Trainingsblok 3: Verwerken van de bal TECHNISCHE AANWIJZINGEN VERWERKEN VAN DE BAL 1 Inleiding: Bij dit onderdeel leer je de bal aan- en meenemen, terwijl een tegenstander dat probeert te verhinderen. De harde en korte dekking, het gebrek aan ruimte, de snelheid van de bal en het feit dat direct spelen vaak niet mogelijk is, zijn er de redenen van dat er doelgericht geoefend moet worden op dit onderdeel. Belangrijk is dat het balgevoel vooraf goed ontwikkeld is d.m.v. diverse jongleeroefeningen, die in elke pupillentraining aan de orde moet komen. Zo ontwikkel je balcontrole in diverse wedstrijdsituaties. Je moet dan ook de technische oefenvormen naar wedstrijdsituaties vertalen (duel, afwerken). Het verwerken van de bal oefen je dan ook in combinatie met dribbelen/drijven, plaatsen en trappen. Voorbeeld: a. passen, aannemen, ½ draai en passen = technische oefenvorm b. passen, aannemen, ½ draai, dribbel, afwerken = tech. Oefenvorm + afwerken c. passen, aannemen, duel, scoren = • • - duel/wedstrijd! Aan- en meenemen oefenen van aangespeelde ballen over de grond/door de lucht Het verwerken van de bal met: binnenkant van de voet links/rechts de wreef links/rechts buitenkant van de voet het bovenbeen (voorstoppen) de borst (voorstoppen) het hoofd Organisatie: - werken in een vierkant in een kring spelers nasst elkaar spelers tegenover elkaar etc… 2 Technische aandachtspunten Aan- en meenemen met de binnen- en buitenkant Bovenlichaam: - licht voorover gebogen - armen zorgen voor balans - eventueel van tevoren een lichaamsschijnbeweging - hangt schuin in de speelrichting Standbeen: - gebogen in de knie Speelbeen: - bij balkontakt iets meegeven - knie boven de bal - ‘lang’ kontakt met de bal in de gewenste richting Speelvoet: - voetpunt omhooggetrokken Aan- en meenemen hoge ballen met de wreef Bovenlichaam: - licht voorover - blijven kijken naar de bal - armen zorgen voor balans Standbeen: - gebogen in de knie - in de richting van de bal Speelvoet: - parallel aan de grond - ontspannen Aan- en meenemen hoge ballen met het bovenbeen Bovenlichaam: - licht voorover gebogen, armen zorgen voor balans Standbeen: - licht gebogen in de knie Speelbeen: - raakvlak is ongeveer het midden van het bovenbeen - bal naar beneden begeleiden Aan- en meenemen hoge ballen met de borst Technische uitvoering: - knieën licht gebogen - holle rug – breed borstvlak - armen gebogen – zorgen voor balans Balaanname: - de bal niet laten stuiten - ga de bal tegemoet - laat in principe geen bal voorbij gaan - breng de bal zo snel mogelijk onder controle 2 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 1 1) Warming-up: (afwisselen met jongleren) a. bal dribbelen + stoppen van de bal - op teken - zelf bepalen b. zie oef. a gevolgd door opgooien van de bal = de bal snel onder controle brengen c. bal omhoog gooien-controle, gevolgd door een dribbel buiten het vierkant – om een pilon - door een doeltje d. dribbelen met de bal, zelf omhoog gooien en als hij op de grond komt de bal zijwaarts meenemen: - met r-binnenkant schuin naar links - met r-buitenkant schuin naar rechts - idem met links 3. 