MeanderOmnium Benchmark MOgroep 2014 Definitieve Brief op Maat over 2013 6 oktober 2014 MeanderOmnium Lidnummer MOgroep: ZEI010 ZEIST Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Doorkijkje 4 2. 2.1 2.2 2.3 Typering Grootte van de organisatie Verdeling zakelijk belang activiteiten Verdeling zakelijk belang welzijnsdoelen 5 5 5 6 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 Interne organisatie Flexibiliteit Overhead Ziekteverzuim Vrijwilligers 7 7 8 8 9 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 Financieel Verdeling opbrengsten Verdeling kosten Resultaatratio Overhead financieel Totale bedrijfsopbrengst per fte Kredietwaardigheid Solvabiliteit balans Continuïteit op langere termijn Tarieven Uren per werksoort 11 11 12 13 13 14 15 16 17 18 Bijlage: gegevens in tabelvorm 20 Bijlage: lijst van afkortingen 24 Pagina 2 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Inleiding Waarom een brief op Maat Deze Brief op Maat kunt u gebruiken voor eigen interne rapportage of overleggen, voor rapportage aan uw Raad van Toezicht of bestuur of voor overleg met uw opdrachtgever. Omdat het een wordbestand is kunt u opmerkingen toevoegen, alinea's (zoals deze) of pagina's verwijderen, naar gelang het doel van uw rapportage. Wat staat er in een Brief op Maat In de Brief op Maat over 2013 worden de gegevens van uw organisatie vergeleken met het landelijke gemiddelde van de welzijnsorganisaties, die de Basisbenchmark MOgroep over 2013 hebben ingeleverd en een vergelijkingsgroep bestaande uit een selectie van organisaties die: - eenzelfde typering van hoofdactiviteit hebben; - qua omvang niet al te veel verschillen van uw organisatie. De volgende hoofdactiviteiten worden onderscheiden: - Lokaal welzijnswerk - breed; - Lokaal welzijnswerk - specifiek Welzijnswerk Ouderen; - Lokaal welzijnswerk - specifiek Peuterspeelzaalwerk; - Lokaal welzijnswerk - specifiek Peuterspeelzaalwerk en Kinderopvang; - Maatschappelijke Dienstverlening; - Maatschappelijke Opvang; - Andere terreinen W&MD uitvoerend; - Andere terreinen W&MD steun/kennis. De volgende grootteklassen worden onderscheiden: - Zeer klein (minder dan 10 fte); - Klein (10 tot 35 fte); - Middelgroot (35 tot 100 fte); - Groot (meer dan 100 fte). Welke vergelijkingsgroepen zijn er gebruikt Uw organisatie wordt in 2013 getypeerd als Lokaal - breed en valt in 2013 in de grootteklasse Middel groot. De vergelijkingsgroep in dit rapport bestaat uit alle organisaties waarbij: Type welzijnsorganisatie: Lokaal - breed Organisatiegrootte: Middel groot De benchmark bevat 362 organisaties die gegevens over 2013 hebben aangeleverd. In de vergelijkingsgroep vallen 30 organisaties die gegevens over 2013 hebben aangeleverd. Deze vergelijkingsgroep kunt u zelf aanpassen door bij de filters andere keuzes te maken. U kunt dan vergelijken met organisaties van een andere grootteklasse, typering of provincie. Indien de vergelijkingsgroep te klein wordt, kunnen bij bepaalde onderwerpen alleen cijfers staan van de eigen organisatie en het landelijk gemiddelde. Een gemiddelde wordt alleen getoond als dit is gebaseerd op minimaal 5 organisaties. Let op: het kan zijn dat bepaalde data in grafieken niet wordt weergegeven of dat cellen in tabellen niet gevuld zijn. Dit heeft ermee te maken dat de data niet door u is ingevuld of ingevuld hoefde te worden of de rubriek is nieuw in de vragenlijst van 2013. Mocht u toch van mening zijn dat u de betreffende data wel heeft aangeleverd maar dat deze desondanks niet wordt getoond, neem dan contact op met [email protected]. Pagina 3 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 1. Doorkijkje Om u alvast een idee