VAN CEL TOT STELSEL Anatomie en fysiologie Niveau ambulancier Christophe Gardin 4/02/2014 De cel 2 De cel Kleinste functionele eenheid die zelfstandig kan werken: ◦ ◦ ◦ ◦ HV-AMB / Versie 2014 Onderdelen: ◦ Celmembraam ◦ Cytoplasma Eigen voortplanting (celdeling) Eigen ademhaling Eigen stofwisseling Eigen energievoorziening Geleiachtige vloeistof in de cel ◦ Celkern: Bevatten de chromosomen Bevatten DNA ◦ Organellen = kleine structuren in de cel met een bepaalde taak ◦ Aantal stoffen in opgeloste toestand: eiwitten, suikers, vetten,… 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 3 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 5 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 4 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 6 Zaadcel 1 Eicel Zenuwcellen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 7 Het weefsel 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 8 HV-AMB / Versie 2014 10 Het orgaan Weefsel = Groepering van hetzelfde type van cellen en dus met eenzelfde functie De mens bestaat hoofdzakelijk uit 4 weefsels: Geheel van weefsels: ◦ Meerdere functies ◦ Voorbeelden: ◦ Dekweefsel (epitheel) ◦ Bindweefsel: Kraakbeen Vetweefsel Bindweefsel algemeen ◦ Spierweefsel: Glad spierweefsel Dwarsgestreept spierweefsel Hartspierweefsel Maag Hart Longen Hersenen Oog ◦ Zenuwweefsel 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 9 4/02/2014 Het stelsel of orgaansysteem Geheel van verschillende organen Vormen samen een functioneel geheel Weefsels in de maag: Spierweefsel, bindweefsel, zenuwweefsel, dekweefsel,… 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 11 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 12 2 Terminologie De 11 grote stelsels 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Zenuwstelsel Ademhalingsstelsel Hart- en bloedvatenstelsel Bewegingsstelsel Spijsverteringsstelsel Urinaire stelsel Genitale stelsel Endocriene stelsel Immuun stelsel Zintuigen Huid 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 13 Anatomische houding 4/02/2014 ◦ ◦ ◦ ◦ Lichaam rechtop Gezicht naar je toe Palmen naar je toe Armen naast het lichaam Naar het hoofd toe = Craniaal Naar de voeten toe = Caudaal Onder = Inferieur Boven = Superieur Voorzijde = Anterieur Achterzijde = Posterieur Dicht bij de referentie = Proximaal Ver van de referentie = Distaal Dicht bij de middellijn = Mediaal Ver van de middellijn = Lateraal 15 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 16 Lateraal Mediaal Caudaal Craniaal HV-AMB / Versie 2014 14 Terminologie Anatomische houding van het lichaam: 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Proximaal Anterieure zijde v/h lichaam Posterieure zijde v/h lichaam 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Distaal 17 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 18 3 Lichaamsstreken Hoofdstreek Wervelzuil Rompstreek: ◦ Buikstreek = Abdomen ◦ Borststreek = Thorax Bovenste ledematen Onderste ledematen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 19 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 20 Buikkwadranten met de navel als kruispunt Lichaamsholten Schedel Thorax = Borstholte Abdomen = Buikholte Lever Galblaas Dikke darm Maag Milt Dikke darm Appendix Dunne darm Dikke darm Dunne darm Dikke darm Blaas 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 21 Het zenuwstelsel 4/02/2014 22 Functie Reguleren verschillende functies: ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 HV-AMB / Versie 2014 23 Bewustzijn Ademhaling Circulatie Hormonen GIS Uro-genitaal … 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 24 4 Opbouw en werking - Schema Centrale zenuwstelsel - Schema Grote hersenen Zenuwstelsel Centrale zenuwstelsel Kleine hersenen Perifere zenuwstelsel Hersenen CZS Hersenen Ruggenmerg Willekeurige zenuwstelsel 4/02/2014 Ruggenmerg Autonome Zenuwstelsel HV-AMB / Versie 2014 Hersenvliezen 25 4/02/2014 Linker hemisfeer Centrale zenuwstelsel Hersenstam HV-AMB / Versie 2014 26 Rechter hemisfeer Grote hersenen of cerebrum ◦ Bestaan uit 2 helften: Rechter hersenhelft of hemisfeer Stuurt linker lichaamshelft Linker hersenhelft of hemisfeer Stuurt rechter lichaamshelft ◦ Bestaan uit (functionele) kwabben: Voorhoofdskwab (vb. karakter, reukzin,…) Wandkwab (vb. gevoel, geheugen, smaak,…) Achterhoofdskwab (vb. zicht) Slaapkwab (vb. spraak (meestal links), lange termijngeheugen) 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Rechter hemisfeer 27 4/02/2014 Linker hemisfeer HV-AMB / Versie 2014 28 Centrale zenuwstelsel Wandkwab Voorhoofdskwab Kleine hersenen of cerebellum ◦ Bestaat eveneens uit: Linker helft Rechter helft ◦ Staat in voor o.a.: Achterhoofdskwab Slaapkwab 