugname geheel afgeschreven activa
aanschafwaarde
cumulatieve afschrijvingen
-1.670.801
-536.307
-4.511.110
0
-6.718.218
1.670.801
536.307
4.511.110
0
6.718.218
- desinvesteringen
aanschafwaarde
-6.375.669
-1.036.630
-1.282.634
-12.975.439
-21.670.371
cumulatieve afschrijvingen
5.566.131
952.848
1.151.951
0
7.670.930
per saldo
-809.538
-83.782
-130.683
-12.975.439
-13.999.441
-8.517.424
-87.922
3.970.002
1.068.981
-3.566.361
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Stand per 31 december 2013
- aanschafwaarde
- cumulatieve herwaarderingen
391.425.662
49.938.623
96.188.458
7.592.286
546.148.474
-18.508.041
0
0
0
-18.508.041
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
-8.934.464
-479.302
-322.157
-10.320
-10.749.689
- cumulatieve afschrijvingen
-117.546.611
-24.547.342
-63.365.633
0
-205.459.586
24.911.979 32.500.667
7.581.966
311.431.158
Boekwaarde per 31 december 2013
246.436.546
De investeringen in bedrijfsgebouwen en terreinen
hebben betrekking op een aantal extramurale locaties. De
investeringen in andere vaste bedrijfsmiddelen, technische
en administratieve uitrustingen hebben betrekking op
aanschaf van ICT licenties en apparatuur.
De desinvesteringen hebben voornamelijk betrekking op
gereedgekomen projecten.
De desinvesteringen materiele vaste activa in uitvoering
zijn de activering van de onderhanden projecten. Voor de
bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar de
toelichting op de resultatenrekening (5.1.9).
In 5.1.6 is een nadere specificatie opgenomen van het verloop
van de materiële vaste activa op grond van art. 5a Regeling
verslaggeving WTZi. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten
opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen
projecten.
3. Financiële vaste activA
in Euro’s
31 dec. 2013
31 dec. 2012
De specificatie is als volgt:
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
40.000
40.000
Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen (deelnemingen)
10.000
190.000
Overige effecten
Overige vorderingen.
Totaal financiële vaste activa
Mutaties in het boekjaar
verwerving via fusie Welsaen en SMD
met Stichting Welsaen en Stichting SMD in juni 2013.
De verwerving via fusies en overnames heeft betrekking op
de verwerving van activa als gevolg van de bestuurlijke fusie - cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
- cumulatieve afschrijvingen
Toelichting:
Onder de bedrijfsgebouwen en terreinen zijn begrepen
geactiveerde financial leasecontracten met een boekwaarde
per 31 december 2013 van € 26,1 miljoen. Stichting Espria
en haar bedrijfsonderdelen zijn niet de juridische eigenaar
van het betreffende vastgoed. Het totaal van de in rekening
gebrachte huurtermijnen bedraagt € 3,9 miljoen.
7.624
11.224
3.680.725
3.979.287
3.738.349
4.220.511
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: Vorderingen op
Deelnemingen aandeelhouders
Overige
Overige
in groepsen overige
vorderingen
effecten
maatschappijen
deelnemingen
Stand per 1 januari 2013
- aanschafwaarde
40.000
200.000
73.432
5.363.134
Totaal
5.676.566
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
0
-62.208
-435.254
-497.462
- cumulatieve afschrijvingen
0
-10.000
0
-948.593
-958.593
40.000
190.000
11.224
3.979.287
4.220.511
Boekwaarde per 1 januari 2013
Mutaties:
Investeringen
0
0
0
334.635
334.635
Desinvesteringen/aflossingen
0
-180.000
-3.600
-618.820
-802.420
Bijzondere waardeverminderingen
0
0
0
-14.377
-14.377
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
-180.000
-3.600
-298.562
-482.162
Stand per 31 december 2013
- cumulatieve aanschafwaarde
40.000
200.000
73.432
5.697.769
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
0
-62.208
-449.631
-511.839
- cumulatieve afschrijvingen
0
-190.000
-3.600
-1.567.414
-1.761.014
40.000
10.000
7.624
3.680.725
3.738.349
Stand per 31 december 2013
Toelichting:
De desinvestering betreft het afstoten van de deelneming
Intend B.V. in 2013 door GGZ Drenthe. De investering in de
overige vorderingen betreft de activa die onder de NZa
compensatieregeling (CA-300-493) vallen en hypothecaire
leningen met een resterende looptijd van 14 jaar, welke
6.011.201
worden afgelost in 25 jaar. De afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen betreffen boeterente en oude
vorderingen op de NZa. De boeterente wordt lineair
afgeschreven in 40 jaar. De afschrijving is nacalculeerbaar
bij de NZa.
91
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
4. Voorraden
in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
De specificatie is als volgt:
Overige voorraden
Totaal voorraden
Toelichting:
Onder de overige voorraden zijn voorraden/materialen
opgenomen die GGZ Drenthe aanhoudt ten behoeve van 7. Vorderingen uit hoofde van bekostiging en/of schulden uit hoofde van bekostiging
in Euro’s
31 december 2013
352.018
349.876
352.018
349.876
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
in Euro’s
5. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten
31 december 2013
31 december 2012
De specificatie is als volgt:
Af: ontvangen voorschotten
Totaal onderhanden projecten
Toelichting:
De onderhanden projecten DBC’s/DBC’s zorgproducten
hebben betrekking op de geriatrische revalidatie zorg (GRZ)
en psychiatrie. Vanaf 2013 is de GRZ overgeheveld vanuit
de AWBZ naar de zorgverzekeringswet. De onderhanden
projecten uit hoogte van DBC’s inzake psychiatrie en GRZ
worden gewaardeerd op basis van de verwachte
46.832.773
34.832.071
-27.693.060
-27.976.448
19.139.713
6.855.623
6. Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt:
Vorderingen op debiteuren
Vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen
Nog te factureren omzet DBC’s
Overige vorderingen
Vooruitbetaalde bedragen
Nog te ontvangen bedragen
Overige overlopende activa
Totaal vorderingen en overlopende activa
Toelichting:
De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht,
bedraagt € 1,2 miljoen (2012: € 2,4 miljoen).
De stijging van de vooruitbetaalde bedragen wordt met
name verklaard door een wijziging in de verwerkingswijze
van crediteurenfacturen. Met ingang van 2013 wordt het
factuurstelsel gehanteerd in plaats van het kasstelsel.
31 december 2013
31 december 2012
22.066.455
24.102.326
67.982
811
6.159.013
0
1.175.510
1.213.772
5.623.591
2.925.858
6.080.406
7.524.770
254.969
461.984
41.427.925
36.229.520
De nog te facturen omzet DBC’s betreft de geriatische
revalidatie zorg (GRZ) waarbij vanaf 2013 de
financieringssystematiek is gewijzigd.
30.310.855
36.254.667
10.526.320
10.799.159
10.799.159
Specificatie vorderingen uit hoofde van bekostiging
en/of schulden uit hoofde van bekostiging:
t/m 2010
2011
2012
2013
totaal
Saldo per 1 januari
3.662.614
-1.744.218
23.537.113
25.455.508
42.426.540
Financieringsverschil boekjaar
0
0
0
42.426.540
Correcties voorgaande jaren
-1.473.850
-1.143.947
511.611
0
-2.106.186
Betalingen/ontvangsten
-3.647.940
4.408.193
-16.718.187
-30.033.392
-45.991.327
-5.121.790
3.264.245
-16.206.576
12.393.148
-5.670.973
-1.459.176
1.520.027
7.330.536
12.393.148
19.784.535
Stadium van vaststelling (per erkenning):
t/m 2010
2011
2012
2013
Stichting Icare
c
c
b
b
Stichting Evean Zorg
c
c
c
a
Stichting Evean Zorg Amsterdam
c
c
c
a
Stichting Evean Thuiszorg NHN
c
c
c
a
Stichting Particura
c
c
c
a
UMCG Thuis B.V.
c
c
c
a
Stichting de Trans
-
a
a
a
Stichting Zorggroep Meander
c
b
b
a
Stichting GGZ Drenthe
c
c
c
a
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa
Subtotaal mutatie boekjaar
Saldo per 31 december
opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst
van de bestede tijd en de verblijfsdagen overeenkomstig
de normen van de Nederlandse Zorgautoriteit. Op de
onderhanden projecten worden de voorschotten die
ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht.
in Euro’s
36.254.667
10.526.320
Totaal schulden uit hoofde van bekostiging
Onderhanden projecten DBC’s/DBC-zorgproducten
30.310.855
Schulden uit hoofde van bekostiging:
dagactiviteiten. De voorziening die in aftrek is gebracht op
de overige voorraden bedraagt nihil (2012: nihil).
in Euro’s
31 december 2012
Vorderingen uit hoofde van bekostiging:
in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
Waarvan gepresenteerd als:
- vorderingen uit hoofde van financieringstekort
30.310.855
- schulden uit hoofde van financieringsoverschot
10.526.320
10.799.159
19.784.535
25.455.508
36.254.667
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
in Euro’s
2013
2012
Wettelijk budget aanvaardbare kosten
712.312.625
710.181.963
Af: ontvangen voorschotten
-585.070.827
-613.716.136
Af: overige ontvangsten
-99.720.697
-79.834.419
Af: nog te facturen DBC’s en reeds gefactureerde DBC’s
-9.378.696
-1.410.807
-5.749.257
10.063.759
Totaal financieringsverschil
12.393.148
23.537.113
Bij/af: mutatie onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten
93
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
Toelichting:
De NZa heeft de nacalculatie Zorgverzekeringswet 2010
lager vastgesteld dan door GGZ Drenthe was ingediend.
Het betreft een afwijzing voor een specifieke toeslag.
GGZ Drenthe is hiertoe in bezwaar gegaan en er hebben
inmiddels hoorzittingen plaatsgevonden. Desondanks
heeft de NZa het bezwaar afgewezen, waarop GGZ Drenthe
in beroep is gegaan bij het College van Beroep voor het
bedrijfsleven (CBB). De specifieke toeslag geldt voor de jaren
2010 tot en met 2012 en bedraagt circa € 3 miljoen. Alhoewel
GGZ Drenthe van mening is aanspraak te maken op de
specifieke toeslagen voor deze jaren is in de jaarrekening uit voorzichtigheidsoverwegingen een voorziening van € 1,6 miljoen op de vorderingen getroffen.
Het financieringsverschil in de ZVW is gestegen doordat
het vangnet over schadelastjaar 2012 niet wordt
uitgefactureerd. Het financieringsverschil bij Justitie
wordt veroorzaakt doordat kapitaalslasten niet worden
uitgefactureerd.
Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
Financieringsverschil AWBZ
5.454.913
15.453.316
Financieringsverschil DBC-financiering
7.458.018
6.691.555
Financieringsverschil Justitie
6.871.603
3.310.637
Totaal financieringsverschil
19.784.535
25.455.508
Toelichting:
Vanaf 2013 wordt de geriatrische revalidatie zorg (GRZ)
gefactureerd aan de zorgverzekeraars. Voorheen vond de
financiering via de AWBZ plaats.
10. Eigen vermogeN
in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
Kapitaal
323.562
341.713
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
147.549.243
128.522.177
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
24.728.277
25.685.250
Minderheidsbelang derden
265.148
258.932
Totaal eigen vermogen 172.866.229
154.808.072
Kapitaal
in Euro’s
Saldo per
31 dec. 2012
Resultaatbestemming
Overige
mutaties
Saldo per
31 dec. 2013
Kapitaal
341.713
0
-18.151
323.562
Totaal
341.713
0
-18.151
323.562
Het verloop is als volgt weer te geven:
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Reserve aanvaardbare kosten
Bestemmingsreserves
9. Liquide middeleN
in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
De specificatie is als volgt:
Banken
157.429.497
147.629.043
Kassen
231.415
197.569
Totaal liquide middelen 157.660.912
Toelichting:
De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
PASSIVA
147.826.611
Herwaarderingsreserves
Totaal
115.833.198
16.622.897
-70.246
132.385.849
11.907.051
2.650.908
541.558
15.099.517
781.926
0
-718.050
63.876
128.522.177
19.273.806
-246.738 147.549.243
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
Algemene reserves
18.709.114
712.002
1.616.775
21.037.891
Bestemmingsreserves
6.489.807
66.901
-2.970.422
3.586.286
Bestemmingsfondsen
0
104.100
0
104.100
486.329
0
-486.329
0
25.685.250
883.003
Herwaarderingsreserves
Totaal
-1.839.976 24.728.277
Minderheidsbelang derden
Minderheidsbelang derden
Totaal
258.932
0
6.216
265.148
258.932
0
6.216
265.148
Toelichting:
De bestemmingsreserves hebben betrekking op nog uit te voeren projecten uit hoofde van het Synergiefonds,
Strategisch Informatieplan en Ledenservice.
95
Toelichting:
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
In de kolom ‘overige mutaties’ (excl. minderheidsbelang derden) zijn de volgende posten verwerkt:
Kapitaal:
- Correctie aandelenkapitaal verwerking van het aandelenkapitaal van Zorgwinkels
Kruiswerk West-Veluwe B.V. na de fusie met Stichting Icare per 31-12-2012.
