Opzet workshop LeerKRACHT door Heleen van Tilburg voor slotdag Van hinderpaal naar mijlpaal – Perspectief 31 mei 2014 Welke competenties gebruikt een leerkracht bij een leerling met een handicap? Onderzoek NSGK 2013 Heleen van Tilburg Van Tilburg Communicatie www.woordendiespreken.nl Onderzoek Onderzoek in opdracht van NSGK NSGK: Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte kind speerpunt: inclusief onderwijs: kinderen met een beperking zijn welkom in het reguliere onderwijs en krijgen hier de hulp die ze nodig hebben Onderzoeksvraag: welke competenties (kennis, houding, vaardigheden) zetten leerkrachten in het primair onderwijs in om inclusief onderwijs te laten slagen, voor alle betrokkenen Werkwijze: kwalitatief: geen percentages en feiten, maar ervaringen, visie, kracht, onmacht, ambivalenties -semi-gestructureerd, vragenlijst + inbreng leraren -diepte-interviews Interviews met: -leerkrachten, interne begeleiders op scholen met kinderen met meerdere beperkingen: ontwikkelingsachterstand, beperkingen in zien, horen, motorische beperking -ambulant begeleider Competenties van een leerkracht opgesteld door SBL: stichting beroepskwaliteit leraren • Interpersoonlijk competent Een prettig leef- en werkklimaat in de groep, open communicatie, op een goede manier leiding geven • Pedagogisch competent De sociaal emotionele en morele ontwikkeling van de kinderen bevorderen, een veilige leeromgeving. De leraar zorgt er bijvoorbeeld voor dat de kinderen: -weten dat ze erbij horen en welkom zijn -weten dat ze gewaardeerd worden -op een respectvolle manier met elkaar omgaan -uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar -initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken • Vakinhoudelijk en didactisch competent • Organisatorisch competent een goed leef- en werkklimaat in de klas, groepsregels • Competent in het samenwerken met collega’s kennis delen, overleggen, goede contacten met collega’s, bijdrage aan team • Competent in het samenwerken met ouders en andere belanghebbenden samenwerken met ouders, en zorginstanties • Competent in reflectie en ontwikkeling hoe doe ik wat ik doe In deze workshop: Didactische competenties: Aanpassing lesstof Aanpassing manier van lesgeven Hulpmiddelen gebruiken Aanpassing van lesstof Dit gaat de leerkrachten zeer goed af. Het lijkt wel vanzelf te gaan. Het behoort tot de kern van hun vak “Bij leerlingen met een ontwikkelingsachterstand vraag je je af wat ze kunnen en waar ze in hun dagelijks leven het meeste aan hebben. Je laat hen bijvoorbeeld geen staartdelingen oefenen, maar klokkijken.” “Lotte is goed in rekenen. Als we na het speelkwartier rekenen hebben, hoeft zij minder rijtjes sommen te doen. Ze is dan vaak nog bekaf van het speelkwartier en het lopen met het looprek.” Voorbeelden van aanpassing manier van lesgeven - gaan staan waar de slechtziende leerling je nog kan zien - niet meer door de klas lopen als je uitlegt, maar de slechthorende leerling aankijken Op advies van ambulant begeleider Hulpmiddelen gebruiken b.v. een computerscherm op de tafel van de leerling dat alles van het digibord uitvergroot, een bal met een belletje, gele tape op de bok plakken, een oprij-plaat om een drempel te overbruggen, een geluidenstoplicht dat op rood springt als er teveel herrie in de klas is. Uitzoeken welke hulpmiddelen geschikt zijn: via andere leerkracht die de leerling al in de klas heeft gehad, de ouders, de ambulant begeleider. Bij samenwerking kom ik hierop terug. “Een leerling met een beperking in je klas scherpt je didactische vaardigheden aan. Ik ben veel alerter of overkomt wat ik vertel. Dat komt alle leerlingen ten goede.” Samen met de andere kinderen + /- pedagogische competentie het scheppen van een pedagogisch klimaat waarin elk kind zich optimaal kan ontplooien Informatie Rekening houden met Samen spelen Informatie -de andere kinderen vertellen over de handicap, medisch, maar vooral ook beperkingen + waar moet rekening mee gehouden worden -door de leerkracht, in biologieles, of tussen de regels door, als het zich aandient, -spreekbeurt. “Lieke liet foto’s zien van haarzelf als baby, toen ze vanwege aan aangeboren stofwisselingsziekte heel erg ziek was. Dat zo zover is gekomen en hier nu in de klas zit, maakte diepe indruk op haar medeleerlingen. Je kon een speld horen vallen.” Rekening houden met -Rekening houden met begint met goede informatie. -Kinderen houden vanzelfsprekend rekening met elkaar. “Van te voren had ik gedacht om