Ketendocument Acute Psychiatrie regio Groningen

Ketendocument Acute Psychiatrie regio Groningen
Betreft
Resultaten en aanbevelingen ter afsluiting van de projectfase
Aan
De werkgroepleden
Van
Anna van Gemert projectbegeleider in afstemming met Jan Willem de Boer, voorzitter
Datum
januari 2014
Status
Vastgesteld door de werkgroep.
De Resultaten zijn geagendeerd in de Stuurgroep van november 2013.
De definitieve versie is naar de ketenpartners verzonden op 14 februari 2015.
Relevant document
Inventarisatie Huidige situatie acute psychiatrie in een zorgketen in de periode jan-febr. 2013.
Opbouw ketendocument
I.
De voorbereiding
•
Opdracht en aanpak
•
Jeugdparagraaf
•
Bouwstenen voor een keten
II. Samenwerken in de keten acute psychiatrie
•
De keten richten door een inventarisatie van knelpunten
•
Verbinden en verbeteren in ketenbijeenkomsten
•
De keten inrichten
•
De voortgang bewaken
III. Aanbevelingen voor de voortgang
•
Het borgen van ketenafspraken op bestuurlijk niveau
•
Het borgen van afspraken op professioneel niveau
•
De volgende fase in de keten
Begrippenlijst en referentiebronnen
Bijlage Ketenuitwerkingen
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
De vertegenwoordiging van de organisaties in de werkgroep
Voorbeeld voortgangslijst
De focus op bereikbaarheid en overdracht
Interventies op de Spoedeisende Hulp Ziekenhuis bij patiënten met suïcidaal gedrag
Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) in de keten ter informatie aan ketenpartners
Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) in de keten ter informatie voor ketenpartners
Ontwikkeling convenant- en werkafspraken
1
I. De voorbereiding
Opdracht en aanpak
De ketenpartijen gaven de projectbegeleider de volgende opdracht mee:
1. Het inventariseren van de knel- en verbeterpunten in de ketenzorg van de suïcidale patiënt.
2. Het maken van sluitende afspraken voor het oplossen van deze knel- en verbeterpunten. Indien nodig
wordt dit gedaan door de verschillende partijen apart te benaderen.
3. Bij het maken van sluitende afspraken wordt beoordeeld of deze ook kunnen gelden voor acuut
psychiatrisch patiënten, dan wel dat hier aanvullende afspraken voor nodig zijn.
4. Het bundelen van de gemaakte afspraken en deze rapporteren aan de stuurgroep.
5. Een tijdsinvestering van 208 uur.
Uitgangspunt in de aanpak is dat de problematiek van de patiënt leidend is voor de inrichting van de keten.
Verbeteringen moeten er daadwerkelijk aan bijdragen dat de patiënt op het juiste moment de juiste zorg door
de juiste organisatie krijgt. Het streven is een duurzame keten waarin de continuïteit van zorg voor (de
suïcidale) patiënt centraal staat. Omdat vele partijen betrokken zijn, is een bestuurlijke en professionele
inbedding van afspraken noodzakelijk. De scope verandert van elkaar vrijblijvend infomeren naar
besluitvorming over de samenwerking en verbinding aan doelen en resultaten van de keten.
In de aanpak is met het oog op duurzame keten een onderscheid gemaakt tussen:
A. Het organiseren van de ketenzorg op bestuurlijk niveau. In deze fase bespreken de bestuurders hun
gezamenlijke ambitie en scheppen voorwaarden, waardoor de professionals de keten kunnen
optimaliseren. Structuur en regie wordt georganiseerd met als mijlpalen:
- Het instellen van de stuurgroep, de vastgelegde afstemmingsafspraken en projectomschrijving.
- Het aanwijzen van een voorzitter van de Stuurgroep en het organiseren van projectbegeleiding.
- Het faciliteren van professionals om (niet vrijblijvend) deel te nemen aan de werkgroep.
B. De zorgketen optimaliseren. In deze fase wordt in professioneel verband stapsgewijs toegewerkt naar
goede en aansluitende keten met als mijlpalen:
- Samenstelling van een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers vanuit de organisaties met een
mandaat voor het inbrengen van ervaringen vanuit de “eigen “ organisatie en een
verantwoordelijkheid voor terugkoppeling.
- Een Inventarisatie huidige keten op knelpunten en hiaten door de projectbegeleider.
- Het bespreken en vastleggen van de gewenste keten door vertegenwoordigers uit de organisaties.
- Zorgdragen voor realisatie in de praktijk door het maken van werk- en implementatieafspraken.
C. Het borgen van harde- en zachte aspecten op bestuurlijk en professioneel niveau door het verankeren van
afspraken over de voortgang.
Een planmatige aanpak op zich is geen garantie voor succes. Het ketenproces is succesvol als er aandacht is
voor een mix van zachte en harde aspecten. Naast een methodische aanpak zijn de meer zachte aspecten zoals
het opbouwen van vertrouwen en commitment, verbindend leiderschap en respectvolle communicatie zijn
eveneens belangrijk. Er is geen hiërarchische sturing, echter door de bereidheid om met elkaar het proces aan
te gaan, ontstaat gaandeweg (een verdieping in de) samenwerking. Samenwerken is mensenwerk. Afspraken
werken niet zonder de betrokkenheid van de professionals.
In vijf bijeenkomsten kwamen een werkgroep van 13 deelnemers en de projectbegeleider bij elkaar vanuit 12
deelnemende organisaties. Daarnaast waren er bilaterale contacten en mailverkeer over de uitwerking van
acties. In de bijeenkomsten lag het accent op de volwassenenpsychiatrie. Een aantal instellingen (Accare, BJZ
en Lentis Jonx) die zich in hoofdzaak op jeugdigen richten hebben bijdragen geleverd. Zie de onderstaande
Jeugdparagraaf.
Jeugdparagraaf
Naar aanleiding van de bijdragen van de bij Jeugd betrokken instellingen kan het volgende worden vastgesteld:
Ten eerste spelen bij jeugdigen specifieke (juridische) aspecten en zijn er andere ketens. Er moet bijvoorbeeld
een onderscheid worden gemaakt tussen de Jeugdzorg keten en de JeugdGGZ keten, hoewel het in de praktijk
niet altijd gemakkelijk is om scherp te indiceren voor de ene of de andere keten. Accare en BJZ hebben
belangrijke ontwikkelingen in de jeugdhulpverlening (Jeugdzorg en JeugdGGZ) toegelicht, waaronder de sinds
2
juli 2013 ingevoerde Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling en de beoogde Transitie per 1 januari
2015 van de Jeugdhulpverlening naar de gemeenten.
Er werd vastgesteld dat niet alle ketenpartners voor jeugd aan tafel zaten. Separate afstemming of mogelijk
zelfs een eigen ketenaanpak verdienen aanbeveling.
Ten tweede spelen op diverse punten juist dezelfde thema’s en belangen.
Ook bij jeugdigen is er regelmatig sprake van psychiatrische beoordeling van suïcidaliteit en acute
psychiatrische beelden. En bestaan er hierover afspraken en convenanten.
Sommigen jeugdinstellingen hebben ook patiënten boven de 18 jaar en vragen opname in het volwassen
circuit.
BOPZ procedures zijn gelijk.
Interacties met politie, SEH, ambulancevervoer, huisartsen en dergelijke verlopen meestal op dezelfde
manier.
Ten derde is de jeugdhulpverlening (BJZ) onderdeel van de volwassenen keten. Wanneer kinderen als
participant zijn betrokken is men verplicht om hulp en eventueel opvang voor hen te initiëren. Hier ligt ook een
relatie met de Meldcode voor situaties waarin de veiligheid van het kind aan de orde is. Hierbij zij uitdrukkelijk
opgemerkt dat het in veel gevallen gaat om hulp in vrijwillig kader, met instemming van betrokken ouders. De
afspraak is desondanks dat het AMK als contactpunt optreedt in dit soort situaties.
Figuur 1. Organisaties rond de patiënt
GGZ
Lentis
Ambulance
zorg
Groningen
DoktersDienst
DDG
UCP/
UMCG
Samenwerken
Accare
Patiënt
VNN
Huisarts
De Kring
Organisatieoverstijgende
afspraken
BJZ
Groningen
GGD
SEH’s/
Klin.
Psych/
PAAZ
Politie
Noord
Nederland
De vertegenwoordiging vanuit de afzonderlijke organisaties in de werkgroep werd bepaald door de betreffende
organisatie. Dit had tot gevolg dat vanuit de ziekenhuizen vanuit verschillende afdelingen en functies werd
deelgenomen. Zie bijlage Vertegenwoordiging vanuit de ketenorganisaties.
3
Bouwstenen voor de keten
In de praktijk van ketensamenwerking zijn doorgaans meerdere probleemgebieden en momenten te
onderscheiden die een risico vormen voor de continuïteit van de patiëntenzorg. Reden te meer om zicht te
hebben en te houden op deze gebieden en deze zodanig te organiseren dat ze kunnen worden opgevat als
bouwstenen voor de keten. Om een zorgketen acute psychiatrie te realiseren, is het belangrijk dat de
ketenorganisaties afspraken maken over de bouwstenen. De resultaten van de samenwerking zijn in dit
ketendocument ingedeeld volgens onderstaande samenvatting.
Figuur 2. Samenwerken in de keten in Acute Psychiatrie
Richten en inrichten
Verbinden en Verbeteren
Verankeren
Blz. 6-12
Blz. 5
Blz.12
Bouwstenen voor de keten
1. De bereikbaarheid van
organisaties en de
beschikbaarheid van deskundigen
Aanbeveling voor de besturen
Resultaten
Inhoud
Uitgangspunten.
Convenanten.
Werkafspraken.
Het borgen van afspraken op bestuurlijk
niveau
-
2. Aanrijdtijd/ overbruggingstijd tot
de beoordeling
3. Handelingen tijdens de eerste
opvang
4. Inschatten van risico’s
5. Opnamegarantie in de acute fase
Proces
Elkaar kennen.
Feedback geven.
Korte lijnen.
Oog voor elkaars
standpunten en
situaties.
Bijstellen van
verwachtingen.