-18.151
Subtotaal
-18.151
Collectief gefinancierd vermogen:
- Gewijzigde resultaatbestemming GGZ Drenthe:
- van reserve aanvaardbare kosten
-578.120
- naar bestemmingsreserve 578.120
- Correctie beginvermogen Stichting UMCG Thuis
-13.942
- Gewijzigde resultaatbestemming Stichting Espria enkelvoudig
- van bestemmingsreserve
-36.562
- naar reserve aanvaardbare kosten
- Realisatie herwaarderingsreserve Stichting Zorggroep Meander in verband met verkoop onroerend goed
- Vrijval herwaarderingsreserve Stichting Evean Thuiszorg in verband met beëindiging verkoop onroerend goed
- Inbreng vermogen Stichting SMD als gevolg van juridische fusie in juni 2013
36.562
-210.021
-508.029
485.254
Subtotaal
-246.738
Niet-collectief gefinancieerd vrij vermogen
- Gewijzigde resultaatbestemming Stichting Espria:
- van bestemmingsreserve
-2.970.422
- naar algemene reserve
2.970.422
- Correctie aandelenkapitaal verwerking van het aandelenkapitaal van Zorgwinkels
Kruiswerk West-Veluwe B.V. na de fusie met Stichting Icare per 31-12-2012.
18.151
- Realisatie herwaarderingsreserve Stichting Evean Cumulus in verband met verkoop onroerend goed -129.835
- Vrijval herwaarderingsreserve Stichting Kinderopvang Hoogeveen in verband met beëindiging verkoop onroerend goed -356.494
- Inbreng vermogen Stichting SMD als gevolg van juridische fusie in juni 2013
-1.371.798
Subtotaal
-1.839.976
Minderheidsbelang derden
- Correctie minderheidsbelang Evean Services B.V. (51%)
6.216
Subtotaal
6.216
Onderstaand zijn de eigen vermogens per 31 december 2013 en resultaten over het boekjaar 2013 van de in consolidatie
betrokken entiteiten gespecificeerd
31 december 2013
Resultaat
Stichting GGZ Drenthe
in Euro’s:
32.041.872
1.083.859
Stichting Icare
44.555.748
8.676.735
Stichting Zorggroep Meander
11.833.934
1.370.600
Kraamvogel Holding B.V. geconsolideerd
4.026.329
572.361
Stichting Evean
Stichting Evean Zorg
2.652.951
44.340
21.950.394
2.237.525
Stichting Evean Zorg Amsterdam
11.539.128
598.940
Stichting Evean Thuiszorg NHN
5.325.289
1.169.335
-1.862.866
-491.068
Stichting Welsaen
Stichting Maatschappelijk dienstverlening Zaanstreek/Waterland
Stichting de Trans
Stichting Evean Caro geconsolideerd
Stichting Particura geconsolideerd
Stichting Evean Cumulus
Stichting Espria
Overige entiteiten en eliminaties
Totaal (inclusief minderheidsbelang in het eigen vermogen)
247.266
-237.988
13.327.500
1.494.402
3.835.303
56.495
10.707.064
-232.049
5.145.412
349.257
10.413.141
4.217.261
-2.872.235
-753.198
172.866.229
20.156.808
In de beginbalans heeft een herrubricering plaatsgevonden. Het betreft een verschuiving van collectief vermogen naar niet
collectief gefinancierd vrij vermogen.
11. Voorzieningen
in Euro’s:
Het verloop is als volgt weer te geven:
Onttrekking
31 dec. 2012
Dotatie
Vrijval
Saldo per
Saldo per
31 dec. 2013
Reorganisaties
6.655.016
7.291.962
-2.505.827
-2.701.184
8.739.967
Jubilea-uitkeringen
4.527.530
403.083
-94.350
-14.821
4.821.442
Arbeidsongeschiktheid
1.442.247
942.810
-620.853
-95.289
1.668.916
Levensfasebudget
3.975.309
1.104.166
0
0
5.079.475
Groot onderhoud
2.268.135
400.145
-477.373
-283.125
1.907.782
789.709
647.359
-461.660
0
975.408
2.380.341
1.502.570
-564.803
-158.359
3.159.747
22.038.287
12.360.955
-4.724.866 -3.321.640
26.352.736
Verlieslatende contracten
Overige voorzieningen
Totaal
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jaar)
10.974.063
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jaar)
15.024.494
Hiervan langlopend (> 5 jaar)
2.515.649
Toelichting per categorie voorziening:
Voorziening reorganisaties
In 2013 is bij Icare, GGZ Drenthe, Zorggroep Meander,
Evean Zorg Amsterdam en Evean Zorg een reorganisatievoorziening gevormd voor medewerkers die als boventallig
zijn aangemerkt. De voorziening is gebaseerd op de totale
afkoopverplichting waarbij rekening wordt gehouden met
de kans dat medewerkers ander werk vinden binnen of
buiten de organisatie. Aan bestaande reorganisatievoorziening is waar noodzakelijk aanvullend gedoteerd. De onttrekkingen uit de voorziening hebben primair betrekking op
loondoorbetaling van boventalligen, met name bij Icare en
Zorggroep Meander. Ten aanzien van de reorganisatievoorzieningen heeft een vrijval plaatsgevonden van circa € 2,5
miljoen. Dit betreft met name de bedrijfsonderdelen Evean
Zorg, GGZ Drenthe en Zorggroep Meander.
Voorziening jubilea-uitkeringen
De voorziening jubilea-uitkeringen is gebaseerd op de
gemiddelde jubileaverplichting, rekening houdend met een
vertrekkans.
Voorziening arbeidsongeschiktheid
Deze voorziening is gevormd als gevolg van individuele
beoordeling op re-integratiekans per medewerker in relatie
tot de aard van de arbeidsongeschiktheid, ongeacht de duur
van het verzuim.
Voorziening levensfasebudget
Deze voorziening is ultimo 2013 hoger door beperkte
opname van uren bij de bedrijfsonderdelen GGZ Drenthe
en De Trans. De berekening van de omvang is gebaseerd
op geldende CAO-afspraken binnen de geestelijke gezondheidszorg respectievelijk de gehandicaptenzorg.
Voorziening groot onderhoud
De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op de lange
termijn onderhoudsplanning van de diverse bedrijfsonderdelen. De hoogte van de voorziening is hierop aangepast.
Voorziening verlieslatende contracten
Deze voorziening is ultimo 2013 hoger omdat De Trans in
2013 een voorziening verlieslatende contracten heeft
getroffen inzake de huurcontracten van een tweetal panden.
De voorziening is gebaseerd op de contante waarde.
Overige voorzieningen
Onder de overige voorzieningen is opgenomen de
voorziening Eigen Risicodragerschap WGA.
Het effect van de fluctuaties als gevolg van oprenting
(wijziging disconteringsvoet) is beperkt en is derhalve
verantwoord onder dotaties.
97
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
12. Langlopende schuldeN
13. Overige kortlopende schulden
De specificatie is als volgt:
De specificatie is als volgt:
Langlopende schulden aan kredietinstellingen
145.698.537
150.363.809
Overige langlopende schulden
489.579
603.880
Financial leaseverplichtingen
27.675.823
30.913.379
in Euro’s
31 december 2013
Totaal langlopende schulden 173.863.939
in Euro’s
31 december 2012
181.881.069
31 december 2013
31 december 2012
Het verloop is als volgt weer te geven:
Stand per 1 januari
193.477.825
176.956.518
Bij: nieuwe leningen
8.227.402
38.610.957
Af: aflossingen
17.020.066
-22.089.650
in Euro’s
31 december 2013
Crediteuren
23.305.334
23.739.920
Schulden aan kredietinstellingen
32.638.433
24.924.088
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen
10.821.222
11.596.757
Belastingen en sociale premies
24.189.796
25.732.485
Schulden terzake pensioenen
12.013.459
11.689.613
Nog te betalen salarissen
9.060.982
7.555.956
Vakantiegeld
16.341.261
16.574.901
Vakantiedagen
20.987.152
21.501.117
Overige schulden
7.531.808
4.966.711
Nog te betalen kosten
21.309.975
20.490.342
Vooruitontvangen opbrengsten
2.600.797
10.033.014
62.040
Stand per 31 december 184.685.161
193.477.825
Overige passiva
731.982
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar
Totaal overige kortlopende schulden
181.532.199
10.821.222
11.596.757
Stand langlopende schulden per 31 december 173.863.939
181.881.069
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moet worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jaar) (aflossingsverplichtingen) 10.821.222
11.596.757
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jaar) (balanspost)
173.863.939
181.881.069
Hiervan langlopend (> 5 jaar)
134.335.039
141.371.086
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage 5.1.8 overzicht langlopende leningen.
De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Toelichting:
De post nieuwe leningen betreft een tweetal nieuwe
financieringen door Evean Zorg en de Trans. De Trans heeft
financiering aangetrokken ten behoeve van een investering
en Evean Zorg heeft een aantal leningen geherfinancierd
na afloop van de renteloze periode. Eveneens zijn onder
de nieuwe leningen begrepen de leningen verkregen door
bestuurlijke fusie met Stichting Welsaen en Stichting SMD
in juni 2013.
31 december 2012
Toelichting:
Schulden aan kredietinstellingen
Onder de schulden aan kredietinstellingen is opgenomen
een langlopende (niet geborgde) lening van € 15 miljoen van
BNG Bank van dochtermaatschappij Stichting GGZ Drenthe.
Op grond van de Algemene Kredietvoorwaarden van de BNG
Bank bestaat een mogelijkheid tot directe opeising. Om die
reden is deze als kortlopend gepresenteerd. Wij verwijzen
178.866.945
verder naar de waarderingsgrondslagen (continuïteitsveronderstelling).
Vooruitontvangen opbrengsten
De post vooruitontvangen opbrengsten is ultimo 2012
hoger door ontvangen voorschotten van Justitie en het
Zorgkantoor welke betrekking hebben op 2013.
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Toelichting:
Fiscale eenheid
Stichting Espria kent een fiscale eenheid BTW voor de gehele
groep.
Huur en leaseverplichtingen
De stichting heeft huur-, lease- en erfpachtverplichtingen
voor een totaalbedrag van € 117 miljoen. Hiervan bedraagt
€ 63 miljoen langer dan 5 jaar.
Obligoverplichting
Een aantal leningen is geborgd bij het Waarborgfonds voor
de Zorgsector (WfZ). Vanuit deze borging loopt de stichting
risico voor maximaal 3% van de restschuld per balansdatum.
De obligoverplichting Waarborgfonds bedraagt € 5,5 miljoen.
Bankgaranties
De hoogte van de afgegeven bankgaranties bedraagt ultimo
2013 € 0,7 miljoen. Er zijn geen investeringsverplichtingen
ultimo 2013.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
In het kader van ontvlechting van Zorgcoöperatie Nederland
heeft GGZ Drenthe zich hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor
schulden aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ).
Het betreft instellingen die op eigen merites nog niet voor
borgstellingen in aanmerking komen. Het maximumrisico
op grond van deze overeenkomst wordt voor alle betrokken
instellingen op € 22,5 miljoen geschat. Tussen alle partijen
die zich hoofdelijk aansprakelijk jegens het WfZ hebben
gesteld is een nadere onderlinge overeenkomst gesloten,
waarin de onderlinge afwikkeling van de hoofdelijke aansprakelijkheid nader is geconcretiseerd. Hiermee wordt het
maximum van een eventuele aansprakelijkstelling middels
beschikbaar vermogen en middelen vanuit derden beperkt.
Overig
De Kraamvogel Holding B.V. heeft middels een verklaring
ex artikel 2:403 lid 1 onder f, BW, schriftelijk verklaard zich
hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de uit rechtshandelingen voortvloeiende schulden van De Kraamvogel NW
B.V., De Kraamvogel NO B.V., De Kraamvogel ZW B.V. en
De Kraamvogel ZO B.V.
Letters of support
Als gevolg van het bij dochtermaatschappij Stichting HdS,
Christelijke Organisatie voor Zorg bestaande negatieve
vermogen en negatieve exploitatieresultaat heeft Stichting
Icare een Letter of Support afgegeven bij deze dochtermaatschappij. Daarmee verklaart Stichting Icare dat zij het
stellige voornemen heeft de lopende en benodigde financiering voor de operationele activiteiten voor de periode tot
27 mei 2015 te continueren.
