pre IMWA 2014 watersystemen Auteur: T. Bakker Publicatiedatum: XXX Versie: 0.3 Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 12-12-2013 0.1 T. Bakker Eerste versie. Alleen hoofdstuk 1 ingevuld. 6-1-2014 0.2 T. Bakker Wijzigingen doorgevoerd nav overleg met werkgroep op 18 december 2013. 10-2-2014 0.3 T. Bakker Wijzigingen doorgevoerd nav overleg met werkgroep op 29 januari 2014 Versie Reviewer Functie Review Datum Controle en vrijgave Datum Versie Literatuurbronnen 1. … Controleur Functie Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 IMWA 4 1.2 Ontwikkelingen 4 1.3 Leeswijzer 5 2 Oppervlaktewater 6 2.1 Input gebruikt voor tekeningen 6 2.1.1 Termen en definities 6 2.1.2 Fysieke objecten 7 2.1.3 Termen in de Waterwet, Uniemodel Keur en Uniemodel Legger 7 2.1.4 Legger versus beheerregister 8 2.2 Situatieschetsen 2.2.1 Situatie 1: Droge sloot/ greppel 10 2.2.2 Situatie 2: Waterlopen met gering verschil in nat oppervlak 11 2.2.3 Situatie 3: Waterlopen met groot verschil in nat oppervlak 12 2.2.4 Situatie 4: Waterlopen met kades 13 2.2.5 Situatie 5: Waterlopen met uiterwaarden 14 2.3 Wijzigingsvoorstellen IMGeo/BGT 15 2.3.1 Kunstwerkdeel en Scheiding 15 2.3.2 Functioneel gebied 15 2.3.3 OndersteunendWaterdeel 16 2.3.4 Waterdeel en OndersteunendWaterdeel 17 2.4 Wijzigingen IMWA en Aquo-lex 18 2.4.1 Opnemen homoniem “oever” 18 2.4.2 Vervallen object “NatteEcologischeZone” 18 2.4.3 Opnemen object “NatuurvriendelijkeOever” 18 2.4.4 WaterstaatkundigeZonering 19 2.5 Relaties 19 2.6 Relatie BGT met eigen administratie 19 3 Bijlage 1 21 3.1 Objecten, termen en definities 21 3.1.1 Objecten 21 3.1.2 Kunstwerk 23 3.1.3 Termen en definities 24 8 1 Inleiding 1.1 IMWA Het IMWA (Informatiemodel Water) is bedoeld om standaard uitwisseling van geografische gegevens in het waterbeheer te faciliteren. IMWA is opgenomen in de “pas toe of leg uit” lijst van het Forum Standaardisatie, waardoor het toepassen van IMWA sinds een aantal jaar niet meer vrijblijvend is. Alle waterbeheerders moeten bij nieuwe ICT-ontwikkelingen rekening houden met IMWA. IMWA is onder de NEN3610 opgenomen als sectormodel voor water, naast andere sector modellen zoals IMRO (Ruimtelijke Ordening), IMKL (Kabels en Leidingen) enz. Het huidige IMWA is ontwikkeld in 2005. Sindsdien zijn er relatief kleine wijzigingen doorgevoerd op IMWA. De laatste versie van IMWA dateert uit 2010. 1.2 Ontwikkelingen Nieuwe ontwikkelingen rondom wensen en verplichtingen in digitale gegevensuitwisseling vragen om een grote wijziging van IMWA. Deze ontwikkelingen zijn: 1. 2. 3. 4. Basisregistraties en nationale normen Vaststelling van IM Geo 2.0 en BGT 1.1 in 2012 (BGT kent een wettelijk verplicht gebruik) Vaststelling van NEN3610:2011 Waterveiligheid Ontwikkeling nieuwe informatiemodel in het kader van: WTI2017 (Wettelijk Toetsinstrumentarium 2017) HWBP (nHoogWater Beschermings Programma) ROR (Richtlijn Overstromingsrisico’s) Beheer Nationaal Basisbestanden Watersystemen Vaststelling document “Requirements datamodel watersysteembeheer kwantiteit (IRIS WATIS)” in 2012 De volgende trajecten (door HWH geïnitieerd) willen gebruik maken van deze uitkomsten: Gestandaardiseerde datamodellen Sanering IRIS Centrale datalaag Vervolgtraject n.a.v. document “Dataprotocol modellering waterkwantiteit” Waterkwaliteit Bijstelling van UMA KRW in verband met vervanging van het huidige KRW-portaal door het WKP en veranderende inzichten. Vanwege de ontwikkelingen genoemd onder punt 1 en punt 3 is een project opgestart om te komen tot een pre1 IMWA watersystemen dat halverwege 2014 moet worden opgeleverd. 1 een pre standaard: Een voorlopige eisenstellende afspraak met bepalingen die nog onvolledig zijn en onder voorbehoud zijn opgenomen. De waterbeheerder heeft niet de wettelijke verplichting deze afspraak na te volgen, maar dient er wel rekening mee te houden dat deze uiteindelijk wordt opgenomen in de Aquo-standaard: na verdere testen; met aanvullingen; nadat consensus is bereikt. 1.3 Leeswijzer Dit document is één van de documenten die ontwikkeld worden binnen het project om te komen tot een pre IMWA 2014. Het document is opgedeeld in 4 hoofdstukken, waarin telkens andere objecten die direct gerelateerd zijn aan het oppervlaktewater besproken worden. Keringen worden niet behandeld in dit document. In hoofdstuk 2 worden oppervlaktewaterobjecten besproken. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de hydrologische gebieden en hoofdstuk 4 gaat over kunstwerken gerelateerd aan het oppervlaktewater. Als laatste wordt in hoofdstuk 5 uitgelegd hoe meetpunten worden opgenomen in pre IMWA 2014. 2 Oppervlaktewater In de volgende paragrafen worden dwarsdoorsneden van waterlopen getoond in verschillende situaties. Per situatie wordt getoond waar zich het oppervlaktewaterlichaam, het waterdeel, het ondersteunend waterdeel, de scheiding, de oever, de waterbodem en de beschermingszone voor oppervlaktewaterlichamen zich bevindt. Beschermingszones voor waterkeringen zijn niet opgenomen in de tekeningen. Het betreft objecten die al dan niet voorkomen in bestaande standaarden of wetten, zoals de Aquostandaard, INSPIRE, NEN3610, de Kaderrichtlijn Water en de Waterwet. De termen en definities uit deze standaarden en wetten zijn gebruikt om de tekeningen vorm te geven. Ter volledigheid zijn alle termen en definities die met het onderwerp te maken hebben opgenomen in bijlage 1. Verder leiden de tekeningen, termen en definities tot wenswijzigingen in IMGeo/BGT en IMWA, die in paragraaf 2.3 en 2.4 zijn opgenomen. 2.1 Input gebruikt voor tekeningen 2.1.1 Termen en definities De volgende termen en definities zijn gebruikt in de tekeningen. Daarbij is het goed om op te merken dat sommige termen nog niet gekoppeld zijn aan objecten die op dit moment al in een model voorkomen. Bijvoorbeeld de term oppervlaktewaterlichaam. Deze term komt uit de Waterwet, maar komt niet voor in de NEN, IMWA, INSPIRE of de BGT. Daarnaast is de term Opdelend BGT-object gedefinieerd. Dit is een verzamelnaam voor meerdere objecten en betreft dus niet één specifiek object. Term Definitie Objecten in bestaande modellen die overeenkomen met definitie oppervlakte- samenhangend geheel van vrij aan het waterlichaam aardoppervlak voorkomend water, met de daarin Nvt aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens deze wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna (bron: Waterwet 06-08-2013) waterdeel kleinste functioneel onafhankelijk stukje water met Waterdeel (BGT 1.1) gelijkblijvende, homogene eigenschappen en Waterdeel (IMWA 2013) relaties dat er binnen het objecttype Water van NEN SurfaceWater (INSPIRE HY 3610 wordt onderscheiden en dat permanent met 3.0.1) water bedekt is. (bron: BGT 1.1) ondersteunend object dat in het kader van de waterhuishouding OndersteunendWaterdeel waterdeel periodiek gedeeltelijk of geheel met water is bedekt. (BGT 1.1) (bron: BGT 1.1) Oever (IMWA 2013) kunstmatig, meestal lineair obstakel met een Scheiding (BGT 1.1) werende functie. (bron: BGT 1.1) Inrichtingselement (IMWA scheiding 2013) oever het deel van het oppervlaktewaterlichaam dat aan Shore (INSPIRE HY 3.0.1) weerszijden van een waterdeel aanwezig kan zijn, zonder de eventuele scheiding en het waterdeel. (bron: nieuw afgeleid uit definities Oppervlaktewaterlichaam (Waterwet 06-08-2013) en Scheiding, OndersteunendWaterdeel en Waterdeel (BGT 1.1)) beschermings- aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin WaterstaatkundigeZonering zone ter bescherming van dat werk voorschriften en (IMWA 2013) beperkingen kunnen gelden (Waterwet 06-08-2013) waterbodem het onder de waterspiegel gelegen grondvlak van Waterbodem (IMWA 2013) een rivier, kanaal, meer, haven, etc., exclusief de overgangtaluds naar de oevers. (bron: Aquo-lex 2013) opdelend BGT- verzamelnaam voor alle objecten in de BGT die op object niveau 0 een gebiedsdekkend geheel vormen. 2.1.2 Fysieke objecten In de BGT wordt als volgt omgegaan met het begrip fysiek: “De BGT bevat fysieke topografische objecten. Uitzonderingen hierop zijn het functioneel gebied Kering en de (kunstmatig) gekozen vlakobjectbegrenzingen bij wegdelen, waterdelen en terreindelen.” De termen genoemd in paragraaf 2.1.1, met uitzondering van opdelend BGT-object (dit kan zowel een fysiek als niet fysiek object zijn conform BGT), zijn volgens dit uitgangspunt geen fysieke topografische objecten. 