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 29 Coördinatie van complexe bewegingen: Vb. hurken om uw schoenveters dicht te knopen terwijl men rondkijkt Alcohol schakelt een deel van de kleine hersenen uit waardoor de persoon ongecoördineerd wandelt = “dronke-mansgang” Evenwicht 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 30 5 Centrale zenuwstelsel Kleine hersenen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Hersenstam: ◦ ◦ ◦ ◦ Oudste gedeelte van de hersenen Bevindt zich onderaan de hersenen Verbindt de grote hersenen met het ruggenmerg Belangrijke functies o.a.: Bewustzijn Regulatie slaap-waakcyclus Kauwen, slikken, braken en regulatie spijsvertering Ademhaling Bloedsomloop … 31 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 32 Het ruggenmerg Onderdeel centrale zenuwstelsel: ◦ Hersenstam L2 ◦ Omgeven door 3 hersenvliezen: Harde vlies Spinnenwebvlies Zachte vlies ◦ Hersenvocht tussen harde vlies en spinnenwebvlies ◦ Vanaf L2 = Bundeling van zenuwwortels van onder dit niveau = “Paardenstaart” of “cauda equina” Hersenstam 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 33 Het ruggenmerg 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 34 Het ruggenmerg 31 ruggenmergzenuwen aan beide zijden: ◦ Oorsprong in het ruggenmerg ◦ Iedere ruggenmergzenuw bezenuwt een bepaald gebied 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 35 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 36 6 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 37 Het ruggenmerg 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 38 Het ruggenmerg Ruggenmerg bestaat dus uit: ◦ Dalende banen die motorische prikkels geleidt ◦ Stijgende banen die sensorische prikkels geleidt 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 39 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 40 41 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 42 Centrale zenuwstelsel De hersenvliezen of meningen: ◦ Beschermende vliezen rond hersenen en ruggenmerg ◦ 3 Vliezen van buiten naar binnen: Harde vlies of dura Hard en glanzend vlies Spinnenwebvlies of arachnoidea “Waterdicht” vlies Zachte vlies of pia Kleeft direct tegen de hersenen aan 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 7 Centrale zenuwstelsel Cerebrospinaal vocht of hersenvocht ◦ Productie in de hersenkamers of ventrikels ◦ Bescherming hersenen en ruggenmerg ◦ Circuleert tussen spinnenwebvlies en zachte vlies (subarachnoïdaal) 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 43 HV-AMB / Versie 2014 44 Centrale zenuwstelsel – Schema Herhaling Centrale zenuwstelsel 4/02/2014 Er bestaan verschillende ruimten: Grote hersenen ◦ Epidurale ruimte Tussen schedel (ruggenwervel) en harde vlies ◦ Subdurale ruimte Kleine hersenen Tussen het harde vlies en spinnenwebvlies ◦ Subarachnoïdale ruimte Hersenen Tussen spinnenwebvlies en zachte vlies CZS Hersenstam Ruggenmerg Hersenvliezen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 45 Perifere zenuwstelsel – Schema Bewegingszenuwen Gevoelszenuwen Parasympatische zenuwstelsel (Ortho)sympatische zenuwstelsel HV-AMB / Versie 2014 46 Men heeft bewust controle over dit systeem Bestaat uit zenuwen die ontspringen uit het ruggenmerg of rechtsreeks uit de hersenen Er bestaan 2 soorten zenuwen: ◦ Bewegingszenuwen of motorische zenuwen brengen prikkels vanuit centraal naar de skeletspieren ◦ Gevoelszenuwen of sensorische zenuwen brengen prikkels van de waarnemingsorganen (ogen, oren, neus, huid,…) naar de centraal PZS 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Willekeurige zenuwstelsel Willekeurige zenuwstelsel Autonome (onwillekeurige) zenuwstelsel 4/02/2014 47 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 48 8 Autonome zenuwstelsel Autonome zenuwstelsel = Onwillekeurige zenuwstelsel Bestaat ook uit motorische en sensibele zenuwen Werkt autonoom, d.w.z. buiten onze wil Controleert het inwendige van het lichaam, vb: ◦ Bloedsuikergehalte ◦ Ademhaling ◦ Spijsvertering ◦ Hartslag – bloeddruk ◦ Lichaamstemperatuur ◦… 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 We onderscheiden het: ◦ (Ortho)sympatisch zenuwstelsel: “Fight or flight” Verhoogde alertheid: Toename hartslag - bloeddruk Stijgen bloedsuikerspiegel Verminderde activiteit spijsvertering Verwijderen luchtpijpvertakkingen … Energieverbruikend (katabool) 49 4/02/2014 Autonome zenuwstelsel HV-AMB / Versie 2014 50 Autonome zenuwstelsel Parasympatisch We onderscheiden het: Orthosympatisch ◦ Parasympatisch zenuwstelsel: “Rest and digest” Beschermende en herstellende functie: Dalen hartslag – bloeddruk Stimuleren spijsvertering Energiesparend (anabool) 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 51 Perifere zenuwstelsel – Schema Herhaling 