Pronkstilleven met papegaai (ca. 1655)

Pronkstilleven met papegaai
(ca. 1655)
115,5 x 169.5 cm
Olie op canvas
Geschilderd door:
Jan Davidszoon de Heem
(ca. 1606 – 1684)
Wouter Zaman
Jan Davidszoon de Heem (ca. 1606 – 1684)
Jan Davidsz. werd geboren in Utrecht. Na een studie gevolgd te hebben bij de stillevenschilder
Balthasar van der Ast vertrok hij naar Leiden. Hij was toen 21. De stillevens die hij hier schilderde
waren erg sober van aard en hadden vaak maar twee kleuren. Ca. 1636 vertrok Jan Davidszoon
de Heem naar Antwerpen. Van de eentonigheid van zijn vorige werk ging hij ineens naar
bloemstillevens en uitgebreide tafelstukken rijk aan kleur.
Hij wordt gezien als één van de beste schilder van stillevens in Nederland. Dit komt door de
brilliante combinatie en harmonie van zijn kleuren en de haast fotorealistische weergave van de
objecten. En deze objecten waren erg gevarieerd. Van Europees naar tropisch fruit, oesters,
kreeft,tropische dieren en ga zo maar door. Net zoals veel van zijn collega's werkte Jan
Davidszoon de Heem ook met een onderliggend moraal in zijn werk.
Inhoud
• Waar gaat het over?
Dit schilderij is een pronkstilleven. Een pronkstilleven is een soort stilleven waarin
gebruik wordt gemaakt van zeer kostbare objecten en bijvoorbeeld exotische fruit- en
diersoorten. Het zijn rijk gestoffeerde stillevens die symbool stonden voor rijkdom en
overvloed. Het thema van dergelijke schilderijen is dus rijkdom en het doel is om te
pronken met deze rijkdom.
Daarnaast is een stilleven ook een manier voor de schilder om zijn of haar kunnen
tentoon te stellen. Stillevens zijn namelijk altijd erg gedetailleerd en hebben realistsche
lichteffecten erin zitten. De objecten in het schilderij hebben vaak ook erg realistische
oppervlaktes en texturen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de druiven die in dit schilderij
zeer aanwezig zijn. Trossen druiven hebben een veelheid aan licht en schaduwen, maar
ook het verschil in textuur, glanzende oppervlaktes contrasterend met matte oppervlaktes, waardoor ze een schilder de mogelijkheid aanbieden om zijn vaardigheid op de
proef te stellen. [ kunst, wetenschap en techniek ]
Het schilderij is gemaakt in (ca.) 1655. Dit is ook het jaar waarin het stadhuis van
Amsterdam in gebruik werd genomen. De positie van Amsterdam als belangrijkste
wereldhandelscentrum in de 17e eeuw ging gepaart met een explosieve bevolkingsgroei
en rijkdom. Deze groei van welvaart maakte de burgerij ook rijker. En Nederlanders waren
in deze tijd erg trots en dit wilden ze graag laten zien. Hierdoor steeg de vraag naar
schilderijen. Door deze enorme groei was er ook een nieuw stadhuis nodig. Dit stadhuis
werd gezien als af-spiegeling van Gods schepping. Een universum in het klein. Volmaakt
en symmetrisch en stond symbool voor de macht en rijkdom, en zeker het morale besef
van de bestuurders en bevolking. [ kunstenaar en opdrachtgever; politieke en
economische macht ]
Deze enorme groei aan rijkdom en cultuur was te danken aan de snelgroeiende handel,
en dus aan de VOC (1602). Het was de grootste handels- en transportonderneming ter
wereld met het doel schepen naar Azië te sturen om peper en specerijen te kopen. De
VOC groeide uit tot een multinational met vestigingen in een tiental Aziatische landen.
Dit schilderij verwijst hiernaar door gebruik te maken van een papegaai (1), een kompas
(2) en een niet Nederlands landschap op de achtergrond (3). [kunst intercultureel]
1
2
3
We kunnen zien dat de schilder ook verwijst naar de overvloed en vruchtbaarheid in
deze tijd door het gebruik van de verschillende vruchten in het schilderij. We zien druiven
en perziken (4). Maar ook pruimen, die symbool staan voor lust omdat ze worden
vergeleken met het vrouwelijk geslachtsdeel (5). Ze kunnen ook symbool staan voor de
heilige drie-eenheid (vruchtvlees, de pit en de kern).