2.1.3 Termen in de Waterwet, Uniemodel Keur en Uniemodel Legger De tekst is artikel 5.1 van de Waterwet luidt als volgt: “De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. Van de legger maakt deel uit een overzichtskaart, waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones staat aangegeven.” Een waterstaatswerk is in de Waterwet gedefinieerd als “oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk”. Daarmee zijn de objecten oppervlaktewaterlichaam en beschermingszone sowieso verbonden aan de legger. In de model Keur (2013) en model Legger (2013) van de Unie van Waterschappen is naast de termen oppervlaktewaterlichaam en beschermingszone ook de term profiel van vrije ruimte opgenomen. De beschermingszone heeft als doel de bescherming van het waterstaatswerk en het profiel van vrije ruimte tevens de toekomstige verbetering van het waterstaatwerk. Termen zoals reserveringszone of vrijwaringszone komen niet meer voor en in tegenstelling tot de vorige model Keur kan een profiel van vrije ruimte zowel betrekking hebben op een waterkering als een oppervlaktewaterlichaam. De in de praktijk gebezigde term meanderzone valt onder het begrip profiel van vrije ruimte. In de mode Keur wordt het waterstaatswerk zone 1, de beschermingszone zone 2 en het profiel van vrije ruimte zone 3 genoemd. Verder wordt in de model Legger geadviseerd om het oppervlaktewaterlichaam als vlak vast te leggen. De situatieschets die in de model Legger is opgenomen staat in figuur 1. Figuur 1. Dwarsdoorsnede waterloop Uniemodel Legger (2013, pp 12) 2.1.4 Legger versus beheerregister In de model Legger van de Unie van Waterschappen (2013, pp 11) wordt onder andere gesteld dat een oppervlaktewaterlichaam bij voorkeur vastgelegd wordt als vlak. De beschermingszone grenst daarbij aan het oppervlaktewaterlichaam. Het profiel van vrije ruimte hoeft niet aanwezig te zijn en heeft geen vaste plek. Tevens wordt in de model legger aangegeven welke informatie er bij een waterstaatswerk in de legger minimaal zou moeten staan. Naast het vastleggen van objecten en bijbehorende informatie ten behoeve van de legger hebben de meeste waterbeheerders behoefte aan extra informatie over deze legger-objecten of is er behoefte aan informatie over geheel andere objecten. Ook moet het mogelijk zijn toekomstige legger-objecten vast te leggen of bestaande legger-objecten te wijzigen, voordat deze ter vaststelling in procedure gaan. Waterdelen, ondersteunende waterdelen, scheidingen, oevers en waterbodems komen in principe niet voor in de legger, maar zullen wanneer wenselijk opgenomen zijn in het beheerregister. De oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones staan wel in de legger maar kunnen wanneer gewenst ook opgenomen zijn in het beheerregister. Hiermee is het beheerregister gedefinieerd als een register waarin zowel objecten staan ter voorbereiding van de legger als objecten die niet in de legger zijn opgenomen. 2.2 Situatieschetsen In deze paragraaf worden waterlopen in verschillende situaties weergegeven. Bij het interpreteren van deze situatieschetsen zijn de volgende (uitgangs)punten van belang: In de tekeningen is geen onderscheid gemaakt tussen objecten die in de legger kunnen voorkomen of vaak alleen in het beheerregister staan. De termen oppervlaktewaterlichaam, beschermingszone en profiel van vrije ruimte hebben een juridische grondslag, maar kunnen ook opgenomen zijn in het beheerregister. Het profiel van vrije ruimte is niet meegenomen in de situatieschetsen, omdat het profiel van vrije ruimte geen vaste plek heeft. In de tekeningen is in het rood aangegeven waar “andere opdelende BGT-objecten” zich bevinden. Hiermee worden alle BGT-objecten bedoeld, niet zijnde waterdeel, ondersteunend waterdeel en functioneel gebied. 2.2.1 Situatie 1: Droge sloot/ greppel Kenmerken situatie 1: - Niet gehele jaar watervoerend - Geen keringen - Geen uitwaarden 2.2.2 Situatie 2: Waterlopen met gering verschil in nat oppervlak Kenmerken situatie 2: - Gehele jaar watervoerend - Geen keringen - Klein verschil in nat oppervlak (Water blijft binnen eventuele kant insteek) - Geen uiterwaarden 2.2.3 Situatie 3: Waterlopen met groot verschil in nat oppervlak Kenmerken situatie 3: - Gehele jaar watervoerend - Geen keringen - Groot verschil in nat oppervlak (Water treedt buiten eventuele kant insteek) - Geen uiterwaarden 2.2.4 Situatie 4: Waterlopen met kades Kenmerken situatie 4: - Gehele jaar watervoerend - Wel keringen - Klein verschil in nat oppervlak - Geen uiterwaarden 2.2.5 Situatie 5: Waterlopen met uiterwaarden Kenmerken situatie 5: - Gehele jaar watervoerend - Wel keringen - Groot verschil nat oppervlak (Water treedt buiten eventuele kant insteek) - Wel uiterwaarden 2.3 Wijzigingsvoorstellen IMGeo/BGT De volgende wijzigingsvoorstellen zullen xx-xx-xxxx worden ingediend bij de beheerorganisatie van IMGeo/BGT. 2.3.1 Kunstwerkdeel en Scheiding Er komen zowel in TypeKunstwerkPlus als in TypeScheiding gelijksoortige objecten voor. In TypeKunstwerkPlus komt keermuur voor en in TypeScheiding komt oa muur, kademuur, damwand, walbescherming voor. Voorstel: Het TypeKunstwerkPlus keermuur verwijderen uit TypeKunstwerkPlus en opnemen in TypeScheidingPlus als keermuur/keerwand. Daarnaast plaatjes aanleveren om de verschillen tussen kademuur, damwand, walbescherming en keermuur/keerwand duidelijk te maken. 