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 52 Het ademhalingsstelsel Bewegingszenuwen Willekeurige zenuwstelsel Gevoelszenuwen PZS Autonome (onwillekeurige) zenuwstelsel 4/02/2014 Parasympatische zenuwstelsel (Ortho)sympatische zenuwstelsel HV-AMB / Versie 2014 53 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 54 9 Functie Opbouw Binnenbrengen van zuurstof in het lichaam ◦ Via longblaasjes bloed hart cellen Bovenste luchtwegen Verwijderen van koolzuurgas uit het lichaam Luchtwegen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Longen 55 Bovenste luchtwegen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 56 Bovenste luchtwegen Neus: Strottenhoofd of larynx: ◦ Bestaat uit: ◦ Functie: Kraakbeen Spieren Pezen Verwarmen Bevochtigen Filteren Onderste luchtwegen Ademhalingsstelsel ◦ Afvalstof na verbranding in de cellen bloed hart longen ◦ Vooraan zichtbaar als de adamsappel ◦ Belangrijke verkeerswisselaar tussen: Keelholte of pharynx Voedselweg Ademhalingsweg ◦ Wisselaar = strottenklep (epiglottis): Sluit luchtweg af bij slikken ◦ Bevat de stembanden 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 57 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 58 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 59 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 60 10 Onderste luchtwegen Luchtpijp of trachea: ◦ Bestaat uit hoefijzervormige kraakbeenringen ◦ Splitst in 2 hoofdbronchiën (2 longen) ◦ Verdere vertakkingen vormen bronchiaalboom ◦ Eindepunt = longblaasjes of alveolen: Rondom de longblaasjes ligt een kluwen van bloedvaten: Diffusie: Zuurstof in longblaasjes wordt opgenomen in het bloed Koolzuurgas in het bloed wordt afgegeven aan longblaasjes en uitgeademd 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 61 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 62 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 63 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 64 Longen 2 Longen: ◦ Linker long: 2 longkwabben ◦ Rechter long : 3 longkwabben Longvliezen of pleuravliezen ◦ Borstvlies: Bekleedt binnenkant van de borstkas ◦ Longvlies: Bekleedt de buitenzijde van de longen ◦ Daartussen ligt de pleuraholte Vacuümruimte ◦ Belangrijk bij AH-mechanisme 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 65 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 66 11 Ademhalingsspieren AH-spieren: ◦ Middenrif ◦ Tussenribspieren: Buitenste Binnenste (diepe expiratie) ◦ Buikspieren ◦ Sternocleïdomastoïdeus Regulatie vanuit de hersenen: ◦ Drive = CO2-spiegel ◦ Drive bij COPD = O2-tekort 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 67 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 68 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 69 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 70 Hart –en bloedsomloop Functie Distributie van: ◦ Zuurstof ◦ Voedingsstoffen ◦ Andere: Hormonen Geneesmiddelen Afvoer van afvalstoffen naar: ◦ Longen ◦ Nieren ◦ Lever 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 71 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 72 12 Functie Opbouw en werking Bescherming tegen ziekte: ◦ Afweersysteem Temperatuurregeling: ◦ Bij verhitting: Hart Dilatatie bloedvaten Lichaamswarmte wordt afgegeven Bloedvaten ◦ Bij afkoeling: Contractie bloedvaten Lichaamswarmte wordt bewaard 4/02/2014 Bloed HV-AMB / Versie 2014 73 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 74 75 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 76 Hart Algemeen ◦ Holle spier ◦ Gelegen in de borstkas Opbouw ◦ Linker en rechter kant gescheiden door een tussenschot ◦ 4 holtes: Rechter voorkamer Rechter kamer Linker voorkamer Linker kamer 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Achterzijde hart Voorzijde hart - Doorsnede Linker voorkamer Rechter voorkamer Rechter voorkamer Linker voorkamer Linker kamer Linker kamer Rechter kamer Rechter kamer Tussenschot 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 77 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 78 13 Linker kamer Rechter kamer Tussenschot Tussenschot Rechter kamer 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 79 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 80 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 82 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 84 Hart Rond het hart zit een vlies Kleppensysteem: Eénrichtingsverkeer Kransslagaders: ◦ Zuurstofvoorziening van het hart ◦ Voorziening voedingsstoffen voor het hart ◦ 1° aftakkingen links en rechts van de aorta 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Hartvlies 81 Linker voorkamer Linker kamer Klepblaadjes « Koordjes » 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 83 14 