Thesis: Homeostase en stressmanagement “Als de mens rustig is, is zijn hartenklop soepel, de ene hartslag sluit aan op de volgende als parels die elkaar raken in een ketting van rode jade.” Geschreven door: Welmoed Algra Registratie nummer: 614 Kerkweg 46A 6105 CG Maria Hoop Tel.: 0475-855727 Mobiel: 0623450314 Dankwoord Mijn dank gaat uit naar mijn geliefde Brian Auger, die mij keer op keer weer op het juiste spoor zette. Ook gaat mijn dank uit naar Kees Blase die mij over hartcoherentie heeft onderwezen en naar Danielle Mato die mij over biofeedback heeft geleerd. Mariet van Buuren-Op 't Veld wil ik bedanken om de haar levenslust en doorzettingsvermogen om therapeuten te blijven inspireren naar een volgende stap. Ten slotte wil ik al mijn leraren tot nu toe in mijn leven hartelijk danken voor hun wijze lessen. 2 Inhoud Dankwoord Inleiding Hoofdstuk 1. Geschiedenis 1.1 Onderzoek naar homeostase in het verre verleden 1.2 ‘Hoe werd hier vroeger over gedacht? 1.3 General Adaptive Syndrome blz. 2 blz. 4 blz. 5 blz. 7 blz. 7 1.4 Burn-out Hoofdstuk 2 Wat zijn de huidige theorieën 2.1 Burn-out in vergelijking met andere aandoeningen 2.2 De reactie van het zenuwstelsel 2.3 Allostatische belasting of overbelasting 2.4 Het Brein 2.5 Wanneer de twee breinen niet met elkaar overweg kunnen 2.6 De hormonale stressreactie Hoofdstuk 3 Het emotionele hart & hartcoherentie 3.1 Hartcoherentie Hoofdstuk4. De Behandeling 4.1 Praktijk voorbeelden Conclusie Literatuurlijst blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 9 blz. 11 blz. 12 blz. 13 blz. 14 blz.16 blz. blz. blz. blz. blz. 3 16 18 18 19 20 Inleiding Hoe beïnvloedt homeostase de reactie van een mens op stress? In deze thesis is het onderwerp homeostase in relatie tot stress uitgediept, en specifieker de zoektocht naar de zogenaamde homeostasebalans in zowel lichaam als geest. De afgelopen 4500 jaar is er veel onderzoek gedaan naar het bereiken van homeostase. Er zijn nieuwe inzichten opgedaan over zowel de verwerking als geleiding van energie in lichaam en geest. Door dieper in te gaan op de verbanden tussen bepaalde lichaamsfuncties en stress wordt het duidelijk hoe fascinerend het menselijk lichaam werkt en hoe lichaam en geest altijd samenwerken, in zowel positieve als negatieve zin. De sleutel tot een goede homeostasebalans is energiegeleiding, zelfinzicht, een positief zelfbeeld en een goede lichamelijke conditie. In mijn persoonlijke leven heb ik diepe dalen gekend, wat mijn verlangen heeft aangewakkerd om een rustig en waardig leven te kunnen leiden. Door middel van therapie en inzicht heb ik dit kunnen bereiken en tijdens deze moeilijke periodes heb ik veel geleerd. Door te werken met biofeedback heb ik een dieper bewustzijn gekregen over de relatie (homeostase) tussen het brein, het hormoonstelsel, het zenuwstelsel en het hart. Het hebben en behouden van een juiste balans is een passie voor mij geworden en daarom heb ik gekozen voor het onderwerp homeostase het basis principe voor stressmanagement. Ik heb veel uit de aangegeven literatuur gehaald, maar ook kennis op gedaan bij onder anderen de opleiding voor psychosocialebasiskennis, medischebasiskennis en de biobeedback opleiding. In mijn zoektocht naar een juiste homeostasebalans, heb ik mij verdiept in de ademhaling, voeding, cranio-sacrale therapie, biofeedback, meditatie, hartcoherentie, massage, en NLP (Neuro Linguïstisch Programmeren) technieken. 4 Hoofdstuk 1. Geschiedenis 1.1 Onderzoek naar homeostase in het verre verleden Homeostase is het in evenwicht zijn van temperatuur, zuurgraad, bloeddruk en ademhaling en het vermogen van het lichaam dit evenwicht te behouden ondanks omgevingsinvloeden, Het verkenningsproces van homeostase en haar geschiedenis is erg interessant. Het oudste bekende medische handboek is namelijk ongeveer 4500 jaar geleden in China gepubliceerd en wordt nog steeds gebruikt in de traditionele heelkunde. Dit boek werd geschreven door Huang-Di (2698-2599 voor Christus), bijgenaamd de Gele Keizer en is nog steeds heel actueel. Een citaat uit dit boek luidt dan ook als volgt: “Als de mens rustig is, is zijn hartenklop soepel, de ene hartslag sluit aan op de volgende als parels die elkaar raken in een ketting van rode jade.” Ook vandaag de dag spreken we bij een rustige hartslag over een gezond hart. In geschriften