2) Diverse oefenvormen a. met ¼ draai zijwaarts meenemen - van links naar rechts werken - kan ook met zelf opgooien - evt. onderhands aangooien b. in een rondloop • na plaatsen aansluiten aan de overkant • evt. met onderhands aangooien (afstanden korter) c. in een vierkant of driehoek met aansluiten driehoek: 4-tallen 1 bal vierkant: 5-tallen 1 bal • • • achter eigen bal aanlopen bal controleren en doorpassen wedstrijdvorm: wie heeft het snelst 1/2/3 x rondgespeeld? d. met afwerken • zelf opgooien en dribbelen 3. Partijspel 4 : 4 basisvorm 3 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 2 1) Warming-up: a. b. • • • samenspelen met aan/meenemen; per 2-tal 1 bal met 2,3 tikkers die ballen proberen te onderscheppen tikkers bv. 1 min. Laten werken: hoe vaak onderschept? Ruimte kleiner/groter maken Afwisselen met jongleren 2) Technische oefenvormen a. • • • • Aan/meenemen van de bal vanuit opgooien/optrappen/jongleren Aannemen binnenkant/buitenkant voet Met voorstoppen hoofd, borst, bovenbeen, wreef De een werkt en de ander speelt aan Aanspelen richting pilon, met ½ draai meenemen en terugpassen a. met ½ draai en beide spelers oefenen b. • • • aanpassen – controle – dribbel – afwerken zijwaarts aan/meenemen, dribbel en schot in draai ook van rechts uitvoeren evt. met onderhands aangooien 1) Partijspel 4 : 4 met 4 doeltjes (breedtespel) 3. 4 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 3 1) Warming-up: allerlei spelvormen a. • • • 3 spelers en 2 ballen, afstand zijlijn 10 meter 1 speelt 2 aan en valt 2 aan 2 neemt de bal aan en dribbelt over een vd zijlijnen (punt) 3 speelt nu 1 aan en valt 1 aan etc…. b. 1 bal en 3 spelers • 1 speelt 2 aan en valt 2 aan • 2 neemt de bal mee onder weerstand van 3 en probeert buiten de ruimte te komen (punt) • 2 speelt nu van buiten de afgebakende ruimte 3 aan en valt 3 aan, terwijl 3 onder weerstand van 1 de bal meeneemt etc….. c. Idem als b, nu scoren door de bal door een van de doeltjes te dribbelen. Let op: • Bal afschermen • Naar de bal toe • Schijnbeweging voor de balaanname 1) Technische oefenvormen a. voorwaarts verwerken van de bal • speler 1 passt speler 2 aan en loopt in • speler 2 moet bal snel zien te verwerken en over de lijn te dribbelen: wie scoort het vaakst? b. met ¼ draai verwerken van de bal • als a, maar nu snel zijwaarts door doel/over lijn dribbelen 2) Partijspel 2 : 2 met 4 kaatsers a. persoonlijke tegenstander: in het veld wordt 1 : 1 gespeeld b. 2 spelers spelen nu samen • technische coaching naar het aan- en meenemen! 3) Parijspel 4 : 4 met 4 doeltjes 6 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 4 1) Warming-up: (afwisselen met jongleren) a. bal dribbelen + stoppen van de bal - op teken - zelf bepalen b. zie oef. a gevolgd door opgooien van de bal = de bal snel onder controle brengen c. bal omhoog gooien-controle, gevolgd door een dribbel buiten het vierkant – om een pilon - door een doeltje d. dribbelen met de bal, zelf omhoog gooien en als hij op de grond komt de bal zijwaarts meenemen: - met r-binnenkant schuin naar links - met r-buitenkant schuin naar rechts - idem met links 2) Diverse oefenvormen a. met ¼ draai zijwaarts meenemen - van links naar rechts werken - kan ook met zelf opgooien - evt. onderhands aangooien a. in een rondloop • na plaatsen aansluiten aan de overkant • evt. met onderhands aangooien (afstanden korter) b. in een vierkant of driehoek met aansluiten driehoek: 4-tallen 1 bal vierkant: 5-tallen 1 bal • • • achter eigen bal aanlopen bal controleren en doorpassen wedstrijdvorm: wie heeft het snelst 1/2/3 x rondgespeeld? c. met afwerken • zelf opgooien en dribbelen 3. Partijspel 4 : 4 basisvorm 7 