-
7. Werkwijze bij BOPZ/ IBS
9. Richtlijnen/protocollen/scholing in
de keten
10. Informatie over de keten
(kwantitatief)
-
Het borgen van afspraken op professioneel
niveau
6. Overdracht van informatie en
patiëntgegevens
8. Afstemming en feedback
-
Toepassen van een evaluatiecyclus voor
(convenant)afspraken.
Organiseren van de implementatie en
evaluatie van afspraken binnen de
“eigen” organisatie.
Faciliteren van professionals voor
deelname aan ketenbijeenkomsten.
Vaststellen van het voorzitterschap.
Het organiseren van coördinatie over de
voortgang in het samenwerkingsproces:
de agenda, ketendocumenten,
gezamenlijke acties en ontwikkelingen.
Voortgang
bewaken
Aan de hand van
een agenda,
verslagen
en een
voortgangslijst.
-
Organiseren van een ketenagenda in
minimaal twee ketenbijeenkomsten.
Jaarlijks een gesprek tussen organisaties
die veel met elkaar te maken hebben in
het patienttraject.
De volgende fase in de keten
-
-
Een evenredige vertegenwoordig in
ketenbijeenkomsten vanuit de SEH’s.
De overdracht verder ontwikkelen.
Ketenafspraken wanneer kinderen of
jeugdigen in een crisissituatie verkeren.
Afstemming over patiënten met
specifieke problematiek o.a. bij
suïcidaliteit en gebruik van middelen.
Protocollen verder afstemmen.
Scholing in ketenverband verkennen.
De keten onderbouwen met
kwantitatieve gegevens (indicatoren).
4
II. Samenwerken in de Keten Acute Psychiatrie
De keten richten door een inventarisatie van knelpunten
Aan de hand van de bouwstenen is de keten door de projectbegeleider geïnventariseerd op de huidige
ervaringen en wat kan beter in de acute fase voor de betrokkene(n). 1 De knelpunten en thema’s zijn geordend
en door de werkgroep vastgesteld als gedeelde knelpunten. Zie document Inventarisatie Huidige situatie acute
psychiatrie in een zorgketen in de periode jan -febr. 2013.
De ervaringen van de politie zijn niet meegenomen in de inventarisatie, omdat op bestuurlijk niveau al eerder
gesprekken waren gestart over convenantafspraken op basis van een landelijk richtinggevend document.
Verbinden en verbeteren in ketenbijeenkomsten
Een belangrijke stap naar een keten is het elkaar leren kennen en bereidheid tot het delen van ervaringen. Aan
de hand van knelpunten en casusbespreking zijn in de werkgroep stappen gezet om de keten te verbeteren. De
werkgroepleden weten wat in de praktijk “werkt en wat niet werkt”. Tijdens de besprekingen wegen
verschillende belangen en perspectieven mee.
De visie op acute psychiatrie
-
Beelden en verwachtingen rond het begrip acuut.
Beeldvorming over ieders taak ten aanzien van psychiatrische
problematiek.
Cultuur en elkaars taal spreken.
De Ketenfunctie
-
Herkennen en erkennen van ieders kerntaak en grenzen.
Bewustwording van de afhankelijkheden in het patienttraject.
Relevantie van het afstemmen van richtlijnen en protocollen.
Verdeling van verantwoordelijkheden
-
Duidelijkheid over afspraken tussen organisaties.
Zicht hebben op de verschillende verantwoordelijkheden.
Zicht houden op knelpunten en verbeteringen aanpakken.
Werkafspraken en convenanten
-
De afhankelijkheden tussen organisaties formaliseren in
schriftelijke afspraken.
Deze afspraken vertalen in de concrete afspraken voor de
dagelijkse praktijk.
-
-
Zachte aspecten
-
Vertrouwen, commitment en respectvolle communicatie.
Het handhaven van afspraken in gedrag en houding.
Resultaten ten aanzien van verbinden en verbeteren
De contactpersonen hebben elkaar in ketenverband (beter) leren kennen. Er zijn daardoor ook kortere
lijnen voor feedback merkbaar per telefoon en/of mail.
Verwachtingen zijn bijgesteld o.a. ten aanzien van de wachttijd tot beoordeling, beelden en onderliggende
opvattingen werden gedeeld bijvoorbeeld hoort de opvang van een psychiatrische patiënt bij de eigen
kerntaak of dient een patiënt altijd te worden verwezen naar de GGZ.
De mogelijkheden en onmogelijkheden van enkele organisaties zijn beter in beeld gebracht door het
bespreken van elkaars taak en rol in de keten.
Het belang van structurele communicatie tussen organisaties wordt onderschreven.
Het uitgangspunt wordt onderschreven dat verantwoordelijkheden in de keten elkaar overlappen en niet
aan elkaar doorgeschoven of afgehouden moeten worden.
Er is informatie uitgewisseld over sectoren waarmee men normaal gesproken niet veel te maken heeft
(JeugdGGZ, Jeugdzorg en Verslavingszorg).
De verbeteringen worden weergegeven in het volgend hoofdstuk de keten inrichten.
1
Inventarisatie Huidige situatie acute psychiatrie in een zorgketen in de periode jan -febr. 2013.
5
De keten inrichten
In de praktijk blijkt het lastig de keten specifiek te onderscheiden in acute psychiatrie en de patiëntengroep
met (verdenking van) suïcidaliteit. De werkgroep was van mening dat de focus eerst gericht moest zijn op
patiënten met (verdenking van) acute psychiatrie. De zorg voor suïcidale patiënten is deels te beschouwen als
onderdeel van de keten acute psychiatrie. De afstemming over specifieke patiëntengroepen komt daarbij waar
nodig aan de orde, zoals suïcidaliteit, medicatie- en drugsgebruik enz..
Specifiek over de opvang en begeleiding van verwarde personen die (crisis)hulpverlening nodig hebben en
waarbij verstoring van de openbare orde dreigt of optreedt, zijn samenwerkingsafspraken tussen Lentis, Politie
Noord Nederland district Groningen en het UCP in afstemming met de Ambulancezorg Groningen en de GGD
Groningen vastgelegd in een convenant.2 Er zijn bindende afspraken gemaakt over de taken, rollen en
verantwoordelijkheden van de ketenpartijen in een crisissituatie bij de opvang, begeleiding en behandeling van
mensen met psychische en/of verslavingsproblematiek die overtredingen begaan, overlast geven of blijken
hulpverlening nodig te hebben. Een crisissituatie is hierbij omschreven als een acute situatie die volgens een
van de ketenparnters direct ingrijpen noodzakelijk maakt ten einde direct gevaar voor de persoon of omgeving
3
af te wenden en/of ernstige overlast te vermijden. Het Convenant is ondertekend in oktober 2013.
De keten acute psychiatrie verloopt niet altijd opeenvolgend van a. naar b. Het is feitelijk meer een
samenhangend netwerk van organisaties rond de acute psychiatrische patiëntenzorg. De volgorde hangt af van
de aard van de crisis, de locatie waar de patiënt zich bevindt, welke hulpverlenende organisatie als eerste
wordt gebeld en/of er sprake is van een onveilige situatie. Bereikbaarheid is in de acute fase cruciaal. De
uitdaging is om rond de patiënt een transparant en aansluitend netwerk te bouwen. Kenmerkend voor een
dergelijk netwerk is dat er vele momenten van afstemming en informatie- uitwisseling plaatsvinden. De
werkgroep heeft een start gemaakt om te komen tot verbeteringen aan de hand van de bouwstenen.
1. De (24 uurs) bereikbaarheid van de organisatie en deskundige(n)
In de inventarisatie kwam naar voren dat het niet voor alle ketenpartners duidelijk is welke taken en
mogelijkheden VNN en BJZ hebben in de keten. Ook de bereikbaarheid was niet duidelijk voor de
ketenpartners. Verslavingszorg wordt steeds meer een onderdeel van de psychiatrische crisiszorg.
In de acute situatie kunnen kinderen betrokken zijn en het is belangrijk dat hulpverleners dit actief nagaan en
ten tijde van crisis er zorg voor dragen dat begeleiding en/of opvang wordt geregeld. Hulpverleners dienen hier
alert op te zijn en er voor zorg te dragen dat begeleiding en opvang wordt georganiseerd, indien nodig, door
het inschakelen van Bureau Jeugdzorg.
Indien een ketenpartner een deskundige uit een andere organisatie wil consulteren is het belangrijk dat er
uitwisseling kan plaatsvinden van professional naar professional zonder onnodige telefoontjes.
Resultaten ter verbetering van de bereikbaarheid
VNN heeft de kerntaken en bereikbaarheid gepresenteerd en uitgewisseld besproken in de werkgroep.
BJZ heeft haar kerntaken en bereikbaarheid gepresenteerd en uitgewisseld.
Afspraken over bereikbaarheid in het inschakelen van zowel VNN als BJZ in de keten zijn schriftelijk
vastgelegd in een informatiedocument voor alle ketenpartners. zie bijlage e en f. Daarbij zijn ook afspraken
hoe dergelijke documenten te borgen in de kwaliteitsystemen van de betreffende ketenpartners.
Na uitwisseling en afstemming zijn afspraken opgesteld tussen Lentis – VNN, over crises op de grens
verslaving /psychiatrie.
Tussen Lentis en Bureau Jeugdzorg over het betrekken van Jeugdzorg wanneer kinderen als participant
betrokken zijn.
2. Aanrijdtijd en overbruggingstijd Wie blijft bij de patiënt
Het wachten bij de patiënt op de beoordeling door de deskundige van de GGZ Lentis is een terugkerend thema
bij het bespreken van de praktijksituaties. De overbruggingstijd geeft vooral problemen bij patiënten die
verward zijn en/of agressief gedrag vertonen of hiermee dreigen en waar de omgeving niet in staat is deze
problematiek (tijdelijk) te hanteren. Ook kan er sprake zijn van een psychiatrisch toestandsbeeld onder invloed
2
In 2012 is een landelijk convenant Politie –GGZ met kaderafspraken vastgesteld.
Convenant Politie Noord Nederland district Groningen, Lentis en UCP in afstemming met de Regionale
Ambulancevoorziening Groningen en GGD Groningen, oktober 2013.
3
6
van medicatie of andere psychoactieve stoffen en patiënten die zichzelf iets kunnen aandoen. Het gaat hierbij
niet om situaties waarbij politie ondersteuning nodig is. Hiervoor gelden de recente convenantafspraken.
