Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015 Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Small Business & Retail Management (SBRM) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar 2014 - 2015 Inhoud Deel 1: Onderwijs aan de HAN Inleiding Algemene bepalingen Lesdagen en vakanties Uitgangspunten van het onderwijs De opbouw van de opleidingen Tentamens en examens Kwaliteitszorg Organisatiestructuur van de HAN Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 (OER) Reglement examencommissies voor de Bacheloropleidingen en Associate degree-programma van de Faculteit Economie en Management (FEM) 2014-2015 Reglement opleidingscommissie SBRM 2014-2015 Deel 3: Studiegids Studiegids Propedeuse, A-cluster, voltijd, International Business & Communication 2014-2015 Studiegids Propedeuse, VWO-programma, voltijd, International Business & Communication 20142015 Studiegids SB&RM 2014-2015, duaal Deel 4: Interne organisatie Faculteiten, domeinen en instituten Management en organisatie op faculteits- en instituutsniveau Examencommissie(leden) Medezeggenschap van studenten en medewerkers op HAN-, faculteits- en instituutsniveau Kwaliteitszorg Lesdagen en lestijden Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau Bijlagen Bijlage 1 Plattegrond Bijlage 2 Begrippenlijst studentenstatuut Deel 1: Onderwijs aan de HAN Inleiding In dit opleidingsstatuut geven wij je informatie over de gang van zaken tijdens je studie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Je treft ook informatie aan over bijvoorbeeld de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en de procedures met betrekking tot jouw rechtsbescherming. Volgens de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een HBO-instelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (dus: de HAN) en het opleidingsspecifieke deel (dus: de opleiding). Het instellingsspecifieke deel - we noemen het het studentenstatuut - bevat een beschrijving van jouw rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die jouw rechten beschermen: een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling, een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen, en; een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van jouw rechten. Dit instellingspecifieke deel kun je terugvinden op www.han.nl. Het opleidingsspecifieke deel – we noemen het verder het opleidingsstatuut (OS) – bestaat uit vier delen: 1. Onderwijs aan de HAN. In dit onderdeel vind je de status van dit opleidingsstatuut en de doelgroep het jaarrooster, vakanties, tentamen- en herkansingsperiodes. Daarnaast de uitgangspunten voor het onderwijs bij de HAN. 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens. Hier vind je de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens. 3. Studiegids. In dit onderdeel wordt de algemene tekst van deel 1 ingevuld per opleiding. Je vindt hier het curriculum van de opleiding, de beroepstaken, de competenties en de invulling van studieloopbaanbegeleiding. 4. Interne organisatie In dit onderdeel hebben we de interne organisatie van de faculteit, het instituut en de opleiding beschreven. Allerlei voorzieningen op hogeschool-, faculteits- of instituutsniveau vind je ook hier. De namen en adressen van relevante personen staan in de bijlage. Algemene bepalingen Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de opleiding Small Business & Retail Management (SBRM), hierna te noemen de opleiding, in het studiejaar 2014-2015. In dit opleidingsstatuut zijn jouw rechten en plichten enerzijds en van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die je door de instelling worden aangeboden, de vastgestelde onderwijs- examenregeling en de procedures voor je rechtsbescherming in aanvulling op die van de instelling. Dit opleidingsstatuut is vastgesteld bij besluit van de faculteitsdirectie van 30 juni 2014. De faculteitsraad heeft op 30 juni 2014 ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut. Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op insite HAN en deels op de website van de HAN, zie onderstaand overzicht over de vindplaats van de delen van het Opleidingsstatuut. Deel Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 Bijlage 1 Bijlage 2 Omschrijving onderwijs aan de HAN regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens studiegids interne organisatie plattegrond begrippenlijst Waar vind je ze? website en insite/Scholar website en insite/Scholar website en insite/Scholar Insite/Scholar website en insite/Scholar website en insite/Scholar Lesdagen en vakanties JAARPLANNING FEM 2014-2015 wk 34 datum 18-8-2014 35 25-8-2014 36 1-9-2014 37 8-9-2014 38 15-9-2014 periode P E R I O D E lesw opstartweek wk 34 introductie 35 1 les 36 2 les 37 3 les 38 4 les 39 5 les 40 6 les 41 7 les 42 herfstvakantie 43 39 22-9-2014 40 29-9-2014 41 6-10-2014 42 13-10-2014 43 20-10-2014 44 27-10-2014 8 les 44 45 3-11-2014 9 toetsen 45 46 10-11-2014 1 les 46 47 17-11-2014 2 les 47 48 24-11-2014 3 les 48 49 1-12-2014 4 les 49 50 8-12-2014 5 les 50 51 15-12-2014 6 les 51 52 22-12-2014 1 P E R I 52 JAARPLANNING FEM 2014-2015 wk datum 1 29-12-2014 2 5-1-2015 periode O D E lesw wk kerstvakantie 1 7 les 2 2 3 12-1-2015 8 les 3 4 19-1-2015 9 toetsen 4 5 26-1-2015 10 toetsen 5 6 2-2-2015 1 les 6 7 9-2-2015 2 les 7 8 16-2-2015 voorjaarsvakantie 8 9 23-2-2015 3 les 9 10 2-3-2015 4 les 10 11 9-3-2015 5 les 11 12 16-3-2015 6 les 12 13 23-3-2015 7 les 13 14 30-3-2015 8 les 14 15 6-4-2015 9 toetsen 15 16 13-4-2015 10 toetsen 16 17 20-4-2015 1 les 17 18 27-4-2015 2 les 18 19 4-5-2015 meivakantie 19 20 11-5-2015 3 les 20 21 18-5-2015 4 les 21 22 25-5-2015 5 les 22 23 1-6-2015 6 les 23 24 8-6-2015 7 les 24 25 15-6-2015 8 les 25 26 22-6-2015 9 toetsen 26 27 29-6-2015 10 toetsen 27 28 6-7-2015 Diploma-uitreikingen/ 28 P E R I O D E 3 P E R I O D E 4 JAARPLANNING FEM 2014-2015 wk datum periode lesw wk herkansingen 29 13-7-2015 30 20-7-2015 29 30 zomervakantie 31 27-7-2015 31 32 3-8-2015 32 33 10-8-2015 33 34 17-8-2015 herkansingen / opstart 34 35 24-8-2015 introductie 35 Studiekeuzecheck Aspirant-studenten die zich uiterlijk op 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar aanmelden voor 1 of meer Bacheloropleidingen hebben recht om deel te nemen aan een studiekeuzecheck. Aspirant-studenten die zich na 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar aanmelden zijn verplicht deel te nemen aan de studiekeuzecheck. De rechten en plichten met betrekking tot de studiekeuzecheck en de geldige redenen voor niet deelname aan de studiekeuzecheck zijn opgenomen in artikel 2.10 van de Onderwijs- en examenregeling. De studiekeuzecheck kent de volgende procedure: a. de aankomende student vult digitale vragenlijsten in met vragen over oriëntatie en motivatie, taalvaardigheden, rekenvaardigheden, analytisch vermogen en opleidingsspecifieke vragen; b. vervolgens wordt de aankomende student uitgenodigd voor de studiestartbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst krijgt de aankomende student informatie over de opleiding, het beroep en kritische succesfactoren om de opleiding goed te doorlopen; c. uiterlijk 2 weken na de studiestartbijeenkomst of het intakegesprek ontvangt de aankomende student een studieadvies. Uitgangspunten van het onderwijs Uitgangspunten van het onderwijs aan de HAN In elke opleiding van de hogeschool word je, als student, opgeleid tot startbekwaam beroepsbeoefenaar. Maar je leert meer. Je doet gedurende de opleiding niet alleen kennis op, je spiegelt deze ook aan de mening van anderen. Op die manier leer je keuzes te maken en je een mening te vormen over je vakgebied. Dat geeft je straks de mogelijkheid vakkennis en vakbekwaamheid toe te passen in nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De maatschappij heeft behoefte aan mensen die oplossingen bedenken voor nieuwe problemen. We leren je kennis en vaardigheden aan die je helpen om te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Goed beroepsonderwijs is afgestemd op ontwikkelingen in de samenleving en in het beroepenveld. Continu wordt aansluiting gezocht bij wat er wordt gevraagd van afgestudeerden; vorm en inhoud van het onderwijs zijn permanent in ontwikkeling met als doel om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Leren via beroepstaken Een belangrijke kernwaarde binnen de HAN is de centrale rol van de beroepspraktijk in het onderwijs. Het is onze opdracht je op te leiden tot een startbekwame beroepsbeoefenaar. Het leren via beroepstaken is daarbij een sturend uitgangspunt. Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar (expert) worden uitgevoerd. ‘Hele’ taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten maar door jou steeds in zijn totaal wordt geoefend. De meeste beroepstaken doen een beroep op meerdere competenties. Zelfsturing Met ons onderwijs willen wij je leren om zelfstandig beroepstaken uit te voeren, je beroepshandelen te verbeteren en zelfstandig je loopbaan te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het succesvol afronden van je studie, maar ook om het blijvend succesvol functioneren in het werkveld. Voor jou zal het neerkomen op een geleidelijke ontwikkeling van minder naar meer zelfsturing en van afnemende sturing door docenten. Flexibilisering Flexibilisering is een belangrijk uitgangspunt. Je hebt in ieder geval 30 studiepunten vrije keuzeruimte in je opleiding om je opleiding te verbreden of te verdiepen. Wij noemen die keuzeruimte een minor. Hierdoor heb je de mogelijkheid je te richten op specifieke vragen van de arbeidsmarkt en je geeft vorm aan eigen profilering. Toetsing en beoordeling Of je in voltijd, in deeltijd of duaal studeert, je wordt getoetst op dezelfde, voor de opleiding geformuleerde, beroepstaken en competenties. Daarbij wordt gestreefd naar een maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen dat meet wat hij zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijk je naar de vergelijkbaarheid van de resultaten. Onderwijseenheden Onderwijseenheden zijn georganiseerd rondom beroepstaken. Onderwijseenheden hebben als basis een omvang van 7.5 studiepunten of een veelvoud daarvan. Zij worden geprogrammeerd binnen de vier onderwijsperioden van het HAN-jaarrooster. In het belang van de kwaliteit van het onderwijs kan een onderwijseenheid een studielast van 2,5 studiepunten of een veelvoud daarvan omvatten. Studieloopbaanbegeleiding De HAN hecht er aan je zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van je studie. Studieloopbaanbegeleiding is daarom een belangrijk aspect van het HAN -onderwijs. De studieloopbaanbegeleider helpt je bij het ontwikkelen van de zelfsturing die je nodig hebt om je studie te volbrengen. Naast het bovengenoemde is hij voor jou het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als je gepland had of bij langdurige ziekte of handicap. De studieloopbaanbegeleider kan je helpen wegen te zoeken om je resultaten bij de studievoortgang te verbeteren. Een bijzondere taak van de studieloopbaanbegeleider is het ondersteunen bij het kiezen van een minor in de hoofdfase van je opleiding. Wat wordt van de student gevraagd De vraag of je je doelen bereikt, is voor een belangrijk deel afhankelijk van je eigen inzet. Wij verwachten dat je doordachte keuzes maakt in je leerproces, dat je actief deelneemt aan het onderwijs, dat je aanwezig bent en je tijd vrijmaakt voor zelfstudie. Alleen dan kun je je studie succesvol afronden. Je krijgt het druk, maar de beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar je je hele leven plezier van hebt. De opbouw van de opleidingen Het eerste jaar van je studie heet de propedeuse (officieel de propedeutische fase) en heeft een studielast van 60 studiepunten. (De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studie.) De propedeuse heeft een drietal functies: een oriënterende, een verwijzende en een selecterende. Deze drie functies hangen nauw met elkaar samen. De propedeuse moet je een goed beeld geven van de hele studie. Gedurende dit eerste jaar word je in staat gesteld na te gaan of de opleiding aansluit bij je capaciteiten en interesses. Dit is de oriënterende functie van de propedeuse. In de loop van dit jaar kun je beslissen of je deze opleiding wilt blijven volgen, of voor een andere opleiding binnen of buiten de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen kiest. Studieadviezen in het midden en aan het eind van het propedeutisch jaar helpen bij die beslissing. Dit is de verwijzende functie van de propedeuse. Tot slot kent de propedeuse ook een selecterende functie. Die functie is tweeledig: aan de ene kant beoordeel je zelf of je geschikt bent voor de studie of niet. Anderzijds word je ook beoordeeld op basis van je studieresultaten, die steeds worden bezien in het licht van motivatie, studiehouding en persoonlijke omstandigheden. Studieadvies Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van de propedeutische fase krijg je een schriftelijk studieadvies, gebaseerd op het aantal behaalde studiepunten. Dat advies bepaalt of je je opleiding al dan niet kunt voortzetten. Je hoeft dat advies niet op te volgen, maar bent wel zelf verantwoordelijk voor de keuze die je maakt, tenzij het om een bindend negatief studieadvies (BNSA) gaat. In dit laatste geval word je direct uitgeschreven en kun je je voor dezelfde opleiding niet meer inschrijven. De basisindeling van elke opleiding bestaat uit een major en een minor. De major is je hoofdrichting, waarin je je beroepscompetenties ontwikkelt. Dit deel omvat maximaal 210 studiepunten. Daarnaast krijg je in een minor (30 studiepunten) de ruimte om je interesses en capaciteiten te specialiseren of juist te verbreden. In de onderstaande tabel is de omvang van de indelingen van de opleiding weergegeven in studielast uitgedrukt in studiepunten. Indeling van de opleiding Propedeuse postpropedeuse Totaal Major 60 150 210 Minor 30 30 Totaal 60 180 240 Je kiest zelf voor een minor als verbreding of verdieping van je studie. Ons totale aanbod aan minoren vind je in de HAN-onderwijscatalogus (HAN-SIS en Insite). Alle bacheloropleidingen hebben een studielast van 240 studiepunten. Er zijn ook vrije minoren, die je bij een andere onderwijsinstelling kunt volgen of die je zelf samenstelt uit onderdelen van onderwijs van verschillende –instituten van de HAN of een andere (onderwijs)instelling. Kijk voor het totale minorenaanbod op www.han.nl of op www.kiesopmaat.nl. Kies Op Maat is een online platform waar alle studenten aan het hoger onderwijs in Nederland kunnen kiezen uit minoren en vakken van de deelnemende instellingen. Het doel van Kies Op Maat is het vergroten van de mobiliteit van alle studenten binnen het Hoger Onderwijs. Voordat je een minor gaat volgen heb je toestemming nodig van de examencommissies. Als je een minor wilt volgen uit het minoraanbod van de HAN, dan is de toestemming van je senior studieloopbaanbegeleider voldoende. De regels voor het volgen van een vrije minor zijn te vinden op https://www.han.nl/HAN-insite/minoren/welke soorten minoren zijn er? Tentamens en examens Tentamens Tijdens de studie worden studenten regelmatig beoordeeld op kennis, inzicht, vaardigheden en attitude. De voortgang van de student wordt per onderwijseenheid getoetst door middel van tentamens (eventueel via deeltentamens). Als een onderwijseenheid meer dan een tentamen omvat, dan noemen we deze tentamens deeltentamens. Als alle deeltentamens van een onderwijseenheid behaald zijn, dan wordt ‘het tentamen’ van de onderwijseenheid geacht te zijn behaald. (Deel)tentamens zijn toetsmomenten waarbij studenten laten zien dat ze bestudeerde leerstof beheersen. Er bestaan diverse schriftelijke en mondelinge toetsvormen. Denk hierbij aan scripties, werkstukken, simulaties, presentaties of audio-visueel materiaal. Je kunt ook zonder de onderwijseenheden te hebben gevolgd, alleen via tentamens aantonen over de benodigde competenties van de betreffende onderwijseenheden te beschikken. Dit noemen we een leerwegonafhankelijk tentamen. De examencommissie bepaalt of de bewijsstukken die je aandraagt (bijvoorbeeld ervaringsverslagen, getuigschriften, referenties, reflectieverslagen, video-opnamen van beroepshandelingen, werkstukken of certificaten) voldoen voor deelname aan het leerwegonafhankelijke tentamen. Tevens bepaalt de examencommissie of jij een of meer (deel)tentamens leerwegonafhankelijk volgens het reguliere toetsprogramma aflegt of een voor jou op maat opgesteld tentamen aflegt. Een leerwegonafhankelijk tentamen kan bij de start van de opleiding of tijdens de opleiding afgelegd worden. Daarnaast kan je via vrijstellingsverzoeken ingediend bij de examencommissie op basis van eerder met goed gevolg afgelegde (deel)tentamens of examens in het hoger onderwijs en/of ander bewijs van competentieverwerving aantonen over de benodigde competenties van de desbetreffende onderwijseenheden te beschikken. De gronden voor het besluit tot het verlenen van vrijstelling kunnen zijn gelegen in eerder afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs of in officiële rapportages Erkenning Verworven Competenties (EVC). Je hoeft geen tentamen meer af te leggen. Tijdens de opleiding wordt in ieder geval op 3 niveaus integraal beoordeeld of de beroepstaken worden beheerst. Hierin wordt beoordeeld of de student competent is voor de volgende fase: is de student klaar voor de hoofdfase (hoofdfasebekwaam), voor de afstudeerfase (afstudeerbekwaam) en voor de arbeidsmarkt (beroepsbekwaam)? Examens In de opleiding worden de volgende examens afgelegd: het propedeutische examen en het afsluitend oftewel bachelorexamen. Je rondt de opleiding af als je bewijzen kunt overleggen dat je zowel de tentamens als integrale toetsen van de major als de minor(s) met een positief resultaat hebt afgesloten. Je ontvangt dan een wettelijk erkend HBO-getuigschrift (diploma) en een wettelijke graad: bachelor. Daarbij hoort een Engelstalig internationaal erkend diplomasupplement. Je krijgt de mogelijkheid je afstudeerscriptie te bewaren en online te tonen via https://www.hbo-kennisbank.nl. De opleiding bepaalt welke scripties daarvoor in aanmerking komen. Daarbij wordt onder andere gelet op kwaliteit en vertrouwelijkheid. Kwaliteitszorg De HAN werkt voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit van onze opleidingen. Daarvoor hanteren we een integraal kwaliteitszorgsysteem. Door systematische evaluatie verzamelen we gegevens over de kwaliteit van alle onderwijsaspecten: doelstelling en profiel van de opleiding; programma met onderwijsaanbod, toetsprogramma en studieloopbaanbegeleiding; inzet van personeel; voorzieningen; interne kwaliteitszorg; resultaten. Wij betrekken alle belangengroepen actief in ons kwaliteitstraject: medewerkers, studenten, het werkveld en afgestudeerden. Om de kwaliteit van de opleiding te bewaken hechten we veel waarde aan de mening van deskundigen uit de werkvelden. Zij komen een aantal malen per jaar bijeen in vergaderingen. Naast deze interne kwaliteitsverbeteringen worden alle opleidingen van de HAN iedere zes jaar beoordeeld door een extern panel van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Deze accreditatie is een nationaal kwaliteitskeurmerk en is een voorwaarde voor wettelijke erkenning op nationaal en internationaal niveau van het getuigschrift van de opleiding. Organisatiestructuur van de HAN Interne organisatie De HAN bestaat uit de faculteiten Economie en Management (FEM), Educatie (FE), Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM) en Techniek (FT). Domeinen, instituten en opleidingen Elke faculteit bestaat uit instituten. Een instituut bestaat weer uit opleidingen of uit een groep van opleidingen (domein genaamd). De competenties die studenten binnen de opleidingen van een instituut of een domein ontwikkelen zijn vergelijkbaar, soms zelfs deels gelijk. Elk domein kent een aantal gemeenschappelijke competenties. Studenten zijn ingeschreven bij een opleiding. Daarnaast heeft elke faculteit een afdeling contractactiviteiten voor uitvoering van marktactiviteiten, zoals posthbo-opleidingen, korte cursussen, trainingen en advieswerkzaamheden. Ten slotte kent elke faculteit een aantal lectoraten en expertisecentra voor onderzoekswerkzaamheden in opdracht van bedrijven en instellingen. De ondersteunende diensten, zoals Studentzaken (SZ), ICT en Marketing, Communicatie en Voorlichting (MCV), zijn ondergebracht in het Service Bedrijf (SB). Bachelor-master De HAN werkt met het bachelor-mastermodel. Het bachelor – mastermodel is op Europees niveau ingericht om opleidingen in Europa met elkaar te kunnen vergelijken. Zowel bachelor als master zijn graden voor mensen die een opleiding in het hoger onderwijs hebben genoten. Met het diploma van een tweejarige associate degree, krijg je de graad associate degree. Met het diploma van een vierjarige bacheloropleiding, krijg je de graad bachelor. Daarna kun je nog één of twee jaar doorstuderen voor een mastergraad. Alle bacheloropleidingen in het HBO hebben een studielast van 240 studiepunten. Behalve het versnelde traject gericht op studenten met een VWO-diploma, deze bacheloropleidingen hebben een studielast van 180 studiepunten. Voor de masteropleidingen is dit per opleiding bepaald. Een aantal bacheloropleidingen heeft een associate degree programma. Dit is een verkorte HBO-studie van minimaal 120 studiepunten die tot een wettelijk erkend getuigschrift en graad (associate degree) leidt en uit een deel van de bijbehorende bachelorstudie bestaat. Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 (OER) Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015 Onderdeel van deel 2 van het opleidingsstatuut Onderwijs- en examenregeling (OER) voor de bacheloropleiding Small Business & Retail Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar 2014 – 2015 Inhoud Paragraaf 1 Algemene bepalingen .................................................................................................. 3 Paragraaf 2 Toelating tot de opleiding ........................................................................................... 3 Paragraaf 3 Opbouw van de opleiding ........................................................................................... 6 Paragraaf 4 Propedeutische fase van de opleiding .................................................................... 10 Paragraaf 5 Studieadvies in de propedeutische fase van de opleiding ................................... 12 Paragraaf 6 Postpropedeutische fase van de opleiding ............................................................ 14 Paragraaf 7 Tentamens, integrale toetsen en examens van de opleiding ................................ 20 Paragraaf 7a Schakelprogramma’s .............................................................................................. 26 Paragraaf 7b Landelijke afspraken basiskennis ......................................................................... 26 Paragraaf 8 Examencommissie en examinatoren ....................................................................... 26 Paragraaf 9 Studieloopbaanbegeleiding ...................................................................................... 30 Paragraaf 10 Judicium Abeundi .................................................................................................... 31 Paragraaf 11 Slotbepalingen ......................................................................................................... 32 Bijlagen ............................................................................................................................................ 33 Bij bijlage 1, 2, 4 en 5 ..................................................................................................................... 35 Bijlage 1: Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase ................................................ 37 Bijlage 2: Gegevens Integrale Toets propedeutische fase ....................................................... 170 Bijlage 3: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen van de propedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen ........................................................................................................................................... 176 Bijlage 3a: Aanvullende regeling studieadvies studiejaar 2014-2015 ..................................... 186 Bijlage 4: Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase ....................................... 187 OWE beschrijvingen Voltijd......................................................................................................... 191 OWE-beschrijvingen duaal .......................................................................................................... 267 Bijlage 5: Gegevens Integrale Toetsen postpropedeutische fase ........................................... 307 Bijlage 6a: Richtlijnen voor het verlenen van toestemming tot het afleggen van tentamens/integrale toetsen van de postpropedeutische fase nog voordat de student het propedeutisch examen heeft behaald ........................................................................................ 331 Bijlage 7: Overzicht verkorte leerroutes op basis van vrijstellingen voor welomschreven doelgroepen .................................................................................................................................. 332 Bijlage 8: Gegevens onderwijseenheden door de opleiding(en) verzorgde HAN gecertificeerde minoren.......................................................................................................................................... 335 Bijlage 9: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden en tentamens van de door de opleiding verzorgde minoren gelijkgestelde oude onderwijseenheden en tentamens ........ 388 Bijlage 10: Opsomming van de onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding die na het behalen van de Ad-graad nog behaald moeten worden om de bachelorgraad te verkrijgen389 Bijlage 11: Opsomming van de eindkwalificaties welke de student dient te verwerven om het HBO-Bachelor graad te behalen ................................................................................................. 390 Bijlage 12 Format oude beroepstaken, oude onderwijseenheden en (deel)tentamens die gelijkgesteld zijn aan nieuwe beroepstaken, onderwijseenheden en (deel)tentamens vanwege de conversie naar Alluris ............................................................................................................. 391 2 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling a. Deze regeling is de onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). b. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, de tentamens en de examens in het studiejaar 2014-2015 van de bacheloropleiding Small Business & Retail Management (SBRM), hierna te noemen: de opleiding. c. Van deze regeling maken onverkort deel uit de aanhangende bijlagen 1 tot en met 12 alsook de concrete passages uit het opleidingsstatuut waarnaar in deze regeling wordt verwezen. d. Van onderwijseenheden die zijn gevolgd en tentamens die met goed gevolg zijn afgelegd in voorgaande studiejaren van de opleiding en die nu niet meer als zodanig zijn opgenomen in het curriculum als uitgewerkt in artikel 4.1 en 6.1 en de daarbij behorende bijlagen is in lid 5 van de artikelen 4.1 en 6.1 bepaald of en in hoeverre deze tot het curriculum en examen van deze regeling worden gerekend. e. Van onderwijseenheden die zijn gevolgd en tentamens die met goed gevolg zijn afgelegd in de door de opleiding verzorgde minoren in voorgaande studiejaren en die nu niet meer als zodanig zijn opgenomen in het minoraanbod als uitgewerkt in artikel 3.4 en de daarbij behorende bijlage is in lid 9 van artikel 3.4 bepaald of en in hoeverre deze tot het programma van het vigerend minoraanbod worden gerekend. f. N.v.t. Artikel 1.2 Begripsbepalingen Voor deze regeling gelden de begripsbepalingen die zijn opgenomen in de begrippenlijst in bijlage 2 van het opleidingsstatuut van de opleiding. Artikel 1.3 Doel van de opleiding De student verwerft op HBO-bachelorniveau de kennis, het inzicht en de vaardigheden van een startbekwame beroepsbeoefenaar op het gebied van een ondernemer of een ondernemende manager. De eindkwalificaties zoals bedoeld in de eerst volzin, zijn opgenomen in bijlage 11 van deze regeling. Paragraaf 2 Toelating tot de opleiding Artikel 2.1 Vooropleidingseisen en nadere vooropleidingseisen Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van: een havo-diploma met onderstaande VO-profielen zoals die tot 1 augustus 2007 werden aangeboden: i. het profiel Natuur en Techniek en met in het examen het vak Economie 1; ii. het profiel Natuur en Gezondheid en met in het examen het vak Economie 1; iii. het profiel Economie en Maatschappij; iv. het profiel Cultuur en Maatschappij. een havo-diploma met onderstaande VO-profielen zoals die vanaf 1 augustus 2007 worden aangeboden: i. het profiel Natuur en Techniek en met in het examen het vak Economie of het vak Management en Organisatie; ii. het profiel Natuur en Gezondheid en met in het examen het vak Economie of het vak Management en Organisatie; iii. het profiel Economie en Maatschappij; iv. het profiel Cultuur en Maatschappij. een vwo-diploma met onderstaande VO-profielen zoals die tot 1 augustus 2007 werden aangeboden: 3 i. het profiel Natuur en Techniek en met in het examen het vak Economie 1; ii. het profiel Natuur en Gezondheid en met in het examen het vak Economie 1; iii. het profiel Economie en Maatschappij; iv. het profiel Cultuur en Maatschappij en met in het examen het vak Economie 1. een vwo-diploma met onderstaande VO-profielen zoals die vanaf 1 augustus 2007 worden aangeboden: i. het profiel Natuur en Techniek en met in het examen het vak Economie of het vak Management en Organisatie; ii. het profiel Natuur en Gezondheid en met in het examen het vak Economie of het vak Management en Organisatie; iii. het profiel Economie en Maatschappij; iv. het profiel Cultuur en Maatschappij en met in het examen het vak Economie of het vak Management en Organisatie. een mbo-diploma middenkaderopleiding of specialistenopleiding hierna te noemen mbo-4. Artikel 2.2 Opheffing deficiënties nadere vooropleidingseisen Deficiënties in profielen en/of vakken en programmaonderdelen van de diploma’s als vastgelegd in artikel 2.1 zijn bij besluit van de instituutsdirecteur opgeheven indien voor aanvang van de opleiding toelatingstentamens in de deficiënte vakken, die op het niveau van het examen HAVO respectievelijk MBO-4 worden afgenomen, met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 2.3 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s en getuigschriften 1. Vrijgesteld van de vooropleidingseis als bedoeld in artikel 2.1 is de bezitter van een van de volgende diploma’s en getuigschriften: a. een getuigschrift van een bacheloropleiding; b. een getuigschrift van een masteropleiding; c. een getuigschrift dat toegang geeft tot het hoger onderwijs in een land dat het verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio heeft geratificeerd; d. een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat door de minister is aangewezen als ten minste gelijkwaardig aan het HAVO-diploma of e. een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij besluit van de instituutsdirecteur tenminste gelijkwaardig aan een HAVO, VWO of MBO- diploma wordt beschouwd. Ten behoeve van de besluitvorming kan een diplomawaardering bij de NUFFIC worden gevraagd. Bovengenoemde taak betreffende buitenlandse diploma’s is gemandateerd aan het Admissions Office. 2. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma of getuigschrift betreft dient tevens naar het oordeel van de examencommissie blijk te zijn gegeven van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van de opleiding. 3. De instituutsdirecteur neemt het besluit dat op basis van het oordeel als bedoeld in het vorige lid of betrokkene al dan niet kan worden ingeschreven dan wel het besluit dat betrokkene kan worden ingeschreven maar dat deze nog geen examens of onderdelen daarvan mag afleggen dan nadat er een positief oordeel als bedoeld in het vorige lid is afgegeven. 4. N.v.t. Artikel 2.4 Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van toelatingsonderzoek 1. Bij besluit van de instituutsdirecteur is vrijgesteld van de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.1 degene van 21 jaar en ouder die bij een toelatingsonderzoek naar het oordeel van de commissie toelatingsonderzoek blijk geeft van geschiktheid voor de opleiding en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van de opleiding. 2. Het toelatingsonderzoek bestaat uit toelatingstentamens in de volgende vakken die op het niveau van het HAVO-examen worden afgenomen en levert de vrijstelling als bedoeld in het vorige lid op indien het toelatingsonderzoek met goed gevolg is afgelegd: Nederlands; 4 Economie; Wiskunde. Artikel 2.5 Voldoende beheersing van de Nederlandse taal 1. Aan de eis van voldoende beheersing van de Nederlandse taal als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 en in artikel 2.4 lid 1 in het geval betrokkene een andere taal dan het Nederlands als eerste taal voert wordt voldaan door: het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, niveau II dan wel; het ten genoegen van de commissie die verantwoordelijk is voor het toelatingsonderzoek, aantonen dat hij op een andere dan de hierboven bedoelde wijze(n) de Nederlandse taal in voldoende mate beheerst om het Nederlandstalige onderwijs met vrucht te kunnen volgen. 2. Aan het voldoen aan de eis als bedoeld in het vorige lid dient te zijn voldaan voor het moment van inschrijving. Artikel 2.6 Aanvullende eisen N.v.t. Artikel 2.7 Eisen werkkring bij deeltijdopleidingen N.v.t. Artikel 2.8 Numerus fixus N.v.t. Artikel 2.9 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een VWO –diploma N.v.t. Artikel 2.10 Deelname verplichte studiekeuzecheck 2. Aspirant-studenten die zich uiterlijk op 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar aanmelden voor 1 of meer bacheloropleidingen of Ad-programma’s hebben recht om deel te nemen aan een studiekeuzecheck. 3. De procedure voor een studiekeuzecheck en de inhoud van een studiekeuzecheck zijn opgenomen in het opleidingsstatuut. 4. Deelname aan de studiekeuzecheck is voor studenten die zich uiterlijk op 1 mei aanmelden vrijwillig. 5. Elke student die zich heeft aangemeld en deel heeft genomen aan de studiekeuzecheck ontvangt een studiekeuzeadvies. Het advies kent drie vormen: positief, negatief of nadere actie noodzakelijk. 6. Bij een negatief studiekeuzeadvies kan de aspirant-student zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, als hij voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden zoals opgenomen in paragraaf 2 van deze regeling, zich inschrijven. 7. Aspirant-studenten die zich na 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar voor de eerste keer aanmelden voor een bacheloropleiding of Ad-programma, zijn verplicht om deel te nemen aan de studiekeuzecheck van de opleiding. 8. Indien de aspirant-student zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel zonder geldige reden en na 1 herhaalde oproep niet deelneemt aan de verplichte studiekeuzecheck dan wordt de inschrijving voor de desbetreffende aspirant-student geweigerd. 9. Indien de aspirant-student zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel een negatief studiekeuzeadvies krijgt, wordt de inschrijving voor de desbetreffende aspirant-student geweigerd. Dit geldt niet voor de aspirant-student die zich na 1 mei aanmeldt bij een andere opleiding dan die waarbij hij oorspronkelijk was ingeschreven en kan aantonen dat de nieuwe aanmelding het gevolg is van een bindend negatief studieadvies zoals bedoeld in paragraaf 5 van deze regeling op een zodanig tijdstip dat hij zich niet kon aanmelden voor 1 mei voorafgaand aan het studiejaar waarvoor hij zich wenst in te schrijven. 5 10. De aspirant-studenten die zich na 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar voor een andere bacheloropleiding of Ad-programma aanmelden dan waarvoor ze zich voor 1 mei reeds hadden aangemeld, zijn verplicht om deel te nemen aan de studiekeuzecheck van de opleiding. Lid 6 van dit artikel is ook van toepassing op de aspirant-student zoals bedoeld in de eerste volzin. 11. De bepalingen zoals opgenomen in lid 1 tot en met lid 9 van dit artikel zijn niet van toepassing op: aspirant-studenten die zich willen inschrijven voor een opleiding waarvoor een selectieprocedure zoals bedoeld in artikel 2.8 van deze regeling, is ingesteld; aspirant-studenten die vanwege het bezit van een buiten het Koninkrijk Nederland behaald diploma zijn vrijgesteld van de diploma-eisen (in bezit zijn van HAVO, VWO of MBOdiploma); aspirant-studenten die reeds een Bachelor- of Mastergetuigschrift hebben. 12. Indien de aspirant-student aan kan tonen dat hij om legitieme redenen niet kan deelnemen aan de verplichte studiekeuzecheck, wordt in overleg met de instituutsdirecteur bezien of de aspirantstudent alsnog moet deelnemen aan de verplichte studiekeuzecheck. De volgende gronden zijn in ieder geval legitiem om niet deel te nemen aan de verplicht gestelde studiekeuzecheck: a. persoonlijke omstandigheden; b. andere onderwijsverplichtingen. 13. De studiekeuzecheck kent de volgende procedure: a. de aankomende student vult digitale vragenlijsten in met vragen over oriëntatie en motivatie, taalvaardigheden, rekenvaardigheden, analytisch vermogen en opleidingsspecifieke vragen; b. vervolgens wordt de aankomende student uitgenodigd voor de studiestartbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst krijgt de aankomende student informatie over de opleiding, het beroep en kritische succesfactoren om de opleiding goed te doorlopen; c. uiterlijk 2 weken na de studiestartbijeenkomst of het intakegesprek ontvangt de aankomende student een studieadvies. Paragraaf 3 Opbouw van de opleiding Artikel 3.1 Vorm van de opleiding 1. De opleiding wordt in de inrichtingsvormen voltijd en duaal1 verzorgd. Van een duale leerroute is sprake indien een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als bedoeld in artikel 7.7 lid 5 van de WHW. 2. N.v.t. 3. De opleiding wordt ook met de bijzondere eigenschap van versneld / verkort voor VWO’ers verzorgd in de propedeutische fase van de voltijdse inrichtingsvorm (VWO-propedeuse genoemd). 4. In bijlage 1 en 4 van deze regeling is onder punt 2 (doelgroep) van de nadere uitwerking van de onderwijseenheden als bedoeld in de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1 bepaald welke onderwijseenheden ten behoeve van welke inrichtingsvorm en bijzondere eigenschap worden verzorgd. Artikel 3.2 Indeling en examens van de opleiding 1. De opleiding kent een propedeutische en een postpropedeutische fase (ook hoofdfase genoemd). 2. De opleiding kent drie oplopende niveaus van bekwaamheid: niveau 1, niveau 2 en niveau 3. 3. De propedeutische fase is het deel van de major dat is gericht op het verkrijgen van inzicht in de inhoud van en de geschiktheid voor de opleiding en het beroep. 1 De inrichtingsvorm duaal wordt afgebouwd. Het onderwijs van de propedeuse en het tweede studiejaar wordt in 2014-2015 niet meer aangeboden. 6 4. De postpropedeutische fase is het gedeelte van de opleiding, dat volgt op de propedeutische fase. 5. N.v.t. 6. N.v.t. 7. In bijlage 1 en 4 van deze regeling is onder punt 2 (doelgroep) van de nadere uitwerking van de onderwijseenheden en de daarbij behorende tentamens als bedoeld in de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1 bepaald welke onderwijseenheden ten behoeve van welke fase en welk niveau worden verzorgd. 8. In bijlage 2 en 5 van deze regeling is onder punt 2 (doelgroep) van de nadere uitwerking van de integrale toetsen als bedoeld in de leden 4 van de artikelen 4.1 en 6.1 bepaald welke integrale toetsen ten behoeve van welke fase en welk niveau worden verzorgd. 9. N.v.t. 10. Het geheel van de opleiding bestaat uit een major en een minor. De minor is een onderdeel van de postpropedeutische fase. 11. In de opleiding worden de volgende examens afgelegd: a) het propedeutische examen; b) het afsluitend examen oftewel bachelorexamen. Artikel 3.3 Major 1. De major is het deel van de opleiding dat is gericht op het verwerven van de benodigde competenties voor de voorgeschreven beroepstaken van de startbekwame beroepsbeoefenaar op HBO-bachelorniveau. 2. De voorgeschreven beroepstaken voor de startbekwame beroepsbeoefenaar op HBObachelorniveau zijn als zodanig beschreven in bijlage 1 en 4 van deze regeling onder punt 3 (beroepstaak/beroepstaken) van de gegevens per onderwijseenheid als bedoeld in de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1. Artikel 3.4 Minor 1. De minor is het deel van de postpropedeutische fase van de opleiding dat is gericht op het verdiepen of verbreden van de benodigde competenties voor de voorgeschreven beroepstaken van de startbekwame beroepsbeoefenaar op HBO-bachelorniveau. 2. De minor is een gecertificeerde HAN minor of een vrije minor. 3. De student die een minor gaat volgen dient hiervoor vooraf toestemming te vragen en te krijgen van de examencommissie. De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student bij de aanvraag tot toestemming en adviseert de examencommissie bij de beslissing op aanvraag. 4. Een vrije minor is een minor die een student: a) bij een andere onderwijsinstelling volgt of; b) heeft samengesteld uit onderdelen van minoren of andere onderwijseenheden bij verschillende instituten van de HAN of een andere onderwijsinstelling. 5. De examencommissie beoordeelt ter toestemming of de minor past binnen het beroepsprofiel van de opleiding, niet overlapt met de major, het juiste niveau heeft om verdiepend of verbredend te zijn, of de kwaliteit van de toetsing en beoordeling in de minor voldoende naar de standaard van de opleiding is geborgd en, in geval de vrije minor door de student is samengesteld, of deze bestaat uit een onderling afdoende samenhangend geheel van onderwijseenheden. 6. Toestemming door de examencommissie als bedoeld in de leden 3 en 5 van dit artikel houdt tevens in dat de aan de minor verbonden examinatoren als zodanig zijn aangewezen als examinator van de opleiding. 7. Onverkort het bepaalde in de vorige leden valt de ontwikkeling, verzorging en kwaliteitsborging van de volgende gecertificeerde HAN minoren en de daartoe behorende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast onder de taakstelling en verantwoordelijkheid van de directie en examencommissie van de opleiding: a) Minor Ondernemen - MON (voltijd) en MON-DT (deeltijd) I. Van Idee naar Business – VIB (voltijd) en VID (deeltijd) (7,5 studiepunten) II. Business & Ondernemerschap - CBO (Voltijd) en CBD (deeltijd) (22,5 studiepunten) 7 b) Minor Ondernemen & Innovatie - INN (voltijd) en INN-DT (deeltijd) I. Van Idee naar Business - VIB (voltijd) en VID (deeltijd) (7,5 studiepunten) II. Business & Innovatie - BBI (voltijd) en BBD (deeltijd) (22,5 studiepunten) c) Minor Adviseren – MA (voltijd) I. Adviseren Basis - MAB (7,5 studiepunten) II. Adviseren & Acquisitie – MAA (7,5 studiepunten) III. Adviseren Project - MAP (15 studiepunten) 8. Bijlage 8 van deze regeling bevat van de minoren bedoeld in het vorige lid de gegevens met betrekking tot het onderwijs en de tentaminering. Artikel 6.1 lid 2 is hierbij van overeenkomstige toepassing. 9. Aan onderwijseenheden als bedoeld in lid 7 en aan daarbij behorende tentamens als uitgewerkt conform lid 8 worden gelijkgesteld de onderwijseenheden en tentamens van de minoren verzorgd door de opleidingen in voorgaande studiejaren die als zodanig zijn opgenomen in bijlage 9 van deze regeling. Artikel 3.5 Studielast, studiepunten en studieduur 1. De studielast van een opleiding en een onderwijseenheid wordt uitgedrukt in studiepunten. 2. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studielast. 3. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten. 4. De propedeutische fase van de opleiding, die wordt afgesloten op niveau 1 heeft een studielast van 60 studiepunten. 5. De postpropedeutische fase van de opleiding, omvattende de niveaus 2 en 3, heeft een studielast van 180 studiepunten. 6. Het eerste deel van de postpropedeutische fase, dat wordt afgesloten op niveau 2, heeft los van een eventuele minor op dit niveau, een studielast van 90 studiepunten. 7. Het tweede deel van de postpropedeutische fase, dat wordt afgesloten op niveau 3, heeft los van een eventuele minor op dit niveau, een studielast van 60 studiepunten. 8. De major heeft een studielast van 210 studiepunten. 9. De minor, die wordt afgesloten op niveau 2 of 3, heeft een studielast van 30 studiepunten. 10. Een opleiding is zodanig ingericht dat een student in staat is het aantal studiepunten te behalen waarop de studielast voor een studiejaar is gebaseerd. 11. N.v.t. 12. N.v.t. 13. De feitelijk geprogrammeerde studieduur van de programma’s met de bijzondere eigenschap, van versneld als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 en van de verkorte programma’s als bedoeld in artikel 7.9 lid 5 bedraagt 3,5 studiejaren. Artikel 3.6 Studielast duale opleiding voor studenten die op of voor 1 februari 2011 zijn gestart met de duale opleiding 1. De studielast van het onderwijsdeel van de duale opleiding dat als zodanig is beschreven in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 6 (studiepunten/studielast), 7 (samenhang), 9 (algemene omschrijving), 17 (activiteiten) en 18 (werkvormen) van de gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 bedraagt 105 studiepunten. 2. De tijdsduur van de periode of de gezamenlijke tijdsduur van de perioden die tenminste in de beroepsuitoefening wordt doorgebracht bedraagt minimaal 3200 uur, zijnde het totaal van de als zodanig in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij punt 6 (studiepunten/studielast) beschreven gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1. 3. De studielast van het deel van de opleiding dat wordt gevormd door beroepsuitoefening dat als zodanig is beschreven in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 6 (studiepunten/studielast),7 (samenhang),9 (algemene omschrijving),17 (activiteiten), 18 (werkvormen) en 19 (les-/contacturen) van de gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 bedraagt 135 studiepunten. Artikel 3.6a Studielast duale opleiding voor studenten die op of na 1 september 2011 zijn gestart met de duale opleiding in het eerste of tweede studiejaar 8 1. 2. 3. De studielast van het onderwijsdeel van de duale opleiding dat als zodanig is beschreven in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 6 (Studiepunten/studielast), 7 (Samenhang), 9 (Algemene omschrijving), 17 (Activiteiten) en 18 (Werkvormen) van de gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 bedraagt minimaal 160 en maximaal 165 studiepunten. De tijdsduur van de periode of de gezamenlijke tijdsduur van de perioden die tenminste in de beroepsuitoefening wordt doorgebracht bedraagt minimaal 3200 uur (20 uur per week), zijnde het totaal van de als zodanig in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij punt 6 (Studiepunten/studielast) beschreven gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1. De studielast van het deel van de opleiding dat wordt gevormd door beroepsuitoefening dat als zodanig is beschreven in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 6 (Studiepunten/studielast), 7 (Samenhang), 9 (Algemene omschrijving),17 (Activiteiten), 18 (Werkvormen) en 19 (Les-/contacturen) van de gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 bedraagt minimaal 75 en maximaal 80 studiepunten. Artikel 3.7 Uitbreiding studielast 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3.5 heeft de student additioneel de mogelijkheid zich te verbreden en/of te verdiepen door meer dan 240 studiepunten voor zijn opleiding te behalen. Dit is mogelijk door: a. een of meer extra minoren te volgen, b. een of meer extra onderwijseenheden te volgen en/of c. n.v.t. 2. In alle bovengenoemde gevallen dient de student vooraf toestemming te vragen aan en te krijgen van de examencommissie. De examencommissie beoordeelt of de in lid 1 sub a, b of c bedoelde minoren en onderwijseenheden passen binnen het beroepsprofiel van de opleiding, niet overlappen met de opleiding, het juiste niveau hebben om verdiepend of verbredend te zijn, of de kwaliteit van de toetsing en beoordeling voldoende naar de standaard van de opleiding is geborgd en, in geval het een vrije minor betreft die door de student is samengesteld of deze bestaat uit een onderling afdoende samenhangend geheel van onderwijseenheden. 3. N.v.t. 4. Voor het volgen van een uitbreiding zoals bedoeld in lid 1 kan slechts toestemming worden verleend indien de student geen studievertraging heeft opgelopen en de feitelijke studieduur van de opleiding voor deze student naar verwachting vanwege de uitbreiding met niet meer dan zes maanden de regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding zal overschrijden. Artikel 3.8 Beroepstaken, onderwijseenheden en competenties 1. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden. 2. In de opleiding worden beroepstaken geleerd die een startbekwame beroepsbeoefenaar moet kunnen uitvoeren. Een of meer van deze beroepstaken zijn gerelateerd aan onderwijseenheden. 3. De inhoud van een onderwijseenheid richt zich op een aantal samenhangende competenties. 4. Een onderwijseenheid heeft een studielast van 7,5 studiepunten of een veelvoud daarvan. In het belang van de kwaliteit van het onderwijs kan een onderwijseenheid een studielast van 2,5 studiepunten of een veelvoud daarvan omvatten. 9 Paragraaf 4 Propedeutische fase van de opleiding Artikel 4.1 Samenstelling propedeutische fase 1. De propedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast: A. Voltijd Voltijd Propedeuse Niveau 1 A-cluster Marketing 1 - AMM1 5 studiepunten Marketingcommunicatie en Online Business 1 - AMM2 5 studiepunten Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2 - ABO1 2,5 studiepunten B-cluster Marketing 2 - BMO1 5 studiepunten Marketingcommunicatie 2 – BMO2 2,5 studiepunten Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 - ABO2 2,5 studiepunten De professional - ADP1 7,5 studiepunten Organisatie, Personeel, Management & Ethiek - BPO 2,5 studiepunten Recht – BRE 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2ATC1 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Engels 1 en 2 ATC2 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Duits 1 en 2 ATC3 2,5 studiepunten Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO 7,5 studiepunten Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie BAE 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4 BTC1 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Engels 3 en 4 - BTC2 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Duits 3 en 4 - BTC3 2,5 studiepunten 10 B. VWO-propedeuse – versneld/verkort voor VWO’ers (voltijd) Versneld / Periode 1 Periode 2 verkort voor VWO’ers (VT) Propedeuse Marketing 1 – AVM1 Niveau 1 7,5 studiepunten Marketing 2 – AVM2 7,5 studiepunten Marketingcommunicatie 1 – AVM3 7,5 studiepunten Business – AVB 7,5 studiepunten Talen – AVT 0 studiepunten Taal en cultuur V1 – VST1 7,5 studiepunten vrijstelling Taal en cultuur V2 – VST2 7,5 studiepunten vrijstelling Periode 3 Periode 4 of Taal en Cultuur versneld Duits – VTC1 7,5 studiepunten Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie - BAE 2,5 studiepunten Organisatie, Personeel, Management & Ethiek- BPO 2,5 studiepunten Recht - BRE 2,5 studiepunten Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO 7,5 studiepunten 1 Indien geen vrijstelling wordt verkregen voor VST2, dan moet de onderwijseenheid VTC gevolgd worden in periode 1 en 2. C. Duaal2 N.v.t. 2. Bijlage 1 van deze regeling bevat van alle onderwijseenheden als bedoeld in het vorige lid het overzicht van de volgende gegevens met betrekking tot het onderwijs en de tentaminering: 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten 6. Studiepunten/studielast 7. Samenhang 8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria 2 De inrichtingsvorm duaal wordt afgebouwd. Het onderwijs en de (deel)tentamens van de propedeuse worden in 2014-2015 niet meer aangeboden. 11 12. Tentaminering 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les-/contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers. 3. In de propedeutische fase vindt een maal een integrale toets plaats als bedoeld in artikel 7.1 lid 2. 4. Bijlage 2 van deze regeling bevat van de integrale toets van de propedeutische fase het overzicht van de volgende gegevens: 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaken 4. (Beroeps)producten 5. Studiepunten en/of samenvalt met reguliere tentamens 6. Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens 7. Ingangseisen 8. Algemene omschrijving 9. Competenties 10. Beoordelingscriteria 11. Integrale toetskenmerken en –vormen 12. Verplicht en aanbevolen materiaal 13. Onderwijsperiode. 5. Aan onderwijseenheden als bedoeld in lid 1, aan daarbij behorende tentamens als uitgewerkt conform lid 2 en aan integrale toetsen als uitgewerkt conform lid 4 worden gelijkgesteld de onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen uit voorgaande studiejaren van de opleidingen die als zodanig zijn opgenomen in bijlage 3 en bijlage 12 van deze regeling. Paragraaf 5 Studieadvies in de propedeutische fase van de opleiding Artikel 5.1 Studieadvies propedeutische fase 1. Uiterlijk aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase van de opleiding ontvangt iedere student van de instituutsdirecteur een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding. 2. N.v.t. 3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan aan de student een studieadvies uitgebracht worden zolang hij het propedeutisch examen nog niet met goed gevolg heeft afgelegd. 4. Het studieadvies als bedoeld in lid 1, 2 en 3 is positief of negatief. Artikel 5.2 Voorlopig studieadvies in het eerste jaar van inschrijving 1. In het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding, zo mogelijk vooreerst aan het eind van de vijfde maand van inschrijving en indien nodig volgend op een eerder gegeven studieadvies, ontvangt iedere student met op dat moment dusdanig onvoldoende studieresultaten dat een succesvolle studievoortgang niet waarschijnlijk is van de instituutsdirecteur als waarschuwing schriftelijk een voorlopig negatief studieadvies. 2. Tot het uitbrengen van een voorlopig negatief studieadvies zoals bedoeld in lid 1 wordt overgegaan indien de student: a. aan het einde van de tweede onderwijsperiode niet ten minste 22,5 of b. aan het einde van de derde onderwijsperiode niet ten minste 30 of c. aan het einde van het eerste jaar van inschrijving en/of niet ten minste 45 12 van de conform het toetsprogramma als volgend uit artikel 4.1 te behalen studiepunten heeft behaald. 2a. In afwijking van lid 2 geldt bij het uitbrengen van een voorlopig negatief studieadvies zoals bedoeld in lid 1 voor studenten die in februari gestart zijn met de opleiding de regeling zoals opgenomen in bijlage 3a. 3. N.v.t. 4. Tot het uitbrengen van een voorlopig positief studieadvies wordt overgegaan indien de student aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding 45 studiepunten of meer uit het toetsprogramma als volgend uit artikel 4.1, maar nog niet het propedeutisch examen, heeft behaald. Artikel 5.3 Definitief studieadvies in het eerste jaar van inschrijving 1. Tot het uitbrengen van een negatief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding wordt overgegaan indien de student niet ten minste 45 van de conform het toetsprogramma als volgend uit artikel 4.1 te behalen studiepunten heeft behaald tenzij vanwege inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de student door de instituutsdirecteur, onder door de instituutsdirecteur te stellen voorwaarden, hiervan wordt afgezien. 1a. In afwijking van lid 1 geldt voor studenten die in februari gestart zijn met de opleiding de regeling zoals opgenomen in bijlage 3a. 2. Aan een negatief studieadvies is een bindende afwijzing voor onbepaalde tijd verbonden (het bindend negatief studieadvies) mits het uitbrengen van een voorlopig advies als bedoeld in artikel 5.2 daadwerkelijk en minimaal 40 werkdagen aan het negatief studieadvies is voorafgegaan. Bij het bepalen van de termijn van minimaal 40 werkdagen moet rekening gehouden worden met de onderwijsvrije dagen conform het vigerende HAN-jaarrooster. 3. N.v.t. 4. N.v.t. 5. Tot het uitbrengen van een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding wordt overgegaan indien de student het propedeutisch examen heeft behaald. Artikel 5.4 Voorlopig Studieadvies na het eerste jaar van inschrijving 1. Gaandeweg het tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding ontvangt iedere student met op enig moment dusdanig onvoldoende studieresultaten dat een succesvolle studievoortgang niet waarschijnlijk is en aan wie nog niet eerder een voorlopig negatief advies is uitgebracht van de instituutsdirecteur als waarschuwing schriftelijk een voorlopig negatief studieadvies. 2. N.v.t. 3. Tot het uitbrengen van een voorlopig negatief studieadvies als bedoeld in lid 1 wordt overgegaan indien de student niet alle na het eerste jaar van inschrijving resterende op dat moment volgens het toetsprogramma als volgend uit artikel 4.1 te behalen studiepunten vanwege met goed gevolg afgelegde tentamens en integrale toetsen heeft behaald. 4. De leden 1, 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op studenten die voor een derde jaar voor de propedeutische fase van de opleiding zijn ingeschreven omdat zij nog geen bindend negatief studieadvies kregen. Artikel 5.5 Definitief studieadvies na het eerste jaar van inschrijving 1. Tot het uitbrengen van een negatief studieadvies na het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding wordt overgegaan indien de student aan het einde van het tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding het propedeutisch examen niet heeft gehaald tenzij vanwege inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de student door de instituutsdirecteur, onder door de instituutsdirecteur te stellen voorwaarden, hiervan wordt afgezien. 13 1a. In afwijking van lid 1 geldt bij het uitbrengen van een negatief studieadvies zoals bedoeld in lid 1 voor studenten die in februari gestart zijn met de opleiding de regeling zoals opgenomen in bijlage 3a. 2. Aan het negatief studieadvies zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel is een bindende afwijzing voor onbepaalde tijd verbonden (het bindend negatief studieadvies) mits het uitbrengen van een voorlopig advies als bedoeld in artikel 5.2 of 5.4 daadwerkelijk en minimaal 40 werkdagen aan het negatief studieadvies is voorafgegaan. Bij het bepalen van de termijn van minimaal 40 werkdagen moet rekening gehouden worden met de onderwijsvrije dagen conform het vigerende HAN-jaarrooster. 3. N.v.t. 4. N.v.t. 5. De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op studenten die voor een derde jaar voor de propedeutische fase van de opleiding zijn ingeschreven omdat zij nog geen bindend negatief studieadvies kregen. 6. Tot het uitbrengen van een positief studieadvies na het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding wordt overgegaan indien de student het propedeutisch examen heeft behaald. Artikel 5.6 Persoonlijke omstandigheden 1. Onder persoonlijke omstandigheden als bedoeld in de leden 1 van de artikelen 5.3 en 5.5 wordt uitsluitend verstaan: a) ziekte van de student; b) lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student; c) zwangerschap van de studente; d) bijzondere familieomstandigheden; e) lidmaatschap van medezeggenschapsraad, deelraad, studentencommissie of opleidingscommissie; f) het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel een vergelijkbare organisatie van enige omvang, bij wie de behartiging van het algemeen maatschappelijk belang op de voorgrond staat en die daartoe daadwerkelijk activiteiten ontplooit. 2. Zodra één of meer persoonlijke omstandigheden als bedoeld in het vorige lid zich voordoen, stelt de student zijn senior studieloopbaanbegeleider onverwijld hiervan in kennis. 3. Indien er sprake is van persoonlijke omstandigheden dan kan de instituutsdirecteur in afwijking van de artikelen 5.3 en 5.5 separate besluiten nemen waarbij in ieder geval wordt besloten binnen welke termijn de student aan de gestelde eisen zoals bedoeld in artikel 5.3 en 5.5 moet voldoen. Artikel 5.7 Het recht gehoord te worden Voordat een negatief studieadvies waaraan een bindende afwijzing voor onbepaalde tijd is verbonden als bedoeld in de leden 2 van de artikelen 5.3 en 5.5 wordt uitgebracht, wordt de betreffende student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Paragraaf 6 Postpropedeutische fase van de opleiding Artikel 6.1 Samenstelling postpropedeutische fase 1. De postpropedeutische fase van de opleiding omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast en niveau: OWE-beschrijvingen Hoofdfase Voltijd A. Voltijd en B. versneld / verkort voor VWO’ers (voltijd) 14 Voor studenten die per 1 februari 2011 zijn gestart met de hoofdfase (de vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden) Jaar 2 C-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 15 studiepunten Ondernemersvaardigheden (CVO) 7,5 studiepunten Jaar 3 Jaar 4 Taal & Cultuur 3 (TSB3) 7,5 studiepunten E-cluster Niveau 2 Stage (EST) 30 studiepunten G-cluster Niveau 2 of 3 Minor 30 studiepunten D-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 7,5 studiepunten Retail (DRB) 15 studiepunten Internationale Communicatie (IE/ID) 7,5 studiepunten F-cluster Niveau 3 Bedrijfsopvolging (FBO) 15 studiepunten Project Internationalisering (FPI) 15 studiepunten H-cluster Niveau 3 Afstuderen (HAO) 30 studiepunten stp 60 60 60 Voor studenten die per 1 september 2011, 1 februari 2012 of 1 september 2012 zijn gestart met de hoofdfase. (De vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden) Voor studenten die per 1 februari 2013 zijn gestart met de hoofdfase. (de vetgedrukte Jaar 2 C-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 22,5 studiepunten stp 60 D-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 7,5 studiepunten Retail (DRB) 15 studiepunten Jaar 3 Taal & Cultuur 3 (TSB3) 7,5 studiepunten E-cluster Niveau 2 Stage (EST) 30 studiepunten Taal & Cultuur 4 (TSB4) 7,5 studiepunten F-cluster Niveau 2 of 3 Minor 30 studiepunten 60 Jaar 4 G-cluster Niveau 3 H-cluster Niveau 3 Internationaal Afstuderen (HAO) Entrepreneurship (GIE) 30 studiepunten 30 studiepunten onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden) Jaar 2 C-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 22,5 studiepunten D-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 7,5 studiepunten 60 stp 60 15 Retail (DRL) 15 studiepunten Jaar 3 Jaar 4 Taal & Cultuur 3 (TSB3) 7,5 studiepunten E-cluster Niveau 2 Stage (EST) 30 studiepunten G-cluster Niveau 3 Internationaal Entrepreneurship (GIE) 30 studiepunten Taal & Cultuur 4 (TSB4) 7,5 studiepunten F-cluster Niveau 2 of 3 Minor 30 studiepunten 60 H-cluster Niveau 3 Afstuderen (HAO) 30 studiepunten 60 Voor studenten die per 1 september 2013 zijn gestart met de hoofdfase (de vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden OWE- Jaar 2 C-cluster Niveau 2 Eigen Onderneming (CEO) 22,5 studiepunten stp 60 D-cluster Niveau 2 Eigen Onderneming (DEO) 7,5 studiepunten Retail (DRL) 15 studiepunten Jaar 3 Taal & Cultuur 3 (TSB3) 7,5 studiepunten E-cluster Niveau 2 Stage (EST) 30 studiepunten Jaar 4 G-cluster Niveau 3 Internationaal Entrepreneurship (GIE) 30 studiepunten beschrijvingen Hoofdfase Duaal Taal & Cultuur 4 (TSB4) 7,5 studiepunten F-cluster Niveau 2 of 3 Minor 30 studiepunten 60 H-cluster Niveau 3 Afstudeeropdracht (HAO) 30 studiepunten 60 C. Duaal (de vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden voor het betreffende cohort)3 Instroomcohort september 2012 Jaar 2 C-cluster niveau 2 Student Company (CSD) 15 stp. Nederlands+Engels 5 en 6 (CDT) 5 stp. D-cluster niveau 2 Student Company (CSD) 7,5 stp. Retail +Nederlands (DRT) 15 stp. Engels 7 en 8 (TOD4) 2,5 stp. stp 60 3 De inrichtingsvorm duaal wordt afgebouwd. Het onderwijs van het tweede studiejaar wordt in 2014-2015 niet meer aangeboden. (Deel)tentamens uit het tweede studiejaar worden wel aangeboden. Het tweede jaar bestaat uit de genoemde onderwijseenheden. Voor beschrijving hiervan wordt verwezen naar de OER SBRM 2013-2014. 16 Jaar 3 Jaar 4 Beroepsuitoefeningsdeel 3 (CDB) 7,5 stp. E-cluster niveau 2 Sales Buitendienst (CBTD) 7,5 stp. Accountmanagement (CAMD) 7,5 stp. Adviseren basis (CVOD) 7,5 stp. Beroepsuitoefeningdeel 5 (EDB) 7,5 stp. G-cluster niveau 2 of 3 Minor 30 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 4 (DDB) 7,5 stp. F-cluster niveau 3 Project Bedrijfsopvolging (FBOU) 7,5 stp. Project Internationalisering (FPI) 15 stp. Beroepsuitoefeningdeel 6 (FDB) 7,5 stp. H-cluster niveau 3 Afstudeeropdracht (HAO) 30 stp. 60 60 Instroomcohort september 2011 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 C-cluster niveau 2 Student Company (CSD) 15 stp. Nederlands+Engels 5 en 6 (CDT) 5 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 3 (CDB) 7,5 stp. E-cluster niveau 2 Sales Buitendienst (CBTD) 7,5 stp. Accountmanagement (CAMD) 7,5 stp. Adviseren basis (CVOD) 7,5 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 5 (EDB) 7,5 stp. G-cluster niveau 2 of 3 Minor 30 stp. D-cluster niveau 2 Student Company (CSD) 7,5 stp. Retail +Nederlands (DRT) 15 stp. Engels 7 en 8 (TOD4) 2,5 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 4 (DDB) 7,5 stp. F-cluster niveau 3 Bedrijfsopvolging (FBOU) 7,5 stp. Internationaliseringsproject (FPI) 15 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 6 (FDB) 7,5 stp. H-cluster niveau 3 Afstudeeropdracht (HAO) 30 stp. stp 60 60 60 Instroomcohort februari 2011 Jaar 2 C-cluster niveau 2 Externe communicatie (DEC) 15 stp. Engels 1 (IE1) 3,75 stp. Duits 1 (ID1) 3,75 stp. Jaar 3 Praktijkvaardigheden (DU1) 7,5 stp. E-cluster niveau 2 Student Company (CSD) 7,5 stp. Retail +Nederlands (DRT) 15 stp. D-cluster niveau 2 stp 60 Student Company (CSD) 15 stp. Engels 2 en Duits 2 (IE2/ID2) 7,5 stp. Praktijkvaardigheden (CU1) 7,5 stp. F-cluster niveau 2 of 3 Minor 30 stp. 60 17 Jaar 4 Praktijkvaardigheden (EU1) 7,5 stp. G-cluster niveau 3 Bedrijfsopvolging (FBOU) 7,5 stp. Internationaliseringsproject (FPI) 15 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 6 (FDB) 7,5 stp. H-cluster niveau 3 Afstudeeropdracht (HAO) 30 stp. 60 18 Bijlage 4 van deze regeling bevat van alle onderwijseenheden als bedoeld in het vorige lid het overzicht van de volgende gegevens met betrekking tot het onderwijs en de tentaminering: 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten 6. Studiepunten/studielast 7. Samenhang 8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les-/Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers. 3. In de postpropedeutische fase vindt twee maal een integrale toets plaats als bedoeld in artikel 7.1 lid 2. 4. Bijlage 5 van deze regeling bevat van de integrale toetsen van de postpropedeutische fase het overzicht van de volgende gegevens: 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaken 4. (Beroeps)producten 5. Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens 6. Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens 7. Ingangseisen 8. Algemene omschrijving 9. Competenties 10. Beoordelingscriteria 11. Integrale toetskenmerken en –vormen 12. Verplicht en aanbevolen materiaal 13. Onderwijsperiode. 5. Aan onderwijseenheden als bedoeld in lid 1, aan daarbij behorende tentamens als uitgewerkt conform lid 2 en aan integrale toetsen als uitgewerkt conform lid 4 worden gelijkgesteld de onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen uit voorgaande studiejaren van de opleidingen die als zodanig zijn opgenomen in bijlage 6 en bijlage 12 van deze regeling. 6. N.v.t. 2. 19 Paragraaf 7 Tentamens, integrale toetsen en examens van de opleiding Artikel 7.1 (Deel)tentamen en integrale (deel)toets 1. Een tentamen is een onderzoek naar de competenties van de student, zijnde de kennis, het inzicht, de vaardigheden en attitude in samenhang met elkaar, die behoren bij een onderwijseenheid. Het tentamen omvat mede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 2. Een integrale toets is een onderzoek naar de competenties van de student, zijnde de kennis, het inzicht, de vaardigheden en attitude in samenhang met elkaar, die behoren bij het beroepshandelen waarin een of meer beroepstaken een rol spelen. De integrale toets omvat mede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 3. Aan iedere onderwijseenheid is een tentamen verbonden. Een tentamen kan bestaan uit deeltentamens. Het tentamen is behaald als het met goed gevolg is afgelegd, respectievelijk alle daartoe behorende deeltentamens met goed gevolg zijn afgelegd, tenzij in bijlage 1 en 4 van deze regeling in de beschrijving van de onderwijseenheid waartoe het betreffende tentamen behoort bij punt 12 (tentaminering) een compensatieregeling is opgenomen met betrekking tot de resultaten van de deeltentamens. 4. Op ieder niveau als bedoeld in artikel 3.2 lid 2 wordt met betrekking tot een of meer beroepstaken een integrale toets afgenomen. 5. Een integrale toets is aan een of meerdere onderwijseenheden verbonden, tenzij de integrale toets vanwege een daartoe strekkend besluit van de examencommissie door haar zelf wordt afgenomen als bedoeld in artikel 7.10 lid 2 WHW. Een integrale toets kan bestaan uit deeltoetsen. De integrale toets is behaald als deze met goed gevolg is afgelegd, respectievelijk alle daartoe behorende deeltoetsen met goed gevolg zijn afgelegd. 6. Het volledige toetsprogramma van de opleiding in tentamens en integrale toetsen, inclusief de integrale toetsen die door de examencommissie zelf worden afgenomen, is qua inhoud, vorm en samenhang beschreven in de bijlagen 1, 2, 4 en 5 van deze regeling behorende bij de leden 2 en 4 van de artikelen 4.1 en 6.1. 7. In het toetsprogramma als bedoeld in het vorige lid is vastgelegd of en in hoeverre een of meerdere (deel)tentamens als bedoeld in de leden 1 en 3 en/of en in hoeverre een of twee onderzoeken van de examencommissie als bedoeld in artikel 7.10 lid 2 WHW gelden als een of meerdere integrale (deel)toetsen. 8. De examinator drukt de kwalificatie van een tentamen of een integrale toets uit in een cijfer. 9. Indien een tentamen of integrale toets bestaat uit deeltentamens respectievelijk deeltoetsen kunnen de kwalificaties van deze deeltentamens respectievelijk deeltoetsen zowel worden uitgedrukt in een cijfer als in de kwalificatie ‘voldaan’ of ‘niet voldaan’. 10. De kwalificatie van een tentamen, niet zijnde een deeltentamen, of integrale toets, niet zijnde een deeltoets, wordt uitgedrukt in een van de volgende cijfers: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10. Een 6 of hoger betekent dat de kandidaat voor het tentamen of voor de integrale toets is geslaagd; een 5 of lager betekent dat de kandidaat voor het tentamen of integrale toets niet is geslaagd. 11. Cijfers met de decimaal …,1; …,2; …,3; …,4 worden tot hele cijfers afgerond naar beneden. Cijfers met de decimaal …,5…,6; …,7; …,8; …,9 worden tot hele cijfers afgerond naar boven. Een cijfer voor een deeltentamen of deeltoets wordt niet afgerond tot een heel cijfer, maar tot een cijfer met 1 decimaal. Cijfers met de tweede decimaal …,.1; …,.2; …,.3; …,.4 worden tot 1 decimaal afgerond naar beneden. Cijfers met de tweede decimaal …,.5…,.6; …,.7; …,.8; …,.9 worden tot 1 decimaal afgerond naar boven. 12. De laatst behaalde kwalificatie voor een (deel)tentamen of een integrale (deel)toets geldt als definitieve kwalificatie. 13. Indien de student een voldoende heeft behaald voor een (deel)tentamen of een integrale (deel)toets, mag hij niet meer deelnemen aan hetzelfde (deel)tentamen of dezelfde integrale (deel)toets. 14. In afwijking van lid 8 en lid 10 kan in de volgende gevallen in plaats van een cijfer de kwalificatie voldaan/niet voldaan worden gegeven: a. indien het gaat om een met goed gevolg afgelegd tentamen betrekking hebbend op een vrije minor behaald bij een buitenlandse onderwijsinstelling waarbij het niet mogelijk is om 20 de daar behaalde kwalificatie om te zetten in een kwalificatie zoals bedoeld in lid 8 en lid 10. b. indien het gaat om een met goed gevolg afgelegd tentamen betrekking hebbend op een vrije minor behaald bij een andere Nederlandse onderwijsinstelling waarbij het niet mogelijk is om de daar behaalde kwalificatie om te zetten in een kwalificatie zoals bedoeld in lid 8 en lid 10. 15. Indien de student het bachelorexamen met genoegen of cum laude kan behalen en dit predicaat op zijn getuigschrift opgenomen wenst te hebben, dan is lid 14 van dit artikel niet van toepassing. De student dient dan een individuele beoordeling welke zal leiden tot een cijfer zoals bedoeld in lid 8 en lid 10 van dit artikel voor het desbetreffende tentamen aan te vragen bij de examencommissie. Artikel 7.2 Volgorde (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen 1. Voor deelname aan tentamens en integrale toetsen van de postpropedeutische fase geldt als eis het bezit van het propedeutisch getuigschrift van de opleiding van de HAN of van een andere instelling voor hoger onderwijs of het bezit van een door de instituutsdirecteur verleende vrijstelling daarvan. 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de examencommissie op verzoek van de student toestemming verlenen tot het afleggen van tentamens en integrale toetsen van de postpropedeutische fase nog voordat het propedeutisch examen is behaald. Richtlijnen hiervoor zijn opgenomen in bijlage 6a. 3. Indien dit in de bijlagen als bedoeld bij de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 8 (ingangseisen) van een onderwijseenheid wordt bepaald, is het met goed gevolg afgelegd hebben van een of meer benoemde tentamens en/of integrale toetsen een voorwaarde voor het mogen afleggen van het aan die onderwijseenheid verbonden tentamen. 4. Indien dit in de bijlagen als bedoeld bij de leden 4 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 7 (ingangseisen) van een integrale toets wordt bepaald, is het met goed gevolg afgelegd hebben van een of meer tentamens en/of integrale toetsen een voorwaarde voor het mogen afleggen van de desbetreffende integrale toets. Artikel 7.2a Onderwijseenheden met een aanwezigheidsverplichting 1. Indien dit in de bijlagen als bedoeld in artikel 4.1 lid 2 en artikel 6.1 lid 2 bij de punten 8 (ingangseisen), 11 (beoordelingscriteria) en/of 12 (tentaminering) van een onderwijseenheid wordt bepaald, dient de student deelgenomen te hebben aan (onderdelen van) het onderwijs binnen die onderwijseenheid om toegelaten te kunnen worden tot het afleggen van een (deel)tentamen of een integrale (deel)toets in die onderwijseenheid. 2. De examencommissie kan op verzoek van de student vrijstelling van de in lid 1 bedoelde verplichting verlenen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen. Artikel 7.3 Frequentie van de (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen 1. De opleiding stelt de student in de gelegenheid 2 keer per studiejaar een (deel)tentamen in een onderwijseenheid af te leggen. 2. De opleiding stelt de student in de gelegenheid minimaal 1 keer en maximaal 2 keer per studiejaar een integrale (deel)toets af te leggen. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid alsook van artikel 7.1 lid 13 kan de examencommissie beslissen dat de student een extra gelegenheid heeft tot het afleggen van een (deel)tentamen of integrale (deel)toets. Daartoe dient de examencommissie tijdig een schriftelijk en met redenen omkleed verzoek van de student te ontvangen. De examencommissie draagt er zorg voor dat de betreffende examinatoren en student tijdig en schriftelijk geïnformeerd worden over haar besluit. Artikel 7.4 Vorm van de (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen 1. De (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen worden in de vormen afgelegd als bepaald in de bijlagen van deze regeling als bedoeld bij de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 12 (tentaminering) en bij de leden 4 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 11 (integrale 21 toetskenmerken en -vormen), behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen. 2. De opleiding hanteert de volgende vormen voor (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen a. Schriftelijk tentamen (open/gesloten/meerkeuze/casus) b. Practicum / vaardigheidstoets / computer test c. Luistertoets d. Mondeling tentamen e. Inleveropdracht / beroepsproduct f. Presentatie g. Project h. Portfolio i. Continuous assessment, peerassessment en/of participatie j. Anders Artikel 7.4a Leerwegonafhankelijke (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen 1. De student die op basis van eerder met goed gevolg afgelegde (deel)tentamens of examens in het hoger onderwijs en/of ander bewijs van competentieverwerving onvoldoende bewijs heeft voor het verkrijgen van vrijstellingen voor tentamens maar niettemin beschikt over de competenties voor beroepstaken behorende bij een of meer onderwijseenheden, alsook de student die daar voldoende bewijs voor heeft maar geen regulier tentamen wenst te doen, kan de examencommissie verzoeken om in aanmerking te komen voor leerwegonafhankelijke (deel)tentamens en/of integrale (deel)toetsen. 2. Leerwegonafhankelijke (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen kunnen bij de start van de opleiding of tijdens de opleiding worden afgelegd zonder gebruik te hebben gemaakt van de door de opleiding aangeboden onderwijseenheden waaraan deze tentamens regulier verbonden zijn respectievelijk waarin inzicht in samenhang tussen de desbetreffende beroepstaken geleerd wordt. 3. Na beoordeling van het door de student ingediende verzoek als bedoeld in lid 1 en het bijbehorende bewijsmateriaal neemt de examencommissie daartoe een gemotiveerd besluit. Dit besluit deelt zij vervolgens binnen 20 werkdagen na indiening van het verzoek mee aan de betreffende student en de overige direct bij uitvoering van het besluit betrokken medewerkers. 4. In het besluit als bedoeld in het vorige lid worden tevens de examinatoren aangewezen en de toetsvormen bepaald en/of wordt bepaald dat deze (deel)tentamens en/of integrale (deel)toetsen leerwegonafhankelijk volgens het reguliere toetsprogramma worden afgelegd. Artikel 7.5 Het afleggen van (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen door studenten met handicap of chronische ziekte De examencommissie stelt de student met een handicap of chronische ziekte op diens verzoek in de gelegenheid (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen af te leggen op een wijze die is aangepast aan zijn functiebeperking(en), een en ander conform wat is bepaald in het instellingsspecifiek deel van het studentenstatuut. Artikel 7.6 Openbaarheid mondelinge (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen 1. Mondelinge (deel)tentamens en integrale (deel)toetsen zijn in beginsel openbaar. 2. De examencommissie kan in bijzondere gevallen de openbaarheid begrenzen of niet toestaan. Artikel 7.7 Bekendmaking uitslag tentamen en uitslag integrale toets 1. De uitslag van een mondeling (deel)tentamen of een mondelinge integrale (deel)toets wordt zo spoedig mogelijk bekend gemaakt aan de student, doch uiterlijk binnen 10 werkdagen. 2. De examinator stelt de uitslag van een niet mondeling afgenomen (deel)tentamen of een niet mondeling afgenomen integrale (deel)toets vast en draagt zorg voor de invoering in het studentinformatiesysteem van de HAN binnen 15 werkdagen na de dag waarop het (deel)tentamen of de integrale (deel)toets is afgelegd, doch ten minste 1 werkdag voordat de inzage plaatsvindt. 22 3. Op verzoek van de student deelt de examinator hem de uitslag van het (deel)tentamen of de uitslag van de integrale (deel)toets schriftelijk mee. Artikel 7.8 Inzagerecht De student kan binnen 20 werkdagen na de datum waarop hem de uitslag van het schriftelijke (deel)tentamen, respectievelijk de schriftelijke integrale (deel)toets bekend is gemaakt, inzage krijgen in zijn beoordeeld werk, vragen en opdrachten en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Artikel 7.9 Vrijstelling van (deel)tentamens en integrale (deel) toetsen 1. De student die op basis van eerder met goed gevolg afgelegde (deel)tentamens of examens in het hoger onderwijs en/of ander bewijs van competentieverwerving aantoonbaar de competenties voor beroepstaken behorende bij een of meer onderwijseenheden beheerst, kan de examencommissie een verzoek doen tot verlening van vrijstelling van het afleggen van een of meerdere (deel)tentamens en/of integrale (deel)toetsen betrekking hebbend op de onderwijseenheid of onderwijseenheden waarin deze competenties en beroepstaken geleerd worden. 2. Na beoordeling van het door de student ingediende verzoek en het bijbehorende bewijsmateriaal neemt de examencommissie daartoe een gemotiveerd besluit. Dit besluit deelt zij vervolgens binnen 20 werkdagen na indiening van het verzoek mee aan de betreffende student en overige direct bij het besluit betrokken medewerkers. 3. De gronden voor het besluit tot het verlenen van vrijstelling kunnen zijn gelegen in eerder afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, in officiële rapportages Erkenning Verworven Competenties (EVC) en in overige in en buiten het onderwijs opgedane kennis en vaardigheden. Bij de beoordeling van het verzoek als bedoeld in lid 1 hanteert de examencommissie de beoordelingscriteria die volgen uit en zijn vastgelegd in bijlage 1 en 4 van deze regeling bij de punten 3 (beroepstaak/beroepstaken), 4 (centrale beroepstaak), 5 (beroepsproducten), 10 (competenties), 11 (beoordelingscriteria) en 12 (tentaminering) en in bijlage 2 en 5 van deze regeling bij de punten 3 (beroepstaken), 4 (beroepsproducten), 9 (competenties), 10 (beoordelingscriteria) en 11 (integrale toetskenmerken en -vormen) van de gegevens van de onderwijseenheden als bedoeld in de artikelen 4.1 en 6.1 ten behoeve van de (deel)tentamens respectievelijk integrale (deel)toetsen in de met betrekking tot de aangevraagde vrijstelling van belang zijnde onderwijseenheden. 4. De examencommissie kan met goed gevolg afgelegde tentamens of getuigschriften van andere opleidingen, officiële rapportages Erkenning Verworven Competenties (EVC) en competentiemetingen afgenomen onder de eigen verantwoordelijkheid alsook welomschreven werkervaring gemotiveerd aanwijzen als grond voor één of meer vrijstellingen. De tweede volzin uit het vorige lid is hierbij van overeenkomstige toepassing. 5. Vrijstellingen op basis van aanwijzingsbesluiten als bedoeld in het vorige lid leiden tot verkorte programma’s voor specifieke doelgroepen als opgenomen in bijlage 7. 6. Besluiten genomen door de examencommissie als in lid 4 gelden voor één studiejaar. Deze besluiten worden jaarlijks herzien. 7. De kwalificatie van een (deel)tentamen of integrale (deel)toets waarvan vrijstelling is verleend, wordt uitgedrukt als ‘vrijstelling’ en niet als een cijfer van beoordeling zoals bedoeld in artikel 7.1. Artikel 7.10 Het propedeutisch examen 1. Het propedeutisch examen is gehaald indien alle tentamens en de integrale toets met betrekking tot de onderwijseenheden uit de propedeutische fase als bedoeld in artikel 4.1 naar het oordeel van de examencommissie met goed gevolg zijn afgelegd. 2. Onder het met goed gevolg afleggen van een tentamen of integrale toets in de zin van het vorige lid wordt zowel het met de kwalificatie 6 of hoger zijn beoordeeld als het hebben verkregen van een vrijstelling begrepen. 3. Het propedeutisch examen is cum laude gehaald indien alle tentamens en de integrale toets m.b.t. de onderwijseenheden uit de propedeutische fase als bedoeld in artikel 4.1 met de kwalificatie 8 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 30 studiepunten aan 23 vrijstellingen hiervan zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat cum laude worden de additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen. Artikel 7.11 Het afsluitend examen oftewel bachelorexamen 1. Het afsluitend examen oftewel bachelorexamen is gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen met betrekking tot de onderwijseenheden uit de postpropedeutische fase als bedoeld in artikel 6.1 naar het oordeel van de examencommissie met goed gevolg zijn afgelegd. 2. Onder het met goed gevolg afleggen van een tentamen of integrale toets in de zin van het vorige lid wordt zowel het met de kwalificatie 6 of hoger zijn beoordeeld, het met de kwalificatie voldaan zijn beoordeeld indien artikel 7.1 lid 14 van toepassing is als het hebben verkregen van een vrijstelling begrepen. 3. Het afsluitend examen oftewel bachelorexamen is met genoegen gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen uit de postpropedeutische fase als bedoeld in artikel 6.1 inclusief de minor met de kwalificatie 7 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 75 studiepunten aan vrijstellingen hiervan zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat met genoegen worden de additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen. 4. Het afsluitend examen oftewel bachelorexamen is cum laude gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen uit de postpropedeutische fase als bedoeld in artikel 6.1 inclusief de minor met de kwalificatie 8 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 75 studiepunten aan vrijstellingen hiervoor zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat cum laude worden de additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen. Artikel 7.11 a Externe toezichthouder 1. Voor elke opleiding of groep van opleidingen wordt één of meerdere externe toezichthouders benoemd. 2. Een extern toezichthouder heeft tot taak zich een oordeel te vormen over c.q. toezicht te houden op de kwaliteit van het examen. 3. De taken, competenties en positie van de externe toezichthouders zijn nader uitgewerkt in de door de faculteitsdirecteur vastgelegde regeling externe toezichthouders. Artikel 7.12 Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen 1. Binnen 15 werkdagen na een tentamen of integrale toets, kan de student via het studentinformatiesysteem van de HAN een cijferlijst waarin het resultaat van dit tentamen of deze integrale toets is opgenomen inzien en printen. Deze uitdraai geldt binnen de HAN als officieel bewijsstuk. Indien de student dit wenst, kan hij van de examinator(en) een ondertekend tentamenbriefje uitgereikt krijgen. 2. Op het bewijsstuk als bedoeld in het vorige lid staan de behaalde kwalificaties met betrekking tot de tentamens en integrale toetsen, de daarbij behorende onderwijseenheden en beroepstaken en de daarmee corresponderende studiepunten conform de artikelen 4.1 en 6.1 en de daarbij behorende bijlagen vermeld. 3. Als bewijs dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de examencommissie, nadat de instituutsdirecteur heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan, een getuigschrift uitgereikt. 4. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan de examencommissie verzoeken nog niet daartoe over te gaan. 5. Een verzoek zoals bedoeld in lid 4 wordt slechts ingewilligd indien: a) de student op grond van artikel 3.7 toestemming heeft gekregen een of meer extra minoren en/of een of meer extra onderwijseenheden te volgen. b) de student het verzoek indient gedurende het lopende studiejaar. Verzoeken voor opschorting van het uitreiken van een getuigschrift waarbij de termijn van opschorting betrekking heeft op een nieuw studiejaar, worden niet toegekend tenzij er sprake is van een situatie als bedoeld onder sub a. 6. Degene die geslaagd is voor het afsluitend examen krijgt een Engelstalig diplomasupplement uitgereikt. 24 7. Degene die meer dan een tentamen of integrale toets met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het derde lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens en/of integrale toetsen die door hem met goed gevolg zijn afgelegd, de beoordelingskwalificaties en studiepunten zijn vermeld. Indien het tentamens of integrale toetsen met betrekking tot additioneel onderwijs als bedoeld in artikel 3.7 lid 1 betreffen, worden eveneens de daarmee corresponderende onderwijseenheden vermeld. Artikel 7.13 Graad 1. De examencommissie, hiertoe gemandateerd door het college van bestuur, verleent bij vaststellingsbesluit dat de kandidaat is geslaagd voor het afsluitend examen van de bacheloropleiding als bedoeld in lid 1 van de artikelen 7.10 en 7.11 aan de geslaagde de graad bachelor of Commerce (Bcom). 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het afsluitend examen vermeld. 3. De instituutsdirecteur kan de graad en de toevoeging aanvullen met de vermelding van het vakgebied of beroepenveld waarop de graad betrekking heeft. 25 Paragraaf 7a Schakelprogramma’s Artikel 7a.1 Ondersteuning en omvang schakelprogramma’s N.v.t. Paragraaf 7b Landelijke afspraken basiskennis Artikel 7b.1 Eisen basiskennis N.v.t. Artikel 7b.2 Landelijke rekentoets en landelijke taaltoets N.v.t. Paragraaf 8 Examencommissie en examinatoren Artikel 8.1 Examencommissie 1. De faculteitsdirectie stelt, op basis van een gedelegeerde bevoegdheid van het instellingsbestuur, voor elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in. Er is een examencommissie voor de opleidingen Commerciële Economie, International Business & Languages, Small Business & Retail Management, International Business & Management Studies, Food & Business en Communicatie/Communication Studies van het instituut International Business & Communication. 2. De examinatoren en de leden van de examencommissie hebben voldoende deskundigheid en hebben de basisscholing die wordt aangeboden door de HAN Academy of een vergelijkbare training gevolgd. 3. De examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die dit reglement stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden, zijnde de eindkwalificaties, die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. 4. De examencommissie blijft volledig verantwoordelijk voor eventueel door haar gemandateerde taken en/of bevoegdheden. 5. De examencommissie draagt er zorg voor dat door haar genomen mandaatbesluiten schriftelijk worden vastgelegd en worden opgenomen in een reglement examencommissie. Een kopie van de mandaatverlening wordt naar de (faculteits)controller verzonden. Artikel 8.2 Taken en bevoegdheden examencommissie Naast de taak zoals omschreven in artikel 8.1 lid 3, heeft de examencommissie de volgende taken en bevoegdheden: 1. Het borgen van de kwaliteit van tentamens, integrale toetsen en examens en het vaststellen van nadere (uitvoerings)regels ter zake. 2. Het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de OER om de tentamens, integrale toetsen en examens te beoordelen en de uitslag vast te stellen, inclusief het vaststellen van nadere (uitvoerings)regels ter zake. 3. Bij het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen zoals bedoeld in lid 2 wordt gewerkt met protocollen voor het beoordelen van werkstukken die aansluiten bij de landelijke eisen. 4. Het aanwijzen van examinatoren ten behoeve van het afnemen van tentamens en integrale toetsen en het vaststellen van de uitslag daarvan. 5. Het beëindigen van de aanwijzing als examinator. 6. Het vaststellen van nadere regels in verband met mogelijke fraude van een (aankomend) student of extraneus en de in dat verband te nemen maatregelen. 7. Het doen van voorstellen aan het college van bestuur om de inschrijving van een student te beëindigen bij ernstige fraude. 8. Het adviseren van het college van bestuur in verband met beëindigen van de opleiding van de student als gevolg van zijn gedraging in relatie tot toekomstige beroepsuitoefening. 26 9. Het, voor zover dat tot haar bevoegdheden behoort, beslissen op bezwaarschriften ingediend door studenten, conform het studentenstatuut. 10. Het beslissen bij verdenking van een door een student gepleegde onregelmatigheid en het zonodig treffen van maatregelen ter zake, een en ander conform het reglement examencommissie examens zoals vastgesteld is door de examencommissie. 11. Het beslissen op vrijstellingsverzoeken van studenten en groepen van studenten en het vaststellen van nadere (uitvoerings)regels ter zake. 12. Het beslissen op het verzoek van een student om een vrije minor te volgen. 13. Het beslissen op het verzoek van een student tot een extra gelegenheid voor het afleggen van een tentamen of integrale toets. 14. Het beslissen op het verzoek van de student voor het afleggen van een leerwegonafhankelijk tentamen. 15. Het beslissen dat een student tentamens en integrale toetsen van het afsluitend examen kan afleggen, voordat het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd. 16. Het beslissen dat een student tentamens en integrale toetsen in een andere vorm mag afleggen als bepaald in de bijlagen van deze regeling, als bedoeld bij de leden 2 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 12 en bij de leden 4 van de artikelen 4.1 en 6.1 onder punt 11. 17. Studenten met een lichamelijke of zintuigelijke functiebeperking in de gelegenheid stellen op een aangepaste wijze tentamens en integrale toetsen af te leggen. 18. Het beslissen op een verzoek van een student om een mondeling tentamen of een mondelinge integrale toets niet openbaar te laten zijn. 19. Het uitreiken van bewijsstukken en verklaringen. 20. Het mede vorm geven aan het examenbeleid van de opleiding of groep van opleidingen. 21. Het adviseren van de faculteitsdirectie en instituutsdirectie over de OER. 22. Het uitreiken van een getuigschrift ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, nadat door het instellingbestuur is verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Deze eisen zijn: a) de student dient voor het verlenen van de graad ingeschreven te staan bij de HAN; b) het collegegeld dient betaald te zijn; c) in het studentinformatiesysteem van de HAN is definitief en formeel vastgelegd dat alle tentamens met goed gevolg zijn afgelegd. 23. Het beslissen op het verzoek van de student om de uitreiking van het getuigschrift op te schorten. 24. Het desgevraagd - aan degene die meer dan één tentamen of integrale toets met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 7.11 lid 2 WHW kan worden uitgereikt - verstrekken van een verklaring waarin in elk geval de tentamens en/of integrale toetsen zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd. 25. Het uitreiken van een getuigschrift bekwaamheidsonderzoek als bewijs dat het bekwaamheidsonderzoek met goed gevolg is afgesloten in het kader van de zij-instroom in het beroep van leraar en docent. Artikel 8.3 Samenstelling examencommissie 1. De examencommissie bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter en een secretaris. Van deze leden is er: a) tenminste één als docent verbonden aan de opleiding of aan een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort waarvoor de examencommissie is ingesteld en; b) tenminste één belast met toegepast onderzoek bij/voor de opleiding of bij/voor een of meer van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoren waarvoor de examencommissie is ingesteld of tenminste één competent met betrekking tot toegepast onderzoek relevant voor de opleiding of voor een of meer van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoren waarvoor de examencommissie is ingesteld; c) tenminste één lid afkomstig van buiten de desbetreffende opleiding of een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort. 2. De examencommissie kan in zijn werkzaamheden worden ondersteund door een ambtelijk secretaris. 27 3. De examencommissie kan, voor aangelegenheden de dagelijkse gang van zaken betreffende, een dagelijkse commissie (DC) instellen. Deze commissie bestaat uit de voorzitter van de examencommissie en een ander lid en wordt - voor zover die functie wordt ingesteld ondersteund door de ambtelijk secretaris. De dagelijkse commissie is, op basis van een algemeen mandaat, bevoegd om de lopende zaken te regelen. Ingeval in voorkomende situaties de DC niet tot besluitvorming komt, zal op zo kort mogelijke termijn de situatie aan de examencommissie ter besluitvorming worden voorgelegd. Artikel 8.4 Benoeming, schorsing, beëindiging en zittingsduur van de leden van de examencommissie 1. De faculteitsdirectie benoemt, op basis van een gedelegeerde bevoegdheid van het instellingsbestuur en op voordracht van de instituutsdirectie, de leden van de examencommissie waaronder de voorzitter, de secretaris, de plaatsvervangend voorzitter en de plaatsvervangend secretaris. Een en ander met inachtneming van artikel 8.3. 2. De faculteitsdirectie draagt er zorg voor dat de examencommissie zodanig is samengesteld dat deskundigheid geborgd is op de volgende terreinen: a) relevante wettelijke kaders (WHW) en overige relevante regelingen; b) kennis van het te bereiken eindniveau van de opleiding(en) en het traject dat daarnaar leidt (curriculum); c) kwaliteitsborging en –beleid met betrekking tot examens en toetsen (gelet op rol examencommissie bij accreditatie); d) methodologisch-technische aspecten van toetsen (zoals toetsconstructie, validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en efficiëntie); e) toegepast onderzoek bij betreffende opleiding(en). 3. Ten behoeve van de voordracht en de benoeming van de leden van de examencommissie wordt een profielschets gehanteerd. In deze profielschets zijn eisen/criteria m.b.t. de vereiste competenties geformuleerd. 4. Ter bevordering van de onafhankelijkheid van de examencommissie kunnen faculteitsdirecteuren, instituutsdirecteuren, onderwijsmanagers, coördinatoren en docenten belast met de taak van curriculumvoorzitter, opleidingscoördinator of personen die financiële verantwoordelijkheid dragen binnen de instelling geen deel uitmaken van de examencommissie(s) van de opleiding(en) waar(in) ze werkzaam zijn. 5. Indien het gelet op de schaalgrootte van de opleiding of groep van opleidingen niet goed mogelijk is om in voldoende mate competente leden van de examencommissie te benoemen kan de faculteitsdirectie – op verzoek van de instituutsdirectie - toestaan dat een docent belast met de taak van curriculumvoorzitter of opleidingscoördinator toch deel kan uitmaken van de examencommissie(s) van de opleiding(en) waar(in) deze werkzaam is, echter nooit in de functie van (plaatsvervangend) voorzitter. De faculteitsdirecteur bespreekt met betrokkene expliciet het belang van de onafhankelijkheid van zijn rol van als lid van de examencommissie. 6. De faculteitsdirectie kan een ambtelijk secretaris, en eventueel een plaatsvervangend ambtelijk secretaris, aan de examencommissie toevoegen. 7. De benoeming van de leden van de examencommissie geschiedt voor een periode van één jaar. 8. Leden zijn opnieuw benoembaar. 9. Alvorens tot (her)benoeming van een lid over te gaan, hoort de faculteitsdirectie de leden van de desbetreffende examencommissie. Hierbij worden de in lid 2 en 3 van dit artikel bedoelde deskundigheidseisen/-criteria expliciet betrokken. 10. Het niet naar behoren vervullen van de taken van de examencommissie kan niet leiden tot het ontslag door de faculteitsdirectie van de leden van de examencommissie. De faculteitsdirectie kan in dat geval wel ingrijpen door een of meer leden van de examencommissie te schorsen of de benoeming als lid van de examencommissie te beëindigen. 11. Beëindiging van de benoeming van de leden van de examencommissie door de faculteitsdirectie vindt plaats: a) na het verstrijken van de benoemingsperiode, tenzij er sprake is van herbenoeming zoals bedoeld in lid 8; 28 b) tussentijds op eigen verzoek, waarbij in overleg met de faculteitsdirectie een redelijke termijn wordt gehanteerd; c) tussentijds bij besluit van de faculteitsdirectie. Dit besluit wordt schriftelijk meegedeeld. Daarbij geeft de faculteitsdirectie aan wat de reden van het besluit is en per welke datum de beëindiging van de benoeming ingaat. Artikel 8.5 Gezamenlijk overleg faculteitsdirectie, examencommissies en instituutsdirecties 1. De faculteitsdirectie overlegt minimaal twee keer per studiejaar (gezamenlijk) ten minste met alle voorzitters van de examencommissies van de betreffende faculteit en de betrokken instituutsdirecties. 2. De agenda van het gezamenlijk overleg wordt - in overleg met de voorzitters van de examencommissies en de instituutsdirecties - bepaald door de faculteitsdirectie. Met dien verstande dat in ieder geval de jaarlijkse rapportage van de examencommissie geagendeerd wordt. 3. De faculteitsdirectie draagt er zorg voor dat een vastgesteld verslag van het gezamenlijk overleg ter informatie wordt gestuurd naar de betreffende examencommissies en instituutsdirecties en ter beschikking wordt gesteld aan overige belangstellenden. Artikel 8.6 Jaarlijkse rapportage examencommissie en faculteitsdirectie 1. De examencommissie legt jaarlijks - door middel van een schriftelijke rapportage in de maand november - verantwoording af aan de faculteitsdirectie over haar beleidsvoering. 2. Uitgaande van de wettelijke taken van de examencommissie komen in ieder geval de volgende onderwerpen in aanmerking voor opname in de rapportage: a) vaststellen of studenten aan het eindniveau van de opleiding voldoen (uitreiking getuigschriften); b) aanwijzing examinatoren (deskundigheid van de examinatoren vaststellen en borgen); c) het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens (toetsbeleid); d) het vaststellen van richtlijnen om de uitslag van tentamens te beoordelen en vast te stellen (beoordelingsnorm); e) klachtenbehandeling; f) behandeling bezwaren (aantal beslissingen op bezwaar); g) uitspraken college van beroep voor de examens (voor zover betrekking hebbend op de examencommissie); h) vrijstellingen en EVC’s; i) beoordeling van programma’s op maat van individuele studenten; j) fraude bij tentamens (aantal gevallen, genomen maatregelen); k) betrokkenheid bij accreditaties; l) samenstelling van de examencommissie (nieuwe benoemingen en beëindigingen van lidmaatschap); m) hantering profielschetsen; n) gevolgde deskundigheidsbevordering door leden; o) de vastlegging van de besluiten van de examencommissie; p) hantering handreiking examencommissies. 3. De betrokken instituutsdirectie(s) ontvangt (ontvangen) de rapportage van de examencommissie in afschrift. 4. De faculteitsdirectie rapporteert jaarlijks – conform de handreiking aan faculteitsdirecteuren in verband met het verslag examencommissies, CvB-besluit d.d. 3-7-2012 / CvB-besluit nummer 2012/303 - in de maand december schriftelijk aan het college van bestuur over de gang van zaken met betrekking tot de examencommissie. Daarbij wordt de rapportage zoals bedoeld in lid 1 voorzien van zijn reactie op onder meer de daarin opgenomen aandachts- en verbeterpunten, ook in relatie tot de vorige (jaar)rapportage. Voorts rapporteert hij over zijn rol bij het benoemingsbeleid (o.a. borging van deskundigheid, onafhankelijkheid en profiel), de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan het beleid betreffende de inzet van externe deskundigen en zijn reactie op de wijze waarop de examencommissie functioneert volgens de instituutsdirecteur. 29 5. De instituutsdirectie ziet toe op een goed functioneren van de examencommissie en rapporteert hierover aan de faculteitsdirectie. De instituutsdirectie houdt de R&O-gesprekken met de leden van de examencommissie en de examinatoren. De faculteitsdirectie kan op basis van de hierboven bij lid 1 bedoelde rapportage bepalen dat zij de instituutsdirectie aanwijzingen geeft voor het R&O-gesprek of het R&O gesprek zelf houdt. 6. De bij lid 4 en 5 van dit artikel bedoelde rapportages maken (ook) deel uit van de managementsrapportages en –gesprekken. Artikel 8.7 Faciliteiten 1. Faculteits- en instituutsdirectie stellen de examencommissie voldoende faciliteiten ter beschikking. 2. In concreto impliceren deze faciliteiten het volgende: a) Jaarlijks stelt het college van bestuur een normering vast voor het aantal uren dat op (studie)jaarbasis beschikbaar is voor de leden van een examencommissie en een ambtelijk secretaris. b) Voor de externe deskundigen die zijn benoemd tot lid van de examencommissie of aangewezen zijn als examinator wordt een richtlijn t.b.v. een HAN-brede financiële vergoeding vastgesteld. c) Met inachtneming van artikel 8.1 lid 4 en 5 kan de examencommissie in overleg met de faculteitsdirectie een of meer deskundigen op een of meer van de in artikel 8.4 lid 2 genoemde terreinen inschakelen. d) De examencommissie kan in overleg met de instituutsdirectie beschikken over vergaderruimte, mogelijkheden tot reproductie/distributie van vergaderstukken en restauratieve voorzieningen. e) Er is een HAN-breed aanbod van deskundigheidsbevordering in de vorm van onder meer workshops. Het aanbod wordt jaarlijks vastgesteld door het college van bestuur (na schriftelijk advies van het “netwerk examencommissies HAN”). f) Er is een jaarlijks te actualiseren “handboek examencommissies HAN” met relevante informatie: formats, voorbeeldbrieven e.d. g) Er is een “vraagpunt examencommissies HAN” met een eigen e-mailadres. Dit vraagpunt draagt er zorg voor dat - door een voorzitter en/of (ambtelijk) secretaris van een examencommissie - voorgelegde vragen zo spoedig mogelijk (integraal) beantwoord worden door ter zake deskundigen. h) Er is een (HAN-breed) “netwerk examencommissies HAN” waarvan voorzitters en/of (ambtelijk) secretarissen van examencommissies - op vrijwillige basis - deel uit maken. In onderling overleg bepalen de deelnemers de doelstelling(en), organisatie en werkwijze van het netwerk. Op verzoek van de voorzitter van het netwerk dragen de betrokken faculteitsdirecteuren zorg voor een passende facilitering van het netwerk. Artikel 8.8 Bescherming Het college van bestuur, de faculteitsdirectie en de instituutsdirectie dragen er zorg voor dat de leden van de examencommissie, de leden van de dagelijkse commissie en de ambtelijk secretaris - uit hoofde van hun lidmaatschap van, c.q. werkzaamheden voor, de examencommissie – niet worden benadeeld in hun positie met betrekking tot de hogeschool. Paragraaf 9 Studieloopbaanbegeleiding Artikel 9.1 Doel van de studieloopbaanbegeleiding Met de studieloopbaanbegeleiding wordt beoogd studenten te begeleiden bij een resultaatgerichte studieloopbaan. Het dragen van de verantwoordelijkheid door de student voor het eigen leerproces is hierbij een essentieel leerdoel en uitgangspunt. Artikel 9.2 Structuur en opzet studieloopbaanbegeleiding 30 1. 2. 3. In het eerste en tweede studiejaar wordt de student begeleid door een studieloopbaanbegeleider. Studieloopbaanbegeleiding vindt zowel plaats in groepen van studenten als individueel en is in ieder geval gericht op studievoortgang. In het derde en vierde studiejaar wordt studieloopbaanbegeleiding verzorgd door een senior studieloopbaanbegeleider. Deze begeleiding vindt individueel plaats. Het programma van de studieloopbaanbegeleiding is nader uitgewerkt in deel 3 van het Opleidingsstatuut (studiegids). Artikel 9.3 Portfolio N.v.t. Artikel 9.4 Persoonlijk ontwikkelingsplan N.v.t. Artikel 9.5 Studiecontract N.v.t. Paragraaf 10 Judicium Abeundi Artikel 10.1 Blijk van ongeschiktheid 1. Het college van bestuur kan in bijzondere gevallen na advies van de examencommissie en na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen besluiten dat een student wordt afgewezen voor onbepaalde tijd en zijn inschrijving op grond daarvan beëindigen dan wel weigeren, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt/zal opleiden, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. 2. Indien de student bedoeld in lid 1 is ingeschreven voor een andere opleiding en daarbinnen het onderwijs volgt van een afstudeerrichting die overeenkomt met, of gelet op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening verwant is aan de opleiding waarvoor hij is afgewezen, kan de student het recht op het volgen van onderwijs en het afleggen van tentamens in die afstudeerrichting of andere onderdelen van die opleiding tevens worden ontzegd. Artikel 10.2 Procedure voor de afwijzing en beëindiging van inschrijving wegens blijk van ongeschiktheid 1. De bevoegdheid tot het besluiten tot de weigering of beëindiging van de inschrijving als bedoeld in artikel 10.1 lid 1 komt toe aan het college van bestuur. 2. Aan een besluit als bedoeld in artikel 10.1 lid 1 gaat een advies van de examencommissie vooraf. 3. Dit advies is mogelijk op eigen initiatief van de examencommissie of op basis van een melding van ernstig laakbare gedragingen of uitlatingen van een student tijdens diens opleiding die zijn geconstateerd door een opleider, docent of examinator. 4. Het advies wordt op schrift gesteld en is met redenen omkleed. 5. Het college van bestuur beslist pas tot een afwijzing als bedoeld in artikel 10.1 lid 1 indien aannemelijk is geworden dat de student door zijn gedraging(en) en/of uitlating(en) blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de opleiding hem opleidt/zal opleiden, dan wel voor de praktische voorbereiding op die beroepsuitoefening, na een zorgvuldige belangenafweging van alle omstandigheden van het geval. 6. Voordat tot afwijzing als bedoeld in artikel 10.1 lid 1 wordt besloten, wordt de betreffende student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. 7. Het besluit tot afwijzing wordt schriftelijk genomen en is met redenen omkleed. 8. Het besluit is voorzien van de rechtsmiddelenclausule dat tegen een besluit tot afwijzing bezwaar openstaat bij de geschillenadviescommissie. 31 9. Hangende het onderzoek naar een mogelijke afwijzing van de student en/of hangende het bezwaar, kan het college van bestuur besluiten, zulks al dan niet op advies van de examencommissie, tot het opleggen van een tijdelijke ordemaatregel, indien de omstandigheden van het geval deze ordemaatregel rechtvaardigen. 10. Na een besluit op grond van artikel 10.1 lid 1 wordt de inschrijving van de betreffende student beëindigd met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin het besluit is genomen. 11. Indien de inschrijving van een student is beëindigd op grond van het besluit tot afwijzing als bedoeld in artikel 10.1 lid 1, kan de betreffende (ex-)student niet opnieuw ingeschreven worden voor de opleiding of een aanverwante opleiding zoals bedoeld in artikel 10.1 lid 2, waarvoor hij is afgewezen, tenzij hij ten genoegen van de faculteitsdirectie heeft aangetoond dat hij niet langer ongeschikt is. Paragraaf 11 Slotbepalingen Artikel 11.1 Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de instituutsdirecteur of, zo het geval tot de bevoegdheden van de examencommissie moet worden gerekend, de voorzitter van de examencommissie. De beslissing wordt zo spoedig mogelijk meegedeeld aan de belanghebbenden bij de beslissing. Artikel 11.2 Vaststelling Deze regeling is vastgesteld door de faculteitsdirecteur van de Faculteit Economie en Management (FEM) op 30 juni 2014, na verkregen instemming van de Faculteitsraad FEM op 30 juni 2014. Artikel 11.3 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2014 en is geldig tot en met 31 augustus 2015. 