uit de Zhou- en de Han-dynastie 2000 jaar later werd hierop verder ingegaan: “En als u met uw vinger de golvende lijn volgt van een rode jade ketting, beschrijft u een regelmatige, rustige, evenwichtige, coherente sinusoide.” Dus een mooie regelmatige hartslag en een regelmatig variabele hartritme helpt de homeostase instant houden. afbeelding 1 Empedocles is ongeveer 500 jaar voor Christus geboren op Sicilië. Hij sprak over vier elementen: lucht, vuur, water en aarde die de homeostase konden beïnvloeden. Hij ging uit van een natuurlijk harmonisch evenwicht van het lichaam. Hippocrates, ongeveer 370 jaar voor Christus geboren werd in Griekenland, zag gezondheid als een harmonieuze balans en ziekte als een verstoring daarvan. Hij benoemde de sappen van het lichaam: bloed, gal, etter en zwarte gal. En hij onderzocht vervolgens hoe de sappen door menging of ontmenging verstoord konden zijn, en welke maatregelen er mogelijk waren om zulke stoornissen te voorkomen of te genezen. De vier sappen van Hippocrates vloeiden voort uit de vier oerelementen van Empedocles. In het jaar 180 na Christus deelde de arts Galenus temperamenten in op basis van vier kwaliteiten: warm, koud, droog en vochtig. De wereld was volgens 5 Galenus een menging van lucht, vuur, water en aarde en het lichaam een menging van bloed, flegma, gal en zwarte gal. Volgens het Galenus-model is een mens in evenwicht wanneer de kwaliteiten in evenwicht zijn, Afbeelding 2 het Galenus-model. In de 9e eeuw kwam het ‘Regimen Sanizatis’ uit, een handleiding voor de gezondheid. Hierin worden de verschillende soorten mensen in dichtvorm beschreven. Deze type mensen worden hieronder toegelicht. Type 1: De sanguinici (bloed en lucht) zijn van nature dik en maken grapjes. Ze houden van een wijntje en van Trijntje. Ze zijn royaal, vriendelijk en goedlachs en rood van kleur. Type 2: De cholerici (gal en vuur) hebben overmatig galvocht. Dit zijn onstuimige mensen die iedereen willen overtreffen. Ze zijn slim, bedrieglijk, listig en verkwistend en hebben een gelige saffraan kleur. Type 3: De flegmatici (slijm en water) zijn mensen met een geringe lengte, breed en kort. Ze zijn liever lui dan moe en traag van begrip, met een dik gezicht, en zijn bleek van kleur. Type 4: De melancholici(zwarte gal en aarde) zijn de wat sombere, onopvallende en zwijgzame mensen. Het blijft bij hen bij plannen maken, niets is helemaal zeker. Melancholici zijn afgunstig en hebzuchtig, onoprecht en valig van kleur. De nadruk bij deze typeomschrijvingen lag op de fysiologische toestand; op het bestuderen van de fysiologische wetenschap van de levensverrichtingen (zoals de 6 stofwisseling) van organismen. Eigenschappen, gedrag en gelaatskleur waren bedoeld als herkenningstekens, die iedereen kon begrijpen. In 1915 benoemde Walter Bradford Cannon het vecht- of- vluchtmechanisme. Hij was van mening dat fysieke stress en emotionele stress dezelfde reacties oproepen. Hij ontdekte dat er een kritiek punt was in de homeostase (evenwicht in het lichaam). Als de stress namelijk te hoog oploopt, dan werkt, afhankelijk van de duur en de intensiteit van de stress, het mechanisme van de homeostase niet meer. 1.2 ‘Hoe werd hier vroeger over gedacht? De Zwitser W.R. Hess introduceerde de termen ergotropie en trofotropie in 1924. Ergotropie is een toestand van activeringen van de hersenen en van de sympathische kant van het autonome zenuwstelsel. Die activeringen stellen een mens in staat om zich aan te passen aan fysieke of mentale stressoren. Trofotropie betreft een tegenovergestelde toestand: een activering van het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel. In deze toestand herstelt het lichaam zich. Denk hierbij aan slapen, ontspannen en het opdoen van nieuwe krachten. Het sympathische en parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel werken onwillekeurig en doorgaans tegengesteld aan elkaar. Zo is er sprake van activering of kalmte, mobilisatie van energie of juist opslag van energie, en een verhoogde of juist verlaagde hartslag. Alleen bij seks worden beide delen van het zenuwstelsel tegelijkertijd geactiveerd. 