99
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.6.2
WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa
In Euro’s
5.1.6.1
Totaal overzicht materiële vaste activa
In Euro’s
- aanschafwaarde
- cumulatieve herwaarderingen
- cumulatieve bijz. waardeverminderingen
- cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 1 januari 2013
- aanschafwaarde
Totaal
- herwaarderingen
- terugnemingen van bijzondere
waardeverminderingen
288.903.727
83.381.717
51.095.926
106.167.257
2.215.202
531.763.828
-17.926.050
0
0
622.387
0
-17.303.663
- cumulatieve afschrijvingen
-3.905.793
-243.731
-256.170
-3.578.093
0
-7.983.788
-80.604.969 -26.329.728
-31.181.701
-52.150.725
Boekwaarde per 1 januari 2013
186.466.915 56.808.258 19.658.055 51.060.826 1.003.466 314.997.519
11.526.888
10.302.109
5.397.408
11.906.970
12.233
39.145.608
0
0
0
-1.204.378
0
-1.204.378
2.938.461
0
106.310
1.000.774
0
4.045.545
-377.378
-172.297
-435.311
0
-4.392.850
- afschrijvingen
-11.411.948
-4.693.958
-5.522.312
-6.668.314
-73.355
-28.369.887
- verwerving via fusie Welsaen en SMD
- cumulatieve aanschafwaarde
0
0
0
3.627.639
0
3.627.639
- cumulatieve afschrijvingen
0
0
0
-2.418.597
0
-2.418.597
-1.284.736
-498.902
-4.346.689
-587.891
0
-6.718.218
1.284.736
498.902
4.346.689
587.891
0
6.718.218
- desinvesteringen
cumulatieve afschrijvingen
per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
-8.315.252
-6.824.324
-979.151
5.227.921
656.523
-3.087.331
-6.167.802
-3.441.795
-937.028
-5.551.644
0
979.151
807.336
0
7.670.930
0
-4.744.308
0
-13.999.441
-190.891
1.064.475
- investeringen
-21.670.371
-61.121 -3.566.362
86.360.599
51.167.494
115.562.331
2.227.435 546.148.484
-17.926.050
0
0
-581.991
0
-18.508.041
-4.375.197
-621.109
-322.157
-3.012.630
0
-8.331.092
-31.378.173 -59.842.408
-1.285.091 -207.878.193
Boekwaarde per 31 december 2013
o.b.v. bedrijfseconomische grondslagen
183.025.119 55.871.230 19.467.163 52.125.302
942.345 311.431.158
Nacalculatorische afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december 2013
o.b.v. nacalculatorische grondslagen
8.496.849
181.068.941
10.708.833
5.154.270
202.041.355
920.873
22.779.795
44.305.401
2.993.201
288.903.727
0
0
-17.926.050
0
0
0
0
-17.926.050
0
0
-3.157.025
0
-711.514
-37.254
0
-3.905.793
-46.153.420 -920.873
-10.167.384
-21.187.507
0
-80.604.969
11.900.897
23.080.641
2.993.201
186.466.915
-216.000 -1.959.785
10.492.833
3.194.485
134.804.859
0
2.051.970
0
2.945.306
1.613.297
4.632.745
- cumulatieve aanschafwaarde
0
0
199.924
0
0
0
0
- terugnemingen van bijzondere
waardeverminderingen
0
0
2.938.461
0
0
0
0
2.938.461
- bijzondere waardeverminderingen
0
-56.185
-3.015.633
0
0
-336.047
0
-3.407.865
- afschrijvingen
0
126.728
-8.551.762
0
-1.653.808
-1.333.107
0
-11.411.948
- terugname geheel afgeschreven activa
11.326.964
199.924
aanschafwaarde
0
0
-349.796
0
-398.633
-536.307
0
-1.284.736
cumulatieve afschrijvingen
0
0
349.796
0
398.633
536.307
0
1.284.736
aanschafwaarde
cumulatieve afschrijvingen per saldo
-142.146
0
-3.863.905
0
-589.438
0
0
3.855.945
0
544.217
154.189 -6.385.000
0
1.246.278
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -142.146
-853.608 -2.866.156
827.759
0
-8.315.252
5.227.921
-81.706 1.766.590 -3.441.796
Stand per 31 december 2013
- aanschafwaarde
- cumulatieve herwaarderingen
- cumulatieve afschrijvingen
290.830.626
-85.504.260 -29.868.261
Subtotaal
vergunning
- aanschafwaarde
- cumulatieve afschrijvingen
83.645
Stand per 31 december 2013
- cumulatieve bijzondere
waardeverminderingen
- cumulatieve bijzondere
waardeverminderingen
- cumulatieve herwaarderingen
0
- desinvesteringen
- terugname geheel afgeschreven activa
aanschafwaarde
Mutaties in het boekjaar
- verwerving via fusies en overnames:
-3.407.865
cumulatieve afschrijvingen
-1.211.736 -191.478.858
- bijzondere waardeverminderingen
aanschafwaarde
- cumulatieve herwaarderingen
- cumulatieve bijzondere
waardeverminderingen Mutaties in het boekjaar
- investeringen
TerreinSemi
Ondervoorziepermanente
Verbou-handen
Grond
ningen
Gebouwen gebouwen
wingen
Installaties
projecten
Stand per 1 januari 2013
WTZi
WTZi
vergunningsmeldingsplichtig
plichtig
WMG
Niet-WTZi
KSWV
Stand per 1 januari 2013
10.566.686
5.237.915
200.079.547
920.873
24.737.030
44.528.784
4.759.791
290.830.626
0
0
-17.926.050
0
0
0
0
-17.926.050
0
-56.185
-3.234.197
0
-711.514
-373.301
0
-4.375.197
-50.499.441 -920.873
-10.878.341
-21.156.548
0
-85.504.260
-216.000 -1.833.056
Boekwaarde per 31 december 2013
o.b.v. bedrijfseconomische grondslagen 10.350.686 3.348.674 128.419.859
0
Nacalculatorische afschrijvingen
0
0
365.501
3.520.776
Boekwaarde per 31 december 2013
9.907.208 2.989.785 124.335.100
o.b.v. nacalculatorische grondslagen
Afschrijvingspercentage
0,0%
5,0%
2-2,5%
13.147.17522.998.935 4.759.791 183.025.119
2.262.005
2.348.567
0
8.496.849
0 15.830.692 23.418.247 4.587.910 181.068.941
5,0%
5,0%
5,0%
0,0%
101
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.6.3
WTZi - meldingsplichtig materiële vaste activa
In Euro’s
OnderOnderTrekkingsInstandhanden
handen
rechten projecten
houdingen
Subtotaal
Subtotaal
Stand per 1 januari 2013
projecten
- aanschafwaarde
- cumulatieve bijzondere
waardeverminderingen
- cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 1 januari 2013
46.656.725
0
46.656.725
35.288.954
1.436.038
5.1.6.4
WMG gefinancierde materiële vaste activa
36.724.992
In Euro’s
Subtotaal
meldingsplichtige
activa
83.381.717
0
0
0
-243.731
0
-243.731
-243.731
-12.401.619
0
-12.401.619
-13.928.108
0
-13.928.108
-26.329.728
34.255.106
0 34.255.106
21.117.114 1.436.038
22.553.152 56.808.258
Mutaties in het boekjaar
- investeringen
- bijzondere
waardeverminderingen
- afschrijvingen
710.208
0
710.208
4.289.258
5.302.644
9.591.901
10.302.109
0
0
0
-377.378
0
-377.378
-377.378
-2.436.880
0
-2.436.880
-2.257.078
0
-2.257.078
-4.693.958
aanschafwaarde
0
0
0
-498.902
0
-498.902
-498.902
cumulatieve afschrijvingen
0
0
0
498.902
0
498.902
498.902
- desinvesteringen
aanschafwaarde
cumulatieve afschrijvingen
per saldo
-83.392
0
-83.392
17.168
0
17.168
-66.223
0
-66.223
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -1.792.896
-654.295 -6.086.638
-6.740.933
-6.824.324
0
639.354
656.523
-14.940 -6.086.638
-6.101.578
-6.167.802
0 -1.792.896 1.639.862 -783.994
855.867
-937.028
639.354
- aanschafwaarde
- cumulatieve bijzondere
waardeverminderingen
- cumulatieve afschrijvingen
47.283.541
0
0
0
0
-621.109
0
-621.109
-621.109
-14.821.331
0
-14.821.331
-15.046.930
0
-15.046.930
-29.868.261
Boekwaarde per 31 december 2013
32.462.210
o.b.v. bedrijfseconomische grondslagen
Afschrijvingspercentage
5,0%
47.283.541
38.425.014
652.044
39.077.058
- aanschafwaarde
86.360.599
0,0%
10,0%
0,0%
652.044 23.409.020 55.871.230
Subtotaal
WMG
41.464.108
1.089.426
8.420.828
0
0
-251.403
-4.767
0
0
-256.170
- cumulatieve afschrijvingen
-111.085
-25.088.965
-807.399
-5.174.252
0
-31.181.701
Boekwaarde per 1 januari 2013
10.478
16.123.741
277.260
3.246.576
51.095.926
0 19.658.055
Mutaties in het boekjaar
- investeringen
0
2.784.123
46.050
2.567.234
0
- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen
0
101.543
4.767
0
0
106.310
- bijzondere waardeverminderingen
0
-172.297
0
0
0
-172.297
-3.596
-3.270.631
-109.689
-2.138.395
0
-5.522.312
- afschrijvingen
5.397.408
- terugname geheel afgeschreven activa
cumulatieve afschrijvingen
0
-1.188.518
-469.318
-2.688.853
0
-4.346.689
0
1.188.518
469.318
2.688.853
0
4.346.689
- desinvesteringen
aanschafwaarde
0
-909.394
-3.025
-66.732
0
-979.151 cumulatieve afschrijvingen
0
909.394
3.025
66.732
0
979.151
per saldo
0
0
0
0
0
0
-3.596
-557.262
-58.871
428.839
0
-190.891
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Stand per 31 december 2013
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
- cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december 2013
Afschrijvingspercentage
0 32.462.210 22.756.976
121.563
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
- aanschafwaarde
Stand per 31 december 2013
OnderVervoerAutomatihanden
Stand per 1 januari 2013
middelen
sering projecten
Verbouwingen
Inventaris
aanschafwaarde
- terugname geheel afgeschreven activa
121.563
42.150.320
663.133
8.232.477
0
0
-322.157
0
0
0
-322.157
-114.681
-26.261.685
-444.745
-4.557.062
0
-31.378.173
6.882
15.566.478
218.389
3.675.415
0 19.467.163
5,0%
10,0%
20,0%
10-33%
0,0%
51.167.494
103
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.6.5
Niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa
In Euro’s
Semi
Terreinpermanente
VervoerOnderhanden
Grond
voorzieningen
Gebouwen
gebouwen
Verbouwingen
Installaties
Inventaris
middelen
Automatisering
projecten
Stand per 1 januari 2013
- aanschafwaarde
Subtotaal
Niet WTZi/WMG
2.955.261
1.564.059
38.962.544
919.559
16.405.128
5.088.150
19.781.857
258.066
18.408.289
1.824.343
- cumulatieve herwaarderingen
0
0
622.387
0
0
0
0
0
0
0
622.387
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
-3.043
-2.642.038
0
-22.517
-106.001
-790.063
-1.900
-2.212
-10.319
-3.578.093
- cumulatieve afschrijvingen
0
-281.366
-12.556.399
-399.673
-6.913.025
-3.080.774
-13.802.974
-317.783
-14.798.731
0
-52.150.725
2.955.261
1.279.650
24.386.494
519.887
9.469.586
1.901.374
5.188.820
-61.617
3.607.346
1.814.023
51.060.826
Boekwaarde per 1 januari 2013
106.167.257
Mutaties in het boekjaar
- investeringen
13.637
54.589
248.821
13.414
599.470
260.529
1.641.991
96.922
4.868.565
4.109.032
11.906.970
- herwaarderingen
0
0
-1.204.378
0
0
0
0
0
0
0
-1.204.378
- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen
0
3.043
181.040
22.517
0
0
0
1.900
2.212
0
1.000.774
- bijzondere waardeverminderingen
0
0
-51.050
-11.056
-373.205
0
0
0
0
0
-435.311
- afschrijvingen
0
-27.078
-2.239.219
-173.808
-706.086
-207.918
-1.156.643
-31.693
-2.125.870
0
-6.668.314
- verwerving via fusie Welsaen en SMD
- cumulatieve aanschafwaarde
- cumulatieve afschrijvingen
7.700
0
1.678.546
0
737.413
0
697.000
26.692
480.288
0
3.627.639
0
0
-884.582
0
-530.569
0
-559.310
-25.342
-418.794
0
-2.418.597
- terugname geheel afgeschreven activa
aanschafwaarde
cumulatieve afschrijvingen
0
-4.746
-348.322
0
-70.402
0
-32.920
-85.001
-46.501
0
-587.891
0
4.746
348.322
0
70.402
0
32.920
85.001
46.501
0
587.891
- desinvesteringen
aanschafwaarde
cumulatieve afschrijvingen
per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
-11.498
-57.134
-316.374
0
-657.487
-183.022
-197.690
0
-105.793
-4.022.647
0
0
89.806
0
419.640
125.089
167.579
0
5.221
0
-5.551.643
807.336
-11.498
-57.134
-226.569
0
-237.847
-57.933
-30.111
0
-100.572
-402.264
-4.744.307
9.839
-26.579
-2.250.093
-160.394
-499.362
-5.321
1.382.987
68.479
2.705.832
86.385
1.064.476
Stand per 31 december 2013
2.965.100
1.556.768
40.225.215
932.973
17.014.123
5.165.657
21.890.238
296.679
23.604.848
1.910.728
- cumulatieve herwaarderingen
- aanschafwaarde
0
0
-581.991
0
0
0
0
0
0
0
-581.991
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
0
-2.512.048
11.461
-395.722
-106.001
0
0
0
-10.319
-3.012.629
- cumulatieve afschrijvingen
0
-303.697
-15.242.072
-573.480
-7.659.638
-3.163.602
-15.318.428
-289.816
-17.291.673
0
-59.842.406
2.965.100
1.253.071
21.889.104
370.954
8.958.763
1.896.053
6.571.810
6.863
6.313.175
1.900.408
52.125.302
0,0%
5,0%
2-2,5%
5,0%
5,0%
5,0%
10,0%
20,0%
10-33%
0,0%
Boekwaarde per 31 december 2013