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 85 Bloedvaten HV-AMB / Versie 2014 86 Bloedvaten Bloedvaten: ◦ Slagaders: 4/02/2014 Bloedvaten: ◦ Aders: Brengen bloed terug naar het hart Minder hoge druk Bevatten meestal kleppen Voeren bloed weg van het hart Moet grotere druk opvangen Hebben een dikkere spierwand Hebben geen kleppen ◦ Haarvaten (capillairen) Kleine bloedvaatjes die zich als een netwerk in de weefsels vertakken Diffusie t.h.v. de cellen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 87 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 88 Veneuse retour 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 89 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 90 15 Bloed Bloed Onderdelen bloed: Onderdelen bloed: ◦ Vast gedeelte = Bloedcellen: ◦ Vloeibaar gedeelte = Plasma: Rode bloedcellen: Geelachtige vloeistof Vervoert bloedcellen Bevat o.a.: Vervoeren zuurstof op het haemoglobine Rood van kleur Witte bloedcellen: Stollingsfactoren Antistoffen … Verdedigen tegen lichaamsvreemd materiaal: bacteriën, virussen,… Bloedplaatjes: Onderdeel van de stolling 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 91 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 92 Bloedsomloop Slagaders die vertrekken uit het hart: ◦ De aorta: Brengt zuurstofrijk bloed naar de verschillende organen in het lichaam Vertrekt uit de linker kamer ◦ Longslagader (arteria pulmonalis): Brengt zuurstofarm bloed naar beide longen Vertrekt uit de rechter kamer Vertakt in 2 (2 longen) 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 93 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 94 Aorta Longslagader Longslagader Linker kamer Rechter kamer Rechter kamer 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 95 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 96 16 Aortaklep Bloedsomloop Aders die toekomen in het hart: ◦ De onderste en bovenste holle ader (Vena cava): Brengen het zuurstofarme bloed terug vanuit de periferie naar de rechter voorkamer ◦ De 4 longaders (venae pulmonalis): Brengen het zuurstofrijke bloed vanuit de longen naar de linker voorkamer 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 97 Bovenste holle ader 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 98 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 100 De 4 longaders Onderste holle ader Rechter voorkamer 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 99 Bloedsomloop Aorta Bovenste holle ader Bloedsomloop: ◦ Grote bloedsomloop: Longslagader Longvenen Doel = Zuurstof en voedingsstoffen naar de verschillende cellen brengen Start in de linkerkamer, einde in de rechtervoorkamer ◦ Kleine bloedsomloop: Doel = Koolzuurgas afvoeren naar de longen en bloed terug verrijken met zuurstof Begint in de rechterkamer, eindigt in de linkervoorkamer Onderste holle ader 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 101 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 102 17 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 103 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 104 Bloeddruk Systole: ◦ “Grootste” waarde ◦ Als de kamers samentrekken en het bloed in de aorta wordt geperst Diastole: ◦ “Kleinste” waarde ◦ De kamers zijn leeg, de aortaklep dicht en het hart ontspant 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 105 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 106 107 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 108 Bloeddruk Normale waarden liggen rond de 120/80mmHg Hoe ouder hoe hoger de bloeddruk Kinderen hebben lagere bloeddruk Lage bloeddruk = HYPOTENSIE Hoge bloeddruk = HYPERTENSIE 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 18 Prikkelgeleiding Prikkelgeleiding Hartwerking: ◦ Mechanische activiteit ◦ Electrische activiteit: Onderdelen: ◦ ◦ ◦ ◦ Prikkelgeleidingssysteem: Onder invloed van het autonome zenuwstelsel: Orthosympatische ZS: Stimuleert het hart Parasympatische ZS: Remt het hart Sinusknoop Atrioventriculaire knoop Bundel van Hiss Bundeltakken: Voorkamer Linker bundeltak Rechter bundeltak Kamer ◦ Purkinjevezels 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 109 Prikkelgeleiding 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 110 Prikkelgeleiding Sinusknoop: ◦ Groep cellen gelegen in de wand van de rechter voorkamer, bij de uitmonding van de bovenste holle ader ◦ Sinusknoop = gangmaker = pacemaker: Atrio-ventriculaire knoop: ◦ Prikkel vanuit de sinusknoop komt hier toe ◦ Groep cellen onderaan de rechter voorkamer ◦ De prikkel wordt korte tijd opgehouden: De voorkamers trekken samen en vullen de kamers met een “extra” hoeveelheid bloed Stuurt 60 à 70 x per minuut een electrische prikkel: Verspreiding via geleidingsbanen in de voorkamer