Download - Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband

Magazine
Nieuw in de
nieuwe AMS
Op pad met caoonderhandelaar
Keijzer volgt
Van Enk op
Nummer 6 - Juni 2014
Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)
Patholoog
ontrafelt geheim
Voorwoord
In dit nummer
6
Beter laatst dan nooit
De piketvergoeding kan versoberd worden
Ook forensisch artsen en artsen maatschappij
en gezondheid werken buiten kantoortijden.
Zijn de financiële randvoorwaarden waaronder
ze hun werk doen goed geregeld? Werkgevers
stellen regelmatig een versobering van de
piketregeling voor. Is dat reëel?
Op het moment dat ik dit schrijf, ben ik nog
‘de voorzitter’. Van de LAD. Maar als u dit
leest, heeft de Ledenvergadering gesproken en
wordt mijn plek aan het hoofd van de tafel al
enkele weken door mijn opvolger ingenomen.
Ik vond het niet zuiver om, met mijn nieuwe
werkgeverspet, de functie die ik ongeveer
vijfeneenhalf jaar met veel plezier heb vervuld
voort te zetten.
In woord en daad heb ik mee kunnen werken
aan en vooraan gestaan bij de koers van onze
vereniging die steeds nadrukkelijker richting
‘samenwerking’ is gegaan. Binnen de federatie
KNMG, met de OMS, in cao-land, ontvankelijk
voor nieuwe mogelijkheden, de basis leggend
voor bredere belangenbehartiging. En, om
eerlijk te zijn: de rol die ik als voorzitter heb
mogen spelen had ik mijzelf tevoren nooit
toegedacht.
4
Wat is er nieuw aan de
nieuwe AMS?
16
Op 12 juni is een akkoord bereikt over de AMS (Arbeidsvoorwaarden­
regeling voor Medisch Specialisten). Wat maakt deze regeling bijzonder?
Caroline van den Brekel (directeur LAD) en Léon Winkel (kinderarts in
het Kennemer Gasthuis en bestuurslid OMS) stellen dat er een mooi
arbeidsvoorwaardenpakket ligt. Een nadere toelichting...
8
Dat de artsen-werknemersorganisatie LAD
de belangen van haar groeiende achterban
voortreffelijk zal blijven behartigen, is in goede,
professionele handen van bestuur en bureau
van de LAD. Onder aanvoering van een nieuwe
voorzitter. En dat wordt ongetwijfeld nog beter.
Vol vertrouwen gaat het stokje dan ook over in
andere handen.
LAD: door op de ingeslagen weg
Voorzitter Gert van Enk en zijn opvolger
Christiaan Keijzer bespreken dé thema’s van de
LAD. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen
in de komende jaren? En hoe gaat de
werknemersorganisatie daarop inspelen?
12
Op pad met cao-onderhandelaar Rob Koster
Rob Koster is onderhandelaar voor de
apothekers in loondienst die sinds kort bij de
LAD zijn aangesloten. Zijn belangrijkste doelen
zijn het realiseren van een goede cao en een
passende pensioenregeling.
U allen dank ik voor uw betrokkenheid en groet
u voor het laatst vanaf deze plek.
14
Gert van Enk,
voorzitter LAD 2009-2014
Patholoog in beeld
Herman Peters praat gepassioneerd over zijn vak. “Tijdens mijn
studie maakte ik, net als iedere student geneeskunde, kennis met de
pathologie. De basis van ziekte is de cel. Door je daarmee bezig te
houden ontrafel je een geheim. Dat fascineert mij tot op de dag van
vandaag.”
lad magazine | 2
10
Afgesproken ontslagvergoeding niet
uitbetaald
Een werkgever weigert om de afgesproken
ontslagvergoeding aan een arts uit te betalen.
Die had toen de overeenkomst werd gesloten
-volgens de werkgever- al concreet uitzicht op
een andere baan.
15
Column
Doe es even normaal
18
Het bureau in beeld
Intensief leven
Arthur de Meijer is intensivist; hij wil het leven intensief leven, zowel thuis als in z’n werk.
[email protected]
Modellen voor bekostiging
Een medisch specialist in loondienst woont op donderdag 20 maart 2014 de, door LAD
en OMS georganiseerde, bijeenkomst bij over de nieuwe bekostiging voor medisch
specialisten. Adviseur Robert Sie, zelf ook medisch specialist, maakt melding van het feit
dat vrijgevestigde specialisten per 1 januari 2015 hun zelfstandig declaratierecht verliezen.
Daarbij geeft hij aan dat dit ook consequenties heeft voor artsen in dienstverband.
Er is natuurlijk geen verplichting om in een andere vorm te gaan werken. Maar er gaat wel
de nodige beweging komen doordat de vrijgevestigden andere werkvormen moeten kiezen.
Het kan bijvoorbeeld zijn dat alle artsen een arbeidsovereenkomst met het ziekenhuis krijgen
(dienstverbandmodel). Maar ook het participatiemodel is een mogelijkheid. Daarbij wordt een
nieuw bedrijf gevormd en zijn medisch specialisten aandeelhouder (participatiemodel). Ook
een samenwerkingsmodel is een optie. Dan vormen de artsen zelf een medisch bedrijf.
In een mail naar de LAD geeft de arts aan graag meer informatie over en toelichting op de
modellen te willen ontvangen. Want de werkwijze van zijn vrijgevestigde collega’s gaat
merkbaar worden in het ziekenhuis. Op www.lad.nl zijn de presentatie van Robert Sie en een
korte samenvatting van zijn mondelinge toelichting te vinden. De arts meldt daar dankbaar
gebruik van gemaakt te hebben.
Een gynaecoloog werkzaam in een ziekenhuis in het midden van het land
Wilt u ook iets delen met anderen over wat de LAD in of voor uw werksituatie heeft betekend?
Of een suggestie inbrengen waar uw collega’s iets aan kunnen hebben? Stuur dan een bericht
naar [email protected]. Uw reactie mag maximaal 200 woorden tellen.
Juni 2014 | 3
Tekst: Sonja Huising
Fotografie: Corneel de Wilde
Wat is er nieuw aan
de nieuwe AMS?
Consequenties rechtspositie?
Verplichte overstap?
Rol verdeling Medische Staf?
Consequenties bekostiging?
Reikwijdte WNT?
?
Op 12 juni is een akkoord bereikt over de nieuwe AMS (Arbeidsvoorwaarden­
regeling voor Medisch Specialisten). Wat maakt deze regeling bijzonder? Caroline
van den Brekel (directeur LAD) en Léon Winkel (kinderarts in het Kennemer
Gasthuis en bestuurslid OMS) stellen dat er een mooi arbeidsvoorwaardenpakket
ligt. Een nadere toelichting...
De nieuwe AMS is het resultaat van een
lang traject. De huidige regeling stamt al
weer uit 2001. De afgelopen jaren is steeds
duidelijker geworden dat de vigeren­de
arbeidsvoorwaarden niet meer passen in
het huidige tijdsgewricht. De om­geving
is veranderd. De eisen die worden gesteld
aan productie, kwaliteit en efficiency zijn
fors toegenomen. Léon Winkel noemt een
concreet voorbeeld: “Een kinderarts is nu
bijvoorbeeld standaard oproep­baar tijdens
een bevalling; dat was een paar jaar geleden
nog niet het geval. Het feit dat medisch
specialisten meer moeten doen als het gaat om
patiëntenzorg maar ook op andere vlakken,
maakt het ook nodig dat ze intensiever
mee­­praten over de rand­voorwaarden, over
beleids­­matige keuzes. De beroepsgroep moet
daar­in verant­woordelijkheid nemen maar de
raden van bestuur ook.”
