Toelichting op de beleidsregel eenmalige subsidies Oegstgeest 2014

Vooraf: Toelichting op de beleidsregel eenmalige subsidies Oegstgeest 2014
In de Algemene subsidieverordening Oegstgeest 2011 (Asv 2011) zijn de basisvoorwaarden
geformuleerd om in aanmerking te komen voor subsidie van de gemeente Oegstgeest. In deze
verordening is vastgelegd dat het College binnen dit kader nadere (beleids)regels kan
opstellen. Bijgevoegde regeling betreft de geldende regels bij aanvragen voor eenmalige
subsidies.
1. Wat wordt verstaan onder ‘eenmalig’?
Eenmalige subsidies zijn in eerste instantie bedoeld voor niet structurele activiteiten: projecten
en manifestaties, bijvoorbeeld op het gebied van cultuur en sport. De regeling biedt echter ook
de ruimte om een nieuw (structureel) initiatief bij het opstarten (beginfase) te ondersteunen.
In het geval van een terugkerend evenement wordt maximaal 3 keer (1 keer per kalenderjaar)
subsidie verstrekt. Daarna wordt verwacht dat een activiteit zonder steun van de gemeente kan
worden voortgezet, zodat nieuwe evenementen een kans kunnen krijgen.
Bij uitzondering is er de mogelijkheid van een meer structurele oplossing. De gemeente zal in
dat geval in gesprek gaan met de organisator om de mogelijkheden te bekijken.
2. Buurtinitiatieven: meer dan ontmoeting
Niet alleen organisaties, ook individuele buurtbewoners kunnen een aanvraag indienen.
Voorwaarde is wel dat zij zelf met een plan komen en de activiteit ook zelf organiseren.
Het subsidiëren van straatbarbecues, - feesten en -borrels voor de gezelligheid valt niet meer
onder deze regeling (zie ook de weigeringsgronden). Met eigen inbreng en enige creativiteit
kunnen bewoners dit ook zonder ondersteuning vanuit de gemeente organiseren.
Voor buurtactiviteiten komen bijvoorbeeld wel ‘opzomeractiviteiten’ (opknappen van de buurt),
activiteiten in het kader van NL doet en het opzetten van een buurtvereniging in aanmerking.
Het accent wordt hiermee duidelijk verlegd richting verbetering van leefbaarheid en
duurzaamheid, thema’s uit de Toekomstvisie 2020 en de Dorpsagenda 2014-2018.
3. Wat wordt verstaan onder ‘Oegstgeester belang’?
Om in aanmerking te komen voor gemeentelijke ondersteuning moet een activiteit een
dorpsbelang dienen: De activiteit vindt bij voorkeur plaats in Oegstgeest ofwel wordt
georganiseerd voor of door (overwegend) Oegstgeester ingezetenen of de gemeenschap. Het
kan ook gaan om nieuwe verbindingen tussen Oegstgeester verenigingen of organisaties.
Het feit dat een aantal leden van een (landelijke) vereniging in Oegstgeest woonachtig is, is
onvoldoende ter onderbouwing van het lokale belang voor een subsidieaanvraag. De activiteit
kan eventueel onderdeel vormen van een regionaal project, waarbij de gemeente Oegstgeest
deel van uitmaakt.
4. Medebekostiging als financieel uitgangspunt
In de regel zijn eenmalige subsidies van de gemeente niet bedoeld als dekking van de totale
kosten van een activiteit, project of evenement. Naast een gevraagde gemeentelijke subsidie
kan de aanvrager entreegelden heffen, sponsoren of fondsen zoeken. Bij de aanvraag is de
subsidieaanvrager verplicht opgave te doen van (verwachte) overige inkomstenbronnen.
Voor de verhouding tussen een gevraagd subsidiebedrag en overige inkomsten wordt geen
algemene richtlijn gesteld. Of de verhouding realistisch wordt geacht is afhankelijk van de aard
en omvang van de activiteit. Subsidie wordt niet verstrekt indien sprake is van winstoogmerk.
5. Verantwoording en bezwaar
Geheel in de lijn van deregulering (voor kleine subsidies) kan de verantwoording op eenvoudige
wijze plaatsvinden. Het aantonen dat de activiteit heeft plaatsgevonden is mogelijk d.m.v. een
persbericht, foto’s of een (kassa)bon. Vaststelling vindt plaats op ambtelijk niveau.
De Algemene wet bestuursrecht biedt de subsidieaanvrager de mogelijkheid om, binnen 6
weken na dagtekening van het besluit op de subsidieverlening of vaststelling, een gemotiveerd
bezwaarschrift in te dienen.
Beleidsregel eenmalige subsidies Oegstgeest 2014
Artikel 1 Begripsomschrijving
Eenmalige subsidie: een subsidie voor een bepaalde, niet structureel of regelmatig terugkerende
activiteit
Subsidieaanvrager: de rechtspersoon of natuurlijk persoon die de subsidie aanvraagt
Subsidieplafond:
het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is
krachtens de verordening
Verordening:
de Algemene subsidieverordening Oegstgeest 2011 (Asv 2011)
Vrijwilligerswerk:
werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt
verricht ten behoeve van anderen of de samenleving.
Artikel 2 Grondslag
Deze beleidsregel heeft zijn wettelijke grondslag in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) en de Verordening genoemd in artikel 1.
Artikel 3 Aanvraag
1
Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt ten minste 8 weken vóórdat
uitvoering van de activiteit plaatsvindt, ingediend. Alleen volledige aanvragen worden in
behandeling genomen.
2
Voor de indiening van een subsidieaanvraag maakt de aanvrager gebruik van het door
het College vastgestelde aanvraagformulier.
