Bosplantsoen Bomen en struiken in bos en landschap IPC Groene Ruimte, Arnhem 2010 Inhoud 1. Achtergrondinformatie 1.1 Wat is bosplantsoen? 1.2 Ecologische aspecten 1.2.1 Ecologische principes 1.2.2 Ecologische betekenis van bosplantsoenbeplantingen 1.3 Bosbouwkundige aspecten 1.4 Kwaliteit plantmateriaal 1.4.1 Genetische kwaliteit 1.4.2 Uitwendige kwaliteit en conditie 1.5 Beheer 7 7 8 8 9 10 12 12 13 13 2. Beschrijving van de soorten 2.1 Inleiding 2.2 Loofbomen en -struiken 2.3 Naaldbomen 15 15 19 191 3. Determinatietabellen 3.1 Verklaring van de gebruikte begrippen 3.2 Gebruik van de tabellen 3.3 Winterkenmerken loofbomen en -struiken 3.4 Zomerkenmerken loofbomen en -struiken 3.5 Naaldbomen 229 229 234 235 244 254 Bijlagen I Overzichtstabel groeiplaatseisen en gedragskenmerken II Overzichtstabel gebruikswaarde III Populierenklonen IV Kwaliteitsnormen plantmateriaal V Soortkeuze en groeiplaats 257 257 275 293 299 305 Verklarende woordenlijst 325 Bronnen 328 Register wetenschappelijk namen 331 Register Nederlandse namen 333 5 Bosplantsoen Acer campestre Spaanse aak, veldesdoorn Sapindaceae, zeepboomfamilie Hedge Maple, Field Maple (E) Feldahorn (D) Erable champêtre (F) Boom (2) / struik (1) Voorkomend als boom tot 12 m en als forse struik met ver uitschietende takken. Stam fijn gegroefd grijsbruin. Takken lichtbruin met lenticellen en (soms) kurklijsten. Knoppen Tegenoverstaand, klein, bruin, soms behaard. Blad 4-10 cm, handvormig gelobd, 3-5 afgeronde lobben. Gaafrandig, donkergroen, onderzijde behaard. Tegenoverstaand, vaak dicht opeen. Soms melksap in blad en bladsteel. Gele herfstkleur. Bloei April-juni, geelgroen, in rechtopstaande tuilen. Insectenbestuiving. Vruchten September-december, dubbele splitvrucht, gevleugeld, vleugel vaak wat roze aangelopen. Verspreiding door wind. 20 Beschrijving van de soorten Groeiplaats Zonnig tot licht beschaduwd. Droge tot vochtige, (matig) voedselrijke, zwak zure tot basische, kalkhoudende grond. Gevoelig voor hoog stilstaand grondwater. Kan goed tegen wind, enigszins gevoelig voor zeewind. Standplaats Bossen, bosranden, heggen, hakhout, duinen. Ecologische groepen H43, H47, H69. Bosgemeenschappen 15, 19, 20, 21. Verspreidingsgebied West-, Midden- en Zuidoost-Europa. Nederland: inheems; algemene soort, van nature op kalkrijke gronden, zeldzaam in oosten. Gedrag Groeit vrij langzaam. Grote concurrentiekracht. Verdraagt afzetten en snoei. Bij snoei in voorjaar bloedende wonden. Schaden Verwelkingsziekte (Verticilium); konijnenvraat, vooral in sneeuwrijke winters. Gebruik Als geschoren haag en in windsingels en andere beplantingen. Op goede gronden niet als struik te gebruiken. Kan ook voorkomen als laanboom (cultivar). Houteigenschappen Lichtbruin tot geelwit; geen verschil tussen spint- en kernhout. Soms ontstaat op late leeftijd bruine ‘valse kern’. Jaarringgrenzen goed zichtbaar. Verspreidporig. Duurzaamheid klasse V. Vormt zelden rechte stammen. Gebruik: fineer, triplex, houtsnij- en draaiwerk, muziekinstrumenten, parketvloeren, meubels. Diversen Herbergt veel spinnen. Drachtplant voor bijen. Teelt vooral uit zaad. 21 Bosplantsoen Picea omorika Servische spar, omorikaspar Pinaceae, dennenfamilie Serbian Spruce (E) Omorika Fichte (D) Epicéa omorika (F) Boom (1) Tot 25 m. Zeer slank door korte en afhangende zijtakken. Stam recht en cilindrisch, violetbruin, dunne afschilferende bast, twijgen bruin behaard. Knoppen Toegespitst, roodbruin, harsvrij, geschubd. Naalden 1-2 cm, plat, groen, onderzijde twee witte strepen, huidmondjes, stomp (niet of nauwelijks prikkend). Bloei Mei, roze. Windbestuiving. Kegels 3-6 cm, langwerpig, hangend. Eerst violetzwart, bij rijpheid donkerbruin, schubben gaafrandig. Zaad in september rijp, valt laat in voorjaar. 204 Beschrijving van de soorten Groeiplaats Zonnig tot licht beschaduwd. Vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot neutrale grond. Weinig gevoelig voor wind, gevoelig voor zeewind. Standplaats Bossen. Ecologische groepen Niet van toepassing. Bosgemeenschappen Niet van toepassing. Verspreidingsgebied Servië en Bosnië. Nederland: exoot, vooral aangeplant als sierboom. Gedrag In ons klimaat tamelijk langzame groeier met matige concurrentiekracht. Slechte takafstoting. Gebruik Voor bosbouw niet echt belangrijk, alleen in korte omlopen. Geschikt als kerstboom, omdat naalden lang blijven zitten. Sier- en parkboom. Schaden Zie Picea abies en inleiding naaldhout. Houteigenschappen Zie Picea abies. 205 Bosplantsoen 3.4 Zomerkenmerken loofbomen en -struiken Kenmerk Groep Nummer 1. Twijgen met naalden of schubben Naaldbomen 2. Twijgen groen, zonder bladeren, naalden of schubben A 1 a. Blad samengesteld B 2 b. Blad enkelvoudig, handnervig C 14 3. Twijgen met bladeren c. Blad enkelvoudig, veernervig ■ Bladeren (bijna) tegenoverstaand D 23 ■ Bladeren afwisselend E 30 ■ Bladeren verspreidstaand F 38 Groep A: 1. a b Groep B: Twijgen doornachtig. Twijgen niet doornachtig (zie ook 8). Ulex europaeus (gaspeldoorn) Cytisus scoparius (brem) Twijgen met samengestelde bladeren 2. a b Bladeren tegenoverstaand. Bladeren verspreid. 3 7 3. a b Stengels kruipend of klimmend. Niet aldus. Clematis vitalba (bosrank) 4 4. a Blad veervormig samengesteld uit 9-13 blaadjes. Blad veervormig samengesteld uit 5-7 blaadjes. Fraxinus exelsior (es) b 244 Twijgen groen, zonder bladeren, naalden of schubben 6 Bladzijde Determinatietabellen Twijgen met wit merg. Sambucus nigra (gewone vlier) Twijgen met lichtbruin merg. Sambucus racemosa (trosvlier) Blad met 3 blaadjes, klein of afwezig; twijgen groen. Niet aldus. Cytisus scoparius (brem) Geen doorns of stekels, blad samengesteld uit 9-21 blaadjes. Doorns of stekels aanwezig. Sorbus aucuparia (lijsterbes) 8 Doorns in paren aan de voet van de bladsteel, blad met 9-19 blaadjes, blaadjes ovaal, gaafrandig. Priem-, draad- of kegelvormige stekels verspreid over de twijg, blaadjes gezaagd. Robinia pseudoacacia (robinia) Steunblaadjes indien aanwezig los. Steunblaadjes vergroeid met bladsteel. Rubus (braam), 10 Rosa (roos), 11 Twijgen kantig, aan de top scherp kantig, vrij rechtop, boogvormig overhangend of kruipend, groen, aan de zonzijde rood getint; forse, scherpe, meestal gebogen stekels. Rubus fruticosus (gewone braam) b Blad met 3 blaadjes kort behaard, eirond en gezaagd, bladsteel met stekels; liggende, kruipende struik met iets naaldachtige, zachte stekels. Rubus caesius (dauwbraam) (9) 11. a Kegelvormige stekels met gebogen punt; blad met 5-7 blaadjes. Twijgen met rechte stekels en borstels. 12 Blad na fijnwrijven met appelgeur, klierharen aanwezig. Rosa rubiginosa (egelantier) Blad kaal, na fijnwrijven niet met appelgeur. Rosa canina (hondsroos) b (2) 6. a b 7. a b 8. a b 9. a b 10. a b 12. a b 7 9 13 245 Bosplantsoen Overzichtstabel groeiplaatseisen en gedragskenmerken Bodem Soort: * ingeburgerde soort # exoot Hoogte (m) Voedselrijkdom: 1. voedselarm 2. schraal 3. matig voedselrijk 4. voedselrijk 5. zeer voedselrijk Zuurgraad: sterk zuur: pH 3-4,5 zwak zuur: pH 4,5-6,5 neutraal: pH 6,5-7 basisch: pH 7-8 Vochtgehalte: 1. droog 2. vochthoudend 3. vochtig 4. nat 5. drassig A kalkhoudend Tilia x europaea Hollandse linde 30 4 4,5-7 3 Tilia platyphyllos zomerlinde 30 3 6,5-8 A 3 Ulex europaeus gaspeldoorn 2 1-2 3-6,5 1 Ulmus laevis fladderiep 35 3-4 4,5-8 A 2-3 Ulmus minor gladde iep 30 3-4 4,5-8 A 2-3 Viburnum opulus Gelderse roos 4 3-4 4,5-8 A 3-4 Abies grandis # reuzenzilverspar 35 4 4,5-6,5 3 Chamaecyparis lawsoniana # Californische cipres 20 3-4 4,5-6,5 A 3 Juniperus communis jeneverbes 5 1 3-6,5 2-3 Larix decidua # Europese lariks 30 3 4,5-8 2-3 Larix kaempferii # Japanse lariks 30 3 4,5-7 3 Picea abies # fijnspar 35 3-4 4,5-7 3 Picea omorika # Servische spar 25 3-4 4,5-7 3 Naaldbomen 270 Bijlagen Windgevoeligheid Lichtbehoefte: 1. zon 2. zonnig 3. beschaduwd 4. schaduw Wind: + weinig gevoelig ± enigszins gevoelig – gevoelig Zeewind: + weinig gevoelig ± enigszins gevoelig – gevoelig Groeisnelheid: + snel ± matig – langzaam Concurrentiekracht: + veel ± matig – weinig 2-3 + + ± ± 2-3 + ± ± ± 1-2 + – – ± 2-3 + + + + 2-3 + + + + 2-3 ± ± ± – 3-5 + – + + 2-3 + – ± ± 1-2 + ± – – 2 + – + ± 2 + – + + 2-4 – – + ± 2-3 + – – ± 271
© Copyright 2024 ExpyDoc