1.3 General Adaptive Syndrome In 1936 werd door de Oostenrijks-Canadese onderzoeker Hans Selye een belangrijk verband gelegd tussen stress en de hormoonhuishouding en het zenuwstelsel. Hij onderscheidde drie fases van aanpassing in reactie op stress die het zogeheten General Adaptive Syndrome vormen. • Fase 1: Alarm bij het ontwaken van stress. • Fase 2: Weerstand als je probeert om te gaan met stress. • Fase 3: Uitputting als de aanpassing faalt. In de uitputtingsfase, fase 3, zijn de energiebronnen van het zenuwstelsel en de hormoonhuishouding opgebruikt. Dan is er sprake van overmatige ergotropie en is trofotropie genegeerd of regelmatig uitgesteld waardoor het lichaam niet meer normaal functioneert en er schade ontstaat. 7 1.4 Burn-out De term ‘burn-out’ werd in 1974 voor het eerst geïntroduceerd door de Amerikaanse psychoanalyticus Herbert Freudenberg. Hij gebruikte deze term voor de toestand van de idealistisch ingestelde hulpverleners in de verslavingszorg. In een mum van tijd waren zij opgebrand. Hun klachten waren: overmatige vermoeidheid, hoofdpijn, slapeloosheid, verhoogde vatbaarheid voor verkoudheid, snel geïrriteerd raken, achterdocht, frustratie, cynisme, depressiviteit en het vermijden van echt contact met hun cliënten. Freudenberg gaf tevens een omschrijving van het type mens dat doorgaans kwetsbaar is voor deze klachten. De mensen die hier kwetsbaar voor zijn, hebben de volgende kenmerken: • • • • • • • • • • • Zij zijn toegewijd en idealistisch. Het zijn harde werkers. Ze zijn ambitieus. Ze hebben moeite met nee zeggen. Ze zijn doelgericht. Ze kunnen moeilijk grenzen stellen. Zij doen meer dan zij moeten en ook kunnen. Ze offeren zichzelf op. Ze kunnen niet delegeren. Ze zijn plichtsgetrouw. En ze zijn perfectionistisch. Hoofdstuk 2 Wat zijn de huidige theorieën? 2.1 De burn-out in vergelijking met andere aandoeningen Burn-out is een begrip van deze tijd. De aandoening is een hype en er wordt in de volksmond al snel van een burn-out gesproken. Volgens de website van de Stichting Burn-out moeten we de burn-out echter niet verwarren met andere aandoeningen die erop lijken. Een voorbeeld van een andere aandoening is depressie. Dit is een stemmingsstoornis, en een burn-out is een energiestoornis. Een depressie treedt op in alle aspecten van het leven, terwijl een burn-out op de menselijke interactie betrekking heeft (meestal op het werk). Op andere gebieden kan iemand met een burn-out zich dus nog goed voelen. Bij een ernstige depressie kan daarnaast sprake zijn van zelfmoordgedachten of neigingen, en bij de burn-out zijn die veelal afwezig. Overspannenheid is ook niet hetzelfde als een burn-out. Overspannenheid is het gevoel voortdurend gespannen te zijn en bij een burn-out heeft men het gevoel uitgeblust te zijn. Een overspannen persoon is vaak erg rusteloos en extra emotioneel. Overspannenheid is daarnaast van kortere duur dan een burn-out, maar kan wel leiden tot een burn-out. 8 2.2 De reactie van het zenuwstelsel Acute stress die opkomt als er iets onmiddellijk moet gebeuren, wekt een reactie op in het autonome zenuwstelsel. Dit is de bekende vecht-of-vluchtreactie die Walter Cannon beschreef op basis van zijn observaties van dieren. Het lichaam reageert op een extreme manier om ervoor te zorgen dat het een spannende situatie overleeft: • • • • • • • • De pupillen worden groter. De hartslag gaat omhoog. Bloedvaten trekken samen. Meer bloed gaat naar handen en voeten. Andere organen krijgen minder bloedtoevoer, en het speeksel wordt niet meer aangemaakt. Dit merk je vooral wanneer je bijvoorbeeld een speech moet houden; je krijgt dan een droge mond. De ademhaling versnelt waardoor meer zuurstof in het bloed komt. De stofwisseling maakt glucose vrij uit de lever voor energie. Het lichaam gaat zweten. Er wordt endorfine aangemaakt, wat voor natuurlijke pijnstilling zorgt. Dergelijke lichamelijke reacties zijn erop gericht om je onmiddellijk te laten handelen: vluchten of vechten. Deze vecht-of-vluchtrespons staat onder invloed van het limbisch systeem en de neocortex. Bij stress zorgt de neocortex ervoor dat we ons inhouden en er bijvoorbeeld niet op los slaan in een woedeaanval. De neocortex stelt ons dus in staat om te reageren in een complexe sociale situatie, om dingen in te schatten, te verwachten en te beoordelen. Als bijvoorbeeld de werkdruk te hoog is, reageert het lichaam met een verhoogde hartslag, verhoogde bloeddruk en ontregeling in het immuunsysteem. Charles Darwin ontdekte in 1856 dat de zenuw “de