Opleidingsstatuut Small Business and Retail Management 2014-2015

Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015
Opleidingsstatuut
voor de bacheloropleiding
Small Business & Retail Management (SBRM)
van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
studiejaar 2014 - 2015
Inhoud
Deel 1: Onderwijs aan de HAN
Inleiding
Algemene bepalingen
Lesdagen en vakanties
Uitgangspunten van het onderwijs
De opbouw van de opleidingen
Tentamens en examens
Kwaliteitszorg
Organisatiestructuur van de HAN
Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 (OER)
Reglement examencommissies voor de Bacheloropleidingen en Associate degree-programma van
de Faculteit Economie en Management (FEM) 2014-2015
Reglement opleidingscommissie SBRM 2014-2015
Deel 3: Studiegids
Studiegids Propedeuse, A-cluster, voltijd, International Business & Communication 2014-2015
Studiegids Propedeuse, VWO-programma, voltijd, International Business & Communication 20142015
Studiegids SB&RM 2014-2015, duaal
Deel 4: Interne organisatie
Faculteiten, domeinen en instituten
Management en organisatie op faculteits- en instituutsniveau
Examencommissie(leden)
Medezeggenschap van studenten en medewerkers op HAN-, faculteits- en instituutsniveau
Kwaliteitszorg
Lesdagen en lestijden
Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau
Bijlagen
Bijlage 1 Plattegrond
Bijlage 2 Begrippenlijst studentenstatuut
Deel 1: Onderwijs aan de HAN
Inleiding
In dit opleidingsstatuut geven wij je informatie over de gang van zaken tijdens je studie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Je treft ook informatie aan over bijvoorbeeld de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en
de procedures met betrekking tot jouw rechtsbescherming.
Volgens de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een
HBO-instelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken.
Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (dus: de HAN) en het opleidingsspecifieke deel (dus: de opleiding).
Het instellingsspecifieke deel - we noemen het het studentenstatuut - bevat een beschrijving van jouw
rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die jouw
rechten beschermen:
 een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling,
 een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen, en;
 een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van
jouw rechten.
Dit instellingspecifieke deel kun je terugvinden op www.han.nl.
Het opleidingsspecifieke deel – we noemen het verder het opleidingsstatuut (OS) – bestaat uit vier delen:
1. Onderwijs aan de HAN.
In dit onderdeel vind je de status van dit opleidingsstatuut en de doelgroep het jaarrooster, vakanties, tentamen- en herkansingsperiodes. Daarnaast de uitgangspunten voor het onderwijs bij de
HAN.
2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens.
Hier vind je de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens.
3. Studiegids.
In dit onderdeel wordt de algemene tekst van deel 1 ingevuld per opleiding. Je vindt hier het curriculum van de opleiding, de beroepstaken, de competenties en de invulling van studieloopbaanbegeleiding.
4. Interne organisatie
In dit onderdeel hebben we de interne organisatie van de faculteit, het instituut en de opleiding beschreven. Allerlei voorzieningen op hogeschool-, faculteits- of instituutsniveau vind je ook hier. De
namen en adressen van relevante personen staan in de bijlage.
Algemene bepalingen
Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4
van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de opleiding Small Business & Retail Management (SBRM), hierna te noemen de opleiding, in het studiejaar 2014-2015.
In dit opleidingsstatuut zijn jouw rechten en plichten enerzijds en van de Hogeschool van Arnhem en
Nijmegen anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die je door de instelling worden aangeboden, de vastgestelde onderwijs- examenregeling en de procedures voor je rechtsbescherming in
aanvulling op die van de instelling.
Dit opleidingsstatuut is vastgesteld bij besluit van de faculteitsdirectie van 30 juni 2014. De faculteitsraad heeft op 30 juni 2014 ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut.
Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is
voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden.
De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de
daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op insite HAN en deels op de website van de HAN, zie onderstaand overzicht over de vindplaats van de delen van het Opleidingsstatuut.
Deel
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Bijlage 1
Bijlage 2
Omschrijving
onderwijs aan de HAN
regelingen betreffende het onderwijs en
de tentamens
studiegids
interne organisatie
plattegrond
begrippenlijst
Waar vind je ze?
website en insite/Scholar
website en insite/Scholar
website en insite/Scholar
Insite/Scholar
website en insite/Scholar
website en insite/Scholar
Lesdagen en vakanties
JAARPLANNING FEM 2014-2015
wk
34
datum
18-8-2014
35
25-8-2014
36
1-9-2014
37
8-9-2014
38
15-9-2014
periode
P
E
R
I
O
D
E
lesw
opstartweek
wk
34
introductie
35
1
les
36
2
les
37
3
les
38
4
les
39
5
les
40
6
les
41
7
les
42
herfstvakantie
43
39
22-9-2014
40
29-9-2014
41
6-10-2014
42
13-10-2014
43
20-10-2014
44
27-10-2014
8
les
44
45
3-11-2014
9
toetsen
45
46
10-11-2014
1
les
46
47
17-11-2014
2
les
47
48
24-11-2014
3
les
48
49
1-12-2014
4
les
49
50
8-12-2014
5
les
50
51
15-12-2014
6
les
51
52
22-12-2014
1
P
E
R
I
52
JAARPLANNING FEM 2014-2015
wk
datum
1
29-12-2014
2
5-1-2015
periode
O
D
E
lesw
wk
kerstvakantie
1
7
les
2
2
3
12-1-2015
8
les
3
4
19-1-2015
9
toetsen
4
5
26-1-2015
10
toetsen
5
6
2-2-2015
1
les
6
7
9-2-2015
2
les
7
8
16-2-2015
voorjaarsvakantie
8
9
23-2-2015
3
les
9
10
2-3-2015
4
les
10
11
9-3-2015
5
les
11
12
16-3-2015
6
les
12
13
23-3-2015
7
les
13
14
30-3-2015
8
les
14
15
6-4-2015
9
toetsen
15
16
13-4-2015
10
toetsen
16
17
20-4-2015
1
les
17
18
27-4-2015
2
les
18
19
4-5-2015
meivakantie
19
20
11-5-2015
3
les
20
21
18-5-2015
4
les
21
22
25-5-2015
5
les
22
23
1-6-2015
6
les
23
24
8-6-2015
7
les
24
25
15-6-2015
8
les
25
26
22-6-2015
9
toetsen
26
27
29-6-2015
10
toetsen
27
28
6-7-2015
Diploma-uitreikingen/
28
P
E
R
I
O
D
E
3
P
E
R
I
O
D
E
4
JAARPLANNING FEM 2014-2015
wk
datum
periode
lesw
wk
herkansingen
29
13-7-2015
30
20-7-2015
29
30
zomervakantie
31
27-7-2015
31
32
3-8-2015
32
33
10-8-2015
33
34
17-8-2015
herkansingen / opstart
34
35
24-8-2015
introductie
35
Studiekeuzecheck
Aspirant-studenten die zich uiterlijk op 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar aanmelden voor 1 of meer Bacheloropleidingen hebben recht om deel te nemen aan een studiekeuzecheck.
Aspirant-studenten die zich na 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar aanmelden zijn
verplicht deel te nemen aan de studiekeuzecheck. De rechten en plichten met betrekking tot de studiekeuzecheck en de geldige redenen voor niet deelname aan de studiekeuzecheck zijn opgenomen
in artikel 2.10 van de Onderwijs- en examenregeling.
De studiekeuzecheck kent de volgende procedure:
a. de aankomende student vult digitale vragenlijsten in met vragen over oriëntatie en
motivatie, taalvaardigheden, rekenvaardigheden, analytisch vermogen en
opleidingsspecifieke vragen;
b. vervolgens wordt de aankomende student uitgenodigd voor de studiestartbijeenkomst.
Tijdens deze bijeenkomst krijgt de aankomende student informatie over de opleiding, het
beroep en kritische succesfactoren om de opleiding goed te doorlopen;
c. uiterlijk 2 weken na de studiestartbijeenkomst of het intakegesprek ontvangt de
aankomende student een studieadvies.
Uitgangspunten van het onderwijs
Uitgangspunten van het onderwijs aan de HAN
In elke opleiding van de hogeschool word je, als student, opgeleid tot startbekwaam beroepsbeoefenaar. Maar je leert meer. Je doet gedurende de opleiding niet alleen kennis op, je spiegelt deze ook
aan de mening van anderen. Op die manier leer je keuzes te maken en je een mening te vormen over
je vakgebied. Dat geeft je straks de mogelijkheid vakkennis en vakbekwaamheid toe te passen in
nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De maatschappij heeft behoefte aan mensen die
oplossingen bedenken voor nieuwe problemen. We leren je kennis en vaardigheden aan die je helpen
om te blijven werken aan je professionele ontwikkeling.
Goed beroepsonderwijs is afgestemd op ontwikkelingen in de samenleving en in het beroepenveld.
Continu wordt aansluiting gezocht bij wat er wordt gevraagd van afgestudeerden; vorm en inhoud van
het onderwijs zijn permanent in ontwikkeling met als doel om je zo goed mogelijk voor te bereiden op
de arbeidsmarkt.
Leren via beroepstaken
Een belangrijke kernwaarde binnen de HAN is de centrale rol van de beroepspraktijk in het onderwijs.
Het is onze opdracht je op te leiden tot een startbekwame beroepsbeoefenaar. Het leren via beroepstaken is daarbij een sturend uitgangspunt. Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals deze in
al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar (expert) worden uitgevoerd. ‘Hele’
taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten maar door jou steeds in zijn totaal
wordt geoefend. De meeste beroepstaken doen een beroep op meerdere competenties.
Zelfsturing
Met ons onderwijs willen wij je leren om zelfstandig beroepstaken uit te voeren, je beroepshandelen te
verbeteren en zelfstandig je loopbaan te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het succesvol afronden
van je studie, maar ook om het blijvend succesvol functioneren in het werkveld. Voor jou zal het neerkomen op een geleidelijke ontwikkeling van minder naar meer zelfsturing en van afnemende sturing
door docenten.
Flexibilisering
Flexibilisering is een belangrijk uitgangspunt. Je hebt in ieder geval 30 studiepunten vrije keuzeruimte
in je opleiding om je opleiding te verbreden of te verdiepen. Wij noemen die keuzeruimte een minor.
Hierdoor heb je de mogelijkheid je te richten op specifieke vragen van de arbeidsmarkt en je geeft
vorm aan eigen profilering.
Toetsing en beoordeling
Of je in voltijd, in deeltijd of duaal studeert, je wordt getoetst op dezelfde, voor de opleiding geformuleerde, beroepstaken en competenties. Daarbij wordt gestreefd naar een maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen dat meet wat hij zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijk je naar de vergelijkbaarheid van de resultaten.
Onderwijseenheden
Onderwijseenheden zijn georganiseerd rondom beroepstaken. Onderwijseenheden hebben als basis
een omvang van 7.5 studiepunten of een veelvoud daarvan. Zij worden geprogrammeerd binnen de
vier onderwijsperioden van het HAN-jaarrooster. In het belang van de kwaliteit van het onderwijs kan
een onderwijseenheid een studielast van 2,5 studiepunten of een veelvoud daarvan omvatten.
Studieloopbaanbegeleiding
De HAN hecht er aan je zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van je studie. Studieloopbaanbegeleiding is daarom een belangrijk aspect van het HAN -onderwijs. De studieloopbaanbegeleider helpt je bij het ontwikkelen van de zelfsturing die je nodig hebt
om je studie te volbrengen. Naast het bovengenoemde is hij voor jou het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als je gepland had of bij langdurige ziekte
of handicap. De studieloopbaanbegeleider kan je helpen wegen te zoeken om je resultaten bij de studievoortgang te verbeteren.
Een bijzondere taak van de studieloopbaanbegeleider is het ondersteunen bij het kiezen van een minor in de hoofdfase van je opleiding.
Wat wordt van de student gevraagd
De vraag of je je doelen bereikt, is voor een belangrijk deel afhankelijk van je eigen inzet. Wij verwachten dat je doordachte keuzes maakt in je leerproces, dat je actief deelneemt aan het onderwijs,
dat je aanwezig bent en je tijd vrijmaakt voor zelfstudie. Alleen dan kun je je studie succesvol afronden. Je krijgt het druk, maar de beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar je je hele
leven plezier van hebt.
De opbouw van de opleidingen
Het eerste jaar van je studie heet de propedeuse (officieel de propedeutische fase) en heeft een studielast van 60 studiepunten. (De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten. Eén studiepunt is gelijk
aan 28 uren studie.) De propedeuse heeft een drietal functies: een oriënterende, een verwijzende en
een selecterende. Deze drie functies hangen nauw met elkaar samen. De propedeuse moet je een
goed beeld geven van de hele studie. Gedurende dit eerste jaar word je in staat gesteld na te gaan of
de opleiding aansluit bij je capaciteiten en interesses. Dit is de oriënterende functie van de propedeuse. In de loop van dit jaar kun je beslissen of je deze opleiding wilt blijven volgen, of voor een andere opleiding binnen of buiten de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen kiest. Studieadviezen in het
midden en aan het eind van het propedeutisch jaar helpen bij die beslissing. Dit is de verwijzende
functie van de propedeuse.
Tot slot kent de propedeuse ook een selecterende functie. Die functie is tweeledig: aan de ene kant
beoordeel je zelf of je geschikt bent voor de studie of niet. Anderzijds word je ook beoordeeld op basis
van je studieresultaten, die steeds worden bezien in het licht van motivatie, studiehouding en persoonlijke omstandigheden.
Studieadvies
Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van de propedeutische fase krijg je een schriftelijk studieadvies, gebaseerd op het aantal behaalde studiepunten. Dat advies bepaalt of je je opleiding al dan niet
kunt voortzetten. Je hoeft dat advies niet op te volgen, maar bent wel zelf verantwoordelijk voor de
keuze die je maakt, tenzij het om een bindend negatief studieadvies (BNSA) gaat. In dit laatste geval
word je direct uitgeschreven en kun je je voor dezelfde opleiding niet meer inschrijven.
De basisindeling van elke opleiding bestaat uit een major en een minor. De major is je hoofdrichting,
waarin je je beroepscompetenties ontwikkelt. Dit deel omvat maximaal 210 studiepunten. Daarnaast
krijg je in een minor (30 studiepunten) de ruimte om je interesses en capaciteiten te specialiseren of
juist te verbreden. In de onderstaande tabel is de omvang van de indelingen van de opleiding weergegeven in studielast uitgedrukt in studiepunten.
Indeling van de opleiding
Propedeuse
postpropedeuse
Totaal
Major
60
150
210
Minor
30
30
Totaal
60
180
240
Je kiest zelf voor een minor als verbreding of verdieping van je studie. Ons totale aanbod aan minoren
vind je in de HAN-onderwijscatalogus (HAN-SIS en Insite).
Alle bacheloropleidingen hebben een studielast van 240 studiepunten.
Er zijn ook vrije minoren, die je bij een andere onderwijsinstelling kunt volgen of die je zelf samenstelt
uit onderdelen van onderwijs van verschillende –instituten van de HAN of een andere (onderwijs)instelling. Kijk voor het totale minorenaanbod op www.han.nl of op www.kiesopmaat.nl. Kies Op Maat is
een online platform waar alle studenten aan het hoger onderwijs in Nederland kunnen kiezen uit minoren en vakken van de deelnemende instellingen. Het doel van Kies Op Maat is het vergroten van de
mobiliteit van alle studenten binnen het Hoger Onderwijs.
Voordat je een minor gaat volgen heb je toestemming nodig van de examencommissies. Als je een
minor wilt volgen uit het minoraanbod van de HAN, dan is de toestemming van je senior studieloopbaanbegeleider voldoende. De regels voor het volgen van een vrije minor zijn te vinden op
https://www.han.nl/HAN-insite/minoren/welke soorten minoren zijn er?
Tentamens en examens
Tentamens
Tijdens de studie worden studenten regelmatig beoordeeld op kennis, inzicht, vaardigheden en attitude. De voortgang van de student wordt per onderwijseenheid getoetst door middel van tentamens
(eventueel via deeltentamens). Als een onderwijseenheid meer dan een tentamen omvat, dan noemen we deze tentamens deeltentamens. Als alle deeltentamens van een onderwijseenheid behaald
zijn, dan wordt ‘het tentamen’ van de onderwijseenheid geacht te zijn behaald. (Deel)tentamens zijn
toetsmomenten waarbij studenten laten zien dat ze bestudeerde leerstof beheersen. Er bestaan diverse schriftelijke en mondelinge toetsvormen. Denk hierbij aan scripties, werkstukken, simulaties,
presentaties of audio-visueel materiaal.
Je kunt ook zonder de onderwijseenheden te hebben gevolgd, alleen via tentamens aantonen over de
benodigde competenties van de betreffende onderwijseenheden te beschikken. Dit noemen we een
leerwegonafhankelijk tentamen. De examencommissie bepaalt of de bewijsstukken die je aandraagt
(bijvoorbeeld ervaringsverslagen, getuigschriften, referenties, reflectieverslagen, video-opnamen van
beroepshandelingen, werkstukken of certificaten) voldoen voor deelname aan het leerwegonafhankelijke tentamen. Tevens bepaalt de examencommissie of jij een of meer (deel)tentamens leerwegonafhankelijk volgens het reguliere toetsprogramma aflegt of een voor jou op maat opgesteld tentamen aflegt. Een leerwegonafhankelijk tentamen kan bij de start van de opleiding of tijdens de opleiding afgelegd worden.
Daarnaast kan je via vrijstellingsverzoeken ingediend bij de examencommissie op basis van eerder
met goed gevolg afgelegde (deel)tentamens of examens in het hoger onderwijs en/of ander bewijs
van competentieverwerving aantonen over de benodigde competenties van de desbetreffende onderwijseenheden te beschikken. De gronden voor het besluit tot het verlenen van vrijstelling kunnen zijn
gelegen in eerder afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs of in officiële rapportages
Erkenning Verworven Competenties (EVC). Je hoeft geen tentamen meer af te leggen.
Tijdens de opleiding wordt in ieder geval op 3 niveaus integraal beoordeeld of de beroepstaken worden beheerst. Hierin wordt beoordeeld of de student competent is voor de volgende fase: is de student klaar voor de hoofdfase (hoofdfasebekwaam), voor de afstudeerfase (afstudeerbekwaam) en
voor de arbeidsmarkt (beroepsbekwaam)?
Examens
In de opleiding worden de volgende examens afgelegd: het propedeutische examen en het afsluitend
oftewel bachelorexamen. Je rondt de opleiding af als je bewijzen kunt overleggen dat je zowel de
tentamens als integrale toetsen van de major als de minor(s) met een positief resultaat hebt
afgesloten. Je ontvangt dan een wettelijk erkend HBO-getuigschrift (diploma) en een wettelijke graad:
bachelor. Daarbij hoort een Engelstalig internationaal erkend diplomasupplement. Je krijgt de
mogelijkheid je afstudeerscriptie te bewaren en online te tonen via https://www.hbo-kennisbank.nl. De
opleiding bepaalt welke scripties daarvoor in aanmerking komen. Daarbij wordt onder andere gelet op
kwaliteit en vertrouwelijkheid.
Kwaliteitszorg
De HAN werkt voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit van onze opleidingen. Daarvoor hanteren we een integraal kwaliteitszorgsysteem. Door systematische evaluatie verzamelen we gegevens
over de kwaliteit van alle onderwijsaspecten:
 doelstelling en profiel van de opleiding;
 programma met onderwijsaanbod, toetsprogramma en studieloopbaanbegeleiding;
 inzet van personeel;
 voorzieningen;
 interne kwaliteitszorg;
 resultaten.
Wij betrekken alle belangengroepen actief in ons kwaliteitstraject: medewerkers, studenten, het werkveld en afgestudeerden. Om de kwaliteit van de opleiding te bewaken hechten we veel waarde aan de
mening van deskundigen uit de werkvelden. Zij komen een aantal malen per jaar bijeen in vergaderingen.
Naast deze interne kwaliteitsverbeteringen worden alle opleidingen van de HAN iedere zes jaar beoordeeld door een extern panel van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Deze accreditatie is een nationaal kwaliteitskeurmerk en is een voorwaarde voor wettelijke erkenning op nationaal en internationaal niveau van het getuigschrift van de opleiding.
Organisatiestructuur van de HAN
Interne organisatie
De HAN bestaat uit de faculteiten Economie en Management (FEM), Educatie (FE), Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM) en Techniek (FT).
Domeinen, instituten en opleidingen
Elke faculteit bestaat uit instituten. Een instituut bestaat weer uit opleidingen of uit een groep van opleidingen (domein genaamd). De competenties die studenten binnen de opleidingen van een instituut
of een domein ontwikkelen zijn vergelijkbaar, soms zelfs deels gelijk. Elk domein kent een aantal gemeenschappelijke competenties. Studenten zijn ingeschreven bij een opleiding.
Daarnaast heeft elke faculteit een afdeling contractactiviteiten voor uitvoering van marktactiviteiten,
zoals posthbo-opleidingen, korte cursussen, trainingen en advieswerkzaamheden. Ten slotte kent elke
faculteit een aantal lectoraten en expertisecentra voor onderzoekswerkzaamheden in opdracht van
bedrijven en instellingen. De ondersteunende diensten, zoals Studentzaken (SZ), ICT en Marketing,
Communicatie en Voorlichting (MCV), zijn ondergebracht in het Service Bedrijf (SB).
Bachelor-master
De HAN werkt met het bachelor-mastermodel. Het bachelor – mastermodel is op Europees niveau ingericht om opleidingen in Europa met elkaar te kunnen vergelijken. Zowel bachelor als master zijn
graden voor mensen die een opleiding in het hoger onderwijs hebben genoten. Met het diploma van
een tweejarige associate degree, krijg je de graad associate degree. Met het diploma van een vierjarige bacheloropleiding, krijg je de graad bachelor. Daarna kun je nog één of twee jaar doorstuderen
voor een mastergraad.
Alle bacheloropleidingen in het HBO hebben een studielast van 240 studiepunten. Behalve het versnelde traject gericht op studenten met een VWO-diploma, deze bacheloropleidingen hebben een studielast van 180 studiepunten. Voor de masteropleidingen is dit per opleiding bepaald. Een aantal bacheloropleidingen heeft een associate degree programma. Dit is een verkorte HBO-studie van minimaal 120 studiepunten die tot een wettelijk erkend getuigschrift en graad (associate degree) leidt en
uit een deel van de bijbehorende bachelorstudie bestaat.
Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens
Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 (OER)
Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015
Onderdeel van deel 2 van het opleidingsstatuut
Onderwijs- en examenregeling (OER)
voor de bacheloropleiding
Small Business & Retail Management
van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
studiejaar 2014 – 2015
Inhoud
Paragraaf 1 Algemene bepalingen .................................................................................................. 3
Paragraaf 2 Toelating tot de opleiding ........................................................................................... 3
Paragraaf 3 Opbouw van de opleiding ........................................................................................... 6
Paragraaf 4 Propedeutische fase van de opleiding .................................................................... 10
Paragraaf 5 Studieadvies in de propedeutische fase van de opleiding ................................... 12
Paragraaf 6 Postpropedeutische fase van de opleiding ............................................................ 14
Paragraaf 7 Tentamens, integrale toetsen en examens van de opleiding ................................ 20
Paragraaf 7a Schakelprogramma’s .............................................................................................. 26
Paragraaf 7b Landelijke afspraken basiskennis ......................................................................... 26
Paragraaf 8 Examencommissie en examinatoren ....................................................................... 26
Paragraaf 9 Studieloopbaanbegeleiding ...................................................................................... 30
Paragraaf 10 Judicium Abeundi .................................................................................................... 31
Paragraaf 11 Slotbepalingen ......................................................................................................... 32
Bijlagen ............................................................................................................................................ 33
Bij bijlage 1, 2, 4 en 5 ..................................................................................................................... 35
Bijlage 1: Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase ................................................ 37
Bijlage 2: Gegevens Integrale Toets propedeutische fase ....................................................... 170
Bijlage 3: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen
van de propedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale
toetsen ........................................................................................................................................... 176
Bijlage 3a: Aanvullende regeling studieadvies studiejaar 2014-2015 ..................................... 186
Bijlage 4: Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase ....................................... 187
OWE beschrijvingen Voltijd......................................................................................................... 191
OWE-beschrijvingen duaal .......................................................................................................... 267
Bijlage 5: Gegevens Integrale Toetsen postpropedeutische fase ........................................... 307
Bijlage 6a: Richtlijnen voor het verlenen van toestemming tot het afleggen van
tentamens/integrale toetsen van de postpropedeutische fase nog voordat de student het
propedeutisch examen heeft behaald ........................................................................................ 331
Bijlage 7: Overzicht verkorte leerroutes op basis van vrijstellingen voor welomschreven
doelgroepen .................................................................................................................................. 332
Bijlage 8: Gegevens onderwijseenheden door de opleiding(en) verzorgde HAN gecertificeerde
minoren.......................................................................................................................................... 335
Bijlage 9: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden en tentamens van de door de
opleiding verzorgde minoren gelijkgestelde oude onderwijseenheden en tentamens ........ 388
Bijlage 10: Opsomming van de onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding die na het
behalen van de Ad-graad nog behaald moeten worden om de bachelorgraad te verkrijgen389
Bijlage 11: Opsomming van de eindkwalificaties welke de student dient te verwerven om het
HBO-Bachelor graad te behalen ................................................................................................. 390
Bijlage 12 Format oude beroepstaken, oude onderwijseenheden en (deel)tentamens die
gelijkgesteld zijn aan nieuwe beroepstaken, onderwijseenheden en (deel)tentamens vanwege
de conversie naar Alluris ............................................................................................................. 391
2
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling
a. Deze regeling is de onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 van de wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
b. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, de tentamens en de examens in het studiejaar
2014-2015 van de bacheloropleiding Small Business & Retail Management (SBRM), hierna te
noemen: de opleiding.
c. Van deze regeling maken onverkort deel uit de aanhangende bijlagen 1 tot en met 12 alsook de
concrete passages uit het opleidingsstatuut waarnaar in deze regeling wordt verwezen.
d. Van onderwijseenheden die zijn gevolgd en tentamens die met goed gevolg zijn afgelegd in
voorgaande studiejaren van de opleiding en die nu niet meer als zodanig zijn opgenomen in het
curriculum als uitgewerkt in artikel 4.1 en 6.1 en de daarbij behorende bijlagen is in lid 5 van de
artikelen 4.1 en 6.1 bepaald of en in hoeverre deze tot het curriculum en examen van deze
regeling worden gerekend.
e. Van onderwijseenheden die zijn gevolgd en tentamens die met goed gevolg zijn afgelegd in de
door de opleiding verzorgde minoren in voorgaande studiejaren en die nu niet meer als zodanig
zijn opgenomen in het minoraanbod als uitgewerkt in artikel 3.4 en de daarbij behorende bijlage
is in lid 9 van artikel 3.4 bepaald of en in hoeverre deze tot het programma van het vigerend
minoraanbod worden gerekend.
f. N.v.t.
Artikel 1.2 Begripsbepalingen
Voor deze regeling gelden de begripsbepalingen die zijn opgenomen in de begrippenlijst in bijlage 2
van het opleidingsstatuut van de opleiding.
Artikel 1.3 Doel van de opleiding
De student verwerft op HBO-bachelorniveau de kennis, het inzicht en de vaardigheden van een
startbekwame beroepsbeoefenaar op het gebied van een ondernemer of een ondernemende
manager.
De eindkwalificaties zoals bedoeld in de eerst volzin, zijn opgenomen in bijlage 11 van deze
regeling.
Paragraaf 2 Toelating tot de opleiding
Artikel 2.1 Vooropleidingseisen en nadere vooropleidingseisen
Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van:
 een havo-diploma met onderstaande VO-profielen zoals die tot 1 augustus 2007 werden
aangeboden:
i.
het profiel Natuur en Techniek en met in het examen het vak Economie 1;
ii.
het profiel Natuur en Gezondheid en met in het examen het vak Economie 1;
iii.
het profiel Economie en Maatschappij;
iv.
het profiel Cultuur en Maatschappij.
 een havo-diploma met onderstaande VO-profielen zoals die vanaf 1 augustus 2007 worden
aangeboden:
i.
het profiel Natuur en Techniek en met in het examen het vak Economie of het vak
Management en Organisatie;
ii.
het profiel Natuur en Gezondheid en met in het examen het vak Economie of het vak
Management en Organisatie;
iii.
het profiel Economie en Maatschappij;
iv.
het profiel Cultuur en Maatschappij.
 een vwo-diploma met onderstaande VO-profielen zoals die tot 1 augustus 2007 werden
aangeboden:
3


i.
het profiel Natuur en Techniek en met in het examen het vak Economie 1;
ii.
het profiel Natuur en Gezondheid en met in het examen het vak Economie 1;
iii.
het profiel Economie en Maatschappij;
iv.
het profiel Cultuur en Maatschappij en met in het examen het vak Economie 1.
een vwo-diploma met onderstaande VO-profielen zoals die vanaf 1 augustus 2007 worden
aangeboden:
i.
het profiel Natuur en Techniek en met in het examen het vak Economie of het vak
Management en Organisatie;
ii.
het profiel Natuur en Gezondheid en met in het examen het vak Economie of het vak
Management en Organisatie;
iii.
het profiel Economie en Maatschappij;
iv.
het profiel Cultuur en Maatschappij en met in het examen het vak Economie of het vak
Management en Organisatie.
een mbo-diploma middenkaderopleiding of specialistenopleiding hierna te noemen mbo-4.
Artikel 2.2 Opheffing deficiënties nadere vooropleidingseisen
Deficiënties in profielen en/of vakken en programmaonderdelen van de diploma’s als vastgelegd in
artikel 2.1 zijn bij besluit van de instituutsdirecteur opgeheven indien voor aanvang van de opleiding
toelatingstentamens in de deficiënte vakken, die op het niveau van het examen HAVO respectievelijk
MBO-4 worden afgenomen, met goed gevolg zijn afgelegd.
Artikel 2.3 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s en
getuigschriften
1. Vrijgesteld van de vooropleidingseis als bedoeld in artikel 2.1 is de bezitter van een van de
volgende diploma’s en getuigschriften:
a. een getuigschrift van een bacheloropleiding;
b. een getuigschrift van een masteropleiding;
c. een getuigschrift dat toegang geeft tot het hoger onderwijs in een land dat het verdrag
inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio
heeft geratificeerd;
d. een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat door de minister is aangewezen als
ten minste gelijkwaardig aan het HAVO-diploma of
e. een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij besluit van de instituutsdirecteur
tenminste gelijkwaardig aan een HAVO, VWO of MBO- diploma wordt beschouwd. Ten
behoeve van de besluitvorming kan een diplomawaardering bij de NUFFIC worden
gevraagd. Bovengenoemde taak betreffende buitenlandse diploma’s is gemandateerd aan
het Admissions Office.
2. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma of getuigschrift betreft dient tevens naar het
oordeel van de examencommissie blijk te zijn gegeven van voldoende beheersing van de
Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van de opleiding.
3. De instituutsdirecteur neemt het besluit dat op basis van het oordeel als bedoeld in het vorige lid
of betrokkene al dan niet kan worden ingeschreven dan wel het besluit dat betrokkene kan
worden ingeschreven maar dat deze nog geen examens of onderdelen daarvan mag afleggen
dan nadat er een positief oordeel als bedoeld in het vorige lid is afgegeven.
4. N.v.t.
Artikel 2.4 Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van toelatingsonderzoek
1. Bij besluit van de instituutsdirecteur is vrijgesteld van de vooropleidingseisen als bedoeld in
artikel 2.1 degene van 21 jaar en ouder die bij een toelatingsonderzoek naar het oordeel van de
commissie toelatingsonderzoek blijk geeft van geschiktheid voor de opleiding en van voldoende
beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van de opleiding.
2. Het toelatingsonderzoek bestaat uit toelatingstentamens in de volgende vakken die op het
niveau van het HAVO-examen worden afgenomen en levert de vrijstelling als bedoeld in het
vorige lid op indien het toelatingsonderzoek met goed gevolg is afgelegd:
 Nederlands;
4


Economie;
Wiskunde.
Artikel 2.5 Voldoende beheersing van de Nederlandse taal
1. Aan de eis van voldoende beheersing van de Nederlandse taal als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 en
in artikel 2.4 lid 1 in het geval betrokkene een andere taal dan het Nederlands als eerste taal
voert wordt voldaan door:
 het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, niveau II
dan wel;
 het ten genoegen van de commissie die verantwoordelijk is voor het toelatingsonderzoek,
aantonen dat hij op een andere dan de hierboven bedoelde wijze(n) de Nederlandse taal in
voldoende mate beheerst om het Nederlandstalige onderwijs met vrucht te kunnen volgen.
2. Aan het voldoen aan de eis als bedoeld in het vorige lid dient te zijn voldaan voor het moment
van inschrijving.
Artikel 2.6 Aanvullende eisen
N.v.t.
Artikel 2.7 Eisen werkkring bij deeltijdopleidingen
N.v.t.
Artikel 2.8 Numerus fixus
N.v.t.
Artikel 2.9 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een VWO –diploma
N.v.t.
Artikel 2.10 Deelname verplichte studiekeuzecheck
2. Aspirant-studenten die zich uiterlijk op 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar
aanmelden voor 1 of meer bacheloropleidingen of Ad-programma’s hebben recht om deel te
nemen aan een studiekeuzecheck.
3. De procedure voor een studiekeuzecheck en de inhoud van een studiekeuzecheck zijn
opgenomen in het opleidingsstatuut.
4. Deelname aan de studiekeuzecheck is voor studenten die zich uiterlijk op 1 mei aanmelden
vrijwillig.
5. Elke student die zich heeft aangemeld en deel heeft genomen aan de studiekeuzecheck
ontvangt een studiekeuzeadvies. Het advies kent drie vormen: positief, negatief of nadere actie
noodzakelijk.
6. Bij een negatief studiekeuzeadvies kan de aspirant-student zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel,
als hij voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden zoals opgenomen in paragraaf 2 van deze
regeling, zich inschrijven.
7. Aspirant-studenten die zich na 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar voor de
eerste keer aanmelden voor een bacheloropleiding of Ad-programma, zijn verplicht om deel te
nemen aan de studiekeuzecheck van de opleiding.
8. Indien de aspirant-student zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel zonder geldige reden en na 1
herhaalde oproep niet deelneemt aan de verplichte studiekeuzecheck dan wordt de inschrijving
voor de desbetreffende aspirant-student geweigerd.
9. Indien de aspirant-student zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel een negatief studiekeuzeadvies
krijgt, wordt de inschrijving voor de desbetreffende aspirant-student geweigerd. Dit geldt niet
voor de aspirant-student die zich na 1 mei aanmeldt bij een andere opleiding dan die waarbij hij
oorspronkelijk was ingeschreven en kan aantonen dat de nieuwe aanmelding het gevolg is van
een bindend negatief studieadvies zoals bedoeld in paragraaf 5 van deze regeling op een
zodanig tijdstip dat hij zich niet kon aanmelden voor 1 mei voorafgaand aan het studiejaar
waarvoor hij zich wenst in te schrijven.
5
10. De aspirant-studenten die zich na 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar voor een
andere bacheloropleiding of Ad-programma aanmelden dan waarvoor ze zich voor 1 mei reeds
hadden aangemeld, zijn verplicht om deel te nemen aan de studiekeuzecheck van de opleiding.
Lid 6 van dit artikel is ook van toepassing op de aspirant-student zoals bedoeld in de eerste
volzin.
11. De bepalingen zoals opgenomen in lid 1 tot en met lid 9 van dit artikel zijn niet van toepassing
op:
 aspirant-studenten die zich willen inschrijven voor een opleiding waarvoor een
selectieprocedure zoals bedoeld in artikel 2.8 van deze regeling, is ingesteld;
 aspirant-studenten die vanwege het bezit van een buiten het Koninkrijk Nederland behaald
diploma zijn vrijgesteld van de diploma-eisen (in bezit zijn van HAVO, VWO of MBOdiploma);
 aspirant-studenten die reeds een Bachelor- of Mastergetuigschrift hebben.
12. Indien de aspirant-student aan kan tonen dat hij om legitieme redenen niet kan deelnemen aan
de verplichte studiekeuzecheck, wordt in overleg met de instituutsdirecteur bezien of de aspirantstudent alsnog moet deelnemen aan de verplichte studiekeuzecheck. De volgende gronden zijn
in ieder geval legitiem om niet deel te nemen aan de verplicht gestelde studiekeuzecheck:
a. persoonlijke omstandigheden;
b. andere onderwijsverplichtingen.
13. De studiekeuzecheck kent de volgende procedure:
a. de aankomende student vult digitale vragenlijsten in met vragen over oriëntatie en
motivatie, taalvaardigheden, rekenvaardigheden, analytisch vermogen en
opleidingsspecifieke vragen;
b. vervolgens wordt de aankomende student uitgenodigd voor de studiestartbijeenkomst.
Tijdens deze bijeenkomst krijgt de aankomende student informatie over de opleiding, het
beroep en kritische succesfactoren om de opleiding goed te doorlopen;
c. uiterlijk 2 weken na de studiestartbijeenkomst of het intakegesprek ontvangt de
aankomende student een studieadvies.
Paragraaf 3 Opbouw van de opleiding
Artikel 3.1 Vorm van de opleiding
1. De opleiding wordt in de inrichtingsvormen voltijd en duaal1 verzorgd. Van een duale leerroute is
sprake indien een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als bedoeld in artikel 7.7 lid 5 van de
WHW.
2. N.v.t.
3. De opleiding wordt ook met de bijzondere eigenschap van versneld / verkort voor VWO’ers
verzorgd in de propedeutische fase van de voltijdse inrichtingsvorm (VWO-propedeuse
genoemd).
4. In bijlage 1 en 4 van deze regeling is onder punt 2 (doelgroep) van de nadere uitwerking van de
onderwijseenheden als bedoeld in de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1 bepaald welke
onderwijseenheden ten behoeve van welke inrichtingsvorm en bijzondere eigenschap worden
verzorgd.
Artikel 3.2 Indeling en examens van de opleiding
1. De opleiding kent een propedeutische en een postpropedeutische fase (ook hoofdfase
genoemd).
2. De opleiding kent drie oplopende niveaus van bekwaamheid: niveau 1, niveau 2 en niveau 3.
3. De propedeutische fase is het deel van de major dat is gericht op het verkrijgen van inzicht in de
inhoud van en de geschiktheid voor de opleiding en het beroep.
1
De inrichtingsvorm duaal wordt afgebouwd. Het onderwijs van de propedeuse en het tweede studiejaar wordt in 2014-2015
niet meer aangeboden.
6
4. De postpropedeutische fase is het gedeelte van de opleiding, dat volgt op de propedeutische
fase.
5. N.v.t.
6. N.v.t.
7. In bijlage 1 en 4 van deze regeling is onder punt 2 (doelgroep) van de nadere uitwerking van de
onderwijseenheden en de daarbij behorende tentamens als bedoeld in de leden 2 van de
artikelen 4.1 en 6.1 bepaald welke onderwijseenheden ten behoeve van welke fase en welk
niveau worden verzorgd.
8. In bijlage 2 en 5 van deze regeling is onder punt 2 (doelgroep) van de nadere uitwerking van de
integrale toetsen als bedoeld in de leden 4 van de artikelen 4.1 en 6.1 bepaald welke integrale
toetsen ten behoeve van welke fase en welk niveau worden verzorgd.
9. N.v.t.
10. Het geheel van de opleiding bestaat uit een major en een minor. De minor is een onderdeel van
de postpropedeutische fase.
11. In de opleiding worden de volgende examens afgelegd:
a) het propedeutische examen;
b) het afsluitend examen oftewel bachelorexamen.
Artikel 3.3 Major
1. De major is het deel van de opleiding dat is gericht op het verwerven van de benodigde
competenties voor de voorgeschreven beroepstaken van de startbekwame beroepsbeoefenaar
op HBO-bachelorniveau.
2. De voorgeschreven beroepstaken voor de startbekwame beroepsbeoefenaar op HBObachelorniveau zijn als zodanig beschreven in bijlage 1 en 4 van deze regeling onder punt 3
(beroepstaak/beroepstaken) van de gegevens per onderwijseenheid als bedoeld in de leden 2
van de artikelen 4.1 en 6.1.
Artikel 3.4 Minor
1. De minor is het deel van de postpropedeutische fase van de opleiding dat is gericht op het
verdiepen of verbreden van de benodigde competenties voor de voorgeschreven beroepstaken
van de startbekwame beroepsbeoefenaar op HBO-bachelorniveau.
2. De minor is een gecertificeerde HAN minor of een vrije minor.
3. De student die een minor gaat volgen dient hiervoor vooraf toestemming te vragen en te krijgen
van de examencommissie. De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student bij de aanvraag
tot toestemming en adviseert de examencommissie bij de beslissing op aanvraag.
4. Een vrije minor is een minor die een student:
a) bij een andere onderwijsinstelling volgt of;
b) heeft samengesteld uit onderdelen van minoren of andere onderwijseenheden bij
verschillende instituten van de HAN of een andere onderwijsinstelling.
5. De examencommissie beoordeelt ter toestemming of de minor past binnen het beroepsprofiel
van de opleiding, niet overlapt met de major, het juiste niveau heeft om verdiepend of
verbredend te zijn, of de kwaliteit van de toetsing en beoordeling in de minor voldoende naar de
standaard van de opleiding is geborgd en, in geval de vrije minor door de student is
samengesteld, of deze bestaat uit een onderling afdoende samenhangend geheel van
onderwijseenheden.
6. Toestemming door de examencommissie als bedoeld in de leden 3 en 5 van dit artikel houdt
tevens in dat de aan de minor verbonden examinatoren als zodanig zijn aangewezen als
examinator van de opleiding.
7. Onverkort het bepaalde in de vorige leden valt de ontwikkeling, verzorging en kwaliteitsborging
van de volgende gecertificeerde HAN minoren en de daartoe behorende onderwijseenheden
met de daarbij vermelde studielast onder de taakstelling en verantwoordelijkheid van de directie
en examencommissie van de opleiding:
a) Minor Ondernemen - MON (voltijd) en MON-DT (deeltijd)
I.
Van Idee naar Business – VIB (voltijd) en VID (deeltijd) (7,5 studiepunten)
II.
Business & Ondernemerschap - CBO (Voltijd) en CBD (deeltijd) (22,5 studiepunten)
7
b) Minor Ondernemen & Innovatie - INN (voltijd) en INN-DT (deeltijd)
I.
Van Idee naar Business - VIB (voltijd) en VID (deeltijd) (7,5 studiepunten)
II.
Business & Innovatie - BBI (voltijd) en BBD (deeltijd) (22,5 studiepunten)
c) Minor Adviseren – MA (voltijd)
I.
Adviseren Basis - MAB (7,5 studiepunten)
II.
Adviseren & Acquisitie – MAA (7,5 studiepunten)
III.
Adviseren Project - MAP (15 studiepunten)
8. Bijlage 8 van deze regeling bevat van de minoren bedoeld in het vorige lid de gegevens met
betrekking tot het onderwijs en de tentaminering. Artikel 6.1 lid 2 is hierbij van overeenkomstige
toepassing.
9. Aan onderwijseenheden als bedoeld in lid 7 en aan daarbij behorende tentamens als uitgewerkt
conform lid 8 worden gelijkgesteld de onderwijseenheden en tentamens van de minoren
verzorgd door de opleidingen in voorgaande studiejaren die als zodanig zijn opgenomen in
bijlage 9 van deze regeling.
Artikel 3.5 Studielast, studiepunten en studieduur
1. De studielast van een opleiding en een onderwijseenheid wordt uitgedrukt in studiepunten.
2. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studielast.
3. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten.
4. De propedeutische fase van de opleiding, die wordt afgesloten op niveau 1 heeft een studielast
van 60 studiepunten.
5. De postpropedeutische fase van de opleiding, omvattende de niveaus 2 en 3, heeft een
studielast van 180 studiepunten.
6. Het eerste deel van de postpropedeutische fase, dat wordt afgesloten op niveau 2, heeft los van
een eventuele minor op dit niveau, een studielast van 90 studiepunten.
7. Het tweede deel van de postpropedeutische fase, dat wordt afgesloten op niveau 3, heeft los
van een eventuele minor op dit niveau, een studielast van 60 studiepunten.
8. De major heeft een studielast van 210 studiepunten.
9. De minor, die wordt afgesloten op niveau 2 of 3, heeft een studielast van 30 studiepunten.
10. Een opleiding is zodanig ingericht dat een student in staat is het aantal studiepunten te behalen
waarop de studielast voor een studiejaar is gebaseerd.
11. N.v.t.
12. N.v.t.
13. De feitelijk geprogrammeerde studieduur van de programma’s met de bijzondere eigenschap,
van versneld als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 en van de verkorte programma’s als bedoeld in
artikel 7.9 lid 5 bedraagt 3,5 studiejaren.
Artikel 3.6 Studielast duale opleiding voor studenten die op of voor 1 februari 2011 zijn
gestart met de duale opleiding
1. De studielast van het onderwijsdeel van de duale opleiding dat als zodanig is beschreven in
bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 6 (studiepunten/studielast), 7 (samenhang), 9
(algemene omschrijving), 17 (activiteiten) en 18 (werkvormen) van de gegevens van de
onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 bedraagt 105 studiepunten.
2. De tijdsduur van de periode of de gezamenlijke tijdsduur van de perioden die tenminste in de
beroepsuitoefening wordt doorgebracht bedraagt minimaal 3200 uur, zijnde het totaal van de als
zodanig in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij punt 6 (studiepunten/studielast) beschreven
gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1.
3. De studielast van het deel van de opleiding dat wordt gevormd door beroepsuitoefening dat als
zodanig is beschreven in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 6
(studiepunten/studielast),7 (samenhang),9 (algemene omschrijving),17 (activiteiten), 18
(werkvormen) en 19 (les-/contacturen) van de gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld
in de artikelen 4.1 en 6.1 bedraagt 135 studiepunten.
Artikel 3.6a Studielast duale opleiding voor studenten die op of na 1 september 2011 zijn gestart met de duale opleiding in het eerste of tweede studiejaar
8
1.
2.
3.
De studielast van het onderwijsdeel van de duale opleiding dat als zodanig is beschreven in
bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 6 (Studiepunten/studielast), 7 (Samenhang), 9
(Algemene omschrijving), 17 (Activiteiten) en 18 (Werkvormen) van de gegevens van de
onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 bedraagt minimaal 160 en maximaal
165 studiepunten.
De tijdsduur van de periode of de gezamenlijke tijdsduur van de perioden die tenminste in de
beroepsuitoefening wordt doorgebracht bedraagt minimaal 3200 uur (20 uur per week), zijnde
het totaal van de als zodanig in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij punt 6
(Studiepunten/studielast) beschreven gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de
artikelen 4.1 en 6.1.
De studielast van het deel van de opleiding dat wordt gevormd door beroepsuitoefening dat als
zodanig is beschreven in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 6
(Studiepunten/studielast), 7 (Samenhang), 9 (Algemene omschrijving),17 (Activiteiten), 18
(Werkvormen) en 19 (Les-/contacturen) van de gegevens van de onderwijseenheden als
bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 bedraagt minimaal 75 en maximaal 80 studiepunten.
Artikel 3.7 Uitbreiding studielast
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3.5 heeft de student additioneel de mogelijkheid zich te
verbreden en/of te verdiepen door meer dan 240 studiepunten voor zijn opleiding te behalen. Dit
is mogelijk door:
a. een of meer extra minoren te volgen,
b. een of meer extra onderwijseenheden te volgen en/of
c. n.v.t.
2. In alle bovengenoemde gevallen dient de student vooraf toestemming te vragen aan en te
krijgen van de examencommissie. De examencommissie beoordeelt of de in lid 1 sub a, b of c
bedoelde minoren en onderwijseenheden passen binnen het beroepsprofiel van de opleiding,
niet overlappen met de opleiding, het juiste niveau hebben om verdiepend of verbredend te zijn,
of de kwaliteit van de toetsing en beoordeling voldoende naar de standaard van de opleiding is
geborgd en, in geval het een vrije minor betreft die door de student is samengesteld of deze
bestaat uit een onderling afdoende samenhangend geheel van onderwijseenheden.
3. N.v.t.
4. Voor het volgen van een uitbreiding zoals bedoeld in lid 1 kan slechts toestemming worden
verleend indien de student geen studievertraging heeft opgelopen en de feitelijke studieduur van
de opleiding voor deze student naar verwachting vanwege de uitbreiding met niet meer dan zes
maanden de regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding zal overschrijden.
Artikel 3.8 Beroepstaken, onderwijseenheden en competenties
1. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden.
2. In de opleiding worden beroepstaken geleerd die een startbekwame beroepsbeoefenaar moet
kunnen uitvoeren. Een of meer van deze beroepstaken zijn gerelateerd aan onderwijseenheden.
3. De inhoud van een onderwijseenheid richt zich op een aantal samenhangende competenties.
4. Een onderwijseenheid heeft een studielast van 7,5 studiepunten of een veelvoud daarvan. In het
belang van de kwaliteit van het onderwijs kan een onderwijseenheid een studielast van 2,5
studiepunten of een veelvoud daarvan omvatten.
9
Paragraaf 4 Propedeutische fase van de opleiding
Artikel 4.1 Samenstelling propedeutische fase
1. De propedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 en per
programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 de volgende
onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast:
A. Voltijd
Voltijd
Propedeuse
Niveau 1
A-cluster
Marketing 1 - AMM1
5 studiepunten
Marketingcommunicatie en Online
Business 1 - AMM2
5 studiepunten
Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2 - ABO1 2,5 studiepunten
B-cluster
Marketing 2 - BMO1
5 studiepunten
Marketingcommunicatie 2 – BMO2
2,5 studiepunten
Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 - ABO2
2,5 studiepunten
De professional - ADP1
7,5 studiepunten
Organisatie, Personeel, Management &
Ethiek - BPO
2,5 studiepunten
Recht – BRE
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2ATC1
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Engels 1 en 2 ATC2
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Duits 1 en 2 ATC3
2,5 studiepunten
Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO
7,5 studiepunten
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie BAE
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4 BTC1
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Engels 3 en 4 - BTC2
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Duits 3 en 4 - BTC3
2,5 studiepunten
10
B. VWO-propedeuse – versneld/verkort voor VWO’ers (voltijd)
Versneld /
Periode 1
Periode 2
verkort voor
VWO’ers
(VT)
Propedeuse
Marketing 1 – AVM1
Niveau 1
7,5 studiepunten
Marketing 2 – AVM2
7,5 studiepunten
Marketingcommunicatie 1 – AVM3
7,5 studiepunten
Business – AVB
7,5 studiepunten
Talen – AVT
0 studiepunten
Taal en cultuur V1 – VST1
7,5 studiepunten vrijstelling
Taal en cultuur V2 – VST2
7,5 studiepunten vrijstelling
Periode 3
Periode 4
of
Taal en Cultuur versneld Duits – VTC1
7,5 studiepunten
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie - BAE
2,5 studiepunten
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek- BPO 2,5
studiepunten
Recht - BRE
2,5 studiepunten
Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO
7,5 studiepunten
1 Indien geen vrijstelling wordt verkregen voor VST2, dan moet de onderwijseenheid VTC gevolgd
worden in periode 1 en 2.
C. Duaal2
N.v.t.
2.
Bijlage 1 van deze regeling bevat van alle onderwijseenheden als bedoeld in het vorige lid het
overzicht van de volgende gegevens met betrekking tot het onderwijs en de tentaminering:
1. Opleiding
2. Doelgroep
3. Beroepstaak/beroepstaken
4. Centrale beroepstaak
5. Beroepsproducten
6. Studiepunten/studielast
7. Samenhang
8. Ingangseisen m.b.t. tentamens
9. Algemene omschrijving
10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
2
De inrichtingsvorm duaal wordt afgebouwd. Het onderwijs en de (deel)tentamens van de propedeuse worden in 2014-2015
niet meer aangeboden.
11
12. Tentaminering
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen literatuur
15. Software
16. Overig materiaal
17. Activiteiten
18. Werkvormen
19. Les-/contacturen
20. Onderwijsperiode
21. Maximum aantal deelnemers.
3. In de propedeutische fase vindt een maal een integrale toets plaats als bedoeld in artikel 7.1 lid
2.
4. Bijlage 2 van deze regeling bevat van de integrale toets van de propedeutische fase het
overzicht van de volgende gegevens:
1. Opleiding
2. Doelgroep
3. Beroepstaken
4. (Beroeps)producten
5. Studiepunten en/of samenvalt met reguliere tentamens
6. Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens
7. Ingangseisen
8. Algemene omschrijving
9. Competenties
10. Beoordelingscriteria
11. Integrale toetskenmerken en –vormen
12. Verplicht en aanbevolen materiaal
13. Onderwijsperiode.
5. Aan onderwijseenheden als bedoeld in lid 1, aan daarbij behorende tentamens als uitgewerkt
conform lid 2 en aan integrale toetsen als uitgewerkt conform lid 4 worden gelijkgesteld de
onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen uit voorgaande studiejaren van de
opleidingen die als zodanig zijn opgenomen in bijlage 3 en bijlage 12 van deze regeling.
Paragraaf 5 Studieadvies in de propedeutische fase van de opleiding
Artikel 5.1 Studieadvies propedeutische fase
1. Uiterlijk aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase van de
opleiding ontvangt iedere student van de instituutsdirecteur een schriftelijk studieadvies over de
voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding.
2. N.v.t.
3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan aan de student een studieadvies uitgebracht worden
zolang hij het propedeutisch examen nog niet met goed gevolg heeft afgelegd.
4. Het studieadvies als bedoeld in lid 1, 2 en 3 is positief of negatief.
Artikel 5.2 Voorlopig studieadvies in het eerste jaar van inschrijving
1. In het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding, zo mogelijk
vooreerst aan het eind van de vijfde maand van inschrijving en indien nodig volgend op een
eerder gegeven studieadvies, ontvangt iedere student met op dat moment dusdanig
onvoldoende studieresultaten dat een succesvolle studievoortgang niet waarschijnlijk is van de
instituutsdirecteur als waarschuwing schriftelijk een voorlopig negatief studieadvies.
2. Tot het uitbrengen van een voorlopig negatief studieadvies zoals bedoeld in lid 1 wordt
overgegaan indien de student:
a. aan het einde van de tweede onderwijsperiode niet ten minste 22,5 of
b. aan het einde van de derde onderwijsperiode niet ten minste 30 of
c. aan het einde van het eerste jaar van inschrijving en/of niet ten minste 45
12
van de conform het toetsprogramma als volgend uit artikel 4.1 te behalen studiepunten heeft
behaald.
2a. In afwijking van lid 2 geldt bij het uitbrengen van een voorlopig negatief studieadvies zoals
bedoeld in lid 1 voor studenten die in februari gestart zijn met de opleiding de regeling zoals
opgenomen in bijlage 3a.
3. N.v.t.
4. Tot het uitbrengen van een voorlopig positief studieadvies wordt overgegaan indien de student
aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding
45 studiepunten of meer uit het toetsprogramma als volgend uit artikel 4.1, maar nog niet het
propedeutisch examen, heeft behaald.
Artikel 5.3 Definitief studieadvies in het eerste jaar van inschrijving
1. Tot het uitbrengen van een negatief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van
inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding wordt overgegaan indien de student
niet ten minste 45 van de conform het toetsprogramma als volgend uit artikel 4.1 te behalen
studiepunten heeft behaald tenzij vanwege inachtneming van de persoonlijke omstandigheden
van de student door de instituutsdirecteur, onder door de instituutsdirecteur te stellen
voorwaarden, hiervan wordt afgezien.
1a. In afwijking van lid 1 geldt voor studenten die in februari gestart zijn met de opleiding de regeling
zoals opgenomen in bijlage 3a.
2. Aan een negatief studieadvies is een bindende afwijzing voor onbepaalde tijd verbonden (het
bindend negatief studieadvies) mits het uitbrengen van een voorlopig advies als bedoeld in
artikel 5.2 daadwerkelijk en minimaal 40 werkdagen aan het negatief studieadvies is
voorafgegaan. Bij het bepalen van de termijn van minimaal 40 werkdagen moet rekening
gehouden worden met de onderwijsvrije dagen conform het vigerende HAN-jaarrooster.
3. N.v.t.
4. N.v.t.
5. Tot het uitbrengen van een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van
inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding wordt overgegaan indien de student
het propedeutisch examen heeft behaald.
Artikel 5.4 Voorlopig Studieadvies na het eerste jaar van inschrijving
1. Gaandeweg het tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding
ontvangt iedere student met op enig moment dusdanig onvoldoende studieresultaten dat een
succesvolle studievoortgang niet waarschijnlijk is en aan wie nog niet eerder een voorlopig
negatief advies is uitgebracht van de instituutsdirecteur als waarschuwing schriftelijk een
voorlopig negatief studieadvies.
2. N.v.t.
3. Tot het uitbrengen van een voorlopig negatief studieadvies als bedoeld in lid 1 wordt overgegaan
indien de student niet alle na het eerste jaar van inschrijving resterende op dat moment volgens
het toetsprogramma als volgend uit artikel 4.1 te behalen studiepunten vanwege met goed
gevolg afgelegde tentamens en integrale toetsen heeft behaald.
4. De leden 1, 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op studenten die voor een derde jaar
voor de propedeutische fase van de opleiding zijn ingeschreven omdat zij nog geen bindend
negatief studieadvies kregen.
Artikel 5.5 Definitief studieadvies na het eerste jaar van inschrijving
1. Tot het uitbrengen van een negatief studieadvies na het eerste jaar van inschrijving voor de
propedeutische fase van de opleiding wordt overgegaan indien de student aan het einde van het
tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding het propedeutisch
examen niet heeft gehaald tenzij vanwege inachtneming van de persoonlijke omstandigheden
van de student door de instituutsdirecteur, onder door de instituutsdirecteur te stellen
voorwaarden, hiervan wordt afgezien.
13
1a. In afwijking van lid 1 geldt bij het uitbrengen van een negatief studieadvies zoals bedoeld in lid 1
voor studenten die in februari gestart zijn met de opleiding de regeling zoals opgenomen in
bijlage 3a.
2. Aan het negatief studieadvies zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel is een bindende afwijzing voor
onbepaalde tijd verbonden (het bindend negatief studieadvies) mits het uitbrengen van een
voorlopig advies als bedoeld in artikel 5.2 of 5.4 daadwerkelijk en minimaal 40 werkdagen aan
het negatief studieadvies is voorafgegaan. Bij het bepalen van de termijn van minimaal 40
werkdagen moet rekening gehouden worden met de onderwijsvrije dagen conform het vigerende
HAN-jaarrooster.
3. N.v.t.
4. N.v.t.
5. De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op studenten die voor een derde
jaar voor de propedeutische fase van de opleiding zijn ingeschreven omdat zij nog geen bindend
negatief studieadvies kregen.
6. Tot het uitbrengen van een positief studieadvies na het eerste jaar van inschrijving voor de
propedeutische fase van de opleiding wordt overgegaan indien de student het propedeutisch
examen heeft behaald.
Artikel 5.6 Persoonlijke omstandigheden
1. Onder persoonlijke omstandigheden als bedoeld in de leden 1 van de artikelen 5.3 en 5.5 wordt
uitsluitend verstaan:
a) ziekte van de student;
b) lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student;
c) zwangerschap van de studente;
d) bijzondere familieomstandigheden;
e) lidmaatschap van medezeggenschapsraad, deelraad, studentencommissie of
opleidingscommissie;
f) het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met
volledige rechtsbevoegdheid, dan wel een vergelijkbare organisatie van enige omvang, bij
wie de behartiging van het algemeen maatschappelijk belang op de voorgrond staat en die
daartoe daadwerkelijk activiteiten ontplooit.
2. Zodra één of meer persoonlijke omstandigheden als bedoeld in het vorige lid zich voordoen, stelt
de student zijn senior studieloopbaanbegeleider onverwijld hiervan in kennis.
3. Indien er sprake is van persoonlijke omstandigheden dan kan de instituutsdirecteur in afwijking
van de artikelen 5.3 en 5.5 separate besluiten nemen waarbij in ieder geval wordt besloten
binnen welke termijn de student aan de gestelde eisen zoals bedoeld in artikel 5.3 en 5.5 moet
voldoen.
Artikel 5.7 Het recht gehoord te worden
Voordat een negatief studieadvies waaraan een bindende afwijzing voor onbepaalde tijd is
verbonden als bedoeld in de leden 2 van de artikelen 5.3 en 5.5 wordt uitgebracht, wordt de
betreffende student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.
Paragraaf 6 Postpropedeutische fase van de opleiding
Artikel 6.1 Samenstelling postpropedeutische fase
1. De postpropedeutische fase van de opleiding omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel
3.1 lid 1 en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 de
volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast en niveau:
OWE-beschrijvingen Hoofdfase Voltijd
A. Voltijd en B. versneld / verkort voor VWO’ers (voltijd)
14
Voor studenten die per 1 februari 2011 zijn gestart met de hoofdfase (de vetgedrukte
onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige
onderwijseenheden worden niet meer aangeboden)
Jaar 2
C-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
15 studiepunten
Ondernemersvaardigheden
(CVO)
7,5 studiepunten
Jaar 3
Jaar 4
Taal & Cultuur 3 (TSB3)
7,5 studiepunten
E-cluster Niveau 2
Stage (EST)
30 studiepunten
G-cluster Niveau 2 of 3
Minor
30 studiepunten
D-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
7,5 studiepunten
Retail (DRB)
15 studiepunten
Internationale Communicatie
(IE/ID)
7,5 studiepunten
F-cluster Niveau 3
Bedrijfsopvolging (FBO)
15 studiepunten
Project Internationalisering (FPI)
15 studiepunten
H-cluster Niveau 3
Afstuderen (HAO)
30 studiepunten
stp
60
60
60
Voor studenten die per 1 september 2011, 1 februari 2012 of 1 september 2012 zijn gestart met
de hoofdfase. (De vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015
aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden)
Voor studenten die per 1 februari 2013 zijn gestart met de hoofdfase. (de vetgedrukte
Jaar 2
C-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
22,5 studiepunten
stp
60
D-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
7,5 studiepunten
Retail (DRB)
15 studiepunten
Jaar 3
Taal & Cultuur 3 (TSB3)
7,5 studiepunten
E-cluster Niveau 2
Stage (EST)
30 studiepunten
Taal & Cultuur 4 (TSB4)
7,5 studiepunten
F-cluster Niveau 2 of 3
Minor
30 studiepunten
60
Jaar 4
G-cluster Niveau 3
H-cluster Niveau 3
Internationaal
Afstuderen (HAO)
Entrepreneurship (GIE)
30 studiepunten
30 studiepunten
onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige
onderwijseenheden worden niet meer aangeboden)
Jaar 2
C-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
22,5 studiepunten
D-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
7,5 studiepunten
60
stp
60
15
Retail (DRL)
15 studiepunten
Jaar 3
Jaar 4
Taal & Cultuur 3 (TSB3)
7,5 studiepunten
E-cluster Niveau 2
Stage (EST)
30 studiepunten
G-cluster Niveau 3
Internationaal
Entrepreneurship (GIE)
30 studiepunten
Taal & Cultuur 4 (TSB4)
7,5 studiepunten
F-cluster Niveau 2 of 3
Minor
30 studiepunten
60
H-cluster Niveau 3
Afstuderen (HAO)
30 studiepunten
60
Voor studenten die per 1 september 2013 zijn gestart met de hoofdfase (de vetgedrukte
onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige
onderwijseenheden worden niet meer aangeboden
OWE-
Jaar 2
C-cluster Niveau 2
Eigen Onderneming (CEO)
22,5 studiepunten
stp
60
D-cluster Niveau 2
Eigen Onderneming (DEO)
7,5 studiepunten
Retail (DRL)
15 studiepunten
Jaar 3
Taal & Cultuur 3 (TSB3)
7,5 studiepunten
E-cluster Niveau 2
Stage (EST)
30 studiepunten
Jaar 4
G-cluster Niveau 3
Internationaal
Entrepreneurship (GIE)
30 studiepunten
beschrijvingen Hoofdfase Duaal
Taal & Cultuur 4 (TSB4)
7,5 studiepunten
F-cluster Niveau 2 of 3
Minor
30 studiepunten
60
H-cluster Niveau 3
Afstudeeropdracht (HAO)
30 studiepunten
60
C. Duaal (de vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden
voor het betreffende cohort)3
Instroomcohort september 2012
Jaar 2
C-cluster niveau 2
Student Company (CSD)
15 stp.
Nederlands+Engels 5 en 6
(CDT) 5 stp.
D-cluster niveau 2
Student Company (CSD)
7,5 stp.
Retail +Nederlands (DRT)
15 stp.
Engels 7 en 8 (TOD4) 2,5 stp.
stp
60
3
De inrichtingsvorm duaal wordt afgebouwd. Het onderwijs van het tweede studiejaar wordt in 2014-2015 niet meer aangeboden. (Deel)tentamens uit het tweede studiejaar worden wel aangeboden. Het tweede jaar bestaat uit de genoemde onderwijseenheden. Voor beschrijving hiervan wordt verwezen naar de OER SBRM 2013-2014.
16
Jaar 3
Jaar 4
Beroepsuitoefeningsdeel 3
(CDB) 7,5 stp.
E-cluster niveau 2
Sales Buitendienst (CBTD) 7,5
stp.
Accountmanagement (CAMD)
7,5 stp.
Adviseren basis (CVOD) 7,5
stp.
Beroepsuitoefeningdeel 5
(EDB) 7,5 stp.
G-cluster niveau 2 of 3
Minor 30 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 4 (DDB)
7,5 stp.
F-cluster niveau 3
Project Bedrijfsopvolging
(FBOU) 7,5 stp.
Project Internationalisering
(FPI) 15 stp.
Beroepsuitoefeningdeel 6
(FDB) 7,5 stp.
H-cluster niveau 3
Afstudeeropdracht (HAO) 30 stp.
60
60
Instroomcohort september 2011
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
C-cluster niveau 2
Student Company (CSD)
15 stp.
Nederlands+Engels 5 en 6
(CDT) 5 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 3
(CDB) 7,5 stp.
E-cluster niveau 2
Sales Buitendienst (CBTD) 7,5
stp.
Accountmanagement (CAMD)
7,5 stp.
Adviseren basis (CVOD) 7,5 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 5
(EDB) 7,5 stp.
G-cluster niveau 2 of 3
Minor 30 stp.
D-cluster niveau 2
Student Company (CSD)
7,5 stp.
Retail +Nederlands (DRT) 15 stp.
Engels 7 en 8 (TOD4) 2,5 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 4 (DDB)
7,5 stp.
F-cluster niveau 3
Bedrijfsopvolging
(FBOU) 7,5 stp.
Internationaliseringsproject
(FPI) 15 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 6 (FDB)
7,5 stp.
H-cluster niveau 3
Afstudeeropdracht (HAO) 30
stp.
stp
60
60
60
Instroomcohort februari 2011
Jaar 2
C-cluster niveau 2
Externe communicatie (DEC) 15
stp.
Engels 1 (IE1) 3,75 stp.
Duits 1 (ID1) 3,75 stp.
Jaar 3
Praktijkvaardigheden (DU1) 7,5
stp.
E-cluster niveau 2
Student Company (CSD) 7,5
stp.
Retail +Nederlands (DRT) 15
stp.
D-cluster niveau 2
stp
60
Student Company (CSD) 15 stp.
Engels 2 en Duits 2 (IE2/ID2) 7,5
stp.
Praktijkvaardigheden (CU1) 7,5
stp.
F-cluster niveau 2 of 3
Minor 30 stp.
60
17
Jaar 4
Praktijkvaardigheden (EU1) 7,5
stp.
G-cluster niveau 3
Bedrijfsopvolging
(FBOU) 7,5 stp.
Internationaliseringsproject
(FPI) 15 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 6
(FDB) 7,5 stp.
H-cluster niveau 3
Afstudeeropdracht (HAO) 30
stp.
60
18
Bijlage 4 van deze regeling bevat van alle onderwijseenheden als bedoeld in het vorige lid het
overzicht van de volgende gegevens met betrekking tot het onderwijs en de tentaminering:
1. Opleiding
2. Doelgroep
3. Beroepstaak/beroepstaken
4. Centrale beroepstaak
5. Beroepsproducten
6. Studiepunten/studielast
7. Samenhang
8. Ingangseisen m.b.t. tentamens
9. Algemene omschrijving
10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
12. Tentaminering
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen literatuur
15. Software
16. Overig materiaal
17. Activiteiten
18. Werkvormen
19. Les-/Contacturen
20. Onderwijsperiode
21. Maximum aantal deelnemers.
3. In de postpropedeutische fase vindt twee maal een integrale toets plaats als bedoeld in artikel
7.1 lid 2.
4. Bijlage 5 van deze regeling bevat van de integrale toetsen van de postpropedeutische fase het
overzicht van de volgende gegevens:
1. Opleiding
2. Doelgroep
3. Beroepstaken
4. (Beroeps)producten
5. Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens
6. Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens
7. Ingangseisen
8. Algemene omschrijving
9. Competenties
10. Beoordelingscriteria
11. Integrale toetskenmerken en –vormen
12. Verplicht en aanbevolen materiaal
13. Onderwijsperiode.
5. Aan onderwijseenheden als bedoeld in lid 1, aan daarbij behorende tentamens als uitgewerkt
conform lid 2 en aan integrale toetsen als uitgewerkt conform lid 4 worden gelijkgesteld de
onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen uit voorgaande studiejaren van de
opleidingen die als zodanig zijn opgenomen in bijlage 6 en bijlage 12 van deze regeling.
6. N.v.t.
2.
19
Paragraaf 7 Tentamens, integrale toetsen en examens van de opleiding
Artikel 7.1 (Deel)tentamen en integrale (deel)toets
1. Een tentamen is een onderzoek naar de competenties van de student, zijnde de kennis, het
inzicht, de vaardigheden en attitude in samenhang met elkaar, die behoren bij een
onderwijseenheid. Het tentamen omvat mede de beoordeling van de uitkomsten van dat
onderzoek.
2. Een integrale toets is een onderzoek naar de competenties van de student, zijnde de kennis, het
inzicht, de vaardigheden en attitude in samenhang met elkaar, die behoren bij het
beroepshandelen waarin een of meer beroepstaken een rol spelen. De integrale toets omvat
mede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek.
3. Aan iedere onderwijseenheid is een tentamen verbonden. Een tentamen kan bestaan uit
deeltentamens. Het tentamen is behaald als het met goed gevolg is afgelegd, respectievelijk alle
daartoe behorende deeltentamens met goed gevolg zijn afgelegd, tenzij in bijlage 1 en 4 van
deze regeling in de beschrijving van de onderwijseenheid waartoe het betreffende tentamen
behoort bij punt 12 (tentaminering) een compensatieregeling is opgenomen met betrekking tot
de resultaten van de deeltentamens.
4. Op ieder niveau als bedoeld in artikel 3.2 lid 2 wordt met betrekking tot een of meer
beroepstaken een integrale toets afgenomen.
5. Een integrale toets is aan een of meerdere onderwijseenheden verbonden, tenzij de integrale
toets vanwege een daartoe strekkend besluit van de examencommissie door haar zelf wordt
afgenomen als bedoeld in artikel 7.10 lid 2 WHW. Een integrale toets kan bestaan uit
deeltoetsen. De integrale toets is behaald als deze met goed gevolg is afgelegd, respectievelijk
alle daartoe behorende deeltoetsen met goed gevolg zijn afgelegd.
6. Het volledige toetsprogramma van de opleiding in tentamens en integrale toetsen, inclusief de
integrale toetsen die door de examencommissie zelf worden afgenomen, is qua inhoud, vorm en
samenhang beschreven in de bijlagen 1, 2, 4 en 5 van deze regeling behorende bij de leden 2
en 4 van de artikelen 4.1 en 6.1.
7. In het toetsprogramma als bedoeld in het vorige lid is vastgelegd of en in hoeverre een of
meerdere (deel)tentamens als bedoeld in de leden 1 en 3 en/of en in hoeverre een of twee
onderzoeken van de examencommissie als bedoeld in artikel 7.10 lid 2 WHW gelden als een of
meerdere integrale (deel)toetsen.
8. De examinator drukt de kwalificatie van een tentamen of een integrale toets uit in een cijfer.
9. Indien een tentamen of integrale toets bestaat uit deeltentamens respectievelijk deeltoetsen
kunnen de kwalificaties van deze deeltentamens respectievelijk deeltoetsen zowel worden
uitgedrukt in een cijfer als in de kwalificatie ‘voldaan’ of ‘niet voldaan’.
10. De kwalificatie van een tentamen, niet zijnde een deeltentamen, of integrale toets, niet zijnde
een deeltoets, wordt uitgedrukt in een van de volgende cijfers: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10. Een
6 of hoger betekent dat de kandidaat voor het tentamen of voor de integrale toets is geslaagd;
een 5 of lager betekent dat de kandidaat voor het tentamen of integrale toets niet is geslaagd.
11. Cijfers met de decimaal …,1; …,2; …,3; …,4 worden tot hele cijfers afgerond naar beneden.
Cijfers met de decimaal …,5…,6; …,7; …,8; …,9 worden tot hele cijfers afgerond naar boven.
Een cijfer voor een deeltentamen of deeltoets wordt niet afgerond tot een heel cijfer, maar tot
een cijfer met 1 decimaal. Cijfers met de tweede decimaal …,.1; …,.2; …,.3; …,.4 worden tot 1
decimaal afgerond naar beneden. Cijfers met de tweede decimaal …,.5…,.6; …,.7; …,.8; …,.9
worden tot 1 decimaal afgerond naar boven.
12. De laatst behaalde kwalificatie voor een (deel)tentamen of een integrale (deel)toets geldt als
definitieve kwalificatie.
13. Indien de student een voldoende heeft behaald voor een (deel)tentamen of een integrale
(deel)toets, mag hij niet meer deelnemen aan hetzelfde (deel)tentamen of dezelfde integrale
(deel)toets.
14. In afwijking van lid 8 en lid 10 kan in de volgende gevallen in plaats van een cijfer de kwalificatie
voldaan/niet voldaan worden gegeven:
a. indien het gaat om een met goed gevolg afgelegd tentamen betrekking hebbend op een
vrije minor behaald bij een buitenlandse onderwijsinstelling waarbij het niet mogelijk is om
20
de daar behaalde kwalificatie om te zetten in een kwalificatie zoals bedoeld in lid 8 en lid
10.
b. indien het gaat om een met goed gevolg afgelegd tentamen betrekking hebbend op een
vrije minor behaald bij een andere Nederlandse onderwijsinstelling waarbij het niet mogelijk
is om de daar behaalde kwalificatie om te zetten in een kwalificatie zoals bedoeld in lid 8
en lid 10.
15. Indien de student het bachelorexamen met genoegen of cum laude kan behalen en dit predicaat
op zijn getuigschrift opgenomen wenst te hebben, dan is lid 14 van dit artikel niet van
toepassing. De student dient dan een individuele beoordeling welke zal leiden tot een cijfer zoals
bedoeld in lid 8 en lid 10 van dit artikel voor het desbetreffende tentamen aan te vragen bij de
examencommissie.
Artikel 7.2 Volgorde (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen
1. Voor deelname aan tentamens en integrale toetsen van de postpropedeutische fase geldt als eis
het bezit van het propedeutisch getuigschrift van de opleiding van de HAN of van een andere
instelling voor hoger onderwijs of het bezit van een door de instituutsdirecteur verleende
vrijstelling daarvan.
2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de examencommissie op verzoek van de
student toestemming verlenen tot het afleggen van tentamens en integrale toetsen van de
postpropedeutische fase nog voordat het propedeutisch examen is behaald. Richtlijnen hiervoor
zijn opgenomen in bijlage 6a.
3. Indien dit in de bijlagen als bedoeld bij de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 8
(ingangseisen) van een onderwijseenheid wordt bepaald, is het met goed gevolg afgelegd
hebben van een of meer benoemde tentamens en/of integrale toetsen een voorwaarde voor het
mogen afleggen van het aan die onderwijseenheid verbonden tentamen.
4. Indien dit in de bijlagen als bedoeld bij de leden 4 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 7
(ingangseisen) van een integrale toets wordt bepaald, is het met goed gevolg afgelegd hebben
van een of meer tentamens en/of integrale toetsen een voorwaarde voor het mogen afleggen
van de desbetreffende integrale toets.
Artikel 7.2a Onderwijseenheden met een aanwezigheidsverplichting
1. Indien dit in de bijlagen als bedoeld in artikel 4.1 lid 2 en artikel 6.1 lid 2 bij de punten 8
(ingangseisen), 11 (beoordelingscriteria) en/of 12 (tentaminering) van een onderwijseenheid
wordt bepaald, dient de student deelgenomen te hebben aan (onderdelen van) het onderwijs
binnen die onderwijseenheid om toegelaten te kunnen worden tot het afleggen van een
(deel)tentamen of een integrale (deel)toets in die onderwijseenheid.
2. De examencommissie kan op verzoek van de student vrijstelling van de in lid 1 bedoelde
verplichting verlenen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen.
Artikel 7.3 Frequentie van de (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen
1. De opleiding stelt de student in de gelegenheid 2 keer per studiejaar een (deel)tentamen in een
onderwijseenheid af te leggen.
2. De opleiding stelt de student in de gelegenheid minimaal 1 keer en maximaal 2 keer per
studiejaar een integrale (deel)toets af te leggen.
3. In afwijking van het eerste en tweede lid alsook van artikel 7.1 lid 13 kan de examencommissie
beslissen dat de student een extra gelegenheid heeft tot het afleggen van een (deel)tentamen of
integrale (deel)toets. Daartoe dient de examencommissie tijdig een schriftelijk en met redenen
omkleed verzoek van de student te ontvangen. De examencommissie draagt er zorg voor dat de
betreffende examinatoren en student tijdig en schriftelijk geïnformeerd worden over haar besluit.
Artikel 7.4 Vorm van de (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen
1. De (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen worden in de vormen afgelegd als bepaald in de
bijlagen van deze regeling als bedoeld bij de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 12
(tentaminering) en bij de leden 4 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 11 (integrale
21
toetskenmerken en -vormen), behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in
bijzondere gevallen anders te bepalen.
2. De opleiding hanteert de volgende vormen voor (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen
a. Schriftelijk tentamen (open/gesloten/meerkeuze/casus)
b. Practicum / vaardigheidstoets / computer test
c. Luistertoets
d. Mondeling tentamen
e. Inleveropdracht / beroepsproduct
f. Presentatie
g. Project
h. Portfolio
i. Continuous assessment, peerassessment en/of participatie
j. Anders
Artikel 7.4a Leerwegonafhankelijke (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen
1. De student die op basis van eerder met goed gevolg afgelegde (deel)tentamens of examens in
het hoger onderwijs en/of ander bewijs van competentieverwerving onvoldoende bewijs heeft
voor het verkrijgen van vrijstellingen voor tentamens maar niettemin beschikt over de
competenties voor beroepstaken behorende bij een of meer onderwijseenheden, alsook de
student die daar voldoende bewijs voor heeft maar geen regulier tentamen wenst te doen, kan
de examencommissie verzoeken om in aanmerking te komen voor leerwegonafhankelijke
(deel)tentamens en/of integrale (deel)toetsen.
2. Leerwegonafhankelijke (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen kunnen bij de start van de
opleiding of tijdens de opleiding worden afgelegd zonder gebruik te hebben gemaakt van de
door de opleiding aangeboden onderwijseenheden waaraan deze tentamens regulier verbonden
zijn respectievelijk waarin inzicht in samenhang tussen de desbetreffende beroepstaken geleerd
wordt.
3. Na beoordeling van het door de student ingediende verzoek als bedoeld in lid 1 en het
bijbehorende bewijsmateriaal neemt de examencommissie daartoe een gemotiveerd besluit. Dit
besluit deelt zij vervolgens binnen 20 werkdagen na indiening van het verzoek mee aan de
betreffende student en de overige direct bij uitvoering van het besluit betrokken medewerkers.
4. In het besluit als bedoeld in het vorige lid worden tevens de examinatoren aangewezen en de
toetsvormen bepaald en/of wordt bepaald dat deze (deel)tentamens en/of integrale (deel)toetsen
leerwegonafhankelijk volgens het reguliere toetsprogramma worden afgelegd.
Artikel 7.5 Het afleggen van (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen door studenten met
handicap of chronische ziekte
De examencommissie stelt de student met een handicap of chronische ziekte op diens verzoek in de
gelegenheid (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen af te leggen op een wijze die is aangepast
aan zijn functiebeperking(en), een en ander conform wat is bepaald in het instellingsspecifiek deel
van het studentenstatuut.
Artikel 7.6 Openbaarheid mondelinge (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen
1. Mondelinge (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen zijn in beginsel openbaar.
2. De examencommissie kan in bijzondere gevallen de openbaarheid begrenzen of niet toestaan.
Artikel 7.7 Bekendmaking uitslag tentamen en uitslag integrale toets
1. De uitslag van een mondeling (deel)tentamen of een mondelinge integrale (deel)toets wordt zo
spoedig mogelijk bekend gemaakt aan de student, doch uiterlijk binnen 10 werkdagen.
2. De examinator stelt de uitslag van een niet mondeling afgenomen (deel)tentamen of een niet
mondeling afgenomen integrale (deel)toets vast en draagt zorg voor de invoering in het
studentinformatiesysteem van de HAN binnen 15 werkdagen na de dag waarop het
(deel)tentamen of de integrale (deel)toets is afgelegd, doch ten minste 1 werkdag voordat de
inzage plaatsvindt.
22
3. Op verzoek van de student deelt de examinator hem de uitslag van het (deel)tentamen of de
uitslag van de integrale (deel)toets schriftelijk mee.
Artikel 7.8 Inzagerecht
De student kan binnen 20 werkdagen na de datum waarop hem de uitslag van het schriftelijke
(deel)tentamen, respectievelijk de schriftelijke integrale (deel)toets bekend is gemaakt, inzage
krijgen in zijn beoordeeld werk, vragen en opdrachten en de normen aan de hand waarvan de
beoordeling heeft plaatsgevonden.
Artikel 7.9 Vrijstelling van (deel)tentamens en integrale (deel) toetsen
1. De student die op basis van eerder met goed gevolg afgelegde (deel)tentamens of examens in
het hoger onderwijs en/of ander bewijs van competentieverwerving aantoonbaar de
competenties voor beroepstaken behorende bij een of meer onderwijseenheden beheerst, kan
de examencommissie een verzoek doen tot verlening van vrijstelling van het afleggen van een of
meerdere (deel)tentamens en/of integrale (deel)toetsen betrekking hebbend op de
onderwijseenheid of onderwijseenheden waarin deze competenties en beroepstaken geleerd
worden.
2. Na beoordeling van het door de student ingediende verzoek en het bijbehorende bewijsmateriaal
neemt de examencommissie daartoe een gemotiveerd besluit. Dit besluit deelt zij vervolgens
binnen 20 werkdagen na indiening van het verzoek mee aan de betreffende student en overige
direct bij het besluit betrokken medewerkers.
3. De gronden voor het besluit tot het verlenen van vrijstelling kunnen zijn gelegen in eerder
afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, in officiële rapportages Erkenning
Verworven Competenties (EVC) en in overige in en buiten het onderwijs opgedane kennis en
vaardigheden. Bij de beoordeling van het verzoek als bedoeld in lid 1 hanteert de
examencommissie de beoordelingscriteria die volgen uit en zijn vastgelegd in bijlage 1 en 4 van
deze regeling bij de punten 3 (beroepstaak/beroepstaken), 4 (centrale beroepstaak), 5
(beroepsproducten), 10 (competenties), 11 (beoordelingscriteria) en 12 (tentaminering) en in
bijlage 2 en 5 van deze regeling bij de punten 3 (beroepstaken), 4 (beroepsproducten), 9
(competenties), 10 (beoordelingscriteria) en 11 (integrale toetskenmerken en -vormen) van de
gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 ten behoeve van de
(deel)tentamens respectievelijk integrale (deel)toetsen in de met betrekking tot de aangevraagde
vrijstelling van belang zijnde onderwijseenheden.
4. De examencommissie kan met goed gevolg afgelegde tentamens of getuigschriften van andere
opleidingen, officiële rapportages Erkenning Verworven Competenties (EVC) en
competentiemetingen afgenomen onder de eigen verantwoordelijkheid alsook welomschreven
werkervaring gemotiveerd aanwijzen als grond voor één of meer vrijstellingen. De tweede volzin
uit het vorige lid is hierbij van overeenkomstige toepassing.
5. Vrijstellingen op basis van aanwijzingsbesluiten als bedoeld in het vorige lid leiden tot verkorte
programma’s voor specifieke doelgroepen als opgenomen in bijlage 7.
6. Besluiten genomen door de examencommissie als in lid 4 gelden voor één studiejaar. Deze
besluiten worden jaarlijks herzien.
7. De kwalificatie van een (deel)tentamen of integrale (deel)toets waarvan vrijstelling is verleend,
wordt uitgedrukt als ‘vrijstelling’ en niet als een cijfer van beoordeling zoals bedoeld in artikel 7.1.
Artikel 7.10 Het propedeutisch examen
1. Het propedeutisch examen is gehaald indien alle tentamens en de integrale toets met betrekking
tot de onderwijseenheden uit de propedeutische fase als bedoeld in artikel 4.1 naar het oordeel
van de examencommissie met goed gevolg zijn afgelegd.
2. Onder het met goed gevolg afleggen van een tentamen of integrale toets in de zin van het vorige
lid wordt zowel het met de kwalificatie 6 of hoger zijn beoordeeld als het hebben verkregen van
een vrijstelling begrepen.
3. Het propedeutisch examen is cum laude gehaald indien alle tentamens en de integrale toets
m.b.t. de onderwijseenheden uit de propedeutische fase als bedoeld in artikel 4.1 met de
kwalificatie 8 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 30 studiepunten aan
23
vrijstellingen hiervan zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat cum laude worden de
additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen.
Artikel 7.11 Het afsluitend examen oftewel bachelorexamen
1. Het afsluitend examen oftewel bachelorexamen is gehaald indien alle tentamens en integrale
toetsen met betrekking tot de onderwijseenheden uit de postpropedeutische fase als bedoeld in
artikel 6.1 naar het oordeel van de examencommissie met goed gevolg zijn afgelegd.
2. Onder het met goed gevolg afleggen van een tentamen of integrale toets in de zin van het vorige
lid wordt zowel het met de kwalificatie 6 of hoger zijn beoordeeld, het met de kwalificatie voldaan
zijn beoordeeld indien artikel 7.1 lid 14 van toepassing is als het hebben verkregen van een
vrijstelling begrepen.
3. Het afsluitend examen oftewel bachelorexamen is met genoegen gehaald indien alle tentamens
en integrale toetsen uit de postpropedeutische fase als bedoeld in artikel 6.1 inclusief de minor
met de kwalificatie 7 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 75 studiepunten aan
vrijstellingen hiervan zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat met genoegen worden de
additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen.
4. Het afsluitend examen oftewel bachelorexamen is cum laude gehaald indien alle tentamens en
integrale toetsen uit de postpropedeutische fase als bedoeld in artikel 6.1 inclusief de minor met
de kwalificatie 8 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 75 studiepunten aan
vrijstellingen hiervoor zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat cum laude worden de
additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen.
Artikel 7.11 a Externe toezichthouder
1. Voor elke opleiding of groep van opleidingen wordt één of meerdere externe toezichthouders
benoemd.
2. Een extern toezichthouder heeft tot taak zich een oordeel te vormen over c.q. toezicht te
houden op de kwaliteit van het examen.
3. De taken, competenties en positie van de externe toezichthouders zijn nader uitgewerkt in de
door de faculteitsdirecteur vastgelegde regeling externe toezichthouders.
Artikel 7.12 Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen
1. Binnen 15 werkdagen na een tentamen of integrale toets, kan de student via het
studentinformatiesysteem van de HAN een cijferlijst waarin het resultaat van dit tentamen of
deze integrale toets is opgenomen inzien en printen. Deze uitdraai geldt binnen de HAN als
officieel bewijsstuk. Indien de student dit wenst, kan hij van de examinator(en) een ondertekend
tentamenbriefje uitgereikt krijgen.
2. Op het bewijsstuk als bedoeld in het vorige lid staan de behaalde kwalificaties met betrekking tot
de tentamens en integrale toetsen, de daarbij behorende onderwijseenheden en beroepstaken
en de daarmee corresponderende studiepunten conform de artikelen 4.1 en 6.1 en de daarbij
behorende bijlagen vermeld.
3. Als bewijs dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de examencommissie, nadat
de instituutsdirecteur heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan, een
getuigschrift uitgereikt.
4. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan de examencommissie
verzoeken nog niet daartoe over te gaan.
5. Een verzoek zoals bedoeld in lid 4 wordt slechts ingewilligd indien:
a) de student op grond van artikel 3.7 toestemming heeft gekregen een of meer extra minoren
en/of een of meer extra onderwijseenheden te volgen.
b) de student het verzoek indient gedurende het lopende studiejaar. Verzoeken voor
opschorting van het uitreiken van een getuigschrift waarbij de termijn van opschorting
betrekking heeft op een nieuw studiejaar, worden niet toegekend tenzij er sprake is van een
situatie als bedoeld onder sub a.
6. Degene die geslaagd is voor het afsluitend examen krijgt een Engelstalig diplomasupplement
uitgereikt.
24
7. Degene die meer dan een tentamen of integrale toets met goed gevolg heeft afgelegd en aan
wie geen getuigschrift als bedoeld in het derde lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd
een door de examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens en/of
integrale toetsen die door hem met goed gevolg zijn afgelegd, de beoordelingskwalificaties en
studiepunten zijn vermeld. Indien het tentamens of integrale toetsen met betrekking tot
additioneel onderwijs als bedoeld in artikel 3.7 lid 1 betreffen, worden eveneens de daarmee
corresponderende onderwijseenheden vermeld.
Artikel 7.13 Graad
1. De examencommissie, hiertoe gemandateerd door het college van bestuur, verleent bij
vaststellingsbesluit dat de kandidaat is geslaagd voor het afsluitend examen van de
bacheloropleiding als bedoeld in lid 1 van de artikelen 7.10 en 7.11 aan de geslaagde de graad
bachelor of Commerce (Bcom).
2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het afsluitend examen vermeld.
3. De instituutsdirecteur kan de graad en de toevoeging aanvullen met de vermelding van het
vakgebied of beroepenveld waarop de graad betrekking heeft.
25
Paragraaf 7a Schakelprogramma’s
Artikel 7a.1 Ondersteuning en omvang schakelprogramma’s
N.v.t.
Paragraaf 7b Landelijke afspraken basiskennis
Artikel 7b.1 Eisen basiskennis
N.v.t.
Artikel 7b.2 Landelijke rekentoets en landelijke taaltoets
N.v.t.
Paragraaf 8 Examencommissie en examinatoren
Artikel 8.1 Examencommissie
1. De faculteitsdirectie stelt, op basis van een gedelegeerde bevoegdheid van het
instellingsbestuur, voor elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in. Er is
een examencommissie voor de opleidingen Commerciële Economie, International Business &
Languages, Small Business & Retail Management, International Business & Management
Studies, Food & Business en Communicatie/Communication Studies van het instituut
International Business & Communication.
2. De examinatoren en de leden van de examencommissie hebben voldoende deskundigheid en
hebben de basisscholing die wordt aangeboden door de HAN Academy of een vergelijkbare
training gevolgd.
3. De examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een
student voldoet aan de voorwaarden die dit reglement stelt ten aanzien van kennis, inzicht en
vaardigheden, zijnde de eindkwalificaties, die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad.
4. De examencommissie blijft volledig verantwoordelijk voor eventueel door haar gemandateerde
taken en/of bevoegdheden.
5. De examencommissie draagt er zorg voor dat door haar genomen mandaatbesluiten schriftelijk
worden vastgelegd en worden opgenomen in een reglement examencommissie. Een kopie van
de mandaatverlening wordt naar de (faculteits)controller verzonden.
Artikel 8.2 Taken en bevoegdheden examencommissie
Naast de taak zoals omschreven in artikel 8.1 lid 3, heeft de examencommissie de volgende taken
en bevoegdheden:
1. Het borgen van de kwaliteit van tentamens, integrale toetsen en examens en het vaststellen van
nadere (uitvoerings)regels ter zake.
2. Het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de OER om de tentamens,
integrale toetsen en examens te beoordelen en de uitslag vast te stellen, inclusief het vaststellen
van nadere (uitvoerings)regels ter zake.
3. Bij het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen zoals bedoeld in lid 2 wordt gewerkt met
protocollen voor het beoordelen van werkstukken die aansluiten bij de landelijke eisen.
4. Het aanwijzen van examinatoren ten behoeve van het afnemen van tentamens en integrale
toetsen en het vaststellen van de uitslag daarvan.
5. Het beëindigen van de aanwijzing als examinator.
6. Het vaststellen van nadere regels in verband met mogelijke fraude van een (aankomend)
student of extraneus en de in dat verband te nemen maatregelen.
7. Het doen van voorstellen aan het college van bestuur om de inschrijving van een student te
beëindigen bij ernstige fraude.
8. Het adviseren van het college van bestuur in verband met beëindigen van de opleiding van de
student als gevolg van zijn gedraging in relatie tot toekomstige beroepsuitoefening.
26
9. Het, voor zover dat tot haar bevoegdheden behoort, beslissen op bezwaarschriften ingediend
door studenten, conform het studentenstatuut.
10. Het beslissen bij verdenking van een door een student gepleegde onregelmatigheid en het
zonodig treffen van maatregelen ter zake, een en ander conform het reglement
examencommissie examens zoals vastgesteld is door de examencommissie.
11. Het beslissen op vrijstellingsverzoeken van studenten en groepen van studenten en het
vaststellen van nadere (uitvoerings)regels ter zake.
12. Het beslissen op het verzoek van een student om een vrije minor te volgen.
13. Het beslissen op het verzoek van een student tot een extra gelegenheid voor het afleggen van
een tentamen of integrale toets.
14. Het beslissen op het verzoek van de student voor het afleggen van een leerwegonafhankelijk
tentamen.
15. Het beslissen dat een student tentamens en integrale toetsen van het afsluitend examen kan
afleggen, voordat het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd.
16. Het beslissen dat een student tentamens en integrale toetsen in een andere vorm mag afleggen
als bepaald in de bijlagen van deze regeling, als bedoeld bij de leden 2 van de artikelen 4.1 en
6.1 onder punt 12 en bij de leden 4 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 11.
17. Studenten met een lichamelijke of zintuigelijke functiebeperking in de gelegenheid stellen op een
aangepaste wijze tentamens en integrale toetsen af te leggen.
18. Het beslissen op een verzoek van een student om een mondeling tentamen of een mondelinge
integrale toets niet openbaar te laten zijn.
19. Het uitreiken van bewijsstukken en verklaringen.
20. Het mede vorm geven aan het examenbeleid van de opleiding of groep van opleidingen.
21. Het adviseren van de faculteitsdirectie en instituutsdirectie over de OER.
22. Het uitreiken van een getuigschrift ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd,
nadat door het instellingbestuur is verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is
voldaan. Deze eisen zijn:
a) de student dient voor het verlenen van de graad ingeschreven te staan bij de HAN;
b) het collegegeld dient betaald te zijn;
c) in het studentinformatiesysteem van de HAN is definitief en formeel vastgelegd dat alle
tentamens met goed gevolg zijn afgelegd.
23. Het beslissen op het verzoek van de student om de uitreiking van het getuigschrift op te
schorten.
24. Het desgevraagd - aan degene die meer dan één tentamen of integrale toets met goed gevolg
heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 7.11 lid 2 WHW kan worden
uitgereikt - verstrekken van een verklaring waarin in elk geval de tentamens en/of integrale
toetsen zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd.
25. Het uitreiken van een getuigschrift bekwaamheidsonderzoek als bewijs dat het
bekwaamheidsonderzoek met goed gevolg is afgesloten in het kader van de zij-instroom in het
beroep van leraar en docent.
Artikel 8.3 Samenstelling examencommissie
1. De examencommissie bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter en een
secretaris. Van deze leden is er:
a) tenminste één als docent verbonden aan de opleiding of aan een van de opleidingen die tot
de groep van opleidingen behoort waarvoor de examencommissie is ingesteld en;
b) tenminste één belast met toegepast onderzoek bij/voor de opleiding of bij/voor een of meer
van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoren waarvoor de
examencommissie is ingesteld of tenminste één competent met betrekking tot toegepast
onderzoek relevant voor de opleiding of voor een of meer van de opleidingen die tot de
groep van opleidingen behoren waarvoor de examencommissie is ingesteld;
c) tenminste één lid afkomstig van buiten de desbetreffende opleiding of een van de
opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort.
2. De examencommissie kan in zijn werkzaamheden worden ondersteund door een ambtelijk
secretaris.
27
3. De examencommissie kan, voor aangelegenheden de dagelijkse gang van zaken betreffende,
een dagelijkse commissie (DC) instellen. Deze commissie bestaat uit de voorzitter van de
examencommissie en een ander lid en wordt - voor zover die functie wordt ingesteld ondersteund door de ambtelijk secretaris. De dagelijkse commissie is, op basis van een
algemeen mandaat, bevoegd om de lopende zaken te regelen. Ingeval in voorkomende situaties
de DC niet tot besluitvorming komt, zal op zo kort mogelijke termijn de situatie aan de
examencommissie ter besluitvorming worden voorgelegd.
Artikel 8.4 Benoeming, schorsing, beëindiging en zittingsduur van de leden van de
examencommissie
1. De faculteitsdirectie benoemt, op basis van een gedelegeerde bevoegdheid van het
instellingsbestuur en op voordracht van de instituutsdirectie, de leden van de examencommissie
waaronder de voorzitter, de secretaris, de plaatsvervangend voorzitter en de plaatsvervangend
secretaris. Een en ander met inachtneming van artikel 8.3.
2. De faculteitsdirectie draagt er zorg voor dat de examencommissie zodanig is samengesteld dat
deskundigheid geborgd is op de volgende terreinen:
a) relevante wettelijke kaders (WHW) en overige relevante regelingen;
b) kennis van het te bereiken eindniveau van de opleiding(en) en het traject dat daarnaar leidt
(curriculum);
c) kwaliteitsborging en –beleid met betrekking tot examens en toetsen (gelet op rol
examencommissie bij accreditatie);
d) methodologisch-technische aspecten van toetsen (zoals toetsconstructie, validiteit,
betrouwbaarheid, transparantie en efficiëntie);
e) toegepast onderzoek bij betreffende opleiding(en).
3. Ten behoeve van de voordracht en de benoeming van de leden van de examencommissie wordt
een profielschets gehanteerd. In deze profielschets zijn eisen/criteria m.b.t. de vereiste
competenties geformuleerd.
4. Ter bevordering van de onafhankelijkheid van de examencommissie kunnen
faculteitsdirecteuren, instituutsdirecteuren, onderwijsmanagers, coördinatoren en docenten
belast met de taak van curriculumvoorzitter, opleidingscoördinator of personen die financiële
verantwoordelijkheid dragen binnen de instelling geen deel uitmaken van de
examencommissie(s) van de opleiding(en) waar(in) ze werkzaam zijn.
5. Indien het gelet op de schaalgrootte van de opleiding of groep van opleidingen niet goed
mogelijk is om in voldoende mate competente leden van de examencommissie te benoemen
kan de faculteitsdirectie – op verzoek van de instituutsdirectie - toestaan dat een docent belast
met de taak van curriculumvoorzitter of opleidingscoördinator toch deel kan uitmaken van de
examencommissie(s) van de opleiding(en) waar(in) deze werkzaam is, echter nooit in de functie
van (plaatsvervangend) voorzitter. De faculteitsdirecteur bespreekt met betrokkene expliciet het
belang van de onafhankelijkheid van zijn rol van als lid van de examencommissie.
6. De faculteitsdirectie kan een ambtelijk secretaris, en eventueel een plaatsvervangend ambtelijk
secretaris, aan de examencommissie toevoegen.
7. De benoeming van de leden van de examencommissie geschiedt voor een periode van één jaar.
8. Leden zijn opnieuw benoembaar.
9. Alvorens tot (her)benoeming van een lid over te gaan, hoort de faculteitsdirectie de leden van de
desbetreffende examencommissie. Hierbij worden de in lid 2 en 3 van dit artikel bedoelde
deskundigheidseisen/-criteria expliciet betrokken.
10. Het niet naar behoren vervullen van de taken van de examencommissie kan niet leiden tot het
ontslag door de faculteitsdirectie van de leden van de examencommissie. De faculteitsdirectie
kan in dat geval wel ingrijpen door een of meer leden van de examencommissie te schorsen of
de benoeming als lid van de examencommissie te beëindigen.
11. Beëindiging van de benoeming van de leden van de examencommissie door de faculteitsdirectie
vindt plaats:
a) na het verstrijken van de benoemingsperiode, tenzij er sprake is van herbenoeming zoals
bedoeld in lid 8;
28
b) tussentijds op eigen verzoek, waarbij in overleg met de faculteitsdirectie een redelijke termijn
wordt gehanteerd;
c) tussentijds bij besluit van de faculteitsdirectie. Dit besluit wordt schriftelijk meegedeeld.
Daarbij geeft de faculteitsdirectie aan wat de reden van het besluit is en per welke datum de
beëindiging van de benoeming ingaat.
Artikel 8.5 Gezamenlijk overleg faculteitsdirectie, examencommissies en instituutsdirecties
1. De faculteitsdirectie overlegt minimaal twee keer per studiejaar (gezamenlijk) ten minste met alle
voorzitters van de examencommissies van de betreffende faculteit en de betrokken
instituutsdirecties.
2. De agenda van het gezamenlijk overleg wordt - in overleg met de voorzitters van de
examencommissies en de instituutsdirecties - bepaald door de faculteitsdirectie. Met dien
verstande dat in ieder geval de jaarlijkse rapportage van de examencommissie geagendeerd
wordt.
3. De faculteitsdirectie draagt er zorg voor dat een vastgesteld verslag van het gezamenlijk overleg
ter informatie wordt gestuurd naar de betreffende examencommissies en instituutsdirecties en
ter beschikking wordt gesteld aan overige belangstellenden.
Artikel 8.6 Jaarlijkse rapportage examencommissie en faculteitsdirectie
1. De examencommissie legt jaarlijks - door middel van een schriftelijke rapportage in de maand
november - verantwoording af aan de faculteitsdirectie over haar beleidsvoering.
2. Uitgaande van de wettelijke taken van de examencommissie komen in ieder geval de volgende
onderwerpen in aanmerking voor opname in de rapportage:
a) vaststellen of studenten aan het eindniveau van de opleiding voldoen (uitreiking
getuigschriften);
b) aanwijzing examinatoren (deskundigheid van de examinatoren vaststellen en borgen);
c) het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens (toetsbeleid);
d) het vaststellen van richtlijnen om de uitslag van tentamens te beoordelen en vast te stellen
(beoordelingsnorm);
e) klachtenbehandeling;
f) behandeling bezwaren (aantal beslissingen op bezwaar);
g) uitspraken college van beroep voor de examens (voor zover betrekking hebbend op de
examencommissie);
h) vrijstellingen en EVC’s;
i) beoordeling van programma’s op maat van individuele studenten;
j) fraude bij tentamens (aantal gevallen, genomen maatregelen);
k) betrokkenheid bij accreditaties;
l) samenstelling van de examencommissie (nieuwe benoemingen en beëindigingen van
lidmaatschap);
m) hantering profielschetsen;
n) gevolgde deskundigheidsbevordering door leden;
o) de vastlegging van de besluiten van de examencommissie;
p) hantering handreiking examencommissies.
3. De betrokken instituutsdirectie(s) ontvangt (ontvangen) de rapportage van de examencommissie
in afschrift.
4. De faculteitsdirectie rapporteert jaarlijks – conform de handreiking aan faculteitsdirecteuren in
verband met het verslag examencommissies, CvB-besluit d.d. 3-7-2012 / CvB-besluit nummer
2012/303 - in de maand december schriftelijk aan het college van bestuur over de gang van
zaken met betrekking tot de examencommissie. Daarbij wordt de rapportage zoals bedoeld in lid
1 voorzien van zijn reactie op onder meer de daarin opgenomen aandachts- en verbeterpunten,
ook in relatie tot de vorige (jaar)rapportage. Voorts rapporteert hij over zijn rol bij het
benoemingsbeleid (o.a. borging van deskundigheid, onafhankelijkheid en profiel), de wijze
waarop hij invulling heeft gegeven aan het beleid betreffende de inzet van externe deskundigen
en zijn reactie op de wijze waarop de examencommissie functioneert volgens de
instituutsdirecteur.
29
5. De instituutsdirectie ziet toe op een goed functioneren van de examencommissie en rapporteert
hierover aan de faculteitsdirectie. De instituutsdirectie houdt de R&O-gesprekken met de leden
van de examencommissie en de examinatoren. De faculteitsdirectie kan op basis van de
hierboven bij lid 1 bedoelde rapportage bepalen dat zij de instituutsdirectie aanwijzingen geeft
voor het R&O-gesprek of het R&O gesprek zelf houdt.
6. De bij lid 4 en 5 van dit artikel bedoelde rapportages maken (ook) deel uit van de
managementsrapportages en –gesprekken.
Artikel 8.7 Faciliteiten
1. Faculteits- en instituutsdirectie stellen de examencommissie voldoende faciliteiten ter
beschikking.
2. In concreto impliceren deze faciliteiten het volgende:
a) Jaarlijks stelt het college van bestuur een normering vast voor het aantal uren dat op
(studie)jaarbasis beschikbaar is voor de leden van een examencommissie en een ambtelijk
secretaris.
b) Voor de externe deskundigen die zijn benoemd tot lid van de examencommissie of
aangewezen zijn als examinator wordt een richtlijn t.b.v. een HAN-brede financiële
vergoeding vastgesteld.
c) Met inachtneming van artikel 8.1 lid 4 en 5 kan de examencommissie in overleg met de
faculteitsdirectie een of meer deskundigen op een of meer van de in artikel 8.4 lid 2
genoemde terreinen inschakelen.
d) De examencommissie kan in overleg met de instituutsdirectie beschikken over
vergaderruimte, mogelijkheden tot reproductie/distributie van vergaderstukken en
restauratieve voorzieningen.
e) Er is een HAN-breed aanbod van deskundigheidsbevordering in de vorm van onder meer
workshops. Het aanbod wordt jaarlijks vastgesteld door het college van bestuur (na
schriftelijk advies van het “netwerk examencommissies HAN”).
f) Er is een jaarlijks te actualiseren “handboek examencommissies HAN” met relevante
informatie: formats, voorbeeldbrieven e.d.
g) Er is een “vraagpunt examencommissies HAN” met een eigen e-mailadres. Dit vraagpunt
draagt er zorg voor dat - door een voorzitter en/of (ambtelijk) secretaris van een
examencommissie - voorgelegde vragen zo spoedig mogelijk (integraal) beantwoord worden
door ter zake deskundigen.
h) Er is een (HAN-breed) “netwerk examencommissies HAN” waarvan voorzitters en/of
(ambtelijk) secretarissen van examencommissies - op vrijwillige basis - deel uit maken. In
onderling overleg bepalen de deelnemers de doelstelling(en), organisatie en werkwijze van
het netwerk. Op verzoek van de voorzitter van het netwerk dragen de betrokken
faculteitsdirecteuren zorg voor een passende facilitering van het netwerk.
Artikel 8.8 Bescherming
Het college van bestuur, de faculteitsdirectie en de instituutsdirectie dragen er zorg voor dat de leden
van de examencommissie, de leden van de dagelijkse commissie en de ambtelijk secretaris - uit
hoofde van hun lidmaatschap van, c.q. werkzaamheden voor, de examencommissie – niet worden
benadeeld in hun positie met betrekking tot de hogeschool.
Paragraaf 9 Studieloopbaanbegeleiding
Artikel 9.1 Doel van de studieloopbaanbegeleiding
Met de studieloopbaanbegeleiding wordt beoogd studenten te begeleiden bij een resultaatgerichte
studieloopbaan. Het dragen van de verantwoordelijkheid door de student voor het eigen leerproces
is hierbij een essentieel leerdoel en uitgangspunt.
Artikel 9.2 Structuur en opzet studieloopbaanbegeleiding
30
1.
2.
3.
In het eerste en tweede studiejaar wordt de student begeleid door een
studieloopbaanbegeleider. Studieloopbaanbegeleiding vindt zowel plaats in groepen van
studenten als individueel en is in ieder geval gericht op studievoortgang.
In het derde en vierde studiejaar wordt studieloopbaanbegeleiding verzorgd door een senior
studieloopbaanbegeleider. Deze begeleiding vindt individueel plaats.
Het programma van de studieloopbaanbegeleiding is nader uitgewerkt in deel 3 van het
Opleidingsstatuut (studiegids).
Artikel 9.3 Portfolio
N.v.t.
Artikel 9.4 Persoonlijk ontwikkelingsplan
N.v.t.
Artikel 9.5 Studiecontract
N.v.t.
Paragraaf 10 Judicium Abeundi
Artikel 10.1 Blijk van ongeschiktheid
1. Het college van bestuur kan in bijzondere gevallen na advies van de examencommissie en na
zorgvuldige afweging van de betrokken belangen besluiten dat een student wordt afgewezen
voor onbepaalde tijd en zijn inschrijving op grond daarvan beëindigen dan wel weigeren, als die
student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de
uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt/zal
opleiden, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening.
2. Indien de student bedoeld in lid 1 is ingeschreven voor een andere opleiding en daarbinnen het
onderwijs volgt van een afstudeerrichting die overeenkomt met, of gelet op de praktische
voorbereiding op de beroepsuitoefening verwant is aan de opleiding waarvoor hij is afgewezen,
kan de student het recht op het volgen van onderwijs en het afleggen van tentamens in die
afstudeerrichting of andere onderdelen van die opleiding tevens worden ontzegd.
Artikel 10.2 Procedure voor de afwijzing en beëindiging van inschrijving wegens blijk van
ongeschiktheid
1. De bevoegdheid tot het besluiten tot de weigering of beëindiging van de inschrijving als bedoeld
in artikel 10.1 lid 1 komt toe aan het college van bestuur.
2. Aan een besluit als bedoeld in artikel 10.1 lid 1 gaat een advies van de examencommissie
vooraf.
3. Dit advies is mogelijk op eigen initiatief van de examencommissie of op basis van een melding
van ernstig laakbare gedragingen of uitlatingen van een student tijdens diens opleiding die zijn
geconstateerd door een opleider, docent of examinator.
4. Het advies wordt op schrift gesteld en is met redenen omkleed.
5. Het college van bestuur beslist pas tot een afwijzing als bedoeld in artikel 10.1 lid 1 indien
aannemelijk is geworden dat de student door zijn gedraging(en) en/of uitlating(en) blijk heeft
gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de
opleiding hem opleidt/zal opleiden, dan wel voor de praktische voorbereiding op die
beroepsuitoefening, na een zorgvuldige belangenafweging van alle omstandigheden van het
geval.
6. Voordat tot afwijzing als bedoeld in artikel 10.1 lid 1 wordt besloten, wordt de betreffende student
in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.
7. Het besluit tot afwijzing wordt schriftelijk genomen en is met redenen omkleed.
8. Het besluit is voorzien van de rechtsmiddelenclausule dat tegen een besluit tot afwijzing
bezwaar openstaat bij de geschillenadviescommissie.
31
9. Hangende het onderzoek naar een mogelijke afwijzing van de student en/of hangende het
bezwaar, kan het college van bestuur besluiten, zulks al dan niet op advies van de
examencommissie, tot het opleggen van een tijdelijke ordemaatregel, indien de omstandigheden
van het geval deze ordemaatregel rechtvaardigen.
10. Na een besluit op grond van artikel 10.1 lid 1 wordt de inschrijving van de betreffende student
beëindigd met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin het besluit is
genomen.
11. Indien de inschrijving van een student is beëindigd op grond van het besluit tot afwijzing als
bedoeld in artikel 10.1 lid 1, kan de betreffende (ex-)student niet opnieuw ingeschreven worden
voor de opleiding of een aanverwante opleiding zoals bedoeld in artikel 10.1 lid 2, waarvoor hij is
afgewezen, tenzij hij ten genoegen van de faculteitsdirectie heeft aangetoond dat hij niet langer
ongeschikt is.
Paragraaf 11 Slotbepalingen
Artikel 11.1 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de instituutsdirecteur of, zo het geval tot de
bevoegdheden van de examencommissie moet worden gerekend, de voorzitter van de
examencommissie. De beslissing wordt zo spoedig mogelijk meegedeeld aan de belanghebbenden
bij de beslissing.
Artikel 11.2 Vaststelling
Deze regeling is vastgesteld door de faculteitsdirecteur van de Faculteit Economie en Management
(FEM) op 30 juni 2014, na verkregen instemming van de Faculteitsraad FEM op 30 juni 2014.
Artikel 11.3 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2014 en is geldig tot en met 31
augustus 2015.
32
Bijlagen
Bijlage 1
Bijlage conform artikel 4.1 lid 2
Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase
Bijlage 2
Bijlage conform artikel 4.1 lid 4
Gegevens integrale toets propedeutische fase
Bijlage 3
Bijlage conform artikel 4.1 lid 5
Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen van de
propedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen
Bijlage 3a
Bijlage conform artikelen 5.2 lid 1a, 5.3 lid 1a en 5.5 lid 1a
Normen voor het bindend negatief studieadvies, studiejaar 2014-2015
Bijlage 4
Bijlage conform artikel 6.1 lid 2
Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
Bijlage 5
Bijlage conform artikel 6.1 lid 4
Gegevens integrale toetsen postpropedeutische fase
Bijlage 6
Bijlage conform artikel 6.1 lid 5
Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen van de
postpropedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen
Bijlage 6a
Bijlage conform artikel 7.2 lid 2
Richtlijnen voor het verlenen van toestemming tot het afleggen van tentamens/integrale toetsen van
de postpropedeutische fase nog voordat de student het propedeutisch examen heeft behaald
Bijlage 7
Bijlage conform artikel 7.9 lid 5
Overzicht verkorte programma’s op basis van vrijstellingen voor welomschreven doelgroepen
Bijlage 8
Bijlage conform artikel 3.4 lid 8
Gegevens onderwijseenheden door de opleiding verzorgde HAN gecertificeerde minoren
Bijlage 9
Bijlage conform artikel 3.4 lid 9
Opsomming van aan huidige onderwijseenheden en tentamens van de door de opleiding verzorgde
minoren gelijkgestelde oude onderwijseenheden en tentamens
Bijlage 10
N.v.t.
Bijlage 11
Bijlage conform artikel 1.3
33
Opsomming van de eindkwalificaties welke de student dient te verwerven om het HBO-Bachelor
graad te behalen
Bijlage 12
Bijlage conform artikel 4.1 lid 5, artikel 6.1 lid 5 en artikel 3.4 lid 9.
Format oude beroepstaken, oude onderwijseenheden en (deel)tentamens die gelijkgesteld zijn aan
nieuwe beroepstaken, onderwijseenheden en (deel)tentamens vanwege de conversie naar Alluris
34
Bij bijlage 1, 2, 4 en 5
Algemene informatie bij punt 12 van de OWE-beschrijvingen (bijlagen 1 en 4) en punt 11 van
de IT- beschrijvingen (bijlagen 2 en 5)
Cesuurbepaling onderdeel van toetsconstructie Cesuur en toetskwaliteit
Vooraf
Voor de kwaliteit van toetsen geldt dat een goede toets valide en betrouwbare uitkomsten levert, en
transparant en uitvoerbaar (bruikbaar) is. Deze kwaliteitseisen komen terug in alle fasen van het
toetsen en beoordelen: de toetsconstructie, de toetsafname en het beoordelen en feedback geven.
Eén van de stappen binnen de fase van toetsconstructie betreft het bepalen van de cesuur. De cesuur of grensscore is de grens tussen toetsscores die als voldoende worden gekwalificeerd en de
toetsscores die als onvoldoende worden gekwalificeerd. Alle resultaten onder deze grens leiden tot
een onvoldoende toetsresultaat. Het vaststellen van de cesuur van een toets is daarmee het vaststellen van de zak-/slaaggrens.
Er zijn verschillende methodes om de cesuur te bepalen, waarbij in het algemeen een onderscheid
wordt gemaakt tussen het vooraf (absoluut) of achteraf (relatief) vaststellen van de cesuur (Toetsontwikkeling in de praktijk, Teelen). Bij een absolute cesuur wordt vooraf een minimum vastgesteld dat
de student moet halen om voor de toets te slagen. Bij een relatieve cesuur gebeurt dit achteraf, bijvoorbeeld op basis van een vooraf vastgesteld gewenst aantal of percentage geslaagden. Ook een
combinatie is mogelijk.
Uitgangspunten
Een goede cesuur is een cesuur die verdedigbaar is en die goed is uit te leggen aan studenten, docenten, werkveld en accreditatiecommissies. Het weten wat de cesuur is en hoe de cesuur (voldoende/onvoldoende) wordt vastgesteld draagt dan ook bij aan de kwaliteitseis van transparantie.
Vandaar dat de wijze waarop de cesuurbepaling plaats vindt, ook belangrijk is in de borging van de
toetskwaliteit.
Om dit aspect van de kwaliteit van de cesuurbepaling te borgen worden binnen de FEM de volgende
uitgangspunten gehanteerd:
 om onderwijskundige redenen verdient een absolute cesuur de voorkeur: er wordt uitgegaan van
minimumeisen op basis van de leerdoelen / leerstof / eindkwalificaties. Bij een relatieve cesuur
kunnen relatief zwakke studenten de slaagkans voor anderen verhogen. Vandaar dat bij kleine
groepen of groepen die uitsluitend uit herkansers bestaan ook geen relatieve cesuur gehanteerd
moet worden;
 voor elk deeltentamen - ongeacht de toetsvorm - geldt dat er een cesuurbepaling is beschreven
voor afname van het deeltentamen. Dit is een voorlopige cesuur;
 bij een absolute cesuur moet er rekening mee worden gehouden dat de kwaliteit van de toets het
slaagpercentage beïnvloedt. Fouten in de toets kunnen aanleiding zijn om de cesuur aan te
passen. Na afname van de toets wordt daarom de definitieve cesuur vastgesteld.
In tien stappen naar cesuurbepaling
Achtereenvolgens worden per toets de volgende stappen doorlopen:
1. het bepalen van de leerdoelen (afgeleid van de eindkwalificaties) die in het betreffende
onderdeel worden gerealiseerd;
2. het bepalen van de beoordelingscriteria op basis waarvan studenten worden beoordeeld;
3. het maken van de toets volgens kwaliteitseisen van validiteit en betrouwbaarheid;
4. het maken van bijbehorend antwoordmodel (scoringsregels of -model/
beoordelingsformulier);
5. het bepalen van de voorlopige absolute cesuur;
6. het nakijken van de toets op basis van het antwoordmodel;
7. het toepassen van de voorlopige absolute cesuur;
35
8. het aanpassen van de cesuur indien de toets bij nader inzien onvolkomenheden bevat;
9. het vaststellen van de definitieve cesuur;
10. het toekennen van het cijfer.
Kwaliteitsbewaking
De toetscommissie controleert (al dan niet steekproefsgewijs) of de toetsen valide en betrouwbaar
zijn, en controleert daarbij ook de verantwoording van de cesuur. Daarnaast worden toetsen steekproefsgewijs geëvalueerd op basis van onder andere monitoring/ evaluatie en analyse van toetsscores.
36
Bijlage 1: Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase
Voltijd
Voltijd
Propedeuse
Niveau 1
A-cluster
Marketing 1 - AMM1
5 studiepunten
Marketingcommunicatie en Online
Business 1 - AMM2
5 studiepunten
Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2 - ABO1 2,5 studiepunten
B-cluster
Marketing 2 - BMO1
5 studiepunten
Marketingcommunicatie 2 – BMO2
2,5 studiepunten
Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 - ABO2
2,5 studiepunten
De professional - ADP1
7,5 studiepunten
Organisatie, Personeel, Management &
Ethiek - BPO
2,5 studiepunten
Recht – BRE
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2ATC1
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Engels 1 en 2 ATC2
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Duits 1 en 2 ATC3
2,5 studiepunten
Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO
7,5 studiepunten
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie BAE
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4 BTC1
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Engels 3 en 4 - BTC2
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Duits 3 en 4 - BTC3
2,5 studiepunten
37
VWO-propedeuse – versneld/verkort voor VWO’ers (voltijd)
Versneld /
verkort voor
VWO’ers
(VT)
Propedeuse
Niveau 1
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Marketing 1 – AVM1
7,5 studiepunten
Marketing 2 – AVM2
7,5 studiepunten
Marketingcommunicatie 1 – AVM3
7,5 studiepunten
Business – AVB
7,5 studiepunten
Talen – AVT
0 studiepunten
Taal en cultuur V1 – VST1
7,5 studiepunten vrijstelling
Taal en cultuur V2 – VST2
7,5 studiepunten vrijstelling
of
Taal en Cultuur versneld Duits – VTC1
7,5 studiepunten
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie - BAE
2,5 studiepunten
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek- BPO 2,5
studiepunten
Recht - BRE
2,5 studiepunten
Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO
7,5 studiepunten
1 Indien geen vrijstelling wordt verkregen voor VST2, dan moet de onderwijseenheid VTC gevolgd
worden in periode 1 en 2.
De propedeuse Duaal wordt niet meer aangeboden.
38
OWE-beschrijvingen Voltijd propedeuse Regulier
39
BAE
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie (BAE)
1. Opleiding
Small Business & Retail Management
2. Doelgroep
Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1
3. Beroepstaak/
beroepstaken
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming
4. Centrale beroepstaak
-
5. Beroepsproducten
n.v.t.
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is
6. Studiepunten/ studie
last
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studiepunten: 2,5
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
21
0
0
0
0
0
0
0
28
3
0
21
2
0
0
0
47
0
0
3
49
70
Totaal
7. Samenhang met andere OWE’s
8. Ingangseisen
9. Algemene omschrijving
Het niveau van deze OWE is : 1
In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming.
De OWEe Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie is een vervolg op de module Bedrijfseconomie uit het A-cluster.
Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie - BAEBEA1A
In de OWE Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie komen de basisbeginselen aan de orde die van belang zijn om inzicht te krijgen in de financiële consequenties van het starten en/of managen van een onderneming.
Leerdoelen:
- De student kan een compleet boekhoudkundig model opzetten.
40
-
10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
BAEBEA1A.1
De student kan aan de hand van boekingsdocumenten informatie
verwerken binnen het boekhoudkundig model.
- De student kan de samenhang tussen balans, resultatenrekening en
liquiditeit aangeven.
- De student kan financieringsmogelijkheden bepalen van een bedrijf.
- De student kan diverse kostencalculaties maken.
- De student kan kengetallen en ratio’s berekenen en interpreteren.
- De student kan een analyse maken van een jaarrekening.
BAEBEA1A
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –
cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen
en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis
van relevante nationale en internationale trends.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het
marketingbeleid.
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
- Basisbegrippen boekhoudkundig model (kennen + toepassen): balans;
resultatenrekening (A.V.W.); kolommenbalans; grootboek; journaal en
journaalposten; dagboeken; decimale coderingssysteem; boekingsregels
(e.e.a. toegepast op de ondernemingsvorm eenmanszaak).
- Student kent wettelijke (basis) eisen m.b.t. de bedrijfsadministratie
- Student kan de samenhang tussen balans, A.V.W. en liquiditeit aangeven;
- De student kan (eenvoudige) kostencalculaties maken met gebruikmaking
van de vaste en variabele kosten en directe en indirecte kosten. Uiteraard
dient de student het hierbij gebruikte begrippenapparaat te kennen.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Bedrijfseconomie &
Bedrijfsadministratie
Code deeltentamen
BAEBEA1A.1
Toetsvorm
Schriftelijke tentamen
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
T2/T4
Herkansing
T5
Duur
120 minuten
Hulpmiddelen
Niet-grafische rekenmachine
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
100%
13. Verplichte literatuur
BAEBEA1A
Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording – A.W.W. Heezen;
Noordhoff Uitgevers; 2e druk; isbn: 978-90-01-76209-4
+
Syllabus Bedrijfsadministratie SB&RM B-cluster
14. Aanbevolen literatuur
n.v.t.
41
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
n.v.t.
BAEBEA1A
In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd:
- Hoorcollege
- Werkcollege
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
BBBBEA2A.
1
2
20. Onderwijsperiode
B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22
De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE,
BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC
identiek aan de nieuwe OWE’s BEA, BPO en BRE.
Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
23. Datum waarop de OWE
niet meer wordt aangeboden en overgangsregeling
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
10
1
2
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
n.v.t.
42
9
10
BPO
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek
1. Titel onderwijseenheid
(OWE)
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek (BPO)
2. Opleiding
Small Business & Retail Management
3. Doelgroep
Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1
4. Beroepstaak/
beroepstaken
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming
5. Centrale beroepstaak
-
6. Beroepsproducten
n.v.t.
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is
7. Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studiepunten: 2,5
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
21
0
0
0
0
0
0
0
28
3
0
21
2
0
47
0
3
49
70
Totaal
7. Samenhang met andere
OWE’s
Het niveau van deze OWE is : 1
In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming.
8. Ingangseisen
geen
9. Algemene omschrijving
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek – BPOOPM1A
Onderwerpen Organisatie, personeel en Management:
inleiding organisatiekunde: begrippenkader, stromingen.
management
wisselwerking omgeving – organisatie; begrip strategie
planning en besluitvorming
43
-
arbeidsverdeling en coördinatie, organisatiestelsels
communicatie
cultuur
ethiek in organisaties
leidinggeven
gedrag van mensen in organisaties
Leerdoelen:
Organisatie, personeel en management
- De student kan:het begrippenkader voor de organisatiekunde beschrijven
en toepassen in eenvoudige casussen.
- de belangrijkste stromingen in de organisatiekunde beschrijven.
- het begrip management beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
- de betekenis van omgeving en strategie voor interne organisatie
aangeven.
- de betekenis van ethiek in relatie tot maatschappelijk verantwoord
ondernemen aangeven.
- het begrip planning beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen.
- het besluitvormingsproces beschrijven.
- het begrip organisatie (arbeidsverdeling, coördinatie) beschrijven en
toepassen in eenvoudige casussen.
- het begrip organisatiecultuur beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
- het begrip communicatie beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
- het begrip leidinggeven beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
- elementen van gedrag in organisaties beschrijven, i.h.b.: motivatie,
perceptie, attitude.
BPOOPM1A
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –
cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen
en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op
basis van relevante nationale en internationale trends.
Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
10. Competenties
DC9: Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie).
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional)
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen
wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respectvoor anderen, een beroepscode en ethische principes voor
het professioneel handelen.
De student is zich er van bewust dat, zowel privé als zakelijk, een morele visie op zijn gedrag noodzakelijk is en is in staat om morele argumenten te formuleren en af te wegen en heeft de vaardigheid om het daaruit voortvloeiende besluit in gedrag om te zetten.
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
BPOOPM1A.1
- Het begrippenkader voor de organisatiekunde beschrijven en toepassen in
eenvoudige casussen.
44
- De belangrijkste stromingen in de organisatiekunde beschrijven.
- Het begrip management beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
- De betekenis van omgeving en strategie voor interne organisatie
aangeven.
- De betekenis van ethiek in relatie tot maatschappelijk verantwoord
ondernemen aangeven.
- Het begrip planning beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen.
- Het besluitvormingsproces beschrijven.
- Het begrip organisatie (arbeidsverdeling, coördinatie) beschrijven en
toepassen in eenvoudige casussen.
- Het begrip organisatiecultuur beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
- Het begrip communicatie beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
- Het begrip leidinggeven beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
- Elementen van gedrag in organisaties beschrijven, i.h.b.: motivatie,
perceptie, attitude.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Organisatie, Personeel, Management &
Ethiek
Code deeltentamen
BPOOPM1A.1
Toetsvorm
Schriftelijke tentamen
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
T2/T4
Herkansing
T5
Duur
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene
aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
Weging
100%
13. Verplichte literatuur
BPOOPM1A
Auteur: Peter Thuis
Uitgever: Noordhoff
Titel: Toegepaste organisatiekunde
ISBN 978-90-01-79095-0
Vijfde druk
14. Aanbevolen literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
BPOOPM1A
- In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd:
- Hoorcollege
- Werkcollege
45
19. Les-/contacturen
Actieve deelname aan lesweek 6 is verplicht.
Onderwijsweek
BPOOPM1A
1 2 3
20. Onderwijsperiode
B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2 en 4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE,
BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC identiek aan de nieuwe OWE’s BAE, BPO en BRE.
23. Datum waarop de
OWE niet meer wordt
aangeboden en overgangsregeling
n.v.t.
4 5
6
7
8
9
10
1 2
4 4
3
4
4 5
4 4
6
4
7 8
4
9
46
10
BRE
Recht
1.
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Recht (BRE)
2.
Opleiding
Small Business & Retail Management
3.
Doelgroep
Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming
5.
6. Beroepsproducten
n.v.t.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is
7.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studiepunten: 2,5
Studielast:
8. Samenhang met andere
OWE’s
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
21
0
0
0
0
0
0
0
28
3
0
21
2
0
47
0
49
70
Totaal
Het niveau van deze OWE is : 1
In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming.
9. Ingangseisen
n.v.t.
10. Algemene omschrijving
Recht - BREREC1A
- Rechtsvormen onderneming; BV en NV
- Overeenkomstenrecht; aanbod en aanvaarding, wilsovereenstemming,
handelingsonbekwaamheid, wilsgebreken en de gevolgen van nietnakoming;
- Koopovereenkomst; koop, eigendomsoverdracht, conformiteit en
algemene voorwaarden;
47
-
11.
Competenties
Inleiding Omzetbelasting
Productaansprakelijkheid; risicoaansprakelijkheid, vereisten, producent;
Personeel; arbeidsovereenkomst, schade door werknemer, schade aan
werknemer en beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
Inleiding Loonbelasting
Intellectueel eigendom; octrooirecht, auteursrecht, merkenrecht en
handelsnaamrecht;
Faillissement; aspecten faillissement, faillissementspauliana; volgorde
van vorderingen, einde faillissement en suseance van betaling;
Personen- en Familierecht (Huwelijk en overlijden, gericht op huwelijkse
voorwaarden/ scheiding en overlijden ondernemer)
Leerdoelen:
- De student kan het onderscheid maken tussen verschillende
ondernemingsvormen en een keuze beargumenteren voor een bepaalde
rechtsvorm waarin een onderneming wordt opgestart;
- De student kan een antwoord geven op verschillende problemen die
ontstaan bij de verkoop van goederen, met name bij meningsverschillen
met afnemers en kopers;
- De student kan een verkoopfactuur inclusief BTW opstellen;
- De student kan een inschatting maken van de risico’s die de verkoop van
goederen met zich meebrengt op het gebied van
productaansprakelijkheid;
- De student kan een inschatting maken van de arbeidsrechtelijke en
fiscale gevolgen van het inhuren van werkkrachten cq het aannemen van
werknemers;
- De student kan een inschatting maken van de bescherming die een
handelsnaam en producten genieten zowel nationaal als internationaal;
- De student toont inzicht in de gevolgen van een falende onderneming en
kan aangeven wat de gevolgen van een faillissement of een surseance
van betaling voor een onderneming en de ondernemer zijn;
- De student toont inzicht in het belang van huwelijkse voorwaarden voor
de ondernemer, in het bijzonder bij echtscheiding en kent het belang van
het opstellen van een testament voor de ondernemer, onder andere in het
kader van bedrijfsopvolging.
BREREC1A
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
- Competentieniveau 1 Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen,
rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in
producten of diensten
- Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming.
- Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst.
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional)
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen
wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
12.
Beoordelingscriteria
BREREC1A.1
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
- De student kan het onderscheid maken tussen verschillende
ondernemingsvormen en een keuze beargumenteren voor een bepaalde
rechtsvorm waarin een onderneming wordt opgestart;
- De student kan een antwoord geven op verschillende problemen die
ontstaan bij de verkoop van goederen, met name bij meningsverschillen
met afnemers en kopers;
- De student kan een verkoopfactuur inclusief BTW opstellen;
- De student kan een inschatting maken van de risico’s die de verkoop van
goederen met zich meebrengt op het gebied van
productaansprakelijkheid;
- De student kan een inschatting maken van de arbeidsrechtelijke en fiscale
gevolgen van het inhuren van werkkrachten cq het aannemen van
48
werknemers;
- De student kan een inschatting maken van de bescherming die een
handelsnaam en producten genieten zowel nationaal als internationaal;
- De student toont inzicht in de gevolgen van een falende onderneming en
kan aangeven wat de gevolgen van een faillissement of een surseance
van betaling voor een onderneming en de ondernemer zijn;
- De student toont inzicht in het belang van huwelijkse voorwaarden voor de
ondernemer, in het bijzonder bij echtscheiding en kent het belang van het
opstellen van een testament voor de ondernemer, onder andere in het
kader van bedrijfsopvolging.
13. Tentaminering
Naam deeltentamen
Recht
Code deeltentamen
BREREC1A.1
Toetsvorm
Schriftelijke tentamen
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
T1/T3
Herkansing
T4
Duur
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene
aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
Weging
100%
14. Verplichte literatuur
BREREC1A
- "Praktisch bedrijfsrecht", Mr. J.W.J. Fiers, uitgever Noordhoff uitgevers,
ISBN 9789001768669
- Wetteksten Hoger Onderwijs, onder redactie van Mw. Mr A.M.M.M. van
Zeijl, Noordhoff uitgevers, ISBN 9789001780074 (overigens steeds de
laatste versie)
15. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
16. Software
n.v.t.
BREREC1A
- Lessen in Powerpointpresentatie op Scholar;
- Verwijzingen naar internetbronnen;
- In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd:
- Hoorcollege
- Werkcollege
17. Overige materialen
18. Activiteiten
19. Werkvormen
20. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
BREREC1A
1 2
4 4
21. Onderwijsperiode
B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
3
4
4 5
4 4
6
4
7
4
8
9
10
1 2
3
4 5
6
7 8
9
10
49
22. Maximaal aantal
deelnemers
22 Wijzigingen ten opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
wordt aangeboden
en overgangsregeling
In overleg
De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE,
BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC
identiek aan de nieuwe OWE’s BAE, BPO en BRE.
n.v.t.
50
BEO
Voorbereiding Eigen Onderneming
1. Titel onderwijseenheid
(OWE)
Voorbereiding Eigen Onderneming (BEO)
2. Opleiding
Small Business en Retail Management
3. Doelgroep
Voltijd, propedeuse B-cluster, niveau 1
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming.
4. Beroepstaak/
beroepstaken
5. Centrale beroepstaak
De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en
ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek.
BEOTWI1A
- Bedrijfsidee
6. Beroepsproducten
BEOBON1A/BEOBON2A
Plan van aanpak
- Vragenlijst
- Analyse
- Rapportage (fact sheet + reflectie)
BEOBAM1A
Portfolio
Studiepunten/
studielast
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Studiebegeleiding, stagebegeleiding
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
Excursies, studiereizen, beroependa-gen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75)
110
83
13
10
9
7
132
100
Tentamens,
toetsen (niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in
groepjes
Overige activiteiten waarbij
de docent niet
Geprogrammeerde
eenheden voor zelfwerkzaamheid /
stage, docent niet fysiek aanwezig.
7.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij
de (gast)docent fysiek aanwezig is
Studiepunten:
Studielast:
110
51
fysiek aanwezig
is
Totaal
8. Samenhang met
andere OWE’s
110
132
210
Totaal
Het niveau van deze OWE is : 1
In de OWE Eigen Onderneming worden modules aangeboden die van belang bij het starten en/of managen van een onderneming.
9. Ingangseisen
Binnen deze OWE vallen :
- Ontwikkeling van een bedrijfsidee (BEOTWI1B)
- Onderzoeksvaardigheden (BEOBON1B)
- Analyse- en ondernemersvaardigheden (BEOBAM1B)
- Studieloopbaanbegeleiding (BEOSLB2A)
BEOTWI1A
In deze module werkt de student aan het bedenken van een bedrijfsidee
voor de module Student Company. Iedere les wordt hiertoe een stap gemaakt. Alle stappen worden uitgewerkt in een rapport dat aan het einde van
de module opgeleverd wordt.
Leerdoelen:
- De student is in staat om kansdenken in te zetten om tot een
bedrijfsidee te komen.
- De student is in staat om trends die passen bij het bedrijfsidee in kaart
te brengen en te analyseren.
- De student is in staat om de gevonden trends te gebruiken om een
bedrijfsidee te verbeteren.
10. Algemene
omschrijving
BEOBON1A/BEOBON2A
In deze module leert de student de theorie uit het A-cluster toepassen. De
student gaat zelf onderzoek doen: de student gaat een onderzoek opzetten,
de data verzamelen en de resultaten verwerken. De student maakt een
korte rapportage van het onderzoek. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en kwalitatief deel.
De onderwerpen die aan bod komen zijn:
- Het maken van een Plan van Aanpak
- Het uitvoeren van online verkennend onderzoek
- Het maken van een vragenlijst
- Werken met SPSS
- Interviews
Leerdoelen:
- De student kan een onderzoeksvraag vertalen naar een plan van
aanpak om (een deel van) de onderzoeksvraag te kunnen
beantwoorden.
- De student bereidt een kwalitatief en een kwantitatief
marktonderzoek voor en voert dit uit.
- De student voert, bij een kwantitatief onderzoek, op correcte wijze
gegevens in SPSS in en bewerkt en analyseert de gegevens hiermee
zodanig dat deze worden omgezet in relevante informatie.
- De student verwerkt bij kwalitatief onderzoek op correcte wijze
gegevens en analyseert deze om tot relevante informatie te komen.
- De student toont analytisch inzicht en probleemoplossend vermogen.
- De student kan op constructieve wijze een interview afnemen, waarbij
hij de juiste informatie kan verkrijgen.
52
-
De student kan een vragenlijst formuleren waarmee hij relevante
informatie voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag achterhaalt.
BEOBAM1A
In deze module kom de student vanuit verschillende invalshoeken in aanraking met de alledaagse praktische aspecten van ondernemerschap.
Leerdoelen:
De student
- voert deskresearch uit
- neemt interviews af
- presenteert bevindingen op motiverende wijze
- doet via verschillende werkvormen praktische kennis op over
ondernemerschap en krijgt derhalve meer inzicht in het werkveld
BEOSLB1A
Tijdens de module Studieloopbaanbegeleiding B-cluster staan de volgende
onderwerpen centraal:
- Studievoortgang
- Sociale betrokkenheid bij de opleiding
- Inhoudelijke betrokkenheid bij de opleiding
- Studiemotivatie
- Overgang naar de hoofdfase.
Leerdoelen:
- De student beschrijft studiemotivatie technieken en past deze toe.
- De student beschrijft de relevantie van de onderwezen kennis,
- Vaardigheden en attitude in relatie tot het toekomstige beroep.
De student toont betrokkenheid bij de opleiding.
BEOTWI1A
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Competentieniveau 1 SBRM
Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met
klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten
Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming.
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –
cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en
bedreigingen op de lokale, nationale en.of internationale markt op basis van
relevante nationale en internationale trends.
11. Competenties
Competentieniveau 1: SBRM
Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –
cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.
Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en
bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven.
Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling.
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes
Competentieniveau 1: SBRM
In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis
van een eenvoudig onderzoek.
Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen.
53
Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen.
Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie.
BEOBON1A/BEOBON2A
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek
Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Opstellen plan van aanpak voor een kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Maken van eenvoudige vragenlijst weliswaar aansluitend op de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwalitatief / kwantitatief onderzoek + verwerken data (SPSS). Opstellen eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen/beschrijvend niveau.
BEOBAM1A
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
DC9: Sociale en communicatieve competentie
BEOSLB1A
DC 9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie)
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional)
12. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
BEOTWI1A.7
Er zijn kansen in kaart gebracht op basis waarvan bedrijfsidee tot stand is
gekomen dat bruikbaar is voor de Student Company.
Voor het bedrijfsidee zijn relevante trends in kaart gebracht en geanalyseerd.
De relevante trends zijn gebruikt om het bedrijfsidee te verbeteren.
De resultaten in een eindpresentatie en rapport zijn op een dusdanige wijze
verwoord en gepresenteerd dat duidelijk is welk proces is doorlopen en wat
de inhoudelijke bevindingen zijn.
De student past de theorie over het plan van aanpak, enquêtes en meetniveau toe
De student voert analyses in SPSS uit die passen bij het meetniveau van
de (afhankelijke) variabele
De student presenteert de juiste tabellen, grafieken en samenvattende statistische maten.
De student concretiseert een plan van aanpak (A)
De student doet verkennend On- en Offline onderzoek (B)
De student formuleert een vragenlijst die aansluit bij de probleemstelling
met gebruikmaking van het verkennend onderzoek uit module onderzoek in
A cluster(C)
De student neemt de enquête af en verwerkt en analyseert de gegevens in
SPSS (D)
De student formuleert een interview vragenlijst met gebruikmaking van het
verkennend en kwantitatief onderzoek (E)
De student neemt interviews af en werkt deze uit (F)
De student verwerkt en analyseert interviews (G)
De student presenteert de resultaten uit producten ABCDEFG in een rapport, zodat deze inzichtelijk worden gemaakt voor de doelgroep (H)
Er is deskresearch gedaan naar praktische ondernemersthema’s. De deskresearch is uitgewerkt in een korte rapportage en gebaseerd op minimaal
15 bronnen.
De interviews hebben bijgedragen tot het thema en zijn correct en met diepgang uitgevoerd.
BEOBON1A.1
BEOBON2A.5
BEOBAM1A.8
54
De deskresearch en de interviews zijn met de duopartner op professionele
wijze gepresenteerd aan de klas met behulp van verzorgde sheets en waarbij is voldaan aan de overige voorwaarden uit de handleiding.
Het gelezen boek is op levendige wijze gepresenteerd aan de klas met behulp van verzorgde sheets en waarbij is voldaan aan de overige voorwaarden uit de handleiding.
Het portfolio bevat 50 praktische ondernemerstips (do’s en dont’s). Per tip is
een bron aangegeven. Elke tip is voorzien van nadere uitleg en bij elke tip
is onderbouwd waarom voor deze tip is gekozen. De tips zijn zorgvuldig uitgewerkt. Er is een gevarieerde keuze gemaakt uit de kennis van het actualiteitencollege, de deskresearch & interviews van het eigen thema, de deskresearch & interviews van de thema’s van anderen, de gastcolleges, het eigen gelezen boek, boeken gelezen door anderen en eventuele andere
werkvormen.
BEOSLB2A.9
Een actieve deelname aan de bijeenkomsten en gesprekken.
13. Tentaminering
Naam deeltentamen
Business Onderzoek
Business Onderzoek
Trendwatching en innovatie
Code deeltentamen
BEOBON1A.1
BEOBON2A.5
BEOTWI1A.7
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Opdracht
Portfolio
Individueel
Ja
Groep
Groep en individueel
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
P2/P4 (OW6)
P2/P4
Herkansing
T4
P2/P4 (OW8)
P2/P4
Duur
120 min.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
Weging
16,6%
Naam deeltentamen
Business Analyse MKB
Studieloopbaanbegeleiding
BEOBAM1A.8
BEOSLB2A.9
Toetsvorm
Portfolio
Continuous assessment en/of
participatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
P2/P4
P1 en 2 of P3 en P4
Herkansing
2 weken na beoordeling
Vervangende opdracht
Duur
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voldaan
Code deeltentamen
16,6%
33,4%
55
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
n.v.t.
33,4%
Cijfers spreken. Brinkman, J. Wolters Noordhoff 5e druk, ISBN 978-9001-80245-5
- Syllabus Statistiek
- Eén boek van de BAM-literatuurlijst (zie studiehandleiding BAM)
- Trends herkennen, begrijpen, gebruiken, creëren, F. Maenhoudt, ISBNnummer 978-90-807404-1-9
n.v.t.
-
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
SPSS versie 17
BEOBON1A/BEOBON2A
Projecthandleiding, syllabi, opdrachten uitgereikt in de klas.
BEOSLB2A.9
Studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding B-cluster
BEOBAM1A
Studiehandleiding
zie 18.
19. Les-/contacturen
De volgende werk/lesvormen worden aangeboden:
- Projectwerk
- Presentatiecollege
- Werkcollege
- Duowerk
- Gastcollege
- Groepsbijeenkomsten
- Persoonlijke gesprekken
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
1
2
3
4
5
6
7
8
BEOBON1A
2
2
2
2
2
2
2
2
18. Werkvormen
BEOBON2A
*
BEOTWI1A
4
BEOBAM1A
1
BEOSLB2A*
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
5
4
4
4
2
9
10
1
2
3
4
5
6
7
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
4
2
2
2
2
2
2
8
9
10
2
2
2
2
Twee verplichte bijeenkomsten, één optionele groepsbijeenkomst en ten minste één individueel
gesprek.
20. Onderwijsperiode
B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
De naam van de OWE is veranderd van Voorbereiding Student Company
in Voorbereiding Eigen Onderneming. Onderliggende modules zijn niet veranderd.
56
23. Datum waarop de
OWE niet meer aangeboden wordt en
overgangsregeling
n.v.t.
57
ABO1
1.
Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2
Titel
onderwijseenheid
(OWE)
ABO1 Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2
2.
Opleiding
IBL, CE, CO, SBRM
3.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau 1
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord
kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie.
5.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
6.
Beroepsproducten
n.v.t.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
7.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de
(gast)docent fysiek aanwezig is.
Studiepunten: 2,5
Studielast:
8.
Samenhang met
andere OWE’s
9.
Ingangseisen
10. Algemene
omschrijving
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
Aantal geprogram-meerde
lesuren (van
45 minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
21
28
21
3
46
49
Totaal
Totaal
70
Het niveau van deze OWE is: 1
In deze onderwijseenheid wordt de basis aangereikt.
ABO1-BDE1B/2B betreft de basiskennis bedrijfseconomie van waaruit de
opleidingen verder kunnen werken. Tevens is er een samenhang met marketing en sales (commercieel rekenen).
Er geldt voor ABO1-BDE1B en 2B geen aanwezigheidsplicht.
Binnen deze OWE vallen:
Bedrijfseconomie
-
ABO1-BDE1B en -BDE2B
58
Na het volgen van deze modulen hebben studenten basiskennis op het gebied van bedrijfseconomie en financiering én kunnen ze een eenvoudige
jaarrekening beoordelen.
Studenten die na T1 (of T3 voor februaristarters) een onvoldoende hebben
behaald voor ABO1 BDE1A.1 worden autimatisch geplaatst in de deficiëntiecursus bedrijfseconomie/rekenvaardigheden 1. Deze studenten krijgen
de gelegenheid om het deeltentamen ABO1 BDE1A.1 in de eerstvolgende
tentamenperiode te herkansen.
11. Competenties
Studenten die na T2 (of T4 voor februaristarters) een onvoldoende hebben
behaald voor ABO1 BDE2A.1 worden autimatisch geoplaatst in de deficiëntiecursus bedrijfseconomie/rekenvaardigheden 2. Deze studenten krijgen
de gelegenheid om het deeltentamen ABO1 BDE2A.1 in de eerstvolgende
tentamenperiode te herkansen.
Competentie CE: 5
- Het opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het
marketingbeleid.
Competenties CO: 1
- Analyseren en onderzoek
Competenties IBL: 5
- Het opstellen, uitvoeren, bijstellen van diverse plannen met betrekking
tot internationalisering op basis van het beleid internationale marketing.
12. Beoordelingscriteria
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE2B.1
13.
De student beheerst basisvaardigheden rekenen.
De student weet welke bedrijfsbeslissingen een organisatie heeft te nemen
en welke onderwerpen in een ondernemingsplan aan de orde komen.
De student benoemt de onderdelen van een financieel plan en begrijpt de
samenhang tussen de onderdelen die er in voorkomen en kan alle onderdelen van het financieel plan toepassen.
De student toont aan inzicht te hebben in balansmutaties en kan financiële
feiten verwerken in een eindbalans.
De student begrijpt de gevolgen van een aantal financiële feiten voor de balans en de winst- en verliesrekening en kent de verschillen tussen ontvangsten/opbrengsten en uitgaven/kosten. De student kent en begrijpt het onderwerp BTW.
De student beheerst basisvaardigheden rekenen.
De student kent het belang van financiële kengetallen, kan deze berekenen,
interpreteren en er een waardeoordeel aan toekennen.
De student weet het verschil tussen vaste- en variabele kosten, begrijpt de
noodzaak om inzicht te hebben in de kosten en welke factoren de kostprijs
beïnvloeden.
De student kent de verschillende wijzen waarop de kosten berekend kunnen worden en kan deze toepassen.
Tentaminering
Naam deeltentamen
ABO1-BDE1B
ABO1-BDE2B
Code deeltentamen
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE2B.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
T4
T2: voor deelnemers aan
deficientiecursus 1
T5
T3: voor deelnemers aan
deficientiecursus 2
Duur
90 minuten
90 minuten
59
Hulpmiddelen
Rekenmachine: NIET grafisch
Rekenmachine: NIET grafisch
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet
voldaan.
Weging
50% binnen de gehele OWE
14. Verplichte literatuur
Auteur: Heezen, A.A.W., titel: Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording, druk: 2, ISBN: 9789001805791, uitgever: Noordhoff
15. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
16. Software
n.v.t.
17. Overige materialen
Syllabus: Bedrijfseconomie IB&C,SN-0728
50% binnen de gehele OWE
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
- hoorcollege
- werkcollege
- discussiecollege
- presentatiecollege
18. Activiteiten
19. Werkvormen
20. Les-/contacturen
Onderwijsweek
ABO1-BDE1B
ABO1-BDE2B
21. Onderwijsperiode
22. Maximaal aantal
deelnemers
23. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
24. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
1
2
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
1
2
3
4
5
6
7
2
2
2
2
2
2
2
8
9 10
A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
In overleg.
De modulen zijn opgenomen in een aparte onderwijseenheid ABO1.
n.v.t.
60
ABO2
1.
Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1
Titel
onderwijseenheid
(OWE)
ABO2 Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1
2.
Opleiding
IBL, CE, CO, SBRM
3.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau 1
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
De beroepsbeoefenaar ondersteunt bij de uitvoering en evaluatie van eenvoudig marktonderzoek.
Beroepsproducten
Opdrachten
5.
6.
n.v.t.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
7.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de
(gast)docent fysiek aanwezig is.
Studiepunten: 2,5
Studielast:
8.
Samenhang met
andere OWE’s
9.
Ingangseisen
10. Algemene
omschrijving
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies, studie-reizen, beroepen-dagen, kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
Aantal geprogram-meerde
lesuren (van
45 minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
21
28
21
2
47
49
Totaal
Totaal
Het niveau van deze OWE is: 1
In deze onderwijseenheid wordt de basis aangereikt.
ABO2-ONZ1C valt binnen de leerlijn onderzoek. In het B-cluster en het
tweede jaar krijgt de module een vervolg.
Er geldt voor ABO2-ONZ1C:
aanwezigheidsplicht.
Binnen deze OWE valt:
Onderzoek
-
ABO2-ONZ1C
70
Na het volgen van deze module weet je wat onderzoek doen betekent en inhoudt. Centraal hierbij staan systematisch werken, dataverzameling en verslaglegging van onderzoek. Je leert hoe je een kwantitatief en een kwalitatief
onderzoek moet opzetten.
61
11.
12.
Competenties
Competentie CE: 2
Het opzetten, uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek.
Competentie CO: 1
Analyseren en onderzoek.
Competentie IBL: 2
Het uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van (internationaal)
marktonderzoek.
Competentie SB&RM: 2
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
Beoordelingscriteria
ABO2-ONZ2C.5
ABO2-ONZ2C.1
13.
De student:
voert adequaat een marktonderzoek uit;
interpreteert, toetst en evalueert dit onderzoek.
De student:
kent begrippen die samenhangen met het plan van aanpak,
deskresearch, methoden van onderzoek en kan deze correct toepassen;
kent de verschillende soorten onderzoek, onderzoeksdoelen, en kent de
termen betrouwbaarheid/validiteit/populatie/ steekproef/ representativiteit
en kan deze toepassen.
Tentaminering
Naam deeltentamen
ABO2-ONZ1B
ABO2-ONZ1B
Code deeltentamen
ABO2-ONZ2C.1
ABO2-ONZ2C.5
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Opdracht
Individueel
Ja
Nee
Aantal examinatoren
1
1
Toetsperiode
T2/T4
P2/P4
Herkansing
T5
Een week na ontvangst van de negatieve beoordeling.
Duur
120 min.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet
voldaan.
60% binnen de gehele OWE
40% binnen de gehele OWE
14.
Verplichte literatuur
Onderzoek
- ABO2-ONZ1C
Auteur: Os, R. van, Pieters, I., titel: Basisboek Praktijkonderzoek, druk: 1,
ISBN: 9781781346846, uitgever: Pearson
15.
Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
16.
Software
n.v.t.
17.
Overige materialen
18. Activiteiten
19. Werkvormen
Onderzoek
- ABO2-ONZ1C
Syllabus: Onderzoek doen, ABO-ONZ1B.1, SN-0741 (zie Scholar)
PPT’s lessen (zie Scholar)
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
- hoorcollege
- werkcollege
- discussiecollege
62
20. Les-/contacturen
Onderwijsweek
ABO2-ONZ2C
1
2
2
2
21. Onderwijsperiode
3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2 2 2 2 2
2 2 2 2 2 2 2
A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
22. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
23. Wijzigingen ten opzichte
van vorig jaar
De modulen zijn opgenomen in een aparte onderwijseenheid ABO2.
De module is gewijzigd. ABO-ONZ1B.0, ABO-ONZ1B.1 en ABOONZ1B.5 zijn vervallen.
24. Datum waarop de OWE
niet meer aangeboden
wordt en
overgangsregeling
n.v.t.
63
ADP1
1.
De Professional
Titel
onderwijseenheid
(OWE)
ADP1 De professional
2.
Opleiding
IBL, CE, CO, SBRM
3.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau:1
De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en
stippelt zijn eigen (studie)loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding).
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende
sfeer.
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
De student krijgt inzicht in zijn/haar toekomstig beroepenveld. Op basis van
persoonlijke competenties en verkregen competenties tijdens de opleiding
zal hij/zij een mogelijke keus kunnen maken ten aanzien van zijn/haar toekomstig beroep.
De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie.
6.
7.
Centrale beroepstaak
Beroepsproducten
Studiepunten/
studielast
n.v.t.
Actualiteiten en trends
Portfolio (met eindopdracht)
Beroepsoriëntatie
Presentatie
Portfolio
Ondernemendheid
Presentatie
Schriftelijke toets
Studieloopbaanbegeleiding
Participatie
Studiepunten: 7,5
Studielast:
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de
(gast)docent fysiek aanwezig is.
5.
- ADP1-ATR1A
- ADP1-BPO1B
- ADP1-ONH1D
- ADP1-SLB1A
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
88
Aantal klokuren
(aantal lesuren x 0,75)
66
13
9,75
4
3
105
78,75
64
Geprogrammeerde
eenheden voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is.
8.
Samenhang met
andere OWE’s
9.
Ingangseisen
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel
of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
Totaal
18
131,75
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: 1
De OWE bereidt de student voor op opleiding en beroep.
Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting:
ADP1-ATR:
hoorcolleges: max. 2 lessen mogen gemist worden. Mis je
er meer: onvoldoende.
Werkcolleges: max. 1 les mag gemist worden, dan krijg je
een vervangende opdracht. Mis je meer werkcolleges, dan
heeft dat een onvoldoende voor ADP1-ATR1A tot gevolg.
ADP1-BPO1B: periode 1/3: minimaal 5 van de 7 lessen verplichte aanwezigheid. Beroependag: verplichte aanwezigheid.
Periode 2/4: lesweek 1, 3, 5, 6, en 7 zijn klassikaal en verplicht. Er mag 1 les gemist worden.
De meeloopdag/ministage is verplicht.
ADP1-ONH1D: aanwezigheidsplicht. Een maal afwezig: maken vervangende opdracht. Twee maal afwezig: student mag niet meer
deelnemen aan lessen en presentatie. Student krijgt onvoldoende voor de presentatie en moet lessen volgend semester opnieuw volgen.
Reflectieverslag volgens studiehandleiding inleveren, voorafgaand aan presentatie.
AD1P-SLB1A: aanwezigheidsplicht voor alle bijeenkomsten in P1,P2,
P3,P4 en het individuele gesprek in P2/P4.
Binnen deze OWE vallen:
Actualiteiten en trends
Beroepsoriëntatie
Ondernemendheid
Studieloopbaanbegeleiding
10. Algemene
omschrijving
113,25
-
ADP1-ATR1A
ADP1-BPO1B
ADP1-ONH1D
ADP1-SLB1A
Actualiteiten en trends
ADP1-ATR1A
Tijdens deze module staan de volgende zes thema’s centraal:
Trendwatching;
Cool Politics (Nederlandse Politiek);
MVO;
Lifestyle;
Macro Economics;
Nederland in Europa.
Over deze thema’s worden actualiteiten en trends besproken. Deze module
geeft je inzicht in deze belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen
ervan voor het bedrijfsleven. Je gaat deze thema’s zelf onderzoeken en je
bevindingen mondeling of schriftelijk presenteren.
Beroepsoriëntatie
ADP1-BPO1B
Na het volgen van deze module heb je inzicht in het werkveld waar je terecht
kunt komen na je studie. Je weet welke functie, rollen en taken bij je eventuele beroep horen en welke competenties daarvoor van belang zijn. Ook weet
je wat de rol/plaats is van jouw vakgebied binnen een organisatie.
Ondernemendheid
ADP1-ONH1D
Tijdens de module Ondernemendheid staan de volgende thema’s centraal:
professionele en communicatieve vaardigheden;
zelfreflectie en initiatief nemen;
65
-
11. Competenties
samenwerken en leidinggeven;
netwerken en creativiteit.
Studieloopbaanbegeleiding - ADP1-SLB1A
Tijdens de module Studieloopbaanbegeleiding staan de volgende onderwerpen centraal:
kennismaken met de organisatie en met elkaar;
studievoortgang en tentamenplanning;
bevestiging van de studiekeuze.
Actualiteiten & Trends
Competentie CE: 1, 3, 11
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes
op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur,
als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en
bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis
van relevante nationale en internationale trends.
Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert
als professional in het commerciële werkveld.
Competenties CO: 1
Analyseren en onderzoek
Competenties IBL: 1, 3, 10
Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten, t.b.v.
een grotere of kleinere internationale markt.
Internationale marktanalyse en concurrentieanalyse. Vaststellen voor
een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van
een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel
van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op
de internationale markt op basis van relevante nationale en
internationale trends.
Zelfsturende competentie (Intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional).
Ondernemendheid, Beroepsoriëntatie, Studieloopbaan
Competenties CE: 10 en 11
Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het
commerciële werkveld.
Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert
als professional in het commerciële werkveld.
Competenties CO: 1, 2, 3, 4, en 5
Analyseren en onderzoeken
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid
Plannen en organiseren
Creëren en organiseren
Representeren
Competenties IBL: 9 en 10
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie).
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional).
12. Beoordelingscriteria
ADP1-ATR1A.8
Alle opdrachten worden beoordeeld op de volgende criteria:
Brongebruik: de student laat zien dat hij minimaal de verplichte
bronnen heeft gebruikt en zich daarnaast zelf in extra relevante
bronnen heeft verdiept, waarvan één voor actualiteiten.
Argumentatie: De student gebruikt feitelijke informatie in de
argumentatie en maakt een vertaling van die informatie naar gevolgen
voor de bedrijfstak.
Vorm: verzorgd, aantrekkelijk, verrassend.
ADP1-BPO1B.6
Presentatie opdracht vakbladen
66
1.
ADP1-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.9
ADP1-ONH1D.6
ADP1-SLB1A.9
De student verantwoordt overtuigend waarom hij dit vakblad gekozen
heeft.
2. De student geeft met relevante argumenten aan hoe de inhoud van de
artikelen relevant is voor het werkveld.
3. De student geeft een juiste weergave van wat speelt in het werkveld
door een artikel nader toe te lichten aan medestudenten.
4. De student beargumenteert welke aspecten van het beroep hem
interesseren.
Portfolio
1. De student schetst een compleet, correct en realistisch beeld van het
werkterrein dat past bij de opleiding, waarin de uitkomsten van de
interviews en de beroependag aantoonbaar zijn meegenomen.
2. De student benoemt minimaal vier relevante vakbladen en twee online
en twee offline netwerken.
3. De student maakt gebruik van personeelsadvertenties en geeft op basis
daarvan een compleet en realistisch beeld van de competenties van de
beroepsbeoefenaar.
4. De student geeft mogelijke relevante functies aan en geeft een globaal
beeld van taken en werkzaamheden behorend bij deze functies.
5. De student beschrijft minimaal twee trends in het vakgebied en levert
relevant bewijs hiervoor.
6. De student maakt een goed gestructureerd, logisch opgebouwd portfolio
(voorpagina, inhoudsopgave, inleiding, conclusie/reflectie,
bronvermelding en bijlagen)
Product (documentaire, tentoonstelling of presentatie)
7. De student heeft inzicht in het werkterrein dat past bij de opleiding en de
competenties die voor het uitvoeren van een beroep in het werkveld
nodig zijn en laat die aan de hand van het product zien.
Verplichte meeloopdag/ministage:
1. De student loopt een dag mee bij een bedrijf dat aansluit bij zijn/haar
opleiding (ministage).
2. De student schrijft een verslag waarin hij het bedrijf en de uitgevoerde
werkzaamheden beschrijft.
3. De student schrijft een reflectie/conclusie.
Presentatie
De student kiest drie onderwerpen uit de lessen waarover hij presenteert.
Per onderwerp komt het volgende aan de orde:
- de student benoemt kennis over het onderwerp;
- de student licht dit toe aan de hand van een relevant voorbeeld uit eigen
leven;
- de student analyseert dit voorbeeld;
- de student benoemt eigen sterktes met betrekking tot het onderwerp;
- de student benoemt eigen sterktes met betrekking tot het onderwerp;
- de student benoemt voornemen hoe zich in de toekomst verder te
ontwikkelen met betrekking tot dit onderwerp;
- de presentatie bevat creatieve elementen;
- de student presenteert in de ik-vorm;
- de student bewaakt time management.
Voorbereiding op bijeenkomsten/gesprek en actieve participatie.
Tentaminering
Naam deeltentamen
ADP1-ATR1A
ADP1-ONH1D1
ADP1-SLB1A
Code deeltentamen
ADP1-ATR1A.8
ADP1-ONH1D.6
ADP1-SLB1A.9
Presentatie
Aanwezigheid en actieve participatie
Ja
Ja
Toetsvorm
Individueel
Portfolio (met eindopdracht)
Nee (voorwaarde voor
een eindcijfer is wel dat
individueel 12 actualiteiten met stelling worden
ingeleverd)
67
Aantal examinatoren
1
1
1
P1 of P3 Arnhem
P2 of P4 Nijmegen
Twee weken na ontvangst
van de negatieve beoordeling: herkansing.
P1/P3 Nijmegen
P2/P4 Arnhem
P1/P2 of P3/P4 (continuous assessment)
P3 Nijmegen
P4 Arnhem
Volgend semester
Duur
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
PPT of Prezi toegestaan.
n.v.t.
Tentamenperiode
Herkansing
Minimum resultaat
voor behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van
cesuur
Portfolio: min. 6.0 (weging
50%)
5.5
Voldaan
Eindopdracht: min. 5.5
(weging 50%)
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria
resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
34% binnen de gehele
33% binnen de gehele onn.v.t.
onderwijseenheid
derwijseenheid
1 De module ADP-ONH1D wordt in periode 1 en 3 aangeboden in Nijmegen en in periode 2 en 4 in
Arnhem aangeboden.
Weging
Naam deeltentamen
ADP1-BPO1B
ADP1-BPO1B
ADP1-BPO1B
Code deeltentamen
ADP1-BPO1B.6
ADP1-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.9
Toetsvorm
Presentatie
Portfolio
Meeloopdag/ministage
Individueel
Groepsopdracht
Ja + duo
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
P1/P3
P2/P4
P2/P4 (OW 8)
Herkansing
P1/P3 (OW 7), op afspraak met docent
P2/P4 (OW 7), op afspraak met docent
P4/P2 (OW 8) volgend
semester of op eigen
gelegenheid
Duur
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
voldaan
Minimum resultaat
voor behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van
cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria
resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
16,5% binnen de gehele
onderwijseenheid
13. Verplichte literatuur
n.v.t.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16,5% binnen de gehele
onderwijseenheid
n.v.t.
Actualiteiten en Trends
- ADP1-ATR1A
- Studiehandleiding
- Digitale bronnen op Scholar en handouts
16. Overige materialen
Beroepsoriëntatie
- ADP1-BPO1B
Studiehandleiding Beroepsoriëntatie
Vakblad
Ondernemendheid
- ADP1-ONH1D
Studiehandleiding Ondernemendheid (Scholar)
68
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Studieloopbaanbegeleiding - ADP1-SLB1A
Studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding
Groepsopdrachten
Individuele opdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
hoorcollege;
discussiecollege;
presentatiecollege;
practica/werkcolleges;
workshops;
intervisie;
persoonlijk gesprek.
19. Les-/contacturen
1 2 3 4 5 6 7 8
9 1 2 3 4 5 6 7 8
9 10
Onderwijsweek
1
ADP1-ATR1A
4 4 4 4 4 4 4 2
(Arnhem)
ADP1-ATR1A1
4 4 4 4 4 4 4 2
(Nijmegen)
ADP1-BPO1B
2 2 2 2 2 2 2
42
2 2 2 2 2 2 2 83
ADP1-ONH1D4
2 2 2 2 2 2 2
4
2 2 2 2 2 2 2 4
ADP1-SLB1A
2 2 2 2 2 2 2
2 2 2 2 2 2 2
1 De module Actualiteiten en Trends en de module Online worden afwisselend aangeboden in Arnhem en Nijmegen. Beide modules hebben een looptijd van één periode. De toets wordt afgenomen
in de periode waarin de module wordt aangeboden. In week 8 kan, indien nodig voor deze module,
op dinsdag of woensdag een inhaalles worden gepland.
2 In onderwijsweek 8 wordt bij ADP-BPO de beroependag georganiseerd. Deze is verplicht.
3 Meeloopdag/ministage BPO. Deze is verplicht.
4 ADP-ONH1D heeft een looptijd van 1 periode en wordt elk semester 1x aangeboden in Arnhem en
1x in Nijmegen.
A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
20. Onderwijsperiode
ADP1-ATR1A wordt in periode 1/3 aangeboden in Arnhem en in periode 2/4 in Nijmegen.
In overleg.
21. Maximaal aantal deelnemers
Lessen ADP1-ONH1D zijn in halve groepen.
22. Wijzigingen ten opzichte
ADP1-ONH1D.6: bij de presentatie komen drie onderwerpen aan
van vorig jaar
de orde (i.p.v. twee het afgelopen jaar).
23. Datum waarop de OWE niet
meer aangeboden wordt en
ATR1A is opgenomen in de onderwijseenheid ADP1.
overgangsregeling
69
AMM1
Marketing 1
1.
Titel onderwijseenheid
(OWE)
AMM1 Marketing 1
2.
Opleiding
CE, CO, SBRM, IBL
3.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de
uitvoerende sfeer.
5.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
6.
Beroepsproducten
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
7.
Marketing
Portfolio’s
Presentaties
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogram-meerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
52
39
4
3
56
42
2
96
98
Totaal
8.
Samenhang met
andere OWE’s
9.
Ingangseisen
140
Studiepunten: 5
Het niveau van deze OWE is: 1
De OWE maakt deel uit van de pijlers marketing en marketingcommunicatie, die door de hele opleiding lopen.
De OWE maakt bij de opleiding IBL deel uit van de peiler International
Business.
Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting:
70
AMM1-MKT1B en -MKT2B: 10 van de 13 lessen moeten gevolgd worden,
anders wordt het cijfer 4.0 toegekend aan het portfolio (zie de studiehandleiding).
Binnen deze OWE vallen:
Marketing 1
– AMM1-MKT1B
Marketing 2
– AMM1-MKT2B
10.
Algemene
omschrijving
AMM1-MKT1B.8
AMM1-MKT2B.1
AMM1-MKT2B.6
11.
Competenties
AMM1-MKT2B.8
12.
Marketing:
Na het volgen van deze module weet je wat marketing inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketing 1A en 2A aan bod.
Marketing 1A:
1. Wat is Marketing?
2. Strategieontwikkeling en Marketingplanning
3. De marketingomgeving
De
student2A:
toont aan de theorie die wordt behandeld in AMM-MKT1A te
Marketing
kunnen
toepassen middels het beantwoorden van verschillende casusvra1. Koopgedrag
gen,
past inzichten toeenenmarketinginformatie
kan theoretische modellen herkennen in prak2. Marktonderzoek
tijksituaties.
3. Marktsegmentatie en positionering
De
student 1B
kentende2B
theorie die betrekking heeft op het analyseren van de
Marketing
markt,
als omschreven
in de
Competenties
CE 1, 3 en
4 verplichte literatuur:
wat
is marketing;
Initiëren
en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
strategieontwikkeling
en marketingplanning;
ondernemend.
de
marketingomgeving.
Vaststellen
voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
koopgedrag;
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
marktonderzoek
en marketinginformatie;
en -cultuur, als onderdeel
van de waardeketen, en anderzijds van de
marktsegmentatie
en positionering.
kansen en bedreigingen
op de lokale, nationale en/of internationale
De student
is in
staatvan
eenrelevante
presentatie
te verzorgen
met betrekking
tot een
markt op
basis
nationale
en internationale
trends.
zelf
bedachte
stelling.
Hij dient hierbij voldoende
argumenten
voor en arOntwikkelen
van marketingbeleid
voor een nationaal
of internationaal
gumenten
tegen de
stelling te verzamelen
en op
basis van deze
argumenopererende
onderneming
en het kunnen
onderbouwen
van gemaakte
ten een
analyse en eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verkeuzes.
dedigd
of verworpen.
Hij2maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronCompetenties
CO, 1 en
nen.
Binnen de presentatie
wordt gekeken naar lay out correcte spelling
Analyseren
en onderzoeken
grammatica
en
originaliteit.
Ontwikkelen van adviseren over communicatiebeleid
Voorts
spelen overtuigingskracht
in relatie tot de argumenten, het gebruik
Competenties
IBL 1, 3, en 4
van
correct
communicatie
endiensten,
samenwerking
Initiërenenenzakelijke
creërentaal,
van non-verbale
(hedendaagse)
producten en
ten
met de
presentatie-partner
eenofrol.
behoeve
van een grotere
kleinere internationale markt.
De
toont aan
de theorie die
behandeld in AMM-MKT2A
- student
Internationale
Marktanalyse
en wordt
Concurrentieanalyse.
Vaststellen te
voor
kunnen
middels
het beantwoorden
van
casusvraeentoepassen
onderneming
van enerzijds
de sterktes
enverschillende
zwaktes op basis
van
gen, een
pastanalyse
inzichten
toede
eninterne
kan theoretische
modellen
van
bedrijfsprocessen
enherkennen
-cultuur, alsin praktijksituaties.
onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en
bedreigingen op de internationale markten op basis van relevante
nationale en internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal
opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en
beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competenties SBRM 2
De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstelling de marketing/marketing-communicatieactiviteiten in de
uitvoerende sfeer.
Beoordelingscriteria
AMM1-MKT1B.6
De student is in staat een presentatie te verzorgen met betrekking tot een
toegewezen stelling. Hij dient hierbij voldoende argumenten voor en argumenten tegen de stelling te verzamelen en op basis van deze argumenten
een analyse en eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verdedigd of verworpen. Hij maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronnen.
Binnen de presentatie wordt gekeken naar lay out, correcte spelling, grammatica en originaliteit. Voorts spelen overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik van correct en zakelijke taal, non-verbale communicatie en samenwerking met de presentatie-partner een rol.
Tentaminering
71
Naam deeltentamen
AMM1-MKT1B
AMM1-MKT1B
Code deeltentamen
AMM1-MKT1B.6
AMM1-MKT1B.8
Toetsvorm
Presentatie
Portfolio
Individueel
Duo, maar individueel beoordeeld1
Duo, maar individueel beoordeeld
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
P1/P3
P1-P3
Herkansing
Eind van het semester bij
JSNAN/CSNM, zie de syllabus
Marketing A-cluster voor de
voorwaarden!
P1-P3 (OW 9), zie de syllabus Marketing A-cluster voor de voorwaarden!
Duur
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 resulterende in voldaan/niet
voldaan.
20% binnen de gehele onder20% binnen de gehele onderwijseenWeging
wijseenheid
heid
1 Elke student ontvangt een persoonlijk beoordelingsformulier.
Voorlopig cesuur/ Algemene
aspecten van cesuur
Naam deeltentamen
AMM-MKT2B
AMM-MKT2B
AMM-MKT2B
Code deeltentamen
AMM1-MKT2B.1
AMM1-MKT2B.6
AMM1-MKT2B.8
Toetsvorm
Schriftelijke toets
(meerkeuzevragen)
Presentatie
Portfolio
Individueel
Ja
Duo, maar individueel
beoordeeld
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T2/T4
P2/P4
P2-P4
Herkansing
T5
Eind van het semester
bij JSNAN/CSNM, zie
de syllabus Marketing
A-cluster voor de voorwaarden
P2-P4 (OW 9), zie de
syllabus Marketing Acluster voor de voorwaarden!
Duur
120 minuten
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet
voldaan.
20% binnen de ge20% binnen de gehele
20% binnen de gehele
hele onderwijseenonderwijseenheid
onderwijseenheid
heid
Marketing – AMM1-MKT1B en 2B
- Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de Marketing, druk: 8, ISBN:
9789001817855, uitgever: Noordhoff
- Syllabus: Marketing A-cluster, SN-0725
13.
Verplichte
literatuur
14.
Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15.
Software
n.v.t.
72
16.
Overige materialen
n.v.t.
17.
Activiteiten
Individuele opdrachten
18.
Werkvormen
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
Marketing
1. Hoorcollege
2. Discussiecollege
3. Presentatiecollege
4. Wrap-upcollege
Marketingcommunicatie
5. Hoorcollege
6. Werkcollege
19.
Les-/contacturen
Onderwijsweek
AMM1-MKT1B
AMM1-MKT2B
1
4
20.
A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
21.
Onderwijsperiode
Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
2
4
3
4
4
4
5
4
6
4
7
2
8
9
1
2
3
4
5
6
7
4
4
4
4
4
4
2
8
9
In overleg
Beide modulen zijn opgenomen in een aparte OWE: AMM1.
Er is slechts één schriftelijke toets: in T2.
n.v.t.
73
10
AMM2
Marketingcommunicatie & Online business 1
1.
Titel onderwijseenheid (OWE)
AMM2 Marketingcommunicatie en Online Business 1
2.
Opleiding
CE, CO, SBRM, IBL
3.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer.
5.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
7.
Beroepsproducten
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
6.
Marketingcommunicatie
Portfolio (opdrachten en socrative quizjes)
Online
Portfolio
Studiepunten: 5
Aantal geprogramStudielast:
meerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
Hoorcollege, werkcollege, lessen
84
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
84
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
8.
Samenhang met
andere OWE’s
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
63
63
77
77
Totaal
140
Het niveau van deze OWE is: 1
De OWE maakt deel uit van de pijlers marketing en marketingcommunicatie, die door de hele opleiding lopen.
De OWE maakt bij de opleiding IBL deel uit van de peiler International Business.
74
9.
Ingangseisen
Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting:
AMM-MCO1C: zes van de zeven colleges moeten gevolgd zijn, anders
wordt het cijfer 5.0 toegekend aan het portfolio.
AMM-MCO2C: zes van de zeven colleges moeten gevolgd zijn, anders
wordt het cijfer 5.0 toegekend aan het portfolio.
AMM-ONL1B: géén aanwezigheidsverplichting.
Binnen deze OWE vallen:
Marketingcommunicatie 1
- AMM2-MCO1C
Marketingcommunicatie 2
- AMM2-MCO2C
Online1
- AMM2-ONL1B
Marketingcommunicatie
-AMM2-MCO1C/2C
Na het volgen van deze module weet je wat marketingcommunicatie inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketingcommunicatie 1B en
2B aan bod.
10. Algemene
omschrijving
11. Competenties
Marketingcommunicatie 1C:
Consumentengedrag
Werking Marcom
Doelgroepen en doelstellingen
Budgetten
Marketingcommunicatie 2C:
Reclame
Public Relations
Sponsoring
Business to business communicatie
Vakbeurzen.
Online
- AMM2-ONL1B
Tijdens deze module krijg je inzicht in de opkomst en ontwikkeling van de
verschillende aspecten van Online Business en Online Marketing. Door
middel van het opzetten van een eigen blog maak je kennis met diverse online communicatie instrumenten. Ook krijg je inzicht in de mogelijkheden die
internet en online communicatie bieden voor een bedrijf.
Marketingcommunicatie 1C en 2C
Competentie CE:
Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met
marketingdoelgroepen
Competenties CO:
Analyseren en onderzoeken
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid
Competentie IBL:
Internationale Sales en Internationaal account management.
Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke
relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het
verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne
media (zoals CRM, customer relationship management).
Competentie SB&RM:
- Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
- Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en
-cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de
kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale
markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
- Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal
opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en
beargumenteren van gemaakte keuzes
Online Business
Competenties CE: 8
75
-
Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met
marketingdoelgroepen.
Competenties CO: 1, 2, 3, 4, en 5
Analyseren en onderzoeken
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid
Plannen en organiseren
Creëren en organiseren
Representeren
Competenties IBL: 6
Internationale Sales en Internationaal Account Management.
Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke
relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het
verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne
media (zoals CRM, customer relationship management).
Competenties SB&RM: 9 en 10
Sociale en communicatieve competentie
Zelfsturende competentie
12. Beoordelingscriteria
AMM2-MCO1C.8
AMM2-MCO2C.8
AMM2-ONL1B.8
De student kent de theorie die betrekking heeft op de marketingcommunicatietheorie, als omschreven in de verplichte literatuur:
de student toont aan wat de plaats van marketingcommunicatie in een
bedrijf is;
de student geeft uitleg over consumentengedrag;
de student geeft uitleg over de werking van marketingcommunicatie;
de student duidt de verschillende doelgroepen;
de student past de verschillende budgetmethoden toe en legt uit
waarom in welke situatie een bepaalde methode gehanteerd moet
worden.
De student kent de theorie die betrekking heeft op de marketingcommunicatietheorie, als omschreven in de verplichte literatuur:
- de student toont aan kennis te hebben van het instrument reclame en
de daarmee samenhangende begrippen;
- de student toont aan kennis te hebben van het instrument public
relations en de daarmee samenhangende begrippen;
- de student toont aan kennis te hebben van het instrument sponsoring
en de daarmee samenhangende begrippen;
- de student toont aan kennis te hebben van het instrument vakbeurzen
en de daarmee samenhangende begrippen;
- de student geeft uitleg over de verschillen tussen B2B- en B2Creclame en beschrijft de reclameprocessen in bedrijven.
De student:
begrijpt de rol van online marketing in de gehele marketingmix;
heeft inzicht in de mogelijkheden die internet en online communicatieinstrumenten bieden voor een bedrijf;
begrijpt de waarde die een blog een bedrijf kan bieden;
zet een blog in wordpress op die voldoet aan de gestelde vormeisen;
begrijpt wat de term Search Engine Optimisation (SEO) betekent;
past de principes van SEO toe op een blog;
begrijpt wat webmonitoring inhoudt en heeft kennis van diverse
monitoring tools;
heeft inzicht in hoe een blog gemonitoord moet worden;
heeft kennis van de mogelijkheden die Facebook een bedrijf biedt;
zet een bedrijfsfacebookpagina op;
heeft kennis van de mogelijkheden die Twitter een bedrijf biedt;
maakt een twitteraccount aan en zet deze op professionele wijze in;
heeft inzicht in de kracht van sociale media;
heeft inzicht in de mogelijkheden van online adverteren;
heeft inzicht in hoe een blog ingezet kan worden ter promotie van een
bedrijf;
heeft inzicht in online verdienmodellen.
Tentaminering
76
Naam deeltentamen
AMM2-MCO1C
AMM2-MCO2C
AMM2-ONL1B1
Code deeltentamen
AMM2-MCO1C.8
AMM2-MCO2C.8
AMM2-ONL1B.8
Toetsvorm
Portfolio
Portfolio
Portfolio
Individueel
Ja
Ja
Duo’s
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
P1/P3
P2/P4
P1/P3
P2/P4
Herkansing
Aanvullende opdracht
P1/P3
(OW 7)
Aanvullende opdracht P2/P4
(OW 7)
P1/P3
P2/P4
Duur
-
-
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet
voldaan.
33% binnen de ge34% binnen de gehele
33% binnen de gehele
Weging
hele onderwijseenonderwijseenheid
onderwijseenheid
heid
1 De module ADP-ONL1B wordt in periode 1 en 3 aangeboden in Nijmegen en in periode 2 en 4 in
Arnhem.
Marketingcommunicatie – AMM2-MCO1C/2C
13. Verplichte literatuur
Auteur: Berg, E. de, titel: Basisboek Marketingcommunicatie, druk: 2, ISBN:
9789046903803, uitgever: Coutinho.
Online – AMM2-ONL1B:
www.marketingfacts.nl
14. Aanbevolen
www.dutchcowboys.nl
literatuur
www.frankwatching.com
www.emerce.nl
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
15. Software
n.v.t.
Marketingcommunicatie – AMM2-MCO1C/2C
- Studiewijzer AMM-MCO.
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Online – AMM2-ONL1B
- Studiehandleiding Online
- Handouts
Groepsopdrachten
Individuele opdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
Marketingcommunicatie
- Hoorcollege
- Werkcollege
19. Les-/contacturen
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1
2 3 4 5 6
7
8
9
Onderwijsweek
AMM2-MCO1C
2 2 2 2 2 2 2
AMM2-MCO2C
2
2 2 2 2 2
2
AMM2-ONL1B4
4 4 4 4 4 4
4
Arnhem
AMM2-ONL1B1
4 4 4 4 4 4 4
Nijmegen
1 De module Actualiteiten en Trends en de module Online worden afwisselend aangeboden in Arnhem en Nijmegen. Beide modules hebben een looptijd van één periode. De toets wordt afgenomen
in de periode waarin de module wordt aangeboden.
77
10
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
AMM2-ONL1B wordt in periode 1/3 aangeboden in Nijmegen en in periode
2/4 in Arnhem.
In overleg
Marketingcommunicatie en Online Business vormen één OWE.
Marketingcommunicatie is gewijzigd; beide toetsen zijn vervallen.
n.v.t.
78
ATC1
Taal en Cultuur 1 - Nederlands 1 en 2
1. Titel onderwijseenheid (OWE)
ATC1 Taal en Cultuur 1 - Nederlands 1 en 2
2.
Opleiding
CE, CO, IBL en SB&RM
3.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van
zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak.
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of
internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie
op het land.
5.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
6.
Beroepsproducten
Zakelijke brief
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
7.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
Studiepunten: 2,5
Studielast:
Op basis van de modulen Nederlands, Engels en Duits
8.
Samenhang met
andere OWE’s
9.
Ingangseisen
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
21
28
21
3
46
49
Totaal
70
De studiepunten en studiebelasting van de derde vreemde taal binnen IBL
vallen onder het B-cluster.
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur 1 maakt deel uit van de leerlijn Taal &
Cultuur.
Er geldt geen aanwezigheidsverplichting.
79
Binnen deze OWE vallen:
Nederlands 1 ATC1-NED1A
Nederlands 2 ATC1-NED2A
De meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar
IB&C.
10. Algemene
omschrijving
In de modulen Nederlands 1A en 2A komen spelling, interpunctie, stijl, basisgrammatica en zakelijke correspondentie aan bod.
In periode 1 worden wekelijks spelling-, interpunctie-, stijl- en grammaticaonderwerpen besproken.
In periode 2 wordt er wekelijks theorie behandeld en worden zakelijke brieven
besproken. De docent geeft feedback op de brieven die door studenten worden geschreven.
Studenten die niet aanwezig zijn geweest tijdens de instructiecolleges van
Nederlands 2A, mogen ook geen uitwerking inleveren.
Nederlands
Competentie CE: 10
Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële
werkveld.
Competenties CO: 4
Creatie en realisatie van communicatieactiviteiten
Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken
moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier
gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatiekundige organiseert en coördineert de
communicatieactiviteiten. Communicatieactiviteiten worden soms in de vorm
van projecten of in het kader van evenementen georganiseerd. De organisator/projectleider is verantwoordelijk voor de planning, briefing, draaiboek en
de realisatie van de activiteiten en voor de terugkoppeling van het resultaat
naar de opdrachtgever.
11. Competenties
Competentie IBL: 9
Inter-persoonlijke, sociale en communicatieve vermogens
Competenties SBRM: 9
Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie)
Competenties Communicatie
Creatie en realisatie van communicatieactiviteiten
Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen
bereiken moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd
worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke
activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De
communicatiekundige organiseert en coördineert de
communicatieactiviteiten.
Communicatieactiviteiten worden soms in de vorm van projecten of in het
kader van evenementen georganiseerd. De organisator/projectleider is
verantwoordelijk voor de planning, briefing, draaiboek en de realisatie
van de activiteiten en voor de terugkoppeling van het resultaat naar de
opdrachtgever.
Niveau: A2/B2
12. Beoordelingscriteria
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED2A.1
De student geeft aan of het onderstreepte (werk-)woord in de zin goed of fout
gespeld is.
De student voorziet gegeven zinnen van de juiste interpunctie.
De student bepaalt, of gegeven zinnen stijlfouten bevatten.
De student schrijft een zakelijke brief die geschreven is in begrijpelijke,
passende en correcte taal en die is afgestemd op de doelgroep.
Tentaminering
80
Naam deeltentamen
Nederlands 1A
Nederlands 2A
Code deeltentamen
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED2A.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen,
schrapkaarttentamen
Basiscursus Nederlandse taal
Schriftelijk tentamen
Zakelijke correspondentie en e-mail
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
T4
T5
Duur
90 minuten
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in een voldaan/niet
voldaan.
50% binnen de gehele onderwijs50% binnen de gehele onderwijseeneenheid
heid
ATC1-NED1:
Syllabus: Basiscursus Nederlandse taal, SN-0595
ATC1-NED2:
Auteur: Palm-Hoebé, M., titel: Effectieve zakenbrieven, druk: 4, ISBN:
9789001829988, uitgever: Noordhoff
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
16. Overige materialen
Studiehandleiding Nederlands 1 en 2
Groepsopdrachten
Individuele opdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
Hoorcollege
Werkcollege
Presentatiecollege
17. Activiteiten
18. Werkvormen
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
ATC1-NED1A
ATC1-NED2A
1
2
2
2
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer aangeboden wordt en
overgangsregeling
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
1
2
3
4
5
6
7
2
2
2
2
2
2
2
8
9
A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
In overleg
Beide modulen Nederlands zijn opgenomen in OWE ATC1.
n.v.t.
81
10
ATC2
Taal en Cultuur 2 – Engels 1 en 2
1. Titel onderwijseenheid
(OWE)
ATC2 Taal en Cultuur 2 - Engels 1 en 2
2.
Opleiding
CE, CO, IBL en SB&RM
3.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur
van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak.
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur,
beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land.
5.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
6.
Beroepsproducten
n.v.t.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
7.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
Studiepunten: 2,5
Studielast:
Op basis van de modulen Nederlands, Engels en Duits
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
21
28
21
3
46
49
Totaal
70
De studiepunten en studiebelasting van de derde vreemde taal binnen IBL
vallen onder het B-cluster.
82
8.
Samenhang met
andere OWE’s
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur I maakt deel uit van de leerlijn Taal
& Cultuur.
9.
Ingangseisen
Er geldt geen aanwezigheidsverplichting.
Binnen deze OWE vallen:
Engels 1
ATC2-ENG1B
Engels 2
ATC2-ENG2B
10. Algemene
omschrijving
De meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar
IB&C.
De modulen Engels 1 en 2 richten zich op een toepassing in zakelijke context van de vocabulaire en grammaticale kennis.
De student heeft inzicht in de opbouw van Engelse teksten.
In de modulen Engels 1 en 2 komen grammatica, idioom en Engelse teksten en cultuur aan bod.
Competenties CE: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau B1
Competentie CO: 4
Creëren en organiseren
Niveau B1
11. Competenties
Competentie IBL: 7
Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met
culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau B1
Competentie SBRM: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau: B1
12. Beoordelingscriteria
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
-
Past de Engelse grammatica correct toe.
Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands
en andersom.
Leest Engelse teksten en beantwoordt de (culturele) vragen correct.
Past de Engelse grammatica correct toe.
Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands
en andersom.
Leest Engelse teksten en beantwoordt de (culturele) vragen correct.
Tentaminering
Naam deeltentamen
Engels 1B
Engels 2B
Code deeltentamen
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
T4
T5
Duur
90 minuten
90 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
83
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in een voldaan/niet voldaan.
50% binnen de gehele onderwijs- 50% binnen de gehele onderwijseeneenheid
heid
Auteur: Voort, P.J. van de, titel: Basic Business Grammar, druk: 2, ISBN:
9789066753754, uitgever: Walva.
Auteur: Martin, R.K.M., titel: Engels idioom voor het EAO, druk: 2, ISBN:
9789066753174, uitgever: Walva.
Syllabus: Engels in het A-cluster, SN-0755
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
Groepsopdrachten
Individuele opdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
hoorcollege
werkcollege
presentatiecollege
17. Activiteiten
18. Werkvormen
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
ATC2-ENG1B
ATC2-ENG2B
1
2
2
2
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer aangeboden wordt en
overgangsregeling
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
1
2
3
4
5
6
7
2
2
2
2
2
2
2
8
9
A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
In overleg
Beide modulen Engels zijn opgenomen in OWE ATC2.
n.v.t.
84
10
ATC3
Taal en Cultuur 3 – Duits 1 en 2
1. Titel onderwijseenheid
(OWE)
Taal en Cultuur 3 - Duits 1 en 2 – ATC3
CE- en CO-opleiding
Je volgt naast Engels nog één andere taal: of Duits of Frans of Spaans.
2.
Opleiding
SBRM-opleiding
Je volgt Engels en Duits.
IBL-opleiding
Je volgt naast Engels nog twee andere talen: twee van de drie talen Duits,
Frans en Spaans.
3.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1
4.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur
van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak.
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur,
beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land.
5.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
6.
Beroepsproducten
n.v.t.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
7.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
Studiepunten: 2,5
Studielast:
Op basis van de modulen Nederlands, Engels en Duits
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
21
28
21
4
45
49
Totaal
70
85
8.
Samenhang met
andere OWE’s
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur I maakt deel uit van de leerlijn Taal
& Cultuur.
9.
Ingangseisen
Er geldt geen aanwezigheidsverplichting.
Binnen deze OWE vallen:
Duits 1
ATC3-DUR1A
Duits 2
ATC3-DUR2A
De meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar
IB&C.
In Duits 1 en 2 komen de basisgrammatica en de basiscorrespondentie
aan bod.
10. Algemene
omschrijving
Studenten die na T1 (of T3 voor februaristarters) een onvoldoende hebben
behaald voor ATC3 DUR1A.1 worden autimatisch geplaatst in de deficiëntiecursus Duits 1. Deze studenten krijgen de gelegenheid om het deeltentamen ATC3 DUR1A.1 in de eerstvolgende tentamenperiode te herkansen.
Studenten die na T2 (of T4 voor februaristarters) een onvoldoende hebben
behaald voor ATC3 DUR2A.1worden autimatisch geoplaatst in de deficiëntiecursus Duits 2. Deze studenten krijgen de gelegenheid om het deeltentamen ATC3 DUR2A.1in de eerstvolgende tentamenperiode te herkansen.
Competenties CE: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau A2
Competentie CO: 4
Creëren en organiseren (niveau: A2/B1)
Niveau A2
11. Competenties
Competentie IBL: 7
Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met
culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau A2
Competentie SBRM: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau A2/B1
12. Beoordelingscriteria
ATC3-DUR1A.1
-
ATC3-DUR2A.1
-
Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste geslacht in.
Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste meervoud in.
Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.t.t. in.
Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.v.t. in.
Vult de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.
Vult de juiste uitgang van een woord uit de “der”- of “ein”-groep na
een voorzetsel in.
Vult de juiste uitgang van het bijvoeglijk naamwoord in.
Vult de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in.
Vult/kruist het juiste vakwoord in/aan.
Schrijft in correct Duits aan de hand van trefwoorden een eenvoudige
e-mail in verband met het maken van een afspraak of een
reservering.
Schrijft in correct Duits aan de hand van tekstbouwstenen een
eenvoudige Anfrage, Angebot of Bestellung.
Tentaminering
86
Naam deeltentamen
Duits 1A
Duits 2A
Code deeltentamen
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR2A.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
T4
T2: voor deelnemers aan
deficientiecursus 1
T5
T3: voor deelnemers aan
deficientiecursus 2
Duur
120 minuten
120 minuten
Hulpmiddelen
Schuiflat “Grammaticus”
Schuiflat “Grammaticus”
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in een voldaan/niet voldaan.
50% binnen de gehele onderwijs50% binnen de gehele onderwijseeneenheid
heid
ATC3-DUR1A en ATC3-DUR2A:
Auteur: Duijvesteijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, leerboek 1, druk: 1, ISBN: 9789066752948,
uitgever: Walvaboek
Auteur: Duijvesteijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek 1, druk: 1, ISBN: 9789066752955
uitgever: Walvaboek
Auteur: Vries, E. de/Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN:
9789001923518, uitgever: Noordhoff
Syllabus: Duits Grammatica, SN-0671 (alleen voor ATC-DUR1A)
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
Alléén voor ATC3-DUR2A:
Auteur: Wergen, J., titel: PONS Bürokommunikation Deutsch, druk: 1,
ISBN: 9783125618671, uitgever: Ernst Klett Verlag,
Syllabus: Korrespondenz propedeuse, SN-0652
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
www.walvaboek.nl (ABC online)
16. Overige materialen
Studiehandleiding Duits 1 en 2.
17. Activiteiten
Individuele opdrachten
18. Werkvormen
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
Hoorcollege
Werkcollege
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
ATC3-DUR1A
ATC3-DUR2A
1
2
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
1
2
3
4
5
6
7
2
2
2
2
2
2
2
8
20. Onderwijsperiode
A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
9
10
87
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
Beide modulen Duits zijn opgenomen in OWE ATC3.
n.v.t.
88
BMO1
Marketing 2
Titel onderwijseenheid
(OWE)
BMO1 Marketing 2
CE, CO, IBL, SBRM,
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, B-cluster, niveau: 1
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
CE/SBRM
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer.
IBL
Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en
daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten en communicatie voor het bedrijf of de organisatie.
CO
De CO’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de
marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer.
4.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
6.
Beroepsproducten
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
5.
Marketing
o
Portfolio
o
Presentatie
Studiepunten: 5
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
52
39
4
3
56
42
6
92
98
Totaal 140
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Het niveau van deze OWE is: 1.
De OWE maakt deel uit van de pijlers marketing en marketingcommunicatie, die door de hele opleiding CE lopen.
89
8.
Ingangseisen
De OWE maakt bij de opleiding IBL deel uit van de peiler International Business.
Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting:
MKT3A: 10 van de 13 lessen moeten gevolgd worden, anders wordt het
cijfer 4.0 toegekend aan het portfolio (zie de studiehandleiding).
MKT4A: 10 van de 13 lessen moeten gevolgd worden, anders wordt het
cijfer 4.0 toegekend aan het portfolio (zie de studiehandleiding).
Binnen deze OWE vallen:
Marketing 3
Marketing 4
9.
Algemene
omschrijving
-
BMO1-MKT3B
BMO1-MKT4B
Marketing
Na het volgen van deze module weet je wat marketing inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketing 3 en 4 aan bod.
Productbeleid
Productontwikkeling
Prijsbeleid
Distributiebeleid
Detailhandel
Internationale Marketing
Marketing 3 en 4
Competenties CE: 1, 3, 4 en 5
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen en anderzijds van de
kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale
markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal
opererende onderneming en het kunnen onderbouwen van gemaakte
keuzes.
Opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het
marketingbeleid.
10. Competenties
Competenties CO: 1 en 2
Analyseren en Onderzoeken
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid
Competenties IBL: 1, 3, 4 en 5
Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten, ten
behoeve van een grotere of kleinere internationale markt.
Internationale marktanalyse en concurrentieanalyse. Vaststellen voor
een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van
een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als
onderdeel van de waardeketen en anderzijds van de kansen en
bedreigingen op de internationale markten op basis van relevante
nationale en internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal
opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en
beargumenteren van gemaakte keuzes.
Opstellen, uitvoeren, bijstellen van diverse plannen met betrekking tot
internationalisering op basis van het beleid internationale marketing.
-
11. Beoordelingscriteria
90
BMO1-MKT3B.6
BMO1-MKT3B.8
BMO1-MKT4B.1
BMO1-MKT4B.6
BMO1-MKT4B.8
Student verzorgt een presentatie met betrekking tot een marketingstelling.
Hij dient hierbij voldoende argumenten voor en argumenten tegen de stelling te verzamelen en op basis van deze argumenten een analyse en
eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verdedigd of verworpen.
Hij maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronnen. Binnen de presentatie wordt gekeken naar layout, correcte spelling, grammatica en originaliteit. Voorts spelen overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik van correcte en zakelijke taal, non-verbale communicatie en samenwerking met de presentatiepartner een rol.
Student toont aan de theorie te kunnen toepassen middels het beantwoorden van verschillende casusvragen, past inzichten toe en kan theoretische
modellen herkennen en beschrijven in praktijksituaties.
Student kent de theorie die helpt bij het nemen van product- en prijsbeslissingen, distributiebeslissingen en is bekend met internationale marketing,
als omschreven in de verplichte literatuur.
Student verzorgt een presentatie met betrekking tot een marketingstelling.
Hij dient hierbij voldoende argumenten voor en argumenten tegen de stelling te verzamelen en op basis van deze argumenten een analyse en
eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verdedigd of verworpen.
Hij maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronnen. Binnen de presentatie wordt gekeken naar layout, correcte spelling, grammatica en originaliteit. Voorts spelen overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik van correcte en zakelijke taal, non-verbale communicatie en samenwerking met de presentatiepartner een rol.
Student past de theorie toe middels het beantwoorden van verschillende
casusvragen, past inzichten toe en kan theoretische modellen herkennen
en beschrijven in praktijksituaties.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Presentatie 3A
Portfolio 3A
Code deeltentamen
BMO1-MKT3B.6
BMO1-MKT3B.8
Toetsvorm
Presentatie
Portfolio
Individueel
Duo, maar indiv. beoordeeld
Duo, maar indiv. beoordeeld
Aantal examinatoren
1
1
Toetsperiode
P1/P3
P1/P3
Herkansing
Eind van het semester bij
JSNAN/CSNM, zie de syllabus
Marketing B-cluster voor de voorwaarden!
P1-P3: inleveren twee weken na
beoordeling 1ste kans bij MKT-docent.
Duur
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
20% binnen de gehele OWE
Naam deeltentamen
Marketing 4A
Marketing 4A
Marketing 4A
Code deeltentamen
BMO1-MKT4B.1
BMO1-MKT4B.6
BMO1-MKT4B.8
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
(meerkeuzevragen)
Presentatie
Portfolio
20% binnen de gehele OWE
91
Individueel
Ja
Duo, maar indiv. beoordeeld
Duo, maar indiv. beoordeeld
Aantal examinatoren
1
1
1
Toetsperiode
T2/T4
P2/P4
P2/P4
Herkansing
T5
Eind van het semester
bij JSNAN/CSNM, zie
de syllabus Marketing
B-cluster voor de
voorwaarden!
P2/P4: inleveren twee
weken na beoordeling
1ste kans bij MKT-docent.
Duur
120 minuten
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
20% binnen de gehele 20% binnen de gehele 20% binnen de gehele
OWE
OWE
OWE
Marketing

Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de marketing (8e druk),
ISBN: 9789001817855, uitgever: Noordhoff

Syllabus Marketing B-cluster
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Marketing
Studenten werken aan opdrachten en passen de opgedane kennis toe.
Marketing
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
hoorcollege;
discussiecollege;
presentatiecollege;
wrap-upcollege.
-
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
BMO1-MKT3B
BMO1-MKT4B
1
4
2
4
3
4
4
4
5
4
6
4
7
2
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
4
4
4
4
4
4
2
20. Onderwijsperiode
B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4
8
9
.
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
In overleg
De modulen marketing zijn opgenomen in een aparte owe: BMO1. De
toets BMO-MKT3A.1 vervalt.
n.v.t.
92
10
93
BMO 2
Marketingcommunicatie 2
Titel onderwijseenheid
(OWE)
BMO2 Marketingcommunicatie 2
CE, CO, IBL, SBRM
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, B-cluster, niveau: 1
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
CE/SBRM
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer.
IBL
Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten
op communicatiegebied voor het bedrijf of de organisatie.
CO
De CO’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de
marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer.
4.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
5.
Beroepsproducten
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
6.
Marketingcommunicatie
Marketingcommunicatieplan
Studiepunten: 2,5
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
28
21
2
1,5
30
3
22,5
2
37
45,5
40
47,5
Totaal
70
Het niveau van deze OWE is: 1.
De OWE maakt deel uit van de pijlers marketing en marketingcommunicatie, die door de hele opleiding CE en CO lopen.
De OWE maakt bij de opleiding IBL deel uit van de peiler International Business.
94
8.
9.
Ingangseisen
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting:
Een actieve deelname en aanwezigheid bij 6 van de 7 colleges per
periode, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend.;
Het marketingcommunicatieplan (BMO-MCO3B.7) wordt pas nagekeken
als er voldoende deelname is geweest tijdens de colleges.
Deze OWE bestaat uit:
Marketingcommunicatie 3
BMO2-MCO3B
Marketingcommunicatie
Na het volgen van deze module weet je wat marketingcommunicatie inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketingcommunicatie 2 aan
bod.
Sales promotion
Winkelcommunicatie
Personal selling
Direct Marketing
Evenementen
E-communicatie
Internationale communicatie
Instrumenten en media
Marketingcommunicatie 3
Competenties CE: 8
Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met
marketingdoelgroepen.
Competenties CO: 1 en 2
Analyseren en Onderzoeken
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid.
Competenties IBL: 6
Internationale Sales en Internationaal Account Management.
Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke
relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het
verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van
moderne media (zoals CRM, customer relationship management).
11. Beoordelingscriteria
BMO2-MC03B.1
BMO2-MC03B.7
De student heeft kennis van alle communicatie-instrumenten, kent de relevante aspecten en weet wanneer ze ingezet moeten worden (zoals omschreven in de verplichte literatuur).
De student schrijft een coherent en goed gestructureerd marketingcommunicatieplan. In de criteria zijn meegenomen: de verzorging, de beschrijving
van de consument en het product, de marketingcommunicatiedoelgroepen,
de marketingcommunicatiedoelstellingen, het voorlopig budget, de beschrijving van de communicatiestrategie, de keuze van de marketingcommunicatiemix en de uitwerkingen hiervan, de mediakeuze, het definitief budget en
de planning van de uitvoering en de evaluatie.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Marketingcommunicatie 3B
Marketingcommunicatie 3B
Code deeltentamen
BMO2-MC03B.1
BMO2-MC03B.7
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
(meerkeuzevragen)
Marketingcommunicatieplan
Individueel
Ja
Nee, in groepjes van maximaal 4 personen
Aantal examinatoren
1
1
Toetsperiode
T1/T3
P2/P4
Herkansing
T4
P2/P4
Duur
120 minuten
n.v.t.
95
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet
voldaan.
Weging
50% binnen de gehele OWE
13. Verplichte literatuur

50% binnen de gehele OWE
Auteur: Berg, E. de, titel: Basisboek Marketingcommunicatie, druk: 1,
ISBN: 9789046902349, ), uitgever: Coutinho.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
Studiehandandleiding BMO-MCO en aanvullende literatuur op Scholar.
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Lesopdrachten.Gedurende het hele semester wordt er gewerkt aan het
marketingcommunicatieplan.
De volgende werk-/lesvormen worden gehanteerd:
hoorcollege;
projectwerk aan de hand van een casus.
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
BMO2-MCO3B
1
2
20. Onderwijsperiode
B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
10
1
2
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
In overleg
De module is opgenomen in een aparte owe: BMO2.
n.v.t.
96
10
BTC 1
Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4
Titel onderwijseenheid
(OWE)
BTC1 Taal & Cultuur Nederlands 3 en 4
CE, CO, IBL, SBRM,
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
Voltijd, propedeuse, B Cluster, niveau 1
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur
van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een
nationale of internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur,
beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land.
4.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
5.
Beroepsproducten
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
6.
Nederlands
Rapport
Verkooppresentatie
Studiepunten: 2,5
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
21
2,5
28
23,5
46,5
46,5
Totaal
70
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur Nederlands 3 en 4 volgt op Taal &
Cultuur Nederlands 1 en 2uit het A-cluster. In het 2e jaar CE, CO en
SBRM volgen nog Taal & Cultuur Nederlands 5 tot en met 8. In het
tweede jaar IBL volgen nog Taal & Cultuur basis III en IV en Taal & Cultuur Keus III en IV.
97
Algemeen
A-cluster Taal & Cultuur Nederlands 1 en 2 is gevolgd.
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
Nederlands
Er geldt voor deze OWE de volgende aanwezigheidsverplichting:
BTC1-NED3: instructiecollege in OW 1 en de beide presentatie zijn verplicht. Bij afwezigheid in OW 1 kan de student niet meer deelnemen aan
de module.
BTC1-NED4: instructiecollege in OW 1 is verplicht. Bij afwezigheid in OW
1 kan de student niet meer deelnemen aan de module.
Binnen deze OWE valt:
Nederlands 3 en 4
- BTC1-NED3A, BTC1-NED4A
Nederlands
De modules Nederlands 3A en 4A richten zich op het rapport en de verkooppresentatie.
Nederlands
Competentie CE: 10
Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld.
Competentie IBL: 9
Inter-persoonlijke, sociale en communicatieve vermogens.
10. Competenties
Competenties CO: 4
Creatie en realisatie van communicatieactiviteiten
Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het
kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen.
De communicatiekundige organiseert en coördineert de communicatieactiviteiten. Communicatieactiviteiten worden soms in de vorm van projecten of in het kader van evenementen georganiseerd. De organisator/projectleider is verantwoordelijk voor de planning, briefing, draaiboek
en de realisatie van de activiteiten en voor de terugkoppeling van het resultaat naar de opdrachtgever.
11. Beoordelingscriteria
Nederlands
BTC1-NED3A.5
BTC1NED4A.6
De student schrijft een rapport over een actueel onderwerp dat qua
structuur, spelling en stijl correct is en voldoet aan (een aantal) formele
eisen die er aan een rapport worden gesteld.
De student houdt een verkooppresentatie die voldoet aan de eisen
wat betreft verstaanbaarheid, formulering, opbouw, inhoud en nonverbale aspecten.
12. Tentaminering
Nederlands
Naam deeltentamen
Nederlands 3A
Nederlands 4A
Code deeltentamen
BTC1-NED3A.5
BTC1-NED4A.6
Toetsvorm
Inleveropdracht
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Toetsperiode
P1/P3 (OW 6)
P2/P4
98
Herkansing
P2/P4 (OW 1)1
De presentatie kan herkanst worden in OW 7 van het volgende semester.
Duur
n.v.t.
10 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen toets
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
50% binnen de gehele OWE
50% binnen de gehele OWE
1 Studenten
die de module in P1 volgen, leveren het rapport in OW 1-6 in en de herkansing in OW 21.
Studenten die de module in P3 volgen, leveren het rapport in OW 3-6 in en de herkansing in OW 41. Indien een student BTC-NED3A.5 na de herkansing nog niet heeft behaald, dan dient hij het volgende studiejaar de module opnieuw te volgen ( inclusief nieuw onderwerp en presentaties).
13. Verplichte literatuur
-
14. Aanbevolen
literatuur
-
15. Software
Nederlands
Studiehandleiding Nederlands 3A en 4A
Bij alle talen zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid.
Daarnaast zijn er groepsopdrachten presentaties en portfolio’s waar de
student aan werkt. Hij/zij komt voorbereid (met gemaakt huiswerk en
voorbereide mondelinge opdrachten) naar de colleges.
hoorcolleges;
werkcolleges;
zelfstudie.
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
BTC1-NED3A
BTC1-NED4A
1
2
2
2
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
1
2
3
4
5
2
2
2
2
2
6
7
2
8
9
10
2
B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4
In overleg
De modulen zijn opgenomen in een aparte owe: BTC1.
n.v.t.
99
Taal en Cultuur: Engels 3 en 4
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale beroepstaak
5.
Beroepsproducten
6.
Studiepunten/
studielast
BTC2 Taal & Cultuur Engels 3 en 4
CE, CO, IBL, SBRM,
Voltijd, propedeuse, B Cluster, niveau 1
CE- en CO-opleiding
Je volgt naast Engels nog één andere taal: of Duits of Frans of Spaans.
SBRM-opleiding
Je volgt Engels en Duits.
IBL-opleiding
Je volgt naast Engels nog twee andere talen: twee van de drie talen
Duits, Frans en Spaans.
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur
van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een
nationale of internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land.
n.v.t.
Engels
Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie in de gekozen taal, met name via (telefoon)gesprekken.
Studiepunten: 2,5
Aantal geprogramStudielast:
op basis van de modulen Nemeerde lesuren
Aantal klokuren
derlands, Engels en Duits
(van 45 minuten)
(aantal lesuren
volgens lesrooster x 0,75)
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is.
BTC 2
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
28
21
8
29
2,5
38,5
41
100
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
Totaal
70
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur Engels 3 en 4 volgt op Taal &
Cultuur Engels 1 en 2 uit het A-cluster. In het 2e jaar CE, CO en SBRM
volgen nog Taal & Cultuur Engels 5 tot en met 8. In het tweede jaar IBL
volgen nog Taal & Cultuur basis III en IV en Taal & Cultuur Keus III en
IV.
Algemeen
A-cluster Taal & Cultuur Engels 1 en 2 is gevolgd.
Engels
Er geldt een aanwezigheidsplicht. In week 1 t/m 5 moet je drie keer aanwezig zijn geweest om deel te mogen nemen aan de mondelinge toets
in week 6 of 7.
Binnen deze OWE vallen:
Engels 3 en 4
- BTC2-ENG3A, BTC2-ENG4B
Engels
BTC2-ENG3A richt zich op een toepassing in zakelijke context van de
kennis van de grammatica en op de leesvaardigheid van Engelse en
Amerikaanse teksten. Daarbij komen diverse onderwerpen aan bod.
BTC2-ENG4B richt zich op de spreekvaardigheid van het Engels en een
toepassing in zakelijke context van de kennis van de grammatica. Daarbij komen diverse onderwerpen aan bod.
Engels:
Competenties CE: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau B1 voor Engels
10. Competenties
Competentie IBL: 7
Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend
met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau B1 voor Engels
Competentie CO: 4
Creëren en organiseren (niveau: A2/B1)
Niveau B1 voor Engels
11. Beoordelingscriteria
Engels
BTC2-ENG3A.1
BTC2-ENG4B.1
BTC2-ENG4B.4
Past de Engelse grammatica correct toe.
Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands
en andersom.
Leest probleemloos Engelse teksten en beantwoordt de daarbij behorende vragen correct.
-
Past de Engelse grammatica correct toe.
-
Voert korte (telefoon)gesprekken met aandacht voor de specifieke
Engelse conventies in de zakelijke communicatie.
12. Tentaminering
Engels
Naam deeltentamen
Engels 3A
Engels 4B
Engels 4B
101
Code deeltentamen
BTC2-ENG3A.1
BTC2-ENG4B.1
BTC2-ENG4B.4
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Mondeling tentamen
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
2
Toetsperiode
T1/T3
T2/T4
P2/P4
Herkansing
T4
T5
In overleg met docent
Duur
90 minuten
60 minuten
15 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
33% binnen de OWE
13. Verplichte literatuur
Engels
Auteur: Marttin, R.K.M., titel: Engels idioom voor het EAO, druk: 2,
ISBN: 9789066753174, uitgever: Walvaboek
-
14. Aanbevolen
literatuur
-
15. Software
-
16. Overige materialen
Engels
Reader Engels B-cluster IB&C Taal en Cultuur II 0716
33% binnen de OWE
34% binnen de OWE
Bij Engels zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid.
Daarnaast zijn er groepsopdrachten presentaties en portfolio’s waar de
student aan werkt. Hij/zij komt voorbereid (met gemaakt huiswerk en
voorbereide mondelinge opdrachten) naar de colleges.
hoorcolleges;
werkcolleges;
zelfstudie.
17. Activiteiten
18. Werkvormen
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
BTC2-ENG3A
BTC2-ENG4B
1
2
2
2
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
8
9
1
2
3
4
5
6
7
2
2
2
2
2
32
32
8
9
10
B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4
In overleg
De modulen Engels zijn opgenomen in een aparte owe: BTC2
n.v.t.
102
BTC 3
Taal en Cultuur Duits 3 en 4
Titel onderwijseenheid
(OWE)
BTC3 Taal & Cultuur Duits 3 en 4
1.
CE, CO, IBL, SBRM
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale beroepstaak
5.
Beroepsproducten
Voltijd, propedeuse, B Cluster, niveau 1
CE- en CO-opleiding
Je volgt naast Engels nog één andere taal: of Duits of Frans of Spaans.
SBRM-opleiding
Je volgt Engels en Duits.
IBL-opleiding
Je volgt naast Engels nog twee andere talen: twee van de drie talen
Duits, Frans en Spaans.
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur
van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een
nationale of internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land.
n.v.t.
Duits
Eenvoudige zakelijke gesprekken telefonisch of op de beurs en de planning ervan.
Studiepunten/
studielast
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Geprogrammeerde
eenheden voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is.
6.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is.
Studiepunten: 2,5
Studielast:
op basis van de modulen Nederlands, Engels en Duits
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
28
21
7,5
28,5
2
39,5
41,5
103
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
Totaal
70
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur Duits 3 en 4 volgt op Taal & Cultuur Duits 1 en 2 uit het A-cluster. In het 2e jaar CE, CO en SBRM volgen nog Taal & Cultuur Duits 5 tot en met 8. In het tweede jaar IBL volgen nog Taal & Cultuur basis III en IV en Taal & Cultuur Keus III en IV.
Algemeen
A-cluster Taal & Cultuur Duits 1 en 2 is gevolgd.
Binnen deze OWE vallen:
Duits 3 en 4
- BTC3-DUR3B, BTC3-DUR4B
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Duits
De modules Duits 3B en 4B richten zich op: uitspraak, basistaalhandelingen spreekvaardigheid en basisdialogen spreekvaardigheid.
Duits:
Competenties CE: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau A2 voor Duits
Competentie IBL: 7
Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend
met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau A2 voor Duits
Competentie CO: 4
Creëren en organiseren (niveau: A2/B1)
Niveau A2 voor Duits
11. Beoordelingscriteria
Duits
BTC3-DUR3B.4
-
BTC4-DUR4B.4
-
Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte
aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals
omschreven in de studiehandleiding.
Beheerst de basistaalhandelingen ten aanzien van correctheid,
fluency, samenhang, uitspraak.
Reproduceert standaardzinnen en -uitdrukkingen rondom de
thema’s Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren,
Terminvereinbarung en Messegespräche in één-op-één-situaties
ten behoeve van een correcte zakelijke communicatie in het Duits.
Past de uitspraak- en basisgrammaticaregels van het Duits correct
toe.
Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte
aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals
omschreven in de studiehandleiding.
Past de basistaalhandelingen in het Duits rondom de thema’s
Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren,
Terminvereinbarung en Messegespräche in duo’s correct toe en
weet daarbij in taalgebruik te variëren.
Beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies rondom
alledaagse en semi-zakelijke thema’s in correct Duits met de
nadruk op het communicatieve karakter ervan.
104
-
-
Gebruikt de standaardzinnen rondom alledaagse en semizakelijke
thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatief
karakter.
Formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige,
maar correcte zakelijke zinnen die tezamen een samenhangende
tekst vormen onder gebruikmaking van de juiste alledaagse en
semizakelijke woordenschat.
Past de grammatica van het Duits correct toe.
Beheerst de uitspraak van het Duits.
Vertoont communicatief correct gedrag door het juiste
spreektempo, de juiste spreekwijze, de juiste articulatie en
intonatie, actief luisteren, intercultureel gedrag en klantgericht
handelen dat is afgestemd op de Duitse zakelijke situaties.
12. Tentaminering
Duits
Naam deeltentamen
Duits 3B
Duits 4B
Code deeltentamen
BTC3-DUR3B.4
BTC3-DUR4B.4
Toetsvorm
Mondeling tentamen
Mondeling tentamen
Individueel
Ja
In duo’s
Aantal examinatoren
1
1
Toetsperiode
P1/P3
P2/P4
Herkansing
Kalenderweek 28
Kalenderweek 28
Duur
5 minuten
10 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
Minimum resultaat voor behalen toets
Voorlopig cesuur /
Algemene aspecten van
cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
50% binnen de OWE
50% binnen de OWE
13. Verplichte literatuur
Duits
- Auteur: Duijvestijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, leerboek, druk: 1, ISBN: 9789066752948,
uitgever: Walvaboek
- Auteur: Duijvestijn, B.W.Th., Mangnus H.A.A., titel: Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek, druk: 1, ISBN:
9789066752955, uitgever: Walvaboek
- Auteur: Vries, E. de, Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN:
9789001923518, uitgever: Noordhoff
- Auteur: Wergen, J., titel: PONS Bürokommunikation Deutsch, druk:
1, ISBN: 9783125618671, uitgever: Ernst Klett Verlag
- Syllabus Duits Redemittel Vorstelling und Empfang/ Telefonieren /
Messegespräche (SN-0717)
Syllabus Duits Spreekvaardigheid: Vorbereitende
Geschäftskommunikation (SN-0672)
14. Aanbevolen
literatuur
-
15. Software
-
16. Overige materialen
-
105
Bij alle talen zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid.
Daarnaast zijn er groepsopdrachten presentaties en portfolio’s waar de
student aan werkt. Hij/zij komt voorbereid (met gemaakt huiswerk en
voorbereide mondelinge opdrachten) naar de colleges.
hoorcolleges;
werkcolleges;
zelfstudie.
17. Activiteiten
18. Werkvormen
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
BTC3-DUR3B
BTC3-DUR4B
1
2
2
2
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
3
2
4
2
5
2
6
2
7
21
8
9
1
2
3
4
5
2
2
2
2
2
6
7
2
8
9
10
21
B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4
In overleg
De modulen zijn opgenomen in een aparte owe: BTC3.
n.v.t.
106
OWE-beschrijvingen vwo-propedeuse
107
AVB
Business
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Business - AVB
1.
Opleiding
CE, CO, SBRM
2.
Doelgroep
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1
BDE:
De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord
kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe
omgeving van een organisatie.
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
BPO:
De student krijgt inzicht in zijn/haar toekomstig beroepenveld. Op basis
van persoonlijke competenties en verkregen competenties tijdens de opleiding zal hij/zij een mogelijke keus kunnen maken ten aanzien van
zijn/haar toekomstig beroep.
ONH:
De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en
stippelt zijn eigen (studie)loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding).
SLB:
De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en
stippelt zijn eigen (studie)loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding).
4.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
Bedrijfseconomie
n.v.t
Beroepsoriëntatie
5.
Beroepsproducten
Portfolio en presentatie
Ondernemendheid
Presentatie
Studieloopbaan
n.v.t.
Studiepunten: 7,5
6. Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde
contacttijd, waarbij
de (gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
min.) volgens
lesrooster
Hoorcollege,
werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Aantal klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
68
52
12
8
108
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activi-teiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
4
3
84
63
6
8
133
147
210
Het niveau van deze OWE is: 1
In deze onderwijseenheid wordt de basis aangereikt.
De OWE bereidt de student voor op opleiding en beroep.
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Zie daarvoor de
studiehandleidingen.
Binnen deze OWE vallen:
AVB-BDE1B/2B
Bedrijfseconomie 1B/2B
AVB-BPO1B
Beroepsoriëntatie 1B
AVB-ONH1D
Ondernemendheid 1D
AVB-SLB1A
Studieloopbaan 1A
Bedrijfseconomie
Na het volgen van deze module hebben studenten basiskennis op het gebied van bedrijfseconomie en financiering én kunnen ze een eenvoudige
jaarrekening beoordelen.
9.
Algemene
omschrijving
Beroepsoriëntatie
Na het volgen van deze module heb je inzicht in het werkveld waar je terecht kunt komen na je studie. Je weet welke functie, rollen en taken bij je
eventuele beroep horen en welke competenties daarvoor van belang zijn.
Ook weet je wat de rol/plaats is van jouw vakgebied binnen een organisatie.
Ondernemendheid
Tijdens de module Ondernemendheid staan de volgende thema’s centraal:
professionele en communicatieve vaardigheden;
zelfreflectie en initiatief nemen;
samenwerken en leidinggeven;
netwerken en creativiteit.
Studieloopbaan
109
Tijdens de module Studieloopbaanbegeleiding staan de volgende onderwerpen centraal:
kennismaken met de organisatie en met elkaar;
studievoortgang en tentamenplanning;
bevestiging van de studiekeuze.
Bedrijfseconomie
Competenties CE 5
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het
marketingbeleid.
Ondernemendheid, beroepsoriëntatie en studieloopbaan
Competenties CE: 10 en 11
Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het
commerciële werkveld.
Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert
als professional in het commerciële werkveld.
10. Competenties
Competenties CO: 1, 2, 3, 4 en 5
 Analyseren en onderzoeken
 Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid
 Plannen en organiseren
 Creëren en realiseren
 Representeren
Competenties SBRM: 3, 5, 9 en 10
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de
kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale
markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het
marketingbeleid.
Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk,
organisatie).
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional).
11. Beoordelingscriteria
AVB-BDE1B.1
AVB-BDE2B.1
De student beheerst basisvaardigheden rekenen. De student weet welke
bedrijfsbeslissingen een organisatie heeft te nemen en welke onderwerpen in een ondernemingsplan aan de orde komen. De student benoemt
de onderdelen van een financieel plan en begrijpt de samenhang tussen
de onderdelen die er in voorkomen en kan alle onderdelen van het financieel plan toepassen De student toont aan inzicht te hebben in balansmutaties en kan financiële feiten verwerken in een eindbalans. De student begrijpt de gevolgen van een aantal financiële feiten voor de balans en de
winst- en verliesrekening en kent de verschillen tussen ontvangsten/opbrengsten en uitgaven/kosten De student kent en begrijpt het onderwerp
BTW.
De student beheerst basisvaardigheden rekenen. De student kent het belang van financiële kengetallen, kan deze berekenen, interpreteren en er
een waardeoordeel aan toekennen. De student weet het verschil tussen
vaste- en variabele kosten, begrijpt de noodzaak om inzicht te hebben in
de kosten en welke factoren de kostprijs beïnvloeden De student kent de
110
AVB-ONH1D.6
AVB-BPO1B.6
AVB-BPO1B.8
AVB-BPO1B.9
AVB-SLB1A.9
verschillende wijzen waarop de kosten berekend kunnen worden en kan
deze toepassen.
Presentatie
De student kiest drie onderwerpen uit de lessen waarover hij presenteert.
Per onderwerp komt het onderstaande aan de orde:

de student benoemt kennis over het onderwerp;

de student licht dit toe aan de hand van een relevant voorbeeld uit
eigen leven;

de student analyseert dit voorbeeld;

de student benoemt eigen sterktes met betrekking tot het onderwerp;

de student benoemt voornemen hoe zich in de toekomst verder te
ontwikkelen met betrekking tot dit onderwerp;

de presentatie bevat creatieve elementen;

de student presenteert in de ik-vorm;

de student bewaakt time management.
Presentatie opdracht vakbladen
 De student verantwoordt overtuigend waarom hij dit vakblad gekozen
heeft.
 De student geeft met relevante argumenten aan hoe de inhoud van de
artikelen relevant is voor het werkveld.
 De student geeft een juiste weergave van wat speelt in het werkveld
door een artikel nader toe te lichten aan medestudenten.
 De student beargumenteert welke aspecten van het beroep hem
interesseren.
Portfolio
 De student schetst een compleet, correct en realistisch beeld van het
werkterrein dat past bij de opleiding, waarin de uitkomsten van de
interviews en de beroependag aantoonbaar zijn meegenomen.
 De student benoemt minimaal vier relevante vakbladen en twee online
en twee offline netwerken.
 De student maakt gebruik van personeelsadvertenties en geeft op
basis daarvan een compleet en realistisch beeld van de competenties
van de beroepsbeoefenaar.
 De student geeft mogelijke relevante functies aan en geeft een
globaal beeld van taken en werkzaamheden behorend bij deze
functies.
 De student beschrijft minimaal twee trends in het vakgebied en levert
relevant bewijs hiervoor.
 De student maakt een goed gestructureerd, logisch opgebouwd
portfolio (voorpagina, inhoudsopgave, inleiding, conclusie/reflectie,
bronvermelding en bijlagen).
Product (documentaire, tentoonstelling of presentatie):
 De student heeft inzicht in het werkterrein dat past bij de opleiding en
de competenties die voor het uitvoeren van een beroep in het
werkveld nodig zijn en laat die aan de hand van het product zien.
Verplichte meeloopdag/ministage

De student loopt een dag mee bij een bedrijf dat aansluit bij zijn/haar
opleiding (ministage).

De student schrijft een verslag waarin hij het bedrijf en de
uitgevoerde werkzaamheden beschrijft.

De student schrijft een reflectie/conclusie.
Voorbereiding op bijeenkomsten/gesprek en actieve participatie.
111
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Bedrijfseconomie 1
Bedrijfseconomie 2
Code deeltentamen
AVB-BDE1B.1
AVB-BDE2B.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
T4
T5
Duur
90 minuten
90 minuten
Hulpmiddelen
rekenmachine NIET grafisch
rekenmachine NIET grafisch
Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Weging
17% binnen de gehele onderwijseenheid
17% binnen de gehele onderwijseenheid
Naam deeltentamen
Beroepsoriëntatie
Beroepsoriëntatie
Beroepsoriëntatie
Code deeltentamen
AVB-BPO1B.6
AVB-BPO1B.8
AVB-BPO1B.9
Toetsvorm
Presentatie
Portfolio
Meeloopdag/ministage
Individueel
Groepsopdracht
Ja + duo
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
P1/P3
P2/P4
P2/P4 (OW 8)
Herkansing
P1/P3 (OW 7), op
afspraak met docent
P2/P4 (OW 7), op afspraak met docent
P4/P2 (OW 8) volgend
semester of op eigen gelegenheid
Duur
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voldaan
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in een voldaan/niet voldaan.
16,5% binnen de
16,5% binnen de gegehele onderwijsn.v.t.
hele onderwijseenheid
eenheid
Naam deeltentamen
Ondernemendheid
Studieloopbaan
Code deeltentamen
AVB-ONH1D.6
AVB-SLB1A.9
Toetsvorm
Presentatie
Aanwezigheid en actieve participatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
2
Tentamenperiode
P1/P3
P2/P4
112
Herkansing
P3 (OW 9)
Volgend semester
Duur
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
PPT of Prezi toegestaan.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
v
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
16,5% binnen de gehele
onderwijseenheid
Bedrijfseconomie
Auteur: Heezen, A.A.W., titel: Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording, druk: 2, ISBN: 9789001805791, uitgever: Noordhoff
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
Bedrijfseconomie
Syllabus Bedrijfseconomie IB&C, SN-0728
Studieloopbaanbegeleiding
Studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding
16. Overige materialen
Ondernemendheid
Studiehandleiding Ondernemendheid
Beroepsoriëntatie
Studiehandleiding Beroepsoriëntatie
Vakblad
Individuele opdrachten
17. Activiteiten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:

hoorcollege
18. Werkvormen

werkcollege

discussiecollege

presentatiecollege
Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting:
19. Les-/contacturen
zie de studiehandleidingen.
Onderwijsweek
1 2 3
4 5 6 7 8
9 1 2 3 4 5 6 7 8
AVB-BDE1B
2 2 2
2 2 2 2
AVB-BDE2B
2 2 2 2 2 2 2
AVB-ONH1D
2 2 2
2 2 2 2 4
AVB-BPO1B
2 2
2
2 2 2 2 41
2 2 2 2 2 2 2 82
AVB-SLB1A
2 2 2
2 2 2 2
2 2 2 2 2 2 2
1 In onderwijsweek 8 wordt bij ADP-BPO de beroependag georganiseerd. Deze is verplicht.
2 Meeloopdag/ministage BPO. Deze is verplicht.
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
9
Semester 1 of semester 2
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
In overleg.
De lessen AVB-ONH1D zijn in halve groepen.
AVB-ONH1D.6: de presentatie omvat m.i.v. van dit studiejaar drie onderwerpen.
113
10
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t..
114
AVM1
Marketing 1
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Marketing 1 – AVM1
1.
Opleiding
CE, CO en SBRM
2.
Doelgroep
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1.
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketingactiviteiten in de uitvoerende sfeer.
4.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
5.
Beroepsproducten
Marketing 1
Portfolio
Studiepunten: 7,5
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is
Studielast:
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
28
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
21
21
2
187
189
210
Het niveau van deze OWE is: 1
De onderwijseenheid maakt deel uit van de ‘pijler’ marketing in de
opleiding.
115
8.
9.
Ingangseisen
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Van de colleges dient 75% gevolgd te worden, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend
aan het portfolio (zie de studiehandleiding).
Binnen deze OWE valt:
Marketing 1A – AVM1-MAO1A
Marketing 1A
Na het volgen van deze module weet je wat Marketing inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketing 1A aan bod.
4. Wat is Marketing?
5. Marketingplanning
6. De marketingomgeving
7. Koopgedrag
8. Marktonderzoek en marketinginformatie
9. Marktsegmentatie en positionering
Over deze onderwerpen worden actualiteiten en trends besproken. Je
verkrijgt inzicht in belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen
ervan voor het bedrijfsleven. Je gaat deze thema’s zelf onderzoeken en
je bevindingen mondeling en/of schriftelijk presenteren.
Daarnaast worden in deze module online-ontwikkelingen besproken. Er
worden verschillende aspecten van e-business behandeld en je gaat zelf
actief aan de slag met een aantal online tools.
Competenties CE 1, 3 en 4
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van
de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of
internationale markt op basis van relevante nationale en
internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of
internationaal opererende onderneming en het kunnen
onderbouwen van gemaakte keuzes.
Competenties CO 1 en 2

Analyseren en onderzoeken

Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid.
Competenties SBRM 1, 3, 4, 5 en 10

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.

Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van
de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of
internationale markt op basis van relevante nationale en
internationale trends.

Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of
internationaal opererende onderneming en het kunnen
onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.

Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit de marketing

beleid.
116

Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional).
11. Beoordelingscriteria
AVM1-MAO1A.1
AVM1-MAO1A.8
Student kent de theorie die inzicht geeft in de marketing, als omschreven in de verplichte literatuur:

wat is marketing;

strategieontwikkeling en marketingplanning;

de marketingomgeving;

koopgedrag;

marktonderzoek en marketinginformatie;

marktsegmentatie en positionering.
Student toont aan de theorie te kunnen toepassen middels het beantwoorden van verschillende casusvragen, past inzichten toe en herkent
theoretische modellen in praktijksituaties. Daarbij worden actualiteiten,
trends, belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen ervan voor
het bedrijfsleven betrokken.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Marketing 1V
Marketing 1V
Code deeltentamen
AVM1-MAO1A.1
AVM1-MAO1A.8
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Portfolio
Individueel
Ja
Duo, maar individueel beoordeeld
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
P1/P3
Herkansing
T4
Zie de studiehandleiding.
Duur
120 minuten
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
50% binnen de gehele onderwijs- 50% binnen de gehele onderwijseenheid
eenheid
Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de marketing, druk: 8, ISBN:
9789001817855, uitgever: Noordhoff
Auteur: Molenaar, C., titel: (e)marketing, druk: ISBN: 9789001782528,
uitgever: Noordhoff;
Auteur: Koeleman, H., titel: Twitteren op je werk, druk: , ISBN:
9789013064841, uitgever: Wolters Kramer.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
Handleiding Marketing (Scholar, Winkeltje)
17. Activiteiten
Studenten passen de aangeboden kennis toe in opdrachten.
18. Werkvormen
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:

Hoorcollege

Werkcollege

Discussiecollege
117

Presentatiecollege
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
AVM1-MAO1A
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer aangeboden wordt en
overgangsregeling
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1 2
3 4
4 4 4 4 4 4 4
Semester 1 of semester 2
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
5
6
7
8
9
In overleg
n.v.t.
n.v.t.
118
10
AVM2
Marketing 2
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Marketing 2 – AVM2
1.
Opleiding
CE, CO en SBRM
2.
Doelgroep
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1.
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketingactiviteiten in de uitvoerende sfeer.
4.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
5.
Beroepsproducten
Marketing 2
Presentatie
Studiepunten: 7,5
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45 minuten)
volgens lesrooster
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
24
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
18
4
3
28
21
2
187
189
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: 1
De onderwijseenheid maakt deel uit van de ‘pijler’ marketing in de
opleiding.
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Van de colleges
dient 75% gevolgd te worden, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend aan
de presentatie (zie de studiehandleiding).
119
Binnen deze OWE valt:
Marketing 2A – AVM2-MAO2A
9.
Algemene
omschrijving
Marketing 2A
Na het volgen van deze module weet je wat marketing inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketing 2 aan bod.