Een medisch specialist is een
bijzondere werknemer; van hem of
haar wordt zoveel gevraagd dat er
ook zeggenschap moet zijn over
hoe aan de vraag te voldoen
Caroline van den Brekel: “Die andere
omgeving waarin artsen in dienstverband
hun werk nu doen heeft voor ons ook geleid
lad magazine | 4
tot een andere manier van in gesprek gaan
met de NVZ (Nederlandse Vereniging van
Ziekenhuizen). We zijn niet gaan werken
vanuit de traditionele inzetbrief maar hebben
het gesprek gezocht en daaruit gezamenlijke
uitgangspunten voor een toekomstbestendige
regeling gedistilleerd. Af en toe moesten
we ons weer bewust worden van de keuze
voor deze aanpak. Als ‘t moeilijk wordt, ben
je toch geneigd weer in het oude patroon
te vervallen. Maar we zijn er op een goede
manier uit gekomen en met een mooi
resultaat.
Dé drie thema’s van de nieuwe AMS
- betrokkenheid en verantwoordelijkheid
- veilig en gezond werken
- flexibiliteit en keuzemogelijkheden
Belangrijk vind ik dat de verantwoorde­lijk­
heid van medisch specialisten geadres­seerd
wordt op individueel en collectief niveau,
via de organisatorische eenheden (vak­
groep­en). Maar in het verlengde daar­van is
ook benoemd wat de raad van bestuur moet
brengen om de artsen in hun ziekenhuis
positie te laten innemen. Daarbij kan het
om ver­schillende dingen gaan, afhanke­lijk
van het onderwerp. Bijvoorbeeld strate­gisch
beleid, onderhandelingen met de zorg­ver­
ze­keraar of invulling geven aan de manier
waar­op je als medisch specialist je werk doet.”
Veilig en gezond werken
In de nieuwe AMS is het proces beschreven
waarmee veilig en gezond werken concreet
gemaakt kan worden. Allereerst zet de
organi­sa­­torische eenheid op papier welke
capaciteit er beschikbaar is.
Die is onder meer afhankelijk van de
formatie, verlof, ziekteverzuim en arbeids­
duur. Bij arbeidsduur is het uitgangspunt 45
uur werken. De uren die ter beschikking zijn
moeten ruimte bieden voor alle werk­zaam­
heden: patiëntenzorg, opleiding, admini­stratie,
overleg, management, kwaliteits­beleid en
dergelijke. Daarnaast is maximaal zeven uur
beschikbaar voor werkzaamheden tijdens
diensten. Vervolgens gaat de organi­satorische
eenheid in gesprek met de raad van bestuur.
Op basis van de gezamenlijk gemaakte
afspraken wordt er geroosterd. Knelpunten
die optreden bespreken organisa­torische
eenheid én raad van bestuur.
“Als je eruit bent ga je aan de slag. Maar
na drie maanden kijk je samen weer hoe
het staat. Wordt het aantal afgesproken
behandelingen gehaald? Zijn kwaliteit
en veiligheid oké? Zijn er geen medisch
specialisten ‘omgevallen’? Als zich
problemen voordoen zoek je met elkaar naar
oplossingen. Om het maar heel concreet
te maken een voorbeeld uit het verleden.
Als iemand uitviel ving de vakgroep dat
vaak voor een langere periode zelf op. Nu
er heldere kaders zijn gesteld, moeten snel
passende maatregelen worden getroffen.
Daarover ga je met de raad van bestuur in
overleg; samen zoek je naar oplossingen.
Bijvoorbeeld een uitbreiding van formatie
of vermindering van productie.”, aldus Léon
Winkel.
Voor elkaar waarnemen kan
in de nieuwe AMS nog steeds,
maar structureel alleen nog door
parttimers
Collectief
Caroline van den Brekel geeft aan dat een
van de belangrijkste uitgangspunten van
de nieuwe AMS meer (financiële) verant­
woordelijkheid voor organisatorische een­
heden is. Voor het collectief van medisch
specialisten in dienstverband, op het niveau
van de organisatorische eenheid , maar ook
op het niveau van de VMSD (Vereniging
Medisch Specialisten in Dienstverband).
“Het feit dat de groep meer in beeld komt
blijkt ook uit het afschaffen van de indivi­
duele toeslagen voor management en
op­­­leidingen. De gedachte daarachter is
dat de werkzaamheden in dat kader net
zo belangrijk zijn als de patiëntenzorg.
Collega’s nemen samen beslissingen over
het budget van de organisatorische een­heid.
Hoe veel gaat er naar wie? Dat vergt in
gesprek gaan, wat in veel organisatorische
vakgroepen overigens al gebeurt.
In 2015 is het budget per organisatorische
eenheid de optelsom van de indi­viduele
toeslagen. Vanaf 2016 bepaalt de VSMD
samen met de raad van bestuur hoe het
budget over de vakgroepen wordt verdeeld.
Dat budget wordt overigens jaar­lijks geïn­
dexeerd. Organisatorische een­heden die
veel bijdragen en vernieuwend werken kunnen
een ruimer budget krijgen dan anderen.”
Tools
Caroline van den Brekel en Léon Winkel
geven aan dat LAD en OMS gezamenlijk
ondersteuning gaan bieden aan hun leden
om ze in staat te stellen hun nieuwe rol
te nemen en met de raad van bestuur in
gesprek te gaan. Zo zal een handreiking
voor gezond roosteren één van de bijlagen
bij de nieuwe AMS zijn. Verder is er een
tool in ontwikkeling voor het berekenen van
beschikbare capaciteit en worden opleiding­
en ontwikkeld om medisch specialisten die
in loondienst werken verder toe te rusten.
Léon Winkel: “Daar zijn we als organisaties
natuurlijk ook voor. Onze leden beseffen
dat deze ontwikkeling nodig is. Je wilt toch
meedenken over een thema als veilig en
gezond werken? En als collega’s samen
bekijken hoe je ieders talent kunt inzetten in
de organisatorische eenheid?”
Variflex
“Tenslotte is er nog de kwestie van de
huidige ouderenregeling”, zegt Caroline
van den Brekel. “Die blijft tot 1 januari
2017 van kracht. Na die datum wordt het
geld toegevoegd aan het budget van de
organisatorische eenheid, onder de voor­
waarde dat het goed loopt met gezond en
veilig werken. Dat betekent bijvoorbeeld dat
de medisch specialisten zich houden aan de
werkuren. Als partijen, NVZ, LAD en OMS,
gaan we dat monitoren. Want dit vinden
niet alleen onze leden belangrijk, maar ook
patiënten, zorgverzekeraars en inspectie
hechten belang aan een uitgeruste arts. Dus als
de arbeidsduur boven de daar­over gemaakte
afspraken uitkomt moeten de orga­ni­satorische
eenheden minder gaan doen of moeten
er mensen bij. En die staan klaar, zoals
iedereen in de krant heeft kunnen lezen.”
Vroeger hadden we
ouderenbeleid; nu werken we met
levensfasebeleid, ervan uitgaande
dat er in elke fase van het leven
pieken en dalen zitten die je
gezamenlijk, als collega’s moet
opvangen
Juni 2014 | 5
Het podium
Ook forensisch artsen en artsen maatschappij en gezondheid werken buiten kantoor­
tijden. Zijn de financiële randvoorwaarden waaronder ze hun werk doen goed geregeld?
Werkgevers stellen regelmatig een versobering van de piketregeling voor. Is dat reëel?
Bart Kruyver
Is forensisch arts en werkt bij de GGD Hollands Noorden
Martin Khargi
Werkt als arts maatschappij en gezondheid bij de GGD
Hollands Midden
“De piketvergoeding en de onregelmatig­
heids­toeslag zijn er om een arts die bereik­
baar en inzetbaar moet zijn tijdens avond,
weekend of nacht passend te betalen.
Het gaat dus om werken tijdens de nietkantooruren. Als ik bij een arrestant word
geroepen, is mijn werk vergelijkbaar met
dat van een huisarts die dienst doet op een
huisartsenpost. Het kan gaan om iets heel
simpels als medicatiegebruik, maar ook
om potentieel ernstige klachten zoals pijn
op de borst. Er is vaak sprake van ver­
slavings­problematiek of psychiatrische
klachten. De politie wil weten of insluiting
in een politiecel verantwoord is. Verder
kom ik regelmatig bij gedetineerden en
treed ik op als gemeentelijk lijkschouwer
bij onder meer niet-natuurlijke over­lijdens­
gevallen zoals (zelf)moorden, verkeers­
ongevallen en euthanasie.