nervus vagus” hart en brein met elkaar verbindt. Die verbinding zorgt ervoor dat emoties invloed hebben op hart en brein. (afbeelding 3) 9 Stephen Porges toonde in 2006 vervolgens aan dat in het parasympathisch systeem (trofotropi) een rem is ingebouwd. Deze rem wordt ook door de nervus vagus geregeld. De nervus vagus is dus een ingewikkeld systeem dat het brein met het hart verbindt, inclusief de spijsvertering. (Zie afbeelding 4) (Afbeelding 4) Na activering vertraagt de nervus vagus het hart als een rem. De zenuw voorkomt dat het hart te snel klopt. Als je inademt, vermindert de controle van de nervus vagus en versnelt het kloppen van het hart; als je uitademt zet de nervus vagus de rem er weer op en daalt de hartslag. Het verschil tussen in- en uitademen en een snelle en langzame hartslag heet de vagale tonus. Een hoge vagale tonus (zie afbeelding 5b) is kenmerkend voor een goede variabiliteit (ritmisch veranderlijk) en een lage toon voor een slechte variabiliteit (Chaotisch). De vagale tonus is een betrouwbare indicator van allostatische belasting. De mate waarin het lichaam wordt belast en het lichaam je dwingt tot aanpassing noemen we allostatische belasting. Wanneer je lichaam allostatisch belast wordt, ben je minder flexibel, (zie afbeelding 5 frustration) minder in staat je aan te passen aan je omgeving, en ben je minder veerkrachtig om complexe situaties op te lossen. 10 Afbeelding 5a Hartritme van een lage vagale tonus frustratie Afbeelding 5b Hartritme met hoge vagale tonus waardering en voldaan gevoel. 2.3 Allostatische belasting of overbelasting Allostatische overbelasting is het gevolg van slijtage van het lichaam door chronische stress. Veel factoren beïnvloeden de overbelasting, zoals genetische aanleg, ervaringen als kind, maar ook dagelijkse keuzes. Gebrek aan slaap of beweging, overvloedig eten, koffie en alcoholgebruik, roken en angst maken mensen ontvankelijker voor stress. Bruce McEwan, die het begrip allostatische belasting voor het eerst gebruikte, onderscheidt vijf manieren waarop overbelasting ontstaat: • • • • • Er zijn te veel nieuwe gebeurtenissen. Er zijn bijvoorbeeld mensen die in een korte tijd veel familie en vrienden verliezen en daardoor achtereenvolgens vijf begrafenissen meemaken. Iemand kan zich niet aanpassen aan steeds dezelfde stresssituatie. In sommige situaties reageer je met dezelfde adrenaline- en cortisolrespons bijna op een niveau dat je niet meer kunt functionerenop dezelfde situatie, bijvoorbeeld bij plankenkoorts, en dit kan zelfs erger worden. De stressreactie stopt niet, zelfs als de stresssituatie voorbij is, en de waakzaamheid blijft. Moeders met huilbaby’s blijven bijvoorbeeld alert, ook al slaapt de baby goed door. Ook zakt bij bijvoorbeeld ouderdom het stresshormoon minder snel naar het oude niveau, want de rem functioneert dan minder goed. Een stresshormoon werkt niet goed waardoor andere systemen overactief worden. Chronische stress kan leiden tot uitputting van stresshormonen. Afwijkende cortisolniveaus kunnen op hun beurt leiden tot overgewicht omdat cortisol voedsel omzet in vet en de eetlust stimuleert. Het kan daarnaast ontstekingen en auto-immuunreacties veroorzaken. Genetische aanleg en ervaringen in de kindertijd hebben invloed op het ontwikkelen van dit patroon van allostatische belastin 11 2.4 Het Brein Ons geestelijk leven is de uitkomst van een voortdurende inspanning van verschillende delen in de hersenen om tot een symbiose te komen. Enerzijds is er het cognitieve, bewuste, rationele en naar de buitenwereld gekeerde brein. Anderzijds is er het emotionele brein, onbewust, in de eerste plaats ingesteld op overleven en gericht op het lichaam. De verschillende delen in de hersenen functioneren betrekkelijk onafhankelijk van elkaar en leveren op zeer verschillende wijzen een bijdrage aan ons gedrag en aan de manier waarop we het leven ervaren. Zoals Darwin al had voorspeld bestaan de menselijke hersenen dus uit twee grote delen. In het diepste van onze hersenen, helemaal in het midden, zit het oude brein dat we gemeenschappelijk hebben met de zoogdieren. Het deel dat we gemeen hebben met de reptielen is het eerste deel dat door de evolutie is ontstaan. Paul Brocca, een grote, Franse neuroloog uit de negentiende eeuw, heeft het oude brein als eerste beschreven en heeft het