2.3.2 Functioneel gebied In TypeFunctioneelGebiedPlus komt infrastructuur waterstaatswerk en waterbergingsbied voor, waarvan de definitie min of meer overeenkomt met de definities van oppervlaktewaterlichaam en bergingsgebied in de Waterwet. Om misverstanden te voorkomen is het wenselijk de terminologie en definitie uit de Waterwet te gebruiken. Daarnaast kent de Waterwet nog een type waterstaatwerk, namelijk het. Ook het ondersteunend kunstwerk moet opgenomen worden als soort TypeFunctioneelGebiedPlus. In de Waterwet is helaas geen definitie van het Ondersteunend Kunstwerk opgenomen. Voorstel: In IMGeo het volgende TypeFunctioneelGebiedPlus verwijderen: - Functioneel gebied Infrastructuur waterstaatswerk - Functioneel gebied Waterbergingsgebied In IMGeo het volgende TypeFunctioneelGebiedPlus opnemen: - Functioneel gebied oppervlaktewaterlichaam Definitie: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens deze wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna (bron: Waterwet) - Functioneel gebied bergingsgebied Definitie: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen (bron: Waterwet) - Functioneel gebied ondersteunend kunstwerk Definitie: terrein met daarop één of meerdere (samengestelde) kunstwerken die samen een geheel vormen (bron: nieuw) 2.3.3 OndersteunendWaterdeel Het fysieke voorkomen van een OndersteunendWaterdeel is relevant in het beheer van een OndersteunendeWaterdeel. Het is daarom wenselijk om net zoals bij OndersteunendWegdeel een FysiekVoorkomen te kunnen vastleggen. Voorstel: In BGT wordt bij OndersteunendWaterdeel een extra attribuut bgt-FysiekVoorkomen met daarbij behorende domeintabel FysiekVoorkomenOndersteunendWaterdeel opgenomen. Attribuut FysiekVoorkomen: Multipliciteit: [0-1] Definitie: Mate waarin het ondersteunend waterdeel al of niet verhard is. Domeintabel FysiekVoorkomenOndersteunendWaterdeel gesloten verharding Verharding bestaande uit een materiaal dat niet verwijderbaar is zonder definitieve destructie, zoals bijvoorbeeld bitumen, cement of kunststof. (bron: BGT) open verharding Verharding gevormd door in verband aangebrachte elementen van beperkte afmetingen, zoals bijvoorbeeld klinkers en tegels. (bron: BGT) half verhard Verharding bestaande uit een door verdichting gebonden materiaal, of onsamenhangend materiaal. (bron: BGT) onverhard Ondersteunende waterdelen waar geen verharding of aaneengesloten vegetatie aanwezig is. (bron: nieuw) groenvoorziening Terreindeel met aangelegde beplanting, meestal gras of riet. (bron: nieuw) transitie De waarde is tijdens transitie niet bekend. (bron: BGT) In IMGeo wordt bij OndersteunendWaterdeel een extra attribuut plus-FysiekVoorkomen met daarbij behorende domeintabel plus-FysiekVoorkomenOndersteunendWaterdeel opgenomen. Attribuut plus-FysiekVoorkomen Multipliciteit: [0-1]] Definitie: Mate waarin het ondersteunend waterdeel al of niet verhard is, nadere classificatie Domeintabel plus-FysiekVoorkomenOndersteunendWaterdeel Nader te bepalen door werkgroep 2.3.4 Waterdeel en OndersteunendWaterdeel Afhankelijk van de periode van het jaar en het tijdstip waarop je in het veld de situatie van een waterdeel vastlegt, zal de begrenzing van een waterdeel anders zijn. Voor rivieren en meren is vastgelegd welk peil het waterdeel representeert. Het is wenselijk om ook iets op te nemen over waterlopen niet zijnde rivieren en droge sloten/greppels. Voorstel: Extra sub-paragraaf “Waterlopen niet zijnde rivieren” opnemen onder paragraaf 10.6 Waterdeel en OndersteunendWaterdeel. Voor waterlopen niet zijnde rivieren komt een begrenzing voor van kademuur of walbescherming, of een oever. Als een kunstmatige waterkering aanwezig is in de vorm van kademuur of walbescherming vormt dit de begrenzing van terrein en water. Bij het ontbreken daarvan vormt het object begrensd door waterlijn en de bovenzijde van een herkenbare insteek een ondersteunend waterdeel type oever/slootkant. In alle gevallen, of