4
5
6
We zien hier en daar ook granaatappels wat weer kan verwijzen naar de internationale
handel. Granaatappels groeien immers niet in Nederland. Wat we ook nog zien liggen op
een schaaltje zijn zeevruchten. Met name oesters met een paar verdwaalde garnalen. Net
zoals perziken staan oesters voor vruchtbaarheid. En al deze vruchten zijn overduidelijk in
overvloed aanwezig. Naast de vruchten zien we ook nog zilver en goud. Samenvattend
laat dit schilderij in het eerste opzicht rijkdom en overvloed zien.
Ik wil dit stuk afsluiten met de traverso (fluit) die we links op de tafel zien liggen. Bovenop
een liederenboek. In de 17 eeuw waren “zachte instrumenten” in veel huiskamers aanwezig. Naast de traverso waren dat bijvoorbeeld ook de cither, clavecimbel en viool zeer
aanwezig. in de zeventiende eeuw hadden mensen een enorm repertoire tot hun
beschikking. Veel liedjes zaten in hun hoofd, maar ook op papier waren ze te koop, in de
vorm van liedbladen en liedboeken. Nergens in Europa verschenen in de zeventiende
eeuw zo veel liedboeken als in Nederland, zowel in aantal titels als in oplage.
•
Wat heeft de kunstenaar daarover te vertellen?
Als je heel vluchtig naar het schilderij kijkt dan zie je inderdaad alleen de rijkdom en
overvloed. Mooie kleuren en exotische vruchten en eten, goud en zilverwaar en zelfs een
papegaai. Maar Jan Davidszoon zou geen 17e Eeuwse schilder zijn als er geen
onderliggende moraal in zat verwerkt. Het gedenk te sterven (Vanitas) zit er als volgt in
verwerkt;
[kunst en religie,levensbeschouwing]
8
9
10
Wat je ten eerste tegen komt als je goed gaat kijken is dat het fruit en ander etenswaar
aan het rotten is (8). Dit is een allorgie op de vergankelijkheid. Fruit gaat rotten omdat
het niet voor eeuwig meegaat. Net zoals het leven. En ook net zoals de rijkdom. Gedenk
dus te sterven.
We zien ook enkele citrusvruchten (9). Deze kunnen symbool staan voor de liefde ( de
godin Venus). De citroen door zijn zure nasmaak kan symbool staan voor valse vriendschap of zure liefde. Citroen werd in die tijd ook gebruikt om zoete wijn op smaak te
brengen. Hierbij was de verhouding belangrijk, dus het kan ook gekoppelt worden aan
gematigheid. Geniet, maar geniet met mate. Wat opvalt is dat de citroen, die we in deze
context symbool voor gematigheid houden, tegen de oesters aan ligt. De oesters staan
voor de liefde en voor de lust. Wat hij hiermee wil door laten schemeren is dat het oke is
om lustgevoelens en liefde te hebben, maar vooral niet te veel. Dit schilderij is dus niet
alleen ter vermaak, maar ook ter lering. [ kunst en vermaak ]
•
•
In hoeverre suggereert het kunstwerk de werkelijkheid?
Dit schilderij is een duidelijke weergave van de werkelijkheid. Maar omdat het realistisch
is weergegeven, maar doorspekt is met morele boodschappen, kunnen we eerder
spreken van een selectief realisme.
Vorm
Waarmee is het kunstwerk gemaakt?
Het materiaal waarmee het schilderij is gemaakt is olieverf op doek. Zoals eerder vermeld
staat de Heemd bekend om zijn rijke kleurpalet. De afmetingen van dit pronkstilleven zijn
115,5 x 169.5 cm.
Licht:
De lichtbron in dit schilderij is vrij fel en komt van boven. In dit schilderij, gezien het
buiten is gestitueerd zal de zon zijn. De slagschaduw en eigen schaduw is erg duidelijk te
zien en creeërt daarmee ook gelijk diepte.