“Binnen onze GGD is er een aantal
functies (onder andere die van forensisch
arts) waarvoor een piketvergoeding geldt.
Je moet dan denken aan artsen van de
infectie­ziektebestrijding, maar ook aan de
achterwachten forensische geneeskunde.
Zij kunnen collega’s op weg helpen en
fungeren als klankbord voor complexe
vraag­stukken. Ze zijn dus bereikbaar maar
niet fysiek aanwezig.
Het is in onze regio niet altijd druk,
daarom werken we met een vergoeding
voor beschikbaarheid. Je bent tenslotte
toch beperkt en ik slaap niet goed als
ik weet dat er gebeld kan worden. Dat
is eigenlijk elke dienst wel het geval.
Waar het volgens mij om gaat, is dat de
verhouding tussen wat je levert (door er
te zijn en verrichtingen uit te voeren) en
de betaling ‘klopt’. In onze regio is dat
naar mijn idee prima in balans en dus is
versobering discutabel.”
lad magazine | 6
We zijn een fusie-GGD. In 1999 is er
binnen Midden Holland -één van de fusie­
partijen- een nieuwe paraat­heids­regeling
opgesteld. Ik was daarbij betrok­ken. Het
bestuur heeft de regeling ondertekend
waar­in eigenlijk alle rand­voorwaarden zijn
opgeschreven die niet al op andere plekken
geregeld zijn. Eén van de dingen die erin
staat is dat we de Arbeidstijdenwet (ATW)
zo veel mogelijk volgen. De vergoedingen
zijn destijds naar tevredenheid geregeld. De
regeling van nu is een samensmelting van
vier oude regelingen; hier en daar vallen we
nog terug op specifieke bepalingen uit het
verleden.
Ik heb van collega’s buiten onze eigen organi­
satie wel begrepen dat er druk is op de ver­
goedingen. Wat wij krijgen is niet super­riant,
maar ik ben er tevreden mee. En anderen
blijkbaar ook, want er zijn bij ons ook mensen
actief die dit werk er parttime bij doen.
De piketvergoeding kan
versoberd worden
Maaike Langerak
Is onderhandelaar arbeidsvoorwaarden bij de LAD
“Als ik met mensen praat over de piket­
vergoeding is er bij mij altijd het besef dat
het werk dat forensisch artsen doen heel
zwaar werk is. Afgezien van het feit dat
beschikbaar zijn toch een zeker ongemak
betekent, gaat het hier regelmatig om nare,
confronterende dingen. Daarom moet het
werk anders worden beloond.
De bestaande regelingen zijn op lokaal
niveau afgesproken en dus verschillend.
Dat levert discussie op. Dat heeft alles
te maken met het feit dat de GGD-en
financieel onder druk staan. En dan hebben
werkgevers de neiging om naar een relatief
dure regeling te gaan kijken. Ik weet dat
er vanuit één van de GGD-en een beperkt
onderzoek wordt uitgevoerd om na te gaan
hoe het globaal in Nederland geregeld is.
De LAD is voorstander van een uniforme
regeling met -zo nodig- ruimte voor lokale
omstandigheden.
Als LAD adviseren we onze leden in het
zogenaamde georganiseerd overleg binnen
de GGD. Soms zitten we namens hen aan
tafel. Als een GGD iets wil veranderen in
de arbeidsvoorwaarden moet dat met de
werknemers worden besproken. Vakbonden,
zoals de LAD, komen dan dus in beeld. Zo
kunnen wij iets bijdragen. Kort geleden nog
wisten we -voor nu- een forse versobering
tot meer reële proporties terug te brengen.”
Tekst: Sonja Huising
Illustratie: Ronald Slabbers
Juni 2014 | 7
Tekst: Sonja Huising
Fotografie: Corneel de Wilde
De werkplek
Wij hebben een prachtig vak; we lezen de
toekomst van de patiënt door ons een beeld te vormen van de organen
Het beeldscherm gaat ons belangrijkste
optische instrument worden; het turen
door de microscoop vermindert. Een groot
voordeel van digitaal werken is dat we veel
sneller collegae elders, zoals professoren in
de academische centra, kunnen consulteren.
Dat maakt de doorlooptijd van onderzoek
korter; patiënten zijn daar bij gebaat.”
Patholoog
in beeld
De patholoog vertelt vervolgens iets over
het nieuwe gebouw waarin het lab sinds
kort is gevestigd. Dat biedt volgens hem
heel veel voordelen. Er is veel meer ruimte,
medewerkers konden al tijdens de bouw
aandacht vragen voor de logistiek van hun
werkproces. Ze beschikken nu over veel
ruimere technische faciliteiten. Ook is de
verwerking van gevaarlijke stoffen met
het nieuwe afzuigsysteem sterk verbeterd.
Datzelfde geldt voor de manier waarop het
dicteren is geregeld.
pathologie is de kans dat je een diagnose
mist. Er hangt voor de patiënt tenslotte
veel vanaf. Stel dat je bij een patiënt een
tumor mist die een halfjaar later niet meer
operabel is. Daar moet je toch niet aan
denken.
Verder kan er, ook in ons vak, steeds meer.
Vroeger was er één soort longkanker; nu
kunnen we wel 12 soorten onderscheiden.
De technologische ontwikkelingen gaan
heel snel. Die toenemende complexiteit
vertaalt zich ook in een stijging van het
aantal multidisciplinaire overlegmomenten.
Over specifieke patiëntengroepen met bij­
voor­­beeld longartsen en oncologen. Inmiddels
hebben we zo’n 20 besprekingen per week.
Maar er hangt natuurlijk een kosten­plaatje
aan al die nieuwe mogelijk­heden. De vraag
hoe daarmee om te gaan, hangt samen
met politieke keuzes. Wat is kwaliteit van
leven? En hoeveel mag dat kosten?
Wat is er leuk en minder leuk aan dit vak?
Tekst: Sonja Huising
Fotografie: Corneel de Wilde
Hoe ziet je werkdag eruit?
OPROEP
Bent u net zoals Herman Peters trots
op uw werk en werkplek? En wilt u
dat delen met de andere leden?
Mail daarvoor naar [email protected].
Wie weet staat u straks met een inter­
view en foto in het LAD-magazine.
lad magazine | 8
Herman Peters, klinisch patholoog bij het
Laboratorium Pathologie Oost-Nederland:
“Je kunt onze werkdagen op een bepaalde
manier vergelijken met die van een chirurg.
Die doet poli en ok. Ik ben gemiddeld twee
dagdelen per week grote preparaten aan het
uitsnijden. De andere dagdelen zijn voor
diagnostiek. Dat betekent simpelweg het
microscopisch beoordelen van preparaten.
Daarnaast voeren mijn collega’s en
ik natuurlijk overleg; soms geven we
onderwijs.
Waarom heb je voor dit werk gekozen?
Tijdens mijn studie maakte ik, net als
iedere student geneeskunde, kennis met de
pathologie. De basis van ziekte is de cel.
Door je daarmee bezig te houden ontrafel
je een geheim. Dat fascineert mij tot op de
dag van vandaag. Pathologie is een breed
vak, waarin je je kunt specialiseren als je
dat wilt. Bijvoorbeeld door je vooral bezig
te houden met huidaandoeningen of actief
te zijn op het terrein van hematologie of
mamma-afwijkingen.
Hoe ziet je werkplek eruit?
Het belangrijkste onderdeel van mijn
werkplek is de microscoop. Daarmee
verrichten wij pathologen nog steeds het
overgrote deel van ons werk. We zijn als lab
-ook in vergelijking met anderen- heel ver
met digitalisering. Het is de planning dat
we over een jaar helemaal digitaal werken.