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 5 1) Warming-up: allerlei spelvormen a. • • • 3 spelers en 2 ballen, afstand zijlijn 10 meter 1 speelt 2 aan en valt 2 aan 2 neemt de bal aan en dribbelt over een vd zijlijnen (punt) 3 speelt nu 1 aan en valt 1 aan etc…. b. 1 bal en 3 spelers • 1 speelt 2 aan en valt 2 aan • 2 neemt de bal mee onder weerstand van 3 en probeert buiten de ruimte te komen (punt) • 2 speelt nu van buiten de afgebakende ruimte 3 aan en valt 3 aan, terwijl 3 onder weerstand van 1 de bal meeneemt etc….. c. Idem als b, nu scoren door de bal door een van de doeltjes te dribbelen. Let op: • Bal afschermen • Naar de bal toe • Schijnbeweging voor de balaanname 1) Technische oefenvormen a. voorwaarts verwerken van de bal • speler 1 passt speler 2 aan en loopt in • speler 2 moet bal snel zien te verwerken en over de lijn te dribbelen: wie scoort het vaakst? b. met ¼ draai verwerken van de bal • als a, maar nu snel zijwaarts door doel/over lijn dribbelen 2) Partijspel 2 : 2 met 4 kaatsers a. persoonlijke tegenstander: in het veld wordt 1 : 1 gespeeld b. 2 spelers spelen nu samen • technische coaching naar het aan- en meenemen! 3) Parijspel 4 : 4 met 4 doeltjes 8 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 6 1. Wiseltikken met/zonder bal Organisatie - De trainer zegt wie de tikker is en die probeert met zijn bal de bal van de andere spelers te tikken - Als de trainer een teken geeft, dan moet iedereen de bal laten liggen en wordt het een normaal tikspel - Men mag de bal dan ook niet meer aanraken, deze zijn hindernissen - Vaak wisselen van met bal naar zonder bal levert leuke momenten op 2. Organisatie - Speler 1 speelt speler 2 in en loopt rechtdoor (druk op 2) en neemt de plaats van 2 over - Speler 2 neemt de bal opzij mee (buitenkant voet, binnenkant voet voorlangs, binnenkant naar buiten, achter standbeen, met een sleepbeweging) - Speler 2 speelt speler 3 in en loopt om en neemt de plaats van 3 over Methodiek - Afstanden vergroten - Hoge snelheid, felheid - Spelvorm; aantal keren passen binnen tijd - Eventueel pilonnen waar doorheen gepasst en meegenomen moet worden 3. 1 tegen 1 met wegdraaien Organisatie - 2 vraagt om de bal, 3 gaat in de dekking mee en 1 speelt 2 aan - 2 draait weg van de dekkende 3 - 2 dribbelt en passeert de inkomende 4 - 2 neemt de plaats in van 4, 1 blijft staan, 4 neemt de plaats in van 3 en gaat dekken en 3 gaat vragen om de bal - 2 kapt en speelt speler 1 in - 1 neemt mee opzij en speelt weer opnieuw in - regelmatig wisselen van speler 1 4. Partijvorm 3:3 / 4: 4 Organisatie - Partijvorm 3 tegen 3 - Op een 'groot' veld Methodiek - Maximaal 2x raken, verplicht 2x raken, verplicht 3x raken, kleiner veld, 3x rondspelen voor een score, vrij spel 9 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 7 1. Rambo Organisatie - Iedere speler heeft één bal en dribbelt in de afgebakende ruimte - Een speler zonder bal, maar met hesje (= Rambo) moet proberen alle ballen het vak uit te schieten - Als jouw bal er uit wordt geschoten ga je de bal halen en doe je gelijk weer mee - 'Rambo' mag niet langer dan 4 seconden op dezelfde speler loeren - Wissel van 'Rambo' na 1 minuut - Hoeveel ballen heeft hij weggeschoten? Wie is zijn bal niet kwijt geraakt? 2. 1:1 positiespel met vier kaatsers en wegdraaien tegenstander Organisatie - 1 vraagt om de bal van één van de neutrale spelers, speler 2 in de dekking. 