Beschikking geen loonheffingen (BGL) vervangt Verklaring

Belastingadviseurs
Beschikking geen loonheffingen (BGL) vervangt Verklaring arbeidsrelatie (VAR)
Met het op 22 september jongstleden bekendgemaakte wetsvoorstel Wet invoering Beschikking geen
loonheffingen zal de Verklaring arbeidsrelatie (hierna: VAR) worden vervangen door de
Beschikking geen loonheffingen (hierna: BGL).
VAR
De VAR is een door de Belastingdienst afgegeven beschikking met als doel duidelijkheid te
verschaffen over de kwalificatie van een arbeidsrelatie. De VAR geeft aan of een opdrachtnemer
ondernemer is (VAR-wuo of VAR-dga), resultaat uit overige werkzaamheden geniet (VAR-row) of
als werknemer wordt beschouwd (VAR-loon). Indien een opdrachtnemer over een VAR-wuo of een
VAR-dga beschikt, vrijwaart dat een opdrachtgever van de verplichting om loonheffingen in te
houden en af te dragen.
BGL
De vier VAR’s worden vervangen door de BGL. Voor het aanvragen van deze beschikking wordt
een webmodule ontwikkeld. Met de BGL wordt getracht de schijnzekerheid over de fiscale
kwalificatie van de inkomsten die de VAR biedt weg te nemen. Deze schijnzekerheid ontstaat
doordat de afgifte van de VAR plaatsvindt op basis van feiten en omstandigheden die zich nog voor
moeten doen. Het komt dan ook regelmatig voor dat de feiten en omstandigheden in de praktijk
afwijken van die in de aanvraag, waarbij de meldingsplicht voor deze afwijkingen vrijwel nooit
wordt nageleefd.
De BGL beperkt zich uitsluitend tot het oordeel of voor de arbeidsverhouding een inhoudingsplicht
bestaat voor de loonheffingen. Dit betekent dat met de BGL geen (voorlopige) kwalificatie voor de
inkomstenbelasting wordt gegeven, zoals dat bij de VAR wel het geval was. De BGL zegt dus niets
over de vraag of een ondernemer in aanmerking komt voor ondernemersfaciliteiten. Dit neemt niet
weg dat bij een op juiste gronden afgegeven BGL de Belastingdienst bij de aanslag
inkomstenbelasting niet van de kwalificatie van de arbeidsverhouding zal afwijken.
Anders dan bij de VAR wordt de opdrachtgever bij de BGL medeverantwoordelijk voor de controle
op de juistheid van de BGL. De opdrachtgever is slechts gevrijwaard van het inhouden en afdragen
van loonheffingen indien de werkzaamheden en de wijze waarop en de condities waaronder deze
worden verricht volledig overeenkomen met de vermeldingen op de BGL.
Punten waarop de opdrachtgever geen invloed heeft, zoals het aantal opdrachtgevers waarvoor een
opdrachtnemer werkt, hoeft hij niet te controleren. Deze worden ook niet in de beschikking vermeld.
Mocht op grond van deze laatstgenoemde punten worden geconstateerd dat er wel sprake is van een
dienstbetrekking, dan wordt de opdrachtgever niet alsnog loonheffingen verschuldigd. Het door de
opdrachtgever kunnen verkrijgen van rechtszekerheid blijft ook in de nieuwe systematiek een
essentieel onderdeel.
Belastingadviseurs
Pagina 2
Handhaving
Indien de feitelijke invulling van de arbeidsrelatie afwijkt van dat wat op de BGL staat en als dit leidt
tot de kwalificatie van de arbeidsverhouding als dienstbetrekking, dan heeft dit vergaande
consequenties. De Belastingdienst zal het standpunt innemen dat reeds bij het ontstaan van de
arbeidsrelatie een inhoudingsplicht bestond. Dit betekent dat zonder tegenbewijs over de gehele
periode van de arbeidsrelatie loonheffingen worden nageheven van de opdrachtgever.
Overgangsrecht en inwerkingtreding
Om zowel opdrachtnemers, opdrachtgevers en de Belastingdienst de tijd te gunnen zich voor te
bereiden op de nieuwe systematiek, zal de BGL niet meteen na plaatsing in het Staatsblad in
werking treden. Er is ook voorzien in overgangsrecht. Het wordt mogelijk om de BGL al af te geven
nadat de wet in het Staatsblad is gepubliceerd, maar nog voordat deze in werking is getreden. Voorts
wordt de geldigheidsduur van de VAR over 2014 verlengd tot de datum van de inwerkingtreding van
het wetsvoorstel.
KPMG Meijburg & Co
september 2014
De in dit memorandum opgenomen informatie is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke
omstandigheden van een bepaald individu of een bepaalde entiteit. Hoewel bij de totstandkoming van dit
memorandum de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij niet garanderen dat de daarin
opgenomen informatie op de datum van ontvangst juist en volledig is of dat in de toekomst zal blijven. Op grond
van deze informatie dient geen actie ondernomen te worden zonder adequate professionele advisering na een
grondig onderzoek van de specifiek van toepassing zijnde situatie.