een streefpeil wordt beheerd door bemalen en/of spuien of niet, wordt bij meerdere streefpeilen uitgegaan van het laagste niveau of ondergrenspeil. Als de ligging van een peil bekend is en de horizontale afstand tussen een herkenbare insteek bedraagt 1m of meer dan ontstaat in de BGT een ondersteunend waterdeel. Is de afstand minder dan 1m dan kan een ondersteunend waterdeel ontstaan, maar dit hoeft niet. Extra sub-paragraaf “Droge sloten en greppels” Voor waterdelen van het type droge sloten of greppel, wordt het waterdeel begrensd door de kant bodem. Als de kant bodem en kant insteek 1m of meer bedraagt dan ontstaat in de BGT een ondersteunend waterdeel. Is de afstand minder dan 1m dan kan een ondersteunend waterdeel ontstaan, maar dit hoeft niet. 2.3.4.1 Wijzigen TypeOndersteunendWaterdeel: Oever In de BGT objectafbakening wordt het volgende gezegd over Oever,slootkant: Oevers en slootkanten zijn de delen die enerzijds begrensd worden door de waterlijn en anderzijds door een kant insteek. Deze objectafbakening spreekt de definitie van OndersteunendWaterdeel tegen. De definitie die in de BGT is opgenomen, is afkomstig uit INSPIRE en komt soms overeen met een OndersteunendWaterdeel zoals beschreven in de objectafbakening, maar heel vaak ook niet. Bijvoorbeeld als er uiterwaarden naast een waterdeel liggen of in het geval van vrij afstromende wateren zonder directe inperking van de bedding. In die gevallen is de oever veel breder dan alleen het ondersteunende waterdeel. Voorstel: TypeOndersteunendWaterdeel Oever, slootkant wijzigen in Oevertalud met definitie: de strook land tussen de waterlijn (bij droge sloot/ greppel kant waterbodem) en de kant insteek. 2.4 Wijzigingen IMWA en Aquo-lex 2.4.1 Opnemen homoniem “oever” De huidige definitie van oever in Aquo-lex, is de definitie die komt uit het handboek natuurvriendelijke oevers. Deze definitie blijft overeind. In de Waterwet heeft oever een andere betekenis. Het voorstel is om de term oever als homoniem op te nemen in Aquo-lex en deze term te koppelen aan het object oever in preIMWA 2014 Term: oever Definitie: dat deel van het oppervlaktewaterlichaam dat aan beide zijden van een waterdeel aanwezig kan zijn, zonder de eventuele scheiding en het waterdeel. (bron: afgeleid uit definities Oppervlaktewaterlichaam (Waterwet 06-08-2013) en Scheiding, OndersteunendWaterdeel en Waterdeel (BGT 1.1))) Toelichting: Wanneer naast het waterdeel een kering aanwezig is, loopt de oever vanaf een eventuele scheiding of de kant water tot de buitenkruinlijn van de kering. Zijn er geen keringen aanwezig dan loopt de oever vanaf een eventuele scheiding of kant water tot de kant insteek. 2.4.2 Vervallen object “NatteEcologischeZone” Het object NatteEcologischeZone vervalt. In Aquo-lex staat geen overeenkomende term. 2.4.3 Opnemen object “NatuurvriendelijkeOever” Een natuurvriendelijke oever is een soort functioneel gebied dat over waterdelen en de oevers heen kan liggen. In Aquo-lex wordt de term “natuurvriendelijke oevers” gewijzigd in “natuurvriendelijke oever”. Definitie en toelichting blijft gelijk. 2.4.4 WaterstaatkundigeZonering In de Waterwet en Model Keur en Model Legger van de Unie komt het begrip WaterstaatkundigeZonering niet voor. In de Model Keur (2013, pp 8-9) worden drie zones onderscheiden: Zone 1: waterstaatswerk → doel vervullen primaire functie; Zone 2: beschermingszone → hier gelden verbodsbepalingen ter bescherming / instandhouding van het waterstaatswerk; Zone 3: profiel van vrije ruimte → deze zone is bedoeld om toekomstige verbeteringen ingevolge de vastgestelde wateropgaven te kunnen uitvoeren. Heeft ook verticale dimensie Volgende overleg: Actie IHW: Voorstel voor opname van de verschillende zones met attributen. Hieruit moet blijken of waterstaatswerk Oppervlaktewaterlichaam, beschermingszone en profiel van vrije ruimte aparte object zijn. Daarnaast een voorstel doen voor opname van Waterdeel als vlak en de as-lijn. Is de as-lijn een apart object of de hoofdgeometrie van Waterdeel of Oppervlaktewaterlichaam? 