Afschrijvingspercentage
115.562.329
105
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.6.6
Kleinschalige Woonvoorzieningen
In Euro’s
5.1.7
SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREED GEKOMEN PROJECTEN
Subtotaal
kleinschalige
TerreinvoorVerbouOnderhanden
woonvoorGrond
zieningen
Gebouwen
wingen
Installaties
projecten
zieningen
Stand per 1 januari 2013
- aanschafwaarde
- cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 1 januari 2013
87.286
9.324
784.606
820.078
244.183
269.724
2.215.202
0
-8.476
-395.943
-581.019
-226.298
0
-1.211.736
87.286
848
388.663
239.060
17.885
269.724 1.003.466
Mutaties in het boekjaar
- investeringen
0
0
0
12.233
0
0
12.233
- afschrijvingen
0
-42
-23.491
-48.927
-894
0
-73.355
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
-42
-23.491
-36.693
-894
0
-61.121
Stand per 31 december 2013
- aanschafwaarde
- cumulatieve afschrijvingen
87.286
9.324
784.606
832.312
244.183
269.724
2.227.435
0
-8.519
-419.434
-629.946
-227.192
0
-1.285.091
Boekwaarde per 31 december 2013 87.286
805
365.172
202.366
16.991
269.724
Afschrijvingspercentage
5,0%
2-2,5%
5,0%
5,0%
0,0%
0,0%
942.345
5.1.7.1
Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
In Euro’s
Projectgegevens
InvesteringenGoedkeuringen
Nominaal Indexe- Aangepaste
Jaar
t/m 2013
t/m 2013 bedrag
ring
goed- van opOmschrijving
WTZi type
t/m 2012
2013
Gereed
Onderhanden
WTZi
WTZi
keuring levering
Kwaliteitszorg
-3.511
0
-3.511
0
0
0
0
0
Innovatieproject M&C
1.417
341.199
307.631
34.985
0
0
0
0
Datacentrum ICT
142.884
1.558.249
1.105.993
595.140
0
0
0
0
Planon
30.823
3.577
0
34.400
0
0
0
0
Lamellen
2.017
0
0
2.017
0
0
0
0
Zwolle, Strausplein
19.040
0
0
19.040
0
0
0
0
Zwolle, Oude Wetering
8.967
0
8.967
0
0
0
0
0
Kampen, Wederiklaan
5.273
0
0
5.273
0
0
0
0
Ermelo, Dr. Van Dalelaan
109.424
0
0
109.424
0
0
0
0
Zeewolde, Weerdt
75.238
0
0
75.238
0
0
0
0
Barneveld, Bouwheerstraat
101.313
0
0
101.313
0
0
0
0
Lunteren, Wilbrinkstraat
13.617
0
0
13.617
0
0
0
0
Ede, Stationsweg
352.707
29.881
0
382.588
0
0
0
0
Gieten, Dekelhem
24.153
15.828
24.153
15.827
0
0
0
0
Nieuw-Buinen, gezondheidscentrum 16.247
0
16.247
0
0
0
0
0
1.125
0
0
1.125
0
0
0
0
V&V GGZ Drenthe
Assen, De Boshof
116.231
0
108.411
7.820
0
0
0
0
Assen, Ceresplein
367.592
815.037
1.182.629
0
0
0
0
0
Beurtschip Verpleging
52.521
59.964
-7.443
0
0
0
0
WSZ Beilen
146.136
1.742
0
147.878
0
0
0
0
Westerbork
24.563
12.246
0
36.809
0
0
0
0
Assen, Vierackers
199.785
0
182.244
17.541
0
0
0
0
Assen, Kloosterakker
63.075
0
63.075
0
0
0
0
0
VA Assen Oost
63.381
1.443
0
64.824
0
0
0
0
JGZ Zwolle
3.919
0
0
3.919
0
0
0
0
JGZ Barneveld
6.347
0
0
6.347
0
0
0
0
Innovatieproject JGZ
0
20.241
0
20.241
0
0
0
0
Overig
0
1.957
0
1.957
0
0
0
0
Niet WTZi
88.688
26.685
115.373
0
0
0
0
0
Noordse Balk/Rietvelden Vergunning 2.040.699
0
2.040.699
0
0
0
11.398.019
2013
Brandmeldinstallatie Overige projecten
Geen
332.305
166.804
332.305
166.804
0
0
0
0
Overige projecten
Geen
54.725
0
54.725
0
0
0
0
0
SUBTOTAAL TRANSPORT 4.460.701 2.994.891 5.598.905
1.856.686
0
0 11.398.019
107
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.7.1
Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
In Euro’s
Projectgegevens
Investeringen Goedkeuringen
t/m 2013
t/m 2013
Nominaal
Indexering
Aangepaste
Omschrijving
WTZi type
t/m 2012
2013
Gereed
Onderhanden
bedrag WTZi
WTZi
goedkeuring
SUBTOTAAL TRANSPORT
4.460.701
2.994.891
5.598.905
1.856.686
0
0
11.398.019
Jaar van
oplevering
Vlekkenplan vph Meander
WTZI
2.529
0
0
2.529
0
0
0
2014
Keuken KLH
WTZI
69.324
12.531
81.855
0
0
0
0
2013
Inventarisinrichting Parkheem
WTZI
464.621
10.555
475.176
0
0
0
0
2013
Project BC
WTZI
211.707
2.997.051
0
3.208.757
0
0
0
2014
Inventaris BC
WTZI
0
379.439
0
379.439
0
0
0
2014
VPHM extra kantoren
WTZI
0
3.543
0
3.543
0
0
0
2014
VPHM ketelhuis
WTZI
0
203.958
0
203.958
0
0
0
2014
VPHM verlichtingsplan
WTZI
0
17.530
0
17.530
0
0
0
2014
KH thermostaatkranen doucheruimtes
WTZI
0
12.896
0
12.896
0
0
0
2014
BH Varkensruggen
WTZI
0
8.853
0
8.853
0
0
0
2014
KO somerlustweg schilderwerk
niet WTZI
0
17.785
0
17.785
0
0
0
2014
KO zuidenveld schilderwerk
niet WTZI
0
35.934
0
35.934
0
0
0
2014
KO zuidenveld isolatieglas
niet WTZI
0
20.825
0
20.825
0
0
0
2014
MFA Heggerank
WTZI
0
699.186
0
699.186
0
0
0
2014
VPGM inventaris
WTZI
0
24.746
0
24.746
0
0
0
2014
Stoombevochtiger
WTZI
0
26.474
0
26.474
0
0
0
2014
233.012
-233.012
0
0
0
0
0
2013
Voorbereiden aanvraag
269.724
0
0
269.725
0
0
606.367
2013
Verklaring
46.728
-46.728
0
0
0
0
5.425.255
2014
einde project
HACCP (verantwoord bij kleine projecten)
Wonen Vlagtwedde (KSWV)
40 plaatsen vervangende hv Havens
Instandhouding
Instandhouding
0
1.222.969
1.212.369
10.600
0
0
435.405
Directiekosten div. projecten
147.853
147.853
0
0
0
0
0
0
Nieuwbouw Wieken/Vlint
180.342
180.342
0
0
0
0
0
0
Bouw MFR
426.445
167.147
575.440
18.150
0
0
0
0
Diverse kleine projecten
54.725
166.640
54.725
166.640
0
0
0
0
Jaarlijkse instandhouding
0
4.139.208
3.653.760
597.712
0
0
0
0
Totaal
6.567.711
12.882.420
11.980.425
7.581.967
0
0
17.865.046
109
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.8
Overzicht langlopende schulden ultimo 2013
In Euro’s
Resterende
Nieuwe
Totale
Aflossing
Restschuld
Restschuld
Soort
Werkelijke
Restschuld
looptijd in
leningen
looptijd
Leninggever
Datum
in 2013
31 december 2013
over 5 jaar jaren eind 2013
Hoofdsom
lening
rente
31 december 2012
Aflossingswijze
Aflossing 2014
Gestelde zekerheden
in 2013
(in jaren)
Kredietinstellingen BNG
3-dec-96
3.950.248
28
Hypoth.lening
6,45%
1.692.964
141.083
1.551.881
846.482
11
Lineair
141.082
Provincie Drenthe
BNG
15-jan-98
2.382.346
30
Hypoth.lening
5,93%
1.270.584
79.412
1.191.173
794.113
15
Lineair
79.412
Waarborgfonds
BNG
16-sep-02
1.800.000
30
Hypoth.lening
3,10%
1.200.000
60.000
1.140.000
840.000
19
Lineair
60.000
Waarborgfonds
BNG
16-jun-04
6.400.000
9
Hypoth.lening
3,92%
711.110
711.110
0
0
Lineair
-
Waarborgfonds
BNG
5-jul-04
1.095.000
30
Hypoth.lening
4,90%
803.000
36.500
766.500
584.000
21
Lineair
36.500
Waarborgfonds
BNG
19-nov-07
15.000.000
20
Hypoth.lening
4,54%
11.250.000
750.000
10.500.000
6.750.000
14
Lineair
750.000
Waarborgfonds
BNG
22-jan-08
1.361.341
15
Hypoth.lening
4,74%
930.250
90.756
839.494
385.714
10
Lineair
90.756
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25
Hypoth.lening
2,97%
9.960.000
415.000
9.545.000
7.470.000
23
Lineair
415.000
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25
Hypoth.lening
3,81%
9.960.000
415.000
9.545.000
7.470.000
23
Lineair
415.000
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25
Hypoth.lening
4,27%
9.960.000
415.000
9.545.000
7.470.000
23
Lineair
415.000
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25
Hypoth.lening
4,47%
9.960.000
415.000
9.545.000
7.470.000
23
Lineair
415.000
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
5.000.000
20
Hypoth.lening
4,30%
4.750.000
250.000
4.500.000
3.250.000
18
Lineair
250.000
Waarborgfonds
BNG
19-dec-12
7.000.000
30
Hypoth.lening
1,42%
7.000.000
233.333
6.766.667
5.600.000
28
Lineair
233.333
Waarborgfonds
ING
19-dec-12
11.000.000
30
Hypoth.lening
3,02%
11.000.000
366.667
10.633.333
8.800.000
28
Lineair
366.667
Waarborgfonds
-
-834.224
-33.568
-800.656
Disagio
BNG
1-jun-93
6.406.651
40
Onderhands
2,27%
2.100.000
100.000
2.000.000
1.500.000
20
Lineair
100.000
Gem. garantie Stadskanaal
BNG
1-nov-93
5.036.960
40
Onderhands
2,94%
3.818.532
113.911
3.704.621
3.054.751
20
Annuitair
118.958
Gem. garantie Stadskanaal
BNG
26-apr-01
4.537.802
30
Onderhands
5,82%
4.537.802
4.537.802
4.537.802
18
Aflossingsvrij
Waarborgfonds
BNG
26-apr-01
4.991.582
20
Onderhands
5,43%
2.246.213
249.579
1.996.634
748.739
8
Lineair
249.579
Waarborgfonds
NWB
1-nov-96
1.743.650
30
Onderhands
4,05%
781.636
60.126
721.510
420.880
13
Lineair
60.126
Rijksgarantie
31-dec-04
3.085.705
17
Onderhands
4,02%
1.633.609
181.512
1.452.097
544.537
8
Lineair
181.512
Waarborgfonds *1)
Waarborgfonds *1)
ABN/AMRO Bank
ABN/AMRO Bank
NWB
ABN/AMRO Bank
1-jan-98
2.488.031
23
Onderhands
4,00%
1.640.731
105.912
1.534.819
1.005.259
8
Lineair
105.912
27-feb-06
2.276.207
20
Onderhands
3,74%
1.593.345
113.810
1.479.535
910.485
13
Lineair
113.810
Waarborgfonds
1-jan-98
2.461.553
23
Onderhands
4,33%
1.614.254
105.912
1.508.342
978.782
8
Lineair
105.912
Waarborgfonds *1)
NWB
31-dec-04
6.191.377
26
Onderhands
4,44%
4.372.626
239.596
4.133.030
2.935.050
17
Lineair
239.596
Waarborgfonds
ABN/AMRO Bank
31-dec-04
1.421.648
23
Onderhands
4,33%
937.373
60.534
876.839
574.169
14
Lineair
60.534
Waarborgfonds *1)
Waarborgfonds *1)
ABN/AMRO Bank
1-aug-69
136.134
50
Onderhands
7,50%
53.908
6.877
47.031
19.665
6
Annuitair
5.473
ABN/AMRO Bank
18-dec-04
9.025.000
19
Onderhands
4,34%
5.225.000
5.225.000
0
0
0
Lineair
0
Waarborgfonds *1)
BNG 108345
18-dec-13
4.750.000
10
Onderhands
1,75%
4.750.000
4.750.000
2.375.000
10
Lineair
475.000
Waarborgfonds *1)
NWB
1-apr-08
1.000.000
30
Onderhands
4,06%
841.668
33.333
808.335
641.670
25
Lineair
33.333
Waarborgfonds
BNG 40.107109
27-feb-12
3.387.378
16
Onderhands
3,46%
3.175.667
211.711
2.963.956
1.905.401
15
Lineair
211.711
Waarborgfonds
BNG 40.107727
1-okt-12
907.560
10
Onderhands
2,30%
907.560
90.756
816.804
363.024
9
90.756
Waarborgfonds
SNS Asset management
12-mei-05
23.597
57
Onderhands
4,50%
2.316
926
1.390
0
3
Lineair
926
geen
BNG
15-jun-05
431.091
30
Onderhands
4,75%
158.067
14.370
143.697
71.847
10
Lineair
14.370
geen
ING-Bank (cum1)
27-dec-04
2.500.000
28
Overige
4,79%
1.800.000
90.000
1.710.000
1.260.000
19
Lineair
90.000
Waarborgfonds
ING-Bank (cum3)
20-sep-99
1.871.844
30
Overige
eur+,5%
822.477
113.445
709.032
141.807
16
Lineair
113.445
Waarborgfonds
NWB 1W0026295 (cum4)
1-sep-09
1.512.560
20
Overige
3,22%
1.266.769
75.628
1.191.141
813.001
16
Overige
75.628
Waarborgfonds
NWB 1-0027691 (cum5)
1-aug-12
1.875.750
20
Overige
2,64%
1.786.429
89.321
1.697.107
1.250.502
20
Lineair
89.321
Waarborgfonds
SUBTOTAAL TRANSPORT 120.929.666 4.750.000
11.627.552
114.052.114
83.782.680
6.203.653
*1) Voor ABN/AMRO bank leningen geldt tevens een negatieve hypotheekverklaring en een pari passu verklaring
111
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.8
Overzicht langlopende schulden ultimo 2013
In Euro’s
Resterende
Nieuwe
Totale
Aflossing
Restschuld
Restschuld
Soort
Werkelijke
Restschuld
looptijd in
leningen
looptijd
Leninggever
Datum
in 2013
31 december 2013
over 5 jaar jaren eind 2013
Hoofdsom
lening
rente
31 december 2012
Aflossingswijze
Aflossing 2014
Gestelde zekerheden
in 2013
(in jaren)
SUBTOTAAL TRANSPORT 120.929.666 4.750.000
11.627.552
114.052.114
83.782.680
6.203.653 Kredietinstellingen NWB overgesloten
31-dec-11
6.523.091
25
Onderhands
3,79%
6.262.167
260.924
6.001.243
4.696.625
23
Lineair
260.924
Waarborgfonds
14-mrt-97
1.507.726
25
Hypoth.lening
3,99%
381.481
381.481
0
-
0
Lineair
-
Waarborgfonds
NWB
8-jul-02
1.765.000
19
Onderhands
5,22%
882.500
88.250
794.250
353.000
9
Lineair
88.250
Waarborgfonds
NWB
31-jul-13
2.600.000
30
Onderhands
3,24%
2.600.000
21.667
2.578.333
2.145.000
29
Lineair
86.667
Waarborgfonds
20-mrt-06
2.983.136
30
Onderhands
3,95%
2.386.488
99.437
2.287.051
1.789.866
23
Lineair
99.437
Waarborgfonds
1-jul-12
7.000.000
30
Onderhands
4,50%
6.766.667
233.333
6.533.334
5.366.667
29
Lineair
233.333
Waarborgfonds
NWB, herfinanc.
