Parc urs niet toe “Geef aan faalangst Helena Desiron Kleuteronderwijzer met dyslexie: “ E en spannende ontmoeting voor haar en voor mij, dat was het die middag. De geïnterviewde had zich grondig voorbereid, met pen en papier. Tussen Jacqueline Hens, een dappere kleuteronderwijzer met laat ontdekte dyslexie en mezelf, een kersverse redacteur ontspon zich een beklijvend gesprek over een bijzonder parcours. Haar stem trilt regelmatig van emotie, maar verzacht als ze over kinderen spreekt. Over faalangst en woorden als ‘mayonaise’, over kindvolgsystemen en agenda’s, over wilskracht en de passie voor het lesgeven die alles overwint. Mayonaise Vertel eens over je eigen schoolcarrière? Mijn lagere school verliep heel moeilijk, vooral omdat ik gewoon veel trager las dan andere kinderen. Ik had een panische angst om luidop voor te lezen in de klas. Op dictee haalde ik scores als -30, -40, … Het ergste was dat mijn leerkrachten geen flauw idee hadden van wat er met mij aan de hand was. Dit speelde zich af in de jaren 70. Ik werd gecategoriseerd bij de domme kinderen. In het vijfde leerjaar telden spelfouten in niet-taalvakken plots ook mee. Toen werd het zo zwaar voor mij dat ik dat leerjaar moest dubbelen. Als kind wou ik zelf op 8 BASIS 13 DECEMBER 2014 zoek naar een oplossing. Ik gebruikte de extra tijd in mijn bisjaar om spelling te oefenen. Met mijn groene Van Dale ernaast, schreef ik tientallen kladschriften vol met telkens opnieuw moeilijke woorden zoals ‘mayonaise’. Zo leerde ik de spelling van woorden helemaal uit het hoofd. Het gevolg was dat ik sommige woorden wél quasi foutloos kon schrijven, maar andere ‘simpele’ woorden niet. Onbegrijpelijk voor de leerkracht. Gespiekt? Mijn ouders werkten als zelfstandigen dag en nacht. Ze hadden een kleine fabriek met een twintigtal werknemers. Ze hoopten dat ik met een diploma niet zelfstandig hoefde te worden en het wat rustiger aan kon doen – alhoewel je dan juist niet voor het onderwijs moet kiezen, met al het voor- en nawerk (lacht). Van thuis kreeg ik dus een sterke motivatie mee om ervoor te blijven gaan. Mijn hele middelbare school was het vechten tegen de bierkaai. Voor Frans had ik bijvoorbeeld steevast een herexamen. Ik moest van vooraf aan in de cursus beginnen. ’s Nachts zette ik de wekker: twee uur studeren, even slapen, twee uur studeren … Uiteindelijk slaagde ik voor Frans, door heel veel uit het hoofd te leren. De leerkracht Frans, achterdochtig door dit onverwacht goede resultaat, vermoedde dat ik gespiekt had. Door mondeling (voor mij het makkelijkst) nog extra vragen juist te beantwoorden, overtuigde ik haar. Wat heeft jou ertoe aangezet om kleuteronderwijzer te worden? Ik wou iets praktisch doen, omdat ik intuïtief wist dat bureauwerk mij niet lag. Ik wou ook heel graag iets met kinderen doen. Op dezelfde campus als mijn middelbare school lag ook een normaalschool (vandaag: lerarenopleiding). Ik heb toen heel bewust gekozen voor kleuteronderwijs omdat die kinderen nog niet moesten leren lezen. De opleiding lag mij heel erg. Ik was goed in mijn vak, dat zagen ook de docenten. Ik kreeg wel mee: “Je bent de meest creatieve van de klas, maar geef nooit een briefje mee aan ouders zonder dat je het hebt laten verbeteren.” Brusselse wortels Welke moeilijkheden ondervind je in je job? Ik heb voortdurend de faalangst om iets verkeerd te lezen, ik ben nooit zeker van mezelf en kan niet op mezelf vertrouwen. Als iemand mij corrigeert, weet ik niet of hij gelijk heeft of niet. Een recent voorbeeld: in een winkel las ik ergens ‘Brusselse wortels’. Dat leek me heel vreemd, daardoor begon ik te twijfelen en wist ik dat ik het wellicht fout had gelezen. Na opnieuw proberen las ik ‘Busseltje wortels’. Dat gebeurt de hele tijd. In dit geval was het onlogisch en kon ik daaruit mijn fout