Motivatie voor verbetering vanuit meerdere gezichtspunten
Voor de patiënt is het belangrijk dat de juiste zorg in de acute situatie wordt geboden en er geen onnodige
wachttijden ontstaan en de zorg aaneengesloten wordt verleend. De patiënt moet kunnen rekenen op de
meest effectieve en veilige oplossing van het acute gezondheidsprobleem, waarbij verstoring van de openbare
orde moet worden voorkomen. De eigen verantwoordelijkheid van de cliënt in relatie tot het zorgproces wordt
zoveel mogelijk gestimuleerd. Daarnaast moet de omgeving van de patiënt zich voldoende gesteund voelen
rond de crisisinterventie.
Voor de betreffende organisatie is continuïteit van beschikbaarheid belangrijk. De zorg voor de patiënt met
(verdenking van) acute psychiatrische problematiek valt binnen de eerste lijns kerntaken van huisartsen o.a.
(somatische) interventies in de crisissituatie, herkennen of mogelijk sprake is van een psychiatrische stoornis en
beoordelen of verwijzing en/of consultatie van een deskundige nodig is. Voor huisartsen verstoort de acute
vraag echter vaak de continuïteit van het ’eigen’ werkproces. Wanneer er bij verwijzing op locatie gewacht
wordt op de Crisisdienst is men niet beschikbaar voor andere patiënten. Voor de huisarts is het soms lastig in te
schatten wanneer men weg kan gaan en wat de risico’s voor de patiënt zijn wanneer niet fysiek wordt
overgedragen. Binnen de huisartsenpraktijk/DDG is onvoldoende deskundigheid en capaciteit beschikbaar om
iemand die zichzelf iets aan wil doen in de gaten te houden. Ook zijn er patiënten die bij het wachten
buitensporig veel tijd opeisen zodat zorgverlening voor andere acute patiënten in het gedrang komt. Dit geldt
ook voor de SEH’s waar intern geen psychiater beschikbaar is.
Voor het ketenverband is het belangrijk dat de ketenpartners zich bewust zijn van en rekening houden met de
onderlinge afhankelijkheid. Vaak is niet duidelijk waarom er gewacht moet worden en hoe lang het nog gaat
duren. Heldere informatie naar de juiste professional over de redenen en te verwachten overbruggingstijd is
noodzakelijk om een goede inschatting te kunnen maken in verband met de voortgang van overige taken. Dit
vraagt een wederzijds vertrouwen dat men oog heeft voor elkaars taak en rol in de keten. Ook zorgt een goede
communicatie voor meer begrip tussen ketenpartners.
Vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid is het belangrijk dat de bij het zorgproces betrokken
organisaties verantwoorde zorg kunnen blijven bieden. Dit vereist dat ketenafspraken recht doen aan
verantwoorde en veilige zorg. Onder verantwoorde zorg wordt verstaan zorg van goed niveau, die in ieder
geval doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van
de patiënt.4
Omdat het een terugkerend thema betreft, hebben de ketenpartners uitgangspunten geformuleerd en de
werkbare afspraken gemaakt voor de dagelijkse praktijk.
Resultaten ter verbetering van de overbrugging tot de beoordeling
• Binnen de organisaties
Interne communicatie binnen de huisartsenkring, de DDG en SEH Refaja over de opvatting dat de zorg
voor een patiënt met psychiatrische problematiek hoort bij de eigen kerntaak. Opvang tot de
beoordeling hoort daarbij. Dit vereist wel kennis en vaardigheid hoe om te gaan met patiënt tot de
psychiater er is. Op verzoek kan Lentis scholing bieden.
Verder verkennen in het Delfzicht en Lucas of bij te verwachten lange wachttijd de beoordeling kan
worden uitgevoerd door de klinisch psycholoog (in dienst van het ziekenhuis) tijdens kantooruren.
• Oplossingen binnen de crisisdienst Lentis
Lentis gaat ruimte creëren door meer medewerkers (vpk specialist, arts-assistent en SPV) in de
diensten in te zetten voor outreachende contacten, o.a. naar het cellencomplex politie. Aanscherping
taakdifferentiatie wie doet wat in de 24 uurs dienst.
Lentis stelt een maximum overbruggingstijd tot het moment van overdracht/beoordeling van ten
hoogste twee uur of zorgt binnen deze termijn voor ondersteuning. Lentis verkent hiervoor de
mogelijkheid om een crisismedewerker binnen ten hoogste twee uur op de locatie te hebben ter
overbrugging tot psychiatrische beoordeling.
4
art. 40 uit de Wet Big; art. 2 uit de Kwaliteitswet zorginstellingen en de art. 7:453 uit de Wgbo.
7
Bij een verzoek om een beoordeling/crisiscontact op locatie geeft Lentis de verwijzer altijd een
inschatting van de tijdsduur.
•
Organisatieoverstijgende initiatieven
Het UCP en Lentis hebben afgesproken dat het UCP beoordelingen voor de bij Lentis aangemelde
patiënten uit gaat voeren bij piekbelasting van Lentis en te verwachten lange wachttijd in de keten tot
de beoordeling. Aandachtspunten zijn de beoordelingen buiten kantoortijd en Lentis verzorgt de
outreachende beoordelingen.
Er wordt verder verkend hoe de bestaande opvang van (verwarde) patiënten in een onveilige situatie
verbeterd kan worden. De ketenpartners hebben de intentie uitgesproken om de mogelijkheden voor
een specifieke opvanglocatie in de regio Groningen verder te onderzoeken. Het doel is een
patiëntvriendelijke en veilige omgeving voor de patiënt (geen politiecel) en ketenpartners zijn dan
weer beschikbaar voor andere patiënten.
De volgende leidende principes zijn afgesproken:
- Waar mogelijk wordt voor de overbrugging eerst gekeken of de omgeving van de patiënt, een naaste,
familielid of een buurtgenoot kan worden ingeschakeld.
- De duur van de overbrugging wordt door Lentis gecommuniceerd naar de ketenpartner die verzoekt om
een crisisbeoordeling. Wat is de reden waarom er gewacht moet worden en hoe lang het nog gaat duren.
3. Handelingen tijdens de eerste opvang
Het beleid van huisartsen bij patiënten met (verdenking van) acute psychiatrische problematiek is niet
eenduidig. Soms wordt er direct doorverwezen en wordt patiënt niet gezien door de huisarts. Het uitgangspunt
is om dit vooral wel te doen, omdat de huisarts een poortwachtersfunctie vervult, en in ieder geval somatiek
moet uitsluiten. Er zijn ook situaties denkbaar waar een telefonische inschatting van de huisarts en na
telefonisch overleg met de psychiater een directe verwijzing kan volstaan omwille van veiligheid en/of
efficiency. Patiënten die bekend zijn of al in zorg zijn, kunnen ook meteen worden doorverwezen naar Lentis of
het UCP. Huisartsen zijn op verschillende manieren georganiseerd. Dit bemoeilijkt het bespreken van
ketenuitgangspunten en afspraken voor de praktijk. De doktersdienst DDG en de SEH’s van de ziekenhuizen
waar geen afdeling psychiatrie aanwezig is, vinden het belangrijk dat de medewerkers van deskundigen leren
hoe zij ten aanzien patiënt kunnen kalmeren of ondersteunen tot de beoordeling kan plaatsvinden. Bij een
patiënt in een crisissituatie is extra alertheid nodig ten aanzien van signalen van suïcidaal gedrag of bij een
tentamen suicidii alertheid op de kans op herhaling. De landelijke Multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en
Behandeling bij suïcidaal gedrag biedt duidelijke handreikingen voor alle organisaties in de keten bij verdenking
van patiënt met acute psychiatrie. De huisartsen werken volgens NHG standaarden en richtlijnen. Hoewel de
huisartsen betrokken waren bij de totstandkoming van de Multidisciplinaire richtlijn, is deze richtlijn nog niet
vertaald naar een NHG-standaard.
Resultaten ter verbetering van de eerste opvang
Lentis biedt op verzoek (bij)scholing op maat aan medewerkers van ketenorganisaties over hoe te
handelen tijdens de wachttijd.
Lentis biedt op verzoek scholing bieden over de inhoud en toepassing van de Multidisciplinaire richtlijn.
Binnen de staf van de ziekenhuislocaties Delfzicht en Lucas wordt deze mogelijkheid besproken.
De kader(huis)arts GGZ voor de regio neemt deel aan de werkgroep. Vanuit deze rol en
verantwoordelijkheid zal zij stappen zal ondernemen om de Multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en
Behandeling bij suïcidaal gedrag op de NHG agenda te late plaatsen met het verzoek stappen te zetten
naar een standaard. Dit biedt mogelijkheden om het beleid ten aanzien van deze patiëntengroep binnen
de huisartsen breed te agenderen en af te stemmen.
Met de manager van de Dokterdienst Drenthe (CHD) is afgesproken dat dit initiatief vanuit Drenthe wordt
ondersteund waar nodig.
Van de genoemde Multidisciplinaire richtlijn is een vertaling gemaakt voor de toepassing binnen de SEH’s.
Deze vertaling moet worden opgevat als een set minimumeisen waaraan de instructies per organisatie aan
dienen te voldoen.
Accare heeft afspraken gemaakt met het UCP over het gebruik van een veilige locatie voor beoordelingen
buiten de SEH.
8
Best practice
Medewerkers van de Doktersdienst Groningen hebben in teamverband al eens scholing door de
Crisisdienst Lentis gevolgd. Dit heeft ondersteunend gewerkt.
Het UCP en het Martiniziekenhuis hebben de opvang van een psychiatrische patiënt op de afdeling
spoedeisende hulp helder geprotocolleerd. Tips zijn meegenomen in de uitwerking van de
bovengenoemde richtlijn voor de SEH’s.
4. Het inschatten van risico’s voor de patiënt/omgeving en medewerkers
Bij (dreigende) onveiligheid kan assistentie worden ingeroepen. In ziekenhuizen kan, indien deze functie
aanwezig is, in eerste instantie de interne beveiliging worden opgeroepen. Indien er geen interne beveiliging is,
kan In de crisissituatie politieassistentie worden ingeroepen om de veiligheid te bewaken. Medewerkers bij de
SEH’s zijn gebaat bij scholing en ondersteuning.
