Download PDF (3500KB)

Vaardigheden basisverpleegkunde
Website
In de oorspronkelijke uitgave van 9DDUGLJKHGHQEDVLVYHUSOHHJNXQGH
was een cd-rom toegevoegd met aanvullend digitaal materiaal. Vanaf deze editie is echter
al dit aanvullende materiaal vindbaar op: http://extras.springer.com
Vul op deze website in het zoekveld Search ISBN het ISBN van het boek in:
978-90-313-3488-9
Let op: het is belangrijk om precies deze schrijfwijze aan te houden, dus met tussenstreepjes.
Overal waar in deze uitgave verwezen wordt naar de cd-rom, wordt bovenstaande website
extras.springer.com bedoeld.
B O U W S T E N E N
V O O R
G E Z O N D H E I D S Z O R G O N D E R W I J S
Vaardigheden
basisverpleegkunde
I. Oldenburger
L. Uyttewaal
G. Afink
A. Laarmans
met bijdragen van J.H.J. de Jong
Tweede, herziene druk
Bohn Stafleu Van Loghum
Houten/Diegem 2001
© 2001 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,
of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op
grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni
1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985,
Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting
Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgaven in bloemlezingen,
readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912)
dient men zich tot de uitgever te wenden.
Eerste druk, eerste oplage 1997
Eerste druk, tweede oplage 1998
Eerste druk, derde oplage 1999
Tweede, herziene druk, eerste oplage 2001
Tweede, herziene druk, tweede oplage 2004
Tweede, herziene druk, derde oplage 2006
Tweede, herziene druk, vierde oplage 2007
Bohn Stafleu van Loghum
Het Spoor 2
Postbus 246
3990 GA Houten
www.bsl.nl
ISBN 978 90 313 3488 9
NUR 897
Distributeur in België
Standaard Uitgeverij
Mechelsesteenweg 203
2018 Antwerpen
Omslagontwerp en vormgeving:Twin Design, Culemborg
www.standaarduitgeverij.be
Tekeningen: Anjo Mutsaars, Haren
Pictogrammen: Peter Walvius, Nijmegen
Inhoud
Woord vooraf
3
De voedingstoestand van een zorgvrager
stimuleren en ondersteunen
22
Het helpen van een zorgvrager bij het eten
en drinken
Het meten en wegen van de zorgvrager
Het toedienen van sondevoeding
Het verzorgen van een voedingssonde
Over de auteurs
Redactionele verantwoording
1
23
24
25
Hygiënische maatregelen ten behoeve
van de basiszorg
1
2
Het wassen van de handen
2
Ondersteuning bieden bij de lichamelijke
hygiëne en uiterlijke verzorging van een
zorgvrager
4
Zorgvrager ondersteuning bieden bij de
uitscheiding
26
Het geven van een urinaal/po/schuitje bij
een bedlegerige zorgvrager
Het verwijderen van urine in de blaas door
de manoeuvre van Credé
Hulp bieden bij het opgeven van een sputum
Hulp bieden bij het braken
Het verzorgen van een zorgvraagster bij de
menstruatie
Het aanbrengen en verwisselen van
incontinentiemateriaal
Het verzorgen van een urineverblijfskatheter
en het wisselen van een urineopvangzak
Het aanbrengen van een externe katheter
Het toedienen van een hoog opgaand klysma
via het rectum
Het inbrengen van een rectumcanule bij
flatulentie
Het verzorgen van aambeien
Het verzorging van een anus praeternaturalis
(AP of stoma)
Het observeren van de darmperistaltiek
Rectaal toucheren: manueel verwijderen van
feces
27
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
Het observeren van de huid
Het geven van een volledige wasbeurt op
bed, onder de douche of in bad
Het helpen bij gezichtsverzorging
Het opbrengen van (basis)make-up
Het verzorgen van de vinger- en teennagels
Het reinigen van het gebit en de
gebitsprothese
Het verzorgen van de mondholte
Het verzorgen van de ogen, neus en oren
Het controleren van de pupilreactie
Het observeren van het gehoor
Het scheren van een mannelijke zorgvrager
(droog en nat)
Het wassen van de haren bij een bedlegerige
zorgvrager
Het verwijderen van hoofdluis
Het bestrijden van schurftmijt
Het aan- en uitkleden van een zorgvrager
en het knopen van een stropdas
Het aantrekken van elastische kousen