De prikkel bereikt de atrio-ventriculaire knoop ◦ Een ritme die vertrekt vanuit de sinusknoop = “sinusaal ritme” 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 111 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 112 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 114 Prikkelgeleiding Bundel van His(s) ◦ Prikkel wordt met vertraging doorgegeven aan de bundel van Hiss Rechter en linker bundeltak Purkinjevezels: ◦ Maken contact met de hartspier in beide kamers waardoor een contractie van de hartkamers ontstaat 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 113 19 Prikkelgeleiding - EKG De electrische activiteit kan gemeten en geregis-treerd worden = “Electrocardiogram” of “EKG” ◦ Pre-hospitaalsetting Monitoring: Zegt iets over de electrische activiteit Zegt niets over de mechanische activiteit!!! 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 115 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 116 Prikkelgeleiding - EKG P-top: ◦ Verspreiding van de prikkel in de voorkamers = DEPOLARISATIE ◦ Na de depolarisatie volgt contractie van de voorkamers P-Q-interval: ◦ AV-knoop is bereikt “Ophouden” van de prikkel: Contractie v/d voorkamers Kamers vullen zich met extra bloed 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 117 Prikkelgeleiding - EKG 4/02/2014 ◦ Verspreiding van de prikkel over de bundel van Hiss bundeltakken Purkinjevezels = DEPOLARISATIE van de kamers ◦ Na de depolarisatie volgt de contractie van de kamers ◦ Tijdens de depolarisatie van de kamers gaan de voorkamers REPOLARISEREN Ontspannen van de spiercellen van de voorkamers niet te zien op EKG HV-AMB / Versie 2014 118 Prikkelgeleiding - EKG QRS-complex: 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 119 T-Top: ◦ REPOLARISATIE van de kamers ◦ Ontspannen van de spiercellen van de kamers 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 120 20 Ritmestoornissen Ritmestoornissen Er kunnen stoornissen ontstaan i/d prikkelgeleiding = RITMESTOORNISSEN: ◦ Zonder hemodynamische weerslag ◦ Met hemodynamische weerslag: ◦ Niet defibrilleerbaar: Asystolie Polsloze Electrische Activiteit – PEA Bloeddrukproblemen Syncopale patient Collaps - Circulatiestilstand 4/02/2014 ◦ Defibrilleerbaar: Polsloze ventrikeltachycardie Ventrikelfibrillatie HV-AMB / Versie 2014 121 Asystolie 4 Ritmestoornissen die aanleiding geven tot circulatiestilstand: 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 122 Polsloze Electrische Activiteit Er is geen electrische activiteit Er is geen mechanische activiteit 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 123 Er is (soms normale) electrische activiteit Er is geen mechanische activiteit 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 124 Polsloze ventrikeltachycardie De elektrische activiteit begint in de kamers, i.p.v. de sinusknoop: ◦ De kamers trekken sneller samen dan de voorkamers: De normale, ritmische samentrekkingen van de voorkamers en de kamers wordt onderbroken Bloedtoevoer naar het lichaam wordt verstoord ◦ Soms snelle ritmes met circulatiestilstand als gevolg (> 180/min) ◦ Indien onbehandeld Ventrikelfibrillatie 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 125 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 126 21 Ventrikelfibrillatie Chaotisch afvuren van prikkels vanuit de kamers Altijd circulatiestilstand Brede QRS-complexen Chaotisch ritme – “Zaagtandbeeld” 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 127 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 128 Het bewegingsstelsel 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 129 Opbouw 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 130 Skelet ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ Skelet Gewrichten HV-AMB / Versie 2014 Steun Vorm Spieraanhechting Bescherming Aanmaak van bloedcellen Samenstelling: Ongeveer 200 beenderen ◦ Platte beenderen (ribben, schedel, borstbeen) ◦ Pijpbeenderen (armen, benen) Pezen en spieren 4/02/2014 Taken: 131 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 132 22 Skelet De schedel Botweefsel: ◦ ◦ ◦ ◦ Hard, stevig Kern = Beenmerg Aanmaak bloedcellen Gevoelig beenvlies Elastisch kraakbeen op uiteinde = Bescherming 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 133 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 134 Achteraanzicht De schedel De schedel - onderaanzicht De ribbenkast Ribben – Schouderblad Wervelkolom 2 Onderdelen ◦ Hersenschedel: Aaneengegroeide platte beenderen Beschermen de hersenen ◦ Aangezichtsschedel Vormgeving aangezicht Bevatten uitsparingen voor zintuigen (ogen, neus, oren) Vormt gesloten doos met 1 grote opening onderaan de schedel 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 135 De