de naam limbisch systeem gegeven. Het limbisch systeem controleert de emoties en de fysiologie van het lichaam. Dit systeem bestaat uit de diepste lagen van het menselijke brein, en is echt een stel hersenen binnen de hersenen. De bouw van het emotionele brein, het zogenaamde limbisch systeem is heel wat eenvoudiger dan die van de neocortex. Als gevolg van de meer rudimentaire structuur (weefsel wat niet helemaal tot ontwikkeling is gekomen) is de informatieverwerking door het emotionele brein ook een stuk primitiever dan die binnen de neocortex. De informatieverwerking verloopt wel sneller en is beter aangepast aan de reacties die essentieel zijn voor overleving. Als er bijvoorbeeld in een donker stuk bos een tak ligt die op een slang lijkt, kan dat gelijk een schrikreactie opwekken. Zelfs nog voordat andere delen van de hersenen hebben geconcludeerd dat het om een ongevaarlijk voorwerp gaat, heeft het emotionele brein (amygdala) op basis van zeer onvolledige en vaak foutieve informatie al een overlevingsreactie losgemaakt die van toepassing leek. (Zie afbeelding 6) Zelfs het weefsel van het emotionele brein is anders dan dat van de neocortex. Wanneer bijvoorbeeld het herpes- of het hondsdolheidvirus de hersenen aanvalt, wordt alleen het diepst gelegen brein aangetast, en niet de neocortex. Daarom is de eerste manifestatie van hondsdolheid volstrekt abnormaal emotioneel gedrag. Het limbisch systeem vormt een commandopost die constant informatie ontvangt uit de verschillende delen van het lichaam en die daarop op de gepaste manier reageert. Zo wordt het fysiologische evenwicht (homeostase) in stand gehouden door de ademhaling, het hartritme, en de bloeddruk. Ook de eetlust, de slaap, het libido, de afscheiding van hormonen en zelfs het functioneren van het immuunsysteem staat onder toezicht van het limbisch systeem. De rol van het limbisch systeem is het bewaren van het evenwicht tussen de verschillende lichaamsfuncties. Dit is homeostase: het dynamische evenwicht dat ons in leven houdt. Rondom het limbisch systeem is in de loop van miljoenen jaren van evolutie een veel jonger laagje gevormd, het nieuwe brein, ofwel de neocortex, wat in het Latijn ‘nieuwe schors’ of ‘nieuw omhulsel’ betekent. De neocortex, de nieuwe schors, is het gerimpelde oppervlak dat de hersenen het karakteristieke uiterlijk geeft; het omringt het emotionele brein. De neocortex bestaat uit zes verschillende lagen van neuronen. Die zijn volkomen regelmatig van vorm en ingesteld op de optimale verwerking van informatie; ze zijn vergelijkbaar met een microprocessor. Die bouw geeft de hersenen hun uitzonderlijk hoge capaciteit om informatie te verwerken. Het deel van de neocortex boven de ogen wordt de prefrontale cortex of voorhoofdskwab 12 Afbeelding 6 genoemd, en is bij de mens buitengewoon sterk ontwikkeld. De neocortex bestuurt via de voorhoofdkwab onze aandacht en concentratie, de beheersing van onze impulsen en instincten, de regie van onze sociale betrekkingen, ons moreel gedrag en het maken van plannen voor de toekomst. 2.5 Wanneer de twee breinen niet met elkaar overweg kunnen Het emotionele brein en het cognitieve brein krijgen vrijwel gelijktijdig alle informatie binnen die we vanuit de buitenwereld opvangen. De thalamus speelt hierbij een belangrijke rol. De thalamus is het verbindingsstation in de hersenen. Hier wordt de informatiestroom tussen het perifere zenuwstelsel en de hogere lagen van de hersenen gecoördineerd. Een belangrijke kern in de thalamus is bijvoorbeeld het corpus geniculatum laterale, die een cruciale rol speelt bij het overbrengen van informatie van de ogen naar de hersenen. De thalamus is een belangrijk schakelstation voor allerlei informatie van zintuigen dat op weg is naar de hersenschors, maar vormt ook een onderdeel van circuits in de hersenen dat betrokken is bij de sturing van beweging en emoties. De amygdala is een amandelvormige kern van neuronen en maakt deel uit van het limbische systeem. Er bestaan veel verbindingen met de nabijgelegen cortex orbitofrontalis en ventromediale prefrontale cortex. Dit amydalacircuit speelt een centrale rol bij de verwerking van weerzinwekkende prikkels en de regulatie van angst. De amygdala legt namelijk verbanden tussen informatie die via de tahlumus van verschillende zintuigen afkomstig is en koppelt