Het helpen bij het gebruik en onderhoud
van een hoortoestel (gehoorapparaat)
Het helpen bij het verzorgen van (harde en
zachte) contactlenzen: verwijderen, reinigen
en inbrengen
Het helpen bij gebruik en onderhoud van
een bril
Het helpen bij het verzorgen van een
oogprothese
6
9
18
21
24
27
31
34
41
44
28
29
30
31
32
33
34
35
46
51
54
57
36
37
38
39
60
63
5
De mobiliteit van een zorgvrager
stimuleren en ondersteunen
40
41
Het hoog leggen van een arm of been
Het helpen van een bedlegerige en
hulpbehoevende zorgvrager in een voor hem
goede houding
Het vervoer van een zorgvrager per
bed/brancard/rolstoel
Het tillen van een bedlegerige en
hulpbehoevende zorgvrager met behulp van
een mechanische lift
66
69
72
42
75
43
80
84
89
92
96
100
103
106
109
112
115
120
123
127
130
133
137
140
144
147
162
170
V
i n h o u d
44
45
46
47
48
49
50
Het verplaatsen van een zorgvrager in bed
met behulp van de schaarliftmethode
Het verplaatsten van een zorgvrager in bed in
zijligging
Het helpen van een zorgvrager bij het uit
en in bed komen
Het helpen van een zorgvrager bij het lopen
Het helpen van een zorgvrager die
gebruikmaakt van loophulpmiddelen
(krukken, wandelstok, vierpoot, looprek,
schuifelrek of rollator)
Het helpen aanbrengen en verwijderen van
een beenprothese bij een zorgvrager
Het aanbrengen en verwijderen van een
beenspalk en een onderbeenbeugel (orthese)
9
Medicijnen toedienen
61
Het toedienen van medicijnen:
per os/per rectum en vaginaal
Het toedienen van medicijnen: oogdruppels/
-zalf, oordruppels en neusdruppels
Het toedienen van neusdruppels bij een
zorgvrager met een voorhoofdsholteontsteking (sinusitis)
Het toedienen van medicijnen via de huid
(transdermaal)
Het toedienen van zuurstof via een masker
Het toedienen van zuurstof via een
neuskatheter
173
176
62
185
188
63
64
191
199
65
66
248
253
260
265
268
271
203
10 Injecteren
6
51
52
53
54
55
55
57
De ademhaling, temperatuur en
circulatie van een zorgvrager stimuleren
en ondersteunen
Het meten van de lichaamstemperatuur
Het observeren (meten) van de ademhaling
Het observeren (meten) van de polsslag
Het meten van de bloeddruk volgens
Riva Rocci
Het aanwenden van koude
Het aanwenden van warmte
Hulp bieden aan een zorgvrager die
dreigt flauw te vallen
210
215
218
221
226
229
67
68
69
70
71
72
73
232
74
7
Het slaap/waakritme van een zorgvrager
stimuleren en ondersteunen
58
Het afhalen en opmaken van een bed zonder
zorgvrager
236
Het afhalen en opmaken van een bed met
zorgvrager
239
59
8
60
VI
11
Wonden verzorgen
75
Het aantrekken en aangeven van steriele
handschoenen
Het openen en sluiten van steriel materiaal
Het verzorgen van een wond
Het verzorgen van drains
Het verzorgen van een wond met
wonddrainage
Het verbinden van een zorgvrager met een
stomp (na amputatie)
Basisvaardigheden ten behoeve van
specifieke zorgvragers
76
77
78
79
De terminale zorgvrager
80
Het afleggen van een overledene
244
Injecteren - algemeen
276
Het openen van een ampul
277
Het oplossen van de poedervorm waarin
het medicijn door de fabrikant aangeleverd
wordt
280
Het toedienen van een subcutane injectie
283
Het toedienen van een intramusculataire
injectie
286
Het klaarzetten, voorbereiden en assisteren bij
het inbrengen van een intraveneus infuus
289
Het verwisselen, afsluiten en verwijderen van
een intraveneus infuus
294
Het observeren en registreren van een
intraveneus infuus
297
302
305
308
315
318
321
Woord vooraf
Het boek Vaardigheden basisverpleegkunde bestaat uit
protocollen, die stap voor stap aangeven hoe
een handeling uitgevoerd moet worden. De
protocollen worden voorafgegaan door een
inleiding met bijzonderheden en leerdoel. Op
de bijgeleverde cd-rom staan voor ieder protocol
één of meer toetsen. De beschrijving van de
protocollen sluit aan op de eindtermen zoals
geformuleerd voor verpleegkundigen en stellen de student in staat zich de vaardigheden zo
zelfstandig mogelijk eigen te maken.