Extra alertheid is nodig in de crisissituatie wanneer er mogelijk kinderen betrokken zijn. Sinds juli 2013 is de
Landelijke Meldcode voor professionals van kracht. Dit betekent wanneer de situatie of conditie van de patiënt
daarom vraagt, moet worden nagaan of er minderjarigen zijn die onder de zorg van de patiënt staan en of kan
worden vastgesteld of zij veilig zijn. Als dit niet goed vastgesteld kan worden, moet de professional op basis van
de stappen in de Meldcode (het inschatten van risico, aard en ernst ) het AMK of een andere deskundige
consulteren.
BJZ Groningen heeft met de SEH’s in de provincie en de Ambulancezorg Groningen afspraken gemaakt die
afwijken van de reguliere werkwijze van de Meldcode, omdat medewerkers van deze organisaties niet de
mogelijkheden hebben om ter plekke alle stappen van de Meldcode zorgvuldig te nemen. De afspraak is dat
ziekenhuizen en de Ambulancezorg de ouder- en kind meldingen doen bij het AMK en dat het AMK beoordeelt of
de melding door het AMK wordt onderzocht of dat de melding wordt doorgeleid naar de Toegang.
Resultaten ten aanzien van risico-inschatting
De Politie Noord Nederland district Groningen - Lentis - UCP –Ambulancezorg Groningen – GGD Groningen
hebben afspraken vastgelegd in een ketenconvenant. Zie bijlage g. Ontwikkeling convenant- en
werkafspraken
Psychiaters van de Crisisdienst Lentis zijn beschikbaar voor scholing van medewerkers van de
Doktersdienst en de SEH’s van Delfzicht/Lucas en Refaja. zie ook 3. Handelingen bij de eerste opvang. De
psychiaters van het UCP en het Martiniziekenhuis kunnen dit, waar nodig, intern aanbieden.
De signalering of kinderen betrokken zijn, is opgenomen in het Format voor overdracht, het Stroomschema
en protocol Patiënt met suïcidaal gedrag op de SEH en in het document Informatie BJZ aan ketenpartners.
5. De beschikbaarheid van crisisbedden
Vanwege de specifieke aanpak en vaak ook risicovolle situatie bij acute verslavingsproblematiek is het
belangrijk te dat er bedden beschikbaar zijn voor een acute opname.
Ontwikkeling ter verbetering van de beschikbaarheid bedden
• VNN werkt aan een nieuwe kliniek samen met GGZ Drenthe waar BOPZ bedden worden gecreëerd om
patiënten met een Rechterlijke Machtiging te kunnen behandelen.
• Dit heeft mogelijk ook gevolgen voor de vervolgbehandeling, o.a. cliënten van VNN in de kliniek
Vondellaan Groningen kunnen doorstromen.
• VNN overweegt te gaan sturen op uitstroom, zodat er vaker cliënten bij een crisis direct kunnen worden
opgenomen o.a. op de zgn. detoxbedden.
• Lentis stelt zich ten doel om altijd opnameplekken beschikbaar te hebben voor noodsituaties, de zgn. IBS
bedden.
6. Overdracht van patiënt en patiëntgegevens
Vanuit het perspectief van patiënten is het belangrijk dat zij, binnen het traject dat zij doorlopen, ervaren dat
zorgverleners onderling afstemmen en samenwerken en dat de zorg veilig is en aansluit. Samenwerking tussen
organisaties gaat niet zonder gegevensuitwisseling. Professionals door de keten heen moeten binnen en buiten
kantooruren kunnen beschikken over juiste en tijdige informatie op basis waarvan risico’s kunnen worden
9
ingeschat en beslissingen kunnen worden genomen voor verwijzing, beoordeling enz. Vooral in de crisissituatie
zijn er vaak nog onduidelijkheden en het essentieel om uit te wisselen met een professional van ”de volgende
schakel” in de keten.
Overdracht blijkt in ketens een risicomoment voor goede en veilige patiëntenzorg. Dit is deels te ondervangen
door:
• Bewust aandacht te geven aan de overdrachtsmomenten.
• Afspraken over inhoud, vorm en werkwijze.
• Een actieve houding en bereidheid van professionals ten aanzien van het uitwisselen van informatie.
In de keten acute psychiatrie zijn meerdere logische momenten in het zorgproces voor informatie-uitwisseling
tussen een of meerdere organisaties en binnen de eigen organisatie. Daarmee ontstaan echter ook meerderde
risicomomenten in het zorgtraject voor de patiënt. In de inventarisatie van knelpunten is vastgesteld dat
verbetering wenselijk is en dat een format daarbij zou kunnen helpen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt.
Resultaten ter verbetering van de overdracht
De werkgroep stelt de volgende leidende principes voor overdracht in de keten:
Alle zorgverleners zijn verantwoordelijk voor continuïteit in zorgproces en nemen een actieve houding aan
ten aanzien van de overdracht. Handvat voor de praktijk is de zgn. estafetteverantwoordelijkheid je laat
pas los als de ander het stokje heeft overgenomen en dakpanverantwoordelijkheid in de overdracht ben je
allebei verantwoordelijk tot de ander het echt heeft overgenomen.
In de crisissituatie wordt de overdracht tussen behandelende partijen altijd mondeling gedaan. Deze vorm
van overdracht is gewenst om een versnelling in de continuïteit van de zorgverlening te krijgen. Hoe
complexer de situatie des te belangrijker is de mondelinge overdracht.
De mondelinge overdracht wordt schriftelijk ondersteund binnen een afgesproken termijn. De snelheid
staat in relatie tot de urgentie van de situatie en of er van de ontvanger behandeling of nazorg wordt
verwacht.
De overdracht vindt plaats van professional naar professional. Hiervoor zijn actuele telefoonnummers
beschikbaar.
De ondersteunende schriftelijke overdracht moet goed leesbaar zijn om interpretatie te voorkomen (in
principe niet geschreven en geen doordrukvel).
De keten organiseert de overdracht minimaal volgens de adviezen uit het Kwaliteitsdocument Ketenzorg.
Zie bijlage c onder Eisen aan samenwerking en overdracht.
De werkgroep stelt eisen aan de inhoud van de overdracht:
Er zijn afspraken gemaakt over de minimale inhoud van de overdracht in een format. Zie bijlage C. onder
format voor overdracht.
NB: De huisartsen volgen de NHG richtlijn voor overdracht. De richtlijn Informatie-uitwisseling huisarts tweedelijns GGZ moet nog op bruikbaarheid worden voor de keten gescreend.
De ketenpartners dienen te voldoen aan de heersende wet- en regelgeving. Om de schriftelijke overdracht van
gegevens te faciliteren moeten de diverse digitale systemen (veilig) met elkaar kunnen communiceren. Dit is nu
niet het geval. Daarom dient het format in deze fase van de keten als checklijst voor de ketenpartners bij
mondelinge en schriftelijke overdracht. Het biedt wel inzicht in de informatie die de betrokkenen op elk
moment nodig hebben. Men kan zelf bepalen of het wordt ingevoegd in een blanco pagina in het EPD binnen
de eigen organisatie of als checklist in een worddocument.
Het ketenformat moet niet leiden tot extra bureaucratie. Ketenpartners blijven hier alert op. Het wordt
beschouwd als een eerste stap in de afstemming van informatievoorziening rond de patiënt met psychiatrische
problematiek. Het biedt een basis voor verdere uitwerking naar bijvoorbeeld ketenonderdelen met een meer
specifieke informatiebehoefte zoals de verslavingszorg en de kinder- en jeugdpsychiatrie. In de volgende fase
kunnen de ketenpartners de overdrachtinformatie op maat aanpassen.
Er is een wens voor een verwijsbrief voor de keten. Dit kan worden gerealiseerd via Zorgdomein. Afgesproken
is dit even te laten rusten omdat Zorgdomein nog niet ketenbreed is ingevoerd.
10
7. De werkwijze bij BOPZ/ IBS
De wachttijd is soms lang, er zijn geen duidelijke acties afgesproken ter verkorting van de procedure. Bij een
beoordeling op het cellencomplex kan, wanneer de psychiater nog niet beschikbaar is, een SPV ondersteuning
bieden op de locatie.
8. Afstemming en feedback op professioneel nivo
De contactpersonen in de werkgroep ervaren een meerwaarde om praktijksituaties te bespreken in relatie tot
de keten. Dit kan confronterend zijn. Een casus blijkt vaak op meerdere aspecten te analyseren en geeft
daardoor meerdere leerervaringen:
- De mate waarin betrokkenen op de hoogte zijn van actuele (convenant)afspraken.
- Het kennen, maar ook accepteren, van ieders verantwoordelijkheid.
- Verschillende interpretaties van de werkafspraken.
- De juiste toon en communicatieve houding.
- Goed kunnen luisteren en het zorgvuldig doorgeven van signalen zonder oordelen.
- Het delen van de verantwoordelijkheid voor aansluiting over de eigen organisatiegrens heen.
- Bewustwording van risico’s.
Verbeteringen zijn niet alleen maar te sturen door schriftelijke afspraken. Het betekent ook aandacht voor
moeilijk te sturen processen, zoals gedrag en houding in de praktijk. Voorbeelden uit de keten kunnen
geanonimiseerd worden ingebracht in teambesprekingen binnen de afzonderlijke organisaties.
Resultaten ter verbetering van de afstemming
Korte lijnen per telefoon of mail zijn belangrijk om te bevestigen wat goed gaat en het op de juiste plaats
bespreken wat niet goed gaat. De “klachten” van de DDG naar Lentis zijn verminderd.
Tijdige en respectvolle feedback kan voorkomen dat ruis en onnodige beeldvorming tussen organisaties
ontstaat Deze lijn was al ingezet door enkele ketenpartners en dit is tijdens de projectperiode nog eens
door de betrokkenen onderschreven.
Het is niet verstandig om problemen te snel op bestuurlijk of ambtelijk niveau te brengen. Anderzijds is het
belangrijk om klachten serieus op te pakken, ondanks een incidenteel karakter. Dit om verkeerde
beeldvorming over en weer te voorkomen. Zie verder III. Aanbevelingen voor de voortgang.