1-mei-12
8.000.000
27
Onderhands
4,70%
7.555.556
296.296
7.259.259
5.777.778
26
Lineair
296.296
Waarborgfonds
Rabo, herfinanc.
1-mei-12
7.750.000
27
Onderhands
4,20%
7.319.444
287.037
7.032.407
5.597.222
26
Lineair
287.037
Waarborgfonds
Rabo, onderhandse
1-aug-12
4.600.000
30
Onderhands
2,98%
4.446.667
153.333
4.293.333
3.526.667
29
Lineair
153.333
Waarborgfonds
Disagio
3-jul-05
-179.800
-171.008
-5.993
-165.015
-135.048
Disagio
31-jul-13
-39.328
-39.328
-655
-38.673
-32.118
Rentevastlening ING
1-sep-09
147.025
10
Rente vast
5,45%
111.629
10.890
100.739
35.392
8
Lineair
10.890
Rentevastlening ING
1-sep-09
404.375
13
Rente vast
4,85%
298.750
32.500
266.250
128.125
11
Lineair
32.500
Hypotheek
ING
1-jun-04
3.440.000
30
Onderhands
4,25%
2.465.321
114.667
2.350.654
1.777.313
21
Lineair
114.667
Waarborgfonds
3-okt-95
158.823
30
4,35%
95.500
6.744
88.756
53.506
Annuïtair
6.463
Geen
30-jun-99
363.024
25
5,34%
166.992
14.521
152.471
79.865
Lineair
14.521
Geen
Totaal Kredietinstellingen
159.635.327
7.573.164
13.621.983
153.586.508
114.942.540
7.887.972
B.N.G. (DVE)
Erasmus NV
NWB
SNS
Fortis bank
Hypotheek
Overige langlopende schulden Stg. Steun a/d Kimme
1-jan-99
158.823
20
Onderhands
0,00%
47.647
7.942
39.705
5
Lineair
7.941
Geen
COTG
1-jan-94
317.646
25
Hypothecair
0,15%
88.939
88.939
Lineair
Geen
Steunfonds
1-jan-03
1.000.000
onbep.
Geldlening
4,00%
480.000
480.000
nvt
Geen
BNG
5-nov-93
726.048
30
Onderhands
4,48%
266.218
24.201
242.017
96.810
10
Lineair
24.201
Geen
BNG
1-aug-04
300.000
10
Onderhands
4,40%
60.000
30.000
30.000
1
Lineair
30.000
Geen
Erasmus N.V.
4-sep-06
400.000
20
Onderhands
4,32%
280.000
20.000
260.000
160.000
13
Lineair
20.000
Geen
Van der Gragt Beheer B.V.
8-jun-03
90.756
20
Onderhands
2,00%
48.020
48.020
-
Lineair
Totaal overige langlopende schulden
616.586
654.238
699.102
571.722
256.810
82.143
Financial Lease Bethesda
31-dec-10
14.125.411
50
Financial lease
5,25%
5.842.274
241.681
5.600.593
4.367.066
21
Annuïtair
243.242
Geen
Leveste
31-dec-10
11.521.098
50
Financial lease
5,25%
4.921.039
196.199
4.724.840
3.769.357
33
Annuïtair
194.614
Geen
Parkheem
1-nov-12
11.871.255
30
Financial lease
4,21%
11.805.303
386.450
11.418.853
9.431.027
28
Annuïtair
395.711
Geen
Woonzorg Nederland
1-jan-72
1.218.907
4
Financial lease
5,25%
718.970
346.082
372.888
1
Annuïtair
372.888
Geen
Eigen Haard
1-jan-72
10.196.536
45
Financial lease
5,25%
4.308.961
947.940
3.361.021
3
Annuïtair
1.030.584
Geen
Ymere
1-jan-70
3.383.154
50
Financial lease
5,25%
2.827.346
284.181
2.543.165
809.639
7
Annuïtair
303.521
Geen
31-dec-10
250.046
9
Financial lease
5,25%
213.800
24.123
189.677
6
Annuïtair
26.062
Geen
1-jan-12
2.848.992
9
Financial lease
5,25%
2.588.219
272.325
2.315.894
758.600
7
Lineair
284.485
Geen
Totaal Financial Lease
33.225.912
2.698.982
30.526.930
19.135.689
2.851.107
193.477.825
8.227.402
17.020.066
184.685.161
134.335.039
10.821.222
Timanshof
Woonzorg Nederland
Totaal
113
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
5.1.9.1
GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2013
In Euro’s
Segment
Verpleging en Verzorging
2013
2012
2013
2012
2013
Bedrijfsopbrengsten
Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
499.502.271 507.478.249
GehandicaptenzorgPsychiatrieJeugdgezondheidszorg
55.063.862
2012
2013
2012
Kraamzorg
2013
2012
Kinderopvang
2013
2012
Ledenservice
2013
2012
Overig
2013
2012
Totaal
2013
2012
55.400.870 154.039.605 149.279.278
0
0
0
0
0
0
0
0
-146.548
-34.367 708.459.191 712.124.030
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
17.717.036
13.439.642
3.473.827
3.582.953
3.690.642
3.882.653
2.410.578
2.511.079
38.589.174
39.317.696
5.216.117
7.046.087
0
0
146.546
-130.807
Subsidies
4.379.599
3.487.706
334.157
151.445
1.967.915
1.874.041
17.292.888
17.975.092
0
0
0
18.600
0
0
4.553.903
-2.185
28.528.462
23.504.700
14.463.285
13.463.648
237.984
235.265
4.038.348
3.768.436
749.356
0
110.508
-155.253
31.552
31.681
7.725.112
7.541.619
247.217
-1.950.231
27.603.363
22.935.166
536.062.190 537.869.245
59.109.831
59.370.534
163.736.511 158.804.408
20.452.822
20.486.171
38.699.682
39.162.443
5.247.669
7.096.368
7.725.112
7.541.619
4.801.118
Overige bedrijfsopbrengsten
Som der
bedrijfsopbrengsten
71.243.919 69.649.303
-2.117.589 835.834.936 828.213.199
Bedrijfslasten:
Personeelskosten
Afschrijvingen op immateriële
en materiële vaste activa
Bijzondere waardeverminderingen
van vaste activa
Overige bedrijfskosten
Som der
bedrijfslasten
418.706.151
411.947.381
38.079.708
37.087.112 119.625.320
121.261.781
14.148.618
14.373.486
34.822.512
34.876.324
4.010.201
5.317.440
2.522.720
2.468.719
7.337.029
14.228.146
14.280.020
3.571.421
3.545.352
10.071.423
10.088.615
21.875
21.000
175.091
261.169
333.283
575.056
27
194
547.331
2.311.664 639.252.259 629.643.907
603.360
28.948.597
-65.761
4.862.932
0
0
0
0
0
0
0
0
373.205
0
0
0
39.864
-505.001
347.306
4.357.931
87.907.274
87.497.467
14.422.914
14.248.746
28.740.429 22.409.027
5.501.763
5.586.693
3.173.692
3.190.138
1.341.558
1.554.812
5.179.753
4.553.783
-6.482.057
-7.972.994 139.785.327
131.067.672
520.775.808 518.587.800
56.074.043
54.881.209
158.437.173 153.759.424
19.672.257
19.981.179
38.171.294
38.327.631
6.058.247
7.447.308
7.702.500
7.022.696
1.442.167
-5.562.971 808.333.490 794.444.276
29.374.766
Bedrijfsresultaat
15.286.383
19.281.445
3.035.787
4.489.325
5.299.338
5.044.984
780.565
504.992
528.388
834.812
-810.578
-350.940
22.612
518.923
3.358.952
3.445.382
27.501.446
33.768.923
Financiële baten en lasten
-1.736.490
-837.242
-1.541.385
-1.724.999
-4.215.479
-3.699.487
35.977
41.544
43.973
35.935
-47.273
-50.074
81.488
102.378
34.550
-305.690
-7.344.638
-6.437.636
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 13.549.893
18.444.203
1.494.402
2.764.326
1.083.859
1.345.497
816.542
546.536
572.361
870.746
-857.851
-401.013
104.100
621.301
3.393.502
3.139.692
20.156.808
27.331.287
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
13.549.893 18.444.203 1.494.402 2.764.326 1.083.859 1.345.497
816.542
546.536
572.361
870.746
-857.851
-401.013
104.100
Buitengewone baten en lasten
RESULTAAT BOEKJAAR
0
621.301 3.393.502 3.139.692 20.156.808 27.331.287
Resultaatbestemming
Segment
Het resultaat is als volgt verdeeld:
Verpleging en Verzorging
2013
2012
GehandicaptenzorgPsychiatrieJeugdgezondheidszorg
2013
2012
2013
2012
2013
2012
Kraamzorg
2013
2012
Kinderopvang
2013
2012
Ledenservice
2013
2012
Overig
2013
2012
Totaal
2013
2012
Toevoeging/(onttrekking):
Collectief gefinancierd gebonden vermogen:
Reserve aanvaardbare kosten
Bestemmingsreserves
13.466.082
17.557.636
1.494.402
2.764.326
1.083.859
1.345.497
816.542
546.536
0
0
0
0
0
0
-237.988
-287.820
16.622.897
21.926.175
0
78.013
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.650.908
2.393.953
2.650.908
2.471.966
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen:
Algemene reserves
11.861
405.255
0
0
0
0
0
0
572.361
870.746
-857.851
-401.013
0
0
985.630
948.767
712.002
1.823.755
Bestemmingsreserves
71.949
403.299
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-5.049
84.791
66.901
488.090
Bestemmingsfondsen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
104.100
621.301
0
0
104.100
621.301
13.549.893 18.444.203 1.494.402 2.764.326 1.083.859 1.345.497
816.542
546.536
572.361
870.746
-857.851
-401.013
104.100
621.301 3.393.502 3.139.692 20.156.808 27.331.287
115
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
BATEN
17. Subsidies
15. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds)
3.355.177
2.798.983
Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief
23.523.500
18.275.463
1.649.785
2.430.254
Totaal
28.528.462
23.504.700
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten ZVW-zorg
109.061.411
81.869.975
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)
599.397.780
630.254.055
Totaal
708.459.191
712.124.030
Voor een overzicht van de mutaties van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten in het verslagjaar ten opzichte van het
voorafgaande jaar wordt verwezen naar 5.1.10.
Toelichting:
De omzet geriatrische revalidatiezorg (GRZ) werd tot en
met 2012 gefinancierd vanuit de AWBZ. In 2013 wordt dit
gefinancierd vanuit de zorgverzekeringswet (ZVW). Onzeker
is of het landelijk budget voor GRZ wordt overschreden.
In geval van overschrijding van het landelijk budget zullen
de bedrijfsonderdelen Icare, Evean en Zorggroep Meander
op basis van haar gerealiseerde aandeel in het totale budget
worden gekort.
Het contract rondom de uitleen hulpmiddelen is gewijzigd.
De vergoeding vanuit de AWBZ wordt niet meer ontvangen.
Hierdoor is de omzet AWBZ ten opzichte van vorig jaar
afgenomen. Deze opbrengsten zijn met ingang van 2013
verantwoord onder de overige bedrijfsopbrengsten.