Het klinkt misschien heel raar, maar we
gaan nu een overgangsperiode in waarin ik
zal moeten wennen aan veel meer daglicht.
“Het leuke is de breedte van het vak, en
het ontrafelen van het ziekteproces aan de
basis, de cel.
Een nadeel van het vak is dat je weinig
patiënten ziet. Dat is natuurlijk tijds­
efficiënt, maar het is goed toch af en toe
contact te hebben met mensen van vlees
en bloed. Die zijn niet zichtbaar in onze
wachtkamer, maar ze moeten wel wachten
op uitslagen die voor hun verdere leven
vaak heel bepalend zijn.
We zien weinig patiënten; maar
95% van ons werk is diagnostiek
voor levende mensen, de overige
5% zijn obducties
Hoe ervaar je de werkdruk?
Ik werk officieel 45 uur per week, maar
het is gemiddeld genomen meer. Het
lastige is dat je je dan minder goed kunt
concentreren. Je wordt moe. Terwijl je
wel heel verantwoordelijk werk doet.
Een belangrijke stressfactor binnen de
In het verleden bevatte onze
gereedschapskist een hamer en
wat spijkers; nu hebben we een
geavanceerd instrumentarium
Hoe is de verhouding met collega’s en
leidinggevenden?
Wij doen hier 60.000 histologische onder­
zoeken per jaar. Verder nog klinisch cyto­
logisch onderzoek en bevolkingsonder­zoek
baarmoederhalskanker. We werken met
17 pathologen die voor een deel parttime
werken. Er is veel onderling contact.
Telefonisch, via mail maar ook binnen ons
dagelijks onderling vakinhoudelijk overleg.
De directeur van ons lab is geen patholoog,
maar verder werken we nevenschikkend.
Drie van mijn collega’s zitten in het staf­
bestuur. Met hen overleggen we regel­matig
over nieuwe vakinhoudelijke zaken maar
ook over investeringen, samen­werking met
afdelingen van ziekenhuizen of met andere
laboratoria.
Vroeger werd je als patholoog,
maar ook als chirurg of
radioloog, toch min of meer als contactgestoord gezien; nu draait
het in dat soort vakgebieden om de
samenwerking met anderen
Ik denk dat onze expertise in de komende
jaren steeds meer geconcentreerd gaat
worden. Dat is in economisch opzicht, maar
ook professioneel gezien interessant. Je
kunt dan intensiever samenwerken. In de
ziekenhuiszorg doet zich een vergelijkbare
ontwikkeling voor. Persoonlijk ben ik wel
benieuwd wat dat financieel-technisch gaat
betekenen. Binnen de pathologie wordt
nog steeds gewerkt met een uniform tarief.
Voor het beoordelen van een moedervlek
geldt dezelfde vergoeding als voor het
bekijken van een prostaatresectiepreparaat,
terwijl het kostenplaatje bepaald niet
gelijk is. Dat middelt wel uit zolang je een
bepaalde hoeveelheid verrichtingen doet.
Maar volgens mij wordt het in de toekomst
wenselijk een systeem van gedifferentieerde
tarieven uit te kristalliseren. Dan ontstaat
ook een reëler beeld van de werkbelasting”,
aldus Herman Peters.
Is de werkplek veilig?
De mensen in het lab werken met verschil­
len­de gevaarlijke stoffen. Formaline is daar
een voorbeeld van en brengt vooral risico’s
met zich mee bij langdurige bloot­stelling.
De klinisch patholoog gaf al eerder aan
dat de afzuiging in het nieuwe lab heel
adequaat is. Voor de laboranten die ook
met xyleen werken, is dat noodzakelijk. Bij
de moleculaire pathologie is het juist zaak
de preparaten goed te beschermen tegen
‘vreemd’ DNA. Daarom wordt gewerkt in
luchtdruk-gereguleerde, schone ruimtes.
Juni 2014 | 9
Het dilemma
LAD: door op de
ingeslagen weg
Iets doen aan de diensten­druk in de sfeer
van arbeids­voorwaarden is één; maar
bewustwording en cultuur­verandering zijn
minstens zo belangrijk
Voorzitter Gert van Enk draagt het stokje over aan zijn opvolger Christiaan Keijzer.
Samen bespreken ze dé thema’s van de LAD. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen
in de komende jaren? En hoe gaat de werknemersorganisatie daarop inspelen?
Gert van Enk
oud-voorzitter LAD
Tekst: Sonja Huising
Fotografie: Corneel de Wilde
De LAD heeft een goed
fundament; in de komende
jaren draait het om het
vergroten van zichtbaarheid
en intensiveren van
samenwerking
Christiaan Keijzer
voorzitter LAD
OPROEP
Tegen welke dilemma’s loopt u in
uw werk aan? De LAD hoort het
graag. Dan kunnen we er aan­dacht
aan geven in deze rubriek.
Mail daarvoor naar [email protected].
lad magazine | 10
“Veilig en gezond werken was eigenlijk
geen thema toen ik als voorzitter van
start ging. De scope van de LAD is in de
afgelopen jaren verbreed. Daarnaast is
de aandacht voor veiligheid in de zorg,
zowel van patiënten als medewerkers,
toegenomen. Voor artsen in loondienst ging
het daarbij in eerste instantie vooral om het
grote aantal uren dat met name artsen in
opleiding maakten”, aldus Gert van Enk.
Zijn opvolger geeft aan dat het beperken
van de werkuren voor deze groep effect had
op de andere artsen. De roosters werden
aangepast, maar de rest ging gewoon
door. Vooral in de ziekenhuizen zag je dat
gebeuren. Nu is de dienstendruk volgens
hem echt een issue. De resultaten van het
onder­zoek dat is gedaan, worden mee­
genomen in de AMS-onderhandelingen.
Christiaan Keijzer: “Jonge artsen zijn al
in de opleiding gewend geraakt aan meer
reguliere uren en stellen eisen als ze op
vaste plekken terechtkomen. Het feit dat er
bekeken wordt of we meer verant­woor­de­
lijkheid voor bijvoorbeeld gezond roosteren
bij de vakgroepen kunnen neer­leggen, juich
ik toe. Zo kunnen arbeids­voorwaarden een
steuntje in de rug zijn om het met elkaar
anders te doen.”
Decentralisatie
Vertrekkend voorzitter Gert van Enk geeft
aan dat de bewegingen rond decentralisatie
van een deel van de zorg van relatief
recente datum zijn. Voor de artsen die
daar­bij in beeld zijn, heeft het grote con­
sequenties. En daarover is bovendien nog
veel onduidelijkheid. Wie wordt per 1 januari
mijn werkgever en wat gaat er veranderen
in de samenwerkingsrelaties die zijn
opgebouwd? Dat zijn vragen die opkomen.
De LAD kan haar leden informeren
en adviseren, bijvoorbeeld door
nieuwe arbeidsvoorwaarden te
beoordelen
“We hebben deze thematiek als LAD
snel kunnen oppakken. Ik heb daarbij het
voordeel ervaren van een bestuur met
mensen uit verschillende geledingen. Maar
ook van het belang van de aanwezigheid
van onze bureaumensen in organisaties”
zegt Gert van Enk. “Dat gaat wat mij
betreft de komende jaren nog meer
zicht­­baar worden. En ook de verdere
ontwikke­ling van samenwerkingsrelaties,
zoals bijvoorbeeld met de OMS”, aldus
Christiaan Keijzer.
Arbeidsmarkt
“In het jargon heet de terugkerende
schommeling in de arbeidsmarkt -dan
weer tekorten aan artsen, vervolgens een
overschot- de varkenscyclus. Die krijgen we
maar niet goed onder controle. De laatste
jaren zijn naar mijn mening te rigoureuze
besluiten genomen omdat men dacht dat er
een grote instroom nodig was ten behoeve
van marktwerking op de arbeids­markt. Het
feit dat de ziekenhuizen op dit moment
kampen met onzekerheden en terughoudend
zijn met het aannemen van mensen helpt ook
niet. De LAD probeert de ontwikkelingen,
in samenspraak met de KNMG en onder
meer ook via het Capa­citeits­orgaan, te
beïnvloeden. Ook de weten­s­chappelijke
verenigingen hebben daarin hun inbreng”,
zo stelt de vertrekkend voorzitter.