Kleur:
In dit schilderij zit in mijn ogen een erg duidelijk licht-donker contrast. Het fruit is over
het algemeen erg kleurrijk, net zoals de papegaai. Maar door het midden van het
schilderij gaat een inktzwart doek, wat een contrasterend effect geeft.. Er zit ook een
koud-warm-contrast in.Bijvoorbeeld de blauwe strik vergeleken met het oranje van de
sinasappels of het binnenste van de meloen.
Ruimte:
Aangezien het hier om plat beeldvlak gaat, moet er op een bepaalde manier ruimte
worden gesuggereerd. Dit wordt in dit schilderij gedaan door ten eerste groot-klein. Het
landschap op de achtergrond is klein en de papegaai is groot. Er is ook zeker sprake van
overkapping. Eigenlijk ligt alles voor en achter elkaar. Het schilderij is één grote
overkapping. Met oog op de achter en voorgrond wordt er ook een kleurperspectief
gebruikt. De kleuren op de achtergrond zijn wat zachter van tint dan van die op de
voorgrond. Hierdoor krijg je een diepte effect.
•
Hoe zijn de middelen geordend in tijd en ruimte?
Dit schilderij is een overalcompositie met verschillende compositievormen erin.De
compositie is geordend rond een denkbeeldige horizontale lijn. Eigenlijk is het bijna
letterlijk de horizon op de achtergrond. Er zit dus een horizontaalcompositie in. Maar ook
zeker een driehoekscompositie. Die gaat van de fluit, naar het puntje van de snavel, naar
de hoek van de tafel.
Er zit ook zeker beweging in. Je ziet namelijk dat de papegaai in het takje wil gaan
happen. Wat het ook meewerkt aan de bewegingssuggestie zijn de trossen druiven die
regelmatig terug komen (ritme en herhaling).
•
Samenvatting verschillende invalshoeken:
Kunst en religie, levensbeschouwelijk: Vanitas, het moraal
Kunst intercultureel: De papegaai,de granaatappel.
Kunstenaar en opdrachtgever: Amsterdam als centrum van de wereldhandel / vrije markt.
Het stilleven werd vaak in opdracht gemaakt.
Kunst en vermaak: Ter lering en vermaak
Kunst,wetenschap en techniek: stilleven / druiven.
•
Voorgekomen disciplines:
Beeldend/muziek
•
Literatuur:
De Hollandsche schilderkunst in de 17e eeuw: Rembrandt en zijn tijd
auteur: Wilhelm Martin
•
Digitale bronnen:
digischool.nl
wikipedia.nl
centraalmuseum.nl
cultuurwijzer.nl
cultuurgids.avro.nl
OPDRACHT: HEDENDAAGS PRONKSTILLEVEN
Schilders in de Gouden Eeuw hadden voor haast elk object wel een reden om dit erin te
plaatsen. Elk detail heeft zijn eigen functie en alle details samen vertellen het verhaal
over de Gouden Eeuw. Maar hoe zou een pronkstilleven eruit zien als het in deze tijd zou
worden gemaakt?
•
Kies een schilderij van één van de volgende schilders uit:
Jan Davidszoon de Heem.
Pieter Paul Rubens
Anthony van Dyck
Frans Hals
Rembrandt van Rijn
Jan Steen
Johannes Vermeer
•
Analyseer dit werk aan de hand van het semiotisch model. Dit model kan je vinden op de
volgende website: http://www.kunstcontext.com/ckv/beschmod.htm
•
Leg hier verbanden aan de hand van de symboliek van gebruikte voorwerpen en plaats
deze in cultuurhistorische context. Wat zeggen dergelijke voorwerpen over de Gouden
Eeuw?
•
Denk aan de verschillende invalshoeken. Betrek er minimaal drie in je betoog.
•
Maak een eigentijds pronkstilleven in Photoshop. Bouw dit op zoals ze dat in de Gouden
Eeuw ook hebben gedaan. Dat betekend dat elk voorwerp of object iets moet zeggen
over deze tijd en over het moraal van deze tijd. Hoe is elke invalshoek te betrekken op
deze tijd?
•
Afsluiting van deze opdracht is een presentatie van het hedendaags pronkstilleven
waarin je beargumenteerd waarom je voor welk object(en) hebt gekozen.