2.5 Relaties Naar aanleiding van de vorige paragrafen kunnen de volgende conclusies worden getrokken ten aanzien van het voorkomen van en de relaties tussen waterdeel, ondersteunend waterdeel, oever, oppervlaktewaterlichaam en beschermingszone: - Waterdeel is een onderdeel van het Oppervlaktewaterlichaam - Oever is een onderdeel van het Oppervlaktewaterlichaam - Ondersteunend waterdeel is een onderdeel van Oever - Ondersteunend waterdeel komt niet altijd voor, Oever wel - Beschermingszone grenst aan Oppervlaktewaterlichaam - Beschermingszone is een specifiek type WaterstaatkundigeZonering 2.6 Relatie BGT met eigen administratie Bronhouders zijn in principe vrij om het oppervlaktewater in de lengterichting in te delen naar eigen inzicht. Bij de ontwikkeling van het pre IMWA watersystemen is echter uitgegaan van de volgende uitgangspunten die in een later stadium eventueel in een aanvullend protocol zullen worden opgenomen. Uitgangspunten: - Werkvelden die gebruik (gaan) maken van geografische oppervlaktewaterobjecten willen deze objecten naar eigen wens kunnen opdelen. - Het is onmogelijk om voor alle werkvelden, die in de toekomst gebruik willen maken van geografische oppervlaktewaterobjecten, te bepalen op basis van welke eigenschappen deze objecten opgedeeld zouden moeten worden. - Het is wenselijk een bepaald optimum te bepalen voor het opdelen van geografische oppervlaktewaterobjecten, die door huidige en het toekomstig werkvelden als basis gebruikt worden voor specifieke opdelingen. Advies - Deel geografische oppervlaktewaterobjecten van het type vlak in de lengterichting op, op basis van fysieke kenmerken. Dit betekent dat je objecten opknipt op basis van: - o Significante wijziging in de breedte van het oppervlaktewaterobject o Peilregulerende kunstwerken (voor BGT gebeurt dit sowieso.) o Gelijkvloerse kruisingen van dezelfde categorie Daarnaast worden geografische oppervlaktewaterobjecten opgedeeld op basis van administratieve kenmerken: o Waterschapsgrenzen o Naam van het oppervlaktewater o Categorie oppervlaktewater Bijlage 1 Objecten, termen en definities Er kan verschil worden gemaakt in de herkomst van termen en definities die reeds in bestaande informatiemodellen zijn gerepresenteerd als objecten en termen en definities die afkomstig zijn uit wetten en richtlijnen waar geen informatiemodel in is opgenomen. De termen en definities die afkomstig zijn uit wetten en richtlijnen zonder informatiemodel, dienen een ander doel dan termen en definities die voorkomen in informatiemodellen. Voor wetten en richtlijnen is het van belang dat duidelijk is wat (niet) natuurlijke personen moeten doen of nalaten. Het schrijft bijvoorbeeld randvoorwaarden voor waaraan een bedrijfsproces moet voldoen. Het doel van informatiemodellen is vast te leggen over welke objecten informatie kan/moet worden vastgelegd ten behoeve van de bedrijfsprocessen die informatie nodig hebben. Omdat het doel waarvoor termen en definities worden vastgelegd van elkaar verschilt, kunnen nieuwe termen, homoniemen of synoniemen ontstaan. Bij het ontwikkelen van wetgeving en richtlijnen hoeft in principe geen rekening te worden gehouden met bestaande terminologie, zolang in de wettekst of richtlijn maar duidelijk is wat waarmee wordt bedoeld. De persoon die de wetgeving of richtlijn implementeert in een bedrijfsproces, moet weten wat bedoeld wordt met welke term en deze vertalen voor het bedrijfsproces. Vaak worden termen en definities uit wetten en richtlijnen echter overgenomen in het bedrijfsproces. Daarmee zijn ze nog niet opgenomen in het informatiemodel behorend bij het bedrijfsproces. Bij het ontwikkelen van een informatiemodel geeft het bedrijfsproces, dus de praktijk, juist de input en is het van belang dat iedereen in het bedrijfsproces termen op eenzelfde wijze interpreteert. Deze termen worden dagelijks gebezigd en het moet niet uitmaken of de ene persoon of andere persoon werkzaamheden uitvoert binnen het bedrijfsproces. Voor de doorontwikkeling van IMWA is ervoor gekozen om termen die gebruikt worden in wetgeving en richtlijnen zoveel mogelijk te implementeren in het model. Objecten In de volgende sub-paragrafen zijn de definities van objecten die voorkomen in de modellen IMWA, IMGeo/BGT of INSPIRE onder elkaar gezet. Daarnaast worden definities van termen weergegeven uit de Waterwet en KRW die bij de objecten uit IMWA, IMGeo/BGT en INSPIRE zouden kunnen horen. Waterdeel IMWA Water: grondoppervlak in principe bedekt met water IMWA Waterdeel: kleinste functioneel stukje water met gelijkblijvende, homogene eigenschappen en relaties dat er binnen een water wordt onderscheiden IMGeo/BGT Waterdeel: Kleinste functioneel onafhankelijk stukje water met gelijkblijvende, homogene eigenschappen en relaties dat er binnen het objecttype