Christiaan Keijzer geeft aan dat vanwege
demografische ontwikkelingen de vraag
naar zorg zal toenemen. Maar betekent dat
noodzakelijkerwijs dat er meer dokters
nodig zijn? Er zal een nog forser beroep
op mantelzorgers worden gedaan. En het
inzetten van ondersteunende medewerkers
breidt verder uit. Ook de rol van de
overheid op dit punt is belangrijk; zij zal
blijven proberen de zorgmarkt te reguleren.
“Dat maakt het ook zo belangrijk dat artsen
andere competenties gaan ontwikkelen
en mee kunnen praten over de toekomst.
Raden van bestuur moeten hen daartoe
ook equiperen, bijvoorbeeld met de juiste
informatie. Daarvoor ontwikkelen we
handvatten, onder meer via de AMS. Maar
ook door -bijvoorbeeld in samenwerking
met VvAA- artsen cursussen aan te bieden
om informatie goed te interpreteren en
naar aanleiding daarvan een standpunt te
formuleren en positie te kiezen.
Samenwerken
In het verlengde daarvan is essentieel dat de
LAD meer en meer als geaccepteerd partner
wordt gezien. De tijden zijn veranderd; onze
directeur zorgt binnen de gewijzigde kaders
voor een goede positionering. Binnen de
KNMG onder andere, waardoor we echt
kunnen meedenken. Het verder ontwikkelen
van je netwerk is naar mijn opvatting dé
tool van de toekomst. Je ziet het ook in de
discussies rond ‘Medisch Specialist 2015’
en ons gezamenlijk optrekken met de OMS.
Het is heel simpel: hoe meer leden,
des te steviger onze positie aan de
onderhandelingstafels
Daarnaast is van betekenis dat we kunnen
putten uit de ervaringen van onze mensen
in organisaties. Zij horen de geluiden
vanuit de praktijk en kunnen ‘brengen’ wat
artsen in loondienst tegenkomen, wat ze
bezighoudt. Daarom is ook het aanhalen
van de band met onze leden belangrijk.
We willen nog meer service bieden, ook
voor dat deel van onze achterban dat niet
in een ziekenhuis werkt”, aldus de nieuwe
voorzitter.
Juni 2014 | 11
Op pad met caoonderhandelaar
Rob Koster
Tekst: Sonja Huising
Fotografie: Corneel de Wilde
Hij kent het klappen van de zweep. Rob
Koster is een ervaren onderhandelaar. Een
flink aantal jaren werkte hij bij de FNV en
was actief in grote en kleine sectoren. “Ik
vond die afwisseling boeiend; het is leuk
om zowel met de (verzelfstandigde) over­
heid als met de markt te maken te hebben.
Nu zet ik me in voor de apothekers. Voor
hen geldt dat de huidige situatie niet meer
klopt met wat er nodig is. De pensioen­­rege­ling bijvoorbeeld is gemaakt voor zelf­
stan­dige apothekers. Maar op dit moment
werkt twee derde van deze beroeps­groep in
loondienst. Dan moet je iets anders bouwen.
Toen ik nog maar net begonnen was,
sprak ik met een apotheker die, vanuit
de beroepsvereniging, betrokken was
bij het maken van een stappenplan voor
een nieuwe pensioenregeling. Een eerste
stap was het uitzetten van een enquête
naar alle openbare apothekers. Dus zelf­
standig werkenden, dienstverbanders
en ge­pensioneerden. We hebben breed
uitgevraagd; we willen weten wat ze
be­langrijk vinden als het gaat om hun
pen­sioen. Op basis van de uitkomsten
is er in­houdelijk invulling te geven.”
Uitkomsten pensioenenquête
- ruim 500 apothekers reageerden
- overgrote meerderheid wil dat het
pensioen blijvend collectief geregeld
wordt
- 72% gaat voor een loopbaan als
apotheker in dienstverband
- iets meer dan de helft van de apothekers
wil het partnerpensioen graag optioneel
geregeld zien
zijn ondergebracht en kijkt mee op inhoud.
Daarnaast speelt de SPOA (Stichting
Pensioenfonds Openbare Apothekers) een
rol bij de juiste en zorgvuldige uitvoering
van de pensioenregeling. Het gaat dus
om een complexe omgeving waarin met
inbreng van veel kanten rekening gehouden
moet worden.”
Een cao heeft een stabiliserend
effect waardoor in een
sector ruimte ontstaat om in
professioneel opzicht door
te groeien en bijvoorbeeld
loopbaanmogelijkheden te
ontwikkelen
Arbeidsvoorwaarden
Volgens Rob Koster is er op het gebied
van arbeidsvoorwaarden al veel geregeld,
maar heel divers. “Ook op dit terrein
kloppen een aantal dingen niet meer; her
en der is sprake van wildgroei. Ik spreek
veel met individuele apothekers. Dan blijkt
bijvoorbeeld dat sommige werkgevers het
lidmaatschap van de beroeps­vereniging
betalen. Andere sturen de factuur retour.
In een cao moet je op dat punt een duide­
lijke afspraak vastleggen. Als je dat op
alle cruciale punten doet, weet iedereen
waar hij of zij aan toe is en zijn arbeids­
overeenkomsten veel makkelijker te maken.
Meer uniformiteit heeft bovendien het
voordeel dat er geen onderlinge concur­
rentie op arbeidsvoorwaarden ontstaat.
To do
Werkgeverskant
De onderhandelaar voor de apothekers
bouwt uiteraard ook contacten op met de
betrokken werkgeversorganisaties. Met hen
moet tenslotte samengewerkt worden, zowel
rond het pensioen als met het oog op de cao.
Rob Koster is onderhandelaar voor de apothekers in loon­dienst
die sinds kort bij de LAD zijn aangesloten. Zijn belangrijkste
doelen zijn het realiseren van een goede cao en een passende
pensioenregeling. Hoe werkt hij daaraan? Een impressie...
lad magazine | 12
“Ik ontmoet allerlei mensen en schuif aan
bij diverse tafels. Tal van organisaties laten
een relevant geluid horen. De beroeps­
pensioenvereniging (BPOA) bijvoorbeeld is
de ‘houder’ van het fonds waarin tot op dit
moment de pensioenen van de apothekers
Mijn rol is vooral te verhelderen welke
invulling de cao moet krijgen. Dat betekent
voor nu met name in contact zijn met
de leden. Ik vraag mensen of ze actief
willen worden in de klankbordgroep die
we gaan opstarten. Daarop wordt heel
positief gereageerd; er is nu al -in een paar
maanden tijd- een organisatiegraad van
25%. Apothekers willen meedenken. Over
tal van onderwerpen overigens. Daarbij
kun je denken aan de positie van de tweede
apotheker, het loongebouw, regelingen rond
werken in avond, nacht en weekend en -last
but not least- de werkdruk. Het valt mij
op dat er meer dan 40 uur wordt gewerkt.
En er zijn ook heel wat parttime werkende
apothekers die een fulltime-takenpakket
hebben. Er is dus het nodige te doen.”
Rob Koster vindt het heel belangrijk dat
er gecommuniceerd wordt. Over wat hij
doet en tegenkomt, maar ook over wat
de leden willen. Hij is zelf heel actief op
social media en merkt dat dat aanspreekt in
de apothekersbranche. “Afspreken is toch
vaak lastig gezien de volle agenda’s. Onder
andere via Twitter kan ik dingen bij leden
neerleggen en reacties ophalen. Ik reageer
ook als er vragen binnenkomen via mijn
collega’s van het LAD-bureau. Zo meldde
één van onze juristen individuele rechtshulp
dat een apotheker had aangegeven ongerust
te zijn over zijn pensioen. Met zo iemand
wil ik graag in gesprek gaan.