Productbeleid

Productontwikkeling

Prijsbeleid

Distributiebeleid

Detailhandel

Internationale Marketing
Over deze onderwerpen worden actualiteiten en trends besproken. Je
verkrijgt inzicht in belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen
ervan voor het bedrijfsleven. Je gaat deze thema’s zelf onderzoeken en je
bevindingen mondeling en/of schriftelijk presenteren.
Daarnaast worden in deze module online-ontwikkelingen besproken. Er
worden verschillende aspecten van e-business behandeld en je gaat zelf
actief aan de slag met een aantal online tools.
Competenties CE 1, 3, 4, 5, 8 en 10
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de
kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale
markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal
opererende onderneming en het kunnen onderbouwen van
gemaakte keuzes.
Opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het
marketingbeleid.
Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met
marketingdoelgroepen
Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert
als professional in het commerciële werkveld.
10. Competenties
Competenties CO 1 en 2

Analyseren en onderzoeken.

Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid.
Competenties SBRM 1, 3, 4, 5 en 10

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.

Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de
kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale
markt op basis van relevante nationale en internationale trends.

Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal
opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en
beargumenteren van gemaakte keuzes.

Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit de marketing

beleid.
120

Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional).
11. Beoordelingscriteria
AVM2-MAO2A.1
AVM2-MAO2A.6
Student kent de theorie die helpt bij het nemen van product- en prijsbeslissingen als omschreven in de verplichte literatuur.
Student kent de theorie die helpt bij het nemen van distributiebeslissingen
en is bekend met internationale marketing, als omschreven in de verplichte literatuur.
Student verzorgt een presentatie over een toegewezen stelling. Bij deze
stelling worden actualiteiten, trends, belangrijke maatschappelijke
thema’s en de gevolgen ervan voor het bedrijfsleven besproken. De student dient hierbij voldoende argumenten voor en argumenten tegen de
stelling te verzamelen en op basis van deze argumenten een analyse en
eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verdedigd of verworpen.
Hij maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronnen.
Binnen de presentatie wordt gekeken naar de keuze van de argumenten,
de onderbouwing, de analyse, de conclusie en originaliteit. Voorts spelen
overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik van correct en
zakelijke taal, non-verbale communicatie en samenwerking met de presentatie-partner een rol.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Marketing 2V
Marketing 2V
Code deeltentamen
AVM2-MAO2A.1
AVM2-MAO2A.6
Toetsvorm
Schriftelijke toets (schrapkaarttentamen)
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
2
Tentamenperiode
T2/T4
P2/P4
Herkansing
T5
Zie de studiehandleiding.
Duur
120 minuten
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
50% binnen de gehele onderwijs- 50% binnen de gehele onderwijseeneenheid
heid
Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de marketing, druk: 8,
ISBN: 9789001817855, uitgever: Noordhoff
Auteur: Molenaar, C., titel: (E)marketing, druk: .., ISBN:
9789001782528, uitgever: Noordhoff;
Auteur: Koeleman, H., titel: Twitteren op je werk, H. Koeleman, druk: ..,
ISBN: 9789013064841, uitgever: Wolters Kramer.
n.v.t.
121
16. Overige materialen
Handleiding Marketing (Scholar, Winkeltje)
17. Activiteiten
Studenten passen de aangeboden kennis toe in opdrachten.
18. Werkvormen
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:

Hoorcollege

Werkcollege

Discussiecollege

Presentatiecollege
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
AVM2-MAO2A
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer aangeboden wordt en
overgangsregeling
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
4
2
4
3
4
4
4
5
4
6
4
7
4
8
9
Semester 1 of semester 2
Deze OWE wordt aangeboden in periode 2 en 4.
In overleg
n.v.t.
n.v.t..
122
10
AVM3 Marketingcommunicatie 1
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Marketingcommunicatie 1 – AVM3
1.
Opleiding
CE, CO en SBRM
2.
Doelgroep
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1.
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende
sfeer.
4.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
5.
Beroepsproducten
Marketingcommunicatie 1
Marketingcommunicatieplan
Studiepunten: 7,5
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is
Studielast:
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
28
28
Samenhang met
andere OWE’s
21
2
420
Totaal
7.
21
187
210
Het niveau van deze OWE is: 1
De onderwijseenheid maakt deel uit van de ‘pijler’ marketing/
marketingcommunicatie in de opleiding.
123
8.
9.
Ingangseisen
Algemene
omschrijving
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Het marketingcommunicatieplan (AVM3-MCM1A.5) wordt pas nagekeken als er voldoende deelname is geweest in de voorbereidende lessen.
Binnen deze OWE vallen:
Marketingcommunicatie 1 – AVM3-MCM1A
Marketingcommunicatie 1A
Na het volgen van deze module weet je wat marketingcommunicatie inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketingcommunicatie 1A
aan bod.
Introductie Marketing en Communicatie
Reclame
PR Voorlichting
Sponsoring
Sales Promotions
Direct Marketing
Persoonlijke verkoop
Winkelcommunicatie
Evenementen
Digitale communicatiemiddelen intern
Digitale communicatiemiddelen extern
De student leert naar communicatie te kijken vanuit een zich ontwikkelende professie en de kennis van de marketingcommunicatie te verbinden aan de dagelijkse praktijk. Hij vertaalt dit in het maken van een marketingcommunicatieplan.
Competenties CE 8
Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen
Competenties CO 1 en 2

Analyseren en onderzoeken

Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid
10. Competenties
Competenties SBRM 1, 3, 4, 5 en 10

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.

Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van
de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of
internationale markt op basis van relevante nationale en
internationale trends.

Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of
internationaal opererende onderneming en het kunnen
onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.

Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit de marketing

beleid.

Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional).
11. Beoordelingscriteria
AVM3-MCM1A.1
De student kent de theorie die betrekking heeft op de marketingcommunicatietheorie, als omschreven in de verplichte literatuur.
124

AVM3-MCM1A.5
De student toont aan wat de plaats van marketingcommunicatie in
een bedrijf is.

De student geeft uitleg over merken en associaties.

De student geeft uitleg over de werking van
marketingcommunicatie.

De student duidt verschillende doelgroepen.

De student past de verschillende budgetmethoden toe en legt uit
waarom in welke situatie een bepaalde methode gehanteerd moet
worden.

De student toont aan kennis te hebben van het instrument reclame
en de daarmee samenhangende begrippen.

De student toont aan kennis te hebben van het instrument public
relations en de daarmee samenhangende begrippen.

De student toont aan kennis te hebben van het instrument
sponsoring en de daarmee samenhangende begrippen.

De student toont aan kennis te hebben van het instrument
vakbeurzen en de daarmee samenhangende begrippen.

De student geeft uitleg over de verschillen tussen B2B en B2C,
beschrijft reclame en reclameprocessen in bedrijven.

Student heeft kennis van alle communicatie-instrumenten, kent de
relevante aspecten en weet wanneer ze ingezet moeten worden.
De student schrijft een coherent en goed gestructureerd marketingcommunicatieplan. In de criteria zijn meegenomen: de verzorging, de beschrijving van de consument en het product, de marketingcommunicatiedoelgroepen, de marketingcommunicatie-doelstellingen, het voorlopig
budget, de beschrijving van de communicatiestrategie, de keuze van de
marketingcommunicatiemix en de uitwerkingen hiervan, de mediakeuze,
het definitief budget en de planning van de uitvoering en de evaluatie.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Marketingcommunicatie 1V
Marketingcommunicatie 1V
Code deeltentamen
AVM3-MCM1A.1
AVM3-MCM1A.5
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Opdracht
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
T2/T4
P2/P4
Herkansing
T5
Zie de studiehandleiding.
Duur
120 minuten
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
50% binnen de gehele onderwijs50% binnen de gehele onderwijseenheid
eenheid
Auteur: Berg, E. de, titel: Basisboek Marketingcommunicatie, druk: 2,
ISBN: 9789046903803, uitgever: Coutinho.
Auteur: Molenaar, C., titel: (E)marketing, druk: .., ISBN:
9789001782528, uitgever: Noordhoff;
125
Auteur: Koeleman, H., titel: Twitteren op je werk, H. Koeleman, druk: ..,
ISBN: 9789013064841, uitgever: Wolters Kramer.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
Handleiding Marketingcommunicatie
17. Activiteiten
Studenten passen de aangeboden kennis toe in opdrachten.
18. Werkvormen
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:

Hoorcollege

Werkcollege

Discussiecollege

Presentatiecollege
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
AVM3-MCM1A
1
2
2
2
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
3
2
4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6
2 2 2 2
2 2 2 2 2 2
Semester 1 of semester 2
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4.
7
2
8
9
In overleg
n.v.t.
n.v.t.
126
10
AVT
Talen
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Talen - AVT
1.
Opleiding
CE, CO, SBRM
2.
Doelgroep
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1.
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De student stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en
externe relaties en reflecteert daarop.
4.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
Beroepsproducten
Duits
Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie.
Engels
Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie.
Frans
Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie.
Nederlands
n.v.t.
Spaans
Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie.
5.
Studiepunten: 0
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
28
21
(aantal
lesuren x
0,75)
21
2
17
19
127
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
40
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid Talen sluit aan op Taal & Cultuur 3 in het 2e jaar.
Algemeen
Je hebt het eindexamen afgesloten met een voldoende eindcijfer voor Engels en Duits of Frans of Spaans.
Er geldt voor deze modulen een aanwezigheidsverplichting: bij beide modulen moet je minimaal zes van de zeven weken aanwezig zijn.
Binnen deze OWE vallen:
AVT-DUI1A
AVT-ENG1A
AVT-FRA1A
ATC1-NED1A
AVT-SPA1A
-
Duits 1A
Engels 1A
Frans 1A
Nederlands 1A
Spaans 1A
CE en CO: je volgt Engels en Duits of Frans of Spaans (afhankelijk van je
taalkeuze).
SBRM: je volgt Engels en Duits.
Voor ATC1-NED1A.1 worden geen lessen aangeboden; de module betreft
zelfstudie.
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Duits
AVT-DUI1A richt zich op de toepassing van de taal in een zakelijke context.
Engels
AVT-ENG1A richt zich op de toepassing van de taal in een zakelijke context.
Frans
AVT-FRA1A richt zich op de toepassing van de taal in een zakelijke context.
Nederlands
In de module ATC-NED1A komen spelling, interpunctie, stijl en basisgrammatica aan bod. Je bestudeert de stof zelfstandig.
Spaans
AVT-SPA1A richt zich op de toepassing van de taal in een zakelijke context.
Duits, Engels, Frans en Spaans
CE-/ SBRM-competentie 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. (Niveau B1, voor Spaans
A1+)
CO-competentie 4
Creëren en realiseren
Niveau B1
Nederlands
CE-competentie 10
Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld.
128
CO-competentie 4
Creëren en realiseren
SBRM-competentie 9
Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie)
11. Beoordelingscriteria
Duits
AVT-DUI1A.9
Past de Duitse taal correct toe in een zakelijke context.
Engels
AVT-ENG1A.9
Past de Engelse taal correct toe in een zakelijke context.
Frans
AVT-FRA1A.9
Past de Franse taal correct toe in een zakelijke context.
Nederlands
ATC1-NED1A.1
De student geeft aan of het onderstreepte (werk-)woord in de zin goed of
fout gespeld is.
De student voorziet zinnen van de juiste interpunctie.
De student bepaalt of gegeven zinnen stijlfouten bevatten.
Spaans
AVT-SPA1A.9
Past de Spaanse taal correct toe in een zakelijke context.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Duits 1
Engels 1
Frans 1
Code deeltentamen
AVT-DUI1A.9
AVT-ENG1A.9
AVT-FRA1A.9
Toetsvorm
actieve deelname
actieve deelname
actieve deelname
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
P2/P4
P2/P4
P2/P4
Herkansing
i.o.m. docent
i.o.m. docent
i.o.m. docent
Duur
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
voldaan
voldaan
voldaan
Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet
voldaan.
Weging
n.v.t.
Naam deeltentamen
Nederlands 1
Spaans 1
Code deeltentamen
ATC1-NED1A.1
AVT-SPA1A.9
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Basiscursus Nederlandse taal
Instaptoets/actieve deelname
n.v.t.
n.v.t.
129
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
T1/T3
Herkansing
T4
In overleg met docent
Duur
90 minuten
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
Voldaan
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet
voldaan.
Weging
n.v.t.
13. Verplichte literatuur
Engels:
Auteur: Marttin, R.K.M, titel: Engels idioom voor het EAO, druk: 2, ISBN:
9789066753174, uitgever: Walvaboek.
Duits:
Auteur: Vries, E. de, Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN:
9789001923518, uitgever: Noordhoff
Auteur: Wergen, J., titel: PONS Bürokommunikation Deutsch, druk: 1,
ISBN: 9783125618671, uitgever: Ernst Klett Verlag
Frans:
Auteur: Jambon, K., titel: Grammaticawijzer Frans, druk: 7, , ISBN:
9789054516804, uitgever: Intertaal
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
1
Duits
Studiehandleiding Duits
Engels
Studiehandleiding Engels
Frans Studiehandleiding Frans
Nederlands
Syllabus: Basiscursus Nederlandse taal - SN-0595
Spaans
Studiehandleiding Spaans
Bij alle talen zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid.
Daarnaast zijn er groepsopdrachten en presentaties waar je aan werkt.
werkcolleges
zelfstudie
130
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
AVT-DUI1A1
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVT-ENG1A1
AVT-FRA1A1
ATC1-NED1A
Zelfstudie
1
AVT-SPA1A
1 Je volgt Engels en een andere moderne vreemde taal.
20. Onderwijsperiode
Semester 1 of semester 2
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig jaar
23. Datum waarop de OWE
niet meer aangeboden
wordt en
overgangsregeling
1
2
2
2
2
2
2
2
3
2
2
2
4
2
2
2
5
2
2
2
6
2
2
2
7
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
8
9
10
De code van de toets ATC-NED1A.1 is gewijzigd in ATC1-NED1A.1;
geen inhoudelijke wijzigingen.
n.v.t..
131
VST1
Taal en cultuur V1
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Taal en cultuur V1 – VST1
1.
Opleiding
CE, CO en SBRM
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
5.
Beroepsproducten
Engels:
Nederlands:
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1.
Je hebt het eindexamen vwo afgesloten met een voldoende eindcijfer
voor Engels.
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur
van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak.
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur,
beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land.
n.v.t.
n.v.t.
Studiepunten: 7,5
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is.
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is.
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
n.v.t..
n.v.t..
132
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
210
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid VST1 hoort bij de doorlopende leerlijn talen.
Aanwezigheidsverplichting: n.v.t.
Heb je het eindexamen vwo afgesloten met een voldoende eindcijfer voor
Engels, dan ontvang je vrijstelling voor deze onderwijseenheid.
In deze onderwijseenheid zijn Nederlands en Engels ondergebracht. De
meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar
IB&C.
Engels 1 en 2
- ATC2-ENG1B en 2B
Engels 3 en 4
- BTC2-ENG3A en 4B
Nederlands 2, 3 en 4 - ATC1-NED2A, BTC1-NED3A en 4A
Engels 1B en 2B
De modulen Engels 1B en 2B richten zich op een toepassing in zakelijke
context van de vocabulaire en grammaticale kennis.
De student heeft inzicht in de opbouw van Engelse teksten.
In de modulen Engels 1B en 2B komen grammatica, idioom en Engelse
teksten en cultuur aan bod.
9.
Algemene
omschrijving
Engels 3A en 4B
De module Engels 3A richt zich op een toepassing in zakelijke context
van de kennis van de grammatica en op de leesvaardigheid van Engelse
en Amerikaanse teksten. Daarbij komen diverse onderwerpen aan bod.
De module Engels 4B richt zich op de spreekvaardigheid van het Engels
en een toepassing in zakelijke context van de kennis van de grammatica.
Daarbij komen diverse onderwerpen aan bod.
Nederlands 2A
In de module Nederlands 2A komt zakelijke correspondentie aan bod.
Wekelijks wordt theorie behandeld en worden zakelijke brieven besproken. De docent geeft feedback op de brieven die door studenten worden
geschreven.
Studenten die niet aanwezig zijn geweest tijdens de instructiecolleges van
Nederlands 2A, mogen ook geen uitwerking inleveren.
Nederlands 3A en 4A
De modules Nederlands 3A en 4A richten zich op het rapport en de verkooppresentatie.
Engels
Competentie CE/SBRM: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau B1 voor Engels
10. Competenties
Competentie CO: 4
Creëren en realiseren (niveau: A2/B1)
Niveau B1 voor Engels
Nederlands
Competentie CE: 10
133
Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld.
Competentie CO: 4
Creëren en realiseren
Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen
bereiken moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd
worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke
activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De
communicatiekundige organiseert en coördineert de
communicatieactiviteiten. Communicatieactiviteiten worden soms in
de vorm van projecten of in het kader van evenementen
georganiseerd. De organisator/projectleider is verantwoordelijk voor
de planning, briefing, draaiboek en de realisatie van de activiteiten en
voor de terugkoppeling van het resultaat naar de opdrachtgever.
Competentie SBRM: 9
Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk,
organisatie)
11. Beoordelingscriteria
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
BTC2-ENG3A.1
BTC2-ENG4B.1
BTC2-ENG4B.4
ATC1-NED2A.1
BTC1-NED3A.5
BTC1-NED4A.6
De student:
Past de Engelse grammatica correct toe.
Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands en
andersom.
Leest Engelse teksten en beantwoordt de (culturele) vragen correct.
Past de Engelse grammatica correct toe.
Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands
en andersom.
Leest Engelse teksten en beantwoordt de (culturele) vragen correct.
Past de Engelse grammatica correct toe.
Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands en
andersom.
Leest probleemloos Engelse teksten en beantwoordt de daarbij behorende vragen correct.
Past de Engelse grammatica correct toe.
Voert korte (telefoon-)gesprekken met aandacht voor de specifieke Engelse conventies in de zakelijke communicatie.
De student schrijft een zakelijke brief die gesteld is in begrijpelijke, passende en correcte taal en die is afgestemd op de doelgroep.
De student schrijft een rapport over een actueel onderwerp dat qua
structuur, spelling en stijl correct is en voldoet aan (een aantal)
formele eisen die er aan een rapport worden gesteld.
De student houdt een verkooppresentatie die voldoet aan de eisen
wat betreft verstaanbaarheid, formulering, opbouw, inhoud en nonverbale aspecten.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Engels 1B
Engels 2B
Code deeltentamen
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
134
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
T4
T5
Duur
90 minuten
90 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan.
12,5% binnen de gehele onder12,5% binnen de gehele onderwijswijseenheid
eenheid
Naam deeltentamen
Engels 3A
Engels 4B
Engels 4B
Code deeltentamen
BTC2-ENG3A.1
BTC2-ENG4B.1
BTC2-ENG4B.4
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Mondelinge toets
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
2
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
P2/P4
Herkansing
T4
T5
In overleg met docent
Duur
90 minuten
60 minuten
15 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan.
9% binnen de onder8% binnen de onder8% binnen de onderwijseenheid
wijseenheid
wijseenheid
Naam deeltentamen
Nederlands 2A
Nederlands 3A
Nederlands 4A
Code deeltentamen
ATC1-NED2A.1
BTC1-NED3A.5
BTC1-NED4A.6
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Zakelijke corres-pondentie en e-mail
Inleveropdracht
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Ja
1
1
Aantal examinatoren
Tentamenperiode
T2/T4
P1/P3 (OW 6)
P2/P4
Herkansing
T5
P2/P4 (OW 1)
P2/P4 (OW 7) van
volgend semester.
Duur
120 minuten
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
135
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan.
17% binnen de ge17% binnen de gehele 16% binnen de gehele
hele onderwijseenonderwijseenheid
onderwijseenheid
heid
Engels 1, 2, 3 en 4
Auteur: Voort, P.J. v.d., Basic Business Grammar. druk: 2, ISBN:
9789066753754, uitgever: Walva.
Auteur: Martin, R.K.M., titel: Engels idioom voor het EAO, druk: 2, ISBN:
9789066753174, uitgever: Walva.
Nederlands 2
Auteur: Palm-Hoebé, M., titel: Effectieve zakenbrieven, ook per e-mail,
druk: 5:, ISBN: 9789001768966, uitgever: Noordhoff.
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
Engels 1, 2, 3 en 4
Handout. Wordt uitgedeeld in de klas.
Reader Engels B-cluster IB&C Taal en Cultuur II 0716
16. Overige materialen
Nederlands 2, 3 en 4
Studiehandleiding Nederlands 1 en 2
Studiehandleiding Nederlands 3A en 4A
17. Activiteiten
n.v.t.
18. Werkvormen
n.v.t.
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
Engels
ATC2-ENG1B
ATC2-ENG2B
BTC2-ENG3A
BTC2-ENG4B
Nederlands
ATC1-NED2A
BTC1-NED3A
BTC1-NED4A
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
n.v.t..
n.v.t..
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
Semester 1 of semester 2
n.v.t..
n.v.t.
n.v.t..
136
VST2
Taal en cultuur V2
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Taal en cultuur V2 – VST2
1.
CE, CO en SBRM
Opleiding
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1.
Je hebt het eindexamen vwo afgesloten met een voldoende eindcijfer voor
Duits of Frans of Spaans.
2.
Doelgroep
Je hebt het eindexamen vwo niet met een voldoende voor Duits of Spaans
afgesloten of je hebt géén eindexamen in Duits, Frans of Spaans gedaan?
Zie dan de onderwijseenheid versneld Duits en versneld Spaans (VTC).
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van
zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur,
beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land.
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
5.
Beroepsproducten
Duits:
Frans:
Spaans:
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Studiepunten: 7,5
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
6.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is.
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Aantal klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
n.v.t..
n.v.t..
137
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is.
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
210
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid VST2 hoort bij de doorlopende leerlijn talen.
Aanwezigheidsverplichting: n.v.t.
Heb je het eindexamen vwo afgesloten met een voldoende eindcijfer voor
Duits of Frans of Spaans, dan ontvang je vrijstelling voor deze onderwijseenheid.
In deze onderwijseenheid zijn Duits, Frans en Spaans ondergebracht. De
meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar IB&C.
Duits 1, 2, 3 en 4
ATC3-DUR1A, ATC3-DUR2A,
BTC3-DUR3B, BTC3-DUR4B
Frans 1, 2, 3 en 4
ATC4-FRA1D, ATC4-FRA2C,
BTC4-FRA3D, BTC4-FRA4C
Spaans 1, 2, 3 en 4
ATC5-SPA1C, ATC5-SPA2C,
BTC5-SPA3C, BTC5-SPA4C
Duits 1A en 2A
In Duits 1 en 2 komen de basisgrammatica en de basiscorrespondentie aan
bod.
Duits 3B en 4B
De modules Duits 3B en 4B richten zich op: uitspraak, basistaalhandelingen
spreekvaardigheid en basisdialogen spreekvaardigheid.
Frans 1D, 2C, 3D en 4C
De modules Frans 1 en 2 richten zich op een toepassing in zakelijke context
van de grammaticale kennis.
10. Competenties
Spaans 1C, 2C, 3C en 4C
De modulen Spaans 1 en 2 richten zich op een toepassing in zakelijke context van de vocabulaire en grammaticale kennis.
Duits, Frans en Spaans
Competentie CE/SBRM: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen,
intern en extern, nationaal en internationaal.
Niveau A1+ voor Spaans
Niveau A2 voor Duits, Frans
Competentie CO: 4
Creëren en realiseren (niveau: A2/B1)
Niveau A1 voor Spaans
Niveau A2 voor Duits en Frans
138
11. Beoordelingscriteria
Duits
ATC3-DUR1A.1
-
ATC3-DUR2A.1
BTC3-DUR3B.4
BTC3-DUR4B.4
Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste geslacht in.
Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste meervoud in.
Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.t.t. in.
Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.v.t. in.
Vult de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.
Vult de juiste uitgang van een woord uit de “der”- of “ein”-groep
na een voorzetsel in.
Vult de juiste uitgang van het bijvoeglijk naamwoord in.
Vult de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in.
Vult/kruist het juiste vakwoord in/aan.
Schrijft in correct Duits aan de hand van trefwoorden een
eenvoudige e-mail in verband met het maken van een afspraak
of een reservering.
Schrijft in correct Duits aan de hand van tekstbouwstenen een
eenvoudige Anfrage, Angebot of Bestellung.
Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding.

Beheerst de basistaalhandelingen ten aanzien van correctheid,
fluency, samenhang en uitspraak.
Reproduceert standaardzinnen en -uitdrukkingen rondom de thema’s
Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren,
Terminvereinbarung en Messegespräche in één-op-één-situaties ten
behoeve van een correcte zakelijke communicatie in het Duits.
Past de uitspraak- en basisgrammaticaregels van het Duits correct toe.
Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding.
Past de basistaalhandelingen in het Duits rondom de thema’s
Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren,
Terminvereinbarung en Messegespräche in duo’s correct toe en weet
daarbij in taalgebruik te variëren.
Beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies rondom
alledaagse en semi-zakelijke thema’s in correct Duits met de nadruk
op het communicatieve karakter ervan.
Gebruikt de standaardzinnen rondom alledaagse en semizakelijke
thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatief karakter.
Formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige, maar
correcte zakelijke zinnen die tezamen een samenhangende tekst
vormen onder gebruikmaking van de juiste alledaagse en
semizakelijke woordenschat.
Past de grammatica van het Duits correct toe.
Beheerst de uitspraak van het Duits.
Vertoont communicatief correct gedrag door het juiste spreektempo, de
juiste spreekwijze, de juiste articulatie en intonatie, actief luisteren,
intercultureel gedrag en klantgericht handelen dat is afgestemd op de
Duitse zakelijke situaties.
Frans
139
ATC4-FRA1D.3
ATC4-FRA2C.1
BTC4-FRA4C.1
BTC4-FRA3D.4
Begrijpt de hoofdzaken in korte, heldere en eenvoudige boodschappen en
aankondigingen.
Begrijpt eenvoudige aanwijzingen (ERK-niveau A2).
Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe:

voorzetsels van tijd en plaats;

pour + infinitief, il faut, il vaut mieux + infinitief;

het bijvoeglijk naamwoord, de vergrotende trap;

de voornaamwoorden quel en en, de onbepaalde voornaamwoorden;

de toekomende tijd (futur simple, futur proche), gebiedende wijs,
passé composé.
Gebruikt en vertaalt zakelijk idioom correct.
Leest korte, eenvoudige teksten lezen.
Vindt specifieke voorspelbare informatie in eenvoudige, alledaagse teksten
zoals advertenties, menu's en dienstregelingen.
Begrijpt korte, eenvoudige, persoonlijke brieven (ERK-niveau A2).
Schrijft korte, eenvoudige notities en boodschappen op.
Schrijft een zeer eenvoudige persoonlijke brief, bijvoorbeeld om iemand
voor iets te bedanken (ERK-niveau A2).
Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe:

getallen;

het betrekkelijk voornaamwoord;

het persoonlijk voornaamwoord y;

de onbepaalde voornaamwoorden tous/toutes, chaque en chacun;

de trappen van vergelijking;

het wederkerende werkwoord;

de lijdende vorm;

de imparfait, de conditionnel. de gebiedende wijs;

décider de, venir de, il paraît que, c’est à;

depuis, pendant, quand, avant de.
Gebruikt en vertaalt zakelijk idioom correct.
Schrijft een korte, correct e-mail over een gegeven zakelijk onderwerp.
Beantwoordt vragen over (zakelijke) teksten over dagelijkse onderwerpen
correct.
Voert gesprekken en houdt presentaties in het Frans op ERK-niveau A2.
Geeft in het kort redenen en verklaringen voor meningen en plannen.
Neemt deel aan een vergadering over werkcondities en bespreekt vooraf
voorbereide argumenten.
Neemt deel aan een werkbespreking over een te houden beurs.
Spaans
ATC5-SPA2C.1
Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe te passen:

bepaalde en onbepaalde lidwoorden

vraagwoorden

persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden

hoofdtelwoorden t/m 100

rangtelwoorden

vervoeging in de tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden en
regelmatige wederkerende werkwoorden.

vervoeging van de onregelmatige werkwoorden ser, estar, tener en ir.

ontkenning (negación)

verkleinwoorden
140

voorzetsels

muy/mucho (erg/veel)
Gebruikt en vertaalt (zakelijk) idioom correct.
Schrijft korte, eenvoudige notities en boodschappen op.
Schrijft een zeer eenvoudige persoonlijke brief en/of dialoog.
Begrijpt de hoofdpunten wanneer in duidelijke uitgesproken standaardtaal
wordt gesproken over vertrouwde zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt en
beantwoordt vragen hierover correct. De onderwerpen zijn gerelateerd aan:
persoonlijk leven, familie, werk, directe omgeving en plaatselijke omgeving.

Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe:
o hoofdtelwoorden (t/m miljoenen);
o vervoeging in de tegenwoordige tijd van regelmatige en
onregelmatige werkwoorden en wederkerende werkwoorden;
o verschil tussen ser, estar en hay;
o beklemtoond bezittelijk voornaamwoord;
o aanwijzende en vragende voornaamwoorden;
o trappen van vergelijking: stellende, vergrotende en overtreffende
trap: regelmatige en onregelmatige vorm;
o bijwoorden;
o persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp;
o persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp;
o voegwoord si;
o mening geven met creer que;
o voornemens uiten met met ir a + hele werkwoord, pensar en querer;
o werkwoorden gustar en interesar;
o datum en tijd;
o voltooid tegenwoordige tijd met ‘pretérito perfecto’.

Gebruikt en vertaalt zakelijk idioom correct.

Beschrijft zaken in korte, eenvoudige zinnen. Beschrijft personen in
korte, eenvoudige zinnen. Beschrijft kort en eenvoudig een gebeurtenis
of ervaring.
Communiceert over eenvoudige en alledaagse zaken die hij/zij regelmatig
tegenkomt:

persoonlijke informatie

toekomstplannen voor de vakantie

beschrijvingen/acties uit de nabije verleden

een persoon beschrijven qua uiterlijk en karakter.
BTC5-SPA3C.3
BTC5-SPA4C.1
BTC5-SPA4C.4
Tentaminering
Naam deeltentamen
Duits 1A
Duits 2A
Duits 3B
Duits 4B
Code deeltentamen
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR2A.1
BTC3-DUR3B.4
BTC3-DUR4B.4
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Mondeling
Mondeling
Individueel
Ja
Ja
Ja
In duo’s
Aantal examinatoren
1
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
P1/P3
P2/P4
Herkansing
T4
T5
P1/P3
P2/P4
Duur
120 minuten
120 minuten
5 minuten
10 minuten
Hulpmiddelen
Schuiflat “Grammaticus”
Schuiflat “Grammaticus”
n.v.t.
n.v.t.
141
Minimum resultaat
voor behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ algemene aspecten
van cesuur
5.5
5.5
5.5
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria
resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan.
Weging
25% binnen de
gehele onderwijseenheid
25% binnen de
gehele onderwijseenheid
25% binnen de
onderwijseenheid
25% binnen de onderwijseenheid
Naam deeltentamen
Frans 1C
Frans 2C
Frans 4C
Frans 4C
Code deeltentamen
ATC4-FRA1D.3
ATC4-FRA2C.1
BTC4-FRA3D.4
BTC4-FRA4C.1
Toetsvorm
Luistertoets
Schriftelijk tentamen
Mondeling tentamen
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
1
Tentamenperiode
P1/P3 (OW 8)
T2/T4
P1/P3 (OW 8)
T2/T4
Herkansing
P3/P4 (OW 8)
T5
P3/P1 (OW 8)
T5
Duur
60 minuten
120 minuten
20 minuten
120 minuten
Hulpmiddelen
Geen
Grammaticawijzer
Frans
Geen
Grammaticawijzer
5.5
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat
voor behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten
van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria
resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan.
Weging
25% binnen de
gehele onderwijseenheid
25% binnen de gehele onderwijseenheid
25% binnen de
gehele onderwijseenheid
25% binnen de gehele onderwijseenheid
Naam deeltentamen
Spaans 2C
Spaans 3C
Spaans 4C
Spaans 4C
Code deeltentamen
ATC5-SPA2C.1
BTC5-SPA3C.3
BTC5-SPA4C.1
BTC5-SPA4C.4
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Luistervaardigheid
Schriftelijk tentamen
Mondeling tentamen
Individueel
Ja
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
1
Tentamenperiode
T2/T4
T1/T3
T2/T4
P2/P4
Herkansing
T5
T4
T5
P4 (OW 11)
Duur
120 minuten
60 minuten
120 minuten
30 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat
voor behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten
van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddeld van de criteria
resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
142
Weging
12. Verplichte
literatuur
50% binnen de
12,5% binnen de
12,5% binnen de 12,5% binnen de gegehele onderwijs- gehele onderwijs- gehele onderhele onderwijseeneenheid
eenheid
wijseenheid
heid
Duits 1 en 2
Auteur: Duijvesteijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, leerboek 1, druk: 1, ISBN: 9789066752948, uitgever: Walvaboek
Auteur: Duijvesteijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek 1, druk: 1, ISBN: 9789066752955 uitgever: Walvaboek
Auteur: Vries, E. de/Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN:
9789001923518, uitgever: Noordhoff
PONS Bürokommunikation Deutsch*, 9783125618671, laatste druk, Ernst Klett
Verlag (alleen voor Duits 2)
Frans
Auteur: Jambon, K., titel: Grammaticawijzer Frans, druk: 7, , ISBN:
9789054516804, uitgever: Intertaal
Auteur: Mitchell, M., title: Pour parler affaires; druk: 1, , ISBN: 9789460303418.
Spaans
Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, tekstboek, druk: 6, ISBN:
9789054516569, uitgever: Intertaal
Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, werkboek, druk: 6, ISBN:
9789054516576, uitgever: Intertaal
Spanish Grammar Reader, SN-0676
Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, Nederlands-Spaans, ISBN:
9789066488526, uitgever:Van Dale
Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, Spaans-Nederlands, ISBN:
9789066488533, uitgever: Van Dale
(via Insite /Talen te raadplegen)
13. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
14. Software
Duits
www.walvaboek.nl (ABC online)
Frans
WRTS (gratis beschikbaar via http://www.wrts.nl)
15. Overige
materialen
Duits
Studiehandleiding Duits 1 en 2
Syllabus SN-0671 Duits Grammatica (alleen voor Duits 1)
Syllabus SN-0652 Korrespondenz propedeuse (alleen voor Duits 2)
Syllabus SN-0717 Duits Redemittel Vorstellung und Empfang/ Telefonieren / Messegespräche
Syllabus SN-0672 Duits Spreekvaardigheid: Vorbereitende Geschäftskommunikation
Frans
Studiehandleiding Frans 1 en 2
Studiehandleiding Frans 3 en 4
Scholar IB&C Français
Spaans
Studiehandleiding Spaans 1 en 2 Propedeuse – SN….
Studiehandleiding Spaans 3 en 4 Propedeuse
143
16. Activiteiten
n.v.t.
17. Werkvormen
n.v.t.
18. Les/contacturen
Onderwijsweek
ATC3-DUR1A
ATC3-DUR2A
BTC3 DUR3B
BTC3 DUR4B
Frans
ATC4-FRA1C 1
ATC4-FRA2C 1
BTC4 FRA3D
BTC4 FRA4C
Spaans
ATC5-SPA1C
1 2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
n.v.t..
n.v.t..
ATC5-SPA2C
BTC5 SPA3C
BTC5 SPA4C
19. Onderwijsperiode
20. Maximaal aantal
deelnemers
21. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
22. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t..
Semester 1 of semester 2
n.v.t.
Codes zijn gewijzigd, wijzigingen in modulen Frans en Spaans.
n.v.t..
144
10
VTC
Taal en Cultuur versneld Spaans en Duits
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Taal en Cultuur versneld Spaans en Duits - VTC
1.
Opleiding
CE- en CO-opleiding
Je volgt alleen Duits of Spaans versneld als je niet in aanmerking komt voor
vrijstelling voor Taal en Cultuur V2 (VST2).
SBRM-opleiding
Je volgt alleen Duits versneld als je niet in aanmerking komt voor vrijstelling
voor Taal en Cultuur V2 (VST2).
2.
Doelgroep
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1.
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van
zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
Context van de beroepstaak.
De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context.
In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur,
beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land.
4.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
Beroepsproducten
Duits 1:
een mondelinge toets
Duits 2:
een mondelinge toets
Spaans 1 en 2: n.v.t.
Spaans 3 en 4: n.v.t.
5.
Studiepunten: 7,5
Studiepunten/
studielast
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
56
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
42
12
9
51
4
Geprogrammeerde
eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is
Studielast: Duits
155
145
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
159
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: 1
Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur versneld sluit aan op Taal & Cultuur
in het 2e jaar.
Spaans: geen aanwezigheidsplicht
Duits: voor het behalen van de toets BVC-DUV1B.9 en BVC DUV2B.9 (voldaan) geldt verplichte aanwezigheid voor de trainingen (zie de studiehandleiding).
Duits:
BVC-DUV1B en BVC-DUV2B
Spaans:
ATC5-SPA1C en ATC5-SPA2C
BTC5-SPA3C en BTC5-SPA4C
Duits 1 en 2
In Duits 1B versneld komt de basisgrammatica, de basisspreekvaardigheid
en de uitspraak aan bod.
Duits 2B versneld: vakwoordenschat, eenvoudige e-mails/brieven schrijven
en gesprekken voeren in alledaagse en zakelijke basissituaties.
Spaans 1C, 2C, 3C en 4C
De modulen Spaans 1C en 2C richten zich op een toepassing in zakelijke
context van de vocabulaire en grammaticale kennis.
Duits 1B versneld: schriftelijk eenvoudig en correct communiceren in alledaagse en zakelijke basissituaties op A1/A2-niveau, rekening houdend met
culturele verschillen.
Duits 2B versneld: mondeling eenvoudig en correct communiceren in alledaagse en zakelijke basissituaties op A1/A2-niveau, rekening houdend met
culturele verschillen.
10. Competenties
Competentie CE en SBRM: 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Duits 1 en 2: niveau A1/A2
Spaans 1 en 2: niveau A1
Spaans 3 en 4: niveau A1+
Competentie CO: 4
Creëren en realiseren
Duits 1 en 2: niveau A1/A2
Spaans 1 en 2: niveau A1
Spaans 3 en 4: niveau A1+
11. Beoordelingscriteria
BVC-DUV1B.1
Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste geslacht in.
Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste meervoud in.
Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.t.t. in.
Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.v.t. in.
Vult de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.
146
Vult de juiste uitgang van een woord uit de “der”- of “ein”-groep na
een voorzetsel in.
Vult de juiste uitgang van het bijvoeglijk naamwoord in.
Vult de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in.
BVC-DUV1B.4
BVC-DUV2B.1
BVC-DUV2B.4
ATC5-SPA2C.1
 Reproduceert standaardzinnen en -uitdrukkingen rondom de thema’s
Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren,
Terminvereinbarung en Messegespräche in één-op-één-situaties ten
behoeve van een correcte zakelijke communicatie met de juiste
uitspraak in het Duits.
 Past de uitspraak- en basisgrammaticaregels van het Duits correct toe.
 Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplcihte
aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven
in de studiehandleiding.
Vult/kruist het juiste vakwoord in/aan.
Schrijft in correct Duits aan de hand van trefwoorden een eenvoudige
e-mail in verband met het maken van een afspraak of een
reservering.
Schrijft in correct Duits aan de hand van tekstbouwstenen een
eenvoudige Anfrage, Angebot of Bestellung.
De student past basistaalhandelingen in het Duits rondom de
thema’s Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren,
Terminvereinbarung en Messegespräche in duo’s correct toe en
weet daarbij in taalgebruik te variëren.
 Beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies rondom
alledaagse en semi-zakelijke thema’s in correct Duits met de
nadruk op het communicatieve karakter ervan.
 Gebruikt de standaardzinnen rondom alledaagse en semizakelijke
thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatief
karakter.
 Formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige,
maar correcte zakelijke zinnen die tezamen een samenhangende
tekst vormen onder gebruikmaking van de juiste alledaagse en
semizakelijke woordenschat.
 Past de grammatica van het Duits correct toe.
 Beheerst de uitspraak van het Duits.
 Vertoont communicatief correct gedrag door het juiste
spreektempo, de juiste spreekwijze, de juiste articulatie en
intonatie, actief luisteren, intercultureel gedrag en klantgericht
handelen dat is afgestemd op de Duitse zakelijke situaties.
 Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte
aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals
omschreven in de studiehandleiding.
Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe:

bepaalde en onbepaalde lidwoorden;

vraagwoorden;

persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden;

zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden;

hoofdtelwoorden t/m 100;

rangtelwoorden;
147

BTC5-SPA3C.3
BTC5-SPA3C.1
BTC5-SPA4C.1
BTC5-SPA4C.4
vervoeging in de tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden en
regelmatige wederkerende werkwoorden;

vervoeging van de onregelmatige werkwoorden ser, estar, tener en ir;

ontkenning (negación);

verkleinwoorden;

voorzetsels;

muy/mucho (erg/veel).
Gebruikt en vertaalt (zakelijk) idioom correct.
Schrijft korte, eenvoudige notities en boodschappen op.
Schrijft een zeer eenvoudige persoonlijke brief en/of dialoog.
Begrijpt de hoofdpunten wanneer in duidelijke uitgesproken standaardtaal
wordt gesproken over vertrouwde zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt en
beantwoordt vragen hierover correct. De onderwerpen zijn gerelateerd aan:
persoonlijk leven, familie, werk, directe omgeving en plaatselijke omgeving.
Begrijpt leesteksten over vertrouwde zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt
en beantwoordt vragen hierover correct. De onderwerpen zijn gerelateerd
aan: persoonlijk leven, familie, werk, directe omgeving en plaatselijke omgeving.
De student past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe:

hoofdtelwoorden (t/m miljoenen);

vervoeging in de tegenwoordige tijd van regelmatige en onregelmatige
werkwoorden en wederkerende werkwoorden;

verschil tussen ser, estar en hay;

beklemtoond bezittelijk voornaamwoord;

aanwijzende en vragende voornaamwoorden;

trappen van vergelijking: stellende, vergrotende en overtreffende trap:
regelmatige en onregelmatige vorm;

bijwoorden;

persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp;

persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp;

voegwoord si;

mening geven met creer que;

voornemens uiten met met ir a + hele werkwoord, pensar en querer;

werkwoorden gustar en interesar;

datum en tijd;

voltooid tegenwoordige tijd met ‘pretérito perfecto’.
Gebruikt en vertaalt zakelijk idioom correct.
Beschrijft zaken in korte, eenvoudige zinnen.
Beschrijft personen in korte, eenvoudige zinnen.
Beschrijft kort en eenvoudig een gebeurtenis of ervaring.
Communiceert over eenvoudige en alledaagse zaken die hij/zij regelmatig
tegenkomt:

persoonlijke informatie;

toekomstplannen voor de vakantie;

beschrijvingen/acties uit de nabije verleden;

een persoon beschrijven qua uiterlijk en karakter.
Tentaminering
Naam deeltentamen
Duits V 1B
Duits V 1B
Duits V 2B
Duits V 2B
Code deeltentamen
BVC-DUV1B.1
BVC-DUV1B.4
BVC-DUV2B.1
BVC-DUV2B.4
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Mondeling tentamen
Schriftelijk tentamen
Mondeling tentamen
148
Individueel
Ja
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
P1/P3
T2/T4
P2/P4
Herkansing
T4
P3/P1
T5
P4/P2
Duur
120 minuten
5 minuten
120 minuten
10 minuten
Hulpmiddelen
Schuiflat ‘Grammaticus’
n.v.t.
Schuiflat ‘Grammaticus’
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet
voldaan.
25% van de on25% van de on25% van de on25% van de onderwijseenheid
derwijseenheid
derwijseenheid
derwijseenheid
Naam deeltentamen
Spaans 2C
Spaans 3C
Spaans 3C
Code deeltentamen
ATC5-SPA2C.1
BTC5-SPA3C.1
BTC5-SPA3C.3
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Leesvaardigheid
Luistervaardigheid
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
T2/T4
Herkansing
T4
T5
T5
Duur
120 minuten
90 minuten
60 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet
voldaan.
12,5% binnen de ge50% van de gehele
12,5% binnen de gehele
hele onderwijseenonderwijseenheid
onderwijseen-heid
heid
Naam deeltentamen
Spaans 4C
Spaans 4C
Code deeltentamen
BTC5-SPA4C.4
BTC5-SPA4C.1
Toetsvorm
Mondeling tentamen
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
P2/P4
T2/T4
Herkansing
T5
T5
Duur
30 minuten
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
5.5
149
Voorlopig cesuur/ Algeme-ne aspecten van
cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet
voldaan.
12,5% binnen de gehele onderwijs12,5% binnen de gehele onderwijseenheid
eenheid
Duits 1 en 2:
 Auteur: Duijvestijn, B.W.Th., Mangnus H.A.A , titel: Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, leerboek, druk: 1, ISBN 9789066752948,
uitgever: Walvaboek
 Auteur: Duijvestijn, B.W.Th., Mangnus H.A.A , titel: Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek, druk: 1, ISBN
9789066752955, uitgever: Walvaboek
 Auteur: Vries, E. de, Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1,
ISBN 9789001923518, uitgever: Noordhoff
 Syllabus SN-0671 Duits Grammatica
 Syllabus SN 0672 Duits Spreekvaardigheid Vorbereitende
Geschäftskorrespondenz
Alléén voor Duits 2:
 Auteur: Wergen, J., titel: PONS Bürokommunikation Deutsch,
Ernst Klett Verlag, ISBN 9783125618671

12. Verplichte
literatuur
Syllabus SN0717 Redemittel Deutsch in beruflichen Situationen
Spaans 1 en 2:

Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, tekstboek, druk: 6,
ISBN: 9789054516569, uitgever: Intertaal

Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, werkboek, druk: 6,
ISBN: 9789054516576, uitgever: Intertaal

Spanish Grammar Reader, SN-0676



Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, NederlandsSpaans, ISBN: 9789066488526, uitgever:Van Dale
Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, SpaansNederlands, ISBN: 9789066488533, uitgever: Van Dale
(via Insite /Talen te raadplegen)
Spaans 3 en 4:

Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, tekstboek, druk: 6,
ISBN: 9789054516569, uitgever: Intertaal

Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, werkboek, druk: 6,
ISBN: 9789054516576, uitgever: Intertaal

Spanish Grammar Reader, SN-0676



Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, NederlandsSpaans, ISBN: 9789066488526, uitgever:Van Dale
Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, SpaansNederlands, ISBN: 9789066488533, uitgever: Van Dale
(via Insite /Talen te raadplegen)
13. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
14. Software
www.walvaboek.nl (ABC online)
150
Spaans 1 en 2
Studiehandleiding Spaans 1 en 2 Propedeuse
Weekplanning SPA1 en SPA2 (zie Scholar IB&C - español)
15. Overige materialen
Spaans 3 en 4
Studiehandleiding Spaans 3 en 4 Propedeuse
Weekplanning SPA3 en SPA4 (zie Scholar IB&C - español)
Bij alle talen zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid. Daarnaast zijn er groepsopdrachten presentaties en portfolio’s waar de student
aan werkt. Hij/zij komt voorbereid (met gemaakt huiswerk en voorbereide
mondelinge opdrachten) naar de colleges.
Duits 1: in de wekelijkse lesuren wordt aandacht geschonken aan grammatica, basisspreekvaardigheid en uitspraak.
Duits 2: in de wekelijkse werkcolleges wordt aandacht besteed aan correspondentie, spreekvaardigheid en uitspraak.
16. Activiteiten
17. Werkvormen
Spaans 1 en 2: hoorcollege, werkcollege en zelfstudie.
Spaans 3 en 4: hoorcollege, werkcollege en zelfstudie.
18. Les-/contacturen
Onderwijsweek
BVC-DUV1A
BVC-DUV2A
1
4
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
2
4
3
4
4
4
5
4
6
4
7
4
ATC54 4 4 4 4 4 4
SPA1C/2C
BTC5SPA3C/4C
1 Mondeling tentamen, ca. 30 minuten per student
8
9
1
2
3
4
5
6
7
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
8
9
10
81
19. Onderwijsperiode
De onderwijseenheid wordt aangeboden in semester 1 of semester 2.
20. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
21. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
22. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
BVC-DUV1A.9 en BVC-DUV2A.9 vervallen.
De verplichte aanwezigheid is nu opgenomen bij BVC-DUV1B.4 en BVCDUV2B.4
De code ATC is gewijzigd in ATC5.
n.v.t.
151
BAE
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie (BAE)
1. Opleiding
Small Business & Retail Management
2. Doelgroep
Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1
3. Beroepstaak/
beroepstaken
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of
managen van een onderneming
4. Centrale beroepstaak
-
5. Beroepsproducten
n.v.t.
Studiepunten: 2,5
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
7. Studiepunten/ studie
last
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45 minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
21
0
0
0
0
0
0
0
28
3
0
21
2
0
0
0
47
0
0
49
3
70
Totaal
7. Samenhang met andere OWE’s
8. Ingangseisen
9. Algemene omschrijving
Het niveau van deze OWE is : 1
In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming.
De OWE Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie is een vervolg op de module Bedrijfseconomie uit het A-cluster.
Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie - BAEBEA1A
In de OWE Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie komen de basisbeginselen aan de orde die van belang zijn om inzicht te krijgen in de financiële consequenties van het starten en/of managen van een onderneming.
152
10. Competenties
Leerdoelen:
De student kan een compleet boekhoudkundig model opzetten.
De student kan aan de hand van boekingsdocumenten informatie
verwerken binnen het boekhoudkundig model.
De student kan de samenhang tussen balans, resultatenrekening en
liquiditeit aangeven.
De student kan financieringsmogelijkheden bepalen van een bedrijf.
De student kan diverse kostencalculaties maken.
De student kan kengetallen en ratio’s berekenen en interpreteren.
De student kan een analyse maken van een jaarrekening.
BAEBEA1A
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –
cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen
en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op
basis van relevante nationale en internationale trends.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het
marketingbeleid.
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
BAEBEA1A.1
-
-
Basisbegrippen boekhoudkundig model (kennen + toepassen): balans;
resultatenrekening (A.V.W.); kolommenbalans; grootboek; journaal en
journaalposten; dagboeken; decimale coderingssysteem; boekingsregels
(e.e.a. toegepast op de ondernemingsvorm eenmanszaak).
Student kent wettelijke (basis) eisen m.b.t. de bedrijfsadministratie
Student kan de samenhang tussen balans, A.V.W. en liquiditeit
aangeven;
De student kan (eenvoudige) kostencalculaties maken met
gebruikmaking van de vaste en variabele kosten en directe en indirecte
kosten. Uiteraard dient de student het hierbij gebruikte
begrippenapparaat te kennen.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie
Code deeltentamen
BAEBEA1A.1
Toetsvorm
Schriftelijke tentamen
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
T2/T4
Herkansing
T5
Duur
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
Weging
100%
153
13. Verplichte literatuur
BAEBEA1A
Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording – A.W.W. Heezen;
Noordhoff Uitgevers; 2e druk; isbn: 978-90-01-76209-4
+
Syllabus Bedrijfsadministratie SB&RM B-cluster
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
BAEBEA1A
In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd:
- Hoorcollege
- Werkcollege
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
BBBBEA2A.
1
2
20. Onderwijsperiode
B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE,
BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC
identiek aan de nieuwe OWE’s BEA, BPO en BRE.
23. Datum waarop de
OWE niet meer wordt
aangeboden en overgangsregeling
n.v.t.
2 3
2 2
4 5
2 2
6
2
7
2
8
9
10
1 2
2 2
3
2
4 5
2 2
6
2
7 8
2
9
154
10
BPO
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek (BPO)
1. Opleiding
Small Business & Retail Management
2. Doelgroep
Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau 1
3. Beroepstaak/
beroepstaken
4. Centrale
beroepstaak
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of
managen van een onderneming
5. Beroepsproducten
n.v.t.
-
Studiepunten: 2,5
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6. Studiepunten/ studie
last
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij
de (gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
7. Samenhang met andere OWE’s
8. Ingangseisen
Hoorcollege,
werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45 minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
21
0
0
0
0
0
0
0
28
3
0
21
2
0
47
0
3
49
Totaal
70
Het niveau van deze OWE is : 1
In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden
van belang bij het starten en/of managen van een onderneming.
geen
155
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek – BPOOPM1A
Onderwerpen Organisatie, personeel en Management:
inleiding organisatiekunde: begrippenkader, stromingen.
management
wisselwerking omgeving – organisatie; begrip strategie
planning en besluitvorming
arbeidsverdeling en coördinatie, organisatiestelsels
communicatie
cultuur
ethiek in organisaties
leidinggeven
gedrag van mensen in organisaties
9. Algemene omschrijving
10. Competenties
Leerdoelen:
Organisatie, personeel en management
De student kan:het begrippenkader voor de organisatiekunde beschrijven
en toepassen in eenvoudige casussen.
de belangrijkste stromingen in de organisatiekunde beschrijven.
het begrip management beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
de betekenis van omgeving en strategie voor interne organisatie
aangeven.
de betekenis van ethiek in relatie tot maatschappelijk verantwoord
ondernemen aangeven.
het begrip planning beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen.
het besluitvormingsproces beschrijven.
het begrip organisatie (arbeidsverdeling, coördinatie) beschrijven en
toepassen in eenvoudige casussen.
het begrip organisatiecultuur beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
het begrip communicatie beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
het begrip leidinggeven beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen.
elementen van gedrag in organisaties beschrijven, i.h.b.: motivatie,
perceptie, attitude.
BPOOPM1A
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –
cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen
en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
DC9: Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie).
156
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen
wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respectvoor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het
professioneel handelen.
De student is zich er van bewust dat, zowel privé als zakelijk, een morele visie
op zijn gedrag noodzakelijk is en is in staat om morele argumenten te formuleren en af te wegen en heeft de vaardigheid om het daaruit voortvloeiende besluit in gedrag om te zetten.
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
BPOOPM1A.1
-
Het begrippenkader voor de organisatiekunde beschrijven en toepassen in
eenvoudige casussen.
De belangrijkste stromingen in de organisatiekunde beschrijven.
Het begrip management beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
De betekenis van omgeving en strategie voor interne organisatie
aangeven.
De betekenis van ethiek in relatie tot maatschappelijk verantwoord
ondernemen aangeven.
Het begrip planning beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen.
Het besluitvormingsproces beschrijven.
Het begrip organisatie (arbeidsverdeling, coördinatie) beschrijven en
toepassen in eenvoudige casussen.
Het begrip organisatiecultuur beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
Het begrip communicatie beschrijven en toepassen in eenvoudige
casussen.
Het begrip leidinggeven beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen.
Elementen van gedrag in organisaties beschrijven, i.h.b.: motivatie,
perceptie, attitude.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek
Code deeltentamen
BPOOPM1A.1
Toetsvorm
Schriftelijke tentamen
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
T2/T4
Herkansing
T5
Duur
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
157
Weging
100%
13. Verplichte literatuur
BPOOPM1A
Auteur: Peter Thuis
Uitgever: Noordhoff
Titel: Toegepaste organisatiekunde
ISBN 978-90-01-79095-0
Vijfde druk
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
BPOOPM1A
In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd:
- Hoorcollege
- Werkcollege
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
BPOOPM1A
1
20. Onderwijsperiode
B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2 en 4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE, BPO
en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC identiek aan
de nieuwe OWE’s BAE, BPO en BRE.
23. Datum waarop de
OWE niet meer wordt
aangeboden en overgangsregeling
n.v.t.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
4
2
4
3
4
4
4
5
4
6
4
7
4
8
9
158
10
BRE
Recht
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Recht (BRE)
1. Opleiding
Small Business & Retail Management
2. Doelgroep
Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau 1
3. Beroepstaak/
beroepstaken
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of
managen van een onderneming
4. Centrale beroepstaak
-
5. Beroepsproducten
n.v.t.
Studiepunten: 2,5
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6. Studiepunten/ studie
last
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
28
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
21
0
0
0
0
0
0
0
28
3
0
21
2
0
47
0
49
70
Totaal
7. Samenhang met andere OWE’s
Het niveau van deze OWE is : 1
In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming.
8. Ingangseisen
nvt.
159
Recht - BREREC1A
Rechtsvormen onderneming; BV en NV
Overeenkomstenrecht; aanbod en aanvaarding, wilsovereenstemming,
handelingsonbekwaamheid, wilsgebreken en de gevolgen van nietnakoming;
Koopovereenkomst; koop, eigendomsoverdracht, conformiteit en
algemene voorwaarden;
Inleiding Omzetbelasting
Productaansprakelijkheid; risicoaansprakelijkheid, vereisten, producent;
Personeel; arbeidsovereenkomst, schade door werknemer, schade aan
werknemer en beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
Inleiding Loonbelasting
Intellectueel eigendom; octrooirecht, auteursrecht, merkenrecht en
handelsnaamrecht;
Faillissement; aspecten faillissement, faillissementspauliana; volgorde
van vorderingen, einde faillissement en suseance van betaling;
Personen- en Familierecht (Huwelijk en overlijden, gericht op huwelijkse
voorwaarden/ scheiding en overlijden ondernemer)
9. Algemene omschrijving
10. Competenties
Leerdoelen:
De student kan het onderscheid maken tussen verschillende
ondernemingsvormen en een keuze beargumenteren voor een bepaalde
rechtsvorm waarin een onderneming wordt opgestart;
De student kan een antwoord geven op verschillende problemen die
ontstaan bij de verkoop van goederen, met name bij meningsverschillen
met afnemers en kopers;
De student kan een verkoopfactuur inclusief BTW opstellen;
De student kan een inschatting maken van de risico’s die de verkoop
van goederen met zich meebrengt op het gebied van
productaansprakelijkheid;
De student kan een inschatting maken van de arbeidsrechtelijke en
fiscale gevolgen van het inhuren van werkkrachten cq het aannemen
van werknemers;
De student kan een inschatting maken van de bescherming die een
handelsnaam en producten genieten zowel nationaal als internationaal;
De student toont inzicht in de gevolgen van een falende onderneming en
kan aangeven wat de gevolgen van een faillissement of een surseance
van betaling voor een onderneming en de ondernemer zijn;
De student toont inzicht in het belang van huwelijkse voorwaarden voor
de ondernemer, in het bijzonder bij echtscheiding en kent het belang van
het opstellen van een testament voor de ondernemer, onder andere in
het kader van bedrijfsopvolging.
BREREC1A
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
- Competentieniveau 1 Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen,
rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in
producten of diensten
- Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming.
- Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst.
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional)
160
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen
wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
BREREC1A.1
- De student kan het onderscheid maken tussen verschillende
ondernemingsvormen en een keuze beargumenteren voor een bepaalde
rechtsvorm waarin een onderneming wordt opgestart;
- De student kan een antwoord geven op verschillende problemen die
ontstaan bij de verkoop van goederen, met name bij meningsverschillen
met afnemers en kopers;
- De student kan een verkoopfactuur inclusief BTW opstellen;
- De student kan een inschatting maken van de risico’s die de verkoop van
goederen met zich meebrengt op het gebied van
productaansprakelijkheid;
- De student kan een inschatting maken van de arbeidsrechtelijke en fiscale
gevolgen van het inhuren van werkkrachten cq het aannemen van
werknemers;
- De student kan een inschatting maken van de bescherming die een
handelsnaam en producten genieten zowel nationaal als internationaal;
- De student toont inzicht in de gevolgen van een falende onderneming en
kan aangeven wat de gevolgen van een faillissement of een surseance
van betaling voor een onderneming en de ondernemer zijn;
- De student toont inzicht in het belang van huwelijkse voorwaarden voor de
ondernemer, in het bijzonder bij echtscheiding en kent het belang van het
opstellen van een testament voor de ondernemer, onder andere in het
kader van bedrijfsopvolging.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Recht
Code deeltentamen
BREREC1A.1
Toetsvorm
Schriftelijke tentamen
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
T1/T3
Herkansing
T4
Duur
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
Weging
100%
13. Verplichte literatuur
BREREC1A
"Praktisch bedrijfsrecht", Mr. J.W.J. Fiers, uitgever Noordhoff uitgevers, ISBN
9789001814168, druk: 2
Wetteksten Hoger Onderwijs, onder redactie van Mw. Mr A.M.M.M. van Zeijl,
Noordhoff uitgevers, ISBN 9789001780074 (overigens steeds de laatste
versie)
161
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
BREREC1A
- Lessen in Powerpointpresentatie op Scholar;
- Verwijzingen naar internetbronnen;
- In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd:
- Hoorcollege
- Werkcollege
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
BREREC1A
1
4
20. Onderwijsperiode
B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE,
BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC
identiek aan de nieuwe OWE’s BAE, BPO en BRE.
2 3
4 4
4 5
4 4
6
4
7
4
8
9
10
1 2
3
4 5
6
7 8
9
10
23. Datum waarop de
OWE niet meer wordt
n.v.t.
aangeboden en overgangsregeling
BEO
Voorbereiding Eigen Onderneming
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Voorbereiding Eigen Onderneming (BEO)
1. Opleiding
Small Business en Retail Management
2. Doelgroep
3. Beroepstaak/beroepstaken
4. Centrale beroepstaak
Voltijd, propedeuse B-cluster, niveau 1
Voltijd, vwo-propedeuse, niveau 1
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming.
De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en
ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek.
BEOTWI1A
- Bedrijfsidee
5. Beroepsproducten
BEOBON1A/BEOBON2A
Plan van aanpak
- Vragenlijst
- Analyse
- Rapportage (fact sheet + reflectie)
BEOBAM1A
Portfolio
162
Studiepunten: 7,5
Geprogrammeerde eenheden voor
zelfwerkzaamheid / stage, docent
niet fysiek aanwezig.
6. Studiepunten/ studielast
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de
(gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
7. Samenhang met andere OWE’s
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Studiebegeleiding, stagebegeleiding
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
Excursies, studiereizen, beroependa-gen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens,
toetsen (niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in
groepjes
Overige activiteiten waarbij
de docent niet
fysiek aanwezig
is
Totaal
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
110
Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75)
83
13
10
9
7
132
100
110
110
Totaal
132
210
Het niveau van deze OWE is : 1
In de OWE Eigen Onderneming worden modules aangeboden die van belang bij het starten en/of managen van een onderneming.
8. Ingangseisen
Binnen deze OWE vallen :
- Ontwikkeling van een bedrijfsidee (BEOTWI1B)
- Onderzoeksvaardigheden (BEOBON1B)
- Analyse- en ondernemersvaardigheden (BEOBAM1B)
- Studieloopbaanbegeleiding (BEOSLB2A)
9. Algemene omschrijving
BEOTWI1A
In deze module werkt de student aan het bedenken van een bedrijfsidee
voor de module Student Company. Iedere les wordt hiertoe een stap gemaakt. Alle stappen worden uitgewerkt in een rapport dat aan het einde van
de module opgeleverd wordt.
Leerdoelen:
163
-
De student is in staat om kansdenken in te zetten om tot een
bedrijfsidee te komen.
De student is in staat om trends die passen bij het bedrijfsidee in kaart
te brengen en te analyseren.
De student is in staat om de gevonden trends te gebruiken om een
bedrijfsidee te verbeteren.
BEOBON1A/BEOBON2A
In deze module leert de student de theorie uit het A-cluster toepassen. De
student gaat zelf onderzoek doen: de student gaat een onderzoek opzetten,
de data verzamelen en de resultaten verwerken. De student maakt een
korte rapportage van het onderzoek. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en kwalitatief deel.
De onderwerpen die aan bod komen zijn:
- Het maken van een Plan van Aanpak
- Het uitvoeren van online verkennend onderzoek
- Het maken van een vragenlijst
- Werken met SPSS
- Interviews
Leerdoelen:
- De student kan een onderzoeksvraag vertalen naar een plan van
aanpak om (een deel van) de onderzoeksvraag te kunnen
beantwoorden.
- De student bereidt een kwalitatief en een kwantitatief
marktonderzoek voor en voert dit uit.
- De student voert, bij een kwantitatief onderzoek, op correcte wijze
gegevens in SPSS in en bewerkt en analyseert de gegevens hiermee
zodanig dat deze worden omgezet in relevante informatie.
- De student verwerkt bij kwalitatief onderzoek op correcte wijze
gegevens en analyseert deze om tot relevante informatie te komen.
- De student toont analytisch inzicht en probleemoplossend vermogen.
- De student kan op constructieve wijze een interview afnemen, waarbij
hij de juiste informatie kan verkrijgen.
- De student kan een vragenlijst formuleren waarmee hij relevante
informatie voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag achterhaalt.
BEOBAM1A
In deze module kom de student vanuit verschillende invalshoeken in aanraking met de alledaagse praktische aspecten van ondernemerschap.
Leerdoelen:
De student
- voert deskresearch uit
- neemt interviews af
- presenteert bevindingen op motiverende wijze
- doet via verschillende werkvormen praktische kennis op over
ondernemerschap en krijgt derhalve meer inzicht in het werkveld
BEOSLB1A
Tijdens de module Studieloopbaanbegeleiding B-cluster staan de volgende
onderwerpen centraal:
- Studievoortgang
- Sociale betrokkenheid bij de opleiding
- Inhoudelijke betrokkenheid bij de opleiding
164
-
Studiemotivatie
Overgang naar de hoofdfase.
Leerdoelen:
- De student beschrijft studiemotivatie technieken en past deze toe.
- De student beschrijft de relevantie van de onderwezen kennis,
- Vaardigheden en attitude in relatie tot het toekomstige beroep.
De student toont betrokkenheid bij de opleiding.
BEOTWI1A
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Competentieniveau 1 SBRM
Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met
klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten
Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming.
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –
cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en
bedreigingen op de lokale, nationale en.of internationale markt op basis van
relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 1: SBRM
Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –
cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.
Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en
bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven.
Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling.
10. Competenties
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes
Competentieniveau 1: SBRM
In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis
van een eenvoudig onderzoek.
Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen.
Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen.
Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie.
BEOBON1A/BEOBON2A
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek
Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Opstellen plan van aanpak voor een kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Maken van eenvoudige vragenlijst weliswaar aansluitend op de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwalitatief / kwantitatief onderzoek + verwerken data (SPSS). Opstellen eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen/beschrijvend niveau.
BEOBAM1A
165
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
DC9: Sociale en communicatieve competentie
BEOSLB1A
DC 9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie)
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional)
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
BEOTWI1A.7
Er zijn kansen in kaart gebracht op basis waarvan bedrijfsidee tot stand is
gekomen dat bruikbaar is voor de Student Company.
Voor het bedrijfsidee zijn relevante trends in kaart gebracht en geanalyseerd.
De relevante trends zijn gebruikt om het bedrijfsidee te verbeteren.
De resultaten in een eindpresentatie en rapport zijn op een dusdanige wijze
verwoord en gepresenteerd dat duidelijk is welk proces is doorlopen en wat
de inhoudelijke bevindingen zijn.
De student past de theorie over het plan van aanpak, enquêtes en meetniveau toe
De student voert analyses in SPSS uit die passen bij het meetniveau van
de (afhankelijke) variabele
De student presenteert de juiste tabellen, grafieken en samenvattende statistische maten.
De student concretiseert een plan van aanpak (A)
De student doet verkennend On- en Offline onderzoek (B)
De student formuleert een vragenlijst die aansluit bij de probleemstelling
met gebruikmaking van het verkennend onderzoek uit module onderzoek in
A cluster(C)
De student neemt de enquête af en verwerkt en analyseert de gegevens in
SPSS (D)
De student formuleert een interview vragenlijst met gebruikmaking van het
verkennend en kwantitatief onderzoek (E)
De student neemt interviews af en werkt deze uit (F)
De student verwerkt en analyseert interviews (G)
De student presenteert de resultaten uit producten ABCDEFG in een rapport, zodat deze inzichtelijk worden gemaakt voor de doelgroep (H)
Er is deskresearch gedaan naar praktische ondernemersthema’s. De deskresearch is uitgewerkt in een korte rapportage en gebaseerd op minimaal
15 bronnen.
De interviews hebben bijgedragen tot het thema en zijn correct en met diepgang uitgevoerd.
De deskresearch en de interviews zijn met de duopartner op professionele
wijze gepresenteerd aan de klas met behulp van verzorgde sheets en waarbij is voldaan aan de overige voorwaarden uit de handleiding.
Het gelezen boek is op levendige wijze gepresenteerd aan de klas met behulp van verzorgde sheets en waarbij is voldaan aan de overige voorwaarden uit de handleiding.
Het portfolio bevat 50 praktische ondernemerstips (do’s en dont’s). Per tip is
een bron aangegeven. Elke tip is voorzien van nadere uitleg en bij elke tip
BEOBON1A.1
BEOBON2A.5
BEOBAM1A.8
166
BEOSLB2A.9
is onderbouwd waarom voor deze tip is gekozen. De tips zijn zorgvuldig uitgewerkt. Er is een gevarieerde keuze gemaakt uit de kennis van het actualiteitencollege, de deskresearch & interviews van het eigen thema, de deskresearch & interviews van de thema’s van anderen, de gastcolleges, het eigen gelezen boek, boeken gelezen door anderen en eventuele andere
werkvormen.
Een actieve deelname aan de bijeenkomsten en gesprekken.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Business Onderzoek
Business Onderzoek
Trendwatching en innovatie
Code deeltentamen
BEOBON1A.1
BEOBON2A.5
BEOTWI1A.7
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Opdracht
Portfolio
Individueel
Ja
Groep
Groep en individueel
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
P2/P4 (OW6)
P2/P4
Herkansing
T4
P2/P4 (OW8)
P2/P4
Duur
120 min.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
Weging
16,6%
Naam deeltentamen
Business Analyse MKB
Studieloopbaanbegeleiding
BEOBAM1A.8
BEOSLB2A.9
Toetsvorm
Portfolio
Continuous assessment en/of
participatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
P2/P4
P1 en 2 of P3 en P4
Herkansing
2 weken na beoordeling
Vervangende opdracht
Duur
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voldaan
Code deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
16,6%
33,4%
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
n.v.t.
33,4%
167
Cijfers spreken. Brinkman, J. Wolters Noordhoff 5e druk, ISBN 978-90-0180245-5
Syllabus Statistiek
13. Verplichte literatuur
Eén boek van de BAM-literatuurlijst (zie studiehandleiding BAM)
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
Trends herkennen, begrijpen, gebruiken, creëren, F. Maenhoudt, ISBNnummer 978-90-807404-1-9
n.v.t.
SPSS versie 17
BEOBON1A/BEOBON2A
Projecthandleiding, syllabi, opdrachten uitgereikt in de klas.
BEOSLB2A.9
Studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding B-cluster
BEOBAM1A
Studiehandleiding
zie 18.
19. Les-/contacturen
De volgende werk/lesvormen worden aangeboden:
Projectwerk
Presentatiecollege
Werkcollege
Duowerk
Gastcollege
Groepsbijeenkomsten
Persoonlijke gesprekken
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
1
2
3
4
5
6
7
8
BEOBON1A
2
2
2
2
2
2
2
2
18. Werkvormen
BEOBON2A
*
BEOTWI1A
4
BEOBAM1A
1
BEOSLB2A*
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
5
4
4
4
2
9
10
1
2
3
4
5
6
7
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
4
2
2
2
2
2
2
8
9
10
2
2
2
2
Twee verplichte bijeenkomsten, één optionele groepsbijeenkomst en ten minste één individueel
gesprek.
20. Onderwijsperiode
B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
De naam van de OWE is veranderd van Voorbereiding Student Company
in Voorbereiding Eigen Onderneming. Onderliggende modules zijn niet veranderd.
168
23. Datum waarop de
OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling
n.v.t.
169
Bijlage 2: Gegevens Integrale Toets propedeutische fase
Small Business & Retail Management:
Titel integrale toets
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/beroepstaken
4.
(Beroeps)producten
5.
Studiepunten en/of samenval
met reguliere tentamens
7.
Samenhang met andere
integrale toetsen en
tentamens
Ingangseisen
8.
Algemene omschrijving
6.
Integrale toets 1 Propedeuse – IT1
SBRM
Voltijd, propedeuse
De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de
gestelde doelstellingen de marketing- en
marketingcommunicatie-activiteiten
Proeve van Bekwaamheid
o Businessplan
o Presentatie
Aan IT1 zijn géén studiepunten gekoppeld. Dit betreft
een eigen onderzoek van de examencommissie
(conform artikel 7.10, lid 2 van de WHW).
Bij IT1, de Proeve van Bekwaamheid, moeten kennis en
vaardigheden die in het A-cluster en B-cluster zijn
opgedaan, geïntegreerd worden toegepast.
Studenten moeten het A- en B-cluster hebben gevolgd.
Proeve van Bekwaamheid
Het doel van dit project is het opstellen van een
Business Plan. Met je projectgroep beslis je over een
product dat je wilt introduceren, beschrijf je de potentiële
markt, bereken je zowel de kosten voor productie en
marketing, alsmede de winst. Je beschrijft dit in een
Business Plan en je verzorgt een presentatie voor
potentiële investeerdersof retailers.
Competenties 1, 3, 4, 5, 7, 9 en 10
Initiëren en creëren van producten en diensten,
zelfstandig en ondernemend.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de
sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de
interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van
de waardeketen, en anderzijds van de kansen en
bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale
markt op basis van relevante nationale en internationale
trends.
9.
Competenties
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een
nationaal of internationaal opererende
onderneming en het kunnen onderbouwen en
beargumenteren van gemaakte keuzes.
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen
vanuit het marketingbeleid.
Communiceren in meer talen en rekening houdend met
culturele verschillen, intern en extern, nationaal en
internationaal.
Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen
in het commerciële werkveld.
170
10.
Beoordelingscriteria
IT1 PVB1A.0
11.
Integrale toetskenmerken en –
vormen
Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met
zichzelf voert als professional in het commerciële
werkveld..
De student:
 schrijft een interne analyse die voldoet aan de in de
handleiding geformuleerde criteria;
 schrijft een externe analyse die voldoet aan de in de
handleiding geformuleerde criteria;
 schrijft een marketingplan dat voldoet aan de in de
handleiding geformuleerde criteria;
 schrijft een financieel plan dat voldoet aan de in de
handleiding geformuleerde criteria;
 schrijft een verslag dat getuigt van ‘haalbaarheid’;
 levert een verslag in waarin een conclusie is
opgenomen, dat er verzorgd uitziet, in correct
Nederlands is geschreven en voorzien is van een
samenvatting in het Engels en bronvermelding;
 houdt een presentatie die voldoet aan de richtlijnen,
waarin elk groepslid voldoende spreektijd krijgt. De
presentatie wordt beoordeeld op:
o correcte weergave inhoud rapport
o presentatie is afgestemd op de doelgroep
o presentatie voldoet wat betreft taalgebruik
o adequate reactie op vragen, zowel in het
Nederlands als in het Engels;
 beoordeelt medegroepsleden op:
o Initiatief, uitwerking van ideeën
o Participatie (groepsdiscussies: deed hij/zij
zijn/haar zegje?)
o Bijdrage en taakgerichtheid: (bood hij/zij zelf aan
om bepaalde taken te doen of moest hem/haar
dat altijd eerst gevraagd worden?)
o Verantwoordelijkheid voor de resultaten van het
team
o Communicatie (feedback, actief luisteren, enz.)
IT1 PvB1A.0 betreft een project.
IT1 SLB2A betreft een doorlopende beoordeling binnen
een semester.
Tentaminering IT1
Naam deeltentamen
Proeve van Bekwaamheid
Code deeltentamen
IT1 PVB1A.0
Toetsvorm
Schriftelijk en mondeling
Individueel
Groep met deels individuele beoordeling
Aantal examinatoren
3
Toetsperiode
Semester 1
Periode 2 week 10: studenten die in februari zijn gestart.
Semester 2
Periode 4 week 10: studenten die in september zijn gestart.
171
Herkansing
Periode 4 week 10 of periode of 2 week 10 (2014-2015)
Duur
1 week
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten
van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,010,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
100%
12.
Marketing

Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de
marketing, druk: 8, ISBN: 9789001817855, uitgever:
Noordhoff

Syllabus Marketing B-cluster, SN-0726
Verplicht en aanbevolen
materiaal
Marketingcommunicatie

Auteur: Berg, E. de, titel: Basisboek
Marketingcommunicatie, druk: 2, ISBN:
9789046903803, uitgever: Coutinho.
Bedrijfseconomie

Auteur: Heezen, A.A.W., titel: Bedrijfsbeslissingen en
financiële verantwoording, druk: 2, ISBN:
9789001805791, uitgever: Noordhoff
13.
Onderwijsperiode
Projecthandleiding Proeve van Bekwaamheid
Semester 1 of 2
172
IT1V - Integrale toets 1 vwo-propedeuse voltijd
Small Bussiness & Retail Management:
Titel integrale Toets
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
Integrale toets 1 Propedeuse – IT1
SBRM
Voltijd, vwo-propedeuse
DE SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen
de gestelde doelstellingen de marketing- en
marketingcommunicatieactiviteiten
3.
Beroepstaak/beroepstaken
4.
(Beroeps)producten
Proeve van Bekwaamheid
o Businessplan
o presentatie
5.
Studiepunten en/of samenval met
reguliere tentamens
Aan IT1V zijn géén studiepunten gekoppeld.
6.
Samenhang met andere integrale
toetsen en tentamens
7.
Ingangseisen
8.
Algemene omschrijving
9.
Competenties
Bij IT1V, de Proeve van Bekwaamheid, moeten
kennis en vaardigheden die in het A-cluster en
B-cluster zijn opgedaan, geïntegreerd worden
toegepast.
Studenten moeten de vwo-propedeuse hebben
gevolgd.
Proeve van Bekwaamheid
Het doel van dit project is het opstellen van een
Business Plan. Met je projectgroep beslis je
over een product dat je wilt introduceren,
beschrijf je de potentiële markt, bereken je
zowel de kosten voor productie en marketing,
alsmede de winst. Je beschrijft dit in een
Business Plan en je verzorgt een presentatie
voor potentiële investeerdersof retailers.
Competenties 1, 3, 4 en 5
Initiëren en creëren van producten en diensten,
zelfstandig en ondernemend.
Vaststellen voor een onderneming van
enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van
een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen,
en anderzijds van de kansen en bedreigingen
op de lokale, nationale en.of internationale
markt op basis van relevante nationale en
internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een
nationaal of internationaal opererende
onderneming en het kunnen onderbouwen en
beargumenteren van gemaakte keuzes.
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen
vanuit het marketingbeleid.
10.
Beoordelingscriteria
173
IT1V PVB1A.0
11.
Integrale toetskenmerken en –vormen
De student:
•
schrijft een interne analyse die voldoet
aan de in de handleiding geformuleerde
criteria;
•
schrijft een externe analyse die voldoet
aan de in de handleiding geformuleerde
criteria;
•
schrijft een marketingplan dat voldoet aan
de in de handleiding geformuleerde
criteria;
•
schrijft een financieel plan dat voldoet aan
de in de handleiding geformuleerde
criteria;
•
schrijft een verslag dat getuigt van
‘haalbaarheid’;
•
levert een verslag in waarin een conclusie
is opgenomen, dat er verzorgd uitziet, in
correct Nederlands is geschreven en
voorzien is van bronvermelding;
•
houdt een presentatie die voldoet aan de
richtlijnen, waarin elk groepslid voldoende
spreektijd krijgt. De presentatie wordt
beoordeeld op:
o correcte weergave inhoud rapport
o presentatie is afgestemd op de
doelgroep
o presentatie voldoet wat betreft
taalgebruik
o adequate reactie op vragen
•
beoordeelt medegroepsleden op:
o Initiatief, uitwerking van ideeën
o Participatie (groepsdiscussies: deed
hij/zij zijn/haar zegje?)
o Bijdrage en taakgerichtheid: (bood
hij/zij zelf aan om bepaalde taken te
doen of moest hem/haar dat altijd eerst
gevraagd worden?)
o Verantwoordelijkheid voor de resultaten
van het team
o Communicatie (feedback, actief
luisteren, enz.)
IT1V PvB1A.0 betreft een project.
Tentaminering IT1
Naam deeltentamen
Proeve van Bekwaamheid
Code deeltentamen
IT1V PVB1A.0
Toetsvorm
Schriftelijk en mondeling
Individueel
Groep met deels individuele beoordeling
Aantal examinatoren
3
Toetsperiode
Semester 1
Periode 2 week 10: studenten die in september
met de vwo-propedeuse zijn gestart.
174
Herkansing
Semester 2
Periode 4 week 10: studenten die in februari met
de vwo-propedeuse zijn gestart.
Periode 4 week 10 of periode of 2 week 10
(2014-2015)
Duur
1 week
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het
gewogen gemiddelde van de criteria resulterend
in een cijfer van 0-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
100%
Marketing

Boek: Grondslagen van de marketing, B.
Verhage, ISBN: 9789001765415, druk: 7,
Noordhoff

Syllabus Marketing B-cluster
12. Verplicht en aanbevolen materiaal
Marketingcommunicatie

Basisboek Marketingcommunicatie, E. de
Berg, ISBN: 9789046902349, 1e druk,
Coutinho.
Bedrijfseconomie

Bedrijfsbeslissingen en financiële
verantwoording. A.A.W. Heezen, 978-9001-80579-1 2e druk. Noordhoff
13. Onderwijsperiode
Projecthandleiding Proeve van Bekwaamheid
Semester 1 of 2
175
Bijlage 3: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen
van de propedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale
toetsen
In deze bijlage zijn de volgende tabellen opgenomen:
1. Gelijkstellingstabel tentamens / onderwijseenheden
A. propedeuse voltijd
B. vwo-propedeuse
2. Sleperstentamens en conversietabel
A. propedeuse voltijd
B. vwo-propedeuse
3. Overeenkomstige (deel)tentamens van verschillende opleidingen
A. Overeenkomstige (deel)tentamens van de opleidingen CE (vt/dt/du), CO, IBL, SBRM en
FB, van toepassing voor studenten die switchen tussen studiejaar 2013-2014 en
studiejaar 2014-2015
B. Overeenkomstige (deel)tentamens van de opleidingen CE (vt), CO, IBL en SBRM, van
toepassing voor studenten die switchen tijdens het studiejaar 2014-2015
1. Gelijkstellingstabel tentamens / onderwijseenheden
In onderstaande tabellen is aangegeven welke onderwijseenheden uit eerdere studiejaren
gelijkgesteld worden aan onderwijseenheden uit het huidige studiejaar. Deze tabel is alleen van
toepassing op onderwijseenheden die in voorgaande studiejaren zijn afgerond. Deze tabel is dus
niet van toepassing op onderwijseenheden uit eerdere studiejaren die niet zijn afgerond.
1A. Gelijkstellingstabel propedeuse VT 2014-2015
Zie de OER en/of studiegidsen van de genoemde studiejaren voor een beschrijving van de
onderwijseenheid en de (deel)tentamens.
Onderwijseenheden 2014-2015
Naam
AMM1
Marketing 1
AMM2
Marketingcommunicatie
en Online Business 1
AMM én ADP
ABO1
Business & Onderzoek:
Bedrijfseconomie 1 en 2
Business & Onderzoek:
Onderzoek 1
De professional
ABO
Marketing en
Marketingcommunicatie
I
Marketing en
Marketingcommunicatie
I en
De professional
Business & Onderzoek
ABO
Business & Onderzoek
ADP en ABO
Taal en Cultuur
Nederlands 1 en 2
Taal en Cultuur Engels 1
en 2
Taal en Cultuur Duits 1 en
2
ATC
De professional en
Business & Onderzoek
Taal & Cultuur I
ATC
Taal & Cultuur I
ATC
Taal & Cultuur I
ABO2
ADP1
ATC1
ATC2
ATC3
Onderwijseenheden
die gelijkgesteld
zijn aan
onderwijseenheden
2014-2015
AMM
Naam
176
ATC4
ATC
Taal & Cultuur I
ATC
Taal & Cultuur I
BMO1
Taal en Cultuur Frans 1
en 2
Taal en Cultuur Spaans 1
en 2
Marketing 2
BMO
BMO2
Marketingcommunicatie 2
BMO
BTC1
BTC
BTC
Taal & Cultuur II
BTC
Taal & Cultuur II
BTC
Taal & Cultuur II
BTC
Taal & Cultuur II
BSC
BRE
Taal en Cultuur
Nederlands 3 en 4
Taal en Cultuur Engels 3
en 4
Taal en Cultuur Duits 3 en
4
Taal en Cultuur Frans 3
en 4
Taal en Cultuur Spaans 3
en 4
Voorbereiding Eigen
Onderneming
Bedrijfsadministratie &
Bedrijfseconomie
Organisatie, Personeel,
Management & Ethiek
Recht
Marketing en
Marketingcommunicatie
II
Marketing en
Marketingcommunicatie
II
Taal & Cultuur II
Voorbereiding Student
Company
Onderneming en
Organisatie
Onderneming en
Organisatie
Onderneming en
Organisatie
IT1
Integrale toets 1
ATC5
BTC2
BTC3
BTC4
BTC5
BEO
BAE
BPO
BOO
BOO
BOO
1B. Gelijkstellingstabel vwo-propedeuse 2014-2015
Zie de OER en/of studiegidsen van de genoemde studiejaren voor een beschrijving van de
onderwijseenheid en de (deel)tentamens.
Afstuderen/
studiejaar
Propedeuse
2014-2015
2013-2014
STP
2012-2013
AVM1 - 7,5 stp
AVM2 – 7,5 stp
AVM3 – 7,5 stp
AVM1 - 7,5 stp
AVM2 – 7,5 stp
AVM3 – 7,5 stp
60
AVM – 22,5 stp
AVB – 7,5 stp
AVT – 7,5 stp
AVB – 7,5 stp
AVT – 7,5 stp
AVB – 7,5 stp
AVT – 7,5 stp
BAE – 2,5 stp
BPO – 2,5 stp
BRE – 2,5 stp
BOO – 7,5 stp
BOO – 7,5 stp
BEO – 7,5 stp
BSC – 7,5 stp
BSC – 7,5 stp
VST1 – 7,5 stp
VST2 – 7,5 stp1
of VTC
VST1 – 7,5 stp
VST2 – 7,5 stp1
of VTC
ATC – 7,5 stp
BTC – 7,5 stp
177
Afstuderen/
studiejaar
1
2014-2015
2013-2014
STP
2012-2013
VST2 kan vervangen worden door VCT.
AVB
AVB
AVM AVM1 AVM2 AVM3 AVT
VST1 VST2 VTC
versneld
ATC
BTC
-
Business
Business & Onderzoek
Marketing en Marketingcommunicatie
Marketing 1
Marketing 2
Marketingcommunicatie 1
Talen
Taal en Cultuur V1
Taal en Cultuur V2
Taal en Cultuur versneld Duits en Spaans
BOO Onderneming en Organisatie
BSC
Voorbereiding Student
Company
BEO Voorbereiding Eigen Onderneming
BRE
Recht
BPO
Organisatie, Personeel,
Management & Ethiek
BAE
Bedrijfsadministratie &
bedrijfseconomie
Taal & Cultuur 1
Taal & Cultuur 2
2. Sleperstentamens en conversietabel
In de onderstaande tabellen wordt informatie gegeven over sleperstentamens en over conversies:
 Sleperstentamens: dit zijn (deel)tentamens die in studiejaar 2014 – 2015 geen onderdeel
meer uitmaken van de tentaminering van de onderwijseenheden. Studenten die in studiejaar
2013 – 2014 of eerdere jaren één of meerdere van deze (deel)tentamens niet met goed
gevolg hebben afgelegd, worden in studiejaar 2014 – 2015 in de gelegenheid gesteld om
deze alsnog rechtsgeldig af te leggen. Indien in studiejaar 2014 – 2015 één of meerdere van
deze (deel)tentamens met goed gevolg worden afgelegd, kan daarmee het tentamen met
goed gevolg zijn afgelegd zoals beschreven in de onderwijseenheden van de Onderwijs en
Examenregeling van 2013 – 2014. In onderstaande tabel is de naam van de
onderwijseenheid en de naam van het (deel)tentamen opgenomen waarvoor bovenstaande
regeling in studiejaar 2014 – 2015 geldt.
 Conversies: dit zijn (deel)tentamens die in studiejaar 2014 – 2015 een nieuwe code hebben
gekregen. In onderstaande tabel is aangegeven welke codes van (deel)tentamens uit 20132014 gelijkgesteld zijn aan (deel)tentamens uit 2014-2015.
2A. Slepers- en conversietabel propedeuse
A-cluster
Code 2013-2014
ABO-ATR1A.8
Code 2014-2015
ADP-ATR1A.8
ABO-ONZ1B.0
-
ABO-ONZ1B.1
ABO-ONZ1B.5
ABO2-ONZ1C.1
-
ABO-BDE1B.1
ABO-BDE2B.1
ADP-ONH1C.1
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE2B.1
-
ADP-ONH1C.6
-
Toelichting
Geen inhoudelijke wijzigingen, module is opgenomen
in andere OWE
ABO-ONZ1B.0 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Zie studiegids
ABO-ONZ1B.5 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Geen wijzigingen
Geen wijzigingen
ADP-ONH1C.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite..
ADP-ONH1C.6 vervalt.
178
AMM-MKT1A.1
-
AMM-MKT2A.1
-
AMM-MKT1A.6
AMM-MKT1A.8
AMM-MKT2A.6
AMM-MKT2A.8
AMM-MCO1B.1
AMM1-MKT1B.6
AMM1-MKT1B.8
AMM1-MKT2B.6
AMM1-MKT2B.8
-
AMM-MCO2B.1
-
ADP-ONL1B.8
ATC-NED1A.1
ATC-NED2A.1
ATC-ENG1B.1
ATC-ENG2B.1
ATC-DUR1A.1
ATC-DUR2A.1
ATC-FRA1C.3
AMM2-ONL1B.8
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED2A.1
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR2A.1
-
ATC-FRA2C.4
-
ATC-FRA2C.1
ATC-SPA2C.1
ATC4-FRA2C.1
ATC5-SPA2C.1
B-cluster
Code 2013-2014
BMO MKT3A.1
BMO MKT3A.6
Code 2014-2015
BMO1 MKT3B.6
BMO MKT3A.8
BMO1 MKT3B.8
BMO MKT4A.1
BMO MKT4A.6
BMO1 MKT4B.6
BMO MKT4A.8
BMO1 MKT4B.8
BMO MCO3B.1
BMO2 MCO3B.1
BMO MCO3B.7
BMO2 MCO3B.7
BTC ENG3A.1
BTC2 ENG3A.1
BTC ENG4B.1
BTC2 ENG4B.1
BTC ENG4B.4
BTC2 ENG4B.4
BTC DUR3B.4
BTC3 DUR3B.4
Herkansen in P2 in na opgave bij teamtrekker,
Jacqueline van Schalm
Zie de slepersinfo
AMM-MKT1A.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite
AMM-MKT2A.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
AMM-MCO1B.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
AMM-MCO2B.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
ATC-FRA1C.3 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
ATC-FRA2C.4 vervalt,
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Toelichting
Laatste keer in T1 en T3
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Laatste keer in T1 en T3
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
179
BTC DUR4B.4
BTC3 DUR4B.4
BTC NED3A.5
BTC1 NED3A.5
BTC NED4A.6
BTC1 NED4A.6
BOOBEA2A.1
BOOREC1A.1
BOOOPM1B.1
BSCBON1A.1
BSCBON2A.5
BSCTWI1A.7
BSCBAM1A.8
BSCSLB1A.9
BAEBEA1.1
BREREC1A.1
BPOOPM1A.1
BEOBON1A.1
BEOBON2A.5
BEOTWI1A.7
BEOBAM1A.8
BEOSLB1A.9
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015
Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015
Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015
Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015
Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015
Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015
Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015
Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015
2B. Slepers- en conversietabel vwo-propedeuse
Code 2013-2014
Code 2014-2015
Toelichting
ATC-NED1A.1
ATC1-NED1A.1
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is
gewijzigd
ATC-NED2A.1
ATC1-NED2A.1
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is
gewijzigd
ATC-ENG1B.1
ATC2-ENG1B.1
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is
gewijzigd
ATC-ENG2B.1
ATC2-ENG2B.1
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is
gewijzigd
ATC-DUR1A.1
ATC3-DUR1A.1
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is
gewijzigd
ATC-DUR2A.1
ATC3-DUR2A.1
AVB-ONH1C.1
-
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is
gewijzigd
AVB-ONH1C.1 wordt voor het laatst
aangeboden in T1/T3.
AVB-ONH1C.6
-
BVC-DUV1A.9
BVC-DUV2A.9
BTC ENG3A.1
BTC2 ENG3A.1
BTC ENG4B.1
BTC2 ENG4B.1
BTC ENG4B.4
BTC2 ENG4B.4
BTC DUR3B.4
BTC3 DUR3B.4
BTC DUR4B.4
BTC3 DUR4B.4
BTC NED3A.5
BTC1 NED3A.5
BTC NED4A.6
BTC1 NED4A.6
Herkansen in P2 in na opgave bij teamtrekker,
Jacqueline van Schalm
Zie de slepersinfo
Herkansen: colleges BVC-DUV1B.4 volgen.
Herkansen: colleges BVC-DUV2B.4 volgen.
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code owe is
gewijzigd
180
3. Overeenkomstige (deel)tentamens van verschillende opleidingen
3A. Overeenkomstige (deel)tentamens van de opleidingen CE, IBL, SBRM, CO en FB,
switchers per 1-9-2014
In onderstaande tabel wordt aangegeven welke (deel)tentamens uit de propedeuse 2013-2014
overeenkomen voor de opleidingen Commerciële Economie vt, dt en du (CE), International Business
& Languages (IBL), Small Business & Retail Management (SBRM), Communicatie (CO) en Food &
Business (FB) met deeltentamens uit de propedeuse 2014-2015.
Deze tabel is van toepassing voor studenten die switchen van opleiding of variant tussen studiejaar
2013-2014 en studiejaar 2014-2015.
Curriculum
IB&Cpropedeuse
2014-2015
Curriculum
CE
Curriculum CO Curriculum IBL Curriculum
SBRM
Curriculum duaal Curriculum
deeltijd
Curriculum
FB
2013-2014
2013-2014
2013-2014
2013-2014
2013-2014
2013-2014
2013-2014
ABO2-ONZ1C.1 ABO-ONZ1B.1 ABO-ONZ1B.1
ABO-ONZ1B.1
ABO-ONZ1B.1
ADO ONZ1A.1
ADO
ONZ1A.1
ABU OND1B.1
-
ABO-ONZ1B.0 ABO-ONZ1B.0
ABO-ONZ1B.0
ABO-ONZ1B.0
ABU OND1B.0
-
ABO-ONZ1B.5 ABO-ONZ1B.5
ABO-ONZ1B.5
ABO-ONZ1B.5
ABU OND1B.5
ABO1-BDE1B.1
ABO-BDE1B.1 ABO-BDE1B.1
ABO-BDE1B.1
ABO-BDE1B.1
ADO BDE1A.1
ABO1-BDE2B.1
ABO-BDE2B.1 ABO-BDE2B.1
ABO-BDE2B.1
ABO-BDE2B.1
ADO BDE1A.1
ADP1-ATR1A.8
ABO-ATR1A.8 ABO-ATR1A.8
ABO-ATR1A.8
ABO-ATR1A.8
ADO ATR1A.8
ADP1-BPO1B.6
ADP-BPO1B.6 ADP-BPO1B.6
ADP-BPO1B.6
ADP-BPO1B.6
ADP1-BPO1B.8
ADP-BPO1B.8 ADP-BPO1B.8
ADP-BPO1B.8
ADP-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.9
ADP-BPO1B.9 ADP-BPO1B.9
ADP-BPO1B.9
ADP-BPO1B.9
-
ADPONH1C.1
ADP-ONH1C.1
ADP-ONH1C.1
ADP-ONH1C.1
-
ADPONH1C.6
ADP-ONH1C.6
ADP-ONH1C.6
ADP-ONH1C.6
AMM2-ONL1B.8 ADP-ONL1B.8 ADP-ONL1B.8
ADP-ONL1B.8
ADP-ONL1B.8
ADP1-SLB1A.9
ADP-SLB1A.9 ADP-SLB1A.9
ADP-SLB1A.9
ADP-SLB1A.9
AMMMKT1A.1
AMM-MKT1A.1
AMM-MKT1A.1
AMM-MKT1A.1
AMMAMM1-MKT1B.6 MKT1A.6
AMM-MKT1A.6
AMM-MKT1A.6
AMM-MKT1A.6
ADM MKT2A.6
ADM
MKT2A.6
AMMAMM1-MKT1B.8 MKT1A.8
AMM-MKT1A.8
AMM-MKT1A.8
AMM-MKT1A.8
ADM MKT2A.8
ADM
MKT2A.8
AMMMKT2A.1
AMM-MKT2A.1
AMM-MKT2A.1
AMM-MKT2A.1
AMM1-MKT2B.1
-
-
ADO
BDE1A.1
ADO
BDE1A.1
BBB BEC1A.1
BBB BEC2A.1
ADO ATR1A.8
ADWU
ADWU BPO1B.6 / BPO1B.6 /
ADWU BUD1A.0 ADWU
BUD1A.0
ADWU
ADWU
BPO1B.8 /
BPO1B.8 / ADWU
ADWU
BUD1A.0
BUD1A.0
ADWU
ADWU BPO1B.9 /
BPO1B.9 /
ADWU
ADWU
BUD1A.0
BUD1A.0
ADWU
ADWU
ONH1C.1 /
ONH1C.1 / ADWU
ADWU
BUD1A.0
BUD1A.0
ADWU
ADWU ONH1C.6 /
ONH1C.6 /
ADWU
ADWU
BUD1A.0
BUD1A.0
ADT ONL1B.8 /
ADT ONL1B.8
ADWD
ADWD VAT1A.8 /
VAT1A.8 /
ADWU
ADWU
BUD1A.0
BUD1A.0
ADM
ADM MKT12A.1
MKT12A.1
APR SLB2A.9
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
181
AMMAMM1-MKT2B.6 MKT2A.6
AMM-MKT2A.6
AMM-MKT2A.6
AMM-MKT2A.6
ADM MKT2A.6
ADM
MKT2A.6
AMMAMM1-MKT2B.8 MKT2A.8
AMM-MKT2A.8
AMM-MKT2A.8
AMM-MKT2A.8
ADM MKT2A.8
ADM
MKT2A.8
AMM2-MCO1C.8
ADM MCO1A.8
AMM2-MCO2C.8
ADM MCO1A.8
-
AMMMCO1B.1
AMMMCO2B.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ADM
MCO1A.8
ADM
MCO1A.8
AMM-MCO1B.1 AMM-MCO1B.1 AMM-MCO1B.1
AMM-MCO2B.1 AMM-MCO2B.1 AMM-MCO2B.1
ATC3-DUR1A.1
ATC-DUR1A.1 ATC-DUR1A.1
ATC-DUR1A.1
ATC-DUR1A.1
ACI-DUR1A.1
ATC3-DUR2A.1
ATC-DUR2A.1 ATC-DUR2A.1
ATC-DUR2A.1
ATC-DUR2A.1
ACI-DUR2A.1
ATC2-ENG1B.1
ATC-ENG1B.1 ATC-ENG1B.1
ATC-ENG1B.1
ATC-ENG1B.1
ADT ENG1B.1
ADTENG1B.1 ACI-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC-ENG2B.1 ATC-ENG2B.1
ATC-ENG2B.1
ATC-ENG2B.1
ADT ENG2B.1
ADT ENG2B.1 ACI-ENG2B.1
-
ATC-FRA1C.3 ATC-FRA1C.3
ATC-FRA1C.3
ATC4-FRA2C.1
ATC-FRA2C.1 ATC-FRA2C.1
ATC-FRA2C.1
-
ATC-FRA2C.4 ATC-FRA2C.4
ATC-FRA2C.4
ATC1-NED1A.1
ATC-NED1A.1 ATC-NED1A.1
ATC-NED1A.1
ATC-NED1A.1
ADT NED1A.1
ADT NED1A.1 ACI-NED1A.1
ATC1-NED2A.1
ATC-NED2A.1 ATC-NED2A.1
ATC-NED2A.1
ATC-NED2A.1
ADT NED2A.1
ACI-NED2A.1
ATC5-SPA2C.1
ATC-SPA2C.1 ATC-SPA2C.1
ATC-SPA2C.1
-
BMO
MKT3A.1
BMO MKT3A.1
BMO MKT3A.1
BMO MKT3A.1
BDM-MKT34A.1
BMO1 MKT3B.6
BMO
MKT3A.6
BMO MKT3A.6
BMO MKT3A.6
BMO MKT3A.6
BDM-MKT34A.6
BMO1 MKT3B.8
BMO
MKT3A.8
BMO MKT3A.8
BMO MKT3A.8
BMO MKT3A.8
BDM-MKT34A.8
-
BMO
MKT4A.1
BMO MKT4A.1
BMO MKT4A.1
BMO MKT4A.1
BDM-MKT34A.1
BMO1 MKT4B.6
BMO
MKT4A.6
BMO MKT4A.6
BMO MKT4A.6
BMO MKT4A.6
BDM-MKT34A.6
BMO1 MKT4B.8
BMO
MKT4A.8
BMO MKT4A.8
BMO MKT4A.8
BMO MKT4A.8
BDM-MKT34A.8
BMO MCO3B.1
BMO MCO3B.1
BMO MCO3B.1
BDM-MCO2A.1
BMO MCO3B.7
BMO MCO3B.7
BMO MCO3B.7
BDM-MCO2A.5
BMO
MCO3B.1
BMO
BMO2 MCO3B.7
MCO3B.7
BMO2 MCO3B.1
BBO ONZ2B.2
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
ABU MKT1A.1
ABU MKT2A.1
BPR MKT1A.1
BPR MKT2A.1
BDMMCO2A.1
BDMMCO2A.5
BAB ONZ2B.2
BBBOND2B.2
BBO ONZ2B.5
BBBOND2B.5
BBO
OPM1C.1/BB
O OPM1B.1
BTC2 ENG3A.1
BTC ENG3A.1 BTC ENG3A.1
BTC ENG3A.1
BOO OPM1C.1
BDT OPM1C.1
BDT
OPM1C.1
BTC ENG3A.1
BDT ENG3B.1
BDT ENG3B.1 BCI ENG3A.1
182
BTC2 ENG4B.1
BTC ENG4B.1 BTC ENG4B.1
BTC ENG4B.1
BTC ENG4B.1
BDT ENG4B.1
BDT ENG4B.1 BCI ENG4B.1
BTC2 ENG4B.4
BTC ENG4B.4 BTC ENG4B.4
BTC ENG4B.4
BTC ENG4B.4
BDT ENG4B.4
BDT ENG4B.4 BCI ENG4B.4
BTC SPA3C.3 BTC SPA3C.3
BTC SPA3C.3
BTC SPA3C.1 BTC SPA3C.1
BTC SPA3C.1
BTC5 SPA4C.4
BTC SPA4C.4 BTC SPA4C.4
BTC SPA4C.4
BTC5 SPA4C.1
BTC SPA4C.1 BTC SPA4C.1
BTC SPA4C.1
BTC3 DUR3B.4
BTC DUR3B.4 BTC DUR3B.4
BTC DUR3B.4
BTC DUR3B.4
BCI DUR3B.4
BTC3 DUR4B.4
BTC DUR4B.4 BTC DUR4B.4
BTC DUR4B.4
BTC DUR4B.4
BCI DUR4B.4
BTC4 FRA3C.3
BTC FRA3C.3 BTC FRA3C.3
BTC FRA3C.3
BTC4 FRA4C.1
BTC FRA4C.1 BTC FRA4C.1
BTC FRA4C.1
BTC4 FRA4C.4
BTC FRA4C.4 BTC FRA4C.4
BTC FRA4C.4
BTC1 NED3A.5
BTC NED3A.5 BTC NED3A.5
BTC NED3A.5
BTC NED3A.5
BDT NED3A.5
BDT NED3A.5
BTC1 NED4A.6
BTC NED4A.6 BTC NED4A.6
BTC NED4A.6
BTC NED4A.6
BDT NED4A.6
BDT NED4A.6
BSS
BDS SAL1A.1
BDSTOK1A.5
BDS RKA1A.5
BDS EXC1A.5
BDS SAL1A.1
BDSTOK1A.5
BDS RKA1A.5
BDS EXC1A.5
BBO IE1A.1
BDS IE1A.1
BDS IE1A.1
3B. Overeenkomstige (deel)tentamens van de opleidingen CE, IBL, SBRM, CO en FB,
switchers tijdens studiejaar 2014-2015
In onderstaande tabel wordt aangegeven welke (deel)tentamens overeenkomen voor de opleidingen
Commerciële Economie vt, dt en du (CE), International Business & Languages (IBL), Small Business
& Retail Management, Communicatie (CO), Food & Business (FB) in 2014-2015.
Deze tabel is van toepassing voor studenten die switchen van opleiding of variant tijdens het 20142015.
Curriculum
IB&Cpropedeuse
2014-2015
Curriculum CE
Curriculum CO
Curriculum IBL
Curriculum
SBRM
Curriculum
duaal
Curriculum
deeltijd
Curriculum
FB
2014-2015
2014-2015
2014-2015
2014-2015
2014-2015
2014-2015
2014-2015
ABO2-ONZ1C.1
ABO2-ONZ1C.1
ABO2-ONZ1C.1
ABO2-ONZ1C.1
ABO2-ONZ1C.1
ADO2
ONZ1A.1
ADO2
ONZ1A.1
ABO2-ONZ1C.5
ABO2-ONZ1C.5
ABO2-ONZ1C.5
ABO2-ONZ1C.5
ABO2-ONZ1C.5
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE2B.1
ABO1-BDE2B.1
ABO1-BDE2B.1
ABO1-BDE2B.1
ABO1-BDE2B.1
ADP1-ATR1A.8
ADP1-ATR1A.8
ADP1-ATR1A.8
ADP1-ATR1A.8
ADP1-ATR1A.8
ADP1-BPO1B.6
ADP1-BPO1B.6
ADP1-BPO1B.6
ADP1-BPO1B.6
ADP1-BPO1B.6
ADO1
BDE1A.1
ADO1
BDE1A.1
ADO1
ATR1A.8
ADWU
ADO1
BDE1A.1
ADO1
BDE1A.1
ADO1
ATR1A.8
ADWU
ABU
OND1B.1
ABU
OND1B.5 +
ABU
OND1B.0
(beide
onderdelen
minimaal
5.5)
BBB
BEC1A.1
BBB
BEC2A.1
ADP1-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.8
ADWU
ADWU
ADP1-BPO1B.9
ADP1-BPO1B.9
ADP1-BPO1B.9
ADP1-BPO1B.9
ADP1-BPO1B.9
ADWU
ADWU
183
ADP1-ONH1D.6
ADP1-ONH1D.6
ADP1-ONH1D.6
ADP1-ONH1D.6
ADP1-ONH1D.6
ADWU
ADWU
ADP1-SLB1A.9
ADP1-SLB1A.9
ADP1-SLB1A.9
ADP1-SLB1A.9
ADP1-SLB1A.9
ADWU
ADWU
AMM1-MKT1A.6
AMM1-MKT1A.6
AMM1-MKT1A.6
AMM1-MKT1A.6
AMM1-MKT1A.6
AMM1-MKT1A.8
AMM1-MKT1A.8
AMM1-MKT1A.8
AMM1-MKT1A.8
AMM1-MKT1A.8
AMM1-MKT2B.1
AMM1-MKT2B.1
AMM1-MKT2B.1
AMM1-MKT2B.1
AMM1-MKT2B.1
ADM1
MKT2A.6
ADM1
MKT2A.8
ADM1
MKT12A.1
ADM1
MKT2A.6
ADM1
MKT2A.8
ADM1
MKT12A.1
AMM1-MKT2A.6
AMM1-MKT2A.6
AMM1-MKT2A.6
AMM1-MKT2A.6
AMM1-MKT2A.6
AMM1-MKT2A.8
AMM1-MKT2A.8
AMM1-MKT2A.8
AMM1-MKT2A.8
AMM1-MKT2A.8
AMM2MCO1C.8
AMM2MCO2C.8
AMM2-ONL1B.8
AMM2MCO1C.8
AMM2MCO2C.8
AMM2-ONL1B.8
AMM2MCO1C.8
AMM2MCO2C.8
AMM2-ONL1B.8
AMM2MCO1C.8
AMM2MCO2C.8
AMM2-ONL1B.8
AMM2MCO1C.8
AMM2MCO2C.8
AMM2-ONL1B.8
ADM1
MKT2A.6
ADM1
MKT2A.8
ADM2
MCO1A.8
ADM2
MCO1A.8
ADM2
ONL1B.8
ADM1
MKT2A.6
ADM1
MKT2A.8
ADM2
MCO1A.8
ADM2
MCO1A.8
ADM2
ONL1B.8
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR2A.1
ATC3-DUR2A.1
ATC3-DUR2A.1
ATC3-DUR2A.1
ATC3-DUR2A.1
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC4-FRA1D.3
ATC4-FRA1D.3
ATC4-FRA1D.3
ATC4-FRA1D.3
ATC4-FRA2C.1
ATC4-FRA2C.1
ATC4-FRA2C.1
ATC4-FRA2C.1
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED2A.1
ATC1-NED2A.1
ATC1-NED2A.1
ATC1-NED2A.1
ATC1-NED2A.1
ATC5-SPA2C.1
ATC5-SPA2C.1
ATC5-SPA2C.1
ATC5-SPA2C.1
BMO1 MKT3B.6
BMO1 MKT3B.6
BMO1 MKT3B.6
BMO1 MKT3B.6
BMO1 MKT3B.6
BMO1 MKT3B.8
BMO1 MKT3B.8
BMO1 MKT3B.8
BMO1 MKT3B.8
BMO1 MKT3B.8
BMO1 MKT4B.1
BMO1 MKT4B.1
BMO1 MKT4B.1
BMO1 MKT4B.1
BMO1 MKT4B.1
BMO1 MKT4B.6
BMO1 MKT4B.6
BMO1 MKT4B.6
BMO1 MKT4B.6
BMO1 MKT4B.6
BMO1 MKT4B.8
BMO1 MKT4B.8
BMO1 MKT4B.8
BMO1 MKT4B.8
BMO1 MKT4B.8
BMO2 MCO3B.1
BMO2 MCO3B.1
BMO2 MCO3B.1
BMO2 MCO3B.1
BMO2 MCO3B.1
BMO2 MCO3B.7
BMO2 MCO3B.7
BMO2 MCO3B.7
BMO2 MCO3B.7
BMO2 MCO3B.7
BTC2 ENG3A.1
BTC2 ENG3A.1
BTC2 ENG3A.1
BTC2 ENG3A.1
BTC2 ENG3A.1
BTC2 ENG4B.1
BTC2 ENG4B.1
BTC2 ENG4B.1
BTC2 ENG4B.1
BTC2 ENG4B.1
BTC2 ENG4B.4
BTC2 ENG4B.4
BTC2 ENG4B.4
BTC2 ENG4B.4
BTC2 ENG4B.4
BTC5 SPA4C.4
BTC5 SPA4C.4
BTC5 SPA4C.4
BTC5 SPA4C.4
BTC5 SPA4C.1
BTC5 SPA4C.1
BTC5 SPA4C.1
BTC5 SPA4C.1
BTC3 DUR3B.4
BTC3 DUR3B.4
BTC3 DUR3B.4
BTC3 DUR3B.4
APRSLB2A.
5
APR
PRJ1A.5
APR
PRJ1A.5
ABU
MKT1A.1 +
ABU
MKT2A.1
(beide
minimaal
5.5)
APR
PRJ2A.5
APR
PRJ2A.5
ADT2
ENG1A.1
ADT2
ENG2A.1
ADT2
ENG1A.1
ADT2
ENG2A.1
ACIDUR1A.1
ACIDUR2A.1
ACIENG1B.1
ACIENG2B.1
ADT1
NED1A.1
ADT1
NED2A.1
ADT1
NED1A.1
ADT1
NED2A.1
ACIENG1B.1
ACIENG2B.1
BDM1
MKT34A.6
BDM1
MKT34A.8
BDM1
MKT34A.
BDM1
MKT34A.6
BDM1
MKT34A.8
BDM1
MKT34A.
BDM1
MKT34A.6
BDM1
MKT34A.8
BDM2
MCO2A.1
BDM2
MCO2A.5
BDT2
ENG3B.1
BDT2
ENG4B.1
BDT2
ENG4B.4
BDM1
MKT34A.6
BDM1
MKT34A.8
BDM2
MCO2A.1
BDM2
MCO2A.5
BDT2
ENG3B.1
BDT2
ENG4B.1
BDT2
ENG4B.4
BPR
MKT1A.5
BPR
MKT1A.5
BPR
MKT1A.1 +
BPR
MKT2A.1
(beide
minimaal
5.5)
BPRMKT2A.
5
BPRMKT2A.
5
BCIENG3A.
1
BCIENG4B.
1
BCIENG4B.
4
BTC3 DUR3B.4
184
BTC3 DUR4B.4
BTC3 DUR4B.4
BTC3 DUR4B.4
BTC3 DUR4B.4
BTC3 DUR4B.4
BTC4 FRA3D.4
BTC4 FRA3D.4
BTC4 FRA3D.4
BTC4 FRA3D.4
BTC4 FRA4C.1
BTC4 FRA4C.1
BTC4 FRA4C.1
BTC4 FRA4C.1
BTC1 NED3A.5
BTC1 NED3A.5
BTC1 NED3A.5
BTC1 NED3A.5
BTC1 NED3A.5
BTC1 NED4A.6
BTC1 NED4A.6
BTC1 NED4A.6
BTC1 NED4A.6
BTC1 NED4A.6
BOOOPM1B.1
BBO3 OPM1C.1
BPOOPM1A.1
BBO1 IE1A.1
BBO2 ONZ2B.2
BEOBON2A.5
BBO2 ONZ2B.5
BSS
BDT1
NED3A.5
BDT1
NED4A.6
BDT3
OPM1C.1
BDS2
IE1A.1
BDT1
NED3A.5
BDT1
NED4A.6
BDT3
OPM1C.1
BDS2
IE1A.1
BAB ONZ2B.2
BBBOND2B.
2
BBBOND2B.
5
BSCBON2A.5
BDS1
BDS1
185
Bijlage 3a: Aanvullende regeling studieadvies studiejaar 2014-2015
Studieadvies Nederlandstalige opleidingen
Datum
Instroom
Febr.
2013
Februari
2015
April
2015
P nog niet
behaald:
VNSA
Augustus
2015
Februari
2016
Augustus
2016
P nog
niet
behaald:
VNSA
< 60 stp:
BNSA
P nog
niet
behaald:
VNSA
< 60 stp:
BNSA
< 45 stp:
VNSA
< 52,5 stp:
BNSA
Februari
2017
Augustus
2017
< 60 stp:
BNSA
P moet
behaald
Sept.
2013
P nog niet
behaald:
VNSA
< 60 stp:
BNSA
P moet
behaald
Febr.
2014
< 45 stp:
VNSA
< 52,5 stp:
BNSA
Indien nog
geen
VNSA
ontvangen
< 52,5 stp:
VNSA
Sept.
2014
Febr.
2015
<22,5 stp:
VNSA
Indien nog
geen
VNSA
ontvangen
< 30 stp:
VNSA
Indien
VNSA en
< 45 stp:
BNSA
P moet
behaald
P moet
behaald
Indien nog
geen
VNSA
ontvangen
< 45 stp:
VNSA
<22,5 stp:
VNSA
Indien nog
geen
VNSA
ontvangen
< 52,5 stp:
VNSA
P nog niet
behaald:
VNSA
< 60 stp:
BNSA
P moet
behaald
186
Bijlage 4: Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase
OWE-beschrijvingen Hoofdfase Voltijd
Voltijd en B. versneld / verkort voor VWO’ers (voltijd)
Voor studenten die per 1 februari 2011 zijn gestart met de hoofdfase (de vetgedrukte
onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige
onderwijseenheden worden niet meer aangeboden)
Jaar 2
C-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
15 studiepunten
Ondernemersvaardigheden
(CVO)
7,5 studiepunten
Jaar 3
Jaar 4
Taal & Cultuur 3 (TSB3)
7,5 studiepunten
E-cluster Niveau 2
Stage (EST)
30 studiepunten
G-cluster Niveau 2 of 3
Minor
30 studiepunten
D-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
7,5 studiepunten
Retail (DRB)
15 studiepunten
Internationale Communicatie
(IE/ID)
7,5 studiepunten
F-cluster Niveau 3
Bedrijfsopvolging (FBO)
15 studiepunten
Project Internationalisering (FPI)
15 studiepunten
H-cluster Niveau 3
Afstuderen (HAO)
30 studiepunten
stp
60
60
60
Voor studenten die per 1 september 2011, 1 februari 2012 of 1 september 2012 zijn gestart met
de hoofdfase. (De vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015
aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden)
Voor studenten die per 1 februari 2013 zijn gestart met de hoofdfase. (de vetgedrukte
Jaar 2
C-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
22,5 studiepunten
D-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
7,5 studiepunten
stp
60
Retail (DRB)
15 studiepunten
Jaar 3
Jaar 4
Taal & Cultuur 3 (TSB3)
7,5 studiepunten
E-cluster Niveau 2
Stage (EST)
30 studiepunten
Taal & Cultuur 4 (TSB4)
7,5 studiepunten
F-cluster Niveau 2 of 3
Minor
30 studiepunten
G-cluster Niveau 3
H-cluster Niveau 3
Internationaal
Afstuderen (HAO)
Entrepreneurship (GIE)
30 studiepunten
30 studiepunten
onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige
onderwijseenheden worden niet meer aangeboden)
60
60
187
Jaar 2
C-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
22,5 studiepunten
D-cluster Niveau 2
Student Company (CSB)
7,5 studiepunten
stp
60
Retail (DRL)
15 studiepunten
Jaar 3
Jaar 4
Taal & Cultuur 3 (TSB3)
7,5 studiepunten
E-cluster Niveau 2
Stage (EST)
30 studiepunten
G-cluster Niveau 3
Internationaal
Entrepreneurship (GIE)
30 studiepunten
Taal & Cultuur 4 (TSB4)
7,5 studiepunten
F-cluster Niveau 2 of 3
Minor
30 studiepunten
60
H-cluster Niveau 3
Afstuderen (HAO)
30 studiepunten
60
Voor studenten die per 1 september 2013 zijn gestart met de hoofdfase (de vetgedrukte
onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige
onderwijseenheden worden niet meer aangeboden
OWE-
Jaar 2
C-cluster Niveau 2
Eigen Onderneming (CEO)
22,5 studiepunten
stp
60
D-cluster Niveau 2
Eigen Onderneming (DEO)
7,5 studiepunten
Retail (DRL)
15 studiepunten
Jaar 3
Taal & Cultuur 3 (TSB3)
7,5 studiepunten
E-cluster Niveau 2
Stage (EST)
30 studiepunten
Jaar 4
G-cluster Niveau 3
Internationaal
Entrepreneurship (GIE)
30 studiepunten
beschrijvingen Hoofdfase Duaal
Taal & Cultuur 4 (TSB4)
7,5 studiepunten
F-cluster Niveau 2 of 3
Minor
30 studiepunten
60
H-cluster Niveau 3
Afstudeeropdracht (HAO)
30 studiepunten
60
C. Duaal (de vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden
voor het betreffende cohort)4
Instroomcohort september 2012
Jaar 2
4
C-cluster niveau 2
D-cluster niveau 2
stp
60
De inrichtingsvorm duaal wordt afgebouwd. Het onderwijs van het tweede studiejaar wordt in 2014-2015 niet meer aangebo-
den. (Deel)tentamens uit het tweede studiejaar worden wel aangeboden. Het tweede jaar bestaat uit de genoemde onder-
wijseenheden. Voor beschrijving hiervan wordt verwezen naar de OER SBRM 2013-2014.
188
Student Company (CSD)
15 stp.
Nederlands+Engels 5 en 6
(CDT) 5 stp.
Jaar 3
Jaar 4
Beroepsuitoefeningsdeel 3
(CDB) 7,5 stp.
E-cluster niveau 2
Sales Buitendienst (CBTD) 7,5
stp.
Accountmanagement (CAMD)
7,5 stp.
Adviseren basis (CVOD) 7,5
stp.
Beroepsuitoefeningdeel 5
(EDB) 7,5 stp.
G-cluster niveau 2 of 3
Minor 30 stp.
Student Company (CSD)
7,5 stp.
Retail +Nederlands (DRT)
15 stp.
Engels 7 en 8 (TOD4) 2,5 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 4 (DDB)
7,5 stp.
F-cluster niveau 3
Project Bedrijfsopvolging
(FBOU) 7,5 stp.
Project Internationalisering
(FPI) 15 stp.
Beroepsuitoefeningdeel 6
(FDB) 7,5 stp.
H-cluster niveau 3
Afstudeeropdracht (HAO) 30 stp.
60
60
Instroomcohort september 2011
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
C-cluster niveau 2
Student Company (CSD)
15 stp.
Nederlands+Engels 5 en 6
(CDT) 5 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 3
(CDB) 7,5 stp.
E-cluster niveau 2
Sales Buitendienst (CBTD) 7,5
stp.
Accountmanagement (CAMD)
7,5 stp.
Adviseren basis (CVOD) 7,5 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 5
(EDB) 7,5 stp.
G-cluster niveau 2 of 3
Minor 30 stp.
D-cluster niveau 2
Student Company (CSD)
7,5 stp.
Retail +Nederlands (DRT) 15 stp.
Engels 7 en 8 (TOD4) 2,5 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 4 (DDB)
7,5 stp.
F-cluster niveau 3
Bedrijfsopvolging
(FBOU) 7,5 stp.
Internationaliseringsproject
(FPI) 15 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 6 (FDB)
7,5 stp.
H-cluster niveau 3
Afstudeeropdracht (HAO) 30
stp.
stp
60
60
60
Instroomcohort februari 2011
Jaar 2
C-cluster niveau 2
Externe communicatie (DEC) 15
stp.
Engels 1 (IE1) 3,75 stp.
Duits 1 (ID1) 3,75 stp.
Praktijkvaardigheden (DU1) 7,5
stp.
D-cluster niveau 2
stp
60
Student Company (CSD) 15 stp.
Engels 2 en Duits 2 (IE2/ID2) 7,5
stp.
Praktijkvaardigheden (CU1) 7,5
stp.
189
Jaar 3
Jaar 4
E-cluster niveau 2
Student Company (CSD) 7,5
stp.
Retail +Nederlands (DRT) 15
stp.
Praktijkvaardigheden (EU1) 7,5
stp.
G-cluster niveau 3
Bedrijfsopvolging
(FBOU) 7,5 stp.
Internationaliseringsproject
(FPI) 15 stp.
Beroepsuitoefeningsdeel 6
(FDB) 7,5 stp.
F-cluster niveau 2 of 3
Minor 30 stp.
60
H-cluster niveau 3
Afstudeeropdracht (HAO) 30
stp.
60
190
OWE beschrijvingen Voltijd
191
OWE beschrijvingen SBRM C-cluster
OWE
Eigen Onderneming (CEO)
(voor studenten die in semester 1 en 2 van 2014-2015 met het C-Cluster starten)
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Eigen Onderneming (CEO)
1. Opleiding
Small Business en Retail Management
2.
Voltijd, Hoofdfase, C-cluster, niveau 2
Doelgroep