afleiden, maar vaak is wat ik lees wél logisch en realiseer ik me niet dat ik verkeerd zit. Dan ben je zonder dat je het beseft ‘met de verkeerde waarheid op schok’. Wat werkt goed voor jou als kleuteronderwijzer? Creatieve vakken: knutselen, verhalen creatief brengen. Ik verzon verhalen gewoon zelf! Tien boeken doorlezen op zoek naar één goed verhaal, kost mij eeuwen tijd. Ik vroeg aan collega’s om mij goede boeken aan te raden. In ruil gaf ik hen knutseltips of andere creatief materiaal. Ik las wel boeken voor in de klas, maar enkel als ik ze thuis goed had voorbereid. Ik heb het gevoel dat ik anders lesgeef dan mijn collega’s. Als ik een probleem tegenkom, ga ik er middenin staan, met een grote drive om het praktisch op te lossen. Bij een kind met autisme zal ik eerder vanuit het kind zelf vertrekken, dan met mijn neus in vakliteratuur te duiken. Bijvoorbeeld: we gaan met de klas naar het toneel, dat is een verandering in het dagschema en voor een kind met autisme beangstigend. Vooraf zal ik aan het kind vragen: “Wij gaan morgen naar toneel, hoe gaan we dat samen doen?” Ik kijk in de praktijk, vanuit de eigenheid van het kind, waar het misloopt en vertrek van daaruit. Kijk je met andere ogen naar kinderen met potentiële ‘problemen’ als dyslexie? Ik ga wel anders om met hen. Ik miste zelf als kind begrip, ik werd gewoon als ‘stom’ bekeken en voelde mij al die jaren in mijn hemd gezet. Ik ga nu gewoon met hen praten op hun niveau. Leraren zetten soms stappen in plaats van het kind, maar vergeten dat dat kind zélf ook stappen kan zetten. Als het uit henzelf komt, is het meer verworven. Als er een kind bij mij in de klas vast loopt, wil ik dat het echt zo snel mogelijk geholpen wordt. Ik had eens een leerling met verbale dyspraxie: hij kreeg niet gezegd wat hij bedoelde. Voor hem zou ik door het vuur gaan. Hij heeft nu de begeleiding die hij nodig heeft. Hoe is er dan uiteindelijk dyslexie bij jou vastgesteld? Mijn probleem werd onhoudbaar toen ik agenda’s, kindvolgsysteem … niet meer met pen en papier, maar digitaal moest invullen. Collega’s stuurden ’s avonds laat nog mails, die ik dan ’s ochtends nog niet gelezen had, laat staan had beantwoord. Voor mij was dat alles een enorme opgave die ik echt niet aankon. Voor de komst van de pc werd er veel info tussen collega’s mondeling uitgewisseld genre “denk morgen aan dit of dat” - veel gemakkelijker omdat ik getraind ben in het auditief opslaan van info. Lezen op scherm is voor mij ook erg vermoeiend en tijdrovend. Door het scrollen ligt mijn ‘blad’ niet stil en krijg ik nog minder controle op het leesproces. Op school dachten ze dat ik niet digitaal wilde leren werken omdat ik ouder was, maar daar lag het niet aan. Ik botste op een muur. Ik maakte mij zo bezorgd dat ik ’s nachts uren wakker lag, terwijl ik die energie overdag nodig had. Ik wou het onderwijs al bijna opgeven. Het digitale was niet de essentie van mijn job, maar het leek erop dat ik zo mijn beroep, mijn droomjob, niet meer kon uitoefenen. Volwassenen Op aanraden van mijn man ben ik uiteindelijk vorig jaar naar de huisarts gestapt. Die wilde me meteen laten testen op dyslexie. In eerste instantie bij een logopedist, maar die zei me telefonisch dat ze geen volwassenen kon testen, enkel Voor mijn leerling met verbale dyspraxie ging ik door het vuur. 13 DECEMBER 2014 BASIS 9 Parc urs kinderen. Ze legde uit dat volwassenen anders getest worden dan kinderen, net omdát ze al jaren allerlei verdedigingsmechanismen (zoals uit het hoofd leren) toepassen. Via haar kwam ik terecht bij de gespecialiseerde neurolinguïst Wim Tops. Hij heeft mij dan in 2013 getest: een heel uitgebreid proces. De diagnose was snel duidelijk: ik had de zwaarste vorm van dyslexie. Wim Tops vroeg zich hardop af hoe ik het zo ver had kunnen schoppen. Dat was erg