te geven hieronder een aantal belangrijke indicatoren op een rijtje. Bij de vergelijkingen is een + hoger en een - lager dan de vergelijkingsgroep of het landelijk benchmark gemiddelde. Indicator MeanderOmnium MeanderOmnium t.o.v. vergelijkingsgroep MeanderOmnium t.o.v. landelijk Flexibiliteit 23,2 % -6,6 % 0,3 % % overhead (fte) 20,5 % -1,1 % -3,9 % % overhead (euro) 36,7 % 0,9 % -2,8 % 4,6 % -1,0 % -0,7 % -6,0 % -5 % -6 % Kredietwaardigheid 1,2 -0,4 -1,1 Solvabiliteit 0,5 0,1 0,1 Continuïteit 0,25 0,09 0,03 %ziekteverzuim Resultaatratio Pagina 4 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 2. Typering 2.1 Grootte van de organisatie De grootte van de organisatie is bepaald op basis van het aantal fte dat werkzaam is in de organisatie. - Uw organisatie behoort met 62,0 fte tot de middelgrote organisaties van 35 tot 100 fte. - In 2012 telde uw organisatie 62,6 fte. 2.2 Verdeling zakelijk belang activiteiten In bovenstaande figuur ziet u in welke mate de verschillende uitgevoerde activiteiten bijdragen aan de bedrijfsopbrengsten, van uw organisatie, gemiddeld in uw vergelijkingsgroep en gemiddeld bij alle organisaties. Op basis van de activiteiten die uw organisatie uitvoert en het aandeel van elke activiteit in de totale bedrijfsopbrengsten worden de organisaties getypeerd. - Uw organisatie wordt getypeerd als voornamelijk werkzaam in Lokaal - breed. Pagina 5 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 2.3 Verdeling zakelijk belang welzijnsdoelen In bovenstaande figuur ziet u hoe de productiekosten worden verdeeld over de verschillende welzijnsdoelen, door uw organisatie, gemiddeld in uw vergelijkingsgroep en gemiddeld bij alle organisaties. Dit biedt u aanvullend inzicht in de groep van welzijnsorganisaties waarmee u in de benchmark wordt vergeleken. Pagina 6 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 3 Interne organisatie 3.1 Flexibiliteit De flexibiliteit van een organisatie wordt bepaald door de verhouding tussen vast personeel en totale formatie. - Dit is voor uw organisatie 23,2 %. - De onderneming zit in een verbeterzone. De flexibiliteit om in te kunnen spelen op vermindering van inkomsten kan beter. - In 2012 was de flexibiliteit van uw organisatie 15,3 %. Toelichting Een wisselende inkomstenstroom vraagt meer flexibiliteit. Ondernemingen in W&MD hebben vaak (deels) te maken met incidentele subsidies en financiële bijdragen. Die kunnen wegvallen. Ook kunnen zij gunningen of opdrachten mislopen. Als de formatie volledig uit vaste krachten bestaat, loopt de onderneming risico. De vaste kosten voor de formatie worden dan niet meer (volledig) gedekt. Met een deel tijdelijke formatie kan een onderneming beter inspelen op veranderingen in geldstromen. Ze is dan flexibeler. Hoe groot het deel vaste en tijdelijke formatie moet zijn, hangt af van de omvang van de structurele inkomsten en van de omvang van het eigen vermogen. Als deze groot zijn, kan het deel vaste formatie groter zijn. Als ze klein zijn, is een kleiner deel vaste formatie raadzaam. Formule: flexibiliteit = 100% - (vaste formatie / totale formatie x 100%) - uitkomst 0 - 10%. De onderneming heeft een te groot deel vaste formatie. Ze loopt op langere termijn financieel risico. Ze is onvoldoende flexibel om in te kunnen spelen op vermindering van inkomsten. Eventueel eigen vermogen wordt opgemaakt aan kosten voor het vaste personeel. - uitkomst 10 - 25%. De onderneming zit in een verbeterzone. - uitkomst > 25%. De onderneming is voldoende flexibel. Ze kan veranderingen in inkomsten aan. Bron: Handreiking Financiën en gemeentelijke kortingen, MOgroep 2012, (definitie verbeterd). Pagina 7 