3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
5.
Beroepsproducten
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of
managen van een onderneming.
 De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering
en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern
onderzoek.
 De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten.
 De SBRM’er geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt
zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen
programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding).
 De SBRM’er is in staat om vanuit zijn professie, zijn visie op
ondernemerschap en omgevingsvisie tot een business idee te komen
en dit idee te realiseren.
De SBRM’er is in staat om vanuit zijn professie, zijn visie op ondernemerschap en omgevingsvisie tot een business idee te komen en dit idee te realiseren.
 Ondernemingsplan
 Projectverantwoording
Studiepunten: 22,5 (C)
Studielast:
Studiepunten/
studielast
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
C
C
186
140
9,5
7
Studiebegeleiding, stagebegeleiding
Tentamens,
toetsen (niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Geprogra
mm
eerd
e
eenheden
voor
zelfwerk
zaa
mhei
d/
stag
e,
docent
niet
fysiek
aanwezig.
6.
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
192
Zelfstudie, individueel of in
groepjes
295
Overige activiteiten waarbij
de docent niet
fysiek aanwezig
is
188
Totaal
495
Totaal
630
Het niveau van deze OWE is: 2
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Waar het B-cluster grotendeels in het teken staat van de voorbereidingen
op het ondernemerschap, starten de studenten in het tweede studiejaar in
groepsverband een eigen onderneming
8.
Ingangseisen
Uit de Propedeuse minimaal 45 studiepunten behaald.
Het succesvol zijn al ondernemer is niet alleen gebaseerd op geluk. Alles
start met een goed idee dat je uitwerkt naar een product of dienst om er
vervolgens een eigen onderneming van te maken. In de onderwijseenheid Eigen Onderneming staat het bedenken, creeren en realiseren van
een levensvatbare onderneming centraal. De OWE is opgebouwd uit een
project en daarvoor relevante ondersteunende kennisvakken en loopt over
het gehele 2e studiejaar (C- & D-cluster) van de opleiding Small Business
& Retail Management.
9.
Algemene
omschrijving
In kleine projectgroepen (ca. 4 studenten) gaan studenten aan de slag
met het bedenken van een bedrijfsidee, het onderzoeken van de marktkansen en het in de markt zetten van een eigen onderneming. Vanuit diverse ondersteunende kennisvakken en ondernemerstrainingen wordt
aandacht besteed aan relevante ondernemerskennis- en vaardigheden.
Daarnaast wordt (vraaggestuurd) begeleiding geboden middels coaching
en organisatie van masterclasses over relevante ondernemersthema’s.
Overige kenmerken OWE:

10. Competenties
Aansluiten op nieuwe ondernemerschapsbenaderingen (o.a.
CANVAS en Lean Startup)
 Opstart echte ondernemingen met bijbehorende kansen en
verplichtingen
 Extra aandacht voor innovaties en ideegeneratie
 Samenwerking met regio (advies- en ondernemersorganisaties)
 Extra facilititeiten voor ondernemers
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Competentieniveau 1
- Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een
onderneming.
Competentieniveau 2
- Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.
193
-
Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of
een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken
ervan.
-
Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een
onderneming.
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek.
Competentieniveau 1
Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven
probleemstelling.
Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief
onderzoek.
Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de
onderzoeksvraag.
Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data
m.b.v. een ICT toepassing.
Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen
op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen).
-
Competentieniveau 2
Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of
meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.
Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de
keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek.
Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van
onderzoeksvragen.
Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden
voor het type onderzoek.
Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v.
een statistisch pakket en trekken van conclusies.
Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden
van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever.
-
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de
kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale
markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 1
- Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen
en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te
kunnen uitvoeren.
-
Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen
en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven.
-
Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick
scan) vanuit een gegeven probleemstelling.
Competentieniveau 2
194
-
Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse
vanuit een gegeven context.
-
Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van
de keuze voor de methodiek en onderbouwing van de
aanbevelingen.
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competentieniveau 1
- In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op
basis van een eenvoudig onderzoek.
-
Vertalen van de marktkansen in korte-termijn-doelstellingen.
-
Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze
doelstellingen.
-
Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de
organisatie.
Competentieniveau 2
- Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot-analyse die
voor een opdrachtgever is uitgevoerd.
-
Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal
prioriteiten.
-
SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte
of middellange termijn.
-
Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze
doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële
consequenties.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
Competentieniveau 1
- Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of
enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven
marketingprobleemstelling.
-
Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van
een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of
organisatie.
Competentieniveau 2
- Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle
functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale
marketingprobleemstelling.
-
Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan
(voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op
basis van een gegeven marketingbeleid.
195
DC6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve
van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten.
Competentieniveau 2
- Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen
van (marketing)communicatie op deze afnemersgroepen.
-
Vervaardigen van een verkoopmap, met alle relevante informatie.
-
Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en
verkoop, ook in vreemde taal.
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Competentieniveau 2
- Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep.
-
Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de
projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van
derden.
-
Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of
supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project.
-
Formuleren van lange-termijn-doelen en deze vaststellen in overleg
binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid.
-
Naar waarde schatten van de bijdrage van een medewerker of lid van
een projectgroep en feedback geven naar de projectgroep.
HBO-generieke competenties
DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie)
- Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen
en inrichting van de organisatie, Multi-disciplinariteit en
interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het
sociale deel van de competentie).
-
Intern effectief communiceren op alle niveaus in de gangbare
bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. In termen van
beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van
plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren,
stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
- Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren,
resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden,
flexibiliteit.
-
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen
handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
196
-
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en
ethische principes voor het professioneel handelen.
-
Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de
branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
CEOONP1A.5
De student is in staat op basis van marktonderzoek een volledig en adequaat ondernemingsplan op te stellen voor zijn/haar onderneming. Dit met
aandacht voor de volgende onderdelen:
- De ondernemer
CEOPRO1A.8
CEOONV1A.9
CEOBON3A.1
-
De organisatie
-
Marketing
-
Financieën
De student is in staat:
- zijn/haar planning te bewaken, bij te sturen en indien nodig af te
stemmen met de coach;
-
samenwerken op een dusdanige wijze in te zetten dat er voordeel
behaalt wordt voor het project;
-
feedback van anderen te gebruiken om producten/diensten aan te
passen;
-
relevante opgedane kennis aantoonbaar toe te passen in de
projectuitvoering en deze te delen met anderen
De student neemt actief deel aan de trainingen ondernemers-vaardigheden en (be)oefent verschillende vaardigheden binnen zijn/haar onderneming.
Onderwerpen:
- Time management
-
Netwerken
-
Inkopen en onderhandelen
-
Personeel en organisatie
-
Verkopen
De student toont kennis van de in de literatuur en colleges behandelde
onderzoeksthema’s en toont inzicht in de samenhang van de begrippen.
Thema’s betreffen:
Marktonderzoek
-
Opzetten van een marktonderzoek
-
Deskresearch: bronnen voor marktonderzoekers
-
Trendanalyse, extrapolatie
-
Steekproef
197
-
CEOMKT1A.1
CEOBEC1A.1
CEOBEC2A.1
Experiment, variantieanalyse
- Vragenlijstonderzoek
De student toont kennis van de theorieën en modellen uit het strategisch
marketingplanningsproces.
Onderwerpen:
Strategische analyse
-
Marktafbakening en missie
-
Marketinganalyse
-
Waardestrategieën
-
Confrontatieanalyse
-
Nieuwe marketingstrategie
-
Formulering van nieuwe marketingbeleid
De student:
- kan uitleggen wat het belang is van bedrijfseconomie voor een
ondernemer
-
weet wat de rol is van de accountant en controller in een organisatie
-
kan voor een startende onderneming een investeringsplan en
financieringsplan opstellen
-
kan de passivazijde van de balans invullen
-
kan een begin- en eindbalans opstellen
-
kan een (geprognosticeerde) resultatenrekening opstellen voor een
eenmanszaak en een BV
-
kan een meer complex liquiditeitsoverzicht opstellen, aansluitend op
de begin- en eindbalans
-
heeft in algemene zin kennis van ondernemingsvormen en kent in
bijzonder mogelijke motieven om een eenmanszaak om te zetten in
een BV
De student:
- kan (complexere) kostencalculaties maken rekening houdend met
bijvoorbeeld uitval en afval
-
kan de economische levensduur van een DPM berekenen en
daarmee het kostentarief DPM per werkeenheid voor
kostprijsberekening
-
heeft kennis van verschillenanalyse
-
kan in een bepaalde casuistiek aangeven waarom verschillen
worden veroorzaakt tussen de toegestane en werkelijke kosten
(voor- en nacalculatie).
-
weet het verschil tussen kostensoorten, kostenplaatsen en
kostendragers
198
CEOOPM1A.1
CEOSLB3A.9
-
kent verschillende vormen van kostenverbijzondering (o.a. abcanalyse)
-
kan de Absorption Costing methode en de Direct Costing methode
toepassen
De student beschikt over de kennis, vaardigheden en inzichten om gedrag
van mensen in organisaties te herkennen en te verklaren.
Onderwerpen:
- Ondernemen in de startfase
-
Relatie individu-organisatie
-
Inpassen van mensen in organisaties
-
Motivatie
-
Groepen in organisaties
-
Doelmatig samenwerken en overleggen
-
Besluitvorming in organisaties
-
Stress en conflicten
Studieloopbaanbegeleiding berust op drie pijlers: Competentieontwikkeling, Oriëntatie op beroep/beroepenveld, Studievoortgang.
De student
werkt aan de ontwikkeling van de competenties die hij nodig heeft om
in de beroepspraktijk als een professioneel beroepsbeoefenaar te
kunnen functioneren.
-
oriënteert zich middels diverse opdrachten op het toekomstige
beroep of beroepenveld en kan met duidelijke onderbouwing
specifieke accenten leggen in de opleiding en een beargumenteerde
keuze maken t.a.v. invulling stage.
-
bewaakt zijn eigen studievoortgang en maakt een individuele
studieplanning.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Ondernemingsplan
(C-cluster)
Project-verantwoording 1
(C-cluster)
Business
Onderzoek
Code deeltentamen
CEOONP1A.5
CEOPRO1A.8
CEOBON3A.1
Toetsvorm
Beroepsproduct
Portfolio
Schriftelijk Tentamen
Individueel
Groep
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
P2/P4
P1+P2
T1/T3
Herkansing
Zie studiehandleiding
Zie studiehandleiding
Duur
n.v.t.
n.v.t.
T5
120 min.
199
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Niet grafische rekenmachine
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende
in voldaan/niet voldaan.
Weging binnen OWE
20% van totale OWE
40% van totale OWE
Naam deeltentamen
Marketing 1
Ondernemers-vaardigheden
Organisatie, Personeel & Management
Code deeltentamen
CEOMKT1A.1
CEOONV1A.9
CEOOPM1A.1
Toetsvorm
Schriftelijk
tentamen
Aanwezigheid / actieve
participatie
Schriftelijk tentamen
(MC)
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
P1+P2/P3+P4
T2/T4
Herkansing
T4
P3+P4/P1+P2
T5
Duur
120 min.
n.v.t.
90 min.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
V
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende
in voldaan/niet voldaan.
Weging binnen OWE
10% van totale OWE
n.v.t.
7,5% van totale OWE
7,5% van totale
OWE
Bedrijfseconomie 1
Bedrijfseconomie 2
Studieloopbaan-begeleiding
Code deeltentamen
CEOBEC1A.1
CEOBEC2A.1
CEOSLB3A.9
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Deelname
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
T4
T5
P3+P4/P1+P2
Duur
120 min.
120 min.
n.v.t.
Hulpmiddelen
niet grafische rekenmachine
niet grafische rekenmachine
n.v.t.
Naam deeltentamen
P1+P2/P3+P4
200
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende
in voldaan/niet voldaan.
Weging binnen OWE
7,5% van totale OWE
5.5
7,5% van totale OWE
V
n.v.t.
De Lean Startup, E. Ries, Uitgeverij Pearson Benelux B.V., 1e druk,
2013, ISBN 9789043030984
Marketingstrategie in ontwikkeling, A. Klop, Uitgeverij Coutinho, 1e
druk, 2014, ISBN: 978 90 46 90420 6
Marktonderzoek. Kooiker,R e.a. Noordhoff Uitgevers 8e druk,
9789001796990
Marktonderzoek, , 8e druk, Noordhoff Uitgevers, ISBN
9789001796990
Gedrag in organisaties, Alblas, G. en Wijsman, E.,6e druk, Noordhoff
Uitgevers, ISBN 9789001032111
Grondslagen van het management. D. Keuning. Wolters-Noordhoff,
4e druk. ISBN 9789001600945.
Basisboek bedrijfseconomie, P. de Boer, M.P. Brouwers, W.
Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-70242-7
Basisboek bedrijfseconomie (opgaven), P. de Boer, M.P. Brouwers,
W. Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-79776-8
Handleiding Studieloopbaanbegeleiding SBRM 2e jaar (zie Scholar)
Business model generatie, Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011.
Deventer: Kluwer. ISBN 9789013074086
Zo maak je een ondernemingsplan, R. Grit, Noordhoff Uitgevers, 2e
druk, ISBN 9789001790974
Effectief Tijdbeheer. Ineke E. Kievit-Broeze. Academic Service. ISBN
9052615691.
De one minute manager en de Apenrots. Ken Blachard. Business
Contact. ISBN 9047001524.
Time Management, de kunst van het kiezen. Peter Vos. Kluwer. ISBN
9013023924
Golden Egg Check (http://launchplatform.goldeneggcheck.com)
-
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Portfolio waarin de voorbereidende opdrachten en de huiswerkopdrachten worden verzameld voor toetsing aan de criteria.
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
Masterclasses
Bootcamps
Netwerkbijeenkomsten
Pitchbijeenkomsten
De volgende werk-/lesvormen worden gehanteerd:
Hoorcollege
Werkcollege
Gastcollege
Training
Projectwerk
Groepsbijeenkomsten
Individuele gesprekken (SLB)
19. Les-/contacturen
201
C-cluster
Onderwijsweek
1
CEOCOA1A
2
CEOMAS1A
16
2
3
4
5
2
3
3
7
8
2
2
CEOMKT1A
6
3
2
3
3
4
3
1
2
3
4
5
6
7
2
2
2
4
2
2
3
CEOMKT2A
3
3
3
3
3
3
3
CEOBEC2A
2
2
2
2
2
2
2
CEOOPM1A
3
3
2
3
2
2
2
2
2
2
3
3
3
3
CEOBON3A
2
2
2
2
2
2
2
CEOBEC1A
2
2
2
2
2
2
2
CEOONV1A
2
CEOSLB3A
2
2
2
2
2
2
8
3
2
*cursief=in subgroepjes
20. Onderwijsperiode
C- en D-Cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2/3/4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
Vorig jaar werd de onderwijseenheid Student Company (CSB) aangeboden. De OWE Eigen Onderneming is op een groot aantal onderdelen
gewijzigd. Enkele voorbeelden:
-
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
gestopt met project student company / deelname Jong
Ondernemen. Start echte ondernemingen.
- Kleinere groepen, vraaggestuurde begeleiding
- Volgende toetsen geschrapt:
1. Halfjaarverslag
2. PC-toets Computerboekhouden
3. Algemene voorwaarden
4. Verkoopplan
5. Logistiek
Studenten die nog onderdelen van CSB open hebben staan, dienen dit
in studiejaar 2014-2015 geheel af te ronden.
n.v.t.
202
OWE TSB3 - Taal & Cultuur 3
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Taal & Cultuur 3 – TSB3
1.
Opleiding
Small Business en Retail Management
2.
Doelgroep
Voltijd, hoofdfase, C- of D-cluster, niveau 2
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
De SBRM’er stemt zijn taal en communicatie af op de taal en cultuur van
zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop.
4.
n.v.t.
Engels
Een correct gevoerde zakelijke vergadering of onderhandeling in het
Engels.
Een correct zakelijk telefoongesprek in het Engels.
5.
Beroepsproducten
Duits
Zakenbrief in correct Duits aan de hand van “Textbausteinen” uit de
cyclus “Anfrage” / “Angebot” / “Bestellung”.
Zakenbrief in correct Duits op basis van in het Nederlands
geformuleerde steekwoorden uit de cyclus “Anfrage” / “Angebot” /
“Bestellung”.
Inleveropdrachten.
Nederlands
Presentatievaardigheden gericht op een pitch.
Schriftelijke toets direct mailing.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de
(gast)docent fysiek aanwezig is
6.
Nederlands voor Duitse studenten
- Schriftelijke toets
- Mondelinge toets
Studiepunten:7,5
Studielast:
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
Hoorcollege, werk42
college, lessen
42
28
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toet9
sen (tijdens
lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
32
32
21
2
4
7
Totaal
98
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
3
203
Geprogrammeerde eenheden voor
zelfwerkzaamheid en stage, waarbij
de docent niet fysiek aanwezig is
Stage, AOD, praktijkleren
0
Zelfstudie, individueel of in groepjes
0
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
0
109
Totaal
112
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: 2
7.
8.
Samenhang met
andere OWE’s
Ingangseisen
De onderwijseenheid Taal & Cultuur 3 volgt op de onderwijseenheden
Taal & Cultuur I en II uit de propedeuse.
Studieloopbaan is een doorlopende leerlijn binnen de opleiding, in het 1e
en 2e jaar in de vorm van SLB-lessen en begeleiding, in het 3e en 4e jaar
in de vorm van begeleiding.
De onderwijseenheden Taal & Cultuur van de propedeuse moeten zijn gevolgd.
Binnen deze OWE vallen :
Engels 5 en 6:
Duits 5 en 6:
Nederlands 1 en 2:
Nederlands voor Duitsers 5 en 6:
ENG5B, ENG6B
DUR5A, DUR6A
NLD1A, NLD2A
NER5 en NER6
De student volgt de modulen Nederlands, Engels en Duits.
9.
Algemene
omschrijving
Engels 5 en 6
Voor de taalverwerving:
- herhaling en verdieping van diverse grammatica-onderwerpen,
waaronder de werkwoordstijden, de zinsconstructie, de lijdende
vorm, de gerund, de modale hulpwerkwoorden, bijwoorden,
bijvoeglijke naamwoorden, conditionals, etc.
Voor het telefoneren:
- informatieaanvraag, informatieverstrekking, offerte bieden, order
plaatsen.
Voor de zakelijke gesprekken:
- conventies/beleefdheidsvormen die gangbaar zijn in de Engelse
zakelijke cultuur en die zich laten vertalen in bepaalde uitdrukkingen
en fraseringen.
Leerdoelen
De student kan:
- een correcte zakelijke vergadering, gesprek of onderhandeling in het
Engels voeren;
- een correct zakelijk telefoongesprek in het Engels voeren;
- een zakelijke e-mail in het Engels schrijven volgens de in de zakelijke
correspondentie geldende conventies, daarbij adequaat de
behandelde grammatica, zinsbouwstructuren en vakwoordenschat
toepassen.
204
Duits 5 en 6
Bij Duits 5 wordt, ter voorbereiding op de beroepsproducten die tijdens het
C- en D-cluster aan de orde komen, tijdens de lessen Formulierungstraining uitleg gegeven over relevante grammaticale thema’s.
Bij Duits 6 komen schriftelijke vaardigheden aan bod in de vorm van zakelijk corresponderen in het Duits, waarbij de grammaticale en idiomatische
kennis verder worden uitgebouwd.
Leerdoelen
De student kan:
- een correcte zakenbrief van de “ungestörter Geschäftsablauf” in het
Duits schrijven;
- daarbij adequaat de behandelde grammaticale en
zinsbouwstructuren toepassen;
- daarbij adequaat de aangeboden vakwoordenschat toepassen.
Nederlands 1 en 2
NLD1A: presenteren (groep)
Naast een korte herhaling van presentatietechnieken (NED4) uit de
propedeuse wordt tijdens deze module aandacht besteed aan
presenteren in groepsverband.
NLD2A: wervend schrijven, AIDA-formule, correct taalgebruik, indelingen
voor direct mails.
Leerdoelen:
NLD1A: de student kan in samenwerkingsverband een groepspresentatie
voorbereiden en houden.
NLD2A: De student kan een wervende direct mail in correct Nederlands
met behulp van de AIDA formule schrijven.
Nederlands voor Duitse studenten
De modules NER5 en NER6 richten zich op de schriftelijke en mondelinge
toepassing van het Nederlands op het niveau B2/C1.
De module NER5 richt zich op het schrijfproces, waarbij diverse onderwerpen aan bod komen, zoals het schrijfproces, doelgroepgericht schrijven, wervend schrijven, argumenteren, samenvatten en redigeren.
De module NER6 richt zich op zakelijke mondelinge communicatie, zoals
het communicatieproces, en gespreksmodellen.
In beide modules is aandacht voor professionele en academische taalvaardigheid. Een van de onderdelen van de module is het behalen van
het staatsexamen Nt2 programma 2; dit is het ingangsniveau van het hbo.
In deze module ga je een stap verder dan dat niveau. Aan de hand van
een aantal opdrachten, die deels te maken hebben met de andere vakken
van het curriculum, bouw je een bredere woordenschat op en krijg je meer
inzicht in de structuur van (lange) teksten. Bovendien wordt je spreekvaardigheid verfijnd en is er aandacht voor variatie in taalgebruik.
Einddoel na C- en D-cluster is beheersing van het Nederlands op niveau
C1 (CEF: Common European Framework) .
Het certificaat Nederlands als tweede taal, programma II (Nt2 programma
2) kan de student in eigen tijd en op eigen kosten behalen.
Moderne vreemde talen
DC7: Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
10. Competenties
Nederlands
DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie)
205
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor de modulen van deze OWE een aanwezigheids-verplichting.
Engels
TSBENG5B.1
TSBENG5B.4
TSBENG6B.4
-
De student gebruikt zakelijk idioom correct.
Hij beantwoordt vragen over een zakelijke tekst.
Hij past de grammatica correct toe.
De student voert een zakelijk gesprek met inachtneming van de juiste
zakelijke conventies, in correct Engels.
-
De student voert een adequaat zakelijk Engels telefoongesprek.
Duits
TSBDUR5A.1
TSBDUR6A.5
TSBDUR6A.1
De student formuleert, vult in of kiest de juiste (vak)woordenschat in de
grammaticaal en idiomatisch correcte vorm ter voorbereiding op de
beroepsproducten.
Aan de orde komen o.a. de volgende onderwerpen:
Pronomina
Höflichkeitsformulierungen
Indirekte Fragesätze
Präpositionen
Vergleichsformen
Formulierungen zu persönlichen, Produkt- und
Unternehmenseigenschaften
Aktiv- und Passivsätze
Nominalisierung/Verbalisierung
De lessen bereiden voor op TSBDUR6A.1 met nadruk op het
leerproces.
3 inleveropdrachten Brief nach Stichworten (1 van elke soort AnfrageAngebot-Bestellung) met een voldoende beoordeling.
De student beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies
t.a.v. het zakelijk corresponderen binnen de cyclus van de
“ungestörter Geschäftsablauf” (Anfrage – Angebot – Bestellung) in het
Duits correct.
Hij gebruikt de standaardzinnen uit de brievencyclus van de
“ungestörter Geschäftsablauf” (Anfrage – Angebot – Bestellung)
correct.
Hij formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige,
maar correcte zakelijke zinnen onder gebruikmaking van de juiste
vakwoordenschat.
Hij beheerst de spelling en grammatica van het Duits correct.
Hij vertoont communicatief correct gedrag door het juiste taalregister
en intercultureel gedrag en klantgericht schrijven dat is afgestemd op
de Duitse zakelijke gesprekspartner.
Nederlands
TSBNLD1A.6
-
TSBNLD2A.1
-
Nederlands voor
Duitsers
TSBNER5.1
De student houdt een presentatie in groepsverband, waarbij zowel
een individuele beoordeling van de presentatievaardigheden als een
groepsbeoordeling plaatsvindt.
De student maakt op de juiste manier gebruik van vaste
briefonderdelen, structuur volgens AIDA-formule, correcte
briefindeling, correcte spelling en taalgebruik, juist gebruik van
wervende taal.
De student kan op correcte wijze:
doel- en doelgroepgericht schrijven;
teksten structureren en redigeren;
formuleren en argumenteren;
wervend en overtuigend schrijven.
206
TSBNER6.4
De student kan:
een mondelinge samenvatting geven;
een probleemverhelderend gesprek voeren;
een slecht-nieuwsgesprek voeren;
deelnemen aan een besluitvormingsgesprek.
12. Tentaminering
Engels
Naam deeltentamen
Business
texts, grammar en idioms
1
Roleplays
Telephoning 1
Code deeltentamen
TSBENG5B.1
TSBENG5B.4
TSBENG6B.4
Toetsvorm
Schriftelijk
tentamen
Mondeling
Mondeling
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
P1/P3
P2/P4
Herkansing
T4
P3/P1
P4/P2
Duur
120 min.
Plm. 15 min.
Plm. 15 min.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende
in voldaan/niet voldaan.
Alle deeltentamens binnen deze OWE resulterend in een cijfer tellen 1
keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE.
Duits
Naam deeltentamen
Formulierungstraining
Inleveropdrachten
Geschäftskorrespondenz
Code deeltentamen
TSBDUR5A.1
TSBDUR6A.5
TSBDUR6A.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
3 inlever-opdrachten Brief nach
Stichworten (1 van
elke soort AnfrageAngebot-Bestellung)
Schriftelijk tentamen
Geschäftskorrespondenz
(ungestörter Geschäfts-ablauf)
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
P2/P4
T2/T4
Herkansing
T4
(Volgende) lesperiode (in overleg
met lesgevende
docent)
T5
Duur
120 minuten
n.v.t.
120 minuten
n.v.t.
schuiflat “Grammaticus”
syllabus SN2558 Redemittel Geschäftskorrespondenz ungestörter Geschäftsablauf
woordenboeken
ND/DN/DD
Hulpmiddelen
schuitflat “Grammaticus”
207
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
5.5
V
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Alle deeltentamens binnen deze OWE resulterend in een cijfer tellen 1
keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE.
Nederlands
Naam deeltentamen
Presentatie groepsverband
Direct mail
Code deeltentamen
TSBNLD1A.6
TSBNLD2A.1
Toetsvorm
Presentatie
Schriftelijke toets
Individueel
Groep
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
P1/P3
T2/T4
Herkansing
Zie studiehandleiding
T5
Duur
n.v.t
120 min
Hulpmiddelen
geen
geen
Minimum resultaat voor
behalen toets
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet
voldaan.
Alle deeltentamens binnen deze OWE resulterend in een cijfer tellen 1
keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE.
Nederlands voor Duitse
studenten
Naam deeltentamen
Tekstschrijven
Mondeling.
TSBNER5.1
TSBNER6.4
Toetsvorm
Schriftelijk
Mondeling
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
T1
P2
Herkansing
T5
P2, OW7
Duur
120 min
15 minuten
Hulpmiddelen
Geen
Geen
5.5
5.5
Code deeltentamen
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende
in voldaan/niet voldaan.
Alle deeltentamens binnen deze OWE tellen 1 keer mee voor het bepalen
van het eindcijfer van deze OWE.
208
Engels
Handout ENG 5/6 voor tweedejaars CO/CE/IBL/SB/FB, via scholar.
- Martin, R.K.M. Engels idioom voor het EAO, Walvaboek, ISBN
9789066753174
- Campen T.van, Siebelink J. Telephone Business, Walvaboek, ISBN
9789066753495
13. Verplichte literatuur
Duits
Duijvestijn, B.W.Th. en Mangnus H.A.A , Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, leerboek, Walvaboek, ISBN 9789066752948
Duijvestijn, B.W.Th. en Mangnus H.A.A , Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek, Walvaboek, ISBN
9789066752955
Vries, E. de en Rees, P. van, Grammaticus, Noordhoff, ISBN
9789001923518
Wergen, J., PONS Bürokommunikation Deutsch, Ernst Klett, ISBN
9783125618671
Syllabus SN-3428 Geschäftskorrespondenz
Syllabus SN-2558 Duits - Redemittel Geschäftskorrespondenz ungestörter Geschäftsablauf
Syllabus SN-3164 Formulierungstraining
Nederlands
Klaas Jan Huizing, Een goede mailing, Thieme Meulenhoff, 1e druk.
ISBN 9006950212.
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
Nederlands voor Duitse studenten
Verdaasdonk, W.A,C. en G.H.J.ten berge. Wisselwerk. Snel beter
schrijven op hbo-niveau. Noordhoff Uitgevers, Groningen/Houten, 3e
druk, 2009
Engels
Voort, P.J. van der Basic Business Grammar, Walvaboek, 2e druk:
ISBN 978 90 6675 375 4
Duits
Nederlands voor Duitse studenten
Scholar
Nederlands
Studiehandleidingen Nederlands 1 en Nederlands 2
Nederlands voor Duitse studenten
Studiehandleiding
Engels
Tijdens de lessen wordt geoefend met Engelse zakelijke (telefoon) gesprekken en wordt aan grammatica en tekstbegrip gewerkt.
Duits
In periode 1 wordt, ter voorbereiding op de beroepsproducten die tijdens
het C- en D-cluster aan de orde komen, tijdens de lessen Formulierungstraining uitleg gegeven over relevante grammaticale thema’s. Deze Formulierungstrainingen bereiden voor op de toets DUR5A.1.
In periode 2 worden de studenten door 3 verplichte inleveropdrachten getraind in het schrijven van een zakenbrief van de “ungestörter Geschäftsablauf (Anfrage-Angebot-Bestellung).
DUR6A.5 bereidt voor op het beroepsproduct “Geschäftskorrespondenz”
DUR6A.1.
Nederlands
Tijdens de lessen wordt geoefend met vergaderen en notuleren, commercieel schrijven en presenteren.
Nederlands voor Duitse studenten
209
18. Werkvormen
Studenten werken aan opdrachten, oefenen mondelinge en schriftelijke
vaardigheden.
- hoorcolleges;
- werkcolleges;
- zelfstudie.
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
TSBENG5B
TSBENG6B
TSBDUR5A
TSBDUR6A
TSBNLD1A
TSBNLD2A
TSBNER5
TSBNER6
1
3
20. Onderwijsperiode
C-cluster; wordt aangeboden in periode 1 en 2 of 3 en 4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg. Engels: 24.
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer aangeboden wordt en
overgangs-regeling
2 3
2 2
4 5
2 2
6
3
7
3
3
3 3
3 3
3
3
2
2 2
2 2
2
2
2
2 2
2 2
2
8
9
10
1 2
3
4 5
6
7 8
2 2
2
2 3
3
2 2
3 3
3
3 3
3
3
2 2
2
2 2
2
2
2 2
2
2 2
2
2
9
10
2
Correspondentie ENG6B.2 komt te vervallen. Dit tentamen wordt wel nog tweemaal in oude stijl aangeboden in 2014 – 2015 voor slepers.
Correspodentie wordt in de lessen alleen nog aangeboden bij ENG 8.
n.v.t.
210
OWE beschrijvingen SBRM D-cluster
OWE CSB – Student Company
(Voor studenten die in semester 1 van 2014-2015 het D-Cluster volgen)
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Student Company (CSB)
1. Opleiding
Small Business en Retail Management
2.
Voltijd, Hoofdfase, C- en D-Cluster, niveau 2
Doelgroep
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of
managen van een onderneming.
De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten.
De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit ten uitvoer
door het opzetten en managen van de onderneming.
De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering
en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern
onderzoek.
De SBRM’er geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt
zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen
programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding).
De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit ten uitvoer door
het opzetten en managen van de onderneming.
-
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
5.
Beroepsproducten
 Ondernemingsplan
 Halfjaarverslag
 Jaarverslag
 Portfolio
 Verkoopplan
Studiepunten: 22,5 (C) & 7,5 (D)
6.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent
fysiek aanwezig is
Studielast:
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
C
D
C
D
168
36
126
27
Studiebegeleiding, stagebegeleiding
5
5
3,75
3,75
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
5
2
3,75
1,5
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
211
Excursies, studiereizen, beroependa-gen,
kick off, etc.
6
5
4,5
3,75
138
36
C
D
16
0
Overige, …..
Totaal
C
D
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid / stage, docent niet fysiek aanwezig.
Tentamens,
toetsen (niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in
groepjes
362
Overige activiteiten waarbij
de docent niet
fysiek aanwezig
is
114
174
Totaal
492
174
630
210
Totaal
Het niveau van deze OWE is: 2
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
Waar het B-cluster grotendeels in het teken staat van de voorbereidingen
op het ondernemerschap, starten de studenten in het tweede studiejaar in
groepsverband een onderneming in het project de Student Company. In
de onderwijseenheid Student Company wordt de student getraind om zijn
ondernemersvaardigheden te vergroten. Bij het runnen van de eigen onderneming maken studenten gebruik van de kennis en vaardigheden zoals deze in de verschillende modules worden aangeboden.
Uit de Propedeuse minimaal 45 studiepunten behaald.
De OWE is opgebouwd uit een Project en daarvoor relevante ondersteunende kennisvakken en loopt over het gehele 2e studiejaar (C- & D-cluster) van de opleiding Small Business & Retail Management.
Studenten werken samen in een projectgroep en starten een studentbedrijf op dat zij vormgeven, managen/besturen en weer liquideren. Centraal
daarbij staat een door de projectgroep gekozen product of dienst.
9.
Algemene
omschrijving
Binnen het project worden kennis en vaardigheden vanuit de volgende
vakken toegepast en ontwikkeld: Marketing; Computerboekhouden; Organisatie, Personeel en Management; Logistiek; Bedrijfscommunicatie; Bedrijfseconomie; Sales; Recht; Onderzoek; Ondernemersvaardigheden.
Leerdoelen:
De student kan:
ondernemingsdoelen SMART-formuleren op basis van een
geformuleerde visie;
212
-
op basis van Marktonderzoek naar wensen van door hem te
identificeren klanten en/of klantgroepen beoordelen of de
geformuleerde ondernemingsdoelen commercieel haalbaar zijn;
-
Marktonderzoek doen en resultaten interpreteren ten behoeve van de
onderneming;
-
een SWOT-analyse uitvoeren en op basis daarvan
ondernemingsstrategieën formuleren;
-
planmatig en gestructureerd winstgerelateerd verkopen;
-
planmatig en gestructureerd ondernemen.
De student:
- is zich bewust van de invloed van zijn handelen en optreden op de
interne en externe onderneming;
-
communiceert effectief in woord en geschrift in het Nederlands.
-
kan netwerken en acquireren;
-
kan planmatig en gestructureerd winstgerelateerd inkopen en
verkopen;
-
trekt lering uit reflecties op eigen handelen en optreden;
-
gaat effectief om met feedback in de professionele omgeving;
-
bevordert eigen creativiteit en innovatief vermogen.
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Competentieniveau 1
- Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een
onderneming.
Competentieniveau 2
- Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.
-
Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of
een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken
ervan.
-
Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een
onderneming.
10. Competenties
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek.
Competentieniveau 1
-
Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven
probleemstelling.
Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief
onderzoek.
213
Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de
onderzoeksvraag.
Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data
m.b.v. een ICT toepassing.
Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen
op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen).
-
Competentieniveau 2
Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of
meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.
Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de
keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek.
Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van
onderzoeksvragen.
Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden
voor het type onderzoek.
Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v.
een statistisch pakket en trekken van conclusies.
Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden
van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever.
-
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de
kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale
markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 1
- Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen
en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te
kunnen uitvoeren.
-
Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen
en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven.
-
Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick
scan) vanuit een gegeven probleemstelling.
Competentieniveau 2
- Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse
vanuit een gegeven context.
-
Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van
de keuze voor de methodiek en onderbouwing van de
aanbevelingen.
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competentieniveau 1
- In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op
basis van een eenvoudig onderzoek.
-
Vertalen van de marktkansen in korte-termijn-doelstellingen.
214
-
Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze
doelstellingen.
-
Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de
organisatie.
Competentieniveau 2
- Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot-analyse die
voor een opdrachtgever is uitgevoerd.
-
Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal
prioriteiten.
-
SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte
of middellange termijn.
-
Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze
doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële
consequenties.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
Competentieniveau 1
- Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of
enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven
marketingprobleemstelling.
-
Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van
een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of
organisatie.
Competentieniveau 2
- Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle
functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale
marketingprobleemstelling.
-
Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan
(voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op
basis van een gegeven marketingbeleid.
DC6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve
van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten.
Competentieniveau 2
- Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen
van (marketing)communicatie op deze afnemersgroepen.
-
Vervaardigen van een verkoopmap, met alle relevante informatie.
-
Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en
verkoop, ook in vreemde taal.
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Competentieniveau 2
215
-
Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep.
-
Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de
projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van
derden.
-
Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of
supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project.
-
Formuleren van lange-termijn-doelen en deze vaststellen in overleg
binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid.
-
Naar waarde schatten van de bijdrage van een medewerker of lid van
een projectgroep en feedback geven naar de projectgroep.
HBO-generieke competenties
DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie)
- Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen
en inrichting van de organisatie, Multi-disciplinariteit en
interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het
sociale deel van de competentie).
-
Intern effectief communiceren op alle niveaus in de gangbare
bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. In termen van
beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van
plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren,
stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
- Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren,
resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden,
flexibiliteit.
11. Beoordelingscriteria
CSBONP1A.5
-
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen
handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
-
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en
ethische principes voor het professioneel handelen.
-
Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de
branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
-
Het ondernemingsplan is volledig;
-
In het ondernemingsplan is -vanuit een marktanalyse- een correct
marketingplan en omzetprognose gemaakt;
-
In het ondernemingsplan zijn de financiële consequenties van het
plan juist uitgewerkt.
216
CSBHJV1A.5
CSBJVS1A.5
CSBONV1A.9
CSBBON3A.1
CSBMAR1A.1/
CSBMAR1A.5
-
Adequate verantwoording t.a.v. het beleid per afdeling (prestaties en
voortgang) is gemaakt;
-
Zowel terugblik- als vooruitblik-activiteiten zijn opgenomen;
-
Er is een goede onderbouwing aanwezig voor de bijstelling van het
beleid a.h.v. een kritische evaluatie;
-
Er is een financiële analyse uitgevoerd die voldoet aan de
accountantsrichtlijnen;
-
Elk teamlid heeft een adequate individuele reflectie geschreven.
-
Adequate verantwoording t.a.v. beleid per afdeling (prestaties en
voortgang) is gemaakt;
-
Terugblik-activiteiten zijn opgenomen;
-
Een goedgekeurde en ondertekende balans en winst- en
verliesrekening is voorhanden;
-
Elk teamlid heeft een individuele reflectie geschreven;
-
Het liquidatieverslag is verdedigbaar.
De specifieke beoordelingscriteria zijn terug te vinden in de modulehandleiding.
Een voldoende individuele verantwoording is opgenomen t.a.v. inzet
in de Student Company a.h.v. een overzicht van verrichte activiteiten;
-
Een adequate kritische reflectie t.a.v. eigen ondernemersvaardigheden is opgenomen;
-
Zowel individuele als groepsopdrachten gericht op relevante
ondernemersvaardigheden zijn juist uitgewerkt;
-
Het eindgesprek per Student Company voldoet aan de eisen
N.B.: De trainingen ‘Ondernemersvaardigheden’ dienen met een
voldoende te zijn afgerond om aan het eindgesprek te kunnen
deelnemen.
De student toont kennis van de in de literatuur en colleges behandelde
onderzoeksthema’s en toont inzicht in de samenhang van de begrippen.
Thema’s betreffen:
Marktonderzoek
-
Opzetten van een marktonderzoek
-
Deskresearch: bronnen voor marktonderzoekers
-
Trendanalyse, extrapolatie
-
Steekproef
-
Experiment, variantieanalyse
- Vragenlijstonderzoek
De student toont kennis van de theorieën en modellen uit het strategisch
marketingplanningsproces en kan dit juist toepassen op cases.
Onderwerpen:
217
-
Marktafbakening en missie
-
Waardestrategieën
-
Bedrijfstak- en concurrentieanalyse
-
Afnemersanalyse
-
Distributie
-
Portfolioanalyse
-
SWOT
-
CSBREC1A.1
CSBVKP1A.5
CSBCBH1A.2
Marketingmix
De student is in staat:
elementaire juridische kennis die de ondernemer behoeft, juist toe te
passen in een casus;
-
adequaat te adviseren over de rol en de geschiktheid van te hanteren
algemene voorwaarden;
-
de regeling inzake consumentenkoop en productaansprakelijkheid
juist toe te passen;
-
‘zaken te doen via internet’; daarbij toont hij elementaire kennis van
ipr en de regeling van online koop, zowel nationaal als internationaal;
-
de regels juist toe te passen met betrekking tot intellectueel
eigendom, zoals m.b.t het verkrijgen van een merkrecht en een
octrooirecht.
De student:
- is in staat om groepsgewijs -a.h.v. groepsopdrachten- een goed
operationeel verkoopplan te schrijven en dit met de groep mondeling
te verdedigen;
-
heeft kennis van onderstaande verkoopdimensies en kan deze in de
bedrijfscase van de Student Company praktisch en juist toepassen:
-
De interne verkoopcyclus met positie verkoopafdeling,
verkooppersoneel, binnendienst/buitendienst, motivatie, forecasting,
salestargets en salesbudgetten;
-
De externe salescyclus met ordertrechter, e-commerce, direct mail,
teleselling, vakbeurzen,offertes, verkoopgesprekken;
-
De relatie interne/externe verkoopcyclus met het klant-inkoopproces,
het tricyclisch proces en de link met het ondernemingsplan van de
Student Company.
De student:
verwerkt correct -met het boekhoudprogramma van Twinfield- kas,
bank, inkoop- en verkoopboekingen (inclusief creditnota’s);
-
zoekt daarnaast ook adequaat bedragen op en maakt op juiste wijze
nieuwe debiteuren/crediteuren aan.
218
CSBBEC1A.1
CSBBEC2A.1
De student
- maakt correct gebruik –en invulling van- van de in de module
behandelde begrippen (met name liquiditeitsbegroting en
exploitatieoverzicht).
-
maakt correct gebruik van de bedrijfseconomische begrippen die in
deze module aan de orde komen
-
voert correct rentabiliteitsberekeningen van ondernemingen uit met
als ondernemingsvorm Eenmanszaak.
De student kan:
- diverse bedrijfseconomische begrippen uit deze module correct
gebruiken;
-
correcte en consistente berekeningen van de economische
levensduur maken, inclusief het hieraan gerelateerde
afschrijvingsplan;
-
de volgende investeringsselectiemethoden correct toepassen en
interpreteren: Netto Contante Waarde, Gemiddelde
Boekhoudkundige Rentabiliteit en Terugverdientijd.
-
kent het begrip Interne rentabiliteit en kan dit ook juist interpreteren.
De student kan:
- break-even- berekeningen correct toepassen bij vaste en variabele
kosten en de Absorption Costing methode en de Direct Costing
Methode correct toepassen;
CSBOPM1A.1
De student kent het begrip ‘Indifferentiepunt’.
De student toont kennis van de in de literatuur en colleges behandelde
onderwerpen over organisatie en personeelsmanagement en toont inzicht
in de samenhang van begrippen.
Onderwerpen:
Omgeving
-
Strategie
-
Structuur
-
Verandermanagement
-
Control(beheersing)
-
Inventariseren sturing organisatie, balanced scorecard ontwerpen
(opdracht 1)
-
Beoordelen organisatiestructuur (opdracht 2)
219
CSBLOG1A.1
CSBSLB3A.9
De student
- toont inzicht in de waardeketen van een bedrijf en de logistieke
aspecten van de waardeketen.
-
heeft een correct overzicht van de samenhang tussen logistiek en de
andere functies binnen een bedrijf binnen het kader van de
bedrijfsstrategie;
-
toont inzicht te hebben in de onderdelen van logistiek:
goederenstroom, informatiestroom en geldstroom, en weet logistiek
te onderscheiden van supply chain management;
-
onderkent adequaat commerciële, financieel-economische,
technische, organisatorische, informatieve en maatschappelijke
aspecten van het toevoegen van waarde middels de goedkoopste,
snelste, meest robuuste of meest duurzame logistieke opzet ten
behoeve van product en dienst.
Studieloopbaanbegeleiding berust op drie pijlers: Competentieontwikkeling, Oriëntatie op beroep/beroepenveld, Studievoortgang.
De student
werkt aan de ontwikkeling van de competenties die hij nodig heeft om
in de beroepspraktijk als een professioneel beroepsbeoefenaar te
kunnen functioneren.
-
oriënteert zich middels diverse opdrachten op het toekomstige
beroep of beroepenveld en kan met duidelijke onderbouwing
specifieke accenten leggen in de opleiding en een beargumenteerde
keuze maken t.a.v. invulling stage.
-
bewaakt zijn eigen studievoortgang en maakt een individuele
studieplanning.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Ondernemingsplan
(C-cluster)
Halfjaarverslag
(C-cluster)
Jaarverslag
(D-cluster)
Code deeltentamen
CSBONP1A.5
CSBHJV1A.5
CSBJVS1A.5
Toetsvorm
Beroepsproduct
Beroepsproduct
Beroepsproduct
Individueel
Groep
Groep
Groep
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
P1+P2
Herkansing
P2/P4
P3/P1
zie studiehandleiding
Duur
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
220
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde
van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of
resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging binnen OWE
2 (10%)
Naam deeltentamen
Ondernemersvaardigheden
Business
Onderzoek
Computerboekhouden
Marketing
Code deeltentamen
CSBONV1A.9
CSBBON3A.1
CSBCBH1A.2
CSBMAR1A.5
Toetsvorm
Schriftelijk Tentamen
Ja
PC-toets
Individueel
Portfolio/
Assessment
Ja
Ja
Beroepsproducten
Groep
Aantal examinatoren
1
1
1
1
Herkansing
P3+P4/P1+P2
T2/T4
Zie studiehandleiding
P3/P1
Duur
n.v.t.
120 min.
60 min.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
niet-grafische
rekenmachine
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde
van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of
resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
4 (20%)
1 (5%)
1 (5%)
1 (5%)
Naam deeltentamen
Marketing
Recht
Verkoopplan
Studieloopbaan-begeleiding
Code deeltentamen
CSBMAR1A.1
CSBREC1A.1
CSBVKP1A.5
CSBSLB3A.9
Toetsvorm
Schriftelijk
tentamen
Schriftelijk tentamen
Beroeps-product
Deelname
Individueel
Ja
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
1
Herkansing
T1/T3
T2/T4
P3/P1
P3+P4/P1+P2
Duur
120 min.
120 min.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Wetteksten
Hoger Onderwijs
n.v.t.
n.v.t.
2 (10%)
2 (10%)
Tentamenperiode
Tentamenperiode
221
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde
van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of
resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
1 (5%)
Naam deeltentamen
Bedrijfs-economie 1
Bedrijfseconomie 2
Organisatie,
Personeel &
Management
Logistiek
Code deeltentamen
CSBBEC1A.1
CSBBEC2A.1
CSBOPM1A.1
CSBLOG1A.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen
Schriftelijk tentamen (MC)
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
1
Herkansing
T1/T3
T2/T4
T2/T4
T2/T4
Duur
120 min.
120 min.
90 min.
120 min.
Hulpmiddelen
niet grafische
rekenmachine
niet grafische rekenmachine
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende
in voldaan/niet voldaan.
Weging
1 (5%)
5.5
1 (5%)
5.5
V
1 (5%)
n.v.t.
Tentamenperiode
13. Verplichte literatuur
-
1 (5%)
1 (5%)
1 (5%)
Programmaplanner HBO-studentenbedrijf, Jong Ondernemen
Strategische Marketingplanning. Karel Jan Alsem. Noordhoff, 5e druk
2009. ISBN 9789001765057.
Marktonderzoek. Kooiker,R e.a. Noordhoff Uitgevers 8e druk,
9789001796990
Marktonderzoek, Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001796990, 8 e druk
Grondslagen van het management. D. Keuning. Wolters-Noordhoff,
4e druk. ISBN 9789001600945.
Een goede mailing. Klaas Jan Huizing. Thieme Meulenhoff, 1e druk.
ISBN 9006950212.
Zo maak je een ondernemingsplan, R. Grit, Noordhoff Uitgevers, 2e
druk, ISBN 9789001790974
Logistiek. W. Ploos van Amstel. Pearson Education Uitgeverij, 1e
druk. ISBN 9789043015677.
Operationale Verkoopcyclus. Rene van Hoften. Noordhoff Uitgevers
BV, 1e druk. ISBN 9789001788711.
Financieel Management voor ondernemers in het MKB. A.W.W.
Heezen en A.C.L. Kroot. Wolters-Noordhoff, 2e druk. ISBN
9789001809584
-
Wetteksten Hoger Onderwijs 2013-2014, Noordhoff Uitgevers,
9789001809430, 28e druk.
222
-
-
Recht voor de Student Company, Ruud van Caspel Syllabus HAN,
2013.
Handleiding Studieloopbaanbegeleiding SBRM 2e jaar (zie Scholar)
Marketingplan voor ondernemers in het MKB. M. Roes en N. Adamo,
ISBN 978900182067, 2e druk
Effectief Tijdbeheer. Ineke E. Kievit-Broeze. Academic Service. ISBN
9052615691.
De one minute manager en de Apenrots. Ken Blachard. Business
Contact. ISBN 9047001524.
Time Management, de kunst van het kiezen. Peter Vos. Kluwer.
ISBN 9013023924.
Virtueel Kantoor van Jong Ondernemen.
-
Twinfield computerboekhouden.
14. Aanbevolen
literatuur
-
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Portfolio waarin de voorbereidende opdrachten en de huiswerkopdrachten worden verzameld voor toetsing aan de criteria.
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk-/lesvormen worden gehanteerd:
Projectwerk
Intervisie
Groepsbijeenkomsten
-
19. Les-/contacturen
*cursief=in subgroepjes
D-cluster
Onderwijsweek
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
CSBTUT3A
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
20. Onderwijsperiode
D-Cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2.
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
In overleg
8
n.v.t.
Per 1.8.2014 wordt deze OWE niet meer aangeboden in het C-cluster
en per 1.2.2015 wordt deze OWE niet meer aangeboden in het D-cluster. Herkansingen van het C-Clusterdienen uiterlijk in studiejaar 20142015 afgerond te zijn om de gehele OWE te kunnen afronden.
OWE Eigen Onderneming (DEO)
(voor studenten die in semester 2 van 2014-2015 met het D-Cluster starten)
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Eigen Onderneming (DEO)
1.
Opleiding
Small Business en Retail Management
2.
Doelgroep
Voltijd, Hoofdfase, D-Cluster, niveau 2
223

3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
5.
Beroepsproducten
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of
managen van een onderneming.
 De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en
ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern
onderzoek.
 De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten.
 De SBRM’er geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt
zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen
programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding).
 De SBRM’er is in staat om vanuit zijn professie, zijn visie op
ondernemerschap en omgevingsvisie tot een business idee te komen
en dit idee te realiseren.
De SBRM’er is in staat om vanuit zijn professie, zijn visie op ondernemerschap en omgevingsvisie tot een business idee te komen en dit idee te realiseren.
 Jaarverslag
 Projectverantwoording
Studiepunten: 7,5 (D)
6.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent
fysiek aanwezig is
Studielast:
Aantal geprogrammeerde lesuren
(van 45 minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
D
D
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
8
6
Studiebegeleiding, stagebegeleiding
5
3,75
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
2
1,5
Excursies, studiereizen, beroependa-gen,
kick off, etc.
4
3
Overige,
gastcolleges
(masterclasses)
12
24
Totaal
38,25
D
Tentamens,
toetsen (niet tijdens lessen)
D
0
224
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid / stage, docent niet fysiek aanwezig.
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in
groepjes
Overige activiteiten waarbij
de docent niet
fysiek aanwezig
is
171,75
Totaal
171,5
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: 2
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
Waar het B-cluster grotendeels in het teken staat van de voorbereidingen
op het ondernemerschap, starten de studenten in het tweede studiejaar in
groepsverband een eigen onderneming. OWE DEO is een vervolg op de
OWE CEO.
Voor de module CEOPRO1A.8 uit de OWE Eigen Onderneming moet een
resultaat van 5.5 of hoger zijn behaald
Het succesvol zijn al ondernemer is niet alleen gebaseerd op geluk. Alles
start met een goed idee dat je uitwerkt naar een product of dienst om er
vervolgens een eigen onderneming van te maken. In de onderwijseenheid
Eigen Onderneming staat het bedenken, creeren en realiseren van een levensvatbare onderneming centraal. De OWE is opgebouwd uit een project
en daarvoor relevante ondersteunende kennisvakken en loopt over het gehele 2e studiejaar (C- & D-cluster) van de opleiding Small Business & Retail Management. Zie OWE CEO voor verdere beschrijving.
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Competentieniveau 1
- Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een
onderneming.
Competentieniveau 2
- Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.
-
Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een
dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan.
-
Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een
onderneming.
10. Competenties
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek.
Competentieniveau 1
-
Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven
probleemstelling.
225
Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief
onderzoek.
Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de
onderzoeksvraag.
Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data
m.b.v. een ICT toepassing.
Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op
beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen).
-
Competentieniveau 2
Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of
meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.
Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de
keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek.
Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van
onderzoeksvragen.
Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden
voor het type onderzoek.
Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een
statistisch pakket en trekken van conclusies.
Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden
van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever.
-
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en
–cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt
op basis van relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 1
- Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen
en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te
kunnen uitvoeren.
-
Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen
en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven.
-
Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan)
vanuit een gegeven probleemstelling.
Competentieniveau 2
- Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse
vanuit een gegeven context.
-
Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de
keuze voor de methodiek en onderbouwing van de aanbevelingen.
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competentieniveau 1
- In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op
basis van een eenvoudig onderzoek.
-
Vertalen van de marktkansen in korte-termijn-doelstellingen.
226
-
Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze
doelstellingen.
-
Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie.
Competentieniveau 2
- Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot-analyse die
voor een opdrachtgever is uitgevoerd.
-
Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal
prioriteiten.
-
SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte
of middellange termijn.
-
Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze
doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële
consequenties.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
Competentieniveau 1
- Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of
enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven
marketingprobleemstelling.
-
Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een
eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of
organisatie.
Competentieniveau 2
- Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle
functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale
marketingprobleemstelling.
-
Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor
communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis
van een gegeven marketingbeleid.
DC6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve
van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten.
Competentieniveau 2
- Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen
van (marketing)communicatie op deze afnemersgroepen.
-
Vervaardigen van een verkoopmap, met alle relevante informatie.
-
Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en
verkoop, ook in vreemde taal.
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Competentieniveau 2
- Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep.
227
-
Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de
projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van
derden.
-
Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of
supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project.
-
Formuleren van lange-termijn-doelen en deze vaststellen in overleg
binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid.
-
Naar waarde schatten van de bijdrage van een medewerker of lid van
een projectgroep en feedback geven naar de projectgroep.
HBO-generieke competenties
DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie)
- Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en
inrichting van de organisatie, Multi-disciplinariteit en interdisciplinariteit,
klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de
competentie).
-
Intern effectief communiceren op alle niveaus in de gangbare
bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. In termen van
beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van
plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren,
stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional)
- Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren,
resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden,
flexibiliteit.
-
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen
handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
-
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en
ethische principes voor het professioneel handelen.
-
Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de
branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
11. Beoordelingscriteria
Zie studiehandleiding
DEOJVS1A.5
De student is in staat een volledige en adequate verantwoording van beleid
en prestaties uit te werken in de vorm van een jaarverslag. Dit met aandacht voor volgende onderdelen:
- De ondernemer
-
De organisatie
-
Marketing
-
Financieën
228
DEOPRO2A.8
De student is in staat:
- zijn/haar planning te bewaken, bij te sturen en indien nodig af te
stemmen met de coach;
-
samenwerken op een dusdanige wijze in te zetten dat er voordeel
behaalt wordt voor het project;
-
feedback van anderen te gebruiken om producten/diensten aan te
passen;
-
relevante opgedane kennis aantoonbaar toe te passen in de
projectuitvoering en deze te delen met anderen
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Jaarverslag
(D-cluster)
Projectverslag 2
(D-cluster)
Code deeltentamen
DEOJVS1A.5
DEOPRO2A.8
Toetsvorm
Beroepsproduct
Portfolio
Individueel
Groep
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
P4/P2
P3+P4
Herkansing
Zie studiehandleiding
Zie studiehandleiding
Duur
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
Weging binnen OWE
30% van totale OWE
-
13. Verplichte literatuur
-
70% van totale OWE
De Lean Startup, E. Ries, Uitgeverij Pearson Benelux B.V., 1e druk,
2013, ISBN 9789043030984
Marketingstrategie in ontwikkeling, A. Klop, Uitgeverij Coutinho, 1e
druk, 2014, ISBN: 978 90 46 90420 6
Marktonderzoek. Kooiker,R e.a. Noordhoff Uitgevers 8e druk,
9789001796990
Marktonderzoek, , 8e druk, Noordhoff Uitgevers, ISBN
9789001796990
Gedrag in organisaties, Alblas, G. en Wijsman, E.,6e druk,
Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001032111
Grondslagen van het management. D. Keuning. Wolters-Noordhoff,
4e druk. ISBN 9789001600945.
Basisboek bedrijfseconomie, P. de Boer, M.P. Brouwers, W.
Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-70242-7
Basisboek bedrijfseconomie (opgaven), P. de Boer, M.P. Brouwers,
W. Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-79776-8
229
-
Handleiding Studieloopbaanbegeleiding SBRM 2e jaar (zie Scholar)
-
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Business model generatie, Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011.
Deventer: Kluwer. ISBN 9789013074086
- Zo maak je een ondernemingsplan, R. Grit, Noordhoff Uitgevers, 2e
druk, ISBN 9789001790974
- Effectief Tijdbeheer. Ineke E. Kievit-Broeze. Academic Service.
ISBN 9052615691.
- De one minute manager en de Apenrots. Ken Blachard. Business
Contact. ISBN 9047001524.
Time Management, de kunst van het kiezen. Peter Vos. Kluwer.
ISBN 9013023924
Golden Egg Check (http://launchplatform.goldeneggcheck.com)
Portfolio waarin de voorbereidende opdrachten en de huiswerk-opdrachten
worden verzameld voor toetsing aan de criteria.
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
Masterclasses
Bootcamps
Netwerkbijeenkomsten
Pitchbijeenkomsten
De volgende werk-/lesvormen worden gehanteerd:
Hoorcollege
Werkcollege
Gastcollege
Training
Projectwerk
Groepsbijeenkomsten
Individuele gesprekken (SLB)
19. Les-/contacturen
D-cluster
Onderwijsweek
1
2
3
4
5
6
7
CEOCOA2A
2
CEOMAS1A
4
20. Onderwijsperiode
D-Cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2/3/4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
2
2
8
1
2
3
2
2
4
5
6
7
8
2
2
2
230
Vorig jaar werd de onderwijseenheid Student Company (CSB) aangeboden.
De OWE Eigen Onderneming is op een groot aantal onderdelen gewijzigd.
Enkele voorbeelden:
-
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en overgangsregeling
gestopt met project student company / deelname Jong
Ondernemen. Start echte ondernemingen.
- Kleinere groepen, vraaggestuurde begeleiding
- Volgende toetsen geschrapt:
 Halfjaarverslag
 PC-toets Computerboekhouden
 Algemene voorwaarden
 Verkoopplan
 Logistiek
Studenten die nog onderdelen van CSB open hebben staan, dienen dit in
studiejaar 2014-2015 geheel af te ronden.
n.v.t.
231
OWE DRL – Retail
Retail (DRL)
1. Opleiding
Small Business en Retail Management
2. Doelgroep
Voltijd, Hoofdfase, D-cluster, niveau 2
3. Beroepstaak/
beroepstaken
De SBRM’er verplaatst zich in de retailondernemer en adviseert deze m.b.t.
het functioneren (plannen, organiseren, leidinggeven en beheersen) in de
huidige sterk veranderende retailomgeving.
4. Centrale
beroepstaak
Zie boven
5. Beroepsproducten
Adviesrapport
6. Studiepunten/
studielast
Studiepunten: 15
Studielast:
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen,
kick off, etc.
Overige, gastcolleges
Totaal
Geprogrammeerde
eenheden voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
Totaal
Totaal
7. Samenhang met
andere OWE’s
Het niveau van deze OWE is: 2
8. Ingangseisen
N.v.t.
9. Algemene
omschrijving
Binnen deze OWE vallen :
- Retailmarkting (MKT)
- Operations Management (OPM)
- Control (BEC)
- Onderzoek (BON)
- Masterclasses (MAS)
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
99
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
75
32
24
11
8
2
1,5
2
1,5
110
8
6
0
0
0
304
0
0
310
420
232
De onderwijseenheid Retail is erop gericht de student kennis te laten maken
met basisbegrippen en basisprincipes van retail, hiermee een bedrijf en zijn
omgeving te kunnen doorlichten en analyseren en op grond daarvan een retailondernemer te kunnen adviseren omtrent zijn bedrijfsvoering.
Leerdoelen:
• Inzicht krijgen en kennis toepassen in alle aspecten van het vakgebied Retail en in de turbulente huidige dynamiek binnen de branche
• Inzicht krijgen in alle aspecten van het (dagelijks) besturen van een (retail)
MKB-onderneming
• Onderzoek en analyses uitvoeren voor of als een retailondernemer
• Bedrijfseconomische berekeningen en kengetallen als beslissingsondersteunend systeem hanteren
• Advies geven aan een retailondernemer over aansluiting bij de veranderende retailbranche
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 2
Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.
Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een
dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan.
Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een
onderneming.
Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC1:
- Invloed macro-economie op beleid onderneming, marktvormen.
- Kengetallen: aandeel, penetratiegraad, potentieel, distributie, etc.
- Koopgedrag: basis sociologie, psychologie, afnemersanalyse,
sociaal-economisch onderzoek, tijdsbesteding consumenten, consumentenbehoeften, demografie.
- Consumentengedrag: diverse modellen uit psychologie, trendwatching, invloeden van cultuur, subcultuur en referentiegroepen op de koopbeslissing.
10. Competenties
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentieniveau 2
- Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.
- Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de
keuze voor kwalitatief dan wel kwantitief onderzoek.
- Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen.
- Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor
het type onderzoek.
- Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een
statistisch pakket en trekken van conclusies.
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en
–cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt
op basis van relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 1
Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en
–cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen
uitvoeren.
Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en
bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven.
Competentieniveau 2
Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOTanalyse en conclusies daaruit trekken.
233
Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC3:
- Financieel management: kengetallen, kostprijscalculatie, waarde/winst, rekenvaardigheden op gebied van commerciële calculaties, financiële rekenkunde (samengestelde intrest e.d.).
- Financieel: prijsbepaling, kostensoorten, rendement, profit/loss, balans, activity-based costing, cashflow, beslissingscalculaties.
- Logistiek/inkoop: logistieke besturing, inkooptechnieken, voorraadbeheer,
planning, distributie, goederenstroom, decision
support systems: financieel management, HRM, leiderschap, bedrijfskundige
ICT, informatiesystemen, kennis bedrijfsprocessen, analyseren bedrijfsprocessen, financiële kennis, samenhang diverse functionele gebieden: marketing, strategie, technologie, finance, relatie bedrijf en omgeving.
- Omgevingsanalyse, macro-economie, portfolioanalyse, product-marktcombinaties, strategieontwikkeling, strategisch management, innovatie, interne
organisatie bedrijf/instelling, relatie tussen afdelingen,
relatie intern/extern, cultuur, interne communicatie, organisatiestructuren en
systemen, waardetoevoeging door innovatie en creatie van diensten.
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competentieniveau 2
Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot analyse die
voor een opdrachtgever is uitgevoerd.
Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal
prioriteiten.
Ontwerpen van een plan, inclusief de organisatorische en financiële
consequenties.
Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC4:
- Marketingplan, marketingstrategie, positionering, marktsegmentatie, marketingcalculaties, 4P's tot 7P's, segmentatievariabelen, marketingmix, strategie
en tactiek, formulemanagement, branding, advertising, multi-channel management, one-to-one marketing, verschil producten en diensten; retail-,
dienstenmarketing, portfoliomodellen. marktsegmentatie en positioneren, assortimentsbeleid, productcategorieën en productlijnen, merkenbeleid en verpakkingsbeleid.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
Competentieniveau 1
Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of
enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven
marketingprobleemstelling.
Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een
eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of
organisatie.
Competentieniveau 2
Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle
functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale
marketingprobleemstelling.
Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor
communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van
een gegeven marketingbeleid.
Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC5:
- Commerciële calculaties, decision support systems: financieel management, bedrijfskundige ICT, informatiesystemen, kennis en analyseren van bedrijfsprocessen.
234
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC8:
Leidinggeven, Management by objectives, organisatiebesturing, procesmanagement, INK-model, HRM people management,
managementinformatiesystemen, organisatiemodellen.
11. Beoordelingscriteria
DRLADV1A.5
DRLASS1A.4
DRLMKT1A.8
DRLOPM1A.8
DRLBEC3B.1
DRLMAS1A.8
DRLSLB4A.9
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting bij enkele onderdelen (zie studiehandleiding OWE Retail)
De student
heeft op basis van marktonderzoek een volledig en adequaat
adviesrapport voor een opdrachtgever in de retailbranche opgesteld.
toont in het adviesrapport relevante inzichten in de interne organisatie en
de externe omgeving van de opdrachtgever.
De student
toont individueel aan dat hij de inhoud van het gehele adviesrapport
beheerst inclusief het onderbouwen van gemaakte keuzes.
De student
voert individueel de uitgereikte MKT-opdrachten uit en verwerkt deze in
zijn portfolio
De student
voert individueel de uitgereikte OPM-opdrachten uit en verwerkt deze in
zijn portfolio
De student
- kan de marktpotentie berekenen, het (gewenste) marktaandeel
bepalen, het aandeel in de kanaalgebonden bestedingen berekenen
(in aansluiting module retailmarketing)
- weet wat ‘conversiegraad’ betekent en kan dit toepassen op
casussen
- kent het verschil tussen ‘inkoop’ en ‘inkoopwaarde van de omzet’ en
weet welke invloed leverancierskrediet heeft op de brutowinst marge
- kan overweg met de verschillende prijscalculaties
- weet dat absoluut gezien de brutowinst ‘de pot’ is waaruit alle andere
kosten betaald moet worden
- kan de personeelskosten bepalen in absolute zin, maar ook relatief
duiden als:
o Omzet per FTE
o Brutowinst per FTE
o Loonsom per FTE
o Arbeidsefficiency (omzet per FTE x marge)
- kan de huisvestingskosten bepalen in absolute zin, maar ook relatief
duiden als:
o Huisvestingskosten per m2 b.v.o. en v.v.o
o Omzet per m2 b.v.o. / v.v.o.
o Vloerefficiency = brutowinst per m2 b.v.o. / v.v.o
De student
Neemt actief deel aan de masterclasses.
De student
werkt aan de ontwikkeling van de competenties die hij nodig heeft om in
de beroepspraktijk als een professioneel beroepsbeoefenaar te kunnen
functioneren.
-
oriënteert zich middels diverse opdrachten op het toekomstige beroep of
beroepenveld en kan met duidelijke onderbouwing specifieke accenten
235
leggen in de opleiding en een beargumenteerde keuze maken t.a.v.
invulling stage.
-
bewaakt zijn eigen studievoortgang en maakt een individuele
studieplanning.
12. Tentaminering
Assessment
Retail
DRLASS1A.4
Retailmarketing
Code deeltentamen
Adviesrapport Retail
DRLADV1A.5
DRLMKT1A.8
Operations Management
DRLOPM1A.8
Toetsvorm
Beroepsproduct
Assessment
Portfolio
Portfolio
Individueel
Deels groep,
Deels individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
4
4
1
1
P2/P4
P2/P4
P2/P4
P2/P4
Duur
Zie modulebeschrijving
n.v.t.
Zie modulebeschrijving
4 x 15 min
Zie modulebeschrijving
n.v.t.
Zie modulebeschrijving
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Adviesrapport
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde
van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
30% van totale
OWE
15% van totale
OWE
20% van totale
OWE
Bedrijfs- economie
3
DRLBEC3B.1
Masterclasses
DRLMAS1A.9
Studieloopbaanbegeleiding
DRLSLB4A.9
Deelname
Deelname
Individueel
Schriftelijk tentamen
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
2
1
T2/T4
P2/P4
P2/P4
Zie modulebeschrijving
n.v.t.
Zie modulebeschrijving
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Naam deeltentamen
Tentamenperiode
Herkansing
Naam deeltentamen
Code deeltentamen
Toetsvorm
Tentamenperiode
Herkansing
T5
Duur
120 min
Hulpmiddelen
Niet-grafische rekenmachine
20% van totale
OWE
236
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in
voldaan/niet voldaan.
Weging
15% van totale
OWE
-
-
13. Verplichte literatuur
-
Vink
Vink
0% van totale
OWE
0% van totale
OWE
Quix, F., & Kind, R.P. van der. (2012). Retailmarketing (5e druk).
Houten: Noordhoff Uitgevers B.V.
Alsem, K.J. (2013). Strategische Marketingplanning (6e druk). Houten:
Noordhoff Uitgevers B.V. (reeds in bezit)
Walstra, J. (2014). Operationeel Management in de Dienstverlening (3e
druk). Amsterdam: Pearson Benelux.
Thuis, P. (2013). Toegepaste Organisatiekunde (6e druk). Houten:
Noordhoff Uitgevers. (reeds in bezit)
Kooiker, R., Broekhoff, M. & Stumpel, H. (2011). Marktonderzoek (8e
druk). Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. (reeds in bezit)
Basisboek bedrijfseconomie, P. de Boer, M.P. Brouwers, W. Koetsier, 9e druk,
Noordhoff 978-90-01-70242-7(reeds in bezit)
Basisboek bedrijfseconomie (opgaven), P. de Boer, M.P. Brouwers, W. Koetsier,
9e druk, Noordhoff 978-90-01-79776-8 (reeds in bezit)
Handleiding Studieloopbaanbegeleiding SBRM 2e jaar (zie Scholar)
Alblas, G. &Wijsman, E. (2013). Gedrag in Organisaties (6e druk).
Houten: Noordhoff Uitgevers. (reeds in bezit)
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
Diverse vakbladen, artikelen, rapporten & websites (uit te reiken in de les)
17. Activiteiten
Individuele opdrachten, groepsopdrachten, excursies
18. Werkvormen
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
- Werkcollege
- Projectwerk
- Excursies
- Gastcolleges
- Workshops
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
1
DRLMKT
3
DRLOPM
3
DRLBEC
DRLBON
DRLMAS
3
2
3
4
3
3
3
3
7
8
9
10
1
3
3
3
3
8
6
3
3
3
5
3
3
2
3
3
3
4
3
3
8
4
5
6
7
8
9
2
3
2
3
2
2
8
8
237
10
DRLTUT
2
DRLSLB3A
2
20. Onderwijsperiode
2
2
2* 2*
2
2
2
3
2
2
2
2
*cursief = in subgroepjes
D-Cluster; deze OWE wordt aangeboden in semester 1 (periode 1 en 2)
en in semester 2 (periode 3 en 4).
21. Maximaal aantal
deelnemers
n.v.t.
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
De gehele OWE is gewijzigd. Alle toetsen zijn ook gewijzigd. Alleen de
SLB toetscode is gelijk aan die van 2013-2014. Studenten die onderdelen
van de oude Retail OWE (DRB) open hebben staan, hebben in studiejaar
2014-2015 twee toetskanesn om deze onderdelen in te halen. Indien er
daarna nog overdelen open staan, dient de nieuwe OWe (DRL) geheel
gevolgd en gehaald te worden.
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t.
238
OWE TSB4 – Taal & Cultuur 4
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Taal & Cultuur 4 – TSB4
1. Opleiding
SBRM
2.
Doelgroep
Voltijd, Hoofdfase, D-cluster, niveau 2
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
Taal & Cultuur
De SBRM’er stemt zijn taal en communicatie af op de taal en cultuur van
zijn handelspartners.
n.v.t.
Engels
- presentatie
-
zakelijke e-mail en brief
Duits
- Zakelijke telefoongesprekken
5.
Beroepsproducten
-
Verkoop- en onderhandelingsgesprekken op de beurs
-
Eenvoudige bedrijfs- en productpresentatie op de beurs
-
Informatieverzameling ten behoeve van bedrijfs- en
produktpresentatie.
Nederlands
- Webteksten
-
Interviews houden, rapporteren
Nederlands voor Duitse studenten
- Portfolio
-
Mondelinge toets
Studiepunten: 7,5
6. Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent
fysiek aanwezig is
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
30
23
30
23
28
21
12
9
12
9
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens
lessen)
239
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
85
Geprogrammeerde eenheden voor
zelfwerkzaamheid en stage, waarbij
de docent niet fysiek aanwezig is
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
2
3
Stage, AOD, praktijkleren
0
Zelfstudie, individueel of in groepjes
0
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
0
Totaal
0
120
125
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: 2
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
De onderwijseenheid Taal & Cultuur 4 volgt op de onderwijseenheden
Taal & Cultuur 1, 2 en 3.
De onderwijseenheden Taal & Cultuur 1 en 2 van de propedeuse en 3
van de hoofdfase moeten zijn gevolgd.
Binnen deze OWE vallen :
Engels 7 en 8: ENG7B, ENG8C
Duits 7 en 8: DUR7A, DUR8A
Nederlands:
NLD3A, NLD4A
Nederlands voor Duitse studenten 7 en 8: NER7, NER8
Engels 7 en 8
Voor de taalverwerving:
9.
Algemene
omschrijving
- herhaling en verdieping van diverse grammatica onderwerpen.
Voor e-mail en brief correspondentie:
-
onder andere informatieaanvraag en -verstrekking, offertes en orders,
klachtenbehandeling en betalingsregelingen.
Voor de presentatie:
-
presentatietaal voor onder andere het inleiden, structureren, afsluiten van
de presentatie en omgaan met vragen;
het uitleggen van cijfers en trends;
correct gebruik van presentatie slides;
presentatie afstemmen op een specifiek publiek.
240
Leerdoelen
De student kan:
een presentatie geven gericht aan een bepaald zakelijk publiek, en
daarbij adequaat de behandelde grammatica, zinsbouwstructuren
en vakwoordenschat toepassen;
-
een correct zakelijk telefoongesprek in het Engels voeren;
-
een brief in het Engels schrijven volgens de in de zakelijke
correspondentie geldende conventies, daarbij adequaat de
behandelde grammatica, zinsbouwstructuren en vakwoordenschat
toepassen.
Duits 7 en 8
TSBDUR7A
Telefonieren: Kontakaufnahme + Terminvereinbarung
Messegespräche: Messebesuch mit kurzer Firmenpräsentation
TSBDUR8A
Messegespräche: Produktpräsentation mit Verhandlungen
Telefonieren: telefonischer Nachmessekontakt
10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
Nederlands 3 en 4
In de eerste periode ga je webteksten leren schrijven.
In de tweede periode houd je interviews en rapporteer je hierover.
Nederlands voor Duitse studenten
De modules NER7 en NER8 richten zich op de schriftelijke en mondelinge toepassing van het Nederlands op het niveau B2/C1.
De module NER7 richt zich op het schrijfproces. Het schrijven van verschillende soorten teksten vormen de inhoud van de module. Voorbeelden zijn: het schrijven van een webtekst, persbericht, nieuwsbericht, recensie en sfeerverslag.
De module NER8 richt zich op zakelijke mondelinge communicatie, zoals conflicthantering, onderhandelen en het houden van een betoog.
Einddoel na C- en D-cluster is beheersing van het Nederlands op niveau
C1 (CEF: Common European Framework).
Het certificaat Nederlands als tweede taal, programma II kan de student
in eigen tijd en op eigen kosten behalen.
DC 7: Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal (niveau
B1).
DC 9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk,
organisatie)
Voor deze OWE geldt een aanwezigheidsverplichting.
Engels
De student:
gebruikt zakelijk idioom correct;
TSBENG7B.1
TSBENG7B.6
TSBENG8C.2
-
beantwoordt vragen over een zakelijke tekst;
-
past de grammatica correct toe.
De student houdt een overtuigende en correct gestructureerde presentatie afgestemd op een bepaald zakelijk publiek in voor native speakers
begrijpelijk Engels.
De student schrijft een nagenoeg foutloze brief of e-mail die beantwoordt
aan de geldende conventies van de handelscorrespondentie.
241
Duits
De student
- beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het
zakelijk telefoongesprek binnen de cyclus van de “ungestörter
Geschäftsablauf” (Anfrage – Angebot – Bestellung) inclusief een
“Terminvereinbarung” in het Duits correct;
TSBDUR7A.4
TSBDUR8A.4
-
beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het
persoonlijke beursgesprek met eenvoudige bedrijfs- en
productpresentatie en een onderhandelingsgesprek in het Duits
correct;
-
gebruikt de standaardzinnen uit de telefoon-, beurs- en
onderhandelingswoordenschat correct;
-
formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige,
maar correcte zakelijke zinnen onder gebruikmaking van de juiste
vakwoordenschat;
-
beheerst de uitspraak correct;
-
past de grammatica van het Duits correct toe;
-
vertoont communicatief correct gedrag door het juiste spreektempo,
de juiste spreekwijze, de juiste articulatie, actief luisteren,
intercultureel gedrag en klantgericht handelen dat is afgestemd op de
Duitse zakelijke situaties.
Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte
aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals
omschreven in de studiehandleiding.
De student:
- beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het
zakelijk telefoongesprek binnen de cyclus van de “ungestörter
Geschäftsablauf” (Anfrage – Angebot – Bestellung) inclusief een
“Terminvereinbarung” in het Duits correct;
- beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het
persoonlijke beursgesprek met eenvoudige bedrijfs- en
productpresentatie en een onderhandelingsgesprek in het Duits
correct;
- gebruikt de standaardzinnen uit de telefoon-, beurs- en
onderhandelingswoordenschat correct;
- formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige,
maar correcte zakelijke zinnen onder gebruikmaking van de juiste
vakwoordenschat;
- beheerst de uitspraak correct;
- past de grammatica van het Duits correct toe;
- vertoont communicatief correct gedrag door het juiste spreektempo,
de juiste spreekwijze, de juiste articulatie, actief luisteren,
intercultureel gedrag en klantgericht handelen dat is afgestemd op
de Duitse zakelijke situaties.
Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte
aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals
omschreven in de studiehandleiding.
Nederlands
242
De student kan:
- soorten webteksten onderscheiden
TSBNLD3A.5
TSBNLD4A.1
-
een webtekst duidelijk schrijven
-
een webtekst aantrekkelijk formuleren
-
een webtekst juist structureren
-
een goede e-mail schrijven
-
een goede tekst voor een webwinkel schrijven
-
een goede blog schrijven
De student kan:
- een rapport opstellen met inachtneming van taalkundige en
structurele aspecten.
Nederlands voor Duitse
studenten
De student schrijft op correcte wijze:
- een persbericht;
TSBNER7.8
-
een recensie;
-
een nieuwsbericht;
-
een sfeerverslag;
-
een webtekst.
De student kan:
- een conflicthanteringsgesprek voeren;
TSBNER8.4
-
een onderhandelingsgesprek voeren;
-
debatteren.
12. Tentaminering
Engels
Naam deeltentamen
Business Texts, grammar & Idioms 2
Presentatie
Code deeltentamen
TSBENG7B.1
TSBENG7B.6
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
tentamenperiode
T1/T3
P1/P3
Herkansing
T4
P1/P3
Duur
120 min.
Plm. 15 min.
243
Hulpmiddelen
Geen
Geen
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
Alle deeltentamens resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1
keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE.
Naam deeltentamen
Correspondence 2
Code deeltentamen
TSBENG8C.2
Toetsvorm
Practicum-/PC-toets
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
T2/T4
Herkansing
T5
Duur
60 minuten
Hulpmiddelen
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
(woorden)boeken, syllabi, voorbeeldbrieven, zowel op papier als
digitaal/online.
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
Alle deeltentamens resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1
keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE.
Duits
Naam deeltentamen
Mondeling
Mondeling
Code deeltentamen
TSBDUR7A.4
TSBDUR8A.4
case Telefonieren: Kontaktaufnahme + Terminverein-barung
case Produktpräsentation mit Verhandlungen
Toetsvorm
Messebesuch mit kurzer Firmenpräsen-tation
telefonischer Nachmesse-kontakt
Individueel
in duo’s
in duo’s
Aantal examinatoren
1
1
tentamenperiode
P1/P3
P2/P4
Herkansing
Kalenderweek 28
Kalenderweek 28
Duur
15 minuten
15 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
244
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
Alle deeltentamens resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1
keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE.
Nederlands
Naam deeltentamen
Webteksten
Rapporteren
Code deeltentamen
TSBNLD3A.5
TSBNLD4A.1
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Individueel
Inleveropdrachten (alle opdrachten hebben hetzelfde gewicht)
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Toetsperiode
P1/P3
T2/T4
Herkansing
in overleg met docent
T5
Duur
n.v.t.
volgt
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen toets
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
Alle onderdelen resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1 keer
mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE.
Ja
Nederlands voor Duitse
studenten
Naam deeltentamen
Portfolio
Mondeling
Code deeltentamen
TSBNER7.8
TSBNER8.4
Toetsvorm
portfolio
Mondeling
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
tentamenperiode
P1
P2
Herkansing
T2
P2 OW7
Duur
n.v.t.
15 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Geen
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
55
55
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
Alle deeltentamens resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1
keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE.
13. Verplichte literatuur
Engels
- Handout ENG 7/8 voor tweedejaars CO/CE/IBL/SB/FB, via scholar.
- Martin, R.K.M. Engels idioom voor het EAO, Walvaboek, ISBN
9789066753174
Duits
245
-
-
Duijvestijn, B.W.Th. en Mangnus H.A.A , Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, leerboek, Walvaboek, ISBN 9789066752948
Duijvestijn, B.W.Th. en Mangnus H.A.A , Das abc der
Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek, Walvaboek, ISBN
9789066752955
Vries, E. de en Rees, P. van, Grammaticus, Noordhoff, ISBN
9789001923518
Wergen, J., PONS Bürokommunikation Deutsch, Ernst Klett, ISBN
9783125618671
Syllabus SN 3426 Telefonieren / Ihre Firma auf der Messe
Syllabus SN 3427 Ihre Produkte auf der Messe / erfolgreich
verhandeln
Nederlands
geen
Nederlands voor Duitse studenten
n.v.t.
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
Engels
Voort, P.J. van der Basic Business Grammar, Walvaboek, 2e
druk: ISBN 978 90 6675 375 4
Nederlands voor Duitse studenten
Scholar
Duits
Hand-outs, worden in de les uitgedeeld
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Nederlands voor Duitse studenten
Studiehandleiding
Engels
Tijdens de lessen wordt geoefend met Engelse zakelijke coorespondentie per e-mail en per biref en presentatievaardigheden. Tevens wordt
aan grammatica en tekstbegrip gewerkt.
Duits
In het D-cluster worden de studenten tijdens 5 trainingen, waarvan minimaal 3 verplichte sessies per periode voorbereid op Telefonieren:
Kontakaufnahme + Terminvereinbarung + Messebesuch mit kurzer
Firmenpräsentation (lesperiode 1) en op Produktpräsentation mit Verhandlungen + telefonischer Nachmessekontakt (lesperiode 2). Elke
week zijn er 3 contacturen.
Nederlands
Indiviuele opdrachten en klassikale lessen
Nederlands voor Duitse studenten
Studenten werken aan opdrachten, oefenen mondelinge en schriftelijke
vaardigheden.
Talen
- hoorcolleges;
- werkcolleges;
- zelfstudie.
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
TSBENG7B
TSBENG8C
1
2
2 3
2 2
4 5
3 3
6
3
7
2
TSBDUR7A
TSBDUR8A
TSBNLD3A
3
3 3
3 3
3
3
2
2 2
2 2
2
2
8
9
10
1 2
3
4 5
6
7 8
2 2
2
2 2
2
2
3 3
3
3 3
3
3
9
10
246
TSBNLD4A
TSBNER7
TSBNER8
2
2 2
2 2
2
2 2
2
2 2
2
2
2 2
2
2 2
2
2
2
20. Onderwijsperiode
D-cluster, wordt aangeboden in periode 3 en 4
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
Engels
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
Telephoning 2 (ENG8B.4) vervalt. In de plaats daarvan wordt telephoning bij
ENG 6 afgerond (ENG6B.4). Slepers die het oude ENG8B.4 nog moeten halen,
herkansen met het nieuwe ENG6B.4 (wat een samenvoeging is van het oude telephoning 1 en 2)
TSBENG8C.2: Tentamenstof gewijzigd! De zakelijke e-mail (oude
ENG6B.2) en zakelijke brief (oude ENG8B.2) zijn samengevoegd
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt en
overgangsrege-ling
n.v.t.
247
OWE beschrijvingen SBRM E-cluster
EST - Stage
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Stage (EST)
1.
Opleiding
Small Business en Retail Management
2.
Doelgroep
Voltijd, Hoofdfase, E-Cluster, niveau 2
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
5.
Beroepsproducten
 De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn
handelspartners;
 De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit en
bewaakt deze;
 De SBRM’er voert een opdracht uit in de relevante beroepspraktijk en
oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies.
Context: De stage wordt uitgevoerd bij een bedrijf in Nederland of het buitenland met minimaal 10 FTE. Naast ‘meewerkzaamheden’ uitvoeren wordt er
een onderzoeksopdracht zelfstandig uitgevoerd.
De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert
zich op het beroep en mogelijke functies.
 Persoonlijk Leerplan;
 Verslag bedrijfsopdracht;
 Evaluatieverslag.
Studiepunten: 30
Studielast:
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren x 0,75)
6.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de
(gast)docent fysiek aanwezig is
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
6
4,5
3 (kick-off)
2,25
Tentamens, toetsen (tijdens
lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
5 (terugkomdagen)
4
Overige, …..
Totaal
10,75
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
248
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is, ….
Totaal
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
829,25
829,25
840
Het niveau van deze OWE is: 2
Stage Nederland: (Na T3/T1)





De Propedeuse is behaald;
Het C-cluster is volledig behaald;
Van het D-cluster lopen de projecten Student Company/Eigen Onderneming
(doorloop vanuit C-cluster) en Retail voorspoedig;
Je aanwezigheid bij de voorlichtingsbijeenkomst(en) stage binnenland staat
geregistreerd.
De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn
gevolgd.
Stage Buitenland: drempel 1 (Na T2/T4)
8.


Ingangseisen


De Propedeuse is behaald;
Van het C-cluster is het project Student Company/Eigen Onderneming
behaald;
Van het C-cluster zijn de toetsen uit T1 (uit T3 voor februari-instroom)
behaald.
De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-Cluster zijn gevolgd.
Stage Buitenland: drempel 2 (Na T3/T1)




De Propedeuse is behaald;
Het C-cluster is volledig behaald;
Van het D-cluster lopen de projecten Eigen Onderneming (doorloop vanuit Ccluster) en Retail voorspoedig.
De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn
gevolgd.
De periode die de student als stagiair gaat doorbrengen is een leersituatie in
een voor de student nieuwe omgeving. Deze omgeving biedt de student de
eerste uitvoerige kennismaking met het toekomstig werkveld en de aard van
de werkzaamheden daarin. In deze praktijksituatie verricht de student activiteiten en onderzoek. De student loopt 21 weken fulltime stage in de periode
september-januari of februari-juni.
9.
Algemene
omschrijving
Leerdoelen:
- oriëntatie op beroep en functie;
-
het toepassen van de theoretische kennis in de praktijk;
-
het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en sociale
vaardigheden;
249
-
het verkrijgen van een beeld van werkzaamheden en werksituaties van
medewerkers;
-
het verkrijgen van een beeld van de structuur en het functioneren van een
arbeidsorganisatie.
DC2:
DC8:
10. Competenties
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek;
Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project;
DC9: Sociale en communicatieve competentie;
DC10: Zelfsturende competentie.
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
De beoordeling vindt plaats op:
 Sociale en communicatieve vaardigheden;
 Zelfsturende vaardigheden;
 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek;
 Leiding geven aan een bedrijf, bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een
project.
Beoordelingscriteria:
De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te bieden
aan collega’s, hun om input te vragen en respectvol met hun mening en
ideeën om te gaan;
-
De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de doelen te
behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk mee te denken over
oplossingen;
-
De student is zich bewust van de cultuur van de organisatie, kan deze
doorgronden en past zich aan;
-
De schriftelijke communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk,
gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd;
-
De mondelinge communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk en
respectvol;
-
De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij een juiste
inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning nodig is;
-
De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te komen en
proactief werkzaamheden op te pakken;
-
De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te stellen,
werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te voeren;
-
De student kan met feedback omgaan en is in staat om te reflecteren op
eigen handelen;
-
De student toont een professionele (beroeps-)houding door afspraken na
te komen en verantwoordelijkheid te nemen.
-
Formuleren van een terugblik op het feitelijk uitgevoerde onderzoek t.o.v.
EST
250
het Plan van Aanpak.
-
Uitvoeren en rapporteren van het onderzoek gebruikmakend van de
geijkte methoden voor het type onderzoek.
-
Onder supervisie leidinggeven op planmatige, systematische en
resultaatgerichte wijze aan een eenvoudig project.
-
Omgaan met onverwachte gebeurtenissen die het project verstoren en
reageren op adequate wijze met hulp van derden.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Stage
Code deeltentamen
EST
Toetsvorm
Integrale toets
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
Tentamenperiode
N.v.t.
DC8, DC9 en DC10 kunnen niet herkanst worden, de student moet dan een
geheel nieuw stagetraject doorlopen. Zie stagehandleiding.
Herkansing
DC2 kan de student herkansen. Indien de student opnieuw geen voldoende
weet te behalen voor DC2 moet de student een geheel nieuw stagetraject
doorlopen. Zie stagehandleiding.
Duur
N.v.t.
Hulpmiddelen
N.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
6 (afgerond op gehele cijfers)
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Waarbij geldt dat alle vier de onderdelen (DC9, DC10, DC2 en DC8) met een
5.5 of hoger beoordeeld moeten zijn.
Weging
30% Sociale en communicatieve vaardigheden;
30% Zelfsturende vaardigheden;
20% Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek;
20% Leiding geven aan een bedrijf, bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of
een project.
13. Verplichte literatuur
Kooiker, R. (2011). Marktonderzoek, 8e druk, Den Haag: Noordhoff (reeds in
bezit).
14. Aanbevolen
literatuur
Alle literatuur die in eerdere clusters behandeld is. Denk hierbij aan:
 Grondslagen van de Marketing – B. Verhage;
 Introductie ondernemingsplan en financiële sturing – A.A.W. Heezen;
 Grondslagen van het Management – D. Keuning;
 Strategische Marketingplanning – Karel Jan Alsem;
251
15. Software
 Logistiek – W. Ploos van Amstel;
 Operationele Verkoopcyclus – R. van Hoften;
 Financieel Management voor ondernemers in het MKB – Heezen &
Kroot;
 Business Marketing Management - W.G. Biemans;
 Handboek Online Marketing – Patrick Petersen;
 Marketing voor Retailers – Reinder Koornstra.
N.v.t.
16. Overige materialen
Stagehandleiding + Rubrics DC9, DC10, DC2 en DC8.
17. Activiteiten
Meewerken in een beroepsomgeving en methodisch uitvoeren van een zelfstandige bedrijfsopdracht.
18. Werkvormen
Stage
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
0
Instructie
3
1
2
3
4
Terugkomdagen
5
6
7
8
2
Stagebezoeken docent
9
10
1
2
3
4
5
6
3
E-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 of 3+4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
N.v.t.
-
-
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
8
9
10
3
20. Onderwijsperiode
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
7
3
Het eerste stagebezoek is verplaatst van week 6-8 naar week 4-6;
In de OWE omschrijving stond opgenomen dat er 1 terugkomdag werd
uitgevoerd, terwijl er twee terugkomdagen (presentaties interne analyse
en intervisie) worden uitgevoerd;
Er is vastgelegd dat DC8, DC9 en DC10 niet herkanst kan worden. DC2
kan eenmaal herkanst worden. Procedure van herkansing is vastgelegd in
de stagehandleiding;
De stagedrempel voor binnen- en buitenland is aangepast.
N.v.t.
252
OWE beschrijvingen SBRM G-cluster
OWE GIE – Project Internationalisering
Titel onderwijseenheid
(OWE)
International Entrepreneurship (GIE)
1.
Opleiding
Small Business en Retail Management
2.
Doelgroep
Voltijd, Hoofdfase, G-cluster, niveau 3
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het zaken doen met een
partner uit een andere (taal)cultuur.
4.
5.
Beroepsproducten
Business Proposal
Studiepunten: 15
6.
Studiepunten/ studie
last
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick-off,
etc.
Overige, gastcolleges
Totaal
Geprogrammeerde
eenheden voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
Totaal
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45 minuten)
volgens lesrooster
127
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
95
25
19
2
99
215
625
840
Het niveau van deze OWE is: 3
OWE’s uit A- t/m D-cluster en Stage E-cluster
Indien de stage gevolgd is in studiejaar 2012-2013 of eerder geldt:
De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster
zijn gevolgd. (geldt vanaf 1.2.2015)
De studenten leren wat er allemaal komt kijken bij het zakendoen, in
een internationale context en met een diversiteit aan culturen. Kennis
253
op strategisch niveau van marketing, wereldwijde ontwikkelingen in de
economie, en de internationale verschillen in wetgeving, fiscaal recht
en ethiek. De kennis van de hele opleiding komt in deze OWE samen
en wordt verder verdiept. De student kan de kennis meteen toepassen
in de praktijk en gaandeweg het inzicht vergroten in de omgeving en
de dynamiek van een onderneming. Verder wordt veel aandacht besteed aan onderzoek en rapportage op bachelorniveau. Dit cluster is
daarmee bedoeld als een optimale voorbereiding op de afstudeerfase.
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
Competentieniveau 2
- Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.
- Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee.
- Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project
of onderneming.
- Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een
onderneming.
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
Competentieniveau 2
- Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag
(of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.
- Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van
onderzoeksvragen.
10. Competenties
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en
–cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt
op basis van relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 2
- Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of
- meerdere contexten.
- Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare
en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van
belangentegenstellingen.
- Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of
internationale markt op basis van de analyse.
- Rapporteren van overtuigend presenteren van de resultaten en
verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de
aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject.
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competentieniveau 2
- Benoemen van een aantal opties op basis van een Swotanalyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd.
- Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar
aantal prioriteiten.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
Competentieniveau 2
- Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor
alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een
globale marketingprobleemstelling.
254
-
Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan
(voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie,
organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid.
DC6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve
van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten
en/of diensten.
DC7: Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele
verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel,
bedrijfsprocessen of een project.
Competentieniveau 3
- Geven van richting en sturing op stimulerende wijze aan een
groep op basis van een visie, teneinde een gesteld doel te
bereiken.
- Ondernemen, zelfstandig, van een actie.
- Handelen op adequate wijze bij onverwachte gebeurtenissen,
die processen in de projectgroep verstoren.
- Aanpassen, indien noodzakelijk, van stijl en methode van
leiding geven.
- Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, zelfstandig, van
een bedrijfsonderdeel of project.
- Formuleren, zelfstandig, en verdedigen van de eindresultaten
van een project op basis van de resultaten die door de
projectgroep zijn opgeleverd.
- Evalueren van een project/proces aan de hand van de vooraf
gestelde kwaliteitseisen en afleggen van verantwoording.
- Geven van feedback op adequate wijze aan de groepsleden,
tussentijds en na afloop van het project/werkproces.
HBO-generieke competenties
DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk,
organisatie)
- Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over
doelen en inrichting van de organisatie, Multi-disciplinariteit en
interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven
(het sociale deel van de competentie).
- Intern effectief communiceren op alle niveaus in de gangbare
bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. In termen
van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en
schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren,
draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen,
verwoorden van besluiten.
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional)
- Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van
leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig
optreden, flexibiliteit.
- Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor
eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische
zelfbeoordeling.
- Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor
normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een
255
beroepscode en ethische principes voor het professioneel
handelen.
Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de
branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
-
GIEGMS1A.5
-
-
GIEGSE1A.5
-
GIEMCB1A.5
-
-
De student is in staat om in een innovatiescan uit te voeren
en innovatiesuggesties te geven.
-
De student beschikt over de kennis, vaardigheden en
inzichten om zelf innovaties door te voeren.
Voor een externe opdrachtgever in teamverband een onderzoek
opzetten, uitvoeren en evalueren;
De student past Applied Research toe volgens de regulatieve
cyclus;
De student is in staat zich op stellen als een projectadviseur
richting de externe opdrachtgever;
De student is in staat zelfstandig leiding te geven aan het
toegepaste onderzoek;
De student is in staat de juiste onderzoeksmethode te
selecteren en toe te passen op de probleemstelling;
De student kan een onderzoeksvraag vertalen naar een plan
van aanpak om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden;
De student moet in staat zijn te reflecteren op het uitgevoerde
onderzoek.
-
GIEARE1A.5
De student begrijpt de internationale omgeving en de rol van
het casusbedrijf daarbinnen.
De student kan het casusbedrijf analyseren en
aanbevelingen doen voor verbeteringen.
De student is in staat om een internationale marketing
strategie te ontwikkelen.
De student kan de kansen voor een internationale strategie
onderkennen en de haalbaarheid inschatten om hier op in te
spelen.
De student is in staat om de gewenste strategische keuzes
te onderbouwen.
De student heeft kennis van mondiale economische
ontwikkelingen.
De student heeft vaardigheden om ontwikkelingen in de
internationale omgeving te signaleren
De student heeft voldoende kennis en vaardigheden om een
business concept met het business model canvas uit te
werken in een concreet business model
De student beschikt over de kennis, vaardigheden en
inzichten om bekende businessmodellen te herkennen en te
ontwerpen.
-
256
GIEICM1A.5
De geldende normen en waarden en de etiquette van het betreffende land zijn beschreven.
De do’s en dont’s met betrekking tot het zakendoen zijn in kaart gebracht.
De adviezen over het zakendoen komen overeen met de algemeen
heersende cultuur en zijn gebaseerd op de bevindingen van cross
cultural modellen.
De culturele dimensies van Nederland zijn systematisch vergeleken
met de culturele dimensies van het betreffende land.
De interne bedrijfscultuur van de opdrachtgever is beschreven.
De aspecten van de bedrijfscultuur die extra aandacht behoeven in
een internationale context zijn onderzocht.
Onderzoek naar hoe mensen uit andere landen over Nederlanders
denken, is uitgevoerd.
GIELTE1A.5
GIEIBP1A.8
Concreet idee geformuleerd waarmee het de doelstellingen van het
bedrijf kunnen worden gerealiseerd.
De markt voor de betreffende bedrijfstak is in kaart gebracht.
De bedrijfssituatie is geanalyseerd, in het licht van de ontwikkelingen in de markt en bedrijfstak.
De marketingstrategie is, na beschrijven en vergelijken van een aantal strategische opties, beschreven en uitgewerkt in een nieuw marketingbeleid.
De benodigde leveranciers en verkoopkanalen zijn concreet beschreven.
De voorstellen geven blijk van kennis van de verschillende landenkenmerken en culturele aspecten, met aandacht voor de communicatieve verschillen in de onderzochte taalgebieden.
De student laat zien dat hij of zij in een groepssituatie kan functioneren, door een verslag van het groepsproces.

GIEIBP1A.4
De student kan de schriftelijke rapportage individueel
mondeling verdedigen.

