Beschikking Geen Loonheffingen (BGL) gaat VAR - BM

Beschikking Geen Loonheffingen (BGL) gaat VAR-verklaring vervangen.
De 4 bestaande VAR-verklaringen gaan binnenkort verdwijnen en worden ergens in 2015
vervangen door de BGL, de "Beschikking Geen Loonheffingen". Dat blijkt uit een
wetsvoorstel dat staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën maandag 22 september 2014
naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Bij de VAR (Verklaring arbeidsrelatie) vraagt een zzp'er vooraf aan de Belastingdienst een
oordeel of zijn inkomen wel of niet geldt als VAR-loon, VAR-row, VAR-wuo of VAR-dga.
Zzp'ers moeten deze VAR tonen aan hun opdrachtgevers, zodat die weten dat ze wel/geen
loonheffing hoeven in te houden en af te dragen. De opdrachtgever is niet betrokken bij deze
aanvraag en ondervindt geen gevolgen als achteraf blijkt dat geen sprake was van
ondernemerschap van de zzp´er, maar van een dienstbetrekking. De financiële
consequenties komen in dat geval alleen voor rekening van de zzp’er.
De BGL vervangt de VAR. Opdrachtgevers en zzp’ers worden gezamenlijk verantwoordelijk
voor de beoordeling of hun arbeidsrelatie leidt tot afdracht van loonbelasting en premies. Bij
de aanvraag van een BGL beantwoordt een zzp’er via een webmodule (geen papieren
formulier meer) een aantal vragen. Aan de hand van de ingevulde vragen wordt vastgesteld
of de opdrachtgever loonbelasting, premies volksverzekeringen, premie
werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet moet
afdragen. De uitkomst van de ingevulde vragen wordt op het beeldscherm zichtbaar voor de
zzp'er. De zzp'er moet nu beslissen of hij de BLG daadwerkelijk aanvraagt en er een
beschikking wordt afgegeven.
In de afgegeven beschikking staat (in de vorm van stellingen over de wijze van werken)
vermeld onder welke voorwaarden de opdracht wordt uitgevoerd. De opdrachtgever dient de
beschikking te controleren voordat hij de opdracht daadwerkelijk verstrekt. Alleen als de
stellingen overeenkomen met de feitelijke wijze waarop wordt gewerkt, geniet de
opdrachtgever volledige vrijwaring en kan de zzp'er met de werkzaamheden beginnen. De
opdrachtgever moet een kopie van de BGL en een kopie van het identiteitsbewijs in zijn
administratie bewaren.
Een zzp' er hoeft niet voor elke opdracht een nieuwe beschikking aan te vragen: bij
opdrachten waar werkzaamheden, omstandigheden en voorwaarden gelijk zijn, kan de
zzp’er dezelfde beschikking gebruiken.
Opmerking BM: Het kabinet wil echte ondernemers ondersteunen en tegelijkertijd
schijnconstructies bestrijden, opdat die mensen de zekerheid krijgen van een dienstverband.
Doordat de BGL zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer verantwoordelijk maakt voor
de beoordeling van hun arbeidsrelatie kan de Belastingdienst het onderscheid tussen een
dienstverband en ondernemerschap beter handhaven.
De BLG geeft alleen duidelijkheid voor de loonheffingen (als er volgens de voorwaarden van
de beschikking gewerkt wordt), er wordt geen uitspraak gedaan over de aard van de
inkomsten voor de inkomstenbelasting.
Als achteraf blijkt dat er niet volgens de beschikking is gewerkt (dus mogelijk een
schijnzelfstandige volgens de staatsecretaris), dan kan er sprake zijn van een
dienstbetrekking, waardoor de opdrachtgever te maken krijgt met naheffingen. De
belastingdienst en het UWV blijven ieder zelfstandig toetsen en kunnen ieder tot
verschillende conclusies komen.