ribbenkast HV-AMB / Versie 2014 136 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 138 De ribbenkast Biedt bescherming aan: ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ 4/02/2014 Longen Hart Grote bloedvaten Luchtpijp Slokdarm Aanhechting: ◦ Vooraan borstbeen ◦ Achteraan wervelkolom 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 137 23 De onderste ledematen Het bekken De bovenste ledematen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 139 4/02/2014 Anatomie van het bekken • HV-AMB / Versie 2014 140 Heiligbeen Bekken = Pelvis = Ringvormig = Samenvoeging van 4 beenderen: Darmbeen • Heiligbeen of os sacrum • Staartbeen of os coccyx • Linker en rechter heupbeen: • Bestaat uit 3 beenderen die tijdens puberteit samengroeien: Schaambeen Staartbeen • Darmbeen of os ilium • Zitbeen of os ischium • Schaambeen of os pubis • Heupbeenderen verbonden door schaamvoeg • Links en rechts bevatten de heupbeenderen ook de heupkom Heupkom Schaamvoeg Zitbeen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 141 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 142 Anatomie van het bekken Het bekken van de vrouw is breder dan bij een man, dit om de geboorte van het kind mogelijk te maken. Slagader Darm Ader Zenuwen Blaas 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 143 Baarmoeder 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 144 24 Functie van het bekken De wervelkolom De houding en beweging van het lichaam. Aanhechtingsplaats voor bepaalde spieren Bescherming organen: ◦ Voorwaartse kromming (lordose): hals & lenden ◦ Achterwaartse kromming (kyfose): borst & heiligbeen ◦ Bovenste gedeelte = Grote bekken: Darmen ◦ Onderste gedeelte = Kleine bekken: 33 opeengestapelde wervels: ◦ 24 aparte wervels ◦ 9 vergroeide wervels Blaas Endeldarm Inwendige geslachtsorganen man & vrouw Onderling verbonden d.m.v. facetgewrichten Tussen de wervels: Tussenwervelschijf ◦ Bloedvaten ◦ Zenuwen 4/02/2014 S-vormig: HV-AMB / Versie 2014 145 De wervelkolom 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 146 HV-AMB / Versie 2014 148 De wervelkolom Lordose Kyfose Lordose Kyfose 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 147 De wervelkolom 4/02/2014 De wervelkolom 5 regio’s: ◦ Hals = Cervicaal = C1 – C7 = Bewegelijk Functie: ◦ Bescherming ◦ Steun ◦ Beweging C1 = Atlas C2 = Axis of draaier ◦ Borst = Thoracaal = T1 – T12 = Rigide ◦ Lenden = Lumbaal = L1 – L5 = Bewegelijk ◦ Heiligbeen = Sacraal = S1 – S5 ◦ Staartbeen = Coccyc = Cc1 – Cc3/5 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 149 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 150 25 De wervelkolom Gewrichten Gewrichten = scharnieren: ◦ Zorgen dat botten kunnen scharnieren t.o.v. elkaar Opbouw: ◦ ◦ ◦ ◦ Kraakbeen: Bescherming van botuiteinden Gewrichtsholte met gewrichtsvocht (synovium) Gewrichtsbanden of ligamenten Andere hulpstructuren ter versteviging of bescherming: Meniscus (Knie) Discus (Wervelzuil) Bursa (Schouder, elleboog) 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 151 4/02/2014 Gewrichten HV-AMB / Versie 2014 152 Het kniegewricht Onbeweeglijke: ◦ Met elkaar vergroeide beenderen (schedel, heiligbeen) Beweeglijke: ◦ Kraakbeenverbindingen (ribben-borstbeen) ◦ Gewrichten (enkel, pols, knie,…) 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 153 Het schoudergewricht 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 154 HV-AMB / Versie 2014 156 De elleboog 155 4/02/2014 26 Spieren Spieren Doel: ◦ Glad spierweefsel: ◦ Beweging: Korte spiervezels Staan NIET onder willekeurige controle GIS, bloedvaten, luchtwegen,… Samentrekken = Contractie Ontspannen = Relaxatie ◦ Evenwicht ◦ Bescherming van organen ◦ Productie van warmte (rillen) Soorten: ◦ Hartspierweefsel: Ook een soort dwarsgestreept spierweefsel Staan NIET onder willekeurige controle ◦ Dwarsgestreept spierweefsel: Zijn aan de botten vastgemaakt door middel van pezen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Lange spiervezels Staan onder willekeurige controle Skeletspieren 157 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 158 Het spijsverteringsstelsel 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 159 Opname van voedsel Mechanische verkleining van de voedselbrokken: Kauwen Chemische verkleining: Vertering Transport van de voedselbrij: Slikken en peristaltiek Overdracht van de voedingsstoffen aan het bloed: Resorptie Uitscheiden van afvalstoffen door de lever in de darm Afgeven van niet verteerde resten: Ontlasting 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 HV-AMB / Versie 2014 160 Opbouw Taak van het spijsverteringsstelsel 4/02/2014 Mond: ◦ Kauwen/vermalen van het voedsel dmv de tanden ◦ Tong wordt gebruikt voor proeven