De protocollen gaan verder dan alleen het
benoemen van de processtappen. In een extra
kolom worden daar waar zinvol opmerkingen
geplaatst die nader inzicht geven in het waarom van een handeling en die de student alert
maken op bijzonderheden. Elke vaardigheid is
ruim voorzien van afbeeldingen die de
beschreven vaardigheid visueel ondersteunen.
De toets bestaat uit een observatielijst, die
zowel door de opleider als door de student is
te gebruiken. Het is daarbij wenselijk vooraf
afspraken te maken over wanneer sprake is van
een goede uitvoering. Moeten daarvoor alle
processtappen correct zijn uitgevoerd of is het
in bepaalde gevallen toegestaan dat één of
meerdere stappen niet geheel aan de norm voldoen?
De protocollen beschrijven specifieke handelingen. Standaardhandelingen die altijd aan de
orde zijn, worden daarbij niet steeds expliciet
genoemd. Het gaat om zaken als bed op de
gewenste hoogte brengen, bedgordijnen sluiten, bel binnen handbereik van de zorgvrager
leggen, opruimen, handen wassen enzovoort.
Deze standaardhandelingen, die voor en/of na
een vaardigheid plaatsvinden, staan ter herinnering nog eens als pictogram op een boekenlegger vermeld.
Namens de auteurs,
Ineke Oldenburger
Giny Afink
Lianne Uyttewaal
Annemiek Laarmans
VII
Over de auteurs
Giny Afink heeft na het behalen van het diploma A-verpleegkundige gewerkt als verpleegkundige en vervolgens als avond en nachthoofd.
Na het afronden van de docentenopleiding was zij verbonden aan de School voor opleidingen in de gezondheidszorg De Wierde, eerst als docent, later als vakgroepcoördinator. In die tijd specialiseerde zij zich in
het vaardigheidsonderwijs en heeft zij de tweedegraads
lerarenopleiding gedaan.
Momenteel is zij verbonden aan het Noorderpoort College te Groningen, afdeling gezondheidszorg waar zij
werkzaam is als docent verpleegkunde en coördinator
van het vaardigheidsonderwijs. Voor zowel het MDGOVp/Vz als voor de inservice-opleiding tot ziekenverzorgende heeft zij de Skillslab-methode opgezet en ingevoerd.
Ineke Oldenburger is na het behalen van de diploma’s
A- en B-verpleegkunde en lerarenopleiding werkzaam
geweest als docent verpleegkunde. Vervolgens was zij
enige tijd praktijkcoördinator voor operatieassistenten
in opleiding, trainer in bedrijfscommunicatie voor facilitaire diensten en projectbegeleider bij reorganisaties.
Momenteel vervult zij de functie van opleidingsadviseur, verbonden aan het Opleidingsinstituut in het Academisch Ziekenhuis te Groningen en houdt zich onder
meer bezig met het verzorgen van toetsvaardigheid
(Wet BIG) en ontwikkeling van invoeringsmodellen
rondom implementatie hiervan in de dagelijkse zorgpraktijk.
In 1992 publiceerde zij met drs. J.H.J. de Jong en drs.
J.A.M. Kerstens het BVO-boek Methoden en technieken voor het
verpleegkundig handelen. Tevens is zij medeauteur van Vaardigheden basisverpleegkunde, Vaardigheden basiszorg en Vaardigheden
specifieke verpleegkunde.