Op het punt van dienstverlening aan en
onder­steuning van apothekers in loondienst
zijn er ook samenwerkingsverbanden met
andere partijen. Met VvAA bijvoorbeeld die
een adviesbureau heeft dat gespecialiseerd
is in bedrijfsprocessen, verzekeringen,
over­­names en inkoop. Maar ik heb ook
contact gelegd met een arbeidsbemiddelaar,
speciaal voor apothekers. In deze fase van
het proces is het voor mij verder nog heel
belangrijk de basale cijfers te achterhalen.
Bij de Stichting Farmaceutische Ken­ge­
tallen (SFK) zijn die er. Daarmee krijg je
zicht op de stand van zaken bij de voor
een werknemersorganisatie belang­rijke
issues: arbeidsvoorwaarden, arbeids­om­
standigheden en arbeidsmarkt. Op termijn
wil ik vanuit de LAD over de volle breedte
de belangen van de apothekers kunnen
behartigen.”
De LAD kan ook advies rond
een reorganisatie bieden;
dan werk je samen met
‘medezeggenschappers’ en
daar ben ik er al een paar van
tegengekomen
Juni 2014 | 13
De reconstructie
Column
Een werkgever weigert om de afgesproken ontslag­
vergoeding aan een arts uit te betalen. Dit vanwege
het feit dat de arts -volgens de werkgever- al
concreet uitzicht had op een andere baan toen de
vaststellingsovereenkomst werd gesloten.
Tekst: Fatima Madani en Sonja Huising
Doe es even
normaal
Laatst keek ik op de website www.vacaturesvoorartsen.nl. Mijn oog viel
op een advertentie voor een opleidingsplek in Duitsland. Onder het kopje
‘arbeidsvoorwaarden’ stond het volgende. “Daarnaast heerst er in de zieken­
huizen waarmee wij samenwerken een prettige werksfeer, heeft men oog voor
het personeel en houdt men zich aan de Arbeidstijdenwet. Zo houd je ook nog
tijd over voor een sociaal leven naast je werk als arts-assistent in opleiding tot
specialist!”.
Afgesproken ontslag­
vergoeding niet uitbetaald
In 2009 raakt de arbeidsrelatie tussen de
arts en zijn werkgever verstoord. Daarop
gaan ze in gesprek over beëindiging van de
arbeidsovereenkomst. De LAD staat de arts
daarin bij. Het resultaat is een zogenaamde
vaststellingsovereenkomst. Daarin is onder
meer afgesproken dat de werkgever een
vergoeding van 174.000 euro aan de arts zal
betalen. De vaststellingsovereenkomst is
door de werkgever op 24 juli 2009 onder­
tekend en daarna bij de arts in de brieven­
bus gestopt. De arts heeft vervolgens ook
zelf een handtekening gezet en de over­­een­
komst naar de werkgever terug­gestuurd.
Het is onduidelijk op welke datum dat
precies was. Wel staat vast dat de werk­
gever de overeenkomst op 30 juli al had
ontvangen.
Ondertussen wordt de arts benaderd
door een andere werkgever. Met hem
zijn eerder oriënterende gesprekken
gevoerd. Bij deze werkgever, eveneens
een verpleeghuis, is eind juli een vacature
ontstaan. Medio augustus heeft de arts een
arbeidsvoorwaardengesprek bij de nieuwe
werkgever. Daarop blijkt dat zijn oude
werkgever de afgesproken vergoeding
niet wil uitbetalen omdat de arts -op het
moment van het ondertekenen van de
lad magazine | 14
vaststellingsovereenkomst- al uitzicht had
op een andere baan. Volgens hem had de
nieuwe werkgever de arts al uitgenodigd.
De advocaat van de werkgever arrangeert
een voorlopig getuigenverhoor bij de
kantonrechter om te achterhalen hoe het
sollicitatieproces precies is verlopen.
Hij roept als getuigen op: de nieuwe
leidinggevende van de arts , een mede­
werker van P&O en een nieuwe collega
van de arts. Uit deze verhoren bleek dat
tijdens de oriënterende gesprekken (in
mei) er nog geen vacatures waren. Het
gesprek dat plaatsvond toen dat wel het
geval was, vond plaats op 14 augustus. De
getuigenverklaringen bevestigen dus het
verhaal van de arts.
Gelijk hebben, gelijk krijgen
De werkgever blijft bij zijn standpunt.
Daarom legt de LAD namens de arts beslag
op de bankrekening van de werkgever,
om zo de betaling van de afgesproken
vergoeding af te dwingen. Daarop start de
werkgever een kort geding bij de rechtbank.
De rechter stelt de arts in het gelijk en
verplicht de werkgever tot betaling.
Nog steeds geeft de werkgever niet op
en start een inhoudelijke procedure bij
de kantonrechter om de vast­stellings­
overeenkomst te laten vernietigen wegens
bedrog. Gedurende deze procedure wordt
de vergoeding naar een derdenrekening van
een notaris overgemaakt. Ook de inhoude­
lijke procedure bij de kantonrechter wordt
door de arts gewonnen.
De werkgever gaat in hoger beroep bij het
gerechtshof. Het hof is van oordeel dat
niet het moment van ondertekening van de
vaststellingsovereenkomst doorslaggevend
is. Uit de correspondentie blijkt dat al in
juni overeenstemming was bereikt. De
gemaakte afspraken zijn toen namelijk
door de LAD schriftelijk bevestigd aan de
advocaat van de werkgever. Het hof stelt
de arts in het gelijk. Ondertussen is het
augustus 2013. De vergoeding wordt aan
het eind van dat jaar uitbetaald, ruim vier
jaar na het sluiten van de overeenkomst.
WWW.LAD.NL/OVER DE LAD/LID WORDEN
Vragen en/of problemen rondom uw
(aanstaande) dienstverband? Neem dan
contact op met een van onze juristen van
de afdeling Individuele Rechtshulp. Klik voor
meer informatie en contactgegevens op de
button Individuele Rechtshulp.
Marten de Weyde is ervarings­deskundig
als student, coassistent, agnio en aios.
Hij heeft de academie verkend en
zich diep in de periferie bevonden.
Hij is geprezen, afgezeken, uitgebuit,
herrezen, aangemoedigd en in staat
gebleken tot het draaien van ongekende
productie. Onder zijn collegae bevonden
en bevinden zich nobele dokters,
jeugdige idealisten, klaplopers, lafaards,
slaven­drijvers, leermeesters, autistische
machines en warme, liefdevolle mensen.
Wat dat allemaal met hem als mens en
als dokter doet, lees je in zijn columns.
Wat een rare zin is dat eigenlijk. “Men houdt
zich aan de Arbeidstijdenwet.” Als leek zou ik
zeggen: “Dat mag ik hopen! Als een bus- of
vliegtuigmaatschappij zich er niet aan houdt
wil ik niet met ze op reis. Als het om mijn
gezondheid gaat, wil ik er toch van uit kunnen
gaan dat er geen oververmoeide arts naast mijn
bed staat! Moet u zich deze KLM-advertentie
eens voorstellen. “Vlieg nu met ons naar
Engeland. Goede service en de piloten houden
zich aan de Arbeidstijdenwet waardoor de kans op
complicaties tijdens de vlucht gering is!”. Of wat
te denken van “Kom als piloot bij KLM vliegen;
een prima salaris, ontwikkelingsmogelijkheden en
… wij houden ons aan de Arbeidstijdenwet!”.
veel efficiënter gaan werken waardoor ze met
hetzelfde aantal personen zorg kunnen leveren. Of
het patiëntenaantal is gelijk gebleven of gestegen
en er zijn meer artsen aangenomen.
Dat zou je direct moeten kunnen vaststellen
aan de hand van de personeelsbestanden van de
afgelopen jaren. Je ziet dan dat een gemiddelde
chirurgische afdeling er een paar assistenten bij
heeft genomen om zich aan de Arbeidstijdenwet
te kunnen houden. Of, dames en heren, er is
weinig veranderd. Er wordt op papier wat heen en
weer geschoven waardoor men zich aan de wet
lijkt te houden, maar in werkelijkheid worden er
nog steeds te veel uren gedraaid.
Vlieg nu met ons naar Engeland; goede service en ...
de piloten houden zich aan de Arbeidstijdenwet dus
geringe kans op complicaties tijdens de vlucht
Dit alles lijkt te impliceren dat we ons als
artsen in Nederland niet aan de wet houden als
het gaat om werktijden. Maar dat is extreem
makkelijk uit te zoeken. Er zijn namelijk maar
een paar mogelijkheden. Of het patiëntenaantal
is de laatste jaren flink afgenomen, waardoor
met hetzelfde aantal artsen minder werk verzet
hoeft te worden. Of het patiëntenaantal is
gelijk gebleven of gestegen en de artsen zijn
Ach, dit soort zaken heeft vast tijd nodig. Maar
ik hoop wel dat als ik zelf ooit een keer aan de
beurt ben als patiënt er dan een wakkere arts naast
mijn bed staat die er zin in heeft. Ik schrijf dit
terwijl ik net 24 uur dienst heb gehad en zo weer
aan het werk ga. Bereikbaarheidsdienst weliswaar
en gelukkig was het rustig; daardoor heb ik er
vandaag best zin in...
Juni 2014 | 15
Het huishouden
De situatie: Arthur de Meijer (50) is intensivist en woont met zijn vrouw Hilde (44) en
hun drie kinderen -Thijs van 16, 15-jarige Floor en zoon Maarten (13)- in Nijverdal. Hij
werkt fulltime; Hilde is actief als specialist ouderengeneeskunde, arts in een hospice en
SCEN-arts en werkt 50%.
Intensief leven
“Ik ben een laatbloeier. Toen ik in havo
4 zat, heb ik school eraan gegeven en
ben ik gaan reizen. Niet handig, maar het
gebeurde. Ik heb veel gewerkt op boer­
derijen, vooral in Zwitserland. Daarna was
ik in Australië, Noord-Amerika en Afrika.
Op een gegeven moment werd duidelijk
dat ik in de tropen wilde werken. Ik heb
nog even iets in de tropische land­bouw
overwogen, maar toen ik m’n arm brak in
Papoea Nieuw-Guinea kwam geneeskunde
in beeld. Ik ging -in de avonduren- terug
naar de klas.
Ik was 23 toen ik begon met studeren in
Nijmegen; dat betekende dus even goed gas
geven. In die tijd heb ik meegewerkt aan het
tv-programma ‘De ver van m’n bed-show’
van Han van der Meer. We inter­view­den
hardwerkende tropenartsen in Oeganda.
Het romantische beeld dat ik had (‘na het
werk met een biertje op de veranda bij een
ondergaande zon’) klopte niet. En boven­
dien werden er steeds minder artsen, door
organisaties als Memisa, naar de tropen
gestuurd. Daarom werd het voor mij interne
genees­kunde en daarna de opleiding tot
intensivist, ook een generalistisch en mooi
vak­gebied. En mensen die op een ic terecht
komen mankeren echt iets... Het reizen
is gebleven. Privé, dus samen met Hilde
en de kinderen. Het liefst primitief buiten
de gebaande paden en in contact met de
plaatse­lijke bevolking. Na een intense dag
ergens ver weg besef je dat je weer een dag
echt geleefd hebt.
Ook in het vak
Tekst: Sonja Huising
Fotografie: Corneel de Wilde
lad magazine | 16
Begin april organiseerden we vanuit onze
vakgroep een bijeenkomst, met allerlei
specialisten en zorgverleners uit de eerste­
lijn, over ‘End of Life Decision-Making’.
Ook daarbij merk ik dat ik bewust met het
leven omga. Het werk op een ic bestaat
niet alleen maar uit diagnostiek en zware
behandelingen. Centraal staat een mens
met een partner of familie. Kijken naar het
totale verhaal, je afvragen wat je nog kunt
toevoegen, vind ik belangrijk.
Balans
Natuurlijk is het lastig de balans te vinden
tussen werk en privé. Daar worstelen meer
mensen mee. Het was vooral zwaar in de
tijd dat ik nog in opleiding was en we jonge
kinderen hadden. De kleintjes gingen mee
naar de kinderopvang bij het verpleeghuis.
Dat betekende praktisch het nodige geregel,
maar het was ook in een tijd dat we het
financieel zwaarder hadden. En aan opvang
hangt een prijskaartje. Toen de kinderen in
de schoolgaande leeftijd kwamen, hebben
we een oppas in huis gehad. Marie José was
een soort superoma; ze zorgde fantastisch
voor de kinderen, maar waste en kookte
soms ook. Dat wilden we helemaal niet,
maar ze liet zich niet tegenhouden.
Nu is ons drietal heel zelfstandig. We
kun­nen veel opvangen door diensten af te
stemmen en omdat Hilde meestal tot halver­
wege de middag werkt. Sinds een paar jaar
proberen we tegelijk avond-, nacht- en
weekenddiensten te draaien. De kinderen
zijn daar nu groot genoeg voor en het
betekent dat we ook regelmatig als gezin
vrije weekenden hebben.”
Veel uren en andere problematiek
Arthur de Meijer geeft aan zich niet heel
bewust beziggehouden te hebben met het
forse aantal uren dat in zijn vakgebied
wordt gemaakt. “In een umc zijn er 20
intensivisten en fellows; dan heb je één keer
in de drie maanden een week dienst. Als
je in de regio komt, is het een heel ander
verhaal. Wij werken met z’n vijven. Tijdens
avond-, nacht- en weekenddiensten blijven
we vaak in het ziekenhuis. En na een drukke
dienst merk je dat je minder alert bent.
Na een dag- en nachtdienst hebben we een
dag vrij; dat is goed geregeld. Als je goed
bent uitgerust, ga je ook fris weer aan het
werk. Maar om het nog wat moeilijker te
maken: we hebben samen 11 kinderen in de
schoolgaande leeftijd. Dus in de vakanties
werken we 24 uur op, 24 uur af. Als iemand
ziek wordt, vliegen we -in overleg met het
ziekenhuis- een collega in. En soms helpen
wij andere collega’s weer uit de brand.
Ik weet het, soms is het
aantal uren veel te gek; mijn
thuisfront reageert daar als
eerste op, want in je werk ga
je, net als veel collega’s, toch
gewoon door
Hoe jonge collega’s het anno nu regelen
met werk en thuis weet ik niet zo goed.
Intensivisten in opleiding kom je niet tegen
in het Deventer Ziekenhuis. Voor hen
vooral is het lastig werk te vinden. Zeker
ook gezien de ontwikkelingen die er per 1
januari 2015 op de medisch specialisten af
komen. Natuurlijk zijn de effecten daarvan
in eerste instantie voor de vrijgevestigde
collega’s van belang, maar wij artsen in
loon­dienst merken er ook het nodige van.
In mijn ziekenhuis wil men misschien gaan
werken met een participatieconstructie. Ik
maak me daar zorgen over. Ooit koos ik
bewust voor een dienstverband. In onze
vakgroep zijn financiële zaken nooit een
issue en dat voelt prima. Vooral ook omdat
zorgverzekeraars, overheid en weten­schap­
pelijke verenigingen steeds met andere
dingen komen. Met een goede AMS kan ik,
ook in de toekomst, met plezier en met een
gerust hart mijn werk doen.”
Juni 2014 | 17
Agenda
Het bureau in
Colofon
beeld
Waarmee waren de medewerkers de afgelopen
maanden druk ten behoeve van de leden?
19 juni
Onder meer met de voorbereidingen voor
de themamiddag van 12 juni. Die middag,
georganiseerd in samen­werking met de
KAMG (Koepel van Artsen Maatschappij
en Gezond­heid), draaide om de decentrali­
satie van (jeugd)zorg naar gemeenten. Dat
heeft grote gevolgen voor het werk en de
positionering van artsen. Voor later dit jaar
staan er meer themamiddagen gepland.