Water van NEN 3610 wordt onderscheiden en dat permanent met water bedekt is. NB In principe klopt deze definitie niet, omdat een droge sloot ook een type waterdeel is. Een droge sloot is niet permanent bedekt met water. INSPIRE Oppervlaktewater (SurfaceWater): Elk bekend binnenwaterlichaam (Any known inland waterway body.) INSPIRE Stilstaand water (StandingWater): Een waterlichaam dat volledig omringd is door land (A body of water that is entirely surrounded by land.) INSPIRE Waterloop (Watercourse): Een natuurlijke of door de mens gemaakte stromende waterloop of stroom. (A natural or man-made flowing watercourse or stream.) Waterbodem IMWA Waterbodem: het onder de waterspiegel gelegen grondvlak van een rivier, kanaal, meer, haven, etc., exclusief de overgangstaluds naar de oevers. NB Er is geen definitie voor waterbodem opgenomen in de Waterwet of KRW. Wel wordt het woord bodem gebruikt in de definitie voor Oppervlaktewaterlichaam Oever IMWA Oever: het gebied op de grens van water en land waar het dynamisch samenspel van land en water plaatsvindt. IMGeo/BGT OndersteunendWaterdeel: Object dat in het kader van de waterhuishouding periodiek gedeeltelijk of geheel met water is bedekt. TypeOndersteunendWaterdeel • Oever,slootkant: De strook land die in direct contact staat met water, inclusief het gebied tussen de hoogwaterlijn en laagwaterlijn. (bron: Inspire) INSPIRE Oever (Kust) (Shore): De smalle strook land die onmiddellijk in contact staat met een waterlichaam, inclusief het gebied tussen de hoog- en de laagwaterlijn. (The narrow strip of land in immediate contact with any body of water including the area between high and low water lines.) NB Er is geen definitie voor oever opgenomen in de Waterwet of KRW. Wel wordt het woord oever gebruikt in de definitie voor Oppervlaktewaterlichaam Inrichting IMGeo/BGT Scheiding: Kunstmatig, meestal lineair obstakel met een werende functie. TypeScheiding: • kademuur: Verticale wand ter scheiding van land en water, opgebouwd uit een muur van gemetselde stenen of gestort beton. (bron: BGT) • damwand: Een grondkerende constructie die bestaat uit een verticaal in de grond geplaatste wand. (bron: BGT) • walbescherming: Een nagenoeg verticale wand tot kering van grond om afkalving van water te voorkomen, niet zijnde een kademuur. (bron: IMGEO 1.0) IMWA Inrichtingselement: Ruimtelijk object al dan niet ter detaillering dan wel ter inrichting van de overige benoemde ruimtelijke objecten of een ander inrichtingselement. TypeInrichting: keren, scheiden: geen definitie aanwezig, maar bedoeld wordt elementen zoals tussenmuur, haag, heg, houtwal, muur, raster, schutting enz. Kunstwerk IMGeo/ BGT Kunstwerkdeel: Onderdeel van een civiel-technisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen. TypeKunstwerkPlus: • keermuur: Een keermuur of keerwand is een stijf, grond- of waterkerend kunstwerk dat door een groot gewicht en een brede voet een grote standzekerheid kan bereiken. Een keermuur is meestal van gewapend beton, maar er kan ook ander materiaal gebruikt worden. (bron: Wikipedia) IMWA Kunstwerk: civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen,waterkeringen en/of leidingen niet bedoeld voor permanent menselijk verblijf IMGeo/ BGT OverigeConstructie: Abstract objecttype zijnde een gebouwd object dat niet valt onder de definitie van NEN 3610 Gebouw. INSPIRE: Door de mens gemaakt object (ManMadeObject): Een kunstmatig object dat zich in een waterlichaam bevindt en een van de volgende werkingen heeft: - water tegenhouden; - de hoeveelheid water regelen; - de loop van het water wijzigen; - waterlopen met elkaar laten kruisen. Waterkering IMWA Waterkering: Een waterkerende kunstmatige hoogte of natuurlijke hoogte of hooggelegen gronden, inclusief de daarin aanwezige waterkerende elementen. IMGeo/BGT FunctioneelGebied: Begrensd en benoemd gebied dat door een functionele eenheid beschreven wordt. TypeFunctioneelGebied: • Kering: Een waterkerende en / of scheidende, kunstmatige of natuurlijke hoogte of hooggelegen gronden inclusief de daarin aanwezige waterkerende elementen. (bron: aquo) INSPIRE Waterkering (Dijk) (Embankment): Een kunstmatig aangelegde, lange wal van aarde of ander materiaal. (A man-made raised long mound of earth or other material.) Waterwet primaire waterkering: waterkering die beveiliging biedt tegen overstroming doordat deze behoort tot een dijkring ofwel vóór een dijkring is