en vermengen ◦ Speekselklieren: Produceren speeksel Speekselvorming gebeurt reflectorisch onder invloed van smaak , geur en kleur Begin van de vertering Enzym ptyaline zet zetmeel (koolhydraten) om in suiker 161 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 162 27 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 163 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 164 165 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 166 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 168 Opbouw Keelholte of farynx achterin de mond Slokdarm: ◦ Brengt het voedsel van de mond/keelholte maag ◦ Heeft geen functie in voedselafbraak 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Opbouw Maag: ◦ Taak: Opslag Voedsel kneden & vermengen ◦ Maagwand scheidt maagsap af vertering en doden bacteriën ◦ Mondt uit in dunne darm 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 167 28 Opbouw Dunne darm: ◦ Doel: Vermenging met verteringssappen Verdere vertering van de voedselprop Opname van voedselstoffen in de bloedbaan ◦ Totale lengte = ca. 5mtr ◦ Eerste deel = 12-vingerige darm: Galweg mondt uit Pancreasweg mondt uit 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 169 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 170 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 172 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 174 Opbouw Dikke darm: ◦ Doel: Indikking van de voedselprop door onttrekken van water ◦ Darmflora is belangrijk voor normaal functioneren ◦ Ontlasting: Onverteerbare voedselresten Water en slijm Dode bacteriën Afgestoten darmwandcellen Zouten Galkleurstof, waardoor de ontlasting gekleurd is 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 171 Achteraanzicht Opbouw Lever: ◦ Functie: Galproductie Opslag in de galblaas, nodig voor de vertering van suikers, vetten en eiwitten Detoxicatie van stoffen Alvleesklier of pancreas: ◦ Productie spijsverteringssappen ◦ Productie insuline en glucagon (cfr. Suikerziekte) 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 173 29 Het uro-genitale stelsel 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 175 Functie 176 Nieren: (2 stuks) ◦ Functie: Zuivering van bloed Afscheiding van de afvalstoffen Vochtgehalte op peil houden Regeling zuurtegraad Zuivering van het bloed Regeling van de zuurtegraad Regeling van zout- en waterbalans ◦ Ligging: Genitaal stelsel: Achteraan in de buikholte (retro-peritoneaal) Weerszijden van de wervelkolom ◦ Voortplanting 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 177 Opbouw urinair stelsel HV-AMB / Versie 2014 Opbouw urinair stelsel Urinair stelsel: ◦ ◦ ◦ ◦ 4/02/2014 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 178 Opbouw urinair stelsel Nieren: ◦ 3 Gebieden: Nieren: ◦ Urine: Schors: Bevat water en oplosbare afvalstoffen 1000 – 1500ml urine/24u Afhankelijk van: Vochtopname Bloeddruk Urineproductie = “diurese” Buitenste laag Bevat filtereenheden Merg: Bevat groepjes buisjes waar de eigenlijke urine wordt gevormd Nierbekken: Bevat nierkelken : Urine vanuit het merg Urineleider 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 179 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 180 30 Nierkelken Nierschors Urineleider Niermerg 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 181 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 182 Opbouw urinair stelsel De blaas: ◦ Urine wordt via de urineleiders (ureters) naar de blaas gevoerd: ◦ Reservoir: 400 tot 600 ml urine 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Urine gat via het urinekanaal (urethra) naar buiten 183 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 184 Opbouw genitaal stelsel De nieren Mannelijk genitaal stelsel: ◦ Uitwendig : Penis Teelballen (testikels) De urineleiders ◦ Inwendig: Prostaat: De blaas Ligt rond het urinekanaal Scheidt vloeistof af die samen met de zaadcellen het sperma vormt Zaadleiders Teelballen en bijballen Produceren zaadcellen en hormonen Bijbal 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 185 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 186 31 Opbouw genitaal stelsel De blaas Vrouwelijk genitaal stelsel: ◦ In de bekkenholte. ◦ Inwendig: De prostaat De eierstokken (ovaria): Produceren de eicellen en hormonen Eileiders (tubae): De zaadleiders Transport eicel naar de baarmoeder De bijbal Baarmoeder (uterus) Eicel nestelt zich in de wand Bij bevruchting Evolutie tot embryo Indien geen bevruchting Afstoting = Maandstonden (menses). De testikels 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 187 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 188 189 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 190 Opbouw genitaal stelsel Vrouwelijk