Lianne Uyttewaal heeft de opleiding tot algemeen verpleegkundige gevolgd, de kinderaantekening behaald
en de MGZ-opleiding doorlopen. Daarna heeft zij de
opleiding ‘Midden Management’ gedaan. Zij is werk-
VIII
zaam geweest in een algemeen ziekenhuis, een woongemeenschap voor meervoudig gehandicapten en in de
wijkverpleging. Momenteel is zij verpleegkundige
transmurale zorg in het Academisch Ziekenhuis te Groningen.
Annemiek Laarmans is na haar A-opleiding, Kraamopleiding en Intensive Treatment enkele jaren werkzaam
geweest bij een particulier bureau voor Zieken- en
Kraamverpleging. Vervolgens behaalde zij het diploma
HBO Maatschappelijke Gezondheidszorg.
Na enkele jaren de functie te hebben vervuld van recovery-verpleegkundige in het Rooms Katholiek Ziekenhuis te Groningen volgde zij in 1988 een opleiding tot
operatieassistent met de differentiatie Anesthesie in het
Academisch Ziekenhuis te Groningen en is sindsdien
werkzaam als anesthesieverpleegkundige.
Tot op heden heeft zij zich met name beziggehouden
met ontwikkeling van protocollen en de daarbij behorende toetsingsmethodieken, gericht op het verwerven
en onderhouden van de actuele bekwaamheid, conform
de richtlijnen van de Wet BIG.
Jan de Jong heeft, na een opleiding tot algemeen en
psychiatrisch verpleegkundige, psychologie gestudeerd
en een Masters Degree behaald op het terrein van strategisch management in de gezondheidszorg. Hij was van
1980 tot 1997 directeur van het Regionaal Opleidingen- en Dienstencentrum TRIAS IJselland te Deventer/
Apeldoorn. In deze periode is hij jarenlang betrokken
geweest bij de ontwikkeling van het samenhangend
onderwijsstelsel, zowel op projectbasis in zijn regio als
op landelijk niveau via allerlei overlegorganen. Hij heeft
vele publicaties op zijn naam staan en vormt sinds 1982
samen met de heer J.A.M. Kerstens de hoofdredactie van
de BGO-reeks. Hij is vanaf 1984 tevens voorzitter van
Verpleegkundig Perspectief, dat periodiek vertalingen
en samenvattingen van ruim 30 buitenlandse vakbladen
uitbrengt. De Jong heeft een adviesbureau op het terrein
van strategische en bestuurlijke vraagstukken.
Redactionele verantwoording
De reeks leerboeken Bouwstenen voor gezondheidszorgonderwijs is
ontwikkeld aan de hand van een curriculummodel. Dit
curriculummodel sluit aan bij het rapport ‘Gekwalificeerd voor de toekomst’ waarin de kwalificatiestructuur
en de eindtermen voor verpleging en verzorging beschreven worden.
Bij de ontwikkeling van dit curriculummodel en de
daaraan gekoppelde opleidingsstructuur waren twee uitgangspunten belangrijk:
1 Een theoretisch uitgangspunt waarbij het beroepsopleidingsprofiel centraal staat, dat wil zeggen de eindtermen voor de onderscheiden kwalificatieniveaus.
2 Een praktisch uitgangspunt waarin de beroepsprofielen
en de daarvan afgeleide functie- en taakprofielen
centraal staan, dat wil zeggen de taken en de kwalificaties: het geheel van eisen betreffende kennis, vaardigheden en attitude die organisaties aan medewerkers stellen.
Door kennis, vaardigheden en attitude (kwalificaties en
eindtermen) te ordenen naar zorgsituaties en zorgcategorieën wordt de verpleegkundige voldoende toegerust
voor zijn/haar functie. Dit betekent dat hij/zij de zorgvraag van de zorgvrager in een gegeven setting op adequate wijze kan beantwoorden.
Voor de opleiding tot verpleegkundige (kwalificatieniveau 4 en 5) ziet het curriculum er als volgt uit:
Curriculummodel
In het curriculummodel zien we alle elementen van het
beroepsprofiel en het beroepsopleidingsprofiel terugkomen.