gelegen Zonering IMWA WaterstaatkundigeZonering: Niet tastbaar begrensd gebied gelegen op/rond een waterstaatswerk met een juridische status die voortvloeit uit een wet/verordening. IMWA NatteEcologischeZone: Niet tastbaar begrensd gebied met een juridische status die voortvloeit uit een wet/verordening en beperkingen op legt aan het gebruik van dat gebied in waterstaatkundige zin. IMGeo/BGT FunctioneelGebied: Begrensd en benoemd gebied dat door een functionele eenheid beschreven wordt. TypeFunctioneelGebied: • Infrastructuur Waterstaatswerk: Gebied grenzend aan oppervlaktewater, primair in gebruik voor de oppervlaktewaterhuishouding (waterafvoer, wateraanvoer en waterconservering). (bron: IMGEO) Waterwet beschermingszone: aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin ter bescherming van dat werk voorschriften en beperkingen kunnen gelden waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk; Model Keur Unie van Waterschappen profiel van vrije ruimte: de ruimte als vastgelegd in de legger ter weerszijden van, boven en onder een waterstaatwerk of een toekomstig waterstaatswerk die naar het oordeel van de beheerder nodig is voor toekomstige verbeteringen Terreindeel IMGeo/BGT BegroeidTerreindeel: Kleinste functioneel onafhankelijk stukje van een terrein dat er binnen het objecttype Terrein van NEN 3610 wordt onderscheiden, met aaneengesloten vegetatie. FysiekVoorkomenBegroeidTerrein: • grasland agrarisch: Terreindeel met een vegetatie bestaande uit grassen en of grasachtigen, en met de in graslanden voorkomende kruiden, zijnde cultuurgrasland dat in gebruik is voor de veeteelt, bijvoorbeeld als weiland of als hooiland. (bron: BGT) • moeras: Terreindeel met moerasvegetatie in stilstaand water van geringe diepte zonder merkbare toe- of afvloeiing. (bron: BGT) • rietland: Terreindeel overwegend begroeid met rietvegetatie. (bron: BGT) • groenvoorziening: Terreindeel met aangelegde beplanting, meestal gras, heesters of struiken. (bron: BGT) Enz. IMGeo/BGT OnbegroeidTerreindeel: Kleinste functioneel onafhankelijk stukje van een terrein, dat er binnen het objecttype Terrein van NEN 3610 wordt onderscheiden, zonder aaneengesloten vegetatie. FysiekVoorkomenOnbegroeidTerrein: • zand: terreindeel dat grotendeels bedekt is met zand. (bron: BGT) • open verharding: Verharding gevormd door in verband aangebrachte elementen van beperkte afmetingen, zoals bijvoorbeeld klinkers en tegels. (bron: IMGEO 1.0) Enz. Termen en definities In de volgende sub-paragrafen zijn de definities van termen die voorkomen in de Waterwet, KRW of Aquo-lex onder elkaar gezet. Voor deze termen bestaan op dit moment geen objecten in de modellen IMWA, IMGeo/BGT of INSPIRE. Het is mogelijk om hier wel objecten van te maken als de wens bestaat om een dergelijk object en zijn kenmerken uit te wisselen. Oppervlaktewaterlichaam Waterwet oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens deze wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna; Aanvulling: de oppervlaktewaterlichamen van de rivieren wordt begrensd door de buitenkruinlijn van de primaire waterkering voor zover die primaire waterkering is aangegeven op de kaart die als bijlage I van de Waterwet, dan wel, waar deze ontbreekt, de daarbij vast te stellen lijn van de hoogwaterkerende gronden. KRW oppervlaktewaterlichaam: een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater Bedding Van dale bedding: (van een rivier, beek) de oppervlakte waarover het water stroomt Aquo-lex zomerbed: de oppervlakte, die bij gewoon hoog zomerwater door de rivier wordt ingenomen. Aquo-lex winterbed: de oppervlakte tussen het zomerbed van een bovenrivier en de buitenkruinlijn van de hoogwaterkerende dijk dan wel de hoge gronden, die het water bij hoge standen keren Waterkeringtype Aquo-lex dijk: grondlichaam (al dan niet verdedigd) bestemd tot het keren van water. Aquo-lex kade: een kleine dijk Aquo-lex hoge gronden: natuurlijk aanwezige hooggelegen delen in het landschap die niet worden bedreigd door een hoge waterstand op zee, meren of rivieren Andere relevante termen Waterwet watersysteem: samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken; Waterwet waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk; KRW oppervlaktewater: binnenwateren, met uitzondering van grondwater; overgangswater en kustwateren en, voor zover het de chemische toestand betreft, ook territoriale wateren
© Copyright 2024 ExpyDoc