genitaal stelsel: ◦ Uitwendig: De vagina verbindt de baarmoeder met de buitenwereld 4/02/2014 Eileider HV-AMB / Versie 2014 Baarmoeder Het hormonenstelsel Eierstok Baarmoederhals Vagina 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 191 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 192 32 Opbouw Opbouw Hormoonklieren (endocriene klieren) ◦ Produceren hormonen en scheiden deze af in de bloedbaan ◦ Hormonen hebben een specifieke werking op bepaalde doelorganen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Endocriene klieren - enkele voorbeelden: ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ Alvleesklier of pancreas Nier en bijnier Schildklier en bijschildklier Teelballen (man) en eierstokken (vrouw) Pijnappelklier of hypofyse 193 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 194 195 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 196 Opbouw Hormonen - enkele voorbeelden: ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ Insuline – glucagon Aldosteron Cortisol Testosteron Oestrogeen - Progesteron Groeihormoon Adrenaline – noradrenaline 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 Afweer in het lichaam Het afweerstelsel Eerste linie: ◦ Huid ◦ Maag-darmkanaal Tweede linie ◦ Immuunsysteem 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 197 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 198 33 Immuunsysteem Humoraal mechanisme ◦ Bepaalde WBC maken antistoffen bij indringing van lichaamsvreemde stof of antigeen(bacterie, virus,…) ◦ Antistof past op het antigeen als een “sleutel op het slot” neutralisatie indringer ◦ Principe van vaccinatie is hierop gebaseerd: Antistoffen blijven jaren aanwezig in bloed Bijkomende antistoffen worden sneller aangemaakt 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 199 Immuunsysteem 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 200 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 202 De zintuigen Cellulair mechanisme ◦ Maakt gebruikt van “eetcellen” Slokken lichaamsvreemde stoffen op en vernietigen deze. ◦ De zogenaamde helpercellen stimuleren de aanmaak van “eetcellen” 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 201 Het oog Het oog Opbouw: ◦ Oogbol: Opbouw: ◦ Spieren: Scherpstelling Oogbeweging en de ogen kunnen richten Doorzichtig hoornvlies Lens Netvlies (retina) Iris (gekleurde ring) Pupil (centrale vlek): ◦ Oogkas ◦ Bovenste en het onderste ooglid ◦ Oogzenuw Aanpasbaar diafragma Conjunctiva (wit van het oog) 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 203 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 204 34 Het oog Pupil: ◦ Lichtreactie ◦ Grootte pupil Normaal Miosis Midriasis ◦ Gelijkheid pupil 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 205 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 206 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 208 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 210 Het oog 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 207 Het oor Functie: ◦ Gehoor ◦ Evenwicht Indeling: ◦ Uitwendig oor ◦ Middenoor ◦ Binnenoor 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 209 35 Het oor - opbouw Het oor - opbouw Uitwendig oor: Middenoor: ◦ Trommelvlies: ◦ Gehoorgang ◦ Oorschelp Membraam Drukgevoelig Geluidsgolven Trillingen ◦ Gehoorbeentjes: 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 211 Het oor - opbouw Hamer Aambeeld Stijgbeugel Zet trillingen om in prikkels die via de gehoorzenuwen de hersenen bereiken 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 212 Het oor - opbouw Middenoor: ◦ Buis van Eustachius: Binnenoor: ◦ Semi-circulaire kanalen: Verbinding met neusholte Buizensysteem Registreert positie van het lichaam Stuurt informatie naar de hersenen Bevelen aan de spieren Evenwicht wordt bewaard ◦ Slakkenhuis 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 213 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 214 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 216 De huid 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 215 36 Opbouw Functies Opperhuid = Epidermis ◦ Hoornlaag ◦ Moedercellen Lederhuid = Dermis ◦ Bloedvaten ◦ Zenuwen ◦ Haarzakje ◦ Talgklieren ◦ Zweetklieren Onderhuid = Hypodermis ◦ Vetweefsel 4/02/2014 Bescherming tegen: ◦ Besmettingen ◦ Uitdroging ◦ Zon Temperatuurregeling: ◦ Afkoeling: Zweten Uitzetten bloedvaten ◦ Opwarmen: Samentrekken bloedvatten Haartjes rechtop HV-AMB / Versie 2014 217 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 218 HV-AMB / Versie 2014 220 De huid Varia Huid = Doorlaatbaar: ◦ Medicatie ◦ Giftige stoffen 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 219 4/02/2014 HV-AMB / Versie 2014 221 4/02/2014 Einde… 37
© Copyright 2024 ExpyDoc