met een buddysteem te gaan werken, maar het regelde zich eigenlijk vanzelf. Lieke had al snel een vriendinnetje en die hielp haar ook als dat nodig was.” -Sommige scholen werken wel met een rooster, omdat ze het belangrijk vinden dat alle kinderen leren om elkaar te helpen. -De informatie over beperkingen / waarmee rekening te houden herhalen want kinderen vergeten dit als ze zelf ergens helemaal in opgaan. “Tijdens het speelkwartier gaan de kinderen soms zo op in hun spel, dat ze helemaal vergeten dat Lieke in haar rolstoel niet mee kan doen.” Samen spelen Als volwassene intermediair zijn, of het kind helpen om het zelf aan te pakken “Als niemand met Lieke speelt, ga ik wel eens met haar spelen. Dan komen de andere kinderen er vanzelf bij.” “In het begin van het schooljaar vroeg ik nog wel wie met Johan ging spelen. Dat doe ik nu niet meer. Johan hoort niet goed, maar hij is geen patiënt. Als hij bij me komt omdat hij niemand heeft om mee te spelen, vraag ik hem wat hij zou willen doen en aan wie hij dat kan vragen.” Wat zou je als leerkracht nog meer kunnen doen? Hoe kun je als leerkracht vanzelfsprekend samenspelen met alle kinderen in de klas stimuleren? Ontwikkeling persoonlijkheid - pedagogische competentie vanuit het perspectief van het kind met een handicap welke specifieke aandacht heeft een kind met een handicap nodig? Gewoon én anders Verzoenen met je handicap Vanzelfsprekende succeservaringen School is ook een plek waar je leert wie je bent, wat je goede en minder goede kanten zijn en hoe je daarmee omgaat. Hoe is het voor een leerling met een handicap in een omgeving waarin (bijna) iedereen niet gehandicapt is? Gewoon én anders Hoe is het voor een kind met een beperking om op te trekken met kinderen die geen beperking hebben in horen, zien, begrijpen of bewegen? De meeste kinderen met een beperking laten zich hier niet of nauwelijks over uit. Dat wil echter niet zeggen dat ze er niet mee bezig zijn. Rond hun 9e, 10e worden kinderen zich van hun beperking, en het daarin anders zijn, bewust. Ze gaan zich bijvoorbeeld afvragen waarom ze altijd vooraan in de klas moeten zitten. Het kind kan deze vragen aan de ouders stellen. Het komt ook aan bod bij de ambulant begeleider, en soms ook de intern begeleider. Bij de leerkracht is het buiten beeld. Verzoenen met je handicap Handicap gaat heel je leven mee. Je kunt er dus niet omheen. Hoe ga je je daartoe verhouden. Hoe kun je je leren verhouden tot je handicap, rekening houden met je beperkingen, kiezen wat je wel en niet doet, hulp vragen temidden van volwassenen en andere kinderen die daar zelf geen ervaring mee hebben? Of mensen die onwennig of ambivalent tegenover de handicap staan Vanzelfsprekende succeservaringen opdoen Voor alle kinderen is het belangrijk om succeservaringen op te doen. Dat draagt bij aan je gevoel van eigenwaarde. Hoe kun je als kind succeservaringen opdoen in een omgeving die niet op beperkingen is afgestemd? Hoe ervaar je als kind dingen die gemakkelijk / vanzelf gaan? Hoe kun je er als leerkracht aan bijdragen dat het kind met de handicap hulp vraagt, uitlegt wat het wel en niet kan, zich verzoent met de handicap? Hoe kun je als leerkracht bijdragen aan vanzelfsprekende succeservaringen van de leerling met een handicap? Samenwerking + In de eigen school Ouders én kind Speciaal onderwijs In de eigen school -hechte samenwerking met andere leerkrachten “Ik dacht dat ik Bea overal aan de hand mee naar toe moest nemen. De kleuterjuf die Bea in de klas had gehad, vertelde me dat ik me niet zo’n zorgen hoefde te maken. Bea is erg zelfstandig en doet het meeste zelf.” “Het ging redelijk gemakkelijk toen Lieke hier in de klas kwam. Het scheelt natuurlijk ook dat mijn voorganger al heel veel dingen had uitgezocht, bijvoorbeeld hoe je de klas zo kunt inrichten dat Lieke in haar rolstoel overal bij kan en dat ook de andere kinderen genoeg bewegingsruimte hebben.” -met de intern begeleider een aantal scholen leggen de rugzakgelden bij elkaar voor een intern begeleider. Die oefent bepaalde lesstof nog een keertje individueel met de kinderen, en kan ook andere dingen bespreken die het kind bezig houdt (didactisch en psychosociaal). -in teamoverleg / intervisie Ouders en kind Voor veel praktische problemen hebben ouders al oplossingen gevonden, of ze kunnen meedenken over oplossingen. “Als wij dachten: hoe gaan we dit oplossen, bijvoorbeeld bij een buitenschoolse activiteit, dan kwam de moeder al langs met een oplossing.” Of vraag