12. Tentaminering
De student is in staat om de gestelde vragen goed te
beantwoorden.
(*) > zie 19: Les-/Contacturen
Naam deeltentamen
Code deeltentamen
GIEICO1A.1
GIEGMS1A.5
GIEGSE1A.5
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Lesopdracht
lesopdracht
Individueel
Ja
Ja
ja
257
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
T1/T3
P1+P2/P3+P4
P1+P2/P3+P4
Herkansing
T4
P1+P2/P3+P4
P1+P2/P3+P4
Duur
120 minuten
nvt
nvt
Hulpmiddelen
geen
nvt
nvt
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
20
5
5
Naam deeltentamen
GIEARE1A.5
GIEICM1A.5
Toetsvorm
Lesopdracht
Lesopdracht
Lesopdracht
Individueel
Ja
Ja
ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
P1+P2/P3+P4
P1+P2/P3+P4
P1+P2/P3+P4
Herkansing
P1+P2/P3+P4
P1+P2/P3+P4
P1+P2/P3+P4
Duur
nvt
nvt
nvt
Hulpmiddelen
nvt
nvt
nvt
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Weging
5
5
Code deeltentamen
GIEIBP1A.8
GIEIBP1A.4
Toetsvorm
Rapport
Mondelinge
verdediging
Individueel
Nee
Ja
Aantal examinatoren
6
6
Tentamenperiode
T2/T4
T2/T4
Herkansing
P3/P1
P3/P1
Duur
Nvt
Nvt
Hulpmiddelen
nvt
nvt
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Code deeltentamen
GIELTE1A.5
5
Naam deeltentamen
258
Weging
37,5
12,5
Svend Hollensen, Global Marketing, Pearson Education Limited, 6th
edition, 2014, www.pearson.com/uk
ISBN: 978-0-273-77316-0 (print)
ISBN: 978-0-273-77319-1 (PDF)
ISBN: 978-0-273-79440-0 (eText)
Christi van Essen, Joris Meijaard; Springen over de grens, Praktijkcases van Nederlands ondernemerschap in een globaliserende economie, Van Gorcum, 1e druk, 2009. www.vangorcum.nl
Anton Klop, Marketingstrategie in ontwikkeling, Uitgeverij Coutinho, 1e
druk, 2014, www.coutinho.nl
ISBN: 978 90 46 90420 6 (papieren boek)
ISBN: 978 90 46 96248 0 (E-boek)
13. Verplichte literatuur
Hulleman, W. en Marijs, A.J., Internationale economische ontwikkelingen en bedrijfsomgeving, Noordhoff, 5e druk, 2013, ISBN:
9789001816957
Keely, L., Walters, H., Pikkel, R., Quinn, B. (2013). Ten Types of Innovation, Hoboken: John Wiley & Sons
Berlo, I. van (red.) (2013), Innoveer! Groeimodel voor het MKB - HBO
editie, Syntens. (gratis download)
Checklist & toelichting voor het maken van een plan van aanpak voor je
afstudeeropdracht (wordt uitgereikt)
Uitgereikte artikelen
Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generatie.
Deventer: Kluwer.
Ries, D. (2011). The Lean Startup, Penguin books ltd.
14. Aanbevolen
literatuur
Kooiker, R., Broekhoff, M., Stumpel, H. (2011). Marktonderzoek. Groningen: Noordhoff Uitgevers.
Boeije, H. (2008). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Den Haag:
Boomonderwijs.
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Brinkman, J. (2011). Cijfers spreken. Groningen: Noordhoff Uitgevers.
Zie beschrijving per module
Zie beschrijving per module
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
Hoorcollege
Gastcollege
Werkcollege
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
1 2 3
4 5
KickOff
1
0
3 3 3
3
GIEGSM1A
6
7
3
8
9
1
0
1 2
3
6 3
3
4
5
6
7 8
9
10
259
GIEARE1A.5
GIEGSE1A.5
GIEMCB1A.5
GIEICM1A.5
GIELTE1A.5
GIEIBP1A.8
GIEIBP1A.4
6 3
6
3
3
6
6
3
3
4
0
3
4
0
6
6
6 2 3
3
6
2
3 3
3 2
3
3
6
3
3
3
3
6
2
3
3
2
3
3
2
(*) De planning gastcolleges en beursbezoek kan per semester variëren, afhankelijk van de beurskeuze en beschikbaarheid van de gastsprekers.
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en overgangsregeling
P1+2, P3+4.
In overleg
Geheel nieuwe OWE
n.v.t.
260
OWE beschrijvingen SBRM H-cluster
OWE HAO – Afstudeeropdracht
Titel onderwijseenheid
(OWE)
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
Afstudeeropdracht (HAO)
Small Business en Retail Management
Voltijd, Hoofdfase, H-cluster, niveau 3
De volgende beroepstaken gelden voor alle afstudeeropdrachten:
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale beroepstaak
5.
Beroepsproducten
6.
Studiepunten/
studielast
- De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten.
- De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de
bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van
intern en extern onderzoek.
- De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van
zijn handelspartners.
- De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk
en oriënteert zich op het beroep en de mogelijke functies.
- De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een
(externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet
vraagstuk op strategisch niveau.
De volgende beroepstaken zijn afhankelijk van de focus van het strategische vraagstuk:
- De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten
en/of managen van een onderneming.
- De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit
daadwerkelijk ten uitvoer door het op-zetten en managen van de
onderneming.
- De SBRM’er stelt een retailplan voor een nieuw te starten of
bestaande winkelformule op.
- De SBRM’er stelt een overnameadvies op om een
bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal alswel
organisatorisch vlak goed te laten verlopen.
- De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het zakendoen met
een partner uit een andere (taal)cultuur.
De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau.
- Een plan van aanpak (Go / No-Go)
- Een afstudeerrapport
Studiepunten: 30
Studielast:
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten) volgens
lesrooster
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
261
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent
fysiek aanwezig is
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc.
3 (bezoek)
1,33(verdediging)
2,25
1
5 (kick-off)
5 (terugkomdag)
4 (terugkomdag)
4 (terugkomdag)
3,75
3,75
3
3
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
Overige, …..
Totaal
16,75
NB er zijn meerdere contactmomenten en feedbackmomenten tussen
begeleider en student. Deze zijn echter niet geprogrammeerd en ook
niet altijd fysiek (maar bijv. via email of telefonisch)
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD, prak0
823,25
tijkleren
Zelfstudie, individu0
eel of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
0
Totaal
0
Totaal
Het niveau van deze OWE is: 3
7.
Samenhang met
andere OWE’s
823,25
840
Afsluitende Proeve van bekwaamheid. Deze onderwijseenheid is de
laatste binnen het onderwijsprogramma SBRM en alle thema’s komen
hier samen.
Start in augustus 2014:
 De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster
volledig behaald.
 De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het F-cluster is
volledig afgerond.
 Van de onderwijseenheid ‘Bedrijfsopvolging’ van het F-cluster is
het project op voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie
studieonderdelen nog onvoldoende.
 De minor is bijna volledig afgerond.
8.
Ingangseisen
Start in februari 2015 voor studenten die het nieuwe G-Cluster gevolgd
hebben:



De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster
volledig behaald.
Van de onderwijseenheid ‘International Entrepreneurship’ van
het G-cluster is het project op voldoende wijze afgerond en zijn
maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende.
De minor is geheel afgerond.
262
Start in februari 2015 voor studenten die het oude F-Cluster gevolgd
hebben:





De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het F-cluster is
volledig afgerond.
Van de onderwijseenheid ‘Bedrijfsopvolging’ van het F-cluster is
het project op voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie
studieonderdelen nog onvoldoende.
De minor is bijna volledig afgerond.
De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster
volledig behaald.
De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster
zijn gevolgd.
Bij de afstudeeropdracht maak je in samenspraak met een bedrijf zelfstandig een plan om een concreet probleem op strategisch niveau op te
lossen. De onderwerpen voor een AOD liggen o.a. op het gebied van
marketing, verkoop, export etc. Tevens behoort het schrijven van een
compleet ondernemingsplan voor een (zelf) te starten onderne-ming tot
de mogelijkheden. Je werft zelf de afstudeeropdracht.Aan de afstudeeropdracht wordt een geheel semester gewerkt (30 EC). De looptijd is 21
weken.
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Leerdoelen:
Het doel van de afstudeeropdracht is dat een student individueel en
zelfstandig zijn/haar deskundigheid tot uitdrukking brengt op het specifieke gebied van de opleiding en daarmee het eindniveau aantoont op
alle generieke en domeinspecifieke competenties.
De student toont aan op dit domein te beschikken over probleem-signalerende, beschrijvende, analytische en probleemoplossende competenties. Daartoe komt de student zelfstandig tot een plan-matige oplossing
voor een aan de opleiding gerelateerd vraagstuk met een strategische
component, gebruik makend van tijdens de opleiding verworven competenties.
DC1
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale
en/of internationale markt op basis van relevante nationale en
internationale trends.
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen
en beargumenteren van gemaakte keuzes.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
HBO-generieke competenties (van toepassing op alle HEO-opleidingen):
DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie).
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional).
11. Beoordelingscriteria
AD01
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Product (50%):
263
-
De student heeft een probleemstelling geformuleerd vanuit één of
meerdere contexten.
-
De student heeft de methode van onderzoek in het rapport
verantwoord.
-
De student heeft een inventarisatie binnen het probleemgebied
gedaan, een analyse opgesteld en uitgevoerd.
-
De student heeft op basis van zijn analyse strategische opties voor
de organisatie vastgesteld.
-
De student heeft de strategische opties geprioriteerd en de
haalbaarheid van de opties onderzocht.
-
De student heeft doelstellingen opgesteld of bestaande
doelstellingen bijgesteld voor de middellange of lange termijn.
-
De student heeft beleid ontworpen voor de verwezenlijking van
deze doelstellingen.
-
De student heeft zelfstandig de organisatorische consequenties
van zijn plan onderzocht en geanalyseerd, uitmondend in een
implementatieplan.
-
De student heeft het geformuleerde beleid vertaald naar een
financieel plan.
-
De student heeft het evaluatiebeleid van de nieuwe strategie
vormgegeven.
Proces (20%):
De student heeft tijdens zijn afstudeerperiode intern op
verschillende niveaus effectief gecommuniceerd, geïnformeerd en
overleg gevoerd.
-
De student heeft draagvlak gecreëerd in de beroepsomgeving door
samen te werken en mee te denken over doelen en inrichting van
de organisatie.
-
De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig leiding
gegeven aan zijn afstudeerproject.
-
De student heeft op adequate wijze gehandeld bij onverwachte
gebeurtenissen die het afstudeerproces verstoren.
Mondelinge verdediging (30%):
De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze.
-
De student onderbouwt met steekhoudende argumenten.
-
De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont inzicht in
het praktisch werkveld.
-
De student kan professioneel omgaan met kritische feedback.
264
-
De student toont visie op zijn afstudeeropdracht en de
bedrijfsproblematiek.
-
De student reflecteert over en neemt verantwoording voor eigen
handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
AD1
Code deeltentamen
AD01
Individueel
Toetsing bestaat uit drie onderdelen: Eindrapport, Proces en Mondelinge verdediging.
Daarvóór is sprake van een plan van aanpak dat een Go/No-Go moment vormt.
Ja
Aantal examinatoren
2
Tentamenperiode
Periode 1+2 (semester I) of Periode 3+4 (semester II)
Herkansing
In de periode volgend op het semester van afstuderen, zie afstudeerhandleiding. De student heeft geen recht op begeleiding tijdens de herkansingsperiode.
Duur
Mondelinge verdediging: 60 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
6 na afronding
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
De drie onderdelen (Product, Proces en Mondelinge verdediging) moeten met
een 5.5 of hoger beoordeeld zijn, waarbij geldt dat binnen elk van de drie onderdelen alle criteria met 5.5 of hoger zijn beoordeeld (oftewel alle criteria dienen
voldoende te zijn).
Toetsvorm
Weging
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
Product: 50%
Proces: 20%
Mondelinge Verdediging: 30%
n.v.t.
-
Alle literatuur behandeld in de opleiding, passend bij het vraagstuk
van de AOD.
-
Aanvullende literatuur, passend bij het vraagstuk.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
Afstudeerhandleiding + Checklist Plan van Aanpak
17. Activiteiten
De student verricht zelfstandig een onderzoek bij een bedrijf dat hij zelf
heeft gezocht. De inhoud van de opdracht dient vooraf door de AOD-coördinator van de opleiding goedgekeurd te worden. Na goedkeuring
wijst de coördinator een begeleidend docent aan.
Gedurende het AOD-traject worden de volgende werkvormen/activiteiten onderscheiden:
AOD-instructie: sep/jan
-
Terugkomdag 1 + 2: onderzoek: sep/feb
265
18. Werkvormen
-
Concept plan van aanpak opsturen: einde 3e week
-
Bedrijfsbezoek docentbegeleider: sep/feb
-
Plan van Aanpak definitief maken
-
Vragenlijsten fieldresearch voorleggen
-
Terugkomdag 3: Intervisie nov/apr
-
Inleveren tussenrapportage (facultatief): nov/apr
-
Inleveren conceptrapport: dec/mei
-
Inleveren definitief rapport: jan/jun (centraal moment)
-
Mondelinge verdediding: jan/juni
-
Diploma-uitreiking: oktober, maart en juli
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Kick-off en terugkomdagen
5
Bezoek
7
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
6
3
Verdediging
1,33
20. Onderwijsperiode
H-cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
n.v.t.
-
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
-
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
Terugkomdagen zijn anders benoemd. Aan de inhoud is niets
gewijzigd, het blijven dezelfde terugkomdagen. Eerder stonden er
drie terugkomdagen omschreven. Maar de eerste terugkomdag valt
tegelijk met de kick-off, daarna benoemd als kick-off. Waardoor er
twee i.p.v. drie terugkomdagen zijn;
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen is een 6 na
afronding i.p.v. een 5.5;
Aanpassing in voorlopige cesuur: “De drie onderdelen (Product,
Proces en Mondelinge verdediging) moeten met een 5.5 of hoger
beoordeeld zijn, waarbij geldt dat binnen elk van de drie
onderdelen alle criteria met 5.5 of hoger zijn beoordeeld (oftewel
alle criteria dienen voldoende te zijn).”
Drempels per februari zijn aangepast aan de ontwikkelingen in het
curriculum van de opleiding. Zie ingangseisen.
n.v.t.
266
OWE-beschrijvingen duaal
267
E en F cluster – 3e jaar
CBTD - Sales Buitendienst
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Sales Buitendienst – CBTD
1.
Opleiding
SBRM
2.
Doelgroep
Duaal, hoofdfase, E-cluster, niveau 2
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of
managen van een onderneming.
De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen
de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten.
4.
Centrale beroepstaak
n.v.t.
Studiepunten/
studielast
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
18
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig
is
6.
Beroepsproducten
3
21
70
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is
5.
- Verkoopplan (deel I, II)
- Briefing Bedrijfsprofiel
- Verkoopgesprek voeren met prospect
- Offerte o.b.v. verkoopgesprek
- Opdrachten netwerkacademie
Studiepunten: 7,5
Studielast:
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
Hoorcollege,
24
werkcollege, lessen
Studiebegeleidingstagebegeleiding
Tentamens, toet4
sen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
119
189
Totaal
Het niveau van deze OWE is: 2
210
268
7.
Samenhang met andere
OWE’s
8.
Ingangseisen
In deze module staat de verkoopcyclus van een ondernemer centraal.
Het kernwoord hierbij is acquisitie. Op basis van de commerciële doelen
start de cyclus met het maken van een verkoopplan.
Op basis van dit plan gaat de student daadwerkelijk contact zoeken met
de potentiële klanten. Hierin komen zowel de mondelinge als de schriftelijke vaardigheden aan bod.
De student heeft de propedeuse behaald.
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
Onder deze OWE vallen
CBTD SLH2A
CBTD SLW2A
CBTD SLV2A
CBTD NTW2A
In deze OWE staat dit acquisitieproces centraal.
Enerzijds wordt er ingegaan op de inrichting van het acquisitieproces.
Waar zoek je naar potentiële klanten? Hoe herken je of een potentiële
klant kansrijk is? En hoe benader je deze potentiële klanten zo optimaal
mogelijk? Deze en andere vragen worden in dit deel van de OWE uitgebreid behandeld. Concreet werk je deze vragen en de bijbehorende antwoorden uit in de vorm van een verkoopplan. Speciale aandacht wordt
besteed aan het ontwikkelen van je netwerkvaardigheden. Want een
warme introductie werkt veel beter dan koude acquisitie.
9.
Algemene omschrijving
Anderzijds wordt er in deze OWE ruim aandacht besteed aan het ontwikkelen van je adviserende vaardigheden. Want de kern van het salesvak
is dat sales mensen niet verkopen maar de klant helpen met het nemen
van de juiste inkoopbeslissing. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht bestaat een belangrijk deel van elke sales functie dus niet uit het
verkopen maar uit het achterhalen van de daadwerkelijke behoefte van
de (potentiële) klant. Als je die behoefte goed in kaart kunt brengen, vergroot je de kans dat de klant voor jouw oplossing kiest enorm. Bij het
ontwikkelen van je advies vaardigheden leer je hoe je de behoefte van
de klant kunt achterhalen en hoe je vervolgens jou oplossing op een
passende wijze aan de klant kunt presenteren. Daarbij kun je profiteren
van de kennis die diverse gastdocenten uit het bedrijfsleven met je komen delen.
Na succesvolle afronding van deze OWE ben je dus in staat om kansrijke potentiële klanten te herkennen en op effectieve wijze te benaderen. En ben je tevens in staat om een middels een adviesgesprek de
specifieke behoefte van de klant in kaart te brengen.
DC 6
10. Competenties
Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve
van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van
producten en/of diensten.
DC 9 Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie).
DC 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional).
11. Beoordelingscriteria
CBTD VKP1A.5
Verkoopplan
De student:
- herkent verkooptools en modellen in de markt, organisatie en
omgeving.
- maakt op basis van de externe omgeving en de
interne strategie en doelstellingen een onderbouwde keuze waar hij
zijn verkoopinspanningen op gaat richten, in het licht van zijn eigen
effectiviteit en efficiëntie;
- vormt zich een beeld van het functioneren van een
verkoopmanager in de buitendienst van een business-to-business
organisatie en de rol van het verkoopplan daarin;
269
-
CBTD VKP2A.5
CBTD VKG1A.4
CBTD OFF1A.5
CBTD NTW2A.9
werkt op basis van de gemaakte keuzen in zijn verkoopgebied en
de gegeven verkoopdoelen een operationeel plan uit en rekent
daarbij de financiële consequenties door;
- herkent en beschrijft specifieke salesbegrippen.
- zet gericht een bedrijfsprofiel op om de prospect op correcte wijze
te benaderen;
- kent de verschillende functies van netwerken en een
verkoopgesprek met een daaropvolgend correcte, schriftelijke
afspraakbevestiging.
Briefing Bedrijfsprofiel
De student:
- past de criteria voor de opbouw en inleiding van een verslag toe;
- beschrijft bedrijfsinformatie prospect
- geeft concurrentiebeschrijving;
- schat verkooppotentieel/ordergrootte in;
- bepaalt de doelstelling van het verkoopgesprek prospect
Verkoopgesprek
De student:
- kent alle elementen van een verkoopgesprek
- voert op een correcte wijze een verkoopgesprek;
- maakt ideeën en meningen aan anderen duidelijk, gebruikmakend
van duidelijke taal, gebaren en non-verbale communicatie en
hulpmiddelen.
- past taal en terminologie aan de anderen aan;
- voert advies- en 1-op-1 verkoopgesprekken;
- toont aan belangrijke informatie op te kunnen pikken uit mondelinge
mededelingen;
- vraagt door en gaat in op reacties;
- vertaalt klantbehoefte naar een passend voorstel;
- zet eigen netwerk op en onderhoudt ten behoeve van inkoop,
verkoop c.q. dienstverlening, eventueel met behulp van CRM
systeem;
- voert telefonische gesprekken voor het initiëren, onderhouden en
ontwikkelen van relaties
- communiceert op verschillende beslisniveaus effectief eigen
standpunten en argumenten en ontdekt en benoemt
gemeenschappelijke doelen op een wijze die tot overeenstemming
en acceptatie bij beide partijen leidt;
- interpreteert non-verbaal gedrag en reageert hier op de juiste wijze
op;
- speelt correct in op de wensen van klanten;
- herkent het beïnvloedingsproces in de communicatie waardepropositie / elevator pitch.
Offerte schrijven
De student:
- schrijft een correcte afspraakbevestiging en/of offerte;
- voert schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en
verkoop, weet naar welke voordelen de klant zoekt en welke
investering de klant bereidt is om te doen;
- zorgt vooraf voor voldoende informatie en weet wat een klant wil
om een passende offerte te schrijven.
Netwerken
De student:
- bepaalt zijn/haar doelgroep;
- maakt een start met het in kaart brengen van zijn/ haar netwerk
- krijgt inzicht in het eigen netwerk en welke waarde hij/zij hecht aan
de contacten binnen dat netwerk.
- kijkt kritisch naar zijn/ haar eigen netwerk en brengt dit netwerk in
kaart. De student ziet welke contacten belangrijk zijn en op welke
deelgebieden hij/zij meer zou moeten investeren.
- weet wat er onder social media wordt verstaan;
270
- kent de voor- en de nadelen van Social Media;
- maakt zich online op een professionele manier zichtbaar;
- weet welke mogelijkheden Linkedin heeft, waarom Twitter zo
interessant is en welke rol Facebook in de toekomst gaat spelen.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Verkoopplan
Briefing
Bedrijfsprofiel
Verkoopgesprek
Code deeltentamen
CBTD VKP1A.5
CBTD VKP2A.5
CBTD VKG1A.4
Toetsvorm
Beroepsproduct
Beroepsproduct
Mondeling
Individueel
Nee (max. 2 personen)
Nee (max. 2 personen)
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
tentamenperiode
P1 OW4
P1 OW4
P1 OW7
Herkansing
P3 OW5
P3 OW5
P3 OW8/9 (i.o.m. docenten)
Duur
n.v.t.
n.v.t.
60 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene
aspecten van cesuur
Weging
Naam deeltentamen
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op
1 decimaal
25% van de totale
25% van de totale
25% van de totale OWE
OWE
OWE
Offerte o.b.v. verkoopNetwerk-academie
gesprek
Code deeltentamen
CBTD OFF1A.5
CBTD NTW2A.9
Toetsvorm
Beroepsproduct
participatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
P1 OW7
P1 OW1/2 & OW4/5
Herkansing
P3 OW8/9 (i.o.m. docenten)
in overleg met vakdocent
Duur
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
voldaan
Voorlopig cesuur/ Algemene
aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
25% van de totale OWE
13. Verplichte literatuur
9789001775568 101 Managementmodellen 2 Mulders, M. Noordhoff
9789052617152 Invloed 2 Cialdini, R. SDU
9789043017305 Verkopen Dam, E. ten Wierda, R. Pearson Education
9789001652357 Verkoper en verkoop 2 Tak, A. Noordhoff
14. Aanbevolen literatuur
Zie studiehandleiding.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
Artikelen, tools en sheets op HAN-Scholar
n.v.t.
271
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Je werkt in deze OWE met z’n drieën en alleen. Je volgt bij iedere module een aantal verplichte colleges en werkt tijdens en buiten deze colleges aan je beroepsproducten of aan het oefenen met de verschillende
gesprekstechnieken en netwerktechnieken.
Hoorcolleges
Werkcolleges
Groepswerk / projectwerk
Online colleges en ondersteuning
Transferopdrachten
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
Onderwijsweek
CBTD NTW2A
CBTD SLV2A
CBTD SLW2A
1 2 3
2
20. Onderwijsperiode
E-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1.
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig jaar
23. Datum waarop de OWE
niet meer aangeboden
wordt en
overgangsregeling
2 2 2
4 5
2
4
2
6
2
6
7
8
9
10
1 2
3
4 5
6
7 8
9
10
In overleg
n.v.t.
In 2015-2016 wordt deze OWE niet meer aangeboden. Toetsen worden
nog wel tweemaal aangeboden.
272
CAMD - Accountmanagement
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Accountmanagement (CAMD)
1.
Opleiding
SBRM
2.
Doelgroep
Duaal, hoofdfase, E-cluster, niveau 2
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming.
De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen
de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten.
4.
Centrale
beroepstaak
n.v.t.
Beroepsproducten
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
6. Studiepunten/ studielast
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is
5.
- Klantportfolio – analyse, relatiestrategie en –beleid.
- Onderhandelingsvoorbereiding, - uitvoering en –resultaat.
- Een verslag en zelfreflectie met betrekking tot de voorbereiding,
bezoek en evaluatie van een netwerkbijeenkomst.
Studiepunten: 7,5
Studielast:
Aantal geprogrammeerde
Aantal klokuren
lesuren (van 45
(aantal lesuren x
minuten)
0,75)
volgens lesrooster
Hoorcollege, werk34
26
college, lessen
Studiebegeleiding,
4
3
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
29
Tentamens, toet4
3
sen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, prak70
tijkleren
Zelfstudie, indivi108
dueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
181
7. Samenhang met andere OWE’s
8. Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
Totaal
Het niveau van deze OWE is: 2
210
De propedeuse moet zijn behaald.
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
Onder deze OWE vallen:
Module 1. Klantportfolio management – CAMD KPM3A
Module 2. Onderhandelen – CAMD ONH3A
Module 3. Netwerken – CAMD NTW3A
273
Tijdens deze OWE gaan studenten aan de slag met het ontwikkelen van
hun commerciële besef. Hierbij staat het analyseren van klantgegevens en
het op basis daarvan uitwerken van relatiestrategieën centraal. Tevens
wordt in deze OWE veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van de onderhandelingsvaardigheden van studenten. Tenslotte gaan studenten in
de OWE verder met het ontwikkelen van hun persoonlijke netwerk.
10. Competenties
Leerdoelen
- De student is in staat om op basis van een analyse structurele
meerwaarde te realiseren uit een bestaand klantportfolio.
- De student is in staat om uit zijn of haar persoonlijke netwerk
opdrachtgevers te werven.
- De student is in staat om een onderhandeling gestructureerd voor te
bereiden en uit te voeren.
DC 6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve
van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten.
11. Beoordelingscriteria
Voert op juiste wijze de analyse van een klantportfolio uit op basis van
meerdere relevante segmentatiecriteria.
Product
werkt verplichte en keuzeopdracht volgens opdrachtomschrijving uit:
 tijdig en volledig afleveren van verslag
 beschrijven van de bestaande situatie
 beoordelen van de situatie aan de hand van behandelde theorieën
 formuleren van een advies voor de opdrachtgever
CAMD KPM3A.5
Proces
Werft tijdig en zelfstandig een meeloopstage.
Toont een actieve, professionele en respectvolle houding gedurende de
meeloopstage.
Beoordeelt na afloop zijn meeloopstage op basis van de geformuleerde
opdrachtomschrijving;
Presentatie
Levert een schriftelijke rapportage aan die qua lay-out, structuur, stijl en
spelling/grammatica voldoende is.
Criterium 1- voorbereiding
Werkt het voorbereidingsformulier correct uit, bestaande uit de volgende
onderdelen:
- diagnose
- doelstellingen
- procedure
CAMD ONH3A.4
CAMD NTW3A.5
Criterium 2 - gesprek
Voert een effectief onderhandelingsgesprek op het gebied van:
- persoonlijke presentatie
- onderhandelingstechnieken
Criterium 3 - resultaat
Zorgt ervoor dat het behaalde onderhandelingsresultaat overeenkomt met
de vooraf geformuleerde doelstellingen.
Product
werkt een verslag uit met betrekking tot de te bezoeken netwerkbijeenkomst volgens de opdrachtomschrijving:
 tijdig en volledig afleveren van verslag
 beschrijven van de benodigde voorbereiding
 beschrijven persoonlijke elevator pitch
274
CAMD KTS1A.1
 beschrijven beoogde resultaten
 reflectie op resultaat en eigen handelen
Laat aantoonbaar en individueel zien dat vragen over commerciële calculaties, klantportfoliomanagement, netwerken en onderhandelen, op voldoende niveau (5.5 of meer) beantwoord kunnen worden.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Individuele portfolio- opdracht intern en extern
Individueel
Assessment
Code deeltentamen
CAMD KPM3A.5
CAMD ONH3A.4
Toetsvorm
Portfolio
Individueel
assessment
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
tentamenperiode
P2
P2 (week 3 en 5)
Herkansing
P4
P4 (week 8)
Duur
n.v.t.
30 minuten
Hulpmiddelen
Computer, Excel tool
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
5.5
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
33% van de totale OWE
33% van de totale OWE
Naam deeltentamen
Individuele praktijkopdracht
Toets
Code deeltentamen
CAMD NET3A.5
CAMD KTS1A.1
Toetsvorm
Individuele praktijkopdracht
Schriftelijk tentamen
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
tentamenperiode
P2
T2
Herkansing
P4
T4
Duur
n.v.t.
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Grafische rekenmachine
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voldaan
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
n.v.t.
13. Verplichte literatuur
Titel: 101 management modellen
Auteur: Marijn Mulders
Uitgever: Noordhoff uitgevers
ISBN: 9789001775568
Titel: Invloed
Auteur: Robert B. Cialdini
Uitgever: Academic Service
ISBN: 9789052617152
34% van de totale OWE
275
14. Aanbevolen
literatuur
Titel: Verkoper en verkoop
Auteur: A.A.M.Tak
Uitgever: Noordhoff uitgevers
ISBN:9789001652357
Titel: Grondslagen van de marketing ( 7de druk)
Auteur: B. Verhage
Uitgever: Noordhoff uitgevers
ISBN: 9789001765415
Titel: Student lidmaatschap van de Sales Management Association (SMA).
Hierbij ontvang je tevens het vakblad ‘Sales Expert’. Lid worden moet via
www.sma.nl
Titel: Klantportfoliomanagement tool MtD Solutions
(verkrijgbaar via HAN Betaalportal)
Titel: Netwerken op karakter
Auteur: Jochem Klijn
Uitgever: netwerken.nl
ISBN: 9789081172110
15. Software
Scholar site, Excel
16. Overige materialen
Opdrachten en overig materiaal via Scholar site
-
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Praktijkopdrachten
Rollenspellen
Bezoek netwerkevenement
Hoorcolleges
Werkcolleges
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
Onderwijsweek
CAMD KPM3A
CAMD ONH3A
CAMD NTW3A
1
20. Onderwijsperiode
E-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
4
2
4
2
3
2
2
4
4
2
2
5
2
2
2
6
7
2
2
8
9
In overleg
n.v.t.
2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. De toetsen worden in
dat jaar nog wel tweemaal aangeboden.
276
10
CVOD - Adviseren Basis
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Adviseren Basis (CVOD)
1.
Opleiding
SBRM Duaal – E cluster
2.
Doelgroep
Duaal, hoofdfase, E-cluster, niveau 2
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of
managen van een onderneming.
De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau.
4.
Centrale beroepstaak
N.v.t.
5.
Beroepsproducten
Mondeling assessment
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is
Studiepunten: 7,5 EC
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
32
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
24
24
0
0
186
0
0
186
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: niveau 2
Het volgen van deze module geeft de student de mogelijkheid om een
transfer te maken van de theorie (MAB) naar een daadwerkelijke opdracht in de praktijk (SCD). Hij opereert daarmee zelfstandig op junior
niveau als adviseur / acquisiteur.
afgeronde propedeuse
Voor alle colleges, de toets en het assessment geldt aanwezigheid c.q.
uitvoering als verplicht en een proactieve deelname door de deelnemers
als vanzelfsprekend.
277
Om succesvol als adviseur te kunnen opereren zullen (toekomstige)
professionals een drietal rollen goed moeten kunnen vervullen: de rol
van professional, van adviseur en van acquisiteur. Studenten werken al
in de door hen gekozen studie of afstudeerrichting aan hun rol van professional. Zij kunnen zich met deze module verder ontwikkelen in de rol
van adviseur.
Algemeen leerdoel:
Na het volgen van deze OWE heeft de student de basis gelegd om op
junior niveau als professional in de rol van adviseur te kunnen acteren.
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Specifieke leerdoelen
Na het volgen van deze module:
 weet de student welke kenmerken, typering en werkstijl een
adviseur kan hebben en kan hij deze toepassen in de praktijk;
 weet de student welke typen stakeholders er zijn en kan hij ze
herkennen en ermee werken in de praktijk;
 weet de student wat effectief adviseren inhoudt en kan hij dit
toepassen in de praktijk;
 weet de student hoe het adviesproces er uitziet en kan hij dit
herkennen en operationaliseren in de praktijk;
 weet de student voor welke keuzeproblemen en mislukkingen
een adviseur kan komen te staan en kan hij daarop bedacht zijn
in de praktijk.
 weet de student hoe hij een organisatieonderzoek uitvoert,
waaronder het opstellen van onder meer een probleemstelling
en onderzoeksvragen.
DC 1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
DC 6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve
van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten
en/of diensten.
DC 8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
11. Beoordelingscriteria
CVOMAB1A.9
CVOMAB1A.2
De student:

Is doel- en doelgroepgericht zowel verbaal als non-verbaal.

Zorgt dat boodschap en samenhang ondersteund worden door
uitleg en argumentatie.

Toetst of de boodschap is overgekomen bij de doelgroep.

Past correct taalgebruik toe.

Kan hoofd- en bijzaken onderscheiden.

Schakelt indien nodig tussen inhouds- en betrekkingsniveau.
De student:

Kan organisatie- en strategiemodellen toepassen bij advisering.

Kan de principes beschrijven die in acht genomen moeten worden
bij de hantering van een succesvolle relatie met een opdrachtgever
in een adviesproject.

Kent het gedrag dat hoort bij het beroep van adviseur.

Kent de competenties en vaardigheden van de adviseur.

Kent de eigenschappen/kenmerken van de diverse stakeholders.

Kent het adviesproces.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Assessment
Toets
Code deeltentamen
CVOMAB1A.9
CVOMAB1A.2
Toetsvorm
Mondeling assessment
Digitale MC-toetsing
via QMP.
278
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
P1
P1
Herkansing
Ja, in overleg met docent
Ja, in overleg met
docent
Duur
20 minuten
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
50 % van totale OWE
13. Verplichte
literatuur
Rameckers, Guus & Oosterwegel, Foekje: Adviseren moet je doen! Adviesvaardigheden voor hbo'ers, Thieme Meulenhoff 2005 – 2008, ISBN:
9055744522
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
17. Activiteiten
18. Werkvormen
50 % van totale OWE
Deze module bestaat uit 7 colleges van 3 uur, een individuele, schriftelijke
multiple choice toets en een individueel, mondeling
assessment. Elk college zal een mix zijn van diverse werkvormen. Zo zal
de instructie door de docent worden afgewisseld met rollenspellen, opdrachten, cases, artikelbesprekingen en dergelijke. Indien relevant en mogelijk zal een gastspreker worden uitgenodigd.
Hoor-/Werkcolleges
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%
Onderwijsweek
CVOD
1
x
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
22. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt en
overgangsregeling
2
x
3
x
4
x
5
x
6
x
7
x
8
x
9
x
10
x
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
In overleg
n.v.t.
2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. De toetsen worden in
dat jaar nog wel tweemaal aangeboden.
279
EDB -
Beroepsuitoefeningdeel 5 – duaal
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Beroepsuitoefeningdeel 5 (EDB)
1.
Opleiding
SBRM
2.
Doelgroep
SBRM duaal, hoofdfase, E-cluster, niveau 2
4.
Centrale
beroepstaak
5.
Beroepsproducten
6.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Beroepstaak/
beroepstaken
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
3.
 De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van
zijn handelspartners.
 De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit
en bewaakt deze.
 De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en
oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies
De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies.
Beroepsuitoefeningdeel 5
- Verslag SWOT analyse.
- Persoonlijk ontwikkelplan.
Studiepunten: 7,5
Studielast: 210
Aantal geprogrammeerde
Aantal klokuren
lesuren (van 45
(aantal lesuren
minuten)
x 0,75)
volgens lesrooster
Hoorcollege, werk2
1,5
college, lessen
Studiebegeleiding,
0
0
stagebegeleiding
Tentamens, toet1,33
1
sen (tijdens lessen)
Excursies, studie0
0
reizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
0
0
Totaal
3,33
2,5
Tentamens, toet0
0
sen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, prak276,67
207,5
tijkleren
Zelfstudie, indivi0
0
dueel of in groepjes
Overige activitei0
0
ten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, o.a.
online.
Totaal
276,67
207,5
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Totaal
280
210
Niveau 2
Deze OWE hangt nauw samen met beroepsuitoefeningdeel 3, 4 en 6.
Deze vier beroepsuitoefeningdelen vormen samen de stage van de duale opleiding. Beroepsuitoefeningdeel 5 bouwt voort op voorgaande beroepsuitoefeningdelen. In beroepsuitoefeningdeel 5 neemt het niveau en
de mate van zelfstandigheid van de werkzaamheden toe.
280
De student mag alleen starten met beroepsuitoefeningdeel 5 indien beroepsuitoefening deel 3 met een voldoende is afgerond en bij voorkeur
ook beroepsuitoefeningdeel 4 met een voldoende is afgerond.
8.
9.
Ingangseisen
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Om de beoogde doelstellingen van beroepsuitoefeningdeel 3, 4, 5 en 6
te realiseren, moet de werkplek aan onderstaande criteria voldoen:
- één of meer bedrijfsopdrachten met een behoorlijke diepgang en
voldoende vakinhoudelijke relevantie, afgestemd op de SBRMopleiding;
- voldoende gelegenheid om de, door de opleiding geformuleerde,
opdrachten te kunnen uitvoeren;
- voldoende gelegenheid tot werkinhoudelijk georiënteerde sociale
contacten en mogelijkheden voor intensieve communicatie met anderen;
- voldoende tijd en/of faciliteiten voor begeleiding vanuit de werkplek;
- voldoende deskundigheid voor begeleiding vanuit de werkplek;
- voldoende omvang van de interne organisatie, bij voorkeur minimaal 10 personen.
Binnen deze OWE vallen:
Beroepsuitoefeningdeel 5 – EDB BUD5A
Beroepsuitoefeningdeel 5
Algemene omschrijving
De owe is een onderdeel van het onderwijs waarbij de duale student in
een praktijksituatie activiteiten verricht en onderzoek doet. De student
werkt ten minste 20 uur per week gedurende het E-cluster. Niet alle gewerkte uren zijn ten gunste van de opleiding, vandaar de lagere studielast.
Doel
Het toepassen van de theoretische kennis op commercieel-economisch
gebied in een praktijksituatie en het bevorderen van integratie van het
geleerde. Het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en
sociale vaardigheden.
Onderwerpen
Opdrachten uit het commercieel-economisch gebied. Opdrachten worden bepaald door de specifieke wens van het bedrijf.
● DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek
* DC8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project
● DC9 Sociale en communicatieve competentie
● DC10 Zelfsturende competentie
11. Beoordelingscriteria
De onderstaande beoordelingscriteria worden per competenties getoetst
in beroepsuitoefeningdeel 5.
EDB BUD5A.9
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
 De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te
bieden aan collega’s, hen input te vragen en respectvol met hun
mening om te gaan;
 De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de
doelen te behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk mee
te denken over oplossingen;
 De student toont belangstelling, houdt rekening met de cultuur van
de organisatie en heeft een prettige omgang met anderen;
 De dagelijkse schriftelijke communicatie van de student is
gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd;
 De mondelinge communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk
en respectvol;
281
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
 De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij een
juiste inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning nodig is.
 De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te
komen en proactief werkzaamheden op te pakken.
 De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te stellen,
werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te voeren.
 De student kan met feedback omgaan en is in staat om te
reflecteren op eigen handelen.
 De student toont een professionele (beroeps-)houding door
afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te nemen.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de externe kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis
van relevante nationale en internationale trends.
 Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn over interne
bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van de
organisatie te kunnen uitvoeren (verslag deel I)
 Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn uit de
omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te
kunnen beschrijven (verslag deel II)
 Student heeft een interne analyse uitgevoerd (verslag deel I)
 Student heeft een externe analyse uitgevoerd (verslag deel II)
 De student heeft de resultaten van de bedrijfsopdracht en
gerapporteerd en gepresenteerd, zijn werkwijze verantwoord en de
aanbevelingen onderbouwd (verslag III).
 De student heeft de aard, inhoud, uitvoering en leereffecten van de
verrichte werkzaamheden geëvalueerd aan de hand van het
persoonlijk leerplan
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Beroepsuitoefeningdeel 5
Code deeltentamen
EDB BUD5A.9
Toetsvorm
Verslagen en voortgangsgesprekken
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1 (De hogeschoolmentor beoordeelt en neemt het advies van de bedrijfbegeleider mee.)
Tentamenperiode
P2
Herkansing
i.o.m. HM
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal of
resulterend in voldaan/niet voldaan.
Weging
100%
13. Verplichte literatuur
n.v.t.
14. Aanbevolen
literatuur
Alle relevante literatuur van voorgaande clusters.
282
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
n.v.t.
Handleiding Beroepsuitoefeningdeel 5.
HANScholar.
De concrete werkzaamheden worden bepaald in overleg met het bedrijf.
Het betreft individuele opdrachten.
Praktijkleren en intervisie
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
EDB BUD5A1
1 Aanwezigheid verplicht.
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
22. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
1 2
3
2
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
E -cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 2.
n.v.t.
n.v.t.
2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden.
283
9
10
FPI – Project Internationalisering
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Project Internationalisering (FPI)
1. Opleiding
Small Business en Retail Management
2.
Doelgroep
Duaal, Hoofdfase, F-Cluster, niveau 3
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
De SBRM’er stelt een advies- en implementatierapport op voor het zakendoen
met een partner uit een andere (taal)cultuur.
Beroepsproducten
Internationaal Handelsplan
4.
5.
n.v.t.
Studiepunten/
studie last
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studiepunten: 15
Studielast:
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen (tijdens lessen)
Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, gastcolleges
Totaal
Tentamens, toetsen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, praktijkleren
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is
Totaal
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
48
Aantal klokuren
(aantal lesuren x
0,75)
36
0
0
6
4
0
0
0
0
54
0
40
0
0
0
360
0
20
Totaal
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
420
Het niveau van deze OWE is: 3
Propedeuse behaald
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Binnen deze OWE vallen:
Internationaliseringsplan, bestaande uit:
- FPIIHA1A.7 Internationaal Handelsplan A
(Voor de gehele groep, groepswerk)
- FPIIHA2A.7: Internationaal Handelsplan B
(De student kiest één van de volgende 4 deelplannen)
- Internationaal Marketingcommunicatieplan of
284
- Internationaal Salesplan of
- Beursplan of
- Internationaal organisatieplan
Verdediging Internationaliseringsplan, bestaande uit:
- FPIIHA1A.4 Verdediging Internationaliseringsplan
(De student kent alle plannen en deelplannen)
Het project is een OWE binnen het F-cluster van de opleiding Small Business &
Retail Management. Het project heeft een studielast van 7,5 EC, 210 SBU. Binnen het project worden kennis en vaardigheden vanuit de volgende vakken toegepast en ontwikkeld: Internationale Handel, Internationale Marketing en Beursplanning, International Sales.
10. Competenties
Leerdoelen:
De studenten leren in het project Internationalisering wat er allemaal komt kijken bij het zakendoen met andere culturen. De taal spreken van het land waar
je zaken mee doet. Kennis van land en cultuur. Een landenanalyse maken. Leren in welke opzichten zakendoen in bv Duitsland, Frankrijk of Spanje verschilt
van zakendoen in Nederland. Kennis van marketing en verkoop in een ander
land dan Nederland. Vertaalslag maken van de kennis en inzichten die zij tot nu
toe in hun opleiding hebben verworven met betrekking tot sales en marketingcommunicatie van de Nederlandse markt naar bv de Duitse, Franse of Spaanse
markt.
Projectmatig werken toepassen in verschillende situaties. Ook bij het treffen van
de voorbereidingen van een vakbeurs komt deze werkwijze van pas. Van belang is daarbij dat de onderlinge taken goed verdeeld worden.
DC 1
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes
op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur,
als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis
van relevante nationale en internationale trends.
DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid
DC 6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of
diensten.
DC 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
11. Beoordelingscriteria
FPIIHA1A.7
-
De student heeft een volledig internationaal handelsplan opgesteld.
Detailbeoordelingscriteria:
De managementsamenvatting is een correcte weergave van de essenties uit
de landenselectie.
De landenselectie is gebaseerd op juiste analyse van de aandachtspunten
(15) uit de BERI-index.
FPIIHA2A.7
(marketingcommunicatie)
De macro-analyse is opgebouwd op basis van de DESTEP.
[De Sociaal-culturele en de Politiek-juridische paragrafen worden respectievelijk beoordeeld door de docenten CCM en Internationaal Recht.]
De meso-analyse is opgebouwd met ABCD waarbij hier alleen Bedrijfstak en
Concurrentie beoordeeld worden.
[Afnemersanalyse en de Distributieanalyse worden respectievelijk beoordeeld door de docenten Internationale Marketing/ CCM en Internationale Sales.]
In de aanbevelingen en conclusie wordt een gemotiveerde keuze gemaakt
voor de meest geschikte internationaliseringvorm.
Ten aanzien van de vormgeving wordt functioneel gebruik gemaakt van tabellen, grafieken en bijlagen.
De student heeft een volledige rapportage voor Internationale marketing opgesteld.
285
Detailbeoordelingscriteria:
a. De strategische marketingmodellen zijn door de student volledig in kaart
gebracht op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het
desbetreffende casebedrijf. Daarbij worden de volgende modellen gebruikt:
Ansoff
Abell
Value Chain
BCG
Porter’s generieke concurrentiestrategieën.
Strategische groepenkaart
b. De student heeft de operationele marketingmix volledig in kaart gebracht
op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende
casebedrijf, met gebruik van:
c.
- marketingdoelen
- marketingmix
- entreestrategieen
De student heeft de doelmarkt volledig in kaart gebracht op basis van de
aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf
met gebruik van:
-
marktafbakening
landenkeuze
doelgroepkeuze/ segmentatie
d. De student heeft de marketing-communicatie volledig in kaart gebracht op
basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende
casebedrijf, met gebruik van:
- marketing
communicatiedoelen
- marketing
communicatiemodellen
e. De student heeft het kostenaspect van het strategisch marketingplan
volledig in kaart gebracht gebaseerd op de theorie en toegepast op het
desbetreffende casebedrijf met gebruik van:
- budgetteringsmethodes
- kostenoverzicht
- kostenallocatie
f. De student heeft de communicatie-strategie volledig in kaart gebracht op
basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende
casebedrijf met gebruik van :
- Marcomstrategieen
- PLC-fases
- positionering
- creatief concept
g. De student heeft de communicatiemedia volledig aan kaart gebracht op
basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende
casebedrijf met gebruik van:
- MarCom-instrumenten
- MarCom-mediaselectie
- Media tactiek
h. De student heeft de synergie in kaart gebracht tussen alle MC-onderdelen
m.b.t. tijd/ kleur/ doelgroep/ belettering/ boodschap
i.
De student heeft de evaluatie volledig in kaart gebracht op basis van de
aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met
gebruik van:
286
FPIIHA2A.7
(beurs)
- doelevaluatie
- mediaevaluatie
j.
SWOT samenvatting.
De student heeft de SWOT uit de lesopdrachten samengevat en met de
relevante uitkomsten verwerkt in het rapport.
De student heeft een volledige rapportage voor Internationale beursplanning
opgesteld.
Detailbeoordelingscriteria:
II. Internationaal Beursplan
De beoordeling vindt plaats op basis van het standaardbeoordelingsformat
uit het boek Salesmanagement, hoofdstuk 7 Beursmanagement.
Internationaal Beursplan
a. De student heeft de doelen volledig in kaart gebracht op basis van de
theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van:
ondernemingsdoelen
marketingdoelen
b. De student heeft de beursdoelen volledig in kaart gebracht op basis van de
theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van:
-
primaire beursdoelen
secundaire beursdoelen
tertiaire beursdoelen
c.
De student heeft de beurs-operationalisering volledig in kaart gebracht op
basis van de theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met
gebruik van:
beursmiddelen
netwerkplanning
mediumeffectiviteit
d. De student heeft de beurskeuze volledig uitgewerkt op basis van de theorie en
toegepast op het desbetreffende met gebruik van:
beurskeuzematrix
uitgewerkte keuzecriteria
e. De student heeft het kostenaspect van de beurs volledig beschreven
m.b.v. de theorie en toegepast op het casebedrijf m.b.t. :
f.
budgetteringsmethode
kostenoverzicht
kostenallocatie
De student heeft het controleaspect van de beurs volledig beschreven
m.b.v. de theorie en toegepast op casebedrijf m.b.t.:
beurs follow-up
beursevaluatie
plan van aanpak
accountprogramma
287
FPIIHA2A.7
(sales)
De student heeft een volledige rapportage voor Internationale salesplanning
opgesteld.
Detailbeoordelingscriteria:
DEEL I: Analysefase Nederland
De interne analyse van het case bedrijf is volledig in kaart gebracht in termen van sterktes en zwaktes
De onderstaande strategische salesmodellen zijn vanuit de theorue omschreven en toegepast op het casebedrijf: Abell/afhank.matrix/KAM/Klantpiramide/ MS-funnel /waardeketen/winstmodel/CLV
De verkoopleiding is vanut de theorie omschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. verkoopmanager/verkoopplan/verkoopdoelen.
De verschillende mogelijkheden van het customerservicebeleid zijn vanuit
de theoriebeschreven en toegepast op het casebedrijf.
De verkoopcyclus met haar diverse fasen en vormen zijn vanuit de theorie
beschreven en toegepast op het casebedrijf.
Het operationeel salesmanagement is vanuit de theorie beschreven en op
het casebedrijf toegepast op basis van – de kenmerken van de buiten-dienst
-kenmerken van de binnendienst
Het accountmanagement is vanuit de theorie beschreven en toegepast op
het casebedrijf m.b.t. :
Accountrating
Plaats in de onderneming
Corporate AM en DMU/PSU
Tendering /Overheidsaanbesteding
Sales accounting is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t.
De elementen van verkoopadministratie
De elementen van verkoopcalculatie
Direct mailing is beschreven vanuit de theorie en toegepast op het casebedrij m.b.t. :
Dm-vormen
Dm- 4 P’s
Opzet DM
Het Klant Relatie Management ( CRM) is beschreven vanuit de theorie en
toegepast op het Casebedrijf m.b.t. :
Verkoopinformatiesysteem
Verkopen via internet
Bedrijfsloyaltyprogramma’s
De externe analyse van het casebedrijf is volledig in kaart gebracht in termen van kansen en bedreigingen voor de onderstaande factoren:
Forecasting :
De diverse technieken van forecasting zijn vanuit de theorie
beschreven
Een gecombineerde forecastmethode is beschreven vanuit de
theorie
De macro-analyse is vanuit de theorie beschreven en toegepast op de externe situatie van het casebedrijf m.b.t. :
Destep-factoren
Aggregatie marktfactoren
Bedrijfstakfactoren
De meso-en micro-analyse is vanuit de theorie beschreven en toegepast op
de externe situatie van het casebedrijf/de caseafdeling m.b.t. :
Concurrenten
Afnemers.
Interne omgeveing
DEEL II: Beslis/implementatie/evaluatiefase Exportland
288
FPIIHA2A.7
(organisatie)
FPIIHA1A.4
De beslisfase is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. :
Centraal salesprobleem
Sales SWOT-Analyse
Sales – Confrontatiematrix
Integraal beslsimodel/optiekeuze
Parallelmodel Sales-Marketing
De implementatiefase is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het
casebedrijf m.b.t. :
Keuze in strategische termen
Deelplannen van sales
Uitvoeringsaspecten
Draagvlak intern.
De evaluatiefase is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. de vier perspectieven van de Sales Balanced Score Card zijn
de :
Financiën
Klanten
Organisatie
innovatie
De student heeft het marketing-communicatieplan, het beursplan en het salesplan samengevoegd, en daarbij gerealiseerd:
- Een juiste afstemming van de drie plannen op elkaar
- Een tijdpad voor de invoering van de plannen
- Een evaluatiemethode voor de behaalde resultaten gedurende de
looptijd van de plannen en na afloop van de uitvoering ervan
- Het in kaart brengen van de financiële, organisatorische en
personeelstechnische gevolgen van het doorvoeren van de plannen.
- De student kan alle plannen individueel mondeling verdedigen.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Internationaal Handelsplan
Code deeltentamen
FPIIHA1A.7
Toetsvorm
Schriftelijke rapportage
Individueel
Groep
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
P3
Herkansing
P3
Duur
n.v.t
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
50% van totale OWE
Naam deeltentamen
Internationaal Handelsplan (IHA)*
Code deeltentamen
FPIIHA2A.7
Toetsvorm
Schriftelijke rapportage, individueel
Individueel
ja
289
Aantal examinatoren
1
Tentamenperiode
P4
Herkansing
P4
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
40 % van totale OWE*
*Van de vier plannen (marketingcommunicatie, beurs, sales, organisatie) kiest een student er één
uit, dit plan wordt individueel geschreven en telt dan mee voor 40%
Naam deeltentamen
Verdediging Internationaliseringsplan (IHA)
Code deeltentamen
FPIIHA1A.4
Toetsvorm
Mondelingen verdediging
Individueel
ja
Aantal examinatoren
1
Tentamenperiode
P4
Herkansing
P4
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal
10 % van totale OWE
-
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Internationale bedrijfskunde, van exporteren naar globaliseren, Jagersma
en Ebbers, Pearson Education.
- Rustenburg, van Hoften en Steenbeek, Salesmanagement, Noordhoff,
2008, 3e druk. (2e druk is ook toegestaan).
Strategische Marketingplanning, Alsem, Noordhoff Uitgevers, 2009, 5e
druk
Zie beschrijving per module
Zie beschrijving per module
Individuele opdrachten
Groepsopdrachten
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
Hoorcollege
Werkcollege
Presentaties resultaten
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
1 2 3
Kickoff
3
4 5
6
7
8
9
1
0
1 2
3
4 5
6
7 8
9
10
3
290
Module IHA
3 3
3 3
3
3
3
21
Module IMA+BRS
3 3 3
Module ISA
3 3 3 3 3
(*) De planning gastcolleges en beursbezoek kan per semester variëren, afhankelijk van de beurskeuze en beschikbaarheid van de gastsprekers.
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt en
overgangsregeling
9
15
F-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2.
In overleg
n.v.t.
2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. De toetsen worden in dat
jaar nog wel tweemaal aangeboden.
291
FBOU – Project Bedrijfsopvolging
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Bedrijfsopvolging (FBOU)
1. Opleiding
Small Business en Retail Management
2. Doelgroep
Duaal, Hoofdfase, F-cluster, niveau 3
3. Beroepstaak/
beroepstaken
Het opstellen van een overnameadvies ten einde een bedrijfsovername
op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal als wel organisatorisch vlak soepel
te laten verlopen.
4. Centrale beroepstaak
Adviseren over een bedrijfsovername
5. Beroepsproducten
Adviesrapport t.a.v. een bedrijfsovername
Studiepunten: 7.5
Studielast:
6. Studiepunten/
studielast
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding
Zelfstudie, individueel of in groepjes
Totaal
7. Samenhang met
andere OWE’s
Het niveau van deze OWE is: 3
8. Ingangseisen
Het D-cluster moet zijn doorlopen.
9. Algemene
omschrijving
10. Competenties
Aantal geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
56
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,7)
42
11
157
0
56
210
Binnen deze Onderwijseenheid (OWE) wordt aandacht besteed aan de
volgende onderwerpen:
- Bedrijfseconomie
- Belastingrecht
- Personeel en Organisatiemanagement
- Bedrijfscommunicatie
In de module FBOUBER1A komen bedrijfseconomie en belastingrecht
aan de orde.
In de module FBOUTUT5A komen personeel- & organisatiemanagement en bedrijfscommunicatie aan de orde.
Bij deze OWE leren studenten wat er komt kijken bij een bedrijfsovername, zodat ze zelf uiteindelijk in staat zijn om een overnameproces in
goede banen te leiden.
Leerdoelen:
Inzicht verkrijgen in alle facetten van het overnameproces om sturing te
kunnen geven aan een op handen zijnde bedrijfsovername.
DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
Competentieniveau 2
- Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.
- Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee.
- Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of
onderneming.
- Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een
onderneming.
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
292
Competentieniveau 2
- Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of
meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.
- Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van
onderzoeksvragen.
DC 3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –
cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen
en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 2
- Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of
meerdere contexten.
- Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en
mogelijk onvolledige informatie en aangeven van
belangentegenstellingen.
- Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of
internationale markt op basis van de analyse.
- Rapporteren van overtuigend presenteren van de resultaten en
verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de
aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject.
DC 4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competentieniveau 2
- Benomen van een aantal opties op basis van een SWOT analyse
die voor een opdrachtgever is uitgevoerd.
- Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal
prioriteiten.
DC 8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Competentieniveau 2
- Hanteren van een eenvoudig conflictsituatie in een projectgroep.
- Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de
projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van
derden.
- Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg
binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op
haalbaarheid.
- Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid
van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep.
Competentieniveau 3
- Geven van richting en sturing op stimulerende wijze aan een groep
op basis van een visie, teneinde een gesteld doel te bereiken.
- Ondernemen, zelfstandig, van een actie.
- Handelen op adequate wijze bij onverwachte gebeurtenissen, die
processen in de projectgroep verstoren.
- Aanpassen, indien noodzakelijk, van stijl en methode van leiding
geven.
- Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, zelfstandig, van een
bedrijfsonderdeel of project.
- Formuleren, zelfstandig, en verdedigen van de eindresultaten van
een project op basis van de resultaten die door de projectgroep zijn
opgeleverd.
- Evalueren van een project/proces aan de hand van de vooraf
gestelde kwaliteitseisen en afleggen van verantwoording.
- Geven van feedback op adequate wijze aan de groepsleden,
tussentijds en na afloop van het project/werkproces.
293
11. Beoordelingscriteria
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
Eindkwalificaties die centraal staan in de beoordeling van het werkproces
De student heeft tijdens zijn werkproces effectief gecommuniceerd, geïnformeerd en overleg gevoerd.
De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig invulling gegeven
aan zijn opdracht.
De student heeft op adequate wijze gehandeld bij onverwachte gebeurtenissen die het werkproces verstoren.
FBOUBER1A.0
Eindkwalificaties die centraal staan in de beoordeling van het adviesrapport
Op basis van een gegeven situatie (casus) zijn de verschillende opties in
kaart gebracht welke onderzocht kunnen worden en tot een mogelijke
oplossing kunnen leiden in het overnameproces.
De knelpunten bij het overnameproces zijn geanalyseerd en worden geformuleerd als nieuwe kansen voor een overnamekandidaat.
Er is een overnameplan opgesteld voor de overnamekandidaat, zodat
stapsgewijs de onderneming kan worden overgenomen.
Het rapport kent een logische opbouw en structuur, waardoor voor de lezer inzichtelijk is welk plan van aanpak aan het onderzoek ten grondslag
ligt, welke methoden van onderzoek zijn gehanteerd, wat de belangrijkste bevindingen zijn en hoe het overnameproces geïmplementeerd gaat
worden.
De financiële gevolgen van de gekozen strategieën zijn ingeschat en onderbouwd aan de hand van argumenten uit de bedrijfseconomische theorie.
De fiscaal-juridische gevolgen van de gekozen strategieën zijn ingeschat
en onderbouwd volgens theorieën uit het belastingrecht.
Bedrijfsonderdelen en bedrijfsvoering m.b,t. het fiscaal-juridische proces
zijn juist beschreven en geïnterpreteerd.
Het advies met betrekking tot de bedrijfsovername is opgesteld in helder
en correct taalgebruik en wordt op een goede wijze gerapporteerd.
Er is in een functieprofiel duidelijk gemaakt aan welke kwaliteiten een
beoogd bedrijfsopvolger moet voldoen.
Er is aangegeven hoe de bedrijfsopvolger het overnameproces het
beste kan aansturen, zodat voor alle (zowel intern als extern) betrokken
partijen van het bedrijf inzichtelijk is welke koers wordt gevaren tijdens
en na (implementatie) de overname.
Eindkwalificaties die centraal staan in de beoordeling van de mondelinge verdediging
De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze.
De student onderbouwt met steekhoudende argumenten.
De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont inzicht in het
praktisch werkveld.
-
Alle onderdelen van een financieringsaanvraag worden ingevuld in
een sjabloon, dat begint met algemene gegevens over de MKBonderneming. Te denken valt dat aan juridische tenaamstelling,
activiteit, bestaande en nieuwe financieringsfaciliteiten, zekerheden
en bijzondere bepalingen.
- De student is in staat om een omgevingsanalyse te maken van een
MKB-onderneming via SWOT en Porter.
- De student kan een financiële analyse maken van een MKBonderneming met behulp van de balans en resultatenrekening. Te
onderzoeken terreinen zijn: rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit.
- De student kan de bancaire positie bepalen voor een
financieringsaanvraag vanuit de bancair oogpunt. Hij/zij heeft daar
oog voor de combinatie risico, rendement, relatie.
294
-
-
-
FBOUTUT5A.0
-
-
De volgende begrippen moeten studenten kennen en kunnen
toepassen: kennen/weten studenten de betekenis en het belang
ervan in het kader van een bedrijfsovername en nagegaan wordt of
ze er berekeningen mee kunnen uitvoeren.
Financiële analyse: solvabiliteit (bancair aansprakelijk vermogen,
debt ratio), rentabiliteit (RTV, REV en RVV), liquiditeit (current ratio,
quick ratio, netto werkkapitaal)
Kasstroomoverzicht (bruto operationele kasstroom, netto
operationele kasstroom, investeringskasstroom, vrije kasstroom,
financieringskasstroom)
Waardering (intrinsieke waarde, rentabiliteitswaarde, discounted
cashflow waardering)
Overnamefinanciering (goodwill, artikel 207 C, overnamebalans,
zekerhedenoverzicht)
Financiële ratio’s bij overnamefinanciering (ICR, DEBT/EBITDA,
cash cover)
Covenants (financiële en niet-financiële covenants)
Rechtsaspecten bij overname
Voor managementfuncties kunnen aangeven welke competenties
en persoonlijke eigenschappen gewenst zijn.
Medewerkers van organisaties kunnen beoordelen op
kernkwaliteiten (Ofman).
Een sterkte-zwakte analyse kunnen maken van een bedrijf op basis
van de configuraties van Henry Mintzberg.
Een gedetailleerd functieprofiel kunnen maken voor de directeur
van een MKB-bedrijf.
Kunnen analyseren van de rollen en functies van leidinggevenden
in een bedrijf, in diverse geledingen.
Kunnen analyseren van de kracht van een bedrijf door in te spelen
op de motivatie van de medewerkers.
Het belang onderkennen en kunnen toepassen van de beloningmix
tussen intrinsieke en extrinsieke beloning.
Kennen van de principes van Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen. Motieven voor bedrijven kennen om actief aan PPP
(People, Planet, Profit) te doen.
Balanced Scorecard gebruiken als een van de tools voor een
dergelijke aanpak.
Weerstand tegen verandering herkennen en daarop reageren
Toepassing van besluitvormingsmodellen.
De essentie kunnen schetsen en met met voorbeelden kunnen
toelichten van business intelligence.
Op basis van een gegeven situatie (casus) zijn de verschillende
opties in kaart gebracht welke onderzocht kunnen worden en tot
een mogelijke oplossing kunnen leiden in het overnameproces
(matrix met overnameopties)
De knelpunten bij het overnameproces zijn geanalyseerd en
worden geformuleerd als nieuwe kansen voor een
overnamekandidaat
(knelpunten casus/PvA)
Er is een overnameplan opgesteld voor de overnamekandidaat,
zodat stapsgewijs de onderneming kan worden overgenomen
(adviesrapport: implementatie/PvA)
Als antwoord op incidenten/problemen die zich voordoen (in de
casus) zijn creatieve oplossingen geformuleerd
(incidenten/nieuwsbrief)
Het rapport kent een logische opbouw en structuur, waardoor voor
de lezer inzichtelijk is welk plan van aanpak aan het onderzoek ten
grondslag ligt, welke methoden van onderzoek zijn gehanteerd, wat
de belangrijkste bevindingen zijn en hoe het overnameproces
geïmplementeerd gaat worden
(adviesrapport/PvA)
295
-
Er is een juiste vragenlijst gemaakt en opgesteld die aansluit op
een set van onderzoeksvragen
De financiële gevolgen van de gekozen strategieën zijn ingeschat
en onderbouwd aan de hand van argumenten uit de
bedrijfseconomische theorie
De fiscaal-juridische gevolgen van de gekozen strategieën zijn
ingeschat en onderbouwd volgens theorieën uit de belastingrecht
(fiscale winstberekening/BER)
Bedrijfsonderdelen en bedrijfsvoering mbt het bedrijfseconomische
proces zijn juist beschreven en geïnterpreteerd
Bedrijfsonderdelen en bedrijfsvoering mbt het fiscaal-juridische
proces zijn juist beschreven en geïnterpreteerd (fiscale
winstberekening/BER)
Het advies met betrekking tot de bedrijfsovername is opgesteld in
helder en correct taalgebruik.
Het advies wordt in een mondelinge presentatie toegelicht en
verdedigd (presentatie)
Er is een overnameovereenkomst opgesteld volgens de criteria van
belastingrecht (BER)
Er is aangegeven hoe de bedrijfsopvolger het overnameproces het
beste kan aansturen, zodat voor alle (zowel intern als extern)
betrokken partijen van het bedrijf inzichtelijk is welke koers wordt
gevaren tijdens en na (implementatie) de overname
(leiderschapstijlen, OPM)
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
FBOUBER1A.0
FBOTUT5B.0
Individueel
Schriftelijk
Mondeling
Proces
Ja
Schriftelijk
Mondeling
Proces
Ja
Aantal examinatoren
2
1
Tentamenperiode
P4
P4
Herkansing
i.o.m. HM
i.o.m. HM
Duur
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
Toetsvorm
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Weging
13. Verplichte
literatuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal
50%
50%
- Belastingrecht, met de wet in de hand. J.B.M. Nijhuis. Boom Juridische
Uitgevers, laatste druk (Theorieboek).
- Belastingwetten. Ch. P.A. Geppaart. Kluwers BV. Laatste druk.
- Bedrijf te koop. A.N.P. Veken en A. Goedkoop. Business Contact,
laatste druk. .
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
17. Activiteiten
Het opstellen en verdedigen van een adviesrapport.
296
18. Werkvormen
De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd:
Hoor- werk- en responsie colleges
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Onderwijsweek
FBOBER1A
FBOTUT5A
1
2
2
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
2
2
2
3
2
2
4
2
2
5
2
2
6
2
2
7
2
2
8
9
10
1
2
2
2
2
2
3
2
2
4
2
2
5
2
2
6
2
2
7
2
2
8
9
10
F-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2.
In overleg
n.v.t.
2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. De toetsen worden in
dat jaar nog wel tweemaal aangeboden.
297
FDB -
Beroepsuitoefeningdeel 6 – duaal
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Beroepsuitoefeningdeel 6 (FDB)
1. Opleiding
SBRM
2.
Duaal SBRM, hoofdfase, F-cluster, niveau 3
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
5.
Beroepsproducten
6.
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
3.
 De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van
zijn handelspartners.
 De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit
en bewaakt deze.
 De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en
oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies
De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies.
Beroepsuitoefeningdeel 6
- Bedrijfsopdracht.
- Reflectieverslag.
Studiepunten: 7,5
Studielast: 210
Aantal geprogrammeerde
Aantal klokuren
lesuren (van 45
(aantal lesuren
minuten)
x 0,75)
volgens lesrooster
Hoorcollege, werk2
1,5
college, lessen
Studiebegeleiding,
0
0
stagebegeleiding
Tentamens, toet1,33
1
sen (tijdens lessen)
Excursies, studie0
0
reizen, beroependagen, kick off,
etc.
Overige, …..
0
0
Totaal
3,33
2,5
Tentamens, toet0
0
sen (niet tijdens
lessen)
Stage, AOD, prak276,67
207,5
tijkleren
Zelfstudie, indivi0
0
dueel of in groepjes
Overige activitei0
0
ten waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is, o.a.
online.
Totaal
276,67
207,5
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Doelgroep
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Totaal
280
210
Niveau 3
Deze OWE hangt nauw samen met beroepsuitoefeningdeel 3, 4 en 5.
Deze vier beroepsuitoefeningdelen vormen samen de stage van de duale opleiding. Beroepsuitoefeningdeel 6 bouwt voort op voorgaande beroepsuitoefeningdelen. In beroepsuitoefeningdeel 6 neemt het niveau en
de mate van zelfstandigheid van de werkzaamheden toe.
298
De student mag alleen starten met beroepsuitoefeningdeel 6 indien beroepsuitoefening deel 3 en 4 met een voldoende zijn afgerond en bij
voorkeur ook beroepsuitoefeningdeel 5 met een voldoende is afgerond.
8.
9.
Ingangseisen
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Om de beoogde doelstellingen van beroepsuitoefeningdeel 3, 4, 5 en 6
te realiseren, moet de werkplek aan onderstaande criteria voldoen:
- één of meer bedrijfsopdrachten met een behoorlijke diepgang en
voldoende vakinhoudelijke relevantie, afgestemd op de SBRMopleiding;
- voldoende gelegenheid om de, door de opleiding geformuleerde,
opdrachten te kunnen uitvoeren;
- voldoende gelegenheid tot werkinhoudelijk georiënteerde sociale
contacten en mogelijkheden voor intensieve communicatie met anderen;
- voldoende tijd en/of faciliteiten voor begeleiding vanuit de werkplek;
- voldoende deskundigheid voor begeleiding vanuit de werkplek;
- voldoende omvang van de interne organisatie, bij voorkeur minimaal 10 personen.
Binnen deze OWE vallen:
Beroepsuitoefeningdeel 6 – FDB BUD6A
Beroepsuitoefeningdeel 6
Algemene omschrijving
De owe is een onderdeel van het onderwijs waarbij de duale student in
een praktijksituatie activiteiten verricht en onderzoek doet. De student
werkt ten minste 20 uur per week gedurende het F-cluster. Niet alle gewerkte uren zijn ten gunste van de opleiding, vandaar de lagere studielast.
Doel
Het toepassen van de theoretische kennis op commercieel-economisch
gebied in een praktijksituatie en het bevorderen van integratie van het
geleerde. Het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en
sociale vaardigheden.
Onderwerpen
Opdrachten uit het commercieel-economisch gebied. Opdrachten worden bepaald door de specifieke wens van het bedrijf.
● DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek
● DC8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project
● DC9 Sociale en communicatieve competentie
● DC10 Zelfsturende competentie
11. Beoordelingscriteria
De onderstaande beoordelingscriteria worden per competenties getoetst
in beroepsuitoefeningdeel 6.
FDB BUD6A.9
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
 De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te
bieden aan collega’s, hen input te vragen en respectvol met hun
mening om te gaan;
 De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de
doelen te behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk mee
te denken over oplossingen;
 De student toont belangstelling, houdt rekening met de cultuur van
de organisatie en heeft een prettige omgang met anderen;
 De dagelijkse schriftelijke communicatie van de student is
gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd;
 De mondelinge communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk
en respectvol;
299
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
 De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij een
juiste inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning nodig is.
 De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te
komen en proactief werkzaamheden op te pakken.
 De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te stellen,
werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te voeren.
 De student kan met feFDBack omgaan en is in staat om te
reflecteren op eigen handelen.
 De student toont een professionele (beroeps-)houding door
afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te nemen.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de externe kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis
van relevante nationale en internationale trends.
 Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn over interne
bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van de
organisatie te kunnen uitvoeren (verslag deel I)
 Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn uit de
omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te
kunnen beschrijven (verslag deel II)
 Student heeft een interne analyse uitgevoerd (verslag deel I)
 Student heeft een externe analyse uitgevoerd (verslag deel II)
 De student heeft de resultaten van de bedrijfsopdracht en
gerapporteerd en gepresenteerd, zijn werkwijze verantwoord en de
aanbevelingen onderbouwd (verslag III).
 De student heeft de aard, inhoud, uitvoering en leereffecten van de
verrichte werkzaamheden geëvalueerd aan de hand van het
persoonlijk leerplan
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Beroepsuitoefeningdeel 6
Code deeltentamen
FDB BUD6A.9
Toetsvorm
Verslagen en voortgangsgesprekken
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1 (De hogeschoolmentor beoordeelt en neemt het advies van de bedrijfbegeleider mee.)
Tentamenperiode
P4
Herkansing
i.o.m. HM
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op
1 decimaal of resulterend in voldaan/niet voldaan.
Weging
1
13. Verplichte literatuur
n.v.t.
14. Aanbevolen
literatuur
Alle relevante literatuur van voorgaande clusters.
15. Software
n.v.t.
300
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Handleiding Beroepsuitoefeningdeel 6.
HANScholar.
De concrete werkzaamheden worden bepaald in overleg met het bedrijf.
Het betreft individuele opdrachten.
Praktijkleren en intervisie
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
FDB BUD6A1
1 Aanwezigheid verplicht.
20. Onderwijsperiode
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
1 2
3
2
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
F -cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 3 en 4.
n.v.t.
n.v.t.
2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden.
301
9
10
HAO – Afstudeeropdracht
Titel onderwijseenheid
(OWE)
1. Opleiding
2.
Doelgroep
Afstudeeropdracht (HAO)
Small Business & Retail Management
Duaal, Hoofdfase, H-cluster, niveau 3
De volgende beroepstaken gelden voor alle afstudeeropdrachten:
- De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatie-activiteiten;
- De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de
bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van
intern en extern onderzoek;
- De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van
zijn handelspartners;
- De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en
oriënteert zich op het beroep en de mogelijke functies;
- De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een
(externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet
vraagstuk op strategisch niveau.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
5.
Beroepsproducten
6.
Studiepunten/
studielast
De volgende beroepstaken zijn afhankelijk van de focus van het strategische vraagstuk:
- De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten
en/of managen van een onderneming;
- De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit
daadwerkelijk ten uitvoer door het opzetten en managen van de
onderneming;
- De SBRM’er stelt een retailplan voor een nieuw te starten of
bestaande winkelformule op;
- De SBRM’er stelt een overnameadvies op om een
bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal alswel
organisatorisch vlak goed te laten verlopen;
- De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het zakendoen met
een partner uit een andere (taal)cultuur.
De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau.
- Een plan van aanpak (Go / No-Go)
- Een afstudeerrapport
Studiepunten: 30
Studielast:
Aantal geprogram- Aantal klokmeerde
uren
lesuren (van 45
(aantal lesminuten) volgens
uren x
lesrooster
0,75)
Hoorcollege, werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
3 (bezoek)
2,25
stagebegeleiding
1,33(verdediging)
1
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies, studierei- 5 (kick-off)
3,75
zen, beroependa7 (terugkomdag)
5,25
gen, kick off, etc.
6 (terugkomdag)
4,5
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent
fysiek aanwezig is
3.
Overige, …..
Totaal
16,75
302
Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid
en stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
NB er zijn meerdere contactmomenten en feedbackmomenten tussen
begeleider en student. Deze zijn echter niet geprogrammeerd en ook
niet altijd fysiek (maar bijv. via email of telefonisch)
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD, prak0
823,25
tijkleren
Zelfstudie, individu0
eel of in groepjes
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
0
Totaal
0
823,25
Totaal
840
Het niveau van deze OWE is: 3
Afsluitende Proeve van bekwaamheid. Deze onderwijseenheid is de
laatste binnen het onderwijsprogramma SBRM en alle thema’s komen
hier samen.
De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster volledig behaald.
De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het F-cluster is volledig
afgerond.
De minor is bijna volledig afgerond.
Bij de afstudeeropdracht maak je in samenspraak met een bedrijf zelfstandig een plan om een concreet vraagstuk op strategisch niveau op te
lossen. De onderwerpen voor een AOD liggen o.a. op het gebied van
marketing, verkoop, export etc. Tevens behoort het schrijven van een
compleet ondernemingsplan voor een (zelf) te starten onderneming tot
de mogelijkheden. Je werft zelf de afstudeeropdracht. Aan de afstudeeropdracht wordt een geheel semester gewerkt (30 EC). De looptijd is 21
weken.
Leerdoelen:
Het doel van de afstudeeropdracht is dat een student individueel en zelfstandig zijn/haar deskundigheid tot uitdrukking brengt op het specifieke
gebied van de opleiding en daarmee het eindniveau aantoont op alle generieke en domeinspecifieke competenties.
De student toont aan op dit domein te beschikken over probleem-signalerende, beschrijvende, analytische en probleemoplossende competenties. Daartoe komt de student zelfstandig tot een planmatige oplossing
voor een aan de opleiding gerelateerd vraagstuk met een strategische
component, gebruik makend van tijdens de opleiding verworven competenties.
DC1
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend.
DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale
en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen
en beargumenteren van gemaakte keuzes.
DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
303
DC8:
Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
HBO-generieke competenties (van toepassing op alle HEO-opleidingen):
DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie).
DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar
of professional).
11. Beoordelingscriteria
AD01
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting
Product (50%):
De student heeft een probleemstelling geformuleerd vanuit één of
meerdere contexten;
De student heeft de methode van onderzoek in het rapport
verantwoord;
De student heeft een inventarisatie binnen het probleemgebied
gedaan, een analyse opgesteld en uitgevoerd;
De student heeft op basis van zijn analyse strategische opties voor
de organisatie vastgesteld;
De student heeft de strategische opties geprioriteerd en de
haalbaarheid van de opties onderzocht en een onderbouwde
strategische keuze gemaakt;
De student heeft doelstellingen opgesteld of bestaande
doelstellingen bijgesteld voor de middellange of lange termijn;
De student heeft beleid ontworpen voor de verwezenlijking van
deze doelstellingen;
De student heeft zelfstandig de organisatorische consequenties van
zijn plan onderzocht en geanalyseerd, uitmondend in een
implementatieplan;
De student heeft het geformuleerde beleid vertaald naar een
financieel plan;
De student heeft het evaluatiebeleid van de nieuwe strategie
vormgegeven.
Proces (20%):
De student heeft tijdens zijn afstudeerperiode intern op
verschillende niveaus effectief gecommuniceerd, geïnformeerd en
overleg gevoerd;
De student heeft draagvlak gecreëerd in de beroepsomgeving door
samen te werken en mee te denken over doelen en inrichting van
de organisatie;
De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig leiding
gegeven aan zijn afstudeerproject;
De student heeft op adequate wijze gehandeld bij onverwachte
gebeurtenissen die het afstudeerproces verstoren.
Mondelinge verdediging (30%):
De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze;
De student onderbouwt met steekhoudende argumenten;
De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont inzicht in
het praktisch werkveld;
De student kan professioneel omgaan met kritische feedback;
De student toont visie op zijn afstudeeropdracht en de
bedrijfsproblematiek;
De student reflecteert over en neemt verantwoording voor eigen
handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
AD1
Code deeltentamen
AD01
304
Toetsvorm
Toetsing bestaat uit drie onderdelen: Product (eindrapport), Proces en
Mondelinge verdediging.
Daarvóór is sprake van een plan van aanpak dat een Go/No-Go moment
vormt.
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
2
Tentamenperiode
Periode 1+2 (semester I) of Periode 3+4 (semester II)
Herkansing
In de periode volgend op het semester van afstuderen, zie afstudeerhandleiding. De student heeft geen recht op begeleiding tijdens de herkansingsperiode.
Duur
Mondelinge verdediging: 60 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
6 na afronding.
Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur
De drie onderdelen (Product, Proces en Mondelinge verdediging) moeten met een 5.5 of hoger beoordeeld zijn, waarbij geldt dat binnen elk
van de drie onderdelen alle criteria met 5.5 of hoger zijn beoordeeld (oftewel alle criteria dienen voldoende te zijn).
Weging
Product: 50%
Proces: 20%
Mondelinge Verdediging: 30%
13. Verplichte literatuur
n.v.t.
14. Aanbevolen
literatuur
15. Software
16. Overige materialen
17. Activiteiten
18. Werkvormen
-
Alle literatuur behandeld in de opleiding, passend bij het vraagstuk
van de AOD;
Aanvullende literatuur, passend bij het vraagstuk.
n.v.t.
Afstudeerhandleiding + Checklist Plan van Aanpak + Rubrics Product,
Proces en Mondelinge verdediging.
De student verricht zelfstandig een onderzoek bij een bedrijf dat hij zelf
heeft gezocht. De inhoud van de opdracht dient vooraf door de AOD-coördinator van de opleiding voorlopig te zijn goedgekeurd. Na voorlopige
goedkeuring wijst de coördinator een begeleidend docent aan.
Gedurende het AOD-traject worden de volgende werkvormen / activiteiten onderscheiden:
AOD kick-off: aug/jan;
Terugkomdag 1 - onderzoek: sep/feb;
Concept plan van aanpak opsturen: eind 2de week;
Bedrijfsbezoek docentbegeleider: sep/feb;
Plan van Aanpak definitief maken;
Vragenlijsten fieldresearch voorleggen;
Terugkomdag 2 – intervisie: nov/mrt;
Inleveren tussenrapportage (facultatief): nov/apr;
Inleveren conceptrapport: dec/mei;
Inleveren definitief rapport: jan/juni (centraal moment);
Mondelinge verdediging: jan/juni;
Diploma-uitreiking: oktober, maart en juli.
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
Kick-off en terugkomdagen
Bezoek
Verdediging
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
5
7
6
3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
20. Onderwijsperiode
H-cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4.
1,33
305
21. Maximaal aantal
deelnemers
n.v.t.
-
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en overgangsregeling
-
Terugkomdagen zijn anders benoemd. Aan de inhoud is niets
gewijzigd, het blijven dezelfde terugkomdagen. Eerder stonden er
drie terugkomdagen omschreven. Maar de eerste terugkomdag valt
tegelijk met de kick-off, daarna benoemd als kick-off. Waardoor er
twee i.p.v. drie terugkomdagen zijn;
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen is een 6 na
afronding i.p.v. een 5.5; Afronding geschiedt nu op gehele getallen.
Aanpassing in voorlopige cesuur: “De drie onderdelen (Product,
Proces en Mondelinge verdediging) moeten met een 5.5 of hoger
beoordeeld zijn, waarbij geldt dat binnen elk van de drie
onderdelen alle criteria met 5.5 of hoger zijn beoordeeld (oftewel
alle criteria dienen voldoende te zijn).
n.v.t.
306
Bijlage 5: Gegevens Integrale Toetsen postpropedeutische fase
IT2 - Integrale toets 2 Voltijd
Titel integrale Toets
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
Integrale toets 2 – IT2
Stage -EST
SBRM
Voltijd, hoofdfase, E-cluster, niveau 2
De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur
van zijn handelspartners.
De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit en bewaakt deze.
3.
Beroepstaak/beroepstaken
4.
(Beroeps)producten
5.
Studiepunten en/of
samenval met reguliere
tentamens
Samenhang met andere
integrale toetsen en
tentamens
6.
7.
Ingangseisen
De SBRM-er voert een opdracht uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies.
Context: De stage wordt uitgevoerd bij een bedrijf in
Nederland of het buitenland met minimaal 10 fte. Naast
‘meewerkzaamheden’ worden een of meer opdrachten
zelfstandig uitgevoerd.
 Persoonlijk Leerplan
 Onderzoeksrapportage bedrijfsopdracht
 Evaluatieverslag
30 studiepunten, valt samen met de owe Stage-ESR
In de stage brengt de student de onderwijseenheden uit het
1e en 2e jaar in praktijk.
Stage Nederland: (Na T3/T1)
 De Propedeuse is behaald;
 Het C-cluster is volledig behaald;
 Van het D-cluster lopen de projecten Student
Company/Eigen Onderneming (doorloop vanuit C-cluster)
en Retail voorspoedig;
 Je aanwezigheid bij de voorlichtingsbijeenkomst(en)
stage binnenland staat geregistreerd.
 De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en
D-Cluster zijn gevolgd.
Stage Buitenland: drempel 1 (Na T2/T4)
 De Propedeuse is behaald;
 Van het C-cluster is het project Student Company/Eigen
Onderneming behaald;
 Van het C-cluster zijn de toetsen uit T1 (uit T3 voor
februari-instroom) behaald.
 De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, CCluster zijn gevolgd.
Stage Buitenland: drempel 2 (Na T3/T1)
 De Propedeuse is behaald;
307
 Het C-cluster is volledig behaald;
 Van het D-cluster lopen de projecten Eigen Onderneming
(doorloop vanuit C-cluster) en Retail voorspoedig.
 De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en
D-Cluster zijn gevolgd.
Binnen deze OWE vallen:
Stage: De periode die de student als stagiair gaat
doorbrengen is een leersituatie in een voor de student
nieuwe omgeving. Deze omgeving biedt de student de eerste
uitvoerige kennismaking met het toekomstig werkveld en de
aard van de werkzaamheden daarin. In deze praktijksituatie
verricht de student activiteiten en onderzoek. De student
loopt 21 weken fulltime stage in de periode septemberjanuari of februari-juni.
8.
Algemene omschrijving
9.
Competenties
Leerdoelen:

oriëntatie op beroep en functie;

het toepassen van de theoretische kennis op het
commercieel- en bedrijfseconomisch gebied;

het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve
en sociale vaardigheden;

het verkrijgen van een beeld van werkzaamheden en
werksituaties van medewerkers;

het verkrijgen van een beeld van de structuur en het
functioneren van een arbeidsorganisatie.

DC2
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en
evalueren van marktonderzoek

DC8
Leiding geven aan een bedrijf, een
bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project

DC9
Sociale en communicatieve competentie

DC10 Zelfsturende competentie
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting.
De beoordeling vindt plaats op:

Sociale en communicatieve vaardigheden

Zelfsturende vaardigheden
 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek;
 Leiding geven aan een bedrijf, bedrijfsonderdeel,
bedrijfsprocessen of een project.
10.
Beoordelingscriteria
Beoordelingscriteria:
 De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp
aan te bieden aan collega’s, hen input te vragen en
respectvol met hun mening om te gaan
 De student toont betrokkenheid door zich in te spannen
om de doelen te behalen die de organisatie nastreeft en
waar mogelijk mee te denken over oplossingen
 De student toont belangstelling, houdt rekening met de
cultuur van de organisatie en heeft een prettige omgang
met anderen
308

1. Integrale toetskenmerken
en -vormen
De schriftelijke communicatie van de student is
gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd
 De mondelinge communicatie van de student is duidelijk,
begrijpelijk en respectvol
 De student is in staat om zelfstandig te werken en kan
daarbij een juiste inschatting maken wanneer hulp en
ondersteuning nodig is.
 De student toont initiatief door vragen te stellen, met
ideeën te komen en proactief werkzaamheden op te
pakken
 De student werkt resultaatgericht door realistische
doelen te stellen, werkzaamheden te plannen en deze
planmatig uit te voeren
 De student kan met feedback omgaan en is in staat om
te reflecteren op eigen handelen
 De student toont een professionele (beroeps-) houding
door afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te
nemen
 Formuleren van een terugblik op het feitelijk uitgevoerde
onderzoek t.o.v. het Plan van Aanpak.
 Uitvoeren en rapporteren van het onderzoek
gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type
onderzoek.
 Onder supervisie leidinggeven op planmatige,
systematische en resultaatgerichte wijze aan een
eenvoudig project.
 Omgaan met onverwachte gebeurtenissen die het project
verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van
derden.
Zie hierna
Tentaminering
Naam deeltentamen
Stage
Code deeltentamen
EST
Toetsvorm
Integrale toets
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
tentamenperiode
n.v.t.
DC8, DC9 en DC10 kunnen niet herkanst worden, de student
moet dan een geheel nieuw stagetraject doorlopen. Zie
stagehandleiding.
Herkansing
DC2 kan de student herkansen. Indien de student opnieuw
geen voldoende weet te behalen voor DC2 moet de student
een geheel nieuw stagetraject doorlopen. Zie
stagehandleiding.
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen
deeltentamen
6 (afgerond op geheel cijfers)
309
Voorlopig cesuur/ Algemene
aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen
gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een
cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan.
Waarbij geldt dat alle vier de onderdelen (DC9, DC10, DC2
en DC8) met een 5.5 of hoger beoordeeld moeten zijn.
30% Sociale en communicatieve vaardigheden;
30% Zelfsturende vaardigheden;
Weging
12.
Verplicht en aanbevolen
materiaal
13.
Onderwijsperiode
20% Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek;
20% Leiding geven aan een bedrijf, bedrijfsonderdeel,
bedrijfsprocessen of een project.
Alle literatuur die in eerdere clusters behandeld is. Denk
hierbij aan:

Grondslagen van de Marketing – B. Verhage

Introductie ondernemingsplan en financiële sturing –
A.A.W. Heezen

Principes van Marktonderzoek – A.C. Burns en F. Bush

Grondslagen van het Management – D. Keuning

Strategische Marketingplanning – Karel Jan Alsem

Logistiek – W. Ploos van Amstel

Operationele Verkoopcyclus – R. van Hoften

Financieel Management voor ondernemers in het MKB
– Heezen & Kroot

Business Marketing Management - W.G. Biemans

Handboek Online Marketing – Patrick Petersen

Marketing voor Retailers – Reinder Koornstra
periode 1+2 of 3+4.
310
IT3 - Integrale toets 3 voltijd
Titel integrale Toets
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/beroepstaken
4.
(Beroeps)producten
5.
Studiepunten en/of
samenval met reguliere
tentamens
Samenhang met andere
integrale toetsen en
tentamens
6.
7.
Ingangseisen
Integrale toets 3 – Afstudeeropdracht
SBRM
Voltijd en duaal, hoofdfase, H-cluster, niveau 3
De volgende beroepstaken gelden voor alle
afstudeeropdrachten:

De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de
gestelde doelstellingen de marketing- en
marketingcommunicatieactiviteiten.

De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de
bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de
hand van intern en extern onderzoek.

De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en
cultuur van zijn handelspartners.

De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante
beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en de
mogelijke functies.

De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een
(externe) opdrachtgever over het oplossen van een
concreet vraagstuk op strategisch niveau.
De volgende beroepstaken zijn afhankelijk van de focus van
het strategische vraagstuk:

De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op
het starten en/of managen van een onderneming.

De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt
dit daadwerkelijk ten uitvoer door het op-zetten en
managen van de onderneming.

De SBRM’er stelt een retailplan voor een nieuw te
starten of bestaande winkelformule op.

De SBRM’er stelt een overnameadvies op om een
bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal
alswel organisatorisch vlak goed te laten verlopen.

De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het
zakendoen met een partner uit een andere
(taal)cultuur.
Een plan van aanpak (go/no go)
Een afstudeerrapport
30 stp, valt samen met de OWE Afstudeeropdracht
Afsluitende Proeve van bekwaamheid. Deze
onderwijseenheid is de laatste binnen het
onderwijsprogramma SBRM en alle thema’s komen hier
samen.
Start in augustus 2014:

De studie is vanaf de propedeuse tot en met het Ecluster volledig behaald.

De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het Fcluster is volledig afgerond.
311


Van de onderwijseenheid ‘Bedrijfsopvolging’ van het Fcluster is het project op voldoende wijze afgerond en
zijn maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende.
De minor is bijna volledig afgerond.
Start in februari 2015 voor studenten die het nieuwe GCluster gevolgd hebben:

De studie is vanaf de propedeuse tot en met het Ecluster volledig behaald.

Van de onderwijseenheid ‘International
Entrepreneurship’ van het G-cluster is het project op
voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie
studieonderdelen nog onvoldoende.

De minor is geheel afgerond.
8.
Algemene omschrijving
Start in februari 2015 voor studenten die het oude F-Cluster
gevolgd hebben:

De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het Fcluster is volledig afgerond.

Van de onderwijseenheid ‘Bedrijfsopvolging’ van het Fcluster is het project op voldoende wijze afgerond en
zijn maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende.

De minor is bijna volledig afgerond.

De studie is vanaf de propedeuse tot en met het Ecluster volledig behaald.

De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-,
en D-Cluster zijn gevolgd.
Binnen deze OWE vallen :
Afstudeeropdracht
Bij de afstudeeropdracht maak je in samenspraak met een
bedrijf zelfstandig een plan om een concreet probleem op
strategisch niveau op te lossen. De onderwerpen voor een
AOD liggen o.a. op het gebied van marketing, verkoop,
export etc. Tevens behoort het schrijven van een compleet
ondernemingsplan voor een (zelf) te starten onderneming
tot de mogelijkheden. Je werft zelf de afstudeeropdracht.
Aan de afstudeeropdracht wordt een geheel semester
gewerkt (30 EC). Het afstudeerperiode duurt 21 weken
Leerdoelen:
Het doel van de afstudeeropdracht is dat een student
individueel en zelfstandig zijn/haar deskundigheid tot
uitdrukking brengt op het specifieke gebied van de opleiding
en daarmee het eindniveau aantoont op alle generieke en
domeinspecifieke competenties.
De student toont aan op dit domein te beschikken over
probleemsignalerende, beschrijvende, analytische en
probleemoplossende competenties. Daartoe komt de
student zelfstandig tot een planmatige oplossing voor een
aan de opleiding gerelateerd vraagstuk met een strategisch
component, gebruik makend van tijdens de opleiding
verworven competenties.
312
9.
10.
Competenties
Beoordelingscriteria
Bij de afstudeeropdracht dienen op basis van een gedegen
analyse beleid en een implementatietraject geformuleerd te
worden, alsmede (indien mogelijk) de financiële
consequenties van de uitvoering daarvan.
DC 1 Initiëren en creëren van producten en diensten,
zelfstandig en ondernemend.
DC 2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek.
DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de
sterktes en zwaktes op basis van een analyse van
de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als
onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van
de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale
en/of internationale markt op basis van relevante
nationale en internationale trends.
DC 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal
of internationaal opererende onderneming en het
kunnen onderbouwen en beargumenteren van
gemaakte keuzes.
DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit
het marketingbeleid
DC 8 Leiding geven aan een bedrijf, een
bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Algemene competenties (van toepassing op alle HEOopleidingen)
DC 9 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie).
DC 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional).
Product (50%):

De student heeft een probleemstelling geformuleerd
vanuit één of meerdere contexten.

De student heeft de methode van onderzoek in het
rapport verantwoord.

De student heeft een inventarisatie binnen het
probleemgebied gedaan, een analyse opgesteld en
uitgevoerd.

De student heeft op basis van zijn analyse
strategische opties voor de organisatie vastgesteld.
 De student heeft de strategische opties geprioriteerd en
de haalbaarheid van de opties onderzocht.
 De student heeft doelstellingen opgesteld of bestaande
doelstellingen bijgesteld voor de middellange of lange
termijn.
 De student heeft beleid ontworpen voor de
verwezenlijking van deze doelstellingen.
 De student heeft zelfstandig de organisatorische
consequenties van zijn plan onderzocht en
geanalyseerd, uitmondend in een implementatieplan.
 De student heeft het geformuleerde beleid vertaald naar
een financieel plan.
 De student heeft het evaluatiebeleid van de nieuwe
strategie vormgegeven.
313
Proces (20%):
 De student heeft tijdens zijn afstudeerperiode intern op
verschillende niveaus effectief gecommuniceerd,
geïnformeerd en overleg gevoerd.
 De student heeft draagvlak gecreëerd in de
beroepsomgeving door samen te werken en mee te
denken over doelen en inrichting van de organisatie.
 De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig
leiding gegeven aan zijn afstudeerproject
 De student heeft op adequate wijze gehandeld bij
onverwachte gebeurtenissen die het afstudeerproces
verstoren
Mondelinge verdediging (30%):
 De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze.
 De student onderbouwt met steekhoudende
argumenten.
 De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont
inzicht in het praktisch werkveld.
 De student kan professioneel omgaan met kritische
feedback.
 De student toont visie op zijn afstudeeropdracht en de
bedrijfsproblematiek.
 De student reflecteert over en neemt verantwoording
voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en
kritische zelfbeoordeling
11.
Integrale toetskenmerken
en -vormen
Zie hierna
314
Tentaminering
Naam deeltentamen
AD1
Code deeltentamen
AD01
Toetsvorm
Rapport, proces en mondelinge verdediging afstudeeropdracht
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
2
tentamenperiode
Periode 1+2 (semester I) of Periode 3+4 (semester II)
Herkansing
In de periode volgend op het semester van afstuderen, zie
afstudeerhandleiding
Duur
Mondelinge verdediging: 60 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
6 (na afronding)
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
12.
13.
Verplicht en
aanbevolen materiaal
Onderwijsperiode
Alle onderdelen/deeltentamens moeten voldoende zijn.
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde
van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1
decimaal
Product: 50%
Proces: 20%
Mondelinge Verdediging: 30%
Alle literatuur behandeld in de opleiding, passend bij het strategisch
vraagstuk van de AOD
periode 1+2 en 3+4.
315
IT2U - Integrale toets 2 duaal
Titel integrale Toets
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/beroepst
aken
4.
(Beroeps)producten
5.
Studiepunten en/of
samenval met
reguliere tentamens
Samenhang met
andere integrale
toetsen en tentamens
Ingangseisen
6.
7.
8.
Algemene
omschrijving
Integrale Toets 2 Beroepsuitoefeningsdeel – IT2U
SBRM Duaal
Duaal, 3e jaar, niveau 2

De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur
van zijn handelspartners.

De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en
ontwikkeling uit en bewaakt deze.

De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante
beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke
functies
Beroepsuitoefening deel 5

Verslag SWOT-analyse.

Persoonlijk ontwikkelplan.
De Integrale Toets 2 valt samen met de onderwijseenheid EDB.
Beroepsuitoefening deel 5 is een onderdeel in elk cluster van de
duale opleiding.
De student mag alleen starten met beroepsuitoefeningdeel 5 indien
beroepsuitoefening deel 3 met een voldoende is afgerond en bij
voorkeur ook beroepsuitoefeningdeel 4 met een voldoende is afgerond.
Binnen deze OWE valt:
Beroepsuitoefening deel 5 – EDB BUD5A
Beroepsuitoefeningdeel 5
Algemene omschrijving
De owe is een onderdeel van het onderwijs waarbij de duale student in een praktijksituatie activiteiten verricht en onderzoek doet.
De student werkt ten minste 20 uur per week gedurende het Ecluster. Niet alle gewerkte uren zijn ten gunste van de opleiding,
vandaar de lagere studielast.
Doel
Het toepassen van de theoretische kennis op commercieel-economisch gebied in een praktijksituatie en het bevorderen van integratie van het geleerde. Het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en sociale vaardigheden.
9.
Competenties
Onderwerpen
Opdrachten uit het commercieel-economisch gebied. Opdrachten
worden bepaald door de specifieke wens van het bedrijf.

DC2
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek

DC8
Leiding geven aan een bedrijf, een
bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project

DC9
Sociale en communicatieve competentie

DC10 Zelfsturende competentie
316
10.
Beoordelingscriteria
De onderstaande beoordelingscriteria worden per competenties getoetst in beroepsuitoefeningdeel 5.
Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het
commerciële werkveld.
 De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te
bieden aan collega’s, hen input te vragen en respectvol met
hun mening om te gaan;
 De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de
doelen te behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk
mee te denken over oplossingen;
 De student toont belangstelling, houdt rekening met de cultuur
van de organisatie en heeft een prettige omgang met anderen;
 De dagelijkse schriftelijke communicatie van de student is
gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd;
 De mondelinge communicatie van de student is duidelijk,
begrijpelijk en respectvol;
EDB BUD5A.9
Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf
voert als professional in het commerciële werkveld.
 De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij
een juiste inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning
nodig is.
 De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te
komen en proactief werkzaamheden op te pakken.
 De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te
stellen, werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te
voeren.
 De student kan met feedback omgaan en is in staat om te
reflecteren op eigen handelen.
 De student toont een professionele (beroeps-)houding door
afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te nemen.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en
zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van
de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale
trends.
 Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn over
interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte
analyse van de organisatie te kunnen uitvoeren (verslag deel I)
 Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn uit de
omgeving om de kansen en bedreigingen voor een
onderneming te kunnen beschrijven (verslag deel II)
 Student heeft een interne analyse uitgevoerd (verslag deel I)
 Student heeft een externe analyse uitgevoerd (verslag deel II)
 De student heeft de resultaten van de bedrijfsopdracht en
gerapporteerd en gepresenteerd, zijn werkwijze verantwoord
en de aanbevelingen onderbouwd (verslag III).
 De student heeft de aard, inhoud, uitvoering en leereffecten
van de verrichte werkzaamheden geëvalueerd aan de hand
van het persoonlijk leerplan
317
11.
Integrale
toetskenmerken en vormen
Tentaminering IT2U
Naam deeltentamen
Beroepsuitoefeningdeel 5
Code deeltentamen
EDB BUD5A.9
Toetsvorm
Verslagen en voortgangsgesprekken
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1 (De hogeschoolmentor beoordeelt en neemt het advies van de
bedrijfbegeleider mee.)
tentamenperiode
Semester 1
Herkansing
i.o.m. de hogeschoolmentor
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor behalen deeltentamen
5.5
Voorlopig cesuur/ Algemene
aspecten van cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde
van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
100%
12.
Verplicht en
aanbevolen materiaal
13.
Onderwijsperiode
Alle relevante literatuur van voorgaande clusters.
Handleiding Beroepsuitoefeningdeel 5.
HANScholar.
Semester 1
318
IT3U - Integrale toets 3 duaal
(= Integrale toets 3 voltijd)
Titel integrale Toets
1.
Opleiding
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/beroepstake
n
4.
(Beroeps)producten
5.
Studiepunten en/of
samenval met reguliere
tentamens
Samenhang met andere
integrale toetsen en
tentamens
Ingangseisen
6.
7.
Integrale toets 3 – Afstudeeropdracht
SBRM
Voltijd en duaal, hoofdfase, H-cluster, niveau 3
De volgende beroepstaken gelden voor alle
afstudeeropdrachten:

De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde
doelstellingen de marketing- en
marketingcommunicatieactiviteiten.

De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de
bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de
hand van intern en extern onderzoek.

De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en
cultuur van zijn handelspartners.

De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante
beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en de
mogelijke functies.

De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een
(externe) opdrachtgever over het oplossen van een
concreet vraagstuk op strategisch niveau.
De volgende beroepstaken zijn afhankelijk van de focus van
het strategische vraagstuk:

De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het
starten en/of managen van een onderneming.

De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit
daadwerkelijk ten uitvoer door het op-zetten en managen
van de onderneming.

De SBRM’er stelt een retailplan voor een nieuw te starten
of bestaande winkelformule op.

De SBRM’er stelt een overnameadvies op om een
bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal
alswel organisatorisch vlak goed te laten verlopen.

De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het
zakendoen met een partner uit een andere (taal)cultuur.
Een plan van aanpak (Go/no go)
Een afstudeerrapport
30 stp, valt samen met de owe Afstudeeropdracht
Deze onderwijseenheid is de laatste binnen het
onderwijsprogramma SBRM en alle thema’s komen hier
samen.
Om te mogen starten met de afstudeeropdracht moet aan
onderstaande voorwaarden zijn voldaan:
 De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster
volledig behaald.
 De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het F-cluster
is volledig afgerond..
 De minor is bijna volledig afgerond.
319
8.
Algemene omschrijving
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting voor
de kick-off, terugkomdagen, bezoek en verdediging.
Binnen deze OWE vallen :
Afstudeeropdracht
Bij de afstudeeropdracht maak je in samenspraak met een
bedrijf zelfstandig een plan om een concreet probleem op
strategisch niveau op te lossen. De onderwerpen voor een
AOD liggen o.a. op het gebied van marketing, verkoop, export
etc. Tevens behoort het schrijven van een compleet
ondernemingsplan voor een (zelf) te starten onderneming tot
de mogelijkheden. Je werft zelf de afstudeeropdracht.
Aan de afstudeeropdracht wordt een geheel semester gewerkt
(30 EC). Het afstudeerperiode duurt 21 weken.
9.
Competenties
Leerdoelen:
Het doel van de afstudeeropdracht is dat een student
individueel en zelfstandig zijn/haar deskundigheid tot
uitdrukking brengt op het specifieke gebied van de opleiding
en daarmee het eindniveau aantoont op alle generieke en
domeinspecifieke competenties.
De student toont aan op dit domein te beschikken over
probleemsignalerende, beschrijvende, analytische en
probleemoplossende competenties. Daartoe komt de student
zelfstandig tot een planmatige oplossing voor een aan de
opleiding gerelateerd vraagstuk met een strategisch
component, gebruik makend van tijdens de opleiding
verworven competenties.
Bij de afstudeeropdracht dienen op basis van een gedegen
analyse beleid en een implementatietraject geformuleerd te
worden, alsmede (indien mogelijk) de financiële consequenties
van de uitvoering daarvan.
DC 1 Initiëren en creëren van producten en diensten,
zelfstandig en ondernemend.
DC 2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van
marktonderzoek.
DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de
sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de
interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel
van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en
bedreigingen op de lokale, nationale en/of
internationale markt op basis van relevante nationale
en internationale trends.
DC 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of
internationaal opererende onderneming en het kunnen
onderbouwen en beargumenteren van gemaakte
keuzes.
DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit
het marketingbeleid
DC 8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel,
bedrijfsprocessen of een project.
320
10.
Beoordelingscriteria
Algemene competenties (van toepassing op alle HEOopleidingen)
DC 9 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie).
DC 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional).
Product (50%):

De student heeft een probleemstelling geformuleerd
vanuit één of meerdere contexten.

De student heeft de methode van onderzoek in het
rapport verantwoord.

De student heeft een inventarisatie binnen het
probleemgebied gedaan, een analyse opgesteld en
uitgevoerd.

De student heeft op basis van zijn analyse strategische
opties voor de organisatie vastgesteld.

De student heeft de strategische opties geprioriteerd en
de haalbaarheid van de opties onderzocht.

De student heeft doelstellingen opgesteld of bestaande
doelstellingen bijgesteld voor de middellange of lange
termijn.

De student heeft beleid ontworpen voor de
verwezenlijking van deze doelstellingen.

De student heeft zelfstandig de organisatorische
consequenties van zijn plan onderzocht en geanalyseerd,
uitmondend in een implementatieplan.

De student heeft het geformuleerde beleid vertaald naar
een financieel plan.

De student heeft het evaluatiebeleid van de nieuwe
strategie vormgegeven.
Proces (20%):

De student heeft tijdens zijn afstudeerperiode intern op
verschillende niveaus effectief gecommuniceerd,
geïnformeerd en overleg gevoerd.

De student heeft draagvlak gecreëerd in de
beroepsomgeving door samen te werken en mee te
denken over doelen en inrichting van de organisatie.

De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig
leiding gegeven aan zijn afstudeerproject

De student heeft op adequate wijze gehandeld bij
onverwachte gebeurtenissen die het afstudeerproces
verstoren
Mondelinge verdediging (30%):

De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze.

De student onderbouwt met steekhoudende argumenten.

De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont
inzicht in het praktisch werkveld.

De student kan professioneel omgaan met kritische
feedback.

De student toont visie op zijn afstudeeropdracht en de
bedrijfsproblematiek.
321

11.
Integrale toetskenmerken
en -vormen
De student reflecteert over en neemt verantwoording voor
eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische
zelfbeoordeling
Zie hierna
Tentaminering
Naam deeltentamen
AD1
Code deeltentamen
AD01
Toetsvorm
Rapport, proces en mondelinge verdediging afstudeeropdracht
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
2
tentamenperiode
Periode 1+2 (semester I) of Periode 3+4 (semester II)
Herkansing
In de periode volgend op het semester van afstuderen, zie
afstudeerhandleiding
Duur
Mondelinge verdediging: 60 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
6 (na afronding)
Voorlopig cesuur/ Algemene
aspecten van cesuur
Weging
12.
13.
Verplicht en aanbevolen
materiaal
Onderwijsperiode
Bij alle drie de onderdelen geldt dat minimaal 55% van het te
behalen aantal punten behaald dient te zijn (ofwel alledrie de
onderdelen dienen voldoende te zijn)
Product: 50%
Proces: 20%
Mondelinge Verdediging: 30%
Alle literatuur behandeld in de opleiding, passend bij het
strategisch vraagstuk van de AOD
periode 1+2 en 3+4.
Bijlage 6: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen
van de postpropedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen
In deze bijlage zijn de volgende tabellen opgenomen:
1. Gelijkstellingstabel tentamens / onderwijseenheden hoofdfase
A. Gelijkstellingstabel voltijd
B. Gelijkstellingstabel duaal
2. Sleperstentamens en conversietabel hoofdfase
A. Sleperstentamens en conversietabel voltijd
B. Sleperstentamens en conversietabel duaal
1. Gelijkstellingstabel tentamens / onderwijseenheden
In onderstaande tabellen is aangegeven welke onderwijseenheden uit eerdere studiejaren gelijkgesteld worden aan onderwijseenheden uit het huidige studiejaar. Deze tabel is alleen van toepassing
op onderwijseenheden die in voorgaande studiejaren zijn afgerond. Deze tabel is dus niet van toepassing op onderwijseenheden uit eerdere studiejaren die niet zijn afgerond.
1A. Gelijkstellingstabel voltijd 2014-2015
322
Zie de OER en/of studiegidsen van de genoemde studiejaren voor een beschrijving van de
onderwijseenheid en de (deel)tentamens.
Gelijkstellingen betreffen horizontaal gelijkgeschakelde codes of codegroepen.
323
Afstuderen
/
studiejaar
20142015
STP
20132014
STP
20122013
20112012
2010-2011
20092010
2008-2009
2007-2008
4e jaar
HAO
30
HAO
30
HAO
HAO
HAO
HAO
HAO
AOD
3e jaar
GIE
30
X
X
X
X
X
X
X
2e jaar
X
FBO
15
FBO
FOB
FOB
FOB1
FOB
PB
X
FPI
15
FPI
FPI
FPI
FPI
FPI
PIN
30
EST
EST
EST
EST
EST
STG
X
X
X
X
X
X
EST
30
EST
CEO
DEO
22,5
7,5
X
X
0
CSC/
CSB
22,5
7,5
CSC/
CSB
CSB
CVO
SLB
CSB
CVO
SLB
CSB
CVO
CSB
CVO
CSB
CVO
DRL
15
X
X
X
X
X
X
X
X
DRB
15
DRB
DRB
DRB
DRB
DDB
DRM
DDB (7,5)
DRM (7,5)
IED –
Engels en
Duits 14
(7,5)
IES –
Engels en
Spaans 14
(7,5)
IEF –
Engels en
Frans 14
(7,5)
X
TSBIII
7,5
TSBIII
7,5
TSBIII
IE1
ID11
IS1 1
FH13
FL13
IN12
IE1
ID11
IS11
IF11
IN12 (3,75)
IE1
ID11
IS11
IF11
IE1 (3,75)
ID11 (3,75)
IS11 (3,75)
IF11 (3,75)
TSBIV
7,5
TSBIV
7,5
TSBIV
IE2
ID21
IS21
FH23
FL23
IN22
IE2
ID21
IS21
IF21
IN22 (3,75)
IE2
ID21
IS21
IF21
IE2 (3,75)
ID21 (3,75)
IS21 (3,75)
IF21 (3,75)
IDE –
Engels en
Duits 24
(7,5)
ISE –
Engels en
Spaans 24
(7,5)
IFE –
Engels en
Frans
24(7,5)
* Onderwijseenheden talen staan cursief gedrukt.
1 Studenten hebben of ID1 en ID2 of IS1 en IS2 of IF1 en IF2 in hun onderwijsprogramma.
2 Studenten van Duitse afkomst hebben als vreemde taal Nederlands in hun onderwijsprogramma.
3. Studenten die Frans kiezen hebben of FH1 en FH2 of FL1 en FL2 in hun onderwijsprogramma.
4. Studenten hebben Engels in hun onderwijsprogramma en Duits of Spaans of Frans.
324
Diploma start 2007-2008
Diploma start 2008-2009
Diploma start 2009-2010
Diploma start 2010-2011
Diploma start 2011-2012
Diploma start 2012-2013
Diploma start 2013-2014
Diploma start 2014-2015
Toelichting afkortingen
AOD
Afstudeeropodracht
EST
Stage
FOB/FBOBedrijfsopvolging
PB
Project Bedrijfsopvolging
FPI
Internationalisatie
PIN
Project Internationalisering
STG
Stage
HAO
Afstudeeropdracht
CSB
CVO
DDB
DRB
DRM
SLB
GIE
CEO
DEO
DRL
-
Student Company
Ondernemingsplan
Bedrijfsdoorlichting
Retail en Bedrijfsdoorlichting
Retail
Studieloopbaan
International Entrepreneurship
Eigen Onderneming I
Eigen Onderneming II
Retail
IE1
IE2
ID1
ID2
IS1
IS2
IN1
IN2
IED
IDE
IES
ISE
IEF
IFE
-
Engels 1
Engels 2
Duits1
Duits 2
Spaans 1
Spaans 2
Nederlands 1
Nederlands 2
Engels en Duits 1
Engels en Duits 2
Engels en Spaans 1
Engels en Spaans 2
Engels en Frans 1
Engels en Frans 2
TSBIII
TSBIV
-
Taal & Cultuur 3
Taal & Cultuur 4
325
1B. Gelijkstellingstabel duaal 2014-2015
Zie de OER en/of studiegidsen van de genoemde studiejaren voor een beschrijving van de
onderwijseenheid en de (deel)tentamens.
Onderwijsaanbod
per Studiejaar
4e jaar
20142015
HAO- 30
Minor - 30
stp.
2013-2014
2012-2013
2011-2012
HAO30
Minor
- 30
stp.
GU1
– 7,5
stp.
HAO30
Minor–
30 stp
HAO – 30 stp.
HAO – 30 stp.
Minor – 30 stp.
GU1 –
7,5
stp.
GU1 – 7,5 stp.
GCM – 7,5
stp.GIO – 7,5
stp.
GU1 – 7,5 stp.
20102011
20092010
FUE – 7,5 stp.
3e jaar
FBOU-7.5
stp
CVOD 7.5
CVOD - 7.5
CAMD7.5
CAMD-7.5
CBTD7.5
CBTD- 7.5
EDB- 7.5
EDB- 7.5
FPI – 15
FPI – 15
FU1- 7.5
2e jaar
FBOU
– 7.5
FPI 7.5
FU1 7.5
FBOU-7.5 stp
FBOU
– 7.5
stp.
CSD
– 22,5
stp.
EU1 –
7,5
stp.
FPI –
7,5
stp.
CSD –
22,5
stp.
IE2 –
3,75
stp.
ID2 –
3,75
stp.
CU1 –
7,5
stp.
DRT –
15 stp.
DRT – 15 stp
FU1 – EU1 –
7,5
7,5
stp.
stp.
DRT – 15 stp.
ENG – 2.5 stp
ENG – 2,5 stp.
DDB – 7.5
DDB – 7,5 stp.
TCD – 5 stp
CDT – 5 stp.
CSD – 22.5
CSD – 22,5 stp.
FU1- 7.5
FBOU – 7.5
stp.
FBOU –
7,5 stp.
DSS – 7,5 stp.
FU2 –
7,5 stp.
DPM – 7,5
stp.
DPM –
7,5 stp.
GMV – 7,5
stp.
GMV –
7,5 stp.
EU1 – 7,5 stp.
EU1 –
7,5 stp.
INT – 7,5 stp.
CVOMBI
– 7,5 stp.
GAM – 7,5
stp.
FU1 – 7,5 stp.
CVOMBI
– 7,5 stp.
FU1 –
7,5 stp.
DEC
– 15
stp.
IE2 –
3,75
stp.
DU1
– 7,5
stp.
IE1 –
3,75
stp.
DMO
– 7,5
stp.
DEC
– 15
stp.
n.v.t.
DEC –
15 stp.
CBD –
15 stp.
IE2 –
3,75 stp.
DU1
– 7,5
stp.
IE1 –
3,75
stp.
n.v.t.
DU1 –
7,5 stp.
IDEU –
3,75
stp.
DU1 –
7,5 stp.
IE1 –
3,75 stp.
DMO –
7,5 stp.
IE1U –
3,75
stp.
DMOU
– 7,5
stp.
326
CDB -7.5
CDB – 7,5 stp.
CU2
– 7,5
stp.
ID2 –
3,75
stp.
ID1 –
3,75
stp.
CU1
– 7,5
stp.
n.v.t.
CU2 –
7,5 stp.
n.v.t.
ID2 –
3,75 stp.
ID1 –
3,75
stp.
n.v.t.
ID1 –
3,75 stp.
CU1 –
7,5 stp.
DDBU
– 7,5
stp.
ID2U –
3,75
stp.
ID1U –
3,75
stp.
CU1 –
7,5 stp.
Legenda:
Cohort 2008, is start september 2008
Cohort 2009, is start september 2009
Cohort 2010, is start september 2010
Cohort 2010, is start februari 20111
Cohort 2011, is start september 2011
Cohort 2012, is start september 2012
1
voor cohort 2010 februari 2011 instroom is de propedeuse gelijk aan het programma van cohort 2010 september 2010
instroom.
Toelichting afkortingen codes
ABD
CAMD
CBD
CBTD
CDB
CSD
CVOMBI
CVOMPB
CU1
DDB
DDBU
DEC
DMO
DMOU
DPM
DRT
DSS
DU1
ID1U
Adviseren basis
Accountmanagement
Buitendienst
Sales Buitendienst
Beroepsuitoefeningdeel 3
Studentcompany (loopt over twee semesters)
Battle of Ideas
Personeelsbeleid
Praktijkvaardigheden 3
Beroepsuitoefeningdeel 4
Bedrijfsdoorlichting
Externe Communicatie
Markting-Onderzoek
Medewerker Marketing Onderzoek
Product Manager
Retail & Nederlands
Customer Service
Praktijkvaardigheden 4
Internationale Communicatie Duits 1
EDB
GDB
IE1U
IE1
IE2U
IE2
ENG
EU1
FBOU
FDB
FPI
FU1
FU2
FUE
FBOU
GAM
GCM
GIO
GMV
ID1
ID2U
ID2
Duits 1
Duits 2
Duits 2
GU1
HAO
INT
Beroepsuitoefeningdeel 5
Beroepsuitoefeningdeel 7
Internationale Communicatie Engels 1
Engels 1
Engels 2
Engels 2
Engels
Praktijkvaardigheden 5
Bedrijfsopvolging
Beroepsuitoefeningdeel 6
Internationalisering
Praktijkvaardigheden 6
Action Learning 6
E-commerce
Bedrijfsopvolging
Key Accountmanagement
Commercieel Management
Commercieel Management Individueel
Maatschappelijk verantwoord
ondernemen
Praktijkvaardigheden 7
Afstudeeropdracht
Internationalisering
2. Sleperstentamens en conversietabel
In de onderstaande tabellen wordt informatie gegeven over sleperstentamens en over conversies:
 Sleperstentamens: dit zijn (deel)tentamens die in studiejaar 2014 – 2015 geen onderdeel meer
uitmaken van de tentaminering van de onderwijseenheden. Studenten die in studiejaar 2013 –
2014 of eerdere jaren één of meerdere van deze (deel)tentamens niet met goed gevolg hebben
afgelegd, worden in studiejaar 2014 – 2015 in de gelegenheid gesteld om deze alsnog
rechtsgeldig af te leggen. Indien in studiejaar 2014 – 2015 één of meerdere van deze
(deel)tentamens met goed gevolg worden afgelegd, kan daarmee het tentamen met goed gevolg
zijn afgelegd zoals beschreven in de onderwijseenheden van de Onderwijs en Examenregeling
van 2013 – 2014. In onderstaande tabel is de naam van de onderwijseenheid en de naam van
327

het (deel)tentamen opgenomen waarvoor bovenstaande regeling in studiejaar 2014 – 2015
geldt.
Conversies: dit zijn (deel)tentamens die in studiejaar 2014 – 2015 een nieuwe code hebben
gekregen. In onderstaande tabel is aangegeven welke codes van (deel)tentamens uit 2013-2014
gelijkgesteld zijn aan (deel)tentamens uit 2014-2015.
2A. Slepers- en conversietabel hoofdfase voltijd
Code 20132014
CSBHJV1A.5
Code 2014-2015
opmerkingen
X
CSBONP1A.5
X
CSBJVS1A.5
X
CSBCBH1A.2
X
CSBMAR1A.1
X
CSBMAR1A.5
X
CSBOPM1B.1
X
CSBLOG1A.1
X
CSBBEC1A.1
X
CSBBEC2A.1
X
CSBBON3A.1
X
CSBVKP1A.5
X
CSBREC1A.1
X
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
CSBSLB3A.9
CSBONV1A.9
CEOSLB3A.9
CEOONV1A.9
TSBENG8B.4
TSBENG6B.4
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE CEO en DEO
overdoen
6B.4 wordt nog tweemaal als
herkansing aangeboden in
2014-2015.
Wanneer oude toetsen
inhalen
Contact opnemen met
Teamtrekker CEO/DEO
Contact opnemen met
Teamtrekker CEO/DEO
Contact opnemen met
Teamtrekker CEO/DEO
Contact opnemen met
Teamtrekker CEO/DEO
T1, T3
Contact opnemen met
Teamtrekker CEO/DEO
T2, T4
T2, T4
T1, T3
T2, T4
T2, T4
Contact opnemen met
Teamtrekker CEO/DEO
T2, T4
P1, P2, P3, P4
(trainingen volgen)
Zie toetsprogramma
SBRM 2014-2015
328
DRBINV1A.5
X
DRBPVA1A.5
X
DRBARA1A.5
X
DRBPRE1A.6
X
DRBRTM1A.5
X
DRBBEC3A.1
X
DRBBEC4A.1
X
DRBLOG2A.5
X
DRBBON4A.5
X
DRBBBM1A.5
X
DRBOPM3A.1
X
DRBSLB4A.9
DRLSLB4A.9
FBOPRO1A.0
X
FBOBEC4A.5
X
FBOBEC5A.1
X
FBOBER1A.1
X
FBOBER2A.1
X
FBOBCC3A.1
X
FBOORG1A.1
X
FBOORG2A.1
X
FPIBRS1A.7
X
FPIBRS1A.4
X
FPICCM1A.0
X
FPICCM1A.7
X
FPIIHA1A.7
X
FPIIHA1A.4
X
FPIIMA1A.7
X
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE DRL overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
T1 en T3
T2 en T4
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
T1 en T3
Contact met SLB’er
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
T2, T4
T1, T3
T2, T4
T2, T4
T1, T3
T2, T4
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
329
FPIIMA1A.4
X
FPIIRE1A.7
X
FPIIRE1A.4
X
FPIISA1A.7
X
FPIISA1A.4
X
FPIPAR1A.9
X
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Nog 2 kansen in 2014-2015.
Daarna OWE GIE overdoen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
Contact met TT
opnemen
2B. Slepers- en conversietabel hoofdfase duaal
Is niet van toepassing.
In het programma voor duaal zijn geen wijzigingen opgetreden ten opzichte van studiejaar 20132014.
330
Bijlage 6a: Richtlijnen voor het verlenen van toestemming tot het afleggen van
tentamens/integrale toetsen van de postpropedeutische fase nog voordat de student het
propedeutisch examen heeft behaald
In artikel 7.2 lid 2 is vermeld dat de examencommissie of een door de examencommissie
gemandateerde medewerker de student op zijn verzoek toestemming kan verlenen tot het afleggen
van tentamens/integrale toetsen van de postpropedeutische fase nog voordat hij het propedeutisch
examen heeft behaald. Deze toestemming wordt automatisch verleend indien de student aan het
eind van zijn eerste studiejaar 45 studiepunten of meer behaald heeft.
Voor studenten die minder dan het hierboven genoemde aantal studiepunten behaald hebben, geldt
dat zij expliciet om toestemming moeten verzoeken, zoals beschreven in artikel 7.2 lid 2.
331
Bijlage 7: Overzicht verkorte leerroutes op basis van vrijstellingen voor welomschreven
doelgroepen
1. Studieprogramma eerste studiejaar voltijd voor vwo-instroom (vwo-propedeuse)
Doelgroep
Studenten met een vwo-diploma met de profielen zoals genoemd in artikel 2.1.
Programma
Studenten volgen een propedeuseprogramma van een half jaar. Op basis van het vwo-diploma
krijgen studenten vrijstellingen (15 studiepunten).
Competenties, leerdoelen en toetscriteria van deze vwo-propedeuse zijn gelijk aan die van het
reguliere onderwijsprogramma in de voltijd.
Vrijstellingen op basis van vooropleiding
De vastgestelde eindniveaus van de moderne vreemde talen (Engels, Frans, Duits, Spaans) voor
het vwo (www.slo.nl / www.erk.nl/schoolleider/erkverplicht) voldoen ruimschoots aan het eindniveau
dat de opleiding aan het einde van de propedeuse stelt aan de verschillende talen (Duits, Frans en
Spaans A2, Engels B1). Wat echter ontbreekt, is de business-context voor de talen en het specifieke
businessidioom; beide zijn in het vwo-programma niet vereist. In de propedeuse zijn die wel
uitgangspunt en deels toetscriterium. De specifieke businesscontext en -idioom zijn in OWE AVT
opgenomen.
Wat betreft de mondelinge vaardigheden, schriftelijke vaardigheden en argumentatieve
vaardigheden Nederlands, geldt dat de onderwerpen die opgenomen zijn in de propedeuse, deel
uitmaken van het examen Nederlands vwo (schrijven van brieven, presenteren, schrijven van een
rapportage). Alleen de toets Basiskennis Nederlandse taal is nu nog géén expliciet onderdeel van
het vwo-examen Nederlands. Studenten zullen daarom de taaltoets wel moeten maken (onderdeel
van de OWE AVT). Studenten die de toets niet halen, kunnen aansluiten bij lessen in het A-cluster
(reguliere propedeuse).
Aan studenten wordt daarom vrijstelling gegeven voor de onderstaande OWE’s uit de reguliere
propedeuse:
Taal & Cultuur Nederlands 1 en 2
2,5 studiepunten
1
(ATC1 )
Taal & Cultuur Engels 1 en 2 (ATC2)
2,5 studiepunten
Taal & Cultuur Duits 1 en 2 (ATC3)
2,5 studiepunten
Taal & Cultuur Nederlands 3 en 4
2,5 studiepunten
(BTC1)
Taal & Cultuur Engels 3 en 42 (BTC2)
2,5 studiepunten
Taal & Cultuur Duits 3 en 4 (BTC3)
2,5 studiepunten
1
Taal & Cultuur I (ATC)
7,5 studiepunten
Taal & Cultuur II (BTC)
7,5 studiepunten
1 Met uitzondering van de toets ATC NED1A.1
Vergelijking reguliere programma en programma vwo-instroom
OWE reguliere programma
Marketing 1 (AMM1)
Marketing 2 (BMO1)
Marketingcommunicatie I en Online
Business (AMM2)
Marketingcommunicatie 2 (BMO2)
OWE vwo-instroom
AVM1
AVM2
AVM3
AVM1 en 2
AVM3
Business & Onderzoek:
Bedrijfseconomie (ABO1)
AVB
332
OWE reguliere programma
Business & Onderzoek: Onderzoek
(ABO2)
De professional (ADP):

Beroepsoriëntatie

Ondernemendheid

Studieloopbaan

Actualiteiten en Trends
Taal en Cultuur Nederlands (ATC1),
Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2
(ATC1)1 Taal en Cultuur Engels 1 en 2
(ATC2) en Taal en Cultuur Nederlands
3 en 4 (BTC1), Taal en Cultuur Engels
3 en 4 (BTC2)
Taal en Cultuur Duits 1 en 2 (ATC3) en
Taal en Cultuur Duits 3 en 4 (BTC3),
AVB
AVB
AVB
AVB
AVB
VST1 (Taal en Cultuur V1)
VST2 (Taal en Cultuur V2)2 AVT
VTC (Taal en Cultuur versneld Duits
vervangende onderwijseenheid voor
VST2)
BEO
BRE
BAE
BPO
BEO
BRE
BAE
BPO
1 m.u.v.
OWE vwo-instroom
de toets ATC1 NED1A.1
die niet in aanmerking komen voor vrijstelling voor VST2 (Taal en Cultuur V2) volgen VCT.
2 Studenten
Voorwaarden voor deelname aan vwo-programma
Om in aanmerking te komen voor vrijstelling voor VST1 en VST2, moeten de talen (Engels en Duits)
met een voldoende zijn afgesloten bij het vwo-eindexamen (dan is duidelijk dat alle
hierbovengenoemde deelvaardigheden voldoende zijn). Mocht dit niet zo zijn of mocht er geen 2e
moderne vreemde taal als examenvak zijn, dan wordt er geen vrijstelling verleend voor VST1 en/of
VST2. De student kan wel van de mogelijkheid gebruikmaken om de taal Duits versneld
(onderwijseenheid VTC); deze komt in de plaats van VST2.
Overzicht te volgen onderwijseenheden in de vwo-propedeuse
Marketing 1 – AVM1
Marketing 2 – AVM2
Marketingcommunicatie 1 – AVM3
Business - AVB
Talen – AVT
Taal en Cultuur V1 – VST1
Taal en Cultuur V2 – VST2 of Taal en Cultuur versneld Duits - VTC
BEO – Voorbereiding Eigen Onderneming
BRE – Recht
BPO – Organisatie, Personeel, Management & Ethiek
BAE – Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie
7,5 studiepunten
7,5 studiepunten
7,5 studiepunten
7,5 studiepunten
0 studiepunten
7,5 studiepunten
7,5 studiepunten
7,5 studiepunten
2,5 studiepunten
2,5 studiepunten
2,5 studiepunten
2. Mbo Doorstroomprogramma RxH
Het programma is toegankelijk voor studenten in hun laatste (half)jaar van een economische MBO
niveau 4 opleiding bij een van de ROC's uit het RxH- verband.
333
Regeling voor studenten die het doorstroomprogramma volgen
Studenten die het MBO doorstroomprogramma RxH volgen, kunnen, indien zij voor een of meer van
de volgende deeltentamens uit het doorstroomprogramma een voldoende hebben behaald,
vrijstelling aanvragen voor de hiermee corresponderende deeltentamens in de propedeutische fase,
als zij eenmaal zijn ingeschreven aan de HAN:
 Taal & Cultuur 1: ATC1 NED1A.1
 Marketing 1:
o AMM1 MKT1B.6
o AMM1 MKT1B.8
o AMM1 MKT2B.1
o AMM1 MKT2B.6
o AMM1 MKT2B.8
Daarnaast volgen de studenten de vakken Engels, studieloopbaanbegeleiding en diverse workshops
HBO-vaardigheden. Deze vakken leveren geen vrijstelling op bij de start van de studie maar zorgen
voor een betere aansluiting tussen MBO en HBO.
334
Bijlage 8: Gegevens onderwijseenheden door de opleiding(en) verzorgde HAN gecertificeerde
minoren



Minor Ondernemen - MON (voltijd) en MON-DT (deeltijd)
Minor Ondernemen & Innovatie - INN (voltijd) en INN-DT (deeltijd)
Minor Adviseren – MA (voltijd)
335
OWE – beschrijving Minor Ondernemen 2014 – 2015 VT
OWE – beschrijving Van Idee naar Business
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Van Idee naar Business (VIB) voltijd
1. Opleiding
Minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie
Deze OWE is voor alle studenten die deelnemen aan de minor
Ondernemen of Ondernemen & Innovatie.
Op basis van een eigen interessegebied kansen in de markt in kaart
brengen. Vanuit deze marktverkenning een voorstel uitwerken voor een
bedrijfs- of projectidee. Dit bedrijfs- of projectidee verwerken in een plan
van aanpak voor de rest van de minor.
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
NVT
5.
Beroepsproducten
In deze OWE werkt de student een aantal opdrachten uit in een
ondernemerspaspoort, met daarin een actieplan/plan van aanpak voor
het uitwerken van een bedrijfs- of projectidee.
Studiepunten: 7,5 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Hoorcollege,
werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen, kick
off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
60
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
45
NVT
NVT
NVT
NVT
2
1,5
62
46,5
0
0
163,5
0
0
163,5
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: verbredend (niveau 2)
In deze eerste OWE wordt de basis gelegd voor de minor Ondernemen /
Ondernemen & Innovatie. De student maakt kennis met de verschillende
336
8. Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
vormen van ondernemerschap en bedenkt een project of bedrijfsidee dat
hij in de OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’
gaat uitwerken. Voor de uitwerking maakt hij een actieplan / plan van
aanpak.
Voor deelname aan de minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie
dient de propedeuse van de majoropleiding afgerond te zijn.
In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies en talenten tot
een idee voor een project of bedrijf te komen. Ook betrekt de student zelf
verworven andere bronnen om tot een bedrijfsidee te komen. De student
bestudeert hedendaagse en toekomstige trends en vertaalt deze naar
kansen in de markt. Vanuit deze marktverkenning formuleert hij een idee
en werkt deze uit in een concept businessmodel (volgens de richtlijnen
van het Business Model Canvas). De bedoeling is dat hij dit concept in
de OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’
uitwerkt in een Business Model Canvas en bijbehorend Businessplan.
Wat en hoe hij dat wil aanpakken beschrijft hij in een actieplan (plan van
aanpak), dat onderdeel is van het ondernemerspaspoort. Het doen van
onderzoek is onderdeel van het programma, waaronder het opstellen van
een probleemstelling en onderzoeksvragen.

