preIMWA 2014 watersystemen publicatie01

pre IMWA 2014
watersystemen
Auteur: T. Bakker
Publicatiedatum: XXX
Versie: 0.3
Documentbeheer
Wijzigingshistorie
Datum
Versie
Auteur
Wijziging
12-12-2013
0.1
T. Bakker
Eerste versie. Alleen hoofdstuk 1 ingevuld.
6-1-2014
0.2
T. Bakker
Wijzigingen doorgevoerd nav overleg met
werkgroep op 18 december 2013.
10-2-2014
0.3
T. Bakker
Wijzigingen doorgevoerd nav overleg met
werkgroep op 29 januari 2014
Versie
Reviewer
Functie
Review
Datum
Controle en vrijgave
Datum
Versie
Literatuurbronnen
1. …
Controleur
Functie
Inhoud
1
Inleiding
4
1.1
IMWA
4
1.2
Ontwikkelingen
4
1.3
Leeswijzer
5
2
Oppervlaktewater
6
2.1
Input gebruikt voor tekeningen
6
2.1.1
Termen en definities
6
2.1.2
Fysieke objecten
7
2.1.3
Termen in de Waterwet, Uniemodel Keur en Uniemodel Legger
7
2.1.4
Legger versus beheerregister
8
2.2
Situatieschetsen
2.2.1
Situatie 1: Droge sloot/ greppel
10
2.2.2
Situatie 2: Waterlopen met gering verschil in nat oppervlak
11
2.2.3
Situatie 3: Waterlopen met groot verschil in nat oppervlak
12
2.2.4
Situatie 4: Waterlopen met kades
13
2.2.5
Situatie 5: Waterlopen met uiterwaarden
14
2.3
Wijzigingsvoorstellen IMGeo/BGT
15
2.3.1
Kunstwerkdeel en Scheiding
15
2.3.2
Functioneel gebied
15
2.3.3
OndersteunendWaterdeel
16
2.3.4
Waterdeel en OndersteunendWaterdeel
17
2.4
Wijzigingen IMWA en Aquo-lex
18
2.4.1
Opnemen homoniem “oever”
18
2.4.2
Vervallen object “NatteEcologischeZone”
18
2.4.3
Opnemen object “NatuurvriendelijkeOever”
18
2.4.4
WaterstaatkundigeZonering
19
2.5
Relaties
19
2.6
Relatie BGT met eigen administratie
19
3
Bijlage 1
21
3.1
Objecten, termen en definities
21
3.1.1
Objecten
21
3.1.2
Kunstwerk
23
3.1.3
Termen en definities
24
8
1 Inleiding
1.1 IMWA
Het IMWA (Informatiemodel Water) is bedoeld om standaard uitwisseling van geografische gegevens in
het waterbeheer te faciliteren. IMWA is opgenomen in de “pas toe of leg uit” lijst van het Forum
Standaardisatie, waardoor het toepassen van IMWA sinds een aantal jaar niet meer vrijblijvend is. Alle
waterbeheerders moeten bij nieuwe ICT-ontwikkelingen rekening houden met IMWA.
IMWA is onder de NEN3610 opgenomen als sectormodel voor water, naast andere sector modellen
zoals IMRO (Ruimtelijke Ordening), IMKL (Kabels en Leidingen) enz.
Het huidige IMWA is ontwikkeld in 2005. Sindsdien zijn er relatief kleine wijzigingen doorgevoerd op
IMWA. De laatste versie van IMWA dateert uit 2010.
1.2 Ontwikkelingen
Nieuwe ontwikkelingen rondom wensen en verplichtingen in digitale gegevensuitwisseling vragen om
een grote wijziging van IMWA. Deze ontwikkelingen zijn:
1.
2.
3.
4.
Basisregistraties en nationale normen

Vaststelling van IM Geo 2.0 en BGT 1.1 in 2012 (BGT kent een wettelijk verplicht gebruik)

Vaststelling van NEN3610:2011
Waterveiligheid
Ontwikkeling nieuwe informatiemodel in het kader van:

WTI2017 (Wettelijk Toetsinstrumentarium 2017)

HWBP (nHoogWater Beschermings Programma)

ROR (Richtlijn Overstromingsrisico’s)

Beheer Nationaal Basisbestanden
Watersystemen

Vaststelling document “Requirements datamodel watersysteembeheer kwantiteit (IRIS
WATIS)” in 2012
De volgende trajecten (door HWH geïnitieerd) willen gebruik maken van deze
uitkomsten:
Gestandaardiseerde datamodellen
Sanering IRIS
Centrale datalaag

Vervolgtraject n.a.v. document “Dataprotocol modellering waterkwantiteit”
Waterkwaliteit