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 3.2 Overhead De overhead van een organisatie wordt gemeten in het percentage overheadfuncties ten opzichte van het totale personeel. - Dit is in uw organisatie 20,5 %. - Dat is 1 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 4 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg de overhead van uw organisatie 19,5 %. Toelichting De overhead is het aantal fte ondersteunend plus het aantal fte management als percentage van het totaal aantal fte werkzaam 3.3 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim van personeel in loondienst binnen uw organisatie is 4,6 %. - Dat is 1 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 1 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 was het ziekteverzuim in uw organisatie 3,9 %. Pagina 8 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Toelichting Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttime factor en de arbeidsongeschiktheidsfactor, waarna zij worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttime factor, waarna zij worden opgeteld. Het totaal aantal ziektedagen wordt gedeeld door het totaal aantal dienstverbanddagen en vermenigvuldigd met 100%. (Bron Vernet). 3.4 Vrijwilligers Het aandeel vrijwilligers uren t.o.v. betaalde uren in uw organisatie is 93 %. - Dat is 16 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 19 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 was het aandeel vrijwilligers uren t.o.v. betaalde uren in uw organisatie 48 %. Toelichting Het aantal door vrijwilligers geleverde uren, gedeeld door 1400, als percentage van het aantal feitelijk werkzame personen in fte. Pagina 9 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium De gemiddeld bestede tijd per vrijwilliger op jaarbasis in uw organisatie is 167 uur. - Dat is 53 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 35 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. Toelichting Het geschatte aantal uren op jaarbasis dat door vrijwilligers is geleverd gedeeld door het toaal aantal vrijwilligers binnen uw organisatie. Pagina 10 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 4 Financieel 4.1 Verdeling opbrengsten Het aandeel overheidssubsidies in de opbrengsten van uw organisatie is 83,8 %. - Dat is 4 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 11 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg hetaandeel overheidssubsidies 83,7 %. Het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten in de opbrengsten van uw organisatie is 16,2 %. - Dat is 1 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 7 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten 16,3 %. Toelichting Het aandeel overheidssubsidies wordt berekend als de ontvangen overheidssubsidie als percentage van de totale bedrijfsopbrengst. Het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten wordt berekend op basis van de gefactureerde omzet. Dat is het totaal bedrag (exclusief BTW, indien BTW-plichtig) van alle door uw organisatie aan cliënten in rekening gebrachte diensten, exclusief subsidiebijdragen als percentage van de totale bedrijfsopbrengst. Pagina 11 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 4.2 Verdeling kosten Het aandeel personeelskosten in de totale kosten van uw organisatie is 66,4 %. - Dat is 2 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 3 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg het aandeel personeelskosten 66,6 %. Het aandeel huisvestingskosten in de totale kosten van uw organisatie is 12,2 %. - Dat is 2 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 1 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg het aandeel huisvestingskosten 11,3 %. Het aandeel directe activiteitenkosten in de totale kosten van uw organisatie is 13,9 %. - Dat is 2 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 3 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 bedroeg het aandeel directe activiteitenkosten 14,1 %. Toelichting Het aandeel personeelskosten is de personeelskosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Het aandeel huisvestingskosten is de huisvestingskosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Het aandeel activiteitenkosten is de activiteitenkosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Pagina 12 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 4.3 Resultaatratio Het bedrijfsresultaat als percentage van de totale bedrijfsopbrengsten (resultaatratio) is voor uw organisatie -6,0 %. - Dat is 5 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 6 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 was de resultaatratio voor uw organisatie 0,3 %. Toelichting Het bedrijfsresultaat als percentage van de totale bedrijfsopbrengsten. 4.4 Overhead financieel De overheadkosten van uw organisatie zijn 36,7 %. - Dat is 1 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 3 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 waren de overheadkosten van uw organisatie 36,5 %. Pagina 13 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Toelichting De overheadkosten als percentage van de totale bedrijfskosten. De overheadkosten worden berekend door de kosten voor het directe personeel en de activiteitenkosten af te trekken van de totale bedrijfskosten. 4.5 Totale bedrijfsopbrengst per fte De totale bedrijfsopbrengst per fte van uw organisatie is 78.027 Euro. - Dat is 13 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 12 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2012 was de totale bedrijfsopbrengst per fte van uw organisatie 81.538 Euro. Toelichting De totale bedrijfsopbrengst gedeeld door het totaal aantal werkzame personen in fte. Dit geeft een beeld van de interne efficiency van uw organisatie. 4.6 Kredietwaardigheid Pagina 14 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium De liquiditeit van uw organisatie wordt bepaald door de current ratio. Dat is de verhouding tussen vlottende activa en kortlopende schulden. Vlottende activa zijn liquide middelen, vorderingen op korte termijn en voorraden. De current ratio van uw organisatie is 1,2 Toelichting Liquiditeit is de mate waarin de onderneming in staat is op tijd te voldoen aan de kortlopende financiële verplichtingen. De liquiditeit kan worden berekend met behulp van de current ratio. Deze geeft aan in welke mate uit de vlottende activa (liquide middelen, vorderingen op korte termijn en voorraden) aan de vlottende schulden (kortlopende schulden) kan worden voldaan. Vlottende activa (voor zover niet al in geld aanwezig) kunnen geld worden. Door voorraden te verkopen en vorderingen/debiteuren te innen. Vlottende schulden op korte termijn, kosten geld: ze moeten worden betaald. Als tegenover de kortlopende schulden voldoende vlottende activa aanwezig zijn, is de liquiditeit in orde. De wijze van financiering beïnvloedt de liquiditeit. Honderd procent bevoorschotting is positief voor de liquiditeit. Er is geld in kas. (Gedeeltelijke) achterafbetaling is negatief voor de liquiditeit. Geld is nog niet aanwezig. De onderneming loopt financieel risico. Formule: current ratio = vlottende activa / kortlopende schulden - uitkomst < 1,2. De onderneming loopt financieel risico. De liquiditeit is te laag. Dit kan tot betalingsproblemen leiden en zelfs, als er geen maatregelen worden genomen, tot