Reflecteren op eigen kwaliteiten

Denken en handelen vanuit de omgeving

Ontwikkelen van business modellen

Projectplanning maken

Interviewen

Onderzoeken
Aan het einde van het onderdeel ‘Van idee naar business!’ laat de
student zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een
ondernemend project te formuleren dat hij in concept kan uitwerken in
een Business Model Canvas. In een toetsbaar actieplan of plan van
aanpak geeft de student aan welke stappen hij in de volgende OWE gaat
nemen om dit concept nader uit te werken. Hiervoor zijn de volgende
algemene beoordelingscriteria geformuleerd:


11. Beoordelingscriteria




De student kan op basis van zijn interessegebied en zelfreflectie een
startsituatie formuleren voor deze minor.
De student heeft zich verdiept in ondernemerschap en heeft kennis
gemaakt met een aantal ondernemers. De student kan
ondernemende competenties herkennen en benoemen.
De student heeft zijn ondernemende competenties getoetst in de
praktijk in het project Business for You. Hij kan zijn eigen
ondernemende competenties evalueren.
De student kan voor zijn interessegebied relevante trends
benoemen, analyseren en vertalen naar kansen in de markt.
De student kan vanuit zijn startsituatie en trendanalyse een bedrijfs-/
projectidee formuleren en deze uitwerken in een conceptbusinessmodel.
De student kan in zijn actieplan aangeven hoe hij zijn (concept-)
business model in de volgende OWE uit gaat werken tot een
Business Model Canvas (BMC). Dit actieplan is onderdeel van zijn
Ondernemerspaspoort waarin hij zijn bevindingen gedurende deze
OWE verantwoordt.
337
Een uitwerking met puntentoekenning van de beoordelingscriteria is te
vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de studiewijzer.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Ondernemerspaspoort
Code deeltentamen
VIBACP1A.0
Toetsvorm
Rapport
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
Tentamenperiode
n.v.t.
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
100% van totale OWE
13. Verplichte literatuur
Verplichte literatuur:
 Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generation.
Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6.
 Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson
Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7
Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
% van totale OWE
% van totale OWE
De activiteiten voor deze OWE zijn als volgt ingericht:

Ik als ondernemer – in dit onderdeel maakt de student kennis
met de verschillende vormen van ondernemerschap, formuleert
de student een interessegebied op basis van zijn drijfveren en
talenten of andere bronnen en reflecteert hij op zichzelf als
ondernemer.

Business Kiemen – in dit onderdeel analyseert de student trends
en relevante ontwikkelingen binnen zijn interessegebied en
beoordeelt hij waar kansen liggen.

Mijn idee in concept – in dit onderdeel werkt de student een kans
uit in een concreet bedrijfs- of project idee op basis waarvan hij
een concept businessmodel uitwerkt.

Actieplan – in dit onderdeel werkt de student zijn idee uit in een
actieplan (plan van aanpak) dat hij gedurende de rest van zijn
minor kan uitwerken.
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Alle onderdelen dragen bij aan het beschreven beroepsproduct.
Hoorcolleges worden ingezet voor theorie overdracht. Werkcolleges
worden ingezet om onder begeleiding actief met de theorie aan de slag
338
te gaan. Werkgroepen worden ingezet om in kleinschalige groepen
specifieke thema’s te belichten en worden ook ingezet om onder
begeleiding van de docent opdrachten uit te voeren dan wel vragen te
stellen aan de docent of coach.
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
Contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%.
1
9
2
12
3
12
4
9
5
3
6
x
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
Om het niveau te van deze OWE te verhogen is:
 Het voorbereiden van (markt)onderzoek aan het programma
toegevoegd.
 Aan de OWE is toegevoegd dat studenten zelf een kritische houding
ontwikkelen door zelf leerbronnen en theorieën met betrekking tot
hun businessidee te zoeken.
 Er is theorie aan de OWE toegevoegd door middel van het boek van
Mulder en Ten Cate
 Er is een interviewtraining aan het programma toegevoegd.
 Door middel van het project Business4You ervaren de studenten het
ondernemerschap aan den lijve, een goede kennismaking met
ondernemen.
 De aanwezigheidsplicht is afgenomen van 80% naar 75%.
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t.
339
OWE – beschrijving Business & Ondernemerschap
Titel onderwijseenheid
(OWE)
1. Opleiding
Business & Ondernemerschap (CBO)
Minor Ondernemen
Deze minor is geschikt voor alle niet-bedrijfskundige studenten of
studenten die op basis van hun majoropleiding onvoldoende
voorkennis hebben om deel te nemen aan de minor Ondernemen &
Innovatie. Voor deelname aan de minor Ondernemen moet de student
zijn propedeuse hebben afgerond.
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
Het starten en uitbouwen van een bedrijf of project
4.
Centrale beroepstaak
N.v.t.
5.
Beroepsproducten
Business Model Plan (project)
Ontwikkelingsrapport (zelfreflectie)
Studiepunten: 22,5 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde
eenheden voor
zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Hoorcollege,
werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding,
coaching
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
200
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
150
4
8
6
1
0
161
6
0
0
0
463
0
0
630
Totaal
Het niveau van deze OWE is: verbredend (niveau 2)
340
8.
9.
Ingangseisen
Algemene
omschrijving
10. Competenties
In de eerste OWE ‘Van Idee naar Business’ wordt de basis gelegd voor
dit deel van de minor ondernemen. De student werkt een project of
bedrijfsidee uit en maakt hiervoor een actieplan dat hij in deze tweede
OWE ‘Business & Ondernemerschap’ gaat uitwerken in een
businessplan.
Voordat de student aan deze OWE mag deelnemen, moet hij aan de
OWE ‘Van idee naar business’ hebben deelgenomen.
Deze OWE is het vervolg op de OWE ‘van idee naar business’. In deze
OWE werkt de student zijn actieplan / plan van aanpak uit dat hij in de
vorige OWE gemaakt heeft. Daarbij krijgt hij de kennis en
vaardigheden aangereikt die hij hierbij nodig heeft.









Business planning
Business modelling
Zelfreflectie
Creativiteit
Proactiviteit
Omgevingssensitiviteit
Overtuigingskracht
Discipline
Mondeling presenteren
In deze OWE werkt de student aan zijn beroepsproduct. Hij wordt
hierbij beoordeeld op de volgende criteria:

o
o
o
o
11. Beoordelingscriteria
o

o
o
De student heeft aangetoond dat de eindresultaten die
beschreven staan in het ondernemerspaspoort zijn behaald en
heeft gereflecteerd op het proces dat hiertoe heeft geleid:
De student kan zijn eigen planning bewaken en bijsturen en stemt
dit tijdig af met zijn coach.
De student kent het effect van samenwerken en weet dit op een
dusdanige wijze in te zetten dat hij er voordeel uit kan halen voor
zijn eigen project.
De student weet hij hoe feedback van anderen kan inzetten ter
verbetering van zijn eigen producten.
De student kan relevante opgedane kennis aantoonbaar
toepassen in zijn eigen projectuitvoering en weet deze ook te
delen met anderen.
De student kan zijn eindproduct presenteren in een eindpitch.
De student heeft de basiskennis, inzichten en vaardigheden ten
behoeve van het opstarten en managen van het kleinbedrijf in de
eerste fase van de onderneming op de juiste manier toegepast:
De student kan aan het einde van het onderdeel strategie de
kernactiviteiten, de kernresources en de strategische partners
bepalen om zijn businessconcept en businesscase waar te maken
en weet daarbij te bepalen wie en wat hij nodig hebt om zijn
bedrijfsidee te kunnen starten.
De student kan aan het einde van het onderdeel marketing een
business concept vormgeven en laat hij zien dat hij aantoonbaar
marktonderzoek gedaan heeft naar de (commerciële)
haalbaarheid van zijn businessconcept/-idee.
341
o
o
o

De student kan aan het einde van het onderdeel financiën de
financiële haalbaarheid van zijn business concept berekenen,
beoordelen en de bijbehorende risico’s identificeren.
De student kan aan het eind van het onderdeel financiën een
beperkte bedrijfsadministratie opzetten en bijhouden èn een
liquiditeitsplanning en exploitatiebegroting opstellen.
De student kan aan het einde van het onderdeel
ondernemingsplan een bedrijfsidee op basis van het business
canvasmodel vertalen naar een ondernemingsplan.
De student heeft aan het einde van de carrouseltrainingen
bepaalde basisvaardigheden op gebied van ondernemerschap
opgedaan die hij op de juiste wijze toepast binnen zijn project:
o Verkopen: De student kan zijn eigen product of dienst
goed vertalen naar de behoeften van de (potentiële) klant
om zo een goed aanbod neer te leggen.
o Netwerken: De student kan een netwerkgesprek voeren
waarin hij zichzelf positief presenteert en waarin hij
afstemt op de behoeften van de toehoorder.
o Personal Branding: De student laat zien dat hij zich
bewust is van zijn onderscheidende, toegevoegde
innerlijke waarden en uiterlijkheden en dat hij deze kan
inzetten om zichzelf als een merk te vermarkten.
o Beïnvloeden met communicatie: De student weet hoe hij
meer grip op zijn omgeving uit kan oefenen door op een
slimme manier te communiceren.
o Inkopen & Onderhandelen: De student kent de
verschillende onderhandelingsstijlen en kan deze
toepassen in de gegeven situaties binnen zijn functie en rol
als inkoper.
Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de
beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren / deze
staan op Scholar.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Business Model Plan
Reflectieverslag
Toets Financiën
Code deeltentamen
CBOBMP1A.7
CBOZFR1A.5
CBOTFI1A.1
Toetsvorm
Rapport
Verslag
Tentamen
Individueel
Max. groep van 2
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
Periode 2 en 4
Periode 2 en 4
Periode 2 en 4
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie
studiewijzer
Duur
Nvt
Nvt
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
342
20 % van totale
OWE
Weging
50 % van totale OWE
Naam deeltentamen
Toets
Marketing/Strategie
Presentatie
Marktonderzoek
Eindpitch
Code deeltentamen
CBOTMS1A.1
CBOPMO1A.6
CBOPIT1A.6
Toetsvorm
Tentamen
Presentatie
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
2
2
Tentamenperiode
Periode 2 en 4
Periode 2 en 4
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie
studiewijzer
Periode 2 en
4
Ja, zie
studiewijzer
Duur
120 minuten
5 minuten
2 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
V
V
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
10 % van totale OWE
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
0 % van totale
0 % van
20 % van totale OWE
OWE
totale OWE
Project:

Osterwalder en Y. Pigneur (2011), Business Model Generatie NLeditie, Wolters Kluwer, ISBN 978-90-13-07408-6 (Let op:
Hetzelfde boek als in OWE 1)
Financiën:

Heezen, A.W.W. en Wittenberg, F.H (2011 nieuwe druk).
Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie en
bedrijfsadministratie. Wolters-Noordhoff B.V. ISBN: 978-90-0179771-3

Heezen, A.W.W., Wittenberg, F.H. (2007). Ondernemingsplan &
financiële besturing.(2e druk). Heezen/Wittenberg: WoltersNoordhoff. ISBN: 978-90-01-37637-6

Syllabus/Scholar:
o Business & ondernemerschap
o Hoofdstuk 4 uit: Financieel management voor ondernemers
MKB, A.W.W. Heezen en A.C.L. Kroot, Wolters-Noordhoff BV.
Strategie:

Van Dam, N.H.M.; Marcus, J.A., (2012). Een praktijkgerichte
benadering van organisatie & management. Houten: Noordhoff
Uitgevers B.V. ISBN: 978-90-01-80967-6
Marketing:

Roes, M. Marketingplan voor ondernemers in het MKB. Noordhoff
Uitgevers BV. ISBN: 978-90-01-70978-5
Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar.
343
14. Aanbevolen literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
Gedurende deze OWE werkt de student aan het uitwerken van zijn
bedrijfs-/projectidee tot een BusinessPlan mede gebaseerd op de
bouwstenen van het Business Model Canvas met bijbehorend rapport.
Hij doorloopt hierbij de volgende stappen:
 Kennis opdoen die nodig is voor het uitwerken van het Business
Model Plan
 Analyse en onderzoek doen naar relevante aspecten op de 9
gebieden van het Business Model Canvas
 Vertalen van de analyses en onderzoeken naar een Business
Model Plan
17. Activiteiten
Hierbij krijgt hij op de volgende manieren kennis aangereikt.
 Kennispakket ondernemerschap – Tijdens de onderdelen van het
kennispakket ondernemerschap krijgt de student de ‘harde’ kennis
van het ondernemerschap aangeboden om de samenhang en
reikwijdte van de verschillende bedrijfsonderdelen te overzien en
toe te passen in het eigen project. Het kennispakket
ondernemerschap bestaat uit de volgende onderdelen:
o Marketing - In deze module leert de student hoe hij een
propositie en alle aspecten daarvan formuleert en op basis
hiervan onderzoek doet naar de doelgroep, hoe deze te
benaderen en hoe het product of de dienst bij de doelgroep
terecht gaat/moet komen.
o Financiën – In deze module leert de student hoe hij zijn
Business Plan op basis van het Business Model Canvas
financieel kan onderbouwen en hoe hij een
basisadministratie voert. Daarnaast krijgt de student meer
inzicht in het financieel reilen en zeilen van een bedrijf en
in de samenhang tussen het Business concept, de
gemaakte strategische keuzes en de financiële gevolgen
van keuzes of verandering in deze onderdelen.
o Strategie & Innovatie - De strategische activiteiten,
ressources en partnerships zijn onderdeel van een groter
geheel, het business model. Veranderingen op de boven
genoemde onderdelen hebben consequenties op de
overige onderdelen van het business model, en vice versa.
Tevens komt het belang van innovatie bij het opzetten van
een business concept aan bod. Aan het einde van deze
module weet de student de samenhang met de andere
modules te benoemen.
o Ondernemingsplan - Met deze module wordt het
kennispakket Ondernemerschap afgesloten. De kennis die
in de voorafgaande onderdelen is opgedaan,
respectievelijk het business model, wordt hier vertaald naar
een concreet document t.b.v. financiering: het
ondernemingsplan.
 Carrousel trainingen - In de carrousel worden vijf trainingen tegelijk
aangeboden. De student kiest de training die voor hem relevant is
en volgt deze. Er worden drie carrousels per semester
344
aangeboden; studenten schrijven zich van tevoren in op de
trainingen. De student doorloopt in totaal drie
vaardigheidstrainingen. De volgende carrousels worden
aangeboden.

Verkopen

Netwerken

Personal Branding

Inkopen

Beïnvloeden /Communicatie
Expert/actualiteitenbijeenkomsten - Gedurende de
actualiteiten/expertbijeenkomsten krijgen de studenten
specialistische kennis aangereikt die zij kunnen gebruiken bij het
uitvoeren van hun project.
Gedurende het proces krijgt de student een coach toegewezen
waarmee hij de volgende activiteiten onderneemt:
 Methodische reflectie met als doel eigen leerproces te volgen
en ontwikkelen naar meer bewust en bekwaam
 Intervisies in de groep
 De mogelijkheid tot 1 op 1 coaching tijdens spreekuren
 Hoorcolleges worden ingezet voor kennisoverdracht. Deze
colleges worden per vak en gecombineerd (meerdere
vakgebieden/vakdocenten op hetzelfde moment) aangeboden.
 Werkcolleges worden ingezet om onder begeleiding het
geleerde in de praktijk te brengen. Werkbijeenkomsten worden
ingezet op momenten dat studenten zelfstandig met een
opdracht aan de slag gaan en een docent kunnen raadplegen
bij problemen of vragen.
 Gedurende het project werkt de student voornamelijk
zelfstandig aan het uitvoeren van zijn project. Hij krijgt hierbij
ondersteuning van een coach. Hierbij worden intervisies
ingezet om thema’s met elkaar te delen en daarvan te leren.
 Bezoeken van ondernemersbijeenkomsten en
netwerkbijeenkomsten is onderdeel van het programma.

18. Werkvormen
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
Contacturen
(periode 1/3)
Onderwijsweek
Contacturen
(periode 2/4)
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
16
12
16
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
16
9
16
12
13
10
9
x
x
x
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3 (start OWE),
doorlopend in periode 2 en 4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar




Het aantal contacturen is verhoogd.
Het doen van marktonderzoek is veel zwaarder aangezet.
Studenten dienen vier netwerkbijeenkomsten te bezoeken,
kortom de student wordt meer het ondernemersveld ingestuurd.
Zowel de presentatie van het marktonderzoek als de eindpitch is
een beoordelingsmoment geworden.
345
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t.
346
OWE – beschrijving Minor Ondernemen 2014 – 2015 DT
OWE – beschrijving Van Idee naar Business
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Van Idee naar Business (VID) deeltijd
1.
Opleiding
Minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
NVT
5.
Beroepsproducten
In deze OWE werkt de student een aantal opdrachten uit in een
ondernemerspaspoort, met daarin een actieplan/plan van aanpak voor
het uitwerken van een bedrijfs- of projectidee.
Deze OWE is voor alle studenten die deelnemen aan de minor
Ondernemen of Ondernemen & Innovatie.
Op basis van een eigen interessegebied kansen in de markt in kaart
brengen. Vanuit deze marktverkenning een voorstel uitwerken voor een
bedrijfs- of projectidee. Dit bedrijfs- of projectidee verwerken in een plan
van aanpak voor de rest van de minor.
Studiepunten: 7,5 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij
de (gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens,
toetsen (niet
tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
42
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
31,5
NVT
NVT
NVT
NVT
2
1,5
44
33
0
0
177
0
0
177
347
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: verbredend (niveau 2)
In deze eerste OWE wordt de basis gelegd voor de minor Ondernemen /
Ondernemen & Innovatie. De student maakt kennis met de verschillende
vormen van ondernemerschap en bedenkt een project of bedrijfsidee dat
hij in de OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’
gaat uitwerken. Voor de uitwerking maakt hij een actieplan / plan van
aanpak.
Voor deelname aan de minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie
dient de propedeuse van de majoropleiding afgerond te zijn.
In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies en talenten tot
een idee voor een project of bedrijf te komen. Ook betrekt de student zelf
verworven andere bronnen om tot een bedrijfsidee te komen. De student
bestudeert hedendaagse en toekomstige trends en vertaalt deze naar
kansen in de markt. Vanuit deze marktverkenning formuleert hij een idee
en werkt deze uit in een concept businessmodel (volgens de richtlijnen
van het Business Model Canvas). De bedoeling is dat hij dit concept in de
OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ uitwerkt in
een Business Model Canvas en bijbehorend Businessplan. Wat en hoe
hij dat wil aanpakken beschrijft hij in een actieplan (plan van aanpak), dat
onderdeel is van het ondernemerspaspoort. Het doen van onderzoek is
onderdeel van het programma, waaronder het opstellen van een
probleemstelling en onderzoeksvragen.

Reflecteren op eigen kwaliteiten

Denken en handelen vanuit de omgeving

Ontwikkelen van business modellen

Projectplanning maken

Interviewen

Onderzoeken
Aan het einde van het onderdeel ‘Van idee naar business!’ laat de
student zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een
ondernemend project te formuleren dat hij in concept kan uitwerken in
een Business Model Canvas. In een toetsbaar actieplan of plan van
aanpak geeft de student aan welke stappen hij in de volgende OWE gaat
nemen om dit concept nader uit te werken. Hiervoor zijn de volgende
algemene beoordelingscriteria geformuleerd:


11. Beoordelingscriteria


De student kan op basis van zijn interessegebied en zelfreflectie een
startsituatie formuleren voor deze minor.
De student kan voor zijn interessegebied relevante trends benoemen,
analyseren en vertalen naar kansen in de markt.
De student kan vanuit zijn startsituatie en trendanalyse een bedrijfsof projectidee formuleren en deze uitwerken in een concept
businessmodel.
De student kan in zijn actieplan aangeven hoe hij zijn (concept)
business model in de volgende OWE uit gaat werken tot een
Business Model Canvas (BMC). Dit actieplan is onderdeel van zijn
Ondernemerspaspoort waarin hij zijn bevindingen gedurende deze
OWE verantwoordt.
Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de
beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren,
toegevoegd aan de studiewijzer.
348
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Ondernemerspaspoort
Code deeltentamen
VIBACP1A.0
Toetsvorm
Rapport
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
Tentamenperiode
n.v.t.
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
100% van totale OWE
13. Verplichte literatuur
Verplichte literatuur:
 Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generation.
Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6.
 Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson
Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7
Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
% van totale OWE
% van totale OWE
De activiteiten voor deze OWE zijn als volgt ingericht:

Ik als ondernemer – in dit onderdeel maakt de student kennis
met de verschillende vormen van ondernemerschap, formuleert
de student een interessegebied op basis van zijn drijfveren en
talenten of andere bronnen en reflecteert hij op zichzelf als
ondernemer.

Business Kiemen – in dit onderdeel analyseert de student trends
en relevante ontwikkelingen binnen zijn interessegebied en
beoordeelt hij waar kansen liggen.

Mijn idee in concept – in dit onderdeel werkt de student een kans
uit in een concreet bedrijfs- of project idee op basis waarvan hij
een concept businessmodel uitwerkt.

Actieplan – in dit onderdeel werkt de student zijn idee uit in een
actieplan (plan van aanpak) dat hij gedurende de rest van zijn
minor kan uitwerken.
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Alle onderdelen dragen bij aan het beschreven beroepsproduct.
Hoorcolleges worden ingezet voor theorie overdracht. Werkcolleges
worden ingezet om onder begeleiding actief met de theorie aan de slag
te gaan. Werkgroepen worden ingezet om in kleinschalige groepen
349
specifieke thema’s te belichten en worden ook ingezet om onder
begeleiding van de docent opdrachten uit te voeren dan wel vragen te
stellen aan de docent of coach.
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%.
Onderwijsweek
Contacturen
1
9
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
Om het niveau te van deze OWE te verhogen is:
 Het voorbereiden van (markt)onderzoek aan het programma
toegevoegd.
 Aan de OWE is toegevoegd dat studenten zelf een kritische
houding ontwikkelen door zelf leerbronnen en theorieën met
betrekking tot hun businessidee te zoeken.
 Er is theorie aan de OWE toegevoegd door middel van het boek
van Mulder en Ten Cate
 Er is een interviewtraining aan het programma toegevoegd.
 De aanwezigheidsplicht is afgenomen van 80% naar 75%.
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t.
2
9
3
9
4
4,5
5
x
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
350
9
10
OWE – beschrijving Business & Ondernemerschap
Titel onderwijseenheid
(OWE)
1. Opleiding
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
4.
5.
Beroepsproducten
Business & Ondernemerschap (CBD)
Minor Ondernemen
Deze minor is geschikt voor alle niet-bedrijfskundige studenten of
studenten die op basis van hun majoropleiding onvoldoende voorkennis
hebben om deel te nemen aan de minor Ondernemen & Innovatie. Voor
deelname aan de minor Ondernemen moet de student zijn propedeuse
hebben afgerond.
Het starten en uitbouwen van een bedrijf of project
N.v.t.
Business Model Plan (project)
Ontwikkelingsrapport (zelfreflectie)
Studiepunten: 22,5 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Hoorcollege,
werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding,
coaching
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen, kick
off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
156
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
117
4
8
6
1
0
128
6
0
0
0
496
0
0
630
Totaal
Het niveau van deze OWE is: verbredend (niveau 2)
351
8.
9.
Ingangseisen
Algemene
omschrijving
10. Competenties
In de eerste OWE ‘Van Idee naar Business’ wordt de basis gelegd voor dit
deel van de minor ondernemen. De student werkt een project of
bedrijfsidee uit en maakt hiervoor een actieplan dat hij in deze tweede
OWE ‘Business & Ondernemerschap’ gaat uitwerken in een businessplan.
Voordat de student aan deze OWE mag deelnemen, moet hij aan de
OWE ‘Van idee naar business’ hebben deelgenomen.
Deze OWE is het vervolg op de OWE ‘van idee naar business’. In deze
OWE werkt de student zijn actieplan / plan van aanpak uit dat hij in de
vorige OWE gemaakt heeft. Daarbij krijgt hij de kennis en vaardigheden
aangereikt die hij hierbij nodig heeft.

Business planning

Business modelling

Zelfreflectie

Creativiteit

Proactiviteit

Omgevingssensitiviteit

Overtuigingskracht

Discipline

Mondeling presenteren
In deze OWE werkt de student aan zijn beroepsproduct. Hij wordt hierbij
beoordeeld op de volgende criteria:

De student heeft aangetoond dat de eindresultaten die beschreven
staan in het ondernemerspaspoort zijn behaald en heeft
gereflecteerd op het proces dat hiertoe heeft geleid:
o De student kan zijn eigen planning bewaken en bijsturen en
stemt dit tijdig af met zijn coach.
o De student kent het effect van samenwerken en weet dit op
een dusdanige wijze in te zetten dat hij er voordeel uit kan
halen voor zijn eigen project.
o De student weet hij hoe feedback van anderen kan inzetten
ter verbetering van zijn eigen producten.
o De student kan relevante opgedane kennis aantoonbaar
toepassen in zijn eigen projectuitvoering en weet deze ook te
delen met anderen.
o De student kan zijn eindproduct presenteren in een eindpitch.

De student heeft de basiskennis, inzichten en vaardigheden ten
behoeve van het opstarten en managen van het kleinbedrijf in de
eerste fase van de onderneming op de juiste manier toegepast:
o De student kan aan het einde van het onderdeel strategie de
kernactiviteiten, de kernresources en de strategische partners
bepalen om zijn businessconcept en businesscase waar te
maken en weet daarbij te bepalen wie en wat hij nodig hebt
om zijn bedrijfsidee te kunnen starten.
o De student kan aan het einde van het onderdeel marketing
een business concept vormgeven en laat hij zien dat hij
aantoonbaar marktonderzoek gedaan heeft naar de
(commerciële) haalbaarheid van zijn businessconcept/-idee.
o De student kan aan het einde van het onderdeel financiën de
financiële haalbaarheid van zijn business concept berekenen,
beoordelen en de bijbehorende risico’s identificeren.
11. Beoordelingscriteria
352
o
o

De student kan aan het eind van het onderdeel financiën een
beperkte bedrijfsadministratie opzetten en bijhouden èn een
liquiditeitsplanning en exploitatiebegroting opstellen.
De student kan aan het einde van het onderdeel
ondernemingsplan een bedrijfsidee op basis van het business
canvasmodel vertalen naar een ondernemingsplan.
De student heeft aan het einde van de carrouseltrainingen bepaalde
basisvaardigheden op gebied van ondernemerschap opgedaan die
hij op de juiste wijze toepast binnen zijn project:
o Verkopen: De student kan zijn eigen product of dienst goed
vertalen naar de behoeften van de (potentiële) klant om zo
een goed aanbod neer te leggen.
o Netwerken: De student kan een netwerkgesprek voeren
waarin hij zichzelf positief presenteert en waarin hij afstemt op
de behoeften van de toehoorder.
o Personal Branding: De student laat zien dat hij zich bewust is
van zijn onderscheidende, toegevoegde innerlijke waarden en
uiterlijkheden en dat hij deze kan inzetten om zichzelf als een
merk te vermarkten.
o Beïnvloeden met communicatie: De student weet hoe hij meer
grip op zijn omgeving uit kan oefenen door op een slimme
manier te communiceren.
o Inkopen & Onderhandelen: De student kent de verschillende
onderhandelingsstijlen en kan deze toepassen in de gegeven
situaties binnen zijn functie en rol als inkoper.
Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de
beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren / deze
staan op Scholar.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Business Model Plan
Reflectieverslag
Toets Financiën
Code deeltentamen
CBDBMP1A.7
CBDZFR1A.5
CBDTFI1A.1
Toetsvorm
Rapport
Verslag
Tentamen
Individueel
Max. groep van 2
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
Periode 2 en 4
Periode 2 en 4
Periode 2 en 4
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Duur
Nvt
Nvt
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
20 % van totale
50 % van totale OWE
10 % van totale OWE
OWE
353
Naam deeltentamen
Toets
Marketing/Strategie
Presentatie
Marktonderzoek
Eindpitch
Code deeltentamen
CBDTMS1A.1
CBDPMO1A.6
CBDPIT1A.6
Toetsvorm
Tentamen
Presentatie
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
2
2
Tentamenperiode
Periode 2 en 4
Periode 2 en 4
Periode 2 en 4
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie
studiewijzer
Ja, zie
studiewijzer
Duur
120 minuten
5 minuten
2 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
V
V
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
0 % van totale
0 % van totale
20 % van totale OWE
OWE
OWE
Project:

Osterwalder en Y. Pigneur (2011), Business Model Generatie NLeditie, Wolters Kluwer, ISBN 978-90-13-07408-6 (Let op: Hetzelfde
boek als in OWE 1)
Financiën:

Heezen, A.W.W. en Wittenberg, F.H (2011 nieuwe druk). Introductie
basisbegrippen bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie. WoltersNoordhoff B.V. ISBN: 978-90-01-79771-3

Heezen, A.W.W., Wittenberg, F.H. (2007). Ondernemingsplan &
financiële besturing.(2e druk). Heezen/Wittenberg: WoltersNoordhoff. ISBN: 978-90-01-37637-6

Syllabus/Scholar:
o Business & ondernemerschap
o Hoofdstuk 4 uit: Financieel management voor ondernemers MKB,
A.W.W. Heezen en A.C.L. Kroot, Wolters-Noordhoff BV.
Strategie:

Van Dam, N.H.M.; Marcus, J.A., (2012). Een praktijkgerichte
benadering van organisatie & management. Houten: Noordhoff
Uitgevers B.V. ISBN: 978-90-01-80967-6
Marketing:

Roes, M. Marketingplan voor ondernemers in het MKB. Noordhoff
Uitgevers BV. ISBN: 978-90-01-70978-5
Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
354
Gedurende deze OWE werkt de student aan het uitwerken van zijn
bedrijfs-/projectidee tot een BusinessPlan mede gebaseerd op de
bouwstenen van het Business Model Canvas met bijbehorend rapport. Hij
doorloopt hierbij de volgende stappen:
 Kennis opdoen die nodig is voor het uitwerken van het Business
Model Plan
 Analyse en onderzoek doen naar relevante aspecten op de 9
gebieden van het Business Model Canvas
 Vertalen van de analyses en onderzoeken naar een Business Model
Plan
17. Activiteiten
Hierbij krijgt hij op de volgende manieren kennis aangereikt.
 Kennispakket ondernemerschap – Tijdens de onderdelen van het
kennispakket ondernemerschap krijgt de student de ‘harde’ kennis
van het ondernemerschap aangeboden om de samenhang en
reikwijdte van de verschillende bedrijfsonderdelen te overzien en toe
te passen in het eigen project. Het kennispakket ondernemerschap
bestaat uit de volgende onderdelen:
o Marketing - In deze module leert de student hoe hij een
propositie en alle aspecten daarvan formuleert en op basis
hiervan onderzoek doet naar de doelgroep, hoe deze te
benaderen en hoe het product of de dienst bij de doelgroep
terecht gaat/moet komen.
o Financiën – In deze module leert de student hoe hij zijn
Business Plan op basis van het Business Model Canvas
financieel kan onderbouwen en hoe hij een basisadministratie
voert. Daarnaast krijgt de student meer inzicht in het
financieel reilen en zeilen van een bedrijf en in de samenhang
tussen het Business concept, de gemaakte strategische
keuzes en de financiële gevolgen van keuzes of verandering
in deze onderdelen.
o Strategie & Innovatie - De strategische activiteiten,
ressources en partnerships zijn onderdeel van een groter
geheel, het business model. Veranderingen op de boven
genoemde onderdelen hebben consequenties op de overige
onderdelen van het business model, en vice versa. Tevens
komt het belang van innovatie bij het opzetten van een
business concept aan bod. Aan het einde van deze module
weet de student de samenhang met de andere modules te
benoemen.
o Ondernemingsplan - Met deze module wordt het kennispakket
Ondernemerschap afgesloten. De kennis die in de
voorafgaande onderdelen is opgedaan, respectievelijk het
business model, wordt hier vertaald naar een concreet
document t.b.v. financiering: het ondernemingsplan.
 Carrousel trainingen - In de carrousel worden vijf trainingen tegelijk
aangeboden. De student kiest de training die voor hem relevant is en
volgt deze. Er worden drie carrousels per semester aangeboden;
studenten schrijven zich van tevoren in op de trainingen. De student
doorloopt in totaal drie vaardigheidstrainingen. De volgende
carrousels worden aangeboden.

Verkopen

Netwerken

Personal Branding
355


18. Werkvormen

Inkopen

Beïnvloeden /Communicatie
Expert/actualiteitenbijeenkomsten - Gedurende de
actualiteiten/expertbijeenkomsten krijgen de studenten specialistische
kennis aangereikt die zij kunnen gebruiken bij het uitvoeren van hun
project.
Gedurende het proces krijgt de student een coach toegewezen
waarmee hij de volgende activiteiten onderneemt:
 Methodische reflectie met als doel eigen leerproces te volgen en
ontwikkelen naar meer bewust en bekwaam
 Intervisies in de groep
 De mogelijkheid tot 1 op 1 coaching tijdens spreekuren
 Hoorcolleges worden ingezet voor kennisoverdracht. Deze
colleges worden per vak en gecombineerd (meerdere
vakgebieden/vakdocenten op hetzelfde moment) aangeboden.
 Werkcolleges worden ingezet om onder begeleiding het geleerde
in de praktijk te brengen. Werkbijeenkomsten worden ingezet op
momenten dat studenten zelfstandig met een opdracht aan de
slag gaan en een docent kunnen raadplegen bij problemen of
vragen.
 Gedurende het project werkt de student voornamelijk zelfstandig
aan het uitvoeren van zijn project. Hij krijgt hierbij ondersteuning
van een coach. Hierbij worden intervisies ingezet om thema’s met
elkaar te delen en daarvan te leren.
 Bezoeken van ondernemersbijeenkomsten en
netwerkbijeenkomsten is onderdeel van het programma.
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%.
Onderwijsweek
Contacturen
1 2
3
4
5
9
6
9
7
9
8
9
9
9
10
9
1
9
2
9
3
9
4
9
5
9
6
9
7
9
8
x
9
x
10
x
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3 (start OWE), doorlopend
in periode 2 en 4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
Wijzigingen ten opzichte
van vorig jaar
Datum waarop de OWE
niet meer aangeboden
wordt en
overgangsregeling



Het doen van marktonderzoek is veel zwaarder aangezet.
Studenten dienen vier netwerkbijeenkomsten te bezoeken, kortom
de student wordt meer het ondernemersveld ingestuurd.
Zowel de presentatie van het marktonderzoek als de eindpitch is
een beoordelingsmoment geworden.
n.v.t.
356
OWE - beschrijving minor Ondernemen & Innovatie 2014-2015 VT
OWE – beschrijving Van Idee naar Business
Titel onderwijseenheid
(OWE)
1. Opleiding
Van Idee naar Business (VID) voltijd
Minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie
Deze OWE is voor alle studenten die deelnemen aan de minor
Ondernemen of Ondernemen & Innovatie.
Op basis van een eigen interessegebied kansen in de markt in kaart
brengen. Vanuit deze marktverkenning een voorstel uitwerken voor een
bedrijfs- of projectidee. Dit bedrijfs- of projectidee verwerken in een plan
van aanpak voor de rest van de minor.
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
NVT
5.
Beroepsproducten
In deze OWE werkt de student een aantal opdrachten uit in een
ondernemerspaspoort, met daarin een actieplan/plan van aanpak voor het
uitwerken van een bedrijfs- of projectidee.
Studiepunten: 7,5 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Hoorcollege,
werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek aanwezig
is, ….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
60
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
45
NVT
NVT
NVT
NVT
2
1.5
62
46,5
0
0
163,5
0
0
163,5
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: verdiepend (niveau 3)
In deze eerste OWE wordt de basis gelegd voor de minor Ondernemen of
Ondernemen & Innovatie. De student maakt kennis met de verschillende
357
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
vormen van ondernemerschap en bedenkt een project of bedrijfsidee dat
hij in de OWE ‘Business & Innovatie’ of ‘Business & Ondernemerschap
gaat uitwerken. Voor de uitwerking maakt hij een actieplan / plan van
aanpak.
Voor deelname aan de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie
dient de propedeuse van de majoropleiding afgerond te zijn.
In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies en talenten tot
een idee voor een project of bedrijf te komen. Ook betrekt de student zelf
verworven andere bronnen om tot een bedrijfsidee te komen. De student
bestudeert hedendaagse en toekomstige trends en vertaalt deze naar
kansen in de markt. Vanuit deze marktverkenning formuleert hij een idee
en werkt deze uit in een concept businessmodel (volgens de richtlijnen
van het Business Model Canvas). De bedoeling is dat hij dit concept in de
OWE Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ uitwerkt in
een Business Model Canvas en bijbehorend Businessplan. Wat en hoe hij
dat wil aanpakken beschrijft hij in een actieplan (plan van aanpak), dat
onderdeel is van het ondernemerspaspoort. Het doen van onderzoek is
onderdeel van het programma, waaronder het opstellen van een
probleemstelling en onderzoeksvragen.

Reflecteren op eigen kwaliteiten

Denken en handelen vanuit de omgeving

Ontwikkelen van business modellen

Projectplanning maken

Interviewen

Onderzoeken
Aan het einde van het onderdeel ‘Van idee naar business!’ laat de student
zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een
ondernemend project te formuleren dat hij in concept kan uitwerken in een
Business Model Canvas. In een toetsbaar actieplan of plan van aanpak
geeft de student aan welke stappen hij in de volgende OWE gaat nemen
om dit concept nader uit te werken. Hiervoor zijn de volgende algemene
beoordelingscriteria geformuleerd:
 De student kan op basis van zijn interessegebied en zelfreflectie een
startsituatie formuleren voor deze minor.
 De student heeft zich verdiept in ondernemerschap en heeft kennis
gemaakt met een aantal ondernemers. De student kan
ondernemende competenties herkennen en benoemen.
 De student heeft zijn ondernemende competenties getoetst in de
praktijk in het project Business for You. Hij kan zijn eigen
ondernemende competenties evalueren.
 De student kan voor zijn interessegebied relevante trends benoemen,
analyseren en vertalen naar kansen in de markt.
 De student kan vanuit zijn startsituatie en trendanalyse een bedrijfs-/
projectidee formuleren en deze uitwerken in een conceptbusinessmodel.
 De student kan in zijn actieplan aangeven hoe hij zijn (concept-)
business model in de volgende OWE uit gaat werken tot een
Business Model Canvas (BMC). Dit actieplan is onderdeel van zijn
Ondernemerspaspoort waarin hij zijn bevindingen gedurende deze
OWE verantwoordt.
Een uitwerking met puntentoekenning van de beoordelingscriteria is te
vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de studiewijzer.
358
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Ondernemerspaspoort
Code deeltentamen
VIBACP1A.0
Toetsvorm
Rapport
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
Tentamenperiode
n.v.t.
Herkansing
Ja
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
100% van totale OWE
13. Verplichte literatuur
Verplichte literatuur:
 Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generation.
Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6.
 Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson
Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7
Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
% van totale OWE
% van totale OWE
De activiteiten voor deze OWE zijn als volgt ingericht:

Ik als ondernemer – in dit onderdeel maakt de student kennis met
de verschillende vormen van ondernemerschap, formuleert de
student een interessegebied op basis van zijn drijfveren en
talenten of andere bronnen en reflecteert hij op zichzelf als
ondernemer.

Business Kiemen – in dit onderdeel analyseert de student trends
en relevante ontwikkelingen binnen zijn interessegebied en
beoordeelt hij waar kansen liggen.

Mijn idee in concept – in dit onderdeel werkt de student een kans
uit in een concreet bedrijfs- of project idee op basis waarvan hij
een concept businessmodel uitwerkt.

Actieplan – in dit onderdeel werkt de student zijn idee uit in een
actieplan (plan van aanpak) dat hij gedurende de rest van zijn
minor kan uitwerken.
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Alle onderdelen dragen bij aan het beschreven beroepsproduct.
Hoorcolleges worden ingezet voor theorie overdracht. Werkcolleges
worden ingezet om onder begeleiding actief met de theorie aan de slag te
gaan. Werkgroepen worden ingezet om in kleinschalige groepen
specifieke thema’s te belichten en worden ook ingezet om onder
359
begeleiding van de docent opdrachten uit te voeren dan wel vragen te
stellen aan de docent of coach.
19. Les-/contacturen
Onderwijsweek
Contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%.
1
9
2
12
3
12
4
9
5
3
6
x
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
Om het niveau te van deze OWE te verhogen is:

Het voorbereiden van (markt)onderzoek aan het programma
toegevoegd.

Aan de OWE is toegevoegd dat studenten zelf een kritische houding
ontwikkelen door zelf leerbronnen en theorieën met betrekking tot
hun businessidee te zoeken.

Er is theorie aan de OWE toegevoegd door middel van het boek van
Mulder en Ten Cate

Er is een interviewtraining aan het programma toegevoegd.

Door middel van het project Business4You ervaren de studenten het
ondernemerschap aan den lijve, een goede kennismaking met
ondernemen.

De aanwezigheidsplicht is afgenomen van 80% naar 75%.
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t.
360
OWE – beschrijving Business & Innovatie
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Business & Innovatie (BBI)
1.
Opleiding
Minor Ondernemen & Innovatie
Doelgroep
De minor is bedoeld voor alle bedrijfskundige studenten die
toestemming hebben om de minor Ondernemen & Innovatie te volgen
en in het bezit van de propedeuse zijn. Bedrijfskundige studenten zijn
studenten die in ieder geval de basiskennis hebben van:
2.
3.
4.
5.
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
Beroepsproducten

Marketing

Bedrijfseconomie
Het starten en uitbouwen van een bedrijf of project.
Het doorvoeren en implementeren van innovaties.
N.v.t.
Business Model Plan (project)
Innovatieanalyse (praktijkopdracht)
Ontwikkelingsrapport (zelfreflectie)
Studiepunten: 22,5 EC
Studiepunten/
studielast
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding,
coaching
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens,
toetsen (niet
tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige
activiteiten waarbij
de docent niet
fysiek aanwezig is,
….
Geprogrammeerde
eenheden voor
zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de
(gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
176
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
132
4
0
10
0
146
2
0
0
0
482
0
0
361
Totaal
0
630
Totaal
Het niveau van deze OWE is: verdiepend (niveau 3)
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
In de eerste OWE van de minor “Van idee naar business”, in het
bijzonder in het onderdeel “mijn idee in concept” hebben de studenten al
hun idee omgezet in een eerste versie Business Model Canvas (BMC),
het startpunt van deze OWE. In de verdiepingsslag wordt dit opgepakt.
Er wordt in detail ingegaan op de volgende onderwerpen:

Business model patronen: veel voorkomende typen
businessmodellen

Het ontwerpen van businessmodellen inclusief technieken

Strategische overwegingen en keuzen

Verdienmodellen
 Relatie businessmodel met businessplan
 Kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden
Voordat de student aan deze OWE mag deelnemen, moet hij aan de
OWE ‘Van idee naar business’ hebben deelgenomen.
Deze OWE is het vervolg op de OWE ‘van idee naar business’. In deze
OWE werkt de student zijn actieplan/plan van aanpak en zijn business
model verder uit dat hij in de vorige OWE gemaakt heeft. De student
gaat hierbij specifiek in op de manier waarop hij zijn businessmodel kan
gebruiken om te innoveren. Daarbij krijgt hij kennis en vaardigheden
aangereikt.

Business modelling

Business Development

Kennis van innovatie

Zelfreflectie
In deze OWE werkt de student aan zijn beroepsproducten. Hij wordt
hierbij beoordeeld op de volgende criteria:

De student heeft aangetoond dat de eindresultaten die beschreven
staan in het ondernemerspaspoort (van de OWE VIB) zijn behaald
en er is gereflecteerd op het proces dat hiertoe heeft geleid.
o De student kan zijn eigen planning bewaken en bijsturen en
stemt dit tijdig af met zijn coach.
o De student kent het effect van samenwerken en weet dit op
een dusdanige wijze in te zetten dat hij er voordeel uit kan
halen voor zijn eigen project.
o De student weet hij hoe feedback van anderen kan inzetten
ter verbetering van zijn eigen producten.
o De student kan relevante opgedane kennis aantoonbaar
toepassen in zijn eigen projectuitvoering en weet deze ook
te delen met anderen.
o De student kan zijn eindproduct presenteren in een
eindpitch.

De student heeft kennis, inzichten en vaardigheden ten behoeve
van het doorvoeren van innovaties of het verbeteren van
bedrijfsaspecten op een juiste manier toegepast.
11. Beoordelingscriteria
362
o
o
o
o
o
o

De student kan de belangrijkste thema’s over businessmodellen
uitleggen en toepassen op de in de lessen aangereikte cases, in
zijn businessplan en in de innovatiescan.
De student kan de belangrijkste theorieën en thema’s over
innovatie uitleggen en toepassen op de in de lessen aangereikte
cases, in zijn businessplan en in de innovatiescan.
De student kan op basis van een innovatiemodel samenhang en
structuur tussen verschillende onderdelen van de thema’s van
innovatie beschrijven en toepassen op de in de lessen
aangereikte cases, op zijn eigen project en op bedrijfsinnovaties
in de eigen organisatie en in de gastorganisatie.
De student kan een innovatieproces op correcte wijze als
bedrijfsproces beschrijven en opstellen.
De student weet een bewuste keuzes te maken uit verschillende
methoden en tools, deze keuzes nader toe te lichten en waar
mogelijk toe te passen in de, tijdens de lessen aangereikte,
casussen en in de advisering van de gastorganisatie.
De student kan zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek
verrichten.
De student heeft aan het einde van de carrouseltrainingen
bepaalde basisvaardigheden op gebied van ondernemerschap
opgedaan die hij op de juiste wijze toepast binnen zijn project:
o Verkopen: De student kan zijn eigen product of dienst goed
vertalen naar de behoeften van de (potentiële) klant om zo een
goed aanbod neer te leggen.
o Netwerken: De student kan een netwerkgesprek voeren waarin
hij zichzelf positief presenteert en waarin hij afstemt op de
behoeften van de toehoorder.
o Personal Branding: De student laat zien dat hij zich bewust is
van zijn onderscheidende, toegevoegde innerlijke waarden en
uiterlijkheden en dat hij deze kan inzetten om zichzelf als een
merk te vermarkten.
o Beïnvloeden met communicatie: De student weet hoe hij meer
grip op zijn omgeving uit kan oefenen door op een slimme
manier te communiceren.
o Inkopen & Onderhandelen: De student kent de verschillende
onderhandelingsstijlen en kan deze toepassen in de gegeven
situaties binnen zijn functie en rol als inkoper.
Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de
beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren,
toegevoegd aan de studiewijzer.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Tentamen
Innovatie
Business Model Plan
Code deeltentamen
BBIKTS1A.1
BBIBMP1A.7
Toetsvorm
Tentamen
Rapport
Rapport
Individueel
Ja
Max. groep van 2
Max. groep van 3
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
Periode 2 en 4
Nvt
Nvt
Innovatieanalyse
BBIINN1A.5
363
Herkansing
Periode 4 en 2
In overleg
In overleg
Duur
120 minuten
Nvt
Nvt
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
20% van totale OWE
Naam deeltentamen
Reflectieverslag
Eindpitch
Code deeltentamen
BBIZFR1A.0
CBOPIT1A.6
Toetsvorm
Verslag
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
2
Tentamenperiode
Nvt
Periode 2 en 4
Herkansing
In overleg
Ja
Duur
Nvt
2 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
V
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
20% van totale OWE
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
10% van totale
0 % van totale
OWE
OWE


13. Verplichte literatuur
50% van totale OWE


Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generatie.
Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6 (Let op: hetzelfde boek
als in OWE 1)
Huizingh, E. (2011). Innovatiemanagement. Amsterdam: Pearson
Education Benelux (2e editie) ISBN 978-90-430-2090-9.
Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson
Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7
Op Han Scholar en tijdens de lessen worden aanvullende teksten
aangeboden, zowel verplichte (als zodanig aangeduid) en
verdiepingsliteratuur.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
Webapplicatie
16. Overige materialen
n.v.t.
17. Activiteiten
Gedurende deze OWE werkt de student zijn bedrijfsidee (project) in
detail uit tot een goed businessmodel waarin allerlei aannamen en
hypothesen zijn uitgewerkt in een businessplan nieuwe stijl. Hij
doorloopt hierbij de volgende stappen:
364







Kennis opdoen die nodig is voor het in detail ontwerpen en
verdiepen van het businessmodel
Onderscheiden van verdienmodellen, businessmodelpatronen, en strategieën
Inzicht ontwikkelen over het beoordelen van een businessconcept of -case
Kennis opdoen van innovatietheorieën, -modellen, -processen, methoden en -tools aan de hand van literatuur en praktijkcases
Een innovatieanalyse uitvoeren bij een extern bedrijf
Kennismaken met nieuwe inzichten en trends in ondernemerschap
Deze kennis toepassen binnen het eigen project om het eigen
businessmodel te versterken en innovatiever te maken.
Bij het uitvoeren van het eigen project krijgt hij de kennis en
vaardigheden aangereikt die hiervoor nodig zijn. Dit gebeurt op de
volgende wijze:
Kennispakket Business & Innovatie

Track Ondernemen – In de track Ondernemen pakt de student door
op het businessmodel dat hij heeft opgezet in de eerste
onderwijseenheid. Hij test zijn aannames van dit model en werkt
daarmee alle ondernemingsonderwerpen gedetailleerd uit in een
businessplan. Aan de hand van de methoden die staan beschreven
in het boek ‘Business model generatie’ leren studenten hun
opgestelde business model te verfijnen en/of aan te passen aan de
hand van de behandelde theorie en praktijkcases. Studenten leren
hierbij tevens het businessmodel canvas (BMC) te gebruiken als
raamwerk voor innovatiemogelijkheden.

Track Innovatie – Allerlei facetten van innovatie in relatie tot
ondernemerschap worden behandeld aan de hand van literatuur,
praktijkcases en gastsprekers. Wat is innoveren, wat kun je
innoveren, hoe doe je dat, met wie en waarmee? Behandeld
worden innovatieprocessen, -methoden, -netwerken, social media,
maar ook de menselijke kant komt aan bod. Veel praktische cases
worden behandeld. Gastsprekers vertellen hun ervaringen. Ook
maatschappelijk ondernemerschap komt aan bod. De student
brengt het geleerde in de praktijk door een Innovatieanalyse te
doen bij een bestaand bedrijf.
Carrousel trainingen - In de carrousel worden vijf trainingen tegelijk
aangeboden. De student kiest de training die voor hem op dat moment
relevant is en volgt deze. Er worden drie carrousels per semester
aangeboden. De student doorloopt in totaal drie vaardigheidstrainingen.
De volgende carrousels worden aangeboden.

Verkopen

Netwerken

Personal Branding

Inkopen

Beïnvloeden/ Communicatie
Expert/actualiteitenbijeenkomsten - Gedurende de
actualiteiten/expertbijeenkomsten krijgen de studenten specialistische
kennis aangereikt die zij kunnen gebruiken bij het uitvoeren van hun
project.
365
Gedurende het proces krijgt de student een coach toegewezen
waarmee hij de volgende activiteiten onderneemt.

Methodische reflectie met als doel het eigen leerproces te volgen
en ontwikkelen naar meer bewust en bekwaam

Intervisies in de groep

De onderwerpen worden in hoorcolleges en werkcolleges
behandeld en uitgewerkt. Voorafgaand zullen studenten het
aangereikte materiaal via zelfstudie en/of in werkgroepen eigen
maken. Gastsprekers zullen worden ingezet om praktische en
actuele toepassing van de theorie te stimuleren.

Nadruk ligt op het ontwikkelen van een ondernemende en
innovatieve mindset. Gedurende het project werkt de student
voornamelijk aan het uitvoeren van zijn project. Hij krijgt hierbij
ondersteuning van een coach. Hierbij worden intervisies ingezet om
thema’s met elkaar te delen en daarvan te leren.
18. Werkvormen
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%
Onderwijsweek
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Contacturen
(periode 1 en 3)
1
3
3
3
3
12
12
9
12
9
Onderwijsweek
1
2
3
4
5
6 7
8
9
10
Contacturen (periode
2 en 4)
12
9
12
8
8
8 8
x
x
x
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3 (start OWE),
doorlopend in periode 2 en 4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling



De eindpitch is als beoordelingsmoment opgenomen.
Het zelfstudiepakket is uit het programma gehaald.
Ondernemen en Innovatie wordt nu aangeboden door twee
verschillende Tracks, de Track Ondernemen en de Track
Innovatie. Er is verbondenheid tussen de Tracks aangebracht
doordat bijvoorbeeld de Innovatieanalyse (= Track Innovatie) moet
worden uitgevoerd in de bedrijfskolom van het Businessplan (=
Track Ondernemen).
n.v.t.
366
OWE - beschrijving minor Ondernemen & Innovatie 2014-2015 DT
OWE – beschrijving Van Idee naar Business
Titel onderwijseenheid
(OWE)
1. Opleiding
Van Idee naar Business (VID) deeltijd
Minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie
Deze OWE is voor alle studenten die deelnemen aan de minor
Ondernemen of Ondernemen & Innovatie.
Op basis van een eigen interessegebied kansen in de markt in kaart
brengen. Vanuit deze marktverkenning een voorstel uitwerken voor een
bedrijfs- of projectidee. Dit bedrijfs- of projectidee verwerken in een plan
van aanpak voor de rest van de minor.
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
NVT
5.
Beroepsproducten
In deze OWE werkt de student een aantal opdrachten uit in een
ondernemerspaspoort, met daarin een actieplan/plan van aanpak voor het
uitwerken van een bedrijfs- of projectidee.
Studiepunten: 7,5 EC
Studiepunten/
studielast
Hoorcollege,
werkcollege, lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens, toetsen
(tijdens lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen, kick
off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens, toetsen
(niet tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie, individueel
of in groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is, ….
Totaal
Geprogrammeerde
eenheden voor
zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd,
waarbij de (gast)docent fysiek
aanwezig is
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
42
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
31,5
NVT
NVT
NVT
NVT
2
1,5
44
33
0
0
177
0
0
177
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: verdiepend (niveau 3)
In deze eerste OWE wordt de basis gelegd voor de minor Ondernemen of
Ondernemen & Innovatie. De student maakt kennis met de verschillende
vormen van ondernemerschap en bedenkt een project of bedrijfsidee dat
hij in de OWE ‘Business & Innovatie’ of ‘Business & Ondernemerschap
367
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
gaat uitwerken. Voor de uitwerking maakt hij een actieplan / plan van
aanpak.
Voor deelname aan de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie
dient de propedeuse van de majoropleiding afgerond te zijn.
In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies en talenten tot
een idee voor een project of bedrijf te komen. Ook betrekt de student zelf
verworven andere bronnen om tot een bedrijfsidee te komen. De student
bestudeert hedendaagse en toekomstige trends en vertaalt deze naar
kansen in de markt. Vanuit deze marktverkenning formuleert hij een idee
en werkt deze uit in een concept businessmodel (volgens de richtlijnen van
het Business Model Canvas). De bedoeling is dat hij dit concept in de
OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ uitwerkt in
een Business Model Canvas en bijbehorend Businessplan. Wat en hoe hij
dat wil aanpakken beschrijft hij in een actieplan (plan van aanpak), dat
onderdeel is van het ondernemerspaspoort. Het doen van onderzoek is
onderdeel van het programma, waaronder het opstellen van een
probleemstelling en onderzoeksvragen.

Reflecteren op eigen kwaliteiten

Denken en handelen vanuit de omgeving

Ontwikkelen van business modellen

Projectplanning maken

Interviewen

Onderzoeken
Aan het einde van het onderdeel ‘Van idee naar business!’ laat de student
zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een
ondernemend project te formuleren dat hij in concept kan uitwerken in een
Business Model Canvas. In een toetsbaar actieplan of plan van aanpak
geeft de student aan welke stappen hij in de volgende OWE gaat nemen
om dit concept nader uit te werken. Hiervoor zijn de volgende algemene
beoordelingscriteria geformuleerd:


11. Beoordelingscriteria


De student kan op basis van zijn interessegebied en zelfreflectie een
startsituatie formuleren voor deze minor.
De student kan voor zijn interessegebied relevante trends benoemen,
analyseren en vertalen naar kansen in de markt.
De student kan vanuit zijn startsituatie en trendanalyse een bedrijfs- of
projectidee formuleren en deze uitwerken in een concept
businessmodel.
De student kan in zijn actieplan aangeven hoe hij zijn (concept)
business model in de volgende OWE uit gaat werken tot een Business
Model Canvas (BMC). Dit actieplan is onderdeel van zijn
Ondernemerspaspoort waarin hij zijn bevindingen gedurende deze
OWE verantwoordt.
Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de beoordelingscriteria
is te vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de
studiewijzer.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Ondernemerspaspoort
Code deeltentamen
VIDACP1A.0
Toetsvorm
Rapport
368
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
Tentamenperiode
n.v.t.
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
n.v.t.
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
5.5
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
% van totale
100% van totale OWE
% van totale OWE
OWE
Verplichte literatuur:
 Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generation.
Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6.
 Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson
Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7
Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
De activiteiten voor deze OWE zijn als volgt ingericht:
17. Activiteiten
18. Werkvormen

Ik als ondernemer – in dit onderdeel maakt de student kennis met de
verschillende vormen van ondernemerschap, formuleert de student
een interessegebied op basis van zijn drijfveren en talenten of andere
bronnen en reflecteert hij op zichzelf als ondernemer.

Business Kiemen – in dit onderdeel analyseert de student trends en
relevante ontwikkelingen binnen zijn interessegebied en beoordeelt
hij waar kansen liggen.

Mijn idee in concept – in dit onderdeel werkt de student een kans uit
in een concreet bedrijfs- of project idee op basis waarvan hij een
concept businessmodel uitwerkt.

Actieplan – in dit onderdeel werkt de student zijn idee uit in een
actieplan (plan van aanpak) dat hij gedurende de rest van zijn minor
kan uitwerken.
Alle onderdelen dragen bij aan het beschreven beroepsproduct.
Hoorcolleges worden ingezet voor theorie overdracht. Werkcolleges
worden ingezet om onder begeleiding actief met de theorie aan de slag te
gaan. Werkgroepen worden ingezet om in kleinschalige groepen specifieke
thema’s te belichten en worden ook ingezet om onder begeleiding van de
docent opdrachten uit te voeren dan wel vragen te stellen aan de docent of
coach.
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%.
Onderwijsweek
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
369
10
Contacturen
9
9
9
4,5
x
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
Om het niveau te van deze OWE te verhogen is:
 Het voorbereiden van (markt)onderzoek aan het programma
toegevoegd.
 Aan de OWE is toegevoegd dat studenten zelf een kritische
houding ontwikkelen door zelf leerbronnen en theorieën met
betrekking tot hun businessidee te zoeken.
 Er is theorie aan de OWE toegevoegd door middel van het boek
van Mulder en Ten Cate
 Er is een interviewtraining aan het programma toegevoegd.
 De aanwezigheidsplicht is afgenomen van 80% naar 75%.
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t.
370
OWE – beschrijving Business & Innovatie
Titel onderwijseenheid
(OWE)
1. Opleiding
2.
3.
4.
5.
Doelgroep
Beroepstaak/
beroepstaken
Centrale
beroepstaak
Beroepsproducten
Business & Innovatie (BBD)
Minor Ondernemen & Innovatie
De minor is bedoeld voor alle bedrijfskundige studenten die toestemming
hebben om de minor Ondernemen & Innovatie te volgen en in het bezit
van de propedeuse zijn. Bedrijfskundige studenten zijn studenten die in
ieder geval de basiskennis hebben van:

Marketing

Bedrijfseconomie
Het starten en uitbouwen van een bedrijf of project.
Het doorvoeren en implementeren van innovaties.
N.v.t.
Business Model Plan (project)
Innovatieanalyse (praktijkopdracht)
Ontwikkelingsrapport (zelfreflectie)
Studiepunten: 22,5 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde
eenheden voor
zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de
(gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding,
coaching
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens,
toetsen (niet
tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
156
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
117
4
0
10
0
131
2
0
0
0
497
0
0
0
630
371
Totaal
Het niveau van deze OWE is: verdiepend (niveau 3)
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
In de eerste OWE van de minor “Van idee naar business”, in het bijzonder
in het onderdeel “mijn idee in concept” hebben de studenten al hun idee
omgezet in een eerste versie Business Model Canvas (BMC), het
startpunt van deze OWE. In de verdiepingsslag wordt dit opgepakt. Er
wordt in detail ingegaan op de volgende onderwerpen:

Business model patronen: veel voorkomende typen
businessmodellen

Het ontwerpen van businessmodellen inclusief technieken

Strategische overwegingen en keuzen

Verdienmodellen

Relatie businessmodel met businessplan

Kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden
Voordat de student aan deze OWE mag deelnemen, moet hij aan de OWE
‘Van idee naar business’ hebben deelgenomen.
Deze OWE is het vervolg op de OWE ‘van idee naar business’. In deze
OWE werkt de student zijn actieplan/plan van aanpak en zijn business
model verder uit dat hij in de vorige OWE gemaakt heeft. De student gaat
hierbij specifiek in op de manier waarop hij zijn businessmodel kan
gebruiken om te innoveren. Daarbij krijgt hij kennis en vaardigheden
aangereikt.

Business modelling

Business Development

Kennis van innovatie

Zelfreflectie
In deze OWE werkt de student aan zijn beroepsproducten. Hij wordt hierbij
beoordeeld op de volgende criteria:

De student heeft aangetoond dat de eindresultaten die beschreven
staan in het ondernemerspaspoort (van de OWE VIB) zijn behaald en
er is gereflecteerd op het proces dat hiertoe heeft geleid.
o
o
11. Beoordelingscriteria
o
o
o

De student kan zijn eigen planning bewaken en bijsturen en
stemt dit tijdig af met zijn coach.
De student kent het effect van samenwerken en weet dit op een
dusdanige wijze in te zetten dat hij er voordeel uit kan halen voor
zijn eigen project.
De student weet hij hoe feedback van anderen kan inzetten ter
verbetering van zijn eigen producten.
De student kan relevante opgedane kennis aantoonbaar
toepassen in zijn eigen projectuitvoering en weet deze ook te
delen met anderen.
De student kan zijn eindproduct presenteren in een eindpitch.
De student heeft kennis, inzichten en vaardigheden ten behoeve van
het doorvoeren van innovaties of het verbeteren van bedrijfsaspecten
op een juiste manier toegepast.
372
o
o
o
o
o
o

De student kan de belangrijkste thema’s over businessmodellen
uitleggen en toepassen op de in de lessen aangereikte cases, in
zijn businessplan en in de innovatiescan.
De student kan de belangrijkste theorieën en thema’s over
innovatie uitleggen en toepassen op de in de lessen aangereikte
cases, in zijn businessplan en in de innovatiescan.
De student kan op basis van een innovatiemodel samenhang en
structuur tussen verschillende onderdelen van de thema’s van
innovatie beschrijven en toepassen op de in de lessen
aangereikte cases, op zijn eigen project en op bedrijfsinnovaties in
de eigen organisatie en in de gastorganisatie.
De student kan een innovatieproces op correcte wijze als
bedrijfsproces beschrijven en opstellen.
De student weet een bewuste keuzes te maken uit verschillende
methoden en tools, deze keuzes nader toe te lichten en waar
mogelijk toe te passen in de, tijdens de lessen aangereikte,
casussen en in de advisering van de gastorganisatie.
De student kan zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek
verrichten.
De student heeft aan het einde van de carrouseltrainingen bepaalde
basisvaardigheden op gebied van ondernemerschap opgedaan die hij
op de juiste wijze toepast binnen zijn project:
o
o
o
o
o
Verkopen: De student kan zijn eigen product of dienst goed
vertalen naar de behoeften van de (potentiële) klant om zo
een goed aanbod neer te leggen.
Netwerken: De student kan een netwerkgesprek voeren
waarin hij zichzelf positief presenteert en waarin hij afstemt op
de behoeften van de toehoorder.
Personal Branding: De student laat zien dat hij zich bewust is
van zijn onderscheidende, toegevoegde innerlijke waarden en
uiterlijkheden en dat hij deze kan inzetten om zichzelf als een
merk te vermarkten.
Beïnvloeden met communicatie: De student weet hoe hij meer
grip op zijn omgeving uit kan oefenen door op een slimme
manier te communiceren.
Inkopen & Onderhandelen: De student kent de verschillende
onderhandelingsstijlen en kan deze toepassen in de gegeven
situaties binnen zijn functie en rol als inkoper.
Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de
beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren,
toegevoegd aan de studiewijzer.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Tentamen
Innovatie
Business Model Plan
Code deeltentamen
BBDKTS1A.1
BBDBMP1A.7
Toetsvorm
Tentamen
Rapport
Rapport
Individueel
Ja
Max. groep van 2
Max. groep van 3
Aantal examinatoren
1
1
1
Innovatieanalyse
BBDINN1A.5
373
Tentamenperiode
Periode 2 en 4
Nvt
Nvt
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Duur
120 minuten
Nvt
Nvt
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
20% van totale
20% van totale OWE
50% van totale OWE
OWE
Naam deeltentamen
Reflectieverslag
Eindpitch
Code deeltentamen
BBDZFR1A.0
CBDPIT1A.6
Toetsvorm
Verslag
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
2
Tentamenperiode
Nvt
Periode 2 en 4
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie
studiewijzer
Duur
Nvt
2 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
V
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de
criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
10% van totale
0% van totale
OWE
OWE
 Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generatie.
Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6 (Let op: hetzelfde boek
als in OWE 1)
 Huizingh, E. (2011). Innovatiemanagement. Amsterdam: Pearson
Education Benelux (2e editie) ISBN 978-90-430-2090-9.
 Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson
Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7
 Op Han Scholar en tijdens de lessen worden aanvullende teksten
aangeboden, zowel verplichte (als zodanig aangeduid) en
verdiepingsliteratuur.
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
Webapplicatie
16. Overige materialen
n.v.t.
17. Activiteiten
Gedurende deze OWE werkt de student zijn bedrijfsidee (project) in detail
uit tot een goed businessmodel waarin allerlei aannamen en hypothesen
374
zijn uitgewerkt in een businessplan nieuwe stijl. Hij doorloopt hierbij de
volgende stappen:
 Kennis opdoen die nodig is voor het in detail ontwerpen en verdiepen
van het businessmodel
 Onderscheiden van verdienmodellen, businessmodelpatronen, en strategieën
 Inzicht ontwikkelen over het beoordelen van een businessconcept - of
-case
 Kennis opdoen van innovatietheorieën, -modellen, -processen, methoden en -tools aan de hand van literatuur en praktijkcases
 Een innovatieanalyse uitvoeren bij een extern bedrijf
 Kennismaken met nieuwe inzichten en trends in ondernemerschap
 Deze kennis toepassen binnen het eigen project om het eigen
businessmodel te versterken en innovatiever te maken.
Bij het uitvoeren van het eigen project krijgt hij de kennis en vaardigheden
aangereikt die hiervoor nodig zijn. Dit gebeurt op de volgende wijze:
Kennispakket Business development & innovatie
 Track Ondernemen – In de track Ondernemen pakt de student
door op het businessmodel dat hij heeft opgezet in de eerste
onderwijseenheid. Hij test zijn aannames van dit model en werkt
daarmee alle ondernemingsonderwerpen gedetailleerd uit in een
businessplan. Aan de hand van de methoden die staan
beschreven in het boek ‘Business model generatie’ leren
studenten hun opgestelde business model te verfijnen en/of aan te
passen aan de hand van de behandelde theorie en praktijkcases.
Studenten leren hierbij tevens het businessmodel canvas (BMC)
te gebruiken als raamwerk voor innovatiemogelijkheden.
 Track Innovatie – Allerlei facetten van innovatie in relatie tot
ondernemerschap worden behandeld aan de hand van literatuur,
praktijkcases en gastsprekers. Wat is innoveren, wat kun je
innoveren, hoe doe je dat, met wie en waarmee? Behandeld
worden innovatieprocessen, -methoden, -netwerken, social media,
maar ook de menselijke kant komt aan bod. Veel praktische cases
worden behandeld. Gastsprekers vertellen hun ervaringen. Ook
maatschappelijk ondernemerschap komt aan bod. De student
brengt het geleerde in de praktijk door een Innovatieanalyse te
doen bij een bestaand bedrijf.
Carrousel trainingen - In de carrousel worden vijf trainingen tegelijk
aangeboden. De student kiest de training die voor hem op dat moment
relevant is en volgt deze. Er worden drie carrousels per semester
aangeboden. De student doorloopt in totaal drie vaardigheidstrainingen.
De volgende carrousels worden aangeboden.

Verkopen

Netwerken

Personal Branding

Inkopen

Beïnvloeden/ Communicatie
Expert/actualiteitenbijeenkomsten - Gedurende de
actualiteiten/expertbijeenkomsten krijgen de studenten specialistische
375
kennis aangereikt die zij kunnen gebruiken bij het uitvoeren van hun
project.
18. Werkvormen
Gedurende het proces krijgt de student een coach toegewezen waarmee
hij de volgende activiteiten onderneemt.

Methodische reflectie met als doel het eigen leerproces te volgen
en ontwikkelen naar meer bewust en bekwaam

Intervisies in de groep

De onderwerpen worden in hoorcolleges en werkcolleges
behandeld en uitgewerkt. Voorafgaand zullen studenten het
aangereikte materiaal via zelfstudie en/of in werkgroepen eigen
maken. Gastsprekers zullen worden ingezet om praktische en
actuele toepassing van de theorie te stimuleren.

Nadruk ligt op het ontwikkelen van een ondernemende en
innovatieve mindset. Gedurende het project werkt de student
voornamelijk aan het uitvoeren van zijn project. Hij krijgt hierbij
ondersteuning van een coach. Hierbij worden intervisies ingezet
om thema’s met elkaar te delen en daarvan te leren.
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%
Onderwijsweek
Contacturen
1
2
3
4
5
9
6
9
7
9
8
9
9
9
10
9
1
9
2
9
3
9
4
9
5
9
6
9
7
9
8
x
9
x
10
x
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3 (start OWE), doorlopend
in periode 2 en 4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
In overleg
22.
Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23.
Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling



De eindpitch is als beoordelingsmoment opgenomen.
Het zelfstudiepakket is uit het programma gehaald.
Ondernemen en Innovatie wordt nu aangeboden door twee
verschillende Tracks, de Track Ondernemen en de Track Innovatie.
Er is verbondenheid tussen de Tracks aangebracht doordat
bijvoorbeeld de Innovatieanalyse (= Track Innovatie) moet worden
uitgevoerd in de bedrijfskolom van het Businessplan (= Track
Ondernemen).
n.v.t.
376
OWE – beschrijving minor Adviseren 2014-2015
OWE – beschrijving Adviseren Basis
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Adviseren Basis (MAB)
1.
Opleiding
Minor Adviseren
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
Nvt.
5.
Beroepsproducten
Kennistoets
Mondeling assessment
De minor Adviseren is bedoeld voor studenten die de ambitie hebben om
hun adviserende vaardigheden al tijdens hun studie verder te
ontwikkelen.
Na het volgen van deze module heeft de student de basis gelegd om op
junior niveau als professional in de rol van adviseur te kunnen acteren.
De student kan dan ook een goed onderbouwd en bruikbaar advies
uitbrengen.
Studiepunten: 7,5 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent niet
fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij
de (gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
Totaal
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens,
toetsen (niet
tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
40
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
30
30
0
0
180
0
0
180
210
377
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
Het niveau van deze OWE is: niveau 2, verbredend
Het volgen van deze module geeft de student de mogelijkheid om een
transfer te maken van de theorie (MAB) naar een daadwerkelijke
opdracht in de praktijk (MAP). Hij opereert daarmee zelfstandig op junior
niveau als adviseur / acquisiteur.
Afgeronde propedeuse
Voor alle colleges, de toets en het assessment geldt aanwezigheid c.q.
uitvoering als verplicht en een proactieve deelname door de deelnemers
als vanzelfsprekend.
Om succesvol als adviseur te kunnen opereren zullen (toekomstige)
professionals een drietal rollen goed moeten kunnen vervullen: de rol van
professional, van adviseur en van acquisiteur. Studenten werken al in de
door hen gekozen studie of afstudeerrichting aan hun rol van
professional. Zij kunnen zich met deze module verder ontwikkelen in de
rol van adviseur.
Algemeen leerdoel:
Na het volgen van deze OWE heeft de student de basis gelegd om op
junior niveau als professional in de rol van adviseur te kunnen acteren.
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
Specifieke leerdoelen
Na het volgen van deze module:

weet de student welke kenmerken, typering en werkstijl een adviseur
kan hebben en kan hij deze toepassen in de praktijk;

weet de student welke typen stakeholders er zijn en kan hij ze
herkennen en ermee werken in de praktijk;

weet de student wat effectief adviseren inhoudt en kan hij dit
toepassen in de praktijk;

weet de student hoe het adviesproces er uitziet en kan hij dit
herkennen en operationaliseren in de praktijk;

weet de student voor welke keuzeproblemen en mislukkingen een
adviseur kan komen te staan en kan hij daarop bedacht zijn in de
praktijk.

weet de student hoe hij een organisatieonderzoek uitvoert,
waaronder het opstellen van onder meer een probleemstelling en
onderzoeksvragen.

Adviseren

Analyseren / Onderzoeken

Communiceren / Argumenteren / Overtuigen

Kennisontwikkeling / Professionalisering

Persoonlijke ontwikkeling
De student:
 Kan organisatie- en strategiemodellen toepassen bij advisering.
 Kan de principes beschrijven die in acht genomen moeten
worden bij de hantering van een succesvolle relatie met een
opdrachtgever in een adviesproject.
 Kent het gedrag dat hoort bij het beroep van adviseur.
 Kent de competenties en vaardigheden van de adviseur.
 Kent de eigenschappen/kenmerken van de diverse stakeholders.
 Kent het adviesproces.
De student:
 Is doel- en doelgroepgericht zowel verbaal als non-verbaal.
378





Zorgt dat boodschap en samenhang ondersteund worden door
uitleg en argumentatie.
Toetst of de boodschap is overgekomen bij de doelgroep.
Past correct taalgebruik toe.
Kan hoofd- en bijzaken onderscheiden.
Schakelt indien nodig tussen inhouds- en betrekkingsniveau.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Assessment
Toets
Code deeltentamen
CVOMAB1A.9
CVOMAB1A.5A
Toetsvorm
Mondeling assessment
Digitale MC-toetsing
via QMP.
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
Periode 1 en 3
Periode 1 en 3
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Duur
20 minuten
120 minuten
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
50 % van totale OWE
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
50 % van totale OWE
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
Weging
% van totale OWE
13. Verplichte literatuur
Rameckers, Guus & Oosterwegel, Foekje: Adviseren moet je doen!
Adviesvaardigheden voor hbo'ers, Thieme Meulenhoff 2005 – 2008,
ISBN: 9055744522
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
17. Activiteiten
Deze module bestaat uit 10 colleges van 3 uur, een individuele,
schriftelijke multiple choice toets en een individueel, mondeling
assessment. Elk college zal een mix zijn van diverse werkvormen. Zo zal
de instructie door de docent worden afgewisseld met rollenspellen,
opdrachten, cases, artikelbesprekingen en dergelijke. Indien relevant en
mogelijk zal een gastspreker worden uitgenodigd.
18. Werkvormen
Hoor-/Werkcolleges
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%
% van totale OWE
379
Onderwijsweek
Contacturen
1
3
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
2
3
3
3
4
3
5
3
6
3
7
6
8
3
9
3
10
x
1
2
3
4
5
6
7
8
9
In overleg
n.v.t.
n.v.t.
380
10
OWE – beschrijving Adviseren & Acquisitie
Titel onderwijseenheid
(OWE)
1. Opleiding
Adviseren en Acquisitie (MAA)
Minor Adviseren
2.
Doelgroep
Deze OWE is voor studenten die deelnemen aan de minor Adviseren.
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
In deze OWE legt de student de basis om op junior niveau als
professional in de rol van acquisiteur te kunnen acteren.
De student leert op een gestructureerde manier een adviesopdracht bij
een opdrachtgever te verwerven.
4.
Centrale beroepstaak
Nvt
5.
Beroepsproducten
Portfolio
Studiepunten: 7,5 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde eenheden
voor zelfwerkzaamheid en stage,
waarbij de docent niet fysiek
aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij
de (gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
7.
Samenhang met
andere OWE’s
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens,
toetsen (niet
tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige
activiteiten waarbij
de docent niet
fysiek aanwezig is,
….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
32
Aantal klokuren
(aantal lesuren
x 0,75)
24
24
0
0
186
0
0
186
Totaal
210
Het niveau van deze OWE is: niveau 2, verbredend
Met het volgen van deze module kan de student de transfer maken van
de praktische oefeningen uit de module Adviseren en Acquisitie (MAA),
381
8.
Ingangseisen
naar een daadwerkelijke opdracht in de praktijk. (MAP). Hij opereert
daarmee zelfstandig op junior niveau als adviseur / acquisiteur.
Voor deelname aan de minor Adviseren dient de student zijn
propedeuse te hebben afgerond.
In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies, talenten en
studie of afstudeerrichting als succesvol adviseur te opereren.
9.
Algemene
omschrijving
10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
Om succesvol als adviseur te kunnen opereren zullen (toekomstige)
professionals een drietal rollen goed moeten kunnen vervullen: de rol
van professional, van adviseur en van acquisiteur. Zij kunnen zich met
deze OWE verder ontwikkelen in de rol van acquisiteur.

Positionering van jezelf en je dienstverlening

Communiceren

Acquisitie en opdrachtverwerving

Opbouwen van een zakelijke relatie

Verhelderen van context en situatie

Stellen en bereiken van doelen

Persoonlijke ontwikkeling

De student laat zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en
talenten een adviesvoorstel voor een bedrijf of project te
formuleren.

De student schrijft de tekst helder en in goed Nederlands.

De student onderbouwt argumenten en gedachten goed.

De student verzorgt de documentatie goed, geheel volgens de
normen van professioneel rapporteren.

De student neemt eventuele bron-/literatuurvermeldingen correct
en volgens de APA-normen op in de documentatie.
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Portfolio
Presentatie Portfolio
Code deeltentamen
CVOMAA1A.5A
CVOMAA1A.8A
Toetsvorm
Rapport
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
Tentamenperiode
Periode 1 en 3
Periode 1 en 3
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Duur
Nvt
Nvt
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
50 % van totale OWE
50 % van totale OWE
% van totale OWE
Na het volgen van deze module heeft de student de transfer gemaakt van de theorie en praktische
oefeningen uit de modules Adviseren Basis (MAB) en Adviseren en Acquisitie (MAA), naar een
daadwerkelijke opdracht in de praktijk. Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau als adviseur
/ acquisiteur.
Kwakman, F: Professionals & Acquisitie – Succesvol opdrachten
13. Verplichte literatuur
verwerven in de zakelijke dienstverlening
382
Academic Service/ SDU Uitgevers 2002/2006
ISBN: 90 5261 413X
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
17. Activiteiten
18. Werkvormen
Deze module bestaat uit 8 colleges van 3 uur. De student werkt aan een
portfolio en presenteert deze in de laatste bijeenkomst. Elk college zal een
mix zijn van diverse werkvormen. Zo zal de instructie door de docent
worden afgewisseld met rollenspellen, opdrachten, cases,
artikelbesprekingen en dergelijke. Indien relevant en mogelijk zal een
gastspreker worden uitgenodigd.
Elke bijeenkomst zal een mix zijn van diverse werkvormen. Zo zal de
instructie door de docent worden afgewisseld met presentaties van
deelnemers, projectopdrachten, cases uit de praktijk, bespreking e.d.
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%
Onderwijsweek
Contacturen
1
3
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3.
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
2
3
3
3
4
3
5
3
6
3
7
0
8
3
9
3
10
x
1
2
3
4
5
6
7
8
9
In overleg
n.v.t.
n.v.t.
383
10
OWE – Adviseren Project
Titel onderwijseenheid
(OWE)
Adviseren Project (MAP)
1.
Minor Adviseren
Opleiding
Deze OWE is bedoeld voor alle studenten die naast de module MAA en
MAB de ambitie hebben om in het project behorende bij de minor
Adviseren, zelf een adviesopdracht te verwerven en uit te werken bij een
externe opdrachtgever.
Na het volgen van deze module heeft de student de transfer gemaakt van
de theorie en praktische oefeningen uit de modules Adviseren Basis
(MAB) en Adviseren en Acquisitie (MAA), naar een daadwerkelijke
opdracht in de praktijk. Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau
als adviseur / acquisiteur.
2.
Doelgroep
3.
Beroepstaak/
beroepstaken
4.
Centrale
beroepstaak
N.v.t.
Beroepsproducten




5.
Een plan van aanpak
Een adviesrapport incl. relevant onderzoek
Een presentatie van het advies
Een portfolio van het adviesproces
Studiepunten: 15 EC
Studiepunten/
studielast
Geprogrammeerde
eenheden voor
zelfwerkzaamheid en
stage, waarbij de docent
niet fysiek aanwezig is
6.
Geprogrammeerde contacttijd, waarbij
de (gast)docent fysiek aanwezig is
Studielast:
Hoorcollege,
werkcollege,
lessen
Studiebegeleiding,
stagebegeleiding
Tentamens,
toetsen (tijdens
lessen)
Excursies,
studiereizen,
beroependagen,
kick off, etc.
Overige, …..
Totaal
Tentamens,
toetsen (niet
tijdens lessen)
Stage, AOD,
praktijkleren
Zelfstudie,
individueel of in
groepjes
Overige activiteiten
waarbij de docent
niet fysiek
aanwezig is, ….
Totaal
Aantal
geprogrammeerde
lesuren (van 45
minuten)
volgens lesrooster
40
Aantal
klokuren
(aantal
lesuren x
0,75)
30
30
0
0
390
0
0
390
384
Totaal
420
Het niveau van deze OWE is: niveau 2, verbredend
Na het volgen van deze module heeft de student de transfer gemaakt van
de theorie en praktische oefeningen uit de modules Adviseren Basis
(MAB) en Adviseren en Acquisitie (MAA), naar een daadwerkelijke
opdracht in de praktijk. Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau
als adviseur / acquisiteur.
7.
Samenhang met
andere OWE’s
8.
Ingangseisen
Module Adviseren Basis en Adviseren & Acquisitie
9.
Algemene
omschrijving
In het project behorende bij de minor Adviseren vervult de student de zelf
verworven adviesopdracht voor een externe opdrachtgever.

Acquireren / verwerven

Adviseren

Analyseren / Onderzoeken

Communiceren / Argumenteren / Overtuigen

Kennisontwikkeling en professionalisering

Persoonlijke ontwikkeling

De student kan relevante methoden en modellen toepassen bij de
advisering.

De student weet hoe hij de haalbaarheid van het advies toetst.

De student kan de principes beschrijven die in acht genomen
moeten worden bij de hantering van een succesvolle relatie met een
opdrachtgever.

De student weet hoe hij afwegingen tussen alternatieven maakt.

De student kan de zorgvuldigheid van het doorlopen adviesproces
inzichtelijk maken.
10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
12. Tentaminering
Naam deeltentamen
Plan van Aanpak
Adviesrapport
Presentatie
Code deeltentamen
CVOMAP1A.4
CVOMAP1A.5
CVOMAP1A.6
Toetsvorm
Rapport
Rapport
Presentatie
Individueel
Ja
Ja
Ja
Aantal examinatoren
1
1
1
Tentamenperiode
Nvt
Nvt
Nvt
Herkansing
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Ja, zie studiewijzer
Duur
Nvt
Nvt
Nvt
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
30 % van totale
20 % van totale OWE
40 % van totale OWE
OWE
Naam deeltentamen
Portfolio
Code deeltentamen
CVOMAP1A.8
385
Toetsvorm
Portfolio
Individueel
Ja
Aantal examinatoren
1
Tentamenperiode
Nvt
Herkansing
Ja
Duur
Nvt
Hulpmiddelen
n.v.t.
n.v.t.
5.5
5.5
Minimum resultaat voor
behalen deeltentamen
Voorlopig cesuur/
Algemene aspecten van
cesuur
Weging
13. Verplichte literatuur
1
1
Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van
de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op
1 decimaal
10 % van totale
% van totale
% van totale
OWE
OWE
OWE

Rameckers, Guus & Oosterwegel, Foekje: Adviseren moet je doen!
Adviesvaardigheden voor hbo'ers, ThiemeMeulenhoff 2005 – 2008,
ISBN: 9055744522 (MAB)

Boek: Professionals & Acquisitie – Succesvol opdrachten verwerven
in de zakelijke dienstverlening van Frank Kwakman Academic
Service/ SDU Uitgevers 2002/2006
ISBN: 90 5261 413X (MAA)
14. Aanbevolen
literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overige materialen
n.v.t.
17. Activiteiten
Na het volgen van het project:

heeft de student zelfstandig succesvol een passende opdracht
geworven en uitgevoerd;

heeft de student zijn eigen werkstijl als adviseur effectief toegepast
in de praktijk;

heeft de student de stakeholders uit zijn project getypeerd en heeft
hij zijn gedrag / attitude daaraan effectief aangepast;

heeft de student het adviesproces uit zijn project in kaart gebracht;

heeft de student eventuele keuzeproblemen effectief opgelost en
heeft hij tijdig en effectief op dreigende mislukkingen geanticipeerd.
18. Werkvormen
Zelfstudie / Advieskring / Projectconsult
19. Les-/contacturen
Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%
Onderwijsweek
Contacturen
1 2
20. Onderwijsperiode
Deze OWE wordt aangeboden in periode 2 en 4.
21. Maximaal aantal
deelnemers
22. Wijzigingen ten
opzichte van vorig
jaar
3
4
5
6
7
8
9
10
1
3
2
3
3
3
4
3
5
3
6
3
7
3
8
3
9
3
In overleg
n.v.t.
386
10
3
23. Datum waarop de
OWE niet meer
aangeboden wordt
en
overgangsregeling
n.v.t.
387
Bijlage 9: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden en tentamens van de door de
opleiding verzorgde minoren gelijkgestelde oude onderwijseenheden en tentamens
N.v.t.
388
Bijlage 10: Opsomming van de onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding die na het
behalen van de Ad-graad nog behaald moeten worden om de bachelorgraad te verkrijgen
N.v.t.
389
Bijlage 11: Opsomming van de eindkwalificaties welke de student dient te verwerven om het
HBO-Bachelor graad te behalen
DC 1
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
DC 2
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
DC 3
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een
analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en
anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt
op basis van relevante nationale en internationale trends.
DC 4
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende
onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
DC 5
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
DC 6
Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en
dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten.
DC 7
Communiceren in meer talen rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern,
nationaal en internationaal.
DC 8
Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
DC 9
Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie).
DC 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional).
De matrix waarin beroepstaken en competenties aan elkaar zijn gekoppeld, is opgenomen in
het opleidingsplan SBRM.
390
Bijlage 12 Format oude beroepstaken, oude onderwijseenheden en (deel)tentamens die
gelijkgesteld zijn aan nieuwe beroepstaken, onderwijseenheden en (deel)tentamens vanwege
de conversie naar Alluris
Bijlage conform artikel 4.1 lid 5, artikel 6.1 lid 5 en artikel 3.4 lid 9.
Vanwege de conversie van HAN-SIS naar Alluris moeten sommige te lange beroepstaaknamen,
namen van OWE’s, namen van (deel)tentamens en codes van (deel)tentamens worden ingekort.
Omdat de conversies betrekking kunnen hebben op zowel de propedeutische fase, de
postpropedeutische fase als de minoren, is er voor gekozen om hiervan één bijlage te maken en die
aan de Onderwijs- en examenregeling 2014 – 2015 toe te voegen.
In onderstaande tabel is opgenomen waar de gelijkstelling betrekking op heeft, wat de oude situatie
was, wat de nieuwe situatie wordt en op welke OER de oude situatie betrekking had.
Betreft wijziging
beroepstaak,
naam OWE, naam
(deel)tentamen,
toetscode
Beroepstaak, naam
OWE, naam (deel)tentamen of toetscode
(was)
Beroepstaaknaam:
10 SBU
De SBRM'er stelt een
ondernemingsplan op en
brengt dit ten uitvoer
door het opzetten en
managen van de onderneming
De SBRM'er stelt een
adviesrapport op voor
het zakendoen met een
partner uit een andere
(taal)cultuur.
De SBRM'er stelt een
overname advies op om
een bedrijfsovername op
zowel bedrijfseconomisch, fiscaal als wel organisatorisch vlak goed
te laten verlopen
De SBRM'er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en
oriënteert zich op het beroep en de mogelijke
functies
Marketingplan, Informatiekunde, Engels, Studieloopbaanbegeleiding en
Professionele Houding
Marketing plan, Information science, English,
study career counseling
and Professional Attitude
CC-DUV1A-CCM.4
Beroepstaaknaam:
40 SBU
Beroepstaaknaam:
50 SBU
Beroepstaaknaam:
80 SBU
OWEnaam: BMP
OWEnaam: BMP
Toetscode
Gelijkgesteld aan beroepstaak, naam
OWE, naam
(deel)tentamen,
toetscode in studiejaar 2014 – 2015
(wordt)
De SBRM'er stelt een
ondernemingsplan op
en voert dit uit
De SBRM'er stelt een
advies op voor het zakendoen met een andere (taal)cultuur
Gelijkstelling
m.b.t. OER
studiejaar
Opleiding
SBRM
2013-2014
SBRM
2013-2014
De SBRM'er stelt een
advies op voor een
bedrijfsovername
SBRM
2013-2014
De SBRM'er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk
en oriënteert zich op
het beroep
Marketingplan, Informatiekunde, Engels,
SLB en Professionele
Houding
Marketing plan, Information science, English, SCC and Professional Attitude
CC-DUV1ACCM.4
2013-2014
FEMGP
(CE-COSBRM)
OER’en voor
2013-2014
FEMGP
(CE-COSBRM)
OER’en voor
2013-2014
FEMGP
(CE-COSBRM)
OER’en voor
Oude
391
Toetscode
CC-DUV2A-CCM.4
CC-DUV2ACCM.4
Toetscode
CC-DUV2A-CCM.5
CC-DUV2ACCM.5
Toetscode
CC-ENG1A-CCM.4
CC-ENG1ACCM.4
Toetscode
CC-ENG2A-CCM.4
CC-ENG2ACCM.4
Toetscode
CC-ENG2A-CCM.5
CC-ENG2ACCM.5
Toetscode
CC-FAV1A-CCM.4
CC-FAV1ACCM.4
Toetscode
CC-FAV2A-CCM.4
CC-FAV2ACCM.4
Toetscode
CC-FAV2A-CCM.5
CC-FAV2ACCM.5
Toetscode
CC-FAV1A-CCM.4
CC-FAV1ACCM.4
Toetscode
CC-FAV2A-CCM.4
CC-FAV2ACCM.4
Toetscode
CC-FAV2A-CCM.5
CC-FAV2ACCM.5
Toetscode
CC-SPV1A-CCM.4
CC-SPV1ACCM.4
Toetscode
CC-SPV2A-CCM.4
CC-SPV2ACCM.4
Toetscode
CC-SPV2A-CCM.5
CC-SPV2ACCM.5
Toetscode
CC-SPV1A-CCM.4
CC-SPV1ACCM.4
Toetscode
CC-SPV2A-CCM.4
CC-SPV2ACCM.4
Toetscode
CC-SPV2A-CCM.5
CC-SPV2ACCM.5
Toetscode
CC-SPV1A-CCM.4
CC-SPV1ACCM.4
Toetscode
CC-SPV2A.CCM.4
CC-SPV2ACCM.4
Toetscode
CC-SPV2A.CCM.5
CC-SPV2ACCM.5
Toetscode
CC-SPV2A-CCM.4
CC-SPV2ACCM.4
Toetscode
CC-SPV2A-CCM.5
CC-SPV2ACCM.5
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
OER’en voor
2013-2014
FEMGP
T/m 10-11
sem1
Oude
FEMGP
T/m 10-11
sem1
392
Reglement examencommissies voor de Bacheloropleidingen en Associate degreeprogramma van de Faculteit Economie en Management (FEM) 2014-2015
Preambule
De reglementen voor de examencommissies bij de HAN zijn in tweeën te verdelen.
1. In de onderwijs- en examenregeling (OER) 2014-2015 is een aantal bepalingen opgenomen met
betrekking tot examencommissie en examinatoren (paragraaf 8). Waar relevant wordt in voorliggend reglement naar (artikelen uit) deze paragraaf verwezen.
2. In het onderhavige reglement examencommissies FEM 2014-2015 is eveneens een aantal bepalingen opgenomen met betrekking tot de examencommissies van de FEM.
3. Krachtens de WHW wordt de OER vastgesteld door het instellingsbestuur en het reglement examencommissies door de examencommissie.
PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
Voor dit reglement gelden de definities en bepalingen die zijn opgenomen in de begrippenlijst van
het opleidingsstatuut (bijlage van het opleidingsstatuut).
Artikel 1.2 Status, toepasselijkheid en wijziging van het reglement
1. Dit reglement bevat regels over taken en bevoegdheden van de drie examencommissies
van de FEM:
- de examencommissie van het instituut Financieel Management,
- de examencommissie van het instituut International Business and Communication,
- de examencommissie van het instituut Bedrijfskunde en Rechten.
en maatregelen die zij in dit verband kunnen nemen, alsmede regels over de uitvoering ervan.
2. Het reglement is vastgesteld door de examencommissie en van toepassing op tentamens,
respectievelijk integrale toetsen en examens van alle Bacheloropleidingen en Associate degree-programma van de FEM van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN).
PARAGRAAF 2 STATUS, SAMENSTELLING, WERKWIJZE EN VERGADERINGEN
Artikel 2.1 Status, taken en bevoegdheden van de examencommissie
1. Status, taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn geregeld in art. 8.1 en 8.2 van de
OER 2014-2015. Dit artikel (2.1) van het reglement examencommissies bevat aanvullende bepalingen.
2. Door derden aan de examencommissie gemandateerde taken zijn opgenomen in een overzicht
dat geraadpleegd kan worden via Insite onder College van Bestuur.
3. Door de examencommissie kunnen aan perso(o)n(en) / orga(a)n(en) een of meer taken worden
gemandateerd. De gemandateerde taken worden vastgelegd in aparte mandaatbesluiten. Deze
besluiten zijn te raadplegen via Insite onder Examencommissies FEM.
4. De examencommissie draagt er zorg voor dat regelmatig aan haar schriftelijk gerapporteerd
wordt betreffende de voortgang van door haar gemandateerde taken en/of bevoegdheden.
Artikel 2.2 Samenstelling en werkwijze examencommissie
1. De samenstelling van de examencommissie is geregeld in art. 8.3 van de OER 2014-2015.
Dit artikel (2.2) van het reglement examencommissies bevat aanvullende bepalingen.
2. Examinatoren en overige betrokkenen kunnen zo nodig door de examencommissie worden gehoord en verstrekken de commissie de gevraagde inlichtingen en/of adviezen.
3. Examinatoren moeten desgevraagd de examencommissie kunnen voorzien van materiaal aan
de hand waarvan de toetskwaliteit en de beoordelingswijze en resultaten beoordeeld kunnen
worden (zoals: leerdoelen, toetsplan, toetsmatrijs, een antwoordmodel, beoordelingsschema,
beoordelingscriteria bij opdrachten, het tentamen en/of de opdracht(en) zelf, de toetsresultaten
en een analyse daarvan).
4. Desgewenst worden deskundigen van buiten de HAN als adviseur door de examencommissie
gehoord.
5. De examencommissie dient bij haar verslaglegging uit te gaan van de “HANdreiking t.b.v. jaarlijks(e) rapportage examencommissies”.
Artikel 2.3 Vergaderingen examencommissie
393
1. De examencommissie vergadert ten minste vier maal per jaar.
2. De data van de vergaderingen van de examencommissie worden zodanig gepland dat zij aansluiten bij de planningscyclus van de opleiding(en) en de faculteit.
3. De examencommissie beslist bij gewone meerderheid van uitgebrachte stemmen.
4. Indien bij stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
5. Bij gelegenheid van de eerstvolgende vergadering bekrachtigt de examencommissie formeel de
beslissingen de dagelijkse gang van zaken betreffende, die de dagelijkse commissie op basis
van haar algemeen mandaat tussentijds heeft genomen; evenals eventuele andere beslissingen
die op basis van gemandateerde taken/bevoegdheden zijn genomen.
6. De secretaris van de examencommissie draagt er zorg voor dat van elke vergadering een verslag wordt gemaakt. Het conceptverslag wordt binnen tien werkdagen aan de leden van de examencommissie toegezonden. Het verslag wordt de eerstkomende vergadering van de examencommissie vastgesteld. Onderdeel van het verslag is een besluitenlijst.
7. De secretaris van de examencommissie draagt er zorg voor dat de faculteitsdirectie, de instituutsdirectie en de overige leden van de examencommissie tijdig een exemplaar van het vastgestelde verslag ontvangen.
8. De secretaris van de examencommissie draagt er zorg voor dat vastgestelde, geanonimiseerde,
vergaderverslagen digitaal kunnen worden ingezien door docenten van de betrokken opleiding(en).
PARAGRAAF 3 KWALITEITSBEWAKING EXAMENS EN TENTAMENS
Artikel 3.1 Het borgen van de kwaliteit van tentamens
1. De examencommissie borgt de kwaliteit van de tentamens en de examens. De examencommissie wordt op haar verzoek daartoe door de examinatoren in het bezit gesteld van relevant materiaal.
2. De examencommissie zal daar waar nodig aanwijzingen ter verbetering doen.
3. Voor het waarborgen van de validiteit, betrouwbaarheid, uitvoerbaarheid en transparantie van de
toetsing zijn toetsbeleidsplannen opgesteld. Deze plannen zijn te raadplegen via Insite onder
Examencommissies FEM.
Artikel 3.2 Richtlijnen en aanwijzingen t.b.v. de beoordeling van tentamens
1. De beoordeling van tentamens geschiedt door de examencommissie, of door examinatoren aangewezen door de examencommissie conform art 4.1 en 4.2 van dit reglement.
2. De examinatoren, dan wel de examencommissie, beoordelen de tentamens aan de hand van de
in de OER opgenomen criteria en door de examencommissie vastgestelde normen.
Artikel 3.3 Tegengaan van oneigenlijke toekenning of onthouding van studiepunten
De examencommissie gaat oneigenlijke toekenning of onthouding van studiepunten tegen: zie hiervoor de jaarverslagen en de toetsbeleidsplannen.
Artikel 3.4 Procedure(s) bij het bepalen (door de examencommissie) of een kandidaat geslaagd
is voor een examen
Ten behoeve van het besluit of een kandidaat al dan niet geslaagd is voor het examen hanteert de
examencommissie een (afstudeer)protocol dat te raadplegen is via Insite. 5
Artikel 3.5 Het bevorderen van de deskundigheid van examinatoren
1. De examencommissie bevordert dat de examinatoren voldoende deskundig zijn.
2. Zij krijgt van de instituutsdirectie daarvoor een lijst van de examinatoren.
3. De examencommissie verzoekt de instituutsdirectie waar nodig maatregelen te treffen om de
deskundigheid van examinatoren te bevorderen.
4. De examencommissie kan (half) jaarlijks de aanwijzing van een examinator intrekken, wanneer
deze niet - of niet meer - aan de gestelde deskundigheidseisen voldoet.
5. In het jaarverslag van de examencommissie is opgenomen hoe zij de deskundigheid bevorderd.
Artikel 3.6 Externe validering van examenkwaliteit
De examencommissie draagt zorg voor externe validering van de examenkwaliteit en neemt de eerste
stappen in die richting door het bevorderen van:
 opleidings-/instituutsoverstijgende toetsing;
5
Is in ontwikkeling.
394