In 2013 is de prestatiebekostiging ZVW voor de GGZ
ingevoerd. Voor de omzetbepaling DBC’s in 2013 is de
Handreiking Omzetbepaling Curatieve GGZ toegepast.
Verwezen wordt verder naar de toelichting in de
grondslagen voor waardering en resultaatbepaling (5.1.4.).
16. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en
1.293.997
2012
1.326.371
opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering
Persoonsgebonden en -volgende budgetten
7.070.511
7.412.453
Opbrengsten uit hoofde van niet-gebudgetteerde Zvw/AWBZ-zorg (waaronder kraamzorg)
40.018.989
40.852.544
Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming)
1.705.569
1.903.461
Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties
21.154.854
18.154.474
Totaal
71.243.919
69.649.303
Toelichting:
De niet gebudgetteerde zorgprestaties zijn gestegen
als gevolg van een herrubricering. De vergoeding
voor de dienstverlening van de voormalige AWBZ
uitleen verpleegartikelen werd vorig jaar verantwoord
onder gebudgetteerde zorgprestaties en is vanaf 2013
gepresenteerd onder de overige niet-gebudgetteerde
zorgprestaties. Verwezen wordt naar de toelichting
hierboven onder punt 15.
2012
overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ)
Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
Toelichting:
De stijging van de subsidieopbrengsten wordt verklaard
door de bestuurlijke fusie met Stichting Welsaen en SMD in
juni 2013.
18. Overige bedrijfsopbrengsten
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Contributies
7.910.595
Verhuur
3.429.403
2.796.081
Overige
16.263.365
12.189.359
Totaal
27.603.363
22.935.166
Toelichting:
De overige bedrijfsopbrengsten zijn gestegen als gevolg van
herrubricering van de omzet met betrekking tot uitleen.
Deze activiteiten worden met ingang van 2013 niet meer
zelf uitgevoerd. De inkoopwaarde van de omzet werd in
mindering gebracht op de omzet. Verwezen wordt ook naar
de toelichting hierboven onder punt 16.
7.949.726
117
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
LASTEN
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
19. Personeelskosten
in Euro’s
2013
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening
28.948.597
waarvan nacalculeerbare afschrijvingen
8.496.849
- WTZi-vergunningplichtige vaste activa
8.496.849
Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
8.496.849
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa
256.583.083
Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
92.517.534
92.517.534
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Lonen en salarissen
465.804.688
458.836.051
Sociale lasten
67.395.267
60.964.378
Pensioenpremies
40.665.260
38.428.964
Andere personeelskosten
29.587.225
32.894.111
Subtotaal
603.452.441
591.123.504
Personeel niet in loondienst
35.799.819
38.520.403
Totaal personeelskosten
639.252.259
629.643.907
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE’s) per segment:
Verpleging en Verzorging
7.641
7.453
Gehandicaptenzorg
827
800
Psychiatrie
1.943
1.956
Jeugdgezondheidszorg
228
251
Kraamzorg
706
738
Kinderopvang
87
135
Ledenservice
48
48
Overig
212
58
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
11.692
11.439
20. Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
8.496.849
2012
Nacalculeerbare afschrijvingen:
8.067.547
Overige afschrijvingen:
-immateriële vaste activa
578.711
493.686
-materiële vaste activa
19.873.038
20.813.534
Totaal afschrijvingen
28.948.597
29.374.766
Toelichting:
In de overige afschrijvingen is de afschrijving op
geactiveerde financial lease opgenomen.
Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
21. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
- Bijzondere waardeverminderingen WTZi
3.957.540
- Bijzondere waardeverminderingen niet-WTZi
435.311
3.055.703
- Terugneming van bijzondere waardeverminderingen WTZi
-3.044.771
-1.685.000
- Terugneming van bijzondere waardeverminderingen niet-WTZi
-1.000.774
-700.000
Totaal
347.306
4.357.931
Toelichting:
Als gevolg van de waardering op basis van bedrijfseconomische grondslagen zijn ultimo 2013 bedrijfswaardeberekeningen uitgevoerd. Voor zover sprake is van een lagere
realiseerbare waarde dan de boekwaarde, zijn bijzondere
waardeverminderingen in het resultaat verwerkt. Als er voor
een kasstroomgenerende eenheid sprake is van een
Toelichting:
De stijging van de personeelskosten hangt samen met
een toename van het aantal FTE’s en een verbetering
van de arbeidsvoorwaarden conform de CAO. Er zijn in
2013 ook intensiveringsmiddelen ingezet door diverse
bedrijfsonderdelen, waardoor veel leerling- verzorgenden
zijn aangenomen.
-materiële vaste activa
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:
3.687.228
verbetering van de toekomstige kasstromen op een reeds
genomen bijzondere waardevermindering, dan wordt er
een bedrag teruggenomen. Voor een nadere toelichting
op onder andere de gehanteerde uitgangspunten wordt
verwezen naar de grondslagen voor waardering en
resultaatbepaling (5.1.4.).
119
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
22. Overige bedrijfskosten
in Euro’s
2013
2012
De specificatie is als volgt:
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten
30.147.502
30.742.307
Algemene kosten
43.665.255
44.634.275
Cliënt- en bewonersgebonden kosten
12.207.290
10.734.859
Onderhoud en energiekosten:
- Onderhoud
7.868.826
9.496.467
- Energie gas
5.061.381
4.023.938
- Energie stroom
4.495.487
4.777.292
- Energie transport en overig
1.217.663
681.833
Subtotaal
18.643.358
18.979.529
Huur en leasing
29.680.021
26.361.325
Dotaties en vrijval voorzieningen
5.441.902
Totaal overige bedrijfskosten
139.785.327
Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? Vierhoofdig met voorzitter
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van Stichting Espria over het jaar 2013 is als volgt:
NaamM.W. MeerdinkJ.L. Kauffeld
1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie?
08-04-2008
01-01-2013
ja
ja
ja
ja
3 Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie?
-384.622
4 Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst van uw organisatie?
131.067.672
5 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? (1)
2
1
1
6 Welke salarisregeling is toegepast? (2)
1
2
2
1
7 Wat is de deeltijdfactor? (percentage)
50%
50%
50%
50%
139.931
117.535
119.754
69.967
9 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)?
0
0
0
0
10 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
(3)
(3)
(3)
(3)
11 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)
15.689
12.921
32.795
7.908
12 Winstdelingen en bonusbetalingen
0
0
0
0
13 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
0
0
0
0
Totale bezoldiging conform WNT
155.619
130.455
152.548
77.875
14 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
1.650
1.650
1.650
1.650
15 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies
4.124
4.124
5.292
4.124
161.393
136.229
159.490
83.649
2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur?
a. Waarvan: verkoop verlofuren
b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren
in Euro’s
2013
A.Th.J.M. Zuure T.T.M. van Grinsven
01-12-1994
8 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
De specificatie is als volgt:
2012
Financiële baten:
Rentebaten
2.606.071
2.285.619
Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten
-6.130
-28.926
Subtotaal financiële baten
2.599.940
2.256.768
Financiële lasten:
Rentelasten
9.276.323
Resultaat deelnemingen
208.600
0
Waardeverandering financiële vaste activa en effecten
460.486
152.410
Vennootschapsbelasting
-831
83.158
Subtotaal financiële lasten
9.944.578
8.694.403
Totaal financiële baten en lasten
-7.344.638
-6.437.636
Toelichting:
De rentebaten zijn toegenomen door een herrubricering van
de ontvangen rente financial lease. Deze rentebaten werden
vorig jaar gepresenteerd onder de rentelasten. Het resultaat
deelneming bestaat uit de afboeking van de deelneming
Intend bij GGZ Drenthe.
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Commissarissen
01-02-2010
Toelichting:
De stijging van de cliënt- en bewonersgebonden kosten
wordt verklaard door met name crisisuitplaatsingen. De
stijging van de kosten van dotaties en vrijval voorzieningen
wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in 2013 diverse
nieuwe reorganisatievoorzieningen zijn gevormd. Voor een
nadere toelichting wordt verwezen naar 5.1.5. toelichting op
de balans onder punt 11.
23. Financiële baten en lasten
25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
8.458.835
Totale bestuurdersbezoldiging
conform BW 2 Titel 9 (art.383)
2
121
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
Toelichting:
(1) Het cijfer 1 op deze regel staat voor: arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde tijd. Het cijfer 2 op deze regel staat voor:
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
(2) Het cijfer 1 op deze regel staat voor: bezoldiging op basis
van de BBZ-regeling in de zorg. Het cijfer 2 op deze regel
staat voor: bezoldiging op basis van de toenmalige NVZDregeling, nu de overgangsregeling binnen de BBZ.
(3) Er is sprake van een netto onkostenvergoeding welke
onderdeel uitmaakt van de vrije ruimte binnen de
werkkostenregeling. Daarmee valt deze vergoeding niet
onder de WNT-bezoldiging.
Bij de samenstelling van bovenstaande verantwoording uit
hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT
d.d. 27 februari 2014 van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koningkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd.
Stichting Espria herkent de door de Minister van BZK
in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende
uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niettopfunctionarissen en heeft deze categorie in lijn met de
door de minister voorgestelde gedragslijn niet in de WNT
verantwoording betrokken.
De bovengenoemde bestuurders zijn zowel statutairbestuurder van Stichting Espria als Stichting Woonzorg
Nederland. De samenwerking tussen Stichting Espria
en Stichting Woonzorg Nederland is tot stand gekomen
middels een personele unie Raad van Bestuur en raad
van commissarissen. De heren Meerdink en Kauffeld en
mevrouw Van Grinsven hebben een arbeidsrechtelijke
relatie met Stichting Espria. De heer Zuure heeft een
arbeidsrechtelijke relatie met Stichting Woonzorg
Nederland. De kosten van de bestuurders worden voor 50%
ten laste van Stichting Espria en voor 50% ten laste van
Stichting Woonzorg Nederland gebracht.
NaamP.A.M. Loven
A.A. Westerlaken
H.J. van den Bosch
01-01-2013
12-11-2013
08-04-2008
nee
nee
nee
4 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering
en andere vaste toelagen)
11.430
1.556
1.905
5 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in
natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik,
laagrentende leningen, etc.)?
0
0
0
6 Vaste en variabele onkostenvergoedingen
0
0
0
0
1 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor
het eerst in de huidige functie van toezichthouder
werkzaam binnen de organisatie?
2 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter
van de Raad van Commissarissen geweest?
3 Nevenfunctie(s)
Bij de bestuurders Meerdink, Kauffeld en Zuure is er sprake
van een overschrijding van de maximum bezoldiging in het
kader van de WNT. Betreffende bestuurders vallen onder het
overgangsrecht WNT. De bezoldigingsafspraken met deze
functionarissen zijn gebaseerd op afspraken die voor de
inwerkingtreding van de WNT zijn gemaakt.
De bezoldiging van mevrouw Van Grinsven, die per 1 januari
2013 als bestuurder is aangetreden, valt volledig binnen de
kaders van de WNT.
7 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies
8
Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar
op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT,
FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering,
arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)
0
0
9 Winstdelingen en bonusbetalingen
0
0
0
10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
0
0
0
11.430
1.556
1.905 (2)
Totaal bezoldiging conform WNT
De bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen van Stichting Espria over het jaar 2013 is als volgt (in euro’s):
Naam
1 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor
het eerst in de huidige functie van toezichthouder
werkzaam binnen de organisatie?
2 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter
van de Raad van Commissarissen geweest?
3 Nevenfunctie(s)
4 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering
en andere vaste toelagen)
H.C.P. Noten
B.E. Baarsma
B. Fransen
(2) Inclusief btw bedraagt de vergoeding € 2.305.
L. Geut
26. Wet Normering Topinkomens (WNT)
01-01-2013
01-09-2011
01-09-2011
10-11-2009
ja
nee
nee
nee
17.145
11.430
11.430
11.430
5 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in
natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik,
laagrentende leningen, etc.)?
0
0
0
0
6 Vaste en variabele onkostenvergoedingen
0
0
0
0
7 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies
8
Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar
op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT,
FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering,
arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)
Aanvullend zijn de onderstaande topfunctionarissen van toepassing. Het betreft de directies van de betreffende
zorgbedrijfsonderdelen (in euro’s).
NaamJ.T.H. Admiraal
H. van PettenM.L. Straus
E.S. van der Haar
Entiteit
St. Evean Zorg
St. Evean Zorg
St. Evean Zorg
St. GGZ Drenthe
Directeur
Directeur
Directeur
Directeur
01-03-1992
20-08-1990
01-07-2009
01-10-1981
1 Functionaris (functienaam)
2 In dienst vanaf (datum)
3 In dienst tot (datum)
09-03-2013
100%
100% 100% 100%
151.232
145.777
41.456
244.620
0
0
0
0
151.232
145.777
41.456
244.620
8 Werkgeversbijdrage sociale lasten
8.248
8.248
1.565
8.248
9 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel)
3.425
3.425
652
(1)
16.077
15.436
2.571
27.129
0
0
67.440
0
170.734
164.638
44.679
271.749
4 Deeltijdfactor (percentage)
5 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld,
eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
0
0
0
0
9 Winstdelingen en bonusbetalingen
0
0
0
0
10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
0
0
0
0
17.145
11.430
11.430
11.430
Totaal bezoldiging conform WNT
Voor de bezoldiging van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen in het kader van de WNT wordt verwezen naar
de tabel zoals deze is opgenomen onder punt 25.