32 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage conform artikel 4.1 lid 2 Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase Bijlage 2 Bijlage conform artikel 4.1 lid 4 Gegevens integrale toets propedeutische fase Bijlage 3 Bijlage conform artikel 4.1 lid 5 Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen van de propedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen Bijlage 3a Bijlage conform artikelen 5.2 lid 1a, 5.3 lid 1a en 5.5 lid 1a Normen voor het bindend negatief studieadvies, studiejaar 2014-2015 Bijlage 4 Bijlage conform artikel 6.1 lid 2 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Bijlage 5 Bijlage conform artikel 6.1 lid 4 Gegevens integrale toetsen postpropedeutische fase Bijlage 6 Bijlage conform artikel 6.1 lid 5 Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen van de postpropedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen Bijlage 6a Bijlage conform artikel 7.2 lid 2 Richtlijnen voor het verlenen van toestemming tot het afleggen van tentamens/integrale toetsen van de postpropedeutische fase nog voordat de student het propedeutisch examen heeft behaald Bijlage 7 Bijlage conform artikel 7.9 lid 5 Overzicht verkorte programma’s op basis van vrijstellingen voor welomschreven doelgroepen Bijlage 8 Bijlage conform artikel 3.4 lid 8 Gegevens onderwijseenheden door de opleiding verzorgde HAN gecertificeerde minoren Bijlage 9 Bijlage conform artikel 3.4 lid 9 Opsomming van aan huidige onderwijseenheden en tentamens van de door de opleiding verzorgde minoren gelijkgestelde oude onderwijseenheden en tentamens Bijlage 10 N.v.t. Bijlage 11 Bijlage conform artikel 1.3 33 Opsomming van de eindkwalificaties welke de student dient te verwerven om het HBO-Bachelor graad te behalen Bijlage 12 Bijlage conform artikel 4.1 lid 5, artikel 6.1 lid 5 en artikel 3.4 lid 9. Format oude beroepstaken, oude onderwijseenheden en (deel)tentamens die gelijkgesteld zijn aan nieuwe beroepstaken, onderwijseenheden en (deel)tentamens vanwege de conversie naar Alluris 34 Bij bijlage 1, 2, 4 en 5 Algemene informatie bij punt 12 van de OWE-beschrijvingen (bijlagen 1 en 4) en punt 11 van de IT- beschrijvingen (bijlagen 2 en 5) Cesuurbepaling onderdeel van toetsconstructie Cesuur en toetskwaliteit Vooraf Voor de kwaliteit van toetsen geldt dat een goede toets valide en betrouwbare uitkomsten levert, en transparant en uitvoerbaar (bruikbaar) is. Deze kwaliteitseisen komen terug in alle fasen van het toetsen en beoordelen: de toetsconstructie, de toetsafname en het beoordelen en feedback geven. Eén van de stappen binnen de fase van toetsconstructie betreft het bepalen van de cesuur. De cesuur of grensscore is de grens tussen toetsscores die als voldoende worden gekwalificeerd en de toetsscores die als onvoldoende worden gekwalificeerd. Alle resultaten onder deze grens leiden tot een onvoldoende toetsresultaat. Het vaststellen van de cesuur van een toets is daarmee het vaststellen van de zak-/slaaggrens. Er zijn verschillende methodes om de cesuur te bepalen, waarbij in het algemeen een onderscheid wordt gemaakt tussen het vooraf (absoluut) of achteraf (relatief) vaststellen van de cesuur (Toetsontwikkeling in de praktijk, Teelen). Bij een absolute cesuur wordt vooraf een minimum vastgesteld dat de student moet halen om voor de toets te slagen. Bij een relatieve cesuur gebeurt dit achteraf, bijvoorbeeld op basis van een vooraf vastgesteld gewenst aantal of percentage geslaagden. Ook een combinatie is mogelijk. Uitgangspunten Een goede cesuur is een cesuur die verdedigbaar is en die goed is uit te leggen aan studenten, docenten, werkveld en accreditatiecommissies. Het weten wat de cesuur is en hoe de cesuur (voldoende/onvoldoende) wordt vastgesteld draagt dan ook bij aan de kwaliteitseis van transparantie. Vandaar dat de wijze waarop de cesuurbepaling plaats vindt, ook belangrijk is in de borging van de toetskwaliteit. Om dit aspect van de kwaliteit van de cesuurbepaling te borgen worden binnen de FEM de volgende uitgangspunten gehanteerd: om onderwijskundige redenen verdient een absolute cesuur de voorkeur: er wordt uitgegaan van minimumeisen op basis van de leerdoelen / leerstof / eindkwalificaties. Bij een relatieve cesuur kunnen relatief zwakke studenten de slaagkans voor anderen verhogen. Vandaar dat bij kleine groepen of groepen die uitsluitend uit herkansers bestaan ook geen relatieve cesuur gehanteerd moet worden; voor elk deeltentamen - ongeacht de toetsvorm - geldt dat er een cesuurbepaling is beschreven voor afname van het deeltentamen. Dit is een voorlopige cesuur; bij een absolute cesuur moet er rekening mee worden gehouden dat de kwaliteit van de toets het slaagpercentage beïnvloedt. Fouten in de toets kunnen aanleiding zijn om de cesuur aan te passen. Na afname van de toets wordt daarom de definitieve cesuur vastgesteld. In tien stappen naar cesuurbepaling Achtereenvolgens worden per toets de volgende stappen doorlopen: 1. het bepalen van de leerdoelen (afgeleid van de eindkwalificaties) die in het betreffende onderdeel worden gerealiseerd; 2. het bepalen van de beoordelingscriteria op basis waarvan studenten worden beoordeeld; 3. het maken van de toets volgens kwaliteitseisen van validiteit en betrouwbaarheid; 4. het maken van bijbehorend antwoordmodel (scoringsregels of -model/ beoordelingsformulier); 5. het bepalen van de voorlopige absolute cesuur; 6. het nakijken van de toets op basis van het antwoordmodel; 7. het toepassen van de voorlopige absolute cesuur; 35 8. het aanpassen van de cesuur indien de toets bij nader inzien onvolkomenheden bevat; 9. het vaststellen van de definitieve cesuur; 10. het toekennen van het cijfer. Kwaliteitsbewaking De toetscommissie controleert (al dan niet steekproefsgewijs) of de toetsen valide en betrouwbaar zijn, en controleert daarbij ook de verantwoording van de cesuur. Daarnaast worden toetsen steekproefsgewijs geëvalueerd op basis van onder andere monitoring/ evaluatie en analyse van toetsscores. 36 Bijlage 1: Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase Voltijd Voltijd Propedeuse Niveau 1 A-cluster Marketing 1 - AMM1 5 studiepunten Marketingcommunicatie en Online Business 1 - AMM2 5 studiepunten Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2 - ABO1 2,5 studiepunten B-cluster Marketing 2 - BMO1 5 studiepunten Marketingcommunicatie 2 – BMO2 2,5 studiepunten Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 - ABO2 2,5 studiepunten De professional - ADP1 7,5 studiepunten Organisatie, Personeel, Management & Ethiek - BPO 2,5 studiepunten Recht – BRE 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2ATC1 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Engels 1 en 2 ATC2 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Duits 1 en 2 ATC3 2,5 studiepunten Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO 7,5 studiepunten Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie BAE 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4 BTC1 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Engels 3 en 4 - BTC2 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Duits 3 en 4 - BTC3 2,5 studiepunten 37 VWO-propedeuse – versneld/verkort voor VWO’ers (voltijd) Versneld / verkort voor VWO’ers (VT) Propedeuse Niveau 1 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Marketing 1 – AVM1 7,5 studiepunten Marketing 2 – AVM2 7,5 studiepunten Marketingcommunicatie 1 – AVM3 7,5 studiepunten Business – AVB 7,5 studiepunten Talen – AVT 0 studiepunten Taal en cultuur V1 – VST1 7,5 studiepunten vrijstelling Taal en cultuur V2 – VST2 7,5 studiepunten vrijstelling of Taal en Cultuur versneld Duits – VTC1 7,5 studiepunten Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie - BAE 2,5 studiepunten Organisatie, Personeel, Management & Ethiek- BPO 2,5 studiepunten Recht - BRE 2,5 studiepunten Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO 7,5 studiepunten 1 Indien geen vrijstelling wordt verkregen voor VST2, dan moet de onderwijseenheid VTC gevolgd worden in periode 1 en 2. De propedeuse Duaal wordt niet meer aangeboden. 38 OWE-beschrijvingen Voltijd propedeuse Regulier 39 BAE Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie Titel onderwijseenheid (OWE) Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie (BAE) 1. Opleiding Small Business & Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1 3. Beroepstaak/ beroepstaken De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming 4. Centrale beroepstaak - 5. Beroepsproducten n.v.t. Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Studiepunten/ studie last Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studiepunten: 2,5 Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 0 0 0 0 0 0 0 28 3 0 21 2 0 0 0 47 0 0 3 49 70 Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving Het niveau van deze OWE is : 1 In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming. De OWEe Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie is een vervolg op de module Bedrijfseconomie uit het A-cluster. Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie - BAEBEA1A In de OWE Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie komen de basisbeginselen aan de orde die van belang zijn om inzicht te krijgen in de financiële consequenties van het starten en/of managen van een onderneming. Leerdoelen: - De student kan een compleet boekhoudkundig model opzetten. 40 - 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria BAEBEA1A.1 De student kan aan de hand van boekingsdocumenten informatie verwerken binnen het boekhoudkundig model. - De student kan de samenhang tussen balans, resultatenrekening en liquiditeit aangeven. - De student kan financieringsmogelijkheden bepalen van een bedrijf. - De student kan diverse kostencalculaties maken. - De student kan kengetallen en ratio’s berekenen en interpreteren. - De student kan een analyse maken van een jaarrekening. BAEBEA1A DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en – cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. - Basisbegrippen boekhoudkundig model (kennen + toepassen): balans; resultatenrekening (A.V.W.); kolommenbalans; grootboek; journaal en journaalposten; dagboeken; decimale coderingssysteem; boekingsregels (e.e.a. toegepast op de ondernemingsvorm eenmanszaak). - Student kent wettelijke (basis) eisen m.b.t. de bedrijfsadministratie - Student kan de samenhang tussen balans, A.V.W. en liquiditeit aangeven; - De student kan (eenvoudige) kostencalculaties maken met gebruikmaking van de vaste en variabele kosten en directe en indirecte kosten. Uiteraard dient de student het hierbij gebruikte begrippenapparaat te kennen. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie Code deeltentamen BAEBEA1A.1 Toetsvorm Schriftelijke tentamen Individueel Ja Aantal examinatoren 1 tentamenperiode T2/T4 Herkansing T5 Duur 120 minuten Hulpmiddelen Niet-grafische rekenmachine Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 100% 13. Verplichte literatuur BAEBEA1A Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording – A.W.W. Heezen; Noordhoff Uitgevers; 2e druk; isbn: 978-90-01-76209-4 + Syllabus Bedrijfsadministratie SB&RM B-cluster 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 41 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen n.v.t. BAEBEA1A In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd: - Hoorcollege - Werkcollege 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek BBBBEA2A. 1 2 20. Onderwijsperiode B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22 De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE, BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC identiek aan de nieuwe OWE’s BEA, BPO en BRE. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer wordt aangeboden en overgangsregeling 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 10 1 2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 n.v.t. 42 9 10 BPO Organisatie, Personeel, Management & Ethiek 1. Titel onderwijseenheid (OWE) Organisatie, Personeel, Management & Ethiek (BPO) 2. Opleiding Small Business & Retail Management 3. Doelgroep Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming 5. Centrale beroepstaak - 6. Beroepsproducten n.v.t. Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 7. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studiepunten: 2,5 Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 0 0 0 0 0 0 0 28 3 0 21 2 0 47 0 3 49 70 Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s Het niveau van deze OWE is : 1 In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming. 8. Ingangseisen geen 9. Algemene omschrijving Organisatie, Personeel, Management & Ethiek – BPOOPM1A Onderwerpen Organisatie, personeel en Management: inleiding organisatiekunde: begrippenkader, stromingen. management wisselwerking omgeving – organisatie; begrip strategie planning en besluitvorming 43 - arbeidsverdeling en coördinatie, organisatiestelsels communicatie cultuur ethiek in organisaties leidinggeven gedrag van mensen in organisaties Leerdoelen: Organisatie, personeel en management - De student kan:het begrippenkader voor de organisatiekunde beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - de belangrijkste stromingen in de organisatiekunde beschrijven. - het begrip management beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - de betekenis van omgeving en strategie voor interne organisatie aangeven. - de betekenis van ethiek in relatie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen aangeven. - het begrip planning beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - het besluitvormingsproces beschrijven. - het begrip organisatie (arbeidsverdeling, coördinatie) beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - het begrip organisatiecultuur beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - het begrip communicatie beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - het begrip leidinggeven beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - elementen van gedrag in organisaties beschrijven, i.h.b.: motivatie, perceptie, attitude. BPOOPM1A DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en – cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. 10. Competenties DC9: Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respectvoor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. De student is zich er van bewust dat, zowel privé als zakelijk, een morele visie op zijn gedrag noodzakelijk is en is in staat om morele argumenten te formuleren en af te wegen en heeft de vaardigheid om het daaruit voortvloeiende besluit in gedrag om te zetten. 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. BPOOPM1A.1 - Het begrippenkader voor de organisatiekunde beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. 44 - De belangrijkste stromingen in de organisatiekunde beschrijven. - Het begrip management beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - De betekenis van omgeving en strategie voor interne organisatie aangeven. - De betekenis van ethiek in relatie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen aangeven. - Het begrip planning beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - Het besluitvormingsproces beschrijven. - Het begrip organisatie (arbeidsverdeling, coördinatie) beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - Het begrip organisatiecultuur beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - Het begrip communicatie beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - Het begrip leidinggeven beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. - Elementen van gedrag in organisaties beschrijven, i.h.b.: motivatie, perceptie, attitude. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Organisatie, Personeel, Management & Ethiek Code deeltentamen BPOOPM1A.1 Toetsvorm Schriftelijke tentamen Individueel Ja Aantal examinatoren 1 tentamenperiode T2/T4 Herkansing T5 Duur 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 100% 13. Verplichte literatuur BPOOPM1A Auteur: Peter Thuis Uitgever: Noordhoff Titel: Toegepaste organisatiekunde ISBN 978-90-01-79095-0 Vijfde druk 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen BPOOPM1A - In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd: - Hoorcollege - Werkcollege 45 19. Les-/contacturen Actieve deelname aan lesweek 6 is verplicht. Onderwijsweek BPOOPM1A 1 2 3 20. Onderwijsperiode B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2 en 4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE, BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC identiek aan de nieuwe OWE’s BAE, BPO en BRE. 23. Datum waarop de OWE niet meer wordt aangeboden en overgangsregeling n.v.t. 4 5 6 7 8 9 10 1 2 4 4 3 4 4 5 4 4 6 4 7 8 4 9 46 10 BRE Recht 1. Titel onderwijseenheid (OWE) Recht (BRE) 2. Opleiding Small Business & Retail Management 3. Doelgroep Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming 5. 6. Beroepsproducten n.v.t. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 7. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studiepunten: 2,5 Studielast: 8. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 0 0 0 0 0 0 0 28 3 0 21 2 0 47 0 49 70 Totaal Het niveau van deze OWE is : 1 In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming. 9. Ingangseisen n.v.t. 10. Algemene omschrijving Recht - BREREC1A - Rechtsvormen onderneming; BV en NV - Overeenkomstenrecht; aanbod en aanvaarding, wilsovereenstemming, handelingsonbekwaamheid, wilsgebreken en de gevolgen van nietnakoming; - Koopovereenkomst; koop, eigendomsoverdracht, conformiteit en algemene voorwaarden; 47 - 11. Competenties Inleiding Omzetbelasting Productaansprakelijkheid; risicoaansprakelijkheid, vereisten, producent; Personeel; arbeidsovereenkomst, schade door werknemer, schade aan werknemer en beëindiging van de arbeidsovereenkomst; Inleiding Loonbelasting Intellectueel eigendom; octrooirecht, auteursrecht, merkenrecht en handelsnaamrecht; Faillissement; aspecten faillissement, faillissementspauliana; volgorde van vorderingen, einde faillissement en suseance van betaling; Personen- en Familierecht (Huwelijk en overlijden, gericht op huwelijkse voorwaarden/ scheiding en overlijden ondernemer) Leerdoelen: - De student kan het onderscheid maken tussen verschillende ondernemingsvormen en een keuze beargumenteren voor een bepaalde rechtsvorm waarin een onderneming wordt opgestart; - De student kan een antwoord geven op verschillende problemen die ontstaan bij de verkoop van goederen, met name bij meningsverschillen met afnemers en kopers; - De student kan een verkoopfactuur inclusief BTW opstellen; - De student kan een inschatting maken van de risico’s die de verkoop van goederen met zich meebrengt op het gebied van productaansprakelijkheid; - De student kan een inschatting maken van de arbeidsrechtelijke en fiscale gevolgen van het inhuren van werkkrachten cq het aannemen van werknemers; - De student kan een inschatting maken van de bescherming die een handelsnaam en producten genieten zowel nationaal als internationaal; - De student toont inzicht in de gevolgen van een falende onderneming en kan aangeven wat de gevolgen van een faillissement of een surseance van betaling voor een onderneming en de ondernemer zijn; - De student toont inzicht in het belang van huwelijkse voorwaarden voor de ondernemer, in het bijzonder bij echtscheiding en kent het belang van het opstellen van een testament voor de ondernemer, onder andere in het kader van bedrijfsopvolging. BREREC1A DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. - Competentieniveau 1 Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten - Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. - Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst. DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. 12. Beoordelingscriteria BREREC1A.1 Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. - De student kan het onderscheid maken tussen verschillende ondernemingsvormen en een keuze beargumenteren voor een bepaalde rechtsvorm waarin een onderneming wordt opgestart; - De student kan een antwoord geven op verschillende problemen die ontstaan bij de verkoop van goederen, met name bij meningsverschillen met afnemers en kopers; - De student kan een verkoopfactuur inclusief BTW opstellen; - De student kan een inschatting maken van de risico’s die de verkoop van goederen met zich meebrengt op het gebied van productaansprakelijkheid; - De student kan een inschatting maken van de arbeidsrechtelijke en fiscale gevolgen van het inhuren van werkkrachten cq het aannemen van 48 werknemers; - De student kan een inschatting maken van de bescherming die een handelsnaam en producten genieten zowel nationaal als internationaal; - De student toont inzicht in de gevolgen van een falende onderneming en kan aangeven wat de gevolgen van een faillissement of een surseance van betaling voor een onderneming en de ondernemer zijn; - De student toont inzicht in het belang van huwelijkse voorwaarden voor de ondernemer, in het bijzonder bij echtscheiding en kent het belang van het opstellen van een testament voor de ondernemer, onder andere in het kader van bedrijfsopvolging. 13. Tentaminering Naam deeltentamen Recht Code deeltentamen BREREC1A.1 Toetsvorm Schriftelijke tentamen Individueel Ja Aantal examinatoren 1 tentamenperiode T1/T3 Herkansing T4 Duur 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 100% 14. Verplichte literatuur BREREC1A - "Praktisch bedrijfsrecht", Mr. J.W.J. Fiers, uitgever Noordhoff uitgevers, ISBN 9789001768669 - Wetteksten Hoger Onderwijs, onder redactie van Mw. Mr A.M.M.M. van Zeijl, Noordhoff uitgevers, ISBN 9789001780074 (overigens steeds de laatste versie) 15. Aanbevolen literatuur n.v.t. 16. Software n.v.t. BREREC1A - Lessen in Powerpointpresentatie op Scholar; - Verwijzingen naar internetbronnen; - In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd: - Hoorcollege - Werkcollege 17. Overige materialen 18. Activiteiten 19. Werkvormen 20. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek BREREC1A 1 2 4 4 21. Onderwijsperiode B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 3 4 4 5 4 4 6 4 7 4 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 49 22. Maximaal aantal deelnemers 22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer wordt aangeboden en overgangsregeling In overleg De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE, BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC identiek aan de nieuwe OWE’s BAE, BPO en BRE. n.v.t. 50 BEO Voorbereiding Eigen Onderneming 1. Titel onderwijseenheid (OWE) Voorbereiding Eigen Onderneming (BEO) 2. Opleiding Small Business en Retail Management 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse B-cluster, niveau 1 De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming. 4. Beroepstaak/ beroepstaken 5. Centrale beroepstaak De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. BEOTWI1A - Bedrijfsidee 6. Beroepsproducten BEOBON1A/BEOBON2A Plan van aanpak - Vragenlijst - Analyse - Rapportage (fact sheet + reflectie) BEOBAM1A Portfolio Studiepunten/ studielast Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependa-gen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 110 83 13 10 9 7 132 100 Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid / stage, docent niet fysiek aanwezig. 7. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studiepunten: Studielast: 110 51 fysiek aanwezig is Totaal 8. Samenhang met andere OWE’s 110 132 210 Totaal Het niveau van deze OWE is : 1 In de OWE Eigen Onderneming worden modules aangeboden die van belang bij het starten en/of managen van een onderneming. 9. Ingangseisen Binnen deze OWE vallen : - Ontwikkeling van een bedrijfsidee (BEOTWI1B) - Onderzoeksvaardigheden (BEOBON1B) - Analyse- en ondernemersvaardigheden (BEOBAM1B) - Studieloopbaanbegeleiding (BEOSLB2A) BEOTWI1A In deze module werkt de student aan het bedenken van een bedrijfsidee voor de module Student Company. Iedere les wordt hiertoe een stap gemaakt. Alle stappen worden uitgewerkt in een rapport dat aan het einde van de module opgeleverd wordt. Leerdoelen: - De student is in staat om kansdenken in te zetten om tot een bedrijfsidee te komen. - De student is in staat om trends die passen bij het bedrijfsidee in kaart te brengen en te analyseren. - De student is in staat om de gevonden trends te gebruiken om een bedrijfsidee te verbeteren. 10. Algemene omschrijving BEOBON1A/BEOBON2A In deze module leert de student de theorie uit het A-cluster toepassen. De student gaat zelf onderzoek doen: de student gaat een onderzoek opzetten, de data verzamelen en de resultaten verwerken. De student maakt een korte rapportage van het onderzoek. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en kwalitatief deel. De onderwerpen die aan bod komen zijn: - Het maken van een Plan van Aanpak - Het uitvoeren van online verkennend onderzoek - Het maken van een vragenlijst - Werken met SPSS - Interviews Leerdoelen: - De student kan een onderzoeksvraag vertalen naar een plan van aanpak om (een deel van) de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. - De student bereidt een kwalitatief en een kwantitatief marktonderzoek voor en voert dit uit. - De student voert, bij een kwantitatief onderzoek, op correcte wijze gegevens in SPSS in en bewerkt en analyseert de gegevens hiermee zodanig dat deze worden omgezet in relevante informatie. - De student verwerkt bij kwalitatief onderzoek op correcte wijze gegevens en analyseert deze om tot relevante informatie te komen. - De student toont analytisch inzicht en probleemoplossend vermogen. - De student kan op constructieve wijze een interview afnemen, waarbij hij de juiste informatie kan verkrijgen. 52 - De student kan een vragenlijst formuleren waarmee hij relevante informatie voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag achterhaalt. BEOBAM1A In deze module kom de student vanuit verschillende invalshoeken in aanraking met de alledaagse praktische aspecten van ondernemerschap. Leerdoelen: De student - voert deskresearch uit - neemt interviews af - presenteert bevindingen op motiverende wijze - doet via verschillende werkvormen praktische kennis op over ondernemerschap en krijgt derhalve meer inzicht in het werkveld BEOSLB1A Tijdens de module Studieloopbaanbegeleiding B-cluster staan de volgende onderwerpen centraal: - Studievoortgang - Sociale betrokkenheid bij de opleiding - Inhoudelijke betrokkenheid bij de opleiding - Studiemotivatie - Overgang naar de hoofdfase. Leerdoelen: - De student beschrijft studiemotivatie technieken en past deze toe. - De student beschrijft de relevantie van de onderwezen kennis, - Vaardigheden en attitude in relatie tot het toekomstige beroep. De student toont betrokkenheid bij de opleiding. BEOTWI1A DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 SBRM Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en – cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en.of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. 11. Competenties Competentieniveau 1: SBRM Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en – cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes Competentieniveau 1: SBRM In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen. 53 Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie. BEOBON1A/BEOBON2A DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Opstellen plan van aanpak voor een kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Maken van eenvoudige vragenlijst weliswaar aansluitend op de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwalitatief / kwantitatief onderzoek + verwerken data (SPSS). Opstellen eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen/beschrijvend niveau. BEOBAM1A DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. DC9: Sociale en communicatieve competentie BEOSLB1A DC 9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) 12. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. BEOTWI1A.7 Er zijn kansen in kaart gebracht op basis waarvan bedrijfsidee tot stand is gekomen dat bruikbaar is voor de Student Company. Voor het bedrijfsidee zijn relevante trends in kaart gebracht en geanalyseerd. De relevante trends zijn gebruikt om het bedrijfsidee te verbeteren. De resultaten in een eindpresentatie en rapport zijn op een dusdanige wijze verwoord en gepresenteerd dat duidelijk is welk proces is doorlopen en wat de inhoudelijke bevindingen zijn. De student past de theorie over het plan van aanpak, enquêtes en meetniveau toe De student voert analyses in SPSS uit die passen bij het meetniveau van de (afhankelijke) variabele De student presenteert de juiste tabellen, grafieken en samenvattende statistische maten. De student concretiseert een plan van aanpak (A) De student doet verkennend On- en Offline onderzoek (B) De student formuleert een vragenlijst die aansluit bij de probleemstelling met gebruikmaking van het verkennend onderzoek uit module onderzoek in A cluster(C) De student neemt de enquête af en verwerkt en analyseert de gegevens in SPSS (D) De student formuleert een interview vragenlijst met gebruikmaking van het verkennend en kwantitatief onderzoek (E) De student neemt interviews af en werkt deze uit (F) De student verwerkt en analyseert interviews (G) De student presenteert de resultaten uit producten ABCDEFG in een rapport, zodat deze inzichtelijk worden gemaakt voor de doelgroep (H) Er is deskresearch gedaan naar praktische ondernemersthema’s. De deskresearch is uitgewerkt in een korte rapportage en gebaseerd op minimaal 15 bronnen. De interviews hebben bijgedragen tot het thema en zijn correct en met diepgang uitgevoerd. BEOBON1A.1 BEOBON2A.5 BEOBAM1A.8 54 De deskresearch en de interviews zijn met de duopartner op professionele wijze gepresenteerd aan de klas met behulp van verzorgde sheets en waarbij is voldaan aan de overige voorwaarden uit de handleiding. Het gelezen boek is op levendige wijze gepresenteerd aan de klas met behulp van verzorgde sheets en waarbij is voldaan aan de overige voorwaarden uit de handleiding. Het portfolio bevat 50 praktische ondernemerstips (do’s en dont’s). Per tip is een bron aangegeven. Elke tip is voorzien van nadere uitleg en bij elke tip is onderbouwd waarom voor deze tip is gekozen. De tips zijn zorgvuldig uitgewerkt. Er is een gevarieerde keuze gemaakt uit de kennis van het actualiteitencollege, de deskresearch & interviews van het eigen thema, de deskresearch & interviews van de thema’s van anderen, de gastcolleges, het eigen gelezen boek, boeken gelezen door anderen en eventuele andere werkvormen. BEOSLB2A.9 Een actieve deelname aan de bijeenkomsten en gesprekken. 13. Tentaminering Naam deeltentamen Business Onderzoek Business Onderzoek Trendwatching en innovatie Code deeltentamen BEOBON1A.1 BEOBON2A.5 BEOTWI1A.7 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Opdracht Portfolio Individueel Ja Groep Groep en individueel Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 P2/P4 (OW6) P2/P4 Herkansing T4 P2/P4 (OW8) P2/P4 Duur 120 min. n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 16,6% Naam deeltentamen Business Analyse MKB Studieloopbaanbegeleiding BEOBAM1A.8 BEOSLB2A.9 Toetsvorm Portfolio Continuous assessment en/of participatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode P2/P4 P1 en 2 of P3 en P4 Herkansing 2 weken na beoordeling Vervangende opdracht Duur n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voldaan Code deeltentamen 16,6% 33,4% 55 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. n.v.t. 33,4% Cijfers spreken. Brinkman, J. Wolters Noordhoff 5e druk, ISBN 978-9001-80245-5 - Syllabus Statistiek - Eén boek van de BAM-literatuurlijst (zie studiehandleiding BAM) - Trends herkennen, begrijpen, gebruiken, creëren, F. Maenhoudt, ISBNnummer 978-90-807404-1-9 n.v.t. - 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten SPSS versie 17 BEOBON1A/BEOBON2A Projecthandleiding, syllabi, opdrachten uitgereikt in de klas. BEOSLB2A.9 Studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding B-cluster BEOBAM1A Studiehandleiding zie 18. 19. Les-/contacturen De volgende werk/lesvormen worden aangeboden: - Projectwerk - Presentatiecollege - Werkcollege - Duowerk - Gastcollege - Groepsbijeenkomsten - Persoonlijke gesprekken Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 8 BEOBON1A 2 2 2 2 2 2 2 2 18. Werkvormen BEOBON2A * BEOTWI1A 4 BEOBAM1A 1 BEOSLB2A* 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 5 4 4 4 2 9 10 1 2 3 4 5 6 7 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 4 2 2 2 2 2 2 8 9 10 2 2 2 2 Twee verplichte bijeenkomsten, één optionele groepsbijeenkomst en ten minste één individueel gesprek. 20. Onderwijsperiode B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar De naam van de OWE is veranderd van Voorbereiding Student Company in Voorbereiding Eigen Onderneming. Onderliggende modules zijn niet veranderd. 56 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 57 ABO1 1. Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2 Titel onderwijseenheid (OWE) ABO1 Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2 2. Opleiding IBL, CE, CO, SBRM 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie. 5. Centrale beroepstaak n.v.t. 6. Beroepsproducten n.v.t. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 7. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten: 2,5 Studielast: 8. Samenhang met andere OWE’s 9. Ingangseisen 10. Algemene omschrijving Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Aantal geprogram-meerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 28 21 3 46 49 Totaal Totaal 70 Het niveau van deze OWE is: 1 In deze onderwijseenheid wordt de basis aangereikt. ABO1-BDE1B/2B betreft de basiskennis bedrijfseconomie van waaruit de opleidingen verder kunnen werken. Tevens is er een samenhang met marketing en sales (commercieel rekenen). Er geldt voor ABO1-BDE1B en 2B geen aanwezigheidsplicht. Binnen deze OWE vallen: Bedrijfseconomie - ABO1-BDE1B en -BDE2B 58 Na het volgen van deze modulen hebben studenten basiskennis op het gebied van bedrijfseconomie en financiering én kunnen ze een eenvoudige jaarrekening beoordelen. Studenten die na T1 (of T3 voor februaristarters) een onvoldoende hebben behaald voor ABO1 BDE1A.1 worden autimatisch geplaatst in de deficiëntiecursus bedrijfseconomie/rekenvaardigheden 1. Deze studenten krijgen de gelegenheid om het deeltentamen ABO1 BDE1A.1 in de eerstvolgende tentamenperiode te herkansen. 11. Competenties Studenten die na T2 (of T4 voor februaristarters) een onvoldoende hebben behaald voor ABO1 BDE2A.1 worden autimatisch geoplaatst in de deficiëntiecursus bedrijfseconomie/rekenvaardigheden 2. Deze studenten krijgen de gelegenheid om het deeltentamen ABO1 BDE2A.1 in de eerstvolgende tentamenperiode te herkansen. Competentie CE: 5 - Het opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het marketingbeleid. Competenties CO: 1 - Analyseren en onderzoek Competenties IBL: 5 - Het opstellen, uitvoeren, bijstellen van diverse plannen met betrekking tot internationalisering op basis van het beleid internationale marketing. 12. Beoordelingscriteria ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE2B.1 13. De student beheerst basisvaardigheden rekenen. De student weet welke bedrijfsbeslissingen een organisatie heeft te nemen en welke onderwerpen in een ondernemingsplan aan de orde komen. De student benoemt de onderdelen van een financieel plan en begrijpt de samenhang tussen de onderdelen die er in voorkomen en kan alle onderdelen van het financieel plan toepassen. De student toont aan inzicht te hebben in balansmutaties en kan financiële feiten verwerken in een eindbalans. De student begrijpt de gevolgen van een aantal financiële feiten voor de balans en de winst- en verliesrekening en kent de verschillen tussen ontvangsten/opbrengsten en uitgaven/kosten. De student kent en begrijpt het onderwerp BTW. De student beheerst basisvaardigheden rekenen. De student kent het belang van financiële kengetallen, kan deze berekenen, interpreteren en er een waardeoordeel aan toekennen. De student weet het verschil tussen vaste- en variabele kosten, begrijpt de noodzaak om inzicht te hebben in de kosten en welke factoren de kostprijs beïnvloeden. De student kent de verschillende wijzen waarop de kosten berekend kunnen worden en kan deze toepassen. Tentaminering Naam deeltentamen ABO1-BDE1B ABO1-BDE2B Code deeltentamen ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE2B.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 Herkansing T4 T2: voor deelnemers aan deficientiecursus 1 T5 T3: voor deelnemers aan deficientiecursus 2 Duur 90 minuten 90 minuten 59 Hulpmiddelen Rekenmachine: NIET grafisch Rekenmachine: NIET grafisch Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 50% binnen de gehele OWE 14. Verplichte literatuur Auteur: Heezen, A.A.W., titel: Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording, druk: 2, ISBN: 9789001805791, uitgever: Noordhoff 15. Aanbevolen literatuur n.v.t. 16. Software n.v.t. 17. Overige materialen Syllabus: Bedrijfseconomie IB&C,SN-0728 50% binnen de gehele OWE Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: - hoorcollege - werkcollege - discussiecollege - presentatiecollege 18. Activiteiten 19. Werkvormen 20. Les-/contacturen Onderwijsweek ABO1-BDE1B ABO1-BDE2B 21. Onderwijsperiode 22. Maximaal aantal deelnemers 23. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 24. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 1 2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 1 2 3 4 5 6 7 2 2 2 2 2 2 2 8 9 10 A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. In overleg. De modulen zijn opgenomen in een aparte onderwijseenheid ABO1. n.v.t. 60 ABO2 1. Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 Titel onderwijseenheid (OWE) ABO2 Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 2. Opleiding IBL, CE, CO, SBRM 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak De beroepsbeoefenaar ondersteunt bij de uitvoering en evaluatie van eenvoudig marktonderzoek. Beroepsproducten Opdrachten 5. 6. n.v.t. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 7. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten: 2,5 Studielast: 8. Samenhang met andere OWE’s 9. Ingangseisen 10. Algemene omschrijving Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studie-reizen, beroepen-dagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Aantal geprogram-meerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 28 21 2 47 49 Totaal Totaal Het niveau van deze OWE is: 1 In deze onderwijseenheid wordt de basis aangereikt. ABO2-ONZ1C valt binnen de leerlijn onderzoek. In het B-cluster en het tweede jaar krijgt de module een vervolg. Er geldt voor ABO2-ONZ1C: aanwezigheidsplicht. Binnen deze OWE valt: Onderzoek - ABO2-ONZ1C 70 Na het volgen van deze module weet je wat onderzoek doen betekent en inhoudt. Centraal hierbij staan systematisch werken, dataverzameling en verslaglegging van onderzoek. Je leert hoe je een kwantitatief en een kwalitatief onderzoek moet opzetten. 61 11. 12. Competenties Competentie CE: 2 Het opzetten, uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentie CO: 1 Analyseren en onderzoek. Competentie IBL: 2 Het uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van (internationaal) marktonderzoek. Competentie SB&RM: 2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Beoordelingscriteria ABO2-ONZ2C.5 ABO2-ONZ2C.1 13. De student: voert adequaat een marktonderzoek uit; interpreteert, toetst en evalueert dit onderzoek. De student: kent begrippen die samenhangen met het plan van aanpak, deskresearch, methoden van onderzoek en kan deze correct toepassen; kent de verschillende soorten onderzoek, onderzoeksdoelen, en kent de termen betrouwbaarheid/validiteit/populatie/ steekproef/ representativiteit en kan deze toepassen. Tentaminering Naam deeltentamen ABO2-ONZ1B ABO2-ONZ1B Code deeltentamen ABO2-ONZ2C.1 ABO2-ONZ2C.5 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Opdracht Individueel Ja Nee Aantal examinatoren 1 1 Toetsperiode T2/T4 P2/P4 Herkansing T5 Een week na ontvangst van de negatieve beoordeling. Duur 120 min. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 60% binnen de gehele OWE 40% binnen de gehele OWE 14. Verplichte literatuur Onderzoek - ABO2-ONZ1C Auteur: Os, R. van, Pieters, I., titel: Basisboek Praktijkonderzoek, druk: 1, ISBN: 9781781346846, uitgever: Pearson 15. Aanbevolen literatuur n.v.t. 16. Software n.v.t. 17. Overige materialen 18. Activiteiten 19. Werkvormen Onderzoek - ABO2-ONZ1C Syllabus: Onderzoek doen, ABO-ONZ1B.1, SN-0741 (zie Scholar) PPT’s lessen (zie Scholar) Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: - hoorcollege - werkcollege - discussiecollege 62 20. Les-/contacturen Onderwijsweek ABO2-ONZ2C 1 2 2 2 21. Onderwijsperiode 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. 22. Maximaal aantal deelnemers In overleg 23. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar De modulen zijn opgenomen in een aparte onderwijseenheid ABO2. De module is gewijzigd. ABO-ONZ1B.0, ABO-ONZ1B.1 en ABOONZ1B.5 zijn vervallen. 24. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 63 ADP1 1. De Professional Titel onderwijseenheid (OWE) ADP1 De professional 2. Opleiding IBL, CE, CO, SBRM 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau:1 De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie)loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding). De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer. 4. Beroepstaak/ beroepstaken De student krijgt inzicht in zijn/haar toekomstig beroepenveld. Op basis van persoonlijke competenties en verkregen competenties tijdens de opleiding zal hij/zij een mogelijke keus kunnen maken ten aanzien van zijn/haar toekomstig beroep. De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie. 6. 7. Centrale beroepstaak Beroepsproducten Studiepunten/ studielast n.v.t. Actualiteiten en trends Portfolio (met eindopdracht) Beroepsoriëntatie Presentatie Portfolio Ondernemendheid Presentatie Schriftelijke toets Studieloopbaanbegeleiding Participatie Studiepunten: 7,5 Studielast: Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. 5. - ADP1-ATR1A - ADP1-BPO1B - ADP1-ONH1D - ADP1-SLB1A Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 88 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 66 13 9,75 4 3 105 78,75 64 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 8. Samenhang met andere OWE’s 9. Ingangseisen Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Totaal 18 131,75 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: 1 De OWE bereidt de student voor op opleiding en beroep. Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting: ADP1-ATR: hoorcolleges: max. 2 lessen mogen gemist worden. Mis je er meer: onvoldoende. Werkcolleges: max. 1 les mag gemist worden, dan krijg je een vervangende opdracht. Mis je meer werkcolleges, dan heeft dat een onvoldoende voor ADP1-ATR1A tot gevolg. ADP1-BPO1B: periode 1/3: minimaal 5 van de 7 lessen verplichte aanwezigheid. Beroependag: verplichte aanwezigheid. Periode 2/4: lesweek 1, 3, 5, 6, en 7 zijn klassikaal en verplicht. Er mag 1 les gemist worden. De meeloopdag/ministage is verplicht. ADP1-ONH1D: aanwezigheidsplicht. Een maal afwezig: maken vervangende opdracht. Twee maal afwezig: student mag niet meer deelnemen aan lessen en presentatie. Student krijgt onvoldoende voor de presentatie en moet lessen volgend semester opnieuw volgen. Reflectieverslag volgens studiehandleiding inleveren, voorafgaand aan presentatie. AD1P-SLB1A: aanwezigheidsplicht voor alle bijeenkomsten in P1,P2, P3,P4 en het individuele gesprek in P2/P4. Binnen deze OWE vallen: Actualiteiten en trends Beroepsoriëntatie Ondernemendheid Studieloopbaanbegeleiding 10. Algemene omschrijving 113,25 - ADP1-ATR1A ADP1-BPO1B ADP1-ONH1D ADP1-SLB1A Actualiteiten en trends ADP1-ATR1A Tijdens deze module staan de volgende zes thema’s centraal: Trendwatching; Cool Politics (Nederlandse Politiek); MVO; Lifestyle; Macro Economics; Nederland in Europa. Over deze thema’s worden actualiteiten en trends besproken. Deze module geeft je inzicht in deze belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen ervan voor het bedrijfsleven. Je gaat deze thema’s zelf onderzoeken en je bevindingen mondeling of schriftelijk presenteren. Beroepsoriëntatie ADP1-BPO1B Na het volgen van deze module heb je inzicht in het werkveld waar je terecht kunt komen na je studie. Je weet welke functie, rollen en taken bij je eventuele beroep horen en welke competenties daarvoor van belang zijn. Ook weet je wat de rol/plaats is van jouw vakgebied binnen een organisatie. Ondernemendheid ADP1-ONH1D Tijdens de module Ondernemendheid staan de volgende thema’s centraal: professionele en communicatieve vaardigheden; zelfreflectie en initiatief nemen; 65 - 11. Competenties samenwerken en leidinggeven; netwerken en creativiteit. Studieloopbaanbegeleiding - ADP1-SLB1A Tijdens de module Studieloopbaanbegeleiding staan de volgende onderwerpen centraal: kennismaken met de organisatie en met elkaar; studievoortgang en tentamenplanning; bevestiging van de studiekeuze. Actualiteiten & Trends Competentie CE: 1, 3, 11 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. Competenties CO: 1 Analyseren en onderzoek Competenties IBL: 1, 3, 10 Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten, t.b.v. een grotere of kleinere internationale markt. Internationale marktanalyse en concurrentieanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Zelfsturende competentie (Intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). Ondernemendheid, Beroepsoriëntatie, Studieloopbaan Competenties CE: 10 en 11 Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. Competenties CO: 1, 2, 3, 4, en 5 Analyseren en onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid Plannen en organiseren Creëren en organiseren Representeren Competenties IBL: 9 en 10 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 12. Beoordelingscriteria ADP1-ATR1A.8 Alle opdrachten worden beoordeeld op de volgende criteria: Brongebruik: de student laat zien dat hij minimaal de verplichte bronnen heeft gebruikt en zich daarnaast zelf in extra relevante bronnen heeft verdiept, waarvan één voor actualiteiten. Argumentatie: De student gebruikt feitelijke informatie in de argumentatie en maakt een vertaling van die informatie naar gevolgen voor de bedrijfstak. Vorm: verzorgd, aantrekkelijk, verrassend. ADP1-BPO1B.6 Presentatie opdracht vakbladen 66 1. ADP1-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.9 ADP1-ONH1D.6 ADP1-SLB1A.9 De student verantwoordt overtuigend waarom hij dit vakblad gekozen heeft. 2. De student geeft met relevante argumenten aan hoe de inhoud van de artikelen relevant is voor het werkveld. 3. De student geeft een juiste weergave van wat speelt in het werkveld door een artikel nader toe te lichten aan medestudenten. 4. De student beargumenteert welke aspecten van het beroep hem interesseren. Portfolio 1. De student schetst een compleet, correct en realistisch beeld van het werkterrein dat past bij de opleiding, waarin de uitkomsten van de interviews en de beroependag aantoonbaar zijn meegenomen. 2. De student benoemt minimaal vier relevante vakbladen en twee online en twee offline netwerken. 3. De student maakt gebruik van personeelsadvertenties en geeft op basis daarvan een compleet en realistisch beeld van de competenties van de beroepsbeoefenaar. 4. De student geeft mogelijke relevante functies aan en geeft een globaal beeld van taken en werkzaamheden behorend bij deze functies. 5. De student beschrijft minimaal twee trends in het vakgebied en levert relevant bewijs hiervoor. 6. De student maakt een goed gestructureerd, logisch opgebouwd portfolio (voorpagina, inhoudsopgave, inleiding, conclusie/reflectie, bronvermelding en bijlagen) Product (documentaire, tentoonstelling of presentatie) 7. De student heeft inzicht in het werkterrein dat past bij de opleiding en de competenties die voor het uitvoeren van een beroep in het werkveld nodig zijn en laat die aan de hand van het product zien. Verplichte meeloopdag/ministage: 1. De student loopt een dag mee bij een bedrijf dat aansluit bij zijn/haar opleiding (ministage). 2. De student schrijft een verslag waarin hij het bedrijf en de uitgevoerde werkzaamheden beschrijft. 3. De student schrijft een reflectie/conclusie. Presentatie De student kiest drie onderwerpen uit de lessen waarover hij presenteert. Per onderwerp komt het volgende aan de orde: - de student benoemt kennis over het onderwerp; - de student licht dit toe aan de hand van een relevant voorbeeld uit eigen leven; - de student analyseert dit voorbeeld; - de student benoemt eigen sterktes met betrekking tot het onderwerp; - de student benoemt eigen sterktes met betrekking tot het onderwerp; - de student benoemt voornemen hoe zich in de toekomst verder te ontwikkelen met betrekking tot dit onderwerp; - de presentatie bevat creatieve elementen; - de student presenteert in de ik-vorm; - de student bewaakt time management. Voorbereiding op bijeenkomsten/gesprek en actieve participatie. Tentaminering Naam deeltentamen ADP1-ATR1A ADP1-ONH1D1 ADP1-SLB1A Code deeltentamen ADP1-ATR1A.8 ADP1-ONH1D.6 ADP1-SLB1A.9 Presentatie Aanwezigheid en actieve participatie Ja Ja Toetsvorm Individueel Portfolio (met eindopdracht) Nee (voorwaarde voor een eindcijfer is wel dat individueel 12 actualiteiten met stelling worden ingeleverd) 67 Aantal examinatoren 1 1 1 P1 of P3 Arnhem P2 of P4 Nijmegen Twee weken na ontvangst van de negatieve beoordeling: herkansing. P1/P3 Nijmegen P2/P4 Arnhem P1/P2 of P3/P4 (continuous assessment) P3 Nijmegen P4 Arnhem Volgend semester Duur n.v.t. n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. PPT of Prezi toegestaan. n.v.t. Tentamenperiode Herkansing Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Portfolio: min. 6.0 (weging 50%) 5.5 Voldaan Eindopdracht: min. 5.5 (weging 50%) Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 34% binnen de gehele 33% binnen de gehele onn.v.t. onderwijseenheid derwijseenheid 1 De module ADP-ONH1D wordt in periode 1 en 3 aangeboden in Nijmegen en in periode 2 en 4 in Arnhem aangeboden. Weging Naam deeltentamen ADP1-BPO1B ADP1-BPO1B ADP1-BPO1B Code deeltentamen ADP1-BPO1B.6 ADP1-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.9 Toetsvorm Presentatie Portfolio Meeloopdag/ministage Individueel Groepsopdracht Ja + duo Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode P1/P3 P2/P4 P2/P4 (OW 8) Herkansing P1/P3 (OW 7), op afspraak met docent P2/P4 (OW 7), op afspraak met docent P4/P2 (OW 8) volgend semester of op eigen gelegenheid Duur n.v.t. n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 voldaan Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 16,5% binnen de gehele onderwijseenheid 13. Verplichte literatuur n.v.t. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16,5% binnen de gehele onderwijseenheid n.v.t. Actualiteiten en Trends - ADP1-ATR1A - Studiehandleiding - Digitale bronnen op Scholar en handouts 16. Overige materialen Beroepsoriëntatie - ADP1-BPO1B Studiehandleiding Beroepsoriëntatie Vakblad Ondernemendheid - ADP1-ONH1D Studiehandleiding Ondernemendheid (Scholar) 68 17. Activiteiten 18. Werkvormen Studieloopbaanbegeleiding - ADP1-SLB1A Studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding Groepsopdrachten Individuele opdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: hoorcollege; discussiecollege; presentatiecollege; practica/werkcolleges; workshops; intervisie; persoonlijk gesprek. 19. Les-/contacturen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Onderwijsweek 1 ADP1-ATR1A 4 4 4 4 4 4 4 2 (Arnhem) ADP1-ATR1A1 4 4 4 4 4 4 4 2 (Nijmegen) ADP1-BPO1B 2 2 2 2 2 2 2 42 2 2 2 2 2 2 2 83 ADP1-ONH1D4 2 2 2 2 2 2 2 4 2 2 2 2 2 2 2 4 ADP1-SLB1A 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 De module Actualiteiten en Trends en de module Online worden afwisselend aangeboden in Arnhem en Nijmegen. Beide modules hebben een looptijd van één periode. De toets wordt afgenomen in de periode waarin de module wordt aangeboden. In week 8 kan, indien nodig voor deze module, op dinsdag of woensdag een inhaalles worden gepland. 2 In onderwijsweek 8 wordt bij ADP-BPO de beroependag georganiseerd. Deze is verplicht. 3 Meeloopdag/ministage BPO. Deze is verplicht. 4 ADP-ONH1D heeft een looptijd van 1 periode en wordt elk semester 1x aangeboden in Arnhem en 1x in Nijmegen. A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. 20. Onderwijsperiode ADP1-ATR1A wordt in periode 1/3 aangeboden in Arnhem en in periode 2/4 in Nijmegen. In overleg. 21. Maximaal aantal deelnemers Lessen ADP1-ONH1D zijn in halve groepen. 22. Wijzigingen ten opzichte ADP1-ONH1D.6: bij de presentatie komen drie onderwerpen aan van vorig jaar de orde (i.p.v. twee het afgelopen jaar). 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en ATR1A is opgenomen in de onderwijseenheid ADP1. overgangsregeling 69 AMM1 Marketing 1 1. Titel onderwijseenheid (OWE) AMM1 Marketing 1 2. Opleiding CE, CO, SBRM, IBL 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer. 5. Centrale beroepstaak n.v.t. 6. Beroepsproducten Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 7. Marketing Portfolio’s Presentaties Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogram-meerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 52 39 4 3 56 42 2 96 98 Totaal 8. Samenhang met andere OWE’s 9. Ingangseisen 140 Studiepunten: 5 Het niveau van deze OWE is: 1 De OWE maakt deel uit van de pijlers marketing en marketingcommunicatie, die door de hele opleiding lopen. De OWE maakt bij de opleiding IBL deel uit van de peiler International Business. Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting: 70 AMM1-MKT1B en -MKT2B: 10 van de 13 lessen moeten gevolgd worden, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend aan het portfolio (zie de studiehandleiding). Binnen deze OWE vallen: Marketing 1 – AMM1-MKT1B Marketing 2 – AMM1-MKT2B 10. Algemene omschrijving AMM1-MKT1B.8 AMM1-MKT2B.1 AMM1-MKT2B.6 11. Competenties AMM1-MKT2B.8 12. Marketing: Na het volgen van deze module weet je wat marketing inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketing 1A en 2A aan bod. Marketing 1A: 1. Wat is Marketing? 2. Strategieontwikkeling en Marketingplanning 3. De marketingomgeving De student2A: toont aan de theorie die wordt behandeld in AMM-MKT1A te Marketing kunnen toepassen middels het beantwoorden van verschillende casusvra1. Koopgedrag gen, past inzichten toeenenmarketinginformatie kan theoretische modellen herkennen in prak2. Marktonderzoek tijksituaties. 3. Marktsegmentatie en positionering De student 1B kentende2B theorie die betrekking heeft op het analyseren van de Marketing markt, als omschreven in de Competenties CE 1, 3 en 4 verplichte literatuur: wat is marketing; Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en strategieontwikkeling en marketingplanning; ondernemend. de marketingomgeving. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en koopgedrag; zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen marktonderzoek en marketinginformatie; en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de marktsegmentatie en positionering. kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale De student is in staatvan eenrelevante presentatie te verzorgen met betrekking tot een markt op basis nationale en internationale trends. zelf bedachte stelling. Hij dient hierbij voldoende argumenten voor en arOntwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal gumenten tegen de stelling te verzamelen en op basis van deze argumenopererende onderneming en het kunnen onderbouwen van gemaakte ten een analyse en eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verkeuzes. dedigd of verworpen. Hij2maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronCompetenties CO, 1 en nen. Binnen de presentatie wordt gekeken naar lay out correcte spelling Analyseren en onderzoeken grammatica en originaliteit. Ontwikkelen van adviseren over communicatiebeleid Voorts spelen overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik Competenties IBL 1, 3, en 4 van correct communicatie endiensten, samenwerking Initiërenenenzakelijke creërentaal, van non-verbale (hedendaagse) producten en ten met de presentatie-partner eenofrol. behoeve van een grotere kleinere internationale markt. De toont aan de theorie die behandeld in AMM-MKT2A - student Internationale Marktanalyse en wordt Concurrentieanalyse. Vaststellen te voor kunnen middels het beantwoorden van casusvraeentoepassen onderneming van enerzijds de sterktes enverschillende zwaktes op basis van gen, een pastanalyse inzichten toede eninterne kan theoretische modellen van bedrijfsprocessen enherkennen -cultuur, alsin praktijksituaties. onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de internationale markten op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competenties SBRM 2 De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstelling de marketing/marketing-communicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer. Beoordelingscriteria AMM1-MKT1B.6 De student is in staat een presentatie te verzorgen met betrekking tot een toegewezen stelling. Hij dient hierbij voldoende argumenten voor en argumenten tegen de stelling te verzamelen en op basis van deze argumenten een analyse en eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verdedigd of verworpen. Hij maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronnen. Binnen de presentatie wordt gekeken naar lay out, correcte spelling, grammatica en originaliteit. Voorts spelen overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik van correct en zakelijke taal, non-verbale communicatie en samenwerking met de presentatie-partner een rol. Tentaminering 71 Naam deeltentamen AMM1-MKT1B AMM1-MKT1B Code deeltentamen AMM1-MKT1B.6 AMM1-MKT1B.8 Toetsvorm Presentatie Portfolio Individueel Duo, maar individueel beoordeeld1 Duo, maar individueel beoordeeld Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode P1/P3 P1-P3 Herkansing Eind van het semester bij JSNAN/CSNM, zie de syllabus Marketing A-cluster voor de voorwaarden! P1-P3 (OW 9), zie de syllabus Marketing A-cluster voor de voorwaarden! Duur n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 resulterende in voldaan/niet voldaan. 20% binnen de gehele onder20% binnen de gehele onderwijseenWeging wijseenheid heid 1 Elke student ontvangt een persoonlijk beoordelingsformulier. Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Naam deeltentamen AMM-MKT2B AMM-MKT2B AMM-MKT2B Code deeltentamen AMM1-MKT2B.1 AMM1-MKT2B.6 AMM1-MKT2B.8 Toetsvorm Schriftelijke toets (meerkeuzevragen) Presentatie Portfolio Individueel Ja Duo, maar individueel beoordeeld Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T2/T4 P2/P4 P2-P4 Herkansing T5 Eind van het semester bij JSNAN/CSNM, zie de syllabus Marketing A-cluster voor de voorwaarden P2-P4 (OW 9), zie de syllabus Marketing Acluster voor de voorwaarden! Duur 120 minuten n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 20% binnen de ge20% binnen de gehele 20% binnen de gehele hele onderwijseenonderwijseenheid onderwijseenheid heid Marketing – AMM1-MKT1B en 2B - Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de Marketing, druk: 8, ISBN: 9789001817855, uitgever: Noordhoff - Syllabus: Marketing A-cluster, SN-0725 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 72 16. Overige materialen n.v.t. 17. Activiteiten Individuele opdrachten 18. Werkvormen De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Marketing 1. Hoorcollege 2. Discussiecollege 3. Presentatiecollege 4. Wrap-upcollege Marketingcommunicatie 5. Hoorcollege 6. Werkcollege 19. Les-/contacturen Onderwijsweek AMM1-MKT1B AMM1-MKT2B 1 4 20. A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. 21. Onderwijsperiode Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 2 4 3 4 4 4 5 4 6 4 7 2 8 9 1 2 3 4 5 6 7 4 4 4 4 4 4 2 8 9 In overleg Beide modulen zijn opgenomen in een aparte OWE: AMM1. Er is slechts één schriftelijke toets: in T2. n.v.t. 73 10 AMM2 Marketingcommunicatie & Online business 1 1. Titel onderwijseenheid (OWE) AMM2 Marketingcommunicatie en Online Business 1 2. Opleiding CE, CO, SBRM, IBL 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer. 5. Centrale beroepstaak n.v.t. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 7. Beroepsproducten Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. 6. Marketingcommunicatie Portfolio (opdrachten en socrative quizjes) Online Portfolio Studiepunten: 5 Aantal geprogramStudielast: meerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Hoorcollege, werkcollege, lessen 84 Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal 84 Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal 8. Samenhang met andere OWE’s Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 63 63 77 77 Totaal 140 Het niveau van deze OWE is: 1 De OWE maakt deel uit van de pijlers marketing en marketingcommunicatie, die door de hele opleiding lopen. De OWE maakt bij de opleiding IBL deel uit van de peiler International Business. 74 9. Ingangseisen Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting: AMM-MCO1C: zes van de zeven colleges moeten gevolgd zijn, anders wordt het cijfer 5.0 toegekend aan het portfolio. AMM-MCO2C: zes van de zeven colleges moeten gevolgd zijn, anders wordt het cijfer 5.0 toegekend aan het portfolio. AMM-ONL1B: géén aanwezigheidsverplichting. Binnen deze OWE vallen: Marketingcommunicatie 1 - AMM2-MCO1C Marketingcommunicatie 2 - AMM2-MCO2C Online1 - AMM2-ONL1B Marketingcommunicatie -AMM2-MCO1C/2C Na het volgen van deze module weet je wat marketingcommunicatie inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketingcommunicatie 1B en 2B aan bod. 10. Algemene omschrijving 11. Competenties Marketingcommunicatie 1C: Consumentengedrag Werking Marcom Doelgroepen en doelstellingen Budgetten Marketingcommunicatie 2C: Reclame Public Relations Sponsoring Business to business communicatie Vakbeurzen. Online - AMM2-ONL1B Tijdens deze module krijg je inzicht in de opkomst en ontwikkeling van de verschillende aspecten van Online Business en Online Marketing. Door middel van het opzetten van een eigen blog maak je kennis met diverse online communicatie instrumenten. Ook krijg je inzicht in de mogelijkheden die internet en online communicatie bieden voor een bedrijf. Marketingcommunicatie 1C en 2C Competentie CE: Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen Competenties CO: Analyseren en onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid Competentie IBL: Internationale Sales en Internationaal account management. Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne media (zoals CRM, customer relationship management). Competentie SB&RM: - Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. - Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. - Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes Online Business Competenties CE: 8 75 - Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen. Competenties CO: 1, 2, 3, 4, en 5 Analyseren en onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid Plannen en organiseren Creëren en organiseren Representeren Competenties IBL: 6 Internationale Sales en Internationaal Account Management. Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne media (zoals CRM, customer relationship management). Competenties SB&RM: 9 en 10 Sociale en communicatieve competentie Zelfsturende competentie 12. Beoordelingscriteria AMM2-MCO1C.8 AMM2-MCO2C.8 AMM2-ONL1B.8 De student kent de theorie die betrekking heeft op de marketingcommunicatietheorie, als omschreven in de verplichte literatuur: de student toont aan wat de plaats van marketingcommunicatie in een bedrijf is; de student geeft uitleg over consumentengedrag; de student geeft uitleg over de werking van marketingcommunicatie; de student duidt de verschillende doelgroepen; de student past de verschillende budgetmethoden toe en legt uit waarom in welke situatie een bepaalde methode gehanteerd moet worden. De student kent de theorie die betrekking heeft op de marketingcommunicatietheorie, als omschreven in de verplichte literatuur: - de student toont aan kennis te hebben van het instrument reclame en de daarmee samenhangende begrippen; - de student toont aan kennis te hebben van het instrument public relations en de daarmee samenhangende begrippen; - de student toont aan kennis te hebben van het instrument sponsoring en de daarmee samenhangende begrippen; - de student toont aan kennis te hebben van het instrument vakbeurzen en de daarmee samenhangende begrippen; - de student geeft uitleg over de verschillen tussen B2B- en B2Creclame en beschrijft de reclameprocessen in bedrijven. De student: begrijpt de rol van online marketing in de gehele marketingmix; heeft inzicht in de mogelijkheden die internet en online communicatieinstrumenten bieden voor een bedrijf; begrijpt de waarde die een blog een bedrijf kan bieden; zet een blog in wordpress op die voldoet aan de gestelde vormeisen; begrijpt wat de term Search Engine Optimisation (SEO) betekent; past de principes van SEO toe op een blog; begrijpt wat webmonitoring inhoudt en heeft kennis van diverse monitoring tools; heeft inzicht in hoe een blog gemonitoord moet worden; heeft kennis van de mogelijkheden die Facebook een bedrijf biedt; zet een bedrijfsfacebookpagina op; heeft kennis van de mogelijkheden die Twitter een bedrijf biedt; maakt een twitteraccount aan en zet deze op professionele wijze in; heeft inzicht in de kracht van sociale media; heeft inzicht in de mogelijkheden van online adverteren; heeft inzicht in hoe een blog ingezet kan worden ter promotie van een bedrijf; heeft inzicht in online verdienmodellen. Tentaminering 76 Naam deeltentamen AMM2-MCO1C AMM2-MCO2C AMM2-ONL1B1 Code deeltentamen AMM2-MCO1C.8 AMM2-MCO2C.8 AMM2-ONL1B.8 Toetsvorm Portfolio Portfolio Portfolio Individueel Ja Ja Duo’s Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode P1/P3 P2/P4 P1/P3 P2/P4 Herkansing Aanvullende opdracht P1/P3 (OW 7) Aanvullende opdracht P2/P4 (OW 7) P1/P3 P2/P4 Duur - - n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 33% binnen de ge34% binnen de gehele 33% binnen de gehele Weging hele onderwijseenonderwijseenheid onderwijseenheid heid 1 De module ADP-ONL1B wordt in periode 1 en 3 aangeboden in Nijmegen en in periode 2 en 4 in Arnhem. Marketingcommunicatie – AMM2-MCO1C/2C 13. Verplichte literatuur Auteur: Berg, E. de, titel: Basisboek Marketingcommunicatie, druk: 2, ISBN: 9789046903803, uitgever: Coutinho. Online – AMM2-ONL1B: www.marketingfacts.nl 14. Aanbevolen www.dutchcowboys.nl literatuur www.frankwatching.com www.emerce.nl Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur 15. Software n.v.t. Marketingcommunicatie – AMM2-MCO1C/2C - Studiewijzer AMM-MCO. 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Online – AMM2-ONL1B - Studiehandleiding Online - Handouts Groepsopdrachten Individuele opdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Marketingcommunicatie - Hoorcollege - Werkcollege 19. Les-/contacturen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Onderwijsweek AMM2-MCO1C 2 2 2 2 2 2 2 AMM2-MCO2C 2 2 2 2 2 2 2 AMM2-ONL1B4 4 4 4 4 4 4 4 Arnhem AMM2-ONL1B1 4 4 4 4 4 4 4 Nijmegen 1 De module Actualiteiten en Trends en de module Online worden afwisselend aangeboden in Arnhem en Nijmegen. Beide modules hebben een looptijd van één periode. De toets wordt afgenomen in de periode waarin de module wordt aangeboden. 77 10 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. AMM2-ONL1B wordt in periode 1/3 aangeboden in Nijmegen en in periode 2/4 in Arnhem. In overleg Marketingcommunicatie en Online Business vormen één OWE. Marketingcommunicatie is gewijzigd; beide toetsen zijn vervallen. n.v.t. 78 ATC1 Taal en Cultuur 1 - Nederlands 1 en 2 1. Titel onderwijseenheid (OWE) ATC1 Taal en Cultuur 1 - Nederlands 1 en 2 2. Opleiding CE, CO, IBL en SB&RM 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak. De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. 5. Centrale beroepstaak n.v.t. 6. Beroepsproducten Zakelijke brief Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 7. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten: 2,5 Studielast: Op basis van de modulen Nederlands, Engels en Duits 8. Samenhang met andere OWE’s 9. Ingangseisen Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 28 21 3 46 49 Totaal 70 De studiepunten en studiebelasting van de derde vreemde taal binnen IBL vallen onder het B-cluster. Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur 1 maakt deel uit van de leerlijn Taal & Cultuur. Er geldt geen aanwezigheidsverplichting. 79 Binnen deze OWE vallen: Nederlands 1 ATC1-NED1A Nederlands 2 ATC1-NED2A De meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar IB&C. 10. Algemene omschrijving In de modulen Nederlands 1A en 2A komen spelling, interpunctie, stijl, basisgrammatica en zakelijke correspondentie aan bod. In periode 1 worden wekelijks spelling-, interpunctie-, stijl- en grammaticaonderwerpen besproken. In periode 2 wordt er wekelijks theorie behandeld en worden zakelijke brieven besproken. De docent geeft feedback op de brieven die door studenten worden geschreven. Studenten die niet aanwezig zijn geweest tijdens de instructiecolleges van Nederlands 2A, mogen ook geen uitwerking inleveren. Nederlands Competentie CE: 10 Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Competenties CO: 4 Creatie en realisatie van communicatieactiviteiten Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatiekundige organiseert en coördineert de communicatieactiviteiten. Communicatieactiviteiten worden soms in de vorm van projecten of in het kader van evenementen georganiseerd. De organisator/projectleider is verantwoordelijk voor de planning, briefing, draaiboek en de realisatie van de activiteiten en voor de terugkoppeling van het resultaat naar de opdrachtgever. 11. Competenties Competentie IBL: 9 Inter-persoonlijke, sociale en communicatieve vermogens Competenties SBRM: 9 Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) Competenties Communicatie Creatie en realisatie van communicatieactiviteiten Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatiekundige organiseert en coördineert de communicatieactiviteiten. Communicatieactiviteiten worden soms in de vorm van projecten of in het kader van evenementen georganiseerd. De organisator/projectleider is verantwoordelijk voor de planning, briefing, draaiboek en de realisatie van de activiteiten en voor de terugkoppeling van het resultaat naar de opdrachtgever. Niveau: A2/B2 12. Beoordelingscriteria ATC1-NED1A.1 ATC1-NED2A.1 De student geeft aan of het onderstreepte (werk-)woord in de zin goed of fout gespeld is. De student voorziet gegeven zinnen van de juiste interpunctie. De student bepaalt, of gegeven zinnen stijlfouten bevatten. De student schrijft een zakelijke brief die geschreven is in begrijpelijke, passende en correcte taal en die is afgestemd op de doelgroep. Tentaminering 80 Naam deeltentamen Nederlands 1A Nederlands 2A Code deeltentamen ATC1-NED1A.1 ATC1-NED2A.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen, schrapkaarttentamen Basiscursus Nederlandse taal Schriftelijk tentamen Zakelijke correspondentie en e-mail Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 Herkansing T4 T5 Duur 90 minuten 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in een voldaan/niet voldaan. 50% binnen de gehele onderwijs50% binnen de gehele onderwijseeneenheid heid ATC1-NED1: Syllabus: Basiscursus Nederlandse taal, SN-0595 ATC1-NED2: Auteur: Palm-Hoebé, M., titel: Effectieve zakenbrieven, druk: 4, ISBN: 9789001829988, uitgever: Noordhoff Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software 16. Overige materialen Studiehandleiding Nederlands 1 en 2 Groepsopdrachten Individuele opdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Werkcollege Presentatiecollege 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les-/contacturen Onderwijsweek ATC1-NED1A ATC1-NED2A 1 2 2 2 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 1 2 3 4 5 6 7 2 2 2 2 2 2 2 8 9 A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. In overleg Beide modulen Nederlands zijn opgenomen in OWE ATC1. n.v.t. 81 10 ATC2 Taal en Cultuur 2 – Engels 1 en 2 1. Titel onderwijseenheid (OWE) ATC2 Taal en Cultuur 2 - Engels 1 en 2 2. Opleiding CE, CO, IBL en SB&RM 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak. De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. 5. Centrale beroepstaak n.v.t. 6. Beroepsproducten n.v.t. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 7. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten: 2,5 Studielast: Op basis van de modulen Nederlands, Engels en Duits Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 28 21 3 46 49 Totaal 70 De studiepunten en studiebelasting van de derde vreemde taal binnen IBL vallen onder het B-cluster. 82 8. Samenhang met andere OWE’s Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur I maakt deel uit van de leerlijn Taal & Cultuur. 9. Ingangseisen Er geldt geen aanwezigheidsverplichting. Binnen deze OWE vallen: Engels 1 ATC2-ENG1B Engels 2 ATC2-ENG2B 10. Algemene omschrijving De meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar IB&C. De modulen Engels 1 en 2 richten zich op een toepassing in zakelijke context van de vocabulaire en grammaticale kennis. De student heeft inzicht in de opbouw van Engelse teksten. In de modulen Engels 1 en 2 komen grammatica, idioom en Engelse teksten en cultuur aan bod. Competenties CE: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau B1 Competentie CO: 4 Creëren en organiseren Niveau B1 11. Competenties Competentie IBL: 7 Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau B1 Competentie SBRM: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau: B1 12. Beoordelingscriteria ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 - Past de Engelse grammatica correct toe. Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands en andersom. Leest Engelse teksten en beantwoordt de (culturele) vragen correct. Past de Engelse grammatica correct toe. Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands en andersom. Leest Engelse teksten en beantwoordt de (culturele) vragen correct. Tentaminering Naam deeltentamen Engels 1B Engels 2B Code deeltentamen ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 Herkansing T4 T5 Duur 90 minuten 90 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 83 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in een voldaan/niet voldaan. 50% binnen de gehele onderwijs- 50% binnen de gehele onderwijseeneenheid heid Auteur: Voort, P.J. van de, titel: Basic Business Grammar, druk: 2, ISBN: 9789066753754, uitgever: Walva. Auteur: Martin, R.K.M., titel: Engels idioom voor het EAO, druk: 2, ISBN: 9789066753174, uitgever: Walva. Syllabus: Engels in het A-cluster, SN-0755 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. Groepsopdrachten Individuele opdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: hoorcollege werkcollege presentatiecollege 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les-/contacturen Onderwijsweek ATC2-ENG1B ATC2-ENG2B 1 2 2 2 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 1 2 3 4 5 6 7 2 2 2 2 2 2 2 8 9 A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. In overleg Beide modulen Engels zijn opgenomen in OWE ATC2. n.v.t. 84 10 ATC3 Taal en Cultuur 3 – Duits 1 en 2 1. Titel onderwijseenheid (OWE) Taal en Cultuur 3 - Duits 1 en 2 – ATC3 CE- en CO-opleiding Je volgt naast Engels nog één andere taal: of Duits of Frans of Spaans. 2. Opleiding SBRM-opleiding Je volgt Engels en Duits. IBL-opleiding Je volgt naast Engels nog twee andere talen: twee van de drie talen Duits, Frans en Spaans. 3. Doelgroep Voltijd, propedeuse, A-cluster, niveau: 1 4. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak. De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. 5. Centrale beroepstaak n.v.t. 6. Beroepsproducten n.v.t. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 7. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten: 2,5 Studielast: Op basis van de modulen Nederlands, Engels en Duits Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 28 21 4 45 49 Totaal 70 85 8. Samenhang met andere OWE’s Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur I maakt deel uit van de leerlijn Taal & Cultuur. 9. Ingangseisen Er geldt geen aanwezigheidsverplichting. Binnen deze OWE vallen: Duits 1 ATC3-DUR1A Duits 2 ATC3-DUR2A De meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar IB&C. In Duits 1 en 2 komen de basisgrammatica en de basiscorrespondentie aan bod. 10. Algemene omschrijving Studenten die na T1 (of T3 voor februaristarters) een onvoldoende hebben behaald voor ATC3 DUR1A.1 worden autimatisch geplaatst in de deficiëntiecursus Duits 1. Deze studenten krijgen de gelegenheid om het deeltentamen ATC3 DUR1A.1 in de eerstvolgende tentamenperiode te herkansen. Studenten die na T2 (of T4 voor februaristarters) een onvoldoende hebben behaald voor ATC3 DUR2A.1worden autimatisch geoplaatst in de deficiëntiecursus Duits 2. Deze studenten krijgen de gelegenheid om het deeltentamen ATC3 DUR2A.1in de eerstvolgende tentamenperiode te herkansen. Competenties CE: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau A2 Competentie CO: 4 Creëren en organiseren (niveau: A2/B1) Niveau A2 11. Competenties Competentie IBL: 7 Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau A2 Competentie SBRM: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau A2/B1 12. Beoordelingscriteria ATC3-DUR1A.1 - ATC3-DUR2A.1 - Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste geslacht in. Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste meervoud in. Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.t.t. in. Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.v.t. in. Vult de juiste vorm van het voltooid deelwoord in. Vult de juiste uitgang van een woord uit de “der”- of “ein”-groep na een voorzetsel in. Vult de juiste uitgang van het bijvoeglijk naamwoord in. Vult de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in. Vult/kruist het juiste vakwoord in/aan. Schrijft in correct Duits aan de hand van trefwoorden een eenvoudige e-mail in verband met het maken van een afspraak of een reservering. Schrijft in correct Duits aan de hand van tekstbouwstenen een eenvoudige Anfrage, Angebot of Bestellung. Tentaminering 86 Naam deeltentamen Duits 1A Duits 2A Code deeltentamen ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR2A.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 Herkansing T4 T2: voor deelnemers aan deficientiecursus 1 T5 T3: voor deelnemers aan deficientiecursus 2 Duur 120 minuten 120 minuten Hulpmiddelen Schuiflat “Grammaticus” Schuiflat “Grammaticus” Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in een voldaan/niet voldaan. 50% binnen de gehele onderwijs50% binnen de gehele onderwijseeneenheid heid ATC3-DUR1A en ATC3-DUR2A: Auteur: Duijvesteijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, leerboek 1, druk: 1, ISBN: 9789066752948, uitgever: Walvaboek Auteur: Duijvesteijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek 1, druk: 1, ISBN: 9789066752955 uitgever: Walvaboek Auteur: Vries, E. de/Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN: 9789001923518, uitgever: Noordhoff Syllabus: Duits Grammatica, SN-0671 (alleen voor ATC-DUR1A) Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur Alléén voor ATC3-DUR2A: Auteur: Wergen, J., titel: PONS Bürokommunikation Deutsch, druk: 1, ISBN: 9783125618671, uitgever: Ernst Klett Verlag, Syllabus: Korrespondenz propedeuse, SN-0652 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software www.walvaboek.nl (ABC online) 16. Overige materialen Studiehandleiding Duits 1 en 2. 17. Activiteiten Individuele opdrachten 18. Werkvormen De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Werkcollege 19. Les-/contacturen Onderwijsweek ATC3-DUR1A ATC3-DUR2A 1 2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 1 2 3 4 5 6 7 2 2 2 2 2 2 2 8 20. Onderwijsperiode A-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 9 10 87 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling Beide modulen Duits zijn opgenomen in OWE ATC3. n.v.t. 88 BMO1 Marketing 2 Titel onderwijseenheid (OWE) BMO1 Marketing 2 CE, CO, IBL, SBRM, 1. Opleiding 2. Doelgroep Voltijd, propedeuse, B-cluster, niveau: 1 3. Beroepstaak/ beroepstaken CE/SBRM De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer. IBL Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten en communicatie voor het bedrijf of de organisatie. CO De CO’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 6. Beroepsproducten Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. 5. Marketing o Portfolio o Presentatie Studiepunten: 5 Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 52 39 4 3 56 42 6 92 98 Totaal 140 7. Samenhang met andere OWE’s Het niveau van deze OWE is: 1. De OWE maakt deel uit van de pijlers marketing en marketingcommunicatie, die door de hele opleiding CE lopen. 89 8. Ingangseisen De OWE maakt bij de opleiding IBL deel uit van de peiler International Business. Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting: MKT3A: 10 van de 13 lessen moeten gevolgd worden, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend aan het portfolio (zie de studiehandleiding). MKT4A: 10 van de 13 lessen moeten gevolgd worden, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend aan het portfolio (zie de studiehandleiding). Binnen deze OWE vallen: Marketing 3 Marketing 4 9. Algemene omschrijving - BMO1-MKT3B BMO1-MKT4B Marketing Na het volgen van deze module weet je wat marketing inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketing 3 en 4 aan bod. Productbeleid Productontwikkeling Prijsbeleid Distributiebeleid Detailhandel Internationale Marketing Marketing 3 en 4 Competenties CE: 1, 3, 4 en 5 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het marketingbeleid. 10. Competenties Competenties CO: 1 en 2 Analyseren en Onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid Competenties IBL: 1, 3, 4 en 5 Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten, ten behoeve van een grotere of kleinere internationale markt. Internationale marktanalyse en concurrentieanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de internationale markten op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren, bijstellen van diverse plannen met betrekking tot internationalisering op basis van het beleid internationale marketing. - 11. Beoordelingscriteria 90 BMO1-MKT3B.6 BMO1-MKT3B.8 BMO1-MKT4B.1 BMO1-MKT4B.6 BMO1-MKT4B.8 Student verzorgt een presentatie met betrekking tot een marketingstelling. Hij dient hierbij voldoende argumenten voor en argumenten tegen de stelling te verzamelen en op basis van deze argumenten een analyse en eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verdedigd of verworpen. Hij maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronnen. Binnen de presentatie wordt gekeken naar layout, correcte spelling, grammatica en originaliteit. Voorts spelen overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik van correcte en zakelijke taal, non-verbale communicatie en samenwerking met de presentatiepartner een rol. Student toont aan de theorie te kunnen toepassen middels het beantwoorden van verschillende casusvragen, past inzichten toe en kan theoretische modellen herkennen en beschrijven in praktijksituaties. Student kent de theorie die helpt bij het nemen van product- en prijsbeslissingen, distributiebeslissingen en is bekend met internationale marketing, als omschreven in de verplichte literatuur. Student verzorgt een presentatie met betrekking tot een marketingstelling. Hij dient hierbij voldoende argumenten voor en argumenten tegen de stelling te verzamelen en op basis van deze argumenten een analyse en eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verdedigd of verworpen. Hij maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronnen. Binnen de presentatie wordt gekeken naar layout, correcte spelling, grammatica en originaliteit. Voorts spelen overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik van correcte en zakelijke taal, non-verbale communicatie en samenwerking met de presentatiepartner een rol. Student past de theorie toe middels het beantwoorden van verschillende casusvragen, past inzichten toe en kan theoretische modellen herkennen en beschrijven in praktijksituaties. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Presentatie 3A Portfolio 3A Code deeltentamen BMO1-MKT3B.6 BMO1-MKT3B.8 Toetsvorm Presentatie Portfolio Individueel Duo, maar indiv. beoordeeld Duo, maar indiv. beoordeeld Aantal examinatoren 1 1 Toetsperiode P1/P3 P1/P3 Herkansing Eind van het semester bij JSNAN/CSNM, zie de syllabus Marketing B-cluster voor de voorwaarden! P1-P3: inleveren twee weken na beoordeling 1ste kans bij MKT-docent. Duur n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 20% binnen de gehele OWE Naam deeltentamen Marketing 4A Marketing 4A Marketing 4A Code deeltentamen BMO1-MKT4B.1 BMO1-MKT4B.6 BMO1-MKT4B.8 Toetsvorm Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Presentatie Portfolio 20% binnen de gehele OWE 91 Individueel Ja Duo, maar indiv. beoordeeld Duo, maar indiv. beoordeeld Aantal examinatoren 1 1 1 Toetsperiode T2/T4 P2/P4 P2/P4 Herkansing T5 Eind van het semester bij JSNAN/CSNM, zie de syllabus Marketing B-cluster voor de voorwaarden! P2/P4: inleveren twee weken na beoordeling 1ste kans bij MKT-docent. Duur 120 minuten n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 20% binnen de gehele 20% binnen de gehele 20% binnen de gehele OWE OWE OWE Marketing Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de marketing (8e druk), ISBN: 9789001817855, uitgever: Noordhoff Syllabus Marketing B-cluster 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Marketing Studenten werken aan opdrachten en passen de opgedane kennis toe. Marketing De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: hoorcollege; discussiecollege; presentatiecollege; wrap-upcollege. - 19. Les-/contacturen Onderwijsweek BMO1-MKT3B BMO1-MKT4B 1 4 2 4 3 4 4 4 5 4 6 4 7 2 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 4 4 4 4 4 4 2 20. Onderwijsperiode B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4 8 9 . 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling In overleg De modulen marketing zijn opgenomen in een aparte owe: BMO1. De toets BMO-MKT3A.1 vervalt. n.v.t. 92 10 93 BMO 2 Marketingcommunicatie 2 Titel onderwijseenheid (OWE) BMO2 Marketingcommunicatie 2 CE, CO, IBL, SBRM 1. Opleiding 2. Doelgroep Voltijd, propedeuse, B-cluster, niveau: 1 3. Beroepstaak/ beroepstaken CE/SBRM De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer. IBL Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten op communicatiegebied voor het bedrijf of de organisatie. CO De CO’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. 5. Beroepsproducten Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 6. Marketingcommunicatie Marketingcommunicatieplan Studiepunten: 2,5 Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 28 21 2 1,5 30 3 22,5 2 37 45,5 40 47,5 Totaal 70 Het niveau van deze OWE is: 1. De OWE maakt deel uit van de pijlers marketing en marketingcommunicatie, die door de hele opleiding CE en CO lopen. De OWE maakt bij de opleiding IBL deel uit van de peiler International Business. 94 8. 9. Ingangseisen Algemene omschrijving 10. Competenties Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting: Een actieve deelname en aanwezigheid bij 6 van de 7 colleges per periode, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend.; Het marketingcommunicatieplan (BMO-MCO3B.7) wordt pas nagekeken als er voldoende deelname is geweest tijdens de colleges. Deze OWE bestaat uit: Marketingcommunicatie 3 BMO2-MCO3B Marketingcommunicatie Na het volgen van deze module weet je wat marketingcommunicatie inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketingcommunicatie 2 aan bod. Sales promotion Winkelcommunicatie Personal selling Direct Marketing Evenementen E-communicatie Internationale communicatie Instrumenten en media Marketingcommunicatie 3 Competenties CE: 8 Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen. Competenties CO: 1 en 2 Analyseren en Onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid. Competenties IBL: 6 Internationale Sales en Internationaal Account Management. Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne media (zoals CRM, customer relationship management). 11. Beoordelingscriteria BMO2-MC03B.1 BMO2-MC03B.7 De student heeft kennis van alle communicatie-instrumenten, kent de relevante aspecten en weet wanneer ze ingezet moeten worden (zoals omschreven in de verplichte literatuur). De student schrijft een coherent en goed gestructureerd marketingcommunicatieplan. In de criteria zijn meegenomen: de verzorging, de beschrijving van de consument en het product, de marketingcommunicatiedoelgroepen, de marketingcommunicatiedoelstellingen, het voorlopig budget, de beschrijving van de communicatiestrategie, de keuze van de marketingcommunicatiemix en de uitwerkingen hiervan, de mediakeuze, het definitief budget en de planning van de uitvoering en de evaluatie. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Marketingcommunicatie 3B Marketingcommunicatie 3B Code deeltentamen BMO2-MC03B.1 BMO2-MC03B.7 Toetsvorm Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Marketingcommunicatieplan Individueel Ja Nee, in groepjes van maximaal 4 personen Aantal examinatoren 1 1 Toetsperiode T1/T3 P2/P4 Herkansing T4 P2/P4 Duur 120 minuten n.v.t. 95 Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 50% binnen de gehele OWE 13. Verplichte literatuur 50% binnen de gehele OWE Auteur: Berg, E. de, titel: Basisboek Marketingcommunicatie, druk: 1, ISBN: 9789046902349, ), uitgever: Coutinho. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen Studiehandandleiding BMO-MCO en aanvullende literatuur op Scholar. 17. Activiteiten 18. Werkvormen Lesopdrachten.Gedurende het hele semester wordt er gewerkt aan het marketingcommunicatieplan. De volgende werk-/lesvormen worden gehanteerd: hoorcollege; projectwerk aan de hand van een casus. 19. Les-/contacturen Onderwijsweek BMO2-MCO3B 1 2 20. Onderwijsperiode B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 10 1 2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 In overleg De module is opgenomen in een aparte owe: BMO2. n.v.t. 96 10 BTC 1 Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4 Titel onderwijseenheid (OWE) BTC1 Taal & Cultuur Nederlands 3 en 4 CE, CO, IBL, SBRM, 1. Opleiding 2. Doelgroep Voltijd, propedeuse, B Cluster, niveau 1 3. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. 5. Beroepsproducten Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 6. Nederlands Rapport Verkooppresentatie Studiepunten: 2,5 Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 2,5 28 23,5 46,5 46,5 Totaal 70 Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur Nederlands 3 en 4 volgt op Taal & Cultuur Nederlands 1 en 2uit het A-cluster. In het 2e jaar CE, CO en SBRM volgen nog Taal & Cultuur Nederlands 5 tot en met 8. In het tweede jaar IBL volgen nog Taal & Cultuur basis III en IV en Taal & Cultuur Keus III en IV. 97 Algemeen A-cluster Taal & Cultuur Nederlands 1 en 2 is gevolgd. 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving Nederlands Er geldt voor deze OWE de volgende aanwezigheidsverplichting: BTC1-NED3: instructiecollege in OW 1 en de beide presentatie zijn verplicht. Bij afwezigheid in OW 1 kan de student niet meer deelnemen aan de module. BTC1-NED4: instructiecollege in OW 1 is verplicht. Bij afwezigheid in OW 1 kan de student niet meer deelnemen aan de module. Binnen deze OWE valt: Nederlands 3 en 4 - BTC1-NED3A, BTC1-NED4A Nederlands De modules Nederlands 3A en 4A richten zich op het rapport en de verkooppresentatie. Nederlands Competentie CE: 10 Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Competentie IBL: 9 Inter-persoonlijke, sociale en communicatieve vermogens. 10. Competenties Competenties CO: 4 Creatie en realisatie van communicatieactiviteiten Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatiekundige organiseert en coördineert de communicatieactiviteiten. Communicatieactiviteiten worden soms in de vorm van projecten of in het kader van evenementen georganiseerd. De organisator/projectleider is verantwoordelijk voor de planning, briefing, draaiboek en de realisatie van de activiteiten en voor de terugkoppeling van het resultaat naar de opdrachtgever. 11. Beoordelingscriteria Nederlands BTC1-NED3A.5 BTC1NED4A.6 De student schrijft een rapport over een actueel onderwerp dat qua structuur, spelling en stijl correct is en voldoet aan (een aantal) formele eisen die er aan een rapport worden gesteld. De student houdt een verkooppresentatie die voldoet aan de eisen wat betreft verstaanbaarheid, formulering, opbouw, inhoud en nonverbale aspecten. 12. Tentaminering Nederlands Naam deeltentamen Nederlands 3A Nederlands 4A Code deeltentamen BTC1-NED3A.5 BTC1-NED4A.6 Toetsvorm Inleveropdracht Presentatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Toetsperiode P1/P3 (OW 6) P2/P4 98 Herkansing P2/P4 (OW 1)1 De presentatie kan herkanst worden in OW 7 van het volgende semester. Duur n.v.t. 10 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen toets Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 50% binnen de gehele OWE 50% binnen de gehele OWE 1 Studenten die de module in P1 volgen, leveren het rapport in OW 1-6 in en de herkansing in OW 21. Studenten die de module in P3 volgen, leveren het rapport in OW 3-6 in en de herkansing in OW 41. Indien een student BTC-NED3A.5 na de herkansing nog niet heeft behaald, dan dient hij het volgende studiejaar de module opnieuw te volgen ( inclusief nieuw onderwerp en presentaties). 13. Verplichte literatuur - 14. Aanbevolen literatuur - 15. Software Nederlands Studiehandleiding Nederlands 3A en 4A Bij alle talen zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid. Daarnaast zijn er groepsopdrachten presentaties en portfolio’s waar de student aan werkt. Hij/zij komt voorbereid (met gemaakt huiswerk en voorbereide mondelinge opdrachten) naar de colleges. hoorcolleges; werkcolleges; zelfstudie. 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les-/contacturen Onderwijsweek BTC1-NED3A BTC1-NED4A 1 2 2 2 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 1 2 3 4 5 2 2 2 2 2 6 7 2 8 9 10 2 B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4 In overleg De modulen zijn opgenomen in een aparte owe: BTC1. n.v.t. 99 Taal en Cultuur: Engels 3 en 4 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten 6. Studiepunten/ studielast BTC2 Taal & Cultuur Engels 3 en 4 CE, CO, IBL, SBRM, Voltijd, propedeuse, B Cluster, niveau 1 CE- en CO-opleiding Je volgt naast Engels nog één andere taal: of Duits of Frans of Spaans. SBRM-opleiding Je volgt Engels en Duits. IBL-opleiding Je volgt naast Engels nog twee andere talen: twee van de drie talen Duits, Frans en Spaans. De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. n.v.t. Engels Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie in de gekozen taal, met name via (telefoon)gesprekken. Studiepunten: 2,5 Aantal geprogramStudielast: op basis van de modulen Nemeerde lesuren Aantal klokuren derlands, Engels en Duits (van 45 minuten) (aantal lesuren volgens lesrooster x 0,75) Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Titel onderwijseenheid (OWE) Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. BTC 2 Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal 28 21 8 29 2,5 38,5 41 100 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving Totaal 70 Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur Engels 3 en 4 volgt op Taal & Cultuur Engels 1 en 2 uit het A-cluster. In het 2e jaar CE, CO en SBRM volgen nog Taal & Cultuur Engels 5 tot en met 8. In het tweede jaar IBL volgen nog Taal & Cultuur basis III en IV en Taal & Cultuur Keus III en IV. Algemeen A-cluster Taal & Cultuur Engels 1 en 2 is gevolgd. Engels Er geldt een aanwezigheidsplicht. In week 1 t/m 5 moet je drie keer aanwezig zijn geweest om deel te mogen nemen aan de mondelinge toets in week 6 of 7. Binnen deze OWE vallen: Engels 3 en 4 - BTC2-ENG3A, BTC2-ENG4B Engels BTC2-ENG3A richt zich op een toepassing in zakelijke context van de kennis van de grammatica en op de leesvaardigheid van Engelse en Amerikaanse teksten. Daarbij komen diverse onderwerpen aan bod. BTC2-ENG4B richt zich op de spreekvaardigheid van het Engels en een toepassing in zakelijke context van de kennis van de grammatica. Daarbij komen diverse onderwerpen aan bod. Engels: Competenties CE: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau B1 voor Engels 10. Competenties Competentie IBL: 7 Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau B1 voor Engels Competentie CO: 4 Creëren en organiseren (niveau: A2/B1) Niveau B1 voor Engels 11. Beoordelingscriteria Engels BTC2-ENG3A.1 BTC2-ENG4B.1 BTC2-ENG4B.4 Past de Engelse grammatica correct toe. Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands en andersom. Leest probleemloos Engelse teksten en beantwoordt de daarbij behorende vragen correct. - Past de Engelse grammatica correct toe. - Voert korte (telefoon)gesprekken met aandacht voor de specifieke Engelse conventies in de zakelijke communicatie. 12. Tentaminering Engels Naam deeltentamen Engels 3A Engels 4B Engels 4B 101 Code deeltentamen BTC2-ENG3A.1 BTC2-ENG4B.1 BTC2-ENG4B.4 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Mondeling tentamen Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 2 Toetsperiode T1/T3 T2/T4 P2/P4 Herkansing T4 T5 In overleg met docent Duur 90 minuten 60 minuten 15 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 33% binnen de OWE 13. Verplichte literatuur Engels Auteur: Marttin, R.K.M., titel: Engels idioom voor het EAO, druk: 2, ISBN: 9789066753174, uitgever: Walvaboek - 14. Aanbevolen literatuur - 15. Software - 16. Overige materialen Engels Reader Engels B-cluster IB&C Taal en Cultuur II 0716 33% binnen de OWE 34% binnen de OWE Bij Engels zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid. Daarnaast zijn er groepsopdrachten presentaties en portfolio’s waar de student aan werkt. Hij/zij komt voorbereid (met gemaakt huiswerk en voorbereide mondelinge opdrachten) naar de colleges. hoorcolleges; werkcolleges; zelfstudie. 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les-/contacturen Onderwijsweek BTC2-ENG3A BTC2-ENG4B 1 2 2 2 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 9 1 2 3 4 5 6 7 2 2 2 2 2 32 32 8 9 10 B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4 In overleg De modulen Engels zijn opgenomen in een aparte owe: BTC2 n.v.t. 102 BTC 3 Taal en Cultuur Duits 3 en 4 Titel onderwijseenheid (OWE) BTC3 Taal & Cultuur Duits 3 en 4 1. CE, CO, IBL, SBRM Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten Voltijd, propedeuse, B Cluster, niveau 1 CE- en CO-opleiding Je volgt naast Engels nog één andere taal: of Duits of Frans of Spaans. SBRM-opleiding Je volgt Engels en Duits. IBL-opleiding Je volgt naast Engels nog twee andere talen: twee van de drie talen Duits, Frans en Spaans. De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. n.v.t. Duits Eenvoudige zakelijke gesprekken telefonisch of op de beurs en de planning ervan. Studiepunten/ studielast Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studiepunten: 2,5 Studielast: op basis van de modulen Nederlands, Engels en Duits Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 28 21 7,5 28,5 2 39,5 41,5 103 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen Totaal 70 Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur Duits 3 en 4 volgt op Taal & Cultuur Duits 1 en 2 uit het A-cluster. In het 2e jaar CE, CO en SBRM volgen nog Taal & Cultuur Duits 5 tot en met 8. In het tweede jaar IBL volgen nog Taal & Cultuur basis III en IV en Taal & Cultuur Keus III en IV. Algemeen A-cluster Taal & Cultuur Duits 1 en 2 is gevolgd. Binnen deze OWE vallen: Duits 3 en 4 - BTC3-DUR3B, BTC3-DUR4B 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Duits De modules Duits 3B en 4B richten zich op: uitspraak, basistaalhandelingen spreekvaardigheid en basisdialogen spreekvaardigheid. Duits: Competenties CE: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau A2 voor Duits Competentie IBL: 7 Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau A2 voor Duits Competentie CO: 4 Creëren en organiseren (niveau: A2/B1) Niveau A2 voor Duits 11. Beoordelingscriteria Duits BTC3-DUR3B.4 - BTC4-DUR4B.4 - Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding. Beheerst de basistaalhandelingen ten aanzien van correctheid, fluency, samenhang, uitspraak. Reproduceert standaardzinnen en -uitdrukkingen rondom de thema’s Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren, Terminvereinbarung en Messegespräche in één-op-één-situaties ten behoeve van een correcte zakelijke communicatie in het Duits. Past de uitspraak- en basisgrammaticaregels van het Duits correct toe. Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding. Past de basistaalhandelingen in het Duits rondom de thema’s Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren, Terminvereinbarung en Messegespräche in duo’s correct toe en weet daarbij in taalgebruik te variëren. Beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies rondom alledaagse en semi-zakelijke thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatieve karakter ervan. 104 - - Gebruikt de standaardzinnen rondom alledaagse en semizakelijke thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatief karakter. Formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige, maar correcte zakelijke zinnen die tezamen een samenhangende tekst vormen onder gebruikmaking van de juiste alledaagse en semizakelijke woordenschat. Past de grammatica van het Duits correct toe. Beheerst de uitspraak van het Duits. Vertoont communicatief correct gedrag door het juiste spreektempo, de juiste spreekwijze, de juiste articulatie en intonatie, actief luisteren, intercultureel gedrag en klantgericht handelen dat is afgestemd op de Duitse zakelijke situaties. 12. Tentaminering Duits Naam deeltentamen Duits 3B Duits 4B Code deeltentamen BTC3-DUR3B.4 BTC3-DUR4B.4 Toetsvorm Mondeling tentamen Mondeling tentamen Individueel Ja In duo’s Aantal examinatoren 1 1 Toetsperiode P1/P3 P2/P4 Herkansing Kalenderweek 28 Kalenderweek 28 Duur 5 minuten 10 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen toets Voorlopig cesuur / Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 50% binnen de OWE 50% binnen de OWE 13. Verplichte literatuur Duits - Auteur: Duijvestijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, leerboek, druk: 1, ISBN: 9789066752948, uitgever: Walvaboek - Auteur: Duijvestijn, B.W.Th., Mangnus H.A.A., titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek, druk: 1, ISBN: 9789066752955, uitgever: Walvaboek - Auteur: Vries, E. de, Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN: 9789001923518, uitgever: Noordhoff - Auteur: Wergen, J., titel: PONS Bürokommunikation Deutsch, druk: 1, ISBN: 9783125618671, uitgever: Ernst Klett Verlag - Syllabus Duits Redemittel Vorstelling und Empfang/ Telefonieren / Messegespräche (SN-0717) Syllabus Duits Spreekvaardigheid: Vorbereitende Geschäftskommunikation (SN-0672) 14. Aanbevolen literatuur - 15. Software - 16. Overige materialen - 105 Bij alle talen zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid. Daarnaast zijn er groepsopdrachten presentaties en portfolio’s waar de student aan werkt. Hij/zij komt voorbereid (met gemaakt huiswerk en voorbereide mondelinge opdrachten) naar de colleges. hoorcolleges; werkcolleges; zelfstudie. 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les-/contacturen Onderwijsweek BTC3-DUR3B BTC3-DUR4B 1 2 2 2 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 3 2 4 2 5 2 6 2 7 21 8 9 1 2 3 4 5 2 2 2 2 2 6 7 2 8 9 10 21 B-cluster, wordt aangeboden in de perioden 1+2 en 3+4 In overleg De modulen zijn opgenomen in een aparte owe: BTC3. n.v.t. 106 OWE-beschrijvingen vwo-propedeuse 107 AVB Business Titel onderwijseenheid (OWE) Business - AVB 1. Opleiding CE, CO, SBRM 2. Doelgroep Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1 BDE: De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie. 3. Beroepstaak/ beroepstaken BPO: De student krijgt inzicht in zijn/haar toekomstig beroepenveld. Op basis van persoonlijke competenties en verkregen competenties tijdens de opleiding zal hij/zij een mogelijke keus kunnen maken ten aanzien van zijn/haar toekomstig beroep. ONH: De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie)loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding). SLB: De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie)loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding). 4. Centrale beroepstaak n.v.t. Bedrijfseconomie n.v.t Beroepsoriëntatie 5. Beroepsproducten Portfolio en presentatie Ondernemendheid Presentatie Studieloopbaan n.v.t. Studiepunten: 7,5 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 min.) volgens lesrooster Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 68 52 12 8 108 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activi-teiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal 4 3 84 63 6 8 133 147 210 Het niveau van deze OWE is: 1 In deze onderwijseenheid wordt de basis aangereikt. De OWE bereidt de student voor op opleiding en beroep. Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Zie daarvoor de studiehandleidingen. Binnen deze OWE vallen: AVB-BDE1B/2B Bedrijfseconomie 1B/2B AVB-BPO1B Beroepsoriëntatie 1B AVB-ONH1D Ondernemendheid 1D AVB-SLB1A Studieloopbaan 1A Bedrijfseconomie Na het volgen van deze module hebben studenten basiskennis op het gebied van bedrijfseconomie en financiering én kunnen ze een eenvoudige jaarrekening beoordelen. 9. Algemene omschrijving Beroepsoriëntatie Na het volgen van deze module heb je inzicht in het werkveld waar je terecht kunt komen na je studie. Je weet welke functie, rollen en taken bij je eventuele beroep horen en welke competenties daarvoor van belang zijn. Ook weet je wat de rol/plaats is van jouw vakgebied binnen een organisatie. Ondernemendheid Tijdens de module Ondernemendheid staan de volgende thema’s centraal: professionele en communicatieve vaardigheden; zelfreflectie en initiatief nemen; samenwerken en leidinggeven; netwerken en creativiteit. Studieloopbaan 109 Tijdens de module Studieloopbaanbegeleiding staan de volgende onderwerpen centraal: kennismaken met de organisatie en met elkaar; studievoortgang en tentamenplanning; bevestiging van de studiekeuze. Bedrijfseconomie Competenties CE 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Ondernemendheid, beroepsoriëntatie en studieloopbaan Competenties CE: 10 en 11 Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. 10. Competenties Competenties CO: 1, 2, 3, 4 en 5 Analyseren en onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid Plannen en organiseren Creëren en realiseren Representeren Competenties SBRM: 3, 5, 9 en 10 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie). Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 11. Beoordelingscriteria AVB-BDE1B.1 AVB-BDE2B.1 De student beheerst basisvaardigheden rekenen. De student weet welke bedrijfsbeslissingen een organisatie heeft te nemen en welke onderwerpen in een ondernemingsplan aan de orde komen. De student benoemt de onderdelen van een financieel plan en begrijpt de samenhang tussen de onderdelen die er in voorkomen en kan alle onderdelen van het financieel plan toepassen De student toont aan inzicht te hebben in balansmutaties en kan financiële feiten verwerken in een eindbalans. De student begrijpt de gevolgen van een aantal financiële feiten voor de balans en de winst- en verliesrekening en kent de verschillen tussen ontvangsten/opbrengsten en uitgaven/kosten De student kent en begrijpt het onderwerp BTW. De student beheerst basisvaardigheden rekenen. De student kent het belang van financiële kengetallen, kan deze berekenen, interpreteren en er een waardeoordeel aan toekennen. De student weet het verschil tussen vaste- en variabele kosten, begrijpt de noodzaak om inzicht te hebben in de kosten en welke factoren de kostprijs beïnvloeden De student kent de 110 AVB-ONH1D.6 AVB-BPO1B.6 AVB-BPO1B.8 AVB-BPO1B.9 AVB-SLB1A.9 verschillende wijzen waarop de kosten berekend kunnen worden en kan deze toepassen. Presentatie De student kiest drie onderwerpen uit de lessen waarover hij presenteert. Per onderwerp komt het onderstaande aan de orde: de student benoemt kennis over het onderwerp; de student licht dit toe aan de hand van een relevant voorbeeld uit eigen leven; de student analyseert dit voorbeeld; de student benoemt eigen sterktes met betrekking tot het onderwerp; de student benoemt voornemen hoe zich in de toekomst verder te ontwikkelen met betrekking tot dit onderwerp; de presentatie bevat creatieve elementen; de student presenteert in de ik-vorm; de student bewaakt time management. Presentatie opdracht vakbladen De student verantwoordt overtuigend waarom hij dit vakblad gekozen heeft. De student geeft met relevante argumenten aan hoe de inhoud van de artikelen relevant is voor het werkveld. De student geeft een juiste weergave van wat speelt in het werkveld door een artikel nader toe te lichten aan medestudenten. De student beargumenteert welke aspecten van het beroep hem interesseren. Portfolio De student schetst een compleet, correct en realistisch beeld van het werkterrein dat past bij de opleiding, waarin de uitkomsten van de interviews en de beroependag aantoonbaar zijn meegenomen. De student benoemt minimaal vier relevante vakbladen en twee online en twee offline netwerken. De student maakt gebruik van personeelsadvertenties en geeft op basis daarvan een compleet en realistisch beeld van de competenties van de beroepsbeoefenaar. De student geeft mogelijke relevante functies aan en geeft een globaal beeld van taken en werkzaamheden behorend bij deze functies. De student beschrijft minimaal twee trends in het vakgebied en levert relevant bewijs hiervoor. De student maakt een goed gestructureerd, logisch opgebouwd portfolio (voorpagina, inhoudsopgave, inleiding, conclusie/reflectie, bronvermelding en bijlagen). Product (documentaire, tentoonstelling of presentatie): De student heeft inzicht in het werkterrein dat past bij de opleiding en de competenties die voor het uitvoeren van een beroep in het werkveld nodig zijn en laat die aan de hand van het product zien. Verplichte meeloopdag/ministage De student loopt een dag mee bij een bedrijf dat aansluit bij zijn/haar opleiding (ministage). De student schrijft een verslag waarin hij het bedrijf en de uitgevoerde werkzaamheden beschrijft. De student schrijft een reflectie/conclusie. Voorbereiding op bijeenkomsten/gesprek en actieve participatie. 111 12. Tentaminering Naam deeltentamen Bedrijfseconomie 1 Bedrijfseconomie 2 Code deeltentamen AVB-BDE1B.1 AVB-BDE2B.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 tentamenperiode T1/T3 T2/T4 Herkansing T4 T5 Duur 90 minuten 90 minuten Hulpmiddelen rekenmachine NIET grafisch rekenmachine NIET grafisch Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Weging 17% binnen de gehele onderwijseenheid 17% binnen de gehele onderwijseenheid Naam deeltentamen Beroepsoriëntatie Beroepsoriëntatie Beroepsoriëntatie Code deeltentamen AVB-BPO1B.6 AVB-BPO1B.8 AVB-BPO1B.9 Toetsvorm Presentatie Portfolio Meeloopdag/ministage Individueel Groepsopdracht Ja + duo Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode P1/P3 P2/P4 P2/P4 (OW 8) Herkansing P1/P3 (OW 7), op afspraak met docent P2/P4 (OW 7), op afspraak met docent P4/P2 (OW 8) volgend semester of op eigen gelegenheid Duur n.v.t. n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voldaan Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in een voldaan/niet voldaan. 16,5% binnen de 16,5% binnen de gegehele onderwijsn.v.t. hele onderwijseenheid eenheid Naam deeltentamen Ondernemendheid Studieloopbaan Code deeltentamen AVB-ONH1D.6 AVB-SLB1A.9 Toetsvorm Presentatie Aanwezigheid en actieve participatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 2 Tentamenperiode P1/P3 P2/P4 112 Herkansing P3 (OW 9) Volgend semester Duur n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen PPT of Prezi toegestaan. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 v Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 16,5% binnen de gehele onderwijseenheid Bedrijfseconomie Auteur: Heezen, A.A.W., titel: Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording, druk: 2, ISBN: 9789001805791, uitgever: Noordhoff 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. Bedrijfseconomie Syllabus Bedrijfseconomie IB&C, SN-0728 Studieloopbaanbegeleiding Studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding 16. Overige materialen Ondernemendheid Studiehandleiding Ondernemendheid Beroepsoriëntatie Studiehandleiding Beroepsoriëntatie Vakblad Individuele opdrachten 17. Activiteiten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: hoorcollege 18. Werkvormen werkcollege discussiecollege presentatiecollege Er geldt de volgende aanwezigheidsverplichting: 19. Les-/contacturen zie de studiehandleidingen. Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 AVB-BDE1B 2 2 2 2 2 2 2 AVB-BDE2B 2 2 2 2 2 2 2 AVB-ONH1D 2 2 2 2 2 2 2 4 AVB-BPO1B 2 2 2 2 2 2 2 41 2 2 2 2 2 2 2 82 AVB-SLB1A 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 In onderwijsweek 8 wordt bij ADP-BPO de beroependag georganiseerd. Deze is verplicht. 2 Meeloopdag/ministage BPO. Deze is verplicht. 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 9 Semester 1 of semester 2 Deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. In overleg. De lessen AVB-ONH1D zijn in halve groepen. AVB-ONH1D.6: de presentatie omvat m.i.v. van dit studiejaar drie onderwerpen. 113 10 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t.. 114 AVM1 Marketing 1 Titel onderwijseenheid (OWE) Marketing 1 – AVM1 1. Opleiding CE, CO en SBRM 2. Doelgroep Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1. 3. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketingactiviteiten in de uitvoerende sfeer. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. 5. Beroepsproducten Marketing 1 Portfolio Studiepunten: 7,5 Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal 28 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 21 2 187 189 210 Het niveau van deze OWE is: 1 De onderwijseenheid maakt deel uit van de ‘pijler’ marketing in de opleiding. 115 8. 9. Ingangseisen Algemene omschrijving 10. Competenties Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Van de colleges dient 75% gevolgd te worden, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend aan het portfolio (zie de studiehandleiding). Binnen deze OWE valt: Marketing 1A – AVM1-MAO1A Marketing 1A Na het volgen van deze module weet je wat Marketing inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketing 1A aan bod. 4. Wat is Marketing? 5. Marketingplanning 6. De marketingomgeving 7. Koopgedrag 8. Marktonderzoek en marketinginformatie 9. Marktsegmentatie en positionering Over deze onderwerpen worden actualiteiten en trends besproken. Je verkrijgt inzicht in belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen ervan voor het bedrijfsleven. Je gaat deze thema’s zelf onderzoeken en je bevindingen mondeling en/of schriftelijk presenteren. Daarnaast worden in deze module online-ontwikkelingen besproken. Er worden verschillende aspecten van e-business behandeld en je gaat zelf actief aan de slag met een aantal online tools. Competenties CE 1, 3 en 4 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen van gemaakte keuzes. Competenties CO 1 en 2 Analyseren en onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid. Competenties SBRM 1, 3, 4, 5 en 10 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit de marketing beleid. 116 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 11. Beoordelingscriteria AVM1-MAO1A.1 AVM1-MAO1A.8 Student kent de theorie die inzicht geeft in de marketing, als omschreven in de verplichte literatuur: wat is marketing; strategieontwikkeling en marketingplanning; de marketingomgeving; koopgedrag; marktonderzoek en marketinginformatie; marktsegmentatie en positionering. Student toont aan de theorie te kunnen toepassen middels het beantwoorden van verschillende casusvragen, past inzichten toe en herkent theoretische modellen in praktijksituaties. Daarbij worden actualiteiten, trends, belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen ervan voor het bedrijfsleven betrokken. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Marketing 1V Marketing 1V Code deeltentamen AVM1-MAO1A.1 AVM1-MAO1A.8 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Portfolio Individueel Ja Duo, maar individueel beoordeeld Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode T1/T3 P1/P3 Herkansing T4 Zie de studiehandleiding. Duur 120 minuten n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 50% binnen de gehele onderwijs- 50% binnen de gehele onderwijseenheid eenheid Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de marketing, druk: 8, ISBN: 9789001817855, uitgever: Noordhoff Auteur: Molenaar, C., titel: (e)marketing, druk: ISBN: 9789001782528, uitgever: Noordhoff; Auteur: Koeleman, H., titel: Twitteren op je werk, druk: , ISBN: 9789013064841, uitgever: Wolters Kramer. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen Handleiding Marketing (Scholar, Winkeltje) 17. Activiteiten Studenten passen de aangeboden kennis toe in opdrachten. 18. Werkvormen De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Werkcollege Discussiecollege 117 Presentatiecollege 19. Les-/contacturen Onderwijsweek AVM1-MAO1A 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 4 4 4 4 4 4 4 Semester 1 of semester 2 Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 5 6 7 8 9 In overleg n.v.t. n.v.t. 118 10 AVM2 Marketing 2 Titel onderwijseenheid (OWE) Marketing 2 – AVM2 1. Opleiding CE, CO en SBRM 2. Doelgroep Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1. 3. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketingactiviteiten in de uitvoerende sfeer. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. 5. Beroepsproducten Marketing 2 Presentatie Studiepunten: 7,5 Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal 24 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 18 4 3 28 21 2 187 189 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: 1 De onderwijseenheid maakt deel uit van de ‘pijler’ marketing in de opleiding. Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Van de colleges dient 75% gevolgd te worden, anders wordt het cijfer 4.0 toegekend aan de presentatie (zie de studiehandleiding). 119 Binnen deze OWE valt: Marketing 2A – AVM2-MAO2A 9. Algemene omschrijving Marketing 2A Na het volgen van deze module weet je wat marketing inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketing 2 aan bod. Productbeleid Productontwikkeling Prijsbeleid Distributiebeleid Detailhandel Internationale Marketing Over deze onderwerpen worden actualiteiten en trends besproken. Je verkrijgt inzicht in belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen ervan voor het bedrijfsleven. Je gaat deze thema’s zelf onderzoeken en je bevindingen mondeling en/of schriftelijk presenteren. Daarnaast worden in deze module online-ontwikkelingen besproken. Er worden verschillende aspecten van e-business behandeld en je gaat zelf actief aan de slag met een aantal online tools. Competenties CE 1, 3, 4, 5, 8 en 10 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het marketingbeleid. Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. 10. Competenties Competenties CO 1 en 2 Analyseren en onderzoeken. Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid. Competenties SBRM 1, 3, 4, 5 en 10 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit de marketing beleid. 120 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 11. Beoordelingscriteria AVM2-MAO2A.1 AVM2-MAO2A.6 Student kent de theorie die helpt bij het nemen van product- en prijsbeslissingen als omschreven in de verplichte literatuur. Student kent de theorie die helpt bij het nemen van distributiebeslissingen en is bekend met internationale marketing, als omschreven in de verplichte literatuur. Student verzorgt een presentatie over een toegewezen stelling. Bij deze stelling worden actualiteiten, trends, belangrijke maatschappelijke thema’s en de gevolgen ervan voor het bedrijfsleven besproken. De student dient hierbij voldoende argumenten voor en argumenten tegen de stelling te verzamelen en op basis van deze argumenten een analyse en eindconclusie te trekken waarbij de stelling wordt verdedigd of verworpen. Hij maakt hierbij gebruik van ten minste drie bronnen. Binnen de presentatie wordt gekeken naar de keuze van de argumenten, de onderbouwing, de analyse, de conclusie en originaliteit. Voorts spelen overtuigingskracht in relatie tot de argumenten, het gebruik van correct en zakelijke taal, non-verbale communicatie en samenwerking met de presentatie-partner een rol. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Marketing 2V Marketing 2V Code deeltentamen AVM2-MAO2A.1 AVM2-MAO2A.6 Toetsvorm Schriftelijke toets (schrapkaarttentamen) Presentatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 2 Tentamenperiode T2/T4 P2/P4 Herkansing T5 Zie de studiehandleiding. Duur 120 minuten n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. Software Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 50% binnen de gehele onderwijs- 50% binnen de gehele onderwijseeneenheid heid Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de marketing, druk: 8, ISBN: 9789001817855, uitgever: Noordhoff Auteur: Molenaar, C., titel: (E)marketing, druk: .., ISBN: 9789001782528, uitgever: Noordhoff; Auteur: Koeleman, H., titel: Twitteren op je werk, H. Koeleman, druk: .., ISBN: 9789013064841, uitgever: Wolters Kramer. n.v.t. 121 16. Overige materialen Handleiding Marketing (Scholar, Winkeltje) 17. Activiteiten Studenten passen de aangeboden kennis toe in opdrachten. 18. Werkvormen De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Werkcollege Discussiecollege Presentatiecollege 19. Les-/contacturen Onderwijsweek AVM2-MAO2A 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 4 2 4 3 4 4 4 5 4 6 4 7 4 8 9 Semester 1 of semester 2 Deze OWE wordt aangeboden in periode 2 en 4. In overleg n.v.t. n.v.t.. 122 10 AVM3 Marketingcommunicatie 1 Titel onderwijseenheid (OWE) Marketingcommunicatie 1 – AVM3 1. Opleiding CE, CO en SBRM 2. Doelgroep Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1. 3. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. 5. Beroepsproducten Marketingcommunicatie 1 Marketingcommunicatieplan Studiepunten: 7,5 Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 28 28 Samenhang met andere OWE’s 21 2 420 Totaal 7. 21 187 210 Het niveau van deze OWE is: 1 De onderwijseenheid maakt deel uit van de ‘pijler’ marketing/ marketingcommunicatie in de opleiding. 123 8. 9. Ingangseisen Algemene omschrijving Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Het marketingcommunicatieplan (AVM3-MCM1A.5) wordt pas nagekeken als er voldoende deelname is geweest in de voorbereidende lessen. Binnen deze OWE vallen: Marketingcommunicatie 1 – AVM3-MCM1A Marketingcommunicatie 1A Na het volgen van deze module weet je wat marketingcommunicatie inhoudt. De volgende onderwerpen komen bij Marketingcommunicatie 1A aan bod. Introductie Marketing en Communicatie Reclame PR Voorlichting Sponsoring Sales Promotions Direct Marketing Persoonlijke verkoop Winkelcommunicatie Evenementen Digitale communicatiemiddelen intern Digitale communicatiemiddelen extern De student leert naar communicatie te kijken vanuit een zich ontwikkelende professie en de kennis van de marketingcommunicatie te verbinden aan de dagelijkse praktijk. Hij vertaalt dit in het maken van een marketingcommunicatieplan. Competenties CE 8 Marketingcommunicatie. Het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen Competenties CO 1 en 2 Analyseren en onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid 10. Competenties Competenties SBRM 1, 3, 4, 5 en 10 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit de marketing beleid. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 11. Beoordelingscriteria AVM3-MCM1A.1 De student kent de theorie die betrekking heeft op de marketingcommunicatietheorie, als omschreven in de verplichte literatuur. 124 AVM3-MCM1A.5 De student toont aan wat de plaats van marketingcommunicatie in een bedrijf is. De student geeft uitleg over merken en associaties. De student geeft uitleg over de werking van marketingcommunicatie. De student duidt verschillende doelgroepen. De student past de verschillende budgetmethoden toe en legt uit waarom in welke situatie een bepaalde methode gehanteerd moet worden. De student toont aan kennis te hebben van het instrument reclame en de daarmee samenhangende begrippen. De student toont aan kennis te hebben van het instrument public relations en de daarmee samenhangende begrippen. De student toont aan kennis te hebben van het instrument sponsoring en de daarmee samenhangende begrippen. De student toont aan kennis te hebben van het instrument vakbeurzen en de daarmee samenhangende begrippen. De student geeft uitleg over de verschillen tussen B2B en B2C, beschrijft reclame en reclameprocessen in bedrijven. Student heeft kennis van alle communicatie-instrumenten, kent de relevante aspecten en weet wanneer ze ingezet moeten worden. De student schrijft een coherent en goed gestructureerd marketingcommunicatieplan. In de criteria zijn meegenomen: de verzorging, de beschrijving van de consument en het product, de marketingcommunicatiedoelgroepen, de marketingcommunicatie-doelstellingen, het voorlopig budget, de beschrijving van de communicatiestrategie, de keuze van de marketingcommunicatiemix en de uitwerkingen hiervan, de mediakeuze, het definitief budget en de planning van de uitvoering en de evaluatie. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Marketingcommunicatie 1V Marketingcommunicatie 1V Code deeltentamen AVM3-MCM1A.1 AVM3-MCM1A.5 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Opdracht Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode T2/T4 P2/P4 Herkansing T5 Zie de studiehandleiding. Duur 120 minuten n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 50% binnen de gehele onderwijs50% binnen de gehele onderwijseenheid eenheid Auteur: Berg, E. de, titel: Basisboek Marketingcommunicatie, druk: 2, ISBN: 9789046903803, uitgever: Coutinho. Auteur: Molenaar, C., titel: (E)marketing, druk: .., ISBN: 9789001782528, uitgever: Noordhoff; 125 Auteur: Koeleman, H., titel: Twitteren op je werk, H. Koeleman, druk: .., ISBN: 9789013064841, uitgever: Wolters Kramer. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen Handleiding Marketingcommunicatie 17. Activiteiten Studenten passen de aangeboden kennis toe in opdrachten. 18. Werkvormen De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Werkcollege Discussiecollege Presentatiecollege 19. Les-/contacturen Onderwijsweek AVM3-MCM1A 1 2 2 2 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 3 2 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 Semester 1 of semester 2 Deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2 en 3/4. 7 2 8 9 In overleg n.v.t. n.v.t. 126 10 AVT Talen Titel onderwijseenheid (OWE) Talen - AVT 1. Opleiding CE, CO, SBRM 2. Doelgroep Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1. 3. Beroepstaak/ beroepstaken De student stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. Beroepsproducten Duits Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie. Engels Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie. Frans Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie. Nederlands n.v.t. Spaans Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie. 5. Studiepunten: 0 Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren 28 21 (aantal lesuren x 0,75) 21 2 17 19 127 Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 40 Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid Talen sluit aan op Taal & Cultuur 3 in het 2e jaar. Algemeen Je hebt het eindexamen afgesloten met een voldoende eindcijfer voor Engels en Duits of Frans of Spaans. Er geldt voor deze modulen een aanwezigheidsverplichting: bij beide modulen moet je minimaal zes van de zeven weken aanwezig zijn. Binnen deze OWE vallen: AVT-DUI1A AVT-ENG1A AVT-FRA1A ATC1-NED1A AVT-SPA1A - Duits 1A Engels 1A Frans 1A Nederlands 1A Spaans 1A CE en CO: je volgt Engels en Duits of Frans of Spaans (afhankelijk van je taalkeuze). SBRM: je volgt Engels en Duits. Voor ATC1-NED1A.1 worden geen lessen aangeboden; de module betreft zelfstudie. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Duits AVT-DUI1A richt zich op de toepassing van de taal in een zakelijke context. Engels AVT-ENG1A richt zich op de toepassing van de taal in een zakelijke context. Frans AVT-FRA1A richt zich op de toepassing van de taal in een zakelijke context. Nederlands In de module ATC-NED1A komen spelling, interpunctie, stijl en basisgrammatica aan bod. Je bestudeert de stof zelfstandig. Spaans AVT-SPA1A richt zich op de toepassing van de taal in een zakelijke context. Duits, Engels, Frans en Spaans CE-/ SBRM-competentie 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. (Niveau B1, voor Spaans A1+) CO-competentie 4 Creëren en realiseren Niveau B1 Nederlands CE-competentie 10 Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. 128 CO-competentie 4 Creëren en realiseren SBRM-competentie 9 Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) 11. Beoordelingscriteria Duits AVT-DUI1A.9 Past de Duitse taal correct toe in een zakelijke context. Engels AVT-ENG1A.9 Past de Engelse taal correct toe in een zakelijke context. Frans AVT-FRA1A.9 Past de Franse taal correct toe in een zakelijke context. Nederlands ATC1-NED1A.1 De student geeft aan of het onderstreepte (werk-)woord in de zin goed of fout gespeld is. De student voorziet zinnen van de juiste interpunctie. De student bepaalt of gegeven zinnen stijlfouten bevatten. Spaans AVT-SPA1A.9 Past de Spaanse taal correct toe in een zakelijke context. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Duits 1 Engels 1 Frans 1 Code deeltentamen AVT-DUI1A.9 AVT-ENG1A.9 AVT-FRA1A.9 Toetsvorm actieve deelname actieve deelname actieve deelname Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode P2/P4 P2/P4 P2/P4 Herkansing i.o.m. docent i.o.m. docent i.o.m. docent Duur n.v.t. n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets voldaan voldaan voldaan Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. Weging n.v.t. Naam deeltentamen Nederlands 1 Spaans 1 Code deeltentamen ATC1-NED1A.1 AVT-SPA1A.9 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Basiscursus Nederlandse taal Instaptoets/actieve deelname n.v.t. n.v.t. 129 Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode T1/T3 T1/T3 Herkansing T4 In overleg met docent Duur 90 minuten n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 Voldaan Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. Weging n.v.t. 13. Verplichte literatuur Engels: Auteur: Marttin, R.K.M, titel: Engels idioom voor het EAO, druk: 2, ISBN: 9789066753174, uitgever: Walvaboek. Duits: Auteur: Vries, E. de, Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN: 9789001923518, uitgever: Noordhoff Auteur: Wergen, J., titel: PONS Bürokommunikation Deutsch, druk: 1, ISBN: 9783125618671, uitgever: Ernst Klett Verlag Frans: Auteur: Jambon, K., titel: Grammaticawijzer Frans, druk: 7, , ISBN: 9789054516804, uitgever: Intertaal 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen 1 Duits Studiehandleiding Duits Engels Studiehandleiding Engels Frans Studiehandleiding Frans Nederlands Syllabus: Basiscursus Nederlandse taal - SN-0595 Spaans Studiehandleiding Spaans Bij alle talen zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid. Daarnaast zijn er groepsopdrachten en presentaties waar je aan werkt. werkcolleges zelfstudie 130 19. Les-/contacturen Onderwijsweek AVT-DUI1A1 Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 AVT-ENG1A1 AVT-FRA1A1 ATC1-NED1A Zelfstudie 1 AVT-SPA1A 1 Je volgt Engels en een andere moderne vreemde taal. 20. Onderwijsperiode Semester 1 of semester 2 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 1 2 2 2 2 2 2 2 3 2 2 2 4 2 2 2 5 2 2 2 6 2 2 2 7 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 8 9 10 De code van de toets ATC-NED1A.1 is gewijzigd in ATC1-NED1A.1; geen inhoudelijke wijzigingen. n.v.t.. 131 VST1 Taal en cultuur V1 Titel onderwijseenheid (OWE) Taal en cultuur V1 – VST1 1. Opleiding CE, CO en SBRM 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak n.v.t. 5. Beroepsproducten Engels: Nederlands: Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1. Je hebt het eindexamen vwo afgesloten met een voldoende eindcijfer voor Engels. De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak. De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. n.v.t. n.v.t. Studiepunten: 7,5 Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) n.v.t.. n.v.t.. 132 Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 210 Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid VST1 hoort bij de doorlopende leerlijn talen. Aanwezigheidsverplichting: n.v.t. Heb je het eindexamen vwo afgesloten met een voldoende eindcijfer voor Engels, dan ontvang je vrijstelling voor deze onderwijseenheid. In deze onderwijseenheid zijn Nederlands en Engels ondergebracht. De meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar IB&C. Engels 1 en 2 - ATC2-ENG1B en 2B Engels 3 en 4 - BTC2-ENG3A en 4B Nederlands 2, 3 en 4 - ATC1-NED2A, BTC1-NED3A en 4A Engels 1B en 2B De modulen Engels 1B en 2B richten zich op een toepassing in zakelijke context van de vocabulaire en grammaticale kennis. De student heeft inzicht in de opbouw van Engelse teksten. In de modulen Engels 1B en 2B komen grammatica, idioom en Engelse teksten en cultuur aan bod. 9. Algemene omschrijving Engels 3A en 4B De module Engels 3A richt zich op een toepassing in zakelijke context van de kennis van de grammatica en op de leesvaardigheid van Engelse en Amerikaanse teksten. Daarbij komen diverse onderwerpen aan bod. De module Engels 4B richt zich op de spreekvaardigheid van het Engels en een toepassing in zakelijke context van de kennis van de grammatica. Daarbij komen diverse onderwerpen aan bod. Nederlands 2A In de module Nederlands 2A komt zakelijke correspondentie aan bod. Wekelijks wordt theorie behandeld en worden zakelijke brieven besproken. De docent geeft feedback op de brieven die door studenten worden geschreven. Studenten die niet aanwezig zijn geweest tijdens de instructiecolleges van Nederlands 2A, mogen ook geen uitwerking inleveren. Nederlands 3A en 4A De modules Nederlands 3A en 4A richten zich op het rapport en de verkooppresentatie. Engels Competentie CE/SBRM: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau B1 voor Engels 10. Competenties Competentie CO: 4 Creëren en realiseren (niveau: A2/B1) Niveau B1 voor Engels Nederlands Competentie CE: 10 133 Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Competentie CO: 4 Creëren en realiseren Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatiekundige organiseert en coördineert de communicatieactiviteiten. Communicatieactiviteiten worden soms in de vorm van projecten of in het kader van evenementen georganiseerd. De organisator/projectleider is verantwoordelijk voor de planning, briefing, draaiboek en de realisatie van de activiteiten en voor de terugkoppeling van het resultaat naar de opdrachtgever. Competentie SBRM: 9 Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) 11. Beoordelingscriteria ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 BTC2-ENG3A.1 BTC2-ENG4B.1 BTC2-ENG4B.4 ATC1-NED2A.1 BTC1-NED3A.5 BTC1-NED4A.6 De student: Past de Engelse grammatica correct toe. Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands en andersom. Leest Engelse teksten en beantwoordt de (culturele) vragen correct. Past de Engelse grammatica correct toe. Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands en andersom. Leest Engelse teksten en beantwoordt de (culturele) vragen correct. Past de Engelse grammatica correct toe. Geeft de correcte vertaling van Engelse woorden in het Nederlands en andersom. Leest probleemloos Engelse teksten en beantwoordt de daarbij behorende vragen correct. Past de Engelse grammatica correct toe. Voert korte (telefoon-)gesprekken met aandacht voor de specifieke Engelse conventies in de zakelijke communicatie. De student schrijft een zakelijke brief die gesteld is in begrijpelijke, passende en correcte taal en die is afgestemd op de doelgroep. De student schrijft een rapport over een actueel onderwerp dat qua structuur, spelling en stijl correct is en voldoet aan (een aantal) formele eisen die er aan een rapport worden gesteld. De student houdt een verkooppresentatie die voldoet aan de eisen wat betreft verstaanbaarheid, formulering, opbouw, inhoud en nonverbale aspecten. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Engels 1B Engels 2B Code deeltentamen ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 134 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 Herkansing T4 T5 Duur 90 minuten 90 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. 12,5% binnen de gehele onder12,5% binnen de gehele onderwijswijseenheid eenheid Naam deeltentamen Engels 3A Engels 4B Engels 4B Code deeltentamen BTC2-ENG3A.1 BTC2-ENG4B.1 BTC2-ENG4B.4 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Mondelinge toets Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 2 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 P2/P4 Herkansing T4 T5 In overleg met docent Duur 90 minuten 60 minuten 15 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. 9% binnen de onder8% binnen de onder8% binnen de onderwijseenheid wijseenheid wijseenheid Naam deeltentamen Nederlands 2A Nederlands 3A Nederlands 4A Code deeltentamen ATC1-NED2A.1 BTC1-NED3A.5 BTC1-NED4A.6 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Zakelijke corres-pondentie en e-mail Inleveropdracht Presentatie Individueel Ja Ja Ja 1 1 Aantal examinatoren Tentamenperiode T2/T4 P1/P3 (OW 6) P2/P4 Herkansing T5 P2/P4 (OW 1) P2/P4 (OW 7) van volgend semester. Duur 120 minuten n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 135 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. 17% binnen de ge17% binnen de gehele 16% binnen de gehele hele onderwijseenonderwijseenheid onderwijseenheid heid Engels 1, 2, 3 en 4 Auteur: Voort, P.J. v.d., Basic Business Grammar. druk: 2, ISBN: 9789066753754, uitgever: Walva. Auteur: Martin, R.K.M., titel: Engels idioom voor het EAO, druk: 2, ISBN: 9789066753174, uitgever: Walva. Nederlands 2 Auteur: Palm-Hoebé, M., titel: Effectieve zakenbrieven, ook per e-mail, druk: 5:, ISBN: 9789001768966, uitgever: Noordhoff. Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. Engels 1, 2, 3 en 4 Handout. Wordt uitgedeeld in de klas. Reader Engels B-cluster IB&C Taal en Cultuur II 0716 16. Overige materialen Nederlands 2, 3 en 4 Studiehandleiding Nederlands 1 en 2 Studiehandleiding Nederlands 3A en 4A 17. Activiteiten n.v.t. 18. Werkvormen n.v.t. 19. Les-/contacturen Onderwijsweek Engels ATC2-ENG1B ATC2-ENG2B BTC2-ENG3A BTC2-ENG4B Nederlands ATC1-NED2A BTC1-NED3A BTC1-NED4A 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 n.v.t.. n.v.t.. 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling Semester 1 of semester 2 n.v.t.. n.v.t. n.v.t.. 136 VST2 Taal en cultuur V2 Titel onderwijseenheid (OWE) Taal en cultuur V2 – VST2 1. CE, CO en SBRM Opleiding Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1. Je hebt het eindexamen vwo afgesloten met een voldoende eindcijfer voor Duits of Frans of Spaans. 2. Doelgroep Je hebt het eindexamen vwo niet met een voldoende voor Duits of Spaans afgesloten of je hebt géén eindexamen in Duits, Frans of Spaans gedaan? Zie dan de onderwijseenheid versneld Duits en versneld Spaans (VTC). De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak n.v.t. 5. Beroepsproducten Duits: Frans: Spaans: n.v.t. n.v.t. n.v.t. Studiepunten: 7,5 Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is. Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) n.v.t.. n.v.t.. 137 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is. Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 210 Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid VST2 hoort bij de doorlopende leerlijn talen. Aanwezigheidsverplichting: n.v.t. Heb je het eindexamen vwo afgesloten met een voldoende eindcijfer voor Duits of Frans of Spaans, dan ontvang je vrijstelling voor deze onderwijseenheid. In deze onderwijseenheid zijn Duits, Frans en Spaans ondergebracht. De meest actuele informatie over de verschillende talen staat op Scholar IB&C. Duits 1, 2, 3 en 4 ATC3-DUR1A, ATC3-DUR2A, BTC3-DUR3B, BTC3-DUR4B Frans 1, 2, 3 en 4 ATC4-FRA1D, ATC4-FRA2C, BTC4-FRA3D, BTC4-FRA4C Spaans 1, 2, 3 en 4 ATC5-SPA1C, ATC5-SPA2C, BTC5-SPA3C, BTC5-SPA4C Duits 1A en 2A In Duits 1 en 2 komen de basisgrammatica en de basiscorrespondentie aan bod. Duits 3B en 4B De modules Duits 3B en 4B richten zich op: uitspraak, basistaalhandelingen spreekvaardigheid en basisdialogen spreekvaardigheid. Frans 1D, 2C, 3D en 4C De modules Frans 1 en 2 richten zich op een toepassing in zakelijke context van de grammaticale kennis. 10. Competenties Spaans 1C, 2C, 3C en 4C De modulen Spaans 1 en 2 richten zich op een toepassing in zakelijke context van de vocabulaire en grammaticale kennis. Duits, Frans en Spaans Competentie CE/SBRM: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Niveau A1+ voor Spaans Niveau A2 voor Duits, Frans Competentie CO: 4 Creëren en realiseren (niveau: A2/B1) Niveau A1 voor Spaans Niveau A2 voor Duits en Frans 138 11. Beoordelingscriteria Duits ATC3-DUR1A.1 - ATC3-DUR2A.1 BTC3-DUR3B.4 BTC3-DUR4B.4 Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste geslacht in. Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste meervoud in. Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.t.t. in. Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.v.t. in. Vult de juiste vorm van het voltooid deelwoord in. Vult de juiste uitgang van een woord uit de “der”- of “ein”-groep na een voorzetsel in. Vult de juiste uitgang van het bijvoeglijk naamwoord in. Vult de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in. Vult/kruist het juiste vakwoord in/aan. Schrijft in correct Duits aan de hand van trefwoorden een eenvoudige e-mail in verband met het maken van een afspraak of een reservering. Schrijft in correct Duits aan de hand van tekstbouwstenen een eenvoudige Anfrage, Angebot of Bestellung. Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding. Beheerst de basistaalhandelingen ten aanzien van correctheid, fluency, samenhang en uitspraak. Reproduceert standaardzinnen en -uitdrukkingen rondom de thema’s Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren, Terminvereinbarung en Messegespräche in één-op-één-situaties ten behoeve van een correcte zakelijke communicatie in het Duits. Past de uitspraak- en basisgrammaticaregels van het Duits correct toe. Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding. Past de basistaalhandelingen in het Duits rondom de thema’s Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren, Terminvereinbarung en Messegespräche in duo’s correct toe en weet daarbij in taalgebruik te variëren. Beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies rondom alledaagse en semi-zakelijke thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatieve karakter ervan. Gebruikt de standaardzinnen rondom alledaagse en semizakelijke thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatief karakter. Formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige, maar correcte zakelijke zinnen die tezamen een samenhangende tekst vormen onder gebruikmaking van de juiste alledaagse en semizakelijke woordenschat. Past de grammatica van het Duits correct toe. Beheerst de uitspraak van het Duits. Vertoont communicatief correct gedrag door het juiste spreektempo, de juiste spreekwijze, de juiste articulatie en intonatie, actief luisteren, intercultureel gedrag en klantgericht handelen dat is afgestemd op de Duitse zakelijke situaties. Frans 139 ATC4-FRA1D.3 ATC4-FRA2C.1 BTC4-FRA4C.1 BTC4-FRA3D.4 Begrijpt de hoofdzaken in korte, heldere en eenvoudige boodschappen en aankondigingen. Begrijpt eenvoudige aanwijzingen (ERK-niveau A2). Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe: voorzetsels van tijd en plaats; pour + infinitief, il faut, il vaut mieux + infinitief; het bijvoeglijk naamwoord, de vergrotende trap; de voornaamwoorden quel en en, de onbepaalde voornaamwoorden; de toekomende tijd (futur simple, futur proche), gebiedende wijs, passé composé. Gebruikt en vertaalt zakelijk idioom correct. Leest korte, eenvoudige teksten lezen. Vindt specifieke voorspelbare informatie in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, menu's en dienstregelingen. Begrijpt korte, eenvoudige, persoonlijke brieven (ERK-niveau A2). Schrijft korte, eenvoudige notities en boodschappen op. Schrijft een zeer eenvoudige persoonlijke brief, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken (ERK-niveau A2). Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe: getallen; het betrekkelijk voornaamwoord; het persoonlijk voornaamwoord y; de onbepaalde voornaamwoorden tous/toutes, chaque en chacun; de trappen van vergelijking; het wederkerende werkwoord; de lijdende vorm; de imparfait, de conditionnel. de gebiedende wijs; décider de, venir de, il paraît que, c’est à; depuis, pendant, quand, avant de. Gebruikt en vertaalt zakelijk idioom correct. Schrijft een korte, correct e-mail over een gegeven zakelijk onderwerp. Beantwoordt vragen over (zakelijke) teksten over dagelijkse onderwerpen correct. Voert gesprekken en houdt presentaties in het Frans op ERK-niveau A2. Geeft in het kort redenen en verklaringen voor meningen en plannen. Neemt deel aan een vergadering over werkcondities en bespreekt vooraf voorbereide argumenten. Neemt deel aan een werkbespreking over een te houden beurs. Spaans ATC5-SPA2C.1 Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe te passen: bepaalde en onbepaalde lidwoorden vraagwoorden persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden hoofdtelwoorden t/m 100 rangtelwoorden vervoeging in de tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden en regelmatige wederkerende werkwoorden. vervoeging van de onregelmatige werkwoorden ser, estar, tener en ir. ontkenning (negación) verkleinwoorden 140 voorzetsels muy/mucho (erg/veel) Gebruikt en vertaalt (zakelijk) idioom correct. Schrijft korte, eenvoudige notities en boodschappen op. Schrijft een zeer eenvoudige persoonlijke brief en/of dialoog. Begrijpt de hoofdpunten wanneer in duidelijke uitgesproken standaardtaal wordt gesproken over vertrouwde zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt en beantwoordt vragen hierover correct. De onderwerpen zijn gerelateerd aan: persoonlijk leven, familie, werk, directe omgeving en plaatselijke omgeving. Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe: o hoofdtelwoorden (t/m miljoenen); o vervoeging in de tegenwoordige tijd van regelmatige en onregelmatige werkwoorden en wederkerende werkwoorden; o verschil tussen ser, estar en hay; o beklemtoond bezittelijk voornaamwoord; o aanwijzende en vragende voornaamwoorden; o trappen van vergelijking: stellende, vergrotende en overtreffende trap: regelmatige en onregelmatige vorm; o bijwoorden; o persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp; o persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp; o voegwoord si; o mening geven met creer que; o voornemens uiten met met ir a + hele werkwoord, pensar en querer; o werkwoorden gustar en interesar; o datum en tijd; o voltooid tegenwoordige tijd met ‘pretérito perfecto’. Gebruikt en vertaalt zakelijk idioom correct. Beschrijft zaken in korte, eenvoudige zinnen. Beschrijft personen in korte, eenvoudige zinnen. Beschrijft kort en eenvoudig een gebeurtenis of ervaring. Communiceert over eenvoudige en alledaagse zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt: persoonlijke informatie toekomstplannen voor de vakantie beschrijvingen/acties uit de nabije verleden een persoon beschrijven qua uiterlijk en karakter. BTC5-SPA3C.3 BTC5-SPA4C.1 BTC5-SPA4C.4 Tentaminering Naam deeltentamen Duits 1A Duits 2A Duits 3B Duits 4B Code deeltentamen ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR2A.1 BTC3-DUR3B.4 BTC3-DUR4B.4 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Mondeling Mondeling Individueel Ja Ja Ja In duo’s Aantal examinatoren 1 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 P1/P3 P2/P4 Herkansing T4 T5 P1/P3 P2/P4 Duur 120 minuten 120 minuten 5 minuten 10 minuten Hulpmiddelen Schuiflat “Grammaticus” Schuiflat “Grammaticus” n.v.t. n.v.t. 141 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur 5.5 5.5 5.5 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. Weging 25% binnen de gehele onderwijseenheid 25% binnen de gehele onderwijseenheid 25% binnen de onderwijseenheid 25% binnen de onderwijseenheid Naam deeltentamen Frans 1C Frans 2C Frans 4C Frans 4C Code deeltentamen ATC4-FRA1D.3 ATC4-FRA2C.1 BTC4-FRA3D.4 BTC4-FRA4C.1 Toetsvorm Luistertoets Schriftelijk tentamen Mondeling tentamen Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 1 Tentamenperiode P1/P3 (OW 8) T2/T4 P1/P3 (OW 8) T2/T4 Herkansing P3/P4 (OW 8) T5 P3/P1 (OW 8) T5 Duur 60 minuten 120 minuten 20 minuten 120 minuten Hulpmiddelen Geen Grammaticawijzer Frans Geen Grammaticawijzer 5.5 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. Weging 25% binnen de gehele onderwijseenheid 25% binnen de gehele onderwijseenheid 25% binnen de gehele onderwijseenheid 25% binnen de gehele onderwijseenheid Naam deeltentamen Spaans 2C Spaans 3C Spaans 4C Spaans 4C Code deeltentamen ATC5-SPA2C.1 BTC5-SPA3C.3 BTC5-SPA4C.1 BTC5-SPA4C.4 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Luistervaardigheid Schriftelijk tentamen Mondeling tentamen Individueel Ja Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 1 Tentamenperiode T2/T4 T1/T3 T2/T4 P2/P4 Herkansing T5 T4 T5 P4 (OW 11) Duur 120 minuten 60 minuten 120 minuten 30 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddeld van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 142 Weging 12. Verplichte literatuur 50% binnen de 12,5% binnen de 12,5% binnen de 12,5% binnen de gegehele onderwijs- gehele onderwijs- gehele onderhele onderwijseeneenheid eenheid wijseenheid heid Duits 1 en 2 Auteur: Duijvesteijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, leerboek 1, druk: 1, ISBN: 9789066752948, uitgever: Walvaboek Auteur: Duijvesteijn, B.W.Th., Mangnus, H.A.A., titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek 1, druk: 1, ISBN: 9789066752955 uitgever: Walvaboek Auteur: Vries, E. de/Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN: 9789001923518, uitgever: Noordhoff PONS Bürokommunikation Deutsch*, 9783125618671, laatste druk, Ernst Klett Verlag (alleen voor Duits 2) Frans Auteur: Jambon, K., titel: Grammaticawijzer Frans, druk: 7, , ISBN: 9789054516804, uitgever: Intertaal Auteur: Mitchell, M., title: Pour parler affaires; druk: 1, , ISBN: 9789460303418. Spaans Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, tekstboek, druk: 6, ISBN: 9789054516569, uitgever: Intertaal Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, werkboek, druk: 6, ISBN: 9789054516576, uitgever: Intertaal Spanish Grammar Reader, SN-0676 Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, Nederlands-Spaans, ISBN: 9789066488526, uitgever:Van Dale Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, Spaans-Nederlands, ISBN: 9789066488533, uitgever: Van Dale (via Insite /Talen te raadplegen) 13. Aanbevolen literatuur n.v.t. 14. Software Duits www.walvaboek.nl (ABC online) Frans WRTS (gratis beschikbaar via http://www.wrts.nl) 15. Overige materialen Duits Studiehandleiding Duits 1 en 2 Syllabus SN-0671 Duits Grammatica (alleen voor Duits 1) Syllabus SN-0652 Korrespondenz propedeuse (alleen voor Duits 2) Syllabus SN-0717 Duits Redemittel Vorstellung und Empfang/ Telefonieren / Messegespräche Syllabus SN-0672 Duits Spreekvaardigheid: Vorbereitende Geschäftskommunikation Frans Studiehandleiding Frans 1 en 2 Studiehandleiding Frans 3 en 4 Scholar IB&C Français Spaans Studiehandleiding Spaans 1 en 2 Propedeuse – SN…. Studiehandleiding Spaans 3 en 4 Propedeuse 143 16. Activiteiten n.v.t. 17. Werkvormen n.v.t. 18. Les/contacturen Onderwijsweek ATC3-DUR1A ATC3-DUR2A BTC3 DUR3B BTC3 DUR4B Frans ATC4-FRA1C 1 ATC4-FRA2C 1 BTC4 FRA3D BTC4 FRA4C Spaans ATC5-SPA1C 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 n.v.t.. n.v.t.. ATC5-SPA2C BTC5 SPA3C BTC5 SPA4C 19. Onderwijsperiode 20. Maximaal aantal deelnemers 21. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 22. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t.. Semester 1 of semester 2 n.v.t. Codes zijn gewijzigd, wijzigingen in modulen Frans en Spaans. n.v.t.. 144 10 VTC Taal en Cultuur versneld Spaans en Duits Titel onderwijseenheid (OWE) Taal en Cultuur versneld Spaans en Duits - VTC 1. Opleiding CE- en CO-opleiding Je volgt alleen Duits of Spaans versneld als je niet in aanmerking komt voor vrijstelling voor Taal en Cultuur V2 (VST2). SBRM-opleiding Je volgt alleen Duits versneld als je niet in aanmerking komt voor vrijstelling voor Taal en Cultuur V2 (VST2). 2. Doelgroep Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1. 3. Beroepstaak/ beroepstaken De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. Context van de beroepstaak. De context van de doorlopende leerlijn in de beroepstaak van deze onderwijseenheden is het mondeling en schriftelijk communiceren in een nationale of internationale, beroepsmatige context. In zijn communicatie houdt de student rekening met verschillen in cultuur, beleefdheid en omgangsvormen door een specifieke en doelgerichte oriëntatie op het land. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. Beroepsproducten Duits 1: een mondelinge toets Duits 2: een mondelinge toets Spaans 1 en 2: n.v.t. Spaans 3 en 4: n.v.t. 5. Studiepunten: 7,5 Studiepunten/ studielast Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 56 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 42 12 9 51 4 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Duits 155 145 Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 159 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: 1 Deze onderwijseenheid Taal & Cultuur versneld sluit aan op Taal & Cultuur in het 2e jaar. Spaans: geen aanwezigheidsplicht Duits: voor het behalen van de toets BVC-DUV1B.9 en BVC DUV2B.9 (voldaan) geldt verplichte aanwezigheid voor de trainingen (zie de studiehandleiding). Duits: BVC-DUV1B en BVC-DUV2B Spaans: ATC5-SPA1C en ATC5-SPA2C BTC5-SPA3C en BTC5-SPA4C Duits 1 en 2 In Duits 1B versneld komt de basisgrammatica, de basisspreekvaardigheid en de uitspraak aan bod. Duits 2B versneld: vakwoordenschat, eenvoudige e-mails/brieven schrijven en gesprekken voeren in alledaagse en zakelijke basissituaties. Spaans 1C, 2C, 3C en 4C De modulen Spaans 1C en 2C richten zich op een toepassing in zakelijke context van de vocabulaire en grammaticale kennis. Duits 1B versneld: schriftelijk eenvoudig en correct communiceren in alledaagse en zakelijke basissituaties op A1/A2-niveau, rekening houdend met culturele verschillen. Duits 2B versneld: mondeling eenvoudig en correct communiceren in alledaagse en zakelijke basissituaties op A1/A2-niveau, rekening houdend met culturele verschillen. 10. Competenties Competentie CE en SBRM: 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Duits 1 en 2: niveau A1/A2 Spaans 1 en 2: niveau A1 Spaans 3 en 4: niveau A1+ Competentie CO: 4 Creëren en realiseren Duits 1 en 2: niveau A1/A2 Spaans 1 en 2: niveau A1 Spaans 3 en 4: niveau A1+ 11. Beoordelingscriteria BVC-DUV1B.1 Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste geslacht in. Vult van zelfstandige naamwoorden het juiste meervoud in. Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.t.t. in. Vult de juiste vorm van het werkwoord in de o.v.t. in. Vult de juiste vorm van het voltooid deelwoord in. 146 Vult de juiste uitgang van een woord uit de “der”- of “ein”-groep na een voorzetsel in. Vult de juiste uitgang van het bijvoeglijk naamwoord in. Vult de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in. BVC-DUV1B.4 BVC-DUV2B.1 BVC-DUV2B.4 ATC5-SPA2C.1 Reproduceert standaardzinnen en -uitdrukkingen rondom de thema’s Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren, Terminvereinbarung en Messegespräche in één-op-één-situaties ten behoeve van een correcte zakelijke communicatie met de juiste uitspraak in het Duits. Past de uitspraak- en basisgrammaticaregels van het Duits correct toe. Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplcihte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding. Vult/kruist het juiste vakwoord in/aan. Schrijft in correct Duits aan de hand van trefwoorden een eenvoudige e-mail in verband met het maken van een afspraak of een reservering. Schrijft in correct Duits aan de hand van tekstbouwstenen een eenvoudige Anfrage, Angebot of Bestellung. De student past basistaalhandelingen in het Duits rondom de thema’s Vorstellung und Empfang, geschäftliches Telefonieren, Terminvereinbarung en Messegespräche in duo’s correct toe en weet daarbij in taalgebruik te variëren. Beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies rondom alledaagse en semi-zakelijke thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatieve karakter ervan. Gebruikt de standaardzinnen rondom alledaagse en semizakelijke thema’s in correct Duits met de nadruk op het communicatief karakter. Formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige, maar correcte zakelijke zinnen die tezamen een samenhangende tekst vormen onder gebruikmaking van de juiste alledaagse en semizakelijke woordenschat. Past de grammatica van het Duits correct toe. Beheerst de uitspraak van het Duits. Vertoont communicatief correct gedrag door het juiste spreektempo, de juiste spreekwijze, de juiste articulatie en intonatie, actief luisteren, intercultureel gedrag en klantgericht handelen dat is afgestemd op de Duitse zakelijke situaties. Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding. Past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe: bepaalde en onbepaalde lidwoorden; vraagwoorden; persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden; zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden; hoofdtelwoorden t/m 100; rangtelwoorden; 147 BTC5-SPA3C.3 BTC5-SPA3C.1 BTC5-SPA4C.1 BTC5-SPA4C.4 vervoeging in de tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden en regelmatige wederkerende werkwoorden; vervoeging van de onregelmatige werkwoorden ser, estar, tener en ir; ontkenning (negación); verkleinwoorden; voorzetsels; muy/mucho (erg/veel). Gebruikt en vertaalt (zakelijk) idioom correct. Schrijft korte, eenvoudige notities en boodschappen op. Schrijft een zeer eenvoudige persoonlijke brief en/of dialoog. Begrijpt de hoofdpunten wanneer in duidelijke uitgesproken standaardtaal wordt gesproken over vertrouwde zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt en beantwoordt vragen hierover correct. De onderwerpen zijn gerelateerd aan: persoonlijk leven, familie, werk, directe omgeving en plaatselijke omgeving. Begrijpt leesteksten over vertrouwde zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt en beantwoordt vragen hierover correct. De onderwerpen zijn gerelateerd aan: persoonlijk leven, familie, werk, directe omgeving en plaatselijke omgeving. De student past de volgende grammaticale elementen in zinscontext toe: hoofdtelwoorden (t/m miljoenen); vervoeging in de tegenwoordige tijd van regelmatige en onregelmatige werkwoorden en wederkerende werkwoorden; verschil tussen ser, estar en hay; beklemtoond bezittelijk voornaamwoord; aanwijzende en vragende voornaamwoorden; trappen van vergelijking: stellende, vergrotende en overtreffende trap: regelmatige en onregelmatige vorm; bijwoorden; persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp; persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp; voegwoord si; mening geven met creer que; voornemens uiten met met ir a + hele werkwoord, pensar en querer; werkwoorden gustar en interesar; datum en tijd; voltooid tegenwoordige tijd met ‘pretérito perfecto’. Gebruikt en vertaalt zakelijk idioom correct. Beschrijft zaken in korte, eenvoudige zinnen. Beschrijft personen in korte, eenvoudige zinnen. Beschrijft kort en eenvoudig een gebeurtenis of ervaring. Communiceert over eenvoudige en alledaagse zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt: persoonlijke informatie; toekomstplannen voor de vakantie; beschrijvingen/acties uit de nabije verleden; een persoon beschrijven qua uiterlijk en karakter. Tentaminering Naam deeltentamen Duits V 1B Duits V 1B Duits V 2B Duits V 2B Code deeltentamen BVC-DUV1B.1 BVC-DUV1B.4 BVC-DUV2B.1 BVC-DUV2B.4 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Mondeling tentamen Schriftelijk tentamen Mondeling tentamen 148 Individueel Ja Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 P1/P3 T2/T4 P2/P4 Herkansing T4 P3/P1 T5 P4/P2 Duur 120 minuten 5 minuten 120 minuten 10 minuten Hulpmiddelen Schuiflat ‘Grammaticus’ n.v.t. Schuiflat ‘Grammaticus’ n.v.t. 5.5 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. 25% van de on25% van de on25% van de on25% van de onderwijseenheid derwijseenheid derwijseenheid derwijseenheid Naam deeltentamen Spaans 2C Spaans 3C Spaans 3C Code deeltentamen ATC5-SPA2C.1 BTC5-SPA3C.1 BTC5-SPA3C.3 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Leesvaardigheid Luistervaardigheid Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 T2/T4 Herkansing T4 T5 T5 Duur 120 minuten 90 minuten 60 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. 12,5% binnen de ge50% van de gehele 12,5% binnen de gehele hele onderwijseenonderwijseenheid onderwijseen-heid heid Naam deeltentamen Spaans 4C Spaans 4C Code deeltentamen BTC5-SPA4C.4 BTC5-SPA4C.1 Toetsvorm Mondeling tentamen Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode P2/P4 T2/T4 Herkansing T5 T5 Duur 30 minuten 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 149 Voorlopig cesuur/ Algeme-ne aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterend in voldaan/niet voldaan. 12,5% binnen de gehele onderwijs12,5% binnen de gehele onderwijseenheid eenheid Duits 1 en 2: Auteur: Duijvestijn, B.W.Th., Mangnus H.A.A , titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, leerboek, druk: 1, ISBN 9789066752948, uitgever: Walvaboek Auteur: Duijvestijn, B.W.Th., Mangnus H.A.A , titel: Das abc der Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek, druk: 1, ISBN 9789066752955, uitgever: Walvaboek Auteur: Vries, E. de, Rees, P. van, titel: Grammaticus, druk: 1, ISBN 9789001923518, uitgever: Noordhoff Syllabus SN-0671 Duits Grammatica Syllabus SN 0672 Duits Spreekvaardigheid Vorbereitende Geschäftskorrespondenz Alléén voor Duits 2: Auteur: Wergen, J., titel: PONS Bürokommunikation Deutsch, Ernst Klett Verlag, ISBN 9783125618671 12. Verplichte literatuur Syllabus SN0717 Redemittel Deutsch in beruflichen Situationen Spaans 1 en 2: Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, tekstboek, druk: 6, ISBN: 9789054516569, uitgever: Intertaal Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, werkboek, druk: 6, ISBN: 9789054516576, uitgever: Intertaal Spanish Grammar Reader, SN-0676 Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, NederlandsSpaans, ISBN: 9789066488526, uitgever:Van Dale Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, SpaansNederlands, ISBN: 9789066488533, uitgever: Van Dale (via Insite /Talen te raadplegen) Spaans 3 en 4: Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, tekstboek, druk: 6, ISBN: 9789054516569, uitgever: Intertaal Auteur: Bursgens, G., titel: Español Profesional 1, werkboek, druk: 6, ISBN: 9789054516576, uitgever: Intertaal Spanish Grammar Reader, SN-0676 Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, NederlandsSpaans, ISBN: 9789066488526, uitgever:Van Dale Auteur: Vuyk, J., titel: Van Dale Pocketwoordenboek, SpaansNederlands, ISBN: 9789066488533, uitgever: Van Dale (via Insite /Talen te raadplegen) 13. Aanbevolen literatuur n.v.t. 14. Software www.walvaboek.nl (ABC online) 150 Spaans 1 en 2 Studiehandleiding Spaans 1 en 2 Propedeuse Weekplanning SPA1 en SPA2 (zie Scholar IB&C - español) 15. Overige materialen Spaans 3 en 4 Studiehandleiding Spaans 3 en 4 Propedeuse Weekplanning SPA3 en SPA4 (zie Scholar IB&C - español) Bij alle talen zijn er opdrachten in spreek-, luister- en schrijfvaardigheid. Daarnaast zijn er groepsopdrachten presentaties en portfolio’s waar de student aan werkt. Hij/zij komt voorbereid (met gemaakt huiswerk en voorbereide mondelinge opdrachten) naar de colleges. Duits 1: in de wekelijkse lesuren wordt aandacht geschonken aan grammatica, basisspreekvaardigheid en uitspraak. Duits 2: in de wekelijkse werkcolleges wordt aandacht besteed aan correspondentie, spreekvaardigheid en uitspraak. 16. Activiteiten 17. Werkvormen Spaans 1 en 2: hoorcollege, werkcollege en zelfstudie. Spaans 3 en 4: hoorcollege, werkcollege en zelfstudie. 18. Les-/contacturen Onderwijsweek BVC-DUV1A BVC-DUV2A 1 4 Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting 2 4 3 4 4 4 5 4 6 4 7 4 ATC54 4 4 4 4 4 4 SPA1C/2C BTC5SPA3C/4C 1 Mondeling tentamen, ca. 30 minuten per student 8 9 1 2 3 4 5 6 7 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 8 9 10 81 19. Onderwijsperiode De onderwijseenheid wordt aangeboden in semester 1 of semester 2. 20. Maximaal aantal deelnemers In overleg 21. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 22. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling BVC-DUV1A.9 en BVC-DUV2A.9 vervallen. De verplichte aanwezigheid is nu opgenomen bij BVC-DUV1B.4 en BVCDUV2B.4 De code ATC is gewijzigd in ATC5. n.v.t. 151 BAE Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie Titel onderwijseenheid (OWE) Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie (BAE) 1. Opleiding Small Business & Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1 Voltijd, vwo-propedeuse, niveau: 1 3. Beroepstaak/ beroepstaken De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming 4. Centrale beroepstaak - 5. Beroepsproducten n.v.t. Studiepunten: 2,5 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 7. Studiepunten/ studie last Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 0 0 0 0 0 0 0 28 3 0 21 2 0 0 0 47 0 0 49 3 70 Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving Het niveau van deze OWE is : 1 In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming. De OWE Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie is een vervolg op de module Bedrijfseconomie uit het A-cluster. Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie - BAEBEA1A In de OWE Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie komen de basisbeginselen aan de orde die van belang zijn om inzicht te krijgen in de financiële consequenties van het starten en/of managen van een onderneming. 152 10. Competenties Leerdoelen: De student kan een compleet boekhoudkundig model opzetten. De student kan aan de hand van boekingsdocumenten informatie verwerken binnen het boekhoudkundig model. De student kan de samenhang tussen balans, resultatenrekening en liquiditeit aangeven. De student kan financieringsmogelijkheden bepalen van een bedrijf. De student kan diverse kostencalculaties maken. De student kan kengetallen en ratio’s berekenen en interpreteren. De student kan een analyse maken van een jaarrekening. BAEBEA1A DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en – cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. BAEBEA1A.1 - - Basisbegrippen boekhoudkundig model (kennen + toepassen): balans; resultatenrekening (A.V.W.); kolommenbalans; grootboek; journaal en journaalposten; dagboeken; decimale coderingssysteem; boekingsregels (e.e.a. toegepast op de ondernemingsvorm eenmanszaak). Student kent wettelijke (basis) eisen m.b.t. de bedrijfsadministratie Student kan de samenhang tussen balans, A.V.W. en liquiditeit aangeven; De student kan (eenvoudige) kostencalculaties maken met gebruikmaking van de vaste en variabele kosten en directe en indirecte kosten. Uiteraard dient de student het hierbij gebruikte begrippenapparaat te kennen. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie Code deeltentamen BAEBEA1A.1 Toetsvorm Schriftelijke tentamen Individueel Ja Aantal examinatoren 1 tentamenperiode T2/T4 Herkansing T5 Duur 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 100% 153 13. Verplichte literatuur BAEBEA1A Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording – A.W.W. Heezen; Noordhoff Uitgevers; 2e druk; isbn: 978-90-01-76209-4 + Syllabus Bedrijfsadministratie SB&RM B-cluster 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen BAEBEA1A In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd: - Hoorcollege - Werkcollege 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek BBBBEA2A. 1 2 20. Onderwijsperiode B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE, BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC identiek aan de nieuwe OWE’s BEA, BPO en BRE. 23. Datum waarop de OWE niet meer wordt aangeboden en overgangsregeling n.v.t. 2 3 2 2 4 5 2 2 6 2 7 2 8 9 10 1 2 2 2 3 2 4 5 2 2 6 2 7 8 2 9 154 10 BPO Organisatie, Personeel, Management & Ethiek Titel onderwijseenheid (OWE) Organisatie, Personeel, Management & Ethiek (BPO) 1. Opleiding Small Business & Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1 Voltijd, vwo-propedeuse, niveau 1 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming 5. Beroepsproducten n.v.t. - Studiepunten: 2,5 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Studiepunten/ studie last Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 0 0 0 0 0 0 0 28 3 0 21 2 0 47 0 3 49 Totaal 70 Het niveau van deze OWE is : 1 In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming. geen 155 Organisatie, Personeel, Management & Ethiek – BPOOPM1A Onderwerpen Organisatie, personeel en Management: inleiding organisatiekunde: begrippenkader, stromingen. management wisselwerking omgeving – organisatie; begrip strategie planning en besluitvorming arbeidsverdeling en coördinatie, organisatiestelsels communicatie cultuur ethiek in organisaties leidinggeven gedrag van mensen in organisaties 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Leerdoelen: Organisatie, personeel en management De student kan:het begrippenkader voor de organisatiekunde beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. de belangrijkste stromingen in de organisatiekunde beschrijven. het begrip management beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. de betekenis van omgeving en strategie voor interne organisatie aangeven. de betekenis van ethiek in relatie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen aangeven. het begrip planning beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. het besluitvormingsproces beschrijven. het begrip organisatie (arbeidsverdeling, coördinatie) beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. het begrip organisatiecultuur beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. het begrip communicatie beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. het begrip leidinggeven beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. elementen van gedrag in organisaties beschrijven, i.h.b.: motivatie, perceptie, attitude. BPOOPM1A DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en – cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. DC9: Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). 156 DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respectvoor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. De student is zich er van bewust dat, zowel privé als zakelijk, een morele visie op zijn gedrag noodzakelijk is en is in staat om morele argumenten te formuleren en af te wegen en heeft de vaardigheid om het daaruit voortvloeiende besluit in gedrag om te zetten. 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. BPOOPM1A.1 - Het begrippenkader voor de organisatiekunde beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. De belangrijkste stromingen in de organisatiekunde beschrijven. Het begrip management beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. De betekenis van omgeving en strategie voor interne organisatie aangeven. De betekenis van ethiek in relatie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen aangeven. Het begrip planning beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. Het besluitvormingsproces beschrijven. Het begrip organisatie (arbeidsverdeling, coördinatie) beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. Het begrip organisatiecultuur beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. Het begrip communicatie beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. Het begrip leidinggeven beschrijven en toepassen in eenvoudige casussen. Elementen van gedrag in organisaties beschrijven, i.h.b.: motivatie, perceptie, attitude. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Organisatie, Personeel, Management & Ethiek Code deeltentamen BPOOPM1A.1 Toetsvorm Schriftelijke tentamen Individueel Ja Aantal examinatoren 1 tentamenperiode T2/T4 Herkansing T5 Duur 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. 157 Weging 100% 13. Verplichte literatuur BPOOPM1A Auteur: Peter Thuis Uitgever: Noordhoff Titel: Toegepaste organisatiekunde ISBN 978-90-01-79095-0 Vijfde druk 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen BPOOPM1A In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd: - Hoorcollege - Werkcollege 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek BPOOPM1A 1 20. Onderwijsperiode B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2 en 4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE, BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC identiek aan de nieuwe OWE’s BAE, BPO en BRE. 23. Datum waarop de OWE niet meer wordt aangeboden en overgangsregeling n.v.t. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 4 2 4 3 4 4 4 5 4 6 4 7 4 8 9 158 10 BRE Recht Titel onderwijseenheid (OWE) Recht (BRE) 1. Opleiding Small Business & Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, Propedeuse, B-cluster, niveau 1 Voltijd, vwo-propedeuse, niveau 1 3. Beroepstaak/ beroepstaken De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming 4. Centrale beroepstaak - 5. Beroepsproducten n.v.t. Studiepunten: 2,5 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Studiepunten/ studie last Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 28 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 21 0 0 0 0 0 0 0 28 3 0 21 2 0 47 0 49 70 Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s Het niveau van deze OWE is : 1 In de OWE’s BAE, BPO en BRE worden ondersteunende modules aangeboden van belang bij het starten en/of managen van een onderneming. 8. Ingangseisen nvt. 159 Recht - BREREC1A Rechtsvormen onderneming; BV en NV Overeenkomstenrecht; aanbod en aanvaarding, wilsovereenstemming, handelingsonbekwaamheid, wilsgebreken en de gevolgen van nietnakoming; Koopovereenkomst; koop, eigendomsoverdracht, conformiteit en algemene voorwaarden; Inleiding Omzetbelasting Productaansprakelijkheid; risicoaansprakelijkheid, vereisten, producent; Personeel; arbeidsovereenkomst, schade door werknemer, schade aan werknemer en beëindiging van de arbeidsovereenkomst; Inleiding Loonbelasting Intellectueel eigendom; octrooirecht, auteursrecht, merkenrecht en handelsnaamrecht; Faillissement; aspecten faillissement, faillissementspauliana; volgorde van vorderingen, einde faillissement en suseance van betaling; Personen- en Familierecht (Huwelijk en overlijden, gericht op huwelijkse voorwaarden/ scheiding en overlijden ondernemer) 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Leerdoelen: De student kan het onderscheid maken tussen verschillende ondernemingsvormen en een keuze beargumenteren voor een bepaalde rechtsvorm waarin een onderneming wordt opgestart; De student kan een antwoord geven op verschillende problemen die ontstaan bij de verkoop van goederen, met name bij meningsverschillen met afnemers en kopers; De student kan een verkoopfactuur inclusief BTW opstellen; De student kan een inschatting maken van de risico’s die de verkoop van goederen met zich meebrengt op het gebied van productaansprakelijkheid; De student kan een inschatting maken van de arbeidsrechtelijke en fiscale gevolgen van het inhuren van werkkrachten cq het aannemen van werknemers; De student kan een inschatting maken van de bescherming die een handelsnaam en producten genieten zowel nationaal als internationaal; De student toont inzicht in de gevolgen van een falende onderneming en kan aangeven wat de gevolgen van een faillissement of een surseance van betaling voor een onderneming en de ondernemer zijn; De student toont inzicht in het belang van huwelijkse voorwaarden voor de ondernemer, in het bijzonder bij echtscheiding en kent het belang van het opstellen van een testament voor de ondernemer, onder andere in het kader van bedrijfsopvolging. BREREC1A DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. - Competentieniveau 1 Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten - Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. - Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst. DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) 160 Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. BREREC1A.1 - De student kan het onderscheid maken tussen verschillende ondernemingsvormen en een keuze beargumenteren voor een bepaalde rechtsvorm waarin een onderneming wordt opgestart; - De student kan een antwoord geven op verschillende problemen die ontstaan bij de verkoop van goederen, met name bij meningsverschillen met afnemers en kopers; - De student kan een verkoopfactuur inclusief BTW opstellen; - De student kan een inschatting maken van de risico’s die de verkoop van goederen met zich meebrengt op het gebied van productaansprakelijkheid; - De student kan een inschatting maken van de arbeidsrechtelijke en fiscale gevolgen van het inhuren van werkkrachten cq het aannemen van werknemers; - De student kan een inschatting maken van de bescherming die een handelsnaam en producten genieten zowel nationaal als internationaal; - De student toont inzicht in de gevolgen van een falende onderneming en kan aangeven wat de gevolgen van een faillissement of een surseance van betaling voor een onderneming en de ondernemer zijn; - De student toont inzicht in het belang van huwelijkse voorwaarden voor de ondernemer, in het bijzonder bij echtscheiding en kent het belang van het opstellen van een testament voor de ondernemer, onder andere in het kader van bedrijfsopvolging. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Recht Code deeltentamen BREREC1A.1 Toetsvorm Schriftelijke tentamen Individueel Ja Aantal examinatoren 1 tentamenperiode T1/T3 Herkansing T4 Duur 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 100% 13. Verplichte literatuur BREREC1A "Praktisch bedrijfsrecht", Mr. J.W.J. Fiers, uitgever Noordhoff uitgevers, ISBN 9789001814168, druk: 2 Wetteksten Hoger Onderwijs, onder redactie van Mw. Mr A.M.M.M. van Zeijl, Noordhoff uitgevers, ISBN 9789001780074 (overigens steeds de laatste versie) 161 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen BREREC1A - Lessen in Powerpointpresentatie op Scholar; - Verwijzingen naar internetbronnen; - In de les verstrekt oefenmateriaal en artikelen Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden bij gehanteerd: - Hoorcollege - Werkcollege 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek BREREC1A 1 4 20. Onderwijsperiode B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar De OWE BOO is opgesplitst in drie verschillende OWE’s, te weten BAE, BPO en BRE. Inhoudelijk zijn de drie oude modules BEA, OPM en REC identiek aan de nieuwe OWE’s BAE, BPO en BRE. 2 3 4 4 4 5 4 4 6 4 7 4 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 23. Datum waarop de OWE niet meer wordt n.v.t. aangeboden en overgangsregeling BEO Voorbereiding Eigen Onderneming Titel onderwijseenheid (OWE) Voorbereiding Eigen Onderneming (BEO) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/beroepstaken 4. Centrale beroepstaak Voltijd, propedeuse B-cluster, niveau 1 Voltijd, vwo-propedeuse, niveau 1 De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming. De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. BEOTWI1A - Bedrijfsidee 5. Beroepsproducten BEOBON1A/BEOBON2A Plan van aanpak - Vragenlijst - Analyse - Rapportage (fact sheet + reflectie) BEOBAM1A Portfolio 162 Studiepunten: 7,5 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid / stage, docent niet fysiek aanwezig. 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependa-gen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 110 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 83 13 10 9 7 132 100 110 110 Totaal 132 210 Het niveau van deze OWE is : 1 In de OWE Eigen Onderneming worden modules aangeboden die van belang bij het starten en/of managen van een onderneming. 8. Ingangseisen Binnen deze OWE vallen : - Ontwikkeling van een bedrijfsidee (BEOTWI1B) - Onderzoeksvaardigheden (BEOBON1B) - Analyse- en ondernemersvaardigheden (BEOBAM1B) - Studieloopbaanbegeleiding (BEOSLB2A) 9. Algemene omschrijving BEOTWI1A In deze module werkt de student aan het bedenken van een bedrijfsidee voor de module Student Company. Iedere les wordt hiertoe een stap gemaakt. Alle stappen worden uitgewerkt in een rapport dat aan het einde van de module opgeleverd wordt. Leerdoelen: 163 - De student is in staat om kansdenken in te zetten om tot een bedrijfsidee te komen. De student is in staat om trends die passen bij het bedrijfsidee in kaart te brengen en te analyseren. De student is in staat om de gevonden trends te gebruiken om een bedrijfsidee te verbeteren. BEOBON1A/BEOBON2A In deze module leert de student de theorie uit het A-cluster toepassen. De student gaat zelf onderzoek doen: de student gaat een onderzoek opzetten, de data verzamelen en de resultaten verwerken. De student maakt een korte rapportage van het onderzoek. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en kwalitatief deel. De onderwerpen die aan bod komen zijn: - Het maken van een Plan van Aanpak - Het uitvoeren van online verkennend onderzoek - Het maken van een vragenlijst - Werken met SPSS - Interviews Leerdoelen: - De student kan een onderzoeksvraag vertalen naar een plan van aanpak om (een deel van) de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. - De student bereidt een kwalitatief en een kwantitatief marktonderzoek voor en voert dit uit. - De student voert, bij een kwantitatief onderzoek, op correcte wijze gegevens in SPSS in en bewerkt en analyseert de gegevens hiermee zodanig dat deze worden omgezet in relevante informatie. - De student verwerkt bij kwalitatief onderzoek op correcte wijze gegevens en analyseert deze om tot relevante informatie te komen. - De student toont analytisch inzicht en probleemoplossend vermogen. - De student kan op constructieve wijze een interview afnemen, waarbij hij de juiste informatie kan verkrijgen. - De student kan een vragenlijst formuleren waarmee hij relevante informatie voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag achterhaalt. BEOBAM1A In deze module kom de student vanuit verschillende invalshoeken in aanraking met de alledaagse praktische aspecten van ondernemerschap. Leerdoelen: De student - voert deskresearch uit - neemt interviews af - presenteert bevindingen op motiverende wijze - doet via verschillende werkvormen praktische kennis op over ondernemerschap en krijgt derhalve meer inzicht in het werkveld BEOSLB1A Tijdens de module Studieloopbaanbegeleiding B-cluster staan de volgende onderwerpen centraal: - Studievoortgang - Sociale betrokkenheid bij de opleiding - Inhoudelijke betrokkenheid bij de opleiding 164 - Studiemotivatie Overgang naar de hoofdfase. Leerdoelen: - De student beschrijft studiemotivatie technieken en past deze toe. - De student beschrijft de relevantie van de onderwezen kennis, - Vaardigheden en attitude in relatie tot het toekomstige beroep. De student toont betrokkenheid bij de opleiding. BEOTWI1A DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 SBRM Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en – cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en.of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 1: SBRM Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en – cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. 10. Competenties DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes Competentieniveau 1: SBRM In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen. Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie. BEOBON1A/BEOBON2A DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Opstellen plan van aanpak voor een kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Maken van eenvoudige vragenlijst weliswaar aansluitend op de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwalitatief / kwantitatief onderzoek + verwerken data (SPSS). Opstellen eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen/beschrijvend niveau. BEOBAM1A 165 DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. DC9: Sociale en communicatieve competentie BEOSLB1A DC 9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting BEOTWI1A.7 Er zijn kansen in kaart gebracht op basis waarvan bedrijfsidee tot stand is gekomen dat bruikbaar is voor de Student Company. Voor het bedrijfsidee zijn relevante trends in kaart gebracht en geanalyseerd. De relevante trends zijn gebruikt om het bedrijfsidee te verbeteren. De resultaten in een eindpresentatie en rapport zijn op een dusdanige wijze verwoord en gepresenteerd dat duidelijk is welk proces is doorlopen en wat de inhoudelijke bevindingen zijn. De student past de theorie over het plan van aanpak, enquêtes en meetniveau toe De student voert analyses in SPSS uit die passen bij het meetniveau van de (afhankelijke) variabele De student presenteert de juiste tabellen, grafieken en samenvattende statistische maten. De student concretiseert een plan van aanpak (A) De student doet verkennend On- en Offline onderzoek (B) De student formuleert een vragenlijst die aansluit bij de probleemstelling met gebruikmaking van het verkennend onderzoek uit module onderzoek in A cluster(C) De student neemt de enquête af en verwerkt en analyseert de gegevens in SPSS (D) De student formuleert een interview vragenlijst met gebruikmaking van het verkennend en kwantitatief onderzoek (E) De student neemt interviews af en werkt deze uit (F) De student verwerkt en analyseert interviews (G) De student presenteert de resultaten uit producten ABCDEFG in een rapport, zodat deze inzichtelijk worden gemaakt voor de doelgroep (H) Er is deskresearch gedaan naar praktische ondernemersthema’s. De deskresearch is uitgewerkt in een korte rapportage en gebaseerd op minimaal 15 bronnen. De interviews hebben bijgedragen tot het thema en zijn correct en met diepgang uitgevoerd. De deskresearch en de interviews zijn met de duopartner op professionele wijze gepresenteerd aan de klas met behulp van verzorgde sheets en waarbij is voldaan aan de overige voorwaarden uit de handleiding. Het gelezen boek is op levendige wijze gepresenteerd aan de klas met behulp van verzorgde sheets en waarbij is voldaan aan de overige voorwaarden uit de handleiding. Het portfolio bevat 50 praktische ondernemerstips (do’s en dont’s). Per tip is een bron aangegeven. Elke tip is voorzien van nadere uitleg en bij elke tip BEOBON1A.1 BEOBON2A.5 BEOBAM1A.8 166 BEOSLB2A.9 is onderbouwd waarom voor deze tip is gekozen. De tips zijn zorgvuldig uitgewerkt. Er is een gevarieerde keuze gemaakt uit de kennis van het actualiteitencollege, de deskresearch & interviews van het eigen thema, de deskresearch & interviews van de thema’s van anderen, de gastcolleges, het eigen gelezen boek, boeken gelezen door anderen en eventuele andere werkvormen. Een actieve deelname aan de bijeenkomsten en gesprekken. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Business Onderzoek Business Onderzoek Trendwatching en innovatie Code deeltentamen BEOBON1A.1 BEOBON2A.5 BEOTWI1A.7 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Opdracht Portfolio Individueel Ja Groep Groep en individueel Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 P2/P4 (OW6) P2/P4 Herkansing T4 P2/P4 (OW8) P2/P4 Duur 120 min. n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 16,6% Naam deeltentamen Business Analyse MKB Studieloopbaanbegeleiding BEOBAM1A.8 BEOSLB2A.9 Toetsvorm Portfolio Continuous assessment en/of participatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode P2/P4 P1 en 2 of P3 en P4 Herkansing 2 weken na beoordeling Vervangende opdracht Duur n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voldaan Code deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 16,6% 33,4% Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. n.v.t. 33,4% 167 Cijfers spreken. Brinkman, J. Wolters Noordhoff 5e druk, ISBN 978-90-0180245-5 Syllabus Statistiek 13. Verplichte literatuur Eén boek van de BAM-literatuurlijst (zie studiehandleiding BAM) 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten Trends herkennen, begrijpen, gebruiken, creëren, F. Maenhoudt, ISBNnummer 978-90-807404-1-9 n.v.t. SPSS versie 17 BEOBON1A/BEOBON2A Projecthandleiding, syllabi, opdrachten uitgereikt in de klas. BEOSLB2A.9 Studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding B-cluster BEOBAM1A Studiehandleiding zie 18. 19. Les-/contacturen De volgende werk/lesvormen worden aangeboden: Projectwerk Presentatiecollege Werkcollege Duowerk Gastcollege Groepsbijeenkomsten Persoonlijke gesprekken Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 8 BEOBON1A 2 2 2 2 2 2 2 2 18. Werkvormen BEOBON2A * BEOTWI1A 4 BEOBAM1A 1 BEOSLB2A* 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 5 4 4 4 2 9 10 1 2 3 4 5 6 7 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 4 2 2 2 2 2 2 8 9 10 2 2 2 2 Twee verplichte bijeenkomsten, één optionele groepsbijeenkomst en ten minste één individueel gesprek. 20. Onderwijsperiode B-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar De naam van de OWE is veranderd van Voorbereiding Student Company in Voorbereiding Eigen Onderneming. Onderliggende modules zijn niet veranderd. 168 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 169 Bijlage 2: Gegevens Integrale Toets propedeutische fase Small Business & Retail Management: Titel integrale toets 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/beroepstaken 4. (Beroeps)producten 5. Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens 7. Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen 8. Algemene omschrijving 6. Integrale toets 1 Propedeuse – IT1 SBRM Voltijd, propedeuse De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatie-activiteiten Proeve van Bekwaamheid o Businessplan o Presentatie Aan IT1 zijn géén studiepunten gekoppeld. Dit betreft een eigen onderzoek van de examencommissie (conform artikel 7.10, lid 2 van de WHW). Bij IT1, de Proeve van Bekwaamheid, moeten kennis en vaardigheden die in het A-cluster en B-cluster zijn opgedaan, geïntegreerd worden toegepast. Studenten moeten het A- en B-cluster hebben gevolgd. Proeve van Bekwaamheid Het doel van dit project is het opstellen van een Business Plan. Met je projectgroep beslis je over een product dat je wilt introduceren, beschrijf je de potentiële markt, bereken je zowel de kosten voor productie en marketing, alsmede de winst. Je beschrijft dit in een Business Plan en je verzorgt een presentatie voor potentiële investeerdersof retailers. Competenties 1, 3, 4, 5, 7, 9 en 10 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. 9. Competenties Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. 170 10. Beoordelingscriteria IT1 PVB1A.0 11. Integrale toetskenmerken en – vormen Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld.. De student: schrijft een interne analyse die voldoet aan de in de handleiding geformuleerde criteria; schrijft een externe analyse die voldoet aan de in de handleiding geformuleerde criteria; schrijft een marketingplan dat voldoet aan de in de handleiding geformuleerde criteria; schrijft een financieel plan dat voldoet aan de in de handleiding geformuleerde criteria; schrijft een verslag dat getuigt van ‘haalbaarheid’; levert een verslag in waarin een conclusie is opgenomen, dat er verzorgd uitziet, in correct Nederlands is geschreven en voorzien is van een samenvatting in het Engels en bronvermelding; houdt een presentatie die voldoet aan de richtlijnen, waarin elk groepslid voldoende spreektijd krijgt. De presentatie wordt beoordeeld op: o correcte weergave inhoud rapport o presentatie is afgestemd op de doelgroep o presentatie voldoet wat betreft taalgebruik o adequate reactie op vragen, zowel in het Nederlands als in het Engels; beoordeelt medegroepsleden op: o Initiatief, uitwerking van ideeën o Participatie (groepsdiscussies: deed hij/zij zijn/haar zegje?) o Bijdrage en taakgerichtheid: (bood hij/zij zelf aan om bepaalde taken te doen of moest hem/haar dat altijd eerst gevraagd worden?) o Verantwoordelijkheid voor de resultaten van het team o Communicatie (feedback, actief luisteren, enz.) IT1 PvB1A.0 betreft een project. IT1 SLB2A betreft een doorlopende beoordeling binnen een semester. Tentaminering IT1 Naam deeltentamen Proeve van Bekwaamheid Code deeltentamen IT1 PVB1A.0 Toetsvorm Schriftelijk en mondeling Individueel Groep met deels individuele beoordeling Aantal examinatoren 3 Toetsperiode Semester 1 Periode 2 week 10: studenten die in februari zijn gestart. Semester 2 Periode 4 week 10: studenten die in september zijn gestart. 171 Herkansing Periode 4 week 10 of periode of 2 week 10 (2014-2015) Duur 1 week Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0,010,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 100% 12. Marketing Auteur: Verhage, B., titel: Grondslagen van de marketing, druk: 8, ISBN: 9789001817855, uitgever: Noordhoff Syllabus Marketing B-cluster, SN-0726 Verplicht en aanbevolen materiaal Marketingcommunicatie Auteur: Berg, E. de, titel: Basisboek Marketingcommunicatie, druk: 2, ISBN: 9789046903803, uitgever: Coutinho. Bedrijfseconomie Auteur: Heezen, A.A.W., titel: Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording, druk: 2, ISBN: 9789001805791, uitgever: Noordhoff 13. Onderwijsperiode Projecthandleiding Proeve van Bekwaamheid Semester 1 of 2 172 IT1V - Integrale toets 1 vwo-propedeuse voltijd Small Bussiness & Retail Management: Titel integrale Toets 1. Opleiding 2. Doelgroep Integrale toets 1 Propedeuse – IT1 SBRM Voltijd, vwo-propedeuse DE SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten 3. Beroepstaak/beroepstaken 4. (Beroeps)producten Proeve van Bekwaamheid o Businessplan o presentatie 5. Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Aan IT1V zijn géén studiepunten gekoppeld. 6. Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens 7. Ingangseisen 8. Algemene omschrijving 9. Competenties Bij IT1V, de Proeve van Bekwaamheid, moeten kennis en vaardigheden die in het A-cluster en B-cluster zijn opgedaan, geïntegreerd worden toegepast. Studenten moeten de vwo-propedeuse hebben gevolgd. Proeve van Bekwaamheid Het doel van dit project is het opstellen van een Business Plan. Met je projectgroep beslis je over een product dat je wilt introduceren, beschrijf je de potentiële markt, bereken je zowel de kosten voor productie en marketing, alsmede de winst. Je beschrijft dit in een Business Plan en je verzorgt een presentatie voor potentiële investeerdersof retailers. Competenties 1, 3, 4 en 5 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en.of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. 10. Beoordelingscriteria 173 IT1V PVB1A.0 11. Integrale toetskenmerken en –vormen De student: • schrijft een interne analyse die voldoet aan de in de handleiding geformuleerde criteria; • schrijft een externe analyse die voldoet aan de in de handleiding geformuleerde criteria; • schrijft een marketingplan dat voldoet aan de in de handleiding geformuleerde criteria; • schrijft een financieel plan dat voldoet aan de in de handleiding geformuleerde criteria; • schrijft een verslag dat getuigt van ‘haalbaarheid’; • levert een verslag in waarin een conclusie is opgenomen, dat er verzorgd uitziet, in correct Nederlands is geschreven en voorzien is van bronvermelding; • houdt een presentatie die voldoet aan de richtlijnen, waarin elk groepslid voldoende spreektijd krijgt. De presentatie wordt beoordeeld op: o correcte weergave inhoud rapport o presentatie is afgestemd op de doelgroep o presentatie voldoet wat betreft taalgebruik o adequate reactie op vragen • beoordeelt medegroepsleden op: o Initiatief, uitwerking van ideeën o Participatie (groepsdiscussies: deed hij/zij zijn/haar zegje?) o Bijdrage en taakgerichtheid: (bood hij/zij zelf aan om bepaalde taken te doen of moest hem/haar dat altijd eerst gevraagd worden?) o Verantwoordelijkheid voor de resultaten van het team o Communicatie (feedback, actief luisteren, enz.) IT1V PvB1A.0 betreft een project. Tentaminering IT1 Naam deeltentamen Proeve van Bekwaamheid Code deeltentamen IT1V PVB1A.0 Toetsvorm Schriftelijk en mondeling Individueel Groep met deels individuele beoordeling Aantal examinatoren 3 Toetsperiode Semester 1 Periode 2 week 10: studenten die in september met de vwo-propedeuse zijn gestart. 174 Herkansing Semester 2 Periode 4 week 10: studenten die in februari met de vwo-propedeuse zijn gestart. Periode 4 week 10 of periode of 2 week 10 (2014-2015) Duur 1 week Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal Weging 100% Marketing Boek: Grondslagen van de marketing, B. Verhage, ISBN: 9789001765415, druk: 7, Noordhoff Syllabus Marketing B-cluster 12. Verplicht en aanbevolen materiaal Marketingcommunicatie Basisboek Marketingcommunicatie, E. de Berg, ISBN: 9789046902349, 1e druk, Coutinho. Bedrijfseconomie Bedrijfsbeslissingen en financiële verantwoording. A.A.W. Heezen, 978-9001-80579-1 2e druk. Noordhoff 13. Onderwijsperiode Projecthandleiding Proeve van Bekwaamheid Semester 1 of 2 175 Bijlage 3: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen van de propedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen In deze bijlage zijn de volgende tabellen opgenomen: 1. Gelijkstellingstabel tentamens / onderwijseenheden A. propedeuse voltijd B. vwo-propedeuse 2. Sleperstentamens en conversietabel A. propedeuse voltijd B. vwo-propedeuse 3. Overeenkomstige (deel)tentamens van verschillende opleidingen A. Overeenkomstige (deel)tentamens van de opleidingen CE (vt/dt/du), CO, IBL, SBRM en FB, van toepassing voor studenten die switchen tussen studiejaar 2013-2014 en studiejaar 2014-2015 B. Overeenkomstige (deel)tentamens van de opleidingen CE (vt), CO, IBL en SBRM, van toepassing voor studenten die switchen tijdens het studiejaar 2014-2015 1. Gelijkstellingstabel tentamens / onderwijseenheden In onderstaande tabellen is aangegeven welke onderwijseenheden uit eerdere studiejaren gelijkgesteld worden aan onderwijseenheden uit het huidige studiejaar. Deze tabel is alleen van toepassing op onderwijseenheden die in voorgaande studiejaren zijn afgerond. Deze tabel is dus niet van toepassing op onderwijseenheden uit eerdere studiejaren die niet zijn afgerond. 1A. Gelijkstellingstabel propedeuse VT 2014-2015 Zie de OER en/of studiegidsen van de genoemde studiejaren voor een beschrijving van de onderwijseenheid en de (deel)tentamens. Onderwijseenheden 2014-2015 Naam AMM1 Marketing 1 AMM2 Marketingcommunicatie en Online Business 1 AMM én ADP ABO1 Business & Onderzoek: Bedrijfseconomie 1 en 2 Business & Onderzoek: Onderzoek 1 De professional ABO Marketing en Marketingcommunicatie I Marketing en Marketingcommunicatie I en De professional Business & Onderzoek ABO Business & Onderzoek ADP en ABO Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2 Taal en Cultuur Engels 1 en 2 Taal en Cultuur Duits 1 en 2 ATC De professional en Business & Onderzoek Taal & Cultuur I ATC Taal & Cultuur I ATC Taal & Cultuur I ABO2 ADP1 ATC1 ATC2 ATC3 Onderwijseenheden die gelijkgesteld zijn aan onderwijseenheden 2014-2015 AMM Naam 176 ATC4 ATC Taal & Cultuur I ATC Taal & Cultuur I BMO1 Taal en Cultuur Frans 1 en 2 Taal en Cultuur Spaans 1 en 2 Marketing 2 BMO BMO2 Marketingcommunicatie 2 BMO BTC1 BTC BTC Taal & Cultuur II BTC Taal & Cultuur II BTC Taal & Cultuur II BTC Taal & Cultuur II BSC BRE Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4 Taal en Cultuur Engels 3 en 4 Taal en Cultuur Duits 3 en 4 Taal en Cultuur Frans 3 en 4 Taal en Cultuur Spaans 3 en 4 Voorbereiding Eigen Onderneming Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie Organisatie, Personeel, Management & Ethiek Recht Marketing en Marketingcommunicatie II Marketing en Marketingcommunicatie II Taal & Cultuur II Voorbereiding Student Company Onderneming en Organisatie Onderneming en Organisatie Onderneming en Organisatie IT1 Integrale toets 1 ATC5 BTC2 BTC3 BTC4 BTC5 BEO BAE BPO BOO BOO BOO 1B. Gelijkstellingstabel vwo-propedeuse 2014-2015 Zie de OER en/of studiegidsen van de genoemde studiejaren voor een beschrijving van de onderwijseenheid en de (deel)tentamens. Afstuderen/ studiejaar Propedeuse 2014-2015 2013-2014 STP 2012-2013 AVM1 - 7,5 stp AVM2 – 7,5 stp AVM3 – 7,5 stp AVM1 - 7,5 stp AVM2 – 7,5 stp AVM3 – 7,5 stp 60 AVM – 22,5 stp AVB – 7,5 stp AVT – 7,5 stp AVB – 7,5 stp AVT – 7,5 stp AVB – 7,5 stp AVT – 7,5 stp BAE – 2,5 stp BPO – 2,5 stp BRE – 2,5 stp BOO – 7,5 stp BOO – 7,5 stp BEO – 7,5 stp BSC – 7,5 stp BSC – 7,5 stp VST1 – 7,5 stp VST2 – 7,5 stp1 of VTC VST1 – 7,5 stp VST2 – 7,5 stp1 of VTC ATC – 7,5 stp BTC – 7,5 stp 177 Afstuderen/ studiejaar 1 2014-2015 2013-2014 STP 2012-2013 VST2 kan vervangen worden door VCT. AVB AVB AVM AVM1 AVM2 AVM3 AVT VST1 VST2 VTC versneld ATC BTC - Business Business & Onderzoek Marketing en Marketingcommunicatie Marketing 1 Marketing 2 Marketingcommunicatie 1 Talen Taal en Cultuur V1 Taal en Cultuur V2 Taal en Cultuur versneld Duits en Spaans BOO Onderneming en Organisatie BSC Voorbereiding Student Company BEO Voorbereiding Eigen Onderneming BRE Recht BPO Organisatie, Personeel, Management & Ethiek BAE Bedrijfsadministratie & bedrijfseconomie Taal & Cultuur 1 Taal & Cultuur 2 2. Sleperstentamens en conversietabel In de onderstaande tabellen wordt informatie gegeven over sleperstentamens en over conversies: Sleperstentamens: dit zijn (deel)tentamens die in studiejaar 2014 – 2015 geen onderdeel meer uitmaken van de tentaminering van de onderwijseenheden. Studenten die in studiejaar 2013 – 2014 of eerdere jaren één of meerdere van deze (deel)tentamens niet met goed gevolg hebben afgelegd, worden in studiejaar 2014 – 2015 in de gelegenheid gesteld om deze alsnog rechtsgeldig af te leggen. Indien in studiejaar 2014 – 2015 één of meerdere van deze (deel)tentamens met goed gevolg worden afgelegd, kan daarmee het tentamen met goed gevolg zijn afgelegd zoals beschreven in de onderwijseenheden van de Onderwijs en Examenregeling van 2013 – 2014. In onderstaande tabel is de naam van de onderwijseenheid en de naam van het (deel)tentamen opgenomen waarvoor bovenstaande regeling in studiejaar 2014 – 2015 geldt. Conversies: dit zijn (deel)tentamens die in studiejaar 2014 – 2015 een nieuwe code hebben gekregen. In onderstaande tabel is aangegeven welke codes van (deel)tentamens uit 20132014 gelijkgesteld zijn aan (deel)tentamens uit 2014-2015. 2A. Slepers- en conversietabel propedeuse A-cluster Code 2013-2014 ABO-ATR1A.8 Code 2014-2015 ADP-ATR1A.8 ABO-ONZ1B.0 - ABO-ONZ1B.1 ABO-ONZ1B.5 ABO2-ONZ1C.1 - ABO-BDE1B.1 ABO-BDE2B.1 ADP-ONH1C.1 ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE2B.1 - ADP-ONH1C.6 - Toelichting Geen inhoudelijke wijzigingen, module is opgenomen in andere OWE ABO-ONZ1B.0 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Zie studiegids ABO-ONZ1B.5 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Geen wijzigingen Geen wijzigingen ADP-ONH1C.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.. ADP-ONH1C.6 vervalt. 178 AMM-MKT1A.1 - AMM-MKT2A.1 - AMM-MKT1A.6 AMM-MKT1A.8 AMM-MKT2A.6 AMM-MKT2A.8 AMM-MCO1B.1 AMM1-MKT1B.6 AMM1-MKT1B.8 AMM1-MKT2B.6 AMM1-MKT2B.8 - AMM-MCO2B.1 - ADP-ONL1B.8 ATC-NED1A.1 ATC-NED2A.1 ATC-ENG1B.1 ATC-ENG2B.1 ATC-DUR1A.1 ATC-DUR2A.1 ATC-FRA1C.3 AMM2-ONL1B.8 ATC1-NED1A.1 ATC1-NED2A.1 ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR2A.1 - ATC-FRA2C.4 - ATC-FRA2C.1 ATC-SPA2C.1 ATC4-FRA2C.1 ATC5-SPA2C.1 B-cluster Code 2013-2014 BMO MKT3A.1 BMO MKT3A.6 Code 2014-2015 BMO1 MKT3B.6 BMO MKT3A.8 BMO1 MKT3B.8 BMO MKT4A.1 BMO MKT4A.6 BMO1 MKT4B.6 BMO MKT4A.8 BMO1 MKT4B.8 BMO MCO3B.1 BMO2 MCO3B.1 BMO MCO3B.7 BMO2 MCO3B.7 BTC ENG3A.1 BTC2 ENG3A.1 BTC ENG4B.1 BTC2 ENG4B.1 BTC ENG4B.4 BTC2 ENG4B.4 BTC DUR3B.4 BTC3 DUR3B.4 Herkansen in P2 in na opgave bij teamtrekker, Jacqueline van Schalm Zie de slepersinfo AMM-MKT1A.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite AMM-MKT2A.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd AMM-MCO1B.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. AMM-MCO2B.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd ATC-FRA1C.3 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. ATC-FRA2C.4 vervalt, Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Toelichting Laatste keer in T1 en T3 Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Laatste keer in T1 en T3 Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd 179 BTC DUR4B.4 BTC3 DUR4B.4 BTC NED3A.5 BTC1 NED3A.5 BTC NED4A.6 BTC1 NED4A.6 BOOBEA2A.1 BOOREC1A.1 BOOOPM1B.1 BSCBON1A.1 BSCBON2A.5 BSCTWI1A.7 BSCBAM1A.8 BSCSLB1A.9 BAEBEA1.1 BREREC1A.1 BPOOPM1A.1 BEOBON1A.1 BEOBON2A.5 BEOTWI1A.7 BEOBAM1A.8 BEOSLB1A.9 Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 2B. Slepers- en conversietabel vwo-propedeuse Code 2013-2014 Code 2014-2015 Toelichting ATC-NED1A.1 ATC1-NED1A.1 Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd ATC-NED2A.1 ATC1-NED2A.1 Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd ATC-ENG1B.1 ATC2-ENG1B.1 Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd ATC-ENG2B.1 ATC2-ENG2B.1 Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd ATC-DUR1A.1 ATC3-DUR1A.1 Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd ATC-DUR2A.1 ATC3-DUR2A.1 AVB-ONH1C.1 - Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd AVB-ONH1C.1 wordt voor het laatst aangeboden in T1/T3. AVB-ONH1C.6 - BVC-DUV1A.9 BVC-DUV2A.9 BTC ENG3A.1 BTC2 ENG3A.1 BTC ENG4B.1 BTC2 ENG4B.1 BTC ENG4B.4 BTC2 ENG4B.4 BTC DUR3B.4 BTC3 DUR3B.4 BTC DUR4B.4 BTC3 DUR4B.4 BTC NED3A.5 BTC1 NED3A.5 BTC NED4A.6 BTC1 NED4A.6 Herkansen in P2 in na opgave bij teamtrekker, Jacqueline van Schalm Zie de slepersinfo Herkansen: colleges BVC-DUV1B.4 volgen. Herkansen: colleges BVC-DUV2B.4 volgen. Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code owe is gewijzigd 180 3. Overeenkomstige (deel)tentamens van verschillende opleidingen 3A. Overeenkomstige (deel)tentamens van de opleidingen CE, IBL, SBRM, CO en FB, switchers per 1-9-2014 In onderstaande tabel wordt aangegeven welke (deel)tentamens uit de propedeuse 2013-2014 overeenkomen voor de opleidingen Commerciële Economie vt, dt en du (CE), International Business & Languages (IBL), Small Business & Retail Management (SBRM), Communicatie (CO) en Food & Business (FB) met deeltentamens uit de propedeuse 2014-2015. Deze tabel is van toepassing voor studenten die switchen van opleiding of variant tussen studiejaar 2013-2014 en studiejaar 2014-2015. Curriculum IB&Cpropedeuse 2014-2015 Curriculum CE Curriculum CO Curriculum IBL Curriculum SBRM Curriculum duaal Curriculum deeltijd Curriculum FB 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 ABO2-ONZ1C.1 ABO-ONZ1B.1 ABO-ONZ1B.1 ABO-ONZ1B.1 ABO-ONZ1B.1 ADO ONZ1A.1 ADO ONZ1A.1 ABU OND1B.1 - ABO-ONZ1B.0 ABO-ONZ1B.0 ABO-ONZ1B.0 ABO-ONZ1B.0 ABU OND1B.0 - ABO-ONZ1B.5 ABO-ONZ1B.5 ABO-ONZ1B.5 ABO-ONZ1B.5 ABU OND1B.5 ABO1-BDE1B.1 ABO-BDE1B.1 ABO-BDE1B.1 ABO-BDE1B.1 ABO-BDE1B.1 ADO BDE1A.1 ABO1-BDE2B.1 ABO-BDE2B.1 ABO-BDE2B.1 ABO-BDE2B.1 ABO-BDE2B.1 ADO BDE1A.1 ADP1-ATR1A.8 ABO-ATR1A.8 ABO-ATR1A.8 ABO-ATR1A.8 ABO-ATR1A.8 ADO ATR1A.8 ADP1-BPO1B.6 ADP-BPO1B.6 ADP-BPO1B.6 ADP-BPO1B.6 ADP-BPO1B.6 ADP1-BPO1B.8 ADP-BPO1B.8 ADP-BPO1B.8 ADP-BPO1B.8 ADP-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.9 ADP-BPO1B.9 ADP-BPO1B.9 ADP-BPO1B.9 ADP-BPO1B.9 - ADPONH1C.1 ADP-ONH1C.1 ADP-ONH1C.1 ADP-ONH1C.1 - ADPONH1C.6 ADP-ONH1C.6 ADP-ONH1C.6 ADP-ONH1C.6 AMM2-ONL1B.8 ADP-ONL1B.8 ADP-ONL1B.8 ADP-ONL1B.8 ADP-ONL1B.8 ADP1-SLB1A.9 ADP-SLB1A.9 ADP-SLB1A.9 ADP-SLB1A.9 ADP-SLB1A.9 AMMMKT1A.1 AMM-MKT1A.1 AMM-MKT1A.1 AMM-MKT1A.1 AMMAMM1-MKT1B.6 MKT1A.6 AMM-MKT1A.6 AMM-MKT1A.6 AMM-MKT1A.6 ADM MKT2A.6 ADM MKT2A.6 AMMAMM1-MKT1B.8 MKT1A.8 AMM-MKT1A.8 AMM-MKT1A.8 AMM-MKT1A.8 ADM MKT2A.8 ADM MKT2A.8 AMMMKT2A.1 AMM-MKT2A.1 AMM-MKT2A.1 AMM-MKT2A.1 AMM1-MKT2B.1 - - ADO BDE1A.1 ADO BDE1A.1 BBB BEC1A.1 BBB BEC2A.1 ADO ATR1A.8 ADWU ADWU BPO1B.6 / BPO1B.6 / ADWU BUD1A.0 ADWU BUD1A.0 ADWU ADWU BPO1B.8 / BPO1B.8 / ADWU ADWU BUD1A.0 BUD1A.0 ADWU ADWU BPO1B.9 / BPO1B.9 / ADWU ADWU BUD1A.0 BUD1A.0 ADWU ADWU ONH1C.1 / ONH1C.1 / ADWU ADWU BUD1A.0 BUD1A.0 ADWU ADWU ONH1C.6 / ONH1C.6 / ADWU ADWU BUD1A.0 BUD1A.0 ADT ONL1B.8 / ADT ONL1B.8 ADWD ADWD VAT1A.8 / VAT1A.8 / ADWU ADWU BUD1A.0 BUD1A.0 ADM ADM MKT12A.1 MKT12A.1 APR SLB2A.9 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 181 AMMAMM1-MKT2B.6 MKT2A.6 AMM-MKT2A.6 AMM-MKT2A.6 AMM-MKT2A.6 ADM MKT2A.6 ADM MKT2A.6 AMMAMM1-MKT2B.8 MKT2A.8 AMM-MKT2A.8 AMM-MKT2A.8 AMM-MKT2A.8 ADM MKT2A.8 ADM MKT2A.8 AMM2-MCO1C.8 ADM MCO1A.8 AMM2-MCO2C.8 ADM MCO1A.8 - AMMMCO1B.1 AMMMCO2B.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ADM MCO1A.8 ADM MCO1A.8 AMM-MCO1B.1 AMM-MCO1B.1 AMM-MCO1B.1 AMM-MCO2B.1 AMM-MCO2B.1 AMM-MCO2B.1 ATC3-DUR1A.1 ATC-DUR1A.1 ATC-DUR1A.1 ATC-DUR1A.1 ATC-DUR1A.1 ACI-DUR1A.1 ATC3-DUR2A.1 ATC-DUR2A.1 ATC-DUR2A.1 ATC-DUR2A.1 ATC-DUR2A.1 ACI-DUR2A.1 ATC2-ENG1B.1 ATC-ENG1B.1 ATC-ENG1B.1 ATC-ENG1B.1 ATC-ENG1B.1 ADT ENG1B.1 ADTENG1B.1 ACI-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC-ENG2B.1 ATC-ENG2B.1 ATC-ENG2B.1 ATC-ENG2B.1 ADT ENG2B.1 ADT ENG2B.1 ACI-ENG2B.1 - ATC-FRA1C.3 ATC-FRA1C.3 ATC-FRA1C.3 ATC4-FRA2C.1 ATC-FRA2C.1 ATC-FRA2C.1 ATC-FRA2C.1 - ATC-FRA2C.4 ATC-FRA2C.4 ATC-FRA2C.4 ATC1-NED1A.1 ATC-NED1A.1 ATC-NED1A.1 ATC-NED1A.1 ATC-NED1A.1 ADT NED1A.1 ADT NED1A.1 ACI-NED1A.1 ATC1-NED2A.1 ATC-NED2A.1 ATC-NED2A.1 ATC-NED2A.1 ATC-NED2A.1 ADT NED2A.1 ACI-NED2A.1 ATC5-SPA2C.1 ATC-SPA2C.1 ATC-SPA2C.1 ATC-SPA2C.1 - BMO MKT3A.1 BMO MKT3A.1 BMO MKT3A.1 BMO MKT3A.1 BDM-MKT34A.1 BMO1 MKT3B.6 BMO MKT3A.6 BMO MKT3A.6 BMO MKT3A.6 BMO MKT3A.6 BDM-MKT34A.6 BMO1 MKT3B.8 BMO MKT3A.8 BMO MKT3A.8 BMO MKT3A.8 BMO MKT3A.8 BDM-MKT34A.8 - BMO MKT4A.1 BMO MKT4A.1 BMO MKT4A.1 BMO MKT4A.1 BDM-MKT34A.1 BMO1 MKT4B.6 BMO MKT4A.6 BMO MKT4A.6 BMO MKT4A.6 BMO MKT4A.6 BDM-MKT34A.6 BMO1 MKT4B.8 BMO MKT4A.8 BMO MKT4A.8 BMO MKT4A.8 BMO MKT4A.8 BDM-MKT34A.8 BMO MCO3B.1 BMO MCO3B.1 BMO MCO3B.1 BDM-MCO2A.1 BMO MCO3B.7 BMO MCO3B.7 BMO MCO3B.7 BDM-MCO2A.5 BMO MCO3B.1 BMO BMO2 MCO3B.7 MCO3B.7 BMO2 MCO3B.1 BBO ONZ2B.2 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 ABU MKT1A.1 ABU MKT2A.1 BPR MKT1A.1 BPR MKT2A.1 BDMMCO2A.1 BDMMCO2A.5 BAB ONZ2B.2 BBBOND2B.2 BBO ONZ2B.5 BBBOND2B.5 BBO OPM1C.1/BB O OPM1B.1 BTC2 ENG3A.1 BTC ENG3A.1 BTC ENG3A.1 BTC ENG3A.1 BOO OPM1C.1 BDT OPM1C.1 BDT OPM1C.1 BTC ENG3A.1 BDT ENG3B.1 BDT ENG3B.1 BCI ENG3A.1 182 BTC2 ENG4B.1 BTC ENG4B.1 BTC ENG4B.1 BTC ENG4B.1 BTC ENG4B.1 BDT ENG4B.1 BDT ENG4B.1 BCI ENG4B.1 BTC2 ENG4B.4 BTC ENG4B.4 BTC ENG4B.4 BTC ENG4B.4 BTC ENG4B.4 BDT ENG4B.4 BDT ENG4B.4 BCI ENG4B.4 BTC SPA3C.3 BTC SPA3C.3 BTC SPA3C.3 BTC SPA3C.1 BTC SPA3C.1 BTC SPA3C.1 BTC5 SPA4C.4 BTC SPA4C.4 BTC SPA4C.4 BTC SPA4C.4 BTC5 SPA4C.1 BTC SPA4C.1 BTC SPA4C.1 BTC SPA4C.1 BTC3 DUR3B.4 BTC DUR3B.4 BTC DUR3B.4 BTC DUR3B.4 BTC DUR3B.4 BCI DUR3B.4 BTC3 DUR4B.4 BTC DUR4B.4 BTC DUR4B.4 BTC DUR4B.4 BTC DUR4B.4 BCI DUR4B.4 BTC4 FRA3C.3 BTC FRA3C.3 BTC FRA3C.3 BTC FRA3C.3 BTC4 FRA4C.1 BTC FRA4C.1 BTC FRA4C.1 BTC FRA4C.1 BTC4 FRA4C.4 BTC FRA4C.4 BTC FRA4C.4 BTC FRA4C.4 BTC1 NED3A.5 BTC NED3A.5 BTC NED3A.5 BTC NED3A.5 BTC NED3A.5 BDT NED3A.5 BDT NED3A.5 BTC1 NED4A.6 BTC NED4A.6 BTC NED4A.6 BTC NED4A.6 BTC NED4A.6 BDT NED4A.6 BDT NED4A.6 BSS BDS SAL1A.1 BDSTOK1A.5 BDS RKA1A.5 BDS EXC1A.5 BDS SAL1A.1 BDSTOK1A.5 BDS RKA1A.5 BDS EXC1A.5 BBO IE1A.1 BDS IE1A.1 BDS IE1A.1 3B. Overeenkomstige (deel)tentamens van de opleidingen CE, IBL, SBRM, CO en FB, switchers tijdens studiejaar 2014-2015 In onderstaande tabel wordt aangegeven welke (deel)tentamens overeenkomen voor de opleidingen Commerciële Economie vt, dt en du (CE), International Business & Languages (IBL), Small Business & Retail Management, Communicatie (CO), Food & Business (FB) in 2014-2015. Deze tabel is van toepassing voor studenten die switchen van opleiding of variant tijdens het 20142015. Curriculum IB&Cpropedeuse 2014-2015 Curriculum CE Curriculum CO Curriculum IBL Curriculum SBRM Curriculum duaal Curriculum deeltijd Curriculum FB 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 ABO2-ONZ1C.1 ABO2-ONZ1C.1 ABO2-ONZ1C.1 ABO2-ONZ1C.1 ABO2-ONZ1C.1 ADO2 ONZ1A.1 ADO2 ONZ1A.1 ABO2-ONZ1C.5 ABO2-ONZ1C.5 ABO2-ONZ1C.5 ABO2-ONZ1C.5 ABO2-ONZ1C.5 ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE2B.1 ABO1-BDE2B.1 ABO1-BDE2B.1 ABO1-BDE2B.1 ABO1-BDE2B.1 ADP1-ATR1A.8 ADP1-ATR1A.8 ADP1-ATR1A.8 ADP1-ATR1A.8 ADP1-ATR1A.8 ADP1-BPO1B.6 ADP1-BPO1B.6 ADP1-BPO1B.6 ADP1-BPO1B.6 ADP1-BPO1B.6 ADO1 BDE1A.1 ADO1 BDE1A.1 ADO1 ATR1A.8 ADWU ADO1 BDE1A.1 ADO1 BDE1A.1 ADO1 ATR1A.8 ADWU ABU OND1B.1 ABU OND1B.5 + ABU OND1B.0 (beide onderdelen minimaal 5.5) BBB BEC1A.1 BBB BEC2A.1 ADP1-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.8 ADWU ADWU ADP1-BPO1B.9 ADP1-BPO1B.9 ADP1-BPO1B.9 ADP1-BPO1B.9 ADP1-BPO1B.9 ADWU ADWU 183 ADP1-ONH1D.6 ADP1-ONH1D.6 ADP1-ONH1D.6 ADP1-ONH1D.6 ADP1-ONH1D.6 ADWU ADWU ADP1-SLB1A.9 ADP1-SLB1A.9 ADP1-SLB1A.9 ADP1-SLB1A.9 ADP1-SLB1A.9 ADWU ADWU AMM1-MKT1A.6 AMM1-MKT1A.6 AMM1-MKT1A.6 AMM1-MKT1A.6 AMM1-MKT1A.6 AMM1-MKT1A.8 AMM1-MKT1A.8 AMM1-MKT1A.8 AMM1-MKT1A.8 AMM1-MKT1A.8 AMM1-MKT2B.1 AMM1-MKT2B.1 AMM1-MKT2B.1 AMM1-MKT2B.1 AMM1-MKT2B.1 ADM1 MKT2A.6 ADM1 MKT2A.8 ADM1 MKT12A.1 ADM1 MKT2A.6 ADM1 MKT2A.8 ADM1 MKT12A.1 AMM1-MKT2A.6 AMM1-MKT2A.6 AMM1-MKT2A.6 AMM1-MKT2A.6 AMM1-MKT2A.6 AMM1-MKT2A.8 AMM1-MKT2A.8 AMM1-MKT2A.8 AMM1-MKT2A.8 AMM1-MKT2A.8 AMM2MCO1C.8 AMM2MCO2C.8 AMM2-ONL1B.8 AMM2MCO1C.8 AMM2MCO2C.8 AMM2-ONL1B.8 AMM2MCO1C.8 AMM2MCO2C.8 AMM2-ONL1B.8 AMM2MCO1C.8 AMM2MCO2C.8 AMM2-ONL1B.8 AMM2MCO1C.8 AMM2MCO2C.8 AMM2-ONL1B.8 ADM1 MKT2A.6 ADM1 MKT2A.8 ADM2 MCO1A.8 ADM2 MCO1A.8 ADM2 ONL1B.8 ADM1 MKT2A.6 ADM1 MKT2A.8 ADM2 MCO1A.8 ADM2 MCO1A.8 ADM2 ONL1B.8 ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR2A.1 ATC3-DUR2A.1 ATC3-DUR2A.1 ATC3-DUR2A.1 ATC3-DUR2A.1 ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC4-FRA1D.3 ATC4-FRA1D.3 ATC4-FRA1D.3 ATC4-FRA1D.3 ATC4-FRA2C.1 ATC4-FRA2C.1 ATC4-FRA2C.1 ATC4-FRA2C.1 ATC1-NED1A.1 ATC1-NED1A.1 ATC1-NED1A.1 ATC1-NED1A.1 ATC1-NED1A.1 ATC1-NED2A.1 ATC1-NED2A.1 ATC1-NED2A.1 ATC1-NED2A.1 ATC1-NED2A.1 ATC5-SPA2C.1 ATC5-SPA2C.1 ATC5-SPA2C.1 ATC5-SPA2C.1 BMO1 MKT3B.6 BMO1 MKT3B.6 BMO1 MKT3B.6 BMO1 MKT3B.6 BMO1 MKT3B.6 BMO1 MKT3B.8 BMO1 MKT3B.8 BMO1 MKT3B.8 BMO1 MKT3B.8 BMO1 MKT3B.8 BMO1 MKT4B.1 BMO1 MKT4B.1 BMO1 MKT4B.1 BMO1 MKT4B.1 BMO1 MKT4B.1 BMO1 MKT4B.6 BMO1 MKT4B.6 BMO1 MKT4B.6 BMO1 MKT4B.6 BMO1 MKT4B.6 BMO1 MKT4B.8 BMO1 MKT4B.8 BMO1 MKT4B.8 BMO1 MKT4B.8 BMO1 MKT4B.8 BMO2 MCO3B.1 BMO2 MCO3B.1 BMO2 MCO3B.1 BMO2 MCO3B.1 BMO2 MCO3B.1 BMO2 MCO3B.7 BMO2 MCO3B.7 BMO2 MCO3B.7 BMO2 MCO3B.7 BMO2 MCO3B.7 BTC2 ENG3A.1 BTC2 ENG3A.1 BTC2 ENG3A.1 BTC2 ENG3A.1 BTC2 ENG3A.1 BTC2 ENG4B.1 BTC2 ENG4B.1 BTC2 ENG4B.1 BTC2 ENG4B.1 BTC2 ENG4B.1 BTC2 ENG4B.4 BTC2 ENG4B.4 BTC2 ENG4B.4 BTC2 ENG4B.4 BTC2 ENG4B.4 BTC5 SPA4C.4 BTC5 SPA4C.4 BTC5 SPA4C.4 BTC5 SPA4C.4 BTC5 SPA4C.1 BTC5 SPA4C.1 BTC5 SPA4C.1 BTC5 SPA4C.1 BTC3 DUR3B.4 BTC3 DUR3B.4 BTC3 DUR3B.4 BTC3 DUR3B.4 APRSLB2A. 5 APR PRJ1A.5 APR PRJ1A.5 ABU MKT1A.1 + ABU MKT2A.1 (beide minimaal 5.5) APR PRJ2A.5 APR PRJ2A.5 ADT2 ENG1A.1 ADT2 ENG2A.1 ADT2 ENG1A.1 ADT2 ENG2A.1 ACIDUR1A.1 ACIDUR2A.1 ACIENG1B.1 ACIENG2B.1 ADT1 NED1A.1 ADT1 NED2A.1 ADT1 NED1A.1 ADT1 NED2A.1 ACIENG1B.1 ACIENG2B.1 BDM1 MKT34A.6 BDM1 MKT34A.8 BDM1 MKT34A. BDM1 MKT34A.6 BDM1 MKT34A.8 BDM1 MKT34A. BDM1 MKT34A.6 BDM1 MKT34A.8 BDM2 MCO2A.1 BDM2 MCO2A.5 BDT2 ENG3B.1 BDT2 ENG4B.1 BDT2 ENG4B.4 BDM1 MKT34A.6 BDM1 MKT34A.8 BDM2 MCO2A.1 BDM2 MCO2A.5 BDT2 ENG3B.1 BDT2 ENG4B.1 BDT2 ENG4B.4 BPR MKT1A.5 BPR MKT1A.5 BPR MKT1A.1 + BPR MKT2A.1 (beide minimaal 5.5) BPRMKT2A. 5 BPRMKT2A. 5 BCIENG3A. 1 BCIENG4B. 1 BCIENG4B. 4 BTC3 DUR3B.4 184 BTC3 DUR4B.4 BTC3 DUR4B.4 BTC3 DUR4B.4 BTC3 DUR4B.4 BTC3 DUR4B.4 BTC4 FRA3D.4 BTC4 FRA3D.4 BTC4 FRA3D.4 BTC4 FRA3D.4 BTC4 FRA4C.1 BTC4 FRA4C.1 BTC4 FRA4C.1 BTC4 FRA4C.1 BTC1 NED3A.5 BTC1 NED3A.5 BTC1 NED3A.5 BTC1 NED3A.5 BTC1 NED3A.5 BTC1 NED4A.6 BTC1 NED4A.6 BTC1 NED4A.6 BTC1 NED4A.6 BTC1 NED4A.6 BOOOPM1B.1 BBO3 OPM1C.1 BPOOPM1A.1 BBO1 IE1A.1 BBO2 ONZ2B.2 BEOBON2A.5 BBO2 ONZ2B.5 BSS BDT1 NED3A.5 BDT1 NED4A.6 BDT3 OPM1C.1 BDS2 IE1A.1 BDT1 NED3A.5 BDT1 NED4A.6 BDT3 OPM1C.1 BDS2 IE1A.1 BAB ONZ2B.2 BBBOND2B. 2 BBBOND2B. 5 BSCBON2A.5 BDS1 BDS1 185 Bijlage 3a: Aanvullende regeling studieadvies studiejaar 2014-2015 Studieadvies Nederlandstalige opleidingen Datum Instroom Febr. 2013 Februari 2015 April 2015 P nog niet behaald: VNSA Augustus 2015 Februari 2016 Augustus 2016 P nog niet behaald: VNSA < 60 stp: BNSA P nog niet behaald: VNSA < 60 stp: BNSA < 45 stp: VNSA < 52,5 stp: BNSA Februari 2017 Augustus 2017 < 60 stp: BNSA P moet behaald Sept. 2013 P nog niet behaald: VNSA < 60 stp: BNSA P moet behaald Febr. 2014 < 45 stp: VNSA < 52,5 stp: BNSA Indien nog geen VNSA ontvangen < 52,5 stp: VNSA Sept. 2014 Febr. 2015 <22,5 stp: VNSA Indien nog geen VNSA ontvangen < 30 stp: VNSA Indien VNSA en < 45 stp: BNSA P moet behaald P moet behaald Indien nog geen VNSA ontvangen < 45 stp: VNSA <22,5 stp: VNSA Indien nog geen VNSA ontvangen < 52,5 stp: VNSA P nog niet behaald: VNSA < 60 stp: BNSA P moet behaald 186 Bijlage 4: Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase OWE-beschrijvingen Hoofdfase Voltijd Voltijd en B. versneld / verkort voor VWO’ers (voltijd) Voor studenten die per 1 februari 2011 zijn gestart met de hoofdfase (de vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden) Jaar 2 C-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 15 studiepunten Ondernemersvaardigheden (CVO) 7,5 studiepunten Jaar 3 Jaar 4 Taal & Cultuur 3 (TSB3) 7,5 studiepunten E-cluster Niveau 2 Stage (EST) 30 studiepunten G-cluster Niveau 2 of 3 Minor 30 studiepunten D-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 7,5 studiepunten Retail (DRB) 15 studiepunten Internationale Communicatie (IE/ID) 7,5 studiepunten F-cluster Niveau 3 Bedrijfsopvolging (FBO) 15 studiepunten Project Internationalisering (FPI) 15 studiepunten H-cluster Niveau 3 Afstuderen (HAO) 30 studiepunten stp 60 60 60 Voor studenten die per 1 september 2011, 1 februari 2012 of 1 september 2012 zijn gestart met de hoofdfase. (De vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden) Voor studenten die per 1 februari 2013 zijn gestart met de hoofdfase. (de vetgedrukte Jaar 2 C-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 22,5 studiepunten D-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 7,5 studiepunten stp 60 Retail (DRB) 15 studiepunten Jaar 3 Jaar 4 Taal & Cultuur 3 (TSB3) 7,5 studiepunten E-cluster Niveau 2 Stage (EST) 30 studiepunten Taal & Cultuur 4 (TSB4) 7,5 studiepunten F-cluster Niveau 2 of 3 Minor 30 studiepunten G-cluster Niveau 3 H-cluster Niveau 3 Internationaal Afstuderen (HAO) Entrepreneurship (GIE) 30 studiepunten 30 studiepunten onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden) 60 60 187 Jaar 2 C-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 22,5 studiepunten D-cluster Niveau 2 Student Company (CSB) 7,5 studiepunten stp 60 Retail (DRL) 15 studiepunten Jaar 3 Jaar 4 Taal & Cultuur 3 (TSB3) 7,5 studiepunten E-cluster Niveau 2 Stage (EST) 30 studiepunten G-cluster Niveau 3 Internationaal Entrepreneurship (GIE) 30 studiepunten Taal & Cultuur 4 (TSB4) 7,5 studiepunten F-cluster Niveau 2 of 3 Minor 30 studiepunten 60 H-cluster Niveau 3 Afstuderen (HAO) 30 studiepunten 60 Voor studenten die per 1 september 2013 zijn gestart met de hoofdfase (de vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden; de overige onderwijseenheden worden niet meer aangeboden OWE- Jaar 2 C-cluster Niveau 2 Eigen Onderneming (CEO) 22,5 studiepunten stp 60 D-cluster Niveau 2 Eigen Onderneming (DEO) 7,5 studiepunten Retail (DRL) 15 studiepunten Jaar 3 Taal & Cultuur 3 (TSB3) 7,5 studiepunten E-cluster Niveau 2 Stage (EST) 30 studiepunten Jaar 4 G-cluster Niveau 3 Internationaal Entrepreneurship (GIE) 30 studiepunten beschrijvingen Hoofdfase Duaal Taal & Cultuur 4 (TSB4) 7,5 studiepunten F-cluster Niveau 2 of 3 Minor 30 studiepunten 60 H-cluster Niveau 3 Afstudeeropdracht (HAO) 30 studiepunten 60 C. Duaal (de vetgedrukte onderwijseenheden worden in studiejaar 2014-2015 aangeboden voor het betreffende cohort)4 Instroomcohort september 2012 Jaar 2 4 C-cluster niveau 2 D-cluster niveau 2 stp 60 De inrichtingsvorm duaal wordt afgebouwd. Het onderwijs van het tweede studiejaar wordt in 2014-2015 niet meer aangebo- den. (Deel)tentamens uit het tweede studiejaar worden wel aangeboden. Het tweede jaar bestaat uit de genoemde onder- wijseenheden. Voor beschrijving hiervan wordt verwezen naar de OER SBRM 2013-2014. 188 Student Company (CSD) 15 stp. Nederlands+Engels 5 en 6 (CDT) 5 stp. Jaar 3 Jaar 4 Beroepsuitoefeningsdeel 3 (CDB) 7,5 stp. E-cluster niveau 2 Sales Buitendienst (CBTD) 7,5 stp. Accountmanagement (CAMD) 7,5 stp. Adviseren basis (CVOD) 7,5 stp. Beroepsuitoefeningdeel 5 (EDB) 7,5 stp. G-cluster niveau 2 of 3 Minor 30 stp. Student Company (CSD) 7,5 stp. Retail +Nederlands (DRT) 15 stp. Engels 7 en 8 (TOD4) 2,5 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 4 (DDB) 7,5 stp. F-cluster niveau 3 Project Bedrijfsopvolging (FBOU) 7,5 stp. Project Internationalisering (FPI) 15 stp. Beroepsuitoefeningdeel 6 (FDB) 7,5 stp. H-cluster niveau 3 Afstudeeropdracht (HAO) 30 stp. 60 60 Instroomcohort september 2011 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 C-cluster niveau 2 Student Company (CSD) 15 stp. Nederlands+Engels 5 en 6 (CDT) 5 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 3 (CDB) 7,5 stp. E-cluster niveau 2 Sales Buitendienst (CBTD) 7,5 stp. Accountmanagement (CAMD) 7,5 stp. Adviseren basis (CVOD) 7,5 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 5 (EDB) 7,5 stp. G-cluster niveau 2 of 3 Minor 30 stp. D-cluster niveau 2 Student Company (CSD) 7,5 stp. Retail +Nederlands (DRT) 15 stp. Engels 7 en 8 (TOD4) 2,5 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 4 (DDB) 7,5 stp. F-cluster niveau 3 Bedrijfsopvolging (FBOU) 7,5 stp. Internationaliseringsproject (FPI) 15 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 6 (FDB) 7,5 stp. H-cluster niveau 3 Afstudeeropdracht (HAO) 30 stp. stp 60 60 60 Instroomcohort februari 2011 Jaar 2 C-cluster niveau 2 Externe communicatie (DEC) 15 stp. Engels 1 (IE1) 3,75 stp. Duits 1 (ID1) 3,75 stp. Praktijkvaardigheden (DU1) 7,5 stp. D-cluster niveau 2 stp 60 Student Company (CSD) 15 stp. Engels 2 en Duits 2 (IE2/ID2) 7,5 stp. Praktijkvaardigheden (CU1) 7,5 stp. 189 Jaar 3 Jaar 4 E-cluster niveau 2 Student Company (CSD) 7,5 stp. Retail +Nederlands (DRT) 15 stp. Praktijkvaardigheden (EU1) 7,5 stp. G-cluster niveau 3 Bedrijfsopvolging (FBOU) 7,5 stp. Internationaliseringsproject (FPI) 15 stp. Beroepsuitoefeningsdeel 6 (FDB) 7,5 stp. F-cluster niveau 2 of 3 Minor 30 stp. 60 H-cluster niveau 3 Afstudeeropdracht (HAO) 30 stp. 60 190 OWE beschrijvingen Voltijd 191 OWE beschrijvingen SBRM C-cluster OWE Eigen Onderneming (CEO) (voor studenten die in semester 1 en 2 van 2014-2015 met het C-Cluster starten) Titel onderwijseenheid (OWE) Eigen Onderneming (CEO) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Voltijd, Hoofdfase, C-cluster, niveau 2 Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten. De SBRM’er geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding). De SBRM’er is in staat om vanuit zijn professie, zijn visie op ondernemerschap en omgevingsvisie tot een business idee te komen en dit idee te realiseren. De SBRM’er is in staat om vanuit zijn professie, zijn visie op ondernemerschap en omgevingsvisie tot een business idee te komen en dit idee te realiseren. Ondernemingsplan Projectverantwoording Studiepunten: 22,5 (C) Studielast: Studiepunten/ studielast Hoorcollege, werkcollege, lessen Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) C C 186 140 9,5 7 Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Geprogra mm eerd e eenheden voor zelfwerk zaa mhei d/ stag e, docent niet fysiek aanwezig. 6. Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 192 Zelfstudie, individueel of in groepjes 295 Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 188 Totaal 495 Totaal 630 Het niveau van deze OWE is: 2 7. Samenhang met andere OWE’s Waar het B-cluster grotendeels in het teken staat van de voorbereidingen op het ondernemerschap, starten de studenten in het tweede studiejaar in groepsverband een eigen onderneming 8. Ingangseisen Uit de Propedeuse minimaal 45 studiepunten behaald. Het succesvol zijn al ondernemer is niet alleen gebaseerd op geluk. Alles start met een goed idee dat je uitwerkt naar een product of dienst om er vervolgens een eigen onderneming van te maken. In de onderwijseenheid Eigen Onderneming staat het bedenken, creeren en realiseren van een levensvatbare onderneming centraal. De OWE is opgebouwd uit een project en daarvoor relevante ondersteunende kennisvakken en loopt over het gehele 2e studiejaar (C- & D-cluster) van de opleiding Small Business & Retail Management. 9. Algemene omschrijving In kleine projectgroepen (ca. 4 studenten) gaan studenten aan de slag met het bedenken van een bedrijfsidee, het onderzoeken van de marktkansen en het in de markt zetten van een eigen onderneming. Vanuit diverse ondersteunende kennisvakken en ondernemerstrainingen wordt aandacht besteed aan relevante ondernemerskennis- en vaardigheden. Daarnaast wordt (vraaggestuurd) begeleiding geboden middels coaching en organisatie van masterclasses over relevante ondernemersthema’s. Overige kenmerken OWE: 10. Competenties Aansluiten op nieuwe ondernemerschapsbenaderingen (o.a. CANVAS en Lean Startup) Opstart echte ondernemingen met bijbehorende kansen en verplichtingen Extra aandacht voor innovaties en ideegeneratie Samenwerking met regio (advies- en ondernemersorganisaties) Extra facilititeiten voor ondernemers DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 - Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. Competentieniveau 2 - Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. 193 - Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. - Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming. DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentieniveau 1 Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek. Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing. Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen). - Competentieniveau 2 Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies. Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever. - DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 1 - Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. - Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. - Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. Competentieniveau 2 194 - Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context. - Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwing van de aanbevelingen. DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competentieniveau 1 - In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. - Vertalen van de marktkansen in korte-termijn-doelstellingen. - Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. - Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie. Competentieniveau 2 - Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot-analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. - Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. - SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn. - Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Competentieniveau 1 - Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie. Competentieniveau 2 - Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. 195 DC6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. Competentieniveau 2 - Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van (marketing)communicatie op deze afnemersgroepen. - Vervaardigen van een verkoopmap, met alle relevante informatie. - Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde taal. DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Competentieniveau 2 - Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep. - Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. - Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project. - Formuleren van lange-termijn-doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid. - Naar waarde schatten van de bijdrage van een medewerker of lid van een projectgroep en feedback geven naar de projectgroep. HBO-generieke competenties DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) - Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, Multi-disciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie). - Intern effectief communiceren op alle niveaus in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. In termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) - Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. - Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. 196 - Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. - Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. CEOONP1A.5 De student is in staat op basis van marktonderzoek een volledig en adequaat ondernemingsplan op te stellen voor zijn/haar onderneming. Dit met aandacht voor de volgende onderdelen: - De ondernemer CEOPRO1A.8 CEOONV1A.9 CEOBON3A.1 - De organisatie - Marketing - Financieën De student is in staat: - zijn/haar planning te bewaken, bij te sturen en indien nodig af te stemmen met de coach; - samenwerken op een dusdanige wijze in te zetten dat er voordeel behaalt wordt voor het project; - feedback van anderen te gebruiken om producten/diensten aan te passen; - relevante opgedane kennis aantoonbaar toe te passen in de projectuitvoering en deze te delen met anderen De student neemt actief deel aan de trainingen ondernemers-vaardigheden en (be)oefent verschillende vaardigheden binnen zijn/haar onderneming. Onderwerpen: - Time management - Netwerken - Inkopen en onderhandelen - Personeel en organisatie - Verkopen De student toont kennis van de in de literatuur en colleges behandelde onderzoeksthema’s en toont inzicht in de samenhang van de begrippen. Thema’s betreffen: Marktonderzoek - Opzetten van een marktonderzoek - Deskresearch: bronnen voor marktonderzoekers - Trendanalyse, extrapolatie - Steekproef 197 - CEOMKT1A.1 CEOBEC1A.1 CEOBEC2A.1 Experiment, variantieanalyse - Vragenlijstonderzoek De student toont kennis van de theorieën en modellen uit het strategisch marketingplanningsproces. Onderwerpen: Strategische analyse - Marktafbakening en missie - Marketinganalyse - Waardestrategieën - Confrontatieanalyse - Nieuwe marketingstrategie - Formulering van nieuwe marketingbeleid De student: - kan uitleggen wat het belang is van bedrijfseconomie voor een ondernemer - weet wat de rol is van de accountant en controller in een organisatie - kan voor een startende onderneming een investeringsplan en financieringsplan opstellen - kan de passivazijde van de balans invullen - kan een begin- en eindbalans opstellen - kan een (geprognosticeerde) resultatenrekening opstellen voor een eenmanszaak en een BV - kan een meer complex liquiditeitsoverzicht opstellen, aansluitend op de begin- en eindbalans - heeft in algemene zin kennis van ondernemingsvormen en kent in bijzonder mogelijke motieven om een eenmanszaak om te zetten in een BV De student: - kan (complexere) kostencalculaties maken rekening houdend met bijvoorbeeld uitval en afval - kan de economische levensduur van een DPM berekenen en daarmee het kostentarief DPM per werkeenheid voor kostprijsberekening - heeft kennis van verschillenanalyse - kan in een bepaalde casuistiek aangeven waarom verschillen worden veroorzaakt tussen de toegestane en werkelijke kosten (voor- en nacalculatie). - weet het verschil tussen kostensoorten, kostenplaatsen en kostendragers 198 CEOOPM1A.1 CEOSLB3A.9 - kent verschillende vormen van kostenverbijzondering (o.a. abcanalyse) - kan de Absorption Costing methode en de Direct Costing methode toepassen De student beschikt over de kennis, vaardigheden en inzichten om gedrag van mensen in organisaties te herkennen en te verklaren. Onderwerpen: - Ondernemen in de startfase - Relatie individu-organisatie - Inpassen van mensen in organisaties - Motivatie - Groepen in organisaties - Doelmatig samenwerken en overleggen - Besluitvorming in organisaties - Stress en conflicten Studieloopbaanbegeleiding berust op drie pijlers: Competentieontwikkeling, Oriëntatie op beroep/beroepenveld, Studievoortgang. De student werkt aan de ontwikkeling van de competenties die hij nodig heeft om in de beroepspraktijk als een professioneel beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren. - oriënteert zich middels diverse opdrachten op het toekomstige beroep of beroepenveld en kan met duidelijke onderbouwing specifieke accenten leggen in de opleiding en een beargumenteerde keuze maken t.a.v. invulling stage. - bewaakt zijn eigen studievoortgang en maakt een individuele studieplanning. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Ondernemingsplan (C-cluster) Project-verantwoording 1 (C-cluster) Business Onderzoek Code deeltentamen CEOONP1A.5 CEOPRO1A.8 CEOBON3A.1 Toetsvorm Beroepsproduct Portfolio Schriftelijk Tentamen Individueel Groep Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode P2/P4 P1+P2 T1/T3 Herkansing Zie studiehandleiding Zie studiehandleiding Duur n.v.t. n.v.t. T5 120 min. 199 Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Niet grafische rekenmachine Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging binnen OWE 20% van totale OWE 40% van totale OWE Naam deeltentamen Marketing 1 Ondernemers-vaardigheden Organisatie, Personeel & Management Code deeltentamen CEOMKT1A.1 CEOONV1A.9 CEOOPM1A.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Aanwezigheid / actieve participatie Schriftelijk tentamen (MC) Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 P1+P2/P3+P4 T2/T4 Herkansing T4 P3+P4/P1+P2 T5 Duur 120 min. n.v.t. 90 min. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 V 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging binnen OWE 10% van totale OWE n.v.t. 7,5% van totale OWE 7,5% van totale OWE Bedrijfseconomie 1 Bedrijfseconomie 2 Studieloopbaan-begeleiding Code deeltentamen CEOBEC1A.1 CEOBEC2A.1 CEOSLB3A.9 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Deelname Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 T2/T4 Herkansing T4 T5 P3+P4/P1+P2 Duur 120 min. 120 min. n.v.t. Hulpmiddelen niet grafische rekenmachine niet grafische rekenmachine n.v.t. Naam deeltentamen P1+P2/P3+P4 200 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging binnen OWE 7,5% van totale OWE 5.5 7,5% van totale OWE V n.v.t. De Lean Startup, E. Ries, Uitgeverij Pearson Benelux B.V., 1e druk, 2013, ISBN 9789043030984 Marketingstrategie in ontwikkeling, A. Klop, Uitgeverij Coutinho, 1e druk, 2014, ISBN: 978 90 46 90420 6 Marktonderzoek. Kooiker,R e.a. Noordhoff Uitgevers 8e druk, 9789001796990 Marktonderzoek, , 8e druk, Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001796990 Gedrag in organisaties, Alblas, G. en Wijsman, E.,6e druk, Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001032111 Grondslagen van het management. D. Keuning. Wolters-Noordhoff, 4e druk. ISBN 9789001600945. Basisboek bedrijfseconomie, P. de Boer, M.P. Brouwers, W. Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-70242-7 Basisboek bedrijfseconomie (opgaven), P. de Boer, M.P. Brouwers, W. Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-79776-8 Handleiding Studieloopbaanbegeleiding SBRM 2e jaar (zie Scholar) Business model generatie, Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011. Deventer: Kluwer. ISBN 9789013074086 Zo maak je een ondernemingsplan, R. Grit, Noordhoff Uitgevers, 2e druk, ISBN 9789001790974 Effectief Tijdbeheer. Ineke E. Kievit-Broeze. Academic Service. ISBN 9052615691. De one minute manager en de Apenrots. Ken Blachard. Business Contact. ISBN 9047001524. Time Management, de kunst van het kiezen. Peter Vos. Kluwer. ISBN 9013023924 Golden Egg Check (http://launchplatform.goldeneggcheck.com) - 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Portfolio waarin de voorbereidende opdrachten en de huiswerkopdrachten worden verzameld voor toetsing aan de criteria. Individuele opdrachten Groepsopdrachten Masterclasses Bootcamps Netwerkbijeenkomsten Pitchbijeenkomsten De volgende werk-/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Werkcollege Gastcollege Training Projectwerk Groepsbijeenkomsten Individuele gesprekken (SLB) 19. Les-/contacturen 201 C-cluster Onderwijsweek 1 CEOCOA1A 2 CEOMAS1A 16 2 3 4 5 2 3 3 7 8 2 2 CEOMKT1A 6 3 2 3 3 4 3 1 2 3 4 5 6 7 2 2 2 4 2 2 3 CEOMKT2A 3 3 3 3 3 3 3 CEOBEC2A 2 2 2 2 2 2 2 CEOOPM1A 3 3 2 3 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 CEOBON3A 2 2 2 2 2 2 2 CEOBEC1A 2 2 2 2 2 2 2 CEOONV1A 2 CEOSLB3A 2 2 2 2 2 2 8 3 2 *cursief=in subgroepjes 20. Onderwijsperiode C- en D-Cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2/3/4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg Vorig jaar werd de onderwijseenheid Student Company (CSB) aangeboden. De OWE Eigen Onderneming is op een groot aantal onderdelen gewijzigd. Enkele voorbeelden: - 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling gestopt met project student company / deelname Jong Ondernemen. Start echte ondernemingen. - Kleinere groepen, vraaggestuurde begeleiding - Volgende toetsen geschrapt: 1. Halfjaarverslag 2. PC-toets Computerboekhouden 3. Algemene voorwaarden 4. Verkoopplan 5. Logistiek Studenten die nog onderdelen van CSB open hebben staan, dienen dit in studiejaar 2014-2015 geheel af te ronden. n.v.t. 202 OWE TSB3 - Taal & Cultuur 3 Titel onderwijseenheid (OWE) Taal & Cultuur 3 – TSB3 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, hoofdfase, C- of D-cluster, niveau 2 3. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak De SBRM’er stemt zijn taal en communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. 4. n.v.t. Engels Een correct gevoerde zakelijke vergadering of onderhandeling in het Engels. Een correct zakelijk telefoongesprek in het Engels. 5. Beroepsproducten Duits Zakenbrief in correct Duits aan de hand van “Textbausteinen” uit de cyclus “Anfrage” / “Angebot” / “Bestellung”. Zakenbrief in correct Duits op basis van in het Nederlands geformuleerde steekwoorden uit de cyclus “Anfrage” / “Angebot” / “Bestellung”. Inleveropdrachten. Nederlands Presentatievaardigheden gericht op een pitch. Schriftelijke toets direct mailing. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is 6. Nederlands voor Duitse studenten - Schriftelijke toets - Mondelinge toets Studiepunten:7,5 Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Hoorcollege, werk42 college, lessen 42 28 Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toet9 sen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 32 32 21 2 4 7 Totaal 98 Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) 3 203 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Stage, AOD, praktijkleren 0 Zelfstudie, individueel of in groepjes 0 Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. 0 109 Totaal 112 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: 2 7. 8. Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen De onderwijseenheid Taal & Cultuur 3 volgt op de onderwijseenheden Taal & Cultuur I en II uit de propedeuse. Studieloopbaan is een doorlopende leerlijn binnen de opleiding, in het 1e en 2e jaar in de vorm van SLB-lessen en begeleiding, in het 3e en 4e jaar in de vorm van begeleiding. De onderwijseenheden Taal & Cultuur van de propedeuse moeten zijn gevolgd. Binnen deze OWE vallen : Engels 5 en 6: Duits 5 en 6: Nederlands 1 en 2: Nederlands voor Duitsers 5 en 6: ENG5B, ENG6B DUR5A, DUR6A NLD1A, NLD2A NER5 en NER6 De student volgt de modulen Nederlands, Engels en Duits. 9. Algemene omschrijving Engels 5 en 6 Voor de taalverwerving: - herhaling en verdieping van diverse grammatica-onderwerpen, waaronder de werkwoordstijden, de zinsconstructie, de lijdende vorm, de gerund, de modale hulpwerkwoorden, bijwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, conditionals, etc. Voor het telefoneren: - informatieaanvraag, informatieverstrekking, offerte bieden, order plaatsen. Voor de zakelijke gesprekken: - conventies/beleefdheidsvormen die gangbaar zijn in de Engelse zakelijke cultuur en die zich laten vertalen in bepaalde uitdrukkingen en fraseringen. Leerdoelen De student kan: - een correcte zakelijke vergadering, gesprek of onderhandeling in het Engels voeren; - een correct zakelijk telefoongesprek in het Engels voeren; - een zakelijke e-mail in het Engels schrijven volgens de in de zakelijke correspondentie geldende conventies, daarbij adequaat de behandelde grammatica, zinsbouwstructuren en vakwoordenschat toepassen. 204 Duits 5 en 6 Bij Duits 5 wordt, ter voorbereiding op de beroepsproducten die tijdens het C- en D-cluster aan de orde komen, tijdens de lessen Formulierungstraining uitleg gegeven over relevante grammaticale thema’s. Bij Duits 6 komen schriftelijke vaardigheden aan bod in de vorm van zakelijk corresponderen in het Duits, waarbij de grammaticale en idiomatische kennis verder worden uitgebouwd. Leerdoelen De student kan: - een correcte zakenbrief van de “ungestörter Geschäftsablauf” in het Duits schrijven; - daarbij adequaat de behandelde grammaticale en zinsbouwstructuren toepassen; - daarbij adequaat de aangeboden vakwoordenschat toepassen. Nederlands 1 en 2 NLD1A: presenteren (groep) Naast een korte herhaling van presentatietechnieken (NED4) uit de propedeuse wordt tijdens deze module aandacht besteed aan presenteren in groepsverband. NLD2A: wervend schrijven, AIDA-formule, correct taalgebruik, indelingen voor direct mails. Leerdoelen: NLD1A: de student kan in samenwerkingsverband een groepspresentatie voorbereiden en houden. NLD2A: De student kan een wervende direct mail in correct Nederlands met behulp van de AIDA formule schrijven. Nederlands voor Duitse studenten De modules NER5 en NER6 richten zich op de schriftelijke en mondelinge toepassing van het Nederlands op het niveau B2/C1. De module NER5 richt zich op het schrijfproces, waarbij diverse onderwerpen aan bod komen, zoals het schrijfproces, doelgroepgericht schrijven, wervend schrijven, argumenteren, samenvatten en redigeren. De module NER6 richt zich op zakelijke mondelinge communicatie, zoals het communicatieproces, en gespreksmodellen. In beide modules is aandacht voor professionele en academische taalvaardigheid. Een van de onderdelen van de module is het behalen van het staatsexamen Nt2 programma 2; dit is het ingangsniveau van het hbo. In deze module ga je een stap verder dan dat niveau. Aan de hand van een aantal opdrachten, die deels te maken hebben met de andere vakken van het curriculum, bouw je een bredere woordenschat op en krijg je meer inzicht in de structuur van (lange) teksten. Bovendien wordt je spreekvaardigheid verfijnd en is er aandacht voor variatie in taalgebruik. Einddoel na C- en D-cluster is beheersing van het Nederlands op niveau C1 (CEF: Common European Framework) . Het certificaat Nederlands als tweede taal, programma II (Nt2 programma 2) kan de student in eigen tijd en op eigen kosten behalen. Moderne vreemde talen DC7: Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. 10. Competenties Nederlands DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) 205 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor de modulen van deze OWE een aanwezigheids-verplichting. Engels TSBENG5B.1 TSBENG5B.4 TSBENG6B.4 - De student gebruikt zakelijk idioom correct. Hij beantwoordt vragen over een zakelijke tekst. Hij past de grammatica correct toe. De student voert een zakelijk gesprek met inachtneming van de juiste zakelijke conventies, in correct Engels. - De student voert een adequaat zakelijk Engels telefoongesprek. Duits TSBDUR5A.1 TSBDUR6A.5 TSBDUR6A.1 De student formuleert, vult in of kiest de juiste (vak)woordenschat in de grammaticaal en idiomatisch correcte vorm ter voorbereiding op de beroepsproducten. Aan de orde komen o.a. de volgende onderwerpen: Pronomina Höflichkeitsformulierungen Indirekte Fragesätze Präpositionen Vergleichsformen Formulierungen zu persönlichen, Produkt- und Unternehmenseigenschaften Aktiv- und Passivsätze Nominalisierung/Verbalisierung De lessen bereiden voor op TSBDUR6A.1 met nadruk op het leerproces. 3 inleveropdrachten Brief nach Stichworten (1 van elke soort AnfrageAngebot-Bestellung) met een voldoende beoordeling. De student beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het zakelijk corresponderen binnen de cyclus van de “ungestörter Geschäftsablauf” (Anfrage – Angebot – Bestellung) in het Duits correct. Hij gebruikt de standaardzinnen uit de brievencyclus van de “ungestörter Geschäftsablauf” (Anfrage – Angebot – Bestellung) correct. Hij formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige, maar correcte zakelijke zinnen onder gebruikmaking van de juiste vakwoordenschat. Hij beheerst de spelling en grammatica van het Duits correct. Hij vertoont communicatief correct gedrag door het juiste taalregister en intercultureel gedrag en klantgericht schrijven dat is afgestemd op de Duitse zakelijke gesprekspartner. Nederlands TSBNLD1A.6 - TSBNLD2A.1 - Nederlands voor Duitsers TSBNER5.1 De student houdt een presentatie in groepsverband, waarbij zowel een individuele beoordeling van de presentatievaardigheden als een groepsbeoordeling plaatsvindt. De student maakt op de juiste manier gebruik van vaste briefonderdelen, structuur volgens AIDA-formule, correcte briefindeling, correcte spelling en taalgebruik, juist gebruik van wervende taal. De student kan op correcte wijze: doel- en doelgroepgericht schrijven; teksten structureren en redigeren; formuleren en argumenteren; wervend en overtuigend schrijven. 206 TSBNER6.4 De student kan: een mondelinge samenvatting geven; een probleemverhelderend gesprek voeren; een slecht-nieuwsgesprek voeren; deelnemen aan een besluitvormingsgesprek. 12. Tentaminering Engels Naam deeltentamen Business texts, grammar en idioms 1 Roleplays Telephoning 1 Code deeltentamen TSBENG5B.1 TSBENG5B.4 TSBENG6B.4 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Mondeling Mondeling Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 P1/P3 P2/P4 Herkansing T4 P3/P1 P4/P2 Duur 120 min. Plm. 15 min. Plm. 15 min. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Alle deeltentamens binnen deze OWE resulterend in een cijfer tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. Duits Naam deeltentamen Formulierungstraining Inleveropdrachten Geschäftskorrespondenz Code deeltentamen TSBDUR5A.1 TSBDUR6A.5 TSBDUR6A.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen 3 inlever-opdrachten Brief nach Stichworten (1 van elke soort AnfrageAngebot-Bestellung) Schriftelijk tentamen Geschäftskorrespondenz (ungestörter Geschäfts-ablauf) Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 P2/P4 T2/T4 Herkansing T4 (Volgende) lesperiode (in overleg met lesgevende docent) T5 Duur 120 minuten n.v.t. 120 minuten n.v.t. schuiflat “Grammaticus” syllabus SN2558 Redemittel Geschäftskorrespondenz ungestörter Geschäftsablauf woordenboeken ND/DN/DD Hulpmiddelen schuitflat “Grammaticus” 207 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 5.5 V 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal of resulterende in voldaan/niet voldaan. Alle deeltentamens binnen deze OWE resulterend in een cijfer tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. Nederlands Naam deeltentamen Presentatie groepsverband Direct mail Code deeltentamen TSBNLD1A.6 TSBNLD2A.1 Toetsvorm Presentatie Schriftelijke toets Individueel Groep Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode P1/P3 T2/T4 Herkansing Zie studiehandleiding T5 Duur n.v.t 120 min Hulpmiddelen geen geen Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Alle deeltentamens binnen deze OWE resulterend in een cijfer tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. Nederlands voor Duitse studenten Naam deeltentamen Tekstschrijven Mondeling. TSBNER5.1 TSBNER6.4 Toetsvorm Schriftelijk Mondeling Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode T1 P2 Herkansing T5 P2, OW7 Duur 120 min 15 minuten Hulpmiddelen Geen Geen 5.5 5.5 Code deeltentamen Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Alle deeltentamens binnen deze OWE tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. 208 Engels Handout ENG 5/6 voor tweedejaars CO/CE/IBL/SB/FB, via scholar. - Martin, R.K.M. Engels idioom voor het EAO, Walvaboek, ISBN 9789066753174 - Campen T.van, Siebelink J. Telephone Business, Walvaboek, ISBN 9789066753495 13. Verplichte literatuur Duits Duijvestijn, B.W.Th. en Mangnus H.A.A , Das abc der Wirtschaftsgrammatik, leerboek, Walvaboek, ISBN 9789066752948 Duijvestijn, B.W.Th. en Mangnus H.A.A , Das abc der Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek, Walvaboek, ISBN 9789066752955 Vries, E. de en Rees, P. van, Grammaticus, Noordhoff, ISBN 9789001923518 Wergen, J., PONS Bürokommunikation Deutsch, Ernst Klett, ISBN 9783125618671 Syllabus SN-3428 Geschäftskorrespondenz Syllabus SN-2558 Duits - Redemittel Geschäftskorrespondenz ungestörter Geschäftsablauf Syllabus SN-3164 Formulierungstraining Nederlands Klaas Jan Huizing, Een goede mailing, Thieme Meulenhoff, 1e druk. ISBN 9006950212. 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten Nederlands voor Duitse studenten Verdaasdonk, W.A,C. en G.H.J.ten berge. Wisselwerk. Snel beter schrijven op hbo-niveau. Noordhoff Uitgevers, Groningen/Houten, 3e druk, 2009 Engels Voort, P.J. van der Basic Business Grammar, Walvaboek, 2e druk: ISBN 978 90 6675 375 4 Duits Nederlands voor Duitse studenten Scholar Nederlands Studiehandleidingen Nederlands 1 en Nederlands 2 Nederlands voor Duitse studenten Studiehandleiding Engels Tijdens de lessen wordt geoefend met Engelse zakelijke (telefoon) gesprekken en wordt aan grammatica en tekstbegrip gewerkt. Duits In periode 1 wordt, ter voorbereiding op de beroepsproducten die tijdens het C- en D-cluster aan de orde komen, tijdens de lessen Formulierungstraining uitleg gegeven over relevante grammaticale thema’s. Deze Formulierungstrainingen bereiden voor op de toets DUR5A.1. In periode 2 worden de studenten door 3 verplichte inleveropdrachten getraind in het schrijven van een zakenbrief van de “ungestörter Geschäftsablauf (Anfrage-Angebot-Bestellung). DUR6A.5 bereidt voor op het beroepsproduct “Geschäftskorrespondenz” DUR6A.1. Nederlands Tijdens de lessen wordt geoefend met vergaderen en notuleren, commercieel schrijven en presenteren. Nederlands voor Duitse studenten 209 18. Werkvormen Studenten werken aan opdrachten, oefenen mondelinge en schriftelijke vaardigheden. - hoorcolleges; - werkcolleges; - zelfstudie. 19. Les-/contacturen Onderwijsweek TSBENG5B TSBENG6B TSBDUR5A TSBDUR6A TSBNLD1A TSBNLD2A TSBNER5 TSBNER6 1 3 20. Onderwijsperiode C-cluster; wordt aangeboden in periode 1 en 2 of 3 en 4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg. Engels: 24. 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangs-regeling 2 3 2 2 4 5 2 2 6 3 7 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 2 2 2 2 3 3 2 2 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 9 10 2 Correspondentie ENG6B.2 komt te vervallen. Dit tentamen wordt wel nog tweemaal in oude stijl aangeboden in 2014 – 2015 voor slepers. Correspodentie wordt in de lessen alleen nog aangeboden bij ENG 8. n.v.t. 210 OWE beschrijvingen SBRM D-cluster OWE CSB – Student Company (Voor studenten die in semester 1 van 2014-2015 het D-Cluster volgen) Titel onderwijseenheid (OWE) Student Company (CSB) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Voltijd, Hoofdfase, C- en D-Cluster, niveau 2 Doelgroep De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten. De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit ten uitvoer door het opzetten en managen van de onderneming. De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. De SBRM’er geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding). De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit ten uitvoer door het opzetten en managen van de onderneming. - 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten Ondernemingsplan Halfjaarverslag Jaarverslag Portfolio Verkoopplan Studiepunten: 22,5 (C) & 7,5 (D) 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) C D C D 168 36 126 27 Studiebegeleiding, stagebegeleiding 5 5 3,75 3,75 Tentamens, toetsen (tijdens lessen) 5 2 3,75 1,5 Hoorcollege, werkcollege, lessen 211 Excursies, studiereizen, beroependa-gen, kick off, etc. 6 5 4,5 3,75 138 36 C D 16 0 Overige, ….. Totaal C D Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid / stage, docent niet fysiek aanwezig. Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes 362 Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 114 174 Totaal 492 174 630 210 Totaal Het niveau van deze OWE is: 2 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen Waar het B-cluster grotendeels in het teken staat van de voorbereidingen op het ondernemerschap, starten de studenten in het tweede studiejaar in groepsverband een onderneming in het project de Student Company. In de onderwijseenheid Student Company wordt de student getraind om zijn ondernemersvaardigheden te vergroten. Bij het runnen van de eigen onderneming maken studenten gebruik van de kennis en vaardigheden zoals deze in de verschillende modules worden aangeboden. Uit de Propedeuse minimaal 45 studiepunten behaald. De OWE is opgebouwd uit een Project en daarvoor relevante ondersteunende kennisvakken en loopt over het gehele 2e studiejaar (C- & D-cluster) van de opleiding Small Business & Retail Management. Studenten werken samen in een projectgroep en starten een studentbedrijf op dat zij vormgeven, managen/besturen en weer liquideren. Centraal daarbij staat een door de projectgroep gekozen product of dienst. 9. Algemene omschrijving Binnen het project worden kennis en vaardigheden vanuit de volgende vakken toegepast en ontwikkeld: Marketing; Computerboekhouden; Organisatie, Personeel en Management; Logistiek; Bedrijfscommunicatie; Bedrijfseconomie; Sales; Recht; Onderzoek; Ondernemersvaardigheden. Leerdoelen: De student kan: ondernemingsdoelen SMART-formuleren op basis van een geformuleerde visie; 212 - op basis van Marktonderzoek naar wensen van door hem te identificeren klanten en/of klantgroepen beoordelen of de geformuleerde ondernemingsdoelen commercieel haalbaar zijn; - Marktonderzoek doen en resultaten interpreteren ten behoeve van de onderneming; - een SWOT-analyse uitvoeren en op basis daarvan ondernemingsstrategieën formuleren; - planmatig en gestructureerd winstgerelateerd verkopen; - planmatig en gestructureerd ondernemen. De student: - is zich bewust van de invloed van zijn handelen en optreden op de interne en externe onderneming; - communiceert effectief in woord en geschrift in het Nederlands. - kan netwerken en acquireren; - kan planmatig en gestructureerd winstgerelateerd inkopen en verkopen; - trekt lering uit reflecties op eigen handelen en optreden; - gaat effectief om met feedback in de professionele omgeving; - bevordert eigen creativiteit en innovatief vermogen. DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 - Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. Competentieniveau 2 - Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. - Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. - Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming. 10. Competenties DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentieniveau 1 - Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek. 213 Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing. Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen). - Competentieniveau 2 Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies. Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever. - DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 1 - Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. - Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. - Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. Competentieniveau 2 - Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context. - Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwing van de aanbevelingen. DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competentieniveau 1 - In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. - Vertalen van de marktkansen in korte-termijn-doelstellingen. 214 - Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. - Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie. Competentieniveau 2 - Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot-analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. - Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. - SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn. - Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Competentieniveau 1 - Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie. Competentieniveau 2 - Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. DC6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. Competentieniveau 2 - Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van (marketing)communicatie op deze afnemersgroepen. - Vervaardigen van een verkoopmap, met alle relevante informatie. - Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde taal. DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Competentieniveau 2 215 - Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep. - Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. - Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project. - Formuleren van lange-termijn-doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid. - Naar waarde schatten van de bijdrage van een medewerker of lid van een projectgroep en feedback geven naar de projectgroep. HBO-generieke competenties DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) - Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, Multi-disciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie). - Intern effectief communiceren op alle niveaus in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. In termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) - Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. 11. Beoordelingscriteria CSBONP1A.5 - Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. - Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. - Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. - Het ondernemingsplan is volledig; - In het ondernemingsplan is -vanuit een marktanalyse- een correct marketingplan en omzetprognose gemaakt; - In het ondernemingsplan zijn de financiële consequenties van het plan juist uitgewerkt. 216 CSBHJV1A.5 CSBJVS1A.5 CSBONV1A.9 CSBBON3A.1 CSBMAR1A.1/ CSBMAR1A.5 - Adequate verantwoording t.a.v. het beleid per afdeling (prestaties en voortgang) is gemaakt; - Zowel terugblik- als vooruitblik-activiteiten zijn opgenomen; - Er is een goede onderbouwing aanwezig voor de bijstelling van het beleid a.h.v. een kritische evaluatie; - Er is een financiële analyse uitgevoerd die voldoet aan de accountantsrichtlijnen; - Elk teamlid heeft een adequate individuele reflectie geschreven. - Adequate verantwoording t.a.v. beleid per afdeling (prestaties en voortgang) is gemaakt; - Terugblik-activiteiten zijn opgenomen; - Een goedgekeurde en ondertekende balans en winst- en verliesrekening is voorhanden; - Elk teamlid heeft een individuele reflectie geschreven; - Het liquidatieverslag is verdedigbaar. De specifieke beoordelingscriteria zijn terug te vinden in de modulehandleiding. Een voldoende individuele verantwoording is opgenomen t.a.v. inzet in de Student Company a.h.v. een overzicht van verrichte activiteiten; - Een adequate kritische reflectie t.a.v. eigen ondernemersvaardigheden is opgenomen; - Zowel individuele als groepsopdrachten gericht op relevante ondernemersvaardigheden zijn juist uitgewerkt; - Het eindgesprek per Student Company voldoet aan de eisen N.B.: De trainingen ‘Ondernemersvaardigheden’ dienen met een voldoende te zijn afgerond om aan het eindgesprek te kunnen deelnemen. De student toont kennis van de in de literatuur en colleges behandelde onderzoeksthema’s en toont inzicht in de samenhang van de begrippen. Thema’s betreffen: Marktonderzoek - Opzetten van een marktonderzoek - Deskresearch: bronnen voor marktonderzoekers - Trendanalyse, extrapolatie - Steekproef - Experiment, variantieanalyse - Vragenlijstonderzoek De student toont kennis van de theorieën en modellen uit het strategisch marketingplanningsproces en kan dit juist toepassen op cases. Onderwerpen: 217 - Marktafbakening en missie - Waardestrategieën - Bedrijfstak- en concurrentieanalyse - Afnemersanalyse - Distributie - Portfolioanalyse - SWOT - CSBREC1A.1 CSBVKP1A.5 CSBCBH1A.2 Marketingmix De student is in staat: elementaire juridische kennis die de ondernemer behoeft, juist toe te passen in een casus; - adequaat te adviseren over de rol en de geschiktheid van te hanteren algemene voorwaarden; - de regeling inzake consumentenkoop en productaansprakelijkheid juist toe te passen; - ‘zaken te doen via internet’; daarbij toont hij elementaire kennis van ipr en de regeling van online koop, zowel nationaal als internationaal; - de regels juist toe te passen met betrekking tot intellectueel eigendom, zoals m.b.t het verkrijgen van een merkrecht en een octrooirecht. De student: - is in staat om groepsgewijs -a.h.v. groepsopdrachten- een goed operationeel verkoopplan te schrijven en dit met de groep mondeling te verdedigen; - heeft kennis van onderstaande verkoopdimensies en kan deze in de bedrijfscase van de Student Company praktisch en juist toepassen: - De interne verkoopcyclus met positie verkoopafdeling, verkooppersoneel, binnendienst/buitendienst, motivatie, forecasting, salestargets en salesbudgetten; - De externe salescyclus met ordertrechter, e-commerce, direct mail, teleselling, vakbeurzen,offertes, verkoopgesprekken; - De relatie interne/externe verkoopcyclus met het klant-inkoopproces, het tricyclisch proces en de link met het ondernemingsplan van de Student Company. De student: verwerkt correct -met het boekhoudprogramma van Twinfield- kas, bank, inkoop- en verkoopboekingen (inclusief creditnota’s); - zoekt daarnaast ook adequaat bedragen op en maakt op juiste wijze nieuwe debiteuren/crediteuren aan. 218 CSBBEC1A.1 CSBBEC2A.1 De student - maakt correct gebruik –en invulling van- van de in de module behandelde begrippen (met name liquiditeitsbegroting en exploitatieoverzicht). - maakt correct gebruik van de bedrijfseconomische begrippen die in deze module aan de orde komen - voert correct rentabiliteitsberekeningen van ondernemingen uit met als ondernemingsvorm Eenmanszaak. De student kan: - diverse bedrijfseconomische begrippen uit deze module correct gebruiken; - correcte en consistente berekeningen van de economische levensduur maken, inclusief het hieraan gerelateerde afschrijvingsplan; - de volgende investeringsselectiemethoden correct toepassen en interpreteren: Netto Contante Waarde, Gemiddelde Boekhoudkundige Rentabiliteit en Terugverdientijd. - kent het begrip Interne rentabiliteit en kan dit ook juist interpreteren. De student kan: - break-even- berekeningen correct toepassen bij vaste en variabele kosten en de Absorption Costing methode en de Direct Costing Methode correct toepassen; CSBOPM1A.1 De student kent het begrip ‘Indifferentiepunt’. De student toont kennis van de in de literatuur en colleges behandelde onderwerpen over organisatie en personeelsmanagement en toont inzicht in de samenhang van begrippen. Onderwerpen: Omgeving - Strategie - Structuur - Verandermanagement - Control(beheersing) - Inventariseren sturing organisatie, balanced scorecard ontwerpen (opdracht 1) - Beoordelen organisatiestructuur (opdracht 2) 219 CSBLOG1A.1 CSBSLB3A.9 De student - toont inzicht in de waardeketen van een bedrijf en de logistieke aspecten van de waardeketen. - heeft een correct overzicht van de samenhang tussen logistiek en de andere functies binnen een bedrijf binnen het kader van de bedrijfsstrategie; - toont inzicht te hebben in de onderdelen van logistiek: goederenstroom, informatiestroom en geldstroom, en weet logistiek te onderscheiden van supply chain management; - onderkent adequaat commerciële, financieel-economische, technische, organisatorische, informatieve en maatschappelijke aspecten van het toevoegen van waarde middels de goedkoopste, snelste, meest robuuste of meest duurzame logistieke opzet ten behoeve van product en dienst. Studieloopbaanbegeleiding berust op drie pijlers: Competentieontwikkeling, Oriëntatie op beroep/beroepenveld, Studievoortgang. De student werkt aan de ontwikkeling van de competenties die hij nodig heeft om in de beroepspraktijk als een professioneel beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren. - oriënteert zich middels diverse opdrachten op het toekomstige beroep of beroepenveld en kan met duidelijke onderbouwing specifieke accenten leggen in de opleiding en een beargumenteerde keuze maken t.a.v. invulling stage. - bewaakt zijn eigen studievoortgang en maakt een individuele studieplanning. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Ondernemingsplan (C-cluster) Halfjaarverslag (C-cluster) Jaarverslag (D-cluster) Code deeltentamen CSBONP1A.5 CSBHJV1A.5 CSBJVS1A.5 Toetsvorm Beroepsproduct Beroepsproduct Beroepsproduct Individueel Groep Groep Groep Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode P1+P2 Herkansing P2/P4 P3/P1 zie studiehandleiding Duur n.v.t. n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 220 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging binnen OWE 2 (10%) Naam deeltentamen Ondernemersvaardigheden Business Onderzoek Computerboekhouden Marketing Code deeltentamen CSBONV1A.9 CSBBON3A.1 CSBCBH1A.2 CSBMAR1A.5 Toetsvorm Schriftelijk Tentamen Ja PC-toets Individueel Portfolio/ Assessment Ja Ja Beroepsproducten Groep Aantal examinatoren 1 1 1 1 Herkansing P3+P4/P1+P2 T2/T4 Zie studiehandleiding P3/P1 Duur n.v.t. 120 min. 60 min. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. niet-grafische rekenmachine n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 4 (20%) 1 (5%) 1 (5%) 1 (5%) Naam deeltentamen Marketing Recht Verkoopplan Studieloopbaan-begeleiding Code deeltentamen CSBMAR1A.1 CSBREC1A.1 CSBVKP1A.5 CSBSLB3A.9 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Beroeps-product Deelname Individueel Ja Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 1 Herkansing T1/T3 T2/T4 P3/P1 P3+P4/P1+P2 Duur 120 min. 120 min. n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Wetteksten Hoger Onderwijs n.v.t. n.v.t. 2 (10%) 2 (10%) Tentamenperiode Tentamenperiode 221 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 1 (5%) Naam deeltentamen Bedrijfs-economie 1 Bedrijfseconomie 2 Organisatie, Personeel & Management Logistiek Code deeltentamen CSBBEC1A.1 CSBBEC2A.1 CSBOPM1A.1 CSBLOG1A.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen (MC) Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 1 Herkansing T1/T3 T2/T4 T2/T4 T2/T4 Duur 120 min. 120 min. 90 min. 120 min. Hulpmiddelen niet grafische rekenmachine niet grafische rekenmachine n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 1 (5%) 5.5 1 (5%) 5.5 V 1 (5%) n.v.t. Tentamenperiode 13. Verplichte literatuur - 1 (5%) 1 (5%) 1 (5%) Programmaplanner HBO-studentenbedrijf, Jong Ondernemen Strategische Marketingplanning. Karel Jan Alsem. Noordhoff, 5e druk 2009. ISBN 9789001765057. Marktonderzoek. Kooiker,R e.a. Noordhoff Uitgevers 8e druk, 9789001796990 Marktonderzoek, Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001796990, 8 e druk Grondslagen van het management. D. Keuning. Wolters-Noordhoff, 4e druk. ISBN 9789001600945. Een goede mailing. Klaas Jan Huizing. Thieme Meulenhoff, 1e druk. ISBN 9006950212. Zo maak je een ondernemingsplan, R. Grit, Noordhoff Uitgevers, 2e druk, ISBN 9789001790974 Logistiek. W. Ploos van Amstel. Pearson Education Uitgeverij, 1e druk. ISBN 9789043015677. Operationale Verkoopcyclus. Rene van Hoften. Noordhoff Uitgevers BV, 1e druk. ISBN 9789001788711. Financieel Management voor ondernemers in het MKB. A.W.W. Heezen en A.C.L. Kroot. Wolters-Noordhoff, 2e druk. ISBN 9789001809584 - Wetteksten Hoger Onderwijs 2013-2014, Noordhoff Uitgevers, 9789001809430, 28e druk. 222 - - Recht voor de Student Company, Ruud van Caspel Syllabus HAN, 2013. Handleiding Studieloopbaanbegeleiding SBRM 2e jaar (zie Scholar) Marketingplan voor ondernemers in het MKB. M. Roes en N. Adamo, ISBN 978900182067, 2e druk Effectief Tijdbeheer. Ineke E. Kievit-Broeze. Academic Service. ISBN 9052615691. De one minute manager en de Apenrots. Ken Blachard. Business Contact. ISBN 9047001524. Time Management, de kunst van het kiezen. Peter Vos. Kluwer. ISBN 9013023924. Virtueel Kantoor van Jong Ondernemen. - Twinfield computerboekhouden. 14. Aanbevolen literatuur - 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Portfolio waarin de voorbereidende opdrachten en de huiswerkopdrachten worden verzameld voor toetsing aan de criteria. Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk-/lesvormen worden gehanteerd: Projectwerk Intervisie Groepsbijeenkomsten - 19. Les-/contacturen *cursief=in subgroepjes D-cluster Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 CSBTUT3A 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 20. Onderwijsperiode D-Cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2. 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling In overleg 8 n.v.t. Per 1.8.2014 wordt deze OWE niet meer aangeboden in het C-cluster en per 1.2.2015 wordt deze OWE niet meer aangeboden in het D-cluster. Herkansingen van het C-Clusterdienen uiterlijk in studiejaar 20142015 afgerond te zijn om de gehele OWE te kunnen afronden. OWE Eigen Onderneming (DEO) (voor studenten die in semester 2 van 2014-2015 met het D-Cluster starten) Titel onderwijseenheid (OWE) Eigen Onderneming (DEO) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, Hoofdfase, D-Cluster, niveau 2 223 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten. De SBRM’er geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding). De SBRM’er is in staat om vanuit zijn professie, zijn visie op ondernemerschap en omgevingsvisie tot een business idee te komen en dit idee te realiseren. De SBRM’er is in staat om vanuit zijn professie, zijn visie op ondernemerschap en omgevingsvisie tot een business idee te komen en dit idee te realiseren. Jaarverslag Projectverantwoording Studiepunten: 7,5 (D) 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) D D Hoorcollege, werkcollege, lessen 8 6 Studiebegeleiding, stagebegeleiding 5 3,75 Tentamens, toetsen (tijdens lessen) 2 1,5 Excursies, studiereizen, beroependa-gen, kick off, etc. 4 3 Overige, gastcolleges (masterclasses) 12 24 Totaal 38,25 D Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) D 0 224 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid / stage, docent niet fysiek aanwezig. Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 171,75 Totaal 171,5 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: 2 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving Waar het B-cluster grotendeels in het teken staat van de voorbereidingen op het ondernemerschap, starten de studenten in het tweede studiejaar in groepsverband een eigen onderneming. OWE DEO is een vervolg op de OWE CEO. Voor de module CEOPRO1A.8 uit de OWE Eigen Onderneming moet een resultaat van 5.5 of hoger zijn behaald Het succesvol zijn al ondernemer is niet alleen gebaseerd op geluk. Alles start met een goed idee dat je uitwerkt naar een product of dienst om er vervolgens een eigen onderneming van te maken. In de onderwijseenheid Eigen Onderneming staat het bedenken, creeren en realiseren van een levensvatbare onderneming centraal. De OWE is opgebouwd uit een project en daarvoor relevante ondersteunende kennisvakken en loopt over het gehele 2e studiejaar (C- & D-cluster) van de opleiding Small Business & Retail Management. Zie OWE CEO voor verdere beschrijving. DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 - Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. Competentieniveau 2 - Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. - Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. - Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming. 10. Competenties DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentieniveau 1 - Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. 225 Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek. Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing. Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen). - Competentieniveau 2 Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies. Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever. - DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 1 - Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. - Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. - Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. Competentieniveau 2 - Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context. - Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwing van de aanbevelingen. DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competentieniveau 1 - In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. - Vertalen van de marktkansen in korte-termijn-doelstellingen. 226 - Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. - Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie. Competentieniveau 2 - Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot-analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. - Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. - SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn. - Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Competentieniveau 1 - Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie. Competentieniveau 2 - Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. DC6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. Competentieniveau 2 - Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van (marketing)communicatie op deze afnemersgroepen. - Vervaardigen van een verkoopmap, met alle relevante informatie. - Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde taal. DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Competentieniveau 2 - Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep. 227 - Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. - Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project. - Formuleren van lange-termijn-doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid. - Naar waarde schatten van de bijdrage van een medewerker of lid van een projectgroep en feedback geven naar de projectgroep. HBO-generieke competenties DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) - Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, Multi-disciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie). - Intern effectief communiceren op alle niveaus in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. In termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) - Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. - Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. - Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. - Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. 11. Beoordelingscriteria Zie studiehandleiding DEOJVS1A.5 De student is in staat een volledige en adequate verantwoording van beleid en prestaties uit te werken in de vorm van een jaarverslag. Dit met aandacht voor volgende onderdelen: - De ondernemer - De organisatie - Marketing - Financieën 228 DEOPRO2A.8 De student is in staat: - zijn/haar planning te bewaken, bij te sturen en indien nodig af te stemmen met de coach; - samenwerken op een dusdanige wijze in te zetten dat er voordeel behaalt wordt voor het project; - feedback van anderen te gebruiken om producten/diensten aan te passen; - relevante opgedane kennis aantoonbaar toe te passen in de projectuitvoering en deze te delen met anderen 12. Tentaminering Naam deeltentamen Jaarverslag (D-cluster) Projectverslag 2 (D-cluster) Code deeltentamen DEOJVS1A.5 DEOPRO2A.8 Toetsvorm Beroepsproduct Portfolio Individueel Groep Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode P4/P2 P3+P4 Herkansing Zie studiehandleiding Zie studiehandleiding Duur n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging binnen OWE 30% van totale OWE - 13. Verplichte literatuur - 70% van totale OWE De Lean Startup, E. Ries, Uitgeverij Pearson Benelux B.V., 1e druk, 2013, ISBN 9789043030984 Marketingstrategie in ontwikkeling, A. Klop, Uitgeverij Coutinho, 1e druk, 2014, ISBN: 978 90 46 90420 6 Marktonderzoek. Kooiker,R e.a. Noordhoff Uitgevers 8e druk, 9789001796990 Marktonderzoek, , 8e druk, Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001796990 Gedrag in organisaties, Alblas, G. en Wijsman, E.,6e druk, Noordhoff Uitgevers, ISBN 9789001032111 Grondslagen van het management. D. Keuning. Wolters-Noordhoff, 4e druk. ISBN 9789001600945. Basisboek bedrijfseconomie, P. de Boer, M.P. Brouwers, W. Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-70242-7 Basisboek bedrijfseconomie (opgaven), P. de Boer, M.P. Brouwers, W. Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-79776-8 229 - Handleiding Studieloopbaanbegeleiding SBRM 2e jaar (zie Scholar) - 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Business model generatie, Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011. Deventer: Kluwer. ISBN 9789013074086 - Zo maak je een ondernemingsplan, R. Grit, Noordhoff Uitgevers, 2e druk, ISBN 9789001790974 - Effectief Tijdbeheer. Ineke E. Kievit-Broeze. Academic Service. ISBN 9052615691. - De one minute manager en de Apenrots. Ken Blachard. Business Contact. ISBN 9047001524. Time Management, de kunst van het kiezen. Peter Vos. Kluwer. ISBN 9013023924 Golden Egg Check (http://launchplatform.goldeneggcheck.com) Portfolio waarin de voorbereidende opdrachten en de huiswerk-opdrachten worden verzameld voor toetsing aan de criteria. Individuele opdrachten Groepsopdrachten Masterclasses Bootcamps Netwerkbijeenkomsten Pitchbijeenkomsten De volgende werk-/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Werkcollege Gastcollege Training Projectwerk Groepsbijeenkomsten Individuele gesprekken (SLB) 19. Les-/contacturen D-cluster Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 CEOCOA2A 2 CEOMAS1A 4 20. Onderwijsperiode D-Cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1/2/3/4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 2 2 8 1 2 3 2 2 4 5 6 7 8 2 2 2 230 Vorig jaar werd de onderwijseenheid Student Company (CSB) aangeboden. De OWE Eigen Onderneming is op een groot aantal onderdelen gewijzigd. Enkele voorbeelden: - 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling gestopt met project student company / deelname Jong Ondernemen. Start echte ondernemingen. - Kleinere groepen, vraaggestuurde begeleiding - Volgende toetsen geschrapt: Halfjaarverslag PC-toets Computerboekhouden Algemene voorwaarden Verkoopplan Logistiek Studenten die nog onderdelen van CSB open hebben staan, dienen dit in studiejaar 2014-2015 geheel af te ronden. n.v.t. 231 OWE DRL – Retail Retail (DRL) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, Hoofdfase, D-cluster, niveau 2 3. Beroepstaak/ beroepstaken De SBRM’er verplaatst zich in de retailondernemer en adviseert deze m.b.t. het functioneren (plannen, organiseren, leidinggeven en beheersen) in de huidige sterk veranderende retailomgeving. 4. Centrale beroepstaak Zie boven 5. Beroepsproducten Adviesrapport 6. Studiepunten/ studielast Studiepunten: 15 Studielast: Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Titel onderwijseenheid (OWE) Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, gastcolleges Totaal Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s Het niveau van deze OWE is: 2 8. Ingangseisen N.v.t. 9. Algemene omschrijving Binnen deze OWE vallen : - Retailmarkting (MKT) - Operations Management (OPM) - Control (BEC) - Onderzoek (BON) - Masterclasses (MAS) Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 99 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 75 32 24 11 8 2 1,5 2 1,5 110 8 6 0 0 0 304 0 0 310 420 232 De onderwijseenheid Retail is erop gericht de student kennis te laten maken met basisbegrippen en basisprincipes van retail, hiermee een bedrijf en zijn omgeving te kunnen doorlichten en analyseren en op grond daarvan een retailondernemer te kunnen adviseren omtrent zijn bedrijfsvoering. Leerdoelen: • Inzicht krijgen en kennis toepassen in alle aspecten van het vakgebied Retail en in de turbulente huidige dynamiek binnen de branche • Inzicht krijgen in alle aspecten van het (dagelijks) besturen van een (retail) MKB-onderneming • Onderzoek en analyses uitvoeren voor of als een retailondernemer • Bedrijfseconomische berekeningen en kengetallen als beslissingsondersteunend systeem hanteren • Advies geven aan een retailondernemer over aansluiting bij de veranderende retailbranche DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 2 Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming. Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC1: - Invloed macro-economie op beleid onderneming, marktvormen. - Kengetallen: aandeel, penetratiegraad, potentieel, distributie, etc. - Koopgedrag: basis sociologie, psychologie, afnemersanalyse, sociaal-economisch onderzoek, tijdsbesteding consumenten, consumentenbehoeften, demografie. - Consumentengedrag: diverse modellen uit psychologie, trendwatching, invloeden van cultuur, subcultuur en referentiegroepen op de koopbeslissing. 10. Competenties DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentieniveau 2 - Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. - Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitief onderzoek. - Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. - Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. - Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies. DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 1 Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. Competentieniveau 2 Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOTanalyse en conclusies daaruit trekken. 233 Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC3: - Financieel management: kengetallen, kostprijscalculatie, waarde/winst, rekenvaardigheden op gebied van commerciële calculaties, financiële rekenkunde (samengestelde intrest e.d.). - Financieel: prijsbepaling, kostensoorten, rendement, profit/loss, balans, activity-based costing, cashflow, beslissingscalculaties. - Logistiek/inkoop: logistieke besturing, inkooptechnieken, voorraadbeheer, planning, distributie, goederenstroom, decision support systems: financieel management, HRM, leiderschap, bedrijfskundige ICT, informatiesystemen, kennis bedrijfsprocessen, analyseren bedrijfsprocessen, financiële kennis, samenhang diverse functionele gebieden: marketing, strategie, technologie, finance, relatie bedrijf en omgeving. - Omgevingsanalyse, macro-economie, portfolioanalyse, product-marktcombinaties, strategieontwikkeling, strategisch management, innovatie, interne organisatie bedrijf/instelling, relatie tussen afdelingen, relatie intern/extern, cultuur, interne communicatie, organisatiestructuren en systemen, waardetoevoeging door innovatie en creatie van diensten. DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competentieniveau 2 Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. Ontwerpen van een plan, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC4: - Marketingplan, marketingstrategie, positionering, marktsegmentatie, marketingcalculaties, 4P's tot 7P's, segmentatievariabelen, marketingmix, strategie en tactiek, formulemanagement, branding, advertising, multi-channel management, one-to-one marketing, verschil producten en diensten; retail-, dienstenmarketing, portfoliomodellen. marktsegmentatie en positioneren, assortimentsbeleid, productcategorieën en productlijnen, merkenbeleid en verpakkingsbeleid. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Competentieniveau 1 Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling. Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie. Competentieniveau 2 Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC5: - Commerciële calculaties, decision support systems: financieel management, bedrijfskundige ICT, informatiesystemen, kennis en analyseren van bedrijfsprocessen. 234 DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Uit de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van DC8: Leidinggeven, Management by objectives, organisatiebesturing, procesmanagement, INK-model, HRM people management, managementinformatiesystemen, organisatiemodellen. 11. Beoordelingscriteria DRLADV1A.5 DRLASS1A.4 DRLMKT1A.8 DRLOPM1A.8 DRLBEC3B.1 DRLMAS1A.8 DRLSLB4A.9 Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting bij enkele onderdelen (zie studiehandleiding OWE Retail) De student heeft op basis van marktonderzoek een volledig en adequaat adviesrapport voor een opdrachtgever in de retailbranche opgesteld. toont in het adviesrapport relevante inzichten in de interne organisatie en de externe omgeving van de opdrachtgever. De student toont individueel aan dat hij de inhoud van het gehele adviesrapport beheerst inclusief het onderbouwen van gemaakte keuzes. De student voert individueel de uitgereikte MKT-opdrachten uit en verwerkt deze in zijn portfolio De student voert individueel de uitgereikte OPM-opdrachten uit en verwerkt deze in zijn portfolio De student - kan de marktpotentie berekenen, het (gewenste) marktaandeel bepalen, het aandeel in de kanaalgebonden bestedingen berekenen (in aansluiting module retailmarketing) - weet wat ‘conversiegraad’ betekent en kan dit toepassen op casussen - kent het verschil tussen ‘inkoop’ en ‘inkoopwaarde van de omzet’ en weet welke invloed leverancierskrediet heeft op de brutowinst marge - kan overweg met de verschillende prijscalculaties - weet dat absoluut gezien de brutowinst ‘de pot’ is waaruit alle andere kosten betaald moet worden - kan de personeelskosten bepalen in absolute zin, maar ook relatief duiden als: o Omzet per FTE o Brutowinst per FTE o Loonsom per FTE o Arbeidsefficiency (omzet per FTE x marge) - kan de huisvestingskosten bepalen in absolute zin, maar ook relatief duiden als: o Huisvestingskosten per m2 b.v.o. en v.v.o o Omzet per m2 b.v.o. / v.v.o. o Vloerefficiency = brutowinst per m2 b.v.o. / v.v.o De student Neemt actief deel aan de masterclasses. De student werkt aan de ontwikkeling van de competenties die hij nodig heeft om in de beroepspraktijk als een professioneel beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren. - oriënteert zich middels diverse opdrachten op het toekomstige beroep of beroepenveld en kan met duidelijke onderbouwing specifieke accenten 235 leggen in de opleiding en een beargumenteerde keuze maken t.a.v. invulling stage. - bewaakt zijn eigen studievoortgang en maakt een individuele studieplanning. 12. Tentaminering Assessment Retail DRLASS1A.4 Retailmarketing Code deeltentamen Adviesrapport Retail DRLADV1A.5 DRLMKT1A.8 Operations Management DRLOPM1A.8 Toetsvorm Beroepsproduct Assessment Portfolio Portfolio Individueel Deels groep, Deels individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 4 4 1 1 P2/P4 P2/P4 P2/P4 P2/P4 Duur Zie modulebeschrijving n.v.t. Zie modulebeschrijving 4 x 15 min Zie modulebeschrijving n.v.t. Zie modulebeschrijving n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Adviesrapport n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 30% van totale OWE 15% van totale OWE 20% van totale OWE Bedrijfs- economie 3 DRLBEC3B.1 Masterclasses DRLMAS1A.9 Studieloopbaanbegeleiding DRLSLB4A.9 Deelname Deelname Individueel Schriftelijk tentamen Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 2 1 T2/T4 P2/P4 P2/P4 Zie modulebeschrijving n.v.t. Zie modulebeschrijving n.v.t. n.v.t. n.v.t. Naam deeltentamen Tentamenperiode Herkansing Naam deeltentamen Code deeltentamen Toetsvorm Tentamenperiode Herkansing T5 Duur 120 min Hulpmiddelen Niet-grafische rekenmachine 20% van totale OWE 236 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 15% van totale OWE - - 13. Verplichte literatuur - Vink Vink 0% van totale OWE 0% van totale OWE Quix, F., & Kind, R.P. van der. (2012). Retailmarketing (5e druk). Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. Alsem, K.J. (2013). Strategische Marketingplanning (6e druk). Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. (reeds in bezit) Walstra, J. (2014). Operationeel Management in de Dienstverlening (3e druk). Amsterdam: Pearson Benelux. Thuis, P. (2013). Toegepaste Organisatiekunde (6e druk). Houten: Noordhoff Uitgevers. (reeds in bezit) Kooiker, R., Broekhoff, M. & Stumpel, H. (2011). Marktonderzoek (8e druk). Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. (reeds in bezit) Basisboek bedrijfseconomie, P. de Boer, M.P. Brouwers, W. Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-70242-7(reeds in bezit) Basisboek bedrijfseconomie (opgaven), P. de Boer, M.P. Brouwers, W. Koetsier, 9e druk, Noordhoff 978-90-01-79776-8 (reeds in bezit) Handleiding Studieloopbaanbegeleiding SBRM 2e jaar (zie Scholar) Alblas, G. &Wijsman, E. (2013). Gedrag in Organisaties (6e druk). Houten: Noordhoff Uitgevers. (reeds in bezit) 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen Diverse vakbladen, artikelen, rapporten & websites (uit te reiken in de les) 17. Activiteiten Individuele opdrachten, groepsopdrachten, excursies 18. Werkvormen De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: - Werkcollege - Projectwerk - Excursies - Gastcolleges - Workshops 19. Les-/contacturen Onderwijsweek 1 DRLMKT 3 DRLOPM 3 DRLBEC DRLBON DRLMAS 3 2 3 4 3 3 3 3 7 8 9 10 1 3 3 3 3 8 6 3 3 3 5 3 3 2 3 3 3 4 3 3 8 4 5 6 7 8 9 2 3 2 3 2 2 8 8 237 10 DRLTUT 2 DRLSLB3A 2 20. Onderwijsperiode 2 2 2* 2* 2 2 2 3 2 2 2 2 *cursief = in subgroepjes D-Cluster; deze OWE wordt aangeboden in semester 1 (periode 1 en 2) en in semester 2 (periode 3 en 4). 21. Maximaal aantal deelnemers n.v.t. 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar De gehele OWE is gewijzigd. Alle toetsen zijn ook gewijzigd. Alleen de SLB toetscode is gelijk aan die van 2013-2014. Studenten die onderdelen van de oude Retail OWE (DRB) open hebben staan, hebben in studiejaar 2014-2015 twee toetskanesn om deze onderdelen in te halen. Indien er daarna nog overdelen open staan, dient de nieuwe OWe (DRL) geheel gevolgd en gehaald te worden. 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 238 OWE TSB4 – Taal & Cultuur 4 Titel onderwijseenheid (OWE) Taal & Cultuur 4 – TSB4 1. Opleiding SBRM 2. Doelgroep Voltijd, Hoofdfase, D-cluster, niveau 2 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak Taal & Cultuur De SBRM’er stemt zijn taal en communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners. n.v.t. Engels - presentatie - zakelijke e-mail en brief Duits - Zakelijke telefoongesprekken 5. Beroepsproducten - Verkoop- en onderhandelingsgesprekken op de beurs - Eenvoudige bedrijfs- en productpresentatie op de beurs - Informatieverzameling ten behoeve van bedrijfs- en produktpresentatie. Nederlands - Webteksten - Interviews houden, rapporteren Nederlands voor Duitse studenten - Portfolio - Mondelinge toets Studiepunten: 7,5 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 30 23 30 23 28 21 12 9 12 9 Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) 239 Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal 85 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) 2 3 Stage, AOD, praktijkleren 0 Zelfstudie, individueel of in groepjes 0 Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. 0 Totaal 0 120 125 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: 2 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen De onderwijseenheid Taal & Cultuur 4 volgt op de onderwijseenheden Taal & Cultuur 1, 2 en 3. De onderwijseenheden Taal & Cultuur 1 en 2 van de propedeuse en 3 van de hoofdfase moeten zijn gevolgd. Binnen deze OWE vallen : Engels 7 en 8: ENG7B, ENG8C Duits 7 en 8: DUR7A, DUR8A Nederlands: NLD3A, NLD4A Nederlands voor Duitse studenten 7 en 8: NER7, NER8 Engels 7 en 8 Voor de taalverwerving: 9. Algemene omschrijving - herhaling en verdieping van diverse grammatica onderwerpen. Voor e-mail en brief correspondentie: - onder andere informatieaanvraag en -verstrekking, offertes en orders, klachtenbehandeling en betalingsregelingen. Voor de presentatie: - presentatietaal voor onder andere het inleiden, structureren, afsluiten van de presentatie en omgaan met vragen; het uitleggen van cijfers en trends; correct gebruik van presentatie slides; presentatie afstemmen op een specifiek publiek. 240 Leerdoelen De student kan: een presentatie geven gericht aan een bepaald zakelijk publiek, en daarbij adequaat de behandelde grammatica, zinsbouwstructuren en vakwoordenschat toepassen; - een correct zakelijk telefoongesprek in het Engels voeren; - een brief in het Engels schrijven volgens de in de zakelijke correspondentie geldende conventies, daarbij adequaat de behandelde grammatica, zinsbouwstructuren en vakwoordenschat toepassen. Duits 7 en 8 TSBDUR7A Telefonieren: Kontakaufnahme + Terminvereinbarung Messegespräche: Messebesuch mit kurzer Firmenpräsentation TSBDUR8A Messegespräche: Produktpräsentation mit Verhandlungen Telefonieren: telefonischer Nachmessekontakt 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Nederlands 3 en 4 In de eerste periode ga je webteksten leren schrijven. In de tweede periode houd je interviews en rapporteer je hierover. Nederlands voor Duitse studenten De modules NER7 en NER8 richten zich op de schriftelijke en mondelinge toepassing van het Nederlands op het niveau B2/C1. De module NER7 richt zich op het schrijfproces. Het schrijven van verschillende soorten teksten vormen de inhoud van de module. Voorbeelden zijn: het schrijven van een webtekst, persbericht, nieuwsbericht, recensie en sfeerverslag. De module NER8 richt zich op zakelijke mondelinge communicatie, zoals conflicthantering, onderhandelen en het houden van een betoog. Einddoel na C- en D-cluster is beheersing van het Nederlands op niveau C1 (CEF: Common European Framework). Het certificaat Nederlands als tweede taal, programma II kan de student in eigen tijd en op eigen kosten behalen. DC 7: Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal (niveau B1). DC 9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) Voor deze OWE geldt een aanwezigheidsverplichting. Engels De student: gebruikt zakelijk idioom correct; TSBENG7B.1 TSBENG7B.6 TSBENG8C.2 - beantwoordt vragen over een zakelijke tekst; - past de grammatica correct toe. De student houdt een overtuigende en correct gestructureerde presentatie afgestemd op een bepaald zakelijk publiek in voor native speakers begrijpelijk Engels. De student schrijft een nagenoeg foutloze brief of e-mail die beantwoordt aan de geldende conventies van de handelscorrespondentie. 241 Duits De student - beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het zakelijk telefoongesprek binnen de cyclus van de “ungestörter Geschäftsablauf” (Anfrage – Angebot – Bestellung) inclusief een “Terminvereinbarung” in het Duits correct; TSBDUR7A.4 TSBDUR8A.4 - beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het persoonlijke beursgesprek met eenvoudige bedrijfs- en productpresentatie en een onderhandelingsgesprek in het Duits correct; - gebruikt de standaardzinnen uit de telefoon-, beurs- en onderhandelingswoordenschat correct; - formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige, maar correcte zakelijke zinnen onder gebruikmaking van de juiste vakwoordenschat; - beheerst de uitspraak correct; - past de grammatica van het Duits correct toe; - vertoont communicatief correct gedrag door het juiste spreektempo, de juiste spreekwijze, de juiste articulatie, actief luisteren, intercultureel gedrag en klantgericht handelen dat is afgestemd op de Duitse zakelijke situaties. Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding. De student: - beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het zakelijk telefoongesprek binnen de cyclus van de “ungestörter Geschäftsablauf” (Anfrage – Angebot – Bestellung) inclusief een “Terminvereinbarung” in het Duits correct; - beheerst de basistaalhandelingen en basisconventies t.a.v. het persoonlijke beursgesprek met eenvoudige bedrijfs- en productpresentatie en een onderhandelingsgesprek in het Duits correct; - gebruikt de standaardzinnen uit de telefoon-, beurs- en onderhandelingswoordenschat correct; - formuleert voor het overige op zijn eigen taalniveau eenvoudige, maar correcte zakelijke zinnen onder gebruikmaking van de juiste vakwoordenschat; - beheerst de uitspraak correct; - past de grammatica van het Duits correct toe; - vertoont communicatief correct gedrag door het juiste spreektempo, de juiste spreekwijze, de juiste articulatie, actief luisteren, intercultureel gedrag en klantgericht handelen dat is afgestemd op de Duitse zakelijke situaties. Voor deelname aan het mondeling tentamen geldt de verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan de trainingen, zoals omschreven in de studiehandleiding. Nederlands 242 De student kan: - soorten webteksten onderscheiden TSBNLD3A.5 TSBNLD4A.1 - een webtekst duidelijk schrijven - een webtekst aantrekkelijk formuleren - een webtekst juist structureren - een goede e-mail schrijven - een goede tekst voor een webwinkel schrijven - een goede blog schrijven De student kan: - een rapport opstellen met inachtneming van taalkundige en structurele aspecten. Nederlands voor Duitse studenten De student schrijft op correcte wijze: - een persbericht; TSBNER7.8 - een recensie; - een nieuwsbericht; - een sfeerverslag; - een webtekst. De student kan: - een conflicthanteringsgesprek voeren; TSBNER8.4 - een onderhandelingsgesprek voeren; - debatteren. 12. Tentaminering Engels Naam deeltentamen Business Texts, grammar & Idioms 2 Presentatie Code deeltentamen TSBENG7B.1 TSBENG7B.6 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Presentatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 tentamenperiode T1/T3 P1/P3 Herkansing T4 P1/P3 Duur 120 min. Plm. 15 min. 243 Hulpmiddelen Geen Geen Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging Alle deeltentamens resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. Naam deeltentamen Correspondence 2 Code deeltentamen TSBENG8C.2 Toetsvorm Practicum-/PC-toets Individueel Ja Aantal examinatoren 1 tentamenperiode T2/T4 Herkansing T5 Duur 60 minuten Hulpmiddelen Minimum resultaat voor behalen deeltentamen (woorden)boeken, syllabi, voorbeeldbrieven, zowel op papier als digitaal/online. 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging Alle deeltentamens resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. Duits Naam deeltentamen Mondeling Mondeling Code deeltentamen TSBDUR7A.4 TSBDUR8A.4 case Telefonieren: Kontaktaufnahme + Terminverein-barung case Produktpräsentation mit Verhandlungen Toetsvorm Messebesuch mit kurzer Firmenpräsen-tation telefonischer Nachmesse-kontakt Individueel in duo’s in duo’s Aantal examinatoren 1 1 tentamenperiode P1/P3 P2/P4 Herkansing Kalenderweek 28 Kalenderweek 28 Duur 15 minuten 15 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 244 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging Alle deeltentamens resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. Nederlands Naam deeltentamen Webteksten Rapporteren Code deeltentamen TSBNLD3A.5 TSBNLD4A.1 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Individueel Inleveropdrachten (alle opdrachten hebben hetzelfde gewicht) Ja Aantal examinatoren 1 1 Toetsperiode P1/P3 T2/T4 Herkansing in overleg met docent T5 Duur n.v.t. volgt Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen toets 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging Alle onderdelen resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. Ja Nederlands voor Duitse studenten Naam deeltentamen Portfolio Mondeling Code deeltentamen TSBNER7.8 TSBNER8.4 Toetsvorm portfolio Mondeling Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 tentamenperiode P1 P2 Herkansing T2 P2 OW7 Duur n.v.t. 15 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Geen Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 55 55 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging Alle deeltentamens resulterend in een cijfer binnen deze OWE tellen 1 keer mee voor het bepalen van het eindcijfer van deze OWE. 13. Verplichte literatuur Engels - Handout ENG 7/8 voor tweedejaars CO/CE/IBL/SB/FB, via scholar. - Martin, R.K.M. Engels idioom voor het EAO, Walvaboek, ISBN 9789066753174 Duits 245 - - Duijvestijn, B.W.Th. en Mangnus H.A.A , Das abc der Wirtschaftsgrammatik, leerboek, Walvaboek, ISBN 9789066752948 Duijvestijn, B.W.Th. en Mangnus H.A.A , Das abc der Wirtschaftsgrammatik, antwoordenboek, Walvaboek, ISBN 9789066752955 Vries, E. de en Rees, P. van, Grammaticus, Noordhoff, ISBN 9789001923518 Wergen, J., PONS Bürokommunikation Deutsch, Ernst Klett, ISBN 9783125618671 Syllabus SN 3426 Telefonieren / Ihre Firma auf der Messe Syllabus SN 3427 Ihre Produkte auf der Messe / erfolgreich verhandeln Nederlands geen Nederlands voor Duitse studenten n.v.t. 14. Aanbevolen literatuur 15. Software Engels Voort, P.J. van der Basic Business Grammar, Walvaboek, 2e druk: ISBN 978 90 6675 375 4 Nederlands voor Duitse studenten Scholar Duits Hand-outs, worden in de les uitgedeeld 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Nederlands voor Duitse studenten Studiehandleiding Engels Tijdens de lessen wordt geoefend met Engelse zakelijke coorespondentie per e-mail en per biref en presentatievaardigheden. Tevens wordt aan grammatica en tekstbegrip gewerkt. Duits In het D-cluster worden de studenten tijdens 5 trainingen, waarvan minimaal 3 verplichte sessies per periode voorbereid op Telefonieren: Kontakaufnahme + Terminvereinbarung + Messebesuch mit kurzer Firmenpräsentation (lesperiode 1) en op Produktpräsentation mit Verhandlungen + telefonischer Nachmessekontakt (lesperiode 2). Elke week zijn er 3 contacturen. Nederlands Indiviuele opdrachten en klassikale lessen Nederlands voor Duitse studenten Studenten werken aan opdrachten, oefenen mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Talen - hoorcolleges; - werkcolleges; - zelfstudie. 19. Les-/contacturen Onderwijsweek TSBENG7B TSBENG8C 1 2 2 3 2 2 4 5 3 3 6 3 7 2 TSBDUR7A TSBDUR8A TSBNLD3A 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 9 10 246 TSBNLD4A TSBNER7 TSBNER8 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 20. Onderwijsperiode D-cluster, wordt aangeboden in periode 3 en 4 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg Engels 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar Telephoning 2 (ENG8B.4) vervalt. In de plaats daarvan wordt telephoning bij ENG 6 afgerond (ENG6B.4). Slepers die het oude ENG8B.4 nog moeten halen, herkansen met het nieuwe ENG6B.4 (wat een samenvoeging is van het oude telephoning 1 en 2) TSBENG8C.2: Tentamenstof gewijzigd! De zakelijke e-mail (oude ENG6B.2) en zakelijke brief (oude ENG8B.2) zijn samengevoegd 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsrege-ling n.v.t. 247 OWE beschrijvingen SBRM E-cluster EST - Stage Titel onderwijseenheid (OWE) Stage (EST) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, Hoofdfase, E-Cluster, niveau 2 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners; De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit en bewaakt deze; De SBRM’er voert een opdracht uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies. Context: De stage wordt uitgevoerd bij een bedrijf in Nederland of het buitenland met minimaal 10 FTE. Naast ‘meewerkzaamheden’ uitvoeren wordt er een onderzoeksopdracht zelfstandig uitgevoerd. De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies. Persoonlijk Leerplan; Verslag bedrijfsopdracht; Evaluatieverslag. Studiepunten: 30 Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding 6 4,5 3 (kick-off) 2,25 Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. 5 (terugkomdagen) 4 Overige, ….. Totaal 10,75 Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) 248 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 829,25 829,25 840 Het niveau van deze OWE is: 2 Stage Nederland: (Na T3/T1) De Propedeuse is behaald; Het C-cluster is volledig behaald; Van het D-cluster lopen de projecten Student Company/Eigen Onderneming (doorloop vanuit C-cluster) en Retail voorspoedig; Je aanwezigheid bij de voorlichtingsbijeenkomst(en) stage binnenland staat geregistreerd. De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn gevolgd. Stage Buitenland: drempel 1 (Na T2/T4) 8. Ingangseisen De Propedeuse is behaald; Van het C-cluster is het project Student Company/Eigen Onderneming behaald; Van het C-cluster zijn de toetsen uit T1 (uit T3 voor februari-instroom) behaald. De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-Cluster zijn gevolgd. Stage Buitenland: drempel 2 (Na T3/T1) De Propedeuse is behaald; Het C-cluster is volledig behaald; Van het D-cluster lopen de projecten Eigen Onderneming (doorloop vanuit Ccluster) en Retail voorspoedig. De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn gevolgd. De periode die de student als stagiair gaat doorbrengen is een leersituatie in een voor de student nieuwe omgeving. Deze omgeving biedt de student de eerste uitvoerige kennismaking met het toekomstig werkveld en de aard van de werkzaamheden daarin. In deze praktijksituatie verricht de student activiteiten en onderzoek. De student loopt 21 weken fulltime stage in de periode september-januari of februari-juni. 9. Algemene omschrijving Leerdoelen: - oriëntatie op beroep en functie; - het toepassen van de theoretische kennis in de praktijk; - het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en sociale vaardigheden; 249 - het verkrijgen van een beeld van werkzaamheden en werksituaties van medewerkers; - het verkrijgen van een beeld van de structuur en het functioneren van een arbeidsorganisatie. DC2: DC8: 10. Competenties Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek; Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project; DC9: Sociale en communicatieve competentie; DC10: Zelfsturende competentie. 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. De beoordeling vindt plaats op: Sociale en communicatieve vaardigheden; Zelfsturende vaardigheden; Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek; Leiding geven aan een bedrijf, bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Beoordelingscriteria: De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te bieden aan collega’s, hun om input te vragen en respectvol met hun mening en ideeën om te gaan; - De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de doelen te behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk mee te denken over oplossingen; - De student is zich bewust van de cultuur van de organisatie, kan deze doorgronden en past zich aan; - De schriftelijke communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk, gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd; - De mondelinge communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk en respectvol; - De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij een juiste inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning nodig is; - De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te komen en proactief werkzaamheden op te pakken; - De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te stellen, werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te voeren; - De student kan met feedback omgaan en is in staat om te reflecteren op eigen handelen; - De student toont een professionele (beroeps-)houding door afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te nemen. - Formuleren van een terugblik op het feitelijk uitgevoerde onderzoek t.o.v. EST 250 het Plan van Aanpak. - Uitvoeren en rapporteren van het onderzoek gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. - Onder supervisie leidinggeven op planmatige, systematische en resultaatgerichte wijze aan een eenvoudig project. - Omgaan met onverwachte gebeurtenissen die het project verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Stage Code deeltentamen EST Toetsvorm Integrale toets Individueel Ja Aantal examinatoren 1 Tentamenperiode N.v.t. DC8, DC9 en DC10 kunnen niet herkanst worden, de student moet dan een geheel nieuw stagetraject doorlopen. Zie stagehandleiding. Herkansing DC2 kan de student herkansen. Indien de student opnieuw geen voldoende weet te behalen voor DC2 moet de student een geheel nieuw stagetraject doorlopen. Zie stagehandleiding. Duur N.v.t. Hulpmiddelen N.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 6 (afgerond op gehele cijfers) Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Waarbij geldt dat alle vier de onderdelen (DC9, DC10, DC2 en DC8) met een 5.5 of hoger beoordeeld moeten zijn. Weging 30% Sociale en communicatieve vaardigheden; 30% Zelfsturende vaardigheden; 20% Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek; 20% Leiding geven aan een bedrijf, bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. 13. Verplichte literatuur Kooiker, R. (2011). Marktonderzoek, 8e druk, Den Haag: Noordhoff (reeds in bezit). 14. Aanbevolen literatuur Alle literatuur die in eerdere clusters behandeld is. Denk hierbij aan: Grondslagen van de Marketing – B. Verhage; Introductie ondernemingsplan en financiële sturing – A.A.W. Heezen; Grondslagen van het Management – D. Keuning; Strategische Marketingplanning – Karel Jan Alsem; 251 15. Software Logistiek – W. Ploos van Amstel; Operationele Verkoopcyclus – R. van Hoften; Financieel Management voor ondernemers in het MKB – Heezen & Kroot; Business Marketing Management - W.G. Biemans; Handboek Online Marketing – Patrick Petersen; Marketing voor Retailers – Reinder Koornstra. N.v.t. 16. Overige materialen Stagehandleiding + Rubrics DC9, DC10, DC2 en DC8. 17. Activiteiten Meewerken in een beroepsomgeving en methodisch uitvoeren van een zelfstandige bedrijfsopdracht. 18. Werkvormen Stage 19. Les-/contacturen Onderwijsweek 0 Instructie 3 1 2 3 4 Terugkomdagen 5 6 7 8 2 Stagebezoeken docent 9 10 1 2 3 4 5 6 3 E-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 of 3+4. 21. Maximaal aantal deelnemers N.v.t. - - 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 8 9 10 3 20. Onderwijsperiode 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 7 3 Het eerste stagebezoek is verplaatst van week 6-8 naar week 4-6; In de OWE omschrijving stond opgenomen dat er 1 terugkomdag werd uitgevoerd, terwijl er twee terugkomdagen (presentaties interne analyse en intervisie) worden uitgevoerd; Er is vastgelegd dat DC8, DC9 en DC10 niet herkanst kan worden. DC2 kan eenmaal herkanst worden. Procedure van herkansing is vastgelegd in de stagehandleiding; De stagedrempel voor binnen- en buitenland is aangepast. N.v.t. 252 OWE beschrijvingen SBRM G-cluster OWE GIE – Project Internationalisering Titel onderwijseenheid (OWE) International Entrepreneurship (GIE) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Doelgroep Voltijd, Hoofdfase, G-cluster, niveau 3 3. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het zaken doen met een partner uit een andere (taal)cultuur. 4. 5. Beroepsproducten Business Proposal Studiepunten: 15 6. Studiepunten/ studie last Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick-off, etc. Overige, gastcolleges Totaal Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Totaal Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 127 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 95 25 19 2 99 215 625 840 Het niveau van deze OWE is: 3 OWE’s uit A- t/m D-cluster en Stage E-cluster Indien de stage gevolgd is in studiejaar 2012-2013 of eerder geldt: De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn gevolgd. (geldt vanaf 1.2.2015) De studenten leren wat er allemaal komt kijken bij het zakendoen, in een internationale context en met een diversiteit aan culturen. Kennis 253 op strategisch niveau van marketing, wereldwijde ontwikkelingen in de economie, en de internationale verschillen in wetgeving, fiscaal recht en ethiek. De kennis van de hele opleiding komt in deze OWE samen en wordt verder verdiept. De student kan de kennis meteen toepassen in de praktijk en gaandeweg het inzicht vergroten in de omgeving en de dynamiek van een onderneming. Verder wordt veel aandacht besteed aan onderzoek en rapportage op bachelorniveau. Dit cluster is daarmee bedoeld als een optimale voorbereiding op de afstudeerfase. DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 2 - Generen van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. - Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee. - Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming. - Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming. DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentieniveau 2 - Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. - Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. 10. Competenties DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 2 - Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of - meerdere contexten. - Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegenstellingen. - Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. - Rapporteren van overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject. DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competentieniveau 2 - Benoemen van een aantal opties op basis van een Swotanalyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. - Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Competentieniveau 2 - Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. 254 - Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. DC6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. DC7: Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Competentieniveau 3 - Geven van richting en sturing op stimulerende wijze aan een groep op basis van een visie, teneinde een gesteld doel te bereiken. - Ondernemen, zelfstandig, van een actie. - Handelen op adequate wijze bij onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren. - Aanpassen, indien noodzakelijk, van stijl en methode van leiding geven. - Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, zelfstandig, van een bedrijfsonderdeel of project. - Formuleren, zelfstandig, en verdedigen van de eindresultaten van een project op basis van de resultaten die door de projectgroep zijn opgeleverd. - Evalueren van een project/proces aan de hand van de vooraf gestelde kwaliteitseisen en afleggen van verantwoording. - Geven van feedback op adequate wijze aan de groepsleden, tussentijds en na afloop van het project/werkproces. HBO-generieke competenties DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) - Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, Multi-disciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie). - Intern effectief communiceren op alle niveaus in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. In termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) - Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. - Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. - Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een 255 beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. - GIEGMS1A.5 - - GIEGSE1A.5 - GIEMCB1A.5 - - De student is in staat om in een innovatiescan uit te voeren en innovatiesuggesties te geven. - De student beschikt over de kennis, vaardigheden en inzichten om zelf innovaties door te voeren. Voor een externe opdrachtgever in teamverband een onderzoek opzetten, uitvoeren en evalueren; De student past Applied Research toe volgens de regulatieve cyclus; De student is in staat zich op stellen als een projectadviseur richting de externe opdrachtgever; De student is in staat zelfstandig leiding te geven aan het toegepaste onderzoek; De student is in staat de juiste onderzoeksmethode te selecteren en toe te passen op de probleemstelling; De student kan een onderzoeksvraag vertalen naar een plan van aanpak om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden; De student moet in staat zijn te reflecteren op het uitgevoerde onderzoek. - GIEARE1A.5 De student begrijpt de internationale omgeving en de rol van het casusbedrijf daarbinnen. De student kan het casusbedrijf analyseren en aanbevelingen doen voor verbeteringen. De student is in staat om een internationale marketing strategie te ontwikkelen. De student kan de kansen voor een internationale strategie onderkennen en de haalbaarheid inschatten om hier op in te spelen. De student is in staat om de gewenste strategische keuzes te onderbouwen. De student heeft kennis van mondiale economische ontwikkelingen. De student heeft vaardigheden om ontwikkelingen in de internationale omgeving te signaleren De student heeft voldoende kennis en vaardigheden om een business concept met het business model canvas uit te werken in een concreet business model De student beschikt over de kennis, vaardigheden en inzichten om bekende businessmodellen te herkennen en te ontwerpen. - 256 GIEICM1A.5 De geldende normen en waarden en de etiquette van het betreffende land zijn beschreven. De do’s en dont’s met betrekking tot het zakendoen zijn in kaart gebracht. De adviezen over het zakendoen komen overeen met de algemeen heersende cultuur en zijn gebaseerd op de bevindingen van cross cultural modellen. De culturele dimensies van Nederland zijn systematisch vergeleken met de culturele dimensies van het betreffende land. De interne bedrijfscultuur van de opdrachtgever is beschreven. De aspecten van de bedrijfscultuur die extra aandacht behoeven in een internationale context zijn onderzocht. Onderzoek naar hoe mensen uit andere landen over Nederlanders denken, is uitgevoerd. GIELTE1A.5 GIEIBP1A.8 Concreet idee geformuleerd waarmee het de doelstellingen van het bedrijf kunnen worden gerealiseerd. De markt voor de betreffende bedrijfstak is in kaart gebracht. De bedrijfssituatie is geanalyseerd, in het licht van de ontwikkelingen in de markt en bedrijfstak. De marketingstrategie is, na beschrijven en vergelijken van een aantal strategische opties, beschreven en uitgewerkt in een nieuw marketingbeleid. De benodigde leveranciers en verkoopkanalen zijn concreet beschreven. De voorstellen geven blijk van kennis van de verschillende landenkenmerken en culturele aspecten, met aandacht voor de communicatieve verschillen in de onderzochte taalgebieden. De student laat zien dat hij of zij in een groepssituatie kan functioneren, door een verslag van het groepsproces. GIEIBP1A.4 De student kan de schriftelijke rapportage individueel mondeling verdedigen. 12. Tentaminering De student is in staat om de gestelde vragen goed te beantwoorden. (*) > zie 19: Les-/Contacturen Naam deeltentamen Code deeltentamen GIEICO1A.1 GIEGMS1A.5 GIEGSE1A.5 Toetsvorm Schriftelijk tentamen Lesopdracht lesopdracht Individueel Ja Ja ja 257 Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode T1/T3 P1+P2/P3+P4 P1+P2/P3+P4 Herkansing T4 P1+P2/P3+P4 P1+P2/P3+P4 Duur 120 minuten nvt nvt Hulpmiddelen geen nvt nvt Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 20 5 5 Naam deeltentamen GIEARE1A.5 GIEICM1A.5 Toetsvorm Lesopdracht Lesopdracht Lesopdracht Individueel Ja Ja ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode P1+P2/P3+P4 P1+P2/P3+P4 P1+P2/P3+P4 Herkansing P1+P2/P3+P4 P1+P2/P3+P4 P1+P2/P3+P4 Duur nvt nvt nvt Hulpmiddelen nvt nvt nvt Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Weging 5 5 Code deeltentamen GIEIBP1A.8 GIEIBP1A.4 Toetsvorm Rapport Mondelinge verdediging Individueel Nee Ja Aantal examinatoren 6 6 Tentamenperiode T2/T4 T2/T4 Herkansing P3/P1 P3/P1 Duur Nvt Nvt Hulpmiddelen nvt nvt Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Code deeltentamen GIELTE1A.5 5 Naam deeltentamen 258 Weging 37,5 12,5 Svend Hollensen, Global Marketing, Pearson Education Limited, 6th edition, 2014, www.pearson.com/uk ISBN: 978-0-273-77316-0 (print) ISBN: 978-0-273-77319-1 (PDF) ISBN: 978-0-273-79440-0 (eText) Christi van Essen, Joris Meijaard; Springen over de grens, Praktijkcases van Nederlands ondernemerschap in een globaliserende economie, Van Gorcum, 1e druk, 2009. www.vangorcum.nl Anton Klop, Marketingstrategie in ontwikkeling, Uitgeverij Coutinho, 1e druk, 2014, www.coutinho.nl ISBN: 978 90 46 90420 6 (papieren boek) ISBN: 978 90 46 96248 0 (E-boek) 13. Verplichte literatuur Hulleman, W. en Marijs, A.J., Internationale economische ontwikkelingen en bedrijfsomgeving, Noordhoff, 5e druk, 2013, ISBN: 9789001816957 Keely, L., Walters, H., Pikkel, R., Quinn, B. (2013). Ten Types of Innovation, Hoboken: John Wiley & Sons Berlo, I. van (red.) (2013), Innoveer! Groeimodel voor het MKB - HBO editie, Syntens. (gratis download) Checklist & toelichting voor het maken van een plan van aanpak voor je afstudeeropdracht (wordt uitgereikt) Uitgereikte artikelen Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generatie. Deventer: Kluwer. Ries, D. (2011). The Lean Startup, Penguin books ltd. 14. Aanbevolen literatuur Kooiker, R., Broekhoff, M., Stumpel, H. (2011). Marktonderzoek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Boeije, H. (2008). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Den Haag: Boomonderwijs. 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Brinkman, J. (2011). Cijfers spreken. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Zie beschrijving per module Zie beschrijving per module Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Gastcollege Werkcollege 19. Les-/contacturen Onderwijsweek 1 2 3 4 5 KickOff 1 0 3 3 3 3 GIEGSM1A 6 7 3 8 9 1 0 1 2 3 6 3 3 4 5 6 7 8 9 10 259 GIEARE1A.5 GIEGSE1A.5 GIEMCB1A.5 GIEICM1A.5 GIELTE1A.5 GIEIBP1A.8 GIEIBP1A.4 6 3 6 3 3 6 6 3 3 4 0 3 4 0 6 6 6 2 3 3 6 2 3 3 3 2 3 3 6 3 3 3 3 6 2 3 3 2 3 3 2 (*) De planning gastcolleges en beursbezoek kan per semester variëren, afhankelijk van de beurskeuze en beschikbaarheid van de gastsprekers. 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling P1+2, P3+4. In overleg Geheel nieuwe OWE n.v.t. 260 OWE beschrijvingen SBRM H-cluster OWE HAO – Afstudeeropdracht Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Opleiding 2. Doelgroep Afstudeeropdracht (HAO) Small Business en Retail Management Voltijd, Hoofdfase, H-cluster, niveau 3 De volgende beroepstaken gelden voor alle afstudeeropdrachten: 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten 6. Studiepunten/ studielast - De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten. - De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. - De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners. - De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en de mogelijke functies. - De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau. De volgende beroepstaken zijn afhankelijk van de focus van het strategische vraagstuk: - De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. - De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit daadwerkelijk ten uitvoer door het op-zetten en managen van de onderneming. - De SBRM’er stelt een retailplan voor een nieuw te starten of bestaande winkelformule op. - De SBRM’er stelt een overnameadvies op om een bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal alswel organisatorisch vlak goed te laten verlopen. - De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het zakendoen met een partner uit een andere (taal)cultuur. De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau. - Een plan van aanpak (Go / No-Go) - Een afstudeerrapport Studiepunten: 30 Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 261 Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. 3 (bezoek) 1,33(verdediging) 2,25 1 5 (kick-off) 5 (terugkomdag) 4 (terugkomdag) 4 (terugkomdag) 3,75 3,75 3 3 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Overige, ….. Totaal 16,75 NB er zijn meerdere contactmomenten en feedbackmomenten tussen begeleider en student. Deze zijn echter niet geprogrammeerd en ook niet altijd fysiek (maar bijv. via email of telefonisch) Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, prak0 823,25 tijkleren Zelfstudie, individu0 eel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. 0 Totaal 0 Totaal Het niveau van deze OWE is: 3 7. Samenhang met andere OWE’s 823,25 840 Afsluitende Proeve van bekwaamheid. Deze onderwijseenheid is de laatste binnen het onderwijsprogramma SBRM en alle thema’s komen hier samen. Start in augustus 2014: De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster volledig behaald. De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het F-cluster is volledig afgerond. Van de onderwijseenheid ‘Bedrijfsopvolging’ van het F-cluster is het project op voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende. De minor is bijna volledig afgerond. 8. Ingangseisen Start in februari 2015 voor studenten die het nieuwe G-Cluster gevolgd hebben: De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster volledig behaald. Van de onderwijseenheid ‘International Entrepreneurship’ van het G-cluster is het project op voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende. De minor is geheel afgerond. 262 Start in februari 2015 voor studenten die het oude F-Cluster gevolgd hebben: De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het F-cluster is volledig afgerond. Van de onderwijseenheid ‘Bedrijfsopvolging’ van het F-cluster is het project op voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende. De minor is bijna volledig afgerond. De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster volledig behaald. De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn gevolgd. Bij de afstudeeropdracht maak je in samenspraak met een bedrijf zelfstandig een plan om een concreet probleem op strategisch niveau op te lossen. De onderwerpen voor een AOD liggen o.a. op het gebied van marketing, verkoop, export etc. Tevens behoort het schrijven van een compleet ondernemingsplan voor een (zelf) te starten onderne-ming tot de mogelijkheden. Je werft zelf de afstudeeropdracht.Aan de afstudeeropdracht wordt een geheel semester gewerkt (30 EC). De looptijd is 21 weken. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Leerdoelen: Het doel van de afstudeeropdracht is dat een student individueel en zelfstandig zijn/haar deskundigheid tot uitdrukking brengt op het specifieke gebied van de opleiding en daarmee het eindniveau aantoont op alle generieke en domeinspecifieke competenties. De student toont aan op dit domein te beschikken over probleem-signalerende, beschrijvende, analytische en probleemoplossende competenties. Daartoe komt de student zelfstandig tot een plan-matige oplossing voor een aan de opleiding gerelateerd vraagstuk met een strategische component, gebruik makend van tijdens de opleiding verworven competenties. DC1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. HBO-generieke competenties (van toepassing op alle HEO-opleidingen): DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie). DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 11. Beoordelingscriteria AD01 Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Product (50%): 263 - De student heeft een probleemstelling geformuleerd vanuit één of meerdere contexten. - De student heeft de methode van onderzoek in het rapport verantwoord. - De student heeft een inventarisatie binnen het probleemgebied gedaan, een analyse opgesteld en uitgevoerd. - De student heeft op basis van zijn analyse strategische opties voor de organisatie vastgesteld. - De student heeft de strategische opties geprioriteerd en de haalbaarheid van de opties onderzocht. - De student heeft doelstellingen opgesteld of bestaande doelstellingen bijgesteld voor de middellange of lange termijn. - De student heeft beleid ontworpen voor de verwezenlijking van deze doelstellingen. - De student heeft zelfstandig de organisatorische consequenties van zijn plan onderzocht en geanalyseerd, uitmondend in een implementatieplan. - De student heeft het geformuleerde beleid vertaald naar een financieel plan. - De student heeft het evaluatiebeleid van de nieuwe strategie vormgegeven. Proces (20%): De student heeft tijdens zijn afstudeerperiode intern op verschillende niveaus effectief gecommuniceerd, geïnformeerd en overleg gevoerd. - De student heeft draagvlak gecreëerd in de beroepsomgeving door samen te werken en mee te denken over doelen en inrichting van de organisatie. - De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig leiding gegeven aan zijn afstudeerproject. - De student heeft op adequate wijze gehandeld bij onverwachte gebeurtenissen die het afstudeerproces verstoren. Mondelinge verdediging (30%): De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze. - De student onderbouwt met steekhoudende argumenten. - De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont inzicht in het praktisch werkveld. - De student kan professioneel omgaan met kritische feedback. 264 - De student toont visie op zijn afstudeeropdracht en de bedrijfsproblematiek. - De student reflecteert over en neemt verantwoording voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. 12. Tentaminering Naam deeltentamen AD1 Code deeltentamen AD01 Individueel Toetsing bestaat uit drie onderdelen: Eindrapport, Proces en Mondelinge verdediging. Daarvóór is sprake van een plan van aanpak dat een Go/No-Go moment vormt. Ja Aantal examinatoren 2 Tentamenperiode Periode 1+2 (semester I) of Periode 3+4 (semester II) Herkansing In de periode volgend op het semester van afstuderen, zie afstudeerhandleiding. De student heeft geen recht op begeleiding tijdens de herkansingsperiode. Duur Mondelinge verdediging: 60 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 6 na afronding Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur De drie onderdelen (Product, Proces en Mondelinge verdediging) moeten met een 5.5 of hoger beoordeeld zijn, waarbij geldt dat binnen elk van de drie onderdelen alle criteria met 5.5 of hoger zijn beoordeeld (oftewel alle criteria dienen voldoende te zijn). Toetsvorm Weging 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur Product: 50% Proces: 20% Mondelinge Verdediging: 30% n.v.t. - Alle literatuur behandeld in de opleiding, passend bij het vraagstuk van de AOD. - Aanvullende literatuur, passend bij het vraagstuk. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen Afstudeerhandleiding + Checklist Plan van Aanpak 17. Activiteiten De student verricht zelfstandig een onderzoek bij een bedrijf dat hij zelf heeft gezocht. De inhoud van de opdracht dient vooraf door de AOD-coördinator van de opleiding goedgekeurd te worden. Na goedkeuring wijst de coördinator een begeleidend docent aan. Gedurende het AOD-traject worden de volgende werkvormen/activiteiten onderscheiden: AOD-instructie: sep/jan - Terugkomdag 1 + 2: onderzoek: sep/feb 265 18. Werkvormen - Concept plan van aanpak opsturen: einde 3e week - Bedrijfsbezoek docentbegeleider: sep/feb - Plan van Aanpak definitief maken - Vragenlijsten fieldresearch voorleggen - Terugkomdag 3: Intervisie nov/apr - Inleveren tussenrapportage (facultatief): nov/apr - Inleveren conceptrapport: dec/mei - Inleveren definitief rapport: jan/jun (centraal moment) - Mondelinge verdediding: jan/juni - Diploma-uitreiking: oktober, maart en juli 19. Les-/contacturen Onderwijsweek 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Kick-off en terugkomdagen 5 Bezoek 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 6 3 Verdediging 1,33 20. Onderwijsperiode H-cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4. 21. Maximaal aantal deelnemers n.v.t. - 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar - 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling Terugkomdagen zijn anders benoemd. Aan de inhoud is niets gewijzigd, het blijven dezelfde terugkomdagen. Eerder stonden er drie terugkomdagen omschreven. Maar de eerste terugkomdag valt tegelijk met de kick-off, daarna benoemd als kick-off. Waardoor er twee i.p.v. drie terugkomdagen zijn; Minimum resultaat voor behalen deeltentamen is een 6 na afronding i.p.v. een 5.5; Aanpassing in voorlopige cesuur: “De drie onderdelen (Product, Proces en Mondelinge verdediging) moeten met een 5.5 of hoger beoordeeld zijn, waarbij geldt dat binnen elk van de drie onderdelen alle criteria met 5.5 of hoger zijn beoordeeld (oftewel alle criteria dienen voldoende te zijn).” Drempels per februari zijn aangepast aan de ontwikkelingen in het curriculum van de opleiding. Zie ingangseisen. n.v.t. 266 OWE-beschrijvingen duaal 267 E en F cluster – 3e jaar CBTD - Sales Buitendienst Titel onderwijseenheid (OWE) Sales Buitendienst – CBTD 1. Opleiding SBRM 2. Doelgroep Duaal, hoofdfase, E-cluster, niveau 2 3. Beroepstaak/ beroepstaken De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. Studiepunten/ studielast Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 18 Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is 6. Beroepsproducten 3 21 70 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 5. - Verkoopplan (deel I, II) - Briefing Bedrijfsprofiel - Verkoopgesprek voeren met prospect - Offerte o.b.v. verkoopgesprek - Opdrachten netwerkacademie Studiepunten: 7,5 Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster Hoorcollege, 24 werkcollege, lessen Studiebegeleidingstagebegeleiding Tentamens, toet4 sen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal 119 189 Totaal Het niveau van deze OWE is: 2 210 268 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen In deze module staat de verkoopcyclus van een ondernemer centraal. Het kernwoord hierbij is acquisitie. Op basis van de commerciële doelen start de cyclus met het maken van een verkoopplan. Op basis van dit plan gaat de student daadwerkelijk contact zoeken met de potentiële klanten. Hierin komen zowel de mondelinge als de schriftelijke vaardigheden aan bod. De student heeft de propedeuse behaald. Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Onder deze OWE vallen CBTD SLH2A CBTD SLW2A CBTD SLV2A CBTD NTW2A In deze OWE staat dit acquisitieproces centraal. Enerzijds wordt er ingegaan op de inrichting van het acquisitieproces. Waar zoek je naar potentiële klanten? Hoe herken je of een potentiële klant kansrijk is? En hoe benader je deze potentiële klanten zo optimaal mogelijk? Deze en andere vragen worden in dit deel van de OWE uitgebreid behandeld. Concreet werk je deze vragen en de bijbehorende antwoorden uit in de vorm van een verkoopplan. Speciale aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen van je netwerkvaardigheden. Want een warme introductie werkt veel beter dan koude acquisitie. 9. Algemene omschrijving Anderzijds wordt er in deze OWE ruim aandacht besteed aan het ontwikkelen van je adviserende vaardigheden. Want de kern van het salesvak is dat sales mensen niet verkopen maar de klant helpen met het nemen van de juiste inkoopbeslissing. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht bestaat een belangrijk deel van elke sales functie dus niet uit het verkopen maar uit het achterhalen van de daadwerkelijke behoefte van de (potentiële) klant. Als je die behoefte goed in kaart kunt brengen, vergroot je de kans dat de klant voor jouw oplossing kiest enorm. Bij het ontwikkelen van je advies vaardigheden leer je hoe je de behoefte van de klant kunt achterhalen en hoe je vervolgens jou oplossing op een passende wijze aan de klant kunt presenteren. Daarbij kun je profiteren van de kennis die diverse gastdocenten uit het bedrijfsleven met je komen delen. Na succesvolle afronding van deze OWE ben je dus in staat om kansrijke potentiële klanten te herkennen en op effectieve wijze te benaderen. En ben je tevens in staat om een middels een adviesgesprek de specifieke behoefte van de klant in kaart te brengen. DC 6 10. Competenties Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. DC 9 Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie). DC 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 11. Beoordelingscriteria CBTD VKP1A.5 Verkoopplan De student: - herkent verkooptools en modellen in de markt, organisatie en omgeving. - maakt op basis van de externe omgeving en de interne strategie en doelstellingen een onderbouwde keuze waar hij zijn verkoopinspanningen op gaat richten, in het licht van zijn eigen effectiviteit en efficiëntie; - vormt zich een beeld van het functioneren van een verkoopmanager in de buitendienst van een business-to-business organisatie en de rol van het verkoopplan daarin; 269 - CBTD VKP2A.5 CBTD VKG1A.4 CBTD OFF1A.5 CBTD NTW2A.9 werkt op basis van de gemaakte keuzen in zijn verkoopgebied en de gegeven verkoopdoelen een operationeel plan uit en rekent daarbij de financiële consequenties door; - herkent en beschrijft specifieke salesbegrippen. - zet gericht een bedrijfsprofiel op om de prospect op correcte wijze te benaderen; - kent de verschillende functies van netwerken en een verkoopgesprek met een daaropvolgend correcte, schriftelijke afspraakbevestiging. Briefing Bedrijfsprofiel De student: - past de criteria voor de opbouw en inleiding van een verslag toe; - beschrijft bedrijfsinformatie prospect - geeft concurrentiebeschrijving; - schat verkooppotentieel/ordergrootte in; - bepaalt de doelstelling van het verkoopgesprek prospect Verkoopgesprek De student: - kent alle elementen van een verkoopgesprek - voert op een correcte wijze een verkoopgesprek; - maakt ideeën en meningen aan anderen duidelijk, gebruikmakend van duidelijke taal, gebaren en non-verbale communicatie en hulpmiddelen. - past taal en terminologie aan de anderen aan; - voert advies- en 1-op-1 verkoopgesprekken; - toont aan belangrijke informatie op te kunnen pikken uit mondelinge mededelingen; - vraagt door en gaat in op reacties; - vertaalt klantbehoefte naar een passend voorstel; - zet eigen netwerk op en onderhoudt ten behoeve van inkoop, verkoop c.q. dienstverlening, eventueel met behulp van CRM systeem; - voert telefonische gesprekken voor het initiëren, onderhouden en ontwikkelen van relaties - communiceert op verschillende beslisniveaus effectief eigen standpunten en argumenten en ontdekt en benoemt gemeenschappelijke doelen op een wijze die tot overeenstemming en acceptatie bij beide partijen leidt; - interpreteert non-verbaal gedrag en reageert hier op de juiste wijze op; - speelt correct in op de wensen van klanten; - herkent het beïnvloedingsproces in de communicatie waardepropositie / elevator pitch. Offerte schrijven De student: - schrijft een correcte afspraakbevestiging en/of offerte; - voert schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, weet naar welke voordelen de klant zoekt en welke investering de klant bereidt is om te doen; - zorgt vooraf voor voldoende informatie en weet wat een klant wil om een passende offerte te schrijven. Netwerken De student: - bepaalt zijn/haar doelgroep; - maakt een start met het in kaart brengen van zijn/ haar netwerk - krijgt inzicht in het eigen netwerk en welke waarde hij/zij hecht aan de contacten binnen dat netwerk. - kijkt kritisch naar zijn/ haar eigen netwerk en brengt dit netwerk in kaart. De student ziet welke contacten belangrijk zijn en op welke deelgebieden hij/zij meer zou moeten investeren. - weet wat er onder social media wordt verstaan; 270 - kent de voor- en de nadelen van Social Media; - maakt zich online op een professionele manier zichtbaar; - weet welke mogelijkheden Linkedin heeft, waarom Twitter zo interessant is en welke rol Facebook in de toekomst gaat spelen. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Verkoopplan Briefing Bedrijfsprofiel Verkoopgesprek Code deeltentamen CBTD VKP1A.5 CBTD VKP2A.5 CBTD VKG1A.4 Toetsvorm Beroepsproduct Beroepsproduct Mondeling Individueel Nee (max. 2 personen) Nee (max. 2 personen) Ja Aantal examinatoren 1 1 1 tentamenperiode P1 OW4 P1 OW4 P1 OW7 Herkansing P3 OW5 P3 OW5 P3 OW8/9 (i.o.m. docenten) Duur n.v.t. n.v.t. 60 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Naam deeltentamen Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal 25% van de totale 25% van de totale 25% van de totale OWE OWE OWE Offerte o.b.v. verkoopNetwerk-academie gesprek Code deeltentamen CBTD OFF1A.5 CBTD NTW2A.9 Toetsvorm Beroepsproduct participatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode P1 OW7 P1 OW1/2 & OW4/5 Herkansing P3 OW8/9 (i.o.m. docenten) in overleg met vakdocent Duur n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 voldaan Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal Weging 25% van de totale OWE 13. Verplichte literatuur 9789001775568 101 Managementmodellen 2 Mulders, M. Noordhoff 9789052617152 Invloed 2 Cialdini, R. SDU 9789043017305 Verkopen Dam, E. ten Wierda, R. Pearson Education 9789001652357 Verkoper en verkoop 2 Tak, A. Noordhoff 14. Aanbevolen literatuur Zie studiehandleiding. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen Artikelen, tools en sheets op HAN-Scholar n.v.t. 271 17. Activiteiten 18. Werkvormen Je werkt in deze OWE met z’n drieën en alleen. Je volgt bij iedere module een aantal verplichte colleges en werkt tijdens en buiten deze colleges aan je beroepsproducten of aan het oefenen met de verschillende gesprekstechnieken en netwerktechnieken. Hoorcolleges Werkcolleges Groepswerk / projectwerk Online colleges en ondersteuning Transferopdrachten 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Onderwijsweek CBTD NTW2A CBTD SLV2A CBTD SLW2A 1 2 3 2 20. Onderwijsperiode E-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1. 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 2 2 2 4 5 2 4 2 6 2 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 In overleg n.v.t. In 2015-2016 wordt deze OWE niet meer aangeboden. Toetsen worden nog wel tweemaal aangeboden. 272 CAMD - Accountmanagement Titel onderwijseenheid (OWE) Accountmanagement (CAMD) 1. Opleiding SBRM 2. Doelgroep Duaal, hoofdfase, E-cluster, niveau 2 3. Beroepstaak/ beroepstaken De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten. 4. Centrale beroepstaak n.v.t. Beroepsproducten Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is 5. - Klantportfolio – analyse, relatiestrategie en –beleid. - Onderhandelingsvoorbereiding, - uitvoering en –resultaat. - Een verslag en zelfreflectie met betrekking tot de voorbereiding, bezoek en evaluatie van een netwerkbijeenkomst. Studiepunten: 7,5 Studielast: Aantal geprogrammeerde Aantal klokuren lesuren (van 45 (aantal lesuren x minuten) 0,75) volgens lesrooster Hoorcollege, werk34 26 college, lessen Studiebegeleiding, 4 3 stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal 29 Tentamens, toet4 3 sen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, prak70 tijkleren Zelfstudie, indivi108 dueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal 181 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving Totaal Het niveau van deze OWE is: 2 210 De propedeuse moet zijn behaald. Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Onder deze OWE vallen: Module 1. Klantportfolio management – CAMD KPM3A Module 2. Onderhandelen – CAMD ONH3A Module 3. Netwerken – CAMD NTW3A 273 Tijdens deze OWE gaan studenten aan de slag met het ontwikkelen van hun commerciële besef. Hierbij staat het analyseren van klantgegevens en het op basis daarvan uitwerken van relatiestrategieën centraal. Tevens wordt in deze OWE veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van de onderhandelingsvaardigheden van studenten. Tenslotte gaan studenten in de OWE verder met het ontwikkelen van hun persoonlijke netwerk. 10. Competenties Leerdoelen - De student is in staat om op basis van een analyse structurele meerwaarde te realiseren uit een bestaand klantportfolio. - De student is in staat om uit zijn of haar persoonlijke netwerk opdrachtgevers te werven. - De student is in staat om een onderhandeling gestructureerd voor te bereiden en uit te voeren. DC 6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. 11. Beoordelingscriteria Voert op juiste wijze de analyse van een klantportfolio uit op basis van meerdere relevante segmentatiecriteria. Product werkt verplichte en keuzeopdracht volgens opdrachtomschrijving uit: tijdig en volledig afleveren van verslag beschrijven van de bestaande situatie beoordelen van de situatie aan de hand van behandelde theorieën formuleren van een advies voor de opdrachtgever CAMD KPM3A.5 Proces Werft tijdig en zelfstandig een meeloopstage. Toont een actieve, professionele en respectvolle houding gedurende de meeloopstage. Beoordeelt na afloop zijn meeloopstage op basis van de geformuleerde opdrachtomschrijving; Presentatie Levert een schriftelijke rapportage aan die qua lay-out, structuur, stijl en spelling/grammatica voldoende is. Criterium 1- voorbereiding Werkt het voorbereidingsformulier correct uit, bestaande uit de volgende onderdelen: - diagnose - doelstellingen - procedure CAMD ONH3A.4 CAMD NTW3A.5 Criterium 2 - gesprek Voert een effectief onderhandelingsgesprek op het gebied van: - persoonlijke presentatie - onderhandelingstechnieken Criterium 3 - resultaat Zorgt ervoor dat het behaalde onderhandelingsresultaat overeenkomt met de vooraf geformuleerde doelstellingen. Product werkt een verslag uit met betrekking tot de te bezoeken netwerkbijeenkomst volgens de opdrachtomschrijving: tijdig en volledig afleveren van verslag beschrijven van de benodigde voorbereiding beschrijven persoonlijke elevator pitch 274 CAMD KTS1A.1 beschrijven beoogde resultaten reflectie op resultaat en eigen handelen Laat aantoonbaar en individueel zien dat vragen over commerciële calculaties, klantportfoliomanagement, netwerken en onderhandelen, op voldoende niveau (5.5 of meer) beantwoord kunnen worden. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Individuele portfolio- opdracht intern en extern Individueel Assessment Code deeltentamen CAMD KPM3A.5 CAMD ONH3A.4 Toetsvorm Portfolio Individueel assessment Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 tentamenperiode P2 P2 (week 3 en 5) Herkansing P4 P4 (week 8) Duur n.v.t. 30 minuten Hulpmiddelen Computer, Excel tool n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal Weging 33% van de totale OWE 33% van de totale OWE Naam deeltentamen Individuele praktijkopdracht Toets Code deeltentamen CAMD NET3A.5 CAMD KTS1A.1 Toetsvorm Individuele praktijkopdracht Schriftelijk tentamen Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 tentamenperiode P2 T2 Herkansing P4 T4 Duur n.v.t. 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Grafische rekenmachine Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voldaan 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal Weging n.v.t. 13. Verplichte literatuur Titel: 101 management modellen Auteur: Marijn Mulders Uitgever: Noordhoff uitgevers ISBN: 9789001775568 Titel: Invloed Auteur: Robert B. Cialdini Uitgever: Academic Service ISBN: 9789052617152 34% van de totale OWE 275 14. Aanbevolen literatuur Titel: Verkoper en verkoop Auteur: A.A.M.Tak Uitgever: Noordhoff uitgevers ISBN:9789001652357 Titel: Grondslagen van de marketing ( 7de druk) Auteur: B. Verhage Uitgever: Noordhoff uitgevers ISBN: 9789001765415 Titel: Student lidmaatschap van de Sales Management Association (SMA). Hierbij ontvang je tevens het vakblad ‘Sales Expert’. Lid worden moet via www.sma.nl Titel: Klantportfoliomanagement tool MtD Solutions (verkrijgbaar via HAN Betaalportal) Titel: Netwerken op karakter Auteur: Jochem Klijn Uitgever: netwerken.nl ISBN: 9789081172110 15. Software Scholar site, Excel 16. Overige materialen Opdrachten en overig materiaal via Scholar site - 17. Activiteiten 18. Werkvormen Praktijkopdrachten Rollenspellen Bezoek netwerkevenement Hoorcolleges Werkcolleges 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Onderwijsweek CAMD KPM3A CAMD ONH3A CAMD NTW3A 1 20. Onderwijsperiode E-cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 4 2 4 2 3 2 2 4 4 2 2 5 2 2 2 6 7 2 2 8 9 In overleg n.v.t. 2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. De toetsen worden in dat jaar nog wel tweemaal aangeboden. 276 10 CVOD - Adviseren Basis Titel onderwijseenheid (OWE) Adviseren Basis (CVOD) 1. Opleiding SBRM Duaal – E cluster 2. Doelgroep Duaal, hoofdfase, E-cluster, niveau 2 3. Beroepstaak/ beroepstaken De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau. 4. Centrale beroepstaak N.v.t. 5. Beroepsproducten Mondeling assessment Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studiepunten: 7,5 EC Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 32 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 24 24 0 0 186 0 0 186 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: niveau 2 Het volgen van deze module geeft de student de mogelijkheid om een transfer te maken van de theorie (MAB) naar een daadwerkelijke opdracht in de praktijk (SCD). Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau als adviseur / acquisiteur. afgeronde propedeuse Voor alle colleges, de toets en het assessment geldt aanwezigheid c.q. uitvoering als verplicht en een proactieve deelname door de deelnemers als vanzelfsprekend. 277 Om succesvol als adviseur te kunnen opereren zullen (toekomstige) professionals een drietal rollen goed moeten kunnen vervullen: de rol van professional, van adviseur en van acquisiteur. Studenten werken al in de door hen gekozen studie of afstudeerrichting aan hun rol van professional. Zij kunnen zich met deze module verder ontwikkelen in de rol van adviseur. Algemeen leerdoel: Na het volgen van deze OWE heeft de student de basis gelegd om op junior niveau als professional in de rol van adviseur te kunnen acteren. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Specifieke leerdoelen Na het volgen van deze module: weet de student welke kenmerken, typering en werkstijl een adviseur kan hebben en kan hij deze toepassen in de praktijk; weet de student welke typen stakeholders er zijn en kan hij ze herkennen en ermee werken in de praktijk; weet de student wat effectief adviseren inhoudt en kan hij dit toepassen in de praktijk; weet de student hoe het adviesproces er uitziet en kan hij dit herkennen en operationaliseren in de praktijk; weet de student voor welke keuzeproblemen en mislukkingen een adviseur kan komen te staan en kan hij daarop bedacht zijn in de praktijk. weet de student hoe hij een organisatieonderzoek uitvoert, waaronder het opstellen van onder meer een probleemstelling en onderzoeksvragen. DC 1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC 6: Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. DC 8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. 11. Beoordelingscriteria CVOMAB1A.9 CVOMAB1A.2 De student: Is doel- en doelgroepgericht zowel verbaal als non-verbaal. Zorgt dat boodschap en samenhang ondersteund worden door uitleg en argumentatie. Toetst of de boodschap is overgekomen bij de doelgroep. Past correct taalgebruik toe. Kan hoofd- en bijzaken onderscheiden. Schakelt indien nodig tussen inhouds- en betrekkingsniveau. De student: Kan organisatie- en strategiemodellen toepassen bij advisering. Kan de principes beschrijven die in acht genomen moeten worden bij de hantering van een succesvolle relatie met een opdrachtgever in een adviesproject. Kent het gedrag dat hoort bij het beroep van adviseur. Kent de competenties en vaardigheden van de adviseur. Kent de eigenschappen/kenmerken van de diverse stakeholders. Kent het adviesproces. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Assessment Toets Code deeltentamen CVOMAB1A.9 CVOMAB1A.2 Toetsvorm Mondeling assessment Digitale MC-toetsing via QMP. 278 Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode P1 P1 Herkansing Ja, in overleg met docent Ja, in overleg met docent Duur 20 minuten 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal Weging 50 % van totale OWE 13. Verplichte literatuur Rameckers, Guus & Oosterwegel, Foekje: Adviseren moet je doen! Adviesvaardigheden voor hbo'ers, Thieme Meulenhoff 2005 – 2008, ISBN: 9055744522 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. 17. Activiteiten 18. Werkvormen 50 % van totale OWE Deze module bestaat uit 7 colleges van 3 uur, een individuele, schriftelijke multiple choice toets en een individueel, mondeling assessment. Elk college zal een mix zijn van diverse werkvormen. Zo zal de instructie door de docent worden afgewisseld met rollenspellen, opdrachten, cases, artikelbesprekingen en dergelijke. Indien relevant en mogelijk zal een gastspreker worden uitgenodigd. Hoor-/Werkcolleges 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75% Onderwijsweek CVOD 1 x 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 22. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 2 x 3 x 4 x 5 x 6 x 7 x 8 x 9 x 10 x 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. In overleg n.v.t. 2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. De toetsen worden in dat jaar nog wel tweemaal aangeboden. 279 EDB - Beroepsuitoefeningdeel 5 – duaal Titel onderwijseenheid (OWE) Beroepsuitoefeningdeel 5 (EDB) 1. Opleiding SBRM 2. Doelgroep SBRM duaal, hoofdfase, E-cluster, niveau 2 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Beroepstaak/ beroepstaken Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 3. De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners. De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit en bewaakt deze. De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies. Beroepsuitoefeningdeel 5 - Verslag SWOT analyse. - Persoonlijk ontwikkelplan. Studiepunten: 7,5 Studielast: 210 Aantal geprogrammeerde Aantal klokuren lesuren (van 45 (aantal lesuren minuten) x 0,75) volgens lesrooster Hoorcollege, werk2 1,5 college, lessen Studiebegeleiding, 0 0 stagebegeleiding Tentamens, toet1,33 1 sen (tijdens lessen) Excursies, studie0 0 reizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. 0 0 Totaal 3,33 2,5 Tentamens, toet0 0 sen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, prak276,67 207,5 tijkleren Zelfstudie, indivi0 0 dueel of in groepjes Overige activitei0 0 ten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, o.a. online. Totaal 276,67 207,5 7. Samenhang met andere OWE’s Totaal 280 210 Niveau 2 Deze OWE hangt nauw samen met beroepsuitoefeningdeel 3, 4 en 6. Deze vier beroepsuitoefeningdelen vormen samen de stage van de duale opleiding. Beroepsuitoefeningdeel 5 bouwt voort op voorgaande beroepsuitoefeningdelen. In beroepsuitoefeningdeel 5 neemt het niveau en de mate van zelfstandigheid van de werkzaamheden toe. 280 De student mag alleen starten met beroepsuitoefeningdeel 5 indien beroepsuitoefening deel 3 met een voldoende is afgerond en bij voorkeur ook beroepsuitoefeningdeel 4 met een voldoende is afgerond. 8. 9. Ingangseisen Algemene omschrijving 10. Competenties Om de beoogde doelstellingen van beroepsuitoefeningdeel 3, 4, 5 en 6 te realiseren, moet de werkplek aan onderstaande criteria voldoen: - één of meer bedrijfsopdrachten met een behoorlijke diepgang en voldoende vakinhoudelijke relevantie, afgestemd op de SBRMopleiding; - voldoende gelegenheid om de, door de opleiding geformuleerde, opdrachten te kunnen uitvoeren; - voldoende gelegenheid tot werkinhoudelijk georiënteerde sociale contacten en mogelijkheden voor intensieve communicatie met anderen; - voldoende tijd en/of faciliteiten voor begeleiding vanuit de werkplek; - voldoende deskundigheid voor begeleiding vanuit de werkplek; - voldoende omvang van de interne organisatie, bij voorkeur minimaal 10 personen. Binnen deze OWE vallen: Beroepsuitoefeningdeel 5 – EDB BUD5A Beroepsuitoefeningdeel 5 Algemene omschrijving De owe is een onderdeel van het onderwijs waarbij de duale student in een praktijksituatie activiteiten verricht en onderzoek doet. De student werkt ten minste 20 uur per week gedurende het E-cluster. Niet alle gewerkte uren zijn ten gunste van de opleiding, vandaar de lagere studielast. Doel Het toepassen van de theoretische kennis op commercieel-economisch gebied in een praktijksituatie en het bevorderen van integratie van het geleerde. Het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en sociale vaardigheden. Onderwerpen Opdrachten uit het commercieel-economisch gebied. Opdrachten worden bepaald door de specifieke wens van het bedrijf. ● DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek * DC8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project ● DC9 Sociale en communicatieve competentie ● DC10 Zelfsturende competentie 11. Beoordelingscriteria De onderstaande beoordelingscriteria worden per competenties getoetst in beroepsuitoefeningdeel 5. EDB BUD5A.9 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te bieden aan collega’s, hen input te vragen en respectvol met hun mening om te gaan; De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de doelen te behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk mee te denken over oplossingen; De student toont belangstelling, houdt rekening met de cultuur van de organisatie en heeft een prettige omgang met anderen; De dagelijkse schriftelijke communicatie van de student is gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd; De mondelinge communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk en respectvol; 281 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij een juiste inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning nodig is. De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te komen en proactief werkzaamheden op te pakken. De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te stellen, werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te voeren. De student kan met feedback omgaan en is in staat om te reflecteren op eigen handelen. De student toont een professionele (beroeps-)houding door afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te nemen. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de externe kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van de organisatie te kunnen uitvoeren (verslag deel I) Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven (verslag deel II) Student heeft een interne analyse uitgevoerd (verslag deel I) Student heeft een externe analyse uitgevoerd (verslag deel II) De student heeft de resultaten van de bedrijfsopdracht en gerapporteerd en gepresenteerd, zijn werkwijze verantwoord en de aanbevelingen onderbouwd (verslag III). De student heeft de aard, inhoud, uitvoering en leereffecten van de verrichte werkzaamheden geëvalueerd aan de hand van het persoonlijk leerplan 12. Tentaminering Naam deeltentamen Beroepsuitoefeningdeel 5 Code deeltentamen EDB BUD5A.9 Toetsvorm Verslagen en voortgangsgesprekken Individueel Ja Aantal examinatoren 1 (De hogeschoolmentor beoordeelt en neemt het advies van de bedrijfbegeleider mee.) Tentamenperiode P2 Herkansing i.o.m. HM Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal of resulterend in voldaan/niet voldaan. Weging 100% 13. Verplichte literatuur n.v.t. 14. Aanbevolen literatuur Alle relevante literatuur van voorgaande clusters. 282 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen n.v.t. Handleiding Beroepsuitoefeningdeel 5. HANScholar. De concrete werkzaamheden worden bepaald in overleg met het bedrijf. Het betreft individuele opdrachten. Praktijkleren en intervisie 19. Les-/contacturen Onderwijsweek EDB BUD5A1 1 Aanwezigheid verplicht. 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 22. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 1 2 3 2 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 E -cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 2. n.v.t. n.v.t. 2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. 283 9 10 FPI – Project Internationalisering Titel onderwijseenheid (OWE) Project Internationalisering (FPI) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Doelgroep Duaal, Hoofdfase, F-Cluster, niveau 3 3. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak De SBRM’er stelt een advies- en implementatierapport op voor het zakendoen met een partner uit een andere (taal)cultuur. Beroepsproducten Internationaal Handelsplan 4. 5. n.v.t. Studiepunten/ studie last Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studiepunten: 15 Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, gastcolleges Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 48 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 36 0 0 6 4 0 0 0 0 54 0 40 0 0 0 360 0 20 Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 420 Het niveau van deze OWE is: 3 Propedeuse behaald Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Binnen deze OWE vallen: Internationaliseringsplan, bestaande uit: - FPIIHA1A.7 Internationaal Handelsplan A (Voor de gehele groep, groepswerk) - FPIIHA2A.7: Internationaal Handelsplan B (De student kiest één van de volgende 4 deelplannen) - Internationaal Marketingcommunicatieplan of 284 - Internationaal Salesplan of - Beursplan of - Internationaal organisatieplan Verdediging Internationaliseringsplan, bestaande uit: - FPIIHA1A.4 Verdediging Internationaliseringsplan (De student kent alle plannen en deelplannen) Het project is een OWE binnen het F-cluster van de opleiding Small Business & Retail Management. Het project heeft een studielast van 7,5 EC, 210 SBU. Binnen het project worden kennis en vaardigheden vanuit de volgende vakken toegepast en ontwikkeld: Internationale Handel, Internationale Marketing en Beursplanning, International Sales. 10. Competenties Leerdoelen: De studenten leren in het project Internationalisering wat er allemaal komt kijken bij het zakendoen met andere culturen. De taal spreken van het land waar je zaken mee doet. Kennis van land en cultuur. Een landenanalyse maken. Leren in welke opzichten zakendoen in bv Duitsland, Frankrijk of Spanje verschilt van zakendoen in Nederland. Kennis van marketing en verkoop in een ander land dan Nederland. Vertaalslag maken van de kennis en inzichten die zij tot nu toe in hun opleiding hebben verworven met betrekking tot sales en marketingcommunicatie van de Nederlandse markt naar bv de Duitse, Franse of Spaanse markt. Projectmatig werken toepassen in verschillende situaties. Ook bij het treffen van de voorbereidingen van een vakbeurs komt deze werkwijze van pas. Van belang is daarbij dat de onderlinge taken goed verdeeld worden. DC 1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid DC 6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. DC 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. 11. Beoordelingscriteria FPIIHA1A.7 - De student heeft een volledig internationaal handelsplan opgesteld. Detailbeoordelingscriteria: De managementsamenvatting is een correcte weergave van de essenties uit de landenselectie. De landenselectie is gebaseerd op juiste analyse van de aandachtspunten (15) uit de BERI-index. FPIIHA2A.7 (marketingcommunicatie) De macro-analyse is opgebouwd op basis van de DESTEP. [De Sociaal-culturele en de Politiek-juridische paragrafen worden respectievelijk beoordeeld door de docenten CCM en Internationaal Recht.] De meso-analyse is opgebouwd met ABCD waarbij hier alleen Bedrijfstak en Concurrentie beoordeeld worden. [Afnemersanalyse en de Distributieanalyse worden respectievelijk beoordeeld door de docenten Internationale Marketing/ CCM en Internationale Sales.] In de aanbevelingen en conclusie wordt een gemotiveerde keuze gemaakt voor de meest geschikte internationaliseringvorm. Ten aanzien van de vormgeving wordt functioneel gebruik gemaakt van tabellen, grafieken en bijlagen. De student heeft een volledige rapportage voor Internationale marketing opgesteld. 285 Detailbeoordelingscriteria: a. De strategische marketingmodellen zijn door de student volledig in kaart gebracht op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf. Daarbij worden de volgende modellen gebruikt: Ansoff Abell Value Chain BCG Porter’s generieke concurrentiestrategieën. Strategische groepenkaart b. De student heeft de operationele marketingmix volledig in kaart gebracht op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf, met gebruik van: c. - marketingdoelen - marketingmix - entreestrategieen De student heeft de doelmarkt volledig in kaart gebracht op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van: - marktafbakening landenkeuze doelgroepkeuze/ segmentatie d. De student heeft de marketing-communicatie volledig in kaart gebracht op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf, met gebruik van: - marketing communicatiedoelen - marketing communicatiemodellen e. De student heeft het kostenaspect van het strategisch marketingplan volledig in kaart gebracht gebaseerd op de theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van: - budgetteringsmethodes - kostenoverzicht - kostenallocatie f. De student heeft de communicatie-strategie volledig in kaart gebracht op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van : - Marcomstrategieen - PLC-fases - positionering - creatief concept g. De student heeft de communicatiemedia volledig aan kaart gebracht op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van: - MarCom-instrumenten - MarCom-mediaselectie - Media tactiek h. De student heeft de synergie in kaart gebracht tussen alle MC-onderdelen m.b.t. tijd/ kleur/ doelgroep/ belettering/ boodschap i. De student heeft de evaluatie volledig in kaart gebracht op basis van de aangeboden theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van: 286 FPIIHA2A.7 (beurs) - doelevaluatie - mediaevaluatie j. SWOT samenvatting. De student heeft de SWOT uit de lesopdrachten samengevat en met de relevante uitkomsten verwerkt in het rapport. De student heeft een volledige rapportage voor Internationale beursplanning opgesteld. Detailbeoordelingscriteria: II. Internationaal Beursplan De beoordeling vindt plaats op basis van het standaardbeoordelingsformat uit het boek Salesmanagement, hoofdstuk 7 Beursmanagement. Internationaal Beursplan a. De student heeft de doelen volledig in kaart gebracht op basis van de theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van: ondernemingsdoelen marketingdoelen b. De student heeft de beursdoelen volledig in kaart gebracht op basis van de theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van: - primaire beursdoelen secundaire beursdoelen tertiaire beursdoelen c. De student heeft de beurs-operationalisering volledig in kaart gebracht op basis van de theorie en toegepast op het desbetreffende casebedrijf met gebruik van: beursmiddelen netwerkplanning mediumeffectiviteit d. De student heeft de beurskeuze volledig uitgewerkt op basis van de theorie en toegepast op het desbetreffende met gebruik van: beurskeuzematrix uitgewerkte keuzecriteria e. De student heeft het kostenaspect van de beurs volledig beschreven m.b.v. de theorie en toegepast op het casebedrijf m.b.t. : f. budgetteringsmethode kostenoverzicht kostenallocatie De student heeft het controleaspect van de beurs volledig beschreven m.b.v. de theorie en toegepast op casebedrijf m.b.t.: beurs follow-up beursevaluatie plan van aanpak accountprogramma 287 FPIIHA2A.7 (sales) De student heeft een volledige rapportage voor Internationale salesplanning opgesteld. Detailbeoordelingscriteria: DEEL I: Analysefase Nederland De interne analyse van het case bedrijf is volledig in kaart gebracht in termen van sterktes en zwaktes De onderstaande strategische salesmodellen zijn vanuit de theorue omschreven en toegepast op het casebedrijf: Abell/afhank.matrix/KAM/Klantpiramide/ MS-funnel /waardeketen/winstmodel/CLV De verkoopleiding is vanut de theorie omschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. verkoopmanager/verkoopplan/verkoopdoelen. De verschillende mogelijkheden van het customerservicebeleid zijn vanuit de theoriebeschreven en toegepast op het casebedrijf. De verkoopcyclus met haar diverse fasen en vormen zijn vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf. Het operationeel salesmanagement is vanuit de theorie beschreven en op het casebedrijf toegepast op basis van – de kenmerken van de buiten-dienst -kenmerken van de binnendienst Het accountmanagement is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. : Accountrating Plaats in de onderneming Corporate AM en DMU/PSU Tendering /Overheidsaanbesteding Sales accounting is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. De elementen van verkoopadministratie De elementen van verkoopcalculatie Direct mailing is beschreven vanuit de theorie en toegepast op het casebedrij m.b.t. : Dm-vormen Dm- 4 P’s Opzet DM Het Klant Relatie Management ( CRM) is beschreven vanuit de theorie en toegepast op het Casebedrijf m.b.t. : Verkoopinformatiesysteem Verkopen via internet Bedrijfsloyaltyprogramma’s De externe analyse van het casebedrijf is volledig in kaart gebracht in termen van kansen en bedreigingen voor de onderstaande factoren: Forecasting : De diverse technieken van forecasting zijn vanuit de theorie beschreven Een gecombineerde forecastmethode is beschreven vanuit de theorie De macro-analyse is vanuit de theorie beschreven en toegepast op de externe situatie van het casebedrijf m.b.t. : Destep-factoren Aggregatie marktfactoren Bedrijfstakfactoren De meso-en micro-analyse is vanuit de theorie beschreven en toegepast op de externe situatie van het casebedrijf/de caseafdeling m.b.t. : Concurrenten Afnemers. Interne omgeveing DEEL II: Beslis/implementatie/evaluatiefase Exportland 288 FPIIHA2A.7 (organisatie) FPIIHA1A.4 De beslisfase is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. : Centraal salesprobleem Sales SWOT-Analyse Sales – Confrontatiematrix Integraal beslsimodel/optiekeuze Parallelmodel Sales-Marketing De implementatiefase is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. : Keuze in strategische termen Deelplannen van sales Uitvoeringsaspecten Draagvlak intern. De evaluatiefase is vanuit de theorie beschreven en toegepast op het casebedrijf m.b.t. de vier perspectieven van de Sales Balanced Score Card zijn de : Financiën Klanten Organisatie innovatie De student heeft het marketing-communicatieplan, het beursplan en het salesplan samengevoegd, en daarbij gerealiseerd: - Een juiste afstemming van de drie plannen op elkaar - Een tijdpad voor de invoering van de plannen - Een evaluatiemethode voor de behaalde resultaten gedurende de looptijd van de plannen en na afloop van de uitvoering ervan - Het in kaart brengen van de financiële, organisatorische en personeelstechnische gevolgen van het doorvoeren van de plannen. - De student kan alle plannen individueel mondeling verdedigen. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Internationaal Handelsplan Code deeltentamen FPIIHA1A.7 Toetsvorm Schriftelijke rapportage Individueel Groep Aantal examinatoren 1 tentamenperiode P3 Herkansing P3 Duur n.v.t Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal Weging 50% van totale OWE Naam deeltentamen Internationaal Handelsplan (IHA)* Code deeltentamen FPIIHA2A.7 Toetsvorm Schriftelijke rapportage, individueel Individueel ja 289 Aantal examinatoren 1 Tentamenperiode P4 Herkansing P4 Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal Weging 40 % van totale OWE* *Van de vier plannen (marketingcommunicatie, beurs, sales, organisatie) kiest een student er één uit, dit plan wordt individueel geschreven en telt dan mee voor 40% Naam deeltentamen Verdediging Internationaliseringsplan (IHA) Code deeltentamen FPIIHA1A.4 Toetsvorm Mondelingen verdediging Individueel ja Aantal examinatoren 1 Tentamenperiode P4 Herkansing P4 Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal 10 % van totale OWE - 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Internationale bedrijfskunde, van exporteren naar globaliseren, Jagersma en Ebbers, Pearson Education. - Rustenburg, van Hoften en Steenbeek, Salesmanagement, Noordhoff, 2008, 3e druk. (2e druk is ook toegestaan). Strategische Marketingplanning, Alsem, Noordhoff Uitgevers, 2009, 5e druk Zie beschrijving per module Zie beschrijving per module Individuele opdrachten Groepsopdrachten De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Hoorcollege Werkcollege Presentaties resultaten 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek 1 2 3 Kickoff 3 4 5 6 7 8 9 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 3 290 Module IHA 3 3 3 3 3 3 3 21 Module IMA+BRS 3 3 3 Module ISA 3 3 3 3 3 (*) De planning gastcolleges en beursbezoek kan per semester variëren, afhankelijk van de beurskeuze en beschikbaarheid van de gastsprekers. 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 9 15 F-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2. In overleg n.v.t. 2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. De toetsen worden in dat jaar nog wel tweemaal aangeboden. 291 FBOU – Project Bedrijfsopvolging Titel onderwijseenheid (OWE) Bedrijfsopvolging (FBOU) 1. Opleiding Small Business en Retail Management 2. Doelgroep Duaal, Hoofdfase, F-cluster, niveau 3 3. Beroepstaak/ beroepstaken Het opstellen van een overnameadvies ten einde een bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal als wel organisatorisch vlak soepel te laten verlopen. 4. Centrale beroepstaak Adviseren over een bedrijfsovername 5. Beroepsproducten Adviesrapport t.a.v. een bedrijfsovername Studiepunten: 7.5 Studielast: 6. Studiepunten/ studielast Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding Zelfstudie, individueel of in groepjes Totaal 7. Samenhang met andere OWE’s Het niveau van deze OWE is: 3 8. Ingangseisen Het D-cluster moet zijn doorlopen. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 56 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,7) 42 11 157 0 56 210 Binnen deze Onderwijseenheid (OWE) wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: - Bedrijfseconomie - Belastingrecht - Personeel en Organisatiemanagement - Bedrijfscommunicatie In de module FBOUBER1A komen bedrijfseconomie en belastingrecht aan de orde. In de module FBOUTUT5A komen personeel- & organisatiemanagement en bedrijfscommunicatie aan de orde. Bij deze OWE leren studenten wat er komt kijken bij een bedrijfsovername, zodat ze zelf uiteindelijk in staat zijn om een overnameproces in goede banen te leiden. Leerdoelen: Inzicht verkrijgen in alle facetten van het overnameproces om sturing te kunnen geven aan een op handen zijnde bedrijfsovername. DC1: Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 2 - Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. - Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee. - Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming. - Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming. DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. 292 Competentieniveau 2 - Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. - Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. DC 3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en – cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 2 - Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten. - Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegenstellingen. - Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. - Rapporteren van overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject. DC 4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competentieniveau 2 - Benomen van een aantal opties op basis van een SWOT analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. - Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. DC 8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Competentieniveau 2 - Hanteren van een eenvoudig conflictsituatie in een projectgroep. - Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. - Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid. - Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep. Competentieniveau 3 - Geven van richting en sturing op stimulerende wijze aan een groep op basis van een visie, teneinde een gesteld doel te bereiken. - Ondernemen, zelfstandig, van een actie. - Handelen op adequate wijze bij onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren. - Aanpassen, indien noodzakelijk, van stijl en methode van leiding geven. - Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, zelfstandig, van een bedrijfsonderdeel of project. - Formuleren, zelfstandig, en verdedigen van de eindresultaten van een project op basis van de resultaten die door de projectgroep zijn opgeleverd. - Evalueren van een project/proces aan de hand van de vooraf gestelde kwaliteitseisen en afleggen van verantwoording. - Geven van feedback op adequate wijze aan de groepsleden, tussentijds en na afloop van het project/werkproces. 293 11. Beoordelingscriteria Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. Eindkwalificaties die centraal staan in de beoordeling van het werkproces De student heeft tijdens zijn werkproces effectief gecommuniceerd, geïnformeerd en overleg gevoerd. De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig invulling gegeven aan zijn opdracht. De student heeft op adequate wijze gehandeld bij onverwachte gebeurtenissen die het werkproces verstoren. FBOUBER1A.0 Eindkwalificaties die centraal staan in de beoordeling van het adviesrapport Op basis van een gegeven situatie (casus) zijn de verschillende opties in kaart gebracht welke onderzocht kunnen worden en tot een mogelijke oplossing kunnen leiden in het overnameproces. De knelpunten bij het overnameproces zijn geanalyseerd en worden geformuleerd als nieuwe kansen voor een overnamekandidaat. Er is een overnameplan opgesteld voor de overnamekandidaat, zodat stapsgewijs de onderneming kan worden overgenomen. Het rapport kent een logische opbouw en structuur, waardoor voor de lezer inzichtelijk is welk plan van aanpak aan het onderzoek ten grondslag ligt, welke methoden van onderzoek zijn gehanteerd, wat de belangrijkste bevindingen zijn en hoe het overnameproces geïmplementeerd gaat worden. De financiële gevolgen van de gekozen strategieën zijn ingeschat en onderbouwd aan de hand van argumenten uit de bedrijfseconomische theorie. De fiscaal-juridische gevolgen van de gekozen strategieën zijn ingeschat en onderbouwd volgens theorieën uit het belastingrecht. Bedrijfsonderdelen en bedrijfsvoering m.b,t. het fiscaal-juridische proces zijn juist beschreven en geïnterpreteerd. Het advies met betrekking tot de bedrijfsovername is opgesteld in helder en correct taalgebruik en wordt op een goede wijze gerapporteerd. Er is in een functieprofiel duidelijk gemaakt aan welke kwaliteiten een beoogd bedrijfsopvolger moet voldoen. Er is aangegeven hoe de bedrijfsopvolger het overnameproces het beste kan aansturen, zodat voor alle (zowel intern als extern) betrokken partijen van het bedrijf inzichtelijk is welke koers wordt gevaren tijdens en na (implementatie) de overname. Eindkwalificaties die centraal staan in de beoordeling van de mondelinge verdediging De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze. De student onderbouwt met steekhoudende argumenten. De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont inzicht in het praktisch werkveld. - Alle onderdelen van een financieringsaanvraag worden ingevuld in een sjabloon, dat begint met algemene gegevens over de MKBonderneming. Te denken valt dat aan juridische tenaamstelling, activiteit, bestaande en nieuwe financieringsfaciliteiten, zekerheden en bijzondere bepalingen. - De student is in staat om een omgevingsanalyse te maken van een MKB-onderneming via SWOT en Porter. - De student kan een financiële analyse maken van een MKBonderneming met behulp van de balans en resultatenrekening. Te onderzoeken terreinen zijn: rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. - De student kan de bancaire positie bepalen voor een financieringsaanvraag vanuit de bancair oogpunt. Hij/zij heeft daar oog voor de combinatie risico, rendement, relatie. 294 - - - FBOUTUT5A.0 - - De volgende begrippen moeten studenten kennen en kunnen toepassen: kennen/weten studenten de betekenis en het belang ervan in het kader van een bedrijfsovername en nagegaan wordt of ze er berekeningen mee kunnen uitvoeren. Financiële analyse: solvabiliteit (bancair aansprakelijk vermogen, debt ratio), rentabiliteit (RTV, REV en RVV), liquiditeit (current ratio, quick ratio, netto werkkapitaal) Kasstroomoverzicht (bruto operationele kasstroom, netto operationele kasstroom, investeringskasstroom, vrije kasstroom, financieringskasstroom) Waardering (intrinsieke waarde, rentabiliteitswaarde, discounted cashflow waardering) Overnamefinanciering (goodwill, artikel 207 C, overnamebalans, zekerhedenoverzicht) Financiële ratio’s bij overnamefinanciering (ICR, DEBT/EBITDA, cash cover) Covenants (financiële en niet-financiële covenants) Rechtsaspecten bij overname Voor managementfuncties kunnen aangeven welke competenties en persoonlijke eigenschappen gewenst zijn. Medewerkers van organisaties kunnen beoordelen op kernkwaliteiten (Ofman). Een sterkte-zwakte analyse kunnen maken van een bedrijf op basis van de configuraties van Henry Mintzberg. Een gedetailleerd functieprofiel kunnen maken voor de directeur van een MKB-bedrijf. Kunnen analyseren van de rollen en functies van leidinggevenden in een bedrijf, in diverse geledingen. Kunnen analyseren van de kracht van een bedrijf door in te spelen op de motivatie van de medewerkers. Het belang onderkennen en kunnen toepassen van de beloningmix tussen intrinsieke en extrinsieke beloning. Kennen van de principes van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Motieven voor bedrijven kennen om actief aan PPP (People, Planet, Profit) te doen. Balanced Scorecard gebruiken als een van de tools voor een dergelijke aanpak. Weerstand tegen verandering herkennen en daarop reageren Toepassing van besluitvormingsmodellen. De essentie kunnen schetsen en met met voorbeelden kunnen toelichten van business intelligence. Op basis van een gegeven situatie (casus) zijn de verschillende opties in kaart gebracht welke onderzocht kunnen worden en tot een mogelijke oplossing kunnen leiden in het overnameproces (matrix met overnameopties) De knelpunten bij het overnameproces zijn geanalyseerd en worden geformuleerd als nieuwe kansen voor een overnamekandidaat (knelpunten casus/PvA) Er is een overnameplan opgesteld voor de overnamekandidaat, zodat stapsgewijs de onderneming kan worden overgenomen (adviesrapport: implementatie/PvA) Als antwoord op incidenten/problemen die zich voordoen (in de casus) zijn creatieve oplossingen geformuleerd (incidenten/nieuwsbrief) Het rapport kent een logische opbouw en structuur, waardoor voor de lezer inzichtelijk is welk plan van aanpak aan het onderzoek ten grondslag ligt, welke methoden van onderzoek zijn gehanteerd, wat de belangrijkste bevindingen zijn en hoe het overnameproces geïmplementeerd gaat worden (adviesrapport/PvA) 295 - Er is een juiste vragenlijst gemaakt en opgesteld die aansluit op een set van onderzoeksvragen De financiële gevolgen van de gekozen strategieën zijn ingeschat en onderbouwd aan de hand van argumenten uit de bedrijfseconomische theorie De fiscaal-juridische gevolgen van de gekozen strategieën zijn ingeschat en onderbouwd volgens theorieën uit de belastingrecht (fiscale winstberekening/BER) Bedrijfsonderdelen en bedrijfsvoering mbt het bedrijfseconomische proces zijn juist beschreven en geïnterpreteerd Bedrijfsonderdelen en bedrijfsvoering mbt het fiscaal-juridische proces zijn juist beschreven en geïnterpreteerd (fiscale winstberekening/BER) Het advies met betrekking tot de bedrijfsovername is opgesteld in helder en correct taalgebruik. Het advies wordt in een mondelinge presentatie toegelicht en verdedigd (presentatie) Er is een overnameovereenkomst opgesteld volgens de criteria van belastingrecht (BER) Er is aangegeven hoe de bedrijfsopvolger het overnameproces het beste kan aansturen, zodat voor alle (zowel intern als extern) betrokken partijen van het bedrijf inzichtelijk is welke koers wordt gevaren tijdens en na (implementatie) de overname (leiderschapstijlen, OPM) 12. Tentaminering Naam deeltentamen FBOUBER1A.0 FBOTUT5B.0 Individueel Schriftelijk Mondeling Proces Ja Schriftelijk Mondeling Proces Ja Aantal examinatoren 2 1 Tentamenperiode P4 P4 Herkansing i.o.m. HM i.o.m. HM Duur n.v.t. n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 Toetsvorm Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal 50% 50% - Belastingrecht, met de wet in de hand. J.B.M. Nijhuis. Boom Juridische Uitgevers, laatste druk (Theorieboek). - Belastingwetten. Ch. P.A. Geppaart. Kluwers BV. Laatste druk. - Bedrijf te koop. A.N.P. Veken en A. Goedkoop. Business Contact, laatste druk. . 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. 17. Activiteiten Het opstellen en verdedigen van een adviesrapport. 296 18. Werkvormen De volgende werk/lesvormen worden gehanteerd: Hoor- werk- en responsie colleges 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Onderwijsweek FBOBER1A FBOTUT5A 1 2 2 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 2 2 2 3 2 2 4 2 2 5 2 2 6 2 2 7 2 2 8 9 10 1 2 2 2 2 2 3 2 2 4 2 2 5 2 2 6 2 2 7 2 2 8 9 10 F-Cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 2. In overleg n.v.t. 2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. De toetsen worden in dat jaar nog wel tweemaal aangeboden. 297 FDB - Beroepsuitoefeningdeel 6 – duaal Titel onderwijseenheid (OWE) Beroepsuitoefeningdeel 6 (FDB) 1. Opleiding SBRM 2. Duaal SBRM, hoofdfase, F-cluster, niveau 3 Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten 6. Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 3. De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners. De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit en bewaakt deze. De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies. Beroepsuitoefeningdeel 6 - Bedrijfsopdracht. - Reflectieverslag. Studiepunten: 7,5 Studielast: 210 Aantal geprogrammeerde Aantal klokuren lesuren (van 45 (aantal lesuren minuten) x 0,75) volgens lesrooster Hoorcollege, werk2 1,5 college, lessen Studiebegeleiding, 0 0 stagebegeleiding Tentamens, toet1,33 1 sen (tijdens lessen) Excursies, studie0 0 reizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. 0 0 Totaal 3,33 2,5 Tentamens, toet0 0 sen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, prak276,67 207,5 tijkleren Zelfstudie, indivi0 0 dueel of in groepjes Overige activitei0 0 ten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, o.a. online. Totaal 276,67 207,5 Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Doelgroep 7. Samenhang met andere OWE’s Totaal 280 210 Niveau 3 Deze OWE hangt nauw samen met beroepsuitoefeningdeel 3, 4 en 5. Deze vier beroepsuitoefeningdelen vormen samen de stage van de duale opleiding. Beroepsuitoefeningdeel 6 bouwt voort op voorgaande beroepsuitoefeningdelen. In beroepsuitoefeningdeel 6 neemt het niveau en de mate van zelfstandigheid van de werkzaamheden toe. 298 De student mag alleen starten met beroepsuitoefeningdeel 6 indien beroepsuitoefening deel 3 en 4 met een voldoende zijn afgerond en bij voorkeur ook beroepsuitoefeningdeel 5 met een voldoende is afgerond. 8. 9. Ingangseisen Algemene omschrijving 10. Competenties Om de beoogde doelstellingen van beroepsuitoefeningdeel 3, 4, 5 en 6 te realiseren, moet de werkplek aan onderstaande criteria voldoen: - één of meer bedrijfsopdrachten met een behoorlijke diepgang en voldoende vakinhoudelijke relevantie, afgestemd op de SBRMopleiding; - voldoende gelegenheid om de, door de opleiding geformuleerde, opdrachten te kunnen uitvoeren; - voldoende gelegenheid tot werkinhoudelijk georiënteerde sociale contacten en mogelijkheden voor intensieve communicatie met anderen; - voldoende tijd en/of faciliteiten voor begeleiding vanuit de werkplek; - voldoende deskundigheid voor begeleiding vanuit de werkplek; - voldoende omvang van de interne organisatie, bij voorkeur minimaal 10 personen. Binnen deze OWE vallen: Beroepsuitoefeningdeel 6 – FDB BUD6A Beroepsuitoefeningdeel 6 Algemene omschrijving De owe is een onderdeel van het onderwijs waarbij de duale student in een praktijksituatie activiteiten verricht en onderzoek doet. De student werkt ten minste 20 uur per week gedurende het F-cluster. Niet alle gewerkte uren zijn ten gunste van de opleiding, vandaar de lagere studielast. Doel Het toepassen van de theoretische kennis op commercieel-economisch gebied in een praktijksituatie en het bevorderen van integratie van het geleerde. Het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en sociale vaardigheden. Onderwerpen Opdrachten uit het commercieel-economisch gebied. Opdrachten worden bepaald door de specifieke wens van het bedrijf. ● DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek ● DC8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project ● DC9 Sociale en communicatieve competentie ● DC10 Zelfsturende competentie 11. Beoordelingscriteria De onderstaande beoordelingscriteria worden per competenties getoetst in beroepsuitoefeningdeel 6. FDB BUD6A.9 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te bieden aan collega’s, hen input te vragen en respectvol met hun mening om te gaan; De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de doelen te behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk mee te denken over oplossingen; De student toont belangstelling, houdt rekening met de cultuur van de organisatie en heeft een prettige omgang met anderen; De dagelijkse schriftelijke communicatie van de student is gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd; De mondelinge communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk en respectvol; 299 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij een juiste inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning nodig is. De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te komen en proactief werkzaamheden op te pakken. De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te stellen, werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te voeren. De student kan met feFDBack omgaan en is in staat om te reflecteren op eigen handelen. De student toont een professionele (beroeps-)houding door afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te nemen. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de externe kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van de organisatie te kunnen uitvoeren (verslag deel I) Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven (verslag deel II) Student heeft een interne analyse uitgevoerd (verslag deel I) Student heeft een externe analyse uitgevoerd (verslag deel II) De student heeft de resultaten van de bedrijfsopdracht en gerapporteerd en gepresenteerd, zijn werkwijze verantwoord en de aanbevelingen onderbouwd (verslag III). De student heeft de aard, inhoud, uitvoering en leereffecten van de verrichte werkzaamheden geëvalueerd aan de hand van het persoonlijk leerplan 12. Tentaminering Naam deeltentamen Beroepsuitoefeningdeel 6 Code deeltentamen FDB BUD6A.9 Toetsvorm Verslagen en voortgangsgesprekken Individueel Ja Aantal examinatoren 1 (De hogeschoolmentor beoordeelt en neemt het advies van de bedrijfbegeleider mee.) Tentamenperiode P4 Herkansing i.o.m. HM Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal of resulterend in voldaan/niet voldaan. Weging 1 13. Verplichte literatuur n.v.t. 14. Aanbevolen literatuur Alle relevante literatuur van voorgaande clusters. 15. Software n.v.t. 300 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen Handleiding Beroepsuitoefeningdeel 6. HANScholar. De concrete werkzaamheden worden bepaald in overleg met het bedrijf. Het betreft individuele opdrachten. Praktijkleren en intervisie 19. Les-/contacturen Onderwijsweek FDB BUD6A1 1 Aanwezigheid verplicht. 20. Onderwijsperiode 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 1 2 3 2 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 F -cluster, deze OWE wordt aangeboden in periode 3 en 4. n.v.t. n.v.t. 2015-2016 wordt de OWE niet meer aangeboden. 301 9 10 HAO – Afstudeeropdracht Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Opleiding 2. Doelgroep Afstudeeropdracht (HAO) Small Business & Retail Management Duaal, Hoofdfase, H-cluster, niveau 3 De volgende beroepstaken gelden voor alle afstudeeropdrachten: - De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatie-activiteiten; - De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek; - De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners; - De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en de mogelijke functies; - De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. Beroepsproducten 6. Studiepunten/ studielast De volgende beroepstaken zijn afhankelijk van de focus van het strategische vraagstuk: - De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming; - De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit daadwerkelijk ten uitvoer door het opzetten en managen van de onderneming; - De SBRM’er stelt een retailplan voor een nieuw te starten of bestaande winkelformule op; - De SBRM’er stelt een overnameadvies op om een bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal alswel organisatorisch vlak goed te laten verlopen; - De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het zakendoen met een partner uit een andere (taal)cultuur. De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau. - Een plan van aanpak (Go / No-Go) - Een afstudeerrapport Studiepunten: 30 Studielast: Aantal geprogram- Aantal klokmeerde uren lesuren (van 45 (aantal lesminuten) volgens uren x lesrooster 0,75) Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, 3 (bezoek) 2,25 stagebegeleiding 1,33(verdediging) 1 Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studierei- 5 (kick-off) 3,75 zen, beroependa7 (terugkomdag) 5,25 gen, kick off, etc. 6 (terugkomdag) 4,5 Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is 3. Overige, ….. Totaal 16,75 302 Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is NB er zijn meerdere contactmomenten en feedbackmomenten tussen begeleider en student. Deze zijn echter niet geprogrammeerd en ook niet altijd fysiek (maar bijv. via email of telefonisch) Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, prak0 823,25 tijkleren Zelfstudie, individu0 eel of in groepjes 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. 0 Totaal 0 823,25 Totaal 840 Het niveau van deze OWE is: 3 Afsluitende Proeve van bekwaamheid. Deze onderwijseenheid is de laatste binnen het onderwijsprogramma SBRM en alle thema’s komen hier samen. De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster volledig behaald. De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het F-cluster is volledig afgerond. De minor is bijna volledig afgerond. Bij de afstudeeropdracht maak je in samenspraak met een bedrijf zelfstandig een plan om een concreet vraagstuk op strategisch niveau op te lossen. De onderwerpen voor een AOD liggen o.a. op het gebied van marketing, verkoop, export etc. Tevens behoort het schrijven van een compleet ondernemingsplan voor een (zelf) te starten onderneming tot de mogelijkheden. Je werft zelf de afstudeeropdracht. Aan de afstudeeropdracht wordt een geheel semester gewerkt (30 EC). De looptijd is 21 weken. Leerdoelen: Het doel van de afstudeeropdracht is dat een student individueel en zelfstandig zijn/haar deskundigheid tot uitdrukking brengt op het specifieke gebied van de opleiding en daarmee het eindniveau aantoont op alle generieke en domeinspecifieke competenties. De student toont aan op dit domein te beschikken over probleem-signalerende, beschrijvende, analytische en probleemoplossende competenties. Daartoe komt de student zelfstandig tot een planmatige oplossing voor een aan de opleiding gerelateerd vraagstuk met een strategische component, gebruik makend van tijdens de opleiding verworven competenties. DC1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC2: Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. DC3: Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. DC4: Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. DC5: Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. 303 DC8: Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. HBO-generieke competenties (van toepassing op alle HEO-opleidingen): DC9: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie). DC10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 11. Beoordelingscriteria AD01 Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting Product (50%): De student heeft een probleemstelling geformuleerd vanuit één of meerdere contexten; De student heeft de methode van onderzoek in het rapport verantwoord; De student heeft een inventarisatie binnen het probleemgebied gedaan, een analyse opgesteld en uitgevoerd; De student heeft op basis van zijn analyse strategische opties voor de organisatie vastgesteld; De student heeft de strategische opties geprioriteerd en de haalbaarheid van de opties onderzocht en een onderbouwde strategische keuze gemaakt; De student heeft doelstellingen opgesteld of bestaande doelstellingen bijgesteld voor de middellange of lange termijn; De student heeft beleid ontworpen voor de verwezenlijking van deze doelstellingen; De student heeft zelfstandig de organisatorische consequenties van zijn plan onderzocht en geanalyseerd, uitmondend in een implementatieplan; De student heeft het geformuleerde beleid vertaald naar een financieel plan; De student heeft het evaluatiebeleid van de nieuwe strategie vormgegeven. Proces (20%): De student heeft tijdens zijn afstudeerperiode intern op verschillende niveaus effectief gecommuniceerd, geïnformeerd en overleg gevoerd; De student heeft draagvlak gecreëerd in de beroepsomgeving door samen te werken en mee te denken over doelen en inrichting van de organisatie; De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig leiding gegeven aan zijn afstudeerproject; De student heeft op adequate wijze gehandeld bij onverwachte gebeurtenissen die het afstudeerproces verstoren. Mondelinge verdediging (30%): De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze; De student onderbouwt met steekhoudende argumenten; De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont inzicht in het praktisch werkveld; De student kan professioneel omgaan met kritische feedback; De student toont visie op zijn afstudeeropdracht en de bedrijfsproblematiek; De student reflecteert over en neemt verantwoording voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. 12. Tentaminering Naam deeltentamen AD1 Code deeltentamen AD01 304 Toetsvorm Toetsing bestaat uit drie onderdelen: Product (eindrapport), Proces en Mondelinge verdediging. Daarvóór is sprake van een plan van aanpak dat een Go/No-Go moment vormt. Individueel Ja Aantal examinatoren 2 Tentamenperiode Periode 1+2 (semester I) of Periode 3+4 (semester II) Herkansing In de periode volgend op het semester van afstuderen, zie afstudeerhandleiding. De student heeft geen recht op begeleiding tijdens de herkansingsperiode. Duur Mondelinge verdediging: 60 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 6 na afronding. Voorlopige cesuur/ Algemene aspecten van cesuur De drie onderdelen (Product, Proces en Mondelinge verdediging) moeten met een 5.5 of hoger beoordeeld zijn, waarbij geldt dat binnen elk van de drie onderdelen alle criteria met 5.5 of hoger zijn beoordeeld (oftewel alle criteria dienen voldoende te zijn). Weging Product: 50% Proces: 20% Mondelinge Verdediging: 30% 13. Verplichte literatuur n.v.t. 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overige materialen 17. Activiteiten 18. Werkvormen - Alle literatuur behandeld in de opleiding, passend bij het vraagstuk van de AOD; Aanvullende literatuur, passend bij het vraagstuk. n.v.t. Afstudeerhandleiding + Checklist Plan van Aanpak + Rubrics Product, Proces en Mondelinge verdediging. De student verricht zelfstandig een onderzoek bij een bedrijf dat hij zelf heeft gezocht. De inhoud van de opdracht dient vooraf door de AOD-coördinator van de opleiding voorlopig te zijn goedgekeurd. Na voorlopige goedkeuring wijst de coördinator een begeleidend docent aan. Gedurende het AOD-traject worden de volgende werkvormen / activiteiten onderscheiden: AOD kick-off: aug/jan; Terugkomdag 1 - onderzoek: sep/feb; Concept plan van aanpak opsturen: eind 2de week; Bedrijfsbezoek docentbegeleider: sep/feb; Plan van Aanpak definitief maken; Vragenlijsten fieldresearch voorleggen; Terugkomdag 2 – intervisie: nov/mrt; Inleveren tussenrapportage (facultatief): nov/apr; Inleveren conceptrapport: dec/mei; Inleveren definitief rapport: jan/juni (centraal moment); Mondelinge verdediging: jan/juni; Diploma-uitreiking: oktober, maart en juli. 19. Les-/contacturen Onderwijsweek Kick-off en terugkomdagen Bezoek Verdediging 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 5 7 6 3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20. Onderwijsperiode H-cluster; deze OWE wordt aangeboden in periode 1+2 en 3+4. 1,33 305 21. Maximaal aantal deelnemers n.v.t. - 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling - Terugkomdagen zijn anders benoemd. Aan de inhoud is niets gewijzigd, het blijven dezelfde terugkomdagen. Eerder stonden er drie terugkomdagen omschreven. Maar de eerste terugkomdag valt tegelijk met de kick-off, daarna benoemd als kick-off. Waardoor er twee i.p.v. drie terugkomdagen zijn; Minimum resultaat voor behalen deeltentamen is een 6 na afronding i.p.v. een 5.5; Afronding geschiedt nu op gehele getallen. Aanpassing in voorlopige cesuur: “De drie onderdelen (Product, Proces en Mondelinge verdediging) moeten met een 5.5 of hoger beoordeeld zijn, waarbij geldt dat binnen elk van de drie onderdelen alle criteria met 5.5 of hoger zijn beoordeeld (oftewel alle criteria dienen voldoende te zijn). n.v.t. 306 Bijlage 5: Gegevens Integrale Toetsen postpropedeutische fase IT2 - Integrale toets 2 Voltijd Titel integrale Toets 1. Opleiding 2. Doelgroep Integrale toets 2 – IT2 Stage -EST SBRM Voltijd, hoofdfase, E-cluster, niveau 2 De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners. De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit en bewaakt deze. 3. Beroepstaak/beroepstaken 4. (Beroeps)producten 5. Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens 6. 7. Ingangseisen De SBRM-er voert een opdracht uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies. Context: De stage wordt uitgevoerd bij een bedrijf in Nederland of het buitenland met minimaal 10 fte. Naast ‘meewerkzaamheden’ worden een of meer opdrachten zelfstandig uitgevoerd. Persoonlijk Leerplan Onderzoeksrapportage bedrijfsopdracht Evaluatieverslag 30 studiepunten, valt samen met de owe Stage-ESR In de stage brengt de student de onderwijseenheden uit het 1e en 2e jaar in praktijk. Stage Nederland: (Na T3/T1) De Propedeuse is behaald; Het C-cluster is volledig behaald; Van het D-cluster lopen de projecten Student Company/Eigen Onderneming (doorloop vanuit C-cluster) en Retail voorspoedig; Je aanwezigheid bij de voorlichtingsbijeenkomst(en) stage binnenland staat geregistreerd. De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn gevolgd. Stage Buitenland: drempel 1 (Na T2/T4) De Propedeuse is behaald; Van het C-cluster is het project Student Company/Eigen Onderneming behaald; Van het C-cluster zijn de toetsen uit T1 (uit T3 voor februari-instroom) behaald. De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, CCluster zijn gevolgd. Stage Buitenland: drempel 2 (Na T3/T1) De Propedeuse is behaald; 307 Het C-cluster is volledig behaald; Van het D-cluster lopen de projecten Eigen Onderneming (doorloop vanuit C-cluster) en Retail voorspoedig. De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn gevolgd. Binnen deze OWE vallen: Stage: De periode die de student als stagiair gaat doorbrengen is een leersituatie in een voor de student nieuwe omgeving. Deze omgeving biedt de student de eerste uitvoerige kennismaking met het toekomstig werkveld en de aard van de werkzaamheden daarin. In deze praktijksituatie verricht de student activiteiten en onderzoek. De student loopt 21 weken fulltime stage in de periode septemberjanuari of februari-juni. 8. Algemene omschrijving 9. Competenties Leerdoelen: oriëntatie op beroep en functie; het toepassen van de theoretische kennis op het commercieel- en bedrijfseconomisch gebied; het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en sociale vaardigheden; het verkrijgen van een beeld van werkzaamheden en werksituaties van medewerkers; het verkrijgen van een beeld van de structuur en het functioneren van een arbeidsorganisatie. DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek DC8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project DC9 Sociale en communicatieve competentie DC10 Zelfsturende competentie Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting. De beoordeling vindt plaats op: Sociale en communicatieve vaardigheden Zelfsturende vaardigheden Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek; Leiding geven aan een bedrijf, bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. 10. Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria: De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te bieden aan collega’s, hen input te vragen en respectvol met hun mening om te gaan De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de doelen te behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk mee te denken over oplossingen De student toont belangstelling, houdt rekening met de cultuur van de organisatie en heeft een prettige omgang met anderen 308 1. Integrale toetskenmerken en -vormen De schriftelijke communicatie van de student is gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd De mondelinge communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk en respectvol De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij een juiste inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning nodig is. De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te komen en proactief werkzaamheden op te pakken De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te stellen, werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te voeren De student kan met feedback omgaan en is in staat om te reflecteren op eigen handelen De student toont een professionele (beroeps-) houding door afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te nemen Formuleren van een terugblik op het feitelijk uitgevoerde onderzoek t.o.v. het Plan van Aanpak. Uitvoeren en rapporteren van het onderzoek gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. Onder supervisie leidinggeven op planmatige, systematische en resultaatgerichte wijze aan een eenvoudig project. Omgaan met onverwachte gebeurtenissen die het project verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. Zie hierna Tentaminering Naam deeltentamen Stage Code deeltentamen EST Toetsvorm Integrale toets Individueel Ja Aantal examinatoren 1 tentamenperiode n.v.t. DC8, DC9 en DC10 kunnen niet herkanst worden, de student moet dan een geheel nieuw stagetraject doorlopen. Zie stagehandleiding. Herkansing DC2 kan de student herkansen. Indien de student opnieuw geen voldoende weet te behalen voor DC2 moet de student een geheel nieuw stagetraject doorlopen. Zie stagehandleiding. Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 6 (afgerond op geheel cijfers) 309 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 0,0-10,0 of resulterende in voldaan/niet voldaan. Waarbij geldt dat alle vier de onderdelen (DC9, DC10, DC2 en DC8) met een 5.5 of hoger beoordeeld moeten zijn. 30% Sociale en communicatieve vaardigheden; 30% Zelfsturende vaardigheden; Weging 12. Verplicht en aanbevolen materiaal 13. Onderwijsperiode 20% Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek; 20% Leiding geven aan een bedrijf, bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Alle literatuur die in eerdere clusters behandeld is. Denk hierbij aan: Grondslagen van de Marketing – B. Verhage Introductie ondernemingsplan en financiële sturing – A.A.W. Heezen Principes van Marktonderzoek – A.C. Burns en F. Bush Grondslagen van het Management – D. Keuning Strategische Marketingplanning – Karel Jan Alsem Logistiek – W. Ploos van Amstel Operationele Verkoopcyclus – R. van Hoften Financieel Management voor ondernemers in het MKB – Heezen & Kroot Business Marketing Management - W.G. Biemans Handboek Online Marketing – Patrick Petersen Marketing voor Retailers – Reinder Koornstra periode 1+2 of 3+4. 310 IT3 - Integrale toets 3 voltijd Titel integrale Toets 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/beroepstaken 4. (Beroeps)producten 5. Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens 6. 7. Ingangseisen Integrale toets 3 – Afstudeeropdracht SBRM Voltijd en duaal, hoofdfase, H-cluster, niveau 3 De volgende beroepstaken gelden voor alle afstudeeropdrachten: De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten. De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners. De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en de mogelijke functies. De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau. De volgende beroepstaken zijn afhankelijk van de focus van het strategische vraagstuk: De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit daadwerkelijk ten uitvoer door het op-zetten en managen van de onderneming. De SBRM’er stelt een retailplan voor een nieuw te starten of bestaande winkelformule op. De SBRM’er stelt een overnameadvies op om een bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal alswel organisatorisch vlak goed te laten verlopen. De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het zakendoen met een partner uit een andere (taal)cultuur. Een plan van aanpak (go/no go) Een afstudeerrapport 30 stp, valt samen met de OWE Afstudeeropdracht Afsluitende Proeve van bekwaamheid. Deze onderwijseenheid is de laatste binnen het onderwijsprogramma SBRM en alle thema’s komen hier samen. Start in augustus 2014: De studie is vanaf de propedeuse tot en met het Ecluster volledig behaald. De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het Fcluster is volledig afgerond. 311 Van de onderwijseenheid ‘Bedrijfsopvolging’ van het Fcluster is het project op voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende. De minor is bijna volledig afgerond. Start in februari 2015 voor studenten die het nieuwe GCluster gevolgd hebben: De studie is vanaf de propedeuse tot en met het Ecluster volledig behaald. Van de onderwijseenheid ‘International Entrepreneurship’ van het G-cluster is het project op voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende. De minor is geheel afgerond. 8. Algemene omschrijving Start in februari 2015 voor studenten die het oude F-Cluster gevolgd hebben: De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het Fcluster is volledig afgerond. Van de onderwijseenheid ‘Bedrijfsopvolging’ van het Fcluster is het project op voldoende wijze afgerond en zijn maximaal drie studieonderdelen nog onvoldoende. De minor is bijna volledig afgerond. De studie is vanaf de propedeuse tot en met het Ecluster volledig behaald. De onderzoeksvakken .ONZ en .BON in het A-, B-, C-, en D-Cluster zijn gevolgd. Binnen deze OWE vallen : Afstudeeropdracht Bij de afstudeeropdracht maak je in samenspraak met een bedrijf zelfstandig een plan om een concreet probleem op strategisch niveau op te lossen. De onderwerpen voor een AOD liggen o.a. op het gebied van marketing, verkoop, export etc. Tevens behoort het schrijven van een compleet ondernemingsplan voor een (zelf) te starten onderneming tot de mogelijkheden. Je werft zelf de afstudeeropdracht. Aan de afstudeeropdracht wordt een geheel semester gewerkt (30 EC). Het afstudeerperiode duurt 21 weken Leerdoelen: Het doel van de afstudeeropdracht is dat een student individueel en zelfstandig zijn/haar deskundigheid tot uitdrukking brengt op het specifieke gebied van de opleiding en daarmee het eindniveau aantoont op alle generieke en domeinspecifieke competenties. De student toont aan op dit domein te beschikken over probleemsignalerende, beschrijvende, analytische en probleemoplossende competenties. Daartoe komt de student zelfstandig tot een planmatige oplossing voor een aan de opleiding gerelateerd vraagstuk met een strategisch component, gebruik makend van tijdens de opleiding verworven competenties. 312 9. 10. Competenties Beoordelingscriteria Bij de afstudeeropdracht dienen op basis van een gedegen analyse beleid en een implementatietraject geformuleerd te worden, alsmede (indien mogelijk) de financiële consequenties van de uitvoering daarvan. DC 1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC 2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. DC 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid DC 8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Algemene competenties (van toepassing op alle HEOopleidingen) DC 9 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). DC 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). Product (50%): De student heeft een probleemstelling geformuleerd vanuit één of meerdere contexten. De student heeft de methode van onderzoek in het rapport verantwoord. De student heeft een inventarisatie binnen het probleemgebied gedaan, een analyse opgesteld en uitgevoerd. De student heeft op basis van zijn analyse strategische opties voor de organisatie vastgesteld. De student heeft de strategische opties geprioriteerd en de haalbaarheid van de opties onderzocht. De student heeft doelstellingen opgesteld of bestaande doelstellingen bijgesteld voor de middellange of lange termijn. De student heeft beleid ontworpen voor de verwezenlijking van deze doelstellingen. De student heeft zelfstandig de organisatorische consequenties van zijn plan onderzocht en geanalyseerd, uitmondend in een implementatieplan. De student heeft het geformuleerde beleid vertaald naar een financieel plan. De student heeft het evaluatiebeleid van de nieuwe strategie vormgegeven. 313 Proces (20%): De student heeft tijdens zijn afstudeerperiode intern op verschillende niveaus effectief gecommuniceerd, geïnformeerd en overleg gevoerd. De student heeft draagvlak gecreëerd in de beroepsomgeving door samen te werken en mee te denken over doelen en inrichting van de organisatie. De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig leiding gegeven aan zijn afstudeerproject De student heeft op adequate wijze gehandeld bij onverwachte gebeurtenissen die het afstudeerproces verstoren Mondelinge verdediging (30%): De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze. De student onderbouwt met steekhoudende argumenten. De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont inzicht in het praktisch werkveld. De student kan professioneel omgaan met kritische feedback. De student toont visie op zijn afstudeeropdracht en de bedrijfsproblematiek. De student reflecteert over en neemt verantwoording voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling 11. Integrale toetskenmerken en -vormen Zie hierna 314 Tentaminering Naam deeltentamen AD1 Code deeltentamen AD01 Toetsvorm Rapport, proces en mondelinge verdediging afstudeeropdracht Individueel Ja Aantal examinatoren 2 tentamenperiode Periode 1+2 (semester I) of Periode 3+4 (semester II) Herkansing In de periode volgend op het semester van afstuderen, zie afstudeerhandleiding Duur Mondelinge verdediging: 60 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 6 (na afronding) Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 12. 13. Verplicht en aanbevolen materiaal Onderwijsperiode Alle onderdelen/deeltentamens moeten voldoende zijn. Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal Product: 50% Proces: 20% Mondelinge Verdediging: 30% Alle literatuur behandeld in de opleiding, passend bij het strategisch vraagstuk van de AOD periode 1+2 en 3+4. 315 IT2U - Integrale toets 2 duaal Titel integrale Toets 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/beroepst aken 4. (Beroeps)producten 5. Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen 6. 7. 8. Algemene omschrijving Integrale Toets 2 Beroepsuitoefeningsdeel – IT2U SBRM Duaal Duaal, 3e jaar, niveau 2 De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners. De SBRM’er stippelt zijn eigen (studie)loopbaan en ontwikkeling uit en bewaakt deze. De SBRM-er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en mogelijke functies Beroepsuitoefening deel 5 Verslag SWOT-analyse. Persoonlijk ontwikkelplan. De Integrale Toets 2 valt samen met de onderwijseenheid EDB. Beroepsuitoefening deel 5 is een onderdeel in elk cluster van de duale opleiding. De student mag alleen starten met beroepsuitoefeningdeel 5 indien beroepsuitoefening deel 3 met een voldoende is afgerond en bij voorkeur ook beroepsuitoefeningdeel 4 met een voldoende is afgerond. Binnen deze OWE valt: Beroepsuitoefening deel 5 – EDB BUD5A Beroepsuitoefeningdeel 5 Algemene omschrijving De owe is een onderdeel van het onderwijs waarbij de duale student in een praktijksituatie activiteiten verricht en onderzoek doet. De student werkt ten minste 20 uur per week gedurende het Ecluster. Niet alle gewerkte uren zijn ten gunste van de opleiding, vandaar de lagere studielast. Doel Het toepassen van de theoretische kennis op commercieel-economisch gebied in een praktijksituatie en het bevorderen van integratie van het geleerde. Het oefenen en verder ontwikkelen van communicatieve en sociale vaardigheden. 9. Competenties Onderwerpen Opdrachten uit het commercieel-economisch gebied. Opdrachten worden bepaald door de specifieke wens van het bedrijf. DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek DC8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project DC9 Sociale en communicatieve competentie DC10 Zelfsturende competentie 316 10. Beoordelingscriteria De onderstaande beoordelingscriteria worden per competenties getoetst in beroepsuitoefeningdeel 5. Interpersoonlijk. De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. De student toont aan te kunnen samenwerken door hulp aan te bieden aan collega’s, hen input te vragen en respectvol met hun mening om te gaan; De student toont betrokkenheid door zich in te spannen om de doelen te behalen die de organisatie nastreeft en waar mogelijk mee te denken over oplossingen; De student toont belangstelling, houdt rekening met de cultuur van de organisatie en heeft een prettige omgang met anderen; De dagelijkse schriftelijke communicatie van de student is gestructureerd, nauwkeurig en verzorgd; De mondelinge communicatie van de student is duidelijk, begrijpelijk en respectvol; EDB BUD5A.9 Intrapersoonlijk. De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. De student is in staat om zelfstandig te werken en kan daarbij een juiste inschatting maken wanneer hulp en ondersteuning nodig is. De student toont initiatief door vragen te stellen, met ideeën te komen en proactief werkzaamheden op te pakken. De student werkt resultaatgericht door realistische doelen te stellen, werkzaamheden te plannen en deze planmatig uit te voeren. De student kan met feedback omgaan en is in staat om te reflecteren op eigen handelen. De student toont een professionele (beroeps-)houding door afspraken na te komen en verantwoordelijkheid te nemen. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van de organisatie te kunnen uitvoeren (verslag deel I) Student heeft vastgesteld welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven (verslag deel II) Student heeft een interne analyse uitgevoerd (verslag deel I) Student heeft een externe analyse uitgevoerd (verslag deel II) De student heeft de resultaten van de bedrijfsopdracht en gerapporteerd en gepresenteerd, zijn werkwijze verantwoord en de aanbevelingen onderbouwd (verslag III). De student heeft de aard, inhoud, uitvoering en leereffecten van de verrichte werkzaamheden geëvalueerd aan de hand van het persoonlijk leerplan 317 11. Integrale toetskenmerken en vormen Tentaminering IT2U Naam deeltentamen Beroepsuitoefeningdeel 5 Code deeltentamen EDB BUD5A.9 Toetsvorm Verslagen en voortgangsgesprekken Individueel Ja Aantal examinatoren 1 (De hogeschoolmentor beoordeelt en neemt het advies van de bedrijfbegeleider mee.) tentamenperiode Semester 1 Herkansing i.o.m. de hogeschoolmentor Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 5.5 Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 0-10 afgerond op 1 decimaal Weging 100% 12. Verplicht en aanbevolen materiaal 13. Onderwijsperiode Alle relevante literatuur van voorgaande clusters. Handleiding Beroepsuitoefeningdeel 5. HANScholar. Semester 1 318 IT3U - Integrale toets 3 duaal (= Integrale toets 3 voltijd) Titel integrale Toets 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/beroepstake n 4. (Beroeps)producten 5. Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen 6. 7. Integrale toets 3 – Afstudeeropdracht SBRM Voltijd en duaal, hoofdfase, H-cluster, niveau 3 De volgende beroepstaken gelden voor alle afstudeeropdrachten: De SBRM’er ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing- en marketingcommunicatieactiviteiten. De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. De SBRM’er stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn handelspartners. De SBRM’er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en de mogelijke functies. De SBRM’er adviseert, zelfstandig en individueel, een (externe) opdrachtgever over het oplossen van een concreet vraagstuk op strategisch niveau. De volgende beroepstaken zijn afhankelijk van de focus van het strategische vraagstuk: De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/of managen van een onderneming. De SBRM’er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit daadwerkelijk ten uitvoer door het op-zetten en managen van de onderneming. De SBRM’er stelt een retailplan voor een nieuw te starten of bestaande winkelformule op. De SBRM’er stelt een overnameadvies op om een bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal alswel organisatorisch vlak goed te laten verlopen. De SBRM’er stelt een adviesrapport op voor het zakendoen met een partner uit een andere (taal)cultuur. Een plan van aanpak (Go/no go) Een afstudeerrapport 30 stp, valt samen met de owe Afstudeeropdracht Deze onderwijseenheid is de laatste binnen het onderwijsprogramma SBRM en alle thema’s komen hier samen. Om te mogen starten met de afstudeeropdracht moet aan onderstaande voorwaarden zijn voldaan: De studie is vanaf de propedeuse tot en met het E-cluster volledig behaald. De onderwijseenheid ‘Internationalisering’ van het F-cluster is volledig afgerond.. De minor is bijna volledig afgerond. 319 8. Algemene omschrijving Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting voor de kick-off, terugkomdagen, bezoek en verdediging. Binnen deze OWE vallen : Afstudeeropdracht Bij de afstudeeropdracht maak je in samenspraak met een bedrijf zelfstandig een plan om een concreet probleem op strategisch niveau op te lossen. De onderwerpen voor een AOD liggen o.a. op het gebied van marketing, verkoop, export etc. Tevens behoort het schrijven van een compleet ondernemingsplan voor een (zelf) te starten onderneming tot de mogelijkheden. Je werft zelf de afstudeeropdracht. Aan de afstudeeropdracht wordt een geheel semester gewerkt (30 EC). Het afstudeerperiode duurt 21 weken. 9. Competenties Leerdoelen: Het doel van de afstudeeropdracht is dat een student individueel en zelfstandig zijn/haar deskundigheid tot uitdrukking brengt op het specifieke gebied van de opleiding en daarmee het eindniveau aantoont op alle generieke en domeinspecifieke competenties. De student toont aan op dit domein te beschikken over probleemsignalerende, beschrijvende, analytische en probleemoplossende competenties. Daartoe komt de student zelfstandig tot een planmatige oplossing voor een aan de opleiding gerelateerd vraagstuk met een strategisch component, gebruik makend van tijdens de opleiding verworven competenties. Bij de afstudeeropdracht dienen op basis van een gedegen analyse beleid en een implementatietraject geformuleerd te worden, alsmede (indien mogelijk) de financiële consequenties van de uitvoering daarvan. DC 1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC 2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. DC 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid DC 8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. 320 10. Beoordelingscriteria Algemene competenties (van toepassing op alle HEOopleidingen) DC 9 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). DC 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). Product (50%): De student heeft een probleemstelling geformuleerd vanuit één of meerdere contexten. De student heeft de methode van onderzoek in het rapport verantwoord. De student heeft een inventarisatie binnen het probleemgebied gedaan, een analyse opgesteld en uitgevoerd. De student heeft op basis van zijn analyse strategische opties voor de organisatie vastgesteld. De student heeft de strategische opties geprioriteerd en de haalbaarheid van de opties onderzocht. De student heeft doelstellingen opgesteld of bestaande doelstellingen bijgesteld voor de middellange of lange termijn. De student heeft beleid ontworpen voor de verwezenlijking van deze doelstellingen. De student heeft zelfstandig de organisatorische consequenties van zijn plan onderzocht en geanalyseerd, uitmondend in een implementatieplan. De student heeft het geformuleerde beleid vertaald naar een financieel plan. De student heeft het evaluatiebeleid van de nieuwe strategie vormgegeven. Proces (20%): De student heeft tijdens zijn afstudeerperiode intern op verschillende niveaus effectief gecommuniceerd, geïnformeerd en overleg gevoerd. De student heeft draagvlak gecreëerd in de beroepsomgeving door samen te werken en mee te denken over doelen en inrichting van de organisatie. De student heeft op resultaatgerichte wijze zelfstandig leiding gegeven aan zijn afstudeerproject De student heeft op adequate wijze gehandeld bij onverwachte gebeurtenissen die het afstudeerproces verstoren Mondelinge verdediging (30%): De student verdedigt zijn product op overtuigende wijze. De student onderbouwt met steekhoudende argumenten. De student beheerst het theoretisch vakgebied en toont inzicht in het praktisch werkveld. De student kan professioneel omgaan met kritische feedback. De student toont visie op zijn afstudeeropdracht en de bedrijfsproblematiek. 321 11. Integrale toetskenmerken en -vormen De student reflecteert over en neemt verantwoording voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling Zie hierna Tentaminering Naam deeltentamen AD1 Code deeltentamen AD01 Toetsvorm Rapport, proces en mondelinge verdediging afstudeeropdracht Individueel Ja Aantal examinatoren 2 tentamenperiode Periode 1+2 (semester I) of Periode 3+4 (semester II) Herkansing In de periode volgend op het semester van afstuderen, zie afstudeerhandleiding Duur Mondelinge verdediging: 60 minuten Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen 6 (na afronding) Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 12. 13. Verplicht en aanbevolen materiaal Onderwijsperiode Bij alle drie de onderdelen geldt dat minimaal 55% van het te behalen aantal punten behaald dient te zijn (ofwel alledrie de onderdelen dienen voldoende te zijn) Product: 50% Proces: 20% Mondelinge Verdediging: 30% Alle literatuur behandeld in de opleiding, passend bij het strategisch vraagstuk van de AOD periode 1+2 en 3+4. Bijlage 6: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen van de postpropedeutische fase gelijkgestelde oude onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen In deze bijlage zijn de volgende tabellen opgenomen: 1. Gelijkstellingstabel tentamens / onderwijseenheden hoofdfase A. Gelijkstellingstabel voltijd B. Gelijkstellingstabel duaal 2. Sleperstentamens en conversietabel hoofdfase A. Sleperstentamens en conversietabel voltijd B. Sleperstentamens en conversietabel duaal 1. Gelijkstellingstabel tentamens / onderwijseenheden In onderstaande tabellen is aangegeven welke onderwijseenheden uit eerdere studiejaren gelijkgesteld worden aan onderwijseenheden uit het huidige studiejaar. Deze tabel is alleen van toepassing op onderwijseenheden die in voorgaande studiejaren zijn afgerond. Deze tabel is dus niet van toepassing op onderwijseenheden uit eerdere studiejaren die niet zijn afgerond. 1A. Gelijkstellingstabel voltijd 2014-2015 322 Zie de OER en/of studiegidsen van de genoemde studiejaren voor een beschrijving van de onderwijseenheid en de (deel)tentamens. Gelijkstellingen betreffen horizontaal gelijkgeschakelde codes of codegroepen. 323 Afstuderen / studiejaar 20142015 STP 20132014 STP 20122013 20112012 2010-2011 20092010 2008-2009 2007-2008 4e jaar HAO 30 HAO 30 HAO HAO HAO HAO HAO AOD 3e jaar GIE 30 X X X X X X X 2e jaar X FBO 15 FBO FOB FOB FOB1 FOB PB X FPI 15 FPI FPI FPI FPI FPI PIN 30 EST EST EST EST EST STG X X X X X X EST 30 EST CEO DEO 22,5 7,5 X X 0 CSC/ CSB 22,5 7,5 CSC/ CSB CSB CVO SLB CSB CVO SLB CSB CVO CSB CVO CSB CVO DRL 15 X X X X X X X X DRB 15 DRB DRB DRB DRB DDB DRM DDB (7,5) DRM (7,5) IED – Engels en Duits 14 (7,5) IES – Engels en Spaans 14 (7,5) IEF – Engels en Frans 14 (7,5) X TSBIII 7,5 TSBIII 7,5 TSBIII IE1 ID11 IS1 1 FH13 FL13 IN12 IE1 ID11 IS11 IF11 IN12 (3,75) IE1 ID11 IS11 IF11 IE1 (3,75) ID11 (3,75) IS11 (3,75) IF11 (3,75) TSBIV 7,5 TSBIV 7,5 TSBIV IE2 ID21 IS21 FH23 FL23 IN22 IE2 ID21 IS21 IF21 IN22 (3,75) IE2 ID21 IS21 IF21 IE2 (3,75) ID21 (3,75) IS21 (3,75) IF21 (3,75) IDE – Engels en Duits 24 (7,5) ISE – Engels en Spaans 24 (7,5) IFE – Engels en Frans 24(7,5) * Onderwijseenheden talen staan cursief gedrukt. 1 Studenten hebben of ID1 en ID2 of IS1 en IS2 of IF1 en IF2 in hun onderwijsprogramma. 2 Studenten van Duitse afkomst hebben als vreemde taal Nederlands in hun onderwijsprogramma. 3. Studenten die Frans kiezen hebben of FH1 en FH2 of FL1 en FL2 in hun onderwijsprogramma. 4. Studenten hebben Engels in hun onderwijsprogramma en Duits of Spaans of Frans. 324 Diploma start 2007-2008 Diploma start 2008-2009 Diploma start 2009-2010 Diploma start 2010-2011 Diploma start 2011-2012 Diploma start 2012-2013 Diploma start 2013-2014 Diploma start 2014-2015 Toelichting afkortingen AOD Afstudeeropodracht EST Stage FOB/FBOBedrijfsopvolging PB Project Bedrijfsopvolging FPI Internationalisatie PIN Project Internationalisering STG Stage HAO Afstudeeropdracht CSB CVO DDB DRB DRM SLB GIE CEO DEO DRL - Student Company Ondernemingsplan Bedrijfsdoorlichting Retail en Bedrijfsdoorlichting Retail Studieloopbaan International Entrepreneurship Eigen Onderneming I Eigen Onderneming II Retail IE1 IE2 ID1 ID2 IS1 IS2 IN1 IN2 IED IDE IES ISE IEF IFE - Engels 1 Engels 2 Duits1 Duits 2 Spaans 1 Spaans 2 Nederlands 1 Nederlands 2 Engels en Duits 1 Engels en Duits 2 Engels en Spaans 1 Engels en Spaans 2 Engels en Frans 1 Engels en Frans 2 TSBIII TSBIV - Taal & Cultuur 3 Taal & Cultuur 4 325 1B. Gelijkstellingstabel duaal 2014-2015 Zie de OER en/of studiegidsen van de genoemde studiejaren voor een beschrijving van de onderwijseenheid en de (deel)tentamens. Onderwijsaanbod per Studiejaar 4e jaar 20142015 HAO- 30 Minor - 30 stp. 2013-2014 2012-2013 2011-2012 HAO30 Minor - 30 stp. GU1 – 7,5 stp. HAO30 Minor– 30 stp HAO – 30 stp. HAO – 30 stp. Minor – 30 stp. GU1 – 7,5 stp. GU1 – 7,5 stp. GCM – 7,5 stp.GIO – 7,5 stp. GU1 – 7,5 stp. 20102011 20092010 FUE – 7,5 stp. 3e jaar FBOU-7.5 stp CVOD 7.5 CVOD - 7.5 CAMD7.5 CAMD-7.5 CBTD7.5 CBTD- 7.5 EDB- 7.5 EDB- 7.5 FPI – 15 FPI – 15 FU1- 7.5 2e jaar FBOU – 7.5 FPI 7.5 FU1 7.5 FBOU-7.5 stp FBOU – 7.5 stp. CSD – 22,5 stp. EU1 – 7,5 stp. FPI – 7,5 stp. CSD – 22,5 stp. IE2 – 3,75 stp. ID2 – 3,75 stp. CU1 – 7,5 stp. DRT – 15 stp. DRT – 15 stp FU1 – EU1 – 7,5 7,5 stp. stp. DRT – 15 stp. ENG – 2.5 stp ENG – 2,5 stp. DDB – 7.5 DDB – 7,5 stp. TCD – 5 stp CDT – 5 stp. CSD – 22.5 CSD – 22,5 stp. FU1- 7.5 FBOU – 7.5 stp. FBOU – 7,5 stp. DSS – 7,5 stp. FU2 – 7,5 stp. DPM – 7,5 stp. DPM – 7,5 stp. GMV – 7,5 stp. GMV – 7,5 stp. EU1 – 7,5 stp. EU1 – 7,5 stp. INT – 7,5 stp. CVOMBI – 7,5 stp. GAM – 7,5 stp. FU1 – 7,5 stp. CVOMBI – 7,5 stp. FU1 – 7,5 stp. DEC – 15 stp. IE2 – 3,75 stp. DU1 – 7,5 stp. IE1 – 3,75 stp. DMO – 7,5 stp. DEC – 15 stp. n.v.t. DEC – 15 stp. CBD – 15 stp. IE2 – 3,75 stp. DU1 – 7,5 stp. IE1 – 3,75 stp. n.v.t. DU1 – 7,5 stp. IDEU – 3,75 stp. DU1 – 7,5 stp. IE1 – 3,75 stp. DMO – 7,5 stp. IE1U – 3,75 stp. DMOU – 7,5 stp. 326 CDB -7.5 CDB – 7,5 stp. CU2 – 7,5 stp. ID2 – 3,75 stp. ID1 – 3,75 stp. CU1 – 7,5 stp. n.v.t. CU2 – 7,5 stp. n.v.t. ID2 – 3,75 stp. ID1 – 3,75 stp. n.v.t. ID1 – 3,75 stp. CU1 – 7,5 stp. DDBU – 7,5 stp. ID2U – 3,75 stp. ID1U – 3,75 stp. CU1 – 7,5 stp. Legenda: Cohort 2008, is start september 2008 Cohort 2009, is start september 2009 Cohort 2010, is start september 2010 Cohort 2010, is start februari 20111 Cohort 2011, is start september 2011 Cohort 2012, is start september 2012 1 voor cohort 2010 februari 2011 instroom is de propedeuse gelijk aan het programma van cohort 2010 september 2010 instroom. Toelichting afkortingen codes ABD CAMD CBD CBTD CDB CSD CVOMBI CVOMPB CU1 DDB DDBU DEC DMO DMOU DPM DRT DSS DU1 ID1U Adviseren basis Accountmanagement Buitendienst Sales Buitendienst Beroepsuitoefeningdeel 3 Studentcompany (loopt over twee semesters) Battle of Ideas Personeelsbeleid Praktijkvaardigheden 3 Beroepsuitoefeningdeel 4 Bedrijfsdoorlichting Externe Communicatie Markting-Onderzoek Medewerker Marketing Onderzoek Product Manager Retail & Nederlands Customer Service Praktijkvaardigheden 4 Internationale Communicatie Duits 1 EDB GDB IE1U IE1 IE2U IE2 ENG EU1 FBOU FDB FPI FU1 FU2 FUE FBOU GAM GCM GIO GMV ID1 ID2U ID2 Duits 1 Duits 2 Duits 2 GU1 HAO INT Beroepsuitoefeningdeel 5 Beroepsuitoefeningdeel 7 Internationale Communicatie Engels 1 Engels 1 Engels 2 Engels 2 Engels Praktijkvaardigheden 5 Bedrijfsopvolging Beroepsuitoefeningdeel 6 Internationalisering Praktijkvaardigheden 6 Action Learning 6 E-commerce Bedrijfsopvolging Key Accountmanagement Commercieel Management Commercieel Management Individueel Maatschappelijk verantwoord ondernemen Praktijkvaardigheden 7 Afstudeeropdracht Internationalisering 2. Sleperstentamens en conversietabel In de onderstaande tabellen wordt informatie gegeven over sleperstentamens en over conversies: Sleperstentamens: dit zijn (deel)tentamens die in studiejaar 2014 – 2015 geen onderdeel meer uitmaken van de tentaminering van de onderwijseenheden. Studenten die in studiejaar 2013 – 2014 of eerdere jaren één of meerdere van deze (deel)tentamens niet met goed gevolg hebben afgelegd, worden in studiejaar 2014 – 2015 in de gelegenheid gesteld om deze alsnog rechtsgeldig af te leggen. Indien in studiejaar 2014 – 2015 één of meerdere van deze (deel)tentamens met goed gevolg worden afgelegd, kan daarmee het tentamen met goed gevolg zijn afgelegd zoals beschreven in de onderwijseenheden van de Onderwijs en Examenregeling van 2013 – 2014. In onderstaande tabel is de naam van de onderwijseenheid en de naam van 327 het (deel)tentamen opgenomen waarvoor bovenstaande regeling in studiejaar 2014 – 2015 geldt. Conversies: dit zijn (deel)tentamens die in studiejaar 2014 – 2015 een nieuwe code hebben gekregen. In onderstaande tabel is aangegeven welke codes van (deel)tentamens uit 2013-2014 gelijkgesteld zijn aan (deel)tentamens uit 2014-2015. 2A. Slepers- en conversietabel hoofdfase voltijd Code 20132014 CSBHJV1A.5 Code 2014-2015 opmerkingen X CSBONP1A.5 X CSBJVS1A.5 X CSBCBH1A.2 X CSBMAR1A.1 X CSBMAR1A.5 X CSBOPM1B.1 X CSBLOG1A.1 X CSBBEC1A.1 X CSBBEC2A.1 X CSBBON3A.1 X CSBVKP1A.5 X CSBREC1A.1 X Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen CSBSLB3A.9 CSBONV1A.9 CEOSLB3A.9 CEOONV1A.9 TSBENG8B.4 TSBENG6B.4 Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE CEO en DEO overdoen 6B.4 wordt nog tweemaal als herkansing aangeboden in 2014-2015. Wanneer oude toetsen inhalen Contact opnemen met Teamtrekker CEO/DEO Contact opnemen met Teamtrekker CEO/DEO Contact opnemen met Teamtrekker CEO/DEO Contact opnemen met Teamtrekker CEO/DEO T1, T3 Contact opnemen met Teamtrekker CEO/DEO T2, T4 T2, T4 T1, T3 T2, T4 T2, T4 Contact opnemen met Teamtrekker CEO/DEO T2, T4 P1, P2, P3, P4 (trainingen volgen) Zie toetsprogramma SBRM 2014-2015 328 DRBINV1A.5 X DRBPVA1A.5 X DRBARA1A.5 X DRBPRE1A.6 X DRBRTM1A.5 X DRBBEC3A.1 X DRBBEC4A.1 X DRBLOG2A.5 X DRBBON4A.5 X DRBBBM1A.5 X DRBOPM3A.1 X DRBSLB4A.9 DRLSLB4A.9 FBOPRO1A.0 X FBOBEC4A.5 X FBOBEC5A.1 X FBOBER1A.1 X FBOBER2A.1 X FBOBCC3A.1 X FBOORG1A.1 X FBOORG2A.1 X FPIBRS1A.7 X FPIBRS1A.4 X FPICCM1A.0 X FPICCM1A.7 X FPIIHA1A.7 X FPIIHA1A.4 X FPIIMA1A.7 X Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE DRL overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen T1 en T3 T2 en T4 Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen T1 en T3 Contact met SLB’er opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen T2, T4 T1, T3 T2, T4 T2, T4 T1, T3 T2, T4 Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen 329 FPIIMA1A.4 X FPIIRE1A.7 X FPIIRE1A.4 X FPIISA1A.7 X FPIISA1A.4 X FPIPAR1A.9 X Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Nog 2 kansen in 2014-2015. Daarna OWE GIE overdoen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen Contact met TT opnemen 2B. Slepers- en conversietabel hoofdfase duaal Is niet van toepassing. In het programma voor duaal zijn geen wijzigingen opgetreden ten opzichte van studiejaar 20132014. 330 Bijlage 6a: Richtlijnen voor het verlenen van toestemming tot het afleggen van tentamens/integrale toetsen van de postpropedeutische fase nog voordat de student het propedeutisch examen heeft behaald In artikel 7.2 lid 2 is vermeld dat de examencommissie of een door de examencommissie gemandateerde medewerker de student op zijn verzoek toestemming kan verlenen tot het afleggen van tentamens/integrale toetsen van de postpropedeutische fase nog voordat hij het propedeutisch examen heeft behaald. Deze toestemming wordt automatisch verleend indien de student aan het eind van zijn eerste studiejaar 45 studiepunten of meer behaald heeft. Voor studenten die minder dan het hierboven genoemde aantal studiepunten behaald hebben, geldt dat zij expliciet om toestemming moeten verzoeken, zoals beschreven in artikel 7.2 lid 2. 331 Bijlage 7: Overzicht verkorte leerroutes op basis van vrijstellingen voor welomschreven doelgroepen 1. Studieprogramma eerste studiejaar voltijd voor vwo-instroom (vwo-propedeuse) Doelgroep Studenten met een vwo-diploma met de profielen zoals genoemd in artikel 2.1. Programma Studenten volgen een propedeuseprogramma van een half jaar. Op basis van het vwo-diploma krijgen studenten vrijstellingen (15 studiepunten). Competenties, leerdoelen en toetscriteria van deze vwo-propedeuse zijn gelijk aan die van het reguliere onderwijsprogramma in de voltijd. Vrijstellingen op basis van vooropleiding De vastgestelde eindniveaus van de moderne vreemde talen (Engels, Frans, Duits, Spaans) voor het vwo (www.slo.nl / www.erk.nl/schoolleider/erkverplicht) voldoen ruimschoots aan het eindniveau dat de opleiding aan het einde van de propedeuse stelt aan de verschillende talen (Duits, Frans en Spaans A2, Engels B1). Wat echter ontbreekt, is de business-context voor de talen en het specifieke businessidioom; beide zijn in het vwo-programma niet vereist. In de propedeuse zijn die wel uitgangspunt en deels toetscriterium. De specifieke businesscontext en -idioom zijn in OWE AVT opgenomen. Wat betreft de mondelinge vaardigheden, schriftelijke vaardigheden en argumentatieve vaardigheden Nederlands, geldt dat de onderwerpen die opgenomen zijn in de propedeuse, deel uitmaken van het examen Nederlands vwo (schrijven van brieven, presenteren, schrijven van een rapportage). Alleen de toets Basiskennis Nederlandse taal is nu nog géén expliciet onderdeel van het vwo-examen Nederlands. Studenten zullen daarom de taaltoets wel moeten maken (onderdeel van de OWE AVT). Studenten die de toets niet halen, kunnen aansluiten bij lessen in het A-cluster (reguliere propedeuse). Aan studenten wordt daarom vrijstelling gegeven voor de onderstaande OWE’s uit de reguliere propedeuse: Taal & Cultuur Nederlands 1 en 2 2,5 studiepunten 1 (ATC1 ) Taal & Cultuur Engels 1 en 2 (ATC2) 2,5 studiepunten Taal & Cultuur Duits 1 en 2 (ATC3) 2,5 studiepunten Taal & Cultuur Nederlands 3 en 4 2,5 studiepunten (BTC1) Taal & Cultuur Engels 3 en 42 (BTC2) 2,5 studiepunten Taal & Cultuur Duits 3 en 4 (BTC3) 2,5 studiepunten 1 Taal & Cultuur I (ATC) 7,5 studiepunten Taal & Cultuur II (BTC) 7,5 studiepunten 1 Met uitzondering van de toets ATC NED1A.1 Vergelijking reguliere programma en programma vwo-instroom OWE reguliere programma Marketing 1 (AMM1) Marketing 2 (BMO1) Marketingcommunicatie I en Online Business (AMM2) Marketingcommunicatie 2 (BMO2) OWE vwo-instroom AVM1 AVM2 AVM3 AVM1 en 2 AVM3 Business & Onderzoek: Bedrijfseconomie (ABO1) AVB 332 OWE reguliere programma Business & Onderzoek: Onderzoek (ABO2) De professional (ADP): Beroepsoriëntatie Ondernemendheid Studieloopbaan Actualiteiten en Trends Taal en Cultuur Nederlands (ATC1), Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2 (ATC1)1 Taal en Cultuur Engels 1 en 2 (ATC2) en Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4 (BTC1), Taal en Cultuur Engels 3 en 4 (BTC2) Taal en Cultuur Duits 1 en 2 (ATC3) en Taal en Cultuur Duits 3 en 4 (BTC3), AVB AVB AVB AVB AVB VST1 (Taal en Cultuur V1) VST2 (Taal en Cultuur V2)2 AVT VTC (Taal en Cultuur versneld Duits vervangende onderwijseenheid voor VST2) BEO BRE BAE BPO BEO BRE BAE BPO 1 m.u.v. OWE vwo-instroom de toets ATC1 NED1A.1 die niet in aanmerking komen voor vrijstelling voor VST2 (Taal en Cultuur V2) volgen VCT. 2 Studenten Voorwaarden voor deelname aan vwo-programma Om in aanmerking te komen voor vrijstelling voor VST1 en VST2, moeten de talen (Engels en Duits) met een voldoende zijn afgesloten bij het vwo-eindexamen (dan is duidelijk dat alle hierbovengenoemde deelvaardigheden voldoende zijn). Mocht dit niet zo zijn of mocht er geen 2e moderne vreemde taal als examenvak zijn, dan wordt er geen vrijstelling verleend voor VST1 en/of VST2. De student kan wel van de mogelijkheid gebruikmaken om de taal Duits versneld (onderwijseenheid VTC); deze komt in de plaats van VST2. Overzicht te volgen onderwijseenheden in de vwo-propedeuse Marketing 1 – AVM1 Marketing 2 – AVM2 Marketingcommunicatie 1 – AVM3 Business - AVB Talen – AVT Taal en Cultuur V1 – VST1 Taal en Cultuur V2 – VST2 of Taal en Cultuur versneld Duits - VTC BEO – Voorbereiding Eigen Onderneming BRE – Recht BPO – Organisatie, Personeel, Management & Ethiek BAE – Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie 7,5 studiepunten 7,5 studiepunten 7,5 studiepunten 7,5 studiepunten 0 studiepunten 7,5 studiepunten 7,5 studiepunten 7,5 studiepunten 2,5 studiepunten 2,5 studiepunten 2,5 studiepunten 2. Mbo Doorstroomprogramma RxH Het programma is toegankelijk voor studenten in hun laatste (half)jaar van een economische MBO niveau 4 opleiding bij een van de ROC's uit het RxH- verband. 333 Regeling voor studenten die het doorstroomprogramma volgen Studenten die het MBO doorstroomprogramma RxH volgen, kunnen, indien zij voor een of meer van de volgende deeltentamens uit het doorstroomprogramma een voldoende hebben behaald, vrijstelling aanvragen voor de hiermee corresponderende deeltentamens in de propedeutische fase, als zij eenmaal zijn ingeschreven aan de HAN: Taal & Cultuur 1: ATC1 NED1A.1 Marketing 1: o AMM1 MKT1B.6 o AMM1 MKT1B.8 o AMM1 MKT2B.1 o AMM1 MKT2B.6 o AMM1 MKT2B.8 Daarnaast volgen de studenten de vakken Engels, studieloopbaanbegeleiding en diverse workshops HBO-vaardigheden. Deze vakken leveren geen vrijstelling op bij de start van de studie maar zorgen voor een betere aansluiting tussen MBO en HBO. 334 Bijlage 8: Gegevens onderwijseenheden door de opleiding(en) verzorgde HAN gecertificeerde minoren Minor Ondernemen - MON (voltijd) en MON-DT (deeltijd) Minor Ondernemen & Innovatie - INN (voltijd) en INN-DT (deeltijd) Minor Adviseren – MA (voltijd) 335 OWE – beschrijving Minor Ondernemen 2014 – 2015 VT OWE – beschrijving Van Idee naar Business Titel onderwijseenheid (OWE) Van Idee naar Business (VIB) voltijd 1. Opleiding Minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie Deze OWE is voor alle studenten die deelnemen aan de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie. Op basis van een eigen interessegebied kansen in de markt in kaart brengen. Vanuit deze marktverkenning een voorstel uitwerken voor een bedrijfs- of projectidee. Dit bedrijfs- of projectidee verwerken in een plan van aanpak voor de rest van de minor. 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak NVT 5. Beroepsproducten In deze OWE werkt de student een aantal opdrachten uit in een ondernemerspaspoort, met daarin een actieplan/plan van aanpak voor het uitwerken van een bedrijfs- of projectidee. Studiepunten: 7,5 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 60 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 45 NVT NVT NVT NVT 2 1,5 62 46,5 0 0 163,5 0 0 163,5 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: verbredend (niveau 2) In deze eerste OWE wordt de basis gelegd voor de minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie. De student maakt kennis met de verschillende 336 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 10. Competenties vormen van ondernemerschap en bedenkt een project of bedrijfsidee dat hij in de OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ gaat uitwerken. Voor de uitwerking maakt hij een actieplan / plan van aanpak. Voor deelname aan de minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie dient de propedeuse van de majoropleiding afgerond te zijn. In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies en talenten tot een idee voor een project of bedrijf te komen. Ook betrekt de student zelf verworven andere bronnen om tot een bedrijfsidee te komen. De student bestudeert hedendaagse en toekomstige trends en vertaalt deze naar kansen in de markt. Vanuit deze marktverkenning formuleert hij een idee en werkt deze uit in een concept businessmodel (volgens de richtlijnen van het Business Model Canvas). De bedoeling is dat hij dit concept in de OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ uitwerkt in een Business Model Canvas en bijbehorend Businessplan. Wat en hoe hij dat wil aanpakken beschrijft hij in een actieplan (plan van aanpak), dat onderdeel is van het ondernemerspaspoort. Het doen van onderzoek is onderdeel van het programma, waaronder het opstellen van een probleemstelling en onderzoeksvragen. Reflecteren op eigen kwaliteiten Denken en handelen vanuit de omgeving Ontwikkelen van business modellen Projectplanning maken Interviewen Onderzoeken Aan het einde van het onderdeel ‘Van idee naar business!’ laat de student zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een ondernemend project te formuleren dat hij in concept kan uitwerken in een Business Model Canvas. In een toetsbaar actieplan of plan van aanpak geeft de student aan welke stappen hij in de volgende OWE gaat nemen om dit concept nader uit te werken. Hiervoor zijn de volgende algemene beoordelingscriteria geformuleerd: 11. Beoordelingscriteria De student kan op basis van zijn interessegebied en zelfreflectie een startsituatie formuleren voor deze minor. De student heeft zich verdiept in ondernemerschap en heeft kennis gemaakt met een aantal ondernemers. De student kan ondernemende competenties herkennen en benoemen. De student heeft zijn ondernemende competenties getoetst in de praktijk in het project Business for You. Hij kan zijn eigen ondernemende competenties evalueren. De student kan voor zijn interessegebied relevante trends benoemen, analyseren en vertalen naar kansen in de markt. De student kan vanuit zijn startsituatie en trendanalyse een bedrijfs-/ projectidee formuleren en deze uitwerken in een conceptbusinessmodel. De student kan in zijn actieplan aangeven hoe hij zijn (concept-) business model in de volgende OWE uit gaat werken tot een Business Model Canvas (BMC). Dit actieplan is onderdeel van zijn Ondernemerspaspoort waarin hij zijn bevindingen gedurende deze OWE verantwoordt. 