het hanteren van een gezamenlijk protocol t.b.v. de beoordeling van eindwerkstukken;
de inzet van externe deskundigen bij het opstellen van toetsen en beoordelingsprocedures;
de inzet van externe deskundigen bij het beoordelen van toetsresultaten;
het scholen en certificeren van docenten die bij toetsing betrokken zijn;
het samenwerken met andere hogescholen rondom de beoordeling van toetsen w.o. afstudeeropdrachten.
PARAGRAAF 4 AANWIJZEN VAN EXAMINATOREN
Artikel 4.1 Aanwijzen van examinatoren
1. De examencommissie kan docenten belast met onderwijs in een bepaald vakgebied aanwijzen
als examinator van de (deel)tentamens en (deel)integrale toetsen over dit vakgebied in de bijbehorende onderwijseenheid/-eenheden wanneer zij voldoen aan de eisen gesteld in artikel 4.2
van dit reglement.
2. Examinatoren zijn belast met het afnemen van (deel)tentamens en (deel)integrale toetsen en het
vaststellen van de uitslag ervan.
3. De examencommissie dient (half) jaarlijks zowel examinatoren van binnen de opleiding als examinatoren van andere opleidingen aan te wijzen die voldoen aan de kwaliteitscriteria die bij de
desbetreffende hbo-opleiding aan examinatoren worden gesteld.
Artikel 4.2 Profielschets voor examinatoren
1. Examinatoren zijn deskundig in het vakgebied en beschikken over onderwijskundige kennis en
vaardigheden wat betreft opstellen van toetsen, het vaststellen van beoordeelwijze en –norm,
het organiseren van toetsing en het kunnen analyseren van de toetsresultaten op basis van
richtlijnen en criteria voor betrouwbare, valide en transparante toetsing en beoordeling.
PARAGRAAF 5 TENTAMENS, VRIJSTELLINGEN EN LEERWEGONAFHANKELIJKE TENTAMENS/TOETSEN
Artikel 5.1 OER als kaderstellend document
1. In de OER 2014-2015 zijn in paragraaf 8 kaderstellende bepalingen vastgelegd met betrekking tot
de taken en bevoegdheden van de examencommissie op het gebied van (deel)tentamens, vrijstellingen en leerwegonafhankelijke (deel)tentamens/(deel)toetsen.
2. De in deze paragraaf (5) opgenomen artikelen zijn een nadere precisering van en/of aanvulling op
deze OER-bepalingen.
Artikel 5.2 Tentamenfaciliteiten ten behoeve van studenten met een handicap of chronische
ziekte
1. Indien de student vraagt om voorzieningen die niet standaard zijn geregeld legt de
studieloopbaanbegeleider het verzoek van de student ter goedkeuring, indien het om
tentaminering en examinering gaat, voor aan de examen(advies)commissie.
2. De studieloopbaanbegeleider adviseert de examencommissie over deze aanvraag, draagt zorg
voor de communicatie over en realisatie van de te treffen maatregelen en ziet er op toe dat de
met de examencommissie overeengekomen extra bijzondere voorzieningen effectief worden
uitgevoerd en vast worden gelegd in een overeenkomst.
3. De examencommissie verhoudt zich in deze tot het HAN-beleid inzake studeren met een handicap of chronische ziekte.
Artikel 5.3 Toestemming om zonder propedeutisch getuigschrift tentamens af te leggen in de
postpropedeutische fase
De examencommissie kan een ingeschreven student die niet in het bezit is van het propedeutisch getuigschrift van de betreffende opleiding – op diens schriftelijk verzoek – schriftelijk toestemming verlenen om tentamens af te leggen in de postpropedeutische fase van die opleiding.
Artikel 5.4 Verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een (deel)tentamen/(deel)toets of tot het
afleggen van een leerwegonafhankelijk(e)(deel)tentamen/(deel)toets
1. De student dient zijn schriftelijk verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een (deel)tentamen /
(deel)toets en/of het afleggen van een leerwegonafhankelijk(e)(deel)tentamen / (deel)toets - inclusief het bijbehorende bewijsmateriaal - rechtstreeks in bij de examencommissie.
2. Een vrijstellingsaanvraag op basis van een eerder afgelegd (deel)tentamen wordt alleen toegekend wanneer dat (deel)tentamen is behaald.
3. De examencommissie kan zich bij haar besluitvorming over het verzoek laten adviseren door een
examinator dan wel een externe deskundige.
395
4. De examencommissie beslist binnen 20 werkdagen over het ingediende verzoek en deelt dit gemotiveerd schriftelijk aan de student mede.
5. Indien de vrijstelling is verleend of het leerwegonafhankelijk tentamen met een voldoende of hoger
is beoordeeld, zorgt de examencommissie voor registratie van de verleende vrijstelling of de behaalde beoordeling in het geautomatiseerde studenteninformatiesysteem.
PARAGRAAF 6 ONREGELMATIGHEID EN FRAUDE BIJ TENTAMENS
Artikel 6.1 Definitie van onregelmatigheid en fraude
1. Onder onregelmatigheid wordt verstaan elk handelen of nalaten in een situatie waarvan de
betrokkene door middel van een of meer ongeoorloofde activiteiten of ongeoorloofd nalaten
bewust of onbewust een onjuiste indruk wekt van zijn kennis, inzicht en vaardigheden c.q.
competentiebeheersing. Onder de definitie van onregelmatigheid wordt onder andere ook
fraude begrepen.
2. Onder fraude wordt verstaan elk handelen (waaronder het plegen van plagiaat), of nalaten,
waarvan betrokkene wist of behoorde te weten, dat dit handelen of nalaten het op de juiste
wijze vormen van een oordeel over iemands kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt.
3. Onder onregelmatigheid wordt in ieder geval begrepen:
a) het als eigen werk opnemen in het portfolio en /of als eigen (groeps)werk presenteren c.q.
inleveren van (groeps)werk (zoals scriptie, werkstuk, opdracht, toetsuitwerking) dat geheel of
gedeeltelijk is overgenomen en/of door de student ongeoorloofd met een of meer andere(n)
is gemaakt;
b) het bekendmaken van tentamenvragen en/of –antwoorden voorafgaand of tijdens het tentamen;
c) het op enige wijze verlenen van hulp of steun aan een medestudent als gevolg waarvan een
onjuiste indruk van het kennen en kunnen van de student wordt gewekt;
d) het hulp of steun zoeken en/of verkrijgen van een medestudent als gevolg waarvan een onjuiste indruk van het kennen en kunnen van de student wordt gewekt;
e) het binnen handbereik hebben van niet-toegestane hulpmiddelen tijdens het tentamen;
f) het tijdens de toetsing gebruiken van toegestane hulpmiddelen waarin niet toegestane aantekeningen en/of toevoegingen voorkomen (bijgeschreven of op losse blaadjes);
g) het zonder uitdrukkelijke toestemming verlaten van de tentamenlocatie en/of daarin terug te
keren tijdens het tentamen;
h) het verlaten van de tentamenlocatie met de uitwerking van een opdracht, ook wanneer deze
uitwerking vervolgens wordt aangeboden aan de surveillant of diens plaatsvervanger;
i) het aanbrengen van wijzigingen in de ter inzage gelegde uitwerkingen van tentamens, respectievelijk integrale toetsen;
j) het maken van een tentamen onder de naam van een ander, dan wel dit laten doen;
k) het overtreden van de regels voor inzage;
l) al die overige zaken of voorvallen die als zodanig door de voorzitter van de examencommissie worden benoemd.
Artikel 6.2 Inbeslagname bewijsmateriaal
De examencommissie, en diegenen die namens haar aanwezig zijn bij het tentamen/de toets, zijn
bevoegd tot inbeslagname van enig materiaal dat kan dienen als bewijs van de onregelmatigheid of
fraude. Nadat de beslissing van de examencommissie als bedoeld in artikel 6.6, onherroepelijk is geworden, retourneert de examencommissie het materiaal onverwijld aan de student.
Artikel 6.3 Maatregelen bij onregelmatigheid, respectievelijk fraude
1. Indien een student zich ten aanzien van enig deel van het tentamen aan enige onregelmatigheid heeft schuldig gemaakt of al dan niet rechtstreeks bij betrokken is, kan de examencommissie een of meer van de volgende maatregelen treffen:
a. schriftelijke waarschuwing;
b. schriftelijke berisping;
c. het onthouden van het getuigschrift aan de student (indien de onregelmatigheid eerst na afloop van een toetsing wordt ontdekt);
d. bepalen dat het getuigschrift slechts kan worden uitgereikt na een hernieuwde toetsing op
een door de examencommissie te bepalen wijze, datum en tijd (indien de onregelmatigheid
eerst na afloop van een toetsing wordt ontdekt);
396
e. intrekking van het getuigschrift nadat deze is uitgereikt (indien de onregelmatigheid eerst na
afloop van het uitreiken van het getuigschrift wordt ontdekt).
2. Bij fraude kan de examencommissie besluiten tot ontzegging van deelname aan één of meer
toetsingen voor de termijn van ten hoogste 1 jaar.
3. Bij ernstige fraude kan de examencommissie het college van bestuur voorstellen de inschrijving voor de opleiding van betrokkene definitief te beëindigen.
4. De examencommissie geeft indien een student zich naar het oordeel van de examencommissie, ten aanzien van enig deel van het tentamen aan een onregelmatigheid schuldig
heeft gemaakt, de volgende richtlijn: de examencommissie verklaart het tentamen van onwaarde en kent het cijfer 0 toe aan het betreffende tentamen.
Artikel 6.4 Horen student
1. De examencommissie deelt onverwijld, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk, mee
aan de student dat er een melding van onregelmatigheid bij een tentamen hem betreffende is ontvangen.
2. De examencommissie deelt haar voorgenomen besluit gemotiveerd en onverwijld mee aan de student, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk.
3. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord, alvorens er een definitief besluit wordt genomen.
4. Indien de student wenst te worden gehoord, dient hij dit schriftelijk kenbaar te maken en wel binnen
8 werkdagen na dagtekening van het schrijven waarin de student over de voorgenomen besluit is
geïnformeerd.
5. De student wordt gehoord uiterlijk 10 werkdagen nadat het verzoek daartoe is ontvangen.
6. Voordat het horen plaatsvindt, wordt de student meegedeeld dat deze niet verplicht is tot antwoorden.
7. Indien de student niet wordt gehoord wordt het voorgenomen besluit, na het verstrijken van de 8
werkdagen na dagtekening van het schrijven waarin de student over de voorgenomen besluit werd
geïnformeerd, omgezet in een definitief besluit.
Artikel 6.5 Bekendmaking besluit
Indien de student wordt gehoord, informeert de examencommissie de student onverwijld na het horen van de student schriftelijk over het genomen definitieve besluit, dan wel een voorstel/advies aan
het college van bestuur.
Artikel 6.6 Ongeldig verklaren van een tentamen en het tentamenresultaat waarvan de examencommissie de kwaliteit niet kan garanderen of ongeldig verklaren van een vermiste tentamenuitwerking
1. Indien een tentamen is afgenomen waarvan de examencommissie de kwaliteit niet kan garanderen, kan de examencommissie besluiten om (een deel van) het tentamen en (een deel van) het
tentamenresultaat ongeldig verklaren.
2. Onder kwaliteit in de zin van het voorgaande lid wordt kwaliteit in de ruimste zin van het woord bedoeld, waaronder: validiteit, betrouwbaarheid, authenticiteit en transparantie.
3. Indien de uitwerking van een tentamen wordt vermist, wordt daaraan geen resultaat toegekend.
Artikel 6.7 Bezwaar en beroep
Tegen het besluit van de examencommissie, als bedoeld in artikel 6.5, kan de student een bezwaar
maken en eventueel beroep instellen volgens de procedure beschreven in de regeling ‘rechtsbescherming besluiten het onderwijs betreffende’ van het studentenstatuut.
PARAGRAAF 7 GETUIGSCHRIFT EN DIPLOMASUPPLEMENT
Artikel 7.1 OER als kaderstellend document
1. In de OER 2014-2015 zijn in paragraaf 4, 6, 7 en 8 kaderstellende bepalingen vastgelegd met
betrekking tot de taken en bevoegdheden van de examencommissie op het gebied van onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen.
2. De in deze paragraaf (7) opgenomen artikelen zijn een nadere precisering van en/of aanvulling
op deze OER-bepalingen.
Artikel 7.2 Vaststellen of de student voldoet aan de eindkwalificaties benodigd voor het verkrijgen van de graad
1. De kader-OER wordt (als onderdeel van het opleidingsstatuut) nader ingevuld door de instituutsdirecteur, door hem ter advisering voorgelegd aan de opleidingscommissie en vervolgens door
397
2.
3.
4.
5.
hem ter vaststelling voorgelegd aan de faculteitsdirecteur. De faculteitsdirecteur legt zijn voorgenomen besluit ter vaststelling van de facultaire OER'en - ter instemming - voor aan de Faculteitsraad (FR). Na instemming van de Faculteitsraad stelt de faculteitsdirecteur de OER definitief
vast.
De examencommissie dient op objectieve en deskundige wijze vast te stellen of een student voldoet aan de eisen die de OER stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig
zijn voor het verkrijgen van een graad.
Examinatoren beoordelen de tentamens aan de hand van de in de OER opgenomen criteria en
door de examencommissie vastgestelde normen.
De examinatoren verwerken de resultaten van de beoordeelde tentamens in studenteninformatiesysteem.
Het onderwijsbureau draagt er zorg voor dat het studenteninformatiesysteem vervolgens automatisch berekent of een student aan de eisen heeft voldaan voor het behalen van het getuigschrift en de graad.
Artikel 7.3 Getuigschrift
1. De examencommissie verstrekt eenmalig een Nederlandstalig getuigschrift aan de kandidaat die
geslaagd is voor een examen.
2. Bij het opstellen van het getuigschrift wordt door de examencommissie gebruik gemaakt van het
door het college van bestuur van de HAN vastgestelde format.
3. De datum die op het getuigschrift staat is de datum waarop de examencommissie heeft besloten
dat de kandidaat voor het betreffende examen geslaagd is. Deze datum geldt als de officiële datum van geslaagd zijn.
4. De examencommissie controleert de op de getuigschriften vermelde onderwijseenheden en studiepunten op juistheid.
5. Het instellingsbestuur is verantwoordelijk voor de verlening van de graad aan degene die met
goed gevolg het afsluitend examen van een bacheloropleiding of associate degree-programma in
het hoger beroepsonderwijs heeft afgelegd.
6. Het college van bestuur van de HAN heeft de verantwoordelijkheid tot het verlenen van de graad
aan een student gemandateerd aan de examencommissies.
7. Aangezien de examencommissie vaststelt of het eindniveau voldoende is om een graad te verlenen en bovendien tot taak heeft het getuigschrift uit te reiken, verleent de examencommissie feitelijk de graad aan de student.
Artikel 7.4 Diplomasupplement
1. Een kandidaat die het getuigschrift behorende bij het afsluitend examen uitgereikt krijgt, ontvangt van de examencommissie een Engelstalig diplomasupplement (DS).
2. Bij het opstellen van het diplomasupplement wordt door de examencommissie gebruik gemaakt
van het door het college van bestuur van de HAN vastgestelde format.
3. Het onderwijsbureau draagt er zorg voor dat het studenteninformatiesysteem vervolgens automatisch controleer of een student aan de voorwaarden heeft voldaan door de op het document
vermelde studiepunten en cijfers te controleren.
4. Een diplomasupplement is voorzien van de naam en handtekening van de voorzitter van de examencommissie en van een stempel van de HAN.
Artikel 7.5 Getuigschriftvertaling
1. Voor vertalingen kunnen afgestudeerden zich wenden tot een beëdigd tolk/vertaler (zie:
www.ngtv.nl).
2. Alle kosten voor de vertalingen zijn voor rekening van de student.
Artikel 7.6 Verlies getuigschrift
Op verzoek van degene aan wie reeds een getuigschrift is uitgereikt, kan door de examencommissie
uitsluitend een door haar gewaarmerkte kopie van het getuigschrift of een verklaring dat betrokkenen
dd.mm.jjjj is afgestudeerd aan opleiding xxx van de HAN uitgereikt worden.
PARAGRAAF 8 SLOTBEPALINGEN
Artikel 8.1 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waarin een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is,
beslist, zo dit tot de bevoegdheden van de examencommissie behoort, de voorzitter van de examencommissie. Zijn beslissing deelt hij zo spoedig mogelijk mee aan de belanghebbenden bij de beslissing.
398
Artikel 8.2 Klacht, bezwaar en beroep inzake beslissingen en handelswijzen van een examencommissie
Zie hiervoor de “regeling rechtsbescherming besluiten het onderwijs betreffende”. Deze regeling is
als bijlage 11 opgenomen in het studentenstatuut HAN 2014-2015.
Artikel 8.3 Vaststelling, inwerkingtreding en wijziging
1. Dit reglement is vastgesteld door de examencommissies van de FEM op 17 april 2014 en treedt
in werking met ingang van 1 september 2014.
2. Het reglement is ter vervanging van het reglement examencommissies van de FEM dat is vastgesteld op 2 april 2013.
3. Dit reglement wordt bekendgemaakt aan de studenten en de medewerkers van de FEM via Insite van alle opleidingen van de FEM.
4. Dit reglement wordt bekendgemaakt aan de studenten en de medewerkers van de instituten genoemd in artikel 1.2 lid 1 van dit reglement door plaatsing via Insite onder Examencommissies
FEM.
5. Wijzigingen van dit reglement worden door de betreffende examencommissie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien
dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten.
6. Wijzigingen kunnen niet ten nadele van een student van invloed zijn op eerder genomen beslissingen van de examencommissie krachtens dit reglement.
399
Reglement opleidingscommissie SBRM 2014-2015
Reglement opleidingscommissie voor de bacheloropleidingen van de HAN
Artikel 1 Status en begripsbepalingen
1. Dit reglement is een reglement als bedoeld in artikel 25 4 van het bestuurs- en beheersreglement van de HAN.
2. Voor deze regeling gelden de definities en bepalingen die zijn opgenomen in de begrippenlijst
van het opleidingsstatuut (bijlage 2 van het opleidingsstatuut).
Artikel 2 Gezamenlijke (vergadering) opleidingscommissie(s)
1. Aan elke opleiding of groep van opleidingen is een opleidingscommissie verbonden.
2. In geval de opleidingen van één instituut niet een gezamenlijke opleidingscommissie hebben,
vergaderen alle opleidingscommissies behorend tot het instituut gezamenlijk tenminste 2keer
per jaar over de gemeenschappelijke punten, waaronder tenminste die genoemd in artikel 3 lid
2.
3. Bij het instituut International Business & Communication (IB&C) bestaan de volgende opleidingscommissies:
- Opleidingscommissie Commerciële Economie
- Opleidingscommissie Communicatie
- Opleidingscommissie International Business & Languages
- Opleidingscommissie Small Business & Retail Management
- Opleidingscommissie Food & Business
- Opleidingscommissie Arnhem Business School (IBMS, CS, LME, BMS en FC).
Artikel 3 Taken en bevoegdheden
1. Een opleidingscommissie heeft tot taak:
 Het uitbrengen van advies over de onderwijs- en examenregeling (OER) van de betreffende
opleiding.
 Het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de OER van de betreffende opleiding,
alsmede het beoordelen van het systeem van kwaliteitszorg van de betreffende opleiding.
 Het desgevraagd of op eigen initiatief advies uitbrengen aan de instituutsdirectie, de faculteitsdirectie en/of de faculteitsraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in
de betreffende opleiding(en).
2. De gezamenlijke vergadering heeft tot taak:
 De afzonderlijke adviezen over de OER van de opleidingscommissies die behoren tot een instituut te bespreken. Dit om tot één gezamenlijk advies te komen, zodat de OER op instituutsniveau kan worden vastgesteld.
 De afzonderlijke beoordelingen van de opleidingen over de wijze van uitvoeren van de OER,
alsmede de afzonderlijke beoordelingen van het systeem van kwaliteitszorg bespreken. Dit om
te komen tot een beoordeling over de wijze van uitvoering van de OER, alsmede het systeem
van kwaliteitszorg op instituutsniveau.
 Het desgevraagd of op eigen initiatief advies uitbrengen aan de instituutsdirectie, de faculteitsdirectie en/of de faculteitsraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in
de betreffende opleiding(en) op instituutsniveau.
Artikel 4 Adviezen en beoordelingen
1. Een advies, respectievelijk beoordeling als bedoeld in artikel 3 lid 1 wordt uitgebracht aan de instituutsdirectie en - door de opleidingscommissie - ter kennisneming gezonden naar de faculteitsdirectie en de faculteitsraad.
2. Een advies, respectievelijk beoordeling als bedoeld in artikel 3 lid 2 wordt uitgebracht aan de instituutsdirectie en ter kennisneming gezonden naar de faculteitsdirectie en de faculteitsraad.
3. Alvorens advies uit te brengen kan de opleidingscommissie overgaan tot raadpleging van de studenten en/of de docenten van de betreffende opleiding.
4. Voor zover de instituutsdirectie een advies van de opleidingscommissie niet volgt, omkleedt zij
het desbetreffende besluit met redenen en stelt daarvan de opleidingscommissie, de faculteitsdirectie en de faculteitsraad schriftelijk op de hoogte.
Artikel 5 Samenstelling
1. De samenstelling van de opleidingscommissie is als volgt:
400
een opleidingscommissie voor één opleiding telt minimaal 4 leden. Een opleidingscommissie voor
een groep van opleidingen telt minimaal 2 leden per tot die groep behorende opleidingen. Het
aantal leden per opleidingscommissie wordt bepaald door de faculteitsdirectie.
2. Bij de opleidingscommissie wordt:
a) de helft van het aantal leden benoemd uit – en op voordracht van - de docenten van de betreffende opleiding. In bijzondere omstandigheden of indien betrokkene over bijzondere kwalificaties beschikt dan kunnen in plaats van docenten ook andere personeelsleden worden
benoemd.
b) de helft van het aantal leden benoemd uit – en op voordracht van - de studenten van de betreffende opleiding. Er wordt naar gestreefd dat de verschillende opleidingsvarianten en -fases (voltijd, deeltijd, duaal, propedeuse, postpropedeuse e.d.) in de commissie vertegenwoordigd zijn.
3. De samenstelling van de gezamenlijke vergadering is als volgt: van elke opleidingscommissie
wordt de voorzitter en één ander lid afgevaardigd.
4. De instituutsdirectie benoemt de leden van de opleidingscommissie zoals aangegeven in lid 2 en
3 van dit artikel.
Artikel 6 Benoemingsprocedure
1. Met in achtneming van artikel 5 benoemt de instituutsdirecteur uit de studenten en de docenten
van de opleiding minimaal 4 leden voor een opleidingscommissie voor één opleiding en voor een
opleidingscommissie voor een groep van opleidingen. Zowel de studenten, als de docenten dragen zorg voor een voordracht van te benoemen leden.
2. Indien voor de opleidingen van een instituut niet één gezamenlijke opleidingscommissie is ingesteld -kiest elke afzonderlijke opleidingscommissie behorend tot dat instituut jaarlijks uit haar midden een docent en een student, die naast de voorzitter, worden afgevaardigd in de gezamenlijke
vergadering.
Artikel 7 Zittingsduur
1. De zittingsduur van de leden van een opleidingscommissie en leden van de gezamenlijke vergadering bedraagt 2 jaar, ingaande op 1 september. Aftredende leden kunnen opnieuw voor benoeming voorgedragen worden.
2. Jaarlijks wordt nagegaan of aan de vereisten van artikel 5 van dit reglement wordt voldaan. Indien nodig wordt een nieuwe voordracht opgesteld die aan deze vereisten voldoet. Artikel 6 is
hierbij van toepassing.
3. Lid 1 van dit artikel is eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering.
Artikel 8 Beëindiging lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van een opleidingscommissie en de gezamenlijke vergadering eindigt:
a. na 2 jaar, in geval het lid niet opnieuw voorgedragen wordt;
b. tussentijds;
- in geval van overlijden;
- in geval zich een situatie voordoet zoals beschreven in art. 7, lid 2, tweede volzin;
- in geval de docent niet meer aan het instituut, respectievelijk de betreffende opleiding verbonden is;
- in geval het student-lid de opleiding verlaten heeft;
- in geval van schriftelijke opzegging door het lid - met vermelding van reden – tegen het
eind van de maand, met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden.
2. Ingeval van tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap van de gezamenlijke vergadering van
een van haar leden, wordt met inachtneming van artikel 5 en 6 een nieuw lid uit haar midden benoemd.
Artikel 9 Tussentijdse vacatures
1. In het geval van een tussentijdse vacature bij een opleidingscommissie benoemt de instituutsdirectie een opvolger, zoals aangegeven in artikel 5.
2. De benoeming van een opvolger geschiedt binnen 4 weken na het ontstaan van de tussentijdse
vacature.
3. De tussentijdse opvolger treedt af op het moment dat degene wiens lidmaatschap tussentijds is
geëindigd, had moeten aftreden.
4. Lid 2 en lid 3 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering.
Artikel 10 Voorzitter en secretaris
401
1. De opleidingscommissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris, en voor elk van
beide een plaatsvervanger.
2. De gezamenlijke vergadering kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris, en voor elk
van beide een plaatsvervanger.
Artikel 11 Vergaderingen
1. De vergadering wordt bijeengeroepen door de voorzitter van de opleidingscommissie. Deze
roept de vergadering minimaal tweemaal per jaar bijeen en voorts wanneer minstens de helft
van het aantal leden van de opleidingscommissie hierom verzoekt.
2. De leden van de opleidingscommissie ontvangen uiterlijk 10 werkdagen voor de datum van de
vergadering een schriftelijke uitnodiging inclusief de agenda.
3. De vergaderstukken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de vergadering in het bezit te zijn van de
leden van de vergadering. Indien deze termijn niet in acht genomen is, kan de vergadering met
meerderheid van stemmen besluiten geen advies uit te brengen.
4. De vergaderingen van de opleidingscommissie zijn openbaar, tenzij de opleidingscommissie anders beslist. In besloten vergaderingen kunnen geen besluiten worden genomen.
5. De opleidingscommissie draagt er zorg voor dat haar adviezen en voorstellen ter inzage liggen
op een voor de docenten en de studenten van het instituut, respectievelijk de opleiding toegankelijke plaats.
6. De opleidingscommissie houdt tenminste 2 keer per jaar een openbare vergadering conform lid
1 van dit artikel.
7. De data van de openbare vergaderingen worden in overleg met de instituutsdirectie zodanig gepland, dat zij aansluiten bij de HAN-jaarplanning.
8. De opleidingscommissie bepaalt zelf of zij ter voorbereiding van een openbare vergadering een
besloten vergadering houdt.
9. De vergadering van de gezamenlijke vergadering wordt door de voorzitter van de gezamenlijke
vergadering bijeengeroepen Deze roept de vergadering bijeen zo vaak als is bepaald in artikel 2
lid 2.
10. Lid 2, 3, 4, 5, 7 en 8 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering.
Artikel 12 Besluitvorming
1. De opleidingscommissie beslist bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen over het
uitbrengen van een advies of voorstel.
2. De opleidingscommissie draagt er in voorkomende gevallen zorg voor dat ook het standpunt van
de minderheid van de uitgebrachte stemmen kenbaar wordt gemaakt aan de instituutsdirectie.
3. Lid 1 en 2 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering.
Artikel 13 Verslaglegging
1. Van iedere vergadering wordt onder verantwoordelijkheid van de secretaris van de opleidingscommissie een verslag gemaakt.
2. Het verslag bevat tenminste:
a. datum/tijd/plaats;
b. aanwezige leden;
c. afwezige leden;
d. agenda;
e. de hoofdlijnen van de discussie;
f. de uitkomst van de adviesaanvragen (met eventuele stemming);
g. eventuele stemverklaringen;
h. besluitenlijst.
3. Het verslag wordt uiterlijk 15 werkdagen na de vergadering als concept naar de leden gestuurd.
4. Het verslag wordt vastgesteld in de eerstvolgende vergadering.
5. De verslagen van de openbare vergaderingen van de opleidingscommissie worden digitaal beschikbaar gesteld voor de docenten en studenten van het instituut, respectievelijk de betreffende
opleiding.
6. Lid 1 tot en met lid 5 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering.
Artikel 14 Taken instituutsdirectie in relatie tot de opleidingscommissie
1. Zie artikelen 3 en 4.
402
2. Op verzoek van de instituutsdirectie - of de door haar aangewezen plaatsvervanger – dan wel op
verzoek van de opleidingscommissie woont de instituutsdirectie – of de door haar aangewezen
plaatsvervanger - de vergaderingen van de opleidingscommissie of een gedeelte daarvan, bij.
3. De faculteitsdirectie, de instituutsdirectie en de opleidingscoördinator verstrekken de opleidingscommissie alle informatie die deze commissie redelijkerwijs nodig heeft voor de uitoefening van
haar taken.
4. De instituutsdirectie draagt er zorg voor dat de studenten en de docenten van het betreffende instituut voldoende op de hoogte zijn van het bestaan en het functioneren van de opleidingscommissie.
5. Lid 1 tot en met lid 4 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering.
Artikel 15 Rapportage
1. De voorzitter van de opleidingscommissie brengt in elk geval jaarlijks in de maand november
schriftelijk verslag uit aan de instituutsdirectie over het functioneren en de werkzaamheden van
de commissie in het voorgaande studiejaar. De voorzitter zendt het verslag ter kennisneming
aan de faculteitsdirectie en de faculteitsraad.
2. De voorzitter van de gezamenlijke vergadering opleidingscommissie brengt in elk geval jaarlijks
in de maand november schriftelijk verslag uit aan de instituutsdirectie over het functioneren en
de werkzaamheden van de gezamenlijke vergadering in het voorgaande studiejaar. De voorzitter
zendt het verslag ter kennisneming aan de faculteitsdirectie en de faculteitsraad.
3. Het verslag bevat in elk geval informatie over de volgende onderwerpen:
- de visie van de opleidingscommissie op haar taak en werkwijze;
- het beleids- en activiteitenplan m.b.t. de afgelopen periode (= vorig studiejaar);
- de samenstelling van de opleidingscommissie tijdens de afgelopen periode;
- de door de opleidingscommissie uitgebrachte oordelen en adviezen in de afgelopen periode;
- de reactie van (onder meer) de instituutsdirectie, resp. de voorzitter opleidingscommissie
op deze adviezen;
- evaluatie van het beleids- en activiteitenplan;
- conclusies en aanbevelingen.
4. Het in de leden 1 en 2 bedoelde verslag wordt in ieder geval digitaal en indien gewenst schriftelijk beschikbaar gesteld voor de docenten en studenten van het instituut, respectievelijk de betreffende opleiding(en).
Artikel 16 Facilitering en voorzieningen
1. De faculteits- en instituutsdirectie stellen voldoende faciliteiten aan de opleidingscommissie ter
beschikking.
2. In concreto impliceren deze faciliteiten het volgende:
a. Voor het geheel aan activiteiten van de opleidingscommissie (vergaderingen, voorbereiding)
geldt voor elke docent en student een facilitering als richtlijn van minimaal 40 uur en maximaal 60 uur.
b. De leden van de opleidingscommissie worden in de gelegenheid gesteld om gedurende een
door de faculteits- en instituutsdirectie en de commissie gezamenlijk vast te stellen hoeveelheid tijd de scholing te ontvangen die de leden van de commissie voor de vervulling van hun
taak nodig hebben. De docent-commissieleden worden in de gelegenheid gesteld de scholing in werktijd en met behoud van salaris te ontvangen.
c. De opleidingscommissie kan in overleg met de instituutsdirectie beschikken over secretariële
ondersteuning, vergaderruimte, mogelijkheden tot reproductie/distributie van vergaderstukken en restauratieve voorzieningen.
3. Lid 1 en lid 2 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering.
Artikel 17 Bescherming
Het college van bestuur, de faculteitsdirectie, de instituutsdirectie en de opleidingscoördinator dragen er zorg voor dat de leden van de opleidingscommissie en de leden van de gezamenlijke vergadering - uit hoofde van hun lidmaatschap van de opleidingscommissie – niet worden geschaad in
hun positie en/of belangen met betrekking tot de hogeschool.
Artikel 18 Geschillen
Indien het advies van de opleidingscommissie niet wordt opgevolgd dan kan de opleidingscommissie
dit melden aan de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad kan een geschil voor de
opleidingscommissie aanspannen bij de geschillencommissie medezeggenschap.
403
Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing van de
opleidingscommissie respectievelijk gezamenlijke vergadering, noodzakelijk is, beslist de voorzitter
van de opleidingscommissie respectievelijke de voorzitter van de gezamenlijke vergadering. Zijn beslissing deelt hij zo spoedig mogelijk mee aan de overige leden van de opleidingscommissie respectievelijk de overige leden van de gezamenlijke vergadering, de instituutsdirectie, de betreffende opleidingscoördinator(en) en de faculteitsdirectie.
Artikel 20 Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 september 2014.
404
Deel 3: Studiegids
Studiegids Propedeuse, A-cluster, voltijd, 2014-2015
Studiegids Propedeuse, A-cluster, voltijd 2014-2015
Studiegids Propedeuse B-cluster en hoofdfase, voltijd 2014-2015
Studiegids Duaal 2014-2015
405
Studiegids Propedeuse, A-cluster, voltijd
International Business & Communication
Faculteit Economie en Management
september-instroom 2014-2015
406
407
Studiegids Propedeuse
A-cluster, voltijd
International Business & Communication
Faculteit Economie en Management
September-instroom 2014-2015
408
409
Voorwoord
Dit is de studiegids voor het A-cluster van de propedeuse van het instituut International Business &
Communication.
Deze studiegids geeft informatie over de inhoud, opbouw en organisatie van het A-cluster. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut (OS). Het OS bestaat uit vier delen, waarvan de studiegids deel 3 vormt.
In het Opleidingsstatuut (OS) is tevens de Onderwijs- en Examenregeling (OER) opgenomen (deel
2). Hierin zijn de formele regelingen opgenomen over het onderwijs en de toetsing. Denk bijvoorbeeld aan de termijn waarbinnen de uitslag van een toets bekend moet zijn, inzage in toetsen, de
studielast en de onderwijseenheden van de opleiding.
In deel 1 van het OS vind je de HAN-jaarplanning met lesperiodes en vakanties. Informatie over studentvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau is in deel 4 van het OS opgenomen.
Het gehele Opleidingsstatuut is te vinden op insite – Economie en Management – Commerciële Economie – onderwijs- onderwijsprogramma.
Naast dit OS is ook een aantal andere documenten belangrijk voor jou als student.
In de studiehandleidingen is informatie opgenomen over de diverse onderwijseenheden. Studiehandleidingen staan op Scholar.
Ook op Insite staat het Studentenstatuut van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) dat
voor alle studenten en opleidingen van de HAN geldt. Het Studentenstatuut meldt wat studenten mogen verwachten van de HAN en wat de HAN van hen verwacht. Het is een verzameling van alle
rechten en plichten van studenten en geeft ook aan welke voorzieningen er voor studenten zijn. Bovendien bevat het een overzicht van de rechtsbescherming van studenten.
In de jaaragenda tenslotte vind je verdere informatie over de organisatie en belangrijke data. Deze
agenda kun je ophalen bij ‘t Vraagpunt.
Actuele wijzigingen en aanvullingen op de studiegids worden gepubliceerd op Insite en Scholar. De
meest recente versie van deze studiegids staat op Insite, Scholar en www.han.nl (bij jouw opleiding).
Actuele informatie over inschrijven tentamens, inzage, sluitingstermijnen, vind je op Insite en wordt
tevens op de informatieschermen in de gebouwen gepubliceerd.
Zoek je iemand van je opleiding, kijk dan op insite bij jouw opleiding onder tab ‘Over Ons’.
Wij wensen je veel succes met je studie.
Arnhem, augustus 2014
Loes Janssen
Loes Cuppen
opleidingscoördinator A-cluster IB&C
410
411
Voorwoord ........................................................................................................................................ 410
1.
Praktische informatie ............................................................................................................... 414
1.1
Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding ............................................................. 414
1.3
Studiebegeleiding .............................................................................................................. 415
2.
Visie op het onderwijs: de propedeuse ................................................................................. 420
2.1
Wat is de propedeuse? ...................................................................................................... 420
2.2
Doel van de propedeuse ................................................................................................... 420
2.3
Opbouw van de opleiding .................................................................................................. 420
3.
De opbouw van de propedeuse: onderwijseenheden en modules ..................................... 421
3.1
Opbouw van het studiejaar ................................................................................................ 421
3.2
Rooster- en modulecode ................................................................................................... 421
4.
Tentamens ................................................................................................................................ 422
4.1
Tentamenrooster ............................................................................................................... 422
4.2
Toetscodes ........................................................................................................................ 422
4.3
Inschrijving tentamens ....................................................................................................... 422
4.4
Individueel tentamenrooster .............................................................................................. 423
4.5
Twee tentamens op hetzelfde tijdstip ................................................................................ 423
4.6
Schrijfmateriaal bij tentamens ........................................................................................... 423
4.7
Cijfers................................................................................................................................. 423
4.8
Aangepaste tentamenfaciliteiten ....................................................................................... 423
4.9
Afstuderen ......................................................................................................................... 423
4.10 Inzage ................................................................................................................................ 424
5.
Propedeusegetuigschrift en Bindend studieadvies ............................................................. 425
5.1
Behalen van je propedeusegetuigschrift ........................................................................... 425
5.2
Studieadvies ...................................................................................................................... 425
5.3
Cijfers en studiepunten in HAN-SIS/Alluris ....................................................................... 426
5.4
Integrale toetsen ................................................................................................................ 426
6.
Curriculum van de propedeuse: onderwijseenheden .......................................................... 427
6.1
OWE’s A-cluster ................................................................................................................ 427
6.2
Overzicht onderwijseenheden/verantwoordelijke docent .................................................. 429
Bijlage 1: Overzichten toetsen en opdrachten A-cluster ............................................................ 430
Bijlage 2: Conversietabel ................................................................................................................ 433
Bijlage 3: Competenties Commerciële Economie ........................................................................ 434
Bijlage 4: Competenties Communicatie ........................................................................................ 438
Bijlage 5: Competenties International Business and Languages .............................................. 443
Bijlage 6: Competenties Small Business & Retail Management ................................................ 446
Bijlage 7: Gedragsregels tijdens tentamens/tijdens inzages/klachten en geschillen .............. 454
Bijlage 8: Plagiaat en fraude........................................................................................................... 457
Bijlage 9: Huisregels ........................................................................................................................... 0
Bijlage 10: Ongewenst seksueel gedrag en intimidatie .................................................................. 1
Bijlage 11: RSI ...................................................................................................................................... 2
Bijlage 12: Beschrijving OWE’s A-cluster propedeuse ................................................................... 4
412
413
1.
Praktische informatie
Voordat het onderwijsprogramma toegelicht wordt, eerst een aantal praktische zaken. Waar kan ik
wat vinden en wie benader ik met mijn vragen? Na het lezen van onderstaand hoofdstuk heb je inzicht in de informatiekanalen en weet je wie je kunt benaderen met je specifieke vragen.
1.1
Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding
De propedeuse maakt gebruik van meerdere informatiekanalen. Wij verwachten van jou dat je deze
bronnen regelmatig raadpleegt en gebruikt. De opleiding gebruikt deze namelijk om met jou te communiceren. Om toegang tot deze kanalen te krijgen heb je wel een HAN-account nodig. Zodra je je
hebt aangemeld ontvang van de StudentenInschrijfAdministratie bericht over het aanmaken van een
HANaccount.
1. HAN-Insite
HAN-Insite is het intranet van de HAN. Op HAN-Insite vind je allerlei zaken die de opleiding betreffen. Ook het lesrooster en roosterwijzigingen vind je hierop terug. Wanneer je op zoek gaat naar informatie over de opleiding ga je naar de site van jouw betreffende opleiding. Heb je gekozen voor
Commerciële Economie, dan ga je naar HAN-Insite CE (Economie, Management en Recht – Commerciële Economie ).
2. HAN-Scholar
HAN-scholar is de elektronische leer- en werkomgeving van de HAN. Studenten en docenten kunnen hier online samenwerken.
3. Informatiemonitoren
In de gebouwen in Arnhem en Nijmegen hangen op diverse plekken informatiemonitoren. Hierop
worden actuele wijzigingen in het lesrooster gepubliceerd.
4. Studiegids
Dit is de studiegids voor de propedeuse A-cluster. Deze studiegids geeft informatie over de inhoud,
opbouw en organisatie van de opleiding. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut
(OS).
5. HAN e-mail
HAN e-mail is de mailservice van de HAN. Elke student ontvangt een HAN e-mailadres. De opleiding
zal dit e-mailadres gebruiken voor onderwijsgerelateerde communicatie met studenten.
6. Jaaragenda
Studenten halen aan het begin van het studiejaar de ‘jaaragenda’ op bij ‘t Vraagpunt. Hierin is informatie opgenomen over: jaarplanning, locaties, collegetijden, faciliteiten en interne organisatie.
7. ‘t Vraagpunt
’t Vraagpunt is een studentenbalie in de centrale hal waar studenten tijdens openingstijden van het
gebouw en via email vragen kunnen stellen over onderwijsgerelateerde zaken.
8. HAN-SIS/Alluris
HAN-SIS is een studievoortgangsysteem waarin alle studieresultaten per student worden bijgehouden. De student dient zelf te controleren of de cijfers kloppen. Bij onjuistheden moet de vakdocent
hierover gemaild worden.
Alluris vervangt HAN-SIS
In december 2014 gaan we over op het nieuwe studie-informatiesysteem Alluris. Lees per 2015 ‘Alluris’ voor ‘HAN-SIS’ .
Informatievoorziening overstap naar Alluris
In november 2014 en in januari 2015 ontvang je meer informatie met betrekking tot de overstap naar
Alluris. Hierin wordt duidelijk vermeld wanneer welke actie van studenten wordt verwacht en wat te
doen bij vragen of problemen.
Overstap naar Alluris: check je studievoortgang/resultaten
De informatie die je rond live-gang ontvangt, betreft de volgende acties:
Controleer je cijferlijst in HAN-SIS voor 1 december 2014. Missen er resultaten of constateer je
fouten? Neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de desbetreffende docent.
414
-
Op 1 december 2014 zal HAN-SIS sluiten. Dit betekent dat er vanaf dat moment geen cijfers
meer kunnen worden ingevoerd in HAN-SIS. Alle resultaten uit HAN-SIS die vóór 1 december
2014 zijn ingevoerd, zullen worden overgezet naar Alluris.
Vanaf 1 december 2014 kun je wel nog steeds je studieresultaten bekijken in HAN-SIS.
Met ingang van 5 januari 2015 zul je je studievoortgang bekijken via Alluris. Uiteraard zorgt de
HAN ervoor dat jouw behaalde resultaten worden overgezet van HAN-SIS naar Alluris. Het is
echter van belang dat je de resultaten zelf controleert. Bekijk daarom vanaf 5 januari 2015 jouw
cijferlijst in Alluris om vast te stellen dat al jouw behaalde resultaten ook daadwerkelijk goed zijn
overgezet naar Alluris. Let er wel op dat alle resultaten die je hebt behaald in de periode na 1
december 2014 vanaf 5 januari 2015 in Alluris worden ingevoerd.
1.2
Lesdagen en –tijden
De gebouwen zijn, afhankelijk van de vestiging, van maandag t/m vrijdag (in Arnhem ook op zaterdag tot 13.00 uur) geopend. Er zijn aangepaste openingstijden per vestiging. Zie hiervoor de jaaragenda.
Geroosterd onderwijs vindt plaats tussen 08.00 en 21.30 uur. Op welke dagen er onderwijs en activiteiten gepland zijn, staat in de IB&C-jaarplanning. Les- en tentamenroosters worden gepubliceerd op
insite.
IB&C-jaarplanning 2014-2015
Zie voor de jaarplanning HAN-insite: insite>opleiding>actueel>jaarplanning.
1.3
Studiebegeleiding
Er zijn verschillende begeleidingsmogelijkheden waar je, tijdens je studie, gebruik van kunt maken.
Hieronder staat aangegeven bij wie je waarvoor terecht kunt.
Studieloopbaanbegeleider (SLB’er)/mentor
Elke klas wordt begeleid door een SLB’er. De SLB’er is jouw eerste aanspreekpunt voor vragen en
zal je helpen bij het oplossen van problemen. Tevens voert hij gesprekken met je over jouw studieloopbaan.
De SLB’er informeert, begeleidt en adviseert je bij de studie en bij de studievoortgang. Hij biedt daarnaast begeleiding bij reflectie op en aansturing van de eigen competentieontwikkeling. Gedurende
de propedeuse is hij je behulpzaam bij het maken van keuzes.
Bij persoonlijke problemen die leiden tot studievertraging is het van groot belang dat je dit tijdig aangeeft, dat wil zeggen op het moment dat ze zich voordoen.
Indien nodig, afhankelijk van het probleem, verwijst jouw SLB’er je door naar de Senior Studieloopbaanbegeleider (SSLB’er), de campusdecaan of de coördinator propedeuse.
Senior Studieloopbaanbegeleider van de propedeuse (SSLB’er)
Als je door ziekte, persoonlijke problemen of bijzondere omstandigheden niet voldoende kunt presteren zal jouw SLB’er je doorverwijzen naar de SSLB’er van de propedeuse. Je kunt overigens ook
zelf contact met hen opnemen. In overleg is het mogelijk dat je samen met de SSLB’er je studieprogramma aanpast.
Daarnaast kun je bij de SSLB’er terecht als je vragen hebt over:
extra faciliteiten bij tentamens;
bindend negatief studieadvies;
stoppen met de studie;
overstappen naar andere opleidingen;
studiefinanciering;
regelingen uit het studentenstatuut;
de combinatie van topsport en studie;
studeren met een functiebeperking.
Bij specifiekere vragen, bijvoorbeeld over financiële ondersteuning, speciale voorzieningen vanwege
een functiebeperking of verwijzing naar de studentenpsycholoog kan de SSLB’er je doorsturen naar
de campusdecaan.
415
Bereikbaarheid van de SSLB’ers
Je kunt de SSLB’ers op de volgende manier bereiken:
Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer C1.09
Miriam Vroonhof
Je kunt langskomen, via de mail vragen stellen of een afspraak maken: [email protected].
Nijmegen, Laan van Scheut 10, kamer F2.91
Mirjam van de Wiel (voor studenten uit de oneven klassen).
Dorothé Boerboom (voor studenten uit de even klassen).
Je kunt langskomen, bellen of via de mail vragen stellen of een afspraak maken.
Mirjam van de Wiel
Dorothé Boerboom
tel: 024-3530711
tel: 024-3530756/3530702
[email protected]
[email protected]
Campusdecaan
Bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen werken vier studentendecanen bij wie je als student
met specifieke vragen terecht kunt.
Voorbeelden van vragen kunnen zijn:
je loopt ten gevolge van ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging op en je hebt
daardoor financiële problemen;
je hebt een acuut financieel probleem waardoor je studie niet goed gaat;
je hebt specifieke ondersteuning nodig bij je studie in verband met je functiebeperking, je topsport of anderszins;
je hebt vragen over je studiefinanciering;
je hebt vragen over bezwaar- of beroepsprocedures;
je wilt doorverwezen worden naar hulpverleners buiten de HAN, bijvoorbeeld de studentenpsychologen van de Radboud Universiteit.
De campusdecanen zijn zowel in Arnhem als in Nijmegen bereikbaar. Als je één van de decanen wilt
spreken, kun je het beste via de mail een afspraak maken. Hieronder vind je de gegevens.
Arnhem, Ruitenberglaan 27, kamer V0.13
Peter Hoekstra en Ingrid van der Heijden
[email protected]
tel: 026-3658111
Nijmegen, Kapittelweg 33, kamer C3.27
Ton van Amelsvoord en Liesbeth Diemel
[email protected]
tel: 024-3531330
Zie voor meer informatie: www.han.nl ► insite ► campusdecanaat.
Coördinator propedeuse
Bij de coördinator propedeuse kun je terecht voor vragen over:
groepsindeling
taalkeuze
onderwijsinhoud van de propedeuse;
officiële berichtgeving over studievoortgang;
studieadviezen (voorlopig) positief en (voorlopig) bindend negatief studieadvies in februari en
juli;
alle zaken met betrekking tot de propedeuse als voorgaande personen geen uitsluitsel of oplossing kunnen bieden (ook klachten, adviezen en geschillen).
Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer E2.02
Loes Janssen
Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer E2.04
Marion Berendsen, [email protected]
416
1.4
Wie, wat, waar
Waar kun je terecht en bij wie met welk soort vragen? Je vindt het in onderstaand overzicht. Het
meest actuele overzicht is ook altijd te vinden op Insite.
’t Vraagpunt
Vragen over:
collegegeld en collegekaart;
machtigingsformulier ´betaling collegegeld´;
de collegekaart;
roosters;
zelfstandig bekijken van studieresultaten;
bewijs van inschrijving/betaling;
uitgifte van propedeusecertificaten;
uitgifte van gewaarmerkte kopieën;
stageverklaringen voor studenten die naar het buitenland gaan;
informatie over Studielink;
invullen formulieren van DUO en Bafög bijv. met betrekking tot collegegeld, krediet, etc.
R31 – A0.01 (receptie)
[email protected]
026-3691200
Nijmegen:
LS10 – F0.27
[email protected]
024-3531697
Reserveren van lokalen:
ga naar insite FEM, selecteer ‘roosters’ en kies: ‘aanvraag lokaal (formulier)’.
Vragen over:
gevonden en verloren voorwerpen;
melden van gevaarlijke situaties.
Arnhem:
Planning
Receptie
Arnhem:
Nijmegen:
Servicedesk
Intranet/Insite
Scholar IB&C propedeuse
Docenten
R31 - A0.00
[email protected]
026-3691000
LS10 - 0.48
[email protected]
024-3530700
Vragen over:
facilitaire en ICT-vragen, reserveringen (bijv. laptop of vergaderruimtes),
meldingen en klachten.
e-mail:
[email protected]
tel:
024-3531666
Arnhem:
R31-B1.04
Nijmegen:
K33-C1.54
Info propedeuse http://insite.han.nl
Informatie over:
roosters;
reserveren van studieruimtes;
studieresultaten (HAN SIS);
nieuws;
studiegids;
contactgegevens docenten.
Informatie over onderwijseenheden:
actuele informatie;
studiehandleidingen;
wijzigingen binnen onderwijseenheden;
proeftoetsen;
collegemateriaal.
Vragen over lesstof, stofplanning, studiewijzer. Buiten de lessen om zijn docenten te vinden in de flexwerkruimtes of thuis. De lesroosters van docenten zijn te vinden op insite, roosters. Docenten zijn het gemakkelijkst/ snelst
via de e-mail te benaderen. E-mailadressen staan in de agenda.
417
Senior-studieloopbaanbegeleiders
Opleidingscoördinatie
A-cluster
Aanspreekpunt voor studenten Arnhem:
Aanspreekpunt voor studenten Nijmegen:
Studiewisselpunt FEM
Curriculumcommissie
A-cluster
Advies over:
het inlopen van studieachterstand;
het voorkomen van een negatief bindend studieadvies;
het behalen van de stagedrempel;
het verstrekken van extra tentamenfaciliteiten;
het aanpakken van motivatie- en disciplineproblemen bij de studie;
het rekening houden met persoonlijke omstandigheden;
consequenties voor de studiefinanciering;
het binnen bepaalde grenzen samenstellen van alternatieve leerroutes
en volgen van afwijkende modulen;
minoren;
vervolgstudies.
Voor Arnhem: Miriam Vroonhof ([email protected])
Voor Nijmegen: Mirjam van de Wiel ([email protected])
Dorothe Boerboom ([email protected])
Vragen over:
wijziging van groep;
vrijstellingen;
algemene vragen over het programma;
voorlichtingsdagen, open dagen
overleg groepsvertegenwoordigers;
opleidingscommissie;
informatieavonden ouders;
uitreiking propedeusegetuigschrift.
Marion Berendsen ([email protected])
R31 - E2.04
026-3691068
Marion Berendsen ([email protected])
R31 - E2.04
026-3691068
Charlotte de Lorme ([email protected])
LS10 - F2.32
024-3530704
Ben je begonnen aan je studie en heb je het gevoel dat je niet de juiste
keuze hebt gemaakt, dat je niet op je plaats zit? Heb je een BNSA gekregen, of verwacht je een BNSA te krijgen? Weet je niet welke opleiding wel
bij jou past? Wil je hulp bij het maken van de juiste studiekeuze? Neem dan
eventueel, na overleg met je SLB’er, contact op met het Studiewisselpunt
FEM.
Je kunt bij het Studiewisselpunt terecht voor:
een persoonlijk gesprek;
heroriëntatie;
workshops Studiekeuze;
interessetesten;
informatie over opleidingen van de HAN;
tips om actief aan de slag te gaan met jouw studiekeuze.
Je kunt per mail contact opnemen met [email protected]. Wil
je liever langs komen dan kun je terecht bij de balie in Arnhem C3.00 en in
Nijmegen in ruimte F0.56 (maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag).
Vragen over de inhoud van het onderwijsprogramma.
De voorzitter curriculumcommissie is Loes Janssen ([email protected]).
418
1.5
Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen
De bacheloropleiding wordt afgesloten met een hbo-getuigschrift en een bachelorgraad in domein
Business Administration, Commerce of Communicatie.
Bij elk getuigschrift hoort een Engelstalig diplomasupplement. Het diplomasupplement bevat een
specificatie van de behaalde graad, beknopte informatie over het gevolgde onderwijs, het beoordelingssysteem, de behaalde studiepunten, de kwalificaties van tentamens en de onderdelen van de
examens.
Verder bevat het document beknopte informatie over de HAN University of Applied Sciences en het
Nederlandse onderwijsstelsel.
Het Engelstalig diplomasupplement voldoet aan internationale IDS-afspraken6. De faculteiten archiveren de bestanden van de uitgegeven IDS-en.
6
Internationaal Diploma Supplement
419
2.
Visie op het onderwijs: de propedeuse
In dit hoofdstuk vind je informatie over de opzet van het eerste jaar van je opleiding.
2.1
Wat is de propedeuse?
Je staat op het punt om te beginnen met je studie in het eerste jaar: de propedeuse. Samen met studenten van vier andere opleidingen volg je het eerste halfjaar hetzelfde programma. Tijdens het
tweede halfjaar volg je een opleidingsspecifiek programma.
Het eerste halfjaar (A-cluster) volg je samen met studenten uit de onderstaande opleidingen:
Commerciële Economie (CE);
Communicatie (CO);
International Business and Languages (IBL);
Small Business & Retail Management (SBRM).
Het tweede halfjaar (B-cluster) volg je het programma van de opleiding die je gekozen hebt.
2.2
Doel van de propedeuse
Het doel van de propedeuse is:
dat je een goede economische basis ontwikkelt die je nodig hebt voor je verdere studie;
dat je een beeld krijgt van de opleiding en het beroep;
dat verschillen in kennisniveau als gevolg van verschillen in vakkenpakketten en vooropleidingen, zoveel als nodig, opgeheven worden;
dat je een advies krijgt over het vervolg van je studie;
dat er zowel sociale binding als binding met de opleiding ontstaat.
2.3
Opbouw van de opleiding
Iedere opleiding bestaat uit vier studiejaren. Een studiejaar bij de HAN is verdeeld in twee semesters
c.q. clusters. Deze clusters duren een half jaar en worden aangeduid met een letter. De propedeuse
bestaat uit het A-cluster (eerste halfjaar) en het B-cluster (tweede halfjaar).
De opleiding ziet er schematisch als volgt uit:
420
3.
De opbouw van de propedeuse: onderwijseenheden en modules
In dit hoofdstuk staat informatie over de opbouw van het studiejaar, het rooster en de verschillende
modules die je gaat volgen.
3.1
Opbouw van het studiejaar
In hoofdstuk 2 heb je kunnen lezen dat ieder studiejaar bestaat uit twee clusters. Elk cluster bestaat
uit vier onderwijseenheden (OWE) en elke OWE bestaat uit verschillende modules.
Ieder cluster is onderverdeeld in twee perioden van negen onderwijsweken (OW). Tijdens de eerste
acht weken volg je (hoor- en werk-)colleges, trainingen en werk je met medestudenten aan opdrachten en projecten. Na deze acht weken volgt een tentamenweek. Meer informatie over de verschillende onderwijseenheden en modulen staat in hoofdstuk 6.
Schematisch ziet een periode er als volgt uit:
OW 9 en 101
 Tentamens
OW 1 t/m 8
 (Hoor- en werk-)colleges
 Trainingen
 Opdrachten
 Tentamenvoorbereiding
1 Periode
1 alleen week 9
Aan het begin van het studiejaar ontvang je een agenda van de FEM. In deze agenda vind je de
complete jaarplanning met daarin alle onderwijsweken en vakanties. De onderwijsweken worden als
volgt weergegeven: <periode> - <onderwijsweek>, bijvoorbeeld:
1-1 (periode 1 - onderwijsweek 1);
2-4 (periode 2 - onderwijsweek 4).
De jaarplanning is te vinden op HAN-insite.
3.2
Rooster- en modulecode
Tijdens het A-cluster ga je aan de slag met verschillende modules. Een module is een afgebakende
hoeveelheid lesstof. Iedere module heeft een eigen code die gebruikt wordt in je lesrooster. Aan de
hand van deze code weet je wanneer je welke module gaat volgen. In onderstaand schema volgt
een voorbeeld voor AMM1-MKT1A.
A
MM1
MKT
1
A
Marketing 1
Marketing
=
=
Clustercode
Naam onderwijseenheid
=
=
=
Modulenaam
Onderdeel
Versie
Elke periode vind je een nieuw rooster op Insite. Wanneer er gedurende de lesperiodes wijzigingen
plaatsvinden in de roosters, dan vind je die wijzigingen in blauw terug op je rooster. Daarnaast verschijnen de wijzigingen ook op monitoren die in school hangen. Houd Insite en de monitor dus altijd
goed in de gaten.
Taalkeuze
Je hebt gekozen voor de opleiding CE, CO of SBRM, dan heb je ook gekozen voor het volgen van
één keuzetaal (Engels is verplicht). Studenten SBRM volgen Duits; studenten CE en CO kunnen kiezen uit Duits, Frans of Spaans.
Als je gekozen hebt voor de opleiding IBL, dan volg je in de propedeuse twee keuzetalen (Engels is
verplicht): twee van de drie talen Duits, Frans of Spaans.
421
4.
Tentamens
Tijdens het A-cluster wordt op verschillende manieren getoetst en beoordeeld. Het maken van tentamens is één van de manieren waarop getoetst wordt. In dit hoofdstuk vind je informatie over de (organisatie van de) tentamens.
Naast het maken van tentamens, zijn er ook andere manieren van toetsen en beoordelen. Hierbij
kun je denken aan de beoordeling die je krijgt voor een mondeling, het houden van presentaties, het
schrijven van verslagen en het volgen van trainingen. Informatie over de toetsvormen vind je in de
studiehandleidingen van de modules en/of onderwijseenheden.
4.1
Tentamenrooster
Voorafgaand aan de inschrijving voor toetsen wordt het tentamenrooster per afdeling bekend gemaakt via FEM ► Insite ► Roosters ► Tentamenrooster per afdeling.
4.2
Toetscodes
Op het tentamenrooster staan de toetscodes van de tentamens van de betreffende periode. De
toetscodes bestaan uit de module- c.q. roostercode gevolgd door een punt met daarachter het cijfer
voor de toetsvorm. De volgende toetsvormen worden gehanteerd:
De cijfers achter de punt hebben de volgende betekenis:
.1 schriftelijk tentamen
.2 practicum
.3 luistertoets
.4 mondeling tentamen
.5 inleveropdracht
.6 presentatie
.7 project
.8 portfolio (schriftelijk en/of mondeling)
.9 continuous assessment en/of participatie
.0 overig
4.3
Inschrijving tentamens
Deelname aan (deel)tentamens, respectievelijk integrale (deel)toetsen geschiedt op basis van individuele inschrijving, tenzij anders bepaald in het opleidingsstatuut.
Het verzoek tot inschrijving dient tijdig volgens de procedure, zoals opgenomen is in het Opleidingsstatuut, te worden gedaan.
Studenten die willen deelnemen aan een (deel) tentamen dienen zich binnen de reguliere inschrijvingstermijn zelf in te schrijven. Een student mag zich per collegejaar (maximaal) twee keer inschrijven voor een tentamen.
Als het de student niet lukt zich in te schrijven voor tentamens moet hij dit tijdens de inschrijfperiode
melden met behulp van het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Dit formulier is te vinden
via FEM ► Insite ► Roosters.
Let op: De toetsdatum die wordt weergegeven in HAN-SIS is fictief. De werkelijke datum is te vinden
op het tentamenrooster.
Uitschrijving tentamens
Tijdens de inschrijfperiode kan de student de tentameninschrijving nog intrekken via het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Na sluiting van de inschrijfperiode is uitschrijving in principe niet
meer mogelijk. Alleen bij bijzondere omstandigheden kunnen studenten een verzoek tot uitschrijving
indienen via het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Het Onderwijsbureau stemt dit verzoek zo nodig af met de Senior Studieloopbaanbegeleider.
- Voor tentamens in periode 5 (T5) is uitschrijving niet nodig!
Tentamenperiodes en inzage
Controleer Insite voor de inschrijvingstermijnen, de data waarop de inzage plaatsvindt en overige informatie!
422
4.4
Individueel tentamenrooster
In de week voorafgaand aan de tentamenweek zal op vrijdag het individueel tentamenrooster gepubliceerd worden. Hierop kan de student zien welk tentamen in welk lokaal gemaakt moet worden. Zie
insite voor exacte data van concept en definitief rooster.
4.5
Twee tentamens op hetzelfde tijdstip
Indien twee tentamens op hetzelfde tijdstip zijn gepland, dan zorgt de tentamenorganisatie ervoor
dat de student beide tentamens aaneengesloten kan maken in hetzelfde lokaal. Op het individuele
tentamenrooster is dit niet zichtbaar, daar blijft het oorspronkelijke tijdstip van de betreffende tentamens vermeld staan.
Het tentamenbureau beslist welk tentamen er als eerste wordt gemaakt.
Dit is alleen van toepassing als het tentamens betreft van de opleiding waar de student voor ingeschreven staat.
4.6
Schrijfmateriaal bij tentamens
Bij de uitwerking van een tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een blauw- of zwartschrijvende pen.
4.7
Cijfers
De cijfers worden in HAN-SIS of Alluris ingevoerd door docenten. De student dient zelf te controleren
of die cijfers kloppen. Bij onjuistheden moet de desbetreffende docent hierover gemaild worden.
Via Insite ► Service Bedrijf ► Studentzaken vind je informatie en handleidingen over HAN-SIS en
Alluris.
4.8
Aangepaste tentamenfaciliteiten
Studenten die op een aangepaste wijze tentamens willen afleggen, kunnen hiertoe via de studieloopbaanbegeleider een verzoek indienen bij de examencommissie.
Redenen waarom een student hiervan gebruik kan maken, zijn:
- verlenging tentamenduur;
- vergroot tentamen;
- gebruik laptop tijdens een tentamen.
Verzoeken dienen een maand, voordat de inschrijfperiode van de tentamenperiode begint, te worden
ingediend.
4.9
Afstuderen
Afstuderen, examendata, uitschrijven, uitreiking
1. Controleer in de laatste fase van je studie (nogmaals) of alle cijfers correct zijn ingevoerd.
Mochten er cijfers ontbreken, neem dan contact op met de desbetreffende docent.
2. Zodra je denkt je studie afgerond te hebben, meld je dit bij het Onderwijsbureau ([email protected]). De medewerkers van het Onderwijsbureau dragen zorg voor het getuigschrift.
3. De examencommissies bepalen de datum waarop de student is geslaagd. Dit is tevens de datum die op het getuigschrift en het diplomasupplement wordt vermeld. Zie insite > examencommissie FEM > afstudeerprotocol examencommissies FEM, waarin deze data staan vermeld.
4. De student dient zich op de eerste van de maand volgend op de maand waarin student is geslaagd, uit te schrijven in Studielink met als reden ‘Examen’. Voor vragen omtrent het uitschrijven kan contact worden opgenomen met de Studenten Inschrijf Administratie ([email protected]).
5. Normaliter ontvangen de studenten een uitnodiging voor de uitreiking van de getuigschriften.
Mocht de student het getuigschrift buiten de uitreiking om willen ophalen, dan kan dit in overleg
met de medewerker van het Onderwijsbureau.
Let op: Studenten die in tentamenperiode 5 hun laatste cijfer(s) halen, kunnen om organisatorische redenen niet meedoen met de reguliere uitreiking in juli.
423
4.10 Inzage
Inzage, hercorrectie (protest)
1. De uitslag van volledig of deels schriftelijk of middels enige andere vorm van indirecte communicatie afgenomen tentamens wordt uiterlijk binnen 15 werkdagen nadat het tentamen is afgelegd door de examinatoren bekendgemaakt aan de student, doch ten minste 1 werkdag voordat
de inzage plaatsvindt.
2. De uitslag van mondelinge of anderszins direct communicatief afgenomen tentamens wordt uiterlijk binnen 10 werkdagen nadat het tentamen is afgelegd, door de examinatoren bekendgemaakt aan de student.
3. Wanneer een uitslag (cijfer) niet bekend wordt gemaakt of na bekendmaking onjuist lijkt te zijn,
dient de student binnen 15 werkdagen doch ten minste 1 werkdag voordat de inzage plaatsvindt, contact op te nemen met de examinator.
4. Binnen 20 werkdagen, nadat de uitslag van de tentamens bekend is gemaakt, worden de studenten in de gelegenheid gesteld het gemaakte schriftelijke werk in te zien volgens de daarbij
gestelde regels (zie artikel 4.2). Daarbij worden de opgaven, de standaarduitwerking en de normering ter beschikking gesteld.
5. Direct na afloop van de inzage kunnen studenten bij de examinator via het protestformulier een
inhoudelijk gemotiveerd verzoek indienen om delen van of de gehele uitwerking opnieuw te corrigeren (protest). Op het protestformulier kunnen studenten kort en duidelijk inhoudelijke opmerkingen over het gecorrigeerde werk en/of over de toepassing van de beoordelingsnormen vermelden. De examinator dient binnen 5 werkdagen na het verzoek om hercorrectie (protest) de
uitslag van de hercorrectie schriftelijk inhoudelijk gemotiveerd mee te delen.
6. Voor (onderdelen van) tentamens waarvoor geen inzage is, kunnen studenten binnen 5 werkdagen na bekendmaking van het resultaat een inhoudelijk gemotiveerd protest indienen bij de
examinator. De examinator dient binnen 5 werkdagen na het protest de uitslag hierop inhoudelijk gemotiveerd mee te delen.
In bijzondere gevallen kan de instituutsdirecteur van de in bovenstaande leden genoemde termijnen
afwijken. De instituutsdirecteur bepaalt in dat geval de gewijzigde termijnen.
424
5.
Propedeusegetuigschrift en Bindend studieadvies
Dit hoofdstuk geeft je informatie over cijfers en studiepunten.
5.1
Behalen van je propedeusegetuigschrift
Indien je alle OWE’s, behorende bij het propedeuseprogramma van jouw opleiding, behaald hebt,
ontvang je een propedeusegetuigschrift. Voor het behalen van een propedeusegetuigschrift heb je
60 studiepunten (SP’en) nodig.
Het A-cluster is verdeeld in acht OWE’s van ieder 2,5, 5 of 7,5 studiepunten. Tezamen vormen zij 30
studiepunten. Het B-cluster bestaat eveneens uit 30 studiepunten.
A-cluster
AMM1 =
5 SP
AMM2 =
5 SP
ABO1 =
2,5 SP
ABO2 =
2,5 SP
ADP
=
7,5 SP
ATC1 =
2,5 SP
ATC2 =
2,5 SP
ATC3 =
2,5 SP*
ATC4 =
2,5 SP*
ATC5 =
2,5 SP*
Totaal
30 SP
* Dit zijn de keuzetalen. Je volgt dus niet alle vijf de OWE’s.
Toelichting: 1 studiepunt staat voor 28 studiebelastinguren (= les, zelfstudie, opdrachten uitwerken). Verdere uitleg over de OWE’s van het A-cluster staat in hoofdstuk 6.
De exacte regeling voor het behalen van de propedeuse is beschreven in het OS, onderdeel OER.
Het OER is te vinden op: Insite HAN ► Economie en Management ► Onderwijs ►Naar alle insites
FEM en ABS ►Kies je opleiding ► onderwijs ► onderwijsprogramma ► opleidingsstatuut/OER.
Propedeusegetuigschrift
Om de opleiding af te kunnen ronden dien je voor elke onderwijseenheid minimaal het eindcijfer 6 te
behalen en mag je voor geen enkel toetsonderdeel minder dan een 5.5 hebben behaald. Om te kunnen slagen moet je dus elke onderwijseenheid (en elke integrale toets) met een positief resultaat
hebben afgerond.
Cum Laude
Het propedeutisch examen is cum laude gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen met betrekking tot de onderwijseenheden uit de propedeutische fase als bedoeld in artikel 4.1 met de kwalificatie 8 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 30 studiepunten aan vrijstellingen hiervan
zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat cum laude worden de additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen.
Voor bijzonderheden wordt verwezen naar de onderwijs- en examenregeling (OER, deel 2 OS, zie
Insite).
In de OER vind je ook het reglement van de examencommissie. Hierin zijn regels opgenomen over
o.a. de taken en samenstelling van de examencommissie, onregelmatigheden (fraude) tijdens tentamens, het vertrekken van getuigschriften en bezwaar en beroep.
Regels omtrent tentamens, gedragsregels, inzage en protest vind je in de OER bij ‘Gedragsregels
voor studenten tijdens tentamenafname’ en ‘Gedragsregels voor studenten tijdens inzage’.
5.2
Studieadvies
Als je aan het eind van je eerste jaar van inschrijving je propedeusegetuigschrift niet haalt, is het van
groot belang dat je voldoet aan de eisen van het Bindend Studieadvies (BSA).
Indien je niet voldoet aan de eisen van het BSA, dan krijg je een Bindend Negatief Studieadvies
(BNSA) en moet je stoppen met je opleiding.
Als je wel aan de eisen voldoet, maar je propedeuse nog niet behaald hebt, mag je jouw studie
voortzetten. Een vereiste is wel dat je aan het einde van jouw tweede jaar je propedeusegetuigschrift
behaald moet hebben.
In het OER vind je precies beschreven welke regels en eisen voor het BSA gelden.
425
5.3
Cijfers en studiepunten in HAN-SIS/Alluris
Voor alle opdrachten en toetsen die je (voor de door jou gekozen opleiding) maakt zul je een beoordeling ontvangen. Om daarna ook studiepunten voor een OWE toegekend te krijgen is het van belang dat alle behaalde resultaten ook in HAN-SIS worden ingevoerd door jouw docenten. Studiepunten worden toegezegd zodra je alle onderdelen van een onderwijseenheid met een 5.5 of hoger afgerond hebt.
Je bent zelf verantwoordelijk voor het controleren van alle ingevoerde resultaten. Jij zult dus zelf regelmatig moeten controleren of jouw cijferlijst juist en volledig is (Insite HAN ► HAN-SIS).
Als je denkt dat resultaten ontbreken of niet juist zijn ingevoerd, dan moet je hierover zelf contact opnemen met je vakdocent. Het snelste gaat dit door je vakdocent een e-mail te sturen. Wacht hier niet
te lang mee!
5.4
Integrale toetsen
Tijdens de opleiding wordt op drie momenten integraal beoordeeld hoe competent je al bent. Met integraal wordt bedoeld dat gekeken wordt naar je kennis en kunde met betrekking tot de inhoud en de
beroepstaken van meerdere onderwijseenheden. Binnen de propedeuse IB&C (CE, CO, IBL en
SBRM) is de onderstaande integrale toets opgenomen:
Integrale toets 1 (IT1): deze toets bestaat uit de ‘Proeve van Bekwaamheid’. Doel van de ‘Proeve
van Bekwaamheid’ is het opstellen van een Business Plan. Met een projectgroep beslist de student
over een product of dienst dat hij/zij wil introduceren in een potentiële markt. De student berekent de
kosten voor productie, marketing alsmede de winst. Ook bedenkt hij/zij welke middelen nodig zijn om
het product/de dienst bekend te maken bij de doelgroep. Hij/zij beschrijft dit in een Business Plan en
verzorgt een presentatie.
Als deze toetsen met een voldoende afgerond zijn, is IT1 behaald. Meer informatie over IT1 staat in
de studiegids van de hoofdfase van de opleiding die je gaat volgen.
426
6.
Curriculum van de propedeuse: onderwijseenheden
Een onderwijseenheid (OWE) is een verzameling van verschillende modules. In dit hoofdstuk vind je
informatie over de indeling en inhoud van de verschillende OWE’s uit het A-cluster.
De beschrijvingen van de onderwijseenheden van het A-cluster zijn opgenomen in bijlage 12 (ingangsniveau, studiepunten, beroepstaak, beroepsproducten, omschrijving, organisatie/werkvormen
en toetsing). Dit is een aparte bijlage.
6.1
OWE’s A-cluster
Het A-cluster is verdeeld in twee onderwijsperioden. Tijdens deze perioden volg je een aantal
OWE’s.
De beroepspraktijk staat centraal in het onderwijsprogramma van het instituut International Business & Communication. Zoals eerder gezegd wordt het onderwijs aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. De onderwijseenheden zijn opgebouwd rond beroepstaken en in elke onderwijsheid staan één of twee van de beroepstaken uit het A-cluster centraal. Een student moet laten
zien dat hij een beroepstaak met de daarbij behorende competenties beheerst. Dat doet hij door
de beroepsproducten op te leveren en toetsen te maken die aan de beroepstaak zijn gekop peld.
Beroepstaken A-cluster
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer.
De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen,
opleiding).
De beroepsbeoefenaar past de ontwikkelingen op online gebied toe in zijn marketing/marketingcommunicatieactiviteiten.
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in - en externe relaties en reflecteert daarop.
De beroepsbeoefenaar ondersteunt bij de uitvoering en evaluatie van eenvoudig marktonderzoek.
De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt rekening
met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie.
Om de beroepstaken uit te kunnen voeren moet de beroepsbeoefenaar tijdens zijn opleiding een
aantal competenties verwerven. In het A-cluster werken de studenten aan de volgende competenties uit het domein Business Administration, Commerce en Communicatie. Deze competenties
worden verworven op niveau 1 (zie bijlage 1 t/m 4 voor een uitgebreid overzicht).
Competenties Commerciële Economie
Ondernemerschap: Initiëren, creëren en realiseren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend
Marktonderzoek: het opzetten, uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek
Bedrijfs- en omgevingsanalyse:
vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse
van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van
de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante
nationale en internationale trends.
Marketing: het ontwikkelen van marketingbeleid voor een (internationale) onderneming en het kunnen
onderbouwen van gemaakte keuzes.
Marketing: het opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het marketingbeleid.
Sales: Het onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening.
Communicatie: Communiceren in minimaal 1 vreemde taal en daarbij rekening houden met cultuur
verschillen.
Marketingcommunicatie: Het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen
Management: leidinggeven aan een project, bedrijfsonderdeel, bedrijfsproces of bedrijf.
Interpersoonlijk: de directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld.
Intrapersoonlijk: de communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld.
Competenties Small Business & Retail Management
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van
427
-
-
-
-
-
-
de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de
kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en
het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid
Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional).
Competenties Communicatie
Analyseren en onderzoeken
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid
Plannen en organiseren
Creëren en organiseren
Representeren
Competenties International Business & Languages
Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten, ten behoeve van een grotere of kleinere internationale markt.
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van (internationaal) marktonderzoek.
Internationale Marktanalyse en Concurrentieanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur,
als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de internationale markten op basis van relevante nationale en internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en
het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van diverse plannen met betrekking tot internationalisering op basis van het beleid internationale marketing
Internationale Sales en Internationaal account management. Ontwikkelen, onderhouden en
verbeteren van internationale zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne media
(zoals CRM, customer relationship management).
Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern
en extern, nationaal en internationaal (= Domeincompetentie Commerce 7, niveau 3: hoger niveau voor drie moderne vreemde talen dan in domeincompetenties commerce ).
Leiding geven aan een internationaal bedrijf, een internationaal bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen
of een internationaal project op het gebied van internationale in- en verkoop en internationale communicatie.
Interpersoonlijke, sociale en communicatieve vermogens.
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Persoonlijke professionele Internationale vermogens.
428
Onderwijseenheden in het A-cluster
A-cluster
Periode 1/2 of periode 3/4
Business & Onderzoek
(ABO1 en ABO2)
De Professional
(ADP1)
Marketing 1
(AMM1)
Marketingcommunicatie 1
(AMM2)
Taal en Cultuur 1/2/3/4/5
Nederlands (ATC1)
Engels (ATC2)
Duits (ATC3)
Frans (ATC4)
Spaans (ATC5)
6.2
Overzicht onderwijseenheden/verantwoordelijke docent
Onderwijseenheid:
ABO1
ABO2
ADP1
AMM1
AMM2
ATC1
ATC2
ATC3
ATC4
ATC5
IT1
Onderdelen:
SP:
Cluster:
Verantwoordelijke docent:
Erik Nijenhuis
ABO1-BDE1B - Bedrijfseconomie 1B
ABO1-BDE2B - Bedrijfseconomie 2B
ABO2-ONZ2C - Onderzoek 2C
ADP1-ATR1A - Actualiteiten & Trends 1A
ADP1-BPO1B - Beroepsoriëntatie 1B
ADP1-ONH1D - Ondernemendheid 1D
ADP1-SLB1A - Studieloopbaan 1A
AMM1-MKT1A - Marketing 1A’
AMM1-MKT2A - Marketing 2A
AMM2-MCO1C - Marketingcommunicatie 1C
AMM2-MCO2C - Marketingcommunicatie 2C
AMM2-ONL1B - Online 1B
ATC1-NED1A - Nederlands 1A
ATC1-NED2A - Nederlands 2A
ATC2-ENG1B - Engels 1B
ATC2-ENG2B - Engels 2B
ATC3-DUR1A - Duits 1A
ATC3-DUR2A - Duits 2A
ATC4-FRA1D - Frans 1D
ATC4-FRA2C - Frans 2C
ATC5-SPA1C - Spaans 1C
ATC5-SPA2C - Spaans 2C
Integrale toets
2,5
A
2,5
7,5
A
A
5
A
5
A
Twan Geerts
Carla Kuling
Kristin Zipperlen
Jacq. van Schalm
Saskia Schagen
Maurits Cosijn & Jeffrey Jansen
Mark Molewijk
2,5
A
Michelle Merkx
Heleen Janssen
2,5
A
Jeanine van Haeren
2,5
A
Gerard van Hal
2,5
A
Twan Geerts
2,5
A
Fina Ramos Palau
Maurits Cosijn
429
Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015
Bijlage 1: Overzichten toetsen en opdrachten A-cluster
OWE-ABO1
Module
-
Business & Onderzoek 1
Soort toets
Toetscode
ABO1-BDE1
Schriftelijke toets
ABO1-BDE1B.1
Minimumcijfer
5.5
ABO1-BDE2
Schriftelijke toets
ABO1-BDE2B.1
5.5
T2/T4
Minimumcijfer
5.5
5.5
Examen-periode
T2/T4
P2/P4
Herkansing
Minimumcijfer
6.0/
5.5
Examenperiode
P1-P3 Arnhem
P2-P4 Nijmegen
Herkansing
P1/P3
P2/P4
P2/P4 (OW 8)
P1/P3 Nijmegen
P2/P4 Arnhem
P1/P2 of
P3/P4
OWE-ABO2
Module
-
ABO2-ONZ1
OWE-ADP
Module
Business & Onderzoek 2
Soort toets
Toetscode
Schriftelijke toets
Opdracht
-
ABO2-ONZ1C.1
ABO2-ONZ1C.5
De professional
Soort toets
Toetscode
ADP1-ATR1
Portfolio/
eindopdracht
ADP1-ATR1A.8
ADP1-BPO1
Presentatie
Portfolio
Meeloopdag/ministage
Presentatie
ADP1-BPO1B.6
ADP1-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.9
ADP1-ONH1D.6
5.5
5.5
Voldaan
5.5
Aanwezigheid/
actieve participatie
ADP1-SLB1A.9
Voldaan
ADP1-ONH1
ADP1-SLB1
Examenperiode
T1/T3
Herkansing
T4
T2: alleen voor deelnemers deficiëntiecursus 1
T5
T3: alleen voor deelnemers deficiëntiecursus 2
T5
Een week na ontvangst negatieve beoordeling
Binnen twee weken
na ontvangst negatieve beoordeling
P1/P3 (OW 7)
P2/P4 (OW 7)
P4/P2 (OW 8)
P3 Nijmegen
P4 Arnhem
Volgend semester
Getoetst tijdens
de les in periode
-
Duur tentamen:
90 min.
-
90 min.
Getoetst tijdens
de les in periode
-
Duur tentamen:
120 min.
-
Getoetst tijdens
de les in periode
-
Duur tentamen:
-
Toetsing tijdens les
Toetsing tijdens les
-
-
-
OWE-AMM1
-
Marketing & Marketingcommunicatie 1
Module
Soort toets
Toetscode
AMM1MKT1
Presentatie
AMM1MKT2
OWE-AMM2
Module
AMM2MCO1
AMM2-ONL1
-
AMM1-MKT1B.6
Minimumcijfer
5.5
Examenperiode
P1/P3
Portfolio
Schriftelijke toets
(schrapkaarttentamen)
Presentatie
AMM1-MKT1B.8
AMM1-MKT2B.1
5.5
5.5
P1/P3
T2/T4
AMM1-MKT2B.6
5.5
P2/P4
Portfolio
AMM1-MKT2B.8
5.5
P2/P4
Marketing & Marketingcommunicatie 2
Soort toets
Toetscode
Minimumcijfer
Portfolio
AMM2-MCO1C.8
5.5
Examenperiode
P1/P3
Portfolio
AMM2-MCO2C.8
5.5
P2/P4
Portfolio
AMM2-ONL1B.8
5.5
P1/P3 Nijmegen
P2/P4 Arnhem
Herkansing
Getoetst tijdens de
les in periode
Toetsing tijdens les
Duur tentamen:
-
-
120 min.
Einde semester bij
JSNAN/CSNM
P2/P4 (OW 9)
Toetsing tijdens les
-
-
-
Herkansing
Getoetst tijdens de
les in periode
-
Duur tentamen:
-
-
-
-
-
Einde semester bij
JSNAN/CSNM
P1/P3 (OW 9)
T5
Aanvullende opdracht
P1/P3 (OW 7)
Aanvullende opdracht
P2/P4 (OW 7)
P1/P3 Nijmegen
P2/P4 Arnhem
431
OWE-ATC1
Module
-
ATC1-NED1
Schriftelijke toets
(schrapkaarttentamen)
Schriftelijke toets
ATC1-NED2
OWE-ATC2
Module
-
ATC2-ENG1
ATC2-ENG2
OWE-ATC3
Module
-
ATC4-FRA1
ATC4-FRA2
OWE-ATC5
Module
ATC5SPA1/2
5.5
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR2A.1
Taal & Cultuur 4
Soort toets
Toetscode
Luistertoets
Schriftelijke toets
-
ATC1-NED2A.1
Taal & Cultuur 3
Soort toets
Toetscode
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
-
Examen-periode
T1/T3
Herkansing
ATC1-NED1A.1
Minimumcijfer
5.5
Taal & Cultuur 2
Soort toets
Toetscode
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
ATC3-DUR1
ATC3-DUR2
OWE-ATC4
Module
Taal & Cultuur 1
Soort toets
Toetscode
ATC4-FRA1D.3
ATC4-FRA2C.1
Taal & Cultuur 5
Soort toets
Toetscode
Schriftelijke toets
ATC5-SPA2C.1
T4
Getoetst tijdens
de les in periode
-
Duur tentamen:
90 min.
T2/T4
T5
-
120 min.
Minimumcijfer
5.5
5.5
Examen-periode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
Getoetst tijdens
de les in periode
-
Duur tentamen:
90 min.
90 min.
Minimumcijfer
5.5
5.5
Examen-periode
T1/T3
T2/T4
Herkansing
Getoetst tijdens
de les in periode
-
Duur tentamen:
120 min.
120 min.
Minimumcijfer
5.5
5.5
Examen-periode
P1/P3 (OW 8)
T2/T4
Herkansing
Getoetst tijdens
de les in periode
-
Duur tentamen:
60 min.
120 min.
Minimumcijfer
5.5
Examen-periode
T2/T4
Herkansing
Getoetst tijdens
de les in periode
-
Duur tentamen:
120 min.
T4
T5
T4
T5
P3/P4 (OW 8)
T5
T5
432
Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015
Bijlage 2: Conversietabel
Wijzigingen studieprogramma ten opzichte van voorgaande jaren.
In de onderstaande tabel is te zien welke modules een wijziging hebben ondergaan ten opzichte van
de vorige twee studiejaren. Als een toets, opdracht, project, e.d. niet meer wordt aangeboden, kun je
op HAN-insite bij jouw opleiding, bij de slepersinfo, kijken wat de vervanging is. Informeer altijd bij de
verantwoordelijke docent of er wijzigingen in de toetsstof zijn.
SEPTEMBER 2014
Code 2013-2014
ABO-ATR1A.8
Code 2014-2015
ADP1-ATR1A.8
ABO-ONZ1B.0
-
ABO-ONZ1B.1
ABO-ONZ1B.5
ABO2-ONZ1C.1
-
ABO-BDE1B.1
ABO-BDE2B.1
ADP-ONH1C.1
ABO1-BDE1B.1
ABO1-BDE2B.1
-
ADP-ONH1C.6
-
ADP-BPO1B.6
ADP-BPO1B.8
ADP-BPO1B.9
ADP-SLB1A.9
ADP1-BPO1B.6
ADP1-BPO1B.8
ADP1-BPO1B.9
ADP1-SLB1A.9
AMM-MKT1A.1
-
AMM-MKT2A.1
-
AMM-MKT1A.6
AMM-MKT1A.8
AMM-MKT2A.6
AMM-MKT2A.8
AMM-MCO1B.1
AMM1-MKT1B.6
AMM1-MKT1B.8
AMM1-MKT2B.6
AMM1-MKT2B.8
-
AMM-MCO2B.1
-
ADP-ONL1B.8
ATC-NED1A.1
ATC-NED2A.1
ATC-ENG1B.1
ATC-ENG2B.1
ATC-DUR1A.1
ATC-DUR2A.1
ATC-FRA1C.3
AMM2-ONL1B.8
ATC1-NED1A.1
ATC1-NED2A.1
ATC2-ENG1B.1
ATC2-ENG2B.1
ATC3-DUR1A.1
ATC3-DUR2A.1
-
ATC-FRA2C.4
-
ATC-FRA2C.1
ATC-SPA2C.1
ATC4-FRA2C.1
ATC5-SPA2C.1
Toelichting
Geen inhoudelijke wijzigingen, module is opgenomen
in andere OWE
ABO-ONZ1B.0 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Zie studiegids
ABO-ONZ1B.5 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Geen wijzigingen
Geen wijzigingen
ADP-ONH1C.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite..
ADP-ONH1C.6 vervalt.
Herkansen in P2 in na opgave bij teamtrekker, Jacqueline van Schalm
Zie de slepersinfo
Geen wijzigingen
Geen wijzigingen
Geen wijzigingen
Geen wijzigingen
AMM-MKT1A.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite
AMM-MKT2A.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
AMM-MCO1B.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
AMM-MCO2B.1 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
ATC-FRA1C.3 vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
ATC-FRA2C.4 vervalt,
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd
Bijlage 3: Competenties Commerciële Economie
Commerciële Economie

Competentieniveaus voor de competenties CE

Vastgesteld door de HBO-raad voor CE-opleidingen per december 2012
Competentieniveau 1: inleidend niveau. De student kan in een eenvoudige situatie (beroepstaak) en
onder begeleiding de beroepstaak aantonen. Dit niveau wordt meestal in de propedeuse behaald.
Als de student dit niveau aantoont, is hij hoofdfasebekwaam en daarmee klaar om te starten met de
hoofdfase.
Competentieniveau 2: verdiepend niveau. De student kan een meer complexe taak met losse sturing
uitvoeren. Dit niveau wordt meestal in de hoofdfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont, is hij
afstudeerbekwaam.
Competentieniveau 3: gevorderd niveau. De student kan een complexe taak zelfstandig uitvoeren.
Dit niveau wordt in de afstudeerfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont is hij startbekwaam
(klaar voor de beroepstaak).
CE-competenties 2013-2014
1 Ondernemerschap: Initiëren, creëren en realiseren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten

Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming.

Runnen, samen met anderen, van een project of onderneming.

Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst.
Competentieniveau 2

Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.

Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee.

Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het
(laten) maken ervan.

Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming.

Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming (niet voor CE) verplicht)
2 Marktonderzoek. Het opzetten, Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling.

Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek.

Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag.

Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing.

Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai,
kruistabellen).
Competentieniveau 2

Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.

Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek.

Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen.

Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek.

Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies.

Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever.

Evalueren van het uitgevoerde onderzoek.
Competentieniveau 3

Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere contexten.

Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met
verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst.

Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket.

Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen.

Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen.
434
3 Bedrijfs- en omgevingsanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse
van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de
lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.

Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven.

Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling.
Competentieniveau 2

Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context.

Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken.

Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse.

Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen.
Competentieniveau 3

Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten.

Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegenstellingen.

Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse.

Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de
aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject.
4 Marketing strategie en beleid. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het
kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek.

Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen.

Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen.

Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie.
Competentieniveau 2

Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd.

Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten.

SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn.

Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële
consequenties.
Competentieniveau 3

Benoemen van een aantal opties op basis van een zelfstandig uitgevoerde analyse in opdracht van een externe opdrachtgever.

Prioriteren van opties eventueel in overleg met de opdrachtgever.

Onderzoeken van de haalbaarheid van deze opties.

Opstellen van marketingdoelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn.

Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de marketinginstrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële consequenties.
5 Planning & uitvoering. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een
gegeven marketingprobleemstelling.

Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie.
Competentieniveau 2

Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een
globale marketingprobleemstelling.

Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid.
Competentieniveau 3

Analyseren en onderzoeken, zelfstandig, van veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een
complexe marketingprobleemstelling.

Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie)
op basis van een complexe marketingprobleemstelling.

Presenteren van de analyse en conclusies op overtuigende wijze aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen
van instemming met en draagvlak voor de uitvoering.
435
6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties. T.b.v. inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en of
diensten.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Werken met CRM systemen/
klantendatabase/ leveranciersdatabase

Onderscheiden van consumentengroepen in termen van prospects en suspects

Voeren van gesprekken, ook telefonisch, voor het aanknopen, ontwikkelen en onderhouden van relaties.
Uitvoeren van een analyse van de effectiviteit van de inkoop- en, verkooporganisatie.

Enkelvoudig verkopen van product
Competentieniveau 2

Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van de (marketing) communicatie op deze afnemersgroepen.

Opstellen van een accountprofiel, effectieve inkoop- en verkoopstrategie.
Vervaardigen van een verkoopmap met alle relevante informatie

Voeren van effectieve onderhandelingen, ook in een vreemde taal

Ontwerpen van een effectieve/efficiënte in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk (eventueel met
behulp van CRM-systeem).

Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde taal
Competentieniveau 3:

Opzetten en onderhouden van een eigen netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening (eventueel met behulp
van CRM-systeem)

Productief maken van het netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening

Voeren van effectieve verkooponderhandelingen in het kader van duurzame klantrelaties in business to business-omgeving en in
business to consumer-omgeving
7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Omschrijving niveaus
 Beheersen van één moderne vreemde taal op minimaal taalniveau 2 (zie bijlage)
 Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze vreemde taal formeel
geldt en/of wordt gebruikt;
 Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze vreemde taal formeel
geldt en/of wordt gebruikt;
8 Marketingcommunicatie. Het vertalen van het marketingplan naar een on- en offline marketingcommunicatieplan.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Inzicht in communicatiedoelgroep(en)

overzicht geven van instrumenten en media welke kunnen worden ingeschakeld om marketingdoelstellingen te helpen realiseren

Opstellen, samen met anderen, van de marketingcommunicatiemix op basis van een gegeven thema

Opstellen van een cross mediaal-mediaplan

Onderbouwen mediakeuze

Rekening houden met belangrijke wetgeving rond communicatie.

Houdt rekening met de ethische grenzen van marketingcommunicatie
Competentieniveau 2

Opstellen van een briefing van een extern communicatiebureau

Hanteren van consumentengedrag als uitgangspunt voor communicatie.

Begrijpt de samenhang tussen off- en online communicatie instrumenten

Op basis van een communicatieonderzoek een Marketingcommunicatieplan opstellen vanuit een gegeven strategische context en op basis van communicatieonderzoek een marketingcommunicatieplan opstellen.
Competentieniveau 3: Voor minoren en varianten

Vorm geven en aangaan van de dialoog met stakeholders.

Ontwikkelen van de positionering en merkstrategie van een organisatie.

Beheersen van het communicatieproces in termen van strategie, doelgroep, positionering, briefing, concept, productie, traffic
en media

Rapporteren en verantwoorden van de resultaten (o.a. accountability) v.d. analyse, incl. verantwoorden aanpak en geven van
een advies over vervolgtraject.
436
9 Leiderschap en management. Leiding geven aan een project, bedrijfsproces, bedrijfsonderdeel of bedrijf (volgorde omgedraaid)
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1
Beheersen van een aantal aspecten van projectleiderschap.
 Opbouwen v.e. eenvoudige projectorganisatie;
 Voorzitten van vergaderingen in een projectgroep;
 Leiden v.d. uitvoering v.e. opdracht;
 Instrueren en volgen v.d. deelnemers v.e. projectgroep;
 Leiding geven bij het maken v.e. Plan van Aanpak;
 Herkennen van conflictsituaties in een projectgroep en een bemiddelende rol spelen;
 Opstellen van kwaliteitseisen t.a.v. het project in overleg met de projectgroep.
Competentieniveau 2
Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep.
 Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp
van derden.
 Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project.
 Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid.
 Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep.
10 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk). De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld.
Omschrijving niveaus

Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die
betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit.

Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van
beroepstaken omvat dat onder meer opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren
11 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk). De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld.
Omschrijving niveaus

Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit;

Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling;

Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en
ethische principes voor het professioneel handelen;

Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche door middel van actief lidmaatschap van beroepsverenigingen, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoorts.
437
Bijlage 4: Competenties Communicatie
LOCO-competentie 1
Analyseren en onderzoeken
Omschrijving
De communicatieprofessional signaleert voor zijn organisatie of opdrachtgever
op proactieve wijze ontwikkelingen in de interne en externe omgeving. Hij signaleert relevante ontwikkelingen in de politieke, maatschappelijke, economische,
technologische, interculturele en specialistische omgeving en zet die informatie
om naar voor de organisatie relevante kennis.
Hij initieert, voert uit, rangschikt en beoordeelt de resultaten van onderzoek en
analyse. Hij bepaalt de relevantie van de gesignaleerde trends, gedragsveranderingen en verschuivingen op (inter)nationaal niveau en plaatst deze in het perspectief van de korte, middellange en lange termijn. Hij brengt de resultaten op
niveau van strategische beleidsvorming en vertaalt deze in conclusies en aanbevelingen.
HBO Kernkwalificaties:
 Brede professionalisering;
 Multidisciplinaire integratie;
 (Wetenschappelijke) toepassing;
 Transfer en brede inzetbaarheid;
 Methodisch en reflectief denken en handelen.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en
Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Kennis en inzicht;
 Toepassen kennis en inzicht;
 Oordeelsvorming.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
1. Bepalen van onderzoeksdoelstellingen en vraag Analyserapport, bijvoorbeeld: trendanastellingen.
lyse, stakeholderanalyse, concurrentieana2. Initiëren, begeleiden, uitvoeren en interpreteren van
lyse, media-analyse, issueanalyse
analyses en (toegepaste) onderzoeken.
 Onderzoeksrapporten, surveys
3. Interpreteren en evalueren van informatie op strate Toekomstscenario’s
gisch niveau.
 Management summary
4. Op basis van analyse en onderzoek gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid (als gesprekspartner
op strategisch niveau)
5. Managen en interpreteren van informatiestromen (onen offline).
6. Beschrijven van mogelijke toekomstige ontwikkelingen en scenario’s.
Body of knowledge
Kennis, methoden en technieken betreffende:
and skills
 onderzoeksmethoden (kwalitatief en kwantitatief) en gegevensverwerking;
 analysemodellen;
 issuemanagement (crisismanagement);
 informatiemanagementtechnieken;
 trendwatching op onder meer sociale en maatschappelijke ontwikkelingen,
bestuurlijke en politieke ontwikkelingen, macro-economische ontwikkelingen,
(inter)culturele ontwikkelingen, multimediale en crossmediale ontwikkelingen
(Web 2.0/Web 3.0).
Vaardigheden:
 interviewtechnieken;
 desk research;
 scenariodenken;
 rapportage / onderzoeksverwerking (verschillende verwerkingsprogramma’s).
438
LOCO-competentie 2
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid*
Omschrijving
De communicatieprofessional adviseert over en ontwikkelt communicatiebeleid dat
bijdraagt aan een optimale realisatie van de organisatiedoelen en organisatiestrategie. Hij is zich bewust van de wederzijdse beïnvloeding van communicatiebeleid
en andere beleidsterreinen. Vervolgens kan hij op grond van het vastgestelde communicatiebeleid bepalen wat de beste strategie is om de communicatiedoelen te
bereiken. Hij kan een verantwoord advies geven over in te zetten communicatiemiddelen, rekening houdend met doelstellingen, doelgroep(en), publieksgroepen
en actoren. Hij overziet daarbij de financiële en budgettaire consequenties van zijn
keuzes en maakt in het keuzeproces ook een maatschappelijke en ethische afweging.
HBO Kernkwalificaties:
 Probleemgericht werken;
 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid;
 Methodisch en reflectief denken en handelen.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en
Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Toepassen kennis en inzicht;
 Oordeelsvorming;
 Communicatie.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
1. Onderzoeksresultaten (en gegevens uit beleidsnotities) kunnen
 Corporate communicatiebehanteren als input voor beleidsaanpassingen en strategievorleidsplan
ming.
 Concerncommunicatieplan
2. Gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid aan het ma Marketingcommunicatieplan
nagement.
 Intern communicatieplan
3. Vertalen van organisatiebeleid in communicatiebeleid.**
 Merkdocument
4. Kunnen afwegen van en omgaan met verschillende interpretaties  Campagneplan
en belangen van opdrachtgever en betrokken actoren
 Crisiscommunicatieplan
5. Het proces van strategische beleidsvorming in een organisatie
 Adviesrapport / Adviesgesprek
kunnen faciliteren en begeleiden.
 Mediaplan
6. Voorstellen met overtuigingskracht presenteren aan interne en
 Debriefing
externe opdrachtgevers, zowel mondeling als schriftelijk.
 Corporate story
7. Budgettaire en financiële consequenties van een advies overzien.
Kennis, methoden en technieken betreffende:
Body of knowledge
and skills
 theorieën over informatieverwerking en betekenisgeving;
 communicatietheorieën en modellen;
 gedragsmodellen;
 debriefing (de (schriftelijke) omschrijving van de opdracht in termen van de adviseur);
 analyseren van informatie;
 adviesmodellen;
 beleidsterreinen als M&O, Marketing, Financiën en HRM;
 organisatie- en communicatie-elementen in een organisatie (missie, visie, leiderschapstijl, structuur, cultuur, strategie);
 issuemanagement;
 interactieve beleidsvorming;
 branding;
 online strategieën;
 crossmediale strategieën;
 multidisciplinaire samenwerking;
 communicatiewerking.
Vaardigheden:
 gesprekstechnieken;
 argumenteren (mondeling en schriftelijk);
 creatief denken;
 omgaan met weerstanden en barrières;
 bewaken van eigen positie als (onafhankelijk) adviseur;
439
 kunnen switchen van rol;
 strategisch denken;
 rapportagetechnieken.
*
De competentie Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid is gerelateerd aan
drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel.
**
Deze beroepshandeling kan op verschillende niveaus worden uitgevoerd, nl. op
operationeel, tactisch en strategisch niveau.
LOCO-competentie 3
Plannen en organiseren
Omschrijving
De communicatieprofessional organiseert en plant de uitvoering van het communicatiebeleid van de organisatie en van de communicatiemiddelen, met inachtneming van
de beleidscyclus. Hij creëert draagvlak voor meer of minder omvangrijke en complexe
communicatieprojecten, stuurt deze aan, coördineert en legt verantwoording af over
de behaalde resultaten aan de (interne) opdrachtgever.
HBO Kernkwalificaties:
 Probleemgericht werken;
 Multidisciplinaire integratie;
 Methodisch en reflectief denken en handelen;
 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid;
 Basiskwalificering voor managementfuncties;
 Transfer en brede, flexibele inzetbaarheid.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en
Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Toepassen kennis en inzicht;
 Communicatie.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
 Opstellen projectplan (inclusief financiën, tijd,
 Projectplan (met deelplannen op het vlak van
kwaliteit, organisatie, communicatie).
organisatie, financiën, tijd, kwaliteit, communicatie, met mijlpalen, documenten etc.)
 Opstellen c.q. bewaken en beoordelen van offerte, begroting en budget.
 Draaiboek
 Plannen van (formatieve en/of summatieve) eva Offerte
luaties, (doen) uitvoeren en interpreteren van de
 Evaluatieplan
resultaten.
 Toepassen kwaliteitszorgsystemen.
 Begeleiden van projecten en processen.
 Communiceren met interne en externe betrokkenen t.b.v. het verkrijgen van draagvlak voor het
project en de realisatie ervan.
 Samenwerken met deskundigen uit creatieve disciplines en met deskundigen op het gebied van
de uitvoering van digitale, audio en/of visuele
middelen en print.
 Bewaken huisstijl.
 Afleggen van verantwoording.
Body of knowledge
Kennis, methoden en technieken betreffende:
and skills
 projectmanagement;
 calculatie, begrotingen en offertes;
 managementstijlen;
 technische, financiële en juridische aspecten m.b.t. de inzet van communicatiemiddelen (print, audio, visueel, digitaal);
 evaluatietechnieken;
 accountability.
Vaardigheden:
 planmatig werken;
 aansturen en coördineren;
 delegeren;
 rapporteren.
440
LOCO-competentie 4
Creëren en organiseren
Omschrijving
Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken,
moeten communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatieprofessional verzorgt ontwerp, uitvoering en productie van
communicatiemiddelen (concepten, middelen en content).
HBO kernkwalificaties:
 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid;
 Probleemgericht werken;
 Creativiteit en complexiteit in handelen;
 Transfer en brede inzetbaarheid;
 Multidisciplinaire integratie.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Toepassen kennis en inzicht;
 Communicatie.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
1. Creatieve concepten ontwikkelen, vertalen naar on Communicatiemiddelen (audiovisueel,
derscheidende en/of innovatieve middelen en media,
print, digitaal)
en produceren.
 Evenementen, bv. beurs, brandevent, ten2. Een multi- en crossmediale middelenmix inzetten om
toonstelling, congres, symposium
de strategie uit te voeren.
 Huisstijl, multimedia en ruimtelijke presen3. Doel- en doelgroepgericht handelen.
tatievormen
4. Samenwerken met deskundigen uit creatieve discipli-  Schetsen, concepten, moodboards
nes
5. Een (de-)briefing maken.
6. Pretesten en formatieve evaluaties.
Kennis, methoden en technieken betreffende:
Body of knowledge and
skills
 theorieën over conceptontwikkeling, propositie en boodschap;
 de communicatieve, technische, financiële en juridische mogelijkheden
en beperkingen van verschillende communicatiemiddelen;
 de terminologie, werking en toepassing van verschillende communicatiemiddelen;
 kennis van de grafische vormgeving, productdesign en omgevingsdesign (visuele identiteit / beeldregie);
 de theorieën rond beeld- en tekentaal, stijlgeschiedenis, tekstsoorten,
schrijfstijlen en semiotiek;
 ontwerpsoftware;
 nieuwe media en crossmediale communicatie;
 storytelling;
 visuele communicatie;
 vormen van co-creatietechnieken en -strategieën;
 de bureauwereld;
 argumentatietheorieën.
Vaardigheden
 doelgroepgerichtheid;
 creatieve technieken beheersen;
 schrijfvaardigheid;
 ontwerpvaardigheid;
 digitale vaardigheden.
441
LOCO-competentie 5
Representeren
Omschrijving
De communicatieprofessional heeft kennis van de organisatie en geeft blijk van
voldoende omgevingssensitiviteit om als ambassadeur voor het bedrijf op te treden wanneer de organisatie gevraagd of ongevraagd in de openbaarheid treedt.
Hij kan issues en informatie voor verschillende doel- en publieksgroepen op hun
waarde schatten en zodanig communiceren dat recht wordt gedaan aan de belangen en het imago van de organisatie.
HBO Kernkwalificaties:
 Brede professionalisering;
 Multidisciplinaire integratie;
 Transfer en brede inzetbaarheid;
 Creativiteit en complexiteit van handelen;
 Probleemgericht werken;
 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid;
 Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en
Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Toepassen kennis en inzicht;
 Oordeelsvorming;
 Communicatie.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
1. Genereren publiciteit (perscontacten en nieuwe me Publiciteitsplan
dia).
 Toespraak (ghostwriting)
2. Actie ondernemen op gevraagde en ongevraagde pu-  (Lobby)gesprek
bliciteit.
 Persconferentie
3. Woordvoering.
 Informatiebijeenkomst
4. Anderen begeleiden bij optredens.
 Middelen zoals persmappen en relatiege5. Relatiebeheer en netwerken, zoals deelname aan
schenken
symposia en congressen, of aan fora en social media
op internet.
6. Lobbyen.
7. Draagvlak creëren.
Body of knowledge
Kennis, methoden, technieken betreffende:
and skills
 maatschappelijke en economische verhoudingen;
 bestuurlijke en politieke verhoudingen;
 pers en media;
 medialandschap (incl. social media, Web 2.0 etc.);
 reputatiemanagement;
 relatiemanagement;
 issuemanagement;
 risico- en crisiscommunicatie;
 public affairs.
Vaardigheden
 gespreksvaardigheden;
 vergadervaardigheden;
 presentatievaardigheden;
 interviewvaardigheden;
 argumentatievaardigheden;
 evaluatievaardigheden;
 omgaan met de pers;
 ‘online’ representatieskills.
442
Bijlage 5: Competenties International Business and Languages
1
Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten, ten behoeve van een grotere of
kleinere internationale markt.
Competentieniveau 1
- Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en
deze (laten) vertalen in producten of diensten.
Competentieniveau 2
- Ontwikkelen van creatieve ideeën en concepten en omzetten, samen met anderen, van concepten in een
product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan.
2
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van (internationaal) marktonderzoek.
Competentieniveau 2
- Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit
een gegeven context.
- Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel
kwantitatief onderzoek.
- Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen.
- Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek.
- Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek met behulp van een statistisch pakket en
trekken van conclusies.
- Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de
opdrachtgever.
- Evalueren van het uitgevoerde onderzoek.
Competentieniveau 3 (IBL HAN)
- Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere contexten.
- Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst.
- Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket.
- Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen.
- Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de
aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen.
3
Internationale Marktanalyse en Concurrentieanalyse. Vaststellen voor een onderneming van
enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen
en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen
op de internationale markten op basis van relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 3
Analyseren: Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven
context, een internationaal marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten en een analyse van het
internationale concurrentievermogen van de organisatie;
Beoordelen: Concluderen en beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale
markt op basis van de analyse van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en het aangeven van
belangentegenstellingen
Inschatten van investeringsrisico’s/financiële haalbaarheid en adviseren omtrent investering (van geld,
tijd, energie) in internationale situaties die maar in zeer beperkte mate voorspelbaar of beheersbaar zijn;
Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief
verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject.
4
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende
onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competentieniveau 2
- Benoemen van een aantal opties op basis van een SWOT-analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd;
- Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten.
- SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn;
- Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties waarbij expliciet rekenschap wordt afgelegd van de inzet van – en
betekenis van hedendaagse media t.b.v. de internationale marketing van de onderneming.
443
5
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van diverse plannen met betrekking tot internationalisering
op basis van het beleid internationale marketing
Competentieniveau 3
- Analyseren en onderzoeken, zelfstandig, van veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een complexe marketingprobleemstelling;
- Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, internationale inkoop
en/of verkoop/ import en export, distributie, organisatie,) op basis van een complexe marketingprobleemstelling;
- Maken, samen met anderen, van een volledig internationaal ondernemingsplan waarbij ook rekenschap
wordt afgelegd van kwesties rondom duurzaamheid, kwaliteitszorg, en maatschappelijk ondernemen en
internationale regelgeving rondom import & export;
- Op overtuigende wijze presenteren van de analyse en conclusies aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen van instemming met en draagvlak voor de uitvoering.
6
Internationale Sales en Internationaal account management. Ontwikkelen, onderhouden en
verbeteren van internationale zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en
dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne media (zoals
CRM, customer relationship management).
Competentieniveau 2
Onderscheiden van consumentengroepen in termen van prospects en suspects. Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van de (marketing)communicatie op deze afnemersgroepen;
Opstellen van een internationaal accountprofiel en effectieve inkoop- en verkoopstrategie;
Vervaardigen van een verkoopmap voor het doelland, met alle relevante informatie;
Verkopen en voeren van effectieve onderhandelingen, in drie moderne vreemde talen;
Ontwerpen van een effectieve in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk;
Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop;
Benutten van kansen om grenzen te verleggen en nieuwe relaties aan te gaan, die leiden tot bijv. een
transactie, contract of zakelijke afspraak.
7.
Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen,
intern en extern, nationaal en internationaal (= Domeincompetentie Commerce 7, niveau 3:
hoger niveau voor drie moderne vreemde talen dan in domeincompetenties commerce).
Competentieniveau 3
- Beheersen van de Engelse taal op het taalniveau C1 voor de vaardigheden lezen en luisteren. Voor de
vaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren is het niveau minimaal B2. De twee andere moderne vreemde talen worden voor de vaardigheden lezen en luisteren beheerst op niveau B2 en voor de
vaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren is het niveau minimaal B1;
- Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in alle landen of regio’ s waar
deze moderne vreemde talen formeel gelden en/of worden gebruikt;
- Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze
moderne vreemde talen formeel gelden en/of worden gebruikt.
8.
Leiding geven aan een internationaal bedrijf, een internationaal bedrijfsonderdeel,
bedrijfsprocessen of een internationaal project op het gebied van internationale in- en
verkoop en
internationale communicatie.
Competentieniveau 2
- Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een (internationaal) team en/of projectgroep.
- Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep/team/afdeling verstoren en
reageren op adequate wijze met hulp van derden.
- Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project.
- Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep/team en tijdig
tussentijds toetsen op haalbaarheid.
- Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven
naar de projectgroep.
444
Algemene competenties (van toepassing op alle HEO-opleidingen)
9.
Interpersoonlijke, sociale en communicatieve vermogens
- Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie houdt
in: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel
van de competentie);
- Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal in termen van beroepstaken. Dit omvat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren,
draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.
10.
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaat gericht werken, initiatief
nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit;
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid
en kritische zelfbeoordeling;
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen;
Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan
congressen, enzovoort.
11.
Persoonlijke professionele Internationale vermogens.
Het beroep van de IBL’er wordt mede gekarakteriseerd doordat hij regelmatig voor kortere of langere tijd in
het buitenland opereert en zowel in direct contact met de klant als op indirecte wijze (promotie, onderzoek) op
de plek de betreffende bedrijfsbelangen behartigt. Hij moet daarbij in alle internationale regio’s waar het bedrijf belangen heeft, kunnen opereren. Dat vraagt van de IBL’er een aantal meer specifieke persoonlijke professionele vermogens.
Interesse in, nieuwsgierigheid naar andere culturen en een inlevingsvermogen in andere culturen (culturele intelligentie);
Ondernemingslust en reislust ten behoeve van oplossing van voor het bedrijf belangrijke problemen en
kwesties die zich in het buitenland afspelen;
Omgaan met onzekerheid, maatschappelijk weerbaar zijn en moed hebben om zich in voor hem of haar
vreemde situaties te begeven. Hiermee wordt bedoeld dat de IBL’er regelmatig terechtkomt in voor hem
of haar onbekende buitenlandse context en in staat moet zijn om te gaan met de onzekerheid en vragen
die deze context met zich mee brengt;
Zich aanpassen aan de internationale omgeving waarin hij moet opereren. De waarden en normen kunnen respecteren en handelswijzen uitvoeren;
Verschillen overbruggen, voortkomend uit cultuurgebonden gedrag in elke fase van het proces van business relations en daarbij tonen van voldoende persoonlijke stevigheid, zowel zakelijk als moreel;
De producten en diensten van de eigen organisatie zodanig kennen dat hij/zij erover kan communiceren
met buitenlandse afnemers of toeleveranciers.
445
Bijlage 6: Competenties Small Business & Retail Management
COMMERCE