6 Winstdelingen en bonusbetalingen
7 Totaal beloning (5 en 6)
10 Voorzieningen ten behoeve van beloningen
betaalbaar op termijn
11 Uitkeringen in verband met beëindiging
van het dienstverband
Totaal bezoldiging conform WNT (regel 7, 9, 10)
123
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
Naam
B.J. Hogeboom
Entiteit
St. Icare
1 Functionaris (functienaam)
2 In dienst vanaf (datum)
5 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld,
eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
6 Winstdelingen en bonusbetalingen
7 Totaal beloning (5 en 6)
8 Werkgeversbijdrage sociale lasten
9 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel)
10 Voorzieningen ten behoeve van beloningen
betaalbaar op termijn
11 Uitkeringen in verband met beëindiging
van het dienstverband
Totaal bezoldiging conform WNT (regel 7, 9, 10)
Naam
Entiteit
A. Tijsma
St. De Trans St. Zorggroep
Meander
100%
100% 100% 100%
161.762
161.190
148.200
141.121
0
0
0
0
161.762
161.190
148.200
141.121
8.248
8.248
8.248
8.604
(1)
(1)
3.425
3.425
5.1.10
TOELICHTING WETTELIJK BUDGET VOOR AANVAARDBARE KOSTEN
in Euro’s
2013
Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar
712.124.030
663.205.964
Productieafspraken verslagjaar
-5.371.901
22.774.658
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling
1.676.384
6.085.063
Prijsindexatie materiële kosten
188.669
1.269.805
Groei normatieve kapitaalslasten
2.542.613
2.032.808
4.407.666
Uitbreiding erkenning en toelating:
- loonkosten
1.314.139
0
- materiële kosten
231.907
0
- normatieve kapitaalslasten
12.200
353
1.558.246
Beleidsmaatregelen overheid:
- intensiveringsmiddelen
851.268
10.876.883
851.268
Nacalculeerbare kapitaalslasten:
- rente
-199.468
-135.891
- afschrijvingen
80.874
-152.525
- overige
232.384
1.377.674
113.789
Overige mutaties:
- overige mutaties
-1.370.473
2.847.172
-1.370.473
2.847.172
Subtotaal wettelijk budget boekjaar
712.312.625
710.181.963
Correcties voorgaande boekjaren
-3.853.433
3.165.328
Correcties voorgaande boekjaren intensiveringsmiddelen
0
-1.223.262
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
708.459.191
Toelichting:
De post overige mutaties 2012 betreft o.a. de productie van RZA. Vanaf 2013 maakt de compensatie voor prijsindex materiële kosten en de overheidsbijdrage in de
arbeidsontwikkeling onderdeel uit van het onderhandelbaar
tarief in de AWBZ en ZVW. Effecten voortvloeiend uit
de indexen zijn daardoor opgenomen onder de post
productieafspraken verslagjaar.
17.327
17.327
15.482
14.716
0
0
0
0
179.089
178.517
167.107
159.262
H. Buijing
G.J. Wubs
St. Welsaen St. Maatschappelijk
Holding B.V.
Dienstverlening
Zaanstreek /
Waterland
8 Werkgeversbijdrage sociale lasten
9 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel)
10 Voorzieningen ten behoeve van beloningen
betaalbaar op termijn
11 Uitkeringen in verband met beëindiging
van het dienstverband
Totaal bezoldiging conform WNT (regel 7, 9, 10) Directeur
Directeur
Directeur
Directeur
01-09-2010
01-01-1996
07-10-2008
01-10-1985
100%
100% 100% 100%
122.151
113.763
120.568
95.545
0
200
0
0
1122.151
113.763
120.568
95.545
8.838
8.248
8.558
8.248
(1)
3.346
21.900
0
12.386
12.121
13.181
10.654
0
0
0
0
134.537
129.429
155.649
106.199
(1) Er is sprake van een netto onkostenvergoeding welke onderdeel uitmaakt van de vrije ruimte binnen de
werkkostenregeling. Daarmee valt deze vergoeding niet onder de WNT-bezoldiging.
Toelichting:
Bij de directeur de heer E.S. van der Haar is sprake van
een overschrijding van de maximum bezoldiging in het
kader van de WNT. Betreffende directeur valt onder het
overgangsrecht WNT. De bezoldigingsafspraken met deze
functionaris zijn gebaseerd op afspraken die voor de
inwerkingtreding van de WNT zijn gemaakt.
2012
Directeur
7 Totaal beloning (5 en 6)
01-10-2005
6 Winstdelingen en bonusbetalingen
Directeur
5 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld,
eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
De honoraria van de onafhankelijke accountant over 2013 zijn als volgt:
01-01-2011
4 Deeltijdfactor (percentage)
2013
Directeur
St. PartiCura
3 In dienst tot (datum)
04-08-1980
E.J. van DalenJ.A.M. de Jong
2 In dienst vanaf (datum)
in Euro’s
Directeur
De Kraamvogel
1 Functionaris (functienaam)
27. Honoraria van de onafhankelijke accountant
01-01-2001
3 In dienst tot (datum)
4 Deeltijdfactor (percentage)
G.H. Leeftink J.N.M. van Scheijen
St. Icare
1. Controle van de jaarrekening
881.081
746.920
2. Overige controlewerkzaamheden ( w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie )
96.671
114.829
3. Fiscale advisering
0
0
4. Niet controlediensten
0
94.042
Totaal honoraria van de onafhankelijke accountant
977.751
955.791
2012
9.387.675
353
10.876.883
1.089.258
712.124.030
125
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.2.2
ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2013
5.2
ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2013
5.2.1
ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 december 2013 (na resultaatbestemming)
in Euro’s
Ref.
31 december 2013
31 december 2012
ACTIVA
3
4.031.662
3.459.281
Totaal vaste activa
4.031.662
3.459.281
Vlottende activa
Vorderingen en overlopende activa
6
55.224
Liquide middelen
9
9.068.672
5.093.821
Totaal vlottende activa
9.123.896
5.378.685
13.155.559
8.837.966
Totaal activa
284.864
PASSIVA
Eigen vermogen
10
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
5.008.299
2.357.391
5.404.841
3.838.489
Totaal eigen vermogen
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
10.413.141
6.195.880
31 december 2013
31 december 2012
Overige bedrijfsopbrengsten
18
14.642.044
15.001.837
14.642.044
15.001.837
Bedrijfslasten
Personeelskosten
19
4.072.124
4.409.989
Overige bedrijfskosten
22
7.005.528
8.286.153
11.077.652
12.696.142
Bedrijfsresultaat
3.564.392
2.305.695
23
652.869
919.763
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
4.217.261
3.225.458
Som der bedrijfslasten
Financiële baten en lasten
Buitengewone baten
24
0
0
Buitengewone lasten
24
0
0
Buitengewoon resultaat
0
0
Resultaat boekjaar
4.217.261
3.225.458
Resultaatbestemming
Kortlopende schulden
Overige kortlopende schulden
Ref.
Bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfsopbrengsten
Vaste activa
Financiële vaste activa
in Euro’s
13
2.742.418
2.642.086
Totaal passiva
13.155.559
8.837.966
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2013
2012
Toevoeging/(onttrekking):
Collectief gefinancierd gebonden vermogen:
Reserve aanvaardbare kosten
0
-36.562
Bestemmingsreserves
2.650.908
2.393.953
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen:
Algemene reserves
1.566.352
868.067
4.217.261
3.225.458
127
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
5.2.3
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING
EN RESULTAATBEPALING
Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen
5.2.3.1
Algemeen
Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon Kernactiviteit
Kapitaalbelang (in %)
Eigen vermogen Resultaat
Kraamvogel Holding B.V.
deelneming
100%
4.026.329
572.361
Evean Services B.V.
deelneming
51%
10.457
-1
Groepsverhoudingen
Stichting Espria staat aan het hoofd van de Espria groep.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming
met de wettelijke bepaling van Titel 9 Burgerlijk
Wetboek, de regeling verslaggeving WTZi en
de stellige uitspraken van Richtlijnen voor de
Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad van Jaarverslaggeving.
Het jaarrekeningmodel is in euro’s opgesteld.
De grondslagen van waardering en van
resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening
en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk.
Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden
gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde in
overeenstemming met paragraaf Financïele vaste
activa uit hoofdstuk 5.1.4 van de geconsolideerde
jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering
van activa en passiva en voor de bepaling van het
resultaat wordt ook verwezen naar hoofdstuk 5.1.4.
in Euro’s
De specificatie is als volgt:
Nog te ontvangen bedragen
Totaal vorderingen en overlopende activa
ACTIVA
3. Financiële vaste activa
in Euro’s
De specificatie is als volgt:
in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
4.031.662
3.459.281
Totaal financiële vaste activa
4.031.662
3.459.281
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
Deelnemingen in
groepsmaatschappijen
Stand per 1 januari 2013
Totaal
- aanschafwaarde
3.459.281
3.459.281
Boekwaarde per 1 januari 2013
3.459.281
3.459.281
Mutaties:
Resultaat deelnemingen
572.360
572.360
Desinvesteringen/aflossingen
21
21
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
572.382
572.382
31 december 2013
Cumulatieve aanschafwaarde
4.031.641
4.031.641
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
21
21
Stand per 31 december 2013
4.031.662
4.031.662
31 december 2012
55.224
284.864
55.224
284.864
31 december 2013
31 december 2012
Banken
9.068.672
5.093.821
Kassen
0
0
Deposito’s
0
0
9.068.672
5.093.821
Totaal liquide middelen
31 december 2013
9. Liquide middelen
De specificatie is als volgt:
5.2.4
TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
Toelichting:
Stichting Espria heeft een deelneming van 100% in
Kraamvogel Holding B.V. en 51% in Evean Services B.V.
6. Vorderingen en overlopende activa
Toelichting:
De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
129
5.2.4
TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
5.2.5
TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING
passivA
bATEN
18. Overige bedrijfsopbrengsten
10. Eigen vermogen
in Euro’s
31 december 2013 31 december 2012
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
5.008.299
2.357.391
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
5.404.842
3.838.489
Totaal eigen vermogen
10.413.141
6.195.880
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Saldo per
Resultaat
Overige
31 december 2012
bestemming
mutaties
Het verloop is als volgt weer te geven:
Reserve aanvaardbare kosten
Bestemmingsreserves
Totaal
Saldo per
31 december 2013
-36.562
0
36.562
0
2.393.953
2.650.908
-36.562
5.008.299
2.357.391
2.650.908
0
5.008.299
Saldo per
Resultaat
Overige
Saldo per
31 december 2013
Algemene reserves
Bestemmingsreserves
Totaal
868.067
1.566.353
2.970.422
5.404.842
2.970.422
0
-2.970.422
0
3.838.489
1.566.353
0
5.404.842
31 december 2013 31 december 2012
Crediteuren
59.960
165.402
14.933
Belastingen en sociale premies
16.168
Nog te betalen salarissen
980
0
Kortlopende schulden groepsmaatschappijen
2.125.603
1.784.643
Nog te betalen kosten
539.708
677.107
Totaal overige kortlopende schulden
2.742.418
2.642.086
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Fiscale eenheid
Stichting Espria kent een fiscale eenheid BTW voor de gehele groep.
Overige
14.642.044
15.001.837
Totaal
14.642.044
15.001.837
2012
Toelichting:
Onder overige opbrengsten zijn opgenomen de
doorbelastingen van gemaakte kosten en de vergoeding
voor synergieprojecten.
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
Personeel niet in loondienst
4.072.124
4.409.989
Totaal personeelskosten
4.072.124
4.409.989
22. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt:
Overige niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
2013
2012
Toelichting:
Er is geen personeel in dienst bij Stichting Espria.
13. Overige kortlopende schulden
De specificatie is als volgt:
19. personeelskosten
Toelichting:
De bestemmingsreserve betreft nog uit te voeren projecten uit hoofde van het synergiefonds.
in Euro’s
in Euro’s
lasTEN
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
31 december 2012
bestemming
mutaties
Het verloop is als volgt weer te geven:
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Algemene kosten
7.005.528
8.286.153
Totaal overige bedrijfskosten
7.005.528
8.286.153
Toelichting:
De algemene kosten zijn met name gedaald door lagere
advieskosten en lagere kosten van het bestuurscentrum van
Stichting Espria en Stichting Woonzorg Nederland.
23. Financiële baten en lasten
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Financiële baten:
Rentebaten
80.509
48.944
Resultaat deelnemingen
572.360
870.819
Subtotaal financiële baten
652.869
919.763
Totaal financiële baten en lasten
652.869
919.763
131
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
De bezoldiging van de bestuurders welke ten laste van Stichting Espria is gekomen over het jaar 2013 bedraagt
€ 0. De bezoldiging van de toezichthouders en gewezen toezichthouders over het jaar 2013 bedraagt € 0.
26. Wet Normering Topinkomens (WNT)
Voor de bezoldiging van de bestuurders, toezichthouders en overige (niet)-topfunctionarissen in het kader
van de WNT wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria, alwaar deze zijn
verantwoord.
27. Honoraria van de onafhankelijke accountant
De honoraria van de onafhankelijke accountant die over 2013 in de jaarrekening zijn verantwoord zijn
opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria.
5.3
OVERIGE GEGEVENS
5.3.1
Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
De Raad van Bestuur van Espria heeft de jaarrekening 2013 vastgesteld in de vergadering van 27 mei 2014
te Amstelveen. De Raad van Commissarissen van Espria heeft de jaarrekening 2013 goedgekeurd in de
vergadering van 27 mei 2014 te Amstelveen.