deze aan emoties. Bij iedere nieuwe situatie bepaalt de amygdala welke emotionele reactie het meest zinvol is. Daarbij reageert de amygdala bijvoorbeeld ook op de gezichtsuitdrukking van soortgenoten. De reactie van de amygdala op 13 prikkels die angst veroorzaken kan snel en volledig automatisch (dat wil zeggen reflexmatig) plaatsvinden. Met name de rol bij angstreacties is bekend, maar de amygdala lijkt ook betrokken te zijn bij andere emoties, zoals agressie en seksueel gedrag. Door een bepaalde situatie een emotionele waardering te geven (en als zodanig in het geheugen vast te leggen), kan het individu een toekomstige soortgelijke situatie gemakkelijker herkennen en daar gepast op reageren (bijvoorbeeld met een vecht- of- vluchtreactie). De twee breinen kunnen samenwerken maar ook twisten om de controle van gedachten, emoties en gedrag. Het resultaat van deze interactie – samenwerking dan wel concurrentie – bepaalt wat we voelen, en wat onze verhouding is tot de wereld en tot de mensen om ons heen. De verschillende vormen van concurrentie en of herinneringen maken ons ongelukkig. Als het cognitieve brein en het emotionele brein elkaar juist aanvullen, ervaren we een innerlijke harmonie, een gevoel van ‘ik ben waar ik wil zijn in mijn leven’. 2.6 De hormonale stressreactie Zowel op de eerste reactie van een stresswaarneming en de acute stresswaarneming volgt een activatie van de neuronhormonale as (HPA-as). Het brein mobiliseert lichaam en geest en zet de productie van stresshormonen in gang door signalen te zenden naar de hypothalamus, het autonome zenuwstelsel en het immuunsysteem. Hormonen zenden op hun beurt informatie naar het brein. Het geheel vormt een nauwkeurige afstemming tussen lichaam en geest, waardoor het brein , het zenuwstelsel en het hormoonstelsel als een eenheid kan reageren op onze behoeftes. De HPA-as zet aan tot cortisol productie. Te veel of te weinig cortisol beïnvloeden je uiterlijk, je slaap, je energieniveau, je stemming en het functioneren van het immuunsysteem. Belangrijke hormonale boodschappers bij een stressreactie zijn: • • • • • • • • • • Oxytocine Corticotropin-releasing hormone (CRH) adrenocorticotroop hormoon (ACTH) Dehydroepiandrosteron (DHEA) Acetylcholine Cortisol Noradrenaline Serotonine Dopamine Endorfine 14 Een paar hormonen worden toegelicht: Oxytocine Oxytocine speelt een rol bij sociaal contact, zoals moederlijk gedrag, en zorgt voor de behoefte aan sociaal contact. Door de media wordt het bestempeld als het knuffelhormoon, maar deze interpretatie miskent de brede werking van het hormoon. Oxytocine kan namelijk gezien worden als een sociale thermostaat die het brein informeert of er voldoende sociale bronnen aanwezig zijn om opgewassen te zijn tegen stress. Een te hoog niveau van oxytocine kan wijzen op onvoldoende sociale contacten. Daarnaast neemt de stressreactie toe als contact met anderen vijandig is. Dit duidt erop dat mensen een adequaat niveau aan sociale interactie nodig hebben. Oxytocine beïnvloedt het brein op twee manieren: via dopamine en via opioïde-endorfine. Bij acute stress kan de opioïde-endorfinebaan geactiveerd worden om samen met oxytocine stress te bestrijden. Het zou kunnen dat deze activering de vecht-en-vluchtrespons afremt. Onlangs toonde Amerikaans onderzoek aan dat mensen gevoelens van eenzaamheid tegengaan door hun temperatuur te verhogen; ze gaan douchen of nemen een bad of een kruik. Een te hoog niveau van oxytocine. Adrenaline Adrenaline is een hormoon en een neurotransmitter. Het wordt als hormoon geproduceerd in het merg van de bijnier. Het komt vrij bij onmiddellijke stress, bij angst en woede. Adrenaline bevordert de vecht- of- vluchtreacties van een organisme: de hartslag verhoogt, de pupillen verwijden zich en de ademhaling versnelt. Het hormoon maakt ons alert en energiek. Sommige mensen hebben een adrenalineverslaving, ze zoeken steeds weer situaties op die de adrenaline verhoogt, zoals spannende sporten, of spannende acties op het werk. Noradrenaline Noradrenaline heeft ongeveer dezelfde werking als adrenaline, hoewel er wordt gezegd dat noradrenaline meer een rol speelt bij fysieke inspanning en adrenaline meer bij overlevingsfuncties vecht- of- vluchtreactie. 15 Hoofdstuk 3. Het emotionele hart & hartcoherentie ‘Emoties voelen we in ons hart en niet in ons hoofd.’ In 1890 schreef William James, hoogleraar aan Harvard en vader van de Amerikaanse psychologie, dat een emotie ten eerste een lichaamsgesteldheid is, en pas op de tweede plaats een waarneming in de hersenen. Hij baseerde zijn conclusies op onze alledaagse beleving van emoties. Zo zeggen we onder andere dat ‘de angst ons om het hart slaat’, dat we ‘luchthartig’ zijn, dat we ergens ‘onze gal over uitspuwen’ of dat we er ‘een maagzweer van krijgen’. We weten tegenwoordig dat de ingewanden en het hart hun eigen netwerk hebben van pakweg 10.000 neuronen die als het ware functioneren als kleine hersenen in ons lichaam. Die plaatselijke hersenen kunnen zelf ook waarnemingen verrichten en hun gedrag aanpassen. Ze kunnen zichzelf zelfs veranderen als gevolg van hun ervaring en op een bepaalde manier slaan zij ook hun eigen herinneringen op. Het hart beschikt via de nervus vagus niet alleen over zijn eigen autonome netwerk neuronen, het hart is ook een hormonenfabriek. Het maakt zijn eigen voorraad adrenaline aan dat het afscheidt wanneer het maximaal moet functioneren. Daarnaast produceert en verspreidt het een ander hormoon, namelijk het Atriaal natriuretisch peptide (ANP) . Dit hormoon regelt de bloeddruk en geeft een eigen voorraad oxytocine af. Dit ANF-hormoon wordt in het bloed afgescheiden wanneer bijvoorbeeld een moeder haar kind zoogt, wanneer twee mensen elkaar het hof maken of bij een orgasme. Het hart laat het hele organisme meedelen in de variaties van zijn sterke elektromagnetische energie, die al op een afstand van enkele meters van het lichaam kan worden gesignaleerd. Het is duidelijk dat het belang van het hart voor de taal der emoties niet alleen spreekwoordelijk is. Het hart neemt waar en ervaart gevoelens, en wanneer het zich uitspreekt, beïnvloedt het de hele fysiologie van een mens, te beginnen met de hersenen. Het hart veroorzaakt daardoor ook hartkloppingen, plotselinge angstaanvallen of gedachten die onhelder worden. De wisselwerking tussen het emotionele brein en de kleine hersenen van het hart is een van de sleutels tot de emotionele intelligentie. Door letterlijk te leren ons hart te controleren, leren we tegelijkertijd ons emotionele brein te beheersen. De sterkste verbinding tussen het hart en het emotionele brein loopt via de nervus vagus. De kleine hersenen van het hart kunnen behalve langs de hormonale weg, de bloeddruk en het magnetisch veld van ons lichaam, ook via directe zenuwverbindingen op het emotionele brein inwerken. Wanneer het hart dus ontregeld raakt, wordt het emotionele brein ook verstoord. 3.1 Hartcoherentie Een eenvoudige definitie van hartcoherentie is: het moment waarop het hart functioneert met regelmatige, ritmische en sterke versnellingen en vertragingen. Deze karakteristieke en unieke toestand is eenvoudig te zien wanneer het hartritme wordt geregistreerd. Er bestaan verschillen manieren om hartcoherentie op te roepen. Met behulp van de ademhaling is dit het makkelijkst. Het toepassen van een buikademhaling met een frequentie van vijf tot zeven keer ademhalen per minuut resulteert in een mooi regelmatig variabel hartritme. Hartcoherentie gaat gepaard met talrijke positieve fysiologische effecten. De regelmatige trilling, ‘resonantie’, van het hartritme en de ademhalingsfrequentie hebben een gunstige invloed op het autonome zenuwstelsel, op de doorbloeding, de hormoonafscheiding en op het brein. In een toestand van hartcoherentie 16 kunnen we beter gebruikmaken van de neocortex en zijn we veerkrachtiger, wat betekent dat we complexe situaties beter kunnen doorstaan. Ook impulsgedrag, dat vaak opgewekt wordt door het limbisch systeem, kan door middel van hartcoherentie verminderd worden, omdat het brein hierdoor beter kan anticiperen op verschillende keuzemogelijkheden. Met hartcoherentie kunnen bovendien emoties beter gereguleerd worden: dan is het ‘hier en nu’ fijn en acceptabel, en is er weer waardering en dankbaarheid voor de kleine dingen in het leven. Hierdoor kan de gewenste staat van rust weer gemakkelijker geaccepteerd worden door een individu. Afbeelding 7 Chaotisch onregelmatig hartritme 17 Afbeelding 8 Variabel regelmatig hartritme Hoofdstuk4. De Behandeling In mijn praktijk komen veel cliënten met stressklachten. Om deze klachten te behandelen, werk ik onder andere met