Centraal staan de zorgsituaties (multidisciplinair aandachtsgebied) met daarbinnen omschreven verpleegsituaties (aandachtsgebied voor de verpleegkundige en
verzorgende discipline). In alle zorgsituaties hebben we
te maken met gezondheid en gezondheidsproblematiek.
Enerzijds heeft de beroepsbeoefenaar te maken met een
zelfzorgproces dat gericht is op het in stand houden c.q.
ondersteunen van het gezond functioneren van de
mens. Anderzijds heeft de beroepsbeoefenaar te maken
met een patiënten- of cliëntenzorgproces dat gericht is
op de begeleiding van de mens met gezondheidsproblematiek. Uiteraard hebben beide processen een nauwe
relatie met elkaar. Voor het behalen van de eindtermen
zijn vier leer- en vormingsgebieden nodig. Het centrale
leer- en vormingsgebied is de verpleegkunde. Het is het
geheel van kennis, vaardigheden en attitudes waarmee
het zorgproces in de verschillende zorgsituaties vorm en
inhoud gegeven wordt teneinde de gestelde doelen te
bereiken.
De zorgsituaties en verpleegsituaties zijn uitgangspunt.
De mens en zijn zorgbehoefte(n) en de patiënt en zijn
verpleegbehoefte(n) staan in het denken, het handelen
en de attitude van de verpleegkundige centraal.
leer- en vormingsgebied mens en gezondheid
toepassing t.b.v.
participatie in
zelfzorgproces
zelfzorgproces
theoriecomponent 1
mens zijn in relatie tot de omgeving
hulpverleningssituatie
gezondheidstoestand
ontwikkeling als persoon en beroepsbeoefenaar
toepassing en integratie in de praktijk
gezondheid
beginsituatie
student
leer- en vormingsgebied
verpleegkunde
eindtermen
voor
verzorgend
onderwijs
HBO/MBO
(kwalificatieniveau 4 en 5)
inleiding in de verpleegkunde
basis verpleegkunde
specifieke verpleegkunde
gezondheidsproblematiek
toepassing en integratie in de praktijk
ontwikkeling als persoon en beroepsbeoefenaar
theoriecomponent 2
patiëntenzorgproces
1 vaardigheden
basisverpleegkunde
2 vaardigheden
specifieke
verpleegkunde
(incl. voorbehouden
handelingen)
leer- en vormingsgebied
methoden en technieken
3 agogische en
communicatieve
vaardigheden
patiënt zijn in relatie tot de omgeving
hulpverleningssituatie
gezondheidsproblematiek
toepassing t.b.v.
participatie in
patiëntenzorgproces
leer- en vormingsgebied gezondheidsproblematiek
IX
r e d a c t i o n e l e
Om inzicht te krijgen in de zorgsituaties (zorgvrager,
zorgvraag en setting) en het zorgproces vorm en inhoud
te geven zijn de overige drie leer- en vormingsgebieden
als ondersteuning nodig:
1 leer- en vormingsgebied mens en gezondheid
2 leer- en vormingsgebied gezondheidsproblematiek
3 leer- en vormingsgebied methoden en technieken.
Het leerboek Vaardigheden basisverpleegkunde behoort tot het
leer- en vormingsgebied methoden en technieken.
Het boek is bestemd voor de basis- en hoofdfase van de
opleiding tot verpleegkundige (niveau 4 en 5).
De wijze waarop verpleegkundige vaardigheden worden uitgevoerd kan worden beïnvloed door nieuwe
inzichten. Recente inzichten zijn uiteraard meegenomen in dit boek.Voor toekomstige houden wij ons aanbevolen voor reacties van docenten en studenen. Ook
reacties op de structuur en vormgeving van dit boek zijn
welkom.
Zo kunnen we samen een goed fundament leggen
onder de verpleegkundige en verzorgende beroepsuitoefening.
Wij wensen u veel succes toe.
Vaardigheden basisverpleegkunde heeft betrekking op de volgende deelkwalificaties:
204: Interactie in beroepssituaties
302: Basiszorg
402:Verpleegtechnische handelingen
X
v e r a n t w o o r d i n g
Hoofdredactie BGO-reeks
drs. J.H.J. de Jong
drs. J.A.M. Kerstens