faillissement. Maatregelen kunnen zijn: eerder factureren, tijdelijk een langere betaaltermijn hanteren of lang vreemd vermogen aantrekken. - uitkomst tussen 1,2 - 1,5 of >2,0. De onderneming zit in een tussenzone. Ze kan afglijden naar de gevarenzone. Ingrijpen is noodzakelijk om voldoende liquide te worden. Een te hoge liquiditeit (>2,0) is ook niet goed. Daarmee worden (rente)opbrengsten gemist. - uitkomst tussen 1,5 en 2,0. De onderneming is voldoende liquide. Bron: Handreiking Financiën en gemeentelijke kortingen, MOgroep 2012 4.7 Solvabiliteit balans De solvabiliteitsratio van het eigen vermogen gedeeld door het totaal vermogen bedraagt voor uw organisatie 0,5 - In 2012 was dat 0,5 Pagina 15 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Toelichting De solvabiliteitsratio van het eigen vermogen gedeeld door het totaal vermogen geeft inzicht in de mate waarin een onderneming in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het eigen vermogen is daarbij gedefinieerd als het besteedbaar plus het vastgelegd vermogen. Het totaalvermogen is het balanstotaal. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa, ligt de minimumnorm van deze indicator voor welzijnsondernemingen tussen de 0,2 en 0,4. 4.8 Continuïteit op langere termijn De continuïteit op langere termijn voor uw organisatie bedraagt 0,25 - In 2012 was dat 0,29 - Uw onderneming zit goed. Meer dan 20% van de lasten wordt gedekt door het eigen vermogen. Er blijft vermogen over voor de langere termijn. Veel eigen vermogen is goed voor de continuïteit. Maar een te hoge solvabiliteit is niet goed voor het optimaal halen van rendement uit het eigen vermogen. Toelichting Bij de continuïteit op langere termijn speelt het eigen vermogen een grote rol. Deze indicator geeft aan in welke mate de lasten in een jaar opgevangen kunnen worden door het eigen vermogen. Als het eigen vermogen relatief laag is in vergelijking met de totale lasten, dan loopt de onderneming risico. Tegenvallende inkomsten kunnen niet worden opgevangen. De lasten blijven. Mogelijk kan personeel niet worden betaald. Immers een belangrijk deel van de lasten zijn personeelskosten. Met voldoende vermogen kan de onderneming de betalingen aan personeel bij tegenvallende inkomsten voor een tijd continueren. Formule: continuïteit op langere termijn = eigen vermogen / totale lasten - uitkomst < 0,15. De onderneming loopt risico. Er is niet genoeg eigen vermogen om eventuele tegenvallende baten op te vangen. De groene zone is niet te bereiken in 1 jaar, want de opbouw van vermogen vindt plaats door een aantal jaren exploitatieoverschotten. Liquiditeitsbewaking is van belang. Een plan is nodig waarin streefwaarden voor de indicator worden vastgelegd en tijdstippen waarop die, via (jaarlijkse) exploitatieoverschotten, bereikt moeten zijn. - uitkomst tussen 0,15 en 0,20. De onderneming zit in een tussenzone. Verbeteren is noodzakelijk en op korte termijn mogelijk door generen van (jaarlijkse) exploitatieoverschotten en die toe te voegen aan het eigen vermogen. - uitkomst > 0,20. De onderneming zit goed. Meer dan 20% van de lasten wordt gedekt door het eigen vermogen. Er blijft vermogen over voor de langere termijn. Veel eigen vermogen is goed voor de continuïteit. Maar een te hoge solvabiliteit is niet goed voor het optimaal halen van rendement uit het eigen vermogen. Het vermogen kan worden aangetast door bezuinigingen van de gemeente/financier. Een ondernemer moet daarop anticiperen. (Bron: Handreiking Financiën en gemeentelijke kortingen, MOgroep 2012). Pagina 16 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 4.9 Tarieven Voor de meeste werksoorten is gevraagd