Eén voor aios over werktijden en één over
medezeggen­schap.
Regiobijeenkomst AMS
Locatie: Zwolle
24 juni
Regiobijeenkomst AMS
Locatie: Utrecht
25 juni
Regiobijeenkomst AMS
Locatie: ‘s-Hertogenbosch
26 juni
Veilig en gezond werken
Centraal bestuursvergadering
26 juni
Training Time- & stress­
management
10 juli
Onderhandelingen Cao GGZ
18 september
Centraal bestuursvergadering
Opnieuw een bericht vanuit het
bureau van de LAD
30 oktober
Algemene Ledenvergadering
30 oktober
Centraal bestuursvergadering
WWW.LAD.NL/AGENDA
Voor het volledige overzicht
Uitbreiding dienstverlening leden
Al jaren werken de LAD en VvAA
intensief samen. In aanvulling op de
diensten van de LAD verzorgt VvAA
de dienstverlening aan de leden op
het gebied van verzekeringen en
belastingen. Maar ook de organisatie
van bijvoorbeeld aios-dagen wordt in
gezamenlijkheid opgepakt.
Daarnaast kunnen leden van de
LAD nu ook terecht bij VvAA voor
zaken met betrekking tot financiële
planning. De dienstverlening is
onafhankelijk; gecertificeerde
‘financial planners’ geven advies.
Uiteenlopende vragen worden aan
hen voorgelegd bijvoorbeeld:
- Wat moet ik regelen om eerder te
kunnen stoppen met werken?
lad magazine | 18
- Wat betekent echtscheiding
financieel, fiscaal en juridisch?
- Kan mijn partner haar/zijn levens-­
stijl voortzetten als ik kom te
overlijden?
- Hoe geef ik m’n kind(eren) fiscaal/
financieel verantwoord het best een
steuntje in de rug?
- Sluiten mijn huwelijksvoorwaarden
(nog) aan bij mijn situatie en
wensen?
Het reguliere uurtarief van VvAA
voor deze dienstverlening is 170 euro
voor echtscheidings- en nalaten­schap­­
planning en 150 euro voor oude­­­dags­
planning. De tarieven zijn exclusief
btw. De LAD heeft voor haar leden
een korting van 10% bedongen.
Verder werken we vanuit het bureau aan
de ontwikkeling van concrete pro­ducten en
diensten voor de achter­ban, bijvoorbeeld
in relatie tot het thema ‘Veilig en gezond
werken’. In dat kader staat ook een onder­
zoek op stapel. De LAD wil meer weten
over (de oorzaken van) ziekteverzuim
onder artsen; de bestaande informatie is
te gefragmenteerd en vaak niet specifiek
voor artsen. Centraal staat de vraag welke
belastende factoren zorgen voor werkstress
en/of ziekte­verzuim en wat daaraan gedaan
kan worden.
Beleidsmatig
Maar ook het doordenken en opstellen van
visiedocumenten over de positionering
van (aankomend) artsen in dienstverband
vergt de nodige aan­dacht. De bedoeling is
dat iedere LAD-doelgroep zo’n document
krijgt. Daarmee wordt belangenbehartiging
meer maatwerk.
Voor de LAD is het belangrijk dat de
verhouding tussen de verschillende onder­
delen van de vereniging -zoals bijvoor­
beeld leden, bestuur en bureau- goed is.
Daarom is op 15 mei, tijdens een extra
leden­vergadering, een nieuwe verenigings­
structuur voor­gesteld. Daarmee komen de
leden meer in beeld en ontstaat er een meer
gestructureerde, represen­tatieve afspiegeling
in de vergadering. Maar ook de bestuurlijke
verantwoorde­lijkheidsverdeling wordt
duide­lijker. Binnen het bureau werken
we het voor­stel de komende maanden
verder uit. Op 30 oktober wordt het aan de
Algemene Ledenvergadering voorgelegd
om een besluit over te nemen.
Voor ons blijft het contact met en de input van
de leden cruciaal. Laat ons als bureau weten
wat er op uw werkplek gebeurt. Maar ook
ideeën of opvattingen over specifieke LADthema’s horen we graag! Wij zijn klaar voor
het gesprek daarover, dus tot ziens of horens.
Caroline van den Brekel, directeur
Nieuwe senior communicatieadviseur
Linda Zoon is sinds 16 april 2014 in dienst
bij de LAD. Als senior communicatie­
adviseur gaat ze bijdragen aan het (nog)
meer zichtbaar maken van de organisatie en
haar output voor de leden. Ze heeft eerder
ook voor organisaties in de zorgsector ge­
werkt.
“Met een internist als vader en een SEHverpleegkundige als moeder kon interesse
in de sector niet uitblijven. Ik begon als
communicatiemedewerker en bedrijfs­
journalist in ziekenhuis St. Jansdal in
Harderwijk en stapte na een paar jaar over
naar het St. Antonius Ziekenhuis Utrecht/
Nieuwegein. Naast m´n betaalde baan werk
ik freelance als redacteur en foto­graaf voor
het vaktijdschrift OK Operationeel en ben
ik secretaris en vrij­willig communicatie­
adviseur bij de Ongeval­stichting.”
Nieuwe onderhandelaar
arbeidsvoorwaarden
Per 1 mei is Jan Willem Le Febre het team
van onderhandelaars binnen de LAD komen
versterken. Hij gaat zich met name richten
op de arbeidsvoorwaarden van medisch
specialisten, aios medisch specialisten en
apothekers. In 2015 schuift hij ook bij een
aantal overlegtafels aan namens de Orde
van Medisch Specialisten (OMS).
Jan Willem Le Febre was hiervoor werk­
zaam bij Abvakabo FNV. Als collec­tieve
belangenbehartiger voor werk­nemers in
diverse sectoren en bedrijfs­takken heeft
hij veel ervaring met arbeids­voorwaardenen sociaal plan-trajecten. “Ik hoop me,
met mijn ervaring, krachtig in te kunnen
zetten voor de achterban van de LAD en de
OMS. En met betrekking tot de cao voor
apothekers die in de maak is, ga ik optreden
als tweede onderhandelaar.”
WWW.LAD.NL/ACTUEEL/NIEUWS
Kijk hier voor het volledige
nieuwsoverzicht.
Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van
Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws,
opinie en achtergrondinformatie.
(oplage 16.000)
Redactieadres
Janssoniuslaan 34-36
Postbus 20058, 3502 LB Utrecht
Telefoon (030) 670 27 19
E-mail: [email protected]
Redactie:
Caroline van den Brekel (hoofdredacteur)
Therèse van’t Westende (eindredacteur)
Anneke van Strien (LAD-lid en specialist ouderengeneeskunde)
Marten de Weyde (LAD-lid en aios orthopedie)
Sonja Huising (extern communicatieadviseur)
Fotografie Kogelvis Fotografie, Corneel de Wilde
Illustratie Ronald Slabbers
Vormgeving Member Since
Druk Centrum Drukwerk
ISSN-nummer 2213-9923
Juni 2014 | 19
Geen
vergunning
nodig!
Sevilla v.a.
€ 14.950,-
Capri vanaf € 6.950,-
Cannes vanaf € 7.950,-
Provence vanaf € 24.950,-
Benut élke buitenkans
U hoeft geen timmermansoog te hebben om ambachtelijk vakmanschap te herkennen. Een
buitenverblijf of garage van Bronkhorst onderscheidt zich door traditioneel handwerk, robuuste
materialen en een authentieke uitstraling. Ook voor u realiseren we graag een project op maat. Daarbij
nemen we u van vergunning tot oplevering alle zorgen uit handen. Terwijl u ook nog eens 10 jaar
garantie krijgt. Het énige dat u zelf hoeft te doen is buitengewoon genieten. Download de catalogus
op de website www.bronkhorstbuitenleven.nl of bel 0577 - 75 09 44.
priëlen • tuinpaviljoens • buitenverblijven • schuren • garages • carports • veranda’s