Bijstelling van UMA KRW in verband met vervanging van het huidige KRW-portaal door
het WKP en veranderende inzichten.
Vanwege de ontwikkelingen genoemd onder punt 1 en punt 3 is een project opgestart om te komen
tot een pre1 IMWA watersystemen dat halverwege 2014 moet worden opgeleverd.
1 een pre standaard: Een voorlopige eisenstellende afspraak met bepalingen die nog onvolledig zijn en onder voorbehoud zijn
opgenomen. De waterbeheerder heeft niet de wettelijke verplichting deze afspraak na te volgen, maar dient er wel rekening mee te
houden dat deze uiteindelijk wordt opgenomen in de Aquo-standaard: na verdere testen; met aanvullingen; nadat consensus is
bereikt.
1.3 Leeswijzer
Dit document is één van de documenten die ontwikkeld worden binnen het project om te komen tot
een pre IMWA 2014. Het document is opgedeeld in 4 hoofdstukken, waarin telkens andere objecten die
direct gerelateerd zijn aan het oppervlaktewater besproken worden. Keringen worden niet behandeld
in dit document.
In hoofdstuk 2 worden oppervlaktewaterobjecten besproken. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de
hydrologische gebieden en hoofdstuk 4 gaat over kunstwerken gerelateerd aan het oppervlaktewater.
Als laatste wordt in hoofdstuk 5 uitgelegd hoe meetpunten worden opgenomen in pre IMWA 2014.
2 Oppervlaktewater
In de volgende paragrafen worden dwarsdoorsneden van waterlopen getoond in verschillende
situaties. Per situatie wordt getoond waar zich het oppervlaktewaterlichaam, het waterdeel, het
ondersteunend waterdeel, de scheiding, de oever, de waterbodem en de beschermingszone voor
oppervlaktewaterlichamen zich bevindt. Beschermingszones voor waterkeringen zijn niet opgenomen in
de tekeningen.
Het betreft objecten die al dan niet voorkomen in bestaande standaarden of wetten, zoals de Aquostandaard, INSPIRE, NEN3610, de Kaderrichtlijn Water en de Waterwet.
De termen en definities uit deze standaarden en wetten zijn gebruikt om de tekeningen vorm te geven.
Ter volledigheid zijn alle termen en definities die met het onderwerp te maken hebben opgenomen in
bijlage 1. Verder leiden de tekeningen, termen en definities tot wenswijzigingen in IMGeo/BGT en IMWA,
die in paragraaf 2.3 en 2.4 zijn opgenomen.
2.1 Input gebruikt voor tekeningen
2.1.1 Termen en definities
De volgende termen en definities zijn gebruikt in de tekeningen. Daarbij is het goed om op te merken
dat sommige termen nog niet gekoppeld zijn aan objecten die op dit moment al in een model
voorkomen. Bijvoorbeeld de term oppervlaktewaterlichaam. Deze term komt uit de Waterwet, maar
komt niet voor in de NEN, IMWA, INSPIRE of de BGT. Daarnaast is de term Opdelend BGT-object
gedefinieerd. Dit is een verzamelnaam voor meerdere objecten en betreft dus niet één specifiek
object.
Term
Definitie
Objecten in bestaande
modellen die
overeenkomen met definitie
oppervlakte-
samenhangend geheel van vrij aan het
waterlichaam
aardoppervlak voorkomend water, met de daarin
Nvt
aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende
bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk
aangewezen krachtens deze wet, drogere
oevergebieden, alsmede flora en fauna (bron:
Waterwet 06-08-2013)
waterdeel
kleinste functioneel onafhankelijk stukje water met
Waterdeel (BGT 1.1)
gelijkblijvende, homogene eigenschappen en
Waterdeel (IMWA 2013)
relaties dat er binnen het objecttype Water van NEN
SurfaceWater (INSPIRE HY
3610 wordt onderscheiden en dat permanent met
3.0.1)
water bedekt is. (bron: BGT 1.1)
ondersteunend
object dat in het kader van de waterhuishouding
OndersteunendWaterdeel
waterdeel
periodiek gedeeltelijk of geheel met water is bedekt.
(BGT 1.1)
(bron: BGT 1.1)
Oever (IMWA 2013)
kunstmatig, meestal lineair obstakel met een
Scheiding (BGT 1.1)
werende functie. (bron: BGT 1.1)
Inrichtingselement (IMWA
scheiding
2013)
oever
het deel van het oppervlaktewaterlichaam dat aan
Shore (INSPIRE HY 3.0.1)
weerszijden van een waterdeel aanwezig kan zijn,
zonder de eventuele scheiding en het waterdeel.
(bron: nieuw afgeleid uit definities
Oppervlaktewaterlichaam (Waterwet 06-08-2013) en
Scheiding, OndersteunendWaterdeel en Waterdeel
(BGT 1.1))
beschermings-
aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin
WaterstaatkundigeZonering
zone
ter bescherming van dat werk voorschriften en
(IMWA 2013)
beperkingen kunnen gelden (Waterwet 06-08-2013)
waterbodem
het onder de waterspiegel gelegen grondvlak van
Waterbodem (IMWA 2013)
een rivier, kanaal, meer, haven, etc., exclusief de
overgangtaluds naar de oevers. (bron: Aquo-lex
2013)
opdelend BGT-
verzamelnaam voor alle objecten in de BGT die op
object
niveau 0 een gebiedsdekkend geheel vormen.
2.1.2 Fysieke objecten
In de BGT wordt als volgt omgegaan met het begrip fysiek:
“De BGT bevat fysieke topografische objecten. Uitzonderingen hierop zijn het functioneel gebied Kering en de
(kunstmatig) gekozen vlakobjectbegrenzingen bij wegdelen, waterdelen en terreindelen.”
De termen genoemd in paragraaf 2.1.1, met uitzondering van opdelend BGT-object (dit kan zowel een fysiek als niet
fysiek object zijn conform BGT), zijn volgens dit uitgangspunt geen fysieke topografische objecten.
2.1.3 Termen in de Waterwet, Uniemodel Keur en Uniemodel Legger
De tekst is artikel 5.1 van de Waterwet luidt als volgt:
“De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan
waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. Van de legger maakt
deel uit een overzichtskaart, waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende
beschermingszones staat aangegeven.”
Een waterstaatswerk is in de Waterwet gedefinieerd als “oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied,
waterkering of ondersteunend kunstwerk”. Daarmee zijn de objecten oppervlaktewaterlichaam en
beschermingszone sowieso verbonden aan de legger.
In de model Keur (2013) en model Legger (2013) van de Unie van Waterschappen is naast de termen
oppervlaktewaterlichaam en beschermingszone ook de term profiel van vrije ruimte opgenomen. De
beschermingszone heeft als doel de bescherming van het waterstaatswerk en het profiel van vrije
ruimte tevens de toekomstige verbetering van het waterstaatwerk.
Termen zoals reserveringszone of vrijwaringszone komen niet meer voor en in tegenstelling tot de vorige
model Keur kan een profiel van vrije ruimte zowel betrekking hebben op een waterkering als een
oppervlaktewaterlichaam. De in de praktijk gebezigde term meanderzone valt onder het begrip profiel
van vrije ruimte. In de mode Keur wordt het waterstaatswerk zone 1, de beschermingszone zone 2 en
het profiel van vrije ruimte zone 3 genoemd. Verder wordt in de model Legger geadviseerd om het
oppervlaktewaterlichaam als vlak vast te leggen. De situatieschets die in de model Legger is
opgenomen staat in figuur 1.
Figuur 1. Dwarsdoorsnede waterloop Uniemodel Legger (2013, pp 12)
2.1.4 Legger versus beheerregister
In de model Legger van de Unie van Waterschappen (2013, pp 11) wordt onder andere gesteld dat
een oppervlaktewaterlichaam bij voorkeur vastgelegd wordt als vlak. De beschermingszone grenst
daarbij aan het oppervlaktewaterlichaam. Het profiel van vrije ruimte hoeft niet aanwezig te zijn en
heeft geen vaste plek. Tevens wordt in de model legger aangegeven welke informatie er bij een
waterstaatswerk in de legger minimaal zou moeten staan.
Naast het vastleggen van objecten en bijbehorende informatie ten behoeve van de legger hebben de
meeste waterbeheerders behoefte aan extra informatie over deze legger-objecten of is er behoefte
aan informatie over geheel andere objecten. Ook moet het mogelijk zijn toekomstige legger-objecten
vast te leggen of bestaande legger-objecten te wijzigen, voordat deze ter vaststelling in procedure
gaan.
Waterdelen, ondersteunende waterdelen, scheidingen, oevers en waterbodems komen in principe niet
voor in de legger, maar zullen wanneer wenselijk opgenomen zijn in het beheerregister. De
oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones staan wel in de legger maar kunnen wanneer
gewenst ook opgenomen zijn in het beheerregister. Hiermee is het beheerregister gedefinieerd als een
register waarin zowel objecten staan ter voorbereiding van de legger als objecten die niet in de legger
zijn opgenomen.
2.2 Situatieschetsen
In deze paragraaf worden waterlopen in verschillende situaties weergegeven. Bij het interpreteren van
deze situatieschetsen zijn de volgende (uitgangs)punten van belang:

In de tekeningen is geen onderscheid gemaakt tussen objecten die in de legger kunnen
voorkomen of vaak alleen in het beheerregister staan. De termen oppervlaktewaterlichaam,
beschermingszone en profiel van vrije ruimte hebben een juridische grondslag, maar kunnen
ook opgenomen zijn in het beheerregister.

Het profiel van vrije ruimte is niet meegenomen in de situatieschetsen, omdat het profiel van
vrije ruimte geen vaste plek heeft.

In de tekeningen is in het rood aangegeven waar “andere opdelende BGT-objecten” zich
bevinden. Hiermee worden alle BGT-objecten bedoeld, niet zijnde waterdeel, ondersteunend
waterdeel en functioneel gebied.
2.2.1 Situatie 1: Droge sloot/ greppel
Kenmerken situatie 1:
-
Niet gehele jaar watervoerend
-
Geen keringen
-
Geen uitwaarden
2.2.2 Situatie 2: Waterlopen met gering verschil in nat oppervlak
Kenmerken situatie 2:
-
Gehele jaar watervoerend
-
Geen keringen
-
Klein verschil in nat oppervlak (Water blijft binnen eventuele kant insteek)
-
Geen uiterwaarden
2.2.3 Situatie 3: Waterlopen met groot verschil in nat oppervlak
Kenmerken situatie 3:
-
Gehele jaar watervoerend
-
Geen keringen
-
Groot verschil in nat oppervlak (Water treedt buiten eventuele kant insteek)
-
Geen uiterwaarden
2.2.4 Situatie 4: Waterlopen met kades
Kenmerken situatie 4:
-
Gehele jaar watervoerend
-
Wel keringen
-
Klein verschil in nat oppervlak
-
Geen uiterwaarden
2.2.5 Situatie 5: Waterlopen met uiterwaarden
Kenmerken situatie 5:
-
Gehele jaar watervoerend
-
Wel keringen
-
Groot verschil nat oppervlak (Water treedt buiten eventuele kant insteek)
-
Wel uiterwaarden
2.3 Wijzigingsvoorstellen IMGeo/BGT
De volgende wijzigingsvoorstellen zullen xx-xx-xxxx worden ingediend bij de
beheerorganisatie van IMGeo/BGT.
2.3.1 Kunstwerkdeel en Scheiding
Er komen zowel in TypeKunstwerkPlus als in TypeScheiding gelijksoortige objecten voor. In
TypeKunstwerkPlus komt keermuur voor en in TypeScheiding komt oa muur, kademuur,
damwand, walbescherming voor.
Voorstel:
Het TypeKunstwerkPlus keermuur verwijderen uit TypeKunstwerkPlus en opnemen in
TypeScheidingPlus als keermuur/keerwand.
Daarnaast plaatjes aanleveren om de verschillen tussen kademuur, damwand,
walbescherming en keermuur/keerwand duidelijk te maken.
2.3.2 Functioneel gebied
In TypeFunctioneelGebiedPlus komt infrastructuur waterstaatswerk en waterbergingsbied
voor, waarvan de definitie min of meer overeenkomt met de definities van
oppervlaktewaterlichaam en bergingsgebied in de Waterwet. Om misverstanden te
voorkomen is het wenselijk de terminologie en definitie uit de Waterwet te gebruiken.
Daarnaast kent de Waterwet nog een type waterstaatwerk, namelijk het. Ook het
ondersteunend kunstwerk moet opgenomen worden als soort TypeFunctioneelGebiedPlus. In
de Waterwet is helaas geen definitie van het Ondersteunend Kunstwerk opgenomen.
Voorstel:
In IMGeo het volgende TypeFunctioneelGebiedPlus verwijderen:
-
Functioneel gebied Infrastructuur waterstaatswerk
-
Functioneel gebied Waterbergingsgebied
In IMGeo het volgende TypeFunctioneelGebiedPlus opnemen:
-
Functioneel gebied oppervlaktewaterlichaam
Definitie: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water,
met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor
zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens deze wet, drogere oevergebieden,
alsmede flora en fauna (bron: Waterwet)
-
Functioneel gebied bergingsgebied
Definitie: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige
doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel
daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer
watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen (bron:
Waterwet)
-
Functioneel gebied ondersteunend kunstwerk
Definitie: terrein met daarop één of meerdere (samengestelde) kunstwerken die
samen een geheel vormen (bron: nieuw)
2.3.3 OndersteunendWaterdeel
Het fysieke voorkomen van een OndersteunendWaterdeel is relevant in het beheer van een
OndersteunendeWaterdeel. Het is daarom wenselijk om net zoals bij
OndersteunendWegdeel een FysiekVoorkomen te kunnen vastleggen.
Voorstel:
In BGT wordt bij OndersteunendWaterdeel een extra attribuut bgt-FysiekVoorkomen met
daarbij behorende domeintabel FysiekVoorkomenOndersteunendWaterdeel opgenomen.
Attribuut FysiekVoorkomen:
Multipliciteit: [0-1]
Definitie: Mate waarin het ondersteunend waterdeel al of niet verhard is.
Domeintabel FysiekVoorkomenOndersteunendWaterdeel
gesloten verharding
Verharding bestaande uit een materiaal dat niet verwijderbaar is zonder
definitieve destructie, zoals bijvoorbeeld bitumen, cement of kunststof. (bron:
BGT)
open verharding
Verharding gevormd door in verband aangebrachte elementen van beperkte
afmetingen, zoals bijvoorbeeld klinkers en tegels. (bron: BGT)
half verhard
Verharding bestaande uit een door verdichting gebonden materiaal, of
onsamenhangend materiaal. (bron: BGT)
onverhard
