Durf in een loopbaan

PRAKTIJK
Methodiek
Pierre Remijn
Susanne Knoops
Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? Ontbreekt hier iets?
Durf in een loopbaan
Pierre Remijn & Susanne Knoops
In loopbaanbegeleiding gaat het veelal om het zoeken naar antwoorden op de
bekende drie vragen om zo de cliënt van de oude baanzekerheid naar, op zijn
minst een nieuwe, werkzekerheid te begeleiden. Wordt het niet tijd voor de
vierde vraag: wat durf ik?
72
LoopbaanVisie nr. 3 - augustus 2014
PRAKTIJK
Logisch dat we de drie standaardvragen nog zo vaak
hanteren, want maken we niet de beste kansen op de
arbeidsmarkt wanneer we ‘in onze kracht staan’, ´optimaal gebruik maken van onze competenties´ en ´precies
weten wat we willen?’ Niet alleen past een focus op
deze drie aspecten goed in de traditionele aanpak van
loopbaancoaching, ook sluit deze benadering aan bij de,
gemiddeld genomen, behoudende bedrijfsvoering van
arbeidsorganisaties in Nederland.
Maar Nederland schreeuwt om innovatie en een nieuwe
kijk op bijna alles; een reddingsboei om de economie
draaiend te houden. Met enige jaloezie wordt gekeken naar de entrepreneurs van Silicon Valley en komen
drommen mensen luisteren naar Ricardo Semmler, die
vertelt over zijn manier van bedrijfsvoering. En ach, wie
leest niet met plezier de biografie van Richard Branson,
de man achter de vele Virgin-bedrijven.
Wat hebben Semmler, Branson of ICT-entrepreneurs uit
Silicon Valley gemeen? Waar vragen innovatieve ideeën
om? Voor ons is het antwoord daarop: durf. Lef hebben
om anders te zijn, om te geloven in eigen kunnen en
ideeën en daarmee aan de slag te gaan, ondanks de
onzekerheden die zo te benoemen zijn. En juist daarom
zou standaard de vierde loopbaanvraag moeten zijn:
wat durf ik?
Wat is durf eigenlijk?
Bij een rondvraag onder een twintigtal loopbaanadviseurs over het thema ‘durf in je loopbaan’ kwamen
veel verschillende aspecten naar voren: loslaten, zoeken naar zekerheden, belemmeringen verkennen, afleren en aanleren, een brug slaan tussen angst en moed.
In onze praktijk van loopbaanbegeleiding werken we
veelal met medewerkers (cliënten) die intern een stap
willen zetten of gedwongen naar een andere, externe,
functie zoeken. Van comfort ga je naar onrust, soms zelfs
(lichte) chaos of paniek. En wat volg je dan, je hart of
je hoofd?
De manier waarop loopbaanadviseurs ‘durven’ ter discussie stellen, kent verschillende vormen en is onder
meer afhankelijk van de achtergrond van de cliënt. We
Methodiek
herkennen daarbij twee profielen. Mensen die in hun
arbeidsverleden veel ‘zaakjes op orde’ kregen, zullen
met loslaten minder moeite hebben en daardoor een
nieuwe taakstelling, een nieuwe omgeving en een onzekere toekomst gemakkelijker tegemoet durven treden. De andere groep zijn cliënten die wel een switch
willen maken maar de zekerheid van werkgever, inkomen en collega’s, nog niet kunnen missen. Deze laatste
groep bestaat uit mensen die hun toekomst opnieuw
zullen moeten uitvinden en daar wel wat durf bij kunnen gebruiken.
BOR-methode
Bij onze benaderingen gebruiken we als basismethodiek
de BOR-methode. BOR staat daarbij voor de stappen: Bewustworden, Oriënteren, Realiseren.
Stap 1 is cliënten ondersteunen zich bewust te worden
van waar ze staan en wat hun vraag is. Met behulp van
eigen vragenlijsten en die van bijvoorbeeld Schein en
Belbin, willen wij het denken over zichzelf en mogelijke
vervolgstappen op gang brengen – voor velen een eerste verkenning van het zelfbeeld. De gesprekken met
de adviseur leveren dan al direct inzichten in belemmeringen op en bij een aantal cliënten wordt een tipje van
de sluier opgelicht van hun gedachten over een andere
toekomst.
Stap 2 omhelst het (verder) oriënteren op de mogelijkheden van de opbrengsten van de eerste fase. De
coaching kan daarbij ondersteund worden met instrumenten die goed inzicht geven in gedragsvoorkeuren en
competenties.
