VERDEDIGEN

1
2
VERDEDIGEN
Marcel Schaft
Dit artikel is de eerste in een tweeluik over verdedigen. Een belangrijk onderwerp, omdat je er de helft van de
wedstrijd mee bezig bent. Maar ook omdat je tijdens een training alleen goed kunt leren aanvallen als je een goede
verdediging tegenover je hebt staan. Ik ga uit van voorverdedigen, omdat dit bij OKV en verreweg de meeste andere
clubs wordt gespeeld. Op welke manier je het beste kunt voorverdedigen en wat er nog meer bij verdedigen komt
kijken was afgelopen donderdag onderwerp van een trainersbijeenkomst. Ook zal verdedigen de komende weken
onderwerp van de thematraining zijn.
Een aanval is bezig met twee dingen:
- Proberen te scoren.
- Samenspelen om tot scoren te komen.
Een verdediging is bezig met twee andere dingen:
- Voorkomen van scoren.
- Voorkomen van samenspelen.
Scoren voorkom je door je tegenstander niet te laten
schieten. Samenspelen voorkom je door je tegenstander
niet te laten gooien naar een andere tegenstander. Of
ervoor te zorgen dat die andere tegenstander de bal niet
ontvangt, door de bal te onderscheppen. Klinkt simpel. Is
dat natuurlijk niet. Maar het wel het uitgangspunt van
verdedigen.
Wil je voorkomen dat je tegenstander schiet, dan moet je
dichtbij je tegenstander staan als hij/zij de bal heeft. Het
is dan nodig dat je medespelers in de paalzone staan
voor te verdedigen. Rugdekking voor een doorloopbal.
De vraag is nu hoe we dit voor elkaar krijgen. De dingen
we daarvoor moeten doen en die voor alle verdedigende
posities gelden:
− houd je tegenstander altijd in zicht.
− houd de bal ook zoveel mogelijk in het zicht.
− blijf altijd geconcentreerd.
− blijf altijd op de juiste afstand van je tegenstander.
− blijf altijd in de juiste (verdedigende) houding.
Belangrijk:
Verdedigen doe je met het hele vak. Als een medespeler
zijn of haar taken niet goed uitvoert, levert dat jou direct
problemen op. Maar hoe houd ik zicht op tegenstander
en bal tegelijk, wat zijn de verdedigende posities, wat is
de juiste afstand en wat is de juiste houding?
Wil je voorkomen dat je tegenstander samenspeelt, dan
moet je ook dichtbij verdedigen als je tegenstander de
bal niet heeft. Ballijnen afschermen of druk geven op de
ballijn heet dit ook wel. Ook dan is het nodig dat je
medespelers in de paalzone staan voor te verdedigen.
Houding
Die is door het hele vak grotendeels hetzelfde:
− kleine spreidstand, één been richting tegenstander.
− knieën en heupen licht gebogen (soort
starthouding)gewicht verdeeld over benen (in balans)
− achterste voet in lijn, voorste voet iets uit lijn
tegenstander – paal.
− romp zo veel mogelijk recht.
− tijdens het lopen steeds kleine passen gebruiken.
Het is wel duidelijk dat het onmogelijk is je tegenstander
een hele wedstrijd niet te laten schieten, laat staan een
hele wedstrijd niet te laten samenspelen. Maar waar het
om gaat, is dat je het je tegenstander zo moeilijk mogelijk
maakt. Dan zal de tegenstander fouten maken en kun je
de bal veroveren.
Posities
Het kan uitgebreider, maar voor het gemak verdeel ik het
verdedigen in drie posities:
− in de paalzone: voorverdedigen
− tegenstander met bal: 1 tegen 1 verdedigen
− in de ‘ruimte’: verdedigen in de driehoek
Goed, we verdedigen dus voor. Als je voorverdedigt, geef
je de afvangpositie weg en probeer je het aangeven in de
paalzone te voorkomen. Dit betekent dat een schot
meestal zal worden afgevangen door je tegenstander.
Als je dan niet goed verdedigt en het schot toelaat, krijg
je onnodig veel doelpunten tegen.
Zicht op tegenstander en bal
Door overal goed in de posities te staan, kun je vrijwel
altijd zicht houden op je tegenstander en de bal. Zicht op
de bal raak je alleen kwijt als de bal in de aangeef bij de
paal is en jou tegenstander voor de paal aan het
aanvallen is (1 tegen 1 duel).
Dus bij voorverdedigen:
− Mag een tegenstander
− mag een tegenstander
− mag een tegenstander
− mag een tegenstander
Volgende keer zal ik verder vertellen over de drie posities
en op welke manier je de posities in moet nemen.
niet makkelijk schieten.
niet makkelijk aangeven.
niet makkelijk gooien.
niet makkelijk vangen
Dus eigenlijk mag een tegenstander eigenlijk bijna niets
makkelijk doen – uiteraard binnen de spelregels.
Het lijkt misschien wat veel en lastig om allemaal tegelijk
uit te voeren. Maar verdedigen is makkelijker aan te leren
dan aanvallen. Een goede balbehandeling (vangen,
gooien, schieten e.d.) is niet nodig. Het gaat grotendeels
om de juiste houding en positie.