5.3.2
Statutaire regeling resultaatbestemming
In de statuten is bepaald, conform artikel 4, dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van Espria.
5.3.3
Resultaatbestemming
Het resultaat wordt verwerkt volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening.
5.3.4
Gebeurtenissen na balansdatum
Eind januari heeft de Raad van Bestuur van Espria bekend gemaakt dat een intentieverklaring is getekend met
Zorg in Nederland B.V. om de aandelen van kraamzorgorganisatie De Kraamvogel Holding B.V. over te dragen.
Na het doorlopen van het adviestraject met de medezeggenschap en de zorgfusietoets door de Nederlandse
Zorgautoriteit wordt de transactie naar verwachting in mei afgerond en zal met terugwerkende kracht naar 1 januari 2014 van toepassing zijn.
Onderstaand enkele kerncijfers met betrekking tot De Kraamvogel Holding B.V.
in Euro’s
31 december 2013
De specificatie is als volgt:
31 december 2012
Boekwaarde activa
10.199.571
10.119.402
Vreemd vermogen
5.718.777
5.941.314
2013
2012
Omzet
38.699.682
39.162.443
Kosten
38.171.294
38.327.631
Rentebaten
43.973
35.934
Winst uit gewone bedrijfsuitoefening
572.361
870.746
Kasstroom uit operationele activiteiten
-39.859
1.445.734
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-18.690
-48.881
5.3.5
Ondertekening door bestuurders
en toezichthouders
De ondertekening van de jaarrekening en daarmee
de vaststelling en goedkeuring door de Raad van
Bestuur respectievelijk de Raad van Commissarissen
heeft op 27 mei 2014 te Amstelveen plaatsgevonden.
Origineel getekend door Raad van Bestuur
dhr. M.W. Meerdink, voorzitter
dhr. A.Th.J.M. Zuure
mw. T.T.M. van Grinsven
dhr. J.L. Kauffeld
Orgineel getekend door Raad van Commissarissen
dhr. H.C.P. Noten, voorzitter
dhr. P.A.M. Loven
dhr. L. Geut
mw. B. Fransen
mw. B.E. Baarsma
dhr. R. Steenbeek
dhr. A. Westerlaken.
5.3.6
Controleverklaring van de onafhankelijke
accountant
Aan: de Raad van Bestuur en de Raad van
Commissarissen van Stichting Espria
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag opgenomen
jaarrekening 2013 van Stichting Espria te Meppel
gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit
de geconsolideerde en enkelvoudige balans
per 31 december 2013 en de geconsolideerde en
enkelvoudige resultatenrekening over 2013 met de
toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht
van de gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur van de stichting is
verantwoordelijk voor het opmaken van de
jaarrekening die het vermogen en het resultaat
getrouw dient weer te geven, in overeenstemming
met de in Nederland geldende Regeling
verslaggeving WTZi en de Beleidsregels toepassing
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector (WNT),
alsmede voor het opstellen van het jaarverslag
overeenkomstig Richtlijn voor de Jaarverslaggeving
655 ‘Zorginstellingen’. De Raad van Bestuur is
tevens verantwoordelijk voor het opmaken van de
jaarrekening die voldoet aan de WNT-eisen van
financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in
het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels
toepassing WNT.
De Raad van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor
een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk
acht om het opmaken van de jaarrekening en
de naleving van die WNT-eisen van financiële
rechtmatigheid mogelijk te maken zonder
afwijkingen van materieel belang als gevolg van
fraude of fouten.
133
zijn afhankelijk van de door de accountant
toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het
inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een
afwijking van materieel belang bevat als gevolg van
fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen
neemt de accountant de interne beheersing in
aanmerking die relevant is voor het opmaken van de
jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan,
alsmede voor de naleving van de WNT-eisen van
financiële rechtmatigheid, gericht op het opzetten
van controlewerkzaamheden die passend zijn in de
omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben
echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking
te brengen over de effectiviteit van de interne
beheersing van de stichting. Een controle omvat
tevens het evalueren van de geschiktheid van de
gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving
en de gebruikte WNT-eisen van financiële
rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door
de Raad van Bestuur van de stichting gemaakte
schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele
beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
controle-informatie voldoende en geschikt is om een
onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw
beeld van de grootte en de samenstelling van het
vermogen van Stichting Espria per 31 december 2013
en van het resultaat over 2013 in overeenstemming
met de Regeling verslaggeving WTZi en de
Beleidsregels toepassing WNT.
Voorts zijn wij van oordeel dat de jaarrekening 2013
in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoet
aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid,
zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van
de Beleidsregels toepassing WNT.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van
een oordeel over de jaarrekening op basis van
onze controle. Wij hebben onze controle verricht
in overeenstemming met Nederlands recht,
waaronder de Nederlandse controlestandaarden
en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het
Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan
de voor ons geldende ethische voorschriften en dat
wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat
een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen
dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel
belang bevat.
Verklaring betreffende het jaarverslag
Wij vermelden dat het jaarverslag, voor zover wij
dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de
jaarrekening.
Een controle omvat het uitvoeren van
werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in
de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden
Rotterdam, 27 mei 2014
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de
wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2 Regeling verslaggeving WTZi
juncto artikel 2:393 lid 5 onder e BW vermelden wij
dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar
aanleiding van het onderzoek of de in artikel 2:392
lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn
toegevoegd.
Origineel getekend door: drs. A. Terlouw RA
5. Geconsolideerde jaarrekening
Espria jaarverslag 2013
Bijlage 1.
Kerngegevens
135
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
2013
2012
2011
Kerngegevens Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT)
Aantal cliënten met verblijf op basis van een volledig pakket thuis (VPT)
Aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met begeleiding of dagbesteding
(op bais van de functies BGI en/of BGG) voor zover niet opgenomen in een instelling)
3.138
3.319
3.366
114
108
0
24.196
23.648
24.211
Capaciteit
Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar,
inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen
3.538
3.561
Aantal dagen op bais van volledig pakket thuis (VPT)
Aantal dagdelen dagbesteding
(op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG)
Aantal uren extramurale productie (exclusief dagbesteding
op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) en Wmo-zorg)
3.562
1.192.706
1.248.898
1.233.993
37.453
29.185
12.409
173.685
171.721
169.537
4.733.810
4.832.628
4.710.461
Personeel
Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar
13.461
13.907
13.794
Aantal fte in loondienst per einde verslagjaar
6.569
7.106
6.931
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen)
Totaal bedrijfsopbrengsten
565
568
503
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
500
507
469
22
0
0
478
507
469
65
61
34
- Zorgverzekeringswet
- AWBZ
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
Aantal kamers met één bed
999
869
830
Aantal kamers met twee bedden (niet bestemd voor gehuwden/samenwonenden)
292
322
326
Aantal kamers met drie bedden
6
16
8
Aantal kamers met vier bedden
3
10
29
Aantal kamers met vijf bedden
0
0
0
1.300
1.217
1.193
Kerngegevens Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
Cliënten
Totaal aantal patienten/cliënten in zorg/behandeling in verslagjaar
25.033
27.851
28.941
Aantal patienten/cliënten in zorg/behandeling op 31 december van verslagjaar
14.331
15.224
17.349
350
427
429
Waarvan Zorg Zwaarte Pakket (ZZP)-patienten/cliënten in zorg/behandeling
op 31 december van verslagjaar
Capaciteit
Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning
van opnames, verblijf of voor dagbehandeling.
908
908
2011
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s
18.751
18.561
23.009
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s
19.379
20.139
23.373
Productie AWBZ
Aantal ZZP-dagen met verblijfszorg exclusief forensische zorg in justitieel kader
Aantal geleverde dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar
147.088
152.196
153.976
13.029
16.237
16.062
Totaal aantal GGZ personeelsleden in loondienst op 31 december van het verslagjaar
2.798
2.619
2.588
Totaal aanta Fte in loondienst einde verslagjaar
2.072
1.986
1.975
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen)
Totaal bedrijfsopbrengsten
164
159
156
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
154
149
146
- Zorgverzekeringswet
87
80
86
- AWBZ
50
51
45
- Justitie
17
18
15
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
10
10
10
Kerngegevens Gehandicaptenzorg (GHZ)
Cliënten
Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp met
dagbesteding (dagbesteding staat aan)
508
476
476
Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp zonder dagbesteding
(dagbesteding staat uit)
51
45
22
Aantal cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis (VPT)
0
0
0
682
679
676
Aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met dagbesteding
voor zover niet opgenomen in een instelling)
Capaciteit
Meerbedskamers verpleeghuizen
Totaal aantal kamers
2012
Personeel GGZ
Productie
Aantal dagen zorg met verblijf
2013
Productie Zorgverzekeringswet
Cliënten per einde verslagjaar
Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp
Kerngegevens
908
Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar,
inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen.
536
518
502
Productie
Aantal dagen zorg met verblijf en dagbesteding
171.495
174.574
170.608
Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding
13.688
12.197
11.316
0
0
31
Aantal dagdelen dagbesteding
74.780
73.581
52.335
Aantal uren extramurale productie
81.449
86.051
87.475
Aantal dagen zorg op basis van volleidg pakket thuis (VPT)
Personeel
Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar
Aantal fte in loondienst per einde verslagjaar
1.066
1.059
1.054
722
723
714
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen)
Totaal bedrijfsopbrengsten
59
59
55
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
55
55
50
4
4
5
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
137
4. Beleid, inspanningen en presentaties
Espria jaarverslag 2013
Kerngegevens
2013
2012
2011
Kerngegevens Kraamzorg
Productie
Aantal inschrijvingen in verslagjaar
21.218
21.395
Aantal partusassistenties in verslagjaar
3.682
3.911
4.360
Aantal partusassistentie-uren in verslagjaar
11.322
11.923
12.459
Aantal intakes aan huis in verslagjaar
21.453
10.715
10.509
10.161
Aantal kraamverzorgingen in verslagjaar
20.043
20.814
20.906
Aantal kraamverzorginsuren in verslagjaar (exclusief partusassistentie-uren)
828.165
856.481
852.022
9.475
10.430
11.057
Aantal telefonische intakes in verslagjaar
Personeel
Aantal personeelsleden in loondienst voor kraamzorg per einde verslagjaar
1.383
1.492
1.442
Aantal fte in loondienst voor kraamzorg per einde verslagjaar
632
661
621
Aantal kraamverzorgenden in loondienst per einde verslagjaar
1.161
1.251
1.201
Fte kraamverzorgenden in loondienst
517
528
497
Aantal leerlingen BegroepsBegeleidende Leerweg (BBL)
kraamverzorgenden in opleiding per einde verslagjaar
30
46
24
Aantal stagiaires kraamzorg in opleiding in verslagjaar
132
35
47
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen)
Totaal bedrijfsopbrengsten
39
39
38
Bijlage 2.
Samenstelling
Raad van Bestuur
Dhr. M.W. (Marco) Meerdink (1958)
Functie Espria: voorzitter Raad van Bestuur
Benoemd: 1 februari 2010
Relevante nevenfuncties: Voorzitter Commissie Arbeidszaken Actiz
Dhr. J.L. (John) Kauffeld (1954)
Functie Espria: vice voorzitter Raad van Bestuur
Benoemd: 8 april 2008
Relevante nevenfuncties: Vice-voorzitter bestuur Actiz, Bestuurslid VNO-NCW Noord
Dhr. A.Th.J.M. (Anton) Zuure (1955)
Functie Espria: lid Raad van Bestuur
Benoemd: 8 april 2008
Relevante nevenfuncties: commissaris Stadsherstel Den Haag en omgeving N.V.,
commissaris Tomingroep BV
Mw. T.T.M. (Tiana) van Grinsven (1970)
Functie Espria: lid Raad van Bestuur
Benoemd: 1 januari 2013
Colofon
Verantwoording
Espria legt in dit jaarverslag, met het thema ‘Zeer Gewaardeerd’, verantwoording af over haar prestaties in het
boekjaar 2013.
Met dank aan cliënten, hun verwanten en medewerkers van Evean, De Trans en GGZ Drenthe voor hun
medewerking aan de fotografie.
Behorend bij dit jaarverslag heeft Espria, samen met Woonzorg Nederland, het Cahier ‘Op weg naar een
nieuwe vanzelfsprekendheid’ uitgegeven. Dit Cahier dient als overdenkende ondersteuning bij de thematiek
‘Zeer Gewaardeerd’ van het Jaarverslag 2013 van Espria en Woonzorg Nederland.
Redactie
Gerlof Meijer, Wendy Wesselingh, Coert Wolswinkel, Thomas R. Hofhuis
Fotografie
Remco Koenderman
Coördinatie fotografie
Birte van der Zwan
Vormgeving
More Creative, Amsterdam
Productie
Uitgave: 2014 | Oplage: 1.000
In opdracht van
Espria
Voor verdere informatie
Het jaarverslag en bijbehorend Cahier ‘Op weg naar een nieuwe vanzelfsprekendheid’ downloaden: www.
espria.nl/jaarverslag2013
Dit is een uitgave van Espria. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt
worden door middel van druk, fotokopie, film, of welke andere wijze dan ook zonder vooraf schriftelijke
toestemming van Espria.
Contactpersoon
Gerlof Meijer, Secretaris Raad van Bestuur Espria/Woonzorg Nederland
Espria
Postadres: Postbus 900, 7940 KE Meppel
Bezoekadres: Blankenstein 400, 7943 PH Meppel
Telefoon: 088 38 33 488 Fax: 088 38 33 499
E-mailadres: [email protected] Internetpagina: www.espria.nl
Espria jaarverslag 2013