biofeedback en hartcoherentie. Als een cliënt voor de eerste keer bij mij komt, begin ik met een biofeedback stressmeting. Biofeedback is een methode waarbij lichaamssignalen gemeten worden, zoals de spierspanning, ademhaling, hartslag, handtemperatuur en huidgeleiding. De meting laat zien hoe het lichaam reageert op prikkels tijdens rust en tijdens spanning. Is de reactie op spanning te heftig of vindt er te weinig ontspanning plaats, dan wordt de cliënt via een biofeedbacktraining geleerd hoe hij een betere controle kan krijgen over zijn lichaam en hoe hij beter zich kan ontspannen. Tijdens de training wordt er gekeken naar een computerscherm, waardoor direct de effecten te zien zijn van een beangstigende gedachte, geconcentreerd nadenken, een rustige manier van ademen en een geruststellende gedachte. Zo wordt bekeken hoe de lichaamssignalen op een stressor reageren. Door deze biofeedbacktest is tevens te zien hoe snel het lichaam zich herstelt na een stressor en wat de algemene conditie is van het zenuwstelsel. Na deze test stel ik samen met de cliënt een behandelplan op en wordt gewerkt aan zowel de geestelijke en emotionele als de lichamelijke klachten. Door middel van hartcoherentie via de ademhaling, dieptemassage, cranio-sacraala therapie, mentale coaching en voedingsadviezen probeer ik vervolgens een homeostase te bereiken. 18 4.1 Praktijk voorbeelden Een cliënt die bij mij kwam kon bijvoorbeeld niet meer stoppen met piekeren; hij had regelmatig last van hartkloppingen, druk op de borst en een sterke spanning in de benen. Hij was al een aantal keer bij een psycholoog geweest, maar kwam daar niet verder. Ik ben begonnen met hem een spiegel voor te houden via de biofeedback en heb hem laten zien hoe de ademhaling een belangrijke factor is in het lichaam - voor onder andere het hart, het zenuwstelsel, de hormoonhuishouding en het brein. Samen hebben we toen op basis van die kennis gekeken naar zijn emotionele overload. Naar aanleiding van dit inzicht is hij zich bewust gaan focussen op de positieve dingen in zijn leven. Via craniosacraal therapie in combinatie met hartcoherentie en ademhaling is de rust en helderheid in zijn lichaam en zijn leven hersteld. Het gaat nu een stuk beter met hem; hij zit beter in zijn vel en voelt dat hij weer kan genieten. Een andere cliënte heeft borstkanker gehad. Ze had voordat ze ziek werd twee jaar lang een zeer gepassioneerde verhouding gehad. Ze heeft zich in die tijd enorm schuldig gevoeld naar haar man en kinderen toe. Een week nadat ze eindelijk de affaire had opgebiecht, bleek dat ze borstkanker had. Ze heeft bestralingen en chemokuren ondergaan en is nu nog bezig met hormoontherapie. Een jaar na de laatste chemokuur kwam ze bij mij. Ze droeg nog een enorme emotionele ballast met zich mee en was enorm bang voor de toekomst. Haar handen en voeten waren aangetast door de chemokuur; de prikkeloverdracht van het zenuwstelsel werkte niet goed meer. Samen met een crème van een neuroloog en een stuk bewustwording via de cranio-sacraal therapie en hartcoherentie heeft ze haar leven weer op de rails gekregen. Ze durft weer te genieten in het hier en nu en is niet meer constant bezig met de toekomst. Haar gevoel in handen en voeten is aanzienlijk verbeterd. Conclusie Met deze thesis hoop ik mensen te inspireren om het leven en het lichaam te zien als een auto waarin je je rijbewijs moet halen. Je kunt namelijk leren om een betere balans te ontwikkelen, waardoor de kwaliteit van het leven verbeterd en je doelgericht kunt anticiperen op hetgeen je wilt bereiken. De goede homeostase van het brein met het zenuwstelsel, de hormonen en het hart is voor een groot deel in de hand te houden door de ademhaling die een directe invloed heeft op het hartritme. Door een mooi, variabel en regelmatig hartritme kan allostatische belasting of overbelasting verminderd worden waardoor het hele lichaam beter in staat is om zich te herstellen, en men beter emoties kan reguleren. 19 Literatuurlijst Carien Karsten: Daar ga ik weer -ISBN 97821550329 Dr. David O’Hare, drs. Kees & L. Blase: Slanker met je hartritme -ISBN 978-90-215-4643-8 Dr. David Servan-Schreiber: Uw brein als medicijn ISBN97890-215-3849-5 http://nl.wikipedia.org http://www.lichaamsgerichtetherapie.org/artikelen/Scriptie%20Burn-out.pdf 20
© Copyright 2024 ExpyDoc