1 neemt de bal mee en speelt één van de andere neutrale spelers in - Regelmatig wisselen Methodiek - Maximaal 3x raken; verplicht 2x raken; kleiner; vrije keuze/niet naar aangespeelde speler terug; spelvorm: hoe vaak lukt het; spelvorm: hoe vaak lukt het de diepe speler aan te spelen = richting 3. Afronden na een technische vorm Organisatie - Er wordt vanaf twee kanten gewerkt. De eerste spelers dribbelen tegelijkertijd naar de pilon, kappen de bal achter hun standbeen langs af, nemen hem met de buitenkant van de voet om de pilon heen mee, doen de Maradona beweging en ronden af op de goal - Deze spelers worden de nieuwe keepers - Dan starten de volgende spelers Variatie - Vanuit deze vorm kun je vele technische vormen doen bij de pilon 4. 3 tegen 3 positiespel met 2 neutrale spelers Organisatie - We spelen 3 tegen 3 positiespel met maximaal 2x raken - Twee neutrale spelers die altijd bij de partij is die balbezit heeft Methodiek - De neutrale spelers mogen de bal slechts 1x raken Coaching - De speler aan de zijkant moet de bal goed opengedraaid aannemen - Centrale speler op juiste been inspelen - Onderlinge coaching 10 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 8 1. Paar-Tikken Organisatie - Werken met tweetallen die elkaars hand vast moeten houden (of een touwtje tussen de spelers in) - De trainer bepaalt welk paar moet gaan tikken - Het tikpaar moet een ander paar proberen te tikken. Voor elke keer dat ze tikken krijgen ze een punt erbij, voor elke keer dat je getikt wordt gaat er een punt af - Welk paar heeft de meeste punten als iedereen geweest is? 2. Wegdraaien als Obi Mikel Organisatie - Het gebruiken van een voorbeeld uit de praktijk (hier WK O20) om spelers te motiveren een bepaald aspect van het voetbal te leren - Vraag of er spelers zijn die Obi Mikel kennen en weten voor welk land hij uitkwam op het WK Onder20 - Waar is Obi Mikel goed in? Bal aannames, aanbieden, passing - Werken in viertallen - De twee centrale spelers vragen de bal en draaien bij elkaar weg - Zij spelen het tweetal in, die de bal kaatsen - Vervolgens draaien de spelers weer bij elkaar weg - Later wisselen van functie 3. doelschieten met balaanname en meename Organisatie - 40 meter lang veld - In het midden staan twee kleine doelen (pionnen) - Speler B en D staan achter de kleine doelen - A speelt naar B en deze neemt de bal met de buitenkant of met de binnenkant van de voet naar binnen mee en schiet op het doel. - Idem tussen C en D bij het andere doel. - Daarna wisselen van posities 4. Partijspel Onder8 met de nadruk op een basistechniek Organisatie - De spelers spelen een partijspel van 5 tegen 5 of 6 tegen 6 met twee goaltjes waarop ze kunnen scoren. - De vorm staat in het teken van de Maradona-beweging. Dat is met de ene voet op de bal staan en dan al draaiend met de andere voet achterwaarts meenemen. - Elke keer als een speler de Maradona-beweging doet, moeten de spelers van de tegenpartij die in de buurt staan een rol over het gras maken. (of een andere opdracht) - Op deze manier worden spelers heel speels aangeleerd om die beweging te maken met weerstand 11 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 9 1. Stopcontact tikkertje Organisatie - Een speler die getikt is gaat met zijn handen in de zij staan (en is het stopcontact) - Als een medespeler zijn armen onder zijn oksels doorsteekt (stekker in het stopcontact) dan is hij