Ondersteunende waterdelen waar geen verharding of aaneengesloten
vegetatie aanwezig is. (bron: nieuw)
groenvoorziening
Terreindeel met aangelegde beplanting, meestal gras of riet. (bron: nieuw)
transitie
De waarde is tijdens transitie niet bekend. (bron: BGT)
In IMGeo wordt bij OndersteunendWaterdeel een extra attribuut plus-FysiekVoorkomen met
daarbij behorende domeintabel plus-FysiekVoorkomenOndersteunendWaterdeel
opgenomen.
Attribuut plus-FysiekVoorkomen
Multipliciteit: [0-1]]
Definitie: Mate waarin het ondersteunend waterdeel al of niet verhard is, nadere classificatie
Domeintabel plus-FysiekVoorkomenOndersteunendWaterdeel
Nader te bepalen door werkgroep
2.3.4 Waterdeel en OndersteunendWaterdeel
Afhankelijk van de periode van het jaar en het tijdstip waarop je in het veld de situatie van
een waterdeel vastlegt, zal de begrenzing van een waterdeel anders zijn. Voor rivieren en
meren is vastgelegd welk peil het waterdeel representeert. Het is wenselijk om ook iets op te
nemen over waterlopen niet zijnde rivieren en droge sloten/greppels.
Voorstel:
Extra sub-paragraaf “Waterlopen niet zijnde rivieren” opnemen onder paragraaf 10.6
Waterdeel en OndersteunendWaterdeel.
Voor waterlopen niet zijnde rivieren komt een begrenzing voor van kademuur of
walbescherming, of een oever. Als een kunstmatige waterkering aanwezig is in de vorm van
kademuur of walbescherming vormt dit de begrenzing van terrein en water. Bij het ontbreken
daarvan vormt het object begrensd door waterlijn en de bovenzijde van een herkenbare
insteek een ondersteunend waterdeel type oever/slootkant.
In alle gevallen, of een streefpeil wordt beheerd door bemalen en/of spuien of niet, wordt bij
meerdere streefpeilen uitgegaan van het laagste niveau of ondergrenspeil. Als de ligging
van een peil bekend is en de horizontale afstand tussen een herkenbare insteek bedraagt
1m of meer dan ontstaat in de BGT een ondersteunend waterdeel. Is de afstand minder dan
1m dan kan een ondersteunend waterdeel ontstaan, maar dit hoeft niet.
Extra sub-paragraaf “Droge sloten en greppels”
Voor waterdelen van het type droge sloten of greppel, wordt het waterdeel begrensd door
de kant bodem. Als de kant bodem en kant insteek 1m of meer bedraagt dan ontstaat in de
BGT een ondersteunend waterdeel. Is de afstand minder dan 1m dan kan een
ondersteunend waterdeel ontstaan, maar dit hoeft niet.
2.3.4.1 Wijzigen TypeOndersteunendWaterdeel: Oever
In de BGT objectafbakening wordt het volgende gezegd over Oever,slootkant: Oevers en
slootkanten zijn de delen die enerzijds begrensd worden door de waterlijn en anderzijds door
een kant insteek.
Deze objectafbakening spreekt de definitie van OndersteunendWaterdeel tegen. De
definitie die in de BGT is opgenomen, is afkomstig uit INSPIRE en komt soms overeen met een
OndersteunendWaterdeel zoals beschreven in de objectafbakening, maar heel vaak ook
niet. Bijvoorbeeld als er uiterwaarden naast een waterdeel liggen of in het geval van vrij
afstromende wateren zonder directe inperking van de bedding. In die gevallen is de oever
veel breder dan alleen het ondersteunende waterdeel.
Voorstel:
TypeOndersteunendWaterdeel Oever, slootkant wijzigen in Oevertalud met definitie: de
strook land tussen de waterlijn (bij droge sloot/ greppel kant waterbodem) en de kant
insteek.
2.4 Wijzigingen IMWA en Aquo-lex
2.4.1 Opnemen homoniem “oever”
De huidige definitie van oever in Aquo-lex, is de definitie die komt uit het handboek
natuurvriendelijke oevers. Deze definitie blijft overeind.
In de Waterwet heeft oever een andere betekenis. Het voorstel is om de term oever als
homoniem op te nemen in Aquo-lex en deze term te koppelen aan het object oever in
preIMWA 2014
Term: oever
Definitie: dat deel van het oppervlaktewaterlichaam dat aan beide zijden van een
waterdeel aanwezig kan zijn, zonder de eventuele scheiding en het waterdeel. (bron:
afgeleid uit definities Oppervlaktewaterlichaam (Waterwet 06-08-2013) en Scheiding,
OndersteunendWaterdeel en Waterdeel (BGT 1.1)))
Toelichting: Wanneer naast het waterdeel een kering aanwezig is, loopt de oever vanaf een
eventuele scheiding of de kant water tot de buitenkruinlijn van de kering. Zijn er geen
keringen aanwezig dan loopt de oever vanaf een eventuele scheiding of kant water tot de
kant insteek.
2.4.2 Vervallen object “NatteEcologischeZone”
Het object NatteEcologischeZone vervalt. In Aquo-lex staat geen overeenkomende term.
2.4.3 Opnemen object “NatuurvriendelijkeOever”
Een natuurvriendelijke oever is een soort functioneel gebied dat over waterdelen en de
oevers heen kan liggen.
In Aquo-lex wordt de term “natuurvriendelijke oevers” gewijzigd in “natuurvriendelijke oever”.
Definitie en toelichting blijft gelijk.
2.4.4 WaterstaatkundigeZonering
In de Waterwet en Model Keur en Model Legger van de Unie komt het begrip
WaterstaatkundigeZonering niet voor. In de Model Keur (2013, pp 8-9) worden drie zones
onderscheiden:

Zone 1: waterstaatswerk → doel vervullen primaire functie;

Zone 2: beschermingszone → hier gelden verbodsbepalingen ter bescherming /
instandhouding van het waterstaatswerk;

Zone 3: profiel van vrije ruimte → deze zone is bedoeld om toekomstige verbeteringen
ingevolge de vastgestelde wateropgaven te kunnen uitvoeren. Heeft ook verticale
dimensie
Volgende overleg:
Actie IHW: Voorstel voor opname van de verschillende zones met attributen. Hieruit moet
blijken of waterstaatswerk Oppervlaktewaterlichaam, beschermingszone en profiel van vrije
ruimte aparte object zijn. Daarnaast een voorstel doen voor opname van Waterdeel als vlak
en de as-lijn. Is de as-lijn een apart object of de hoofdgeometrie van Waterdeel of
Oppervlaktewaterlichaam?
2.5 Relaties
Naar aanleiding van de vorige paragrafen kunnen de volgende conclusies worden
getrokken ten aanzien van het voorkomen van en de relaties tussen waterdeel,
ondersteunend waterdeel, oever, oppervlaktewaterlichaam en beschermingszone:
-
Waterdeel is een onderdeel van het Oppervlaktewaterlichaam
-
Oever is een onderdeel van het Oppervlaktewaterlichaam
-
Ondersteunend waterdeel is een onderdeel van Oever
-
Ondersteunend waterdeel komt niet altijd voor, Oever wel
-
Beschermingszone grenst aan Oppervlaktewaterlichaam
-
Beschermingszone is een specifiek type WaterstaatkundigeZonering
2.6 Relatie BGT met eigen administratie
Bronhouders zijn in principe vrij om het oppervlaktewater in de lengterichting in te delen naar eigen
inzicht. Bij de ontwikkeling van het pre IMWA watersystemen is echter uitgegaan van de volgende
uitgangspunten die in een later stadium eventueel in een aanvullend protocol zullen worden
opgenomen.
Uitgangspunten:
-
Werkvelden die gebruik (gaan) maken van geografische oppervlaktewaterobjecten willen
deze objecten naar eigen wens kunnen opdelen.
-
Het is onmogelijk om voor alle werkvelden, die in de toekomst gebruik willen maken van
geografische oppervlaktewaterobjecten, te bepalen op basis van welke eigenschappen deze
objecten opgedeeld zouden moeten worden.
-
Het is wenselijk een bepaald optimum te bepalen voor het opdelen van geografische
oppervlaktewaterobjecten, die door huidige en het toekomstig werkvelden als basis gebruikt
worden voor specifieke opdelingen.
Advies
-
Deel geografische oppervlaktewaterobjecten van het type vlak in de lengterichting op, op
basis van fysieke kenmerken. Dit betekent dat je objecten opknipt op basis van:
-
o
Significante wijziging in de breedte van het oppervlaktewaterobject
o
Peilregulerende kunstwerken (voor BGT gebeurt dit sowieso.)
o
Gelijkvloerse kruisingen van dezelfde categorie
Daarnaast worden geografische oppervlaktewaterobjecten opgedeeld op basis van
administratieve kenmerken:
o
Waterschapsgrenzen
o
Naam van het oppervlaktewater
o
Categorie oppervlaktewater
Bijlage 1
Objecten, termen en definities
Er kan verschil worden gemaakt in de herkomst van termen en definities die reeds in bestaande
informatiemodellen zijn gerepresenteerd als objecten en termen en definities die afkomstig zijn uit
wetten en richtlijnen waar geen informatiemodel in is opgenomen. De termen en definities die
afkomstig zijn uit wetten en richtlijnen zonder informatiemodel, dienen een ander doel dan termen en
definities die voorkomen in informatiemodellen. Voor wetten en richtlijnen is het van belang dat
duidelijk is wat (niet) natuurlijke personen moeten doen of nalaten. Het schrijft bijvoorbeeld
randvoorwaarden voor waaraan een bedrijfsproces moet voldoen.
Het doel van informatiemodellen is vast te leggen over welke objecten informatie kan/moet worden
vastgelegd ten behoeve van de bedrijfsprocessen die informatie nodig hebben.
Omdat het doel waarvoor termen en definities worden vastgelegd van elkaar verschilt, kunnen nieuwe
termen, homoniemen of synoniemen ontstaan. Bij het ontwikkelen van wetgeving en richtlijnen hoeft in
principe geen rekening te worden gehouden met bestaande terminologie, zolang in de wettekst of
richtlijn maar duidelijk is wat waarmee wordt bedoeld. De persoon die de wetgeving of richtlijn