337 Een uitwerking met puntentoekenning van de beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de studiewijzer. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Ondernemerspaspoort Code deeltentamen VIBACP1A.0 Toetsvorm Rapport Individueel Ja Aantal examinatoren 1 Tentamenperiode n.v.t. Herkansing Ja, zie studiewijzer Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal Weging 100% van totale OWE 13. Verplichte literatuur Verplichte literatuur: Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generation. Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6. Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7 Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. % van totale OWE % van totale OWE De activiteiten voor deze OWE zijn als volgt ingericht: Ik als ondernemer – in dit onderdeel maakt de student kennis met de verschillende vormen van ondernemerschap, formuleert de student een interessegebied op basis van zijn drijfveren en talenten of andere bronnen en reflecteert hij op zichzelf als ondernemer. Business Kiemen – in dit onderdeel analyseert de student trends en relevante ontwikkelingen binnen zijn interessegebied en beoordeelt hij waar kansen liggen. Mijn idee in concept – in dit onderdeel werkt de student een kans uit in een concreet bedrijfs- of project idee op basis waarvan hij een concept businessmodel uitwerkt. Actieplan – in dit onderdeel werkt de student zijn idee uit in een actieplan (plan van aanpak) dat hij gedurende de rest van zijn minor kan uitwerken. 17. Activiteiten 18. Werkvormen Alle onderdelen dragen bij aan het beschreven beroepsproduct. Hoorcolleges worden ingezet voor theorie overdracht. Werkcolleges worden ingezet om onder begeleiding actief met de theorie aan de slag 338 te gaan. Werkgroepen worden ingezet om in kleinschalige groepen specifieke thema’s te belichten en worden ook ingezet om onder begeleiding van de docent opdrachten uit te voeren dan wel vragen te stellen aan de docent of coach. 19. Les-/contacturen Onderwijsweek Contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%. 1 9 2 12 3 12 4 9 5 3 6 x 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar Om het niveau te van deze OWE te verhogen is: Het voorbereiden van (markt)onderzoek aan het programma toegevoegd. Aan de OWE is toegevoegd dat studenten zelf een kritische houding ontwikkelen door zelf leerbronnen en theorieën met betrekking tot hun businessidee te zoeken. Er is theorie aan de OWE toegevoegd door middel van het boek van Mulder en Ten Cate Er is een interviewtraining aan het programma toegevoegd. Door middel van het project Business4You ervaren de studenten het ondernemerschap aan den lijve, een goede kennismaking met ondernemen. De aanwezigheidsplicht is afgenomen van 80% naar 75%. 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 339 OWE – beschrijving Business & Ondernemerschap Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Opleiding Business & Ondernemerschap (CBO) Minor Ondernemen Deze minor is geschikt voor alle niet-bedrijfskundige studenten of studenten die op basis van hun majoropleiding onvoldoende voorkennis hebben om deel te nemen aan de minor Ondernemen & Innovatie. Voor deelname aan de minor Ondernemen moet de student zijn propedeuse hebben afgerond. 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken Het starten en uitbouwen van een bedrijf of project 4. Centrale beroepstaak N.v.t. 5. Beroepsproducten Business Model Plan (project) Ontwikkelingsrapport (zelfreflectie) Studiepunten: 22,5 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding, coaching Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 200 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 150 4 8 6 1 0 161 6 0 0 0 463 0 0 630 Totaal Het niveau van deze OWE is: verbredend (niveau 2) 340 8. 9. Ingangseisen Algemene omschrijving 10. Competenties In de eerste OWE ‘Van Idee naar Business’ wordt de basis gelegd voor dit deel van de minor ondernemen. De student werkt een project of bedrijfsidee uit en maakt hiervoor een actieplan dat hij in deze tweede OWE ‘Business & Ondernemerschap’ gaat uitwerken in een businessplan. Voordat de student aan deze OWE mag deelnemen, moet hij aan de OWE ‘Van idee naar business’ hebben deelgenomen. Deze OWE is het vervolg op de OWE ‘van idee naar business’. In deze OWE werkt de student zijn actieplan / plan van aanpak uit dat hij in de vorige OWE gemaakt heeft. Daarbij krijgt hij de kennis en vaardigheden aangereikt die hij hierbij nodig heeft. Business planning Business modelling Zelfreflectie Creativiteit Proactiviteit Omgevingssensitiviteit Overtuigingskracht Discipline Mondeling presenteren In deze OWE werkt de student aan zijn beroepsproduct. Hij wordt hierbij beoordeeld op de volgende criteria: o o o o 11. Beoordelingscriteria o o o De student heeft aangetoond dat de eindresultaten die beschreven staan in het ondernemerspaspoort zijn behaald en heeft gereflecteerd op het proces dat hiertoe heeft geleid: De student kan zijn eigen planning bewaken en bijsturen en stemt dit tijdig af met zijn coach. De student kent het effect van samenwerken en weet dit op een dusdanige wijze in te zetten dat hij er voordeel uit kan halen voor zijn eigen project. De student weet hij hoe feedback van anderen kan inzetten ter verbetering van zijn eigen producten. De student kan relevante opgedane kennis aantoonbaar toepassen in zijn eigen projectuitvoering en weet deze ook te delen met anderen. De student kan zijn eindproduct presenteren in een eindpitch. De student heeft de basiskennis, inzichten en vaardigheden ten behoeve van het opstarten en managen van het kleinbedrijf in de eerste fase van de onderneming op de juiste manier toegepast: De student kan aan het einde van het onderdeel strategie de kernactiviteiten, de kernresources en de strategische partners bepalen om zijn businessconcept en businesscase waar te maken en weet daarbij te bepalen wie en wat hij nodig hebt om zijn bedrijfsidee te kunnen starten. De student kan aan het einde van het onderdeel marketing een business concept vormgeven en laat hij zien dat hij aantoonbaar marktonderzoek gedaan heeft naar de (commerciële) haalbaarheid van zijn businessconcept/-idee. 341 o o o De student kan aan het einde van het onderdeel financiën de financiële haalbaarheid van zijn business concept berekenen, beoordelen en de bijbehorende risico’s identificeren. De student kan aan het eind van het onderdeel financiën een beperkte bedrijfsadministratie opzetten en bijhouden èn een liquiditeitsplanning en exploitatiebegroting opstellen. De student kan aan het einde van het onderdeel ondernemingsplan een bedrijfsidee op basis van het business canvasmodel vertalen naar een ondernemingsplan. De student heeft aan het einde van de carrouseltrainingen bepaalde basisvaardigheden op gebied van ondernemerschap opgedaan die hij op de juiste wijze toepast binnen zijn project: o Verkopen: De student kan zijn eigen product of dienst goed vertalen naar de behoeften van de (potentiële) klant om zo een goed aanbod neer te leggen. o Netwerken: De student kan een netwerkgesprek voeren waarin hij zichzelf positief presenteert en waarin hij afstemt op de behoeften van de toehoorder. o Personal Branding: De student laat zien dat hij zich bewust is van zijn onderscheidende, toegevoegde innerlijke waarden en uiterlijkheden en dat hij deze kan inzetten om zichzelf als een merk te vermarkten. o Beïnvloeden met communicatie: De student weet hoe hij meer grip op zijn omgeving uit kan oefenen door op een slimme manier te communiceren. o Inkopen & Onderhandelen: De student kent de verschillende onderhandelingsstijlen en kan deze toepassen in de gegeven situaties binnen zijn functie en rol als inkoper. Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren / deze staan op Scholar. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Business Model Plan Reflectieverslag Toets Financiën Code deeltentamen CBOBMP1A.7 CBOZFR1A.5 CBOTFI1A.1 Toetsvorm Rapport Verslag Tentamen Individueel Max. groep van 2 Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode Periode 2 en 4 Periode 2 en 4 Periode 2 en 4 Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Duur Nvt Nvt 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 342 20 % van totale OWE Weging 50 % van totale OWE Naam deeltentamen Toets Marketing/Strategie Presentatie Marktonderzoek Eindpitch Code deeltentamen CBOTMS1A.1 CBOPMO1A.6 CBOPIT1A.6 Toetsvorm Tentamen Presentatie Presentatie Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 2 2 Tentamenperiode Periode 2 en 4 Periode 2 en 4 Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Periode 2 en 4 Ja, zie studiewijzer Duur 120 minuten 5 minuten 2 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 V V Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 10 % van totale OWE Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 0 % van totale 0 % van 20 % van totale OWE OWE totale OWE Project: Osterwalder en Y. Pigneur (2011), Business Model Generatie NLeditie, Wolters Kluwer, ISBN 978-90-13-07408-6 (Let op: Hetzelfde boek als in OWE 1) Financiën: Heezen, A.W.W. en Wittenberg, F.H (2011 nieuwe druk). Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie. Wolters-Noordhoff B.V. ISBN: 978-90-0179771-3 Heezen, A.W.W., Wittenberg, F.H. (2007). Ondernemingsplan & financiële besturing.(2e druk). Heezen/Wittenberg: WoltersNoordhoff. ISBN: 978-90-01-37637-6 Syllabus/Scholar: o Business & ondernemerschap o Hoofdstuk 4 uit: Financieel management voor ondernemers MKB, A.W.W. Heezen en A.C.L. Kroot, Wolters-Noordhoff BV. Strategie: Van Dam, N.H.M.; Marcus, J.A., (2012). Een praktijkgerichte benadering van organisatie & management. Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN: 978-90-01-80967-6 Marketing: Roes, M. Marketingplan voor ondernemers in het MKB. Noordhoff Uitgevers BV. ISBN: 978-90-01-70978-5 Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar. 343 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. Gedurende deze OWE werkt de student aan het uitwerken van zijn bedrijfs-/projectidee tot een BusinessPlan mede gebaseerd op de bouwstenen van het Business Model Canvas met bijbehorend rapport. Hij doorloopt hierbij de volgende stappen: Kennis opdoen die nodig is voor het uitwerken van het Business Model Plan Analyse en onderzoek doen naar relevante aspecten op de 9 gebieden van het Business Model Canvas Vertalen van de analyses en onderzoeken naar een Business Model Plan 17. Activiteiten Hierbij krijgt hij op de volgende manieren kennis aangereikt. Kennispakket ondernemerschap – Tijdens de onderdelen van het kennispakket ondernemerschap krijgt de student de ‘harde’ kennis van het ondernemerschap aangeboden om de samenhang en reikwijdte van de verschillende bedrijfsonderdelen te overzien en toe te passen in het eigen project. Het kennispakket ondernemerschap bestaat uit de volgende onderdelen: o Marketing - In deze module leert de student hoe hij een propositie en alle aspecten daarvan formuleert en op basis hiervan onderzoek doet naar de doelgroep, hoe deze te benaderen en hoe het product of de dienst bij de doelgroep terecht gaat/moet komen. o Financiën – In deze module leert de student hoe hij zijn Business Plan op basis van het Business Model Canvas financieel kan onderbouwen en hoe hij een basisadministratie voert. Daarnaast krijgt de student meer inzicht in het financieel reilen en zeilen van een bedrijf en in de samenhang tussen het Business concept, de gemaakte strategische keuzes en de financiële gevolgen van keuzes of verandering in deze onderdelen. o Strategie & Innovatie - De strategische activiteiten, ressources en partnerships zijn onderdeel van een groter geheel, het business model. Veranderingen op de boven genoemde onderdelen hebben consequenties op de overige onderdelen van het business model, en vice versa. Tevens komt het belang van innovatie bij het opzetten van een business concept aan bod. Aan het einde van deze module weet de student de samenhang met de andere modules te benoemen. o Ondernemingsplan - Met deze module wordt het kennispakket Ondernemerschap afgesloten. De kennis die in de voorafgaande onderdelen is opgedaan, respectievelijk het business model, wordt hier vertaald naar een concreet document t.b.v. financiering: het ondernemingsplan. Carrousel trainingen - In de carrousel worden vijf trainingen tegelijk aangeboden. De student kiest de training die voor hem relevant is en volgt deze. Er worden drie carrousels per semester 344 aangeboden; studenten schrijven zich van tevoren in op de trainingen. De student doorloopt in totaal drie vaardigheidstrainingen. De volgende carrousels worden aangeboden. Verkopen Netwerken Personal Branding Inkopen Beïnvloeden /Communicatie Expert/actualiteitenbijeenkomsten - Gedurende de actualiteiten/expertbijeenkomsten krijgen de studenten specialistische kennis aangereikt die zij kunnen gebruiken bij het uitvoeren van hun project. Gedurende het proces krijgt de student een coach toegewezen waarmee hij de volgende activiteiten onderneemt: Methodische reflectie met als doel eigen leerproces te volgen en ontwikkelen naar meer bewust en bekwaam Intervisies in de groep De mogelijkheid tot 1 op 1 coaching tijdens spreekuren Hoorcolleges worden ingezet voor kennisoverdracht. Deze colleges worden per vak en gecombineerd (meerdere vakgebieden/vakdocenten op hetzelfde moment) aangeboden. Werkcolleges worden ingezet om onder begeleiding het geleerde in de praktijk te brengen. Werkbijeenkomsten worden ingezet op momenten dat studenten zelfstandig met een opdracht aan de slag gaan en een docent kunnen raadplegen bij problemen of vragen. Gedurende het project werkt de student voornamelijk zelfstandig aan het uitvoeren van zijn project. Hij krijgt hierbij ondersteuning van een coach. Hierbij worden intervisies ingezet om thema’s met elkaar te delen en daarvan te leren. Bezoeken van ondernemersbijeenkomsten en netwerkbijeenkomsten is onderdeel van het programma. 18. Werkvormen 19. Les-/contacturen Onderwijsweek Contacturen (periode 1/3) Onderwijsweek Contacturen (periode 2/4) Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 16 12 16 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 16 9 16 12 13 10 9 x x x 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3 (start OWE), doorlopend in periode 2 en 4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar Het aantal contacturen is verhoogd. Het doen van marktonderzoek is veel zwaarder aangezet. Studenten dienen vier netwerkbijeenkomsten te bezoeken, kortom de student wordt meer het ondernemersveld ingestuurd. Zowel de presentatie van het marktonderzoek als de eindpitch is een beoordelingsmoment geworden. 345 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 346 OWE – beschrijving Minor Ondernemen 2014 – 2015 DT OWE – beschrijving Van Idee naar Business Titel onderwijseenheid (OWE) Van Idee naar Business (VID) deeltijd 1. Opleiding Minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak NVT 5. Beroepsproducten In deze OWE werkt de student een aantal opdrachten uit in een ondernemerspaspoort, met daarin een actieplan/plan van aanpak voor het uitwerken van een bedrijfs- of projectidee. Deze OWE is voor alle studenten die deelnemen aan de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie. Op basis van een eigen interessegebied kansen in de markt in kaart brengen. Vanuit deze marktverkenning een voorstel uitwerken voor een bedrijfs- of projectidee. Dit bedrijfs- of projectidee verwerken in een plan van aanpak voor de rest van de minor. Studiepunten: 7,5 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 42 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 31,5 NVT NVT NVT NVT 2 1,5 44 33 0 0 177 0 0 177 347 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 10. Competenties Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: verbredend (niveau 2) In deze eerste OWE wordt de basis gelegd voor de minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie. De student maakt kennis met de verschillende vormen van ondernemerschap en bedenkt een project of bedrijfsidee dat hij in de OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ gaat uitwerken. Voor de uitwerking maakt hij een actieplan / plan van aanpak. Voor deelname aan de minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie dient de propedeuse van de majoropleiding afgerond te zijn. In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies en talenten tot een idee voor een project of bedrijf te komen. Ook betrekt de student zelf verworven andere bronnen om tot een bedrijfsidee te komen. De student bestudeert hedendaagse en toekomstige trends en vertaalt deze naar kansen in de markt. Vanuit deze marktverkenning formuleert hij een idee en werkt deze uit in een concept businessmodel (volgens de richtlijnen van het Business Model Canvas). De bedoeling is dat hij dit concept in de OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ uitwerkt in een Business Model Canvas en bijbehorend Businessplan. Wat en hoe hij dat wil aanpakken beschrijft hij in een actieplan (plan van aanpak), dat onderdeel is van het ondernemerspaspoort. Het doen van onderzoek is onderdeel van het programma, waaronder het opstellen van een probleemstelling en onderzoeksvragen. Reflecteren op eigen kwaliteiten Denken en handelen vanuit de omgeving Ontwikkelen van business modellen Projectplanning maken Interviewen Onderzoeken Aan het einde van het onderdeel ‘Van idee naar business!’ laat de student zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een ondernemend project te formuleren dat hij in concept kan uitwerken in een Business Model Canvas. In een toetsbaar actieplan of plan van aanpak geeft de student aan welke stappen hij in de volgende OWE gaat nemen om dit concept nader uit te werken. Hiervoor zijn de volgende algemene beoordelingscriteria geformuleerd: 11. Beoordelingscriteria De student kan op basis van zijn interessegebied en zelfreflectie een startsituatie formuleren voor deze minor. De student kan voor zijn interessegebied relevante trends benoemen, analyseren en vertalen naar kansen in de markt. De student kan vanuit zijn startsituatie en trendanalyse een bedrijfsof projectidee formuleren en deze uitwerken in een concept businessmodel. De student kan in zijn actieplan aangeven hoe hij zijn (concept) business model in de volgende OWE uit gaat werken tot een Business Model Canvas (BMC). Dit actieplan is onderdeel van zijn Ondernemerspaspoort waarin hij zijn bevindingen gedurende deze OWE verantwoordt. Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de studiewijzer. 348 12. Tentaminering Naam deeltentamen Ondernemerspaspoort Code deeltentamen VIBACP1A.0 Toetsvorm Rapport Individueel Ja Aantal examinatoren 1 Tentamenperiode n.v.t. Herkansing Ja, zie studiewijzer Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal Weging 100% van totale OWE 13. Verplichte literatuur Verplichte literatuur: Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generation. Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6. Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7 Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. % van totale OWE % van totale OWE De activiteiten voor deze OWE zijn als volgt ingericht: Ik als ondernemer – in dit onderdeel maakt de student kennis met de verschillende vormen van ondernemerschap, formuleert de student een interessegebied op basis van zijn drijfveren en talenten of andere bronnen en reflecteert hij op zichzelf als ondernemer. Business Kiemen – in dit onderdeel analyseert de student trends en relevante ontwikkelingen binnen zijn interessegebied en beoordeelt hij waar kansen liggen. Mijn idee in concept – in dit onderdeel werkt de student een kans uit in een concreet bedrijfs- of project idee op basis waarvan hij een concept businessmodel uitwerkt. Actieplan – in dit onderdeel werkt de student zijn idee uit in een actieplan (plan van aanpak) dat hij gedurende de rest van zijn minor kan uitwerken. 17. Activiteiten 18. Werkvormen Alle onderdelen dragen bij aan het beschreven beroepsproduct. Hoorcolleges worden ingezet voor theorie overdracht. Werkcolleges worden ingezet om onder begeleiding actief met de theorie aan de slag te gaan. Werkgroepen worden ingezet om in kleinschalige groepen 349 specifieke thema’s te belichten en worden ook ingezet om onder begeleiding van de docent opdrachten uit te voeren dan wel vragen te stellen aan de docent of coach. 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%. Onderwijsweek Contacturen 1 9 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar Om het niveau te van deze OWE te verhogen is: Het voorbereiden van (markt)onderzoek aan het programma toegevoegd. Aan de OWE is toegevoegd dat studenten zelf een kritische houding ontwikkelen door zelf leerbronnen en theorieën met betrekking tot hun businessidee te zoeken. Er is theorie aan de OWE toegevoegd door middel van het boek van Mulder en Ten Cate Er is een interviewtraining aan het programma toegevoegd. De aanwezigheidsplicht is afgenomen van 80% naar 75%. 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 2 9 3 9 4 4,5 5 x 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 350 9 10 OWE – beschrijving Business & Ondernemerschap Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak 4. 5. Beroepsproducten Business & Ondernemerschap (CBD) Minor Ondernemen Deze minor is geschikt voor alle niet-bedrijfskundige studenten of studenten die op basis van hun majoropleiding onvoldoende voorkennis hebben om deel te nemen aan de minor Ondernemen & Innovatie. Voor deelname aan de minor Ondernemen moet de student zijn propedeuse hebben afgerond. Het starten en uitbouwen van een bedrijf of project N.v.t. Business Model Plan (project) Ontwikkelingsrapport (zelfreflectie) Studiepunten: 22,5 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding, coaching Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 156 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 117 4 8 6 1 0 128 6 0 0 0 496 0 0 630 Totaal Het niveau van deze OWE is: verbredend (niveau 2) 351 8. 9. Ingangseisen Algemene omschrijving 10. Competenties In de eerste OWE ‘Van Idee naar Business’ wordt de basis gelegd voor dit deel van de minor ondernemen. De student werkt een project of bedrijfsidee uit en maakt hiervoor een actieplan dat hij in deze tweede OWE ‘Business & Ondernemerschap’ gaat uitwerken in een businessplan. Voordat de student aan deze OWE mag deelnemen, moet hij aan de OWE ‘Van idee naar business’ hebben deelgenomen. Deze OWE is het vervolg op de OWE ‘van idee naar business’. In deze OWE werkt de student zijn actieplan / plan van aanpak uit dat hij in de vorige OWE gemaakt heeft. Daarbij krijgt hij de kennis en vaardigheden aangereikt die hij hierbij nodig heeft. Business planning Business modelling Zelfreflectie Creativiteit Proactiviteit Omgevingssensitiviteit Overtuigingskracht Discipline Mondeling presenteren In deze OWE werkt de student aan zijn beroepsproduct. Hij wordt hierbij beoordeeld op de volgende criteria: De student heeft aangetoond dat de eindresultaten die beschreven staan in het ondernemerspaspoort zijn behaald en heeft gereflecteerd op het proces dat hiertoe heeft geleid: o De student kan zijn eigen planning bewaken en bijsturen en stemt dit tijdig af met zijn coach. o De student kent het effect van samenwerken en weet dit op een dusdanige wijze in te zetten dat hij er voordeel uit kan halen voor zijn eigen project. o De student weet hij hoe feedback van anderen kan inzetten ter verbetering van zijn eigen producten. o De student kan relevante opgedane kennis aantoonbaar toepassen in zijn eigen projectuitvoering en weet deze ook te delen met anderen. o De student kan zijn eindproduct presenteren in een eindpitch. De student heeft de basiskennis, inzichten en vaardigheden ten behoeve van het opstarten en managen van het kleinbedrijf in de eerste fase van de onderneming op de juiste manier toegepast: o De student kan aan het einde van het onderdeel strategie de kernactiviteiten, de kernresources en de strategische partners bepalen om zijn businessconcept en businesscase waar te maken en weet daarbij te bepalen wie en wat hij nodig hebt om zijn bedrijfsidee te kunnen starten. o De student kan aan het einde van het onderdeel marketing een business concept vormgeven en laat hij zien dat hij aantoonbaar marktonderzoek gedaan heeft naar de (commerciële) haalbaarheid van zijn businessconcept/-idee. o De student kan aan het einde van het onderdeel financiën de financiële haalbaarheid van zijn business concept berekenen, beoordelen en de bijbehorende risico’s identificeren. 11. Beoordelingscriteria 352 o o De student kan aan het eind van het onderdeel financiën een beperkte bedrijfsadministratie opzetten en bijhouden èn een liquiditeitsplanning en exploitatiebegroting opstellen. De student kan aan het einde van het onderdeel ondernemingsplan een bedrijfsidee op basis van het business canvasmodel vertalen naar een ondernemingsplan. De student heeft aan het einde van de carrouseltrainingen bepaalde basisvaardigheden op gebied van ondernemerschap opgedaan die hij op de juiste wijze toepast binnen zijn project: o Verkopen: De student kan zijn eigen product of dienst goed vertalen naar de behoeften van de (potentiële) klant om zo een goed aanbod neer te leggen. o Netwerken: De student kan een netwerkgesprek voeren waarin hij zichzelf positief presenteert en waarin hij afstemt op de behoeften van de toehoorder. o Personal Branding: De student laat zien dat hij zich bewust is van zijn onderscheidende, toegevoegde innerlijke waarden en uiterlijkheden en dat hij deze kan inzetten om zichzelf als een merk te vermarkten. o Beïnvloeden met communicatie: De student weet hoe hij meer grip op zijn omgeving uit kan oefenen door op een slimme manier te communiceren. o Inkopen & Onderhandelen: De student kent de verschillende onderhandelingsstijlen en kan deze toepassen in de gegeven situaties binnen zijn functie en rol als inkoper. Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren / deze staan op Scholar. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Business Model Plan Reflectieverslag Toets Financiën Code deeltentamen CBDBMP1A.7 CBDZFR1A.5 CBDTFI1A.1 Toetsvorm Rapport Verslag Tentamen Individueel Max. groep van 2 Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode Periode 2 en 4 Periode 2 en 4 Periode 2 en 4 Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Duur Nvt Nvt 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 20 % van totale 50 % van totale OWE 10 % van totale OWE OWE 353 Naam deeltentamen Toets Marketing/Strategie Presentatie Marktonderzoek Eindpitch Code deeltentamen CBDTMS1A.1 CBDPMO1A.6 CBDPIT1A.6 Toetsvorm Tentamen Presentatie Presentatie Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 2 2 Tentamenperiode Periode 2 en 4 Periode 2 en 4 Periode 2 en 4 Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Duur 120 minuten 5 minuten 2 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 V V Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 0 % van totale 0 % van totale 20 % van totale OWE OWE OWE Project: Osterwalder en Y. Pigneur (2011), Business Model Generatie NLeditie, Wolters Kluwer, ISBN 978-90-13-07408-6 (Let op: Hetzelfde boek als in OWE 1) Financiën: Heezen, A.W.W. en Wittenberg, F.H (2011 nieuwe druk). Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie. WoltersNoordhoff B.V. ISBN: 978-90-01-79771-3 Heezen, A.W.W., Wittenberg, F.H. (2007). Ondernemingsplan & financiële besturing.(2e druk). Heezen/Wittenberg: WoltersNoordhoff. ISBN: 978-90-01-37637-6 Syllabus/Scholar: o Business & ondernemerschap o Hoofdstuk 4 uit: Financieel management voor ondernemers MKB, A.W.W. Heezen en A.C.L. Kroot, Wolters-Noordhoff BV. Strategie: Van Dam, N.H.M.; Marcus, J.A., (2012). Een praktijkgerichte benadering van organisatie & management. Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN: 978-90-01-80967-6 Marketing: Roes, M. Marketingplan voor ondernemers in het MKB. Noordhoff Uitgevers BV. ISBN: 978-90-01-70978-5 Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. 354 Gedurende deze OWE werkt de student aan het uitwerken van zijn bedrijfs-/projectidee tot een BusinessPlan mede gebaseerd op de bouwstenen van het Business Model Canvas met bijbehorend rapport. Hij doorloopt hierbij de volgende stappen: Kennis opdoen die nodig is voor het uitwerken van het Business Model Plan Analyse en onderzoek doen naar relevante aspecten op de 9 gebieden van het Business Model Canvas Vertalen van de analyses en onderzoeken naar een Business Model Plan 17. Activiteiten Hierbij krijgt hij op de volgende manieren kennis aangereikt. Kennispakket ondernemerschap – Tijdens de onderdelen van het kennispakket ondernemerschap krijgt de student de ‘harde’ kennis van het ondernemerschap aangeboden om de samenhang en reikwijdte van de verschillende bedrijfsonderdelen te overzien en toe te passen in het eigen project. Het kennispakket ondernemerschap bestaat uit de volgende onderdelen: o Marketing - In deze module leert de student hoe hij een propositie en alle aspecten daarvan formuleert en op basis hiervan onderzoek doet naar de doelgroep, hoe deze te benaderen en hoe het product of de dienst bij de doelgroep terecht gaat/moet komen. o Financiën – In deze module leert de student hoe hij zijn Business Plan op basis van het Business Model Canvas financieel kan onderbouwen en hoe hij een basisadministratie voert. Daarnaast krijgt de student meer inzicht in het financieel reilen en zeilen van een bedrijf en in de samenhang tussen het Business concept, de gemaakte strategische keuzes en de financiële gevolgen van keuzes of verandering in deze onderdelen. o Strategie & Innovatie - De strategische activiteiten, ressources en partnerships zijn onderdeel van een groter geheel, het business model. Veranderingen op de boven genoemde onderdelen hebben consequenties op de overige onderdelen van het business model, en vice versa. Tevens komt het belang van innovatie bij het opzetten van een business concept aan bod. Aan het einde van deze module weet de student de samenhang met de andere modules te benoemen. o Ondernemingsplan - Met deze module wordt het kennispakket Ondernemerschap afgesloten. De kennis die in de voorafgaande onderdelen is opgedaan, respectievelijk het business model, wordt hier vertaald naar een concreet document t.b.v. financiering: het ondernemingsplan. Carrousel trainingen - In de carrousel worden vijf trainingen tegelijk aangeboden. De student kiest de training die voor hem relevant is en volgt deze. Er worden drie carrousels per semester aangeboden; studenten schrijven zich van tevoren in op de trainingen. De student doorloopt in totaal drie vaardigheidstrainingen. De volgende carrousels worden aangeboden. Verkopen Netwerken Personal Branding 355 18. Werkvormen Inkopen Beïnvloeden /Communicatie Expert/actualiteitenbijeenkomsten - Gedurende de actualiteiten/expertbijeenkomsten krijgen de studenten specialistische kennis aangereikt die zij kunnen gebruiken bij het uitvoeren van hun project. Gedurende het proces krijgt de student een coach toegewezen waarmee hij de volgende activiteiten onderneemt: Methodische reflectie met als doel eigen leerproces te volgen en ontwikkelen naar meer bewust en bekwaam Intervisies in de groep De mogelijkheid tot 1 op 1 coaching tijdens spreekuren Hoorcolleges worden ingezet voor kennisoverdracht. Deze colleges worden per vak en gecombineerd (meerdere vakgebieden/vakdocenten op hetzelfde moment) aangeboden. Werkcolleges worden ingezet om onder begeleiding het geleerde in de praktijk te brengen. Werkbijeenkomsten worden ingezet op momenten dat studenten zelfstandig met een opdracht aan de slag gaan en een docent kunnen raadplegen bij problemen of vragen. Gedurende het project werkt de student voornamelijk zelfstandig aan het uitvoeren van zijn project. Hij krijgt hierbij ondersteuning van een coach. Hierbij worden intervisies ingezet om thema’s met elkaar te delen en daarvan te leren. Bezoeken van ondernemersbijeenkomsten en netwerkbijeenkomsten is onderdeel van het programma. 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%. Onderwijsweek Contacturen 1 2 3 4 5 9 6 9 7 9 8 9 9 9 10 9 1 9 2 9 3 9 4 9 5 9 6 9 7 9 8 x 9 x 10 x 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3 (start OWE), doorlopend in periode 2 en 4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling Het doen van marktonderzoek is veel zwaarder aangezet. Studenten dienen vier netwerkbijeenkomsten te bezoeken, kortom de student wordt meer het ondernemersveld ingestuurd. Zowel de presentatie van het marktonderzoek als de eindpitch is een beoordelingsmoment geworden. n.v.t. 356 OWE - beschrijving minor Ondernemen & Innovatie 2014-2015 VT OWE – beschrijving Van Idee naar Business Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Opleiding Van Idee naar Business (VID) voltijd Minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie Deze OWE is voor alle studenten die deelnemen aan de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie. Op basis van een eigen interessegebied kansen in de markt in kaart brengen. Vanuit deze marktverkenning een voorstel uitwerken voor een bedrijfs- of projectidee. Dit bedrijfs- of projectidee verwerken in een plan van aanpak voor de rest van de minor. 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak NVT 5. Beroepsproducten In deze OWE werkt de student een aantal opdrachten uit in een ondernemerspaspoort, met daarin een actieplan/plan van aanpak voor het uitwerken van een bedrijfs- of projectidee. Studiepunten: 7,5 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 60 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 45 NVT NVT NVT NVT 2 1.5 62 46,5 0 0 163,5 0 0 163,5 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: verdiepend (niveau 3) In deze eerste OWE wordt de basis gelegd voor de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie. De student maakt kennis met de verschillende 357 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria vormen van ondernemerschap en bedenkt een project of bedrijfsidee dat hij in de OWE ‘Business & Innovatie’ of ‘Business & Ondernemerschap gaat uitwerken. Voor de uitwerking maakt hij een actieplan / plan van aanpak. Voor deelname aan de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie dient de propedeuse van de majoropleiding afgerond te zijn. In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies en talenten tot een idee voor een project of bedrijf te komen. Ook betrekt de student zelf verworven andere bronnen om tot een bedrijfsidee te komen. De student bestudeert hedendaagse en toekomstige trends en vertaalt deze naar kansen in de markt. Vanuit deze marktverkenning formuleert hij een idee en werkt deze uit in een concept businessmodel (volgens de richtlijnen van het Business Model Canvas). De bedoeling is dat hij dit concept in de OWE Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ uitwerkt in een Business Model Canvas en bijbehorend Businessplan. Wat en hoe hij dat wil aanpakken beschrijft hij in een actieplan (plan van aanpak), dat onderdeel is van het ondernemerspaspoort. Het doen van onderzoek is onderdeel van het programma, waaronder het opstellen van een probleemstelling en onderzoeksvragen. Reflecteren op eigen kwaliteiten Denken en handelen vanuit de omgeving Ontwikkelen van business modellen Projectplanning maken Interviewen Onderzoeken Aan het einde van het onderdeel ‘Van idee naar business!’ laat de student zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een ondernemend project te formuleren dat hij in concept kan uitwerken in een Business Model Canvas. In een toetsbaar actieplan of plan van aanpak geeft de student aan welke stappen hij in de volgende OWE gaat nemen om dit concept nader uit te werken. Hiervoor zijn de volgende algemene beoordelingscriteria geformuleerd: De student kan op basis van zijn interessegebied en zelfreflectie een startsituatie formuleren voor deze minor. De student heeft zich verdiept in ondernemerschap en heeft kennis gemaakt met een aantal ondernemers. De student kan ondernemende competenties herkennen en benoemen. De student heeft zijn ondernemende competenties getoetst in de praktijk in het project Business for You. Hij kan zijn eigen ondernemende competenties evalueren. De student kan voor zijn interessegebied relevante trends benoemen, analyseren en vertalen naar kansen in de markt. De student kan vanuit zijn startsituatie en trendanalyse een bedrijfs-/ projectidee formuleren en deze uitwerken in een conceptbusinessmodel. De student kan in zijn actieplan aangeven hoe hij zijn (concept-) business model in de volgende OWE uit gaat werken tot een Business Model Canvas (BMC). Dit actieplan is onderdeel van zijn Ondernemerspaspoort waarin hij zijn bevindingen gedurende deze OWE verantwoordt. Een uitwerking met puntentoekenning van de beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de studiewijzer. 358 12. Tentaminering Naam deeltentamen Ondernemerspaspoort Code deeltentamen VIBACP1A.0 Toetsvorm Rapport Individueel Ja Aantal examinatoren 1 Tentamenperiode n.v.t. Herkansing Ja Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal Weging 100% van totale OWE 13. Verplichte literatuur Verplichte literatuur: Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generation. Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6. Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7 Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. % van totale OWE % van totale OWE De activiteiten voor deze OWE zijn als volgt ingericht: Ik als ondernemer – in dit onderdeel maakt de student kennis met de verschillende vormen van ondernemerschap, formuleert de student een interessegebied op basis van zijn drijfveren en talenten of andere bronnen en reflecteert hij op zichzelf als ondernemer. Business Kiemen – in dit onderdeel analyseert de student trends en relevante ontwikkelingen binnen zijn interessegebied en beoordeelt hij waar kansen liggen. Mijn idee in concept – in dit onderdeel werkt de student een kans uit in een concreet bedrijfs- of project idee op basis waarvan hij een concept businessmodel uitwerkt. Actieplan – in dit onderdeel werkt de student zijn idee uit in een actieplan (plan van aanpak) dat hij gedurende de rest van zijn minor kan uitwerken. 17. Activiteiten 18. Werkvormen Alle onderdelen dragen bij aan het beschreven beroepsproduct. Hoorcolleges worden ingezet voor theorie overdracht. Werkcolleges worden ingezet om onder begeleiding actief met de theorie aan de slag te gaan. Werkgroepen worden ingezet om in kleinschalige groepen specifieke thema’s te belichten en worden ook ingezet om onder 359 begeleiding van de docent opdrachten uit te voeren dan wel vragen te stellen aan de docent of coach. 19. Les-/contacturen Onderwijsweek Contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%. 1 9 2 12 3 12 4 9 5 3 6 x 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar Om het niveau te van deze OWE te verhogen is: Het voorbereiden van (markt)onderzoek aan het programma toegevoegd. Aan de OWE is toegevoegd dat studenten zelf een kritische houding ontwikkelen door zelf leerbronnen en theorieën met betrekking tot hun businessidee te zoeken. Er is theorie aan de OWE toegevoegd door middel van het boek van Mulder en Ten Cate Er is een interviewtraining aan het programma toegevoegd. Door middel van het project Business4You ervaren de studenten het ondernemerschap aan den lijve, een goede kennismaking met ondernemen. De aanwezigheidsplicht is afgenomen van 80% naar 75%. 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 360 OWE – beschrijving Business & Innovatie Titel onderwijseenheid (OWE) Business & Innovatie (BBI) 1. Opleiding Minor Ondernemen & Innovatie Doelgroep De minor is bedoeld voor alle bedrijfskundige studenten die toestemming hebben om de minor Ondernemen & Innovatie te volgen en in het bezit van de propedeuse zijn. Bedrijfskundige studenten zijn studenten die in ieder geval de basiskennis hebben van: 2. 3. 4. 5. Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak Beroepsproducten Marketing Bedrijfseconomie Het starten en uitbouwen van een bedrijf of project. Het doorvoeren en implementeren van innovaties. N.v.t. Business Model Plan (project) Innovatieanalyse (praktijkopdracht) Ontwikkelingsrapport (zelfreflectie) Studiepunten: 22,5 EC Studiepunten/ studielast Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding, coaching Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 176 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 132 4 0 10 0 146 2 0 0 0 482 0 0 361 Totaal 0 630 Totaal Het niveau van deze OWE is: verdiepend (niveau 3) 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 10. Competenties In de eerste OWE van de minor “Van idee naar business”, in het bijzonder in het onderdeel “mijn idee in concept” hebben de studenten al hun idee omgezet in een eerste versie Business Model Canvas (BMC), het startpunt van deze OWE. In de verdiepingsslag wordt dit opgepakt. Er wordt in detail ingegaan op de volgende onderwerpen: Business model patronen: veel voorkomende typen businessmodellen Het ontwerpen van businessmodellen inclusief technieken Strategische overwegingen en keuzen Verdienmodellen Relatie businessmodel met businessplan Kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden Voordat de student aan deze OWE mag deelnemen, moet hij aan de OWE ‘Van idee naar business’ hebben deelgenomen. Deze OWE is het vervolg op de OWE ‘van idee naar business’. In deze OWE werkt de student zijn actieplan/plan van aanpak en zijn business model verder uit dat hij in de vorige OWE gemaakt heeft. De student gaat hierbij specifiek in op de manier waarop hij zijn businessmodel kan gebruiken om te innoveren. Daarbij krijgt hij kennis en vaardigheden aangereikt. Business modelling Business Development Kennis van innovatie Zelfreflectie In deze OWE werkt de student aan zijn beroepsproducten. Hij wordt hierbij beoordeeld op de volgende criteria: De student heeft aangetoond dat de eindresultaten die beschreven staan in het ondernemerspaspoort (van de OWE VIB) zijn behaald en er is gereflecteerd op het proces dat hiertoe heeft geleid. o De student kan zijn eigen planning bewaken en bijsturen en stemt dit tijdig af met zijn coach. o De student kent het effect van samenwerken en weet dit op een dusdanige wijze in te zetten dat hij er voordeel uit kan halen voor zijn eigen project. o De student weet hij hoe feedback van anderen kan inzetten ter verbetering van zijn eigen producten. o De student kan relevante opgedane kennis aantoonbaar toepassen in zijn eigen projectuitvoering en weet deze ook te delen met anderen. o De student kan zijn eindproduct presenteren in een eindpitch. De student heeft kennis, inzichten en vaardigheden ten behoeve van het doorvoeren van innovaties of het verbeteren van bedrijfsaspecten op een juiste manier toegepast. 11. Beoordelingscriteria 362 o o o o o o De student kan de belangrijkste thema’s over businessmodellen uitleggen en toepassen op de in de lessen aangereikte cases, in zijn businessplan en in de innovatiescan. De student kan de belangrijkste theorieën en thema’s over innovatie uitleggen en toepassen op de in de lessen aangereikte cases, in zijn businessplan en in de innovatiescan. De student kan op basis van een innovatiemodel samenhang en structuur tussen verschillende onderdelen van de thema’s van innovatie beschrijven en toepassen op de in de lessen aangereikte cases, op zijn eigen project en op bedrijfsinnovaties in de eigen organisatie en in de gastorganisatie. De student kan een innovatieproces op correcte wijze als bedrijfsproces beschrijven en opstellen. De student weet een bewuste keuzes te maken uit verschillende methoden en tools, deze keuzes nader toe te lichten en waar mogelijk toe te passen in de, tijdens de lessen aangereikte, casussen en in de advisering van de gastorganisatie. De student kan zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek verrichten. De student heeft aan het einde van de carrouseltrainingen bepaalde basisvaardigheden op gebied van ondernemerschap opgedaan die hij op de juiste wijze toepast binnen zijn project: o Verkopen: De student kan zijn eigen product of dienst goed vertalen naar de behoeften van de (potentiële) klant om zo een goed aanbod neer te leggen. o Netwerken: De student kan een netwerkgesprek voeren waarin hij zichzelf positief presenteert en waarin hij afstemt op de behoeften van de toehoorder. o Personal Branding: De student laat zien dat hij zich bewust is van zijn onderscheidende, toegevoegde innerlijke waarden en uiterlijkheden en dat hij deze kan inzetten om zichzelf als een merk te vermarkten. o Beïnvloeden met communicatie: De student weet hoe hij meer grip op zijn omgeving uit kan oefenen door op een slimme manier te communiceren. o Inkopen & Onderhandelen: De student kent de verschillende onderhandelingsstijlen en kan deze toepassen in de gegeven situaties binnen zijn functie en rol als inkoper. Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de studiewijzer. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Tentamen Innovatie Business Model Plan Code deeltentamen BBIKTS1A.1 BBIBMP1A.7 Toetsvorm Tentamen Rapport Rapport Individueel Ja Max. groep van 2 Max. groep van 3 Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode Periode 2 en 4 Nvt Nvt Innovatieanalyse BBIINN1A.5 363 Herkansing Periode 4 en 2 In overleg In overleg Duur 120 minuten Nvt Nvt Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal Weging 20% van totale OWE Naam deeltentamen Reflectieverslag Eindpitch Code deeltentamen BBIZFR1A.0 CBOPIT1A.6 Toetsvorm Verslag Presentatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 2 Tentamenperiode Nvt Periode 2 en 4 Herkansing In overleg Ja Duur Nvt 2 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 V Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 20% van totale OWE Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 10% van totale 0 % van totale OWE OWE 13. Verplichte literatuur 50% van totale OWE Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generatie. Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6 (Let op: hetzelfde boek als in OWE 1) Huizingh, E. (2011). Innovatiemanagement. Amsterdam: Pearson Education Benelux (2e editie) ISBN 978-90-430-2090-9. Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7 Op Han Scholar en tijdens de lessen worden aanvullende teksten aangeboden, zowel verplichte (als zodanig aangeduid) en verdiepingsliteratuur. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software Webapplicatie 16. Overige materialen n.v.t. 17. Activiteiten Gedurende deze OWE werkt de student zijn bedrijfsidee (project) in detail uit tot een goed businessmodel waarin allerlei aannamen en hypothesen zijn uitgewerkt in een businessplan nieuwe stijl. Hij doorloopt hierbij de volgende stappen: 364 Kennis opdoen die nodig is voor het in detail ontwerpen en verdiepen van het businessmodel Onderscheiden van verdienmodellen, businessmodelpatronen, en strategieën Inzicht ontwikkelen over het beoordelen van een businessconcept of -case Kennis opdoen van innovatietheorieën, -modellen, -processen, methoden en -tools aan de hand van literatuur en praktijkcases Een innovatieanalyse uitvoeren bij een extern bedrijf Kennismaken met nieuwe inzichten en trends in ondernemerschap Deze kennis toepassen binnen het eigen project om het eigen businessmodel te versterken en innovatiever te maken. Bij het uitvoeren van het eigen project krijgt hij de kennis en vaardigheden aangereikt die hiervoor nodig zijn. Dit gebeurt op de volgende wijze: Kennispakket Business & Innovatie Track Ondernemen – In de track Ondernemen pakt de student door op het businessmodel dat hij heeft opgezet in de eerste onderwijseenheid. Hij test zijn aannames van dit model en werkt daarmee alle ondernemingsonderwerpen gedetailleerd uit in een businessplan. Aan de hand van de methoden die staan beschreven in het boek ‘Business model generatie’ leren studenten hun opgestelde business model te verfijnen en/of aan te passen aan de hand van de behandelde theorie en praktijkcases. Studenten leren hierbij tevens het businessmodel canvas (BMC) te gebruiken als raamwerk voor innovatiemogelijkheden. Track Innovatie – Allerlei facetten van innovatie in relatie tot ondernemerschap worden behandeld aan de hand van literatuur, praktijkcases en gastsprekers. Wat is innoveren, wat kun je innoveren, hoe doe je dat, met wie en waarmee? Behandeld worden innovatieprocessen, -methoden, -netwerken, social media, maar ook de menselijke kant komt aan bod. Veel praktische cases worden behandeld. Gastsprekers vertellen hun ervaringen. Ook maatschappelijk ondernemerschap komt aan bod. De student brengt het geleerde in de praktijk door een Innovatieanalyse te doen bij een bestaand bedrijf. Carrousel trainingen - In de carrousel worden vijf trainingen tegelijk aangeboden. De student kiest de training die voor hem op dat moment relevant is en volgt deze. Er worden drie carrousels per semester aangeboden. De student doorloopt in totaal drie vaardigheidstrainingen. De volgende carrousels worden aangeboden. Verkopen Netwerken Personal Branding Inkopen Beïnvloeden/ Communicatie Expert/actualiteitenbijeenkomsten - Gedurende de actualiteiten/expertbijeenkomsten krijgen de studenten specialistische kennis aangereikt die zij kunnen gebruiken bij het uitvoeren van hun project. 365 Gedurende het proces krijgt de student een coach toegewezen waarmee hij de volgende activiteiten onderneemt. Methodische reflectie met als doel het eigen leerproces te volgen en ontwikkelen naar meer bewust en bekwaam Intervisies in de groep De onderwerpen worden in hoorcolleges en werkcolleges behandeld en uitgewerkt. Voorafgaand zullen studenten het aangereikte materiaal via zelfstudie en/of in werkgroepen eigen maken. Gastsprekers zullen worden ingezet om praktische en actuele toepassing van de theorie te stimuleren. Nadruk ligt op het ontwikkelen van een ondernemende en innovatieve mindset. Gedurende het project werkt de student voornamelijk aan het uitvoeren van zijn project. Hij krijgt hierbij ondersteuning van een coach. Hierbij worden intervisies ingezet om thema’s met elkaar te delen en daarvan te leren. 18. Werkvormen 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75% Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Contacturen (periode 1 en 3) 1 3 3 3 3 12 12 9 12 9 Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Contacturen (periode 2 en 4) 12 9 12 8 8 8 8 x x x 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3 (start OWE), doorlopend in periode 2 en 4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling De eindpitch is als beoordelingsmoment opgenomen. Het zelfstudiepakket is uit het programma gehaald. Ondernemen en Innovatie wordt nu aangeboden door twee verschillende Tracks, de Track Ondernemen en de Track Innovatie. Er is verbondenheid tussen de Tracks aangebracht doordat bijvoorbeeld de Innovatieanalyse (= Track Innovatie) moet worden uitgevoerd in de bedrijfskolom van het Businessplan (= Track Ondernemen). n.v.t. 366 OWE - beschrijving minor Ondernemen & Innovatie 2014-2015 DT OWE – beschrijving Van Idee naar Business Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Opleiding Van Idee naar Business (VID) deeltijd Minor Ondernemen / Ondernemen & Innovatie Deze OWE is voor alle studenten die deelnemen aan de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie. Op basis van een eigen interessegebied kansen in de markt in kaart brengen. Vanuit deze marktverkenning een voorstel uitwerken voor een bedrijfs- of projectidee. Dit bedrijfs- of projectidee verwerken in een plan van aanpak voor de rest van de minor. 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak NVT 5. Beroepsproducten In deze OWE werkt de student een aantal opdrachten uit in een ondernemerspaspoort, met daarin een actieplan/plan van aanpak voor het uitwerken van een bedrijfs- of projectidee. Studiepunten: 7,5 EC Studiepunten/ studielast Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 42 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 31,5 NVT NVT NVT NVT 2 1,5 44 33 0 0 177 0 0 177 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: verdiepend (niveau 3) In deze eerste OWE wordt de basis gelegd voor de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie. De student maakt kennis met de verschillende vormen van ondernemerschap en bedenkt een project of bedrijfsidee dat hij in de OWE ‘Business & Innovatie’ of ‘Business & Ondernemerschap 367 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 10. Competenties gaat uitwerken. Voor de uitwerking maakt hij een actieplan / plan van aanpak. Voor deelname aan de minor Ondernemen of Ondernemen & Innovatie dient de propedeuse van de majoropleiding afgerond te zijn. In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies en talenten tot een idee voor een project of bedrijf te komen. Ook betrekt de student zelf verworven andere bronnen om tot een bedrijfsidee te komen. De student bestudeert hedendaagse en toekomstige trends en vertaalt deze naar kansen in de markt. Vanuit deze marktverkenning formuleert hij een idee en werkt deze uit in een concept businessmodel (volgens de richtlijnen van het Business Model Canvas). De bedoeling is dat hij dit concept in de OWE ‘Business & Ondernemerschap’ of ‘Business & Innovatie’ uitwerkt in een Business Model Canvas en bijbehorend Businessplan. Wat en hoe hij dat wil aanpakken beschrijft hij in een actieplan (plan van aanpak), dat onderdeel is van het ondernemerspaspoort. Het doen van onderzoek is onderdeel van het programma, waaronder het opstellen van een probleemstelling en onderzoeksvragen. Reflecteren op eigen kwaliteiten Denken en handelen vanuit de omgeving Ontwikkelen van business modellen Projectplanning maken Interviewen Onderzoeken Aan het einde van het onderdeel ‘Van idee naar business!’ laat de student zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een ondernemend project te formuleren dat hij in concept kan uitwerken in een Business Model Canvas. In een toetsbaar actieplan of plan van aanpak geeft de student aan welke stappen hij in de volgende OWE gaat nemen om dit concept nader uit te werken. Hiervoor zijn de volgende algemene beoordelingscriteria geformuleerd: 11. Beoordelingscriteria De student kan op basis van zijn interessegebied en zelfreflectie een startsituatie formuleren voor deze minor. De student kan voor zijn interessegebied relevante trends benoemen, analyseren en vertalen naar kansen in de markt. De student kan vanuit zijn startsituatie en trendanalyse een bedrijfs- of projectidee formuleren en deze uitwerken in een concept businessmodel. De student kan in zijn actieplan aangeven hoe hij zijn (concept) business model in de volgende OWE uit gaat werken tot een Business Model Canvas (BMC). Dit actieplan is onderdeel van zijn Ondernemerspaspoort waarin hij zijn bevindingen gedurende deze OWE verantwoordt. Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de studiewijzer. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Ondernemerspaspoort Code deeltentamen VIDACP1A.0 Toetsvorm Rapport 368 Individueel Ja Aantal examinatoren 1 Tentamenperiode n.v.t. Herkansing Ja, zie studiewijzer Duur n.v.t. Hulpmiddelen n.v.t. Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal % van totale 100% van totale OWE % van totale OWE OWE Verplichte literatuur: Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generation. Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6. Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7 Overig studiemateriaal is te vinden op Scholar. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. De activiteiten voor deze OWE zijn als volgt ingericht: 17. Activiteiten 18. Werkvormen Ik als ondernemer – in dit onderdeel maakt de student kennis met de verschillende vormen van ondernemerschap, formuleert de student een interessegebied op basis van zijn drijfveren en talenten of andere bronnen en reflecteert hij op zichzelf als ondernemer. Business Kiemen – in dit onderdeel analyseert de student trends en relevante ontwikkelingen binnen zijn interessegebied en beoordeelt hij waar kansen liggen. Mijn idee in concept – in dit onderdeel werkt de student een kans uit in een concreet bedrijfs- of project idee op basis waarvan hij een concept businessmodel uitwerkt. Actieplan – in dit onderdeel werkt de student zijn idee uit in een actieplan (plan van aanpak) dat hij gedurende de rest van zijn minor kan uitwerken. Alle onderdelen dragen bij aan het beschreven beroepsproduct. Hoorcolleges worden ingezet voor theorie overdracht. Werkcolleges worden ingezet om onder begeleiding actief met de theorie aan de slag te gaan. Werkgroepen worden ingezet om in kleinschalige groepen specifieke thema’s te belichten en worden ook ingezet om onder begeleiding van de docent opdrachten uit te voeren dan wel vragen te stellen aan de docent of coach. 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75%. Onderwijsweek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 369 10 Contacturen 9 9 9 4,5 x 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar Om het niveau te van deze OWE te verhogen is: Het voorbereiden van (markt)onderzoek aan het programma toegevoegd. Aan de OWE is toegevoegd dat studenten zelf een kritische houding ontwikkelen door zelf leerbronnen en theorieën met betrekking tot hun businessidee te zoeken. Er is theorie aan de OWE toegevoegd door middel van het boek van Mulder en Ten Cate Er is een interviewtraining aan het programma toegevoegd. De aanwezigheidsplicht is afgenomen van 80% naar 75%. 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 370 OWE – beschrijving Business & Innovatie Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Opleiding 2. 3. 4. 5. Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak Beroepsproducten Business & Innovatie (BBD) Minor Ondernemen & Innovatie De minor is bedoeld voor alle bedrijfskundige studenten die toestemming hebben om de minor Ondernemen & Innovatie te volgen en in het bezit van de propedeuse zijn. Bedrijfskundige studenten zijn studenten die in ieder geval de basiskennis hebben van: Marketing Bedrijfseconomie Het starten en uitbouwen van een bedrijf of project. Het doorvoeren en implementeren van innovaties. N.v.t. Business Model Plan (project) Innovatieanalyse (praktijkopdracht) Ontwikkelingsrapport (zelfreflectie) Studiepunten: 22,5 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding, coaching Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 156 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 117 4 0 10 0 131 2 0 0 0 497 0 0 0 630 371 Totaal Het niveau van deze OWE is: verdiepend (niveau 3) 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen 9. Algemene omschrijving 10. Competenties In de eerste OWE van de minor “Van idee naar business”, in het bijzonder in het onderdeel “mijn idee in concept” hebben de studenten al hun idee omgezet in een eerste versie Business Model Canvas (BMC), het startpunt van deze OWE. In de verdiepingsslag wordt dit opgepakt. Er wordt in detail ingegaan op de volgende onderwerpen: Business model patronen: veel voorkomende typen businessmodellen Het ontwerpen van businessmodellen inclusief technieken Strategische overwegingen en keuzen Verdienmodellen Relatie businessmodel met businessplan Kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden Voordat de student aan deze OWE mag deelnemen, moet hij aan de OWE ‘Van idee naar business’ hebben deelgenomen. Deze OWE is het vervolg op de OWE ‘van idee naar business’. In deze OWE werkt de student zijn actieplan/plan van aanpak en zijn business model verder uit dat hij in de vorige OWE gemaakt heeft. De student gaat hierbij specifiek in op de manier waarop hij zijn businessmodel kan gebruiken om te innoveren. Daarbij krijgt hij kennis en vaardigheden aangereikt. Business modelling Business Development Kennis van innovatie Zelfreflectie In deze OWE werkt de student aan zijn beroepsproducten. Hij wordt hierbij beoordeeld op de volgende criteria: De student heeft aangetoond dat de eindresultaten die beschreven staan in het ondernemerspaspoort (van de OWE VIB) zijn behaald en er is gereflecteerd op het proces dat hiertoe heeft geleid. o o 11. Beoordelingscriteria o o o De student kan zijn eigen planning bewaken en bijsturen en stemt dit tijdig af met zijn coach. De student kent het effect van samenwerken en weet dit op een dusdanige wijze in te zetten dat hij er voordeel uit kan halen voor zijn eigen project. De student weet hij hoe feedback van anderen kan inzetten ter verbetering van zijn eigen producten. De student kan relevante opgedane kennis aantoonbaar toepassen in zijn eigen projectuitvoering en weet deze ook te delen met anderen. De student kan zijn eindproduct presenteren in een eindpitch. De student heeft kennis, inzichten en vaardigheden ten behoeve van het doorvoeren van innovaties of het verbeteren van bedrijfsaspecten op een juiste manier toegepast. 372 o o o o o o De student kan de belangrijkste thema’s over businessmodellen uitleggen en toepassen op de in de lessen aangereikte cases, in zijn businessplan en in de innovatiescan. De student kan de belangrijkste theorieën en thema’s over innovatie uitleggen en toepassen op de in de lessen aangereikte cases, in zijn businessplan en in de innovatiescan. De student kan op basis van een innovatiemodel samenhang en structuur tussen verschillende onderdelen van de thema’s van innovatie beschrijven en toepassen op de in de lessen aangereikte cases, op zijn eigen project en op bedrijfsinnovaties in de eigen organisatie en in de gastorganisatie. De student kan een innovatieproces op correcte wijze als bedrijfsproces beschrijven en opstellen. De student weet een bewuste keuzes te maken uit verschillende methoden en tools, deze keuzes nader toe te lichten en waar mogelijk toe te passen in de, tijdens de lessen aangereikte, casussen en in de advisering van de gastorganisatie. De student kan zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek verrichten. De student heeft aan het einde van de carrouseltrainingen bepaalde basisvaardigheden op gebied van ondernemerschap opgedaan die hij op de juiste wijze toepast binnen zijn project: o o o o o Verkopen: De student kan zijn eigen product of dienst goed vertalen naar de behoeften van de (potentiële) klant om zo een goed aanbod neer te leggen. Netwerken: De student kan een netwerkgesprek voeren waarin hij zichzelf positief presenteert en waarin hij afstemt op de behoeften van de toehoorder. Personal Branding: De student laat zien dat hij zich bewust is van zijn onderscheidende, toegevoegde innerlijke waarden en uiterlijkheden en dat hij deze kan inzetten om zichzelf als een merk te vermarkten. Beïnvloeden met communicatie: De student weet hoe hij meer grip op zijn omgeving uit kan oefenen door op een slimme manier te communiceren. Inkopen & Onderhandelen: De student kent de verschillende onderhandelingsstijlen en kan deze toepassen in de gegeven situaties binnen zijn functie en rol als inkoper. Een uitwerking met puntentoekenning op detail van de beoordelingscriteria is te vinden in de beoordelingsformulieren, toegevoegd aan de studiewijzer. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Tentamen Innovatie Business Model Plan Code deeltentamen BBDKTS1A.1 BBDBMP1A.7 Toetsvorm Tentamen Rapport Rapport Individueel Ja Max. groep van 2 Max. groep van 3 Aantal examinatoren 1 1 1 Innovatieanalyse BBDINN1A.5 373 Tentamenperiode Periode 2 en 4 Nvt Nvt Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Duur 120 minuten Nvt Nvt Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 20% van totale 20% van totale OWE 50% van totale OWE OWE Naam deeltentamen Reflectieverslag Eindpitch Code deeltentamen BBDZFR1A.0 CBDPIT1A.6 Toetsvorm Verslag Presentatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 2 Tentamenperiode Nvt Periode 2 en 4 Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Duur Nvt 2 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 V Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 10% van totale 0% van totale OWE OWE Osterwalder, A. & Y. Pigneur (2011). Business model generatie. Deventer: Kluwer. ISBN 978-90-13-07408-6 (Let op: hetzelfde boek als in OWE 1) Huizingh, E. (2011). Innovatiemanagement. Amsterdam: Pearson Education Benelux (2e editie) ISBN 978-90-430-2090-9. Mulder, R & T. ten Cate (2011). Ondernemen. Amsterdam: Pearson Benelux B.V. ISBN 978-90-43-01877-7 Op Han Scholar en tijdens de lessen worden aanvullende teksten aangeboden, zowel verplichte (als zodanig aangeduid) en verdiepingsliteratuur. 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software Webapplicatie 16. Overige materialen n.v.t. 17. Activiteiten Gedurende deze OWE werkt de student zijn bedrijfsidee (project) in detail uit tot een goed businessmodel waarin allerlei aannamen en hypothesen 374 zijn uitgewerkt in een businessplan nieuwe stijl. Hij doorloopt hierbij de volgende stappen: Kennis opdoen die nodig is voor het in detail ontwerpen en verdiepen van het businessmodel Onderscheiden van verdienmodellen, businessmodelpatronen, en strategieën Inzicht ontwikkelen over het beoordelen van een businessconcept - of -case Kennis opdoen van innovatietheorieën, -modellen, -processen, methoden en -tools aan de hand van literatuur en praktijkcases Een innovatieanalyse uitvoeren bij een extern bedrijf Kennismaken met nieuwe inzichten en trends in ondernemerschap Deze kennis toepassen binnen het eigen project om het eigen businessmodel te versterken en innovatiever te maken. Bij het uitvoeren van het eigen project krijgt hij de kennis en vaardigheden aangereikt die hiervoor nodig zijn. Dit gebeurt op de volgende wijze: Kennispakket Business development & innovatie Track Ondernemen – In de track Ondernemen pakt de student door op het businessmodel dat hij heeft opgezet in de eerste onderwijseenheid. Hij test zijn aannames van dit model en werkt daarmee alle ondernemingsonderwerpen gedetailleerd uit in een businessplan. Aan de hand van de methoden die staan beschreven in het boek ‘Business model generatie’ leren studenten hun opgestelde business model te verfijnen en/of aan te passen aan de hand van de behandelde theorie en praktijkcases. Studenten leren hierbij tevens het businessmodel canvas (BMC) te gebruiken als raamwerk voor innovatiemogelijkheden. Track Innovatie – Allerlei facetten van innovatie in relatie tot ondernemerschap worden behandeld aan de hand van literatuur, praktijkcases en gastsprekers. Wat is innoveren, wat kun je innoveren, hoe doe je dat, met wie en waarmee? Behandeld worden innovatieprocessen, -methoden, -netwerken, social media, maar ook de menselijke kant komt aan bod. Veel praktische cases worden behandeld. Gastsprekers vertellen hun ervaringen. Ook maatschappelijk ondernemerschap komt aan bod. De student brengt het geleerde in de praktijk door een Innovatieanalyse te doen bij een bestaand bedrijf. Carrousel trainingen - In de carrousel worden vijf trainingen tegelijk aangeboden. De student kiest de training die voor hem op dat moment relevant is en volgt deze. Er worden drie carrousels per semester aangeboden. De student doorloopt in totaal drie vaardigheidstrainingen. De volgende carrousels worden aangeboden. Verkopen Netwerken Personal Branding Inkopen Beïnvloeden/ Communicatie Expert/actualiteitenbijeenkomsten - Gedurende de actualiteiten/expertbijeenkomsten krijgen de studenten specialistische 375 kennis aangereikt die zij kunnen gebruiken bij het uitvoeren van hun project. 18. Werkvormen Gedurende het proces krijgt de student een coach toegewezen waarmee hij de volgende activiteiten onderneemt. Methodische reflectie met als doel het eigen leerproces te volgen en ontwikkelen naar meer bewust en bekwaam Intervisies in de groep De onderwerpen worden in hoorcolleges en werkcolleges behandeld en uitgewerkt. Voorafgaand zullen studenten het aangereikte materiaal via zelfstudie en/of in werkgroepen eigen maken. Gastsprekers zullen worden ingezet om praktische en actuele toepassing van de theorie te stimuleren. Nadruk ligt op het ontwikkelen van een ondernemende en innovatieve mindset. Gedurende het project werkt de student voornamelijk aan het uitvoeren van zijn project. Hij krijgt hierbij ondersteuning van een coach. Hierbij worden intervisies ingezet om thema’s met elkaar te delen en daarvan te leren. 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75% Onderwijsweek Contacturen 1 2 3 4 5 9 6 9 7 9 8 9 9 9 10 9 1 9 2 9 3 9 4 9 5 9 6 9 7 9 8 x 9 x 10 x 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3 (start OWE), doorlopend in periode 2 en 4. 21. Maximaal aantal deelnemers In overleg 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling De eindpitch is als beoordelingsmoment opgenomen. Het zelfstudiepakket is uit het programma gehaald. Ondernemen en Innovatie wordt nu aangeboden door twee verschillende Tracks, de Track Ondernemen en de Track Innovatie. Er is verbondenheid tussen de Tracks aangebracht doordat bijvoorbeeld de Innovatieanalyse (= Track Innovatie) moet worden uitgevoerd in de bedrijfskolom van het Businessplan (= Track Ondernemen). n.v.t. 376 OWE – beschrijving minor Adviseren 2014-2015 OWE – beschrijving Adviseren Basis Titel onderwijseenheid (OWE) Adviseren Basis (MAB) 1. Opleiding Minor Adviseren 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak Nvt. 5. Beroepsproducten Kennistoets Mondeling assessment De minor Adviseren is bedoeld voor studenten die de ambitie hebben om hun adviserende vaardigheden al tijdens hun studie verder te ontwikkelen. Na het volgen van deze module heeft de student de basis gelegd om op junior niveau als professional in de rol van adviseur te kunnen acteren. De student kan dan ook een goed onderbouwd en bruikbaar advies uitbrengen. Studiepunten: 7,5 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Totaal Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 40 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 30 30 0 0 180 0 0 180 210 377 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen Het niveau van deze OWE is: niveau 2, verbredend Het volgen van deze module geeft de student de mogelijkheid om een transfer te maken van de theorie (MAB) naar een daadwerkelijke opdracht in de praktijk (MAP). Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau als adviseur / acquisiteur. Afgeronde propedeuse Voor alle colleges, de toets en het assessment geldt aanwezigheid c.q. uitvoering als verplicht en een proactieve deelname door de deelnemers als vanzelfsprekend. Om succesvol als adviseur te kunnen opereren zullen (toekomstige) professionals een drietal rollen goed moeten kunnen vervullen: de rol van professional, van adviseur en van acquisiteur. Studenten werken al in de door hen gekozen studie of afstudeerrichting aan hun rol van professional. Zij kunnen zich met deze module verder ontwikkelen in de rol van adviseur. Algemeen leerdoel: Na het volgen van deze OWE heeft de student de basis gelegd om op junior niveau als professional in de rol van adviseur te kunnen acteren. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Specifieke leerdoelen Na het volgen van deze module: weet de student welke kenmerken, typering en werkstijl een adviseur kan hebben en kan hij deze toepassen in de praktijk; weet de student welke typen stakeholders er zijn en kan hij ze herkennen en ermee werken in de praktijk; weet de student wat effectief adviseren inhoudt en kan hij dit toepassen in de praktijk; weet de student hoe het adviesproces er uitziet en kan hij dit herkennen en operationaliseren in de praktijk; weet de student voor welke keuzeproblemen en mislukkingen een adviseur kan komen te staan en kan hij daarop bedacht zijn in de praktijk. weet de student hoe hij een organisatieonderzoek uitvoert, waaronder het opstellen van onder meer een probleemstelling en onderzoeksvragen. Adviseren Analyseren / Onderzoeken Communiceren / Argumenteren / Overtuigen Kennisontwikkeling / Professionalisering Persoonlijke ontwikkeling De student: Kan organisatie- en strategiemodellen toepassen bij advisering. Kan de principes beschrijven die in acht genomen moeten worden bij de hantering van een succesvolle relatie met een opdrachtgever in een adviesproject. Kent het gedrag dat hoort bij het beroep van adviseur. Kent de competenties en vaardigheden van de adviseur. Kent de eigenschappen/kenmerken van de diverse stakeholders. Kent het adviesproces. De student: Is doel- en doelgroepgericht zowel verbaal als non-verbaal. 378 Zorgt dat boodschap en samenhang ondersteund worden door uitleg en argumentatie. Toetst of de boodschap is overgekomen bij de doelgroep. Past correct taalgebruik toe. Kan hoofd- en bijzaken onderscheiden. Schakelt indien nodig tussen inhouds- en betrekkingsniveau. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Assessment Toets Code deeltentamen CVOMAB1A.9 CVOMAB1A.5A Toetsvorm Mondeling assessment Digitale MC-toetsing via QMP. Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode Periode 1 en 3 Periode 1 en 3 Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Duur 20 minuten 120 minuten Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal Weging 50 % van totale OWE Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur 50 % van totale OWE Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal Weging % van totale OWE 13. Verplichte literatuur Rameckers, Guus & Oosterwegel, Foekje: Adviseren moet je doen! Adviesvaardigheden voor hbo'ers, Thieme Meulenhoff 2005 – 2008, ISBN: 9055744522 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. 17. Activiteiten Deze module bestaat uit 10 colleges van 3 uur, een individuele, schriftelijke multiple choice toets en een individueel, mondeling assessment. Elk college zal een mix zijn van diverse werkvormen. Zo zal de instructie door de docent worden afgewisseld met rollenspellen, opdrachten, cases, artikelbesprekingen en dergelijke. Indien relevant en mogelijk zal een gastspreker worden uitgenodigd. 18. Werkvormen Hoor-/Werkcolleges 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75% % van totale OWE 379 Onderwijsweek Contacturen 1 3 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 2 3 3 3 4 3 5 3 6 3 7 6 8 3 9 3 10 x 1 2 3 4 5 6 7 8 9 In overleg n.v.t. n.v.t. 380 10 OWE – beschrijving Adviseren & Acquisitie Titel onderwijseenheid (OWE) 1. Opleiding Adviseren en Acquisitie (MAA) Minor Adviseren 2. Doelgroep Deze OWE is voor studenten die deelnemen aan de minor Adviseren. 3. Beroepstaak/ beroepstaken In deze OWE legt de student de basis om op junior niveau als professional in de rol van acquisiteur te kunnen acteren. De student leert op een gestructureerde manier een adviesopdracht bij een opdrachtgever te verwerven. 4. Centrale beroepstaak Nvt 5. Beroepsproducten Portfolio Studiepunten: 7,5 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: 7. Samenhang met andere OWE’s Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 32 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 24 24 0 0 186 0 0 186 Totaal 210 Het niveau van deze OWE is: niveau 2, verbredend Met het volgen van deze module kan de student de transfer maken van de praktische oefeningen uit de module Adviseren en Acquisitie (MAA), 381 8. Ingangseisen naar een daadwerkelijke opdracht in de praktijk. (MAP). Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau als adviseur / acquisiteur. Voor deelname aan de minor Adviseren dient de student zijn propedeuse te hebben afgerond. In deze OWE leert de student om vanuit zijn eigen passies, talenten en studie of afstudeerrichting als succesvol adviseur te opereren. 9. Algemene omschrijving 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria Om succesvol als adviseur te kunnen opereren zullen (toekomstige) professionals een drietal rollen goed moeten kunnen vervullen: de rol van professional, van adviseur en van acquisiteur. Zij kunnen zich met deze OWE verder ontwikkelen in de rol van acquisiteur. Positionering van jezelf en je dienstverlening Communiceren Acquisitie en opdrachtverwerving Opbouwen van een zakelijke relatie Verhelderen van context en situatie Stellen en bereiken van doelen Persoonlijke ontwikkeling De student laat zien dat hij in staat is om vanuit zijn drijfveren en talenten een adviesvoorstel voor een bedrijf of project te formuleren. De student schrijft de tekst helder en in goed Nederlands. De student onderbouwt argumenten en gedachten goed. De student verzorgt de documentatie goed, geheel volgens de normen van professioneel rapporteren. De student neemt eventuele bron-/literatuurvermeldingen correct en volgens de APA-normen op in de documentatie. 12. Tentaminering Naam deeltentamen Portfolio Presentatie Portfolio Code deeltentamen CVOMAA1A.5A CVOMAA1A.8A Toetsvorm Rapport Presentatie Individueel Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 Tentamenperiode Periode 1 en 3 Periode 1 en 3 Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Duur Nvt Nvt Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 50 % van totale OWE 50 % van totale OWE % van totale OWE Na het volgen van deze module heeft de student de transfer gemaakt van de theorie en praktische oefeningen uit de modules Adviseren Basis (MAB) en Adviseren en Acquisitie (MAA), naar een daadwerkelijke opdracht in de praktijk. Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau als adviseur / acquisiteur. Kwakman, F: Professionals & Acquisitie – Succesvol opdrachten 13. Verplichte literatuur verwerven in de zakelijke dienstverlening 382 Academic Service/ SDU Uitgevers 2002/2006 ISBN: 90 5261 413X 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. 17. Activiteiten 18. Werkvormen Deze module bestaat uit 8 colleges van 3 uur. De student werkt aan een portfolio en presenteert deze in de laatste bijeenkomst. Elk college zal een mix zijn van diverse werkvormen. Zo zal de instructie door de docent worden afgewisseld met rollenspellen, opdrachten, cases, artikelbesprekingen en dergelijke. Indien relevant en mogelijk zal een gastspreker worden uitgenodigd. Elke bijeenkomst zal een mix zijn van diverse werkvormen. Zo zal de instructie door de docent worden afgewisseld met presentaties van deelnemers, projectopdrachten, cases uit de praktijk, bespreking e.d. 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75% Onderwijsweek Contacturen 1 3 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 1 en 3. 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling 2 3 3 3 4 3 5 3 6 3 7 0 8 3 9 3 10 x 1 2 3 4 5 6 7 8 9 In overleg n.v.t. n.v.t. 383 10 OWE – Adviseren Project Titel onderwijseenheid (OWE) Adviseren Project (MAP) 1. Minor Adviseren Opleiding Deze OWE is bedoeld voor alle studenten die naast de module MAA en MAB de ambitie hebben om in het project behorende bij de minor Adviseren, zelf een adviesopdracht te verwerven en uit te werken bij een externe opdrachtgever. Na het volgen van deze module heeft de student de transfer gemaakt van de theorie en praktische oefeningen uit de modules Adviseren Basis (MAB) en Adviseren en Acquisitie (MAA), naar een daadwerkelijke opdracht in de praktijk. Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau als adviseur / acquisiteur. 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak N.v.t. Beroepsproducten 5. Een plan van aanpak Een adviesrapport incl. relevant onderzoek Een presentatie van het advies Een portfolio van het adviesproces Studiepunten: 15 EC Studiepunten/ studielast Geprogrammeerde eenheden voor zelfwerkzaamheid en stage, waarbij de docent niet fysiek aanwezig is 6. Geprogrammeerde contacttijd, waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is Studielast: Hoorcollege, werkcollege, lessen Studiebegeleiding, stagebegeleiding Tentamens, toetsen (tijdens lessen) Excursies, studiereizen, beroependagen, kick off, etc. Overige, ….. Totaal Tentamens, toetsen (niet tijdens lessen) Stage, AOD, praktijkleren Zelfstudie, individueel of in groepjes Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is, …. Totaal Aantal geprogrammeerde lesuren (van 45 minuten) volgens lesrooster 40 Aantal klokuren (aantal lesuren x 0,75) 30 30 0 0 390 0 0 390 384 Totaal 420 Het niveau van deze OWE is: niveau 2, verbredend Na het volgen van deze module heeft de student de transfer gemaakt van de theorie en praktische oefeningen uit de modules Adviseren Basis (MAB) en Adviseren en Acquisitie (MAA), naar een daadwerkelijke opdracht in de praktijk. Hij opereert daarmee zelfstandig op junior niveau als adviseur / acquisiteur. 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen Module Adviseren Basis en Adviseren & Acquisitie 9. Algemene omschrijving In het project behorende bij de minor Adviseren vervult de student de zelf verworven adviesopdracht voor een externe opdrachtgever. Acquireren / verwerven Adviseren Analyseren / Onderzoeken Communiceren / Argumenteren / Overtuigen Kennisontwikkeling en professionalisering Persoonlijke ontwikkeling De student kan relevante methoden en modellen toepassen bij de advisering. De student weet hoe hij de haalbaarheid van het advies toetst. De student kan de principes beschrijven die in acht genomen moeten worden bij de hantering van een succesvolle relatie met een opdrachtgever. De student weet hoe hij afwegingen tussen alternatieven maakt. De student kan de zorgvuldigheid van het doorlopen adviesproces inzichtelijk maken. 10. Competenties 11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering Naam deeltentamen Plan van Aanpak Adviesrapport Presentatie Code deeltentamen CVOMAP1A.4 CVOMAP1A.5 CVOMAP1A.6 Toetsvorm Rapport Rapport Presentatie Individueel Ja Ja Ja Aantal examinatoren 1 1 1 Tentamenperiode Nvt Nvt Nvt Herkansing Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Ja, zie studiewijzer Duur Nvt Nvt Nvt Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 30 % van totale 20 % van totale OWE 40 % van totale OWE OWE Naam deeltentamen Portfolio Code deeltentamen CVOMAP1A.8 385 Toetsvorm Portfolio Individueel Ja Aantal examinatoren 1 Tentamenperiode Nvt Herkansing Ja Duur Nvt Hulpmiddelen n.v.t. n.v.t. 5.5 5.5 Minimum resultaat voor behalen deeltentamen Voorlopig cesuur/ Algemene aspecten van cesuur Weging 13. Verplichte literatuur 1 1 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt : Het gewogen gemiddelde van de criteria resulterend in een cijfer van 1-10 afgerond op 1 decimaal 10 % van totale % van totale % van totale OWE OWE OWE Rameckers, Guus & Oosterwegel, Foekje: Adviseren moet je doen! Adviesvaardigheden voor hbo'ers, ThiemeMeulenhoff 2005 – 2008, ISBN: 9055744522 (MAB) Boek: Professionals & Acquisitie – Succesvol opdrachten verwerven in de zakelijke dienstverlening van Frank Kwakman Academic Service/ SDU Uitgevers 2002/2006 ISBN: 90 5261 413X (MAA) 14. Aanbevolen literatuur n.v.t. 15. Software n.v.t. 16. Overige materialen n.v.t. 17. Activiteiten Na het volgen van het project: heeft de student zelfstandig succesvol een passende opdracht geworven en uitgevoerd; heeft de student zijn eigen werkstijl als adviseur effectief toegepast in de praktijk; heeft de student de stakeholders uit zijn project getypeerd en heeft hij zijn gedrag / attitude daaraan effectief aangepast; heeft de student het adviesproces uit zijn project in kaart gebracht; heeft de student eventuele keuzeproblemen effectief opgelost en heeft hij tijdig en effectief op dreigende mislukkingen geanticipeerd. 18. Werkvormen Zelfstudie / Advieskring / Projectconsult 19. Les-/contacturen Er geldt voor deze OWE een aanwezigheidsverplichting van 75% Onderwijsweek Contacturen 1 2 20. Onderwijsperiode Deze OWE wordt aangeboden in periode 2 en 4. 21. Maximaal aantal deelnemers 22. Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 3 4 5 6 7 8 9 10 1 3 2 3 3 3 4 3 5 3 6 3 7 3 8 3 9 3 In overleg n.v.t. 386 10 3 23. Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling n.v.t. 387 Bijlage 9: Opsomming van aan huidige onderwijseenheden en tentamens van de door de opleiding verzorgde minoren gelijkgestelde oude onderwijseenheden en tentamens N.v.t. 388 Bijlage 10: Opsomming van de onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding die na het behalen van de Ad-graad nog behaald moeten worden om de bachelorgraad te verkrijgen N.v.t. 389 Bijlage 11: Opsomming van de eindkwalificaties welke de student dient te verwerven om het HBO-Bachelor graad te behalen DC 1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. DC 2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. DC 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. DC 6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. DC 7 Communiceren in meer talen rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. DC 8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. DC 9 Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie). DC 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). De matrix waarin beroepstaken en competenties aan elkaar zijn gekoppeld, is opgenomen in het opleidingsplan SBRM. 390 Bijlage 12 Format oude beroepstaken, oude onderwijseenheden en (deel)tentamens die gelijkgesteld zijn aan nieuwe beroepstaken, onderwijseenheden en (deel)tentamens vanwege de conversie naar Alluris Bijlage conform artikel 4.1 lid 5, artikel 6.1 lid 5 en artikel 3.4 lid 9. Vanwege de conversie van HAN-SIS naar Alluris moeten sommige te lange beroepstaaknamen, namen van OWE’s, namen van (deel)tentamens en codes van (deel)tentamens worden ingekort. Omdat de conversies betrekking kunnen hebben op zowel de propedeutische fase, de postpropedeutische fase als de minoren, is er voor gekozen om hiervan één bijlage te maken en die aan de Onderwijs- en examenregeling 2014 – 2015 toe te voegen. In onderstaande tabel is opgenomen waar de gelijkstelling betrekking op heeft, wat de oude situatie was, wat de nieuwe situatie wordt en op welke OER de oude situatie betrekking had. Betreft wijziging beroepstaak, naam OWE, naam (deel)tentamen, toetscode Beroepstaak, naam OWE, naam (deel)tentamen of toetscode (was) Beroepstaaknaam: 10 SBU De SBRM'er stelt een ondernemingsplan op en brengt dit ten uitvoer door het opzetten en managen van de onderneming De SBRM'er stelt een adviesrapport op voor het zakendoen met een partner uit een andere (taal)cultuur. De SBRM'er stelt een overname advies op om een bedrijfsovername op zowel bedrijfseconomisch, fiscaal als wel organisatorisch vlak goed te laten verlopen De SBRM'er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep en de mogelijke functies Marketingplan, Informatiekunde, Engels, Studieloopbaanbegeleiding en Professionele Houding Marketing plan, Information science, English, study career counseling and Professional Attitude CC-DUV1A-CCM.4 Beroepstaaknaam: 40 SBU Beroepstaaknaam: 50 SBU Beroepstaaknaam: 80 SBU OWEnaam: BMP OWEnaam: BMP Toetscode Gelijkgesteld aan beroepstaak, naam OWE, naam (deel)tentamen, toetscode in studiejaar 2014 – 2015 (wordt) De SBRM'er stelt een ondernemingsplan op en voert dit uit De SBRM'er stelt een advies op voor het zakendoen met een andere (taal)cultuur Gelijkstelling m.b.t. OER studiejaar Opleiding SBRM 2013-2014 SBRM 2013-2014 De SBRM'er stelt een advies op voor een bedrijfsovername SBRM 2013-2014 De SBRM'er voert opdrachten uit in de relevante beroepspraktijk en oriënteert zich op het beroep Marketingplan, Informatiekunde, Engels, SLB en Professionele Houding Marketing plan, Information science, English, SCC and Professional Attitude CC-DUV1ACCM.4 2013-2014 FEMGP (CE-COSBRM) OER’en voor 2013-2014 FEMGP (CE-COSBRM) OER’en voor 2013-2014 FEMGP (CE-COSBRM) OER’en voor Oude 391 Toetscode CC-DUV2A-CCM.4 CC-DUV2ACCM.4 Toetscode CC-DUV2A-CCM.5 CC-DUV2ACCM.5 Toetscode CC-ENG1A-CCM.4 CC-ENG1ACCM.4 Toetscode CC-ENG2A-CCM.4 CC-ENG2ACCM.4 Toetscode CC-ENG2A-CCM.5 CC-ENG2ACCM.5 Toetscode CC-FAV1A-CCM.4 CC-FAV1ACCM.4 Toetscode CC-FAV2A-CCM.4 CC-FAV2ACCM.4 Toetscode CC-FAV2A-CCM.5 CC-FAV2ACCM.5 Toetscode CC-FAV1A-CCM.4 CC-FAV1ACCM.4 Toetscode CC-FAV2A-CCM.4 CC-FAV2ACCM.4 Toetscode CC-FAV2A-CCM.5 CC-FAV2ACCM.5 Toetscode CC-SPV1A-CCM.4 CC-SPV1ACCM.4 Toetscode CC-SPV2A-CCM.4 CC-SPV2ACCM.4 Toetscode CC-SPV2A-CCM.5 CC-SPV2ACCM.5 Toetscode CC-SPV1A-CCM.4 CC-SPV1ACCM.4 Toetscode CC-SPV2A-CCM.4 CC-SPV2ACCM.4 Toetscode CC-SPV2A-CCM.5 CC-SPV2ACCM.5 Toetscode CC-SPV1A-CCM.4 CC-SPV1ACCM.4 Toetscode CC-SPV2A.CCM.4 CC-SPV2ACCM.4 Toetscode CC-SPV2A.CCM.5 CC-SPV2ACCM.5 Toetscode CC-SPV2A-CCM.4 CC-SPV2ACCM.4 Toetscode CC-SPV2A-CCM.5 CC-SPV2ACCM.5 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 OER’en voor 2013-2014 FEMGP T/m 10-11 sem1 Oude FEMGP T/m 10-11 sem1 392 Reglement examencommissies voor de Bacheloropleidingen en Associate degreeprogramma van de Faculteit Economie en Management (FEM) 2014-2015 Preambule De reglementen voor de examencommissies bij de HAN zijn in tweeën te verdelen. 1. In de onderwijs- en examenregeling (OER) 2014-2015 is een aantal bepalingen opgenomen met betrekking tot examencommissie en examinatoren (paragraaf 8). Waar relevant wordt in voorliggend reglement naar (artikelen uit) deze paragraaf verwezen. 2. In het onderhavige reglement examencommissies FEM 2014-2015 is eveneens een aantal bepalingen opgenomen met betrekking tot de examencommissies van de FEM. 3. Krachtens de WHW wordt de OER vastgesteld door het instellingsbestuur en het reglement examencommissies door de examencommissie. PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen Voor dit reglement gelden de definities en bepalingen die zijn opgenomen in de begrippenlijst van het opleidingsstatuut (bijlage van het opleidingsstatuut). Artikel 1.2 Status, toepasselijkheid en wijziging van het reglement 1. Dit reglement bevat regels over taken en bevoegdheden van de drie examencommissies van de FEM: - de examencommissie van het instituut Financieel Management, - de examencommissie van het instituut International Business and Communication, - de examencommissie van het instituut Bedrijfskunde en Rechten. en maatregelen die zij in dit verband kunnen nemen, alsmede regels over de uitvoering ervan. 2. Het reglement is vastgesteld door de examencommissie en van toepassing op tentamens, respectievelijk integrale toetsen en examens van alle Bacheloropleidingen en Associate degree-programma van de FEM van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). PARAGRAAF 2 STATUS, SAMENSTELLING, WERKWIJZE EN VERGADERINGEN Artikel 2.1 Status, taken en bevoegdheden van de examencommissie 1. Status, taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn geregeld in art. 8.1 en 8.2 van de OER 2014-2015. Dit artikel (2.1) van het reglement examencommissies bevat aanvullende bepalingen. 2. Door derden aan de examencommissie gemandateerde taken zijn opgenomen in een overzicht dat geraadpleegd kan worden via Insite onder College van Bestuur. 3. Door de examencommissie kunnen aan perso(o)n(en) / orga(a)n(en) een of meer taken worden gemandateerd. De gemandateerde taken worden vastgelegd in aparte mandaatbesluiten. Deze besluiten zijn te raadplegen via Insite onder Examencommissies FEM. 4. De examencommissie draagt er zorg voor dat regelmatig aan haar schriftelijk gerapporteerd wordt betreffende de voortgang van door haar gemandateerde taken en/of bevoegdheden. Artikel 2.2 Samenstelling en werkwijze examencommissie 1. De samenstelling van de examencommissie is geregeld in art. 8.3 van de OER 2014-2015. Dit artikel (2.2) van het reglement examencommissies bevat aanvullende bepalingen. 2. Examinatoren en overige betrokkenen kunnen zo nodig door de examencommissie worden gehoord en verstrekken de commissie de gevraagde inlichtingen en/of adviezen. 3. Examinatoren moeten desgevraagd de examencommissie kunnen voorzien van materiaal aan de hand waarvan de toetskwaliteit en de beoordelingswijze en resultaten beoordeeld kunnen worden (zoals: leerdoelen, toetsplan, toetsmatrijs, een antwoordmodel, beoordelingsschema, beoordelingscriteria bij opdrachten, het tentamen en/of de opdracht(en) zelf, de toetsresultaten en een analyse daarvan). 4. Desgewenst worden deskundigen van buiten de HAN als adviseur door de examencommissie gehoord. 5. De examencommissie dient bij haar verslaglegging uit te gaan van de “HANdreiking t.b.v. jaarlijks(e) rapportage examencommissies”. Artikel 2.3 Vergaderingen examencommissie 393 1. De examencommissie vergadert ten minste vier maal per jaar. 2. De data van de vergaderingen van de examencommissie worden zodanig gepland dat zij aansluiten bij de planningscyclus van de opleiding(en) en de faculteit. 3. De examencommissie beslist bij gewone meerderheid van uitgebrachte stemmen. 4. Indien bij stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. 5. Bij gelegenheid van de eerstvolgende vergadering bekrachtigt de examencommissie formeel de beslissingen de dagelijkse gang van zaken betreffende, die de dagelijkse commissie op basis van haar algemeen mandaat tussentijds heeft genomen; evenals eventuele andere beslissingen die op basis van gemandateerde taken/bevoegdheden zijn genomen. 6. De secretaris van de examencommissie draagt er zorg voor dat van elke vergadering een verslag wordt gemaakt. Het conceptverslag wordt binnen tien werkdagen aan de leden van de examencommissie toegezonden. Het verslag wordt de eerstkomende vergadering van de examencommissie vastgesteld. Onderdeel van het verslag is een besluitenlijst. 7. De secretaris van de examencommissie draagt er zorg voor dat de faculteitsdirectie, de instituutsdirectie en de overige leden van de examencommissie tijdig een exemplaar van het vastgestelde verslag ontvangen. 8. De secretaris van de examencommissie draagt er zorg voor dat vastgestelde, geanonimiseerde, vergaderverslagen digitaal kunnen worden ingezien door docenten van de betrokken opleiding(en). PARAGRAAF 3 KWALITEITSBEWAKING EXAMENS EN TENTAMENS Artikel 3.1 Het borgen van de kwaliteit van tentamens 1. De examencommissie borgt de kwaliteit van de tentamens en de examens. De examencommissie wordt op haar verzoek daartoe door de examinatoren in het bezit gesteld van relevant materiaal. 2. De examencommissie zal daar waar nodig aanwijzingen ter verbetering doen. 3. Voor het waarborgen van de validiteit, betrouwbaarheid, uitvoerbaarheid en transparantie van de toetsing zijn toetsbeleidsplannen opgesteld. Deze plannen zijn te raadplegen via Insite onder Examencommissies FEM. Artikel 3.2 Richtlijnen en aanwijzingen t.b.v. de beoordeling van tentamens 1. De beoordeling van tentamens geschiedt door de examencommissie, of door examinatoren aangewezen door de examencommissie conform art 4.1 en 4.2 van dit reglement. 2. De examinatoren, dan wel de examencommissie, beoordelen de tentamens aan de hand van de in de OER opgenomen criteria en door de examencommissie vastgestelde normen. Artikel 3.3 Tegengaan van oneigenlijke toekenning of onthouding van studiepunten De examencommissie gaat oneigenlijke toekenning of onthouding van studiepunten tegen: zie hiervoor de jaarverslagen en de toetsbeleidsplannen. Artikel 3.4 Procedure(s) bij het bepalen (door de examencommissie) of een kandidaat geslaagd is voor een examen Ten behoeve van het besluit of een kandidaat al dan niet geslaagd is voor het examen hanteert de examencommissie een (afstudeer)protocol dat te raadplegen is via Insite. 5 Artikel 3.5 Het bevorderen van de deskundigheid van examinatoren 1. De examencommissie bevordert dat de examinatoren voldoende deskundig zijn. 2. Zij krijgt van de instituutsdirectie daarvoor een lijst van de examinatoren. 3. De examencommissie verzoekt de instituutsdirectie waar nodig maatregelen te treffen om de deskundigheid van examinatoren te bevorderen. 4. De examencommissie kan (half) jaarlijks de aanwijzing van een examinator intrekken, wanneer deze niet - of niet meer - aan de gestelde deskundigheidseisen voldoet. 5. In het jaarverslag van de examencommissie is opgenomen hoe zij de deskundigheid bevorderd. Artikel 3.6 Externe validering van examenkwaliteit De examencommissie draagt zorg voor externe validering van de examenkwaliteit en neemt de eerste stappen in die richting door het bevorderen van: opleidings-/instituutsoverstijgende toetsing; 5 Is in ontwikkeling. 394 het hanteren van een gezamenlijk protocol t.b.v. de beoordeling van eindwerkstukken; de inzet van externe deskundigen bij het opstellen van toetsen en beoordelingsprocedures; de inzet van externe deskundigen bij het beoordelen van toetsresultaten; het scholen en certificeren van docenten die bij toetsing betrokken zijn; het samenwerken met andere hogescholen rondom de beoordeling van toetsen w.o. afstudeeropdrachten. PARAGRAAF 4 AANWIJZEN VAN EXAMINATOREN Artikel 4.1 Aanwijzen van examinatoren 1. De examencommissie kan docenten belast met onderwijs in een bepaald vakgebied aanwijzen als examinator van de (deel)tentamens en (deel)integrale toetsen over dit vakgebied in de bijbehorende onderwijseenheid/-eenheden wanneer zij voldoen aan de eisen gesteld in artikel 4.2 van dit reglement. 2. Examinatoren zijn belast met het afnemen van (deel)tentamens en (deel)integrale toetsen en het vaststellen van de uitslag ervan. 3. De examencommissie dient (half) jaarlijks zowel examinatoren van binnen de opleiding als examinatoren van andere opleidingen aan te wijzen die voldoen aan de kwaliteitscriteria die bij de desbetreffende hbo-opleiding aan examinatoren worden gesteld. Artikel 4.2 Profielschets voor examinatoren 1. Examinatoren zijn deskundig in het vakgebied en beschikken over onderwijskundige kennis en vaardigheden wat betreft opstellen van toetsen, het vaststellen van beoordeelwijze en –norm, het organiseren van toetsing en het kunnen analyseren van de toetsresultaten op basis van richtlijnen en criteria voor betrouwbare, valide en transparante toetsing en beoordeling. PARAGRAAF 5 TENTAMENS, VRIJSTELLINGEN EN LEERWEGONAFHANKELIJKE TENTAMENS/TOETSEN Artikel 5.1 OER als kaderstellend document 1. In de OER 2014-2015 zijn in paragraaf 8 kaderstellende bepalingen vastgelegd met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de examencommissie op het gebied van (deel)tentamens, vrijstellingen en leerwegonafhankelijke (deel)tentamens/(deel)toetsen. 2. De in deze paragraaf (5) opgenomen artikelen zijn een nadere precisering van en/of aanvulling op deze OER-bepalingen. Artikel 5.2 Tentamenfaciliteiten ten behoeve van studenten met een handicap of chronische ziekte 1. Indien de student vraagt om voorzieningen die niet standaard zijn geregeld legt de studieloopbaanbegeleider het verzoek van de student ter goedkeuring, indien het om tentaminering en examinering gaat, voor aan de examen(advies)commissie. 2. De studieloopbaanbegeleider adviseert de examencommissie over deze aanvraag, draagt zorg voor de communicatie over en realisatie van de te treffen maatregelen en ziet er op toe dat de met de examencommissie overeengekomen extra bijzondere voorzieningen effectief worden uitgevoerd en vast worden gelegd in een overeenkomst. 3. De examencommissie verhoudt zich in deze tot het HAN-beleid inzake studeren met een handicap of chronische ziekte. Artikel 5.3 Toestemming om zonder propedeutisch getuigschrift tentamens af te leggen in de postpropedeutische fase De examencommissie kan een ingeschreven student die niet in het bezit is van het propedeutisch getuigschrift van de betreffende opleiding – op diens schriftelijk verzoek – schriftelijk toestemming verlenen om tentamens af te leggen in de postpropedeutische fase van die opleiding. Artikel 5.4 Verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een (deel)tentamen/(deel)toets of tot het afleggen van een leerwegonafhankelijk(e)(deel)tentamen/(deel)toets 1. De student dient zijn schriftelijk verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een (deel)tentamen / (deel)toets en/of het afleggen van een leerwegonafhankelijk(e)(deel)tentamen / (deel)toets - inclusief het bijbehorende bewijsmateriaal - rechtstreeks in bij de examencommissie. 2. Een vrijstellingsaanvraag op basis van een eerder afgelegd (deel)tentamen wordt alleen toegekend wanneer dat (deel)tentamen is behaald. 3. De examencommissie kan zich bij haar besluitvorming over het verzoek laten adviseren door een examinator dan wel een externe deskundige. 395 4. De examencommissie beslist binnen 20 werkdagen over het ingediende verzoek en deelt dit gemotiveerd schriftelijk aan de student mede. 5. Indien de vrijstelling is verleend of het leerwegonafhankelijk tentamen met een voldoende of hoger is beoordeeld, zorgt de examencommissie voor registratie van de verleende vrijstelling of de behaalde beoordeling in het geautomatiseerde studenteninformatiesysteem. PARAGRAAF 6 ONREGELMATIGHEID EN FRAUDE BIJ TENTAMENS Artikel 6.1 Definitie van onregelmatigheid en fraude 1. Onder onregelmatigheid wordt verstaan elk handelen of nalaten in een situatie waarvan de betrokkene door middel van een of meer ongeoorloofde activiteiten of ongeoorloofd nalaten bewust of onbewust een onjuiste indruk wekt van zijn kennis, inzicht en vaardigheden c.q. competentiebeheersing. Onder de definitie van onregelmatigheid wordt onder andere ook fraude begrepen. 2. Onder fraude wordt verstaan elk handelen (waaronder het plegen van plagiaat), of nalaten, waarvan betrokkene wist of behoorde te weten, dat dit handelen of nalaten het op de juiste wijze vormen van een oordeel over iemands kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt. 3. Onder onregelmatigheid wordt in ieder geval begrepen: a) het als eigen werk opnemen in het portfolio en /of als eigen (groeps)werk presenteren c.q. inleveren van (groeps)werk (zoals scriptie, werkstuk, opdracht, toetsuitwerking) dat geheel of gedeeltelijk is overgenomen en/of door de student ongeoorloofd met een of meer andere(n) is gemaakt; b) het bekendmaken van tentamenvragen en/of –antwoorden voorafgaand of tijdens het tentamen; c) het op enige wijze verlenen van hulp of steun aan een medestudent als gevolg waarvan een onjuiste indruk van het kennen en kunnen van de student wordt gewekt; d) het hulp of steun zoeken en/of verkrijgen van een medestudent als gevolg waarvan een onjuiste indruk van het kennen en kunnen van de student wordt gewekt; e) het binnen handbereik hebben van niet-toegestane hulpmiddelen tijdens het tentamen; f) het tijdens de toetsing gebruiken van toegestane hulpmiddelen waarin niet toegestane aantekeningen en/of toevoegingen voorkomen (bijgeschreven of op losse blaadjes); g) het zonder uitdrukkelijke toestemming verlaten van de tentamenlocatie en/of daarin terug te keren tijdens het tentamen; h) het verlaten van de tentamenlocatie met de uitwerking van een opdracht, ook wanneer deze uitwerking vervolgens wordt aangeboden aan de surveillant of diens plaatsvervanger; i) het aanbrengen van wijzigingen in de ter inzage gelegde uitwerkingen van tentamens, respectievelijk integrale toetsen; j) het maken van een tentamen onder de naam van een ander, dan wel dit laten doen; k) het overtreden van de regels voor inzage; l) al die overige zaken of voorvallen die als zodanig door de voorzitter van de examencommissie worden benoemd. Artikel 6.2 Inbeslagname bewijsmateriaal De examencommissie, en diegenen die namens haar aanwezig zijn bij het tentamen/de toets, zijn bevoegd tot inbeslagname van enig materiaal dat kan dienen als bewijs van de onregelmatigheid of fraude. Nadat de beslissing van de examencommissie als bedoeld in artikel 6.6, onherroepelijk is geworden, retourneert de examencommissie het materiaal onverwijld aan de student. Artikel 6.3 Maatregelen bij onregelmatigheid, respectievelijk fraude 1. Indien een student zich ten aanzien van enig deel van het tentamen aan enige onregelmatigheid heeft schuldig gemaakt of al dan niet rechtstreeks bij betrokken is, kan de examencommissie een of meer van de volgende maatregelen treffen: a. schriftelijke waarschuwing; b. schriftelijke berisping; c. het onthouden van het getuigschrift aan de student (indien de onregelmatigheid eerst na afloop van een toetsing wordt ontdekt); d. bepalen dat het getuigschrift slechts kan worden uitgereikt na een hernieuwde toetsing op een door de examencommissie te bepalen wijze, datum en tijd (indien de onregelmatigheid eerst na afloop van een toetsing wordt ontdekt); 396 e. intrekking van het getuigschrift nadat deze is uitgereikt (indien de onregelmatigheid eerst na afloop van het uitreiken van het getuigschrift wordt ontdekt). 2. Bij fraude kan de examencommissie besluiten tot ontzegging van deelname aan één of meer toetsingen voor de termijn van ten hoogste 1 jaar. 3. Bij ernstige fraude kan de examencommissie het college van bestuur voorstellen de inschrijving voor de opleiding van betrokkene definitief te beëindigen. 4. De examencommissie geeft indien een student zich naar het oordeel van de examencommissie, ten aanzien van enig deel van het tentamen aan een onregelmatigheid schuldig heeft gemaakt, de volgende richtlijn: de examencommissie verklaart het tentamen van onwaarde en kent het cijfer 0 toe aan het betreffende tentamen. Artikel 6.4 Horen student 1. De examencommissie deelt onverwijld, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk, mee aan de student dat er een melding van onregelmatigheid bij een tentamen hem betreffende is ontvangen. 2. De examencommissie deelt haar voorgenomen besluit gemotiveerd en onverwijld mee aan de student, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. 3. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord, alvorens er een definitief besluit wordt genomen. 4. Indien de student wenst te worden gehoord, dient hij dit schriftelijk kenbaar te maken en wel binnen 8 werkdagen na dagtekening van het schrijven waarin de student over de voorgenomen besluit is geïnformeerd. 5. De student wordt gehoord uiterlijk 10 werkdagen nadat het verzoek daartoe is ontvangen. 6. Voordat het horen plaatsvindt, wordt de student meegedeeld dat deze niet verplicht is tot antwoorden. 7. Indien de student niet wordt gehoord wordt het voorgenomen besluit, na het verstrijken van de 8 werkdagen na dagtekening van het schrijven waarin de student over de voorgenomen besluit werd geïnformeerd, omgezet in een definitief besluit. Artikel 6.5 Bekendmaking besluit Indien de student wordt gehoord, informeert de examencommissie de student onverwijld na het horen van de student schriftelijk over het genomen definitieve besluit, dan wel een voorstel/advies aan het college van bestuur. Artikel 6.6 Ongeldig verklaren van een tentamen en het tentamenresultaat waarvan de examencommissie de kwaliteit niet kan garanderen of ongeldig verklaren van een vermiste tentamenuitwerking 1. Indien een tentamen is afgenomen waarvan de examencommissie de kwaliteit niet kan garanderen, kan de examencommissie besluiten om (een deel van) het tentamen en (een deel van) het tentamenresultaat ongeldig verklaren. 2. Onder kwaliteit in de zin van het voorgaande lid wordt kwaliteit in de ruimste zin van het woord bedoeld, waaronder: validiteit, betrouwbaarheid, authenticiteit en transparantie. 3. Indien de uitwerking van een tentamen wordt vermist, wordt daaraan geen resultaat toegekend. Artikel 6.7 Bezwaar en beroep Tegen het besluit van de examencommissie, als bedoeld in artikel 6.5, kan de student een bezwaar maken en eventueel beroep instellen volgens de procedure beschreven in de regeling ‘rechtsbescherming besluiten het onderwijs betreffende’ van het studentenstatuut. PARAGRAAF 7 GETUIGSCHRIFT EN DIPLOMASUPPLEMENT Artikel 7.1 OER als kaderstellend document 1. In de OER 2014-2015 zijn in paragraaf 4, 6, 7 en 8 kaderstellende bepalingen vastgelegd met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de examencommissie op het gebied van onderwijseenheden, tentamens en integrale toetsen. 2. De in deze paragraaf (7) opgenomen artikelen zijn een nadere precisering van en/of aanvulling op deze OER-bepalingen. Artikel 7.2 Vaststellen of de student voldoet aan de eindkwalificaties benodigd voor het verkrijgen van de graad 1. De kader-OER wordt (als onderdeel van het opleidingsstatuut) nader ingevuld door de instituutsdirecteur, door hem ter advisering voorgelegd aan de opleidingscommissie en vervolgens door 397 2. 3. 4. 5. hem ter vaststelling voorgelegd aan de faculteitsdirecteur. De faculteitsdirecteur legt zijn voorgenomen besluit ter vaststelling van de facultaire OER'en - ter instemming - voor aan de Faculteitsraad (FR). Na instemming van de Faculteitsraad stelt de faculteitsdirecteur de OER definitief vast. De examencommissie dient op objectieve en deskundige wijze vast te stellen of een student voldoet aan de eisen die de OER stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. Examinatoren beoordelen de tentamens aan de hand van de in de OER opgenomen criteria en door de examencommissie vastgestelde normen. De examinatoren verwerken de resultaten van de beoordeelde tentamens in studenteninformatiesysteem. Het onderwijsbureau draagt er zorg voor dat het studenteninformatiesysteem vervolgens automatisch berekent of een student aan de eisen heeft voldaan voor het behalen van het getuigschrift en de graad. Artikel 7.3 Getuigschrift 1. De examencommissie verstrekt eenmalig een Nederlandstalig getuigschrift aan de kandidaat die geslaagd is voor een examen. 2. Bij het opstellen van het getuigschrift wordt door de examencommissie gebruik gemaakt van het door het college van bestuur van de HAN vastgestelde format. 3. De datum die op het getuigschrift staat is de datum waarop de examencommissie heeft besloten dat de kandidaat voor het betreffende examen geslaagd is. Deze datum geldt als de officiële datum van geslaagd zijn. 4. De examencommissie controleert de op de getuigschriften vermelde onderwijseenheden en studiepunten op juistheid. 5. Het instellingsbestuur is verantwoordelijk voor de verlening van de graad aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van een bacheloropleiding of associate degree-programma in het hoger beroepsonderwijs heeft afgelegd. 6. Het college van bestuur van de HAN heeft de verantwoordelijkheid tot het verlenen van de graad aan een student gemandateerd aan de examencommissies. 7. Aangezien de examencommissie vaststelt of het eindniveau voldoende is om een graad te verlenen en bovendien tot taak heeft het getuigschrift uit te reiken, verleent de examencommissie feitelijk de graad aan de student. Artikel 7.4 Diplomasupplement 1. Een kandidaat die het getuigschrift behorende bij het afsluitend examen uitgereikt krijgt, ontvangt van de examencommissie een Engelstalig diplomasupplement (DS). 2. Bij het opstellen van het diplomasupplement wordt door de examencommissie gebruik gemaakt van het door het college van bestuur van de HAN vastgestelde format. 3. Het onderwijsbureau draagt er zorg voor dat het studenteninformatiesysteem vervolgens automatisch controleer of een student aan de voorwaarden heeft voldaan door de op het document vermelde studiepunten en cijfers te controleren. 4. Een diplomasupplement is voorzien van de naam en handtekening van de voorzitter van de examencommissie en van een stempel van de HAN. Artikel 7.5 Getuigschriftvertaling 1. Voor vertalingen kunnen afgestudeerden zich wenden tot een beëdigd tolk/vertaler (zie: www.ngtv.nl). 2. Alle kosten voor de vertalingen zijn voor rekening van de student. Artikel 7.6 Verlies getuigschrift Op verzoek van degene aan wie reeds een getuigschrift is uitgereikt, kan door de examencommissie uitsluitend een door haar gewaarmerkte kopie van het getuigschrift of een verklaring dat betrokkenen dd.mm.jjjj is afgestudeerd aan opleiding xxx van de HAN uitgereikt worden. PARAGRAAF 8 SLOTBEPALINGEN Artikel 8.1 Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waarin een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist, zo dit tot de bevoegdheden van de examencommissie behoort, de voorzitter van de examencommissie. Zijn beslissing deelt hij zo spoedig mogelijk mee aan de belanghebbenden bij de beslissing. 398 Artikel 8.2 Klacht, bezwaar en beroep inzake beslissingen en handelswijzen van een examencommissie Zie hiervoor de “regeling rechtsbescherming besluiten het onderwijs betreffende”. Deze regeling is als bijlage 11 opgenomen in het studentenstatuut HAN 2014-2015. Artikel 8.3 Vaststelling, inwerkingtreding en wijziging 1. Dit reglement is vastgesteld door de examencommissies van de FEM op 17 april 2014 en treedt in werking met ingang van 1 september 2014. 2. Het reglement is ter vervanging van het reglement examencommissies van de FEM dat is vastgesteld op 2 april 2013. 3. Dit reglement wordt bekendgemaakt aan de studenten en de medewerkers van de FEM via Insite van alle opleidingen van de FEM. 4. Dit reglement wordt bekendgemaakt aan de studenten en de medewerkers van de instituten genoemd in artikel 1.2 lid 1 van dit reglement door plaatsing via Insite onder Examencommissies FEM. 5. Wijzigingen van dit reglement worden door de betreffende examencommissie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. 6. Wijzigingen kunnen niet ten nadele van een student van invloed zijn op eerder genomen beslissingen van de examencommissie krachtens dit reglement. 399 Reglement opleidingscommissie SBRM 2014-2015 Reglement opleidingscommissie voor de bacheloropleidingen van de HAN Artikel 1 Status en begripsbepalingen 1. Dit reglement is een reglement als bedoeld in artikel 25 4 van het bestuurs- en beheersreglement van de HAN. 2. Voor deze regeling gelden de definities en bepalingen die zijn opgenomen in de begrippenlijst van het opleidingsstatuut (bijlage 2 van het opleidingsstatuut). Artikel 2 Gezamenlijke (vergadering) opleidingscommissie(s) 1. Aan elke opleiding of groep van opleidingen is een opleidingscommissie verbonden. 2. In geval de opleidingen van één instituut niet een gezamenlijke opleidingscommissie hebben, vergaderen alle opleidingscommissies behorend tot het instituut gezamenlijk tenminste 2keer per jaar over de gemeenschappelijke punten, waaronder tenminste die genoemd in artikel 3 lid 2. 3. Bij het instituut International Business & Communication (IB&C) bestaan de volgende opleidingscommissies: - Opleidingscommissie Commerciële Economie - Opleidingscommissie Communicatie - Opleidingscommissie International Business & Languages - Opleidingscommissie Small Business & Retail Management - Opleidingscommissie Food & Business - Opleidingscommissie Arnhem Business School (IBMS, CS, LME, BMS en FC). Artikel 3 Taken en bevoegdheden 1. Een opleidingscommissie heeft tot taak: Het uitbrengen van advies over de onderwijs- en examenregeling (OER) van de betreffende opleiding. Het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de OER van de betreffende opleiding, alsmede het beoordelen van het systeem van kwaliteitszorg van de betreffende opleiding. Het desgevraagd of op eigen initiatief advies uitbrengen aan de instituutsdirectie, de faculteitsdirectie en/of de faculteitsraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de betreffende opleiding(en). 2. De gezamenlijke vergadering heeft tot taak: De afzonderlijke adviezen over de OER van de opleidingscommissies die behoren tot een instituut te bespreken. Dit om tot één gezamenlijk advies te komen, zodat de OER op instituutsniveau kan worden vastgesteld. De afzonderlijke beoordelingen van de opleidingen over de wijze van uitvoeren van de OER, alsmede de afzonderlijke beoordelingen van het systeem van kwaliteitszorg bespreken. Dit om te komen tot een beoordeling over de wijze van uitvoering van de OER, alsmede het systeem van kwaliteitszorg op instituutsniveau. Het desgevraagd of op eigen initiatief advies uitbrengen aan de instituutsdirectie, de faculteitsdirectie en/of de faculteitsraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de betreffende opleiding(en) op instituutsniveau. Artikel 4 Adviezen en beoordelingen 1. Een advies, respectievelijk beoordeling als bedoeld in artikel 3 lid 1 wordt uitgebracht aan de instituutsdirectie en - door de opleidingscommissie - ter kennisneming gezonden naar de faculteitsdirectie en de faculteitsraad. 2. Een advies, respectievelijk beoordeling als bedoeld in artikel 3 lid 2 wordt uitgebracht aan de instituutsdirectie en ter kennisneming gezonden naar de faculteitsdirectie en de faculteitsraad. 3. Alvorens advies uit te brengen kan de opleidingscommissie overgaan tot raadpleging van de studenten en/of de docenten van de betreffende opleiding. 4. Voor zover de instituutsdirectie een advies van de opleidingscommissie niet volgt, omkleedt zij het desbetreffende besluit met redenen en stelt daarvan de opleidingscommissie, de faculteitsdirectie en de faculteitsraad schriftelijk op de hoogte. Artikel 5 Samenstelling 1. De samenstelling van de opleidingscommissie is als volgt: 400 een opleidingscommissie voor één opleiding telt minimaal 4 leden. Een opleidingscommissie voor een groep van opleidingen telt minimaal 2 leden per tot die groep behorende opleidingen. Het aantal leden per opleidingscommissie wordt bepaald door de faculteitsdirectie. 2. Bij de opleidingscommissie wordt: a) de helft van het aantal leden benoemd uit – en op voordracht van - de docenten van de betreffende opleiding. In bijzondere omstandigheden of indien betrokkene over bijzondere kwalificaties beschikt dan kunnen in plaats van docenten ook andere personeelsleden worden benoemd. b) de helft van het aantal leden benoemd uit – en op voordracht van - de studenten van de betreffende opleiding. Er wordt naar gestreefd dat de verschillende opleidingsvarianten en -fases (voltijd, deeltijd, duaal, propedeuse, postpropedeuse e.d.) in de commissie vertegenwoordigd zijn. 3. De samenstelling van de gezamenlijke vergadering is als volgt: van elke opleidingscommissie wordt de voorzitter en één ander lid afgevaardigd. 4. De instituutsdirectie benoemt de leden van de opleidingscommissie zoals aangegeven in lid 2 en 3 van dit artikel. Artikel 6 Benoemingsprocedure 1. Met in achtneming van artikel 5 benoemt de instituutsdirecteur uit de studenten en de docenten van de opleiding minimaal 4 leden voor een opleidingscommissie voor één opleiding en voor een opleidingscommissie voor een groep van opleidingen. Zowel de studenten, als de docenten dragen zorg voor een voordracht van te benoemen leden. 2. Indien voor de opleidingen van een instituut niet één gezamenlijke opleidingscommissie is ingesteld -kiest elke afzonderlijke opleidingscommissie behorend tot dat instituut jaarlijks uit haar midden een docent en een student, die naast de voorzitter, worden afgevaardigd in de gezamenlijke vergadering. Artikel 7 Zittingsduur 1. De zittingsduur van de leden van een opleidingscommissie en leden van de gezamenlijke vergadering bedraagt 2 jaar, ingaande op 1 september. Aftredende leden kunnen opnieuw voor benoeming voorgedragen worden. 2. Jaarlijks wordt nagegaan of aan de vereisten van artikel 5 van dit reglement wordt voldaan. Indien nodig wordt een nieuwe voordracht opgesteld die aan deze vereisten voldoet. Artikel 6 is hierbij van toepassing. 3. Lid 1 van dit artikel is eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering. Artikel 8 Beëindiging lidmaatschap 1. Het lidmaatschap van een opleidingscommissie en de gezamenlijke vergadering eindigt: a. na 2 jaar, in geval het lid niet opnieuw voorgedragen wordt; b. tussentijds; - in geval van overlijden; - in geval zich een situatie voordoet zoals beschreven in art. 7, lid 2, tweede volzin; - in geval de docent niet meer aan het instituut, respectievelijk de betreffende opleiding verbonden is; - in geval het student-lid de opleiding verlaten heeft; - in geval van schriftelijke opzegging door het lid - met vermelding van reden – tegen het eind van de maand, met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden. 2. Ingeval van tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap van de gezamenlijke vergadering van een van haar leden, wordt met inachtneming van artikel 5 en 6 een nieuw lid uit haar midden benoemd. Artikel 9 Tussentijdse vacatures 1. In het geval van een tussentijdse vacature bij een opleidingscommissie benoemt de instituutsdirectie een opvolger, zoals aangegeven in artikel 5. 2. De benoeming van een opvolger geschiedt binnen 4 weken na het ontstaan van de tussentijdse vacature. 3. De tussentijdse opvolger treedt af op het moment dat degene wiens lidmaatschap tussentijds is geëindigd, had moeten aftreden. 4. Lid 2 en lid 3 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering. Artikel 10 Voorzitter en secretaris 401 1. De opleidingscommissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris, en voor elk van beide een plaatsvervanger. 2. De gezamenlijke vergadering kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris, en voor elk van beide een plaatsvervanger. Artikel 11 Vergaderingen 1. De vergadering wordt bijeengeroepen door de voorzitter van de opleidingscommissie. Deze roept de vergadering minimaal tweemaal per jaar bijeen en voorts wanneer minstens de helft van het aantal leden van de opleidingscommissie hierom verzoekt. 2. De leden van de opleidingscommissie ontvangen uiterlijk 10 werkdagen voor de datum van de vergadering een schriftelijke uitnodiging inclusief de agenda. 3. De vergaderstukken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de vergadering in het bezit te zijn van de leden van de vergadering. Indien deze termijn niet in acht genomen is, kan de vergadering met meerderheid van stemmen besluiten geen advies uit te brengen. 4. De vergaderingen van de opleidingscommissie zijn openbaar, tenzij de opleidingscommissie anders beslist. In besloten vergaderingen kunnen geen besluiten worden genomen. 5. De opleidingscommissie draagt er zorg voor dat haar adviezen en voorstellen ter inzage liggen op een voor de docenten en de studenten van het instituut, respectievelijk de opleiding toegankelijke plaats. 6. De opleidingscommissie houdt tenminste 2 keer per jaar een openbare vergadering conform lid 1 van dit artikel. 7. De data van de openbare vergaderingen worden in overleg met de instituutsdirectie zodanig gepland, dat zij aansluiten bij de HAN-jaarplanning. 8. De opleidingscommissie bepaalt zelf of zij ter voorbereiding van een openbare vergadering een besloten vergadering houdt. 9. De vergadering van de gezamenlijke vergadering wordt door de voorzitter van de gezamenlijke vergadering bijeengeroepen Deze roept de vergadering bijeen zo vaak als is bepaald in artikel 2 lid 2. 10. Lid 2, 3, 4, 5, 7 en 8 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering. Artikel 12 Besluitvorming 1. De opleidingscommissie beslist bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen over het uitbrengen van een advies of voorstel. 2. De opleidingscommissie draagt er in voorkomende gevallen zorg voor dat ook het standpunt van de minderheid van de uitgebrachte stemmen kenbaar wordt gemaakt aan de instituutsdirectie. 3. Lid 1 en 2 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering. Artikel 13 Verslaglegging 1. Van iedere vergadering wordt onder verantwoordelijkheid van de secretaris van de opleidingscommissie een verslag gemaakt. 2. Het verslag bevat tenminste: a. datum/tijd/plaats; b. aanwezige leden; c. afwezige leden; d. agenda; e. de hoofdlijnen van de discussie; f. de uitkomst van de adviesaanvragen (met eventuele stemming); g. eventuele stemverklaringen; h. besluitenlijst. 3. Het verslag wordt uiterlijk 15 werkdagen na de vergadering als concept naar de leden gestuurd. 4. Het verslag wordt vastgesteld in de eerstvolgende vergadering. 5. De verslagen van de openbare vergaderingen van de opleidingscommissie worden digitaal beschikbaar gesteld voor de docenten en studenten van het instituut, respectievelijk de betreffende opleiding. 6. Lid 1 tot en met lid 5 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering. Artikel 14 Taken instituutsdirectie in relatie tot de opleidingscommissie 1. Zie artikelen 3 en 4. 402 2. Op verzoek van de instituutsdirectie - of de door haar aangewezen plaatsvervanger – dan wel op verzoek van de opleidingscommissie woont de instituutsdirectie – of de door haar aangewezen plaatsvervanger - de vergaderingen van de opleidingscommissie of een gedeelte daarvan, bij. 3. De faculteitsdirectie, de instituutsdirectie en de opleidingscoördinator verstrekken de opleidingscommissie alle informatie die deze commissie redelijkerwijs nodig heeft voor de uitoefening van haar taken. 4. De instituutsdirectie draagt er zorg voor dat de studenten en de docenten van het betreffende instituut voldoende op de hoogte zijn van het bestaan en het functioneren van de opleidingscommissie. 5. Lid 1 tot en met lid 4 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering. Artikel 15 Rapportage 1. De voorzitter van de opleidingscommissie brengt in elk geval jaarlijks in de maand november schriftelijk verslag uit aan de instituutsdirectie over het functioneren en de werkzaamheden van de commissie in het voorgaande studiejaar. De voorzitter zendt het verslag ter kennisneming aan de faculteitsdirectie en de faculteitsraad. 2. De voorzitter van de gezamenlijke vergadering opleidingscommissie brengt in elk geval jaarlijks in de maand november schriftelijk verslag uit aan de instituutsdirectie over het functioneren en de werkzaamheden van de gezamenlijke vergadering in het voorgaande studiejaar. De voorzitter zendt het verslag ter kennisneming aan de faculteitsdirectie en de faculteitsraad. 3. Het verslag bevat in elk geval informatie over de volgende onderwerpen: - de visie van de opleidingscommissie op haar taak en werkwijze; - het beleids- en activiteitenplan m.b.t. de afgelopen periode (= vorig studiejaar); - de samenstelling van de opleidingscommissie tijdens de afgelopen periode; - de door de opleidingscommissie uitgebrachte oordelen en adviezen in de afgelopen periode; - de reactie van (onder meer) de instituutsdirectie, resp. de voorzitter opleidingscommissie op deze adviezen; - evaluatie van het beleids- en activiteitenplan; - conclusies en aanbevelingen. 4. Het in de leden 1 en 2 bedoelde verslag wordt in ieder geval digitaal en indien gewenst schriftelijk beschikbaar gesteld voor de docenten en studenten van het instituut, respectievelijk de betreffende opleiding(en). Artikel 16 Facilitering en voorzieningen 1. De faculteits- en instituutsdirectie stellen voldoende faciliteiten aan de opleidingscommissie ter beschikking. 2. In concreto impliceren deze faciliteiten het volgende: a. Voor het geheel aan activiteiten van de opleidingscommissie (vergaderingen, voorbereiding) geldt voor elke docent en student een facilitering als richtlijn van minimaal 40 uur en maximaal 60 uur. b. De leden van de opleidingscommissie worden in de gelegenheid gesteld om gedurende een door de faculteits- en instituutsdirectie en de commissie gezamenlijk vast te stellen hoeveelheid tijd de scholing te ontvangen die de leden van de commissie voor de vervulling van hun taak nodig hebben. De docent-commissieleden worden in de gelegenheid gesteld de scholing in werktijd en met behoud van salaris te ontvangen. c. De opleidingscommissie kan in overleg met de instituutsdirectie beschikken over secretariële ondersteuning, vergaderruimte, mogelijkheden tot reproductie/distributie van vergaderstukken en restauratieve voorzieningen. 3. Lid 1 en lid 2 van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de gezamenlijke vergadering. Artikel 17 Bescherming Het college van bestuur, de faculteitsdirectie, de instituutsdirectie en de opleidingscoördinator dragen er zorg voor dat de leden van de opleidingscommissie en de leden van de gezamenlijke vergadering - uit hoofde van hun lidmaatschap van de opleidingscommissie – niet worden geschaad in hun positie en/of belangen met betrekking tot de hogeschool. Artikel 18 Geschillen Indien het advies van de opleidingscommissie niet wordt opgevolgd dan kan de opleidingscommissie dit melden aan de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad kan een geschil voor de opleidingscommissie aanspannen bij de geschillencommissie medezeggenschap. 403 Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing van de opleidingscommissie respectievelijk gezamenlijke vergadering, noodzakelijk is, beslist de voorzitter van de opleidingscommissie respectievelijke de voorzitter van de gezamenlijke vergadering. Zijn beslissing deelt hij zo spoedig mogelijk mee aan de overige leden van de opleidingscommissie respectievelijk de overige leden van de gezamenlijke vergadering, de instituutsdirectie, de betreffende opleidingscoördinator(en) en de faculteitsdirectie. Artikel 20 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op 1 september 2014. 404 Deel 3: Studiegids Studiegids Propedeuse, A-cluster, voltijd, 2014-2015 Studiegids Propedeuse, A-cluster, voltijd 2014-2015 Studiegids Propedeuse B-cluster en hoofdfase, voltijd 2014-2015 Studiegids Duaal 2014-2015 405 Studiegids Propedeuse, A-cluster, voltijd International Business & Communication Faculteit Economie en Management september-instroom 2014-2015 406 407 Studiegids Propedeuse A-cluster, voltijd International Business & Communication Faculteit Economie en Management September-instroom 2014-2015 408 409 Voorwoord Dit is de studiegids voor het A-cluster van de propedeuse van het instituut International Business & Communication. Deze studiegids geeft informatie over de inhoud, opbouw en organisatie van het A-cluster. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut (OS). Het OS bestaat uit vier delen, waarvan de studiegids deel 3 vormt. In het Opleidingsstatuut (OS) is tevens de Onderwijs- en Examenregeling (OER) opgenomen (deel 2). Hierin zijn de formele regelingen opgenomen over het onderwijs en de toetsing. Denk bijvoorbeeld aan de termijn waarbinnen de uitslag van een toets bekend moet zijn, inzage in toetsen, de studielast en de onderwijseenheden van de opleiding. In deel 1 van het OS vind je de HAN-jaarplanning met lesperiodes en vakanties. Informatie over studentvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau is in deel 4 van het OS opgenomen. Het gehele Opleidingsstatuut is te vinden op insite – Economie en Management – Commerciële Economie – onderwijs- onderwijsprogramma. Naast dit OS is ook een aantal andere documenten belangrijk voor jou als student. In de studiehandleidingen is informatie opgenomen over de diverse onderwijseenheden. Studiehandleidingen staan op Scholar. Ook op Insite staat het Studentenstatuut van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) dat voor alle studenten en opleidingen van de HAN geldt. Het Studentenstatuut meldt wat studenten mogen verwachten van de HAN en wat de HAN van hen verwacht. Het is een verzameling van alle rechten en plichten van studenten en geeft ook aan welke voorzieningen er voor studenten zijn. Bovendien bevat het een overzicht van de rechtsbescherming van studenten. In de jaaragenda tenslotte vind je verdere informatie over de organisatie en belangrijke data. Deze agenda kun je ophalen bij ‘t Vraagpunt. Actuele wijzigingen en aanvullingen op de studiegids worden gepubliceerd op Insite en Scholar. De meest recente versie van deze studiegids staat op Insite, Scholar en www.han.nl (bij jouw opleiding). Actuele informatie over inschrijven tentamens, inzage, sluitingstermijnen, vind je op Insite en wordt tevens op de informatieschermen in de gebouwen gepubliceerd. Zoek je iemand van je opleiding, kijk dan op insite bij jouw opleiding onder tab ‘Over Ons’. Wij wensen je veel succes met je studie. Arnhem, augustus 2014 Loes Janssen Loes Cuppen opleidingscoördinator A-cluster IB&C 410 411 Voorwoord ........................................................................................................................................ 410 1. Praktische informatie ............................................................................................................... 414 1.1 Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding ............................................................. 414 1.3 Studiebegeleiding .............................................................................................................. 415 2. Visie op het onderwijs: de propedeuse ................................................................................. 420 2.1 Wat is de propedeuse? ...................................................................................................... 420 2.2 Doel van de propedeuse ................................................................................................... 420 2.3 Opbouw van de opleiding .................................................................................................. 420 3. De opbouw van de propedeuse: onderwijseenheden en modules ..................................... 421 3.1 Opbouw van het studiejaar ................................................................................................ 421 3.2 Rooster- en modulecode ................................................................................................... 421 4. Tentamens ................................................................................................................................ 422 4.1 Tentamenrooster ............................................................................................................... 422 4.2 Toetscodes ........................................................................................................................ 422 4.3 Inschrijving tentamens ....................................................................................................... 422 4.4 Individueel tentamenrooster .............................................................................................. 423 4.5 Twee tentamens op hetzelfde tijdstip ................................................................................ 423 4.6 Schrijfmateriaal bij tentamens ........................................................................................... 423 4.7 Cijfers................................................................................................................................. 423 4.8 Aangepaste tentamenfaciliteiten ....................................................................................... 423 4.9 Afstuderen ......................................................................................................................... 423 4.10 Inzage ................................................................................................................................ 424 5. Propedeusegetuigschrift en Bindend studieadvies ............................................................. 425 5.1 Behalen van je propedeusegetuigschrift ........................................................................... 425 5.2 Studieadvies ...................................................................................................................... 425 5.3 Cijfers en studiepunten in HAN-SIS/Alluris ....................................................................... 426 5.4 Integrale toetsen ................................................................................................................ 426 6. Curriculum van de propedeuse: onderwijseenheden .......................................................... 427 6.1 OWE’s A-cluster ................................................................................................................ 427 6.2 Overzicht onderwijseenheden/verantwoordelijke docent .................................................. 429 Bijlage 1: Overzichten toetsen en opdrachten A-cluster ............................................................ 430 Bijlage 2: Conversietabel ................................................................................................................ 433 Bijlage 3: Competenties Commerciële Economie ........................................................................ 434 Bijlage 4: Competenties Communicatie ........................................................................................ 438 Bijlage 5: Competenties International Business and Languages .............................................. 443 Bijlage 6: Competenties Small Business & Retail Management ................................................ 446 Bijlage 7: Gedragsregels tijdens tentamens/tijdens inzages/klachten en geschillen .............. 454 Bijlage 8: Plagiaat en fraude........................................................................................................... 457 Bijlage 9: Huisregels ........................................................................................................................... 0 Bijlage 10: Ongewenst seksueel gedrag en intimidatie .................................................................. 1 Bijlage 11: RSI ...................................................................................................................................... 2 Bijlage 12: Beschrijving OWE’s A-cluster propedeuse ................................................................... 4 412 413 1. Praktische informatie Voordat het onderwijsprogramma toegelicht wordt, eerst een aantal praktische zaken. Waar kan ik wat vinden en wie benader ik met mijn vragen? Na het lezen van onderstaand hoofdstuk heb je inzicht in de informatiekanalen en weet je wie je kunt benaderen met je specifieke vragen. 1.1 Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding De propedeuse maakt gebruik van meerdere informatiekanalen. Wij verwachten van jou dat je deze bronnen regelmatig raadpleegt en gebruikt. De opleiding gebruikt deze namelijk om met jou te communiceren. Om toegang tot deze kanalen te krijgen heb je wel een HAN-account nodig. Zodra je je hebt aangemeld ontvang van de StudentenInschrijfAdministratie bericht over het aanmaken van een HANaccount. 1. HAN-Insite HAN-Insite is het intranet van de HAN. Op HAN-Insite vind je allerlei zaken die de opleiding betreffen. Ook het lesrooster en roosterwijzigingen vind je hierop terug. Wanneer je op zoek gaat naar informatie over de opleiding ga je naar de site van jouw betreffende opleiding. Heb je gekozen voor Commerciële Economie, dan ga je naar HAN-Insite CE (Economie, Management en Recht – Commerciële Economie ). 2. HAN-Scholar HAN-scholar is de elektronische leer- en werkomgeving van de HAN. Studenten en docenten kunnen hier online samenwerken. 3. Informatiemonitoren In de gebouwen in Arnhem en Nijmegen hangen op diverse plekken informatiemonitoren. Hierop worden actuele wijzigingen in het lesrooster gepubliceerd. 4. Studiegids Dit is de studiegids voor de propedeuse A-cluster. Deze studiegids geeft informatie over de inhoud, opbouw en organisatie van de opleiding. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut (OS). 5. HAN e-mail HAN e-mail is de mailservice van de HAN. Elke student ontvangt een HAN e-mailadres. De opleiding zal dit e-mailadres gebruiken voor onderwijsgerelateerde communicatie met studenten. 6. Jaaragenda Studenten halen aan het begin van het studiejaar de ‘jaaragenda’ op bij ‘t Vraagpunt. Hierin is informatie opgenomen over: jaarplanning, locaties, collegetijden, faciliteiten en interne organisatie. 7. ‘t Vraagpunt ’t Vraagpunt is een studentenbalie in de centrale hal waar studenten tijdens openingstijden van het gebouw en via email vragen kunnen stellen over onderwijsgerelateerde zaken. 8. HAN-SIS/Alluris HAN-SIS is een studievoortgangsysteem waarin alle studieresultaten per student worden bijgehouden. De student dient zelf te controleren of de cijfers kloppen. Bij onjuistheden moet de vakdocent hierover gemaild worden. Alluris vervangt HAN-SIS In december 2014 gaan we over op het nieuwe studie-informatiesysteem Alluris. Lees per 2015 ‘Alluris’ voor ‘HAN-SIS’ . Informatievoorziening overstap naar Alluris In november 2014 en in januari 2015 ontvang je meer informatie met betrekking tot de overstap naar Alluris. Hierin wordt duidelijk vermeld wanneer welke actie van studenten wordt verwacht en wat te doen bij vragen of problemen. Overstap naar Alluris: check je studievoortgang/resultaten De informatie die je rond live-gang ontvangt, betreft de volgende acties: Controleer je cijferlijst in HAN-SIS voor 1 december 2014. Missen er resultaten of constateer je fouten? Neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de desbetreffende docent. 414 - Op 1 december 2014 zal HAN-SIS sluiten. Dit betekent dat er vanaf dat moment geen cijfers meer kunnen worden ingevoerd in HAN-SIS. Alle resultaten uit HAN-SIS die vóór 1 december 2014 zijn ingevoerd, zullen worden overgezet naar Alluris. Vanaf 1 december 2014 kun je wel nog steeds je studieresultaten bekijken in HAN-SIS. Met ingang van 5 januari 2015 zul je je studievoortgang bekijken via Alluris. Uiteraard zorgt de HAN ervoor dat jouw behaalde resultaten worden overgezet van HAN-SIS naar Alluris. Het is echter van belang dat je de resultaten zelf controleert. Bekijk daarom vanaf 5 januari 2015 jouw cijferlijst in Alluris om vast te stellen dat al jouw behaalde resultaten ook daadwerkelijk goed zijn overgezet naar Alluris. Let er wel op dat alle resultaten die je hebt behaald in de periode na 1 december 2014 vanaf 5 januari 2015 in Alluris worden ingevoerd. 1.2 Lesdagen en –tijden De gebouwen zijn, afhankelijk van de vestiging, van maandag t/m vrijdag (in Arnhem ook op zaterdag tot 13.00 uur) geopend. Er zijn aangepaste openingstijden per vestiging. Zie hiervoor de jaaragenda. Geroosterd onderwijs vindt plaats tussen 08.00 en 21.30 uur. Op welke dagen er onderwijs en activiteiten gepland zijn, staat in de IB&C-jaarplanning. Les- en tentamenroosters worden gepubliceerd op insite. IB&C-jaarplanning 2014-2015 Zie voor de jaarplanning HAN-insite: insite>opleiding>actueel>jaarplanning. 1.3 Studiebegeleiding Er zijn verschillende begeleidingsmogelijkheden waar je, tijdens je studie, gebruik van kunt maken. Hieronder staat aangegeven bij wie je waarvoor terecht kunt. Studieloopbaanbegeleider (SLB’er)/mentor Elke klas wordt begeleid door een SLB’er. De SLB’er is jouw eerste aanspreekpunt voor vragen en zal je helpen bij het oplossen van problemen. Tevens voert hij gesprekken met je over jouw studieloopbaan. De SLB’er informeert, begeleidt en adviseert je bij de studie en bij de studievoortgang. Hij biedt daarnaast begeleiding bij reflectie op en aansturing van de eigen competentieontwikkeling. Gedurende de propedeuse is hij je behulpzaam bij het maken van keuzes. Bij persoonlijke problemen die leiden tot studievertraging is het van groot belang dat je dit tijdig aangeeft, dat wil zeggen op het moment dat ze zich voordoen. Indien nodig, afhankelijk van het probleem, verwijst jouw SLB’er je door naar de Senior Studieloopbaanbegeleider (SSLB’er), de campusdecaan of de coördinator propedeuse. Senior Studieloopbaanbegeleider van de propedeuse (SSLB’er) Als je door ziekte, persoonlijke problemen of bijzondere omstandigheden niet voldoende kunt presteren zal jouw SLB’er je doorverwijzen naar de SSLB’er van de propedeuse. Je kunt overigens ook zelf contact met hen opnemen. In overleg is het mogelijk dat je samen met de SSLB’er je studieprogramma aanpast. Daarnaast kun je bij de SSLB’er terecht als je vragen hebt over: extra faciliteiten bij tentamens; bindend negatief studieadvies; stoppen met de studie; overstappen naar andere opleidingen; studiefinanciering; regelingen uit het studentenstatuut; de combinatie van topsport en studie; studeren met een functiebeperking. Bij specifiekere vragen, bijvoorbeeld over financiële ondersteuning, speciale voorzieningen vanwege een functiebeperking of verwijzing naar de studentenpsycholoog kan de SSLB’er je doorsturen naar de campusdecaan. 415 Bereikbaarheid van de SSLB’ers Je kunt de SSLB’ers op de volgende manier bereiken: Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer C1.09 Miriam Vroonhof Je kunt langskomen, via de mail vragen stellen of een afspraak maken: [email protected]. Nijmegen, Laan van Scheut 10, kamer F2.91 Mirjam van de Wiel (voor studenten uit de oneven klassen). Dorothé Boerboom (voor studenten uit de even klassen). Je kunt langskomen, bellen of via de mail vragen stellen of een afspraak maken. Mirjam van de Wiel Dorothé Boerboom tel: 024-3530711 tel: 024-3530756/3530702 [email protected] [email protected] Campusdecaan Bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen werken vier studentendecanen bij wie je als student met specifieke vragen terecht kunt. Voorbeelden van vragen kunnen zijn: je loopt ten gevolge van ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging op en je hebt daardoor financiële problemen; je hebt een acuut financieel probleem waardoor je studie niet goed gaat; je hebt specifieke ondersteuning nodig bij je studie in verband met je functiebeperking, je topsport of anderszins; je hebt vragen over je studiefinanciering; je hebt vragen over bezwaar- of beroepsprocedures; je wilt doorverwezen worden naar hulpverleners buiten de HAN, bijvoorbeeld de studentenpsychologen van de Radboud Universiteit. De campusdecanen zijn zowel in Arnhem als in Nijmegen bereikbaar. Als je één van de decanen wilt spreken, kun je het beste via de mail een afspraak maken. Hieronder vind je de gegevens. Arnhem, Ruitenberglaan 27, kamer V0.13 Peter Hoekstra en Ingrid van der Heijden [email protected] tel: 026-3658111 Nijmegen, Kapittelweg 33, kamer C3.27 Ton van Amelsvoord en Liesbeth Diemel [email protected] tel: 024-3531330 Zie voor meer informatie: www.han.nl ► insite ► campusdecanaat. Coördinator propedeuse Bij de coördinator propedeuse kun je terecht voor vragen over: groepsindeling taalkeuze onderwijsinhoud van de propedeuse; officiële berichtgeving over studievoortgang; studieadviezen (voorlopig) positief en (voorlopig) bindend negatief studieadvies in februari en juli; alle zaken met betrekking tot de propedeuse als voorgaande personen geen uitsluitsel of oplossing kunnen bieden (ook klachten, adviezen en geschillen). Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer E2.02 Loes Janssen Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer E2.04 Marion Berendsen, [email protected] 416 1.4 Wie, wat, waar Waar kun je terecht en bij wie met welk soort vragen? Je vindt het in onderstaand overzicht. Het meest actuele overzicht is ook altijd te vinden op Insite. ’t Vraagpunt Vragen over: collegegeld en collegekaart; machtigingsformulier ´betaling collegegeld´; de collegekaart; roosters; zelfstandig bekijken van studieresultaten; bewijs van inschrijving/betaling; uitgifte van propedeusecertificaten; uitgifte van gewaarmerkte kopieën; stageverklaringen voor studenten die naar het buitenland gaan; informatie over Studielink; invullen formulieren van DUO en Bafög bijv. met betrekking tot collegegeld, krediet, etc. R31 – A0.01 (receptie) [email protected] 026-3691200 Nijmegen: LS10 – F0.27 [email protected] 024-3531697 Reserveren van lokalen: ga naar insite FEM, selecteer ‘roosters’ en kies: ‘aanvraag lokaal (formulier)’. Vragen over: gevonden en verloren voorwerpen; melden van gevaarlijke situaties. Arnhem: Planning Receptie Arnhem: Nijmegen: Servicedesk Intranet/Insite Scholar IB&C propedeuse Docenten R31 - A0.00 [email protected] 026-3691000 LS10 - 0.48 [email protected] 024-3530700 Vragen over: facilitaire en ICT-vragen, reserveringen (bijv. laptop of vergaderruimtes), meldingen en klachten. e-mail: [email protected] tel: 024-3531666 Arnhem: R31-B1.04 Nijmegen: K33-C1.54 Info propedeuse http://insite.han.nl Informatie over: roosters; reserveren van studieruimtes; studieresultaten (HAN SIS); nieuws; studiegids; contactgegevens docenten. Informatie over onderwijseenheden: actuele informatie; studiehandleidingen; wijzigingen binnen onderwijseenheden; proeftoetsen; collegemateriaal. Vragen over lesstof, stofplanning, studiewijzer. Buiten de lessen om zijn docenten te vinden in de flexwerkruimtes of thuis. De lesroosters van docenten zijn te vinden op insite, roosters. Docenten zijn het gemakkelijkst/ snelst via de e-mail te benaderen. E-mailadressen staan in de agenda. 417 Senior-studieloopbaanbegeleiders Opleidingscoördinatie A-cluster Aanspreekpunt voor studenten Arnhem: Aanspreekpunt voor studenten Nijmegen: Studiewisselpunt FEM Curriculumcommissie A-cluster Advies over: het inlopen van studieachterstand; het voorkomen van een negatief bindend studieadvies; het behalen van de stagedrempel; het verstrekken van extra tentamenfaciliteiten; het aanpakken van motivatie- en disciplineproblemen bij de studie; het rekening houden met persoonlijke omstandigheden; consequenties voor de studiefinanciering; het binnen bepaalde grenzen samenstellen van alternatieve leerroutes en volgen van afwijkende modulen; minoren; vervolgstudies. Voor Arnhem: Miriam Vroonhof ([email protected]) Voor Nijmegen: Mirjam van de Wiel ([email protected]) Dorothe Boerboom ([email protected]) Vragen over: wijziging van groep; vrijstellingen; algemene vragen over het programma; voorlichtingsdagen, open dagen overleg groepsvertegenwoordigers; opleidingscommissie; informatieavonden ouders; uitreiking propedeusegetuigschrift. Marion Berendsen ([email protected]) R31 - E2.04 026-3691068 Marion Berendsen ([email protected]) R31 - E2.04 026-3691068 Charlotte de Lorme ([email protected]) LS10 - F2.32 024-3530704 Ben je begonnen aan je studie en heb je het gevoel dat je niet de juiste keuze hebt gemaakt, dat je niet op je plaats zit? Heb je een BNSA gekregen, of verwacht je een BNSA te krijgen? Weet je niet welke opleiding wel bij jou past? Wil je hulp bij het maken van de juiste studiekeuze? Neem dan eventueel, na overleg met je SLB’er, contact op met het Studiewisselpunt FEM. Je kunt bij het Studiewisselpunt terecht voor: een persoonlijk gesprek; heroriëntatie; workshops Studiekeuze; interessetesten; informatie over opleidingen van de HAN; tips om actief aan de slag te gaan met jouw studiekeuze. Je kunt per mail contact opnemen met [email protected]. Wil je liever langs komen dan kun je terecht bij de balie in Arnhem C3.00 en in Nijmegen in ruimte F0.56 (maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag). Vragen over de inhoud van het onderwijsprogramma. De voorzitter curriculumcommissie is Loes Janssen ([email protected]). 418 1.5 Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen De bacheloropleiding wordt afgesloten met een hbo-getuigschrift en een bachelorgraad in domein Business Administration, Commerce of Communicatie. Bij elk getuigschrift hoort een Engelstalig diplomasupplement. Het diplomasupplement bevat een specificatie van de behaalde graad, beknopte informatie over het gevolgde onderwijs, het beoordelingssysteem, de behaalde studiepunten, de kwalificaties van tentamens en de onderdelen van de examens. Verder bevat het document beknopte informatie over de HAN University of Applied Sciences en het Nederlandse onderwijsstelsel. Het Engelstalig diplomasupplement voldoet aan internationale IDS-afspraken6. De faculteiten archiveren de bestanden van de uitgegeven IDS-en. 6 Internationaal Diploma Supplement 419 2. Visie op het onderwijs: de propedeuse In dit hoofdstuk vind je informatie over de opzet van het eerste jaar van je opleiding. 2.1 Wat is de propedeuse? Je staat op het punt om te beginnen met je studie in het eerste jaar: de propedeuse. Samen met studenten van vier andere opleidingen volg je het eerste halfjaar hetzelfde programma. Tijdens het tweede halfjaar volg je een opleidingsspecifiek programma. Het eerste halfjaar (A-cluster) volg je samen met studenten uit de onderstaande opleidingen: Commerciële Economie (CE); Communicatie (CO); International Business and Languages (IBL); Small Business & Retail Management (SBRM). Het tweede halfjaar (B-cluster) volg je het programma van de opleiding die je gekozen hebt. 2.2 Doel van de propedeuse Het doel van de propedeuse is: dat je een goede economische basis ontwikkelt die je nodig hebt voor je verdere studie; dat je een beeld krijgt van de opleiding en het beroep; dat verschillen in kennisniveau als gevolg van verschillen in vakkenpakketten en vooropleidingen, zoveel als nodig, opgeheven worden; dat je een advies krijgt over het vervolg van je studie; dat er zowel sociale binding als binding met de opleiding ontstaat. 2.3 Opbouw van de opleiding Iedere opleiding bestaat uit vier studiejaren. Een studiejaar bij de HAN is verdeeld in twee semesters c.q. clusters. Deze clusters duren een half jaar en worden aangeduid met een letter. De propedeuse bestaat uit het A-cluster (eerste halfjaar) en het B-cluster (tweede halfjaar). De opleiding ziet er schematisch als volgt uit: 420 3. De opbouw van de propedeuse: onderwijseenheden en modules In dit hoofdstuk staat informatie over de opbouw van het studiejaar, het rooster en de verschillende modules die je gaat volgen. 3.1 Opbouw van het studiejaar In hoofdstuk 2 heb je kunnen lezen dat ieder studiejaar bestaat uit twee clusters. Elk cluster bestaat uit vier onderwijseenheden (OWE) en elke OWE bestaat uit verschillende modules. Ieder cluster is onderverdeeld in twee perioden van negen onderwijsweken (OW). Tijdens de eerste acht weken volg je (hoor- en werk-)colleges, trainingen en werk je met medestudenten aan opdrachten en projecten. Na deze acht weken volgt een tentamenweek. Meer informatie over de verschillende onderwijseenheden en modulen staat in hoofdstuk 6. Schematisch ziet een periode er als volgt uit: OW 9 en 101 Tentamens OW 1 t/m 8 (Hoor- en werk-)colleges Trainingen Opdrachten Tentamenvoorbereiding 1 Periode 1 alleen week 9 Aan het begin van het studiejaar ontvang je een agenda van de FEM. In deze agenda vind je de complete jaarplanning met daarin alle onderwijsweken en vakanties. De onderwijsweken worden als volgt weergegeven: <periode> - <onderwijsweek>, bijvoorbeeld: 1-1 (periode 1 - onderwijsweek 1); 2-4 (periode 2 - onderwijsweek 4). De jaarplanning is te vinden op HAN-insite. 3.2 Rooster- en modulecode Tijdens het A-cluster ga je aan de slag met verschillende modules. Een module is een afgebakende hoeveelheid lesstof. Iedere module heeft een eigen code die gebruikt wordt in je lesrooster. Aan de hand van deze code weet je wanneer je welke module gaat volgen. In onderstaand schema volgt een voorbeeld voor AMM1-MKT1A. A MM1 MKT 1 A Marketing 1 Marketing = = Clustercode Naam onderwijseenheid = = = Modulenaam Onderdeel Versie Elke periode vind je een nieuw rooster op Insite. Wanneer er gedurende de lesperiodes wijzigingen plaatsvinden in de roosters, dan vind je die wijzigingen in blauw terug op je rooster. Daarnaast verschijnen de wijzigingen ook op monitoren die in school hangen. Houd Insite en de monitor dus altijd goed in de gaten. Taalkeuze Je hebt gekozen voor de opleiding CE, CO of SBRM, dan heb je ook gekozen voor het volgen van één keuzetaal (Engels is verplicht). Studenten SBRM volgen Duits; studenten CE en CO kunnen kiezen uit Duits, Frans of Spaans. Als je gekozen hebt voor de opleiding IBL, dan volg je in de propedeuse twee keuzetalen (Engels is verplicht): twee van de drie talen Duits, Frans of Spaans. 421 4. Tentamens Tijdens het A-cluster wordt op verschillende manieren getoetst en beoordeeld. Het maken van tentamens is één van de manieren waarop getoetst wordt. In dit hoofdstuk vind je informatie over de (organisatie van de) tentamens. Naast het maken van tentamens, zijn er ook andere manieren van toetsen en beoordelen. Hierbij kun je denken aan de beoordeling die je krijgt voor een mondeling, het houden van presentaties, het schrijven van verslagen en het volgen van trainingen. Informatie over de toetsvormen vind je in de studiehandleidingen van de modules en/of onderwijseenheden. 4.1 Tentamenrooster Voorafgaand aan de inschrijving voor toetsen wordt het tentamenrooster per afdeling bekend gemaakt via FEM ► Insite ► Roosters ► Tentamenrooster per afdeling. 4.2 Toetscodes Op het tentamenrooster staan de toetscodes van de tentamens van de betreffende periode. De toetscodes bestaan uit de module- c.q. roostercode gevolgd door een punt met daarachter het cijfer voor de toetsvorm. De volgende toetsvormen worden gehanteerd: De cijfers achter de punt hebben de volgende betekenis: .1 schriftelijk tentamen .2 practicum .3 luistertoets .4 mondeling tentamen .5 inleveropdracht .6 presentatie .7 project .8 portfolio (schriftelijk en/of mondeling) .9 continuous assessment en/of participatie .0 overig 4.3 Inschrijving tentamens Deelname aan (deel)tentamens, respectievelijk integrale (deel)toetsen geschiedt op basis van individuele inschrijving, tenzij anders bepaald in het opleidingsstatuut. Het verzoek tot inschrijving dient tijdig volgens de procedure, zoals opgenomen is in het Opleidingsstatuut, te worden gedaan. Studenten die willen deelnemen aan een (deel) tentamen dienen zich binnen de reguliere inschrijvingstermijn zelf in te schrijven. Een student mag zich per collegejaar (maximaal) twee keer inschrijven voor een tentamen. Als het de student niet lukt zich in te schrijven voor tentamens moet hij dit tijdens de inschrijfperiode melden met behulp van het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Dit formulier is te vinden via FEM ► Insite ► Roosters. Let op: De toetsdatum die wordt weergegeven in HAN-SIS is fictief. De werkelijke datum is te vinden op het tentamenrooster. Uitschrijving tentamens Tijdens de inschrijfperiode kan de student de tentameninschrijving nog intrekken via het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Na sluiting van de inschrijfperiode is uitschrijving in principe niet meer mogelijk. Alleen bij bijzondere omstandigheden kunnen studenten een verzoek tot uitschrijving indienen via het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Het Onderwijsbureau stemt dit verzoek zo nodig af met de Senior Studieloopbaanbegeleider. - Voor tentamens in periode 5 (T5) is uitschrijving niet nodig! Tentamenperiodes en inzage Controleer Insite voor de inschrijvingstermijnen, de data waarop de inzage plaatsvindt en overige informatie! 422 4.4 Individueel tentamenrooster In de week voorafgaand aan de tentamenweek zal op vrijdag het individueel tentamenrooster gepubliceerd worden. Hierop kan de student zien welk tentamen in welk lokaal gemaakt moet worden. Zie insite voor exacte data van concept en definitief rooster. 4.5 Twee tentamens op hetzelfde tijdstip Indien twee tentamens op hetzelfde tijdstip zijn gepland, dan zorgt de tentamenorganisatie ervoor dat de student beide tentamens aaneengesloten kan maken in hetzelfde lokaal. Op het individuele tentamenrooster is dit niet zichtbaar, daar blijft het oorspronkelijke tijdstip van de betreffende tentamens vermeld staan. Het tentamenbureau beslist welk tentamen er als eerste wordt gemaakt. Dit is alleen van toepassing als het tentamens betreft van de opleiding waar de student voor ingeschreven staat. 4.6 Schrijfmateriaal bij tentamens Bij de uitwerking van een tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een blauw- of zwartschrijvende pen. 4.7 Cijfers De cijfers worden in HAN-SIS of Alluris ingevoerd door docenten. De student dient zelf te controleren of die cijfers kloppen. Bij onjuistheden moet de desbetreffende docent hierover gemaild worden. Via Insite ► Service Bedrijf ► Studentzaken vind je informatie en handleidingen over HAN-SIS en Alluris. 4.8 Aangepaste tentamenfaciliteiten Studenten die op een aangepaste wijze tentamens willen afleggen, kunnen hiertoe via de studieloopbaanbegeleider een verzoek indienen bij de examencommissie. Redenen waarom een student hiervan gebruik kan maken, zijn: - verlenging tentamenduur; - vergroot tentamen; - gebruik laptop tijdens een tentamen. Verzoeken dienen een maand, voordat de inschrijfperiode van de tentamenperiode begint, te worden ingediend. 4.9 Afstuderen Afstuderen, examendata, uitschrijven, uitreiking 1. Controleer in de laatste fase van je studie (nogmaals) of alle cijfers correct zijn ingevoerd. Mochten er cijfers ontbreken, neem dan contact op met de desbetreffende docent. 2. Zodra je denkt je studie afgerond te hebben, meld je dit bij het Onderwijsbureau ([email protected]). De medewerkers van het Onderwijsbureau dragen zorg voor het getuigschrift. 3. De examencommissies bepalen de datum waarop de student is geslaagd. Dit is tevens de datum die op het getuigschrift en het diplomasupplement wordt vermeld. Zie insite > examencommissie FEM > afstudeerprotocol examencommissies FEM, waarin deze data staan vermeld. 4. De student dient zich op de eerste van de maand volgend op de maand waarin student is geslaagd, uit te schrijven in Studielink met als reden ‘Examen’. Voor vragen omtrent het uitschrijven kan contact worden opgenomen met de Studenten Inschrijf Administratie ([email protected]). 5. Normaliter ontvangen de studenten een uitnodiging voor de uitreiking van de getuigschriften. Mocht de student het getuigschrift buiten de uitreiking om willen ophalen, dan kan dit in overleg met de medewerker van het Onderwijsbureau. Let op: Studenten die in tentamenperiode 5 hun laatste cijfer(s) halen, kunnen om organisatorische redenen niet meedoen met de reguliere uitreiking in juli. 423 4.10 Inzage Inzage, hercorrectie (protest) 1. De uitslag van volledig of deels schriftelijk of middels enige andere vorm van indirecte communicatie afgenomen tentamens wordt uiterlijk binnen 15 werkdagen nadat het tentamen is afgelegd door de examinatoren bekendgemaakt aan de student, doch ten minste 1 werkdag voordat de inzage plaatsvindt. 2. De uitslag van mondelinge of anderszins direct communicatief afgenomen tentamens wordt uiterlijk binnen 10 werkdagen nadat het tentamen is afgelegd, door de examinatoren bekendgemaakt aan de student. 3. Wanneer een uitslag (cijfer) niet bekend wordt gemaakt of na bekendmaking onjuist lijkt te zijn, dient de student binnen 15 werkdagen doch ten minste 1 werkdag voordat de inzage plaatsvindt, contact op te nemen met de examinator. 4. Binnen 20 werkdagen, nadat de uitslag van de tentamens bekend is gemaakt, worden de studenten in de gelegenheid gesteld het gemaakte schriftelijke werk in te zien volgens de daarbij gestelde regels (zie artikel 4.2). Daarbij worden de opgaven, de standaarduitwerking en de normering ter beschikking gesteld. 5. Direct na afloop van de inzage kunnen studenten bij de examinator via het protestformulier een inhoudelijk gemotiveerd verzoek indienen om delen van of de gehele uitwerking opnieuw te corrigeren (protest). Op het protestformulier kunnen studenten kort en duidelijk inhoudelijke opmerkingen over het gecorrigeerde werk en/of over de toepassing van de beoordelingsnormen vermelden. De examinator dient binnen 5 werkdagen na het verzoek om hercorrectie (protest) de uitslag van de hercorrectie schriftelijk inhoudelijk gemotiveerd mee te delen. 6. Voor (onderdelen van) tentamens waarvoor geen inzage is, kunnen studenten binnen 5 werkdagen na bekendmaking van het resultaat een inhoudelijk gemotiveerd protest indienen bij de examinator. De examinator dient binnen 5 werkdagen na het protest de uitslag hierop inhoudelijk gemotiveerd mee te delen. In bijzondere gevallen kan de instituutsdirecteur van de in bovenstaande leden genoemde termijnen afwijken. De instituutsdirecteur bepaalt in dat geval de gewijzigde termijnen. 424 5. Propedeusegetuigschrift en Bindend studieadvies Dit hoofdstuk geeft je informatie over cijfers en studiepunten. 5.1 Behalen van je propedeusegetuigschrift Indien je alle OWE’s, behorende bij het propedeuseprogramma van jouw opleiding, behaald hebt, ontvang je een propedeusegetuigschrift. Voor het behalen van een propedeusegetuigschrift heb je 60 studiepunten (SP’en) nodig. Het A-cluster is verdeeld in acht OWE’s van ieder 2,5, 5 of 7,5 studiepunten. Tezamen vormen zij 30 studiepunten. Het B-cluster bestaat eveneens uit 30 studiepunten. A-cluster AMM1 = 5 SP AMM2 = 5 SP ABO1 = 2,5 SP ABO2 = 2,5 SP ADP = 7,5 SP ATC1 = 2,5 SP ATC2 = 2,5 SP ATC3 = 2,5 SP* ATC4 = 2,5 SP* ATC5 = 2,5 SP* Totaal 30 SP * Dit zijn de keuzetalen. Je volgt dus niet alle vijf de OWE’s. Toelichting: 1 studiepunt staat voor 28 studiebelastinguren (= les, zelfstudie, opdrachten uitwerken). Verdere uitleg over de OWE’s van het A-cluster staat in hoofdstuk 6. De exacte regeling voor het behalen van de propedeuse is beschreven in het OS, onderdeel OER. Het OER is te vinden op: Insite HAN ► Economie en Management ► Onderwijs ►Naar alle insites FEM en ABS ►Kies je opleiding ► onderwijs ► onderwijsprogramma ► opleidingsstatuut/OER. Propedeusegetuigschrift Om de opleiding af te kunnen ronden dien je voor elke onderwijseenheid minimaal het eindcijfer 6 te behalen en mag je voor geen enkel toetsonderdeel minder dan een 5.5 hebben behaald. Om te kunnen slagen moet je dus elke onderwijseenheid (en elke integrale toets) met een positief resultaat hebben afgerond. Cum Laude Het propedeutisch examen is cum laude gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen met betrekking tot de onderwijseenheden uit de propedeutische fase als bedoeld in artikel 4.1 met de kwalificatie 8 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 30 studiepunten aan vrijstellingen hiervan zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat cum laude worden de additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen. Voor bijzonderheden wordt verwezen naar de onderwijs- en examenregeling (OER, deel 2 OS, zie Insite). In de OER vind je ook het reglement van de examencommissie. Hierin zijn regels opgenomen over o.a. de taken en samenstelling van de examencommissie, onregelmatigheden (fraude) tijdens tentamens, het vertrekken van getuigschriften en bezwaar en beroep. Regels omtrent tentamens, gedragsregels, inzage en protest vind je in de OER bij ‘Gedragsregels voor studenten tijdens tentamenafname’ en ‘Gedragsregels voor studenten tijdens inzage’. 5.2 Studieadvies Als je aan het eind van je eerste jaar van inschrijving je propedeusegetuigschrift niet haalt, is het van groot belang dat je voldoet aan de eisen van het Bindend Studieadvies (BSA). Indien je niet voldoet aan de eisen van het BSA, dan krijg je een Bindend Negatief Studieadvies (BNSA) en moet je stoppen met je opleiding. Als je wel aan de eisen voldoet, maar je propedeuse nog niet behaald hebt, mag je jouw studie voortzetten. Een vereiste is wel dat je aan het einde van jouw tweede jaar je propedeusegetuigschrift behaald moet hebben. In het OER vind je precies beschreven welke regels en eisen voor het BSA gelden. 425 5.3 Cijfers en studiepunten in HAN-SIS/Alluris Voor alle opdrachten en toetsen die je (voor de door jou gekozen opleiding) maakt zul je een beoordeling ontvangen. Om daarna ook studiepunten voor een OWE toegekend te krijgen is het van belang dat alle behaalde resultaten ook in HAN-SIS worden ingevoerd door jouw docenten. Studiepunten worden toegezegd zodra je alle onderdelen van een onderwijseenheid met een 5.5 of hoger afgerond hebt. Je bent zelf verantwoordelijk voor het controleren van alle ingevoerde resultaten. Jij zult dus zelf regelmatig moeten controleren of jouw cijferlijst juist en volledig is (Insite HAN ► HAN-SIS). Als je denkt dat resultaten ontbreken of niet juist zijn ingevoerd, dan moet je hierover zelf contact opnemen met je vakdocent. Het snelste gaat dit door je vakdocent een e-mail te sturen. Wacht hier niet te lang mee! 5.4 Integrale toetsen Tijdens de opleiding wordt op drie momenten integraal beoordeeld hoe competent je al bent. Met integraal wordt bedoeld dat gekeken wordt naar je kennis en kunde met betrekking tot de inhoud en de beroepstaken van meerdere onderwijseenheden. Binnen de propedeuse IB&C (CE, CO, IBL en SBRM) is de onderstaande integrale toets opgenomen: Integrale toets 1 (IT1): deze toets bestaat uit de ‘Proeve van Bekwaamheid’. Doel van de ‘Proeve van Bekwaamheid’ is het opstellen van een Business Plan. Met een projectgroep beslist de student over een product of dienst dat hij/zij wil introduceren in een potentiële markt. De student berekent de kosten voor productie, marketing alsmede de winst. Ook bedenkt hij/zij welke middelen nodig zijn om het product/de dienst bekend te maken bij de doelgroep. Hij/zij beschrijft dit in een Business Plan en verzorgt een presentatie. Als deze toetsen met een voldoende afgerond zijn, is IT1 behaald. Meer informatie over IT1 staat in de studiegids van de hoofdfase van de opleiding die je gaat volgen. 426 6. Curriculum van de propedeuse: onderwijseenheden Een onderwijseenheid (OWE) is een verzameling van verschillende modules. In dit hoofdstuk vind je informatie over de indeling en inhoud van de verschillende OWE’s uit het A-cluster. De beschrijvingen van de onderwijseenheden van het A-cluster zijn opgenomen in bijlage 12 (ingangsniveau, studiepunten, beroepstaak, beroepsproducten, omschrijving, organisatie/werkvormen en toetsing). Dit is een aparte bijlage. 6.1 OWE’s A-cluster Het A-cluster is verdeeld in twee onderwijsperioden. Tijdens deze perioden volg je een aantal OWE’s. De beroepspraktijk staat centraal in het onderwijsprogramma van het instituut International Business & Communication. Zoals eerder gezegd wordt het onderwijs aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. De onderwijseenheden zijn opgebouwd rond beroepstaken en in elke onderwijsheid staan één of twee van de beroepstaken uit het A-cluster centraal. Een student moet laten zien dat hij een beroepstaak met de daarbij behorende competenties beheerst. Dat doet hij door de beroepsproducten op te leveren en toetsen te maken die aan de beroepstaak zijn gekop peld. Beroepstaken A-cluster De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer. De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding). De beroepsbeoefenaar past de ontwikkelingen op online gebied toe in zijn marketing/marketingcommunicatieactiviteiten. De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in - en externe relaties en reflecteert daarop. De beroepsbeoefenaar ondersteunt bij de uitvoering en evaluatie van eenvoudig marktonderzoek. De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie. Om de beroepstaken uit te kunnen voeren moet de beroepsbeoefenaar tijdens zijn opleiding een aantal competenties verwerven. In het A-cluster werken de studenten aan de volgende competenties uit het domein Business Administration, Commerce en Communicatie. Deze competenties worden verworven op niveau 1 (zie bijlage 1 t/m 4 voor een uitgebreid overzicht). Competenties Commerciële Economie Ondernemerschap: Initiëren, creëren en realiseren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend Marktonderzoek: het opzetten, uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek Bedrijfs- en omgevingsanalyse: vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Marketing: het ontwikkelen van marketingbeleid voor een (internationale) onderneming en het kunnen onderbouwen van gemaakte keuzes. Marketing: het opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het marketingbeleid. Sales: Het onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening. Communicatie: Communiceren in minimaal 1 vreemde taal en daarbij rekening houden met cultuur verschillen. Marketingcommunicatie: Het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen Management: leidinggeven aan een project, bedrijfsonderdeel, bedrijfsproces of bedrijf. Interpersoonlijk: de directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Intrapersoonlijk: de communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. Competenties Small Business & Retail Management Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van 427 - - - - - - de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). Competenties Communicatie Analyseren en onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid Plannen en organiseren Creëren en organiseren Representeren Competenties International Business & Languages Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten, ten behoeve van een grotere of kleinere internationale markt. Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van (internationaal) marktonderzoek. Internationale Marktanalyse en Concurrentieanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de internationale markten op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van diverse plannen met betrekking tot internationalisering op basis van het beleid internationale marketing Internationale Sales en Internationaal account management. Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne media (zoals CRM, customer relationship management). Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal (= Domeincompetentie Commerce 7, niveau 3: hoger niveau voor drie moderne vreemde talen dan in domeincompetenties commerce ). Leiding geven aan een internationaal bedrijf, een internationaal bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een internationaal project op het gebied van internationale in- en verkoop en internationale communicatie. Interpersoonlijke, sociale en communicatieve vermogens. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Persoonlijke professionele Internationale vermogens. 428 Onderwijseenheden in het A-cluster A-cluster Periode 1/2 of periode 3/4 Business & Onderzoek (ABO1 en ABO2) De Professional (ADP1) Marketing 1 (AMM1) Marketingcommunicatie 1 (AMM2) Taal en Cultuur 1/2/3/4/5 Nederlands (ATC1) Engels (ATC2) Duits (ATC3) Frans (ATC4) Spaans (ATC5) 6.2 Overzicht onderwijseenheden/verantwoordelijke docent Onderwijseenheid: ABO1 ABO2 ADP1 AMM1 AMM2 ATC1 ATC2 ATC3 ATC4 ATC5 IT1 Onderdelen: SP: Cluster: Verantwoordelijke docent: Erik Nijenhuis ABO1-BDE1B - Bedrijfseconomie 1B ABO1-BDE2B - Bedrijfseconomie 2B ABO2-ONZ2C - Onderzoek 2C ADP1-ATR1A - Actualiteiten & Trends 1A ADP1-BPO1B - Beroepsoriëntatie 1B ADP1-ONH1D - Ondernemendheid 1D ADP1-SLB1A - Studieloopbaan 1A AMM1-MKT1A - Marketing 1A’ AMM1-MKT2A - Marketing 2A AMM2-MCO1C - Marketingcommunicatie 1C AMM2-MCO2C - Marketingcommunicatie 2C AMM2-ONL1B - Online 1B ATC1-NED1A - Nederlands 1A ATC1-NED2A - Nederlands 2A ATC2-ENG1B - Engels 1B ATC2-ENG2B - Engels 2B ATC3-DUR1A - Duits 1A ATC3-DUR2A - Duits 2A ATC4-FRA1D - Frans 1D ATC4-FRA2C - Frans 2C ATC5-SPA1C - Spaans 1C ATC5-SPA2C - Spaans 2C Integrale toets 2,5 A 2,5 7,5 A A 5 A 5 A Twan Geerts Carla Kuling Kristin Zipperlen Jacq. van Schalm Saskia Schagen Maurits Cosijn & Jeffrey Jansen Mark Molewijk 2,5 A Michelle Merkx Heleen Janssen 2,5 A Jeanine van Haeren 2,5 A Gerard van Hal 2,5 A Twan Geerts 2,5 A Fina Ramos Palau Maurits Cosijn 429 Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015 Bijlage 1: Overzichten toetsen en opdrachten A-cluster OWE-ABO1 Module - Business & Onderzoek 1 Soort toets Toetscode ABO1-BDE1 Schriftelijke toets ABO1-BDE1B.1 Minimumcijfer 5.5 ABO1-BDE2 Schriftelijke toets ABO1-BDE2B.1 5.5 T2/T4 Minimumcijfer 5.5 5.5 Examen-periode T2/T4 P2/P4 Herkansing Minimumcijfer 6.0/ 5.5 Examenperiode P1-P3 Arnhem P2-P4 Nijmegen Herkansing P1/P3 P2/P4 P2/P4 (OW 8) P1/P3 Nijmegen P2/P4 Arnhem P1/P2 of P3/P4 OWE-ABO2 Module - ABO2-ONZ1 OWE-ADP Module Business & Onderzoek 2 Soort toets Toetscode Schriftelijke toets Opdracht - ABO2-ONZ1C.1 ABO2-ONZ1C.5 De professional Soort toets Toetscode ADP1-ATR1 Portfolio/ eindopdracht ADP1-ATR1A.8 ADP1-BPO1 Presentatie Portfolio Meeloopdag/ministage Presentatie ADP1-BPO1B.6 ADP1-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.9 ADP1-ONH1D.6 5.5 5.5 Voldaan 5.5 Aanwezigheid/ actieve participatie ADP1-SLB1A.9 Voldaan ADP1-ONH1 ADP1-SLB1 Examenperiode T1/T3 Herkansing T4 T2: alleen voor deelnemers deficiëntiecursus 1 T5 T3: alleen voor deelnemers deficiëntiecursus 2 T5 Een week na ontvangst negatieve beoordeling Binnen twee weken na ontvangst negatieve beoordeling P1/P3 (OW 7) P2/P4 (OW 7) P4/P2 (OW 8) P3 Nijmegen P4 Arnhem Volgend semester Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: 90 min. - 90 min. Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: 120 min. - Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: - Toetsing tijdens les Toetsing tijdens les - - - OWE-AMM1 - Marketing & Marketingcommunicatie 1 Module Soort toets Toetscode AMM1MKT1 Presentatie AMM1MKT2 OWE-AMM2 Module AMM2MCO1 AMM2-ONL1 - AMM1-MKT1B.6 Minimumcijfer 5.5 Examenperiode P1/P3 Portfolio Schriftelijke toets (schrapkaarttentamen) Presentatie AMM1-MKT1B.8 AMM1-MKT2B.1 5.5 5.5 P1/P3 T2/T4 AMM1-MKT2B.6 5.5 P2/P4 Portfolio AMM1-MKT2B.8 5.5 P2/P4 Marketing & Marketingcommunicatie 2 Soort toets Toetscode Minimumcijfer Portfolio AMM2-MCO1C.8 5.5 Examenperiode P1/P3 Portfolio AMM2-MCO2C.8 5.5 P2/P4 Portfolio AMM2-ONL1B.8 5.5 P1/P3 Nijmegen P2/P4 Arnhem Herkansing Getoetst tijdens de les in periode Toetsing tijdens les Duur tentamen: - - 120 min. Einde semester bij JSNAN/CSNM P2/P4 (OW 9) Toetsing tijdens les - - - Herkansing Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: - - - - - Einde semester bij JSNAN/CSNM P1/P3 (OW 9) T5 Aanvullende opdracht P1/P3 (OW 7) Aanvullende opdracht P2/P4 (OW 7) P1/P3 Nijmegen P2/P4 Arnhem 431 OWE-ATC1 Module - ATC1-NED1 Schriftelijke toets (schrapkaarttentamen) Schriftelijke toets ATC1-NED2 OWE-ATC2 Module - ATC2-ENG1 ATC2-ENG2 OWE-ATC3 Module - ATC4-FRA1 ATC4-FRA2 OWE-ATC5 Module ATC5SPA1/2 5.5 ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR2A.1 Taal & Cultuur 4 Soort toets Toetscode Luistertoets Schriftelijke toets - ATC1-NED2A.1 Taal & Cultuur 3 Soort toets Toetscode Schriftelijke toets Schriftelijke toets - Examen-periode T1/T3 Herkansing ATC1-NED1A.1 Minimumcijfer 5.5 Taal & Cultuur 2 Soort toets Toetscode Schriftelijke toets Schriftelijke toets ATC3-DUR1 ATC3-DUR2 OWE-ATC4 Module Taal & Cultuur 1 Soort toets Toetscode ATC4-FRA1D.3 ATC4-FRA2C.1 Taal & Cultuur 5 Soort toets Toetscode Schriftelijke toets ATC5-SPA2C.1 T4 Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: 90 min. T2/T4 T5 - 120 min. Minimumcijfer 5.5 5.5 Examen-periode T1/T3 T2/T4 Herkansing Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: 90 min. 90 min. Minimumcijfer 5.5 5.5 Examen-periode T1/T3 T2/T4 Herkansing Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: 120 min. 120 min. Minimumcijfer 5.5 5.5 Examen-periode P1/P3 (OW 8) T2/T4 Herkansing Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: 60 min. 120 min. Minimumcijfer 5.5 Examen-periode T2/T4 Herkansing Getoetst tijdens de les in periode - Duur tentamen: 120 min. T4 T5 T4 T5 P3/P4 (OW 8) T5 T5 432 Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015 Bijlage 2: Conversietabel Wijzigingen studieprogramma ten opzichte van voorgaande jaren. In de onderstaande tabel is te zien welke modules een wijziging hebben ondergaan ten opzichte van de vorige twee studiejaren. Als een toets, opdracht, project, e.d. niet meer wordt aangeboden, kun je op HAN-insite bij jouw opleiding, bij de slepersinfo, kijken wat de vervanging is. Informeer altijd bij de verantwoordelijke docent of er wijzigingen in de toetsstof zijn. SEPTEMBER 2014 Code 2013-2014 ABO-ATR1A.8 Code 2014-2015 ADP1-ATR1A.8 ABO-ONZ1B.0 - ABO-ONZ1B.1 ABO-ONZ1B.5 ABO2-ONZ1C.1 - ABO-BDE1B.1 ABO-BDE2B.1 ADP-ONH1C.1 ABO1-BDE1B.1 ABO1-BDE2B.1 - ADP-ONH1C.6 - ADP-BPO1B.6 ADP-BPO1B.8 ADP-BPO1B.9 ADP-SLB1A.9 ADP1-BPO1B.6 ADP1-BPO1B.8 ADP1-BPO1B.9 ADP1-SLB1A.9 AMM-MKT1A.1 - AMM-MKT2A.1 - AMM-MKT1A.6 AMM-MKT1A.8 AMM-MKT2A.6 AMM-MKT2A.8 AMM-MCO1B.1 AMM1-MKT1B.6 AMM1-MKT1B.8 AMM1-MKT2B.6 AMM1-MKT2B.8 - AMM-MCO2B.1 - ADP-ONL1B.8 ATC-NED1A.1 ATC-NED2A.1 ATC-ENG1B.1 ATC-ENG2B.1 ATC-DUR1A.1 ATC-DUR2A.1 ATC-FRA1C.3 AMM2-ONL1B.8 ATC1-NED1A.1 ATC1-NED2A.1 ATC2-ENG1B.1 ATC2-ENG2B.1 ATC3-DUR1A.1 ATC3-DUR2A.1 - ATC-FRA2C.4 - ATC-FRA2C.1 ATC-SPA2C.1 ATC4-FRA2C.1 ATC5-SPA2C.1 Toelichting Geen inhoudelijke wijzigingen, module is opgenomen in andere OWE ABO-ONZ1B.0 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Zie studiegids ABO-ONZ1B.5 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Geen wijzigingen Geen wijzigingen ADP-ONH1C.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite.. ADP-ONH1C.6 vervalt. Herkansen in P2 in na opgave bij teamtrekker, Jacqueline van Schalm Zie de slepersinfo Geen wijzigingen Geen wijzigingen Geen wijzigingen Geen wijzigingen AMM-MKT1A.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite AMM-MKT2A.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd AMM-MCO1B.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. AMM-MCO2B.1 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd ATC-FRA1C.3 vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. ATC-FRA2C.4 vervalt, Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Geen inhoudelijke wijziging, code OWE is gewijzigd Bijlage 3: Competenties Commerciële Economie Commerciële Economie Competentieniveaus voor de competenties CE Vastgesteld door de HBO-raad voor CE-opleidingen per december 2012 Competentieniveau 1: inleidend niveau. De student kan in een eenvoudige situatie (beroepstaak) en onder begeleiding de beroepstaak aantonen. Dit niveau wordt meestal in de propedeuse behaald. Als de student dit niveau aantoont, is hij hoofdfasebekwaam en daarmee klaar om te starten met de hoofdfase. Competentieniveau 2: verdiepend niveau. De student kan een meer complexe taak met losse sturing uitvoeren. Dit niveau wordt meestal in de hoofdfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont, is hij afstudeerbekwaam. Competentieniveau 3: gevorderd niveau. De student kan een complexe taak zelfstandig uitvoeren. Dit niveau wordt in de afstudeerfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont is hij startbekwaam (klaar voor de beroepstaak). CE-competenties 2013-2014 1 Ondernemerschap: Initiëren, creëren en realiseren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. Runnen, samen met anderen, van een project of onderneming. Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst. Competentieniveau 2 Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee. Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming. Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming (niet voor CE) verplicht) 2 Marktonderzoek. Het opzetten, Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek. Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing. Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen). Competentieniveau 2 Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies. Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever. Evalueren van het uitgevoerde onderzoek. Competentieniveau 3 Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere contexten. Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst. Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket. Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen. Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen. 434 3 Bedrijfs- en omgevingsanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. Competentieniveau 2 Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context. Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken. Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen. Competentieniveau 3 Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten. Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegenstellingen. Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject. 4 Marketing strategie en beleid. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen. Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie. Competentieniveau 2 Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn. Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. Competentieniveau 3 Benoemen van een aantal opties op basis van een zelfstandig uitgevoerde analyse in opdracht van een externe opdrachtgever. Prioriteren van opties eventueel in overleg met de opdrachtgever. Onderzoeken van de haalbaarheid van deze opties. Opstellen van marketingdoelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn. Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de marketinginstrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële consequenties. 5 Planning & uitvoering. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling. Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie. Competentieniveau 2 Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. Competentieniveau 3 Analyseren en onderzoeken, zelfstandig, van veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een complexe marketingprobleemstelling. Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een complexe marketingprobleemstelling. Presenteren van de analyse en conclusies op overtuigende wijze aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen van instemming met en draagvlak voor de uitvoering. 435 6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties. T.b.v. inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en of diensten. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Werken met CRM systemen/ klantendatabase/ leveranciersdatabase Onderscheiden van consumentengroepen in termen van prospects en suspects Voeren van gesprekken, ook telefonisch, voor het aanknopen, ontwikkelen en onderhouden van relaties. Uitvoeren van een analyse van de effectiviteit van de inkoop- en, verkooporganisatie. Enkelvoudig verkopen van product Competentieniveau 2 Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van de (marketing) communicatie op deze afnemersgroepen. Opstellen van een accountprofiel, effectieve inkoop- en verkoopstrategie. Vervaardigen van een verkoopmap met alle relevante informatie Voeren van effectieve onderhandelingen, ook in een vreemde taal Ontwerpen van een effectieve/efficiënte in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk (eventueel met behulp van CRM-systeem). Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde taal Competentieniveau 3: Opzetten en onderhouden van een eigen netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening (eventueel met behulp van CRM-systeem) Productief maken van het netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening Voeren van effectieve verkooponderhandelingen in het kader van duurzame klantrelaties in business to business-omgeving en in business to consumer-omgeving 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Omschrijving niveaus Beheersen van één moderne vreemde taal op minimaal taalniveau 2 (zie bijlage) Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt; Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt; 8 Marketingcommunicatie. Het vertalen van het marketingplan naar een on- en offline marketingcommunicatieplan. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Inzicht in communicatiedoelgroep(en) overzicht geven van instrumenten en media welke kunnen worden ingeschakeld om marketingdoelstellingen te helpen realiseren Opstellen, samen met anderen, van de marketingcommunicatiemix op basis van een gegeven thema Opstellen van een cross mediaal-mediaplan Onderbouwen mediakeuze Rekening houden met belangrijke wetgeving rond communicatie. Houdt rekening met de ethische grenzen van marketingcommunicatie Competentieniveau 2 Opstellen van een briefing van een extern communicatiebureau Hanteren van consumentengedrag als uitgangspunt voor communicatie. Begrijpt de samenhang tussen off- en online communicatie instrumenten Op basis van een communicatieonderzoek een Marketingcommunicatieplan opstellen vanuit een gegeven strategische context en op basis van communicatieonderzoek een marketingcommunicatieplan opstellen. Competentieniveau 3: Voor minoren en varianten Vorm geven en aangaan van de dialoog met stakeholders. Ontwikkelen van de positionering en merkstrategie van een organisatie. Beheersen van het communicatieproces in termen van strategie, doelgroep, positionering, briefing, concept, productie, traffic en media Rapporteren en verantwoorden van de resultaten (o.a. accountability) v.d. analyse, incl. verantwoorden aanpak en geven van een advies over vervolgtraject. 436 9 Leiderschap en management. Leiding geven aan een project, bedrijfsproces, bedrijfsonderdeel of bedrijf (volgorde omgedraaid) Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Beheersen van een aantal aspecten van projectleiderschap. Opbouwen v.e. eenvoudige projectorganisatie; Voorzitten van vergaderingen in een projectgroep; Leiden v.d. uitvoering v.e. opdracht; Instrueren en volgen v.d. deelnemers v.e. projectgroep; Leiding geven bij het maken v.e. Plan van Aanpak; Herkennen van conflictsituaties in een projectgroep en een bemiddelende rol spelen; Opstellen van kwaliteitseisen t.a.v. het project in overleg met de projectgroep. Competentieniveau 2 Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep. Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project. Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid. Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep. 10 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk). De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Omschrijving niveaus Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit. Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat onder meer opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren 11 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk). De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. Omschrijving niveaus Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche door middel van actief lidmaatschap van beroepsverenigingen, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoorts. 437 Bijlage 4: Competenties Communicatie LOCO-competentie 1 Analyseren en onderzoeken Omschrijving De communicatieprofessional signaleert voor zijn organisatie of opdrachtgever op proactieve wijze ontwikkelingen in de interne en externe omgeving. Hij signaleert relevante ontwikkelingen in de politieke, maatschappelijke, economische, technologische, interculturele en specialistische omgeving en zet die informatie om naar voor de organisatie relevante kennis. Hij initieert, voert uit, rangschikt en beoordeelt de resultaten van onderzoek en analyse. Hij bepaalt de relevantie van de gesignaleerde trends, gedragsveranderingen en verschuivingen op (inter)nationaal niveau en plaatst deze in het perspectief van de korte, middellange en lange termijn. Hij brengt de resultaten op niveau van strategische beleidsvorming en vertaalt deze in conclusies en aanbevelingen. HBO Kernkwalificaties: Brede professionalisering; Multidisciplinaire integratie; (Wetenschappelijke) toepassing; Transfer en brede inzetbaarheid; Methodisch en reflectief denken en handelen. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming. Beroepshandelingen Beroepsproducten 1. Bepalen van onderzoeksdoelstellingen en vraag Analyserapport, bijvoorbeeld: trendanastellingen. lyse, stakeholderanalyse, concurrentieana2. Initiëren, begeleiden, uitvoeren en interpreteren van lyse, media-analyse, issueanalyse analyses en (toegepaste) onderzoeken. Onderzoeksrapporten, surveys 3. Interpreteren en evalueren van informatie op strate Toekomstscenario’s gisch niveau. Management summary 4. Op basis van analyse en onderzoek gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid (als gesprekspartner op strategisch niveau) 5. Managen en interpreteren van informatiestromen (onen offline). 6. Beschrijven van mogelijke toekomstige ontwikkelingen en scenario’s. Body of knowledge Kennis, methoden en technieken betreffende: and skills onderzoeksmethoden (kwalitatief en kwantitatief) en gegevensverwerking; analysemodellen; issuemanagement (crisismanagement); informatiemanagementtechnieken; trendwatching op onder meer sociale en maatschappelijke ontwikkelingen, bestuurlijke en politieke ontwikkelingen, macro-economische ontwikkelingen, (inter)culturele ontwikkelingen, multimediale en crossmediale ontwikkelingen (Web 2.0/Web 3.0). Vaardigheden: interviewtechnieken; desk research; scenariodenken; rapportage / onderzoeksverwerking (verschillende verwerkingsprogramma’s). 438 LOCO-competentie 2 Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid* Omschrijving De communicatieprofessional adviseert over en ontwikkelt communicatiebeleid dat bijdraagt aan een optimale realisatie van de organisatiedoelen en organisatiestrategie. Hij is zich bewust van de wederzijdse beïnvloeding van communicatiebeleid en andere beleidsterreinen. Vervolgens kan hij op grond van het vastgestelde communicatiebeleid bepalen wat de beste strategie is om de communicatiedoelen te bereiken. Hij kan een verantwoord advies geven over in te zetten communicatiemiddelen, rekening houdend met doelstellingen, doelgroep(en), publieksgroepen en actoren. Hij overziet daarbij de financiële en budgettaire consequenties van zijn keuzes en maakt in het keuzeproces ook een maatschappelijke en ethische afweging. HBO Kernkwalificaties: Probleemgericht werken; Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Methodisch en reflectief denken en handelen. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie. Beroepshandelingen Beroepsproducten 1. Onderzoeksresultaten (en gegevens uit beleidsnotities) kunnen Corporate communicatiebehanteren als input voor beleidsaanpassingen en strategievorleidsplan ming. Concerncommunicatieplan 2. Gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid aan het ma Marketingcommunicatieplan nagement. Intern communicatieplan 3. Vertalen van organisatiebeleid in communicatiebeleid.** Merkdocument 4. Kunnen afwegen van en omgaan met verschillende interpretaties Campagneplan en belangen van opdrachtgever en betrokken actoren Crisiscommunicatieplan 5. Het proces van strategische beleidsvorming in een organisatie Adviesrapport / Adviesgesprek kunnen faciliteren en begeleiden. Mediaplan 6. Voorstellen met overtuigingskracht presenteren aan interne en Debriefing externe opdrachtgevers, zowel mondeling als schriftelijk. Corporate story 7. Budgettaire en financiële consequenties van een advies overzien. Kennis, methoden en technieken betreffende: Body of knowledge and skills theorieën over informatieverwerking en betekenisgeving; communicatietheorieën en modellen; gedragsmodellen; debriefing (de (schriftelijke) omschrijving van de opdracht in termen van de adviseur); analyseren van informatie; adviesmodellen; beleidsterreinen als M&O, Marketing, Financiën en HRM; organisatie- en communicatie-elementen in een organisatie (missie, visie, leiderschapstijl, structuur, cultuur, strategie); issuemanagement; interactieve beleidsvorming; branding; online strategieën; crossmediale strategieën; multidisciplinaire samenwerking; communicatiewerking. Vaardigheden: gesprekstechnieken; argumenteren (mondeling en schriftelijk); creatief denken; omgaan met weerstanden en barrières; bewaken van eigen positie als (onafhankelijk) adviseur; 439 kunnen switchen van rol; strategisch denken; rapportagetechnieken. * De competentie Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid is gerelateerd aan drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. ** Deze beroepshandeling kan op verschillende niveaus worden uitgevoerd, nl. op operationeel, tactisch en strategisch niveau. LOCO-competentie 3 Plannen en organiseren Omschrijving De communicatieprofessional organiseert en plant de uitvoering van het communicatiebeleid van de organisatie en van de communicatiemiddelen, met inachtneming van de beleidscyclus. Hij creëert draagvlak voor meer of minder omvangrijke en complexe communicatieprojecten, stuurt deze aan, coördineert en legt verantwoording af over de behaalde resultaten aan de (interne) opdrachtgever. HBO Kernkwalificaties: Probleemgericht werken; Multidisciplinaire integratie; Methodisch en reflectief denken en handelen; Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Basiskwalificering voor managementfuncties; Transfer en brede, flexibele inzetbaarheid. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Toepassen kennis en inzicht; Communicatie. Beroepshandelingen Beroepsproducten Opstellen projectplan (inclusief financiën, tijd, Projectplan (met deelplannen op het vlak van kwaliteit, organisatie, communicatie). organisatie, financiën, tijd, kwaliteit, communicatie, met mijlpalen, documenten etc.) Opstellen c.q. bewaken en beoordelen van offerte, begroting en budget. Draaiboek Plannen van (formatieve en/of summatieve) eva Offerte luaties, (doen) uitvoeren en interpreteren van de Evaluatieplan resultaten. Toepassen kwaliteitszorgsystemen. Begeleiden van projecten en processen. Communiceren met interne en externe betrokkenen t.b.v. het verkrijgen van draagvlak voor het project en de realisatie ervan. Samenwerken met deskundigen uit creatieve disciplines en met deskundigen op het gebied van de uitvoering van digitale, audio en/of visuele middelen en print. Bewaken huisstijl. Afleggen van verantwoording. Body of knowledge Kennis, methoden en technieken betreffende: and skills projectmanagement; calculatie, begrotingen en offertes; managementstijlen; technische, financiële en juridische aspecten m.b.t. de inzet van communicatiemiddelen (print, audio, visueel, digitaal); evaluatietechnieken; accountability. Vaardigheden: planmatig werken; aansturen en coördineren; delegeren; rapporteren. 440 LOCO-competentie 4 Creëren en organiseren Omschrijving Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken, moeten communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatieprofessional verzorgt ontwerp, uitvoering en productie van communicatiemiddelen (concepten, middelen en content). HBO kernkwalificaties: Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Probleemgericht werken; Creativiteit en complexiteit in handelen; Transfer en brede inzetbaarheid; Multidisciplinaire integratie. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Toepassen kennis en inzicht; Communicatie. Beroepshandelingen Beroepsproducten 1. Creatieve concepten ontwikkelen, vertalen naar on Communicatiemiddelen (audiovisueel, derscheidende en/of innovatieve middelen en media, print, digitaal) en produceren. Evenementen, bv. beurs, brandevent, ten2. Een multi- en crossmediale middelenmix inzetten om toonstelling, congres, symposium de strategie uit te voeren. Huisstijl, multimedia en ruimtelijke presen3. Doel- en doelgroepgericht handelen. tatievormen 4. Samenwerken met deskundigen uit creatieve discipli- Schetsen, concepten, moodboards nes 5. Een (de-)briefing maken. 6. Pretesten en formatieve evaluaties. Kennis, methoden en technieken betreffende: Body of knowledge and skills theorieën over conceptontwikkeling, propositie en boodschap; de communicatieve, technische, financiële en juridische mogelijkheden en beperkingen van verschillende communicatiemiddelen; de terminologie, werking en toepassing van verschillende communicatiemiddelen; kennis van de grafische vormgeving, productdesign en omgevingsdesign (visuele identiteit / beeldregie); de theorieën rond beeld- en tekentaal, stijlgeschiedenis, tekstsoorten, schrijfstijlen en semiotiek; ontwerpsoftware; nieuwe media en crossmediale communicatie; storytelling; visuele communicatie; vormen van co-creatietechnieken en -strategieën; de bureauwereld; argumentatietheorieën. Vaardigheden doelgroepgerichtheid; creatieve technieken beheersen; schrijfvaardigheid; ontwerpvaardigheid; digitale vaardigheden. 441 LOCO-competentie 5 Representeren Omschrijving De communicatieprofessional heeft kennis van de organisatie en geeft blijk van voldoende omgevingssensitiviteit om als ambassadeur voor het bedrijf op te treden wanneer de organisatie gevraagd of ongevraagd in de openbaarheid treedt. Hij kan issues en informatie voor verschillende doel- en publieksgroepen op hun waarde schatten en zodanig communiceren dat recht wordt gedaan aan de belangen en het imago van de organisatie. HBO Kernkwalificaties: Brede professionalisering; Multidisciplinaire integratie; Transfer en brede inzetbaarheid; Creativiteit en complexiteit van handelen; Probleemgericht werken; Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie. Beroepshandelingen Beroepsproducten 1. Genereren publiciteit (perscontacten en nieuwe me Publiciteitsplan dia). Toespraak (ghostwriting) 2. Actie ondernemen op gevraagde en ongevraagde pu- (Lobby)gesprek bliciteit. Persconferentie 3. Woordvoering. Informatiebijeenkomst 4. Anderen begeleiden bij optredens. Middelen zoals persmappen en relatiege5. Relatiebeheer en netwerken, zoals deelname aan schenken symposia en congressen, of aan fora en social media op internet. 6. Lobbyen. 7. Draagvlak creëren. Body of knowledge Kennis, methoden, technieken betreffende: and skills maatschappelijke en economische verhoudingen; bestuurlijke en politieke verhoudingen; pers en media; medialandschap (incl. social media, Web 2.0 etc.); reputatiemanagement; relatiemanagement; issuemanagement; risico- en crisiscommunicatie; public affairs. Vaardigheden gespreksvaardigheden; vergadervaardigheden; presentatievaardigheden; interviewvaardigheden; argumentatievaardigheden; evaluatievaardigheden; omgaan met de pers; ‘online’ representatieskills. 442 Bijlage 5: Competenties International Business and Languages 1 Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten, ten behoeve van een grotere of kleinere internationale markt. Competentieniveau 1 - Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze (laten) vertalen in producten of diensten. Competentieniveau 2 - Ontwikkelen van creatieve ideeën en concepten en omzetten, samen met anderen, van concepten in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. 2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van (internationaal) marktonderzoek. Competentieniveau 2 - Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. - Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. - Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. - Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. - Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek met behulp van een statistisch pakket en trekken van conclusies. - Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever. - Evalueren van het uitgevoerde onderzoek. Competentieniveau 3 (IBL HAN) - Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere contexten. - Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst. - Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket. - Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen. - Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen. 3 Internationale Marktanalyse en Concurrentieanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de internationale markten op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 3 Analyseren: Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context, een internationaal marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten en een analyse van het internationale concurrentievermogen van de organisatie; Beoordelen: Concluderen en beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en het aangeven van belangentegenstellingen Inschatten van investeringsrisico’s/financiële haalbaarheid en adviseren omtrent investering (van geld, tijd, energie) in internationale situaties die maar in zeer beperkte mate voorspelbaar of beheersbaar zijn; Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject. 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competentieniveau 2 - Benoemen van een aantal opties op basis van een SWOT-analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd; - Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. - SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn; - Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties waarbij expliciet rekenschap wordt afgelegd van de inzet van – en betekenis van hedendaagse media t.b.v. de internationale marketing van de onderneming. 443 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van diverse plannen met betrekking tot internationalisering op basis van het beleid internationale marketing Competentieniveau 3 - Analyseren en onderzoeken, zelfstandig, van veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een complexe marketingprobleemstelling; - Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, internationale inkoop en/of verkoop/ import en export, distributie, organisatie,) op basis van een complexe marketingprobleemstelling; - Maken, samen met anderen, van een volledig internationaal ondernemingsplan waarbij ook rekenschap wordt afgelegd van kwesties rondom duurzaamheid, kwaliteitszorg, en maatschappelijk ondernemen en internationale regelgeving rondom import & export; - Op overtuigende wijze presenteren van de analyse en conclusies aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen van instemming met en draagvlak voor de uitvoering. 6 Internationale Sales en Internationaal account management. Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne media (zoals CRM, customer relationship management). Competentieniveau 2 Onderscheiden van consumentengroepen in termen van prospects en suspects. Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van de (marketing)communicatie op deze afnemersgroepen; Opstellen van een internationaal accountprofiel en effectieve inkoop- en verkoopstrategie; Vervaardigen van een verkoopmap voor het doelland, met alle relevante informatie; Verkopen en voeren van effectieve onderhandelingen, in drie moderne vreemde talen; Ontwerpen van een effectieve in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk; Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop; Benutten van kansen om grenzen te verleggen en nieuwe relaties aan te gaan, die leiden tot bijv. een transactie, contract of zakelijke afspraak. 7. Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal (= Domeincompetentie Commerce 7, niveau 3: hoger niveau voor drie moderne vreemde talen dan in domeincompetenties commerce). Competentieniveau 3 - Beheersen van de Engelse taal op het taalniveau C1 voor de vaardigheden lezen en luisteren. Voor de vaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren is het niveau minimaal B2. De twee andere moderne vreemde talen worden voor de vaardigheden lezen en luisteren beheerst op niveau B2 en voor de vaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren is het niveau minimaal B1; - Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in alle landen of regio’ s waar deze moderne vreemde talen formeel gelden en/of worden gebruikt; - Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze moderne vreemde talen formeel gelden en/of worden gebruikt. 8. Leiding geven aan een internationaal bedrijf, een internationaal bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een internationaal project op het gebied van internationale in- en verkoop en internationale communicatie. Competentieniveau 2 - Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een (internationaal) team en/of projectgroep. - Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep/team/afdeling verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. - Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project. - Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep/team en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid. - Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep. 444 Algemene competenties (van toepassing op alle HEO-opleidingen) 9. Interpersoonlijke, sociale en communicatieve vermogens - Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie houdt in: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); - Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal in termen van beroepstaken. Dit omvat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. 10. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaat gericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. 11. Persoonlijke professionele Internationale vermogens. Het beroep van de IBL’er wordt mede gekarakteriseerd doordat hij regelmatig voor kortere of langere tijd in het buitenland opereert en zowel in direct contact met de klant als op indirecte wijze (promotie, onderzoek) op de plek de betreffende bedrijfsbelangen behartigt. Hij moet daarbij in alle internationale regio’s waar het bedrijf belangen heeft, kunnen opereren. Dat vraagt van de IBL’er een aantal meer specifieke persoonlijke professionele vermogens. Interesse in, nieuwsgierigheid naar andere culturen en een inlevingsvermogen in andere culturen (culturele intelligentie); Ondernemingslust en reislust ten behoeve van oplossing van voor het bedrijf belangrijke problemen en kwesties die zich in het buitenland afspelen; Omgaan met onzekerheid, maatschappelijk weerbaar zijn en moed hebben om zich in voor hem of haar vreemde situaties te begeven. Hiermee wordt bedoeld dat de IBL’er regelmatig terechtkomt in voor hem of haar onbekende buitenlandse context en in staat moet zijn om te gaan met de onzekerheid en vragen die deze context met zich mee brengt; Zich aanpassen aan de internationale omgeving waarin hij moet opereren. De waarden en normen kunnen respecteren en handelswijzen uitvoeren; Verschillen overbruggen, voortkomend uit cultuurgebonden gedrag in elke fase van het proces van business relations en daarbij tonen van voldoende persoonlijke stevigheid, zowel zakelijk als moreel; De producten en diensten van de eigen organisatie zodanig kennen dat hij/zij erover kan communiceren met buitenlandse afnemers of toeleveranciers. 445 Bijlage 6: Competenties Small Business & Retail Management COMMERCE Competentieniveaus voor de domeincompetenties Commerce Vastgesteld door de HBO-raad voor HEO-opleidingen per 8 december 2005 Competentieniveau 1: inleidend niveau. De student kan in een eenvoudige situatie (beroepstaak) en onder begeleiding de beroepstaak aantonen. Dit niveau wordt meestal in de propedeuse behaald. Als de student dit niveau aantoont, is hij hoofdfasebekwaam en daarmee klaar om te starten met de hoofdfase. Competentieniveau 2: verdiepend niveau. De student kan een meer complexe taak met losse sturing uitvoeren. Dit niveau wordt meestal in de hoofdfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont, is hij afstudeerbekwaam. Competentieniveau 3: gevorderd niveau. De student kan een complexe taak zelfstandig uitvoeren. Dit niveau wordt in de afstudeerfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont is hij startbekwaam (klaar voor de beroepstaak). DC.1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. Runnen, samen met anderen, van een project of onderneming. Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst. Competentieniveau 2 CE/IBL/SBRM/F&B Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee. Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming. Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming. Competentieniveau 3 SBRM/F&B Opzetten, zelfstandig, van een onderneming. Omzetten, zelfstandig, van een creatief idee in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. Maken, zelfstandig, van een volledig businessplan voor een onderneming. Bepalen van een strategie voor waarborging van de continuïteit van een onderneming door middel van innovatie. DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B - Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. - Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek. - Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag. - Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing. - Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen). 446 Competentieniveau 2 CE/IBL/SBRM/F&B - Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. - Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. - Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. - Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. - Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies. - Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever. - Evalueren van het uitgevoerde onderzoek. Competentieniveau 3 CE/F&B - Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere - contexten. - Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst. - Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket. - Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen. - Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen. DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context. Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken. Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen. Competentieniveau 3: CE/IBL/F&B Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten. Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegenstellingen. Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject. 447 448 DC 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen. Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie. Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn. Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. Competentieniveau 3: CE/SBRM/F&B Benoemen van een aantal opties op basis van een zelfstandig uitgevoerde analyse in opdracht van een externe opdrachtgever. Prioriteren van opties eventueel in overleg met de opdrachtgever. Onderzoeken van de haalbaarheid van deze opties. Opstellen van marketingdoelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn. Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de marketinginstrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële consequenties. DC 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B - Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie. Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B - Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. Competentieniveau 3: CE/IBL/F&B - Analyseren en onderzoeken, zelfstandig, van veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een complexe marketingprobleemstelling. - Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een complexe marketingprobleemstelling. - Presenteren van de analyse en conclusies op overtuigende wijze aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen van instemming met en draagvlak voor de uitvoering. 449 DC 6 koop Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, veren dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B Werken met CRM-systemen/klantendatabase/leveranciersdatabase Onderscheiden van consumentengroepen in termen van prospects en suspects. Voeren van gesprekken, ook telefonisch, voor het aanknopen, ontwikkelen en onderhouden van relaties Uitvoeren van een analyse van de effectiviteit van de inkoop- en verkooporganisatie. Enkelvoudig verkopen van product Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van de (marketing) communicatie op deze afnemersgroepen. Opstellen van een accountprofiel en effectieve inkoop- en verkoopstrategie. Vervaardigen van een verkoopmap, met alle relevante informatie Voeren van effectieve onderhandelingen, ook in een vreemde taal Ontwerpen van een effectieve in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk (eventueel met behulp van CRM-systeem). Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde taal Competentieniveau 3: Opzetten en onderhouden van een eigen netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening (eventueel met behulp van CRM-systeem) Productief maken van het netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening Voeren van effectieve verkooponderhandelingen in het kader van duurzame klantrelaties in business to business-omgeving en in business to consumer-omgeving DC7 en Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern extern, nationaal en internationaal. (bij deze competentie is een toelichting toegevoegd en hoort een bijlage) Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B Beheersen van één moderne vreemde taal op minimaal taalniveau 2 (zie bijlage). Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt. Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt. Competentieniveau 2: IBL Beheersen van een tweede moderne vreemde taal op taalniveau 1, 2 of 3 (zie bijlage). Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze tweede vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt. Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze tweede vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt. 450 Competentieniveau 3: IBL Beheersen van een derde moderne vreemde taal op taalniveau 1, 2 of 3 (zie bijlage). Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze derde vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt. Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze derde vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt. Toelichting: - Bij deze competentie staan vreemde talen centraal, in combinatie met een aantal genoemde aspecten. - De niveaus van de domeincompetentie zijn daarom gebaseerd op het aantal moderne vreemde talen (1, 2 of 3) dat moet worden beheerst. - Per taal zijn gedetailleerde taalniveaus aangegeven, afgeleid van een Europees raamwerk dat nationaal en internationaal als standaard erkend wordt. Bij elk niveau zijn ook can-do statements aangegeven. Deze gegevens zijn opgenomen als een bijlage die hoort bij deze competentie. - Het taalniveau 2 geldt voor minstens één moderne vreemde taal. - Niveau 1 van de domeincompetentie zal niet altijd zijn bereikt aan het einde van het 1e jaar, als bijv. slechts één vreemde taal vereist is in een opleiding zal dit meetpunt vaak later in de studie liggen. - De taalniveaus voor een tweede en derde moderne vreemde taal zijn vast te stellen bij de invulling en verbijzondering per opleiding. Randvoorwaarden spelen mee bij die keuze voor een niveau 2 of 3, zoals beschikbare tijd in het curriculum, maar ook vooropleiding van studenten in de taal. - De taalniveaus zijn in de uitwerking naar onderwerp gekoppeld aan de overige domeincompetenties, ook de complexiteit van een onderwerp. Deze inhoudelijke aspecten hoeven dus niet apart vermeld te worden bij de specificatie van niveaus van domeincompetentie 7. - De culturele aspecten die te maken hebben met de omgeving, regio of land, hebben wel een duidelijk verband met de beheersing van de taal en zijn om die reden bij de specificatie wel apart genoemd. 451 DC 8 Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project. Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B Beheersen van een aantal verschillende aspecten van projectleiderschap, zijnde: opbouwen van een eenvoudige projectorganisatie; voorzitten van de vergaderingen van een projectgroep; leiden van de uitvoering van de projectopdracht; instrueren en volgen van de deelnemers van een projectgroep; leiding geven bij het maken van een plan van aanpak. Herkennen van conflictsituaties in een projectgroep en spelen van een bemiddelende rol. Opstellen van kwaliteitseisen t.a.v. het project in overleg met een projectgroep. Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep. Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project. Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid. Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep. Competentieniveau 3: SBRM Geven van richting en sturing op stimulerende wijze aan een groep op basis van een visie, teneinde een gesteld doel te bereiken. Ondernemen, zelfstandig, van een actie. Handelen op adequate wijze bij onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren. Aanpassen, indien noodzakelijk, van stijl en methode van leiding geven. Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, zelfstandig, van een bedrijfsonderdeel of project. Formuleren, zelfstandig, en verdedigen van de eindresultaten van een project op basis van de resultaten die door de projectgroep zijn opgeleverd. Evalueren van een project/proces aan de hand van de vooraf gestelde kwaliteitseisen en afleggen van verantwoording. Geven van feedback op adequate wijze aan de groepsleden, tussentijds en na afloop van het project/werkproces. Alg. HBO-competentie 9: Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) - - Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie). Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. Alg. HBO-competentie 10: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) - Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. - Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. 452 - Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. 453 Bijlage 7: Gedragsregels tijdens tentamens/tijdens inzages/klachten en geschillen 1. In het studentenstatuut HAN (instellingsspecifieke deel) is een gedragsreglement voor studenten opgenomen. Dit reglement bevat naast algemene bepalingen ook bepalingen ten aanzien van het gedrag van studenten in de tentamenlocaties. Iedere medewerker en student van de HAN wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van dit gedragsreglement. 2. Hieronder staan additionele bepalingen met betrekking tot met name schriftelijke en digitale tentamens. De student: Gedrag 1. volgt de instructies van de surveillant op en gaat respectvol met de surveillant om; 2. gedraagt zich zodanig dat hij/zij andere studenten niet stoort bij binnenkomst en bij vertrek van de tentamenlocatie alsmede tijdens de tentamenafname. De student dient voor, gedurende en na het tentamen stilte in acht te nemen in de ruimte waarin het tentamen plaatsvindt. Dit geldt ook voor de directe omgeving van de ruimte; Identificatie en toelating 3. meldt zich 15 minuten voor aanvang van het tentamen bij het tentamenlokaal; 4. toont de surveillant ter identificatie zijn collegekaart en een geldig identificatiebewijs: - een paspoort; - een Europees identiteitsbewijs; - een Nederlands rijbewijs; - een Nederlands vreemdelingendocument. a. Wanneer de student geen collegekaart én geldig identificatiebewijs kan tonen, wordt hij/zij uitgesloten van tentamendeelname. b. Indien geen legitimatie getoond kan worden door bijvoorbeeld diefstal of verlies van het identiteitsbewijs, kan alleen met een originele aangifte van diefstal en/of een originele aanvraag nieuw identiteitsbewijs van de gemeente een bewijs van inschrijving aangevraagd worden bij het Tentamenbureau van Studentzaken om toegelaten te worden tot de tentamenlocatie; c. Indien de student geen collegekaart kan tonen, dan kan de student bij het vraagpunt een kopie uitdraai van zijn collegekaart vragen. 5. wordt door de surveillant afgevinkt op de presentielijst ter bevestiging van deelname aan het tentamen; 6. die niet op de presentielijst vermeld staat maar wel in het bezit is van een na-inschrijving (kopie mail van onderwijsbureau), kan zich melden bij het Vraagpunt van Studentzaken voor een toelatingsbewijs voor het na-inschrijflokaal; 7. dient - ter controle van zijn identiteit door de surveillant - zijn geldige collegekaart en geldig identificatiebewijs rechtsboven op de tafel te leggen gedurende de tentamenafname; Aanvang 1. legt uitsluitend zaken die hij/zij nodig heeft voor het maken van een tentamen op de tafel. De student dient jassen, tassen, etuis, smartphone etc. neer te leggen op de door de surveillant aangewezen plaats; 2. dient de smartphone uit te zetten alvorens hij/zij de smartphone weg legt;7 3. vermeldt bij aanvang van het tentamen op alle tentamendocumenten zijn naam, studentnummer, klas/groep en verdere door de surveillant gevraagde gegevens. Bij gebruik van kladpapier, noteert de student deze gegevens ook hierop; 7 Gezien de zeer snelle ontwikkeling van de informatietechnologie/digitalisering is het onmogelijk om een uitputtend overzicht op te nemen van tijdens het tentamen verboden digitale media. De melding betreft apparatuur waarmee data kunnen worden weergegeven of opgenomen. Enkele voorbeelden zijn smartphones, usb-sticks, horloges en brillen. . 454 4. heeft na de feitelijke aanvang van het tentamen nog maximaal 30 minuten toegang tot de tentamenlocatie. De student ontvangt geen extra tijd voor het maken van het tentamen wanneer hij of zij te laat is. Dertig minuten na het begin van de tentamenzitting worden er geen studenten meer toegelaten; Tijdens het tentamen8 5. mag tijdens de tentamenzitting van 150 minuten of korter geen gebruik maken van het toilet 9. Bij een tentamenzitting die langer duurt dan 150 minuten, is toiletbezoek na 150 minuten onder begeleiding van een surveillant toegestaan; 6. mag tijdens de eerste 30 minuten na de aanvang van een tentamenzitting niet vertrekken of zijn werk inleveren; 7. kan na de eerste 30 minuten na de aanvang van een tentamenzitting de zitting tussentijds beëindigen door inlevering van de tentamendocumenten en het verlaten van het tentamenlokaal; 8. die middels een daartoe strekkend besluit van de senior studieloopbaanbegeleider recht heeft op extra tentamenfaciliteiten wordt daartoe in de gelegenheid gesteld; 9. mag tijdens het tentamen geen etenswaren nuttigen; bij een tentamenzitting van 150 minuten of langer mag de student etenswaren nuttigen die minimale overlast voor medestudenten veroorzaken; 10. mag alleen drinkwaren uit een af te sluiten flesje nuttigen; 11. dient het tentamen met de voorgeschreven schrijfbenodigdheden zoals vermeld op het voorblad (zwart- of blauwschrijvende pen of een potlood) te maken; 12. draagt er zorg voor dat schrapkaarten op de juiste wijze en volgens de instructie van de surveillant worden ingevuld; 13. is niet toegestaan op welke manier dan ook (delen van) tentamens te kopiëren of op welke andere wijze dan ook (de inhoud van) tentamens buiten de tentamenlocaties te brengen. Hulpmiddelen 14. mag geen andere hulpmiddelen gebruiken dan die zijn toegestaan. De toegestane hulpmiddelen worden vooraf aan het tentamen door de opleiding vermeld en staan tevens vermeld op het tentamenvoorblad; 15. draagt er zorg voor dat hulpmiddelen niet zijn voorzien van bijschrijvingen etc., behalve als op het tentamenvoorblad staat aangegeven dat dit toegestaan is; Onregelmatigheid 16. wordt voor onregelmatigheden, sancties bij onregelmatigheid en inbeslagname van bewijsmateriaal verwezen naar de geldende bepalingen die zijn opgenomen in het reglement examencommissies (zie reglement examencommissies van de FEM); 17. mag in geval van constatering van een vermoedelijke onregelmatigheid door de surveillant het tentamen afmaken en ontvangt een kopie van het door de surveillant ingevulde formulier – vermoedelijke – onregelmatigheid (zie bijlage). Inleveren tentamendocumenten 18. controleert vóór inlevering van de tentamenuitwerking en –opdracht(en) of op alle in te leveren tentamenstukken zijn naam, studentnummer, klas/groep en verdere door surveillant gevraagde gegevens (juist) zijn ingevuld; 19. levert alle tentamendocumenten inclusief gebruikt en ongebruikt kladpapier in bij de surveillant en plaatst ter bevestiging hiervoor zijn handtekening op de presentielijst; 8 Wanneer de surveillant onverwijld noodzakelijke beslissingen dient te nemen, wordt dit in overleg met de coördinator surveillant gedaan 9 Alleen met een verklaring van de desbetreffende Senior SLB-er kan door de student van deze regel afgeweken worden. 455 20. zorgt ervoor dat alles netjes en opgeruimd wordt achtergelaten alvorens de tentamenlocatie te verlaten. Gedragsregels voor studenten tijdens inzage Regels voor inzage 1. Tassen en jassen moeten vóór in het lokaal worden gedeponeerd. 2. De surveillant of diens plaatsvervanger mag de student te allen tijde vragen een geldige collegekaart en identiteitsbewijs te tonen. 3. De student dient zich te houden aan de instructies die worden gegeven door de surveillant of diens plaatsvervanger. 4. Het gebruiken van eigen schrijfbenodigdheden is niet toegestaan; er mag alleen gebruik worden gemaakt van de door de surveillant of diens plaatsvervanger uitgereikte groene pennen. 5. Studenten van de opleiding HBO-Rechten kunnen tijdens de inzage gebruik maken van een niet geannoteerde wettenbundel. 6. Er mogen geen aantekeningen of wijzigingen worden aangebracht in de gemaakte tentamenuitwerkingen. 7. Standaarduitwerkingen of opgaven mogen niet worden meegenomen, overgenomen of worden gekopieerd. Ook het overnemen van de eigen uitwerkingen is niet toegestaan. 8. Alle gevraagde gegevens op het protestformulier dienen nauwkeurig te worden ingevuld. 9. Alleen vragen op het protestformulier die inhoudelijk worden gemotiveerd, worden beantwoord. 10. Inzage is alleen mogelijk tijdens de vastgestelde dagen die voor het gehele collegejaar vaststaan in de jaaragenda. 11. Bij onduidelijkheden voor en/of tijdens de inzage kan men zich wenden tot de surveillant of diens plaatsvervanger en zo nodig tot het Vraagpunt. Klachten en geschillen inzake beslissingen en handelwijzen van medewerker en/of surveillanten Indien een student of extraneus het niet eens is met een beslissing of handelwijze van medewerker en/of een surveillant kan hij middels het klachtenformulier van de betreffende opleiding een klacht indienen bij de instituutsdirectie. Een student die het vervolgens niet eens is met een besluit van de instituutsdirectie naar aanleiding van een klacht kan contact opnemen met Bureau Klachten en Geschillen van de HAN en de procedure volgen conform de ‘Regeling rechtsbescherming besluiten het onderwijs betreffende’ die is opgenomen in het Studentenstatuut van de HAN. Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waarin een beslissing noodzakelijk is, beslist de betreffende instituutsdirectie of examencommissie. Zijn/haar beslissing deelt hij/zij zo spoedig mogelijk mee aan de belanghebbenden bij de beslissing. 456 Bijlage 8: Plagiaat en fraude Verantwoord rapporteren Voor diverse thema’s dient u regelmatig verslagen in te leveren. Veelal blijkt dat studenten niet weten hoe ze op een verantwoorde wijze verslagen moeten maken. Zo mag men bijvoorbeeld niet zomaar teksten van internet plukken en suggereren dat het een eigen tekst is. Feitelijk is er dan sprake van bedrog of beter gezegd van fraude. Het woord fraude klinkt erg beladen en uit ervaring weten we, dat studenten soms niet eens het idee hadden dat ze fraudeerden. Om te voorkomen dat u problemen krijgt adviseren we onderstaande tips goed door te lezen en natuurlijk na te leven. Rapportage kent één hoofdprincipe: alles wat in het rapport staat, is bedacht en geschreven door degene van wie de naam op het rapport staat, tenzij er verwezen wordt naar een geraadpleegde bron. De consequentie hiervan is dat overal waar u bij een gedeelte van het rapport géén bron vermeldt, dit betekent dat het door u is bedacht, geanalyseerd of uitgerekend. Is dat ook werkelijk zo, dan is dat geen probleem. Heeft u echter wel gebruik gemaakt van het werk van een ander, dan is dat feitelijk bedrog. Ook voor het verleidelijke internet geldt dat het zonder bronvermelding downloaden van informatie plagiaat en fraude is. Andere redenen om bronnen te vermelden: 1. een rapport moet controleerbaar zijn: de lezer moet beweringen kunnen verifiëren; 2. verantwoordelijkheid voor beweringen: bepaalde gegevens kunnen prachtig door een organisatie worden gepubliceerd. De organisatie zelf is er verantwoordelijk voor. Het toont aan dat u: op verantwoorde wijze met het onderwerp bent omgegaan; de vakliteratuur kent; op de hoogte bent van de actuele ontwikkelingen; een goede selectie weet te maken uit de bronnen. Uit uw eigen conclusie, visie of advies blijkt hoe u met de gegevens bent omgegaan, hoe u ze weet te combineren en te interpreteren. Noten Noten worden allereerst gebruikt om naar gebruikte literatuur te verwijzen. De beste literatuurverwijzingen zijn beknopt en informatief. De lezer kan eruit aflezen wie de bron van de informatie was en hoe oud de gegeven informatie is. De basisgegevens zijn dus: naam auteur (zonder voorletters of titels); jaartal. Deze gegevens kunnen tussen haakjes in de lopende tekst worden gezet of als voetnoot worden opgenomen. Een paginaverwijzing is noodzakelijk als u letterlijk citeert; verwijst u naar het hoofdthema van een werk, dan volstaat auteur en jaartal. In een aantal gevallen zijn werkgevers veroordeeld tot het uitkeren van hoge schadevergoedingen aan werknemers die als gevolg van het inademen van asbest stoflongen hebben gekregen (Swüste,1989). Noemt u de naam van de auteur in de lopende tekst, dan volstaat het noemen van het jaartal tussen haakjes achter de auteursnaam: Zoals is bewezen door Segers (2003)… Als er naar verschillende werken van één auteur in één jaar verwezen moet worden, kent u elk werk een letter toe. Noten worden behalve voor literatuurverwijzingen wel gebruikt voor opmerkingen die de tekst te veel zouden onderbreken. Vooral in wetenschappelijke teksten kunnen ze handig zijn, in bedrijfsrapporten komen ze minder voor. Maak in ieder geval spaarzaam gebruik van dergelijke noten en houd de uitweidingen zo beknopt mogelijk. 457 Gebruik in de tekst een nummer in 'superscript' om naar de voetnoot te verwijzen: Deze visie is destijds bestreden door deskundigen.1 De... Literatuurlijst Het is gebruikelijk aan het eind van een verslag, maar vóór de bijlagen, gegevens op te nemen over boeken, artikelen, rapporten en dergelijke die u in uw verslag vermeldt, dus alleen de literatuur die u in uw verslag noemt en niet de literatuur die u wel gelezen heeft, maar niet bespreekt in uw verslag. U kunt dit overzicht aanduiden met de term ‘Geraadpleegde literatuur’, ‘Literatuurlijst’ of gewoon ‘Literatuur’. De geraadpleegde literatuur moet u aan de hand van de auteursnaam op alfabetische volgorde rangschikken. Als hulpmiddel bij het maken van een literatuurlijst heeft de American Psychological Association regels gepubliceerd over de wijze waarop literatuurverwijzingen vermeld moeten worden. Hieronder kunt u zien hoe u de geraadpleegde literatuur beschrijft. 1.Titelbeschrijvingen van boeken naam van de schrijver, met daarachter de voorletters, zonder titels als drs., prof. enz.; jaar van uitgave. Indien niet bekend: z.jr.; de titel en eventueel ondertitel cursief; de druk (bij tweede of latere druk); plaats van uitgave. Indien niet bekend: z.pl.; uitgeverij. Voorbeeld: Pieters, I., & Elshof, M. (2006). Een goed onderzoek. Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Adriaansen, M., & Caris, J. (2011). Elementaire sociale vaardigheden. (3e druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Ontbreekt de naam van de auteur, dan begint de titelbeschrijving met de titel: Energiebewust bouwen en wonen (2008). Den Haag. Is een publicatie afkomstig van een instantie, dan kunt u ook de naam van die instantie als auteursnaam gebruiken: Ministerie van VROM (2008). Dossier Bouwregelgeving, Den Haag. 2.Titelbeschrijvingen van tijdschriftartikelen schrijvers net als bij boeken; jaar van uitgave; titel en eventueel ondertitel van het artikel; naam van het tijdschrift cursief; jaargang van het tijdschrift cursief; nummer van de aflevering waarin het artikel is opgenomen tussen haakjes; pagina-aanduiding van eerste en laatste pagina. Voorbeeld: Ouwerkerk, D. van, & Grinten, J. van der (2004). De kracht van zacht: wat mannen over vrouwelijke vergaderstijlen kunnen leren. Interne communicatie, 3 (4), p. 11-13. 3. Titelbeschrijvingen van krantenartikelen naam van de schrijver; jaartal; datum; titel van artikel; naam krant cursief; pagina-aanduiding. Voorbeelden: Havelaar, R. (2006, 13 december). Student leert minder uren omdat hij werkt. De Volkskrant, p. 13. Kennedy, J. C. (2006, 29 april). Geen allahu akbar, wel anders eten: Nederland worstelt met diversiteit en gelijkwaardigheid. NRC Handelsblad: Opinie & debat, p. 13. Nederland verspreidt wereldwijd veel spyware. (2006, 15 mei). Metro, p. 7. 458 4. Titelbeschrijvingen van internetsites auteur; jaar van uitgave; titel van het document cursief; geraadpleegd op dag maand jaar; het adres van de website geheel onderstreept. Bij het ontbreken van een auteur wordt de organisatie genoemd; als deze ook ontbreekt, begint de beschrijving met de titel (niet cursief). Bij het ontbreken van een datum wordt 'z.d.' (zonder datum) gebruikt. Voorbeelden: Centrum voor Ethiek en Gezondheid. (z.d.). Drang en dwang in de zorg. Geraadpleegd op 27 augustus 2010, van http://www.ceg.nl/cgi-bin/ondw.pl?id=49 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. (2010). Bacheloropleidingen. Geraadpleegd op 1 juni 2010, van http://www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/ Meijden, B. van der. (1998). Schiphol als thema voor een geschiedenis-, internet- en/of profielwerkstuk. Geraadpleegd op 7 juli 2005, van http://www.histopia.nl/schiphol.htm Bijlagen In de bijlagen kunt u informatie opnemen waarover een lezer moet kunnen beschikken om het rapport te kunnen begrijpen, maar die het betoog te veel verstoort als die in de tekst zelf zou worden opgenomen. Bijlagen krijgen een nummer, een titel en een bronvermelding. 459 Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015 Bijlage 9: Huisregels Regels en richtlijnen die gelden voor het onderwijs in het instituut IB&C 1. HAN-Scholar Alle informatie die je nodig hebt voor het volgen van een onderwijseenheid vind je op HAN-Scholar. Je bent zelf verantwoordelijk voor je aanmelding bij HAN-Scholar. 2. HAN-mail De opleiding en docenten onderhouden voor individuele zaken contact met studenten via de HANmail en de HAN-mailadressen. 3. Aanwezigheid De opleiding verwacht van haar studenten dat zij aanwezig zijn bij de ingeroosterde lesuren. Bij de modules waarvoor aanwezigheidsplicht geldt, wordt de presentie bijgehouden. Ben je vaker afwezig dan is toegestaan, om wat voor reden dan ook, dan kan dat betekenen dat je de module een semester later opnieuw moet volgen. Zie daarvoor de studiehandleiding van de onderwijseenheid. 4. Deadlines Deadlines voor inleveropdrachten etc. zijn vergelijkbaar met tentamenmomenten. Haal je een deadline niet, dan betekent dit dat je het desbetreffende onderdeel niet hebt gehaald. Herkansen kan dan als de eerstvolgende herkansingsmogelijkheid zich aandient. 5. Plagiaat en bronvermelding Plagiaat is het gebruiken van werk van anderen zonder toestemming en zonder vermelding van de oorspronkelijke auteur. Dat is fraude! Zorg ervoor dat je de bronnen vermeldt bij gedeelten die je overneemt van anderen. Zie bijlage 6 van deze studiegids voor de manier waarop je bronnen vermeldt. Fraude wordt gemeld bij de examencommissie. 6. Ephorus De opleiding maakt gebruik van Ephorus om fraude op te sporen. Inleveropdrachten en beroepsproducten moeten voor deze worden ingeleverd, ge-upload worden in Ephorus. Zie voor meer informatie en het gebruik van Ephorus: HAN-insite, studenten, Ephorus. 7. Cijfers Na een deadline worden de cijfers van inleveropdrachten en beroepsproducten binnen 20 werkdagen bekend gemaakt. Voor cijfers van tentamens die in de tentamenperiode worden afgenomen geldt dat ze voor de inzage bekend moeten zijn. 8. Klachten en conflicten Als je een klacht hebt over zaken die de onderwijseenheid aangaan, dan probeer je er in eerste instantie zelf met je docent uit te komen. Als dat niet lukt dan kun je jouw klacht melden bij de opleidingscoördinator. Je ontvangt dan binnen een week een reactie. Mocht je niet tevreden zijn over de afhandeling, dan kun je contact opnemen met de Instituutsdirectie. Bijlage 10: Ongewenst seksueel gedrag en intimidatie Ongewenst seksueel gedrag en intimidatie, Vaak wordt er over gelachen als het aan de orde komt, maar die grapjes zijn niet altijd even leuk. Voor iemand die met ongewenst gedrag te maken heeft (gehad) is hard gelach een hard gelag. Wat verstaan we nu onder seksuele intimidatie en/of agressie en geweld? Het is alles wat je kunt verwachten onder “ongewenst (seksueel getinte) aandacht”. Het gaat niet alleen om handtastelijkheden, maar ook om de manier waarop er naar mensen gekeken wordt. Uitkleden met de ogen, “geinige” opmerkingen tegen jou of in een groep. Ooit wel eens telefoontjes gekregen die bij het opnemen onmiddellijk werden afgebroken, te maken gehad met (hinderlijke) “stalking”, met opmerkingen als; “ik weet je wel te vinden”. Al dit soort zaken/uitspraken zijn te scharen onder ongewenst gedrag. Gevolgen De gevolgen zijn voor iedereen verschillend. Soms voel je je er alleen vervelend onder. De gevolgen kunnen ook veel ernstiger zijn. Je raakt je gevoel van vrijheid en zelfstandigheid kwijt. Je probeert onbewust of bewust te vermijden dat je opnieuw in een vergelijkbare situatie terecht komt. Je kunt besluiten om een bepaald vak niet meer te kiezen, van studie te veranderen, anderen worden ziek of blijven weg. Soms besluiten mensen om met de studie of het werk te stoppen, omdat ze er niet meer tegen kunnen. Wat te doen? Ook binnen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen komt dit ongewenste gedrag voor. Iedereen heeft echter recht op een goede opleiding in een vertrouwde en veilige studie/werkomgeving. Ongewenst gedrag mag geen belemmering vormen. Daarom zijn er een aantal vertrouwens-personen aangesteld. Wat doet de vertrouwenspersoon? De opvang van slachtoffers van (seksuele) intimidatie en/of agressie en geweld hun taak. De ondersteuning bestaat uit: luisteren naar het verhaal; het doorverwijzen naar medische of psychologische hulp; het bespreken van interventiemogelijkheden; het geven van steun bij de verschillende interventies en het verlenen van nazorg. Met hen kun je praten over jouw ervaringen. Samen kun je naar een oplossing zoeken. Klachtenprocedure Je kunt als uiterste mogelijkheid een klachtenprocedure starten. De vertrouwenspersoon adviseert en helpt daarbij, als je dat wilt. De klachtenprocedure heeft betrekking op studie en werksituatie. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen tolereert in geen geval ongewenst gedrag, niet van werknemers en niet van studenten. Als je te maken krijgt met ongewenst gedrag, dan kun je dat melden bij een vertrouwenspersoon. De gesprekken zijn altijd vertrouwelijk. Met elkaar zorgen we ervoor dat de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een goede studie- en werkplek is en blijft voor IEDEREEN. Vertrouwenspersonen Arnhem - Ben van Hoof, [email protected] - Helena Leusink; [email protected] Vertrouwenspersonen Nijmegen - Pia in ‘t Veld; [email protected] - Marianne de Bruyn; [email protected] - Anke Noback, [email protected] Zie ook insite Service Bedrijf - SCO – Producten en diensten – Campusdecanaat - Vertrouwenspersoon 1 Bijlage 11: RSI Hoe voorkom je RSI? Inhoud 1 Werken met computers 2 Hoe herken je RSI? 3 Hoe voorkom je RSI? 4 Samenvatting 5 Vragen? of klachten 6 Klachten? RSI is de afkorting van Repetitive Strain Injury. Het is een verzamelterm voor diverse pijnklachten in nek, schouder, armen, polsen en handen, die tegenwoordig ook wel CANS wordt genoemd (complaints of the arm, neck and shoulder). Deze klachten ontstaan door een chronische overbelasting van spieren, pezen en zenuwen. De overbelasting wordt veroorzaakt door een langdurige statische werkhouding (dit geeft veelal nek- en schouderklachten), soms in combinatie met een dynamische belasting (repeterende bewegingen, die klachten in polsen, handen en armen kunnen geven). 1 Werken met computers Naast het gebruik van desktops is het werken met een laptop de laatste tijd sterk toegenomen. Natuurlijk kent dit gebruik vele voordelen, maar daarnaast heeft het zeker ook nadelen. Je mag een notebook niet als vervanger zien van een desktop: het is en blijft een tussenoplossing. Ook neemt de intensiteit van het beeldschermwerk in Nederland nog steeds toe. Dit komt door de steeds verdergaande automatisering. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 50% van de beeldschermwerkers RSI-gerelateerde klachten in fase 1 heeft. Een reden temeer om hier aandacht aan te schenken. 2 Hoe herken je RSI? De volgende stadia zijn te onderscheiden: Fase 1 Je kunt duidelijk aanwijzen waar de pijn zich bevindt. De pijn voelt aan als vermoeidheid, kramp of een doof gevoel. De pijn treedt vooral op tijdens of vlak na lang of stressvol werk. Er is een duidelijke relatie tussen oorzaak en pijn. Wanneer je rust, nemen de klachten af. Fase 2 De pijn straalt uit naar andere lichaamsdelen. Je voelt een zeer vermoeiende, irriterende pijn of tintelingen en krachtsverlies. De pijn treedt ook ’s avonds op en je kunt 's nachts wakker worden van de pijn. De pijn houdt langer aan en is ook bij andere werkzaamheden aanwezig. De herstelperiode is langer dan bij fase 1. Fase 3 De pijn is vrijwel altijd aanwezig. De pijn voelt aan als zwaar vermoeiend en tintelend. 3 Hoe voorkom je RSI? Door een niet te lange werkduur: - Beperk het totale aantal uren beeldschermwerk (inclusief internetten!) tot maximaal 6 uur per dag. - Neem na twee uur beeldschermwerk 10 à 15 minuten pauze en ga even iets anders doen. - Studenten kunnen thuis gebruik maken van de Beeldschermtachograaf. Dit programma helpt je herinneren aan pauzes en de noodzaak om te bewegen. Meer informatie over de Beeldschermtachograaf kun je vinden via www.beeldschermtachograaf.nl. Informatie over hoe je aan het programma kunt komen, kun je vinden op Insite RSI. - Laptops voldoen niet aan de eisen van een beeldschermplek (Arbobesluit Beeldschermwerk). Het gebruik van laptops is, zoals al eerder genoemd, een tussenoplossing. Gebruik je notebook bij voorkeur niet langer dan twee uur per dag. Maak zoveel mogelijk gebruik van de aangeboden mogelijkheden binnen de HAN, zoals de computers in de studieruimtes. - Indien je langer dan twee uur moet werken, sluit je notebook dan aan zoals hiervoor is aanbevolen bij werkhouding en werkwijze. 2 Door een juiste werkhouding en werkplek: - - Maak thuis gebruik van de mogelijkheid om je notebook aan te sluiten op een beeldscherm. Zo kun je in een goede werkhouding recht voor het beeldscherm zitten. Maak gebruik van een goede stoel die je op de juiste hoogte instelt. Zorg dat je onderarmen door de - in hoogte instelbare - armleggers van de stoel ondersteund worden, of gebruik je bureaublad voor de ondersteuning. Zorg ervoor dat je niet met opgetrokken schouders of onderuitgezakt werkt. Voorkom dat je thuis op een koude, tochtige werkplek zit. Kou heeft een negatief effect op de spieren en is daardoor RSI-bevorderend. Voorkom statische (zit)belasting en dynamische belasting: afwisseling en/of onderbreking van het beeldschermgebonden werk is essentieel om RSI-gerelateerde klachten te voorkomen. Door de juiste werkwijze: - Wanneer je met je notebook werkt, maak dan zoveel mogelijk gebruik van een losse computermuis. De muis dient in ieder geval plat te zijn en de snoerlengte moet voldoende zijn. - Wissel links en rechts werken met de muis af. - Werk je thuis veel en langdurig met het notebook? Zorg dan dat je een los toetsenbord hebt en een verhoger waarop je scherm kan staan. - Zorg thuis voor de juiste verlichting, zodat je goed kunt zien en geen hinder hebt van reflecties op je scherm (dit voorkomt een verkeerde werkhouding en oogvermoeidheidsklachten). 4 Samenvatting - Werk niet langer dan 6 uur per dag achter een beeldscherm. - Gebruik je notebook bij voorkeur niet langer dan twee uur per dag. Wanneer dit niet lukt, sluit je notebook dan aan op een computer met een los toetsenbord en een losse computermuis. Ben je aan het werk op de faculteit? Gebruik dan de aanwezige computers in de leslokalen of studieruimtes. - Zorg voor een goede werkhouding. - Wissel het beeldschermwerk regelmatig af met andere werkzaamheden. - Wissel de zittende werkhouding af met een staande houding (statafels). - Sport regelmatig; 30 minuten beweging per dag doet wonderen! 5 Vragen of klachten? - Kijk eens op de RSI-themasite van Insite HAN. De directe link is te vinden op het portal van Insite HAN. - Neem contact op met één van de Arbo-coördinatoren van de HAN of één van de leden van de Arbo-campuscommissies. Namen en adressen vind je op de Arbo-themasite van Insite HAN. 6. Wat moet je doen als je vragen of pijnklachten hebt? - Neem contact op met je studieloopbaanbegeleider, één van de leden van de Arbo-campuscommissies of één van de Arbo-coördinatoren van de HAN. Namen en adressen vind je op Insite Arbo. - Ga bij lichamelijke klachten naar je huisarts, bel Seneca (tel. 024-3245791) of benader de coördinator van je eigen opleiding of de decaan die aan jouw opleiding is toegewezen. 3 Bijlage 12: Beschrijving OWE’s A-cluster propedeuse OWE-beschrijvingen Voltijd A-cluster Propedeuse Marketing 1 - AMM1 Niveau 1 5 studiepunten Marketingcommunicatie en Online Business 1 - AMM2 5 studiepunten Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 1 en 2 - ABO1 2,5 studiepunten Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 - ABO2 2,5 studiepunten De professional - ADP1 7,5 studiepunten Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2ATC1 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Engels 1 en 2 ATC2 2,5 studiepunten Taal en Cultuur Duits 1 en 2 ATC3 2,5 studiepunten 4 Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015 Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015 Studiegids Propedeuse, VWO-programma, voltijd, International Business & Communication 2014-2015 International Business & Communication Studiegids vwo-propedeuse CE, CO en SBRM, voltijd Faculteit Economie en Management 2014-2015 1 2 Inhoud Voorwoord ......................................................................................................................................... 5 1. Praktische informatie .............................................................................................................. 7 1.1 Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding ................................................................. 7 1.2 Lesdagen en -tijden ............................................................................................................... 9 1.3 Studiebegeleiding .................................................................................................................. 9 1.4 Wie, wat, waar ..................................................................................................................... 10 1.5 Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen ................................. 14 2. Visie op het onderwijs: vwo-propedeuse ............................................................................ 15 2.1 Wat is de vwo-propedeuse? ................................................................................................ 15 2.2 Doel van de vwo-propedeuse .............................................................................................. 15 2.3 Opbouw van de opleiding .................................................................................................... 15 2.3.1 Onderwijseenheden in de vwo-propedeuse ........................................................................ 15 2.3.2 Vrijstellingen vwo-propedeuse............................................................................................. 17 2.3.3 Integrale toets vwo-propedeuse – IT1V .............................................................................. 17 3. De opbouw van de vwo-propedeuse: onderwijseenheden en modules .......................... 18 3.1 Opbouw van het studiejaar .................................................................................................. 18 3.2 Rooster- en modulecode ..................................................................................................... 18 4. Tentamens .............................................................................................................................. 19 4.1 Tentamenrooster ................................................................................................................. 19 4.2 Toetscodes .......................................................................................................................... 19 4.3 Inschrijving tentamens ......................................................................................................... 19 4.4 Twee tentamens op hetzelfde tijdstip .................................................................................. 20 4.5 Individueel tentamenrooster ................................................................................................ 20 4.6 Schrijfmateriaal bij tentamens ............................................................................................. 20 4.7 Cijfers................................................................................................................................... 20 5. Propedeusegetuigschrift en Bindend studieadvies .......................................................... 22 5.1 Behalen van je propedeusegetuigschrift ............................................................................. 22 5.2 Studieadvies ........................................................................................................................ 23 5.3 Cijfers en studiepunten in HAN-SIS .................................................................................... 23 5.4 Integrale toetsen .................................................................................................................. 23 6. Onderwijseenheden .............................................................................................................. 24 7. Kwaliteitszorg ........................................................................................................................ 26 7.1 Systeem van kwaliteitszorg binnen de HAN ........................................................................ 26 7.2 Systeem van kwaliteitszorg van de opleiding ...................................................................... 26 3 8. Overzicht onderwijseenheden Vwo-propedeuse ............................................................... 27 Bijlage 1 Overzichten toetsen en opdrachten .......................................................................... 29 Bijlage 2 Conversietabel .............................................................................................................. 0 Bijlage 3 Competenties Commerciële Economie ......................................................................... 1 Bijlage 4 Competenties Communicatie ......................................................................................... 5 Bijlage 5 Competenties Small Business & Retail Management................................................ 11 Bijlage 6 Gedragsregels tijdens tentamens/tijdens inzages/klachten en geschillen ............. 20 Bijlage 7 Plagiaat en fraude .......................................................................................................... 23 Bijlage 8 Huisregels ...................................................................................................................... 26 Bijlage 9 Ongewenst seksueel gedrag en intimidatie ................................................................ 27 Bijlage 10 RSI ............................................................................................................................... 28 4 Voorwoord Dit is de studiegids voor de vwo-propedeuse van de opleidingen Commerciële Economie, Communicatie en Small Business & Retail Management van het instituut International Business & Communication. De vwo-propedeuse wordt alleen aangeboden in Nijmegen. Deze studiegids geeft informatie over de inhoud, opbouw en organisatie van de versnelde propedeuse. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut (OS). Het OS bestaat uit 4 delen, waarvan de studiegids deel 3 vormt. In het Opleidingsstatuut (OS) is tevens de Onderwijs- en examenregeling (OER) opgenomen (deel 2). Hierin zijn de formele regelingen opgenomen over het onderwijs en de toetsing. Denk bijvoorbeeld aan de termijn waarbinnen de uitslag van een toets bekend moet zijn, inzage in toetsen, de studielast en de onderwijseenheden van de opleiding. In deel 1 van het OS vind je de HAN-jaarplanning met lesperiodes en vakanties. Informatie over studentvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau is in deel 4 van het OS opgenomen. Het gehele Opleidingsstatuut is te vinden op insite – Economie en Management – Commerciële Economie – onderwijs- onderwijsprogramma. Naast dit OS is ook een aantal andere documenten belangrijk voor jou als student In de studiehandleidingen is informatie opgenomen over de diverse onderwijseenheden. Studiehandleidingen zijn bij de start van een onderwijseenheid te koop of staan op Scholar. Ook op Insite staat het Studentenstatuut van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) dat voor alle studenten en opleidingen van de HAN geldt. Het Studentenstatuut meldt wat studenten mogen verwachten van de HAN en wat de HAN van hen verwacht. Het is een verzameling van alle rechten en plichten van studenten en geeft ook aan welke voorzieningen er voor studenten zijn. Bovendien bevat het een overzicht van de rechtsbescherming van studenten. In de jaaragenda tenslotte, vind je verdere informatie over de organisatie en belangrijke data. Deze jaaragenda kun je ophalen bij ‘t Vraagpunt. Actuele wijzigingen en aanvullingen op de studiegids worden gepubliceerd op Insite en Scholar. De meest recente versie van deze studiegids staat op Insite, Scholar en www.han.nl (bij jouw opleiding). Actuele informatie over inschrijven tentamens, inzage, sluitingstermijnen, vind je op Insite en wordt tevens op de informatieschermen in de gebouwen gepubliceerd. Zoek je iemand van je opleiding, kijk dan op Insite bij jouw opleiding onder de tab ‘Over Ons’. Wij wensen je veel succes met je studie. Arnhem, augustus 2014 Loes Janssen, opleidingscoördinator Commerciële Economie Fabianne Papen, opleidingscoördinator Communicatie Joop Verbrugh, opleidingscoördinator Small Business & Retail Management 5 6 1. Praktische informatie Voordat het onderwijsprogramma toegelicht wordt, eerst een aantal praktische zaken. Waar kan ik wat vinden en wie benader ik met mijn vragen? Na het lezen van onderstaand hoofdstuk heb je inzicht in de informatiekanalen en weet je wie je kunt benaderen met je specifieke vragen. 1.1 Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding De propedeuse maakt gebruik van meerdere informatiekanalen. Wij verwachten van jou dat je deze bronnen regelmatig raadpleegt en gebruikt. De opleiding gebruikt deze namelijk om met jou te communiceren. Om toegang tot deze kanalen te krijgen heb je wel een HAN-account nodig. Zodra je je hebt aangemeld ontvang van de StudentenInschrijfAdministratie bericht over het aanmaken van een HANaccount. 1. HAN-Insite HAN-Insite is het intranet van de HAN. Op HAN-Insite vind je allerlei zaken die de opleiding betreffen. Ook het lesrooster en roosterwijzigingen vind je hierop terug. Wanneer je op zoek gaat naar informatie over de opleiding ga je naar de site van jouw betreffende opleiding. Heb je gekozen voor Commerciële Economie, dan ga je naar HAN-Insite CE (Economie, Management en Recht – Commerciële Economie ). 2. HAN-Scholar HAN-scholar is de elektronische leer- en werkomgeving van de HAN. Studenten en docenten kunnen hier online samenwerken. 3. Informatiemonitoren In de gebouwen in Arnhem en Nijmegen hangen op diverse plekken informatiemonitoren. Hierop worden actuele wijzigingen in het lesrooster gepubliceerd. 4. Studiegids Dit is de studiegids voor de vwo-propedeuse. Deze studiegids geeft informatie over de inhoud, opbouw en organisatie van de opleiding. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut (OS). 5. HAN e-mail HAN e-mail is de mailservice van de HAN. Elke student ontvangt een HAN e-mailadres. De opleiding zal dit e-mailadres gebruiken voor onderwijsgerelateerde communicatie met studenten. 6. Jaaragenda Studenten halen aan het begin van het studiejaar de ‘jaaragenda’ op bij ‘t Vraagpunt. Hierin is informatie opgenomen over: jaarplanning, locaties, collegetijden, faciliteiten en interne organisatie. 7. ‘t Vraagpunt ’t Vraagpunt is een studentenbalie in de centrale hal waar studenten tijdens openingstijden van het gebouw en via email vragen kunnen stellen over onderwijsgerelateerde zaken. 8. HAN-SIS/Alluris 7 HAN-SIS is een studievoortgangsysteem waarin alle student- en studie-informatie per student wordt bijgehouden. De student dient zelf te controleren of de cijfers kloppen. Bij onjuistheden dient de student de vakdocent hierover te mailen. Alluris vervangt HAN-SIS In december 2014 gaan we over op het nieuwe studie-informatiesysteem Alluris. Lees per 2015 ‘Alluris’ voor ‘HAN-SIS’ . Informatievoorziening overstap naar Alluris In november 2014 en in januari 2015 ontvang je meer informatie met betrekking tot de overstap naar Alluris. Hierin wordt duidelijk vermeld wanneer welke actie van studenten wordt verwacht en wat te doen bij vragen of problemen. Overstap naar Alluris: check je studievoortgang/resultaten De informatie die je rond live-gang ontvangt, betreft de volgende acties: Controleer je cijferlijst in HAN-SIS voor 1 december 2014. Missen er resultaten of constateer je fouten? Neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de desbetreffende docent. Op 1 december 2014 zal HAN-SIS sluiten. Dit betekent dat er vanaf dat moment geen cijfers meer kunnen worden ingevoerd in HAN-SIS. Alle resultaten uit HAN-SIS die vóór 1 december 2014 zijn ingevoerd, zullen worden overgezet naar Alluris. Vanaf 1 december 2014 kun je wel nog steeds je studieresultaten bekijken in HAN-SIS. Met ingang van 5 januari 2015 zul je je studievoortgang bekijken via Alluris. Uiteraard zorgt de HAN ervoor dat jouw behaalde resultaten worden overgezet van HAN-SIS naar Alluris. Het is echter van belang dat je de resultaten zelf controleert. Bekijk daarom vanaf 5 januari 2015 jouw cijferlijst in Alluris om vast te stellen dat al jouw behaalde resultaten ook daadwerkelijk goed zijn overgezet naar Alluris. Let er wel op dat alle resultaten die je hebt behaald in de periode na 1 december 2014 vanaf 5 januari 2015 in Alluris worden ingevoerd. 8 1.2 Lesdagen en -tijden De gebouwen zijn, afhankelijk van de vestiging, van maandag t/m vrijdag (in Arnhem ook op zaterdag tot 13.00 uur) geopend. Er zijn aangepaste openingstijden per vestiging. Zie hiervoor de jaaragenda. Geroosterd onderwijs vindt plaats tussen 08.00 en 21.30 uur. Op welke dagen er onderwijs en activiteiten gepland zijn, staat in de IB&C-jaarplanning. Les- en tentamenroosters worden gepubliceerd op insite. IB&C-jaarplanning 2014-2015 Zie voor de jaarplanning HAN-insite: insite>opleiding>actueel>jaarplanning. 1.3 Studiebegeleiding Er zijn verschillende begeleidingsmogelijkheden waar je, tijdens je studie, gebruik van kunt maken. Hieronder staat aangegeven bij wie je waarvoor terecht kunt. Studieloopbaanbegeleider (SLB’er)/mentor Elke klas wordt begeleid door een SLB’er. De SLB’er is jouw eerste aanspreekpunt voor vragen en zal je helpen bij het oplossen van problemen. Tevens voert hij gesprekken met je over jouw studieloopbaan. De SLB’er informeert, begeleidt en adviseert je bij de studie en bij de studievoortgang. Hij biedt daarnaast begeleiding bij reflectie op en aansturing van de eigen competentieontwikkeling. Gedurende de propedeuse is hij je behulpzaam bij het maken van keuzes. Bij persoonlijke problemen die leiden tot studievertraging is het van groot belang dat je dit tijdig aangeeft, dat wil zeggen op het moment dat ze zich voordoen. Indien nodig, afhankelijk van het probleem, verwijst jouw SLB’er je door naar de Senior Studieloopbaanbegeleider (SSLB’er), de campusdecaan of de coördinator propedeuse. Senior Studieloopbaanbegeleider van de propedeuse (SSLB’er) Als je door ziekte, persoonlijke problemen of bijzondere omstandigheden niet voldoende kunt presteren zal jouw SLB’er je doorverwijzen naar de SSLB’er van de propedeuse. (Je kunt overigens ook zelf contact met hen opnemen.) In overleg kan dan samen met jou het studieprogramma aangepast worden. Daarnaast kun je bij de SSLB’er terecht als je vragen hebt over: extra faciliteiten bij tentamens; bindend negatief studieadvies; stoppen met de studie; overstappen naar andere opleidingen; studiefinanciering; regelingen uit het studentenstatuut; de combinatie van topsport en studie; studeren met een functiebeperking. Bij specifiekere vragen, bijvoorbeeld over financiële ondersteuning, speciale voorzieningen vanwege een functiebeperking of verwijzing naar de studentenpsycholoog kan de SSLB’er je doorsturen naar de campusdecaan. Bereikbaarheid van de SSLB’ers Je kunt de SSLB’ers op de volgende manier bereiken: Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer C1.09 Miriam Vroonhof Je kunt langskomen, via de mail vragen stellen of een afspraak maken: [email protected]. Nijmegen, Laan van Scheut 10, kamer 2.91 Mirjam van de Wiel (voor studenten uit de oneven klassen). Dorothé Boerboom (voor studenten uit de even klassen). Je kunt langskomen, bellen of via de mail vragen stellen of een afspraak maken. Mirjam van de Wiel: tel: 024 – 3530711 9 Dorothé Boerboom [email protected] tel: 024-3530756/3530702 [email protected] Campusdecaan Bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen werken vier studentendecanen bij wie je als student met specifieke vragen terecht kunt. Voorbeelden van vragen kunnen zijn: je loopt ten gevolge van ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging op en je hebt daardoor financiële problemen; je hebt een acuut financieel probleem waardoor je studie niet goed gaat; je hebt specifieke ondersteuning nodig bij je studie in verband met je functiebeperking, je topsport of anderszins; je hebt vragen over je studiefinanciering; je hebt vragen over bezwaar- of beroepsprocedures; je wilt doorverwezen worden naar hulpverleners buiten de HAN, bijvoorbeeld de studentenpsychologen van de Radboud Universiteit. De campusdecanen zijn zowel in Arnhem als in Nijmegen bereikbaar. Als je één van de decanen wilt spreken, kun je het beste via de mail een afspraak maken. Hieronder vind je de gegevens. Arnhem, Ruitenberglaan 27, kamer V0.13 Peter Hoekstra en Ingrid van der Heijden [email protected] tel: 026-3658111 Nijmegen, Kapittelweg 33, kamer C1.44 Ton van Amelsvoord en Jan Stapel [email protected] tel: 024-3531330 Zie voor meer informatie: www.han.nl ► insite ► campusdecanaat. Coördinator propedeuse Bij de coördinator propedeuse kun je terecht voor vragen over: groepsindeling; taalkeuze; onderwijsinhoud van de propedeuse; officiële berichtgeving over studievoortgang; studieadviezen (voorlopig) positief en (voorlopig) bindend negatief studieadvies; alle zaken met betrekking tot de propedeuse als voorgaande personen geen uitsluitsel of oplossing kunnen bieden (ook klachten, adviezen en geschillen). Arnhem, Ruitenberglaan 31, kamer E2.04 Marion Berendsen, [email protected] Nijmegen, Laan van Scheut 10, F2.32 Charlotte de Lorme ([email protected]) Opleidingscoördinatoren Commerciële Economie: Loes Janssen & Loes Cuppen Communicatie: Fabianne Papen Small Business en Retail Management: Joop Verbrugh 1.4 Wie, wat, waar Waar kun je terecht en bij wie met welk soort vragen? Je vindt het in onderstaand overzicht. Het meest actuele overzicht is ook altijd te vinden op Insite. 10 ’t Vraagpunt Vragen over: collegegeld en collegekaart; machtigingsformulier ´betaling collegegeld´; de collegekaart; roosters; zelfstandig bekijken van studieresultaten; bewijs van inschrijving/betaling; uitgifte van propedeusecertificaten; uitgifte van gewaarmerkte kopieën; stageverklaringen voor studenten die naar het buitenland gaan; informatie over Studielink; invullen formulieren van DUO en Bafög bijv. met betrekking tot collegegeld, krediet, etc. Arnhem: R31 - A0.01 [email protected] 026-3691200 Nijmegen: LS10 – 0.27 [email protected] 024-3531697 Planning Reserveren van lokalen: ga naar insite FEM, selecteer ‘roosters’ en kies: ‘aanvraag lokaal (formulier)’. Centraal Service Punt/ Vragen over: Receptie - gevonden en verloren voorwerpen; melden van technische storingen; Arnhem: R31 - A0.00 [email protected] 026-3691000 Nijmegen: LS10 - 0.48 [email protected] 024-3530700 Servicedesk Vragen over: facilitaire en ICT-vragen, reserveringen (bijv. laptop of vergaderruimtes), meldingen en klachten. Intranet/Insite e-mail: tel: Arnhem: [email protected] 024-3531666 R31-B1.04 Nijmegen: K33-C1.54 Info propedeuse http://insite.han.nl Informatie over: roosters; 11 - reserveren van studieruimtes; studieresultaten (HAN SIS); nieuws; studiegids; contactgegevens docenten. Scholar IB&C propedeuse of hoofdfase Informatie over onderwijseenheden: Docenten Vragen over lesstof, stofplanning, studiewijzer. Buiten de lessen om zijn docenten te vinden in de flexwerkruimtes of thuis. De lesroosters van docenten zijn te vinden op insite, roosters. Docenten zijn het gemakkelijkst/ snelst via de e-mail te benaderen. E-mailadressen staan in de agenda. Senior-studieloopbaanbegeleiders Advies over: - - actuele informatie; studiehandleidingen; wijzigingen binnen onderwijseenheden; proeftoetsen; collegemateriaal. het inlopen van studieachterstand; het voorkomen van een negatief bindend studieadvies; het behalen van de stagedrempel; het verstrekken van extra tentamenfaciliteiten; het aanpakken van motivatie- en disciplineproblemen bij de studie; het rekening houden met persoonlijke omstandigheden; consequenties voor de studiefinanciering; het binnen bepaalde grenzen samenstellen van alternatieve leerroutes en volgen van afwijkende modulen; minoren; vervolgstudies. Voor Arnhem: Miriam Vroonhof ([email protected]) Voor Nijmegen: Mirjam van de Wiel ([email protected]) en Dorothe Boerboom ([email protected]) Coördinatie Vragen over: propedeuse - wijziging van groep; vrijstellingen; algemene vragen over het programma; voorlichtingsdagen, open dagen; overleg groepsvertegenwoordigers; opleidingscommissie; informatieavonden ouders; uitreiking propedeusegetuigschrift. Marion Berendsen ([email protected]) R31 - E2.04 026-3691068 Aanspreekpunt voor studenten Arnhem: Marion Berendsen ([email protected]) R31 - E2.04 026-3691068 Aanspreekpunt voor studenten Nijmegen: Charlotte de Lorme ([email protected]) LS10 – F2.32 12 Studiewisselpunt FEM 024-3530704 Ben je begonnen aan je studie en heb je het gevoel dat je niet de juiste keuze hebt gemaakt, dat je niet op je plaats zit? Heb je een BNSA gekregen, of verwacht je een BNSA te krijgen? Weet je niet welke opleiding wel bij jou past? Wil je hulp bij het maken van de juiste studiekeuze? Neem dan eventueel, na overleg met je slb’er, contact op met het Studiewisselpunt FEM. Je kunt bij het Studiewisselpunt terecht voor: een persoonlijk gesprek heroriëntatie workshops Studiekeuze interessetesten informatie over opleidingen van de HAN tips om actief aan de slag te gaan met jouw studiekeuze Je kunt per mail contact opnemen met [email protected]. Wil je liever langs komen dan kun je terecht bij de balie in Arnhem C3.00 en in Nijmegen in ruimte F0.56 (maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag). 13 Curriculumcommissie propedeuse 1.5 Vragen over de inhoud van het onderwijsprogramma. De curriculumcommissie bestaat uit: Loes Janssen ([email protected]) Fabianne Papen ([email protected]) Joop Verbrugh ([email protected]) Marie-Louise Kemperman ([email protected]) Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen De bacheloropleiding wordt afgesloten met een hbo-getuigschrift en een bachelorgraad in het domein Business Administration (CE), Commerce (SBRM) of Communicatie (CO). Bij elk getuigschrift hoort een Engelstalig diplomasupplement. Het diplomasupplement bevat een specificatie van de behaalde graad, beknopte informatie over het gevolgde onderwijs, het beoordelingssysteem, de behaalde studiepunten, de kwalificaties van tentamens en de onderdelen van de examens. Verder bevat het document beknopte informatie over de HAN University of Applied Sciences en het Nederlandse onderwijsstelsel. Het Engelstalig diplomasupplement voldoet aan internationale IDS-afspraken10. De faculteiten archiveren de bestanden van de uitgegeven IDS-en. 10 Internationaal Diploma Supplement 14 2. Visie op het onderwijs: vwo-propedeuse In dit hoofdstuk vind je informatie over de opzet van de vwo-propedeuse. 2.1 Wat is de vwo-propedeuse? Je staat op het punt om te beginnen met de vwo-propedeuse. Samen met studenten van drie andere opleidingen volg je het eerste semester van het studiejaar deels hetzelfde programma. Je volgt deels lessen binnen je eigen opleiding, deels lessen met studenten van andere opleidingen: Commerciële Economie (CE); Communicatie (CO); Small Business & Retail Management (SBRM). 2.2 Doel van de vwo-propedeuse Het doel van vwo-propedeuse is: het ontwikkelen van een goede economische basis die je nodig hebt voor je verdere studie; een beeld krijgen van de opleiding en het beroep; een advies krijgen over het vervolg van je studie; zowel sociale binding als binding met de opleiding bewerkstelligen; studenten de mogelijkheid te bieden de propedeuse in een half jaar af te ronden en binnen 3,5 jaar het bachelordiploma te behalen. 2.3 Opbouw van de opleiding Iedere opleiding bestaat uit vier studiejaren. Een studiejaar bij de HAN is verdeeld in twee semesters c.q. clusters. Elk cluster duurt een half jaar en wordt aangeduid met een letter. De propedeuse bestaat uit het A-cluster (eerste halfjaar) en het B-cluster (tweede halfjaar), of het V-cluster, de vwopropedeuse. Als je voor de vwo-propedeuse hebt gekozen, volg je één cluster waarbinnen je, op basis van je vooropleiding, voor bepaalde vakken vrijstelling krijgt. Andere vakken volg je in een sneller tempo. Je rondt de vwo-propedeuse in een half jaar af, waarna je start met het C- of D-cluster van de hoofdfase. 2.3.1 Onderwijseenheden in de vwo-propedeuse In de vwo-propedeuse volg je een programma van 45 studiepunten in één semester (cluster). Je krijgt vrijstelling voor 15 studiepunten. Heb je een vwo-diploma, het juiste profiel (zie www.han.nl voor de toelatingseisen) en is je eindexamencijfer voor Engels en een andere vreemde taal minimaal 60, dan ben je toelaatbaar tot de vwo-propedeuse en krijg je vrijstelling voor 15 studiepunten. De volgende onderwijseenheden volgen alle studenten die gekozen hebben voor de vwo-propedeuse, onafhankelijk van de opleiding die je hebt gekozen. 15 AVM1 Marketing 1 Marketing 1 7,5 studiepunten AVM2 Marketing 2 Marketing 2 7,5 studiepunten AVM3 Marketingcommunicatie Marketingcommunicatie 1 7,5 studiepunten AVB 7,5 studiepunten Business Bedrijfseconomie 1 en 2 Beroepsoriëntatie Ondernemendheid Studieloopbaanbegeleiding AVT Talen Engels 1 Duits 1 Frans 1 Spaans 1 Nederlands 1 (basiskennis Nederlandse taal) Voor deze onderwijseenheid krijg je geen studiepunten; het betreft een onderwijseenheid die aangeboden wordt om straks goed in te kunnen stromen in de taalmodulen van de hoofdfase. VST1 Taal en Cultuur V1 Zie paragraaf 2.3.2. VST2 Taal en Cultuur V2 Zie paragraaf 2.3.2. Daarnaast volg je voor 15 studiepunten twee onderwijseenheden die horen bij de opleiding die je hebt gekozen (twee onderwijseenheden uit het B-cluster van jouw opleiding). Commerciële Economie (CE) BSS Sales 1 Inleiding sales Klantportfoliomanagement BBOV Bedrijf en Omgeving Internationale Economie Onderzoek OPM & Ethiek 7,5 studiepunten 7,5 studiepunten Communicatie (CO): BCT I COMMunicate: Communicatie Theorie 7,5 studiepunten Me & the Media: Inleiding in de Communicatiewetenschap Brain & Behaviour: Communicatiegedrag en mediabeleving BOZ Communicatieonderzoek 7,5 studiepunten Belevingsonderzoek Project Methoden en Technieken Small Business & Retail Management (SBRM): BAE Bedrijfseconomie en Administratie 2,5 studiepunten BRE 2,5 studiepunten Recht BPO Organisatie, Personeel & management en Ethiek 2,5 studiepunten BEO Voorbereiding Eigen Onderneming Trendwatching en Innovatie Onderzoek 7,5 studiepunten 16 - Bedrijfsanalyse MKB 2.3.2 Vrijstellingen vwo-propedeuse In de vwo-propedeuse krijg je vrijstelling voor twee onderwijseenheden (15 studiepunten), Taal en Cultuur V1 (VST1) en Taal en Cultuur V2 (VST2). In VST1 zijn de modulen Nederlands 2, 3 en 4 en Engels 1, 2, 3 en 4 uit de reguliere propedeuse opgenomen. In VST2 zijn de modulen van Duits, Frans en Spaans 1, 2, 3, 4 uit de reguliere propedeuse opgenomen. Voor de talen Nederlands 11, Engels en Duits of Frans of Spaans krijg je dus vrijstellingen in de vwo-propedeuse (mits je Engels, Duits of Frans of Spaans met minimaal een zes hebt afgesloten op je eindexamen). Kom je niet in aanmerking voor vrijstelling voor de onderwijseenheid Taal en Cultuur V2 (Duits of Frans of Spaans)? Heb je voor Frans, Duits of Spaans géén voldoende behaald bij je eindexamen vwo, dan kun je de modulen Duits-versneld of Spaans-versneld volgen (onderwijseenheid VTC). Dat betekent wel, dat je een zwaarder programma volgt. De taal Spaans begint op zogenaamd ‘nulniveau’; je kunt zonder enige voorkennis Spaans starten met deze taal. Voor Duits geldt dat het beginniveau het ‘5-havoniveau’ is. 2.3.3 Integrale toets vwo-propedeuse – IT1V Tijdens de opleiding wordt op drie momenten integraal beoordeeld hoe competent je al bent. Met integraal wordt bedoeld dat gekeken wordt naar inhoud en beroepstaken van meerdere onderwijseenheden. De eerste integrale toets wordt afgenomen aan het einde van de propedeuse, voor studenten van de vwo-propedeuse na semester 1: IT1V-PVB1A, Integrale Toets 1 - Proeve van Bekwaamheid Proeve van Bekwaamheid Bij de ‘Proeve van Bekwaamheid’ laat je zien dat je de theorie uit het semester toe kunt passen op een projectopdracht. Het doel van dit project is het opstellen van een businessplan. Met je projectgroep beslis je over een product dat je wilt introduceren, beschrijf je de potentiële markt, bereken je zowel de kosten voor productie en marketing, alsmede de winst. Je beschrijft dit in een businessplan en je verzorgt een presentatie voor potentiële investeerders of retailers. Aan IT1V zijn géén directe studiepunten gekoppeld. Je moet IT1V wel halen voor je propedeusediploma. 11 Met uitzondering van ATC NED1A.1 (taaltoets); deze is opgenomen inde onderwijseenheid AVT. 17 3. De opbouw van de vwo-propedeuse: onderwijseenheden en modules In dit hoofdstuk staat informatie over de opbouw van het studiejaar, het rooster en de verschillende modules die je gaat volgen. 3.1 Opbouw van het studiejaar In hoofdstuk 2 heb je kunnen lezen dat ieder studiejaar bestaat uit twee clusters. Elk cluster bestaat uit een aantal onderwijseenheden (OWE) en elke OWE bestaat uit verschillende modules. Ieder cluster is onderverdeeld in twee perioden van negen onderwijsweken (OW). Tijdens de eerste zeven weken volg je (hoor- en werk-)colleges, trainingen en werk je met medestudenten aan opdrachten. Na deze zeven weken volgt een projectweek en een tentamenweek. Meer informatie over de verschillende onderwijseenheden en modulen staat in hoofdstuk 6. Schematisch ziet een periode er als volgt uit: OW 1 t/m 8 (Hoor- en werk-)colleges Trainingen Opdrachten Tentamenvoorbereiding OW 9 en 10 Tentamens1 1 Periode `1 kent één toetsweek Aan het begin van het studiejaar ontvang je een agenda van de FEM. In deze agenda vind je de complete jaarplanning met daarin alle onderwijsweken en vakanties. De onderwijsweken worden als volgt weergegeven: <periode> - <onderwijsweek>, bijvoorbeeld: 1-1 (periode 1 - onderwijsweek 1); 2-4 (periode 2 - onderwijsweek 4). De jaarplanning is te vinden op HANinsite. 3.2 Rooster- en modulecode Tijdens de vwo-propedeuse ga je aan de slag met verschillende modulen. Een module is een afgebakende hoeveelheid lesstof. Iedere module heeft een eigen code die gebruikt wordt in je lesrooster. Aan de hand van deze code weet je wanneer je welke module gaat volgen. In onderstaand schema volgt een voorbeeld voor AVM1-MAO1A. AV M1 MAO 1 A Marketing 1 Marketing = = = = = Clustercode vwo-propedeuse Naam onderwijseenheid Modulenaam Onderdeel Versie (vwo-propedeuse) Elke periode vind je een nieuw rooster op Insite. Wanneer er gedurende de lesperiodes wijzigingen plaatsvinden in de roosters, dan vind je die wijzigingen in blauw terug op je rooster. Daarnaast verschijnen de wijzigingen ook op monitoren die in school hangen. Houd Insite en de monitor dus altijd goed in de gaten. Taalkeuze Je hebt gekozen voor de opleiding CE, CO of SBRM. Je volgt dan naast Engels nog een andere vreemde taal. Studenten SBRM volgen Duits; studenten CE en CO kunnen kiezen uit Duits, Frans of Spaans. In de vwo-propedeuse krijg je vrijstelling voor de talen (als je minimaal het cijfer zes bij het vwo-examen hebt behaald). Als student van de vwo-propedeuse start je dus pas met de reguliere taalmodulen in het tweede jaar (voor jou het tweede semester van je opleiding). Wel volg je in semester 1 de onderwijseenheid AVT, die ervoor moet zorgen dat je goed voorbereid bent op de taalmodulen in het tweede jaar. 18 Mocht je niet in aanmerking komen voor vrijstelling voor Duits of Frans of Spaans, dan heb je de mogelijkheid versneld Duits of versneld Spaans te volgen (onderwijseenheid VTC). Zie paragraaf 2.3.2 van deze studiegids. 4. Tentamens Tijdens de propedeuse wordt op verschillende manieren getoetst en beoordeeld. Het maken van tentamens is één van de manieren waarop getoetst wordt. In dit hoofdstuk vind je informatie over de (organisatie van de) tentamens. Naast het maken van tentamens, zijn er ook andere manieren van toetsen en beoordelen. Hierbij kun je denken aan de beoordeling die je krijgt voor een mondeling, het houden van presentaties, het schrijven van verslagen en het volgen van trainingen. Informatie over de toetsvormen vind je in de studiehandleidingen van de modulen en/of onderwijseenheden. 4.1 Tentamenrooster Voorafgaand aan de inschrijving voor toetsen wordt het tentamenrooster per opleiding bekend gemaakt via FEM ► Insite ► Roosters ► Tentamenrooster per afdeling. 4.2 Toetscodes Op het tentamenrooster staan de toetscodes van de tentamens van de desbetreffende periode. De toetscodes bestaan uit de module- c.q. roostercode gevolgd door een punt met daarachter het cijfer voor de toetsvorm. De volgende toetsvormen worden gehanteerd: De cijfers achter de punt hebben de volgende betekenis: .1 schriftelijk tentamen .2 practicum .3 luistertoets .4 mondeling tentamen .5 inleveropdracht .6 presentatie .7 project .8 portfolio (schriftelijk en/of mondeling) .9 continuous assessment en/of participatie .0 overig 4.3 Inschrijving tentamens Deelname aan (deel)tentamens, respectievelijk integrale (deel)toetsen geschiedt op basis van individuele inschrijving, tenzij anders bepaald in het opleidingsstatuut. Het verzoek tot inschrijving dient tijdig volgens de procedure, zoals opgenomen is in het Opleidingsstatuut, te worden gedaan. Studenten die willen deelnemen aan een (deel) tentamen dienen zich binnen de reguliere inschrijvingstermijn zelf in te schrijven. Een student mag zich per collegejaar (maximaal) twee keer inschrijven voor een tentamen. Als het de student niet lukt zich in te schrijven voor tentamens moet hij dit tijdens de inschrijfperiode melden met behulp van het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Dit formulier is te vinden via FEM ► Insite ► Roosters. Let op: De toetsdatum die wordt weergegeven in HAN-SIS is fictief. De werkelijke datum is te vinden op het tentamenrooster. Uitschrijving tentamens 19 Tijdens de inschrijfperiode kan de student de tentameninschrijving nog intrekken via het studenteninformatiesysteem. Na sluiting van de inschrijfperiode is uitschrijving in principe niet meer mogelijk. Alleen bij bijzondere omstandigheden kunnen studenten een verzoek tot uitschrijving indienen via het Meldingsformulier Tentamen in- en uitschrijving. Het Onderwijsbureau stemt dit verzoek zo nodig af met de Senior Studieloopbaanbegeleider. . Dit formulier is te vinden via FEM ► Insite ► Roosters. Voor tentamens in periode 5 (T5) is uitschrijving niet nodig! Tentamenperioden, Inschrijvingstermijnen en data van inzage Controleer Insite voor de inschrijvingstermijnen, de data waarop de inzage plaatsvindt en overige informatie! 4.4 Twee tentamens op hetzelfde tijdstip Indien twee tentamens op hetzelfde tijdstip zijn gepland dan zorgt de tentamenorganisatie ervoor dat de student beide tentamens aaneengesloten kan maken in hetzelfde lokaal, zonder pauze. Op het individuele tentamenrooster is dit niet zichtbaar maar wordt het oorspronkelijke tijdstip van de tentamens vermeld. Het tentamenbureau beslist welk tentamen er als eerste wordt gemaakt. Dit is alleen van toepassing als het tentamens betreft van de opleiding waar de student voor ingeschreven staat en niet wanneer de student aansluit bij een tentamen van een andere opleiding. 4.5 Individueel tentamenrooster In de week voorafgaand aan de tentamenweek zal op vrijdag het definitieve individueel tentamenrooster gepubliceerd worden. Hierop kan de student zien welk tentamen in welk lokaal gemaakt moet worden. Zie insite voor exacte data van concept en definitief tentamenrooster. . 4.6 Schrijfmateriaal bij tentamens Bij de uitwerking van een tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een blauw- of zwartschrijvende pen. 4.7 Cijfers De cijfers worden in HAN-SIS of Alluris ingevoerd door docenten. De student dient zelf te controleren of die cijfers kloppen. Bij onjuistheden moet de betreffende docent hierover gemaild worden. Via Insite ► Service Bedrijf ► Studentzaken vind je informatie en handleidingen over HAN-SIS en Alluris Aangepaste tentamenfaciliteiten Studenten die op een aangepaste wijze tentamens willen afleggen, kunnen hiertoe bij de senior-studieloopbaanbegeleider een verzoek indienen. Hij/zij beoordeelt dit verzoek en handelt het af. Redenen waarom een student hiervan gebruik kan maken, zijn: - verlenging tentamenduur; - vergroot tentamen; - gebruik laptop tijdens een tentamen. Verzoeken dienen een maand, voordat de inschrijfperiode van de tentamenperiode begint, te worden ingediend. Afstuderen Afstuderen, examendata, uitschrijven, uitreiking 6. Controleer in de laatste fase van je studie (nogmaals) of alle cijfers correct zijn ingevoerd. Mochten er cijfers ontbreken, neem dan contact op met de betreffende docent. 7. Zodra je denkt je studie afgerond te hebben, meld je dit bij het Onderwijsbureau ([email protected], [email protected] of [email protected]). De medewerkers van het Onderwijsbureau dragen zorg voor het getuigschrift. 8. De examencommissies bepalen de datum waarop de student is geslaagd. Dit is tevens de datum die op het getuigschrift en het diploma supplement wordt vermeld. 9. De examendatum wordt bepaald op basis van de vastgestelde examendata. Zie insite > examencommissie FEM > afstudeerprotocol examencommissies FEM, waarin deze data staan vermeld. 20 10. De student wordt geadviseerd zich in de maand dat het laatste resultaat is ingevoerd zich uit te schrijven in Studielink met als reden ‘Examen’. Voor vragen omtrent het uitschrijven kan contact worden opgenomen met de Studenten Inschrijf Administratie ([email protected]). 11. Normaliter ontvangen de studenten een uitnodiging voor de uitreiking van de getuigschriften. Mocht de student het getuigschrift buiten de uitreiking om willen ophalen, dan kan dit in overleg met de medewerker van het Onderwijsbureau. Let op: Studenten die in tentamenperiode 5 hun laatste cijfer(s) halen, kunnen om organisatorische redenen niet meedoen met de reguliere uitreiking in juli. Inzage Inzage, hercorrectie (protest) 7. De uitslag van volledig of deels schriftelijk of middels enige andere vorm van indirecte communicatie afgenomen tentamens wordt uiterlijk binnen 15 werkdagen nadat het tentamen is afgelegd door de examinatoren bekendgemaakt aan de student, doch ten minste 1 werkdag voordat de inzage plaatsvindt. 8. De uitslag van mondelinge of anderszins direct communicatief afgenomen tentamens wordt uiterlijk binnen 10 werkdagen nadat het tentamen is afgelegd door de examinatoren bekendgemaakt aan de student. 9. Wanneer een uitslag (cijfer) niet bekend wordt gemaakt of na bekendmaking onjuist lijkt te zijn, dient de student binnen 15 werkdagen doch ten minste 1 werkdag voordat de inzage plaatsvindt contact op te nemen met de examinator. 10. Binnen 20 werkdagen, nadat de uitslag van de tentamens bekend is gemaakt, worden de studenten in de gelegenheid gesteld het gemaakte schriftelijke werk in te zien volgens de daarbij gestelde regels (zie artikel 4.2). Daarbij worden de opgaven, de standaarduitwerking en de normering ter beschikking gesteld. 11. Direct na afloop van de inzage kunnen studenten bij de examinator via het protestformulier een inhoudelijk gemotiveerd verzoek indienen om delen van of de gehele uitwerking opnieuw te corrigeren (protest). Op het protestformulier kunnen studenten kort en duidelijk inhoudelijke opmerkingen over het gecorrigeerde werk en/of over de toepassing van de beoordelingsnormen vermelden. De examinator dient binnen 5 werkdagen n a het verzoek om hercorrectie (protest) de uitslag van de hercorrectie schriftelijk inhoudelijk gemotiveerd mee te delen. 12. Voor (onderdelen van) tentamens waarvoor geen inzage is, kunnen studenten binnen 5 werkdagen na bekendmaking van het resultaat een inhoudelijk gemotiveerd protest indienen bij de examinator. De examinator dient binnen 5 werkdagen na het protest de uitslag hierop inhoudelijk gemotiveerd mee te delen. 13. In bijzondere gevallen kan de instituutsdirecteur van de in bovenstaande leden genoemde termijnen afwijken. De instituutsdirecteur bepaalt in dat geval de gewijzigde termijnen. 21 5. Propedeusegetuigschrift en Bindend studieadvies Dit hoofdstuk geeft je informatie over cijfers en studiepunten. 5.1 Behalen van je propedeusegetuigschrift Indien je alle onderwijseenheden die bij de vwo-propedeuse van jouw opleiding horen, hebt behaald, ontvang je een propedeusegetuigschrift. Voor het behalen van een propedeusegetuigschrift heb je 60 studiepunten (SP’s) nodig. Daarnaast moet je slagen voor de integrale toets 1 (IT1V). Je kunt 45 studiepunten behalen in de vwo-propedeuse; daarnaast ontvang je15 studiepunten vrijstelling (voor de onderwijseenheden VST1 en VST2). Van de 60 te behalen studiepunten zijn er 30 studiepunten gemeenschappelijk voor CE, CO en SBRM, 15 studiepunten behaal je binnen je gekozen opleiding en je krijgt voor 15 studiepunten vrijstelling. Vwo-propedeuse CE, CO en SBRM AVM1 - 7,5 SP AVM2 - 7,5 SP AVM3 - 7,5 SP AVB - 7,5 SP AVT - 0 SP 30 SP CE CO SBRM vrijstelling BSS – 7,5 SP BBOV – 7,5 SP BCT – 7,5 SP BOZ – 7,5 SP BAE – 2,5 SP BRE – 2,5 SP BPO – 2,5 SP BEOV – 7,5 SP VST1 – 7,5 SP VST2 – 7,5 SP1 15 SP 15 SP 15 SP Totaal: 60 SP 1 Of VCT indien geen vrijstelling wordt verleend voor Duits of Frans of Spaans. 15 SP Toelichting: 1 studiepunt staat voor 28 studiebelastinguren (= les, zelfstudie, opdrachten uitwerken, toetsen). Verdere uitleg over de OWE’s van de vwo-propedeuse staat in hoofdstuk 6. De exacte regeling van het propedeutische examen vind je beschreven in het OS, onderdeel OER. Het OER is te vinden op: Insite HAN ► Economie en Management ► Onderwijs ►Naar alle insites FEM en ABS ►Kies je opleiding ► onderwijs ► onderwijsprogramma ► opleidingsstatuut/OER. Propedeusegetuigschrift Om de opleiding af te kunnen ronden dien je voor elke onderwijseenheid minimaal het eindcijfer 6 te behalen en mag je voor geen enkel toetsonderdeel minder dan een 5.5 hebben behaald. Om te kunnen slagen moet je dus elke onderwijseenheid (en elke integrale toets) met een positief resultaat hebben afgerond. Cum Laude Het propedeutisch examen is cum laude gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen met betrekking tot de onderwijseenheden uit de propedeutische fase als bedoeld in artikel 4.1 met de kwalificatie 8 of hoger zijn beoordeeld en er voor niet meer dan 30 studiepunten aan vrijstellingen hiervan zijn verleend. Bij de bepaling van het predicaat cum laude worden de additionele tentamens als bedoeld in artikel 3.7 niet meegenomen. Voor bijzonderheden wordt verwezen naar de onderwijs- en examenregeling (OER, deel 2 OS, zie Insite). In de OER vind je ook het reglement van de examencommissie. Hierin zijn regels opgenomen over o.a. de taken en samenstelling van de examencommissie, onregelmatigheden (fraude) tijdens tentamens, het vertrekken van getuigschriften en bezwaar en beroep. Regels omtrent tentamens, gedragsregels, inzage en protest vind je in de OER bij ‘Gedragsregels voor studenten tijdens tentamenafname’ en ‘Gedragsregels voor studenten tijdens inzage’. 22 5.2 Studieadvies Als je aan het eind van je eerste jaar van inschrijving je propedeusegetuigschrift niet haalt, is het van groot belang dat je voldoet aan de eisen van het Bindend Studieadvies (BSA). Indien je niet voldoet aan de eisen van het BSA, dan krijg je een Bindend Negatief Studieadvies (BNSA) en moet je stoppen met je opleiding. Als je wel aan de eisen voldoet, maar je propedeuse nog niet behaald hebt, mag je jouw studie voortzetten. Een vereiste is wel dat je aan het einde van jouw tweede jaar je propedeusegetuigschrift behaald moet hebben. In het OER vind je precies beschreven welke regels en eisen voor het BSA gelden. 5.3 Cijfers en studiepunten in HAN-SIS / Alluris Voor alle opdrachten en toetsen die je (voor de door jou gekozen opleiding) maakt zul je een beoordeling ontvangen. Om daarna ook studiepunten voor een OWE toegekend te krijgen is het van belang dat alle behaalde resultaten ook in HAN-SIS worden ingevoerd door jouw docenten. Studiepunten worden toegekend zodra je alle onderdelen van een onderwijseenheid afgerond hebt met een 5.5 of hoger afgerond hebt. Je bent zelf verantwoordelijk voor het controleren van alle ingevoerde resultaten. Jij zult dus zelf regelmatig moeten controleren of jouw cijferlijst juist en volledig is (Insite HAN ► HAN-SIS). Als je denkt dat resultaten ontbreken of niet juist zijn ingevoerd, dan moet je hierover zelf contact opnemen met je vakdocent. Het snelste gaat dit door je vakdocent een e-mail te sturen. Wacht hier niet te lang mee! 5.4 Integrale toetsen Tijdens de opleiding wordt op drie momenten integraal beoordeeld hoe competent je al bent. Met integraal wordt bedoeld dat gekeken wordt naar kennis en kunde met betrekking tot de inhoud en de beroepstaken van meerdere onderwijseenheden. Binnen de vwo-propedeuse IB&C (CE, CO en SB&RM) is de onderstaande integrale toets opgenomen: Integrale toets 1 - IT1V. Zie paragraaf 2.3.3 en bijlage 1. Integrale toets 1 (IT1): deze toets bestaat uit de ‘Proeve van Bekwaamheid’. Doel van de ‘Proeve van Bekwaamheid’ is het opstellen van een Business Plan. Met een projectgroep beslist de student over een product of dienst dat hij/zij wil introduceren in een potentiële markt. De student berekent de kosten voor productie, marketing alsmede de winst. Ook bedenkt hij/zij welke middelen nodig zijn om het product/de dienst bekend te maken bij de doelgroep. Hij/zij beschrijft dit in een Business Plan en verzorgt een presentatie. Als deze toetsen met een voldoende afgerond zijn, is IT1 behaald. Meer informatie over IT1 staat in deze studiegids en de studiegids van het B-cluster van de opleiding die je gaat volgen. 23 6. Onderwijseenheden OWE’s vwo-propedeuse Een onderwijseenheid (OWE) is een verzameling van verschillende modulen. In bijlage 1, OWE-beschrijvingen vwo-propedeuse, vind je informatie over de indeling en inhoud van de verschillende onderwijseenheden uit de vwo-propedeuse. De vwo-propedeuse is verdeeld in twee onderwijsperioden. Tijdens deze perioden volg je zeven onderwijseenheden. De beroepspraktijk staat centraal in het onderwijsprogramma van het instituut International Business & Communication. Zoals eerder gezegd, wordt het onderwijs aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. De onderwijseenheden zijn opgebouwd rond beroepstaken en in elke onderwijsheid staan één of twee van de beroepstaken centraal. Een student moet laten zien dat hij een beroepstaak met de daarbij behorende competenties beheerst. Dat doet hij door de beroepsproducten op te leveren en toetsen te maken die aan de beroepstaak zijn gekoppeld. Beroepstaken vwo-propedeuse CE, CO en SBRM De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer. De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie) loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding). De beroepsbeoefenaar past de ontwikkelingen op online gebied toe in zijn marketing -/marketingcommunicatieactiviteiten. De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in - en externe relaties en reflecteert daarop. De beroepsbeoefenaar ondersteunt bij de uitvoering en evaluatie van eenvoudig marktonderzoek. De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie. CE De CE’er initieert / plant / voert uit / ondersteunt / evalueert salesactiviteiten. De CE’er beschrijft aan de hand van intern en extern onderzoek verschillende aspecten van de bedrijfsvoering, zowel in een nationale als internationale context. CO De CO’er monitort, signaleert en onderzoekt ontwikkelingen in de interne en externe omgeving en trekt daaruit conclusies. SBRM De SBRM’er is ondernemend en proactief, gericht op het starten en/ of managen van een onderneming. De SBRM’er beschrijft verschillende aspecten van de bedrijfsvoering en ontdekt kansen in de markt aan de hand van intern en extern onderzoek. Om de beroepstaken uit te kunnen voeren moet de beroepsbeoefenaar tijdens zijn opleiding een aantal competenties verwerven. In de vwo-propedeuse werken de studenten aan de volgende competenties uit het domein Business Administration (CE), Commerce (SBRM) en het do mein Communicatie (CO). Deze competenties worden verworven op niveau 1 (zie bijlage 3, 4 en 5 voor een uitgebreid overzicht). 24 Competenties Commerciële Economie Ondernemerschap: Initiëren, creëren en realiseren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend Marktonderzoek: het opzetten, uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek Bedrijfs- en omgevingsanalyse:vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Marketing: het ontwikkelen van marketingbeleid voor een (internationale) onderneming en het kunnen onderbouwen van gemaakte keuzes. Marketing: het opstellen, uitvoeren, bijstellen en evalueren van plannen vanuit het marketingbeleid. Sales: het onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening. Communicatie: communiceren in minimaal 1 vreemde taal en daarbij rekening houden met cultuur verschillen. Marketingcommunicatie: het on- en offline communiceren met marketingdoelgroepen Leidinggeven aan een project, bedrijfsonderdeel, bedrijfsproces of bedrijf. Interpersoonlijk: de directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Intrapersoonlijk: de communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. Competenties Small Business en Retail Management Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten. Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). Competenties Communicatie Analyseren en onderzoeken Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid Plannen en organiseren Creëren en realiseren Representeren Zie voor meer informatie de beschrijving van de onderwijseenheden van de vwo-propedeuse. 25 7 Kwaliteitszorg 7.1 Systeem van kwaliteitszorg binnen de HAN De HAN werkt voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit van onze opleidingen. Daarvoor hanteren we een integraal kwaliteitszorgsysteem. Door systematische evaluatie verzamelen we gegevens over de kwaliteit van alle onderwijsaspecten: - doelstelling en profiel van de opleiding; - programma met onderwijsaanbod, toetsprogramma en studieloopbaanbegeleiding; - inzet van personeel; - voorzieningen; - interne kwaliteitszorg; - resultaten. De HAN betrekt alle belangengroepen actief in ons kwaliteitstraject: medewerkers, studenten, het werkveld en afgestudeerden. Om de kwaliteit van de opleiding te bewaken hechten we veel waarde aan de mening van deskundigen uit de werkvelden. Zij komen een aantal malen per jaar bijeen in vergaderingen. Naast deze interne kwaliteitsverbeteringen worden alle opleidingen van de HAN iedere zes jaar beoordeeld door een extern panel van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Deze accreditatie is een nationaal kwaliteitskeurmerk en is een voorwaarde voor wettelijke erkenning op nationaal en internationaal niveau van het getuigschrift van de opleiding. 7.2 Systeem van kwaliteitszorg van de opleiding Het instituut IB&C heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan. Niet alleen continue monitoring is belangrijk, ook de ervaringen van onze studenten zijn van groot belang bij de inrichting en aanpassing van het onderwijs. Er zijn diverse mogelijkheden om als student je visie kenbaar te maken: - - via de mondelinge evaluaties aan het einde van een onderwijseenheid: een van de docenten evalueert met een groepje studenten de onderwijseenheid; via schriftelijke evaluaties worden de onderwijseenheden en docenten geëvalueerd. Minimaal 1x per twee jaar wordt een onderwijseenheid geëvalueerd; via de opleidingscommissie. Deze commissie komt ook minimaal twee keer per jaar bij elkaar. Deze commissie heeft niet alleen inspraak maar moet bijvoorbeeld ook goedkeuring verlenen aan de Onderwijs- en Examenregeling; via de klachtencommissie (via een digitale klachtenbox op Insite) kun je klachten indienen. Daarbij geldt dat je altijd eerst contact opneemt met de desbetreffende docent; via de opleidingscoördinator propedeuse, Loes Janssen. Tevens wordt de kwaliteit van de opleiding bewaakt door de onderstaande zaken. - - - Het beroepenveld is voor onze opleiding een belangrijke factor. Via onze beroepenveldcommissie geven professionals uit het vakgebied hun visie op de inrichting van het onderwijs, de aansluiting op de praktijk en trends en vragen uit de praktijk. Zij komen minimaal drie keer per jaar bijeen. De teamtrekkers, docenten die verantwoordelijk zijn voor een onderwijseenheid, hebben regelmatig overleg met elkaar en met hun team. Daarin bespreken zij de kwaliteit van de onderwijseenheid maar nemen ook alle suggesties van de studenten en die van de beroepenveldcommissie mee in hun overwegingen. De curriculumcommissie bewaakt de kwaliteit van de gehele opleiding en betrekt ook daarin alle resultaten van evaluaties en externe ontwikkelingen. De examencommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsing. Zij wordt hierbij ondersteund door de toetscommissie. De toetscommissie adviseert over de toetsing binnen de opleiding en ondersteunt teamtrekkers op het gebied van toetsing. 26 8. Overzicht onderwijseenheden Vwo-propedeuse De vwo-propedeuse IB&C bestaat uit de volgende onderwijseenheden Onderwijseenheid Onderdelen SP Cluster Verantwoordelijke docent AVB AVB-BDE1B en 2B AVB-BPO1B AVB-ONH1C AVB-SLB1A AVM1-MAO1A 7,5 V 7,5 V Henk Groenhuis Martin Moorman Jacqueline Schalm Martin Moorman Maurits Cosijn AVM2-MAO2A 7,5 V Maurits Cosijn AVM3-MCM1A 7,5 V Mark Molenwijk AVT-ENG1A 0 AVT-DUI1A AVT-SPA1A AVT-FRA1A ATC-NED1A Taal en Cultuur versneld BVC-DUV1A en 2A 7,5 Duits en Spaans ATC-SPA1C en 2C VTC1 BTC-SPA3C en 4C Taal en Cultuur 1 ATC-ENG1B/2B, BTC-ENG3A/4A 7,5 VST1 ATC-NED2A, BTC-NED3A/4A Taal en Cultuur 2 ATC-DUR1A/2A, BTC-DUR3B/4B 7,5 VST2 ATC-FRA1C/2C, BTC-FRA3C/4C ATC-SPA1C/2C, BTC-SPA3C/4C 1 Vervangend voor VST2, indien voor VST2 geen vrijstelling wordt verkregen. V Heleen Scharstuhl Gerard van Hal Winny Goldman Twan Geerts Helene Janssen Gerard van Hal Fina Ramos Bedrijf en Omgeving BBOV Marketing 1 AVM1 Marketing 2 AVM2 Marketingcommunicatie 1 AVM3 Talen AVT V V V Eugenie Salemans Heleen Janssen Gerard van Hal Twan Geerts Fina Ramos BBOV-IE1A - Internationale Economie BBOV-OPM1C - Organisatie, Personeel, Management & Ethiek BBOV-VMM1A - Onderzoek BSS-SLH1A - Sales hoorcollege BSS-SLW1A - Sales werkcollege BSS-SLV1A - Salesvaardigheden BSS-EXC1A - Excel BSS-NTW1A - Netwerken 7,5 V 7,5 V BCT-INL1A BCT-BEG1A BCT-SLB1A BOZ-PRO1A BOZ-OND2A - Me & the Media - Brain & Behaviour - Studieloopbaan - Belevingsonderzoek project - Methoden en Technieken 7,5 V 7,5 V Bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie BAE-BEA2A - Bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie 2,5 Joop Verbrugh Organisatie, Personeel, Management & Ethiek BPO-OPM1A - Organisatie, Personeel, Management & Ethiek 2,5 Joop Verbrugh Sales 1: Inleiding Sales en Binnendienst BSS I COMMunicate Theorie Communicatieonderzoek Recht Voorbereidend Eigen Onderneming BRE-REC1A - Recht BEO-TWI1A - Trendwatching en innovatie BEO-BON1A/2A - Business Onderzoek BEO-BAM1A - Business Analyse MKB BEO-SLB2A - Studieloopbaanbegeleiding Jan Lanser Robert-Jan de Bree Jos Seegers Marlou Landman Pim Kraaikamp Saskia Houben Saskia Schagen Renee van Os 2,5 V Joop Verbrugh 7,5 V Joop Verbrugh 27 OWE-beschrijvingen Versneld / verkort voor VWO’ers (VT) Propedeuse Niveau 1 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Marketing 1 – AVM1 7,5 studiepunten Marketing 2 – AVM2 7,5 studiepunten Marketingcommunicatie 1 – AVM3 7,5 studiepunten Business – AVB 7,5 studiepunten Talen – AVT 0 studiepunten Taal en cultuur V1 – VST1 7,5 studiepunten vrijstelling Taal en cultuur V2 – VST2 7,5 studiepunten vrijstelling of Taal en Cultuur versneld Duits – VTC1 7,5 studiepunten Bedrijfsadministratie & Bedrijfseconomie - BAE 2,5 studiepunten Organisatie, Personeel, Management & Ethiek- BPO 2,5 studiepunten Recht - BRE 2,5 studiepunten Voorbereiding Eigen Onderneming - BEO 7,5 studiepunten 1 Indien geen vrijstelling wordt verkregen voor VST2, dan moet de onderwijseenheid VTC gevolgd worden in periode 1 en 2. De propedeuse Duaal wordt niet meer aangeboden. 28 Bijlage 1 Overzichten toetsen en opdrachten Alle informatie over toetsing van de onderwijseenheden is terug te vinden in de OWE-beschrijvingen. AVM1 Marketing 1 Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing AVM1-MAO1A.1 AVM1-MAO1A.8 Schriftelijke toets Portfolio T1/T3 P1/P3 T4 Zie studiehandleiding AVM2 Marketing 2 Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing AVM2-MAO2A.1 T2/T4 AVM2-MAO2A.6 Schriftelijke toets (Schrapkaarttentamen) Presentatie P2/P4 AVM3 Marketingcommunicatie 1 Toetscode Toetsvorm AVM3-MCM1A.1 AVM3-MCM1A.5 Schriftelijke toets Opdracht Duur tentamen: 120 min. - Getoetst tijdens les: - T5 Duur tentamen: 120 min. Getoetst tijdens les: - Zie studiehandleiding - - Toetsmoment Herkansing T2/T4 P2/P4 T5 Zie studiehandleiding Duur tentamen: 120 min. - Getoetst tijdens les: - 29 AVB Business Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing AVB-BDE1B.1 AVB-BDE2B.1 AVB-BPO1B.6 AVB-BPO1B.8 AVB-BPO1B.9 Schriftelijke toets Schriftelijke toets Presentatie Portfolio Meeloopdag/ ministage T1/T3 T2/T4 P1/P3 P2/P4 OW 8 P2/P4 T4 T5 P1/P3 (OW 7) P2/P4 (OW 7) P4/P2 (OW 8) volgend semester of op eigen initiatief AVB-ONH1D.6 AVB-SLB1A.9 Presentatie Aanwezigheid/actieve deelname P1/P3 P2/P4 P3 (OW 9) Volgend semester AVT Talen Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing AVT-DUI1A.9 Instaptoets en/of actieve deelname Instaptoets en/of actieve deelname Instaptoets en/of actieve deelname Schriftelijke toets Instaptoets en/of actieve deelname P1/P3: instaptoets P2/P4: instaptoets P1/P3: instaptoets P2/P4 P1/P3: instaptoets P2/P4 T1/T3 P1/P3: instaptoets P2/P4 AVT-ENG1A.9 AVT-FRA1A.9 ATC-NED1A.1 AVT-SPA1A.9 Duur tentamen: 90 min. 90 min. - Getoetst tijdens les: - - - i.o.m. docent Duur tentamen: - Getoetst tijdens les: - i.o.m. docent - - i.o.m. docent - - T4 i.o.m. docent 90 min. - - 30 VST1 Taal en Cultuur 1 Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing ATC-ENG1B.1 ATC-ENG2B.1 BTC-ENG3A.1 BTC-ENG4B.1 BTC-ENG4B.4 BTC-NED2A.1 BTC-NED3A.5 BTC-NED4A.6 Schriftelijke toets Schriftelijke toets Schriftelijke toets Schriftelijke toets Mondelinge toets Schriftelijke toets Inleveropdracht Presentatie T1/T3 T2/T4 T1/T3 T2/T4 P2/P4 T2/T4 P1/P3 (OW 6) P2/P4 T4 T5 T4 T5 i.o.m. docent T5 P2/P4 (OW 1) P2/P4 (OW 7) volgend semester VST2 Taal en Cultuur 2 Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing ATC-DUR1A.1 ATC-DUR2A.1 BTC-DUR3B.4 BTC-DUR4B.4 ATC-FRA1D.3 ATC-FRA2C.1 Schriftelijke toets Schriftelijke toets Mondelinge toets Mondelinge toets Luistertoets Schriftelijke toets T1/T3 T2/T4 P1/P3 P2/P4 P1/P3 (OW 8) T2/T4 BTC-FRA3D.4 BTC-FRA4C.1 Mondelinge toets Schriftelijke toets ATC-SPA2C.1 BTC-SPA3C.3 BTC-SPA4C.1 BTC-SPA4C.4 Duur tentamen: 90 min. 90 min. 90 min. 60 min. 15 min. 120 min. - Getoetst tijdens les: - T4 T5 P1/P3 P2/P4 P3/P4 (OW 8) T5 Duur tentamen: 120 min. 120 min. 5 min. 10 min. 60 min. 120 min. Getoetst tijdens les: - P1/P3 (OW 8) T2/T4 P3/P1 (OW 8) T5 20 min. 120 min. - Schriftelijke toets T2/T4 T5 120 min. - Luistertoets Schriftelijke toets Mondelinge toets T1/T3 T2/T4 P2/P4 T4 T5 P4 (OW 11) 60 min. 120 min. 30 min. - 31 VTC Taal en Cultuur versneld (Duits en Spaans) Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BVC-DUV1B.1 BVC-DUV1B.4 Schriftelijke toets Mondelinge toets T1/T3 P1/P3 BVC-DUV2B.1 BVC-DUV2B.4 Schriftelijke toets Mondelinge toets ATC-SPA2C.1 BTC-SPA3C.1 Schriftelijke toets Schriftelijke toets (Leesvaardigheid) Schriftelijke toets (Luistervaardigheid) Schriftelijke toets Mondelinge toets BTC-SPA3C.3 BTC-SPA4C.1 BTC-SPA4C.4 T4 P3/P1 Duur tentamen: 120 min. 5 min. Getoetst tijdens les: - T2/T4 P2/P4 T5 P4/P2 120 min. 10 min. - T1/T3 T2/T4 T4 T5 120 min. 90 min. - T2/T4 T5 60 min. - T2/T4 P2/P4 T5 T5 120 min. 30 min. - 32 Commerciële Economie BBOV Bedrijf & Omgeving Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BBOV- IE1A.1 BBOV-OPM1C.1 BBOV-VMM1A.5 Schriftelijke toets Schriftelijke toets Inleveropdracht T1/T3 T2/T4 P2/P4 T5 T5 i.o.m. docent BSS Sales 1: Binnendienst Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BSS-KTS1A.1 Schriftelijke toets (meerkeuzevragen) Onderzoek Rapport Presentatie rapport - duo Opdracht Excel - duo Mondelinge toets T1/T3 P1/P3 P2/ P4 P2/P4 P2/ P4 P2/P4 BSS-OND1A.5 BSS-KBS2A.5 BSS-RAP2A.6 BSS-TEL2A.4 Duur tentamen: 90 min. 120 min. -. Getoetst tijdens les: - T5 Duur tentamen: 120 min. Getoetst tijdens les: - P1/P3 P4/P2 P4/P2 P4/P2 P2/P4 - - 33 Communicatie BOZ Communicatieonderzoek Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BOZ-PRO1A.7 BOZ-OND2A.5 Projectplan Portfolio P2/P4 P2/P4 i.o.m. docent i.o.m. docent BCT ICOMMunicatie: Communicatie Theorie Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BCT-INL1A.1 BCT-INL1A.8 BCT-BEG1A.1 BCT-SLB2A.9 Schriftelijke toets Portfolio Schriftelijke toets Actieve deelname T2/T4 P2 T2/T4 P1/P2 en P3/P4 T5 P4 T5 i.o.m. docent Duur tentamen: - Getoetst tijdens les: - Duur tentamen: 90 min. 90 min. - Getoetst tijdens les: - 34 Small Business en Retail Management BAE Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BAE-BEA1A.1 Schriftelijke toets T2/T4 T5 BRE Recht Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BRE-REC1A.1 Schriftelijke toets T1/T3 T5 BPO Organisatie, Personeel, Management & Ethiek Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BPO-OPM1A.1 Schriftelijke toets T2/T4 T5 BSC Voorbereiding Student Company Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing BEO-BON1A.1 BEO-BON2A.5 BEO-TWI1A.7 Schriftelijke toets Opdracht projectopdracht T1/T3 P2/P4 (OW 6) P2/P4 BEO-BAM1A.8 Portfolio P2/P4 BEO-SLB2A.9 Continuous assessment/ participatie P1/P2 of P3/P4 T5 P2/P4 (OW 8) zie OWE beschrijving Zie OWE beschrijving Vervangende opdracht Duur tentamen: 120 min. Getoetst tijdens les: - Duur tentamen: 120 min. Getoetst tijdens les: - Duur tentamen: 120 min. Getoetst tijdens les: - Duur tentamen: 120 min. - Getoetst tijdens les: - - - - - 35 Integrale toets vwo-propedeuse IT1V Integrale toets 1V Toetscode Toetsvorm Toetsmoment Herkansing IT1V-PVB1A.0 Project OW10 P2 of P4 OW10 P2 of P4 (2014-2015) Duur tentamen: - Getoetst tijdens les: - 36 Opleidingsstatuut SBRM 2014-2015 Bijlage 2 Conversietabel Wijzigingen studieprogramma ten opzichte van voorgaande jaren. In de onderstaande tabel is te zien welke modules een wijziging hebben ondergaan ten opzichte van de vorige twee studiejaren. Als een toets, opdracht, project, e.d. niet meer wordt aangeboden, kun je op HAN-insite bij jouw opleiding, bij de slepersinfo, kijken wat de vervanging is. Informeer altijd bij de verantwoordelijke docent of er wijzigingen in de toetsstof zijn. Code 2013-2014 AVB-ONH1C.1 Code 2014-2015 - AVB-ONH1C.6 - ATC-FRA1C.3 ATC-FRA2C.4 - BTC-FRA3C.3 - BTC-FRA4C.4 - BTC-SPA3C.1 - BVC-DUV1A.9 - BCV-DUV2A.9 - BTC-SPA3C.3 - BOOBEA2A.1 BOOREC1A.1 BOOOPM1B.1 BSCBON1A.1 BSCBON2A.5 BSCTWI1A.7 BSCBAM1A.8 BSCSLB1A.9 BAEBEA1.1 BREREC1A.1 BPOOPM1A.1 BEOBON1A.1 BEOBON2A.5 BEOTWI1A.7 BEOBAM1A.8 BEOSLB1A.9 Toelichting Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Vervalt. Herkansen: zie slepersinfo HAN-insite. Toets wordt gehouden in P1/P3 (week 8). Neem contact op met jouw docent. Inschrijving bij docent. Bijlage 3 Competenties Commerciële Economie Competentieniveaus voor de competenties Commerciële Economie Vastgesteld door de HBO-raad per september 2012 Competentieniveau 1: inleidend niveau. De student kan in een eenvoudige situatie (beroepstaak) en onder begeleiding de beroepstaak aantonen. Dit niveau wordt meestal in de propedeuse behaald. Als de student dit niveau aantoont, is hij hoofdfasebekwaam en daarmee klaar om te starten met de hoofdfase. Competentieniveau 2: verdiepend niveau. De student kan een meer complexe taak met losse sturing uitvoeren. Dit niveau wordt meestal in de hoofdfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont, is hij afstudeerbekwaam. Competentieniveau 3: gevorderd niveau. De student kan een complexe taak zelfstandig uitvoeren. Dit niveau wordt in de afstudeerfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont is hij startbekwaam (klaar voor de beroepstaak). 1 Ondernemerschap: Initiëren, creëren en realiseren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. Runnen, samen met anderen, van een project of onderneming. Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst. Competentieniveau 2 Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee. Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming. Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming (niet voor CE) verplicht) 2 Marktonderzoek. Het opzetten, Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek. Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing. Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen). Competentieniveau 2 Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies. Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever. Evalueren van het uitgevoerde onderzoek. Competentieniveau 3 Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere contexten. Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst. Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket. Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen. Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen. 1 3 Bedrijfs- en omgevingsanalyse. Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. Competentieniveau 2 Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context. Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken. Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen. Competentieniveau 3 Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten. Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegenstellingen. Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject. 4 Marketing strategie en beleid. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen. Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. Benoemen van de consequenties van dit actieplan voor de organisatie. Competentieniveau 2 Benoemen van een aantal opties op basis van een Swot analyse die voor een opdrachtgever is uitgevoerd. Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten. SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn. Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. Competentieniveau 3 Benoemen van een aantal opties op basis van een zelfstandig uitgevoerde analyse in opdracht van een externe opdrachtgever. Prioriteren van opties eventueel in overleg met de opdrachtgever. Onderzoeken van de haalbaarheid van deze opties. Opstellen van marketingdoelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn. Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de marketinginstrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële consequenties. 5 Planning & uitvoering. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling. Ontwikkelen, opstellen en onderbouwen, samen met anderen, van een eenvoudig plan of advies voor de communicatie en/of sales en/of organisatie. Competentieniveau 2 Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. Competentieniveau 3 Analyseren en onderzoeken, zelfstandig, van veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een complexe marketingprobleemstelling. Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een complexe marketingprobleemstelling. Presenteren van de analyse en conclusies op overtuigende wijze aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen van instemming met en draagvlak voor de uitvoering. 6 Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties. T.b.v. inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en of diensten. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 2 Werken met CRM systemen/ klantendatabase/ leveranciersdatabase Onderscheiden van consumentengroepen in termen van prospects en suspects Voeren van gesprekken, ook telefonisch, voor het aanknopen, ontwikkelen en onderhouden van relaties. Uitvoeren van een analyse van de effectiviteit van de inkoop- en, verkooporganisatie. Enkelvoudig verkopen van product Competentieniveau 2 Onderscheiden en beschrijven van afnemersgroepen en afstemmen van de (marketing) communicatie op deze afnemersgroepen. Opstellen van een accountprofiel, effectieve inkoop- en verkoopstrategie. Vervaardigen van een verkoopmap met alle relevante informatie Voeren van effectieve onderhandelingen, ook in een vreemde taal Ontwerpen van een effectieve/efficiënte in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk (eventueel met behulp van CRM-systeem). Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop, ook in vreemde taal Competentieniveau 3: Opzetten en onderhouden van een eigen netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening (eventueel met behulp van CRM-systeem) Productief maken van het netwerk ten behoeve van inkoop en verkoop c.q. dienstverlening Voeren van effectieve verkooponderhandelingen in het kader van duurzame klantrelaties in business to business-omgeving en in business to consumer-omgeving 7 Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Omschrijving niveaus Beheersen van één moderne vreemde taal op minimaal taalniveau 2 (zie bijlage) Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in landen of regio’ s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt; Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze vreemde taal formeel geldt en/of wordt gebruikt; 8 Marketingcommunicatie. Het vertalen van het marketingplan naar een on- en offline marketingcommunicatieplan. Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Inzicht in communicatiedoelgroep(en) overzicht geven van instrumenten en media welke kunnen worden ingeschakeld om marketingdoelstellingen te helpen realiseren Opstellen, samen met anderen, van de marketingcommunicatiemix op basis van een gegeven thema Opstellen van een cross mediaal-mediaplan Onderbouwen mediakeuze Rekening houden met belangrijke wetgeving rond communicatie. Houdt rekening met de ethische grenzen van marketingcommunicatie Competentieniveau 2 Opstellen van een briefing van een extern communicatiebureau Hanteren van consumentengedrag als uitgangspunt voor communicatie. Begrijpt de samenhang tussen off- en online communicatie instrumenten Op basis van een communicatieonderzoek een Marketingcommunicatieplan opstellen vanuit een gegeven strategische context en op basis van communicatieonderzoek een marketingcommunicatieplan opstellen. Competentieniveau 3: Voor minoren en varianten Vorm geven en aangaan van de dialoog met stakeholders. Ontwikkelen van de positionering en merkstrategie van een organisatie. Beheersen van het communicatieproces in termen van strategie, doelgroep, positionering, briefing, concept, productie, traffic en media Rapporteren en verantwoorden van de resultaten (o.a. accountability) v.d. analyse, incl. verantwoorden aanpak en geven van een advies over vervolgtraject. 9 Leiderschap en management. Leiding geven aan een project, bedrijfsproces, bedrijfsonderdeel of bedrijf (volgorde omgedraaid) Omschrijving niveaus Competentieniveau 1 Beheersen van een aantal aspecten van projectleiderschap. Opbouwen van een eenvoudige projectorganisatie; Voorzitten van vergaderingen in een projectgroep; Leiden v.d. uitvoering van een opdracht; Instrueren en volgen v.d. deelnemers van een projectgroep; Leiding geven bij het maken van een Plan van Aanpak; Herkennen van conflictsituaties in een projectgroep en een bemiddelende rol spelen; Opstellen van kwaliteitseisen ten aanzien van het project in overleg met de projectgroep. Competentieniveau 2 Hanteren van een eenvoudige conflictsituatie in een projectgroep. Omgaan met onverwachte gebeurtenissen, die processen in de projectgroep verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden. Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project. 3 Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid. Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep. 10 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk). De directe communicatie met de partijen in het commerciële werkveld. Omschrijving niveaus Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit. Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat onder meer opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren 11 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk). De communicatie die een persoon met zichzelf voert als professional in het commerciële werkveld. Omschrijving niveaus Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche door middel van actief lidmaatschap van beroepsverenigingen, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoorts. 4 Bijlage 4 Competenties Communicatie LOCO-competentie 1 Analyseren en onderzoeken Omschrijving De communicatieprofessional signaleert voor zijn organisatie of opdrachtgever op proactieve wijze ontwikkelingen in de interne en externe omgeving. Hij signaleert relevante ontwikkelingen in de politieke, maatschappelijke, economische, technologische, interculturele en specialistische omgeving en zet die informatie om naar voor de organisatie relevante kennis. Hij initieert, voert uit, rangschikt en beoordeelt de resultaten van onderzoek en analyse. Hij bepaalt de relevantie van de gesignaleerde trends, gedragsveranderingen en verschuivingen op (inter)nationaal niveau en plaatst deze in het perspectief van de korte, middellange en lange termijn. Hij brengt de resultaten op niveau van strategische beleidsvorming en vertaalt deze in conclusies en aanbevelingen. HBO Kernkwalificaties: Brede professionalisering; Multidisciplinaire integratie; (Wetenschappelijke) toepassing; Transfer en brede inzetbaarheid; Methodisch en reflectief denken en handelen. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming. Beroepshandelingen Beroepsproducten 7. Bepalen van onderzoeksdoelstellingen en vraag Analyserapport, bijvoorbeeld: trendanastellingen. lyse, stakeholderanalyse, concurrentieana8. Initiëren, begeleiden, uitvoeren en interpreteren van lyse, media-analyse, issueanalyse analyses en (toegepaste) onderzoeken. Onderzoeksrapporten, surveys 9. Interpreteren en evalueren van informatie op strate Toekomstscenario’s gisch niveau. Management summary 10. Op basis van analyse en onderzoek gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid (als gesprekspartner op strategisch niveau) 11. Managen en interpreteren van informatiestromen (onen offline). 12. Beschrijven van mogelijke toekomstige ontwikkelingen en scenario’s. Body of knowledge Kennis, methoden en technieken betreffende: and skills onderzoeksmethoden (kwalitatief en kwantitatief) en gegevensverwerking; analysemodellen; issuemanagement (crisismanagement); informatiemanagementtechnieken; trendwatching op onder meer sociale en maatschappelijke ontwikkelingen, bestuurlijke en politieke ontwikkelingen, macro-economische ontwikkelingen, (inter)culturele ontwikkelingen, multimediale en crossmediale ontwikkelingen (Web 2.0/Web 3.0). Vaardigheden: interviewtechnieken; desk research; scenariodenken; rapportage / onderzoeksverwerking (verschillende verwerkingsprogramma’s). 5 LOCO-competentie 2 Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid* Omschrijving De communicatieprofessional adviseert over en ontwikkelt communicatiebeleid dat bijdraagt aan een optimale realisatie van de organisatiedoelen en organisatiestrategie. Hij is zich bewust van de wederzijdse beïnvloeding van communicatiebeleid en andere beleidsterreinen. Vervolgens kan hij op grond van het vastgestelde communicatiebeleid bepalen wat de beste strategie is om de communicatiedoelen te bereiken. Hij kan een verantwoord advies geven over in te zetten communicatiemiddelen, rekening houdend met doelstellingen, doelgroep(en), publieksgroepen en actoren. Hij overziet daarbij de financiële en budgettaire consequenties van zijn keuzes en maakt in het keuzeproces ook een maatschappelijke en ethische afweging. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren HBO Kernkwalificaties: Probleemgericht werken; Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Methodisch en reflectief denken en handelen. Dublin descriptoren: Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie. Beroepshandelingen Beroepsproducten 8. Onderzoeksresultaten (en gegevens uit beleidsnotities) kunnen Corporate communicatiebehanteren als input voor beleidsaanpassingen en strategievorleidsplan ming. Concerncommunicatieplan 9. Gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid aan het ma Marketingcommunicatieplan nagement. Intern communicatieplan 10. Vertalen van organisatiebeleid in communicatiebeleid.** Merkdocument 11. Kunnen afwegen van en omgaan met verschillende interpretaties Campagneplan en belangen van opdrachtgever en betrokken actoren Crisiscommunicatieplan 12. Het proces van strategische beleidsvorming in een organisatie Adviesrapport / Adviesgesprek kunnen faciliteren en begeleiden. Mediaplan 13. Voorstellen met overtuigingskracht presenteren aan interne en Debriefing externe opdrachtgevers, zowel mondeling als schriftelijk. Corporate story 14. Budgettaire en financiële consequenties van een advies overzien. 15. Kennis, methoden en technieken betreffende: Body of knowledge and skills theorieën over informatieverwerking en betekenisgeving; communicatietheorieën en modellen; gedragsmodellen; debriefing (de (schriftelijke) omschrijving van de opdracht in termen van de adviseur); analyseren van informatie; adviesmodellen; beleidsterreinen als M&O, Marketing, Financiën en HRM; organisatie- en communicatie-elementen in een organisatie (missie, visie, leiderschapstijl, structuur, cultuur, strategie); issuemanagement; interactieve beleidsvorming; branding; online strategieën; crossmediale strategieën; multidisciplinaire samenwerking; communicatiewerking. 6 Vaardigheden: gesprekstechnieken; argumenteren (mondeling en schriftelijk); creatief denken; omgaan met weerstanden en barrières; bewaken van eigen positie als (onafhankelijk) adviseur; kunnen switchen van rol; strategisch denken; rapportagetechnieken. *De competentie Ontwikkelen van en adviseren over communicatiebeleid is gerelateerd aan drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. **Deze beroepshandeling kan op verschillende niveaus worden uitgevoerd, nl. op operationeel, tactisch en strategisch niveau. 7 LOCO-competentie 3 Plannen en organiseren Omschrijving De communicatieprofessional organiseert en plant de uitvoering van het communicatiebeleid van de organisatie en van de communicatiemiddelen, met inachtneming van de beleidscyclus. Hij creëert draagvlak voor meer of minder omvangrijke en complexe communicatieprojecten, stuurt deze aan, coördineert en legt verantwoording af over de behaalde resultaten aan de (interne) opdrachtgever. HBO Kernkwalificaties: Probleemgericht werken; Multidisciplinaire integratie; Methodisch en reflectief denken en handelen; Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Basiskwalificering voor managementfuncties; Transfer en brede, flexibele inzetbaarheid. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Toepassen kennis en inzicht; Communicatie. Beroepshandelingen Beroepsproducten Opstellen projectplan (inclusief financiën, tijd, Projectplan (met deelplannen op het vlak kwaliteit, organisatie, communicatie). van organisatie, financiën, tijd, kwaliteit, communicatie, met mijlpalen, documenten Opstellen c.q. bewaken en beoordelen van ofetc.) ferte, begroting en budget. Draaiboek Plannen van (formatieve en/of summatieve) evaluaties, (doen) uitvoeren en interpreteren van de Offerte resultaten. Evaluatieplan Toepassen kwaliteitszorgsystemen. Begeleiden van projecten en processen. Communiceren met interne en externe betrokkenen t.b.v. het verkrijgen van draagvlak voor het project en de realisatie ervan. Samenwerken met deskundigen uit creatieve disciplines en met deskundigen op het gebied van de uitvoering van digitale, audio en/of visuele middelen en print. Bewaken huisstijl. Afleggen van verantwoording. Body of knowledge Kennis, methoden en technieken betreffende: and skills projectmanagement; calculatie, begrotingen en offertes; managementstijlen; technische, financiële en juridische aspecten m.b.t. de inzet van communicatiemiddelen (print, audio, visueel, digitaal); evaluatietechnieken; accountability. Vaardigheden: planmatig werken; aansturen en coördineren; delegeren; rapporteren. 8 LOCO-competentie 4 Creëren en realiseren Omschrijving Om communicatiedoelstellingen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken, moeten communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor interne of externe doelgroepen. De communicatieprofessional verzorgt ontwerp, uitvoering en productie van communicatiemiddelen (concepten, middelen en content). HBO kernkwalificaties: Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Probleemgericht werken; Creativiteit en complexiteit in handelen; Transfer en brede inzetbaarheid; Multidisciplinaire integratie. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Toepassen kennis en inzicht; Communicatie. Beroepshandelingen Beroepsproducten 7. Creatieve concepten ontwikkelen, vertalen naar on Communicatiemiddelen (audiovisueel, derscheidende en/of innovatieve middelen en media, print, digitaal) en produceren. Evenementen, bv. beurs, brandevent, 8. Een multi- en crossmediale middelenmix inzetten om tentoonstelling, congres, symposium de strategie uit te voeren. Huisstijl, multimedia en ruimtelijke pre9. Doel- en doelgroepgericht handelen. sentatievormen 10. Samenwerken met deskundigen uit creatieve discipli- Schetsen, concepten, moodboards nes 11. Een (de-)briefing maken. 12. Pretesten en formatieve evaluaties. Kennis, methoden en technieken betreffende: Body of knowledge and skills theorieën over conceptontwikkeling, propositie en boodschap; de communicatieve, technische, financiële en juridische mogelijkheden en beperkingen van verschillende communicatiemiddelen; de terminologie, werking en toepassing van verschillende communicatiemiddelen; kennis van de grafische vormgeving, productdesign en omgevingsdesign (visuele identiteit / beeldregie); de theorieën rond beeld- en tekentaal, stijlgeschiedenis, tekstsoorten, schrijfstijlen en semiotiek; ontwerpsoftware; nieuwe media en crossmediale communicatie; storytelling; visuele communicatie; vormen van co-creatietechnieken en -strategieën; de bureauwereld; argumentatietheorieën. Vaardigheden doelgroepgerichtheid; creatieve technieken beheersen; schrijfvaardigheid; ontwerpvaardigheid; digitale vaardigheden. 9 LOCO-competentie 5 Representeren Omschrijving De communicatieprofessional heeft kennis van de organisatie en geeft blijk van voldoende omgevingssensitiviteit om als ambassadeur voor het bedrijf op te treden wanneer de organisatie gevraagd of ongevraagd in de openbaarheid treedt. Hij kan issues en informatie voor verschillende doel- en publieksgroepen op hun waarde schatten en zodanig communiceren dat recht wordt gedaan aan de belangen en het imago van de organisatie. HBO Kernkwalificaties: Brede professionalisering; Multidisciplinaire integratie; Transfer en brede inzetbaarheid; Creativiteit en complexiteit van handelen; Probleemgericht werken; Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Koppeling met HBO Kernkwalificaties en Dublin descriptoren Dublin descriptoren: Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie. Beroepshandelingen Beroepsproducten 8. Genereren publiciteit (perscontacten en nieuwe me Publiciteitsplan dia). Toespraak (ghostwriting) 9. Actie ondernemen op gevraagde en ongevraagde pu- (Lobby)gesprek bliciteit. Persconferentie 10. Woordvoering. Informatiebijeenkomst 11. Anderen begeleiden bij optredens. Middelen zoals persmappen en relatiege12. Relatiebeheer en netwerken, zoals deelname aan schenken symposia en congressen, of aan fora en social media op internet. 13. Lobbyen. 14. Draagvlak creëren. Body of knowledge Kennis, methoden, technieken betreffende: and skills maatschappelijke en economische verhoudingen; bestuurlijke en politieke verhoudingen; pers en media; medialandschap (incl. social media, Web 2.0 etc.); reputatiemanagement; relatiemanagement; issuemanagement; risico- en crisiscommunicatie; public affairs. Vaardigheden gespreksvaardigheden; vergadervaardigheden; presentatievaardigheden; interviewvaardigheden; argumentatievaardigheden; evaluatievaardigheden; omgaan met de pers; ‘online’ representatieskills. 10 Bijlage 5 Competenties Small Business & Retail Management COMMERCE Competentieniveaus voor de domeincompetenties Commerce Vastgesteld door de HBO-raad voor HEO-opleidingen per 8 december 2005 Competentieniveau 1: inleidend niveau. De student kan in een eenvoudige situatie (beroepstaak) en onder begeleiding de beroepstaak aantonen. Dit niveau wordt meestal in de propedeuse behaald. Als de student dit niveau aantoont, is hij hoofdfasebekwaam en daarmee klaar om te starten met de hoofdfase. Competentieniveau 2: verdiepend niveau. De student kan een meer complexe taak met losse sturing uitvoeren. Dit niveau wordt meestal in de hoofdfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont, is hij afstudeerbekwaam. Competentieniveau 3: gevorderd niveau. De student kan een complexe taak zelfstandig uitvoeren. Dit niveau wordt in de afstudeerfase bereikt. Als de student dit niveau aantoont is hij startbekwaam (klaar voor de beroepstaak). DC.1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B Signaleren en opsporen van nieuwe ontwikkelingen, rekening houdend met klanten en concurrenten, en deze vertalen in producten of diensten Maken, samen met anderen, van een basisplan voor een onderneming. Runnen, samen met anderen, van een project of onderneming. Verkopen, samen met anderen, van een eenvoudig product of dienst. Competentieniveau 2 CE/IBL/SBRM/F&B Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. Ontwikkelen van concepten op basis van een creatief idee. Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming. Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming. Competentieniveau 3 SBRM/F&B Opzetten, zelfstandig, van een onderneming. Omzetten, zelfstandig, van een creatief idee in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan. Maken, zelfstandig, van een volledig businessplan voor een onderneming. Bepalen van een strategie voor waarborging van de continuïteit van een onderneming door middel van innovatie. 11 DC2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B Formuleren van een onderzoeksvraag vanuit een gegeven probleemstelling. Maken van een plan van aanpak voor een kwalitatief of kwantitatief onderzoek. Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag. Uitvoeren van een kwantitatief onderzoek en verwerken van de data m.b.v. een ICT toepassing. Maken van een eenvoudige rapportage met statistische bewerkingen op beschrijvend niveau (grafieken, rechte uitdraai, kruistabellen). Competentieniveau 2 CE/IBL/SBRM/F&B Formuleren van een probleemstelling en een onderzoeksvraag (of meerdere onderzoeksvragen) vanuit een gegeven context. Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen. Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek. Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies. Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever. Evalueren van het uitgevoerde onderzoek. Competentieniveau 3 CE/F&B Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere contexten. Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst. Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante statistische technieken met behulp van een statistisch pakket. Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen. Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen. 12 DC 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Competentieniveau 1: CE/IBL/SBRM/F&B Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. Competentieniveau 2: CE/IBL/SBRM/F&B Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit een gegeven context. Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT-analyse en conclusies daaruit trekken. Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van de analyse. Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen. Competentieniveau 3: CE/IBL/F&B Opstellen, zelfstandig, van een marktanalyseplan vanuit een of meerdere contexten. Trekken van conclusies, zelfstandig, op basis van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en aangeven van belangentegens
© Copyright 2024 ExpyDoc