weer vrij - Regelmatig van tikker wisselen 2. Doordraaien met gezicht naar je tegenstander/doel Organisatie - 2 groepjes van 6 - Speler 2 maakt bij de pion een vooractie en vraagt om de bal - Vanuit de middencirkel speelt speler 1 de bal in - Speler 2 draait met de bal aan de dikke teen (slepen) en versnelt tussen de 2 pionnen door naar de achterste pion waar hij een passeeractie maakt en speler 3 aanspeelt. - Speler 1 schuift door naar speler 2, speler 2 naar speler 3 en speler 3 schuift achteraan in de rij Coaching - Het coachmoment ligt hoofdzakelijk op de techniek van het doordraaien - Andere coachmomenten zijn de vooractie, de versnelling na het doordraaien en een klein beetje op de actie 3. Afwerkvorm met doordraaien door de centrale middenvelder Organisatie - De nummer 4 (verdedigende middenvelder) speelt de nummer 10 (aanvallende middenvelder) aan - De nummer 10 draait door en maakt een 1-2 met de spits (9) - Nummer 10 rond af - Allemaal een positie opschuiven, nummer 9 haalt de bal - Doordraaien binnen het vak Variatie - Doordraaien met de binnenkant voor het lichaam langs, met de binnenkant via de kortste weg, de buitenkant of de dikke teen 4. Partijvorm met vier goals met accent op agressief dubbelen Organisatie - Er wordt vier tegen vier gespeeld met vier goals waarop gescoord kan worden - Als de bal uit het spel is, speelt de trainer een nieuwe bal in - Eerst met gewoon scoren, later met een dribbel door het doeltje heen Coaching - Agressief met meerdere mensen de man met bal dubbelen om te voorkomen dat deze kan schieten - Probeer meteen zijn afspeelrichtingen te beperken 12 Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 10 1. Tikspel met bal Coaching - Alle spelers hebben een bal - Er wordt een regulier tikspel gespeeld, maar dan dibbelend met de bal - Als de tikker de bal niet onder controle heeft, dan mag hij niet tikken - Tellen hoeveel je er tikt in 30 sec. Coaching - Over de bal heenkijken - Versnellen als de tikker in de buurt is - Altijd de bal onder controle hebben 2. Aan- en meenemen van de bal door centrale speler Organisatie - Speler 2 maakt vooractie en vraagt op linkerbeen (buitenste been) - Speler 1 speelt de bal in op het linkerbeen - Speler 2 neemt bal aan met binnenkant links in het opendraaien, brengt bal naar rechterbeen en versnelt naar de 2e pion. - Speler 3 maakt vooractie - Speler 2 speelt bal in op verste been - Speler 3 draait open in de aanname (dikke teen) en versnelt naar het gele hoedje alwaar hij speler 4 aanspeelt. - Iedereen schuift één positie door 3. Wegdraaien en afronden (1) Organisatie - Bal inspelen op de man binnen de driehoek - De man in de driehoek moet bewegen op de plaats - De punt van de driehoek is de denkbeeldige tegenstander - Draai weg met de binnenkant van de voet - Afronden op doel en een positie doordraaien Coaching - Probeer zo snel en agressief mogelijk open te draaien - Sta op de voorvoetjes - Zowel met links als met rechts uitvoeren 4. Partijvorm 4 tegen 4 Organisatie - Beide partijen proberen te scoren op het doeltje van de tegenstander - Beide partijen proberen te voorkomen dat er bij hun goaltje gescoord wordt Coaching Techniek BB: - Aanname en meenemen - Aannemen en open draaien - Pass binnenkant voet - Bal afschermen Inzicht BB: - Bal spelen of vasthouden - Balsnelheid - Richting van de pass - Bewegen naar de kant van de bal 13
© Copyright 2024 ExpyDoc