emotioneel: hij begreep mij eindelijk. Hij had niet elke dag iemand van 54 voor zich met zo’n dyslexie. Later bleek dat ik tegen de grens van hoogbegaafdheid zat. Hij schreef een verslag voor mijn directeur dat ik die vorm van dyslexie had, en dat het voor mij heel moeilijk was om digitaal te werken. Dat bleef nog wel een gevoelig punt op school. Welke oplossing is er dan gevonden? Ik heb onlangs zelf aan mijn collega’s mijn situatie kunnen uitleggen. Zij begrijpen dat ik mijn agenda als enige nog steeds op papier schrijf, in plaats van digitaal. Hiervoor maakte ik een eigen systeem aangepast aan mijn situatie, met kleurcodes: rood voor wiskunde-initiatie, blauw voor Nederlands … Heb je zelf ook vragen rond dyslexie, zoek dan zeker hulp via de huisarts. Je kan ook terecht bij deze speciale instanties die volwassenen met dyslexie onderzoeken en begeleiden: ◗ PraxisP in Leuven (contactpersoon Els Gadeyne, 016-32 62 66 of [email protected]) ◗ Code in Antwerpen (contactpersoon Astrid Geudens, 03-241 08 09 of [email protected]) Eerder interviewden we in Basis Bieke De Becker, leraar L.O. met dyslexie. Haar website: www.dyslectisch.be. Ik vroeg ook aan mijn collega’s om mij niet meer ’s avonds laat te mailen, en om mij mondeling de inhoud van de mail even toe te lichten. Dat doen ze nu allemaal. Zo kan ik de info sneller verwerken, ben ik zeker dat ik het goed begrijp en krijgen zij sneller een antwoord: een win-winsituatie. De zorgjuf helpt mij met het digitale kindvolgsysteem: ik bereid het voor op papier en zij voert het in. Verder draai ik gewoon mee zoals iedereen. Thuis sta ik vroeger op als ik iets moet lezen: dan ben ik nog niet zo vermoeid, is het stil in huis en lees ik iets vlotter. Wat voor mij ook heel moeilijk is, zijn veranderingen in lay-out qua formulieren, systemen of leerstof. Bijvoorbeeld: een hoofdstuk dat plots op een andere plaats staat. Of ze veranderen de vragen op een blad van het MDO (MultiDisciplinair Overleg). Dat kost mij heel veel tijd omdat ik weer alles opnieuw moet gaan lezen en bestuderen. Nu collega’s mij hun mails mondeling toelichten, kan ik ze sneller verwerken en beantwoorden: een winwinsituatie. Welke vooroordelen over dyslexie zou je de wereld uit willen helpen? Het wordt gebagatelliseerd. Er zijn verschillende vormen van dyslexie, de ene al zwaarder dan de andere. Mensen denken ook dat het een kwestie is van simpelweg ‘har- 10 BASIS 13 DECEMBER 2014 der werken’ om eruit te raken. Dat is niet het probleem: daardoor zal je niet beter kunnen lezen. Het zijn bepaalde linken die je hersenen niet maken. De term ‘woordblindheid’ is een goede omschrijving: ik zie alle losse symbolen of letters wel, maar ik kan de samenhang (het woord) niet altijd zien. Welke raad geef je aan collega’s in dezelfde situatie? Ik heb het zelf als heel negatief ervaren, maar ik wil nu wel anderen met dit interview helpen. Blijf rustig, laat je niet opjagen door paniek om tijdsgebrek. Ga in gesprek met je directeur, collega’s en vráág wat je nodig hebt. Geef niet toe aan faalangst. Blijf er niet mee zitten, kom er voor uit. Zeg gewoon: ‘Ik heb moeilijkheden met lezen.’ Laat je testen als je twijfelt. Leg ook uit waarom je bepaalde engagementen vanwege het lezen en schrijven niet aandurft: schoolkrantjes, uitnodigingen … Dat is niet uit luiheid of gebrek aan engagement maar uit tijdsgebrek en angst om ‘af te gaan’, je wilt voorbereid zijn. Doe waar je goed in bent: ik zit in het feestcomité en werk creatief mee aan het schoolfeest. Gebruik je energie waar je het nodig hebt: om fris voor de klas te staan! n n Jacqueline wil iedereen bedanken voor de steun: haar ouders, man, dochters, collega’s - waaronder één in het bijzonder die teksten naleest - en directie, haar specialist Wim Tops (www.de-kronkel.be).
© Copyright 2024 ExpyDoc