9. Richtlijnen/protocollen/scholing in de keten
Het accent lag op de richtlijn Multidisciplinaire Diagnostiek en Behandeling bij Suïcidaliteit. Zie c. Handelingen
tijdens de eerste opvang. Organisaties worden geacht het landelijke Kwaliteitsdocument bij Suïcidaliteit te
implementeren. De voortgang van de implementatie is een aandachtspunt voor het vervolg van de keten, o.a.
de continuïteit van zorg na de acute fase.
Resultaten ten aanzien van protocollen enz.
De richtlijn Multidisciplinaire disciplinaire samenwerking bij suïcidaliteit is passend gemaakt voor de SEH’s.
Zie bijlage d. Interventies op de Spoedeisende Hulp Ziekenhuis – SEH bij patiënten met suïcidaal gedrag
10. Informatie over de keten/ indicatoren
De keten wordt niet gevolgd op basis van feitelijke informatie. Om de keten op termijn te kunnen monitoren
zijn kwantitatieve gegevens nodig. Dit thema wordt aanbevolen voor de volgende fase in de keten. Binnen GGZ
Nederland wordt het bijhouden van een zgn. ‘minimale dataset’ voor verschillende doeleinden ingezet, naast
kwaliteit van de aanmelding en overdracht ook voor wetenschappelijk onderzoek en prestatie-indicatoren.
De voortgang bewaken
Omdat vele organisaties onderdeel uitmaken van de keten is transparantie ten aanzien van resultaten en
voortgang een voorwaarde. De werkgroepbijeenkomsten werden uitgevoerd met behulp van een agenda, een
verslag met afspraken en waar nodig ondersteunende notities en presentaties. De transparantie ten aanzien
van de voortgang werd bewaakt aan de hand van een voortgangslijst met acties. De contactpersonen hebben
hiermee ook een handvat om collega’s te informeren.
11
III. Aanbevelingen voor de voortgang
Afspraken in de keten acute psychiatrie worden gemaakt op basis van gelijkwaardigheid en zijn niet vrijblijvend.
Er is echter geen sturing met een hiërarchische verantwoordelijkheid en daarom is het borgen van de
resultaten van de werkgroep noodzakelijk door o.a.:
•
Het borgen van ketenafspraken op bestuurlijk niveau
- Convenantafspraken met een evaluatiecyclus.
- Het organiseren van de implementatie en evaluatie van afspraken binnen de ketenorganisaties.
- Het faciliteren van professionals om deel te nemen aan ketenbijeenkomsten met de
verantwoordelijkheid om te zorgen voor terugkoppeling en meningsvorming binnen de
“eigen”organisatie.
- Het vaststellen van het voorzitterschap voor ketenbijeenkomsten.
- Het organiseren van coördinatie over de voortgang in het samenwerkingsproces, het scherp houden
van de agenda, het bijhouden van de ketendocumenten, het bewaken van gezamenlijk acties en het
volgen van ontwikkelingen bezien vanuit de relevantie voor de keten enz.
•
Het borgen van afspraken op professioneel niveau gericht op uitwisselen en verbeteren
Het voorstel van de werkgroep is om ketencommunicatie te onderhouden door minimaal twee
ketenbijeenkomsten per jaar te organiseren:
- Een bijeenkomst met een algemene agenda rond beleid en ontwikkelingen.
Lentis is bereid het voorzitterschap op zich te nemen.
- Een bijeenkomst waarin relevante ketencasussen wordt geagendeerd ter lering en verbetering.
Het verdient aanbeveling na te gaan of dit jaarlijks in de vorm van geaccrediteerde nascholing kan
plaatsvinden.
- Daarnaast minimaal één keer per jaar een gesprek tussen ketenorganisaties die veel met elkaar te
maken hebben in het patienttraject.
•
De volgende fase in de keten
- Een evenredige vertegenwoordiging is essentieel voor verdieping in de samenwerking en het maken
van ketenbrede afspraken. Dit betekent deelname vanuit de SEH’s. De politie Noord Nederland district
Groningen zal in de volgende fase aan de bijeenkomsten deelnemen.
- Specifieke aandacht voor ketenafspraken wanneer kinderen of jeugdigen in een crisissituatie verkeren.
BJZ, Accare en Jonx hebben het initiatief genomen om te verkennen of een specifiek ketenoverleg
Jeugdpsychiatrie wenselijk is.
- De overdracht verder ontwikkelen op maat waar nodig en de (technische) ontwikkelingen volgen voor
een veilige uitwisseling van gegevens.
- Afstemming bij bepaalde patiëntenproblematiek met risico’s, zoals de continuïteit van zorg bij
suïcidaliteit na de acute fase, de aanpak bij gebruik medicatie en middelen, zoals GHB.
- Een procedure voor het bespreken van landelijke richtlijnen en protocollen in relatie tot de keten.
- Scholing in ketenverband (met accreditatie) verder verkennen.
- Om in ketenverband zicht te blijven houden op werking en om te kunnen sturen is het noodzakelijk te
weten hoe de keten functioneert op basis van feiten. Ketenindicatoren zijn hierbij een essentieel
hulpmiddel. Bespreken welke registraties en feitelijke onderbouwingen in de keten nodig zijn.
12
Begrippenlijst
Samenwerking
Acute psychiatrie
Crisissituatie
Overdrachtsmoment
Verantwoorde zorg
Zorgprofessionals
Somatische zorg
Richtlijn
Keten
Ketenzorg
Van samenwerking is sprake als meer dan één zorgverlener bij de cliëntpatiënt betrokken is. Samenwerking kan intern zijn (zorgverleners die
binnen dezelfde instelling werken) en extern (zorgverleners uit verschillende
instellingen) of een mengvorm.
Een patiënt krijgt hulp binnen 24 uur of zoveel korter van de acute en/of
consultatieve psychiatrie.
Een acute situatie die volgens een van de ketenparnters direct ingrijpen
noodzakelijk maakt ten einde direct gevaar voor de persoon of omgeving af
te wenden en/of ernstige overlast te vermijden.
Die momenten, waarbij patiënt overgaat van:
- de ene partij/behandelsetting naar de andere.
het ene organisatieonderdeel naar de andere.
- de ene hulpverlenernaar de andere
- of overdracht van een patiënt die zelf geen zorg (meer) wil, terwijl dit
wel geïndiceerd is.
Hierbij moet ook patiënt informatie worden overgedragen.
Onder verantwoorde zorg wordt verstaan zorg van goed niveau, die in ieder
geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is. De zorg moet tijdig
wordt verleend en is afgestemd is op de reële behoefte/ zorgvraag van de
patiënt/cliënt.
Individuele beroepsbeoefenaren die werken binnen het domein van artikel 3
van de Wet BIG.
Medische, verpleegkundige, fysiotherapeutische, ergotherapeutische en
diëtistenzorg.
Een document met aanbevelingen, adviezen en handelingsinstructies ter
ondersteuning van de besluitvorming van professionals in de zorg en
patiënten berustend op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek met
daarop gebaseerde discussie n aansluitende meningsvorming, gericht op het
expliciteren van doeltreffende en doelmatig medisch handelen.
Een samenwerkingsverband tussen zelfstandige, maar ook wederzijds
afhankelijke partijen gericht op afstemming in het primair proces, zodanig
dat de patiënt de opeenvolging van contactmomenten als een keten
ervaart.
Ketenzorg is het samenhangend geheel van zorginspanningen dat door
verschillende zorgaanbieders onder een herkenbare regiefunctie wordt
geleverd, waarbij het cliëntproces en de zorgvraag centraal staat.
Dit blijkt ook uit geformaliseerde afspraken tussen betrokken
zorgaanbieders over samenhang en continuïteit van de patiëntenzorg.
Referentiebronnen
• Aanpak Ketenzorg bij Suïcidaliteit regio Groningen, december 2012.
• Afstemmingsafspraken ketenzorg acute psychiatrie regio Groningen, september 2012.
• Handleiding bij het optimaliseren van Ketenzorg, Acute Zorgnetwerk Noord Nederland en ZonMw, 2010.
• Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerken in de zorg, 2010.
• Inventarisatie Huidige situatie acute psychiatrie Drenthe in een zorgketen in de periode jan -febr. 2013.
• Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij Suïcidaliteit, aanbevelingen voor zorgvuldig samenwerken in de keten,
Trimbos- Instituut, 2010.
• Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling, 2013.
• Multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en Behandeling van suïcidaal gedrag, Nederlandse Vereniging voor
Psychiatrie, Nederlands Instituut van Psychologen, 2012.
• Project Ketenzorg bij Suïcidaliteit regio Groningen, juli 2012.
13
Bijlage
Ketenuitwerkingen
a.
De vertegenwoordiging van de organisaties in de werkgroep
b.
Voorbeeld voortgangslijst
c.
De focus op bereikbaarheid en overdracht
d.
Interventies op de Spoedeisende Hulp Ziekenhuis bij patiënten met suïcidaal gedrag
e.
Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) in de keten ter informatie aan ketenpartners
f.
Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) in de keten ter informatie voor ketenpartners
g.
Ontwikkeling convenant- en werkafspraken
14
a. De vertegenwoordiging van de organisaties in de werkgroep
Vertegenwoordiging vanuit de ketenorganisaties
Zorgaanbieder
Werkgroeplid
Organisatie
Functie
Huisartsen
Mevr. A. Drent
Doktersdienst Groningen (DDG)
Locatie Manager
Mevr. M. Oud
namens de DDG en de Huisartsenkring
Groningen
Huisarts en kaderarts GGZ
C. Peters Veluthamaningal
namens de Huisartsenkring Groningen
Huisarts en bestuurslid
Huisartsenkring Groningen
GGD
J. Broer
GGD Groningen
Forensisch arts
Ambulancezorg
R. de Vos
Ambulance Zorg Groningen
Medisch coördinator
Ziekenhuizen
E. Horwitz
Universitair Centrum Psychiatrie (UCP)
Psychiater/Hoofd de Balie
Mevr. T. Broersma
Martini ziekenhuis Groningen
Psychiater
Mevr. J. Noorman
Refaja Stadskanaal
Afdelingshoofd SEH
Mevr. B. Lobbrecht
St. Lucas Winschoten/ Delfzicht Delfzijl
(OZG)
Klinisch psycholoog
GGZ
J.W. de Boer
Lentis (Crisisdienst)
Psychiater/ hoofd crisisdienst/
Voorzitter van de werkgroep
JeugdGGZ
L.J. Kalverdijk
Accare
Clustermanager, kinder- en
jeugdpsychiater
Verslavingszorg
A. Appelo
Verslavingszorg Noord Nederland(VNN)
Divisiemanager Volwassenen
Groningen
Jeugdzorg
A. de Jong
Bureau jeugdzorg Groningen (BJZ)
Beleidsmedewerker
Geen
Mevr. A. van Gemert
In opdracht van de ketenpartners
Projectbegeleider
b. Voorbeeld voortgangslijst
Fase in keten
Melding acute patiënt
Knelpunt
Kader/norm of
richtlijn
Actie
Wie
Afronding
De eerste opvang en
interventies door de
huisarts na de (aan)
melding van de
crisissituatie
Het beleid bij
huisartsen t.a.v. van
een patiënt met
(verdenking van)
psychiatrische
problematiek is niet
eenduidig.
Kerntaak van huisartsen
is signaleren acute
problematiek ,
inschatten van de ernst
van de situatie en het
uitvoeren van
oriënterend onderzoek.
(Waar nodig toeleiden
naar vervolgzorg)
Stimuleren van een
duidelijke beleidslijn bij
huisartsen door scholing
en refereerbijeenkomsten.
Marian
Oud
Anna van
Gemert
Jan Willem
de Boer
Bespreking
22 oktober
2013
Er is geen standaard
NHG bij acute
psychiatrie.
Relatie leggen met het
landelijk document
Multidisciplinaire richtlijn
voor diagnostiek en
behandeling van suïcidaal
gedrag.
15
c. De focus op bereikbaarheid en overdracht, een voorbeeld
Bereikbaarheid
Beschikbaarheid
Melding naar huisarts
door patiënt, familie of
omstanders
Melding naar GGD arts
door politie
Ambulancezorg/
Politie
Huisartsenzorg/
GGD arts
Diagnose en
somatische
interventie
Verwijzen naar
medische vervolgzorg
Verzoek vervoer?
Momenten van
overdracht en
uitwisseling van
informatie
Naar SEH/triagevpk
Naar de meldkamer
Naar ambulance
suïcidale en acute psychiatrische
patiënten < 18 jaar
Ziekenhuis arts /
specialist/JeugdGGZ
accare
Psychiatrische zorg
Lentis/ UCP/ Accare
Stabilisatie en
vervoer naar
spoedeisende
hulp
Acute diagnose en
somatische zorg
Consult of verwijzen
psychiatrische zorg.
Beoordeling op
psychiatrische
problematiek en
behandeling
Assistentie
Politie?
Inroepen Bureau
Jeugdzorg/AMK?
Consulteren
VNN?
Naar SEH ziekenhuis
Naar de meldkamer
Naar de politie
Naar de Crisisdienst
Somatische afd. zkh
Eventueel AMK
Naar psychiater van de
betreffende organisatie
Naar VNN
Eisen aan overdracht op basis van landelijke richtlijnen
Verantwoordelijkheid bij overdracht
Specifiek bij suïcidaliteit
Bron: Verantwoordelijkheidsverdeling bij
samenwerking in de zorg,
Brondocumenten: Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit,
2010. Multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en Behandeling bij
suïcidaal gedrag, 2012.
De verantwoordelijkheid voor een goede
overdracht is een gedeelde verantwoordelijkheid in
de keten
Bij overdracht naar vervolghulp is de informatieoverdracht gedetailleerder
dan bij terugkoppeling naar de aanvrager
Overdracht vindt expliciet plaats.
De verantwoordelijkheid voor een goede
overdracht ligt bij de Zorgverlener
Terugkoppeling naar de nooddiensten en toeleiders gebeurt mondeling.
De betreffende partij zegt dat deze de zorg voor de patiënt overneemt.
Daarmee is de verantwoordelijkheid overgedragen.
Tijdens transitiemomenten in de behandeling (bij overplaatsing naar een
andere behandelsetting en bij ontslag) en in niet-acute situaties krijgt zorg
voor veiligheid en continuïteit van zorg vorm door goede afspraken te
maken over de nazorg. Focus in de volgende fase op richten.
Wanneer in een acute situatie de patiënt door een huisartsenpost wordt
gezien, zorgt de post voor een persoonlijke, bij voorkeur mondelinge
overdracht naar de eigen huisarts, zonodig binnen een dag.
Een zorgverlener in de keten vergewist zich ervan
dat hij/zij beschikt over relevante gegevens van
collega’s en informeert collega’s over de
bevindingen die nodig zijn om verantwoorde zorg te
kunnen verlenen
In de acute situatie is van belang:
de aard van de problematiek
het resultaat van het gevoerd beleid
wat wordt van de vervolghulp verwacht.
In acute situaties vindt er telefonische overdracht van informatie plaats.
Schriftelijke overdacht en verslaglegging volgt zo snel mogelijk.
Als iets van de huisarts wordt verwacht, is het raadzaam de schriftelijke
informatie aan te vullen met telefonisch overleg.
In de overdracht wordt er rekening gehouden met
algemene risico’s en specifieke kenmerken van de
patiënt
De professional maakt afweging welke informatie anderen geïnformeerd
moeten worden over een verhoogd suïciderisico.
Bij de suïcidale patiënt zo veel mogelijk relevante informatie doorgeven bij
de verwijzing van de patiënt naar een andere behandelsetting.
Zorgverleners maken afspraken over de wijze
waarop relevante informatie uit een dossier
beschikbaar komt voor de volgende in de keten
Elke partij draagt verantwoordelijkheid voor zorgvuldige dossiervoering.
De hulpverlener die de verantwoordelijkheid voor de patiënt overneemt,
legt de overname vast in het eigen dossier.
16
Format voor overdracht in de Keten Acute Psychiatrie
Basisgegevens patiënt
Naam
Adres
Woonplaats
Geb. datum
BSN nummer
Voorgeschiedenis
Somatisch: de anamnese, lichamelijk onderzoek, DD, al gestarte behandeling en/of
diagnostiek
Psychiatrisch: welke interventie is gedaan
De reden van de verwijzing
Omschrijving van het somatisch en/of psychiatrisch probleem
Wat wordt gevraagd
Medicatiegebruik
Recent overzicht, hoe ver terug is ter beoordeling van de professional
Allergieën
Middelengebruik, zo ja, welke
Recent levensloop beleid
Specifieke kenmerken/ de context van de patiënt
Reanimatiebeleid
Contactpersoon van de patiënt
Naam
Telefoon
Verwijzer of contactpersoon van
de verwijzende organisatie
Naam
Functie
Afdeling ziekenhuis afdeling Lentis/ /huisartsenpraktijk/huisartsenpost/DDG/GGD
Telefoon
Specifieke maatregelen
IBS stelling ja/ nee
RM
ja/ nee
Risico-inschatting
De kans op agressie, geweldsaspecten, wapens, openbare orde: noodzaak voor inzet
politie
Wat te doen bij agressie, somatische bijzonderheden en risico’s
Suïcidepoging is cliënt alleen, wie is bij hem/haar
Kinderen in de crisissituatie
Is opvang voor kinderen beschikbaar en geregeld (sociale netwerk)
Moet er overleg plaatsvinden met Bureau Jeugdzorg
Moet er worden gemeld bij het AMK
Specifieke aandachtspunten
psychiatrisch behandelplan
Interventies/ Het resultaat van
het gevoerd beleid tot dusver
17
d. Interventies op de Spoedeisende Hulp Ziekenhuis – SEH bij patiënten met suïcidaal gedrag
Titel
Ketendocumenten Acute Psychiatrie regio Groningen
Doel
Het aanreiken van een minimale set interventies voor de Spoedeisende Hulp Ziekenhuis SEH – consultatief psychiatrisch verpleegkundigen- somatisch werkende artsen- psychiatersklinisch psycholoog- nurse practitioner psychiatrie.
De zorg voor en opvang van patiënten die een suïcidepoging hebben gedaan of suïcidaal zijn.
Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidale gedrag, Nederlandse
Verenging voor Psychiatrie (NVvP), Nederlands Instituut van Psychologen (NIP),
Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), 2012. Meldcode Kindermishandeling
en Huiselijk geweld, 2013.
Bespreking en invoering binnen de SEH’s door de contactpersoon, eventueel gevolgd door
bijscholing door een psychiater.
Patiëntengroep
Brondocument
Implementatie
Afbakening
Professionals op de SEH komen vaak in aanraking met patiënten met suïcidaal gedrag. Het kan gaan om:
- Patiënten die een suïcidepoging hebben gedaan.
- Patiënten die openlijk of bedekt duidelijk maken dat zij een doodswens hebben.
In beide gevallen betekent het voor de professional:
- Het uitvoeren van een oriënterend onderzoek naar suïcidaal gedrag en het betrekken van een bevoegd en
bekwaam deskundige.
Bevoegdheid om de patiënt te beoordelen
Wie mag een patiënt met suïcidaal gedrag beoordelen? De Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg (Wet big) regelt dat voor elke professional geldt: niet bekwaam is niet bevoegd. In een
instelling wordt vaak in een professioneel statuut vastgelegd wie verantwoordelijk wordt geacht voor
beoordeling van suïcidaal gedrag. Professionals dienen goed op de hoogte te zijn van de richtlijnen van de
instelling en van die van hun beroepsvereniging. De hier bedoelde richtlijn wordt in het bijzonder aanbevolen
aan iedere arts, psycholoog, verpleegkundige en psychotherapeut die werkzaam is in de gezondheidszorg. Men
gaat er daarbij vanuit dat het herkennen van suïcidaal gedrag en het uitvoeren van een oriënterend onderzoek
tot de basisvaardigheden behoort van iedere afzonderlijke professional uit deze beroepsgroepen.
Definitie
De term ‘suïcidaal gedrag’ verwijst naar het geheel aan gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen die
een zekere intentie uitdrukken om zichzelf te doden. De term ‘gedrag’ verwijst naar zowel handelingen als naar
gedachten. Om achter dit laatste te komen, is het nodig er onderzoek naar te doen.
Uitgangspunten voor interventies
• Bij een suïcidepoging hebben somatische diagnostiek en behandeling prioriteit. Professionals moeten oog
hebben voor de directe noodzaak van behandeling van de somatische toestand.