om het gemiddeld uurtarief van de medewerkers zoals dat aan de opdrachtgever in rekening werd gebracht. Het tarief wordt uitgedrukt in euro's per productief uur in het primaire proces, inclusief de opslag voor huisvesting, overhead, werkgeverslasten, winst, risicovoorzieningen, gebaseerd op productieve uren per fte direct personeel, maar exclusief de kosten voor activiteiten. Pagina 17 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium 4.10 Uren per werksoort Per werksoort is gevraagd om de vaste rekenfactor die men hanteerde voor de gemiddelde productiviteit per fte in uren op jaarbasis. Dat is het aantal beschikbare uren per fte per jaar (1872) min verlof, extra verlof, seniorenverlof, overig afwezig, ziekte, opleidingen, persoonlijke verzorging én werkoverleg. Pagina 18 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Pagina 19 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Bijlage: Gegevens in tabelvorm De vergelijkingsgroep in dit rapport is gedefinieerd als alle organisaties waarbij: Type welzijnsorganisatie: Lokaal - breed Organisatiegrootte: Middel groot Typering Grootte van de organisatie Totaal aantal werkzame personen (fte) Organisatiegrootte MeanderOmnium 2012 MeanderOmnium 2013 62,6 fte Middel groot Verdeling zakelijk MeanderOmnium belang van activiteiten 2012 62,0 fte Vergelijkingsgroep Landelijk 2013 2013 58,2 Middel groot Zeer klein: 0% Klein: 0% Middel groot: 100% Groot: 0% MeanderOmnium 2013 53,6 Zeer klein: 29% Klein: 37% Middel groot: 19% Groot: 15% Vergelijkingsgroep Landelijk 2013 2013 Peuterspeelzaalwerk (PSZ) 14 % 13 % 6 18 Welzijn Ouderen (WO) 18 % 15 % 14 13 Lokaal Welzijnswerk (LW) en Sociaal Cultureel Werk (SCW) 62 % 63 % 46 24 Kinderopvang (KO) 0% 0% 4 5 Maatschappelijke Dienstverlening (MD) 4% 6% 23 23 Maatschappelijke opvang (MO) 0% 0% 0 8 Overige activiteiten 2% 3% 6 9 Totaal zakelijk belang van activiteiten 100 100 100 100 MeanderOmnium 2012 MeanderOmnium 2013 Verdeling zakelijk belang van welzijnsdoelen Aandeel van de productie tbv Zelfredzaamheid/eigen kracht Aandeel van de productie tbv Participatie Aandeel van de productie tbv Gezond leven Aandeel van de productie tbv Zorgen voor elkaar Aandeel van de productie tbv Leefbaarheid en veiligheid Pagina 20 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Vergelijkingsgroep Landelijk 2013 2013 29 35 19 27 3 4 11 11 24 19 Interne organisatie MeanderOmnium 2012 MeanderOmnium 2013 Vergelijkingsgroep 2013 Landelijk 2013 Flexibiliteit 15,3 % 23,2 % 29,8 22,9 % Overhead personeel 19,5 % 20,5 % 21,6 24,4 Percentage ziekteverzuim van personeel in loondienst 3,9 % 4,6 % 5,6 5,3 % geschatte vrijwilligerscapaciteit 48 % 93 % 77 112 90 uur 167 uur 109 123 MeanderOmnium 2012 MeanderOmnium 2013 Vergelijkingsgroep 2013 Gemiddeld aantal uren inzet per vrijwilliger op jaarbasis Financieel Ratio's Landelijk 2013 % gefactureerde omzet tov totale bedrijfsopbrengst 16,3 % 16,2 % 17,4 22,8 % overheidssubsidie tov totale bedrijfsopbrengst 83,7 % 83,8 % 80,3 73,0 % overige opbrengsten tov totale bedrijfsopbrengst 0,0 % 0,0 % 2,4 4,2 % personeelskosten tov totale bedrijfskosten 66,6 % 66,4 % 68,8 69,5 % huisvestingskosten tov totale bedrijfskosten 11,3 % 12,2 % 10,4 10,9 % activiteitenkosten tov totale bedrijfskosten 14,1 % 13,9 % 11,6 10,5 % Organisatiekosten tov totale bedrijfskosten 7,1 % 6,6 % 8,7 8,6 % Afschrijvingskosten tov totale bedrijfskosten 2,8 % 3,1 % 2,1 1,7 Bedrijfsresultaat als % van de bedrijfsopbrengsten 0,3 % -6,0 % -0,8 -0,4 % Overhead financieel 36,5 % 36,7 % 35,8 39,5 81.538 Euro 78.027 Euro 89.648 88.780 Liquiditeit current ratio 1,2 1,2 1,6 2,3 Solvabiliteit (balans) 0,5 0,5 0,4 0,4 0,29 0,25 0,2 0,2 Totale bedrijfsopbrengst per FTE Solvabiliteit, continuïteit langere termijn Pagina 21 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Tarieven medewerkers MeanderOmnium 2012 MeanderOmnium 2013 Vergelijkingsgroep 2013 Landelijk 2013 Peuterspeelzaalwerk (PSZ) 46,00 Euro 46,00 Euro 41,21 40,09 Welzijnswerk ouderen (WO) 69,00 Euro 69,00 Euro 70,81 67,86 Lokaal welzijn kinderen (12-) 69,00 Euro 69,00 Euro 68,85 67,00 Lokaal welzijn jongeren (12+) 69,00 Euro 69,00 Euro 70,42 68,95 Lokaal welzijn overig 69,00 Euro 69,00 Euro 71,76 69,27 75,01 72,43 Niet voldoende data Niet voldoende data 74,74 73,23 Algemeen maatschappelijk werk (AMW) Overig maatschappelijk werk (Overig MW) Sociaal Raadslieden werk (SRW) Ouderenadviseurswerk (OAW) 69,00 Euro 69,00 Euro 72,27 70,10 Maatschappelijke dienstverlening - Steunen adviespunten 69,00 Euro 69,00 Euro 72,91 71,03 Maatschappelijke dienstverlening niet zijnde Sociaal Raadsliedenwerk, Ouderenadvieswerk, Steun- en adviespunten (Overige MaDi) 69,00 Euro 69,00 Euro 68,96 71,71 Niet voldoende data 68,86 Maatschappelijke opvang (MO) Overige activiteiten 69,00 Euro 69,00 Euro 70,54 75,04 Beheer accommodaties 46,00 Euro 46,00 Euro 49,12 54,68 Uurtarieven per plaats Peuterspeelzaalwerk (PSZ) MeanderOmnium 2012 2,00 Euro MeanderOmnium 2013 3,00 Euro Vergelijkingsgroep 2013 Landelijk 2013 Niet voldoende data 4,45 Kinderdagopvang (DO) Niet voldoende data 6,72 Buitenschoolse / Naschoolse kinderopvang (BSO/NSO) Niet voldoende data 6,52 Gastouderopvang kinderen (GO) Niet voldoende data 5,77 Pagina 22 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Normuren MeanderOmnium 2012 MeanderOmnium 2013 Vergelijkingsgroep 2013 Landelijk 2013 Peuterspeelzaalwerk (PSZ) 1.300 uur 1.300 uur 1.360 1.429 Welzijnswerk ouderen (WO) 1.200 uur 1.250 uur 1.317 1.356 Lokaal welzijn kinderen (12-) 1.200 uur 1.250 uur 1.316 1.352 Lokaal welzijn jongeren (12+) 1.200 uur 1.250 uur 1.313 1.340 Lokaal welzijn overig 1.200 uur 1.250 uur 1.313 1.349 1.307 1.327 Niet voldoende data Niet voldoende data 1.308 1.304 Algemeen maatschappelijk werk (AMW) Overig maatschappelijk werk (Overig MW) Sociaal Raadsliedenwerk (SRW) Ouderenadviseurs werk (OAW) 1.200 uur 1.250 uur 1.313 1.348 Maatschappelijke dienstverlening - Steunen adviespunten 1.200 uur 1.250 uur 1.338 1.353 Maatschappelijke dienstverlening niet zijnde Sociaal Raadsliedenwerk, Ouderenadvieswerk, Steun- en adviespunten (Overige MaDi) 1.200 uur 1.250 uur 1.304 1.309 Maatschappelijke opvang (MO) Niet voldoende data 1.382 Kinderdagopvang (DO) Niet voldoende data 1.519 Buitenschoolse / Naschoolse kinderopvang (BSO/NSO) Niet voldoende data 1.515 Gastouderopvang kinderen (GO) Niet voldoende data Niet voldoende data Overige activiteiten 1.200 uur 1.250 uur 1.310 1.343 Beheer accommodaties 1.300 uur 1.300 uur 1.354 1.383 Pagina 23 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium Bijlage: Lijst van afkortingen AMW Algemeen Maatschappelijk Werk BSO/NSO Buitenschoolse/Naschoolse Opvang DO Kinderdagopvang fte full time equivalent GO Gastouder Opvang LW overig Lokaal Welzijnswerk overig LW12- Lokaal Welzijnswerk ten behoeve van kinderen tot 12 jaar LW12+ Lokaal Welzijnswerk ten behoeve van kinderen van 12 jaar en ouder MD steun advies Maatschappelijke Dienstverlening steun- en adviespunten MO Maatschappelijke Opvang MW Maatschappelijk Werk OAW Ouderen Adviseurswerk Overige MaDi Overige Maatschappelijke Dienstverlening PSZ Peuterspeelzaalwerk SRW Sociaal Raadsliedenwerk W&MD Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening WO Welzijnswerk Ouderen Pagina 24 / 24 - Brief op Maat MOgroep 2013 - MeanderOmnium
© Copyright 2024 ExpyDoc