het aan het kind hoe kun je er als leerkracht voor zorgen dat je niet voor alles automatisch op de ouders terugvalt? Speciaal onderwijs -ambulant begeleider in de huidige wetgeving krijgen kinderen met een rugzak hulp vanuit het speciaal onderwijs via een ambulant begeleider. Deze kijkt een paar keer per jaar mee in de klas en geeft de leerkracht adviezen. De ambulant begeleider houdt bijvoorbeeld ook de belastbaarheid van het kind in de gaten. “Het was in het begin wel wennen dat er iemand meekeek in de klas. Ik voelde me weer alsof ik op de Pabo zat.” “Ik heb veel gehad aan de adviezen.” Sommige leerkrachten ervaren de ambulant begeleider als extra ballast, nog meer overleg. Op sommige scholen zit de intern begeleider wel bij het groot overleg, maar de leerkracht niet. Die wordt dan ‘uit de wind gehouden’ -cursus bij speciaal onderwijs zelf ervaren, advies aan alle leerkrachten “Toen Bea net bij mij in de klas zat, heb ik een cursus gevolgd bij Visio, de instelling van de ambulante begeleiding. Ik kreeg een bril op waarmee ik ongeveer hetzelfde zie als Bea. De begeleider zei: pak je potlood maar, we gaan een dictee doen. Ik had geen flauw idee waar ik mijn potlood had gelaten. Pas als je het zelf ervaart, besef je hoeveel inspanning iets heel gewoons kost.” “Ik kreeg een koptelefoon op, zodat ik ongeveer hetzelfde hoorde als Johan. Pas toen merkte ik hoe hard je moet werken om de ander te verstaan, en hoe je je een buitenstaander voelt als je de ‘opmerkingen tussendoor’ niet meekrijgt. Het heeft me aan het denken gezet over wat we slechthorende kinderen aandoen in een gewone schoolklas.” Hoe kun je als leerkracht (op een efficiënte) manier ervaringskennis verzamelen buiten je eigen kring? Hoe wordt alle ervaringskennis die leerkrachten in een jaar opdoen, overdraagbaar? Houding leerkracht + / - v competentie: reflectie en ontwikkeling Inzet en motivatie Werkdruk Handelingsverlegenheid Leerkracht <> leerling Inzet en motivatie hartverwarmend, aan inzet en motivatie geen gebrek Werkdruk Als de school een visie heeft om bij elk kind te kijken wat het nodig heeft, worden de werkzaamheden voor een kind met een handicap niet als extra ervaren. “Het hoort gewoon bij je werk.” “Het motto van onze school is: wij geloven in ontwikkeling, altijd “Het kost tijd, maar ik ervaar het niet als extra tijd. Bij elk kind kijk je wat het nodig heeft.” “Sommige andere kinderen vragen veel meer investering.” Handelingsverlegenheid Handelingsverlegen, ambivalent, er tegenop zien, opluchting als ‘t lukt “Bea ziet ongeveer 10%. Ik zag er eerlijk gezegd erg tegenop dat ze bij mij in klas kwam. Ik dacht dat het veel werk zou zijn en dat ik haar overal aan de hand mee naar toe zou nemen. …..” “Je krijgt als leerkracht hetzelfde salaris, of je nu 27 kinderen in de klas hebt of 31, en of er nu wel of niet zorgkinderen in je klas zitten.” “Ik heb nu een slechtziekte leerling. Een kind in een rolstoel, ik moet er niet aan denken. Dat zou niet gaan.” “Ik was geen handicaps gewend en heb er eerlijk gezegd niets mee. Toen ik een rolstoel kreeg, wist ik niet wat ik ermee aan moest. Ik voelde me handelingsverlegen”. Na dit jaar schrikt hij nog van een interviewer in een rolstoel. Wat helpt een leerkracht om de handelingsverlegenheid te hanteren? leerling met een Leerkracht <> Leerling Bij een kind met een handicap heb je als leerkracht niet genoeg aan je vakkennis en ervaring. Je routine schiet tekort en je komt steeds voor nieuwe vragen te staan. Je wordt ook weer leerling. Het is gemakkelijker wanneer je dat als uitdaging ziet. Hoe hoog leg je als leerkracht de lat? Wanneer vind je dat het goed gaat? Goede schoolprestaties, klaar? Contact met 1 vriendinnetje, klaar? Succesfactoren -visie van de school: aandacht voor de behoeftes van ieder individueel kind, extra/speciaal is dan gewoon -informatie verzamelen over de handicap, aandoening, beperkingen én waarmee rekening te houden -samenwerken met collega’s, ouders, intern en ambulant begeleiders -lesmaterialen en -lesstof aanpassen, hulpmiddelen gebruiken -openheid, uitleg aan de andere kinderen over de handicap, beperkingen én waarmee rekening te houden -flexibiliteit, creativiteit, bij problemen op zoek gaan naar oplossingen “Over welke competenties je als leerkracht moet beschikken als je een leerling met een handicap in de klas hebt? Invoelings- en relativeringsvermogen, en een fikse dosis geduld. Kwaliteiten die je eigenlijk bij elk kind nodig hebt.”
© Copyright 2024 ExpyDoc