Competentieniveaus voor de domeincompetenties Commerce

Vastgesteld door de HBO-raad voor HEO-opleidingen per 8 december 2005
Competentieniveau 1: inleidend niveau. De student kan in een eenvoudige situatie (beroepstaak) en
onder begeleiding de beroepstaak aantonen. Dit niveau wordt meestal in de propedeuse behaald.
Als de student dit niveau aantoont, is hij hoofdfasebekwaam en daarmee klaar om te starten met de
hoofdfase.
Competentieniveau 2: verdiepend niveau. De student kan een meer complexe taak met losse sturing
uitvoeren. Dit niveau wordt meestal in de hoofdfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont, is hij
afstudeerbekwaam.
Competentieniveau 3: gevorderd niveau. De student kan een complexe taak zelfstandig uitvoeren.
Dit niveau wordt in de afstudeerfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont is hij startbekwaam
(klaar voor de beroepstaak).
DC.1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B
Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten
Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming.
Runnen, samen met anderen, van een project of onderneming.
Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst.
Competentieniveau 2 CE/IBL/SBRM/F&B
Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.
Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee.
Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor
de organisatie van het (laten) maken ervan.
Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming.
Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming.
Competentieniveau 3 SBRM/F&B
Opzetten, zelfstandig, van een onderneming.
Omzetten, zelfstandig, van een creatief idee in een product of een dienst en zorgen voor de
organisatie van het (laten) maken ervan.
Maken, zelfstandig, van een volledig businessplan voor een onderneming.
Bepalen van een strategie voor waarborging van de continuïteit van een onderneming door
middel van innovatie.
DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B
- Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling.
- Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek.
- Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag.
- Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing.
- Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau
(grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen).
446
Competentieniveau 2 CE/IBL/SBRM/F&B
- Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.
- Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief
dan wel kwantitatief onderzoek.
- Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen.
- Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek.
- Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en
trekken van conclusies.
- Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever.
- Evalueren van het uitgevoerde onderzoek.
Competentieniveau 3 CE/F&B
- Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere
- contexten.
- Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de
vragenlijst.
- Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor
het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket.
- Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen.
- Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden
doorlopen.
DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van
een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B
Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een
sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.
Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor
een onderneming te kunnen beschrijven.
Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven
probleemstelling.
Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B
Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven
context.
Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken.
Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van
de analyse.
Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen.
Competentieniveau 3: CE/IBL/F&B
Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten.
Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegenstellingen.
Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van
de analyse.
Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject.
447
448
DC 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende
onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B
In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig
onderzoek.
Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen.
Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen.
Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie.
Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B
Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot analyse die voor een opdrachtgever
is uitgevoerd.
Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten.
SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn.
Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief
de organisatorische en financiële consequenties.
Competentieniveau 3: CE/SBRM/F&B
Benoemen van een aantal opties op basis van een zelfstandig uitgevoerde analyse in opdracht van een externe opdrachtgever.
Prioriteren van opties eventueel in overleg met de opdrachtgever.
Onderzoeken van de haalbaarheid van deze opties.
Opstellen van marketingdoelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de
middellange of lange termijn.
Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief
de marketinginstrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële
consequenties.
DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid
Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B
- Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling.
- Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie.
Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B
- Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van
de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling.
- Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop
en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid.
Competentieniveau 3: CE/IBL/F&B
- Analyseren en onderzoeken, zelfstandig, van veranderingen voor alle functionele gebieden
van de organisatie, uitgaande van een complexe marketingprobleemstelling.
- Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, inkoop
en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een complexe marketingprobleemstelling.
- Presenteren van de analyse en conclusies op overtuigende wijze aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen van instemming met en draagvlak voor de uitvoering.
449
DC 6
koop
Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, veren dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten
Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B
Werken met CRM-systemen/klantendatabase/leveranciersdatabase
Onderscheiden van consumentengroepen in termen van prospects en suspects.
Voeren van gesprekken, ook telefonisch, voor het aanknopen, ontwikkelen en onderhouden
van relaties
Uitvoeren van een analyse van de effectiviteit van de inkoop- en verkooporganisatie.
Enkelvoudig verkopen van product
Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B
Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van de (marketing) communicatie op deze afnemersgroepen.
Opstellen van een accountprofiel en effectieve inkoop- en verkoopstrategie.
Vervaardigen van een verkoopmap, met alle relevante informatie
Voeren van effectieve onderhandelingen, ook in een vreemde taal
Ontwerpen van een effectieve in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk (eventueel met behulp van CRM-systeem).
Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde
taal
Competentieniveau 3:
Opzetten en onderhouden van een eigen netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q.
dienstverlening (eventueel met behulp van CRM-systeem)
Productief maken van het netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening
Voeren van effectieve verkooponderhandelingen in het kader van duurzame klantrelaties in
business to business-omgeving en in business to consumer-omgeving
DC7
en
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern
extern, nationaal en internationaal.
(bij deze competentie is een toelichting toegevoegd en hoort een bijlage)
Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B
Beheersen van één moderne vreemde taal op minimaal taalniveau 2 (zie bijlage).
Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’
s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt.
Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt.
Competentieniveau 2: IBL
Beheersen van een tweede moderne vreemde taal op taalniveau 1, 2 of 3 (zie bijlage).
Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’
s waar deze tweede vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt.
Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze tweede vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt.
450
Competentieniveau 3: IBL
Beheersen van een derde moderne vreemde taal op taalniveau 1, 2 of 3 (zie bijlage).
Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’
s waar deze derde vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt.
Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze derde vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt.
Toelichting:
- Bij deze competentie staan vreemde talen centraal, in combinatie met een aantal genoemde aspecten.
- De niveaus van de domeincompetentie zijn daarom gebaseerd op het aantal moderne
vreemde talen (1, 2 of 3) dat moet worden beheerst.
- Per taal zijn gedetailleerde taalniveaus aangegeven, afgeleid van een Europees raamwerk dat nationaal en internationaal als standaard erkend wordt. Bij elk niveau zijn ook
can-do statements aangegeven. Deze gegevens zijn opgenomen als een bijlage die hoort
bij deze competentie.
- Het taalniveau 2 geldt voor minstens één moderne vreemde taal.
- Niveau 1 van de domeincompetentie zal niet altijd zijn bereikt aan het einde van het 1e
jaar, als bijv. slechts één vreemde taal vereist is in een opleiding zal dit meetpunt vaak later in de studie liggen.
- De taalniveaus voor een tweede en derde moderne vreemde taal zijn vast te stellen bij de
invulling en verbijzondering per opleiding. Randvoorwaarden spelen mee bij die keuze
voor een niveau 2 of 3, zoals beschikbare tijd in het curriculum, maar ook vooropleiding
van studenten in de taal.
- De taalniveaus zijn in de uitwerking naar onderwerp gekoppeld aan de overige domeincompetenties, ook de complexiteit van een onderwerp. Deze inhoudelijke aspecten hoeven dus niet apart vermeld te worden bij de specificatie van niveaus van domeincompetentie 7.
- De culturele aspecten die te maken hebben met de omgeving, regio of land, hebben wel
een duidelijk verband met de beheersing van de taal en zijn om die reden bij de specificatie wel apart genoemd.
451
DC 8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B
Beheersen van een aantal verschillende aspecten van projectleiderschap, zijnde:
opbouwen van een eenvoudige projectorganisatie;
voorzitten van de vergaderingen van een projectgroep;
leiden van de uitvoering van de projectopdracht;
instrueren en volgen van de deelnemers van een projectgroep;
leiding geven bij het maken van een plan van aanpak.
Herkennen van conflictsituaties in een projectgroep en spelen van een bemiddelende rol.
Opstellen van kwaliteitseisen t.a.v. het project in overleg met een projectgroep.
Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B
Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep.
Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en
reageren
op adequate wijze met hulp van derden.
Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig
bedrijfsonderdeel of project.
Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep
en
tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid.
Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback
geven naar de projectgroep.
Competentieniveau 3: SBRM
Geven van richting en sturing op stimulerende wijze aan een groep op basis van een visie,
teneinde een gesteld doel te bereiken.
Ondernemen, zelfstandig, van een actie.
Handelen op adequate wijze bij onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren.
Aanpassen, indien noodzakelijk, van stijl en methode van leiding geven.
Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, zelfstandig, van een bedrijfsonderdeel of project.
Formuleren, zelfstandig, en verdedigen van de eindresultaten van een project op basis van
de resultaten die door de projectgroep zijn opgeleverd.
Evalueren van een project/proces aan de hand van de vooraf gestelde kwaliteitseisen en afleggen van verantwoording.
Geven van feedback op adequate wijze aan de groepsleden, tussentijds en na afloop van het
project/werkproces.
Alg. HBO-competentie 9: Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
-
-
Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale
deel van de competentie).
Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het
Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en
schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren,
motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.
Alg. HBO-competentie 10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
- Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit.
- Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op
betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling.
452
-
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect
voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen.
Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
453
Bijlage 7: Gedragsregels tijdens tentamens/tijdens inzages/klachten en geschillen
1. In het studentenstatuut HAN (instellingsspecifieke deel) is een gedragsreglement voor studenten
opgenomen. Dit reglement bevat naast algemene bepalingen ook bepalingen ten aanzien van
het gedrag van studenten in de tentamenlocaties. Iedere medewerker en student van de HAN
wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van dit gedragsreglement.
2. Hieronder staan additionele bepalingen met betrekking tot met name schriftelijke en digitale tentamens.
De student:
Gedrag
1. volgt de instructies van de surveillant op en gaat respectvol met de surveillant om;
2.
gedraagt zich zodanig dat hij/zij andere studenten niet stoort bij binnenkomst en bij vertrek van
de tentamenlocatie alsmede tijdens de tentamenafname. De student dient voor, gedurende en
na het tentamen stilte in acht te nemen in de ruimte waarin het tentamen plaatsvindt. Dit geldt
ook voor de directe omgeving van de ruimte;
Identificatie en toelating
3. meldt zich 15 minuten voor aanvang van het tentamen bij het tentamenlokaal;
4.
toont de surveillant ter identificatie zijn collegekaart en een geldig identificatiebewijs:
- een paspoort;
- een Europees identiteitsbewijs;
- een Nederlands rijbewijs;
- een Nederlands vreemdelingendocument.
a. Wanneer de student geen collegekaart én geldig identificatiebewijs kan tonen, wordt
hij/zij uitgesloten van tentamendeelname.
b. Indien geen legitimatie getoond kan worden door bijvoorbeeld diefstal of verlies van het
identiteitsbewijs, kan alleen met een originele aangifte van diefstal en/of een originele
aanvraag nieuw identiteitsbewijs van de gemeente een bewijs van inschrijving aangevraagd worden bij het Tentamenbureau van Studentzaken om toegelaten te worden tot
de tentamenlocatie;
c. Indien de student geen collegekaart kan tonen, dan kan de student bij het vraagpunt een
kopie uitdraai van zijn collegekaart vragen.
5.
wordt door de surveillant afgevinkt op de presentielijst ter bevestiging van deelname aan het
tentamen;
6.
die niet op de presentielijst vermeld staat maar wel in het bezit is van een na-inschrijving (kopie
mail van onderwijsbureau), kan zich melden bij het Vraagpunt van Studentzaken voor een toelatingsbewijs voor het na-inschrijflokaal;
7.
dient - ter controle van zijn identiteit door de surveillant - zijn geldige collegekaart en geldig
identificatiebewijs rechtsboven op de tafel te leggen gedurende de tentamenafname;
Aanvang
1. legt uitsluitend zaken die hij/zij nodig heeft voor het maken van een tentamen op de tafel. De
student dient jassen, tassen, etuis, smartphone etc. neer te leggen op de door de surveillant
aangewezen plaats;
2.
dient de smartphone uit te zetten alvorens hij/zij de smartphone weg legt;7
3.
vermeldt bij aanvang van het tentamen op alle tentamendocumenten zijn naam, studentnummer, klas/groep en verdere door de surveillant gevraagde gegevens. Bij gebruik van kladpapier,
noteert de student deze gegevens ook hierop;
7
Gezien de zeer snelle ontwikkeling van de informatietechnologie/digitalisering is het onmogelijk om een uitputtend overzicht op te nemen van tijdens het tentamen
verboden digitale media. De melding betreft apparatuur waarmee data kunnen worden weergegeven of opgenomen. Enkele voorbeelden zijn smartphones, usb-sticks,
horloges en brillen. .
454
4.
heeft na de feitelijke aanvang van het tentamen nog maximaal 30 minuten toegang tot de tentamenlocatie. De student ontvangt geen extra tijd voor het maken van het tentamen wanneer hij
of zij te laat is. Dertig minuten na het begin van de tentamenzitting worden er geen studenten
meer toegelaten;
Tijdens het tentamen8
5. mag tijdens de tentamenzitting van 150 minuten of korter geen gebruik maken van het toilet 9. Bij
een tentamenzitting die langer duurt dan 150 minuten, is toiletbezoek na 150 minuten onder begeleiding van een surveillant toegestaan;
6.
mag tijdens de eerste 30 minuten na de aanvang van een tentamenzitting niet vertrekken of zijn
werk inleveren;
7.
kan na de eerste 30 minuten na de aanvang van een tentamenzitting de zitting tussentijds beëindigen door inlevering van de tentamendocumenten en het verlaten van het tentamenlokaal;
8.
die middels een daartoe strekkend besluit van de senior studieloopbaanbegeleider recht heeft
op extra tentamenfaciliteiten wordt daartoe in de gelegenheid gesteld;
9.
mag tijdens het tentamen geen etenswaren nuttigen; bij een tentamenzitting van 150 minuten of
langer mag de student etenswaren nuttigen die minimale overlast voor medestudenten veroorzaken;
10. mag alleen drinkwaren uit een af te sluiten flesje nuttigen;
11. dient het tentamen met de voorgeschreven schrijfbenodigdheden zoals vermeld op het voorblad
(zwart- of blauwschrijvende pen of een potlood) te maken;
12. draagt er zorg voor dat schrapkaarten op de juiste wijze en volgens de instructie van de surveillant worden ingevuld;
13. is niet toegestaan op welke manier dan ook (delen van) tentamens te kopiëren of op welke andere wijze dan ook (de inhoud van) tentamens buiten de tentamenlocaties te brengen.
Hulpmiddelen
14. mag geen andere hulpmiddelen gebruiken dan die zijn toegestaan. De toegestane hulpmiddelen worden vooraf aan het tentamen door de opleiding vermeld en staan tevens vermeld op het
tentamenvoorblad;
15. draagt er zorg voor dat hulpmiddelen niet zijn voorzien van bijschrijvingen etc., behalve als op
het tentamenvoorblad staat aangegeven dat dit toegestaan is;
Onregelmatigheid
16. wordt voor onregelmatigheden, sancties bij onregelmatigheid en inbeslagname van bewijsmateriaal verwezen naar de geldende bepalingen die zijn opgenomen in het reglement examencommissies (zie reglement examencommissies van de FEM);
17. mag in geval van constatering van een vermoedelijke onregelmatigheid door de surveillant het
tentamen afmaken en ontvangt een kopie van het door de surveillant ingevulde formulier – vermoedelijke – onregelmatigheid (zie bijlage).
Inleveren tentamendocumenten
18. controleert vóór inlevering van de tentamenuitwerking en –opdracht(en) of op alle in te leveren
tentamenstukken zijn naam, studentnummer, klas/groep en verdere door surveillant gevraagde
gegevens (juist) zijn ingevuld;
19. levert alle tentamendocumenten inclusief gebruikt en ongebruikt kladpapier in bij de surveillant
en plaatst ter bevestiging hiervoor zijn handtekening op de presentielijst;
8 Wanneer de surveillant onverwijld noodzakelijke beslissingen dient te nemen, wordt dit in overleg met de coördinator surveillant gedaan
9 Alleen met een verklaring van de desbetreffende Senior SLB-er kan door de student van deze regel afgeweken worden.
455
20. zorgt ervoor dat alles netjes en opgeruimd wordt achtergelaten alvorens de tentamenlocatie te
verlaten.
Gedragsregels voor studenten tijdens inzage
Regels voor inzage
1. Tassen en jassen moeten vóór in het lokaal worden gedeponeerd.
2. De surveillant of diens plaatsvervanger mag de student te allen tijde vragen een geldige collegekaart en identiteitsbewijs te tonen.
3. De student dient zich te houden aan de instructies die worden gegeven door de surveillant of
diens plaatsvervanger.
4. Het gebruiken van eigen schrijfbenodigdheden is niet toegestaan; er mag alleen gebruik worden
gemaakt van de door de surveillant of diens plaatsvervanger uitgereikte groene pennen.
5. Studenten van de opleiding HBO-Rechten kunnen tijdens de inzage gebruik maken van een
niet geannoteerde wettenbundel.
6. Er mogen geen aantekeningen of wijzigingen worden aangebracht in de gemaakte tentamenuitwerkingen.
7. Standaarduitwerkingen of opgaven mogen niet worden meegenomen, overgenomen of worden
gekopieerd. Ook het overnemen van de eigen uitwerkingen is niet toegestaan.
8. Alle gevraagde gegevens op het protestformulier dienen nauwkeurig te worden ingevuld.
9. Alleen vragen op het protestformulier die inhoudelijk worden gemotiveerd, worden beantwoord.
10. Inzage is alleen mogelijk tijdens de vastgestelde dagen die voor het gehele collegejaar vaststaan in de jaaragenda.
11. Bij onduidelijkheden voor en/of tijdens de inzage kan men zich wenden tot de surveillant of
diens plaatsvervanger en zo nodig tot het Vraagpunt.
Klachten en geschillen inzake beslissingen en handelwijzen van medewerker en/of surveillanten
Indien een student of extraneus het niet eens is met een beslissing of handelwijze van medewerker
en/of een surveillant kan hij middels het klachtenformulier van de betreffende opleiding een klacht
indienen bij de instituutsdirectie.
Een student die het vervolgens niet eens is met een besluit van de instituutsdirectie naar aanleiding
van een klacht kan contact opnemen met Bureau Klachten en Geschillen van de HAN en de procedure volgen conform de ‘Regeling rechtsbescherming besluiten het onderwijs betreffende’ die is opgenomen in het Studentenstatuut van de HAN.
Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waarin een beslissing noodzakelijk is, beslist de betreffende instituutsdirectie of examencommissie. Zijn/haar beslissing deelt hij/zij zo spoedig mogelijk
mee aan de belanghebbenden bij de beslissing.
456
Bijlage 8: Plagiaat en fraude
Verantwoord rapporteren
Voor diverse thema’s dient u regelmatig verslagen in te leveren. Veelal blijkt dat studenten niet weten hoe ze op een verantwoorde wijze verslagen moeten maken. Zo mag men bijvoorbeeld niet zomaar teksten van internet plukken en suggereren dat het een eigen tekst is. Feitelijk is er dan sprake
van bedrog of beter gezegd van fraude. Het woord fraude klinkt erg beladen en uit ervaring weten
we, dat studenten soms niet eens het idee hadden dat ze fraudeerden. Om te voorkomen dat u problemen krijgt adviseren we onderstaande tips goed door te lezen en natuurlijk na te leven.
Rapportage kent één hoofdprincipe: alles wat in het rapport staat, is bedacht en geschreven
door degene van wie de naam op het rapport staat, tenzij er verwezen wordt naar een geraadpleegde bron.
De consequentie hiervan is dat overal waar u bij een gedeelte van het rapport géén bron vermeldt,
dit betekent dat het door u is bedacht, geanalyseerd of uitgerekend. Is dat ook werkelijk zo, dan is
dat geen probleem. Heeft u echter wel gebruik gemaakt van het werk van een ander, dan is dat feitelijk bedrog. Ook voor het verleidelijke internet geldt dat het zonder bronvermelding downloaden van
informatie plagiaat en fraude is.
Andere redenen om bronnen te vermelden:
1. een rapport moet controleerbaar zijn: de lezer moet beweringen kunnen verifiëren;
2. verantwoordelijkheid voor beweringen: bepaalde gegevens kunnen prachtig door een organisatie worden gepubliceerd. De organisatie zelf is er verantwoordelijk voor.
Het toont aan dat u:
op verantwoorde wijze met het onderwerp bent omgegaan;
de vakliteratuur kent;
op de hoogte bent van de actuele ontwikkelingen;
een goede selectie weet te maken uit de bronnen.
Uit uw eigen conclusie, visie of advies blijkt hoe u met de gegevens bent omgegaan, hoe u ze weet
te combineren en te interpreteren.
Noten
Noten worden allereerst gebruikt om naar gebruikte literatuur te verwijzen. De beste literatuurverwijzingen zijn beknopt en informatief. De lezer kan eruit aflezen wie de bron van de informatie was en
hoe oud de gegeven informatie is.
De basisgegevens zijn dus:
naam auteur (zonder voorletters of titels);
jaartal.
Deze gegevens kunnen tussen haakjes in de lopende tekst worden gezet of als voetnoot worden opgenomen. Een paginaverwijzing is noodzakelijk als u letterlijk citeert; verwijst u naar het hoofdthema
van een werk, dan volstaat auteur en jaartal.
In een aantal gevallen zijn werkgevers veroordeeld tot het uitkeren van hoge schadevergoedingen aan werknemers die als gevolg van het inademen van asbest stoflongen hebben gekregen
(Swüste,1989).
Noemt u de naam van de auteur in de lopende tekst, dan volstaat het noemen van het jaartal tussen
haakjes achter de auteursnaam:
Zoals is bewezen door Segers (2003)…
Als er naar verschillende werken van één auteur in één jaar verwezen moet worden, kent u elk werk
een letter toe.
Noten worden behalve voor literatuurverwijzingen wel gebruikt voor opmerkingen die de tekst te veel
zouden onderbreken. Vooral in wetenschappelijke teksten kunnen ze handig zijn, in bedrijfsrapporten komen ze minder voor. Maak in ieder geval spaarzaam gebruik van dergelijke noten en houd de
uitweidingen zo beknopt mogelijk.
457
Gebruik in de tekst een nummer in 'superscript' om naar de voetnoot te verwijzen:
Deze visie is destijds bestreden door deskundigen.1 De...
Literatuurlijst
Het is gebruikelijk aan het eind van een verslag, maar vóór de bijlagen, gegevens op te nemen over
boeken, artikelen, rapporten en dergelijke die u in uw verslag vermeldt, dus alleen de literatuur die u
in uw verslag noemt en niet de literatuur die u wel gelezen heeft, maar niet bespreekt in uw verslag.
U kunt dit overzicht aanduiden met de term ‘Geraadpleegde literatuur’, ‘Literatuurlijst’ of gewoon ‘Literatuur’. De geraadpleegde literatuur moet u aan de hand van de auteursnaam op alfabetische volgorde rangschikken.
Als hulpmiddel bij het maken van een literatuurlijst heeft de American Psychological Association regels gepubliceerd over de wijze waarop literatuurverwijzingen vermeld moeten worden. Hieronder
kunt u zien hoe u de geraadpleegde literatuur beschrijft.
1.Titelbeschrijvingen van boeken
naam van de schrijver, met daarachter de voorletters, zonder titels als drs., prof. enz.;
jaar van uitgave. Indien niet bekend: z.jr.;
de titel en eventueel ondertitel cursief;
de druk (bij tweede of latere druk);
plaats van uitgave. Indien niet bekend: z.pl.;
uitgeverij.
Voorbeeld:
Pieters, I., & Elshof, M. (2006). Een goed onderzoek. Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff.
Adriaansen, M., & Caris, J. (2011). Elementaire sociale vaardigheden. (3e druk). Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum.
Ontbreekt de naam van de auteur, dan begint de titelbeschrijving met de titel:
Energiebewust bouwen en wonen (2008). Den Haag.
Is een publicatie afkomstig van een instantie, dan kunt u ook de naam van die instantie als auteursnaam gebruiken:
Ministerie van VROM (2008). Dossier Bouwregelgeving, Den Haag.
2.Titelbeschrijvingen van tijdschriftartikelen
schrijvers net als bij boeken;
jaar van uitgave;
titel en eventueel ondertitel van het artikel;
naam van het tijdschrift cursief;
jaargang van het tijdschrift cursief;
nummer van de aflevering waarin het artikel is opgenomen tussen haakjes;
pagina-aanduiding van eerste en laatste pagina.
Voorbeeld:
Ouwerkerk, D. van, & Grinten, J. van der (2004). De kracht van zacht: wat mannen over vrouwelijke
vergaderstijlen kunnen leren. Interne communicatie, 3 (4), p. 11-13.
3. Titelbeschrijvingen van krantenartikelen
naam van de schrijver;
jaartal;
datum;
titel van artikel;
naam krant cursief;
pagina-aanduiding.
Voorbeelden:
Havelaar, R. (2006, 13 december). Student leert minder uren omdat hij werkt. De Volkskrant, p. 13.
Kennedy, J. C. (2006, 29 april). Geen allahu akbar, wel anders eten: Nederland worstelt met diversiteit en gelijkwaardigheid. NRC Handelsblad: Opinie & debat, p. 13.
Nederland verspreidt wereldwijd veel spyware. (2006, 15 mei). Metro, p. 7.
458
4. Titelbeschrijvingen van internetsites
auteur;
jaar van uitgave;
titel van het document cursief;
geraadpleegd op dag maand jaar;
het adres van de website geheel onderstreept.
Bij het ontbreken van een auteur wordt de organisatie genoemd; als deze ook ontbreekt, begint de
beschrijving met de titel (niet cursief). Bij het ontbreken van een datum wordt 'z.d.' (zonder datum)
gebruikt.
Voorbeelden:
Centrum voor Ethiek en Gezondheid. (z.d.). Drang en dwang in de zorg. Geraadpleegd op 27 augustus 2010, van http://www.ceg.nl/cgi-bin/ondw.pl?id=49
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. (2010). Bacheloropleidingen. Geraadpleegd op 1 juni 2010,
van http://www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/
Meijden, B. van der. (1998). Schiphol als thema voor een geschiedenis-, internet- en/of profielwerkstuk. Geraadpleegd op 7 juli 2005, van http://www.histopia.nl/schiphol.htm
Bijlagen
In de bijlagen kunt u informatie opnemen waarover een lezer moet kunnen beschikken om het rapport te kunnen begrijpen, maar die het betoog te veel verstoort als die in de tekst zelf zou worden
opgenomen.
Bijlagen krijgen een nummer, een titel en een bronvermelding.
459
Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015
Bijlage 9: Huisregels
Regels en richtlijnen die gelden voor het onderwijs in het instituut IB&C
1. HAN-Scholar
Alle informatie die je nodig hebt voor het volgen van een onderwijseenheid vind je op HAN-Scholar.
Je bent zelf verantwoordelijk voor je aanmelding bij HAN-Scholar.
2. HAN-mail
De opleiding en docenten onderhouden voor individuele zaken contact met studenten via de HANmail en de HAN-mailadressen.
3. Aanwezigheid
De opleiding verwacht van haar studenten dat zij aanwezig zijn bij de ingeroosterde lesuren.
Bij de modules waarvoor aanwezigheidsplicht geldt, wordt de presentie bijgehouden.
Ben je vaker afwezig dan is toegestaan, om wat voor reden dan ook, dan kan dat betekenen dat je
de module een semester later opnieuw moet volgen. Zie daarvoor de studiehandleiding van de onderwijseenheid.
4. Deadlines
Deadlines voor inleveropdrachten etc. zijn vergelijkbaar met tentamenmomenten. Haal je een
deadline niet, dan betekent dit dat je het desbetreffende onderdeel niet hebt gehaald. Herkansen
kan dan als de eerstvolgende herkansingsmogelijkheid zich aandient.
5. Plagiaat en bronvermelding
Plagiaat is het gebruiken van werk van anderen zonder toestemming en zonder vermelding van de
oorspronkelijke auteur. Dat is fraude!
Zorg ervoor dat je de bronnen vermeldt bij gedeelten die je overneemt van anderen.
Zie bijlage 6 van deze studiegids voor de manier waarop je bronnen vermeldt.
Fraude wordt gemeld bij de examencommissie.
6. Ephorus
De opleiding maakt gebruik van Ephorus om fraude op te sporen. Inleveropdrachten en beroepsproducten moeten voor deze worden ingeleverd, ge-upload worden in Ephorus.
Zie voor meer informatie en het gebruik van Ephorus: HAN-insite, studenten, Ephorus.
7. Cijfers
Na een deadline worden de cijfers van inleveropdrachten en beroepsproducten binnen 20 werkdagen bekend gemaakt. Voor cijfers van tentamens die in de tentamenperiode worden afgenomen
geldt dat ze voor de inzage bekend moeten zijn.
8. Klachten en conflicten
Als je een klacht hebt over zaken die de onderwijseenheid aangaan, dan probeer je er in eerste
instantie zelf met je docent uit te komen.
Als dat niet lukt dan kun je jouw klacht melden bij de opleidingscoördinator. Je ontvangt dan binnen
een week een reactie.
Mocht je niet tevreden zijn over de afhandeling, dan kun je contact opnemen met de Instituutsdirectie.
Bijlage 10: Ongewenst seksueel gedrag en intimidatie
Ongewenst seksueel gedrag en intimidatie,
Vaak wordt er over gelachen als het aan de orde komt, maar die grapjes zijn niet altijd even leuk.
Voor iemand die met ongewenst gedrag te maken heeft (gehad) is hard gelach een hard gelag.
Wat verstaan we nu onder seksuele intimidatie en/of agressie en geweld?
Het is alles wat je kunt verwachten onder “ongewenst (seksueel getinte) aandacht”. Het gaat niet alleen om handtastelijkheden, maar ook om de manier waarop er naar mensen gekeken wordt. Uitkleden met de ogen, “geinige” opmerkingen tegen jou of in een groep. Ooit wel eens telefoontjes gekregen die bij het opnemen onmiddellijk werden afgebroken, te maken gehad met (hinderlijke) “stalking”,
met opmerkingen als; “ik weet je wel te vinden”. Al dit soort zaken/uitspraken zijn te scharen onder ongewenst gedrag.
Gevolgen
De gevolgen zijn voor iedereen verschillend. Soms voel je je er alleen vervelend onder. De gevolgen
kunnen ook veel ernstiger zijn. Je raakt je gevoel van vrijheid en zelfstandigheid kwijt. Je probeert onbewust of bewust te vermijden dat je opnieuw in een vergelijkbare situatie terecht komt. Je kunt besluiten om een bepaald vak niet meer te kiezen, van studie te veranderen, anderen worden ziek of blijven weg. Soms besluiten mensen om met de studie of het werk te stoppen, omdat ze er niet meer tegen kunnen.
Wat te doen?
Ook binnen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen komt dit ongewenste gedrag voor. Iedereen
heeft echter recht op een goede opleiding in een vertrouwde en veilige studie/werkomgeving. Ongewenst gedrag mag geen belemmering vormen. Daarom zijn er een aantal vertrouwens-personen aangesteld.
Wat doet de vertrouwenspersoon?
De opvang van slachtoffers van (seksuele) intimidatie en/of agressie en geweld hun taak. De ondersteuning bestaat uit: luisteren naar het verhaal; het doorverwijzen naar medische of psychologische
hulp; het bespreken van interventiemogelijkheden; het geven van steun bij de verschillende interventies en het verlenen van nazorg. Met hen kun je praten over jouw ervaringen. Samen kun je naar een
oplossing zoeken.
Klachtenprocedure
Je kunt als uiterste mogelijkheid een klachtenprocedure starten. De vertrouwenspersoon adviseert en
helpt daarbij, als je dat wilt. De klachtenprocedure heeft betrekking op studie en werksituatie. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen tolereert in geen geval ongewenst gedrag, niet van werknemers
en niet van studenten. Als je te maken krijgt met ongewenst gedrag, dan kun je dat melden bij een
vertrouwenspersoon. De gesprekken zijn altijd vertrouwelijk. Met elkaar zorgen we ervoor dat de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een goede studie- en werkplek is en blijft voor IEDEREEN.
Vertrouwenspersonen Arnhem
- Ben van Hoof, [email protected]
- Helena Leusink; [email protected]
Vertrouwenspersonen Nijmegen
- Pia in ‘t Veld; [email protected]
- Marianne de Bruyn; [email protected]
- Anke Noback, [email protected]
Zie ook insite Service Bedrijf - SCO – Producten en diensten – Campusdecanaat - Vertrouwenspersoon
1
Bijlage 11: RSI
Hoe voorkom je RSI?
Inhoud
1 Werken met computers
2 Hoe herken je RSI?
3 Hoe voorkom je RSI?
4 Samenvatting
5 Vragen? of klachten
6 Klachten?
RSI is de afkorting van Repetitive Strain Injury. Het is een verzamelterm voor diverse pijnklachten in
nek, schouder, armen, polsen en handen, die tegenwoordig ook wel CANS wordt genoemd (complaints of the arm, neck and shoulder). Deze klachten ontstaan door een chronische overbelasting van
spieren, pezen en zenuwen. De overbelasting wordt veroorzaakt door een langdurige statische werkhouding (dit geeft veelal nek- en schouderklachten), soms in combinatie met een dynamische belasting (repeterende bewegingen, die klachten in polsen, handen en armen kunnen geven).
1 Werken met computers
Naast het gebruik van desktops is het werken met een laptop de laatste tijd sterk toegenomen. Natuurlijk kent dit gebruik vele voordelen, maar daarnaast heeft het zeker ook nadelen. Je mag
een notebook niet als vervanger zien van een desktop: het is en blijft een tussenoplossing.
Ook neemt de intensiteit van het beeldschermwerk in Nederland nog steeds toe. Dit komt door de
steeds verdergaande automatisering. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 50% van de beeldschermwerkers RSI-gerelateerde klachten in fase 1 heeft. Een reden temeer om hier aandacht aan te schenken.
2 Hoe herken je RSI?
De volgende stadia zijn te onderscheiden:
Fase 1
Je kunt duidelijk aanwijzen waar de pijn zich bevindt. De pijn voelt aan als vermoeidheid, kramp of een
doof gevoel. De pijn treedt vooral op tijdens of vlak na lang of stressvol werk. Er is een duidelijke relatie tussen oorzaak en pijn. Wanneer je rust, nemen de klachten af.
Fase 2
De pijn straalt uit naar andere lichaamsdelen. Je voelt een zeer vermoeiende, irriterende pijn of tintelingen en krachtsverlies. De pijn treedt ook ’s avonds op en je kunt 's nachts wakker worden van de
pijn. De pijn houdt langer aan en is ook bij andere werkzaamheden aanwezig. De herstelperiode is
langer dan bij fase 1.
Fase 3
De pijn is vrijwel altijd aanwezig. De pijn voelt aan als zwaar vermoeiend en tintelend.
3 Hoe voorkom je RSI?
Door een niet te lange werkduur:
- Beperk het totale aantal uren beeldschermwerk (inclusief internetten!) tot maximaal 6 uur per dag.
- Neem na twee uur beeldschermwerk 10 à 15 minuten pauze en ga even iets anders doen.
- Studenten kunnen thuis gebruik maken van de Beeldschermtachograaf. Dit programma helpt je
herinneren aan pauzes en de noodzaak om te bewegen. Meer informatie over de Beeldschermtachograaf kun je vinden via www.beeldschermtachograaf.nl. Informatie over hoe je aan het programma kunt komen, kun je vinden op Insite RSI.
- Laptops voldoen niet aan de eisen van een beeldschermplek (Arbobesluit Beeldschermwerk). Het
gebruik van laptops is, zoals al eerder genoemd, een tussenoplossing. Gebruik je notebook bij
voorkeur niet langer dan twee uur per dag. Maak zoveel mogelijk gebruik van de aangeboden mogelijkheden binnen de HAN, zoals de computers in de studieruimtes.
- Indien je langer dan twee uur moet werken, sluit je notebook dan aan zoals hiervoor is aanbevolen
bij werkhouding en werkwijze.
2
Door een juiste werkhouding en werkplek:
-
-
Maak thuis gebruik van de mogelijkheid om je notebook aan te sluiten op een beeldscherm. Zo kun
je in een goede werkhouding recht voor het beeldscherm zitten.
Maak gebruik van een goede stoel die je op de juiste hoogte instelt.
Zorg dat je onderarmen door de - in hoogte instelbare - armleggers van de stoel ondersteund worden, of gebruik je bureaublad voor de ondersteuning. Zorg ervoor dat je niet met opgetrokken
schouders of onderuitgezakt werkt.
Voorkom dat je thuis op een koude, tochtige werkplek zit. Kou heeft een negatief effect op de spieren en is daardoor RSI-bevorderend.
Voorkom statische (zit)belasting en dynamische belasting: afwisseling en/of onderbreking van het
beeldschermgebonden werk is essentieel om RSI-gerelateerde klachten te voorkomen.
Door de juiste werkwijze:
- Wanneer je met je notebook werkt, maak dan zoveel mogelijk gebruik van een losse computermuis. De muis dient in ieder geval plat te zijn en de snoerlengte moet voldoende zijn.
- Wissel links en rechts werken met de muis af.
- Werk je thuis veel en langdurig met het notebook? Zorg dan dat je een los toetsenbord hebt en een
verhoger waarop je scherm kan staan.
- Zorg thuis voor de juiste verlichting, zodat je goed kunt zien en geen hinder hebt van reflecties op
je scherm (dit voorkomt een verkeerde werkhouding en oogvermoeidheidsklachten).
4 Samenvatting
- Werk niet langer dan 6 uur per dag achter een beeldscherm.
- Gebruik je notebook bij voorkeur niet langer dan twee uur per dag. Wanneer dit niet lukt, sluit je notebook dan aan op een computer met een los toetsenbord en een losse computermuis. Ben je aan
het werk op de faculteit? Gebruik dan de aanwezige computers in de leslokalen of studieruimtes.
- Zorg voor een goede werkhouding.
- Wissel het beeldschermwerk regelmatig af met andere werkzaamheden.
- Wissel de zittende werkhouding af met een staande houding (statafels).
- Sport regelmatig; 30 minuten beweging per dag doet wonderen!
5 Vragen of klachten?
- Kijk eens op de RSI-themasite van Insite HAN. De directe link is te vinden op het portal van Insite
HAN.
- Neem contact op met één van de Arbo-coördinatoren van de HAN of één van de leden van de
Arbo-campuscommissies. Namen en adressen vind je op de Arbo-themasite van Insite HAN.
6. Wat moet je doen als je vragen of pijnklachten hebt?
- Neem contact op met je studieloopbaanbegeleider, één van de leden van de Arbo-campuscommissies of één van de Arbo-coördinatoren van de HAN. Namen en adressen vind je op Insite Arbo.
- Ga bij lichamelijke klachten naar je huisarts, bel Seneca (tel. 024-3245791) of benader de coördinator van je eigen opleiding of de decaan die aan jouw opleiding is toegewezen.
3
Bijlage 12: Beschrijving OWE’s A-cluster propedeuse
OWE-beschrijvingen
Voltijd
A-cluster
Propedeuse
Marketing 1 - AMM1
Niveau 1
5 studiepunten
Marketingcommunicatie en Online
Business 1 - AMM2
5 studiepunten
Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2 - ABO1 2,5 studiepunten
Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 - ABO2
2,5 studiepunten
De professional - ADP1
7,5 studiepunten
Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2ATC1
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Engels 1 en 2 ATC2
2,5 studiepunten
Taal en Cultuur Duits 1 en 2 ATC3
2,5 studiepunten
4
Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015
Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015
Studiegids Propedeuse, VWO-programma, voltijd, International Business &
Communication 2014-2015
International Business & Communication
Studiegids vwo-propedeuse
CE, CO en SBRM, voltijd
Faculteit Economie en Management
2014-2015
1
2
Inhoud
Voorwoord ......................................................................................................................................... 5
1.
Praktische informatie .............................................................................................................. 7
1.1
Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding ................................................................. 7
1.2
Lesdagen en -tijden ............................................................................................................... 9
1.3
Studiebegeleiding .................................................................................................................. 9
1.4
Wie, wat, waar ..................................................................................................................... 10
1.5
Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen ................................. 14
2.
Visie op het onderwijs: vwo-propedeuse ............................................................................ 15
2.1
Wat is de vwo-propedeuse? ................................................................................................ 15
2.2
Doel van de vwo-propedeuse .............................................................................................. 15
2.3
Opbouw van de opleiding .................................................................................................... 15
2.3.1
Onderwijseenheden in de vwo-propedeuse ........................................................................ 15
2.3.2
Vrijstellingen vwo-propedeuse............................................................................................. 17
2.3.3
Integrale toets vwo-propedeuse – IT1V .............................................................................. 17
3.
De opbouw van de vwo-propedeuse: onderwijseenheden en modules .......................... 18
3.1
Opbouw van het studiejaar .................................................................................................. 18
3.2
Rooster- en modulecode ..................................................................................................... 18
4.
Tentamens .............................................................................................................................. 19
4.1
Tentamenrooster ................................................................................................................. 19
4.2
Toetscodes .......................................................................................................................... 19
4.3
Inschrijving tentamens ......................................................................................................... 19
4.4
Twee tentamens op hetzelfde tijdstip .................................................................................. 20
4.5
Individueel tentamenrooster ................................................................................................ 20
4.6
Schrijfmateriaal bij tentamens ............................................................................................. 20
4.7
Cijfers................................................................................................................................... 20
5.
Propedeusegetuigschrift en Bindend studieadvies .......................................................... 22
5.1
Behalen van je propedeusegetuigschrift ............................................................................. 22
5.2
Studieadvies ........................................................................................................................ 23
5.3
Cijfers en studiepunten in HAN-SIS .................................................................................... 23
5.4
Integrale toetsen .................................................................................................................. 23
6.
Onderwijseenheden .............................................................................................................. 24
7.
Kwaliteitszorg ........................................................................................................................ 26
7.1
Systeem van kwaliteitszorg binnen de HAN ........................................................................ 26
7.2
Systeem van kwaliteitszorg van de opleiding ...................................................................... 26
3
8.
Overzicht onderwijseenheden Vwo-propedeuse ............................................................... 27
Bijlage 1
Overzichten toetsen en opdrachten .......................................................................... 29
Bijlage 2
Conversietabel .............................................................................................................. 0
Bijlage 3 Competenties Commerciële Economie ......................................................................... 1
Bijlage 4 Competenties Communicatie ......................................................................................... 5
Bijlage 5 Competenties Small Business & Retail Management................................................ 11
Bijlage 6 Gedragsregels tijdens tentamens/tijdens inzages/klachten en geschillen ............. 20
Bijlage 7 Plagiaat en fraude .......................................................................................................... 23
Bijlage 8 Huisregels ...................................................................................................................... 26
Bijlage 9 Ongewenst seksueel gedrag en intimidatie ................................................................ 27
Bijlage 10
RSI ............................................................................................................................... 28
4
Voorwoord
Dit is de studiegids voor de vwo-propedeuse van de opleidingen Commerciële Economie, Communicatie en Small Business & Retail Management van het instituut International Business & Communication. De vwo-propedeuse wordt alleen aangeboden in Nijmegen.
Deze studiegids geeft informatie over de inhoud, opbouw en organisatie van de versnelde propedeuse. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut (OS). Het OS bestaat uit 4 delen,
waarvan de studiegids deel 3 vormt.
In het Opleidingsstatuut (OS) is tevens de Onderwijs- en examenregeling (OER) opgenomen (deel
2). Hierin zijn de formele regelingen opgenomen over het onderwijs en de toetsing. Denk bijvoorbeeld aan de termijn waarbinnen de uitslag van een toets bekend moet zijn, inzage in toetsen, de
studielast en de onderwijseenheden van de opleiding.
In deel 1 van het OS vind je de HAN-jaarplanning met lesperiodes en vakanties. Informatie over studentvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau is in deel 4 van het OS opgenomen.
Het gehele Opleidingsstatuut is te vinden op insite – Economie en Management – Commerciële Economie – onderwijs- onderwijsprogramma.
Naast dit OS is ook een aantal andere documenten belangrijk voor jou als student
In de studiehandleidingen is informatie opgenomen over de diverse onderwijseenheden. Studiehandleidingen zijn bij de start van een onderwijseenheid te koop of staan op Scholar.
Ook op Insite staat het Studentenstatuut van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) dat
voor alle studenten en opleidingen van de HAN geldt. Het Studentenstatuut meldt wat studenten mogen verwachten van de HAN en wat de HAN van hen verwacht. Het is een verzameling van alle
rechten en plichten van studenten en geeft ook aan welke voorzieningen er voor studenten zijn. Bovendien bevat het een overzicht van de rechtsbescherming van studenten.
In de jaaragenda tenslotte, vind je verdere informatie over de organisatie en belangrijke data. Deze
jaaragenda kun je ophalen bij ‘t Vraagpunt.
Actuele wijzigingen en aanvullingen op de studiegids worden gepubliceerd op Insite en Scholar. De
meest recente versie van deze studiegids staat op Insite, Scholar en www.han.nl (bij jouw opleiding).
Actuele informatie over inschrijven tentamens, inzage, sluitingstermijnen, vind je op Insite en wordt
tevens op de informatieschermen in de gebouwen gepubliceerd.
Zoek je iemand van je opleiding, kijk dan op Insite bij jouw opleiding onder de tab ‘Over Ons’.
Wij wensen je veel succes met je studie.
Arnhem, augustus 2014
Loes Janssen,
opleidingscoördinator Commerciële Economie
Fabianne Papen,
opleidingscoördinator Communicatie
Joop Verbrugh,
opleidingscoördinator Small Business & Retail Management
5
6
1.
Praktische informatie
Voordat het onderwijsprogramma toegelicht wordt, eerst een aantal praktische zaken. Waar kan ik
wat vinden en wie benader ik met mijn vragen? Na het lezen van onderstaand hoofdstuk heb je inzicht in de informatiekanalen en weet je wie je kunt benaderen met je specifieke vragen.
1.1
Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding
De propedeuse maakt gebruik van meerdere informatiekanalen. Wij verwachten van jou dat je deze
bronnen regelmatig raadpleegt en gebruikt. De opleiding gebruikt deze namelijk om met jou te communiceren. Om toegang tot deze kanalen te krijgen heb je wel een HAN-account nodig. Zodra je je
hebt aangemeld ontvang van de StudentenInschrijfAdministratie bericht over het aanmaken van een
HANaccount.
1. HAN-Insite
HAN-Insite is het intranet van de HAN. Op HAN-Insite vind je allerlei zaken die de opleiding betreffen. Ook het lesrooster en roosterwijzigingen vind je hierop terug. Wanneer je op zoek gaat naar informatie over de opleiding ga je naar de site van jouw betreffende opleiding. Heb je gekozen voor
Commerciële Economie, dan ga je naar HAN-Insite CE (Economie, Management en Recht – Commerciële Economie ).
2. HAN-Scholar
HAN-scholar is de elektronische leer- en werkomgeving van de HAN. Studenten en docenten kunnen hier online samenwerken.
3. Informatiemonitoren
In de gebouwen in Arnhem en Nijmegen hangen op diverse plekken informatiemonitoren. Hierop
worden actuele wijzigingen in het lesrooster gepubliceerd.
4. Studiegids
Dit is de studiegids voor de vwo-propedeuse. Deze studiegids geeft informatie over de inhoud, opbouw en organisatie van de opleiding. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut (OS).
5. HAN e-mail
HAN e-mail is de mailservice van de HAN. Elke student ontvangt een HAN e-mailadres. De opleiding
zal dit e-mailadres gebruiken voor onderwijsgerelateerde communicatie met studenten.
6. Jaaragenda
Studenten halen aan het begin van het studiejaar de ‘jaaragenda’ op bij ‘t Vraagpunt. Hierin is informatie opgenomen over: jaarplanning, locaties, collegetijden, faciliteiten en interne organisatie.
7. ‘t Vraagpunt
’t Vraagpunt is een studentenbalie in de centrale hal waar studenten tijdens openingstijden van het
gebouw en via email vragen kunnen stellen over onderwijsgerelateerde zaken.
8. HAN-SIS/Alluris
7
HAN-SIS is een studievoortgangsysteem waarin alle student- en studie-informatie per student wordt
bijgehouden. De student dient zelf te controleren of de cijfers kloppen. Bij onjuistheden dient de student de vakdocent hierover te mailen.
Alluris vervangt HAN-SIS
In december 2014 gaan we over op het nieuwe studie-informatiesysteem Alluris. Lees per 2015 ‘Alluris’ voor ‘HAN-SIS’ .
Informatievoorziening overstap naar Alluris
In november 2014 en in januari 2015 ontvang je meer informatie met betrekking tot de overstap
naar Alluris. Hierin wordt duidelijk vermeld wanneer welke actie van studenten wordt verwacht en
wat te doen bij vragen of problemen.
Overstap naar Alluris: check je studievoortgang/resultaten
De informatie die je rond live-gang ontvangt, betreft de volgende acties:
 Controleer je cijferlijst in HAN-SIS voor 1 december 2014. Missen er resultaten of constateer
je fouten? Neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de desbetreffende docent.
 Op 1 december 2014 zal HAN-SIS sluiten. Dit betekent dat er vanaf dat moment geen cijfers
meer kunnen worden ingevoerd in HAN-SIS. Alle resultaten uit HAN-SIS die vóór 1 december 2014 zijn ingevoerd, zullen worden overgezet naar Alluris.
 Vanaf 1 december 2014 kun je wel nog steeds je studieresultaten bekijken in HAN-SIS.
 Met ingang van 5 januari 2015 zul je je studievoortgang bekijken via Alluris. Uiteraard zorgt
de HAN ervoor dat jouw behaalde resultaten worden overgezet van HAN-SIS naar Alluris.
Het is echter van belang dat je de resultaten zelf controleert. Bekijk daarom vanaf 5 januari
2015 jouw cijferlijst in Alluris om vast te stellen dat al jouw behaalde resultaten ook daadwerkelijk goed zijn overgezet naar Alluris. Let er wel op dat alle resultaten die je hebt behaald in
de periode na 1 december 2014 vanaf 5 januari 2015 in Alluris worden ingevoerd.
8
1.2
Lesdagen en -tijden
De gebouwen zijn, afhankelijk van de vestiging, van maandag t/m vrijdag (in Arnhem ook op zaterdag tot 13.00 uur) geopend. Er zijn aangepaste openingstijden per vestiging. Zie hiervoor de jaaragenda.
Geroosterd onderwijs vindt plaats tussen 08.00 en 21.30 uur. Op welke dagen er onderwijs en activiteiten gepland zijn, staat in de IB&C-jaarplanning. Les- en tentamenroosters worden gepubliceerd op
insite.
IB&C-jaarplanning 2014-2015
Zie voor de jaarplanning HAN-insite: insite>opleiding>actueel>jaarplanning.
1.3
Studiebegeleiding
Er zijn verschillende begeleidingsmogelijkheden waar je, tijdens je studie, gebruik van kunt maken.
Hieronder staat aangegeven bij wie je waarvoor terecht kunt.
Studieloopbaanbegeleider (SLB’er)/mentor
Elke klas wordt begeleid door een SLB’er. De SLB’er is jouw eerste aanspreekpunt voor vragen en
zal je helpen bij het oplossen van problemen. Tevens voert hij gesprekken met je over jouw studieloopbaan.
De SLB’er informeert, begeleidt en adviseert je bij de studie en bij de studievoortgang. Hij biedt daarnaast begeleiding bij reflectie op en aansturing van de eigen competentieontwikkeling. Gedurende
de propedeuse is hij je behulpzaam bij het maken van keuzes.
Bij persoonlijke problemen die leiden tot studievertraging is het van groot belang dat je dit tijdig aangeeft, dat wil zeggen op het moment dat ze zich voordoen.
Indien nodig, afhankelijk van het probleem, verwijst jouw SLB’er je door naar de Senior Studieloopbaanbegeleider (SSLB’er), de campusdecaan of de coördinator propedeuse.
Senior Studieloopbaanbegeleider van de propedeuse (SSLB’er)
Als je door ziekte, persoonlijke problemen of bijzondere omstandigheden niet voldoende kunt presteren zal jouw SLB’er je doorverwijzen naar de SSLB’er van de propedeuse. (Je kunt overigens ook
zelf contact met hen opnemen.) In overleg kan dan samen met jou het studieprogramma aangepast
worden.
Daarnaast kun je bij de SSLB’er terecht als je vragen hebt over:
extra faciliteiten bij tentamens;
bindend negatief studieadvies;
stoppen met de studie;
overstappen naar andere opleidingen;
studiefinanciering;
regelingen uit het studentenstatuut;
de combinatie van topsport en studie;
studeren met een functiebeperking.
Bij specifiekere vragen, bijvoorbeeld over financiële ondersteuning, speciale voorzieningen vanwege
een functiebeperking of verwijzing naar de studentenpsycholoog kan de SSLB’er je doorsturen naar
de campusdecaan.
Bereikbaarheid van de SSLB’ers
Je kunt de SSLB’ers op de volgende manier bereiken:
Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer C1.09
Miriam Vroonhof
Je kunt langskomen, via de mail vragen stellen of een afspraak maken: [email protected].
Nijmegen, Laan van Scheut 10, kamer 2.91
Mirjam van de Wiel (voor studenten uit de oneven klassen).
Dorothé Boerboom (voor studenten uit de even klassen).
Je kunt langskomen, bellen of via de mail vragen stellen of een afspraak maken.
Mirjam van de Wiel:
tel: 024 – 3530711
9
Dorothé Boerboom
[email protected]
tel: 024-3530756/3530702
[email protected]
Campusdecaan
Bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen werken vier studentendecanen bij wie je als student
met specifieke vragen terecht kunt.
Voorbeelden van vragen kunnen zijn:
je loopt ten gevolge van ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging op en je hebt
daardoor financiële problemen;
je hebt een acuut financieel probleem waardoor je studie niet goed gaat;
je hebt specifieke ondersteuning nodig bij je studie in verband met je functiebeperking, je topsport of anderszins;
je hebt vragen over je studiefinanciering;
je hebt vragen over bezwaar- of beroepsprocedures;
je wilt doorverwezen worden naar hulpverleners buiten de HAN, bijvoorbeeld de studentenpsychologen van de Radboud Universiteit.
De campusdecanen zijn zowel in Arnhem als in Nijmegen bereikbaar. Als je één van de decanen wilt
spreken, kun je het beste via de mail een afspraak maken. Hieronder vind je de gegevens.
Arnhem, Ruitenberglaan 27, kamer V0.13
Peter Hoekstra en Ingrid van der Heijden
[email protected]
tel: 026-3658111
Nijmegen, Kapittelweg 33, kamer C1.44
Ton van Amelsvoord en Jan Stapel
[email protected]
tel: 024-3531330
Zie voor meer informatie: www.han.nl ► insite ► campusdecanaat.
Coördinator propedeuse
Bij de coördinator propedeuse kun je terecht voor vragen over:
groepsindeling;
taalkeuze;
onderwijsinhoud van de propedeuse;
officiële berichtgeving over studievoortgang;
studieadviezen (voorlopig) positief en (voorlopig) bindend negatief studieadvies;
alle zaken met betrekking tot de propedeuse als voorgaande personen geen uitsluitsel of oplossing kunnen bieden (ook klachten, adviezen en geschillen).
Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer E2.04
Marion Berendsen, [email protected]
Nijmegen, Laan van Scheut 10, F2.32
Charlotte de Lorme ([email protected])
Opleidingscoördinatoren
Commerciële Economie:
Loes Janssen & Loes Cuppen
Communicatie:
Fabianne Papen
Small Business en Retail Management: Joop Verbrugh
1.4
Wie, wat, waar
Waar kun je terecht en bij wie met welk soort vragen? Je vindt het in onderstaand overzicht. Het
meest actuele overzicht is ook altijd te vinden op Insite.
10
’t Vraagpunt
Vragen over:
collegegeld en collegekaart;
machtigingsformulier ´betaling collegegeld´;
de collegekaart;
roosters;
zelfstandig bekijken van studieresultaten;
bewijs van inschrijving/betaling;
uitgifte van propedeusecertificaten;
uitgifte van gewaarmerkte kopieën;
stageverklaringen voor studenten die naar het buitenland gaan;
informatie over Studielink;
invullen formulieren van DUO en Bafög bijv. met betrekking tot collegegeld,
krediet, etc.
Arnhem:
R31 - A0.01
[email protected]
026-3691200
Nijmegen:
LS10 – 0.27
[email protected]
024-3531697
Planning
Reserveren van lokalen:
ga naar insite FEM, selecteer ‘roosters’ en kies:
‘aanvraag lokaal (formulier)’.
Centraal Service Punt/
Vragen over:
Receptie
-
gevonden en verloren voorwerpen;
melden van technische storingen;
Arnhem:
R31 - A0.00
[email protected]
026-3691000
Nijmegen:
LS10 - 0.48
[email protected]
024-3530700
Servicedesk
Vragen over:
facilitaire en ICT-vragen, reserveringen (bijv. laptop of vergaderruimtes),
meldingen en klachten.
Intranet/Insite
e-mail:
tel:
Arnhem:
[email protected]
024-3531666
R31-B1.04
Nijmegen:
K33-C1.54
Info propedeuse http://insite.han.nl
Informatie over:
roosters;
11
-
reserveren van studieruimtes;
studieresultaten (HAN SIS);
nieuws;
studiegids;
contactgegevens docenten.
Scholar IB&C propedeuse
of hoofdfase
Informatie over onderwijseenheden:
Docenten
Vragen over lesstof, stofplanning, studiewijzer. Buiten de lessen om zijn docenten te vinden in de flexwerkruimtes of thuis. De lesroosters van docenten zijn te vinden op insite, roosters. Docenten zijn het gemakkelijkst/ snelst
via de e-mail te benaderen. E-mailadressen staan in de agenda.
Senior-studieloopbaanbegeleiders
Advies over:
-
-
actuele informatie;
studiehandleidingen;
wijzigingen binnen onderwijseenheden;
proeftoetsen;
collegemateriaal.
het inlopen van studieachterstand;
het voorkomen van een negatief bindend studieadvies;
het behalen van de stagedrempel;
het verstrekken van extra tentamenfaciliteiten;
het aanpakken van motivatie- en disciplineproblemen bij de studie;
het rekening houden met persoonlijke omstandigheden;
consequenties voor de studiefinanciering;
het binnen bepaalde grenzen samenstellen van alternatieve leerroutes
en volgen van afwijkende modulen;
minoren;
vervolgstudies.
Voor Arnhem:
Miriam Vroonhof ([email protected])
Voor Nijmegen: Mirjam van de Wiel ([email protected]) en
Dorothe Boerboom ([email protected])
Coördinatie
Vragen over:
propedeuse
-
wijziging van groep;
vrijstellingen;
algemene vragen over het programma;
voorlichtingsdagen, open dagen;
overleg groepsvertegenwoordigers;
opleidingscommissie;
informatieavonden ouders;
uitreiking propedeusegetuigschrift.
Marion Berendsen ([email protected])
R31 - E2.04
026-3691068
Aanspreekpunt voor studenten Arnhem:
Marion Berendsen ([email protected])
R31 - E2.04
026-3691068
Aanspreekpunt voor studenten Nijmegen:
Charlotte de Lorme ([email protected])
LS10 – F2.32
12
Studiewisselpunt FEM
024-3530704
Ben je begonnen aan je studie en heb je het gevoel dat je niet de juiste
keuze hebt gemaakt, dat je niet op je plaats zit? Heb je een BNSA gekregen, of verwacht je een BNSA te krijgen? Weet je niet welke opleiding wel
bij jou past? Wil je hulp bij het maken van de juiste studiekeuze? Neem dan
eventueel, na overleg met je slb’er, contact op met het Studiewisselpunt
FEM.
Je kunt bij het Studiewisselpunt terecht voor:
een persoonlijk gesprek
heroriëntatie
workshops Studiekeuze
interessetesten
informatie over opleidingen van de HAN
tips om actief aan de slag te gaan met jouw studiekeuze
Je kunt per mail contact opnemen met [email protected]. Wil
je liever langs komen dan kun je terecht bij de balie in Arnhem C3.00 en in
Nijmegen in ruimte F0.56 (maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag).
13
Curriculumcommissie propedeuse
1.5
Vragen over de inhoud van het onderwijsprogramma.
De curriculumcommissie bestaat uit:
Loes Janssen ([email protected])
Fabianne Papen ([email protected])
Joop Verbrugh ([email protected])
Marie-Louise Kemperman ([email protected])
Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen
De bacheloropleiding wordt afgesloten met een hbo-getuigschrift en een bachelorgraad in het domein Business Administration (CE), Commerce (SBRM) of Communicatie (CO).
Bij elk getuigschrift hoort een Engelstalig diplomasupplement. Het diplomasupplement bevat een
specificatie van de behaalde graad, beknopte informatie over het gevolgde onderwijs, het beoordelingssysteem, de behaalde studiepunten, de kwalificaties van tentamens en de onderdelen van de
examens.
Verder bevat het document beknopte informatie over de HAN University of Applied Sciences en het
Nederlandse onderwijsstelsel.
Het Engelstalig diplomasupplement voldoet aan internationale IDS-afspraken10. De faculteiten archiveren de bestanden van de uitgegeven IDS-en.
10
Internationaal Diploma Supplement
14
2.
Visie op het onderwijs: vwo-propedeuse
In dit hoofdstuk vind je informatie over de opzet van de vwo-propedeuse.
2.1
Wat is de vwo-propedeuse?
Je staat op het punt om te beginnen met de vwo-propedeuse. Samen met studenten van drie andere
opleidingen volg je het eerste semester van het studiejaar deels hetzelfde programma.
Je volgt deels lessen binnen je eigen opleiding, deels lessen met studenten van andere opleidingen:
Commerciële Economie (CE);
Communicatie (CO);
Small Business & Retail Management (SBRM).
2.2
Doel van de vwo-propedeuse
Het doel van vwo-propedeuse is:
het ontwikkelen van een goede economische basis die je nodig hebt voor je verdere studie;
een beeld krijgen van de opleiding en het beroep;
een advies krijgen over het vervolg van je studie;
zowel sociale binding als binding met de opleiding bewerkstelligen;
studenten de mogelijkheid te bieden de propedeuse in een half jaar af te ronden en binnen 3,5
jaar het bachelordiploma te behalen.
2.3
Opbouw van de opleiding
Iedere opleiding bestaat uit vier studiejaren. Een studiejaar bij de HAN is verdeeld in twee semesters
c.q. clusters. Elk cluster duurt een half jaar en wordt aangeduid met een letter. De propedeuse bestaat uit het A-cluster (eerste halfjaar) en het B-cluster (tweede halfjaar), of het V-cluster, de vwopropedeuse.
Als je voor de vwo-propedeuse hebt gekozen, volg je één cluster waarbinnen je, op basis van je
vooropleiding, voor bepaalde vakken vrijstelling krijgt. Andere vakken volg je in een sneller tempo. Je
rondt de vwo-propedeuse in een half jaar af, waarna je start met het C- of D-cluster van de hoofdfase.
2.3.1 Onderwijseenheden in de vwo-propedeuse
In de vwo-propedeuse volg je een programma van 45 studiepunten in één semester (cluster). Je
krijgt vrijstelling voor 15 studiepunten. Heb je een vwo-diploma, het juiste profiel (zie www.han.nl
voor de toelatingseisen) en is je eindexamencijfer voor Engels en een andere vreemde taal minimaal
60, dan ben je toelaatbaar tot de vwo-propedeuse en krijg je vrijstelling voor 15 studiepunten.
De volgende onderwijseenheden volgen alle studenten die gekozen hebben voor de vwo-propedeuse, onafhankelijk van de opleiding die je hebt gekozen.
15
AVM1 Marketing 1
Marketing 1
7,5 studiepunten
AVM2 Marketing 2
Marketing 2
7,5 studiepunten
AVM3 Marketingcommunicatie
Marketingcommunicatie 1
7,5 studiepunten
AVB
7,5 studiepunten
Business
Bedrijfseconomie 1 en 2
Beroepsoriëntatie
Ondernemendheid
Studieloopbaanbegeleiding
AVT
Talen
Engels 1
Duits 1
Frans 1
Spaans 1
Nederlands 1 (basiskennis Nederlandse taal)
Voor deze onderwijseenheid krijg je geen studiepunten; het betreft een onderwijseenheid die aangeboden wordt om straks goed in te kunnen stromen in de taalmodulen van de hoofdfase.
VST1 Taal en Cultuur V1
Zie paragraaf 2.3.2.
VST2 Taal en Cultuur V2
Zie paragraaf 2.3.2.
Daarnaast volg je voor 15 studiepunten twee onderwijseenheden die horen bij de opleiding die je
hebt gekozen (twee onderwijseenheden uit het B-cluster van jouw opleiding).
Commerciële Economie (CE)
BSS
Sales 1
Inleiding sales
Klantportfoliomanagement
BBOV Bedrijf en Omgeving
Internationale Economie
Onderzoek
OPM & Ethiek
7,5 studiepunten
7,5 studiepunten
Communicatie (CO):
BCT
I COMMunicate: Communicatie Theorie
7,5 studiepunten
Me & the Media: Inleiding in de Communicatiewetenschap
Brain & Behaviour: Communicatiegedrag en mediabeleving
BOZ Communicatieonderzoek
7,5 studiepunten
Belevingsonderzoek Project
Methoden en Technieken
Small Business & Retail Management (SBRM):
BAE
Bedrijfseconomie en Administratie
2,5 studiepunten
BRE
2,5 studiepunten
Recht
BPO Organisatie, Personeel & management en Ethiek 2,5 studiepunten
BEO
Voorbereiding Eigen Onderneming
Trendwatching en Innovatie
Onderzoek
7,5 studiepunten
16
-
Bedrijfsanalyse MKB
2.3.2 Vrijstellingen vwo-propedeuse
In de vwo-propedeuse krijg je vrijstelling voor twee onderwijseenheden (15 studiepunten), Taal en
Cultuur V1 (VST1) en Taal en Cultuur V2 (VST2). In VST1 zijn de modulen Nederlands 2, 3 en 4 en
Engels 1, 2, 3 en 4 uit de reguliere propedeuse opgenomen. In VST2 zijn de modulen van Duits,
Frans en Spaans 1, 2, 3, 4 uit de reguliere propedeuse opgenomen. Voor de talen Nederlands 11, Engels en Duits of Frans of Spaans krijg je dus vrijstellingen in de vwo-propedeuse (mits je Engels,
Duits of Frans of Spaans met minimaal een zes hebt afgesloten op je eindexamen).
Kom je niet in aanmerking voor vrijstelling voor de onderwijseenheid Taal en Cultuur V2
(Duits of Frans of Spaans)?
Heb je voor Frans, Duits of Spaans géén voldoende behaald bij je eindexamen vwo, dan kun je de
modulen Duits-versneld of Spaans-versneld volgen (onderwijseenheid VTC). Dat betekent wel, dat
je een zwaarder programma volgt. De taal Spaans begint op zogenaamd ‘nulniveau’; je kunt zonder
enige voorkennis Spaans starten met deze taal. Voor Duits geldt dat het beginniveau het ‘5-havoniveau’ is.
2.3.3 Integrale toets vwo-propedeuse – IT1V
Tijdens de opleiding wordt op drie momenten integraal beoordeeld hoe competent je al bent. Met integraal wordt bedoeld dat gekeken wordt naar inhoud en beroepstaken van meerdere onderwijseenheden.
De eerste integrale toets wordt afgenomen aan het einde van de propedeuse, voor studenten van de
vwo-propedeuse na semester 1: IT1V-PVB1A, Integrale Toets 1 - Proeve van Bekwaamheid
Proeve van Bekwaamheid
Bij de ‘Proeve van Bekwaamheid’ laat je zien dat je de theorie uit het semester toe kunt passen op
een projectopdracht.
Het doel van dit project is het opstellen van een businessplan. Met je projectgroep beslis je over een
product dat je wilt introduceren, beschrijf je de potentiële markt, bereken je zowel de kosten voor
productie en marketing, alsmede de winst. Je beschrijft dit in een businessplan en je verzorgt een
presentatie voor potentiële investeerders of retailers.
Aan IT1V zijn géén directe studiepunten gekoppeld. Je moet IT1V wel halen voor je propedeusediploma.
11
Met uitzondering van ATC NED1A.1 (taaltoets); deze is opgenomen inde onderwijseenheid AVT.
17
3.
De opbouw van de vwo-propedeuse: onderwijseenheden en
modules
In dit hoofdstuk staat informatie over de opbouw van het studiejaar, het rooster en de verschillende
modules die je gaat volgen.
3.1
Opbouw van het studiejaar
In hoofdstuk 2 heb je kunnen lezen dat ieder studiejaar bestaat uit twee clusters. Elk cluster bestaat
uit een aantal onderwijseenheden (OWE) en elke OWE bestaat uit verschillende modules.
Ieder cluster is onderverdeeld in twee perioden van negen onderwijsweken (OW). Tijdens de eerste
zeven weken volg je (hoor- en werk-)colleges, trainingen en werk je met medestudenten aan opdrachten. Na deze zeven weken volgt een projectweek en een tentamenweek. Meer informatie over
de verschillende onderwijseenheden en modulen staat in hoofdstuk 6.
Schematisch ziet een periode er als volgt uit:
OW 1 t/m 8
 (Hoor- en werk-)colleges
 Trainingen
 Opdrachten
 Tentamenvoorbereiding
OW 9 en 10
 Tentamens1
1 Periode
`1 kent één toetsweek
Aan het begin van het studiejaar ontvang je een agenda van de FEM. In deze agenda vind je de
complete jaarplanning met daarin alle onderwijsweken en vakanties. De onderwijsweken worden als
volgt weergegeven: <periode> - <onderwijsweek>, bijvoorbeeld:
1-1 (periode 1 - onderwijsweek 1);
2-4 (periode 2 - onderwijsweek 4).
De jaarplanning is te vinden op HANinsite.
3.2
Rooster- en modulecode
Tijdens de vwo-propedeuse ga je aan de slag met verschillende modulen. Een module is een afgebakende hoeveelheid lesstof. Iedere module heeft een eigen code die gebruikt wordt in je lesrooster.
Aan de hand van deze code weet je wanneer je welke module gaat volgen. In onderstaand schema
volgt een voorbeeld voor AVM1-MAO1A.
AV
M1
MAO
1
A
Marketing 1
Marketing
=
=
=
=
=
Clustercode vwo-propedeuse
Naam onderwijseenheid
Modulenaam
Onderdeel
Versie (vwo-propedeuse)
Elke periode vind je een nieuw rooster op Insite. Wanneer er gedurende de lesperiodes wijzigingen
plaatsvinden in de roosters, dan vind je die wijzigingen in blauw terug op je rooster. Daarnaast verschijnen de wijzigingen ook op monitoren die in school hangen. Houd Insite en de monitor dus altijd
goed in de gaten.
Taalkeuze
Je hebt gekozen voor de opleiding CE, CO of SBRM. Je volgt dan naast Engels nog een andere
vreemde taal. Studenten SBRM volgen Duits; studenten CE en CO kunnen kiezen uit Duits, Frans of
Spaans.
In de vwo-propedeuse krijg je vrijstelling voor de talen (als je minimaal het cijfer zes bij het vwo-examen hebt behaald).
Als student van de vwo-propedeuse start je dus pas met de reguliere taalmodulen in het tweede jaar
(voor jou het tweede semester van je opleiding). Wel volg je in semester 1 de onderwijseenheid
AVT, die ervoor moet zorgen dat je goed voorbereid bent op de taalmodulen in het tweede jaar.
18
Mocht je niet in aanmerking komen voor vrijstelling voor Duits of Frans of Spaans, dan heb je de mogelijkheid versneld Duits of versneld Spaans te volgen (onderwijseenheid VTC). Zie paragraaf 2.3.2
van deze studiegids.
4.
Tentamens
Tijdens de propedeuse wordt op verschillende manieren getoetst en beoordeeld. Het maken van tentamens is één van de manieren waarop getoetst wordt. In dit hoofdstuk vind je informatie over de
(organisatie van de) tentamens.
Naast het maken van tentamens, zijn er ook andere manieren van toetsen en beoordelen. Hierbij
kun je denken aan de beoordeling die je krijgt voor een mondeling, het houden van presentaties, het
schrijven van verslagen en het volgen van trainingen. Informatie over de toetsvormen vind je in de
studiehandleidingen van de modulen en/of onderwijseenheden.
4.1
Tentamenrooster
Voorafgaand aan de inschrijving voor toetsen wordt het tentamenrooster per opleiding bekend gemaakt via FEM ► Insite ► Roosters ► Tentamenrooster per afdeling.
4.2
Toetscodes
Op het tentamenrooster staan de toetscodes van de tentamens van de desbetreffende periode. De
toetscodes bestaan uit de module- c.q. roostercode gevolgd door een punt met daarachter het cijfer
voor de toetsvorm. De volgende toetsvormen worden gehanteerd:
De cijfers achter de punt hebben de volgende betekenis:
.1 schriftelijk tentamen
.2 practicum
.3 luistertoets
.4 mondeling tentamen
.5 inleveropdracht
.6 presentatie
.7 project
.8 portfolio (schriftelijk en/of mondeling)
.9 continuous assessment en/of participatie
.0 overig
4.3
Inschrijving tentamens
Deelname aan (deel)tentamens, respectievelijk integrale (deel)toetsen geschiedt op basis van individuele inschrijving, tenzij anders bepaald in het opleidingsstatuut.
Het verzoek tot inschrijving dient tijdig volgens de procedure, zoals opgenomen is in het Opleidingsstatuut, te worden gedaan.
Studenten die willen deelnemen aan een (deel) tentamen dienen zich binnen de reguliere inschrijvingstermijn zelf in te schrijven. Een student mag zich per collegejaar (maximaal) twee keer inschrijven voor een tentamen.
Als het de student niet lukt zich in te schrijven voor tentamens moet hij dit tijdens de inschrijfperiode
melden met behulp van het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Dit formulier is te vinden
via FEM ► Insite ► Roosters.
Let op: De toetsdatum die wordt weergegeven in HAN-SIS is fictief. De werkelijke datum is te vinden
op het tentamenrooster.
Uitschrijving tentamens
19
Tijdens de inschrijfperiode kan de student de tentameninschrijving nog intrekken via het studenteninformatiesysteem. Na sluiting van de inschrijfperiode is uitschrijving in principe niet meer mogelijk. Alleen bij bijzondere omstandigheden kunnen studenten een verzoek tot uitschrijving indienen via het
Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Het Onderwijsbureau stemt dit verzoek zo nodig af
met de Senior Studieloopbaanbegeleider. . Dit formulier is te vinden via FEM ► Insite ► Roosters.
 Voor tentamens in periode 5 (T5) is uitschrijving niet nodig!
Tentamenperioden, Inschrijvingstermijnen en data van inzage
Controleer Insite voor de inschrijvingstermijnen, de data waarop de inzage plaatsvindt en overige informatie!
4.4
Twee tentamens op hetzelfde tijdstip
Indien twee tentamens op hetzelfde tijdstip zijn gepland dan zorgt de tentamenorganisatie ervoor dat
de student beide tentamens aaneengesloten kan maken in hetzelfde lokaal, zonder pauze. Op het
individuele tentamenrooster is dit niet zichtbaar maar wordt het oorspronkelijke tijdstip van de tentamens vermeld. Het tentamenbureau beslist welk tentamen er als eerste wordt gemaakt.
Dit is alleen van toepassing als het tentamens betreft van de opleiding waar de student voor ingeschreven staat en niet wanneer de student aansluit bij een tentamen van een andere opleiding.
4.5
Individueel tentamenrooster
In de week voorafgaand aan de tentamenweek zal op vrijdag het definitieve individueel tentamenrooster gepubliceerd worden. Hierop kan de student zien welk tentamen in welk lokaal gemaakt
moet worden. Zie insite voor exacte data van concept en definitief tentamenrooster.
.
4.6
Schrijfmateriaal bij tentamens
Bij de uitwerking van een tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een blauw- of zwartschrijvende pen.
4.7
Cijfers
De cijfers worden in HAN-SIS of Alluris ingevoerd door docenten. De student dient zelf te controleren
of die cijfers kloppen. Bij onjuistheden moet de betreffende docent hierover gemaild worden.
Via Insite ► Service Bedrijf ► Studentzaken vind je informatie en handleidingen over HAN-SIS en
Alluris
Aangepaste tentamenfaciliteiten
Studenten die op een aangepaste wijze tentamens willen afleggen, kunnen hiertoe bij de senior-studieloopbaanbegeleider een verzoek indienen. Hij/zij beoordeelt dit verzoek en handelt het af.
Redenen waarom een student hiervan gebruik kan maken, zijn:
- verlenging tentamenduur;
- vergroot tentamen;
- gebruik laptop tijdens een tentamen.
Verzoeken dienen een maand, voordat de inschrijfperiode van de tentamenperiode begint, te
worden ingediend.
Afstuderen
Afstuderen, examendata, uitschrijven, uitreiking
6. Controleer in de laatste fase van je studie (nogmaals) of alle cijfers correct zijn ingevoerd.
Mochten er cijfers ontbreken, neem dan contact op met de betreffende docent.
7. Zodra je denkt je studie afgerond te hebben, meld je dit bij het Onderwijsbureau ([email protected], [email protected] of [email protected]). De
medewerkers van het Onderwijsbureau dragen zorg voor het getuigschrift.
8. De examencommissies bepalen de datum waarop de student is geslaagd. Dit is tevens de
datum die op het getuigschrift en het diploma supplement wordt vermeld.
9. De examendatum wordt bepaald op basis van de vastgestelde examendata. Zie insite >
examencommissie FEM > afstudeerprotocol examencommissies FEM, waarin deze data
staan vermeld.
20
10. De student wordt geadviseerd zich in de maand dat het laatste resultaat is ingevoerd zich uit
te schrijven in Studielink met als reden ‘Examen’. Voor vragen omtrent het uitschrijven kan
contact worden opgenomen met de Studenten Inschrijf Administratie ([email protected]).
11. Normaliter ontvangen de studenten een uitnodiging voor de uitreiking van de getuigschriften.
Mocht de student het getuigschrift buiten de uitreiking om willen ophalen, dan kan dit in overleg met de medewerker van het Onderwijsbureau. Let op: Studenten die in tentamenperiode
5 hun laatste cijfer(s) halen, kunnen om organisatorische redenen niet meedoen met de reguliere uitreiking in juli.
Inzage
Inzage, hercorrectie (protest)
7. De uitslag van volledig of deels schriftelijk of middels enige andere vorm van indirecte communicatie afgenomen tentamens wordt uiterlijk binnen 15 werkdagen nadat het tentamen is afgelegd door de examinatoren bekendgemaakt aan de student, doch ten minste 1 werkdag voordat
de inzage plaatsvindt.
8. De uitslag van mondelinge of anderszins direct communicatief afgenomen tentamens wordt uiterlijk binnen 10 werkdagen nadat het tentamen is afgelegd door de examinatoren bekendgemaakt aan de student.
9. Wanneer een uitslag (cijfer) niet bekend wordt gemaakt of na bekendmaking onjuist lijkt te zijn,
dient de student binnen 15 werkdagen doch ten minste 1 werkdag voordat de inzage plaatsvindt
contact op te nemen met de examinator.
10. Binnen 20 werkdagen, nadat de uitslag van de tentamens bekend is gemaakt, worden de studenten in de gelegenheid gesteld het gemaakte schriftelijke werk in te zien volgens de daarbij
gestelde regels (zie artikel 4.2). Daarbij worden de opgaven, de standaarduitwerking en de normering ter beschikking gesteld.
11. Direct na afloop van de inzage kunnen studenten bij de examinator via het protestformulier een
inhoudelijk gemotiveerd verzoek indienen om delen van of de gehele uitwerking opnieuw te corrigeren (protest). Op het protestformulier kunnen studenten kort en duidelijk inhoudelijke opmerkingen over het gecorrigeerde werk en/of over de toepassing van de beoordelingsnormen vermelden. De examinator dient binnen 5 werkdagen n a het verzoek om hercorrectie (protest) de
uitslag van de hercorrectie schriftelijk inhoudelijk gemotiveerd mee te delen.
12. Voor (onderdelen van) tentamens waarvoor geen inzage is, kunnen studenten binnen 5 werkdagen na bekendmaking van het resultaat een inhoudelijk gemotiveerd protest indienen bij de
examinator. De examinator dient binnen 5 werkdagen na het protest de uitslag hierop inhoudelijk gemotiveerd mee te delen.
13. In bijzondere gevallen kan de instituutsdirecteur van de in bovenstaande leden genoemde termijnen afwijken. De instituutsdirecteur bepaalt in dat geval de gewijzigde termijnen.
21
5.
Propedeusegetuigschrift en Bindend studieadvies
Dit hoofdstuk geeft je informatie over cijfers en studiepunten.
5.1
Behalen van je propedeusegetuigschrift
Indien je alle onderwijseenheden die bij de vwo-propedeuse van jouw opleiding horen, hebt behaald,
ontvang je een propedeusegetuigschrift. Voor het behalen van een propedeusegetuigschrift heb je
60 studiepunten (SP’s) nodig. Daarnaast moet je slagen voor de integrale toets 1 (IT1V).
Je kunt 45 studiepunten behalen in de vwo-propedeuse; daarnaast ontvang je15 studiepunten vrijstelling (voor de onderwijseenheden VST1 en VST2).
Van de 60 te behalen studiepunten zijn er 30 studiepunten gemeenschappelijk voor CE, CO en
SBRM, 15 studiepunten behaal je binnen je gekozen opleiding en je krijgt voor 15 studiepunten vrijstelling.
Vwo-propedeuse CE,
CO en SBRM
AVM1 - 7,5 SP
AVM2 - 7,5 SP
AVM3 - 7,5 SP
AVB
- 7,5 SP
AVT
- 0 SP
30 SP
CE
CO
SBRM
vrijstelling
BSS – 7,5 SP
BBOV – 7,5 SP
BCT – 7,5 SP
BOZ – 7,5 SP
BAE – 2,5 SP
BRE – 2,5 SP
BPO – 2,5 SP
BEOV – 7,5 SP
VST1 – 7,5 SP
VST2 – 7,5 SP1
15 SP
15 SP
15 SP
Totaal: 60 SP
1 Of VCT indien geen vrijstelling wordt verleend voor Duits of Frans of Spaans.
15 SP
Toelichting: 1 studiepunt staat voor 28 studiebelastinguren (= les, zelfstudie, opdrachten uitwerken,
toetsen). Verdere uitleg over de OWE’s van de vwo-propedeuse staat in hoofdstuk 6.
De exacte regeling van het propedeutische examen vind je beschreven in het OS, onderdeel OER.
Het OER is te vinden op: Insite HAN ► Economie en Management ► Onderwijs ►Naar alle insites
FEM en ABS ►Kies je opleiding ► onderwijs ► onderwijsprogramma ► opleidingsstatuut/OER.
Propedeusegetuigschrift
Om de opleiding af te kunnen ronden dien je voor elke onderwijseenheid minimaal het eindcijfer 6 te
behalen en mag je voor geen enkel toetsonderdeel minder dan een 5.5 hebben behaald. Om te kunnen slagen moet je dus elke onderwijseenheid (en elke integrale toets) met een positief resultaat
hebben afgerond.
Cum Laude
Het propedeutisch examen is cum laude gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen met betrekking tot de onderwijseenheden uit de propedeutische fase als bedoeld in artikel 4.1 met de kwalificatie 8 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 30 studiepunten aan vrijstellingen hiervan
zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat cum laude worden de additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen.
Voor bijzonderheden wordt verwezen naar de onderwijs- en examenregeling (OER, deel 2 OS, zie
Insite).
In de OER vind je ook het reglement van de examencommissie. Hierin zijn regels opgenomen over
o.a. de taken en samenstelling van de examencommissie, onregelmatigheden (fraude) tijdens tentamens, het vertrekken van getuigschriften en bezwaar en beroep.
Regels omtrent tentamens, gedragsregels, inzage en protest vind je in de OER bij ‘Gedragsregels
voor studenten tijdens tentamenafname’ en ‘Gedragsregels voor studenten tijdens inzage’.
22
5.2
Studieadvies
Als je aan het eind van je eerste jaar van inschrijving je propedeusegetuigschrift niet haalt, is het van
groot belang dat je voldoet aan de eisen van het Bindend Studieadvies (BSA).
Indien je niet voldoet aan de eisen van het BSA, dan krijg je een Bindend Negatief Studieadvies
(BNSA) en moet je stoppen met je opleiding.
Als je wel aan de eisen voldoet, maar je propedeuse nog niet behaald hebt, mag je jouw studie
voortzetten. Een vereiste is wel dat je aan het einde van jouw tweede jaar je propedeusegetuigschrift
behaald moet hebben.
In het OER vind je precies beschreven welke regels en eisen voor het BSA gelden.
5.3
Cijfers en studiepunten in HAN-SIS / Alluris
Voor alle opdrachten en toetsen die je (voor de door jou gekozen opleiding) maakt zul je een beoordeling ontvangen. Om daarna ook studiepunten voor een OWE toegekend te krijgen is het van belang dat alle behaalde resultaten ook in HAN-SIS worden ingevoerd door jouw docenten. Studiepunten worden toegekend zodra je alle onderdelen van een onderwijseenheid afgerond hebt met een
5.5 of hoger afgerond hebt.
Je bent zelf verantwoordelijk voor het controleren van alle ingevoerde resultaten. Jij zult dus zelf regelmatig moeten controleren of jouw cijferlijst juist en volledig is (Insite HAN ► HAN-SIS).
Als je denkt dat resultaten ontbreken of niet juist zijn ingevoerd, dan moet je hierover zelf contact opnemen met je vakdocent. Het snelste gaat dit door je vakdocent een e-mail te sturen. Wacht hier niet
te lang mee!
5.4
Integrale toetsen
Tijdens de opleiding wordt op drie momenten integraal beoordeeld hoe competent je al bent. Met integraal wordt bedoeld dat gekeken wordt naar kennis en kunde met betrekking tot de inhoud en de
beroepstaken van meerdere onderwijseenheden. Binnen de vwo-propedeuse IB&C (CE, CO en
SB&RM) is de onderstaande integrale toets opgenomen: Integrale toets 1 - IT1V. Zie paragraaf 2.3.3
en bijlage 1.

 Integrale toets 1 (IT1): deze toets bestaat uit de ‘Proeve van Bekwaamheid’. Doel van de
‘Proeve van Bekwaamheid’ is het opstellen van een Business Plan. Met een projectgroep beslist de
student over een product of dienst dat hij/zij wil introduceren in een potentiële markt. De student berekent de kosten voor productie, marketing alsmede de winst. Ook bedenkt hij/zij welke middelen nodig zijn om het product/de dienst bekend te maken bij de doelgroep. Hij/zij beschrijft dit in een Business Plan en verzorgt een presentatie.

 Als deze toetsen met een voldoende afgerond zijn, is IT1 behaald. Meer informatie over IT1
staat in deze studiegids en de studiegids van het B-cluster van de opleiding die je gaat volgen.
23
6.
Onderwijseenheden
OWE’s vwo-propedeuse
Een onderwijseenheid (OWE) is een verzameling van verschillende modulen. In bijlage 1, OWE-beschrijvingen vwo-propedeuse, vind je informatie over de indeling en inhoud van de verschillende onderwijseenheden uit de vwo-propedeuse.
De vwo-propedeuse is verdeeld in twee onderwijsperioden. Tijdens deze perioden volg je zeven onderwijseenheden.
De beroepspraktijk staat centraal in het onderwijsprogramma van het instituut International Business & Communication. Zoals eerder gezegd, wordt het onderwijs aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. De onderwijseenheden zijn opgebouwd rond beroepstaken en in elke onderwijsheid staan één of twee van de beroepstaken centraal. Een student moet laten zien dat hij een beroepstaak met de daarbij behorende competenties beheerst. Dat doet hij door de beroepsproducten op te leveren en toetsen te maken die aan de beroepstaak zijn gekoppeld.
Beroepstaken vwo-propedeuse
CE, CO en SBRM
De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer.
De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen
(studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor,
afstuderen, opleiding).
De beroepsbeoefenaar past de ontwikkelingen op online gebied toe in zijn marketing -/marketingcommunicatieactiviteiten.
De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in - en externe relaties en reflecteert daarop.
De beroepsbeoefenaar ondersteunt bij de uitvoering en evaluatie van eenvoudig marktonderzoek.
De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt
rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie.
CE
De CE’er initieert / plant / voert uit / ondersteunt / evalueert salesactiviteiten.
De CE’er beschrijft aan de hand van intern en extern onderzoek verschillende aspecten van
de bedrijfsvoering, zowel in een nationale als internationale context.
CO
De CO’er monitort, signaleert en onderzoekt ontwikkelingen in de interne en externe omgeving en trekt daaruit conclusies.
SBRM
De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming.
De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de
markt aan de hand van intern en extern onderzoek.
Om de beroepstaken uit te kunnen voeren moet de beroepsbeoefenaar tijdens zijn opleiding een
aantal competenties verwerven. In de vwo-propedeuse werken de studenten aan de volgende
competenties uit het domein Business Administration (CE), Commerce (SBRM) en het do mein
Communicatie (CO). Deze competenties worden verworven op niveau 1 (zie bijlage 3, 4 en 5 voor
een uitgebreid overzicht).
24
Competenties Commerciële Economie
Ondernemerschap: Initiëren, creëren en realiseren van producten en diensten, zelfstandig en
ondernemend
Marktonderzoek: het opzetten, uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek
Bedrijfs- en omgevingsanalyse:vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes
en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Marketing: het ontwikkelen van marketingbeleid voor een (internationale) onderneming en het
kunnen onderbouwen van gemaakte keuzes.
Marketing: het opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het marketingbeleid.
Sales: het onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening.
Communicatie: communiceren in minimaal 1 vreemde taal en daarbij rekening houden met
cultuur verschillen.
Marketingcommunicatie: het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen
Leidinggeven aan een project, bedrijfsonderdeel, bedrijfsproces of bedrijf.
Interpersoonlijk: de directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld.
Intrapersoonlijk: de communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het
commerciële werkveld.
Competenties Small Business en Retail Management
Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een
analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en
anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt
op basis van relevante nationale en internationale trends.
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en
dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten.
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern,
nationaal en internationaal.
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional).
Competenties Communicatie
Analyseren en onderzoeken
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid
Plannen en organiseren
Creëren en realiseren
Representeren
Zie voor meer informatie de beschrijving van de onderwijseenheden van de vwo-propedeuse.
25
7
Kwaliteitszorg
7.1
Systeem van kwaliteitszorg binnen de HAN
De HAN werkt voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit van onze opleidingen. Daarvoor hanteren we een integraal kwaliteitszorgsysteem. Door systematische evaluatie verzamelen we gegevens over de kwaliteit van alle onderwijsaspecten:
- doelstelling en profiel van de opleiding;
- programma met onderwijsaanbod, toetsprogramma en studieloopbaanbegeleiding;
- inzet van personeel;
- voorzieningen;
- interne kwaliteitszorg;
- resultaten.
De HAN betrekt alle belangengroepen actief in ons kwaliteitstraject: medewerkers, studenten, het
werkveld en afgestudeerden. Om de kwaliteit van de opleiding te bewaken hechten we veel waarde
aan de mening van deskundigen uit de werkvelden. Zij komen een aantal malen per jaar bijeen in
vergaderingen.
Naast deze interne kwaliteitsverbeteringen worden alle opleidingen van de HAN iedere zes jaar beoordeeld door een extern panel van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Deze
accreditatie is een nationaal kwaliteitskeurmerk en is een voorwaarde voor wettelijke erkenning op
nationaal en internationaal niveau van het getuigschrift van de opleiding.
7.2
Systeem van kwaliteitszorg van de opleiding
Het instituut IB&C heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan. Niet alleen continue monitoring is belangrijk, ook de ervaringen van onze studenten zijn van groot belang bij de inrichting en aanpassing
van het onderwijs. Er zijn diverse mogelijkheden om als student je visie kenbaar te maken:
-
-
via de mondelinge evaluaties aan het einde van een onderwijseenheid: een van de docenten
evalueert met een groepje studenten de onderwijseenheid;
via schriftelijke evaluaties worden de onderwijseenheden en docenten geëvalueerd. Minimaal
1x per twee jaar wordt een onderwijseenheid geëvalueerd;
via de opleidingscommissie. Deze commissie komt ook minimaal twee keer per jaar bij elkaar.
Deze commissie heeft niet alleen inspraak maar moet bijvoorbeeld ook goedkeuring verlenen
aan de Onderwijs- en Examenregeling;
via de klachtencommissie (via een digitale klachtenbox op Insite) kun je klachten indienen.
Daarbij geldt dat je altijd eerst contact opneemt met de desbetreffende docent;
via de opleidingscoördinator propedeuse, Loes Janssen.
Tevens wordt de kwaliteit van de opleiding bewaakt door de onderstaande zaken.
-
-
-
Het beroepenveld is voor onze opleiding een belangrijke factor. Via onze beroepenveldcommissie geven professionals uit het vakgebied hun visie op de inrichting van het onderwijs, de
aansluiting op de praktijk en trends en vragen uit de praktijk. Zij komen minimaal drie keer per
jaar bijeen.
De teamtrekkers, docenten die verantwoordelijk zijn voor een onderwijseenheid, hebben regelmatig overleg met elkaar en met hun team. Daarin bespreken zij de kwaliteit van de onderwijseenheid maar nemen ook alle suggesties van de studenten en die van de beroepenveldcommissie mee in hun overwegingen.
De curriculumcommissie bewaakt de kwaliteit van de gehele opleiding en betrekt ook daarin
alle resultaten van evaluaties en externe ontwikkelingen.
De examencommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsing. Zij wordt hierbij ondersteund door
de toetscommissie.
De toetscommissie adviseert over de toetsing binnen de opleiding en ondersteunt teamtrekkers op het gebied van toetsing.
26
8.
Overzicht onderwijseenheden Vwo-propedeuse
De vwo-propedeuse IB&C bestaat uit de volgende onderwijseenheden
Onderwijseenheid
Onderdelen
SP
Cluster
Verantwoordelijke
docent
AVB
AVB-BDE1B en 2B
AVB-BPO1B
AVB-ONH1C
AVB-SLB1A
AVM1-MAO1A
7,5
V
7,5
V
Henk Groenhuis
Martin Moorman
Jacqueline Schalm
Martin Moorman
Maurits Cosijn
AVM2-MAO2A
7,5
V
Maurits Cosijn
AVM3-MCM1A
7,5
V
Mark Molenwijk
AVT-ENG1A
0
AVT-DUI1A
AVT-SPA1A
AVT-FRA1A
ATC-NED1A
Taal en Cultuur versneld
BVC-DUV1A en 2A
7,5
Duits en Spaans
ATC-SPA1C en 2C
VTC1
BTC-SPA3C en 4C
Taal en Cultuur 1
ATC-ENG1B/2B, BTC-ENG3A/4A
7,5
VST1
ATC-NED2A, BTC-NED3A/4A
Taal en Cultuur 2
ATC-DUR1A/2A, BTC-DUR3B/4B
7,5
VST2
ATC-FRA1C/2C, BTC-FRA3C/4C
ATC-SPA1C/2C, BTC-SPA3C/4C
1 Vervangend voor VST2, indien voor VST2 geen vrijstelling wordt verkregen.
V
Heleen Scharstuhl
Gerard van Hal
Winny Goldman
Twan Geerts
Helene Janssen
Gerard van Hal
Fina Ramos
Bedrijf en Omgeving
BBOV
Marketing 1
AVM1
Marketing 2
AVM2
Marketingcommunicatie 1
AVM3
Talen
AVT
V
V
V
Eugenie Salemans
Heleen Janssen
Gerard van Hal
Twan Geerts
Fina Ramos
BBOV-IE1A
- Internationale Economie
BBOV-OPM1C - Organisatie, Personeel,
Management & Ethiek
BBOV-VMM1A - Onderzoek
BSS-SLH1A
- Sales hoorcollege
BSS-SLW1A - Sales werkcollege
BSS-SLV1A
- Salesvaardigheden
BSS-EXC1A - Excel
BSS-NTW1A - Netwerken
7,5
V
7,5
V
BCT-INL1A
BCT-BEG1A
BCT-SLB1A
BOZ-PRO1A
BOZ-OND2A
- Me & the Media
- Brain & Behaviour
- Studieloopbaan
- Belevingsonderzoek project
- Methoden en Technieken
7,5
V
7,5
V
Bedrijfseconomie en
bedrijfsadministratie
BAE-BEA2A
- Bedrijfseconomie en
bedrijfsadministratie
2,5
Joop Verbrugh
Organisatie, Personeel,
Management & Ethiek
BPO-OPM1A
- Organisatie, Personeel,
Management & Ethiek
2,5
Joop Verbrugh
Sales 1: Inleiding Sales
en Binnendienst
BSS
I COMMunicate Theorie
Communicatieonderzoek
Recht
Voorbereidend Eigen Onderneming
BRE-REC1A - Recht
BEO-TWI1A
- Trendwatching en innovatie
BEO-BON1A/2A - Business Onderzoek
BEO-BAM1A - Business Analyse MKB
BEO-SLB2A
- Studieloopbaanbegeleiding
Jan Lanser
Robert-Jan de Bree
Jos Seegers
Marlou Landman
Pim Kraaikamp
Saskia Houben
Saskia Schagen
Renee van Os
2,5
V
Joop Verbrugh
7,5
V
Joop Verbrugh
27
OWE-beschrijvingen
Versneld /
verkort voor
VWO’ers
(VT)
Propedeuse
Niveau 1
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Marketing 1 – AVM1
7,5 studiepunten
Marketing 2 – AVM2
7,5 studiepunten
Marketingcommunicatie 1 – AVM3
7,5 studiepunten
Business – AVB
7,5 studiepunten
Talen – AVT
0 studiepunten
Taal en cultuur V1 – VST1
7,5 studiepunten vrijstelling
Taal en cultuur V2 – VST2
7,5 studiepunten vrijstelling
of
Taal en Cultuur versneld Duits – VTC1
7,5 studiepunten
Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie - BAE
2,5 studiepunten
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek- BPO 2,5
studiepunten
Recht - BRE
2,5 studiepunten
Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO
7,5 studiepunten
1 Indien geen vrijstelling wordt verkregen voor VST2, dan moet de onderwijseenheid VTC gevolgd
worden in periode 1 en 2.
De propedeuse Duaal wordt niet meer aangeboden.
28
Bijlage 1 Overzichten toetsen en opdrachten
Alle informatie over toetsing van de onderwijseenheden is terug te vinden in de OWE-beschrijvingen.
AVM1
Marketing 1
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
AVM1-MAO1A.1
AVM1-MAO1A.8
Schriftelijke toets
Portfolio
T1/T3
P1/P3
T4
Zie studiehandleiding
AVM2
Marketing 2
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
AVM2-MAO2A.1
T2/T4
AVM2-MAO2A.6
Schriftelijke toets
(Schrapkaarttentamen)
Presentatie
P2/P4
AVM3
Marketingcommunicatie 1
Toetscode
Toetsvorm
AVM3-MCM1A.1
AVM3-MCM1A.5
Schriftelijke toets
Opdracht
Duur
tentamen:
120 min.
-
Getoetst
tijdens les:
-
T5
Duur
tentamen:
120 min.
Getoetst
tijdens les:
-
Zie studiehandleiding
-
-
Toetsmoment
Herkansing
T2/T4
P2/P4
T5
Zie studiehandleiding
Duur
tentamen:
120 min.
-
Getoetst
tijdens les:
-
29
AVB
Business
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
AVB-BDE1B.1
AVB-BDE2B.1
AVB-BPO1B.6
AVB-BPO1B.8
AVB-BPO1B.9
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
Presentatie
Portfolio
Meeloopdag/
ministage
T1/T3
T2/T4
P1/P3
P2/P4
OW 8 P2/P4
T4
T5
P1/P3 (OW 7)
P2/P4 (OW 7)
P4/P2 (OW 8) volgend semester of
op eigen initiatief
AVB-ONH1D.6
AVB-SLB1A.9
Presentatie
Aanwezigheid/actieve
deelname
P1/P3
P2/P4
P3 (OW 9)
Volgend semester
AVT
Talen
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
AVT-DUI1A.9
Instaptoets en/of actieve deelname
Instaptoets en/of actieve deelname
Instaptoets en/of actieve deelname
Schriftelijke toets
Instaptoets en/of actieve deelname
P1/P3: instaptoets
P2/P4: instaptoets
P1/P3: instaptoets
P2/P4
P1/P3: instaptoets
P2/P4
T1/T3
P1/P3: instaptoets
P2/P4
AVT-ENG1A.9
AVT-FRA1A.9
ATC-NED1A.1
AVT-SPA1A.9
Duur
tentamen:
90 min.
90 min.
-
Getoetst
tijdens les:
-
-
-
i.o.m. docent
Duur
tentamen:
-
Getoetst
tijdens les:
-
i.o.m. docent
-
-
i.o.m. docent
-
-
T4
i.o.m. docent
90 min.
-
-
30
VST1
Taal en Cultuur 1
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
ATC-ENG1B.1
ATC-ENG2B.1
BTC-ENG3A.1
BTC-ENG4B.1
BTC-ENG4B.4
BTC-NED2A.1
BTC-NED3A.5
BTC-NED4A.6
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
Mondelinge toets
Schriftelijke toets
Inleveropdracht
Presentatie
T1/T3
T2/T4
T1/T3
T2/T4
P2/P4
T2/T4
P1/P3 (OW 6)
P2/P4
T4
T5
T4
T5
i.o.m. docent
T5
P2/P4 (OW 1)
P2/P4 (OW 7) volgend semester
VST2
Taal en Cultuur 2
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
ATC-DUR1A.1
ATC-DUR2A.1
BTC-DUR3B.4
BTC-DUR4B.4
ATC-FRA1D.3
ATC-FRA2C.1
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
Mondelinge toets
Mondelinge toets
Luistertoets
Schriftelijke toets
T1/T3
T2/T4
P1/P3
P2/P4
P1/P3 (OW 8)
T2/T4
BTC-FRA3D.4
BTC-FRA4C.1
Mondelinge toets
Schriftelijke toets
ATC-SPA2C.1
BTC-SPA3C.3
BTC-SPA4C.1
BTC-SPA4C.4
Duur
tentamen:
90 min.
90 min.
90 min.
60 min.
15 min.
120 min.
-
Getoetst
tijdens les:
-
T4
T5
P1/P3
P2/P4
P3/P4 (OW 8)
T5
Duur
tentamen:
120 min.
120 min.
5 min.
10 min.
60 min.
120 min.
Getoetst
tijdens les:
-
P1/P3 (OW 8)
T2/T4
P3/P1 (OW 8)
T5
20 min.
120 min.
-
Schriftelijke toets
T2/T4
T5
120 min.
-
Luistertoets
Schriftelijke toets
Mondelinge toets
T1/T3
T2/T4
P2/P4
T4
T5
P4 (OW 11)
60 min.
120 min.
30 min.
-
31
VTC
Taal en Cultuur versneld (Duits en Spaans)
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BVC-DUV1B.1
BVC-DUV1B.4
Schriftelijke toets
Mondelinge toets
T1/T3
P1/P3
BVC-DUV2B.1
BVC-DUV2B.4
Schriftelijke toets
Mondelinge toets
ATC-SPA2C.1
BTC-SPA3C.1
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
(Leesvaardigheid)
Schriftelijke toets
(Luistervaardigheid)
Schriftelijke toets
Mondelinge toets
BTC-SPA3C.3
BTC-SPA4C.1
BTC-SPA4C.4
T4
P3/P1
Duur
tentamen:
120 min.
5 min.
Getoetst
tijdens les:
-
T2/T4
P2/P4
T5
P4/P2
120 min.
10 min.
-
T1/T3
T2/T4
T4
T5
120 min.
90 min.
-
T2/T4
T5
60 min.
-
T2/T4
P2/P4
T5
T5
120 min.
30 min.
-
32
Commerciële Economie
BBOV
Bedrijf & Omgeving
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BBOV- IE1A.1
BBOV-OPM1C.1
BBOV-VMM1A.5
Schriftelijke toets
Schriftelijke toets
Inleveropdracht
T1/T3
T2/T4
P2/P4
T5
T5
i.o.m. docent
BSS
Sales 1: Binnendienst
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BSS-KTS1A.1
Schriftelijke toets
(meerkeuzevragen)
Onderzoek
Rapport
Presentatie rapport - duo
Opdracht Excel - duo
Mondelinge toets
T1/T3
P1/P3
P2/ P4
P2/P4
P2/ P4
P2/P4
BSS-OND1A.5
BSS-KBS2A.5
BSS-RAP2A.6
BSS-TEL2A.4
Duur
tentamen:
90 min.
120 min.
-.
Getoetst
tijdens les:
-
T5
Duur
tentamen:
120 min.
Getoetst
tijdens les:
-
P1/P3
P4/P2
P4/P2
P4/P2
P2/P4
-
-
33
Communicatie
BOZ
Communicatieonderzoek
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BOZ-PRO1A.7
BOZ-OND2A.5
Projectplan
Portfolio
P2/P4
P2/P4
i.o.m. docent
i.o.m. docent
BCT
ICOMMunicatie: Communicatie Theorie
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BCT-INL1A.1
BCT-INL1A.8
BCT-BEG1A.1
BCT-SLB2A.9
Schriftelijke toets
Portfolio
Schriftelijke toets
Actieve deelname
T2/T4
P2
T2/T4
P1/P2 en P3/P4
T5
P4
T5
i.o.m. docent
Duur
tentamen:
-
Getoetst
tijdens les:
-
Duur
tentamen:
90 min.
90 min.
-
Getoetst
tijdens les:
-
34
Small Business en Retail Management
BAE
Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BAE-BEA1A.1
Schriftelijke toets
T2/T4
T5
BRE
Recht
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BRE-REC1A.1
Schriftelijke toets
T1/T3
T5
BPO
Organisatie, Personeel, Management & Ethiek
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BPO-OPM1A.1
Schriftelijke toets
T2/T4
T5
BSC
Voorbereiding Student Company
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
BEO-BON1A.1
BEO-BON2A.5
BEO-TWI1A.7
Schriftelijke toets
Opdracht
projectopdracht
T1/T3
P2/P4 (OW 6)
P2/P4
BEO-BAM1A.8
Portfolio
P2/P4
BEO-SLB2A.9
Continuous assessment/
participatie
P1/P2 of P3/P4
T5
P2/P4 (OW 8)
zie OWE beschrijving
Zie OWE beschrijving
Vervangende opdracht
Duur
tentamen:
120 min.
Getoetst
tijdens les:
-
Duur
tentamen:
120 min.
Getoetst
tijdens les:
-
Duur
tentamen:
120 min.
Getoetst
tijdens les:
-
Duur
tentamen:
120 min.
-
Getoetst
tijdens les:
-
-
-
-
-
35
Integrale toets vwo-propedeuse
IT1V
Integrale toets 1V
Toetscode
Toetsvorm
Toetsmoment
Herkansing
IT1V-PVB1A.0
Project
OW10 P2 of P4
OW10 P2 of P4
(2014-2015)
Duur
tentamen:
-
Getoetst
tijdens les:
-
36
Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015
Bijlage 2 Conversietabel
Wijzigingen studieprogramma ten opzichte van voorgaande jaren.
In de onderstaande tabel is te zien welke modules een wijziging hebben ondergaan ten opzichte van
de vorige twee studiejaren. Als een toets, opdracht, project, e.d. niet meer wordt aangeboden, kun je
op HAN-insite bij jouw opleiding, bij de slepersinfo, kijken wat de vervanging is. Informeer altijd bij de
verantwoordelijke docent of er wijzigingen in de toetsstof zijn.
Code 2013-2014
AVB-ONH1C.1
Code 2014-2015
-
AVB-ONH1C.6
-
ATC-FRA1C.3
ATC-FRA2C.4
-
BTC-FRA3C.3
-
BTC-FRA4C.4
-
BTC-SPA3C.1
-
BVC-DUV1A.9
-
BCV-DUV2A.9
-
BTC-SPA3C.3
-
BOOBEA2A.1
BOOREC1A.1
BOOOPM1B.1
BSCBON1A.1
BSCBON2A.5
BSCTWI1A.7
BSCBAM1A.8
BSCSLB1A.9
BAEBEA1.1
BREREC1A.1
BPOOPM1A.1
BEOBON1A.1
BEOBON2A.5
BEOTWI1A.7
BEOBAM1A.8
BEOSLB1A.9
Toelichting
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Vervalt.
Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.
Toets wordt gehouden in P1/P3
(week 8). Neem contact op met
jouw docent. Inschrijving bij docent.
Bijlage 3 Competenties Commerciële Economie


Competentieniveaus voor de competenties Commerciële Economie
Vastgesteld door de HBO-raad per september 2012
Competentieniveau 1: inleidend niveau. De student kan in een eenvoudige situatie (beroepstaak) en
onder begeleiding de beroepstaak aantonen. Dit niveau wordt meestal in de propedeuse behaald. Als
de student dit niveau aantoont, is hij hoofdfasebekwaam en daarmee klaar om te starten met de
hoofdfase.
Competentieniveau 2: verdiepend niveau. De student kan een meer complexe taak met losse sturing
uitvoeren. Dit niveau wordt meestal in de hoofdfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont, is hij
afstudeerbekwaam.
Competentieniveau 3: gevorderd niveau. De student kan een complexe taak zelfstandig uitvoeren. Dit
niveau wordt in de afstudeerfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont is hij startbekwaam (klaar
voor de beroepstaak).
1 Ondernemerschap: Initiëren, creëren en realiseren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten

Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming.

Runnen, samen met anderen, van een project of onderneming.

Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst.
Competentieniveau 2

Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.

Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee.

Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan.

Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming.

Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming (niet voor CE) verplicht)
2 Marktonderzoek. Het opzetten, Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling.

Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek.

Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag.

Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing.

Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen).
Competentieniveau 2

Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.

Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek.

Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen.

Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek.

Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies.

Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever.

Evalueren van het uitgevoerde onderzoek.
Competentieniveau 3

Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere contexten.

Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting,
met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst.

Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket.

Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en
technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen.

Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het
advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen.
1
3 Bedrijfs- en omgevingsanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse
van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de
lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.

Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven.

Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling.
Competentieniveau 2

Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context.

Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken.

Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse.

Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen.
Competentieniveau 3

Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten.

Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegenstellingen.

Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse.

Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de
aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject.
4 Marketing strategie en beleid. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het
kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek.

Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen.

Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen.

Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie.
Competentieniveau 2

Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd.

Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten.

SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn.

Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële
consequenties.
Competentieniveau 3

Benoemen van een aantal opties op basis van een zelfstandig uitgevoerde analyse in opdracht van een externe opdrachtgever.

Prioriteren van opties eventueel in overleg met de opdrachtgever.

Onderzoeken van de haalbaarheid van deze opties.

Opstellen van marketingdoelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn.

Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de marketinginstrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële consequenties.
5 Planning & uitvoering. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een
gegeven marketingprobleemstelling.

Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie.
Competentieniveau 2

Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een
globale marketingprobleemstelling.

Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid.
Competentieniveau 3

Analyseren en onderzoeken, zelfstandig, van veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een
complexe marketingprobleemstelling.

Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie)
op basis van een complexe marketingprobleemstelling.

Presenteren van de analyse en conclusies op overtuigende wijze aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen
van instemming met en draagvlak voor de uitvoering.
6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties. T.b.v. inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en of
diensten.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1
2




Werken met CRM systemen/
klantendatabase/ leveranciersdatabase
Onderscheiden van consumentengroepen in termen van prospects en suspects
Voeren van gesprekken, ook telefonisch, voor het aanknopen, ontwikkelen en onderhouden van relaties.
Uitvoeren van een analyse van de effectiviteit van de inkoop- en, verkooporganisatie.
Enkelvoudig verkopen van product
Competentieniveau 2

Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van de (marketing) communicatie op deze afnemersgroepen.

Opstellen van een accountprofiel, effectieve inkoop- en verkoopstrategie.
Vervaardigen van een verkoopmap met alle relevante informatie

Voeren van effectieve onderhandelingen, ook in een vreemde taal

Ontwerpen van een effectieve/efficiënte in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk (eventueel met
behulp van CRM-systeem).

Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde taal
Competentieniveau 3:

Opzetten en onderhouden van een eigen netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening (eventueel met behulp
van CRM-systeem)

Productief maken van het netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening

Voeren van effectieve verkooponderhandelingen in het kader van duurzame klantrelaties in business to business-omgeving en in
business to consumer-omgeving
7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Omschrijving niveaus
 Beheersen van één moderne vreemde taal op minimaal taalniveau 2 (zie bijlage)
 Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze vreemde taal formeel
geldt en/of wordt gebruikt;
 Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze vreemde taal formeel
geldt en/of wordt gebruikt;
8 Marketingcommunicatie. Het vertalen van het marketingplan naar een on- en offline marketingcommunicatieplan.
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1

Inzicht in communicatiedoelgroep(en)

overzicht geven van instrumenten en media welke kunnen worden ingeschakeld om marketingdoelstellingen te helpen realiseren

Opstellen, samen met anderen, van de marketingcommunicatiemix op basis van een gegeven thema

Opstellen van een cross mediaal-mediaplan

Onderbouwen mediakeuze

Rekening houden met belangrijke wetgeving rond communicatie.

Houdt rekening met de ethische grenzen van marketingcommunicatie
Competentieniveau 2

Opstellen van een briefing van een extern communicatiebureau

Hanteren van consumentengedrag als uitgangspunt voor communicatie.

Begrijpt de samenhang tussen off- en online communicatie instrumenten

Op basis van een communicatieonderzoek een Marketingcommunicatieplan opstellen vanuit een gegeven strategische
context en op basis van communicatieonderzoek een marketingcommunicatieplan opstellen.
Competentieniveau 3: Voor minoren en varianten

Vorm geven en aangaan van de dialoog met stakeholders.

Ontwikkelen van de positionering en merkstrategie van een organisatie.

Beheersen van het communicatieproces in termen van strategie, doelgroep, positionering, briefing, concept, productie,
traffic en media

Rapporteren en verantwoorden van de resultaten (o.a. accountability) v.d. analyse, incl. verantwoorden aanpak en geven
van een advies over vervolgtraject.
9 Leiderschap en management. Leiding geven aan een project, bedrijfsproces, bedrijfsonderdeel of bedrijf (volgorde omgedraaid)
Omschrijving niveaus
Competentieniveau 1
Beheersen van een aantal aspecten van projectleiderschap.
 Opbouwen van een eenvoudige projectorganisatie;
 Voorzitten van vergaderingen in een projectgroep;
 Leiden v.d. uitvoering van een opdracht;
 Instrueren en volgen v.d. deelnemers van een projectgroep;
 Leiding geven bij het maken van een Plan van Aanpak;
 Herkennen van conflictsituaties in een projectgroep en een bemiddelende rol spelen;
 Opstellen van kwaliteitseisen ten aanzien van het project in overleg met de projectgroep.
Competentieniveau 2
Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep.
 Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp
van derden.
 Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project.
3


Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid.
Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep.
10 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk). De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld.
Omschrijving niveaus

Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die
betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit.

Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van
beroepstaken omvat dat onder meer opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren
11 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk). De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld.
Omschrijving niveaus




Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit;
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling;
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en
ethische principes voor het professioneel handelen;
Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche door middel van actief lidmaatschap van beroepsverenigingen, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoorts.
4
Bijlage 4 Competenties Communicatie
LOCO-competentie 1
Analyseren en onderzoeken
Omschrijving
De communicatieprofessional signaleert voor zijn organisatie of opdrachtgever
op proactieve wijze ontwikkelingen in de interne en externe omgeving. Hij signaleert relevante ontwikkelingen in de politieke, maatschappelijke, economische,
technologische, interculturele en specialistische omgeving en zet die informatie
om naar voor de organisatie relevante kennis.
Hij initieert, voert uit, rangschikt en beoordeelt de resultaten van onderzoek en
analyse. Hij bepaalt de relevantie van de gesignaleerde trends, gedragsveranderingen en verschuivingen op (inter)nationaal niveau en plaatst deze in het perspectief van de korte, middellange en lange termijn. Hij brengt de resultaten op
niveau van strategische beleidsvorming en vertaalt deze in conclusies en aanbevelingen.
HBO Kernkwalificaties:
 Brede professionalisering;
 Multidisciplinaire integratie;
 (Wetenschappelijke) toepassing;
 Transfer en brede inzetbaarheid;
 Methodisch en reflectief denken en handelen.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en
Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Kennis en inzicht;
 Toepassen kennis en inzicht;
 Oordeelsvorming.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
7. Bepalen van onderzoeksdoelstellingen en vraag Analyserapport, bijvoorbeeld: trendanastellingen.
lyse, stakeholderanalyse, concurrentieana8. Initiëren, begeleiden, uitvoeren en interpreteren van
lyse, media-analyse, issueanalyse
analyses en (toegepaste) onderzoeken.
 Onderzoeksrapporten, surveys
9. Interpreteren en evalueren van informatie op strate Toekomstscenario’s
gisch niveau.
 Management summary
10. Op basis van analyse en onderzoek gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid (als gesprekspartner
op strategisch niveau)
11. Managen en interpreteren van informatiestromen (onen offline).
12. Beschrijven van mogelijke toekomstige ontwikkelingen en scenario’s.
Body of knowledge
Kennis, methoden en technieken betreffende:
and skills
 onderzoeksmethoden (kwalitatief en kwantitatief) en gegevensverwerking;
 analysemodellen;
 issuemanagement (crisismanagement);
 informatiemanagementtechnieken;
 trendwatching op onder meer sociale en maatschappelijke ontwikkelingen,
bestuurlijke en politieke ontwikkelingen, macro-economische ontwikkelingen,
(inter)culturele ontwikkelingen, multimediale en crossmediale ontwikkelingen
(Web 2.0/Web 3.0).
Vaardigheden:
 interviewtechnieken;
 desk research;
 scenariodenken;
 rapportage / onderzoeksverwerking (verschillende verwerkingsprogramma’s).
5
LOCO-competentie 2
Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid*
Omschrijving
De communicatieprofessional adviseert over en ontwikkelt communicatiebeleid dat
bijdraagt aan een optimale realisatie van de organisatiedoelen en organisatiestrategie. Hij is zich bewust van de wederzijdse beïnvloeding van communicatiebeleid
en andere beleidsterreinen. Vervolgens kan hij op grond van het vastgestelde communicatiebeleid bepalen wat de beste strategie is om de communicatiedoelen te
bereiken. Hij kan een verantwoord advies geven over in te zetten communicatiemiddelen, rekening houdend met doelstellingen, doelgroep(en), publieksgroepen
en actoren. Hij overziet daarbij de financiële en budgettaire consequenties van zijn
keuzes en maakt in het keuzeproces ook een maatschappelijke en ethische afweging.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en
Dublin descriptoren
HBO Kernkwalificaties:
 Probleemgericht werken;
 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid;
 Methodisch en reflectief denken en handelen.
Dublin descriptoren:
 Toepassen kennis en inzicht;
 Oordeelsvorming;
 Communicatie.

Beroepshandelingen
Beroepsproducten
8. Onderzoeksresultaten (en gegevens uit beleidsnotities) kunnen
 Corporate communicatiebehanteren als input voor beleidsaanpassingen en strategievorleidsplan
ming.
 Concerncommunicatieplan
9. Gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid aan het ma Marketingcommunicatieplan
nagement.
 Intern communicatieplan
10. Vertalen van organisatiebeleid in communicatiebeleid.**
 Merkdocument
11. Kunnen afwegen van en omgaan met verschillende interpretaties  Campagneplan
en belangen van opdrachtgever en betrokken actoren
 Crisiscommunicatieplan
12. Het proces van strategische beleidsvorming in een organisatie
 Adviesrapport / Adviesgesprek
kunnen faciliteren en begeleiden.
 Mediaplan
13. Voorstellen met overtuigingskracht presenteren aan interne en
 Debriefing
externe opdrachtgevers, zowel mondeling als schriftelijk.
 Corporate story
14. Budgettaire en financiële consequenties van een advies overzien.
15.
Kennis, methoden en technieken betreffende:
Body of knowledge
and skills
 theorieën over informatieverwerking en betekenisgeving;
 communicatietheorieën en modellen;
 gedragsmodellen;
 debriefing (de (schriftelijke) omschrijving van de opdracht in termen van de adviseur);
 analyseren van informatie;
 adviesmodellen;
 beleidsterreinen als M&O, Marketing, Financiën en HRM;
 organisatie- en communicatie-elementen in een organisatie (missie, visie, leiderschapstijl, structuur, cultuur, strategie);
 issuemanagement;
 interactieve beleidsvorming;
 branding;
 online strategieën;
 crossmediale strategieën;
 multidisciplinaire samenwerking;
 communicatiewerking.
6
Vaardigheden:
 gesprekstechnieken;
 argumenteren (mondeling en schriftelijk);
 creatief denken;
 omgaan met weerstanden en barrières;
 bewaken van eigen positie als (onafhankelijk) adviseur;
 kunnen switchen van rol;
 strategisch denken;
 rapportagetechnieken.
*De competentie Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid is gerelateerd aan drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel.
**Deze beroepshandeling kan op verschillende niveaus worden uitgevoerd, nl. op operationeel, tactisch en strategisch niveau.
7
LOCO-competentie 3
Plannen en organiseren
Omschrijving
De communicatieprofessional organiseert en plant de uitvoering van het communicatiebeleid van de organisatie en van de communicatiemiddelen, met inachtneming van de beleidscyclus. Hij creëert draagvlak voor meer of minder omvangrijke en complexe communicatieprojecten, stuurt deze aan, coördineert en legt
verantwoording af over de behaalde resultaten aan de (interne) opdrachtgever.
HBO Kernkwalificaties:
 Probleemgericht werken;
 Multidisciplinaire integratie;
 Methodisch en reflectief denken en handelen;
 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid;
 Basiskwalificering voor managementfuncties;
 Transfer en brede, flexibele inzetbaarheid.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en
Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Toepassen kennis en inzicht;
 Communicatie.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
 Opstellen projectplan (inclusief financiën, tijd,
 Projectplan (met deelplannen op het vlak
kwaliteit, organisatie, communicatie).
van organisatie, financiën, tijd, kwaliteit,
communicatie, met mijlpalen, documenten
 Opstellen c.q. bewaken en beoordelen van ofetc.)
ferte, begroting en budget.
 Draaiboek
 Plannen van (formatieve en/of summatieve) evaluaties, (doen) uitvoeren en interpreteren van de
 Offerte
resultaten.
 Evaluatieplan
 Toepassen kwaliteitszorgsystemen.
 Begeleiden van projecten en processen.
 Communiceren met interne en externe betrokkenen t.b.v. het verkrijgen van draagvlak voor het
project en de realisatie ervan.
 Samenwerken met deskundigen uit creatieve disciplines en met deskundigen op het gebied van
de uitvoering van digitale, audio en/of visuele
middelen en print.
 Bewaken huisstijl.
 Afleggen van verantwoording.
Body of knowledge
Kennis, methoden en technieken betreffende:
and skills
 projectmanagement;
 calculatie, begrotingen en offertes;
 managementstijlen;
 technische, financiële en juridische aspecten m.b.t. de inzet van communicatiemiddelen (print, audio, visueel, digitaal);
 evaluatietechnieken;
 accountability.
Vaardigheden:
 planmatig werken;
 aansturen en coördineren;
 delegeren;
 rapporteren.
8
LOCO-competentie 4
Creëren en realiseren
Omschrijving
Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken,
moeten communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om
zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatieprofessional verzorgt ontwerp, uitvoering en productie van communicatiemiddelen (concepten, middelen en content).
HBO kernkwalificaties:
 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid;
 Probleemgericht werken;
 Creativiteit en complexiteit in handelen;
 Transfer en brede inzetbaarheid;
 Multidisciplinaire integratie.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Toepassen kennis en inzicht;
 Communicatie.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
7. Creatieve concepten ontwikkelen, vertalen naar on Communicatiemiddelen (audiovisueel,
derscheidende en/of innovatieve middelen en media,
print, digitaal)
en produceren.
 Evenementen, bv. beurs, brandevent,
8. Een multi- en crossmediale middelenmix inzetten om
tentoonstelling, congres, symposium
de strategie uit te voeren.
 Huisstijl, multimedia en ruimtelijke pre9. Doel- en doelgroepgericht handelen.
sentatievormen
10. Samenwerken met deskundigen uit creatieve discipli-  Schetsen, concepten, moodboards
nes
11. Een (de-)briefing maken.
12. Pretesten en formatieve evaluaties.
Kennis, methoden en technieken betreffende:
Body of knowledge and
skills
 theorieën over conceptontwikkeling, propositie en boodschap;
 de communicatieve, technische, financiële en juridische mogelijkheden en beperkingen van verschillende communicatiemiddelen;
 de terminologie, werking en toepassing van verschillende communicatiemiddelen;
 kennis van de grafische vormgeving, productdesign en omgevingsdesign (visuele identiteit / beeldregie);
 de theorieën rond beeld- en tekentaal, stijlgeschiedenis, tekstsoorten, schrijfstijlen en semiotiek;
 ontwerpsoftware;
 nieuwe media en crossmediale communicatie;
 storytelling;
 visuele communicatie;
 vormen van co-creatietechnieken en -strategieën;
 de bureauwereld;
 argumentatietheorieën.
Vaardigheden
 doelgroepgerichtheid;
 creatieve technieken beheersen;
 schrijfvaardigheid;
 ontwerpvaardigheid;
 digitale vaardigheden.
9
LOCO-competentie 5
Representeren
Omschrijving
De communicatieprofessional heeft kennis van de organisatie en geeft blijk van
voldoende omgevingssensitiviteit om als ambassadeur voor het bedrijf op te treden wanneer de organisatie gevraagd of ongevraagd in de openbaarheid treedt.
Hij kan issues en informatie voor verschillende doel- en publieksgroepen op hun
waarde schatten en zodanig communiceren dat recht wordt gedaan aan de belangen en het imago van de organisatie.
HBO Kernkwalificaties:
 Brede professionalisering;
 Multidisciplinaire integratie;
 Transfer en brede inzetbaarheid;
 Creativiteit en complexiteit van handelen;
 Probleemgericht werken;
 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid;
 Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Koppeling met HBO
Kernkwalificaties en
Dublin descriptoren
Dublin descriptoren:
 Toepassen kennis en inzicht;
 Oordeelsvorming;
 Communicatie.
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
8. Genereren publiciteit (perscontacten en nieuwe me Publiciteitsplan
dia).
 Toespraak (ghostwriting)
9. Actie ondernemen op gevraagde en ongevraagde pu-  (Lobby)gesprek
bliciteit.
 Persconferentie
10. Woordvoering.
 Informatiebijeenkomst
11. Anderen begeleiden bij optredens.
 Middelen zoals persmappen en relatiege12. Relatiebeheer en netwerken, zoals deelname aan
schenken
symposia en congressen, of aan fora en social media
op internet.
13. Lobbyen.
14. Draagvlak creëren.
Body of knowledge
Kennis, methoden, technieken betreffende:
and skills
 maatschappelijke en economische verhoudingen;
 bestuurlijke en politieke verhoudingen;
 pers en media;
 medialandschap (incl. social media, Web 2.0 etc.);
 reputatiemanagement;
 relatiemanagement;
 issuemanagement;
 risico- en crisiscommunicatie;
 public affairs.
Vaardigheden
 gespreksvaardigheden;
 vergadervaardigheden;
 presentatievaardigheden;
 interviewvaardigheden;
 argumentatievaardigheden;
 evaluatievaardigheden;
 omgaan met de pers;
 ‘online’ representatieskills.
10
Bijlage 5 Competenties Small Business & Retail Management
COMMERCE

Competentieniveaus voor de domeincompetenties Commerce

Vastgesteld door de HBO-raad voor HEO-opleidingen per 8 december 2005
Competentieniveau 1: inleidend niveau. De student kan in een eenvoudige situatie (beroepstaak) en
onder begeleiding de beroepstaak aantonen. Dit niveau wordt meestal in de propedeuse behaald. Als
de student dit niveau aantoont, is hij hoofdfasebekwaam en daarmee klaar om te starten met de
hoofdfase.
Competentieniveau 2: verdiepend niveau. De student kan een meer complexe taak met losse sturing
uitvoeren. Dit niveau wordt meestal in de hoofdfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont, is hij
afstudeerbekwaam.
Competentieniveau 3: gevorderd niveau. De student kan een complexe taak zelfstandig uitvoeren. Dit
niveau wordt in de afstudeerfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont is hij startbekwaam (klaar
voor de beroepstaak).
DC.1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.
Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B
 Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten
 Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming.
 Runnen, samen met anderen, van een project of onderneming.
 Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst.
Competentieniveau 2 CE/IBL/SBRM/F&B
 Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem.
 Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee.
 Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen
voor de organisatie van het (laten) maken ervan.
 Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming.
 Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming.
Competentieniveau 3 SBRM/F&B
 Opzetten, zelfstandig, van een onderneming.
 Omzetten, zelfstandig, van een creatief idee in een product of een dienst en zorgen voor de
organisatie van het (laten) maken ervan.
 Maken, zelfstandig, van een volledig businessplan voor een onderneming.
 Bepalen van een strategie voor waarborging van de continuïteit van een onderneming door
middel van innovatie.
11
DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek.
Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B
 Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling.
 Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek.
 Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag.
 Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing.
 Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen).
Competentieniveau 2 CE/IBL/SBRM/F&B
 Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context.
 Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek.
 Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen.
 Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek.
 Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket
en trekken van conclusies.
 Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever.
 Evalueren van het uitgevoerde onderzoek.
Competentieniveau 3 CE/F&B
 Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere
 contexten.
 Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en
de vragenlijst.
 Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van
voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket.
 Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen.
 Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden
doorlopen.
12
DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een
analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van
relevante nationale en internationale trends.
Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B
 Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een
sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.
 Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor
een onderneming te kunnen beschrijven.
 Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven
probleemstelling.
Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B
 Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven
context.
 Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken.
 Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis
van de analyse.
 Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen.
Competentieniveau 3: CE/IBL/F&B
 Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten.
 Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegens