Welmoed Algra2

Thesis: Homeostase en
stressmanagement
“Als de mens rustig is, is zijn hartenklop soepel, de ene
hartslag sluit aan op de volgende als parels die elkaar
raken in een ketting van rode jade.”
Geschreven door: Welmoed Algra
Registratie nummer: 614
Kerkweg 46A
6105 CG Maria Hoop
Tel.: 0475-855727 Mobiel: 0623450314
Dankwoord
Mijn dank gaat uit naar mijn geliefde Brian Auger, die mij keer op keer weer op
het juiste spoor zette. Ook gaat mijn dank uit naar Kees Blase die mij over
hartcoherentie heeft onderwezen en naar Danielle Mato die mij over biofeedback
heeft geleerd.
Mariet van Buuren-Op 't Veld wil ik bedanken om de haar levenslust en
doorzettingsvermogen om therapeuten te blijven inspireren naar een volgende
stap.
Ten slotte wil ik al mijn leraren tot nu toe in mijn leven hartelijk danken voor hun
wijze lessen.
2 Inhoud
Dankwoord
Inleiding
Hoofdstuk 1. Geschiedenis
1.1 Onderzoek naar homeostase in
het
verre verleden
1.2 ‘Hoe werd hier vroeger over
gedacht?
1.3 General Adaptive Syndrome
blz. 2
blz. 4
blz. 5
blz. 7
blz. 7
1.4 Burn-out
Hoofdstuk 2
Wat zijn de huidige theorieën
2.1 Burn-out in vergelijking met andere
aandoeningen
2.2 De reactie van het zenuwstelsel
2.3 Allostatische belasting of
overbelasting
2.4 Het Brein
2.5 Wanneer de twee breinen niet
met elkaar overweg kunnen
2.6 De hormonale stressreactie
Hoofdstuk 3
Het emotionele hart & hartcoherentie
3.1 Hartcoherentie
Hoofdstuk4. De Behandeling
4.1 Praktijk voorbeelden
Conclusie
Literatuurlijst
blz. 8
blz. 8
blz. 8
blz. 9
blz. 11
blz. 12
blz. 13
blz. 14
blz.16
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
3 16
18
18
19
20
Inleiding
Hoe beïnvloedt homeostase de reactie van een mens op stress?
In deze thesis is het onderwerp homeostase in relatie tot stress uitgediept, en
specifieker de zoektocht naar de zogenaamde homeostasebalans in zowel lichaam
als geest. De afgelopen 4500 jaar is er veel onderzoek gedaan naar het bereiken
van homeostase. Er zijn nieuwe inzichten opgedaan over zowel de verwerking als
geleiding van energie in lichaam en geest. Door dieper in te gaan op de
verbanden tussen bepaalde lichaamsfuncties en stress wordt het duidelijk hoe
fascinerend het menselijk lichaam werkt en hoe lichaam en geest altijd
samenwerken, in zowel positieve als negatieve zin. De sleutel tot een goede
homeostasebalans is energiegeleiding, zelfinzicht, een positief zelfbeeld en een
goede lichamelijke conditie.
In mijn persoonlijke leven heb ik diepe dalen gekend, wat mijn verlangen heeft
aangewakkerd om een rustig en waardig leven te kunnen leiden. Door middel van
therapie en inzicht heb ik dit kunnen bereiken en tijdens deze moeilijke periodes
heb ik veel geleerd.
Door te werken met biofeedback heb ik een dieper bewustzijn gekregen over de
relatie (homeostase) tussen het brein, het hormoonstelsel, het zenuwstelsel en
het hart. Het hebben en behouden van een juiste balans is een passie voor mij
geworden en daarom heb ik gekozen voor het onderwerp homeostase het basis
principe voor stressmanagement.
Ik heb veel uit de aangegeven literatuur gehaald, maar ook kennis op gedaan bij
onder anderen de opleiding voor psychosocialebasiskennis, medischebasiskennis
en de biobeedback opleiding.
In mijn zoektocht naar een juiste homeostasebalans, heb ik mij verdiept in
de ademhaling, voeding, cranio-sacrale therapie, biofeedback, meditatie,
hartcoherentie, massage, en NLP (Neuro Linguïstisch Programmeren)
technieken. 4 Hoofdstuk 1. Geschiedenis
1.1 Onderzoek naar homeostase in het verre verleden
Homeostase is het in evenwicht zijn van temperatuur, zuurgraad, bloeddruk en
ademhaling en het vermogen van het lichaam dit evenwicht te behouden ondanks
omgevingsinvloeden,
Het verkenningsproces van homeostase en haar geschiedenis is erg interessant.
Het oudste bekende medische handboek is namelijk ongeveer 4500 jaar geleden
in China gepubliceerd en wordt nog steeds gebruikt in de traditionele heelkunde.
Dit boek werd geschreven door Huang-Di (2698-2599 voor Christus), bijgenaamd
de Gele Keizer en is nog steeds heel actueel. Een citaat uit dit boek luidt dan ook
als volgt:
“Als de mens rustig is, is zijn hartenklop soepel, de ene hartslag sluit aan op de
volgende als parels die elkaar raken in een ketting van rode jade.”
Ook vandaag de dag spreken we bij een rustige hartslag over een gezond hart. In
geschriften uit de Zhou- en de Han-dynastie 2000 jaar later werd hierop verder
ingegaan:
“En als u met uw vinger de golvende lijn volgt van een rode jade ketting,
beschrijft u een regelmatige, rustige, evenwichtige, coherente sinusoide.” Dus
een mooie regelmatige hartslag en een regelmatig variabele hartritme helpt de
homeostase instant houden.
afbeelding 1
Empedocles is ongeveer 500 jaar voor Christus geboren op Sicilië. Hij sprak over
vier elementen: lucht, vuur, water en aarde die de homeostase konden
beïnvloeden. Hij ging uit van een natuurlijk harmonisch evenwicht van het
lichaam.
Hippocrates, ongeveer 370 jaar voor Christus geboren werd in Griekenland, zag
gezondheid als een harmonieuze balans en ziekte als een verstoring daarvan. Hij
benoemde de sappen van het lichaam: bloed, gal, etter en zwarte gal. En hij
onderzocht vervolgens hoe de sappen door menging of ontmenging verstoord
konden zijn, en welke maatregelen er mogelijk waren om zulke stoornissen te
voorkomen of te genezen. De vier sappen van Hippocrates vloeiden voort uit de
vier oerelementen van Empedocles.
In het jaar 180 na Christus deelde de arts Galenus temperamenten in op basis
van vier kwaliteiten: warm, koud, droog en vochtig. De wereld was volgens
5 Galenus een menging van lucht, vuur, water en aarde en het lichaam een
menging van bloed, flegma, gal en zwarte gal. Volgens het Galenus-model is een
mens in evenwicht wanneer de kwaliteiten in evenwicht zijn,
Afbeelding 2 het Galenus-model.
In de 9e eeuw kwam het ‘Regimen Sanizatis’ uit, een handleiding voor de
gezondheid. Hierin worden de verschillende soorten mensen in dichtvorm
beschreven. Deze type mensen worden hieronder toegelicht.
Type 1: De sanguinici (bloed en lucht) zijn van nature dik en maken grapjes. Ze
houden van een wijntje en van Trijntje. Ze zijn royaal, vriendelijk en goedlachs
en rood van kleur.
Type 2: De cholerici (gal en vuur) hebben overmatig galvocht. Dit zijn onstuimige
mensen die iedereen willen overtreffen. Ze zijn slim, bedrieglijk, listig en
verkwistend en hebben een gelige saffraan kleur.
Type 3: De flegmatici (slijm en water) zijn mensen met een geringe lengte, breed
en kort. Ze zijn liever lui dan moe en traag van begrip, met een dik gezicht, en
zijn bleek van kleur.
Type 4: De melancholici(zwarte gal en aarde) zijn de wat sombere, onopvallende
en zwijgzame mensen. Het blijft bij hen bij plannen maken, niets is helemaal
zeker. Melancholici zijn afgunstig en hebzuchtig, onoprecht en valig van kleur.
De nadruk bij deze typeomschrijvingen lag op de fysiologische toestand; op het
bestuderen van de fysiologische wetenschap van de levensverrichtingen (zoals de
6 stofwisseling) van organismen. Eigenschappen, gedrag en gelaatskleur waren
bedoeld als herkenningstekens, die iedereen kon begrijpen.
In 1915 benoemde Walter Bradford Cannon het vecht- of- vluchtmechanisme. Hij
was van mening dat fysieke stress en emotionele stress dezelfde reacties
oproepen. Hij ontdekte dat er een kritiek punt was in de homeostase (evenwicht
in het lichaam). Als de stress namelijk te hoog oploopt, dan werkt, afhankelijk
van de duur en de intensiteit van de stress, het mechanisme van de homeostase
niet meer.
1.2 ‘Hoe werd hier vroeger over gedacht?
De Zwitser W.R. Hess introduceerde de termen ergotropie en trofotropie in 1924.
Ergotropie is een toestand van activeringen van de hersenen en van de
sympathische kant van het autonome zenuwstelsel. Die activeringen stellen een
mens in staat om zich aan te passen aan fysieke of mentale stressoren.
Trofotropie betreft een tegenovergestelde toestand: een activering van het
parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel. In deze toestand herstelt
het lichaam zich. Denk hierbij aan slapen, ontspannen en het opdoen van nieuwe
krachten.
Het sympathische en parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel
werken onwillekeurig en doorgaans tegengesteld aan elkaar.
Zo is er sprake van activering of kalmte, mobilisatie van energie of juist opslag
van energie, en een verhoogde of juist verlaagde hartslag. Alleen bij seks worden
beide delen van het zenuwstelsel tegelijkertijd geactiveerd.
1.3 General Adaptive Syndrome
In 1936 werd door de Oostenrijks-Canadese onderzoeker Hans Selye een
belangrijk verband gelegd tussen stress en de hormoonhuishouding en het
zenuwstelsel. Hij onderscheidde drie fases van aanpassing in reactie op stress die
het zogeheten General Adaptive Syndrome vormen.
• Fase 1: Alarm bij het ontwaken van stress.
• Fase 2: Weerstand als je probeert om te gaan met stress.
• Fase 3: Uitputting als de aanpassing faalt.
In de uitputtingsfase, fase 3, zijn de energiebronnen van het zenuwstelsel en de
hormoonhuishouding opgebruikt. Dan is er sprake van overmatige ergotropie en
is trofotropie genegeerd of regelmatig uitgesteld waardoor het lichaam niet meer
normaal functioneert en er schade ontstaat.
7 1.4 Burn-out
De term ‘burn-out’ werd in 1974 voor het eerst geïntroduceerd door de
Amerikaanse psychoanalyticus Herbert Freudenberg. Hij gebruikte deze term voor
de toestand van de idealistisch ingestelde hulpverleners in de verslavingszorg. In
een mum van tijd waren zij opgebrand. Hun klachten waren: overmatige
vermoeidheid,
hoofdpijn,
slapeloosheid,
verhoogde
vatbaarheid
voor
verkoudheid, snel geïrriteerd raken, achterdocht, frustratie, cynisme,
depressiviteit en het vermijden van echt contact met hun cliënten.
Freudenberg gaf tevens een omschrijving van het type mens dat doorgaans
kwetsbaar is voor deze klachten. De mensen die hier kwetsbaar voor zijn, hebben
de volgende kenmerken:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Zij zijn toegewijd en idealistisch.
Het zijn harde werkers.
Ze zijn ambitieus.
Ze hebben moeite met nee zeggen.
Ze zijn doelgericht.
Ze kunnen moeilijk grenzen stellen.
Zij doen meer dan zij moeten en ook kunnen.
Ze offeren zichzelf op.
Ze kunnen niet delegeren.
Ze zijn plichtsgetrouw.
En ze zijn perfectionistisch.
Hoofdstuk 2 Wat zijn de huidige theorieën? 2.1 De burn-out in vergelijking met andere aandoeningen
Burn-out is een begrip van deze tijd. De aandoening is een hype en er wordt in
de volksmond al snel van een burn-out gesproken. Volgens de website van de
Stichting Burn-out moeten we de burn-out echter niet verwarren met andere
aandoeningen die erop lijken. Een voorbeeld van een andere aandoening is
depressie. Dit is een stemmingsstoornis, en een burn-out is een energiestoornis.
Een depressie treedt op in alle aspecten van het leven, terwijl een burn-out op de
menselijke interactie betrekking heeft (meestal op het werk). Op andere
gebieden kan iemand met een burn-out zich dus nog goed voelen. Bij een
ernstige depressie kan daarnaast sprake zijn van zelfmoordgedachten of
neigingen, en bij de burn-out zijn die veelal afwezig.
Overspannenheid is ook niet hetzelfde als een burn-out. Overspannenheid is het
gevoel voortdurend gespannen te zijn en bij een burn-out heeft men het gevoel
uitgeblust te zijn. Een overspannen persoon is vaak erg rusteloos en extra
emotioneel. Overspannenheid is daarnaast van kortere duur dan een burn-out,
maar kan wel leiden tot een burn-out.
8 2.2 De reactie van het zenuwstelsel
Acute stress die opkomt als er iets onmiddellijk moet gebeuren, wekt een reactie
op in het autonome zenuwstelsel. Dit is de bekende vecht-of-vluchtreactie die
Walter Cannon beschreef op basis van zijn observaties van dieren. Het lichaam
reageert op een extreme manier om ervoor te zorgen dat het een spannende
situatie overleeft:
•
•
•
•
•
•
•
•
De pupillen worden groter.
De hartslag gaat omhoog.
Bloedvaten trekken samen.
Meer bloed gaat naar handen en voeten. Andere organen krijgen minder
bloedtoevoer, en het speeksel wordt niet meer aangemaakt. Dit merk je
vooral wanneer je bijvoorbeeld een speech moet houden; je krijgt dan een
droge mond.
De ademhaling versnelt waardoor meer zuurstof in het bloed komt.
De stofwisseling maakt glucose vrij uit de lever voor energie.
Het lichaam gaat zweten.
Er wordt endorfine aangemaakt, wat voor natuurlijke pijnstilling zorgt.
Dergelijke lichamelijke reacties zijn erop gericht om je onmiddellijk te laten
handelen: vluchten of vechten. Deze vecht-of-vluchtrespons staat onder invloed
van het limbisch systeem en de neocortex. Bij stress zorgt de neocortex ervoor
dat we ons inhouden en er bijvoorbeeld niet op los slaan in een woedeaanval. De
neocortex stelt ons dus in staat om te reageren in een complexe sociale situatie,
om dingen in te schatten, te verwachten en te beoordelen. Als bijvoorbeeld de
werkdruk te hoog is, reageert het lichaam met een verhoogde hartslag,
verhoogde bloeddruk en ontregeling in het immuunsysteem.
Charles Darwin ontdekte in 1856 dat de zenuw “de nervus vagus” hart en brein
met elkaar verbindt. Die verbinding zorgt ervoor dat emoties invloed hebben op
hart en brein.
(afbeelding 3)
9 Stephen Porges toonde in 2006 vervolgens aan dat in het parasympathisch
systeem (trofotropi) een rem is ingebouwd. Deze rem wordt ook door de nervus
vagus geregeld. De nervus vagus is dus een ingewikkeld systeem dat het brein
met het hart verbindt, inclusief de spijsvertering. (Zie afbeelding 4)
(Afbeelding 4)
Na activering vertraagt de nervus vagus het hart als een rem. De zenuw
voorkomt dat het hart te snel klopt. Als je inademt, vermindert de controle van
de nervus vagus en versnelt het kloppen van het hart; als je uitademt zet de
nervus vagus de rem er weer op en daalt de hartslag.
Het verschil tussen in- en uitademen en een snelle en langzame hartslag heet de
vagale tonus. Een hoge vagale tonus (zie afbeelding 5b) is kenmerkend voor een
goede variabiliteit (ritmisch veranderlijk) en een lage toon voor een slechte
variabiliteit (Chaotisch).
De vagale tonus is een betrouwbare indicator van allostatische belasting. De mate
waarin het lichaam wordt belast en het lichaam je dwingt tot aanpassing noemen
we allostatische belasting. Wanneer je lichaam allostatisch belast wordt, ben je
minder flexibel, (zie afbeelding 5 frustration) minder in staat je aan te passen aan
je omgeving, en ben je minder veerkrachtig om complexe situaties op te lossen.
10 Afbeelding 5a Hartritme van een lage vagale tonus frustratie
Afbeelding 5b Hartritme met hoge vagale tonus waardering en voldaan gevoel.
2.3 Allostatische belasting of overbelasting
Allostatische overbelasting is het gevolg van slijtage van het lichaam door
chronische stress. Veel factoren beïnvloeden de overbelasting, zoals genetische
aanleg, ervaringen als kind, maar ook dagelijkse keuzes. Gebrek aan slaap of
beweging, overvloedig eten, koffie en alcoholgebruik, roken en angst maken
mensen ontvankelijker voor stress.
Bruce McEwan, die het begrip allostatische belasting voor het eerst gebruikte,
onderscheidt vijf manieren waarop overbelasting ontstaat:
•
•
•
•
•
Er zijn te veel nieuwe gebeurtenissen. Er zijn bijvoorbeeld mensen die in
een korte tijd veel familie en vrienden verliezen en daardoor
achtereenvolgens vijf begrafenissen meemaken.
Iemand kan zich niet aanpassen aan steeds dezelfde stresssituatie. In
sommige situaties reageer je met dezelfde adrenaline- en cortisolrespons
bijna op een niveau dat je niet meer kunt functionerenop dezelfde situatie,
bijvoorbeeld bij plankenkoorts, en dit kan zelfs erger worden.
De stressreactie stopt niet, zelfs als de stresssituatie voorbij is, en de
waakzaamheid blijft. Moeders met huilbaby’s blijven bijvoorbeeld alert,
ook al slaapt de baby goed door. Ook zakt bij bijvoorbeeld ouderdom het
stresshormoon minder snel naar het oude niveau, want de rem
functioneert dan minder goed.
Een stresshormoon werkt niet goed waardoor andere systemen overactief
worden.
Chronische stress kan leiden tot uitputting van stresshormonen.
Afwijkende cortisolniveaus kunnen op hun beurt leiden tot overgewicht
omdat cortisol voedsel omzet in vet en de eetlust stimuleert. Het kan
daarnaast ontstekingen en auto-immuunreacties veroorzaken. Genetische
aanleg en ervaringen in de kindertijd hebben invloed op het ontwikkelen
van dit patroon van allostatische belastin
11 2.4 Het Brein
Ons geestelijk leven is de uitkomst van een voortdurende inspanning van
verschillende delen in de hersenen om tot een symbiose te komen. Enerzijds is er
het cognitieve, bewuste, rationele en naar de buitenwereld gekeerde brein.
Anderzijds is er het emotionele brein, onbewust, in de eerste plaats ingesteld op
overleven en gericht op het lichaam.
De verschillende delen in de hersenen functioneren betrekkelijk onafhankelijk van
elkaar en leveren op zeer verschillende wijzen een bijdrage aan ons gedrag en
aan de manier waarop we het leven ervaren.
Zoals Darwin al had voorspeld bestaan de menselijke hersenen dus uit twee grote
delen. In het diepste van onze hersenen, helemaal in het midden, zit het oude
brein dat we gemeenschappelijk hebben met de zoogdieren.
Het deel dat we gemeen hebben met de reptielen is het eerste deel dat door de
evolutie is ontstaan.
Paul Brocca, een grote, Franse neuroloog uit de negentiende eeuw, heeft het
oude brein als eerste beschreven en heeft het de naam limbisch systeem
gegeven. Het limbisch systeem controleert de emoties en de fysiologie van het
lichaam. Dit systeem bestaat uit de diepste lagen van het menselijke brein, en is
echt een stel hersenen binnen de hersenen.
De bouw van het emotionele brein, het zogenaamde limbisch systeem is heel wat
eenvoudiger dan die van de neocortex. Als gevolg van de meer rudimentaire
structuur (weefsel wat niet helemaal tot ontwikkeling is gekomen) is de
informatieverwerking door het emotionele brein ook een stuk primitiever dan die
binnen de neocortex. De informatieverwerking verloopt wel sneller en is beter
aangepast aan de reacties die essentieel zijn voor overleving. Als er bijvoorbeeld
in een donker stuk bos een tak ligt die op een slang lijkt, kan dat gelijk een
schrikreactie opwekken. Zelfs nog voordat andere delen van de hersenen hebben
geconcludeerd dat het om een ongevaarlijk voorwerp gaat, heeft het emotionele
brein (amygdala) op basis van zeer onvolledige en vaak foutieve informatie al een
overlevingsreactie losgemaakt die van toepassing leek. (Zie afbeelding 6)
Zelfs het weefsel van het emotionele brein is anders dan dat van de neocortex.
Wanneer bijvoorbeeld het herpes- of het hondsdolheidvirus de hersenen aanvalt,
wordt alleen het diepst gelegen brein aangetast, en niet de neocortex. Daarom is
de eerste manifestatie van hondsdolheid volstrekt abnormaal emotioneel gedrag.
Het limbisch systeem vormt een commandopost die constant informatie ontvangt
uit de verschillende delen van het lichaam en die daarop op de gepaste manier
reageert. Zo wordt het fysiologische evenwicht (homeostase) in stand gehouden
door de ademhaling, het hartritme, en de bloeddruk. Ook de eetlust, de slaap,
het libido, de afscheiding van hormonen en zelfs het
functioneren van het immuunsysteem staat onder toezicht van het limbisch
systeem.
De rol van het limbisch systeem is het bewaren van het evenwicht tussen de
verschillende lichaamsfuncties. Dit is homeostase: het dynamische evenwicht dat
ons in leven houdt.
Rondom het limbisch systeem is in de loop van miljoenen jaren van evolutie een
veel jonger laagje gevormd, het nieuwe brein, ofwel de neocortex, wat in het
Latijn ‘nieuwe schors’ of ‘nieuw omhulsel’ betekent. De neocortex, de nieuwe
schors, is het gerimpelde oppervlak dat de hersenen het karakteristieke uiterlijk
geeft; het omringt het emotionele brein.
De neocortex bestaat uit zes verschillende lagen van neuronen. Die zijn volkomen
regelmatig van vorm en ingesteld op de optimale verwerking van informatie; ze
zijn vergelijkbaar met een microprocessor. Die bouw geeft de hersenen hun
uitzonderlijk hoge capaciteit om informatie te verwerken. Het deel van de
neocortex boven de ogen wordt de prefrontale cortex of voorhoofdskwab
12 Afbeelding 6
genoemd, en is bij de mens buitengewoon sterk ontwikkeld. De neocortex
bestuurt via de voorhoofdkwab onze aandacht en concentratie, de beheersing van
onze impulsen en instincten, de regie van onze sociale betrekkingen, ons moreel
gedrag en het maken van plannen voor de toekomst.
2.5 Wanneer de twee breinen niet met elkaar overweg
kunnen
Het emotionele brein en het cognitieve brein krijgen vrijwel gelijktijdig alle
informatie binnen die we vanuit de buitenwereld opvangen. De thalamus speelt
hierbij een belangrijke rol.
De thalamus is het verbindingsstation in de hersenen. Hier wordt de
informatiestroom tussen het perifere zenuwstelsel en de hogere lagen van de
hersenen gecoördineerd. Een belangrijke kern in de thalamus is bijvoorbeeld het
corpus geniculatum laterale, die een cruciale rol speelt bij het overbrengen van
informatie van de ogen naar de hersenen. De thalamus is een belangrijk
schakelstation voor allerlei informatie van zintuigen dat op weg is naar de
hersenschors, maar vormt ook een onderdeel van circuits in de hersenen dat
betrokken is bij de sturing van beweging en emoties.
De amygdala is een amandelvormige kern van neuronen en maakt deel uit van
het limbische systeem. Er bestaan veel verbindingen met de nabijgelegen cortex
orbitofrontalis en ventromediale prefrontale cortex.
Dit amydalacircuit speelt een centrale rol bij de verwerking van weerzinwekkende
prikkels en de regulatie van angst. De amygdala legt namelijk verbanden tussen
informatie die via de tahlumus van verschillende zintuigen afkomstig is en koppelt
deze aan emoties. Bij iedere nieuwe situatie bepaalt de amygdala welke
emotionele reactie het meest zinvol is. Daarbij reageert de amygdala bijvoorbeeld
ook op de gezichtsuitdrukking van soortgenoten. De reactie van de amygdala op
13 prikkels die angst veroorzaken kan snel en volledig automatisch (dat wil zeggen
reflexmatig) plaatsvinden.
Met name de rol bij angstreacties is bekend, maar de amygdala lijkt ook
betrokken te zijn bij andere emoties, zoals agressie en seksueel gedrag. Door een
bepaalde situatie een emotionele waardering te geven (en als zodanig in het
geheugen vast te leggen), kan het individu een toekomstige soortgelijke situatie
gemakkelijker herkennen en daar gepast op reageren (bijvoorbeeld met een
vecht- of- vluchtreactie).
De twee breinen kunnen samenwerken maar ook twisten om de controle van
gedachten, emoties en gedrag. Het resultaat van deze interactie – samenwerking
dan wel concurrentie – bepaalt wat we voelen, en wat onze verhouding is tot de
wereld en tot de mensen om ons heen. De verschillende vormen van concurrentie
en of herinneringen maken ons ongelukkig.
Als het cognitieve brein en het emotionele brein elkaar juist aanvullen, ervaren
we een innerlijke harmonie, een gevoel van ‘ik ben waar ik wil zijn in mijn leven’.
2.6 De hormonale stressreactie
Zowel op de eerste reactie van een stresswaarneming en de acute
stresswaarneming volgt een activatie van de neuronhormonale as (HPA-as). Het
brein mobiliseert lichaam en geest en zet de productie van stresshormonen in
gang door signalen te zenden naar de hypothalamus, het autonome zenuwstelsel
en het immuunsysteem. Hormonen zenden op hun beurt informatie naar het
brein. Het geheel vormt een nauwkeurige afstemming tussen lichaam en geest,
waardoor het brein , het zenuwstelsel en het hormoonstelsel als een eenheid kan
reageren op onze behoeftes.
De HPA-as zet aan tot cortisol productie. Te veel of te weinig cortisol beïnvloeden
je uiterlijk, je slaap, je energieniveau, je stemming en het functioneren van het
immuunsysteem.
Belangrijke hormonale boodschappers bij een stressreactie zijn:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Oxytocine
Corticotropin-releasing hormone (CRH)
adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
Dehydroepiandrosteron (DHEA)
Acetylcholine
Cortisol
Noradrenaline
Serotonine
Dopamine
Endorfine
14 Een paar hormonen worden toegelicht:
Oxytocine
Oxytocine speelt een rol bij sociaal contact, zoals moederlijk gedrag, en zorgt
voor de behoefte aan sociaal contact. Door de media wordt het bestempeld als
het knuffelhormoon, maar deze interpretatie miskent de brede werking van het
hormoon. Oxytocine kan namelijk gezien worden als een sociale thermostaat die
het brein informeert of
er voldoende sociale
bronnen aanwezig zijn
om opgewassen te zijn
tegen stress. Een te
hoog
niveau
van
oxytocine kan wijzen
op onvoldoende sociale
contacten. Daarnaast
neemt de stressreactie
toe als contact met
anderen vijandig is. Dit
duidt erop dat mensen
een adequaat niveau
aan sociale interactie
nodig hebben.
Oxytocine
beïnvloedt
het brein op twee
manieren:
via
dopamine
en
via
opioïde-endorfine. Bij
acute stress kan de
opioïde-endorfinebaan
geactiveerd worden om samen met oxytocine stress te bestrijden. Het zou
kunnen dat deze activering de vecht-en-vluchtrespons afremt.
Onlangs toonde Amerikaans onderzoek aan dat mensen gevoelens van
eenzaamheid tegengaan door hun temperatuur te verhogen; ze gaan douchen of
nemen een bad of een kruik. Een te hoog niveau van oxytocine.
Adrenaline
Adrenaline is een hormoon en een neurotransmitter. Het wordt als hormoon
geproduceerd in het merg van de bijnier. Het komt vrij bij onmiddellijke stress,
bij angst en woede. Adrenaline bevordert de vecht- of- vluchtreacties van een
organisme: de hartslag verhoogt, de pupillen verwijden zich en de ademhaling
versnelt. Het hormoon maakt ons alert en energiek. Sommige mensen hebben een adrenalineverslaving, ze zoeken steeds weer
situaties op die de adrenaline verhoogt, zoals spannende sporten, of spannende
acties op het werk.
Noradrenaline
Noradrenaline heeft ongeveer dezelfde werking als adrenaline, hoewel er wordt
gezegd dat noradrenaline meer een rol speelt bij fysieke inspanning en adrenaline
meer bij overlevingsfuncties vecht- of- vluchtreactie.
15 Hoofdstuk 3. Het emotionele hart & hartcoherentie
‘Emoties voelen we in ons hart en niet in ons hoofd.’
In 1890 schreef William James, hoogleraar aan Harvard en vader van de
Amerikaanse psychologie, dat een emotie ten eerste een lichaamsgesteldheid is,
en pas op de tweede plaats een waarneming in de hersenen. Hij baseerde zijn
conclusies op onze alledaagse beleving van emoties. Zo zeggen we onder andere
dat ‘de angst ons om het hart slaat’, dat we ‘luchthartig’ zijn, dat we ergens ‘onze
gal over uitspuwen’ of dat we er ‘een maagzweer van krijgen’.
We weten tegenwoordig dat de ingewanden en het hart hun eigen netwerk
hebben van pakweg 10.000 neuronen die als het ware functioneren als kleine
hersenen in ons lichaam. Die plaatselijke hersenen kunnen zelf ook
waarnemingen verrichten en hun gedrag aanpassen. Ze kunnen zichzelf zelfs
veranderen als gevolg van hun ervaring en op een bepaalde manier slaan zij ook
hun eigen herinneringen op.
Het hart beschikt via de nervus vagus niet alleen over zijn eigen autonome
netwerk neuronen, het hart is ook een hormonenfabriek. Het maakt zijn eigen
voorraad adrenaline aan dat het afscheidt wanneer het maximaal moet
functioneren. Daarnaast produceert en verspreidt het een ander hormoon,
namelijk het Atriaal natriuretisch peptide (ANP) . Dit hormoon regelt de bloeddruk
en geeft een eigen voorraad oxytocine af. Dit ANF-hormoon wordt in het bloed
afgescheiden wanneer bijvoorbeeld een moeder haar kind zoogt, wanneer twee
mensen elkaar het hof maken of bij een orgasme.
Het hart laat het hele organisme meedelen in de variaties van zijn sterke
elektromagnetische energie, die al op een afstand van enkele meters van het
lichaam kan worden gesignaleerd.
Het is duidelijk dat het belang van het hart voor de taal der emoties niet alleen
spreekwoordelijk is. Het hart neemt waar en ervaart gevoelens, en wanneer het
zich uitspreekt, beïnvloedt het de hele fysiologie van een mens, te beginnen met
de hersenen. Het hart veroorzaakt daardoor ook hartkloppingen, plotselinge
angstaanvallen of gedachten die onhelder worden.
De wisselwerking tussen het emotionele brein en de kleine hersenen van het hart
is een van de sleutels tot de emotionele intelligentie. Door letterlijk te leren ons
hart te controleren, leren we tegelijkertijd ons emotionele brein te beheersen. De
sterkste verbinding tussen het hart en het emotionele brein loopt via de nervus
vagus. De kleine hersenen van het hart kunnen behalve langs de hormonale weg,
de bloeddruk en het magnetisch veld van ons lichaam, ook via directe
zenuwverbindingen op het emotionele brein inwerken. Wanneer het hart dus
ontregeld raakt, wordt het emotionele brein ook verstoord.
3.1 Hartcoherentie
Een eenvoudige definitie van hartcoherentie is: het moment waarop het hart
functioneert met regelmatige, ritmische en sterke versnellingen en vertragingen.
Deze karakteristieke en unieke toestand is eenvoudig te zien wanneer het
hartritme wordt geregistreerd.
Er bestaan verschillen manieren om hartcoherentie op te roepen. Met behulp van
de ademhaling is dit het makkelijkst. Het toepassen van een buikademhaling met
een frequentie van vijf tot zeven keer ademhalen per minuut resulteert in een
mooi regelmatig variabel hartritme.
Hartcoherentie gaat gepaard met talrijke positieve fysiologische effecten. De
regelmatige trilling, ‘resonantie’, van het hartritme en de ademhalingsfrequentie
hebben een gunstige invloed op het autonome zenuwstelsel, op de doorbloeding,
de hormoonafscheiding en op het brein. In een toestand van hartcoherentie
16 kunnen we beter gebruikmaken van de neocortex en zijn we veerkrachtiger, wat
betekent dat we complexe situaties beter kunnen doorstaan.
Ook impulsgedrag, dat vaak opgewekt wordt door het limbisch systeem, kan door
middel van hartcoherentie verminderd worden, omdat het brein hierdoor beter
kan anticiperen op verschillende keuzemogelijkheden. Met hartcoherentie kunnen
bovendien emoties beter gereguleerd worden: dan is het ‘hier en nu’ fijn en
acceptabel, en is er weer waardering en dankbaarheid voor de kleine dingen in
het leven. Hierdoor kan de gewenste staat van rust weer gemakkelijker
geaccepteerd worden door een individu.
Afbeelding 7
Chaotisch onregelmatig hartritme
17 Afbeelding 8
Variabel regelmatig hartritme
Hoofdstuk4. De Behandeling
In mijn praktijk komen veel cliënten met stressklachten. Om deze klachten te
behandelen, werk ik onder andere met biofeedback en hartcoherentie.
Als een cliënt voor de eerste keer bij mij komt, begin ik met een biofeedback
stressmeting.
Biofeedback is een methode waarbij lichaamssignalen gemeten worden, zoals de
spierspanning, ademhaling, hartslag, handtemperatuur en huidgeleiding. De
meting laat zien hoe het lichaam reageert op prikkels tijdens rust en tijdens
spanning. Is de reactie op spanning te heftig of vindt er te weinig ontspanning
plaats, dan wordt de cliënt via een biofeedbacktraining geleerd hoe hij een betere
controle kan krijgen over zijn lichaam en hoe hij beter zich kan ontspannen.
Tijdens de training wordt er gekeken naar een computerscherm, waardoor direct
de effecten te zien zijn van een beangstigende gedachte, geconcentreerd
nadenken, een rustige manier van ademen en een geruststellende gedachte. Zo
wordt bekeken hoe de lichaamssignalen op een stressor reageren. Door deze
biofeedbacktest is tevens te zien hoe snel het lichaam zich herstelt na een
stressor en wat de algemene conditie is van het zenuwstelsel.
Na deze test stel ik samen met de cliënt een behandelplan op en wordt gewerkt
aan zowel de geestelijke en emotionele als de lichamelijke klachten. Door middel
van hartcoherentie via de ademhaling, dieptemassage, cranio-sacraala therapie,
mentale coaching en voedingsadviezen probeer ik vervolgens een homeostase te
bereiken.
18 4.1 Praktijk voorbeelden
Een cliënt die bij mij kwam kon bijvoorbeeld niet meer stoppen met piekeren; hij
had regelmatig last van hartkloppingen, druk op de borst en een sterke spanning
in de benen. Hij was al een aantal keer bij een psycholoog geweest, maar kwam
daar niet verder. Ik ben begonnen met hem een spiegel voor te houden via de
biofeedback en heb hem laten zien hoe de ademhaling een belangrijke factor is in
het lichaam - voor onder andere het hart, het zenuwstelsel, de
hormoonhuishouding en het brein. Samen hebben we toen op basis van die
kennis gekeken naar zijn emotionele overload. Naar aanleiding van dit inzicht is
hij zich bewust gaan focussen op de positieve dingen in zijn leven. Via craniosacraal therapie in combinatie met hartcoherentie en ademhaling is de rust en
helderheid in zijn lichaam en zijn leven hersteld. Het gaat nu een stuk beter met
hem; hij zit beter in zijn vel en voelt dat hij weer kan genieten.
Een andere cliënte heeft borstkanker gehad. Ze had voordat ze ziek werd twee
jaar lang een zeer gepassioneerde verhouding gehad. Ze heeft zich in die tijd
enorm schuldig gevoeld naar haar man en kinderen toe. Een week nadat ze
eindelijk de affaire had opgebiecht, bleek dat ze borstkanker had. Ze heeft
bestralingen en chemokuren ondergaan en is nu nog bezig met hormoontherapie.
Een jaar na de laatste chemokuur kwam ze bij mij. Ze droeg nog een enorme
emotionele ballast met zich mee en was enorm bang voor de toekomst. Haar
handen en voeten waren aangetast door de chemokuur; de prikkeloverdracht van
het zenuwstelsel werkte niet goed meer. Samen met een crème van een
neuroloog en een stuk bewustwording via de cranio-sacraal therapie en
hartcoherentie heeft ze haar leven weer op de rails gekregen. Ze durft weer te
genieten in het hier en nu en is niet meer constant bezig met de toekomst. Haar
gevoel in handen en voeten is aanzienlijk verbeterd.
Conclusie
Met deze thesis hoop ik mensen te inspireren om het leven en het lichaam te zien
als een auto waarin je je rijbewijs moet halen. Je kunt namelijk leren om een
betere balans te ontwikkelen, waardoor de kwaliteit van het leven verbeterd en je
doelgericht kunt anticiperen op hetgeen je wilt bereiken.
De goede homeostase van het brein met het zenuwstelsel, de hormonen en het
hart is voor een groot deel in de hand te houden door de ademhaling die een
directe invloed heeft op het hartritme. Door een mooi, variabel en regelmatig
hartritme kan allostatische belasting of overbelasting verminderd worden
waardoor het hele lichaam beter in staat is om zich te herstellen, en men beter
emoties kan reguleren.
19 Literatuurlijst
Carien Karsten: Daar ga ik weer -ISBN 97821550329
Dr. David O’Hare, drs. Kees & L. Blase: Slanker met je
hartritme -ISBN 978-90-215-4643-8
Dr. David Servan-Schreiber: Uw brein als medicijn ISBN97890-215-3849-5
http://nl.wikipedia.org
http://www.lichaamsgerichtetherapie.org/artikelen/Scriptie%20Burn-out.pdf
20