3
Bij de aanvraag overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
- een beschrijving van de activiteiten, de doelstelling en de mate waarin de activiteiten
gericht zijn op de gemeente of haar inwoners.
- een begroting van de baten en kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt
aangevraagd. Indien van toepassing bevat deze een opgave van bij anderen
aangevraagde subsidies en vergoedingen en de stand van zaken hiervan.
Artikel 4 Subsidieplafond en maximum subsidiebedrag
1
De gemeenteraad stelt jaarlijks in de begroting vast welke bedragen beschikbaar ten
behoeve van de welzijnssubsidies, het College bepaalt jaarlijks binnen dit kader welke
bedragen beschikbaar zijn voor eenmalige subsidies en specifiek ten behoeve van
ondersteuning van vrijwilligers.
2
Het maximaal te verlenen subsidiebedrag per aanvraag is:
- € 750,00 bij aanvragen voor activiteiten door (maatschappelijke) organisaties
- €450,00 bij aanvragen voor scholingsactiviteiten voor vrijwilligers door
vrijwilligersorganisaties
- € 250,00 bij aanvragen voor buurtactiviteiten door individuele buurtbewoners
3
De volledige aanvragen worden in behandeling genomen op volgorde van binnenkomst,
totdat het subsidieplafond van het kalenderjaar is bereikt. Resterende aanvragen voor
het kalenderjaar worden afgewezen.
Artikel 5 Subsidievoorwaarden eenmalige subsidies
Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de activiteiten
1
een aanvullend of eenmalig karakter te hebben óf vernieuwend te zijn en in de
opstartfase te verkeren én
2
gericht zijn op het ‘Oegstgeester belang’
- het bevorderen van het welzijn en participatie van Oegstgeester ingezetenen of de
Oegstgeester gemeenschap óf
-
het duurzaam verbeteren van de leefbaarheid in de straat, buurt of wijk (schoon,
heel, veilig, prettig) en de samenwerking tussen de bewoners.
De subsidieaanvraag, bedoeld voor dekking van kosten van ontwikkeling, organisatie en/of
uitvoering van de activiteit, dient proportioneel te zijn, d.w.z. in verhouding tot de te leveren
prestatie en de totale kosten van de activiteit.
Artikel 6 Subsidiecriteria voor ondersteuning van vrijwilligers
1
Voor subsidiëring komen alleen scholingsactiviteiten en deskundigheidsbevordering in
aanmerking, die een directe relatie hebben met het vrijwilligerswerk van de organisatie
waarvoor de vrijwilligers werken.
2
Het vrijwilligerswerk dient ten goede te komen aan (overwegend) Oegstgeester
ingezetenen of de Oegstgeester gemeenschap.
3
Een subsidie wordt alleen toegekend voor kosten die direct verband houden met de
cursus of training. Dit betekent dat geen subsidie wordt toegekend voor kosten zoals
reis- en verblijfkosten.
Artikel 7 Weigeringsgronden
De subsidie wordt geweigerd indien aantoonbare redenen bestaan om aan te nemen dat
- de activiteit reeds behoort tot het reguliere programma van een organisatie of al op
andere wijze (financieel) wordt ondersteund door de gemeente.
- de aanvrager zonder de subsidie over voldoende gelden beschikt om de kosten te
dekken of als de activiteit een commercieel doel beoogd.
- de activiteit ten tijde van indiening van de aanvraag reeds geheel of voor een groot
deel is uitgevoerd of dat sprake is van een onevenredige verhouding tussen kosten
en baten
- de activiteit onvoldoende binding heeft met Oegstgeest of in strijd is met een ander
gemeentelijk beleidsdoel.
- subsidie wordt gevraagd voor vaste exploitatiekosten, de aanschaf van duurzame
gebruiksgoederen, kosten ten behoeve van straatbarbecues, -feesten en -borrels,
overige consumpties, attenties en geschenken.
Voor overige weigeringsgronden zie de Asv 2011 en de Awb.
Artikel 8 Besluitvorming
De beslissing op een aanvraag eenmalige subsidie wordt genomen binnen 8 weken na ontvangst
van de volledige aanvraag.
Artikel 9 Meldingsplicht
De subsidieaanvrager doet onverwijld melding aan het College, zodra aannemelijk is dat de
activiteit, waarvoor subsidie is verleend, niet of niet geheel wordt uitgevoerd.
Artikel 10 Subsidievaststelling eenmalige subsidies
1
Uiterlijk 13 weken na afloop van de activiteit dient de aanvrager aan te tonen dat de
activiteit waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
2
Op basis van de verantwoording wordt de subsidie binnen 13 weken ambtshalve
vastgesteld.
3
Indien blijkt dat de activiteit niet of niet geheel heeft plaatsgevonden of dat de subsidie
niet is aangewend voor het doel waarvoor subsidie is verleend, zal de subsidie (deels)
worden teruggevorderd.
Artikel 11 Overgangsbepalingen
Beslissingen op aanvragen voor een eenmalige subsidie, welke voor de datum van inwerkingtreding
van deze beleidsregel zijn ingediend en betrekking hebben op het lopende kalenderjaar, worden op
grond van de Asv 2011 en het daarbij behorende “Uitvoeringsprotocol incidentele subsidies” en de
subsidieregeling “Financiële ondersteuning voor training en cursussen voor vrijwilligers”
afgehandeld.
Artikel 12 Slotbepalingen
1
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel eenmalige subsidies 2014’.
2
Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2014.
3
Het College van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen, mits
gemotiveerd, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel.
4
Met de vaststelling van deze beleidsregel komt het “Uitvoeringsprotocol incidentele
subsidies” en de subsidieregeling “Financiële ondersteuning voor training en cursussen
voor vrijwilligers” te vervallen.