implementeert in een bedrijfsproces, moet weten wat bedoeld wordt met welke term en deze vertalen
voor het bedrijfsproces. Vaak worden termen en definities uit wetten en richtlijnen echter overgenomen
in het bedrijfsproces. Daarmee zijn ze nog niet opgenomen in het informatiemodel behorend bij het
bedrijfsproces.
Bij het ontwikkelen van een informatiemodel geeft het bedrijfsproces, dus de praktijk, juist de input en is
het van belang dat iedereen in het bedrijfsproces termen op eenzelfde wijze interpreteert. Deze
termen worden dagelijks gebezigd en het moet niet uitmaken of de ene persoon of andere persoon
werkzaamheden uitvoert binnen het bedrijfsproces.
Voor de doorontwikkeling van IMWA is ervoor gekozen om termen die gebruikt worden in wetgeving en
richtlijnen zoveel mogelijk te implementeren in het model.
Objecten
In de volgende sub-paragrafen zijn de definities van objecten die voorkomen in de modellen IMWA,
IMGeo/BGT of INSPIRE onder elkaar gezet.
Daarnaast worden definities van termen weergegeven uit de Waterwet en KRW die bij de objecten uit
IMWA, IMGeo/BGT en INSPIRE zouden kunnen horen.
Waterdeel
IMWA Water: grondoppervlak in principe bedekt met water
IMWA Waterdeel: kleinste functioneel stukje water met gelijkblijvende, homogene eigenschappen en
relaties dat er binnen een water wordt onderscheiden
IMGeo/BGT Waterdeel: Kleinste functioneel onafhankelijk stukje water met gelijkblijvende, homogene
eigenschappen en relaties dat er binnen het objecttype Water van NEN 3610 wordt onderscheiden en
dat permanent met water bedekt is.
NB In principe klopt deze definitie niet, omdat een droge sloot ook een type waterdeel is. Een droge
sloot is niet permanent bedekt met water.
INSPIRE Oppervlaktewater (SurfaceWater): Elk bekend binnenwaterlichaam (Any known inland
waterway body.)
INSPIRE Stilstaand water (StandingWater): Een waterlichaam dat volledig omringd is door land (A body
of water that is entirely surrounded by land.)
INSPIRE Waterloop (Watercourse): Een natuurlijke of door de mens gemaakte stromende waterloop of
stroom. (A natural or man-made flowing watercourse or stream.)
Waterbodem
IMWA Waterbodem: het onder de waterspiegel gelegen grondvlak van een rivier, kanaal, meer, haven,
etc., exclusief de overgangstaluds naar de oevers.
NB Er is geen definitie voor waterbodem opgenomen in de Waterwet of KRW. Wel wordt het woord
bodem gebruikt in de definitie voor Oppervlaktewaterlichaam
Oever
IMWA Oever: het gebied op de grens van water en land waar het dynamisch samenspel van land en
water plaatsvindt.
IMGeo/BGT OndersteunendWaterdeel: Object dat in het kader van de waterhuishouding periodiek
gedeeltelijk of geheel met water is bedekt.
TypeOndersteunendWaterdeel
•
Oever,slootkant: De strook land die in direct contact staat met water, inclusief het gebied tussen de
hoogwaterlijn en laagwaterlijn. (bron: Inspire)
INSPIRE Oever (Kust) (Shore): De smalle strook land die onmiddellijk in contact staat met een
waterlichaam, inclusief het gebied tussen de hoog- en de laagwaterlijn. (The narrow strip of land in
immediate contact with any body of water including the area between high and low water lines.)
NB Er is geen definitie voor oever opgenomen in de Waterwet of KRW. Wel wordt het woord oever
gebruikt in de definitie voor Oppervlaktewaterlichaam
Inrichting
IMGeo/BGT Scheiding: Kunstmatig, meestal lineair obstakel met een werende functie.
TypeScheiding:
•
kademuur: Verticale wand ter scheiding van land en water, opgebouwd uit een muur van
gemetselde stenen of gestort beton. (bron: BGT)
•
damwand: Een grondkerende constructie die bestaat uit een verticaal in de grond geplaatste
wand. (bron: BGT)
•
walbescherming: Een nagenoeg verticale wand tot kering van grond om afkalving van water te
voorkomen, niet zijnde een kademuur. (bron: IMGEO 1.0)
IMWA Inrichtingselement: Ruimtelijk object al dan niet ter detaillering dan wel ter inrichting van de
overige benoemde ruimtelijke objecten of een ander inrichtingselement.
TypeInrichting:

keren, scheiden: geen definitie aanwezig, maar bedoeld wordt elementen zoals tussenmuur,
haag, heg, houtwal, muur, raster, schutting enz.
Kunstwerk
IMGeo/ BGT Kunstwerkdeel: Onderdeel van een civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen,
water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen.
TypeKunstwerkPlus:
•
keermuur: Een keermuur of keerwand is een stijf, grond- of waterkerend kunstwerk dat door een
groot gewicht en een brede voet een grote standzekerheid kan bereiken. Een keermuur is meestal
van gewapend beton, maar er kan ook ander materiaal gebruikt worden. (bron: Wikipedia)
IMWA Kunstwerk: civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water,
spoorbanen,waterkeringen en/of leidingen niet bedoeld voor permanent menselijk verblijf
IMGeo/ BGT OverigeConstructie:
Abstract objecttype zijnde een gebouwd object dat niet valt onder de definitie van NEN 3610 Gebouw.
INSPIRE: Door de mens gemaakt object (ManMadeObject): Een kunstmatig object dat zich in een
waterlichaam bevindt en een van de volgende werkingen heeft: - water tegenhouden; - de
hoeveelheid water regelen; - de loop van het water wijzigen; - waterlopen met elkaar laten kruisen.
Waterkering
IMWA Waterkering: Een waterkerende kunstmatige hoogte of natuurlijke hoogte of hooggelegen
gronden, inclusief de daarin aanwezige waterkerende elementen.
IMGeo/BGT FunctioneelGebied: Begrensd en benoemd gebied dat door een functionele eenheid
beschreven wordt.
TypeFunctioneelGebied:
•
Kering: Een waterkerende en / of scheidende, kunstmatige of natuurlijke hoogte of hooggelegen
gronden inclusief de daarin aanwezige waterkerende elementen. (bron: aquo)
INSPIRE Waterkering (Dijk) (Embankment): Een kunstmatig aangelegde, lange wal van aarde of ander
materiaal. (A man-made raised long mound of earth or other material.)
Waterwet primaire waterkering: waterkering die beveiliging biedt tegen overstroming doordat deze
behoort tot een dijkring ofwel vóór een dijkring is gelegen
Zonering
IMWA WaterstaatkundigeZonering: Niet tastbaar begrensd gebied gelegen op/rond een
waterstaatswerk met een juridische status die voortvloeit uit een wet/verordening.
IMWA NatteEcologischeZone: Niet tastbaar begrensd gebied met een juridische status die voortvloeit
uit een wet/verordening en beperkingen op legt aan het gebruik van dat gebied in waterstaatkundige
zin.
IMGeo/BGT FunctioneelGebied: Begrensd en benoemd gebied dat door een functionele eenheid
beschreven wordt.
TypeFunctioneelGebied:
•
Infrastructuur Waterstaatswerk: Gebied grenzend aan oppervlaktewater, primair in gebruik voor de
oppervlaktewaterhuishouding (waterafvoer, wateraanvoer en waterconservering). (bron: IMGEO)
Waterwet beschermingszone: aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin ter bescherming van
dat werk voorschriften en beperkingen kunnen gelden
waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk;
Model Keur Unie van Waterschappen profiel van vrije ruimte: de ruimte als vastgelegd in de legger ter
weerszijden van, boven en onder een waterstaatwerk of een toekomstig waterstaatswerk die naar het
oordeel van de beheerder nodig is voor toekomstige verbeteringen
Terreindeel
IMGeo/BGT BegroeidTerreindeel: Kleinste functioneel onafhankelijk stukje van een terrein dat er binnen
het objecttype Terrein van NEN 3610 wordt onderscheiden, met aaneengesloten vegetatie.
FysiekVoorkomenBegroeidTerrein:
•
grasland agrarisch: Terreindeel met een vegetatie bestaande uit grassen en of grasachtigen, en
met de in graslanden voorkomende kruiden, zijnde cultuurgrasland dat in gebruik is voor de
veeteelt, bijvoorbeeld als weiland of als hooiland. (bron: BGT)
•
moeras: Terreindeel met moerasvegetatie in stilstaand water van geringe diepte zonder merkbare
toe- of afvloeiing. (bron: BGT)
•
rietland: Terreindeel overwegend begroeid met rietvegetatie. (bron: BGT)
•
groenvoorziening: Terreindeel met aangelegde beplanting, meestal gras, heesters of struiken. (bron:
BGT)
Enz.
IMGeo/BGT OnbegroeidTerreindeel: Kleinste functioneel onafhankelijk stukje van een terrein, dat er
binnen het objecttype Terrein van NEN 3610 wordt onderscheiden, zonder aaneengesloten vegetatie.
FysiekVoorkomenOnbegroeidTerrein:
•
zand: terreindeel dat grotendeels bedekt is met zand. (bron: BGT)
•
open verharding: Verharding gevormd door in verband aangebrachte elementen van beperkte
afmetingen, zoals bijvoorbeeld klinkers en tegels. (bron: IMGEO 1.0)
Enz.
Termen en definities
In de volgende sub-paragrafen zijn de definities van termen die voorkomen in de Waterwet, KRW of
Aquo-lex onder elkaar gezet.
Voor deze termen bestaan op dit moment geen objecten in de modellen IMWA, IMGeo/BGT of INSPIRE.
Het is mogelijk om hier wel objecten van te maken als de wens bestaat om een dergelijk object en zijn
kenmerken uit te wisselen.
Oppervlaktewaterlichaam
Waterwet oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak
voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en,
voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens deze wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en
fauna; Aanvulling: de oppervlaktewaterlichamen van de rivieren wordt begrensd door de
buitenkruinlijn van de primaire waterkering voor zover die primaire waterkering is aangegeven op de
kaart die als bijlage I van de Waterwet, dan wel, waar deze ontbreekt, de daarbij vast te stellen lijn van
de hoogwaterkerende gronden.
KRW oppervlaktewaterlichaam: een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals
een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of
kanaal, een overgangswater of een strook kustwater
Bedding
Van dale bedding: (van een rivier, beek) de oppervlakte waarover het water stroomt
Aquo-lex zomerbed: de oppervlakte, die bij gewoon hoog zomerwater door de rivier wordt
ingenomen.
Aquo-lex winterbed: de oppervlakte tussen het zomerbed van een bovenrivier en de buitenkruinlijn van
de hoogwaterkerende dijk dan wel de hoge gronden, die het water bij hoge standen keren
Waterkeringtype
Aquo-lex dijk: grondlichaam (al dan niet verdedigd) bestemd tot het keren van water.
Aquo-lex kade: een kleine dijk
Aquo-lex hoge gronden: natuurlijk aanwezige hooggelegen delen in het landschap die niet worden
bedreigd door een hoge waterstand op zee, meren of rivieren
Andere relevante termen
Waterwet watersysteem: samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en
grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende
kunstwerken;
Waterwet waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend
kunstwerk;
KRW oppervlaktewater: binnenwateren, met uitzondering van grondwater; overgangswater en
kustwateren en, voor zover het de chemische toestand betreft, ook territoriale wateren