Stap 3, de laatste fase, gaat over het daadwerkelijk
realiseren van gemaakte plannen en gewenste vervolgstappen. De verkregen inzichten, en waar nodig de
begeleiding door de adviseur, bevorderen het dichterbij
komen van de gestelde doelen.
Waar blijft in deze aanpak de aandacht voor durven? Wij
maken daarvoor dankbaar gebruik van het gedachtegoed van Daniel Ofman: het kernkwadrant en zijn HetWij-Ik-model, twee met elkaar verweven benaderingen
LoopbaanVisie nr. 3 - augustus 2014
73
PRAKTIJK
Methodiek
die vrijwel iedereen herkent. Maar het gaat er natuurlijk
om dat je er samen met je coachee bewust mee aan
de slag kunt gaan, waarbij vooral het Het-Wij-Ik -model
handvatten biedt om bij het ‘durf-element’ van de coachee te komen.
persoon, willen wij het liever hebben over bevorderende
kenmerken. Volhardend kunnen optreden is een makkelijke. En meestal zal een competitief optreden samengaan
met een goede dosis durf. Of zijn herkenbare ambities
een indicatie dat durf minder een probleem zal zijn?
Het-Wij-Ik-model
In dit model is ‘het’ meestal makkelijk invulbaar. Wat is
het concrete doel, wat zijn de structuren waarbinnen gewerkt moet gaan worden, hoe realistisch is dat doel?
Een doel waarbij durf vaak een rol speelt, is beginnen
als zelfstandig ondernemer. Of het vormgeven aan een
al dan niet sluimerende passie. Maar doelen kunnen gewoonlijk niet zonder anderen bereikt worden. Soms omdat die ander nodig is voor een goede afweging van de
voors en de tegens. Soms omdat die ander bij de uitvoering een wezenlijke rol moet vervullen.
Daarmee komt de dimensie ‘wij’ in beeld. Met wie kan
de cliënt het beste samen aan de slag gaan. Wie kan de
aanvullende kwaliteiten bieden om weer een stap verder
te komen? Wie wordt door dezelfde waarden gedreven of
heeft, vanuit het kernkwadrant beoordeeld, een complementair profiel en kan daarmee de partner zijn mét wie
in plaats van tégen wie gesproken wordt.
Het lastigste is de ‘ik’-dimensie. Daar wil je de inzichten
die in de fases van bewustwording en oriëntatie verkregen zijn, verder uitdiepen en zul je ook aandacht moeten
besteden aan de zaken die onder de oppervlakte verborgen zijn.
Waar het om draait is dat we in alle bovenstaande voorbeelden durf benaderen vanuit ons hoofd. Het gaat
echter ook om het hart. Wilber heeft het over de binnenkant (AQRL-model), Bates heeft zijn ijsberg en Marinus Knoope heeft het over dromen en volharding. Maar
ongeacht het model of de benadering, de cliënt zal zelf
uit zijn comfortzone moeten stappen. Dat is de dunne
lijn tussen wel en niet durven. Aan de loopbaancoach
om de cliënt te helpen die dunne lijn te herkennen en
daar wel of niet overheen te stappen.
Denken in oplossingen
Vanuit zelfverzekerdheid het thema faalangst bespreken,
of van bescheidenheid naar profilering is een duidelijke
stap voor loopbaancoaches. En dat een hoge score op
conventioneel gedrag veel issues over durven oplevert,
hoeft ook geen betoog. Maar dat is in onze ogen een
negatieve benadering, een vorm van denken in problemen. Denkend vanuit oplossingen en de kracht van ieder
74
LoopbaanVisie nr. 3 - augustus 2014
Durf jij als loopbaancoach?
Dat is het mooie van dit thema. Aan de ene kant een serieus aandachtspunt in de coaching, aan de andere kant
een vraag die de coach ook zichzelf dient stellen. Durven
wij nog een standpunt in te nemen of zijn we vooral
bezig de cliënt te helpen doelen te verwezenlijken door
te inspireren en te ondersteunen? Welke zekerheden
hebben we zodat we ons werk goed kunnen doen, of
durven we met de cliënt het avontuur aan te gaan dat
achter de zekerheden ligt? Maar dat is misschien een
brug naar een beschouwing over coachingstijlen. ■
Susanne Knoops en Pierre Remijn zijn als consultant
werkzaam bij Matchcare. Zij verzorgen programma’s
op het gebied van duurzame inzetbaarheid en geven
trainingen aan leidinggevenden in het kader van reorganisaties.
Literatuur
•
Ofman, D., & Verpaalen, G. (2008). Het is niet te
geloven. Utrecht: Kosmos.