• De professionals op de SEH zijn niet ingebed in de GGZ. Daarom is het betrekken van een bevoegd en
bekwaam deskundige essentieel.
• Elke vorm van suïcidaal gedrag is geassocieerd met een verhoogd risico op suïcide en moet serieus worden
genomen.
• Overdracht is risicovol, zowel binnen de organisaties als in de keten en daarom zijn afspraken nodig over
de inhoud en vorm.
• Het handelen, moet gericht zijn op veiligheid.
- Professionals hebben oog voor het verhinderen van de toegang van middelen waarmee iemand zich kan
beschadigen.
- Professionals kunnen rekenen op bijstand van de politie ambulance en beveiligingspersoneel volgens
gemaakte afspraken.
Consultatie en verwijzing
De (arts-assistent-) psychiater, klinisch psycholoog of consultatief psychiatrisch verpleegkundige kunnen op elk
gewenst moment tijdens het onderzoek en de behandeling van de patiënt als deskundige op de SEH in consult
worden gevraagd. Consultatie van een deskundige wordt in elk geval gedaan bij iedere patiënt die een
18
suïcidepoging heeft gedaan, of bij patiënten die op de SEH zijn gekomen vanwege suïcidale uitingen.
Afhankelijk van de ernst van het suïcidale gedrag en de diagnose maakt de consulent samen met de patiënt en
waar mogelijk ook met de naasten, een (voorlopig) behandelplan en kiest de consulent de juiste
behandelsetting voor de uitvoering daarvan. Bij overplaatsing binnen het ziekenhuis of naar een andere
instelling hebben de SEH/arts en de consulent beiden een verantwoordelijkheid voor continuïteit van zorg. Dit
betekent:
• Afspreken wie als hoofdbehandelaar optreedt.
• Telefonische overdragen van informatie.
• Schriftelijke verslaggeving van zowel SEH arts als de consulent volgt zo snel mogelijk.
Bij patiënten met chronisch suïcidaal gedrag kan de zorg die de spoedeisende hulp verleent na een
suïcidepoging, beschreven worden in een eventueel veiligheidsplan waarbij afstemming plaatsvindt met
andere betrokken disciplines, en eveneens met de naasten van de patiënt.
Zie stroomschema
Patiënt met suïcidaal gedrag op de SEH
19
Stroomschema: Patiënt met suïcidaal gedrag op de SEH
1. Uitvoeren van de triage op de SEH
Tijdens triage beoordelen:
Welke maatregelen nodig zijn voor de veiligheid van de patiënt. Kan de persoon zich beschadigen.
Is een somatische behandeling noodzakelijk.
Is bijstand nodig voor de veiligheid.
NB. De noodzaak tot somatisch (be)handelen gaat vooraf aan psychiatrische diagnostiek en behandeling!
Aandachtspunten
Als de patiënt noodzakelijke somatische behandeling weigert, moet worden beoordeeld of de patiënt wilsbekwaam is om
zelf besluiten te nemen.
Als de patiënt wilsonbekwaam wordt geacht om te beslissen over de noodzakelijke somatische behandeling, zoekt de
behandelaar vervangende toestemming.
Voor maatregelen die noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en die geen uitstel dulden, dient de behandelaar
als goed hulpverlener te handelen conform de WGBO.
2. Somatische interventies op de SEH (vgl. protocol SEH)
De eerste opvang op de SEH en is primair gericht op het behandelen van de somatische consequenties.
Eventuele psychiatrische behandeling vindt op een later tijdstip elders plaats, klinisch dan wel poliklinisch.
Zorg voor veiligheid met als aandachtspunten:
Laat de patiënt bij ernstige suïcidaliteit niet alleen met scherpe voorwerpen in de omgeving schaar op nachtkastje, medicatie, drugs,
alcohol, aansteker, (infuus-) lijnen. Houd de patiënt, zeker bij actieve suïcidaliteit in het zicht, bedgordijnen open.
Voorwaarden SEH
Professionals dienen
te beschikken over
basisvaardigheden
voor omgang met
suïcidaal gedrag.
Kunnen herkennen of
er mogelijk sprake is
van een psychiatrische
stoornis.
Kunnen beoordelen of
verwijzing of
consultatie van een
deskundige nodig is.
Professionals zijn zich
bewust van de risico’s
bij overdracht, vooral
zorg voor de veiligheid
van patiënt,
medewerkers en
continuïteit van de
zorg.
Indien kinderen
betrokken: melden bij
het AMK volgens
werkwijze verplichte
“Meldcode Huiselijk
geweld en
Kindermishandeling”.
3. Psychiatrische en psychosociale interventies op de SEH
Algemene principes:
Is de patiënt somatisch voldoende stabiel en is de patiënt in staat tot een gesprek?
Interventies
Contact maken.
Bij onvoldoende coöperatie en/of vermoeden van psychiatrische stoornis:
een ter zake bevoegd en bekwaam deskundige consulteren of patiënt laten
beoordelen. Dit betekent, indien beschikbaar, een patiëntbeoordeling door de ´eigen`
ziekenhuispsychiater/ klinisch psycholoog of door de Crisisdienst GGZ Lentis volgens
afgesproken criteria en werkwijze.
Suïcidaal gedrag beïnvloeden.
Veiligheid bevorderen. Zie onder aandachtspunten onder 2.
Nagaan of kinderen betrokken zijn: komen zij in de verdrukking- lopen zij gevaar- zijn er
signalen van kindermishandeling.
Beïnvloeding aanleidingen
Verhelderen oorzaken en naasten betrekken (bij jongeren de ouder).
Indien nodig: behandelen van psychiatrische ontregeling en/of beïnvloeding van
aanleidingen.
Versterken van beschermende factoren.
Indicatiestellen voor de behandelsetting en zorgen voor continuïteit
De psychiater maakt een inschatting van de suïcidaliteit en beoordeelt, nadat de patiënt
somatisch is vrijgegeven, maar waar mogelijk al eerder, wat er verder moet gebeuren:
• Naar huis, een psychiatrische opname of overplaatsing naar een andere intramurale
setting.
• Bij ernstig gevaar kan de patiënt gedwongen worden opgenomen door middel van een
juridische maatregel (Inbewaringstelling).
• In afwachting van een onafhankelijk psychiater die het IBS -onderzoek doet, mag de
patiënt niet weg. Hij/ zij kan (alleen in dit geval) zonder juridische consequenties voor
hulpverleners of behandelaren actief tegengehouden worden tenzij er ernstig risico
ontstaat voor de eigen veiligheid. zie aandachtspunten bij IBS.
• Bij onveiligheid vraagt de verpleegkundige in overleg met de behandelend arts de
bewaking te komen.
20
Vervolg van de vorige pagina Indicatiestellen voor de behandelsetting en zorgen voor continuïteit
De psychiater zorgt als dat nodig is voor verdere (na)zorg.
• Hij/zij neemt daartoe contact op met geestelijke gezondheidszorg (Lentis), de
verslavingszorg (VNN), het maatschappelijk werk, de eigen behandelaar en/of de
huisarts.
• Schakelt indien nodig Bureau Jeugdzorg (het AMK) voor onderzoek en eventueel
opvang.
4a. Ambulante en opgenomen patiënten
Veiligheidsplan maken.
Behandelplan maken.
NB. Betrek naasten bij interventies!
4b. Na een suïcidepoging
Therapietrouw bevorderen na
ontslag.
Overweeg telefonische
herbeoordeling of aan huis.
5. Langere termijn/ Behandeling
Op indicatie.
Aandachtspunten bij IBS
• Als een patiënt door een psychiatrisch ziektebeeld een ernstig gevaar oplevert voor zichzelf of anderen en
hij/zij niet vrijwillig opgenomen wil worden dan is een Inbewaringstelling nodig.
• Een onafhankelijke psychiater (die dus niet bij de behandeling betrokken is) doet het psychiatrisch
onderzoek.
• De psychiater neemt contact op met de burgemeester die als enige gerechtigd is om iemand in bewaring
te stellen, de psychiater zorgt voor de psychiatrische verklaring behorend bij de IBS.
• Een patiënt kan niet gedwongen psychiatrisch worden opgenomen als de IBS -papieren niet bij de patiënt
aanwezig zijn.
• Een IBS heeft geen geldigheid tijdens opname in een algemeen ziekenhuis als iemand somatisch
opgenomen moet worden om ernstige somatische risico’s af te wenden. Als iemand dat niet wil, dan kan
dat onder de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).
Begripsomschrijving
Suïcidale gedachten of suïcidaliteit
Hiervan wordt gesproken als iemand denkt aan suïcide, dit overweegt of voorbereidingen treft. Gesproken
wordt ook wel van suïcidale ideatie.
Automutilatie
Opzettelijke zelfbeschadiging zonder de bedoeling het leven te beëindigen. De grens tussen automutilatie en
tentamen suïcide is niet altijd scherp aan te geven.
Tentamen suïcide
Opzettelijke en weloverwogen, soms impulsieve actie met de opzet zich van het leven te beroven ongeacht het
doel wat men daarmee denkt te bereiken.
Suïcide
Zelfdoding.
Oorzaken
Deze kunnen velerlei zijn maar gewoonlijk zijn ze het gevolg van:
• Psychiatrische stoornissen: depressie, schizofrenie, verslaving, heftige angstklachten.
• Sociale factoren: gebrek aan steun, verlies partner, schulden, werkproblemen, enz.
• Persoonlijkheidsstoornissen: impulsiviteit, agressief gedrag, uitzichtloosheid bijv. bij chronische ziekten.
21
e. Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) in de keten ter informatie aan ketenpartners
Document in het kader van de keten acute psychiatrie regio Groningen.
Informatie Bureau Jeugdzorg Groningen
Een crisissituatie met volwassenen met psychiatrische problematiek, waarbij
kinderen betrokken zijn.
Bereikbaarheid en beschikbaarheid voor ketenpartners
Overdag binnen kantooruren
•
•
Bij een (acute) probleemsituatie waarbij kinderen betrokken zijn en waarbij u BJZ wilt inschakelen, kunt u
bellen met de Toegang of het AMK. Binnen BJZ wordt beoordeeld welke afdeling de zorg het beste kan
oppakken: de Toegang of het AMK, dit is mede afhankelijk van geldende protocollen met ketenpartners.
Op de website van BJZ vindt u informatie over de diensten van BJZ en ook een verwijsformulier voor
reguliere aanmeldingen. http://www.bjzgr.nl/nl/professionals_en_BJG.html
Bureau Jeugdzorg Groningen
Telefoon overdag
Toegang
AMK
Bereikbaar binnen kantooruren
(050) 523 92 00
(050) 523 92 39 of 0900 1231230
Buiten kantooruren
•
•
•
Bureau Jeugdzorg Groningen heeft voor spoedgevallen een 24-uursbereikbaarheids-dienst. Het gaat hier
om situaties die geen uitstel verdragen naar de eerstvolgende werkdag.
Er is een tussenschakel via een telefooncentrale.
U wordt doorverbonden met de degene die bereikbaarheidsdienst heeft.
Bureau Jeugdzorg Groningen
Telefoon buiten kantooruren
BJZ
Bereikbaar buiten kantooruren
(050) 523 92 00
Kerntaak Bureau Jeugdzorg Groningen
•
•
•
Bureau Jeugdzorg heeft tot taak om geïndiceerde jeugdzorg en hulpverlening toe te wijzen en de veiligheid
van kinderen te waarborgen.
Bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, AMK, kan iedereen terecht voor advies, consultatie of
melding van (een vermoeden van) kindermishandeling.
Samen met betrokkenen inventariseren wat de krachten zijn van het gezin en hun netwerk, naast het
duidelijk zijn over de zorg die er is over kinderen. Gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor de
onveiligheid c.q. bedreigde ontwikkeling van kinderen. De uitgangspunten van de benaderingswijze Signs
of Safety worden door BJZ gehanteerd.
22
Uitgangspunten voor de keten in spoedsituaties
•
•
BJZ probeert kinderen zoveel mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving te laten verblijven. Pas als dit
niet mogelijk is, wordt met betrokkenen over andere vormen van opvang gepraat.
Als de gezagdragers van een kind het niet eens zijn met een besluit dat BJZ wel noodzakelijk vindt voor de
veiligheid van het kind, dan overlegt BJZ met de Raad voor de Kinderbescherming (Raad) en de Raad dient
een verzoek om een spoedmaatregel in bij de kinderrechter. Dit kan 7 x 24 uur.
Verantwoordelijkheden van ketenpartners bij het inschakelen van BJZ
5
Sinds juli 2013 is de meldcode voor professionals van kracht. Dit betekent wanneer de situatie of conditie van
de patiënt daarom vraagt, moet worden nagaan of er minderjarigen zijn die onder de zorg van de patiënt staan
en of kan worden vastgesteld of zij veilig zijn. Als dit niet (goed) vastgesteld kan worden, moet de professional
op basis van stap 4 van de Meldcode (inschatten van risico, aard en ernst) het AMK of een andere deskundige
consulteren.
1. Nagaan in iedere crisissituatie met volwassenen:
Zijn er kinderen betrokken
Komen zij in de verdrukking ….
Lopen zij gevaar dat ………..
Zijn er signalen van kindermishandeling
Kortom: Signaleren als professional wat het probleem van de volwassene/deze situatie of gebeurtenis kan
betekenen voor de kinderen in het systeem.
2. Indien kinderen betrokken zijn:
Als er in de crisissituatie hulp nodig is voor kinderen eerst nagaan of familie of het sociale netwerk
ingeschakeld kunnen worden.
Als dat niet mogelijk is hulp inschakelen via Bureau Jeugdzorg
Bij twijfel altijd BJZ raadplegen
Spoedeisende hulp (SEH) en Ambulancedienst
Met de SEH en de ambulancedienst zijn afspraken gemaakt die afwijken van de reguliere werkwijze van de
Meldcode, omdat medewerkers van deze diensten niet de mogelijkheden hebben om alle stappen van de
meldcode zorgvuldig te nemen. De afspraak is dat ziekenhuizen en ambulancedienst ouder- en kind meldingen
doen bij het AMK en dat het AMK beoordeelt of de melding door het AMK wordt onderzocht of dat de melding
doorgeleid wordt naar de Toegang (volgens Haags Protocol).
Informatie BJZ, versie 20 december 2013. (AdJ)
5
De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, deze code is voor instellingen verplicht gesteld door het Ministerie
van VWS per juli 2013.
23
f.
Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) in de keten ter informatie voor ketenpartners
Ketendocumenten acute psychiatrie VNN in de keten
Informatie voor ketenpartners
Een acute crisis met verslavingsproblemen
Onderdelen binnen de organisatie VNN
VNN is dé verslavingszorginstelling in het noorden van het land en heeft naast outreachende en ambulante
hulpverlening ook enkele klinische voorzieningen voor jeugd en volwassenen met verslavingsproblematiek.
Kerntaak VNN in de keten
De kerntaak van VNN is het leveren van optimale verslavingszorg en ondersteunen van de ketenpartners als
het gaat om signaleren van verslavingsproblematiek.
Uitgangspunten voor de keten
24 uur per dag 7 dagen per week is VNN bereikbaar voor crisisoverleg. Tijdens kantoortijden is VNN bereikbaar
voor alle vormen van behandeling: outreachend, ambulant, klinisch, crisis of niet crisis als het gaat om
verslavingsbehandeling.
Verantwoordelijkheden van ketenpartners bij het inschakelen van VNN
Zowel binnen als buiten kantoortijden kan VNN gebeld worden voor consultatie. VNN heeft geen crisisdienst,
de GGZ-instellingen kunnen in overleg met de dienstdoende arts van VNN beleid afspreken.
Bereikbaarheid en beschikbaarheid VNN voor ketenpartners
Verslavingszorg Noord Nederland heeft geen crisisdienst. VNN neemt daarom tijdens diensten (buiten
kantoortijden) geen patiënten op, tenzij ze binnen 24 uur daarvoor met ontslag zijn gegaan uit één van de
klinieken van VNN. De verantwoordelijkheid voor de behandeling van patiënten in een crisissituatie ligt bij de
regionale GGZ-instellingen, zoals Lentis en GGZ Drenthe, behoudens bij de zojuist genoemde net ontslagen
VNN-patiënt. De mogelijkheid tot consultatie is er altijd. De bereikbaarheid van VNN is als volgt geregeld:
Overdag binnen kantoortijden
Voor acute problemen kunt u als arts bellen met VNN over een cliënt6 in crisis.
a. Betreft het een bij VVN ingeschreven cliënt:
U kunt bellen met de hulpverlener van de cliënt of de locatie waar de cliënt in behandeling is.
Zie gegevens de op de website www.vnn.nl/ voor -professionals/ doorverwijzen/hulp -bij –crisis.
b.
Betreft het een niet bij VNN ingeschreven cliënt:
U kunt tussen binnen kantoortijden bellen naar het algemene nummer VNN.
Bereikbaarheid VNN
Binnen kantoortijden
(tussen 8.30 - 17.00 uur)
Algemeen telefoonnummer
088 - 234 34 34.
U wordt doorverbonden met de dichtstbijzijnde locatie!
Opnameprocedure tijdens kantooruren
•
•
6
De VNN-hulpverlener indiceert een acute opname.
De VNN-hulpverlener belt met het Centrale Opname Bureau van VNN over de beschikbaarheid van
bedden. Het streven is om na aanmelding binnen 24 uur een plek te vinden.
Afgeleid van de organisatievisie op Zorg spreekt VNN van cliënten en niet van patiënten.
24
•
•
•
•
De daadwerkelijke opname vindt tijdens kantoortijden plaats.
Cliënten in crisis worden opgenomen in de kliniek in Groningen of in Leeuwarden.
De duur van een crisisopname is 5 tot 10 dagen.
Bij een crisisopname van een cliënt, die nog niet in zorg is bij VNN, wordt na opname om een verwijzing
van de huisarts gevraagd.
Buiten kantoortijden
a.
Voor de regio Groningen kunt U contact opnemen met de Crisisdienst van Lentis. U kunt daarvoor het
telefoonnummer gebruiken dat u via een persoonlijk bericht bekend wordt gemaakt door Lentis, nadat u
het algemene nummer (088) 114 00 00 hebt gebeld. Of u wordt doorverbonden met de Crisisdienst.
Bereikbaarheid -beschikbaarheid -triage volgens werkwijze Crisisdienst Lentis.
b.
Voor de regio Drenthe kunt U contact opnemen met:
De Crisisdienst van GGZ- Drenthe via telefoonnummer (0592) 334567.
Deze dienst is 24 uur per dag bereikbaar.
c. Voor consultatie en overleg met VNN kunt u bellen met de dienstdoende arts van VNN in de kliniek in
Groningen via telefoonnummer (050) 522 52 22.
Bereikbaarheid VNN
Buiten kantoortijden
(tussen 17.00 uur en 8.30 uur en
tijdens weekend)
VNN kliniek
(050) 522 52 22
Het overleg kan uitsluitend tussen artsen onderling plaatsvinden. Dit overleg dient te gaan over patiënten,
die op dat moment in een crisissituatie verkeren, waarbij de te verkrijgen informatie niet kan wachten tot
tijdens kantoortijden. U kunt informatie vragen over:
1. Cliënten die ingeschreven staan bij VNN.
2. Cliënten, die niet ingeschreven staan bij VNN.
Ad.1.
Bij cliënten die ingeschreven staan bij VNN is het van belang om de volgende gegevens bij de hand te
hebben: naam, geboortedatum en BSN-nummer.
Daarnaast is het noodzakelijk dat een cliënt en/of zijn ouders een schriftelijke verklaring hebben getekend
dat de verslavingsarts van VNN gegevens over de cliënt mag verstrekken.
Deze verklaring kan gefaxt worden naar: 050-522 5299 (fax Vondellaan) of gezonden worden naar VNN,
Vondellaan 71-73, 9721 LB Groningen.
Ad.2.
Cliënten die niet ingeschreven zijn bij VNN. Van deze patiënten is het belangrijk om de naam, de
geboortedatum en het BSN-nummer bij de hand te hebben. Dit heeft te maken met de registratieplicht
van de verslavingsarts en de eventuele declaratie bij de zorgverzekeraar.
Informatie VNN, versie 18 december 2013
25
g. Ontwikkeling convenant- en werkafspraken (projectperiode)
26